geneesmiddelenontwikkeling >> faculteit farmaceutische, biomedische en diergeneeskundige wetenschappen >> masteropleiding | 2010-2011
1|
Colofon Redactie Vormgeving Fotografie
Onderwijscommissie Farmaceutische Wetenschappen en de dienst Studieinformatie. Ann Engelen (kaft) Ellen Willockx (binnenwerk) J. Crab
Deze brochure is met grote zorg samengesteld. Studieprogramma’s evolueren en worden regelmatig bijgestuurd. Het is daarom mogelijk dat het aanbod van opleidingsonderdelen enigszins afwijkt van de informatie in deze brochure.
|2
Inhoud Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
Farmaceutische Wetenschappen binnen de Universiteit Antwerpen . . . . . . . . . . . . . .
6
Master Farmaceutische zorg - Apotheker. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7
Master Geneesmiddelenontwikkeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7
Doelgroep. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
8
Vereiste voorkennis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
8
Verder studeren na je masterdiploma geneesmiddelenontwikkeling . . . . . . . . . . . . . .
9
Loopbaanperspectieven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
9
Studieprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Masterproef geneesmiddelenontwikkeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Vakbeschrijvingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Studeren in het buitenland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Onderwijs en examens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Studieadvies en studentenbegeleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Nuttige websites . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Meer info? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
3|
Voorwoord Misschien is dit je eerste kennismaking met de Universiteit Antwerpen. Misschien heb je reeds enkele jaren geleden de weg naar onze universiteit gevonden en hier je bacheloropleiding voltooid. In elk geval word je masterstudent, en wil je informatie over de masteropleidingen die wij aanbieden. Het boekje dat je nu ter hand neemt, brengt je al een hele stap vooruit in je keuzeproces. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met 13.000 studenten. Vanaf 2007-2008 zijn de masteropleidingen gestart die aansluiten op de academische bachelor opleidingen. Binnen de associatie wordt de samenwerking bevorderd met de Plantijnhogeschool, de Karel de Grote Hogeschool, de Artesis Hogeschool Antwerpen en de Hogere Zeevaartschool. Tijdens je masteropleiding wordt de kennis die je opdeed tijdens je bacheloropleiding verder uitgediept. De Universiteit Antwerpen stelt alles in het werk om je studietijd aangenaam te maken en de kwaliteit van de opleiding op topniveau te houden. Onze opleidingen worden regelmatig bijgestuurd en aangepast aan maatschappelijke en wetenschappelijke evoluties. We nodigen je alvast uit op onze infodagen (20 maart en 24 april 2010) of op de infomarkt (15 september 2010). Welkom bij de Universiteit Antwerpen! Prof. dr. Alain Verschoren Rector Universiteit Antwerpen
|4
Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? STUDENTGERICHTHEID De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent onder andere dat je zoveel mogelijk college volgt in kleine groepen, hetgeen een vlotte interactie mogelijk maakt. De kleine afstand tussen studenten en het docentencorps zorgt ervoor dat je bij je profs terecht kan met allerlei vragen en problemen. De vlotte communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard; dit biedt ook nieuwe kansen voor een interactief onderwijssysteem. Studenten worden ook uitgenodigd om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn zij vertegenwoordigd. Tenslotte is de Universiteit Antwerpen bekend voor haar goede studentenbegeleiding en –ondersteuning, waarbij wordt ingespeeld op de individuele noden van alle studenten. INNOVERENDE ACADEMISCHE OPLEIDINGEN De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen aan, waarbij de opleidingen zowel oog hebben voor theorie als praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek, dat ook internationale faam geniet. De academische ‘ivoren’ toren werd echter reeds lang geleden gesloopt: academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende samenleving. Bij je studie aan de Universiteit Antwerpen staat niet zozeer het memoriseren van feitenkennis centraal: je verwerft relevante kennis en vaardigheden die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. Ook de BaMa-structuur werd gezien als een kans tot vernieuwing en verbetering. Nieuwe opleidingen werden ingevoerd, keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen verruimd. INFRASTRUCTUUR Voor haar onderwijs beschikt de Universiteit Antwerpen over de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en meerdere studielandschappen. In alle publieke ruimten (bibliotheken, cafetaria, aula) zijn er “hotspots” waar je draadloos kan surfen met je eigen laptop. De laatste jaren werd grootschalig geïnvesteerd in nieuwe gebouwen om het toenemend aantal studenten op te vangen en hen een aangename leeromgeving aan te bieden. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit, met meer dan 13.000 studenten, verspreid over vier campussen en zeven faculteiten. De campussen Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken liggen aan de stadsrand, in een groene omgeving. De campussen Middelheim en Groenenborger grenzen aan het 5|
openluchtmuseum voor Beeldhouwkunst Middelheim en het Nachtegalenpark. Studeer je op de campus Drie Eiken? Dan kan je volop genieten van de groene oase van Fort VI en de mooie vijvers rondom de campus. De Stadscampus, met zijn kern van prachtig gerenoveerde 16de-eeuwse gebouwen, ligt in hartje Antwerpen. De masteropleiding Geneesmiddelenontwikkeling is gesitueerd op de Campus Drie Eiken. VORMING De Universiteit Antwerpen wil niet alleen opleidingen aanbieden, maar ook vorming. Ze wil jonge mensen laten opgroeien tot professionelen met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit in haar curricula, personeel en studenten. ANTWERPEN Tenslotte kies je voor de stad Antwerpen. Studeren is meer dan met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad. Antwerpen is, naast een universiteitsstad, een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, clubs, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur, .... Kortom: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten graag wegzinken. Speciaal voor de lancering van de nieuwe huisstijl van de Universiteit Antwerpen, schreef Pieter Embrechts een lied “U Aan het woord”. In deze brochure vertellen wij graag over onze universiteit, daarna is het woord aan “A” !
farmaceutische wetenschappen binnen de Universiteit Antwerpen De studierichting Farmaceutische Wetenschappen staat voor een brede opleiding, waarbij zowel de patiënt als het geneesmiddel centraal staan. Het doel van de opleiding is het academisch vormen van apothekers die qua competenties beantwoorden aan de vereisten van de hedendaagse samenleving en industrie. Na de drie bachelorjaren kan je kiezen tussen twee masteropleidingen van twee studiejaren: • Master in de Farmaceutische Zorg – Apotheker • Master in de Geneesmiddelenontwikkeling – Apotheker of Biofarmaceutische wetenschappen De masteropleidingen die leiden tot de titel van apotheker zijn inhoudelijk zo geconcipieerd en afgewogen dat je als afgestudeerde efficiënt als apotheker kan functioneren in alle beroepstakken. In beide masters komen immers een aantal gemeenschappelijke opleidingsonderdelen voor, zoals medicinale chemie, toxicologie, farmaceutische wetgeving, deontologie, galenische farmacie, biofarmacie, farmacotherapie en farmaceutische zorg. |6
Anderzijds zijn er opleidingsonderdelen die de eigenlijke differentiatie tussen de beide masters vormen (zie studieprogramma verder in deze brochure). Je keuze tussen deze masteropleidingen zal hoofdzakelijk bepaald worden door je interesse voor de maatschappelijk-sociale rol van de apotheker of voor een eerder exact-weten schappelijke functie. In elke masteropleiding moet je het bewijs leveren dat je een omvangrijk onderzoekswerk zelfstandig kan uitvoeren (de masterproef). Afhankelijk van de masteropleiding waarvoor je hebt gekozen, situeert de masterproef zich in de farmaceutische zorg of in de geneesmiddelenontwikkeling.
