Intentieverklaring Raad van Bestuur VVVS, Vlaamse Vereniging van Verpleegkundigen Spoedgevallenzorg 2000
2
Verpleegkundige opleiding en titels in de toekomst
4
Reactie op onze brief aan Minister Aelvoet…
6
Kind op spoed… help!
8
Gemeld
12
Verpleegkundig protocol MAAGSPOELING (volwassene)
14
“Belgisch ziekenvervoer terug naar af” (de Ambulance,20ste jaargang, nr.8, p. 21) Een klein artikeltje met een welgeplaatst uitroepteken!
15
Pulse Dye-densiometrie: een nieuwe methode voor haemodynamische monitoring
17
WebSite
19
Voor u gelezen…
20
Agenda
21
1
Intentieverklaring Raad van Bestuur VVVS Vlaamse Vereniging van Verpleegkundigen Spoedgevallenzorg 2000
Na een studie 2- daagse besliste de raad van bestuur van de vereniging om onze doelstellingen als volgt te stellen en dit in overeenstemming met de bestaande statuten daterend uit het Belgisch Staatsblad van 25 februari 1982: “1. Nationaal en internationaal kennis uit te wisselen betreffende het optimaliseren en bevorderen van de dringende hulpverlening. Het bevorderen van de samenwerking met elkeen betrokken bij de dringende hulpverlening en spoedgevallenzorg. Samenwerking wordt nagestreefd met bestaande verenigingen voor verpleegkundigen.” Momenteel werkt de vereniging samen met: - het AUVB: een beroepsorganisatie van verschillende verenigingen van verpleegkundige specialiteiten. Overleg binnen deze organisatie leidde onder meer tot de beroepstitel. Een aantal problemen binnen elke sector komen aan bod. - Nationale Raad Dringende Geneeskundige Hulpverlening (NRDGH): gestart in 1994, overleg binnen verschillende werkgroepen en in samenwerking met andere actoren binnen het werkveld. De NRDGH formuleerde een aantal adviezen aan de betrokken Ministers. Medewerking binnen de raad lijkt ons noodzakelijk, ook al draait de werking momenteel op een laag pitje en leidden de adviezen niet altijd tot tastbaar resultaat. - Belgian Resuscitation Council (BRC): startte in 1996 en leidde onder meer tot het congres “Resuscitation 2000” (juni 2000), waarbinnen een apart luik voorzien wordt voor de verpleegkundigen. - European Network of Nursing Organisations (ENNO): Europese vereniging van beroepsorganisaties van specialistische verenigingen. De VVVS verdedigt haar deelname aan ENNO met het oog op een oprichting van een Europese vereniging van Spoedgevallenverpleegkundigen. - Association Francophone des Infirmier(e)s d’Urgence (AFIU): de VVVS engageert zich ertoe om op regelmatige basis (één à twee maal per jaar) overleg te plegen met onze Waalse collega’s en dit met het oog op het innemen van gezamenlijke standpunten betreffende het werkveld. - Nederlandse Vereniging Spoedeisende Hulp Verpleegkundigen (NVSHV): een overleg bestaat tussen onze vereniging en de nederlandse collega’s en dit met het oog op een samenwerking betreffende het tijdschrift (artikeluitwisseling) en eventuele stageuitwisseling. In de toekomst zal eventueel gestructureerd overleg plaatsvinden. - Belgian Society of Emergency and Disaster Medecine (BESEDIM): een samenwerking tussen BESEDIM, BECEP,BAGEP, AFIU en VVVS leidde tot het oprichten van een vzw: EMERBEL. Het ligt in de bedoeling om via sponsoring van Glaxo Wellcome een internetsite op te richten waarbij alle leden van de respectievelijke verenigingen (en het publiek) terecht kunnen op een gezamenlijke site betreffende dringende medische hulpverlening in België. De VVVS treedt toe tot de raad van beheer en de redactieraad van deze vzw. In de toekomst zal samen met de BESEDIM gepoogd worden om “het document van Gent” te herschrijven naar de actuele situatie. - overleg opleidingsinstituten bijkomende opleiding spoedgevallen en intensieve (4de jaar): De VVVS verbindt er zich toe om zich nauw te betrekken bij dit overleg, waarin verschillende werkgroepen actief zijn (opstelling beroepsprofiel, inventarisatie opleidingsprogramma’s, inventarisatie inscholingspro-gramma’s). Het lijkt ons een vlotte mogelijkheid om overleg te plegen tussen de scholen en het beroepsveld.
