GENEALOGIE HAZENBERG LEIDEN De overlevering is veelal anders dan de werkelijkheid Dit geldt zeer zeker voor de Leidse stam Hazenberg. Van de schone overlevering, dat drie broers, die als soldaten van Willem de Zwijger uit Duitsland kwamen en behoorden tot het Vrijheerlijke geslacht Von Hasenberg, is niet veel overgebleven. Een paar eeuwen lang werd zelfs het wapen Von Hasenberg in deze familie gevoerd en het is dan ook een feit, dat deze legende als een realiteit werd beschouwd en wel volkomen ter goede trouw. Nu is van een Duitse herkomst inderdaad sprake. Zelfs de legende van drie broers kan wel enige grond hebben. Maar zij zijn niet als militairen naar Leiden gekomen, doch zoals zo velen in de 17e eeuw, waren zij aangetrokken door de welvaart in de Leidse lakenindustrie. Leiden heeft in de 17e eeuw een grote aantrekkingskracht gehad. Duizenden zijn er uit het zuiden en oosten gekomen om mee te profiteren van de bloei der stad. Zo kwamen ook de Hazenberg' uit het Oost-Friese en Oldenburgse land, dat totaal verarmd was door de 30-jarige oorlog die Duitsland zo teisterde, naar het rijke Leiden In 1638 vinden we een spoor van de eerste Hazenberg, toen nog zonder achternaam, in Leiden. Weldra wordt dit spoor duidelijker, maar het is nog vaag. Het zullen wellicht twee broers geweest zijn die te Leiden, evangelisch luthers, kinderen lieten dopen en staan ingeschreven als AUDERT, AUDE, OUDE, UDE, OEDE en OUDERTS GERRITS. Het kan zijn dat onder deze namen een persoon bedoeld is, maar waarschijnlijker is dat we met een OUDERT en UDE te maken hebben. Daar de moeder in de doopboeken nog niet vermeld wordt, kan geen zekerheid worden verkregen. Vast staat dat we in ieder geval met een OUDERT of AUDERT GERRITS te doen hebben. Hij werd op 12.1.1646 burger van Leiden, getuige de inschrijving in het burgerboek van de stad: "OUDERT GERRITS, cleermaker van Oldenburgh, j.m. op de getuijgenisse van Antoni Seghers, laeckenberijder, en de Willem Barents, warmoezier, als poorter deser stede aengenomen op 12 jan. 1646." Oudert Gerrits wordt hier vermeld als jongeman en daarom moeten we wel geloven in twee personen met veel op elkaar lijkende namen, waarvan de ene, UDE , reeds gehuwd was in 1653 en de andere, OUDERT, trouwde na 1646. Oudert en Ude zijn echter niet in Leiden gehuwd. Een andere broer was GERRIT GERRITS. Hij komt in Leiden niet voor en woonde zeer waarschijnlijk in Oost-Friesland, waar hij ook gehuwd zal zijn. Eenmaal vinden we hem als getuige bij de doop van één der kinderen van Audert of Ude. Van hem zijn slechts de kinderen HENDRIK en OUDAART bekend. HENDRIK GERRITS ondertrouwde op 26.3.1674 onder de naam VAN HAESTENBURGH en als weduwnaar van Katharina Dirx, met MARIA DOORENS. OUDERT GERRITS ondertrouwde op 8.11.1675, zonder familienaam, te Leiden met MARIA JANS HESHUYS. Hij was van beroep lakenbereider en woonde aan het Levendaal. Hij wordt verder vermeld als: geboortig uit Oost-Friesland. Jammer genoeg staat in de acte de plaats niet opgetekend. Het laat zich dus aanzien, dat de Hazenbergs in Noord Duitsland het kleermakersvak uitoefenden en in Leiden lakenbereider werden. In de volgende generatie wordt het beroep: droogscheerder en kaardenzetter, totdat Hendrik Hazenberg in 1745 bakker aan
Create PDF with GO2PDF for free, if you wish to remove this line, click here to buy Virtual PDF Printer