master in de farmaceutische zorg - apotheker In de farmaceutische zorg staat de wisselwerking tussen patiënt, geneesmiddel en andere zorgverstrekkers centraal. Deze masteropleiding, die leidt tot de titel van apotheker, bereidt je zeer grondig voor op een apothekersfunctie in de openbare apotheek (officina) of in een ziekenhuisapotheek. De opleiding Master in de Farmaceutische Zorg wordt u itvoerig toegelicht in een andere brochure.
master in de geneesmiddelenontwikkeling Deze masteropleiding bereidt je optimaal voor op de taken en de professionele omgeving van een geneesmiddelenspecialist in o.a. de industrie, het onderzoek en de overheid. In deze opleiding wordt uitvoerig aandacht geschonken aan onder meer geneesmiddelendesign en –analyse, farmaceutische technologie, farmaceutische ontwikkeling (artsenijvormen, productie en stabiliteit), moleculaire en klinische biologie, preklinisch en klinisch geneesmiddelenonderzoek. Werkelijk alle aspecten betreffende geneesmiddelenontwikkeling komen hier aan bod. Maar ook patiëntgerichte opleidingsonderdelen behoren tot het curriculum. In dit opzicht is deze opleiding dan ook uniek en onderscheidt ze zich van andere masteropleidingen. Ze biedt een brede waaier aan beroepsmogelijkheden, zoals verder in deze brochure wordt beschreven (zie Loopbaanperspectieven). Er zijn twee afstudeerrichtingen: (1) Apotheker. Deze afstudeerrichting omvat een wettelijke apotheekstage van zes maanden (waarvan maximum drie maanden in een hospitaal) en leidt tot de titel van apotheker. Deze titel is noodzakelijk om de functie van apotheker in een openbare apotheek te kunnen uitoefenen of om het diploma ziekenhuisapotheker, industrie apotheker of klinisch bioloog te kunnen behalen. Verder in deze brochure vind je hierover meer informatie. De apotheekstage biedt tevens een unieke gelegenheid om met patiënten in contact te komen. Dit vormt een belangrijke meerwaarde, ook al zal je werkterrein later op een ander vlak gesitueerd zijn. 7|
(2) Biofarmaceutische wetenschappen. Dit is een opleiding zonder apotheekstage en leidt bijgevolg niet tot de titel van apotheker. De aan de Universiteit Antwerpen gevormde masters in de geneesmiddelenontwikkeling zijn uitstekende en competente beroepsmensen. Dit blijkt overduidelijk uit de respons van de werkgevers evenals uit de tevredenheid van de alumni. De opleiding Farmaceutische Wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen is immers zowel naar vorm als inhoud niet louter academisch, maar ook sterk beroepsgericht. De individuele docenten zijn zich allen goed bewust dat deze beroepsgerichtheid essentieel is voor de opleiding tot master in de geneesmiddelenontwikkeling, zowel wat betreft kennis en inzicht als wat betreft de capaciteit om zelfstandig te werken. Hoorcolleges en seminaries worden vaak vanuit de praktijk gegeven en slaan op deze wijze een brug tussen de aan de universiteit opgedane kennis en inzicht en het concrete werk in de latere beroepssituatie. De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Het directe contact tussen studenten, docenten en assistenten zorgt er voor dat studenten met hun individuele problemen op een snelle en soepele manier worden geholpen. Naast klassieke onderwijsvormen zoals hoorcolleges, wordt er binnen de masteropleiding Geneesmiddelenontwikkeling aan de Universiteit Antwerpen veel aandacht besteed aan activerende onderwijsvormen, waaronder laboratoriumoefeningen of seminaries in kleine groepen, portfolio en opdrachten via de elektronische leeromgeving Blackboard. Dit versterkt de efficiëntie van het onderwijs en verhoogt de betrokkenheid van de studenten. De directe relatie tussen de masterproef Geneesmiddelenontwikkeling en het lopende wetenschappelijk onderzoek is hierbij het meest markante voorbeeld. Qua onderzoeksoutput scoort het departement Farmaceutische Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen naar internationale normen immers bijzonder goed.
Doelgroep en toelatingsvoorwaarden Academische bachelors in de Farmaceutische Wetenschappen hebben rechtstreekse toegang tot de Master in de Geneesmiddelenontwikkeling. Academische bachelors of academische Masters in één van de disciplines van de exacte wetenschappen of van de life sciences kunnen instromen mits zij slagen voor een verkorte opleiding Academische Bachelor in de Farmaceutische Wetenschappen (programma goed te keuren door de onderwijscommissie).
vereiste voorkennis De competenties van een academische Bachelor in de Farmaceutische Wetenschappen zijn vereist om de masteropleiding Geneesmiddelenontwikkeling te kunnen aanvatten. |8
verder studeren na je masterdiploma geneesmiddelen ontwikkeling De masteropleiding Geneesmiddelenontwikkeling kan worden aangevuld met het volgen van een voortgezette opleiding, waaronder: • het doctoraat en de doctoraatsopleiding; • de master na masteropleiding in de Industriële Farmacie (één jaar bijkomende opleiding); • de master na masteropleiding in de Klinische Biologie (vijf jaar opleiding na de afstudeerrichting apotheker); • de master na masteropleiding in de Ziekenhuisfarmacie (drie jaar opleiding na de afstudeerrichting apotheker); • de academische lerarenopleiding; • postacademische vorming. Aparte folders i.v.m. deze verdere studie- en specialisatiemogelijkheden en de doctoraatsopleiding zijn verkrijgbaar bij de achteraan vermelde adressen. Je vindt eveneens bijkomende informatie op de volgende website: http://www.ua.ac.be/farmacie >onderwijs. Binnen de faculteit farmaceutische, biomedische en diergeneeskundige wetenschappen kan je ook terecht bij het instituut voor permanente vorming in de life sciences (www.ua.ac.be/IPVLS) .
Loopbaanperspectieven Door de veelzijdigheid van de opleiding hebben Masters in de Geneesmiddelenontwikkeling een enorm brede waaier aan beroepsmogelijkheden. De tewerkstellingssituatie van apothekers is dan ook zeer gunstig: de werkloosheid kan als nihil beschouwd worden. Van werk “zoeken” is nauwelijks sprake: de overgrote meerderheid van farmacie studenten heeft werk nog vóór het afstuderen. Masters in de Geneesmiddelenontwikkeling bekleden belangrijke functies met eind verantwoordelijkheid, zowel in de industrie, het preklinisch en klinisch wetenschappelijk onderzoek, een klinisch laboratorium als bij de overheid. De afstudeerrichting Apotheker biedt ook steeds de mogelijkheid om als apotheker te werken in een openbare apotheek of ziekenhuisapotheek, hoewel dit eerder het werkdomein vormt van de Masters in de Farmaceutische Zorg. Ook een job in het onderwijs behoort tot de mogelijkheden. Als apotheker in een farmaceutisch bedrijf (al of niet na het volgen van een master na masteropleiding Industriële farmacie) ben je verantwoordelijk voor onder meer de ontwikkeling van toedieningsvormen van geneesmiddelen, de productie van geneesmiddelen, de kwaliteitscontrole ervan, de registratie van geneesmiddelen, het klinisch 9|
nderzoek, de experimentele en klinische farmacologie en toxicologie, regulatory affairs, o de marketing, ... Ook zijn industrieapothekers werkzaam als product- en salesmanager, clinical associate, medical writer, verantwoordelijke voor publiciteit en voorlichting, of als administratief medewerker bij de medische departementen. Industrieapothekers vind je niet alleen in de farmaceutische of medische sector; ook in de voedingsindustrie worden hun competenties uitermate gewaardeerd. Masters in de geneesmiddelenontwikkeling met interesse voor wetenschappelijk onderzoek kunnen een doctoraatsstudie starten om het diploma van doctor in de Farmaceutische Wetenschappen te behalen. De titel van doctor is de hoogste graad die aan de universiteit kan worden behaald. Opteren voor een doctoraat in de farma ceutische wetenschappen betekent op zijn minst dat je gepassioneerd bent door een bepaald domein van de farmaceutische wetenschappen, waarin je je grondig wil verdiepen, meer nog, hieraan zelfs een aantal jaren van je leven wijden. De doctorstitel kan immers pas verkregen worden na een intensieve periode van zelfstandige studie en wetenschappelijk onderzoek. In die periode wordt er verwacht dat de doctorandus zelfstandig doordringt tot de kern van bepaalde fundamentele of concrete vraagstukken binnen het vakgebied, met de bedoeling hieraan een originele bijdrage te leveren. Het eindresultaat van dit onderzoek wordt neergeschreven in een doctoraal proefschrift, openbaar te verdedigen voor een jury. Het diploma van doctor is vereist indien je een academische loopbaan binnen de universiteit of een andere wetenschappelijke instelling ambieert. Wie in het hoger onderwijs van twee cycli wil gaan doceren, moet eveneens een doctorsdiploma kunnen voorleggen. Ook in de industrie wordt een doctorstitel op prijs gesteld, omdat het diploma blijk geeft van ervaring in het zelfstandig verrichten van wetenschappelijk onderzoek. Als apotheker – klinisch bioloog vervul je een leidinggevende functie in een laboratorium voor analyse van patiëntenstalen. Dit kan zowel in een ziekenhuis als privaat. Spreekt de overheid als werkomgeving je aan, dan kan je terecht bij het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten. Ook op Europees niveau zijn masters in de Geneesmiddelenontwikkeling tewerkgesteld in overheidsinstellingen, o.a. in de European Medicines Agency (EMEA), de Europese tegenhanger van de Amerikaanse FDA (Food and Drug Administration). Hoewel de opleiding Master in de Farmaceutische Zorg specifieker voorbereidt op de functie van officina-apotheker in een openbare apotheek of ziekenhuisapotheek kan je met de afstudeerrichting apotheker van de masteropleiding Geneesmiddelenontwikkeling ook nog steeds aan de slag als officina-apotheker. Je taak zal dan vooral bestaan uit het verschaffen van informatie over geneesmiddelen en patiëntenbegeleiding. Uiteraard blijf je ook verantwoordelijk voor de conformiteit en de kwaliteit van specialiteiten en bereidingen. | 10
Als ziekenhuisapotheker ben je verantwoordelijk voor o.a. beheer en management, distributie van geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en implantaten, bereiden van steriele geneesmiddelen, sterilisatie, hygiëne, informatie naar medici en paramedici, opvolgen van klinische studies en het opstellen van formularia. Tot slot kan je met dit diploma ook een loopbaan uitbouwen in het onderwijs. De academische lerarenopleiding sluit aan bij de masteropleiding. De academische graad van “geaggregeerde voor het secundair onderwijs – groep 2” geeft officiële bevoegdheid voor het secundair onderwijs, tweede en derde graad. De lerarenopleiding heeft tot doel het verwerven en trainen van leraarscompetenties met integratie van de daarbij nodige theoretische kennis. Hoewel het decreet expliciet het secundair onderwijs beoogt, wenst de Universiteit Antwerpen de toekomstige leraars vaardigheden bij te brengen waardoor zij eveneens kunnen functioneren in vormingssituaties buiten de klassieke onderwijscontext, zoals in bedrijven en organisaties.
11 |
Studieprogramma MASTER IN DE GENEESMIDDELENONTWIKKELING - APOTHEKER: 1STE JAAR Verplichte opleidingsonderdelen Medicinale chemie
10
Toxicologie
6
Galenische farmacie en biofarmacie II
12
Farmaceutische wetgeving en deontologie
3
Farmacotherapie en farmaceutische zorg I
7
Farmaceutische technologie
6
Chemische structuurbepaling van geneesmiddelen
3
Klinische biologie en opzetten en evalueren van klinische studies
3
Farmaceutische toepassingen van moleculaire biologie
4
Farmaceutische analyse: aanvullingen
6
TOTAAL
60
MASTER IN DE GENEESMIDDELENONTWIKKELING - APOTHEKER: 2DE JAAR Verplichte opleidingsonderdelen
| 12
Stage (6maanden) met stage-examens
30
Masterproef geneesmiddelenontwikkeling
30
TOTAAL
60
MASTER IN DE GENEESMIDDELENONTWIKKELING - BIOFARMACEUTISCHE WETENSCHAPPEN: 1STE JAAR Verplichte opleidingsonderdelen Medicinale chemie
10
Toxicologie
6
Galenische farmacie en biofarmacie II
12
Farmaceutische wetgeving en deontologie
3
Farmacotherapie en farmaceutische zorg I
7
Farmaceutische technologie
6
Chemische structuurbepaling van geneesmiddelen
3
Klinische biologie en opzetten en evalueren van klinische studies
3
Farmaceutische toepassingen van moleculaire biologie
4
Farmaceutische analyse: aanvullingen
6
TOTAAL
60
MASTER IN DE GENEESMIDDELENONTWIKKELING - BIOFARMACEUTISCHE WETENSCHAPPEN: 2DE JAAR Verplichte opleidingsonderdelen Preklinisch geneesmiddelenonderzoek
6
Klinisch geneesmiddelenonderzoek
6
Beleid, management en ondernemerschap
18
Te kiezen uit: • Communicatie (6 sp) • Management van een organisatie (6sp) • Financieel management en juridische aspecten (6sp) • Innovatie en entrepreneurship (6sp) • Procesmanagement en kwaliteitszorg (6sp) Masterproef geneesmiddelenontwikkeling
30
TOTAAL
60
13 |
Masterproef geneesmiddelenontwikkeling De studenten leren zelfstandig en op een kritische wijze onderzoek over een probleem met betrekking tot de geneesmiddelenontwikkeling uitvoeren, hierover schriftelijk en mondeling rapporteren en zich een wetenschappelijke attitude eigen te maken. De masterproef wordt als volgt ingedeeld:
• Onderzoekswerk in een onderzoekslaboratorium ; • Literatuurstudie over het onderwerp, met aandacht voor nieuwe ontwikkelingen; • Schriftelijke rapportering van het onderzoekswerk; • Mondelinge voorstelling en verdediging. Deze invulling beoogt dat de master in de geneesmiddelenontwikkeling gevormd wordt tot een competente wetenschapper.