de Haarlemmerstraat blijkt te zijn. De Hazenbergs hebben zich dan reeds aardig omhoog gewerkt op de maatschappelijke ladder. De volgende stap was boekhandelaar, daarna universiteitsboekhandel en dan staat door de huwelijken met notaris dochters de weg open tot de intellectuele beroepen. De familie Hazenberg bleef de Evangelie Lutherse Godsdienst trouw, die de voorouders in het Oldenburgse en Oost-Friese land beleden. Het lijkt er op dat de naam Hazenberg, in Leiden eerst verhaspeld tot Haestenburgh, Haesverbergh enz., afgeleid is van HASBERGEN tussen Delmenhorst en Bremen. Een andere plaatsnaam Hazenberg is daar in de omgeving van Oldenburg niet bekend. Doch het is evengoed mogelijk, dat ergens een boerenhoeve met deze naam gestaan heeft. In elk geval is de bakermat van de Groninger Hazenbergs niet zover verwijderd van die der Oost-Friese - Oldenburgse - Leidse stam Toch zouden we niet gaarne op deze gronden verwantschap durven veronderstellen. Het Levendaal, waar Oudert woonde7 was destijds een gracht, aan weerszijden bebouwd met aardige huizen, Het was niet een der vele "volksstraten" van Leiden. Maar wie het Levendaal in deze eeuw nog gekend heeft net de gracht in het midden, zou er niet graag hebben willen wonen vanwege de onaangename geur die het grachtwater verspreidde. Mogelijk is het in de 17e eeuw anders geweest en werd het ook zeker anders aangevoeld, want men stelde toen nog niet zoveel eisen aan de woningen, straten en frisse lucht in het 80.000 inwoners tellende Leiden. Leiden is een merkwaardige stad geweest. Dit merk men direct wanneer men in de archivalia doordringt. Geen Nederlandse stad heeft zo'n Franse inslag als de Sleutelstad. Het is geen wonder dat van der Aa in 1840 tot de conclusie kwam, dat men in de achterbuurten van de stad om het andere huis een bewoner met een Franse naam aantrof. Van der Aa vertelt er niet bij, dat er daarnaast honderden familienamen in Leiden werden (en nog worden) aangetroffen, die eveneens Frans geweest zijn, maar eenvoudig vertaald zijn geworden, Een l' Roi, Le Roi en La Roi (sic !) werd langs vele kronkelpaden La Rooi, La Rooy, De la Rooy, De Rooy, de Roo, Laroo, Van Rooy, de Roode, maar ook De Koning! "Malherbe" werd "Kwaadgras", Le Grand of Lagrand: de Groot, l'Ecluse: van der Sluis enz, enz. De meeste Franse namen komen van de Hugenoten en andere vluchtelingen, die zich in Leiden vestigden. Wanneer echter 1685 een nieuwe golf Fransen naar Leiden komt, treedt het verval der lakenindustrie in. Dit jaar moet als het jaar van de grote crisis worden aangemerkt en in 1710 was het inwonertal reeds van 80.000 tot 50.000 gedaald. Hieruit kan geconcludeerd worden, dat de familie. Hazenberg niet veel van de bloeiperiode heeft meegemaakt en al spoedig de gevolgen van het verval heeft leren kennen. Dit zal ook wel mede oorzaak geweest zijn, dat de in 1723 geboren. Hendrik niets voor het droogseheerdersvak voelde en bakker werd. We kunnen ons het leven van de Hazenberg's in de lakenstad wel enigszins indenken, wanneer we de plattegrond bekijken en ons daarbij het Leiden van vandaag indenken. We kennen nog de talrijke grachten en stegen, die in de 17e eeuw overbevolkt zijn geweest. We zien nog de molen "de Valk", als overblijfsel uit de tijden dat meerdere molens de bolwerken sierden. Teruggaande in de historie van Leiden moeten we even het beleg van de stad in 157k noemen, waarover zoveel bekend is, dat we er hier verder maar over zullen zwijgen. De 17e eeuw begon met ernstige epidemieën: in 1624 stierven in weinige maanden 9897 mensen en in 1635 was het dodencijfer 14.582. Het begraven op de kerkhoven binnen de stad werd toen afgeschaft. Het is echter duidelijk dat door deze grote dodencijfers plaats verschaft werd aan duizenden uit de vreemde hun brood te verdienen. In 1669 woedde de pest, maar in 1778 deed deze vreselijke ziekte voor het laatst vele slachtoffers vallen.