Vakbeschrijvingen In deze brochure laten we je kennis maken met de inhoud van de verplichte opleidingsonderdelen. Op www.ua.ac.be/ood vind je meer informatie over de andere opleidingsonderdelen, begin- en eindtermen, werkvormen, evaluatie, noodzakelijk en aanbevolen studie materiaal. MEDICINALE CHEMIE Medicinale Chemie is een chemische discipline met aspecten van biologische, medische en farmaceutische wetenschappen. Het omvat onderzoek naar, design van, en bereiding van biologisch actieve moleculen, de studie van hun metabolisme, de interpretatie van hun werkingsmechanisme op moleculair niveau en het opstellen van een structuur- activiteitsrelatie. In deze cursus worden alle actieve farmaca besproken die verkrijgbaar zijn op de markt, alsook de nieuwste trends. Deze geneesmiddelen worden ingedeeld volgens de receptoren waarop ze inwerken. Deze indeling is scheikundig logisch en geeft ook een beter inzicht in de structuur-activiteitsrelatie en het werkingsmechanisme op moleculair niveau. Per klasse van geneesmiddelen worden ondermeer de volgende eigenschappen besproken: • Korte inleiding (herhaling) van het biochemisch systeem waar op ingewerkt wordt; • De scheikundige eigenschappen van de actieve farmaca en hun invloed op het gebruik als geneesmiddel: bv. oplosbaarheid, stabiliteit, driedimensionale structuur, elektronische eigenschappen, … ; • De ontwikkeling van het eindproduct uit een leadverbinding; • Structuur-activiteitsrelatie; | 14
• Werkingsmechanisme op het moleculaire niveau (t.h.v. de receptoren); • Inleiding tot het therapeutisch gebruik. TOXICOLOGIE Wegens de enorme toename van het aantal ‘man-made’ producten (ongeveer 16 miljoen) komen we in contact met ongeveer 100 000 verschillende producten. Naast de acute en subacute toxiciteit dient er voldoende aandacht te gaan naar de effecten op lange termijn zoals teratogeniciteit, carcinogeniciteit, immunologische en neurologische effecten en invloed op de fertiliteit. Volgende aspecten worden behandeld : evolutie van de toxicologie, absorptie, distributie, metabolisatie, excretie, antidota, eerste hulp bij intoxicaties. In het partim geneesmiddelentoxiciteit wordt kort ingegaan op de toxicologische evaluatie van kandidaat geneesmiddelen. Vervolgens komt het belang van predisposerende factoren in het ontstaan van ongewenste effecten van geneesmiddelen aan bod. De meest voorkomende typen ongewenste effecten worden vanuit een orgaan-fysiologisch standpunt besproken. In een tweede luik leren de studenten via een opdracht objectieve geneesmiddeleninformatie opzoeken, kritisch evalueren en verwerken. In het partim algemene toxicologie wordt ingegaan op de toxiciteit van solventen, gassen, metalen, pesticiden, drugs of abuse, persisterende organische polluenten en behandelings methoden voor acuut geïntoxiceerde patiënten. GALENISCHE FARMACIE EN BIOFARMACIE II Verschillende aspecten van volgende toedieningsvormen o.a. parenteralia, colloïdale en disperse systemen, dermatica, rectalia, poeders, capsules, tabletten en toedienings vormen met gereguleerde afgifte worden besproken. Van de artsenijvormen die in de officina worden afgeleverd ofwel magistraal worden voorgeschreven zullen volgende aspecten aan bod komen: • formulatie (fysicochemische, technologische en biofarmaceutische aspecten); • bereidingstechnieken (kwaliteitsnormen; GPP); • controle (farmacopee eisen; stabiliteit); • verpakking, etikettering, bewaren (farmacopee eisen); • toediening (informatie naar de patiënt toe); • specifieke biofarmaceutische aspecten van de beschouwde artsenijvorm, nl. de invloed van de vormgeving op de vrijgave en de resorptie van het farmacon. De praktische oefeningen hebben tot doel de studenten leren zelfstandig problemen op te lossen. Tijdens het practicum zullen de studenten magistrale voorschriften kritisch moeten ontleden en de bereidingen nauwkeurig moeten uitvoeren, rekening houdend enerzijds met de fysicochemische eigenschappen van de te verwerken farmaca en anderzijds met de biofarmaceutische en farmacopee eisen gesteld aan de te bereiden
15 |
toedieningsvorm. Zorg zal besteed worden aan het toepassen van de geldende goede bereidingspraktijken (GPP) en het opstellen van SOPs. De studenten zullen verschillende magistrale bereidingen uitvoeren ter illustratie van de verschillende artsenijvormen besproken in de theoretische cursus. Om teamwerk te bevorderen zullen enkele oefeningen en rapportering in groep gebeuren. FARMACEUTISCHE WETGEVING EN DEONTOLOGIE De wettelijke definitie van het geneesmiddel en andere gezondheidsproducten wordt toegelicht, waarna het monopolie van de apotheker, de vereisten voor een officina en de spreiding van apotheken worden besproken. De aflevering van geneesmiddelen en de specifieke wettelijke bepalingen voor giftstoffen, verdovende middelen en psychotrope stoffen worden in detail overlopen. Er wordt aandacht besteed aan de conformiteit van het geneesmiddel en aan ongeoorloofde praktijken met geneesmiddelen. Ook reclame en informatie met betrekking tot geneesmiddelen komen aan bod. FARMACOTHERAPIE EN FARMACEUTISCHE ZORG I In dit opleidingsonderdeel worden farmacotherapie en farmaceutische zorg geïntegreerd onderwezen. Farmaceutische zorg is de verantwoorde aflevering van voor geschreven geneesmiddelen of van geneesmiddelen die zonder voorschrift kunnen afgeleverd worden, met het oog op, in overleg met andere zorgverstrekkers en de patiënt, het bereiken van algemene gezondheidsdoelstellingen zoals het voorkomen, het identificeren, en het oplossen van problemen verbonden aan het geneesmiddelengebruik. Farmaceutische zorg is erop gericht om op een continue wijze het gebruik van geneesmiddelen te verbeteren en de levenskwaliteit van de patiënt te bewaren of verbeteren. Het interprofessioneel overleg omvat onder meer het eventuele doorverwijzen naar een arts en het informeren van de behandelende arts. Dit opleidingsonderdeel wordt zoveel mogelijk gedoceerd uitgaande van de meest voorkomende ziektebeelden. De voor de behandeling in aanmerking komende genees middelen, zowel zelfzorggeneesmiddelen als voorschriftplichtige, worden grondig besproken met de nadruk op advies voor verantwoord geneesmiddelengebruik. De studenten leren zowel zelfzorgadvies als advies bij voorgeschreven geneesmiddelen te geven. Binnen het aanbod van voorschriftvrije geneesmiddelen leren ze een wetenschappelijk verantwoorde keuze te maken. Ze verwerven inzicht in de opbouw van een therapie en de keuze van voorgeschreven geneesmiddelen. Ze leren geneesmiddelen interacties herkennen, verklaren en hiervoor een oplossing aanbieden. Tevens leren ze medicatiefouten herkennen en oplossen. De studenten leren deskundig gezondheidsvoorlichting te geven en advies te verlenen over medisch materiaal. Ze worden voor bereid om goed samen te werken met de (huis)arts.
| 16
FARMACEUTISCHE TECHNOLOGIE In dit opleidingsonderdeel worden de technologische aspecten van de industriële preformulatie en bereiding van klassieke geneesmiddelen behandeld. Anderzijds wordt de problematiek van artsenijvormen voor het doelgericht toedienen van actieve moleculen met als voorbeeld peptiden en proteïnen besproken. De studenten verwerven inzicht in de voornaamste principes en methoden toegepast bij het op punt stellen van stabiele en actieve toedieningsvormen bereid op industriële schaal alsook experimentele artsenijvormen. Ze leren verbanden leggen tussen de verschillende opleidingsonderdelen i.v.m. geneesmiddelenontwikkeling. Ze kunnen gegevens analyseren en problemen op creatieve wijze oplossen en erover rapporteren. De studenten verwerven professioneel gedrag met betrekking tot wetenschappelijke zorg voor nauwkeurigheid en volledigheid. CHEMISCHE STRUCTUURBEPALING VAN GENEESMIDDELEN In dit opleidingsonderdeel wordt de theorie tot een minimum beperkt en wordt de nadruk gelegd op een gecombineerde interpretatie van de structuur van geneesmiddelen van natuurlijke of synthetische oorsprong door middel van een rationele analyse van hun ultraviolet, infrarood, kernspinresonantie en massaspectra. De studenten leren de structuur van eenvoudige organische verbindingen op basis van spectroscopische gegevens bepalen. KLINISCHE BIOLOGIE EN OPZETTEN EN EVALUEREN VAN KLINISCHE STUDIES De laboratoriumdiagnostiek is een essentiële schakel in het diagnose- en behandelingstraject van een patiënt evenals in de ondersteuning van klinische studies in verband met geneesmiddelen. Deze cursus geeft de studenten een inzicht in het gebruik en de combinatie van verschillende laboratoriumtesten en vormt hiermede de voorbereiding tot de master na masteropleiding in de klinische biologie. De belangrijkste laboratoriumtesten op het gebied van de klinische biologie (klinische chemie, hematologie, microbiologie, serologie, immunologie) worden besproken evenals de algemene princiepen voor het opzetten van geneesmiddelenstudies. Aan de hand van een reeks praktijkvoorbeelden (patiëntenresultaten) wordt het praktische gebruik van deze laboratoriumonderzoeken in de laboratoriumdiagnostiek en klinische studies geïllustreerd. FARMACEUTISCHE TOEPASSINGEN VAN MOLECULAIRE BIOLOGIE Als inleiding wordt een overzicht gegeven van de moleculair biologische principes die aan de basis liggen van courante technieken voor DNA manipulatie, mutagenese en expressie van recombinante eiwitten. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de specifieke problemen die gepaard gaan met de productie en het gebruik van recombinante eiwitten als therapeutica. Tenslotte wordt aan de hand van voorbeelden de impact van de moleculaire biologie geïllustreerd op het onderzoek naar nieuwe therapeutische doelwitten en de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen.