Create PDF with GO2PDF for free, if you wish to remove this line, click here to buy Virtual PDF Printer
De universiteitsstad is niet altijd even rustig geweest. In 1748 maakten de Hazenbergs het oproer.der pachters mee en in 1784 kwam het reeds tot onrust tussen Pausgezinden en patriotten. Wanneer we het goed hebben, was Hendrik Willem Hazenberg aan het Rapenburg in die dagen een vurig patriot. Deze partij was in Leiden zeer sterk, want op 18 januari 1795 was Leiden de eerste stad waar de patriotten zich deden gelden om de macht over te nemen. We zouden wel eens aan het huis Rapenburg hoek Kloksteeg geweest willen zijn op 12 januari 1807 We hadden toen de schrik en ook de ontstane "aardbeving" kunnen meemaken, toen in het Rapenburg een kruitschip de lucht in vloog, waardoor een groot deel van het Rapenburg verwoest werd. De verwoesting kwam niet toe aan de Kloksteeg, ofschoon ook daar, zoals overal in de stad geen ruit meer heel was. Een grote puinhoop was ontstaan, waar eerst eens de deftige huizen van professoren en patriciërs stonden. Daaronder lagen de tientallen slachtoffers. Een groter ramp is nimmer in de Sleutelstad voorgekomen. Koning Lodewijk Napoleon kwam zelf naar Leiden om hulp te verlenen en deel te nemen aan het reddingswerk. Overal in den lande werden collectes gehouden voor de zo zwaar getroffen stad Leiden. Meer dan een miljoen gulden werd ingezameld. Waren de patriotten in Leiden er vroeg bij, in 1813 was het niet anders gesteld met de prinsgezinden. In april 1813 kwamen honderden boeren uit Rijnland in opstand en wisten Leiden binnen te dringen. De Maire werd bijna mishandeld. De studenten kozen partij voor de boeren (dat gebeurt zelden!) en de stad kwam in opstand. De Franse soldaten waren ook niet mis en kwamen terug in de stad en gingen in het wilde weg in straten staan schieten, waarop boeren en studenten weldra de strijd staakten. Welke houding zal er toen door de Hazenberg's zijn aangenomen? Hebben zij - zoals de meeste Nederlanders - toen met de prinsgezinden even vurig meegedaan als in 1795 met de patriotten? Leiden is ook eens overstroomd geworden. Dat was op 25 en 26 december 1836, toen door een noordooster storm het water uit het Haarlemmermeer hoog opgestuwd werd door de Kagerplassen, Zijl en Mare, zodat de grachten in Leiden buiten hun oevers gingen en alle kelders in de stad vol water kwamen te staan. Nu zou dat een niet grote ramp betekenen, maar toen woonden in de kelders nog duizenden gezinnen. Men kan zich voorstellen wat dat betekend heeft. We zouden niet volledig zijn betreffende de geschiedenis van Leiden en de Hazenbergs aldaar, wanneer we niet even stil stonden bij de Evangelisch Lutherse kerk. We hebben dit niet gedaan bij de Groningse en ook niet bij de Brabantse stam. Daar hebben we niet de godsdienst besproken, want bij de Groningers was deze tot de 19e eeuw Gereformeerd later Ned.Hervormd en na 1834 bij de meeste weer Gereformeerd. Eenheid van godsdienst was en is er daar niet, De Brabanders zijn zonder uitzondering Roomskatholiek en behoren tot een geloofsgemeenschap. De Leidse Hazenbergen waren Luthers en deze betrekkelijk kleine gemeenschap van gelovigen in Leiden is dan ook niet los te denken van familie Hazenberg, die sedert 1638 met deze kerk verbonden was. Reeds in 1536 is er al sprake van Luthersen in Leiden. In 1567 was er al een predikant, doch hun godsdienst was, vanzelfsprekend, verboden. De Leidse Luthersen wilden geen andere religie toegedaan zijn dan de "oprechte confessie van Augsburg". In 1588 verzochten de Luthersen in Leiden om vrije uitoefening van hun godsdienst. Maar wat onder het Roomse bewind niet mocht, mocht ook niet onder het protestantse bewind, zodat in diverse huizen en op zolders vergaderd moest worden. Eindelijk kon in 1617 een kerk gebouwd worden op de Hooglandse Kerkgracht. Deze kerk is er nu nog. Boven de deur kwam te staan "Eingang zum Ewigen Leben", maar deze woorden moesten op last van de overheid verwijderd worden. In 1661 werd de kerk vergroot. In 1672 kwam er een orgel in en 1763 werd de kerk vernieuwd. In 1843 volgde weer een verbouwing. Er zijn steeds twee predikanten geweest. In 1840 telde de gemeente 1200 lidmaten.