17 |
FARMACEUTISCHE ANALYSE: AANVULLINGEN Een eerste deel omvat de bespreking van technieken gebruikt bij de voorbereiding van stalen voor analyse zoals vaste fase en vloeistof-vloeistof extracties. De keuze van het type analytische kolom voor zowel vloeistof als gas chromatografie wordt uiteengezet. In het tweede deel wordt de toepassing van deze staalvoorbereidingstechnieken en algemene analytische technieken in verschillende vakgebieden behandeld. Typische analysen in het gebied van de bromatologie, de farmacognosie, de microbiologie en de toxicologie toegepast op de voor elk domein specifieke matrix worden geïllustreerd. In het onderdeel aangaande het registratiedossier worden de vereisten gesteld aan het analytisch deel van dit dossier besproken. Een laatste onderdeel van deze cursus is gericht op kwaliteitszorg en validatie. De verschillende kwaliteitsnormen, hun toepassingsgebieden en de betrokken erkenningsinstellingen worden vergeleken. Methodevalidatie, d.w.z. de verschillende factoren, de proefopzet en de statistische verwerking van de resultaten, wordt besproken aan de hand van internationale richtlijnen. Tijdens het seminarie worden toestellen en methoden gevalideerd en de bekomen resultaten gezamenlijk statistisch verwerkt met behulp van Excel-rekenbladen. De student verwerft een bredere kennis over de bestaande staalvoorbereidingsmethoden, analytische technieken en materialen gebruikt in specifieke toepassingsgebieden. De student leert de geldende normen en richtlijnen i.v.m kwaliteitszorg, validatie en eisen gesteld aan geneesmiddelen bij het op de markt brengen (registratie). STAGE (6 MAANDEN) MET STAGE-EXAMENS (Verplicht voor afstudeerrichting Apotheker) De apotheekstage kan worden omschreven als het gedeelte van de opleiding waarbij praktijkervaring wordt opgedaan als directe voorbereiding op de beroepsuitoefening. Praktijk en theorie vloeien hier in elkaar. De student zal zich in de stageplaats onder leiding van een erkende stagemeester bekwamen in de farmaciepraktijk: geneesmiddelenaflevering en grondige kennis van de specialiteiten, bereiding van geneesmiddelen en eigenschappen van de grondstoffen, kwaliteitszorg, verantwoordelijkheden van de apotheker, organisatie en inrichting van de apotheek, parafarmacie, management en administratie, leren samenwerken met collega’s en artsen. Bij de studie van de farmaceutische specialiteiten wordt teruggegrepen naar de cursussen van medicinale chemie, farmacognosie, farmacologie, toxicologie, farmacotherapie en farmaceutische zorg, fysiopathologie, medische biochemie, farmaceutische microbiologie en wetgeving. Het bereiden van magistrale en officinale preparaten steunt op de lessen galenische farmacie en biofarmacie. Aan iedere stagiair wordt bij de aanvang van de stage een stagewijzer als leidraad meegegeven. Deze wordt eveneens uitvoerig toegelicht tijdens de jaarlijkse bijeenkomst met de stagemeesters. Het stageprogramma geeft een niet-limitatieve opsomming van alle aspecten en taken die tijdens de zes maanden moeten worden bekeken of uitgevoerd. | 18
In zijn/haar portfolio verzamelt de student persoonlijke aantekeningen en bedenkingen over de diverse items waarmee hij/zij geconfronteerd wordt. PREKLINISCH GENEESMIDDELENONDERZOEK (Verplicht voor afstudeerrichting Biofarmaceutische Wetenschappen) Het doel van deze cursus is de studenten inzicht verschaffen in de preklinische ontwikkeling van geneesmiddelen uitgevoerd door zowel farmaceutische als biotechnologische bedrijven. Zij moeten de relevantie van de preklinische gegevens vereist in een registratiedossier voor het opstellen van klinisch onderzoek kunnen herkennen. De onderzoeksstrategieën en product portfolio’s van de belangrijkste farmaceutische en biotechnologische bedrijven worden besproken. De volgende thema’s komen aan bod: • Biotechnologische uitdagingen en toepassingen in geneesmiddelonderzoek. • Algemene structuur en werking van de verschillende afdelingen van een farmaceutisch of biotechnologisch bedrijf met de nadruk op enerzijds management, onderzoek, productie en kwaliteitscontrole en anderzijds op specifieke Good Laboratory Practices (GLP) en Good Manufacturing Practices (GMP). • Preklinische ontwikkeling: flowchart en proces analyse. In dit deel van de cursus wordt ingegaan op bronnen van nieuwe moleculen via chemische, natuurlijke of biotechnologische processen. De farmacologische evaluatie m.i.v. strategieën en modellen, computersimulaties, cellulaire en niet-cellulaire screening, proefdiermodellen, e.a. worden besproken. Vervolgens komen de farmacokinetiek (nl. absorptie, distributie, metabolisme en excretie (ADME)) en de toxicologische aspecten (nl: acute en chronische toxiciteit, mutagenese, carcinogenese, reproductietoxiciteit en ecotoxiciteit) aan bod. Tenslotte wordt aandacht besteed aan de farmaceutische ontwikkeling (nl. doseringsvormen, stabiliteit, productie vereisten). KLINISCH GENEESMIDDELENONDERZOEK (Verplicht voor afstudeerrichting Biofarmaceutische Wetenschappen) De cursus heeft tot doel de studenten inzicht te verschaffen in de klinische ontwikkeling van geneesmiddelen, vaccins en devices (medische hulpmiddelen, implantaten) door farmaceutische en biotechnologische bedrijven. Zij moeten in staat zijn om klinische gegevens in een registratiedossier correct te plaatsen en inzien hoe deze gegevens voortbouwen op de kennis uit het preklinische onderzoek. De studenten hebben een grondig inzicht in de inhoud en opbouw van een studieprotocol, en kennis over mogelijke keuzes op gebied van studieopzet, en hun consequenties. Zij kennen alle actoren die betrokken zijn bij klinisch geneesmiddelenonderzoek, en hun specifieke percepties en verwachtingen. De in dit vak verworven kennis, aangevuld met de praktische ervaring van stage en masterproef, stelt de studenten in staat om vlot door te stromen naar een uitvoerende en/of coördinerende functie binnen het klinisch-wetenschappelijk onderzoek. 19 |
BELEID, MANAGEMENT EN ONDERNEMERSCHAP (Verplicht voor afstudeerrichting Biofarmaceutische Wetenschappen) Deel Communicatie: De wetenschapper die in een organisatie functioneert, dient ook in staat te zijn om op een strategische manier te communiceren met collega’s in zijn werkomgeving, zowel met ondergeschikten als met hoger geplaatsten. Daarbij komen zowel vakgebonden als niet-vakgebonden inhouden aan bod. Het is dan ook belangrijk om een aantal schriftelijke en mondelinge communicatieve vaardigheden op een professioneel niveau te beheersen en om een goed inzicht te verwerven in managementaspecten van communicatie. De student verwerft basiskennis van communicatietheorieën die van toepassing zijn in een organisationele (bedrijfs)context, de vaardigheid om strategisch te communiceren, zowel mondeling als schriftelijk, en de vaardigheid om sociaal vaardig te communiceren. Deel Management van een organisatie: De cursus behandelt enerzijds de concrete betekenis van de begrippen management, manager en managementwetenschappen. Anderzijds wordt de aandacht gevestigd op de verschillende managementfuncties (i.e. plannen, organiseren, leiding geven en controleren). Pér managementfunctie wordt stil gestaan bij de concrete betekenis, de hieruit voortvloeiende activiteiten en de hierbij gebruikte methoden en instrumenten. Tenslotte wordt er ingegaan op de onderlinge samenhang én de variante benaderingswijzen (vb. er bestaat niet één wijze/manier om te plannen, te organiseren, leiding te geven en te controleren). In het praktijkgericht deel passen de studenten de theoretische kennis systematisch toe in een bestaande/reële organisatie naar keuze. Toepassen impliceert dat ze de theorie gebruiken als “(analyse) bril” om naar de complexe werkelijkheid te kijken. Op deze wijze leren ze de complexe werkelijkheid te ordenen, te duiden, te benoemen en te begrijpen (dit is een belangrijk aspect van hun latere functie als leidinggevende of manager). Concreet neemt deze bril de vorm aan van een te realiseren SWOT analyse (Strenghts, Weaknesses, Opportunities en Threats). Bij voorkeur kiezen de studenten een organisatie die vanuit het oogpunt van hun opleiding én van hun later carrièreperspectief, het “werkveld”, voldoende interessant en vooral relevant is. Deel Financieel management en juridische aspecten: De cursus bestaat uit twee onderdelen: financieel management van een KMO en juridische aspecten van het bedrijfsbeleid. Na een inleiding in de financiële aspecten die van toepassing zijn bij het starten van een eigen zaak, wordt aandacht besteed aan de techniek van het boek houden en de inhoud van de jaarrekening van een onderneming. Vervolgens wordt dieper ingegaan op de wijze waarop deze informatie kan gebruikt worden bij het nemen van financiële beslissingen. Na een algemene inleiding in de juridische basisconcepten van het bedrijfsbeleid, wordt aandacht besteed aan de belangrijkste aspecten van het handels-, vennootschaps- en fiscaal recht. Oefeningen en casestudies moeten er voor zorgen dat de aangeleerde kennis betreffende begrippen en technieken wordt geassimi| 20
leerd en toegepast in reële praktijksituaties. De deelnemers dienen een aantal groeps opdrachten uit te werken en te presenteren. Deel Innovatie en entrepreneurship: Vooreerst wordt ingegaan op de specifieke beleidsopties en maatregelen die verband houden met innovatie en entrepreneurship. Naast een theoretisch overzicht, zal de student aan de hand van praktische voorbeelden vernemen wat de mogelijkheden en beperkingen zijn die uit dit beleid ontstaan. Als voorbeelden van groepen van maatregelen worden gezien: sociale maatregelen, fiscale en subsidiemaatregelen. Daarna wordt het aspect entrepreneurship benaderd vanuit een innovatiestandpunt. Innovatie geeft in vele gevallen aanleiding tot wat men noemt spin off of spin out, wanneer men beslist het geheel van innovatie onder te brengen in een nieuwe vennootschap. Anderzijds zal ook het aspect innovatie binnen bestaande organisaties aan bod komen, dikwijls gerefereerd als “portfolio innovation”. Een gedeeltelijk op theorie maar vooral op praktijkvoorbeelden gebaseerde cursus geeft de studenten de inzichten nodig om tot succesvol ondernemen te komen in innovatieve gebieden. Deze inzichten worden verder uitgewerkt in specifieke hoofdstukken over teambuilding en HRM, partnerships, IPR, markt en marketing, financiering en het opstellen van een business plan. De bedoeling is om tot een geïntegreerd geheel te komen van kennis en skills die de student in staat moeten stellen innovatie te combineren met economische haalbaarheid en dit neer te schrijven in een marktwaardig Business Plan. Deel Procesmanagement en kwaliteitszorg: De cursus brengt de kennis bij om massaen energiebalansen op te stellen, flowsheets te tekenen, de controle circuits en de daarvoor benodigde meetinstrumenten aan te geven, de juiste keuze te maken van de benodigde materialen en uiteindelijk een financiële inschatting te geven ten behoeve van de haalbaarheid van het gehele proces. Bovendien verwerft de student de kennis van tools voor total quality management (TQM) die men moet kunnen overplaatsen naar andere gevalstudies, met kennis van zowel theoretische als praktijkelementen in relatie tot het vaststellen van de problematiek, de definitie van het onderliggende systeem, het identificeren van de belangrijkste problemen en de daaraan te geven oplossingen, met tot slot de prioriteitsstelling van deze remedies en de bijgaande planning van hun implementatie.
21 |
Studeren in het buitenland De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals ERASMUS. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het ERASMUS-programma heeft de Universiteit Antwerpen samen werkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van ERASMUS) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van Internationale Ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen. Meer info op www.ua.ac.be/disj De masteropleiding Geneesmiddelenontwikkeling laat je toe om een deel van je opleiding, b.v. het onderzoekswerk van de masterproef, in het buitenland uit te voeren. De meeste studenten gaan naar het buitenland in het kader van een uitwisselings programma. Het bekendste voorbeeld is ongetwijfeld het Socrates/Erasmus programma van de Europese Commissie, maar ook buiten Europa zijn er tal van mogelijkheden. Ook het volgen van lessen in het kader van zomerscholen is mogelijk. Uiteraard word je in je keuze begeleid. Ook als je in België blijft, maak je kennis met de internationale dimensie van de wetenschap via buitenlandse gastdocenten en wetenschappelijke literatuur.
| 22
Onderwijs en examens MASTER IN BAMA In heel Europa werd het BaMa-systeem ingevoerd, na het ondertekenen van het bologna-akkoord. Alle bestaande opleidingen in het hoger onderwijs werden omgevormd tot academische en professionele bachelor- en masteropleidingen. Meer informatie over het BaMa-systeem vind je op www.ua.ac.be. In Vlaanderen zijn alle masteropleidingen academisch. Elke masteropleiding aan de Universiteit Antwerpen heeft specifieke toelatingsvoorwaarden. In elk geval heb je een professioneel of een academisch bachelordiploma behaald, als je inschrijft voor een masteropleiding. Afhankelijk van het diploma dat je reeds op zak hebt, kan je ofwel rechtstreeks instromen in een masteropleiding, ofwel eerst een schakelprogramma (na een professionele bacheloropleiding) of een voorbereidingsprogramma (na een academische bacheloropleiding) doorlopen. Visueel kunnen we dit als volgt voorstellen: Academische Bachelor Academische Bachelor
Academische Master
Professionele Bachelor
voorbereidingsprogramma
schakel
Academische Master Academische Master
SEMESTERSYSTEEM EN EXAMENS Aan de Universiteit Antwerpen wordt het semestersysteem gehanteerd. Het academiejaar wordt opgesplitst in twee delen, die elk afgesloten worden door een examen periode. Deze twee examenperiodes (in januari en juni) vormen samen de eerste zittijd. In de tweede zittijd krijg je de kans examens te hernemen waarvoor je minder dan 10/20 behaalde. Voor elk opleidingsonderdeel waarvoor je slaagt, behaal je credits. Het examenreglement wordt elk jaar kritisch geëvalueerd en aangepast, in samenspraak met studentenvertegenwoordigers. Het volledige reglement kan je raadplegen op www.ua.ac.be/studport.