Create PDF with GO2PDF for free, if you wish to remove this line, click here to buy Virtual PDF Printer
In 1719 werd aan de Middelweg een Evangelisch Luthers weeshuis gesticht, later het Luthers Wees-, Oude Mannen en Vrouwenhuis. In deze ( 19e) eeuw werd in dit gebouw het Districtsconsultatiebureau voor tuberculose gevestigd. Verschillende Hazenbergen zijn regenten van dit weeshuis geweest. Ook kwam daarin het Von Hasenbergh- Leidse Hazen-berg wapen voor Het komt niet veel voor dat een familie meer dan twee eeuwen aan een stad gebonden en verbonden was. De naam Hazenberg was dit zeker aan Leiden. De universiteitsboekhandel, later ook uitgeverij Hazenberg, was een voorloper van het grote uitgeversbedrijf Sijthoff. Zo zien we.dat een familie in een stad van betekenis kan zijn, naar ook dat een stad voor een geslacht bijzondere betekenis kan hebben. Al is er geen boekhandel meer op de boek Rapenburg -Kloksteeg, al is de bakkerij Hazenberg in de Haarlemmerstraat al lang verleden tijd en het Levendaal waar Oudaart woonde gedempt, toch is het tegenwoordige Leiden in menig opzicht nog hetzelfde Leiden, toen de Hazenbergs daar woonden, leefden en werkten. Marinus Hazenberg uit Zutphen,. ontgoocheld door de realistische stamboom in plaats van een afstamming van ridders en vaderlandse vrijheidshelden, kwam tot de volgende overpeinzing, wetenschappelijk niet geheel verantwoord, doch passende in het fanilieboek. "VEEL HONDEN ZIJN DER HAZEN DOOD, VEEL SCHAPEN GAVEN DE HAZEN BROOD. In' het grijs verleden verrijst in de delta aan de Grootvorst van Europa's stromen, Leidens Burcht, wel een der hechtste weringen tegen de woeste Noormannen. Na deze teistering, streken van her en derwaarts aangelokt door de vruchtbare kleigronden, de nieuwe bewoners aan de voet van Leidens Burcht neder. Zo zit daar voor zijn nederige woning Oudaard Hazenberg. Het is de morgen van een stralende voorjaarsdag. Oudaards scherp oog ontwaart een stofwolk die gestadig naderbij komt. Zijn oor wordt gestreeld door de hem zo geliefde geluiden, voortgebracht door een kudde schapen, die uit de stofwolk te voorschijn komen. Nu springt Oudaard op van vreugde. Daar komt weer werk voor zijn nijverige handen en brood voor vrouw en kinderen. Na veel loven en bieden, waarbij wel eens in het zo welluidende "Laidse" taaleigen de nodige grapjes worden ingelast, komt men tot een besluit dat Oudaards vaardige hand de schaar zal hanteren, te einde de schaapjes van hun kostbare vachten te ontdoen. Deze vachten zullen weer bijdragen tot Leidens roem. Verwerkt tot de beroemde baaijen en saaijen zullen deze hun weg door gans Europa vinden. Terwijl zijn benige handen dit schone werk verrichten dwaalt Oudaards geest wel eens af. In deze man sluimert reeds een denker en een dichter. Zacht mompelt hij de naam van zijn beroep: SCHAAPenSCHEERder. Aangenaam wordt hij getroffen door de nog niet onder woorden te brengen, maar wel aangevoelde fraaie alliteratie dezer woorden. Welhaast werd een sonnet geboren. Of hij peinst, vanwaar kom ik? Enigszins ingelicht door een zijner gildevrienden, die tot de geestverwanten van Anne Schuurmans behoorde, verwierf hij enig inzicht in de klassieken. Dan zweefde hen het verhaal van Jason en het Gulden Vlies voor de geest. Hij voelde zich soms een nazaat van deze Griekse Held of wel hij droomde van roofridders uit de Middeleeuwen die eveneens gelijk hijzelf, hun bestaan vonden in het overdrachtelijk scheren en uitschudden van argeloze kooplieden, burgers en al degenen die hen tussen de begerige vingers kwamen. Daar het wapen dezer ridders gesierd werd door de ordetekenen van het Gulden Vlies, besloot Oudaard dit wapen tot het zijne te maken. Vandaar dat dit wapen nu nog door de Leidse Hazenbergs wordt gevoerd, ofschoon deze betekenis niet direct herkenbaar is. " WIJ MOETEN ER EEN EER IN STELLEN HET ERFGOED VAN HEN, DIE ONS ZIJN VOORGEGAAN NAAR DE EEUWIGHEID, VERMEERDERD EN VERBETERD OVER TE DRAGEN AAN DE GESLACHTEN, DIE NA ONS KOMEN. Ganbetta
Create PDF with GO2PDF for free, if you wish to remove this line, click here to buy Virtual PDF Printer
Eerste Generatie I.