Studieadvies - en studentenbegeleiding STUDIEADVIES EN STUDENTENBEGELEIDING Tijdens het academiejaar kan je bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding in eerste instantie terecht voor informatie en advies. Je kan daarbij niet alleen denken aan algemene informatie over opleidingen binnen en buiten de Universiteit Antwerpen, maar ook aan informatie over het leerkrediet, over het onderwijs- en examenreglement,
23 |
enzovoort. Daarnaast kan je bij de dienst terecht met studiegebonden en persoonlijke problemen. Dit zowel onder de vorm van groepsactiviteiten als onder de vorm van individuele begeleiding, die beide volledig gratis worden aangeboden. Afspraken met de begeleiders van deze dienst kan je maken via het Studenten Informatie Punt (STIP). STUDIEKEUZE EN HERORIËNTERING Bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding kan je onder meer terecht voor advies omtrent je studiekeuze. Aan de hand van gesprekken en oefeningen kan je meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten, interesses en de studierichtingen die daarbij passen. Ook bij twijfel aan je studiekeuze kan je bij de dienst terecht om je oorspronkelijke studiekeuze te herevalueren om vervolgens na te gaan welke stappen je kan ondernemen wanneer je wil stoppen of veranderen van studierichting. ALGEMENE STUDIEBEGELEIDING: STUDIEVAARDIGHEDEN EN STUDIEPLANNING Daarnaast organiseren Studentenbegeleiders elk semester trainingen over studie vaardigheden, o.a. de trainingen ‘effectief plannen en studeren’ en ‘uitstelgedrag’. Je kan er echter ook terecht voor individuele en digitale begeleiding rond deze topics. PSYCHOSOCIALE BEGELEIDING Ook wanneer je last hebt om je te concentreren, twijfelt aan je studiekeuze, kampt met examenangst of persoonlijke problemen ervaart zoals het afspringen van een relatie, ernstige ziekte in je onmiddellijke omgeving, ... kan je een afspraak maken met een studentenbegeleider voor een psychologische begeleiding. Dat kan op verschillende manieren, gaande van individuele gesprekken over het volgen van een training tot het bekomen van een gepaste doorverwijzing. Dit alles gebeurt steeds op vrijwillige basis. BEGELEIDING VAN STUDENTEN MET EEN FUNCTIEBEPERKING, TOPSPORT OF K UNSTBEOEFENING: Studenten met functiebeperkingen (fysische handicap of chronische ziekte, leerstoornis zoals dyslexie, AD(H)D, psychische problemen ...) of met bijzondere vragen omwille van sport op topniveau of kunstbeoefening kunnen via de dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding bijzondere faciliteiten voor onderwijs en/of examens aanvragen. Dit is voorzien in het Onderwijs- en examenreglement van de Universiteit Antwerpen. Na het indienen van je aanvraag, word je uitgenodigd voor een intakegesprek met een studentenbegeleider. In onderling overleg worden de nodige afspraken gemaakt. Als je dossier helemaal in orde is en voorzien van de nodige attesten zal de dienst je dossier ter goedkeuring voorleggen aan de rector.
| 24
AFSTUDEERBEGELEIDING Tot slot kan je bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding terecht voor begeleiding bij het afstuderen. Misschien kan je hulp gebruiken bij je zoektocht naar geschikte jobs, wil je weten welke jobs bij je passen, wil je weten welke studies je na het behalen van je diploma nog kan gaan doen, hoe je het solliciteren best aanpakt, … Met al deze vragen kan je op de dienst terecht voor een individuele begeleiding. Ook worden jaarlijks sollicitatietrainingen aangeboden en jobdagen georganiseerd met panelgesprekken, infosessies en bedrijvenstanden. Je kan hierover meer informatie krijgen op het STIP. Het aanbod aan individuele, groepsgerichte en digitale begeleiding wordt ook in het begin van elk semester bekend gemaakt in alle mogelijke publicaties voor studenten. Je vindt ook heel wat informatie op de website www.ua.ac.be/studentenbegeleiding.
Nuttige websites WEBSITE MASTERS Op www.ua.ac.be/masters vind je uitgebreide informatie over alle masteropleidingen die de Universiteit Antwerpen inricht. Je kan vanuit deze URL ook doorklikken naar de website van een faculteit. INFOMOMENTEN VOOR TOEKOMSTIGE STUDENTEN Infodagen Elk jaar organiseert de Universiteit Antwerpen informatiedagen voor leerlingen van het secundair onderwijs. Deze hebben plaats in maart en april. Naast een algemene en een specifiek studiegerichte infosessie kan je aan de infostanden cursussen inkijken en een aantal brochures verkrijgen. Je krijgt de gelegenheid tot vragen stellen en desgewenst tot een persoonlijk gesprek. Vooraf inschrijven is niet nodig. De data en meer info vind je op www.ua.ac.be/infodagen. Infomarkt Twijfel je nog over je studiekeuze? Wil je nog graag een bevestiging van je keuze? Dan kan je terecht op de infomarkt in september. Bachelor-, schakel, master- en master na masterprogramma’s komen aan bod, alsook “flexibel studeren en avondonderwijs”. Aan de infostanden kan je cursussen inkijken, brochures verkrijgen en bijkomende vragen stellen aan de medewerkers van de opleidingen en studentenbegeleiders. Vooraf inschrijven is niet nodig. De datum en meer info vind je op www.ua.ac.be/infodagen. INSCHRIJVEN Praktische informatie in verband met inschrijvingen vind je op: www.ua.ac.be/inschrijven. 25 |
HET STUDENTENPORTAAL Op het studentenportaal van de Universiteit Antwerpen www.ua.ac.be/studport vind je algemene informatie die voor alle studenten nuttig kan zijn: de academische kalender, de computer- en netwerkinfrastructuur, blackboard, beschikbare cursussen, financiering, huisvesting, sociale voorzieningen, eten en drinken op de campussen, studentenjobs, studentenclubs, sport, contactpersonen studieloopbaanbegeleiding per faculeit, doctoreren, enz.. BIBLIOTHEEK De Universiteit Antwerpen heeft een uitgebreide collectie ter beschikking van studenten en personeel. Op de Stadscampus is er een gloednieuwe bibiliotheek voor de humane en sociale wetenschappen. Op de campus Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken zijn de bibliotheken voor de Exacte en Medische Wetenschappen gehuisvest. Meer info? Kijk dan op http://lib.ua.ac.be. BEGIN ACADEMIEJAAR Het academiejaar 2010-2011 start op maandag 27 september 2010. Op www.ua.ac.be/ onthaaldag kan je vanaf midden september actuele informatie over het begin van het academiejaar terugvinden. HOE DE CAMPUS TE BEREIKEN? De vier campussen zijn vlot bereikbaar met de auto, de fiets of het openbaar vervoer. Op www.ua.ac.be/route vind je duidelijke wegbeschrijvingen.
| 26
Meer info? STUDENTENADMINISTRATIE Faculteit Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen
Departement Farmaceutische Wetenschappen Campus Drie Eiken, gebouw S Universiteitsplein 1 2610 Wilrijk Guy Vermeiren T +32 (0)3 265 23 30
[email protected] Marleen Snoeckx T +32 (0)3 265 27 11
[email protected] website: www.ua.ac.be/farmacie
DEPARTEMENT STUDENTGERICHTE DIENSTEN STudenten Informatie Punt (STIP)
Stadscampus Agora-gebouw, 1ste verdieping Grote Kauwenberg 2 2000 Antwerpen T +32 (0)3 265 48 72 Campus Drie Eiken Gebouw G Universiteitsplein 1 2610 Antwerpen (Wilrijk) T +32 (0)3 265 20 09
[email protected]
27 |
Nota’s
| 28
Nota’s
29 |
Nota’s
| 30
Nota’s
31 |
Nota’s
| 32