2001. GERIT HAZENBERG, vermoedelijk geboren omstreeks 1530, tr. omstreeks 1600/1610 met N.N. Uit dit huwelijk, werden voorzover bekend, geboren: 2002. OUDERT, * omstr. 1610/1615, volgt; 2003. GERRIT, * omstr. 1615/1620, volgt. Waarschijnlijk ook nog UDE of OEDE (zie blz. 284 ).
Tweede Generatie II. 2002. 0UDERT GERRITS HAZENBERG, zn. v. Gerrit Hazenherg, * omstr. 1610 1615, waarschijnlijk in Oldenburg, vermoedelijk aldaar gehuwd met N.N. Werd kleermaker van beroep. Werd op 12.1.1646 burger van de stad Leiden. Daar de namen Ude, Oede, Aude, Audert en Oudert door elkaar gebruikt worden is niet na te gaan welke kinderen uit dit huwelijk werden geboren. We vinden achtereenvolgens in de doopboeken van de Evangelisch Lutherse kerk: Jan, Grietien, Gerrit, Michael, Sara, Judith, Audert, Judith, Sara, Aeltge en Aaltje. De meeste van deze kinderen zijn vermoedelijk jong gestorven, althans een huwelijk van een hunner werd niet aangetroffen. II. 2003. GERRIT GERRITS HAZENBERG, zn. v. Gerrit Hazenberg, * omstr. 1615 1620 , waarschijnlijk in Oldenburg, vermoedelijk gehuwd in Oost-Friesland met N.N. Uit dit huwelijk zijn alleen bekend: 2004. HEYNDRIK, * omstr. 1645 - 1650, volgt; 2005. OUDAART, * omstr, î6so, volgt.
Derde Generatie III. 2004.HEYNDRIK GERRITS HAZENBERG, ingeschreven als VAN HAESTENBURGH, zn. v. Gerrit Gerrits Hazenberg en N.N., waarschijnlijk omstr. 1645; 1650 geboren in Oost-Friesland, tr. I KATHARINA DIRX, † voor 1674; tr. II (ondertr. 26.3.1674 Leiden) met MÉRIA D00RENS, * Utrecht, wonende in de Bockesteeg te Leiden. Uit deze huwelijken zijn geen kinderen bekend. III. 2005. OUDAART GERRITS HAZENBERG zn. v. Gerrit Gerrits Hazenberg en N. N., * omstr. 1650 in Oost-Friesland, lakenbereider van beroep, wonende aan het Levendaal te Leiden, ondertr. 8.11.1675 te Leiden met MARIA JANS HESHUYS evang. luth. = = 24.7.1650 Leiden, dochter van Johan Heshuys, wonende aan de Uiterste Gracht te Leiden, en Magdalena de Moor. Uit dit huwelijk werd alleen op 12.10.1677 Evang. Luth. Te Leiden gedoopt een dochter NEELTJE. Echter zijn uit dit huwelijk ook geboren : 2006. GERRIT, volgt; 2007. HENDRIK, volgt; 2008. JAN, volgt.
Create PDF with GO2PDF for free, if you wish to remove this line, click here to buy Virtual PDF Printer