2
- overleg met de hoofdverpleegkundigen van de spoedgevallendiensten. Jaarlijks wordt in de mate van het mogelijke één of meer overlegmomenten georganiseerd voor de hoofdverpleegkundigen van de spoedgevallendiensten (nieuwe trends, evolutie wordt besproken). “2. Het bevorderen van de opleiding van verpleegkundigen en elkeen betrokken bij de dringende hulpverlening en spoedgevallenzorg. Het organiseren van wetenschappelijke bijeenkomsten.” De VVVS zal in de mate van het mogelijke één maal om de twee jaar een groot congres organiseren rond een actueel thema binnen de spoedgevallenzorg. Jaarlijks en indien mogelijk tweemaal per jaar zullen er minisymposia georganiseerd worden en dit over gans Vlaanderen, inspelend op de actualiteit binnen de dringende medische hulpverlening. Via het tijdschrift (waarrond een aantal recente initiatieven genomen werden) zullen de leden op de hoogte gehouden worden van de nieuwigheden binnen het werkveld. Via een redactieraad wordt er gewaakt over de kwaliteit van de inhoud. Een werkgroep werd opgericht rond de prehospitaalzorg. De VVVS wil met dit initiatief een overleg op gang trekken betreffende het prehospitaalgebeuren in België en dit in de meest brede zin van het woord (ziekenwagen 100, niet 100, opleiding van ambulanciers, ziekenwagens en hun uitrusting, kwaliteitsbewaking, financiering). Streefdatum eerste resultaten: september 2000. Het ligt in onze bedoeling om een persnota op te stellen met onze reflecties betreffende dit onderwerp. Er werd eveneens een werkgroep rond financiering van de spoedgevallendiensten opgericht. Er bestaat een intentie om provinciaal overlegmomenten te organiseren tussen de hoofdverpleegkundigen van de spoedgevallendiensten (samenwerking bevorderend, rampenoverleg, ondersteuning vanuit de VVVS mogelijk). Met de andere spoedgevallenverenigingen (Waalse en Nederlandse collega’s) zal overeengekomen worden om leden van de verschillende verenigingen te laten deelnemen aan de congressen tegen ledenvoorwaarden.
“3. Bevorderen van de kennis over dringende hulpverlening bij de bevolking.” Deze doelstelling werd door de VVVS in de strikte zin van het woord kennis,de laatste jaren een beetje verwaarloosd (hoewel sommige lokale initiatieven steeds ondersteund kunnen worden). De VVVS wenst zich echter te engageren om rigoureus te waken over de kwaliteit van de geboden dringende medische hulpverlening en dit in het geheel van “the chain of survival”, waardoor we hopen de “kennis” van de bevolking te verhogen. Aanvullende doelstellingen van de raad van bestuur van de vereniging: - het implementeren van een proactieve financiele jaarplanning. - kritisch evalueren en eventueel bijsturen van de statuten. - stimuleren en optimaliseren van de zorg voor de geriatrische patient op de spoedgevallendienst. - ontwerpnota opstellen: “de spoedgevallenverpleegkundige in de volgende eeuw”.
3
Verpleegkundige opleidingen en titels in de toekomst Marc Van Bouwelen, bestuurslid V.V.V.S.
Zoals reeds gemeld aan onze leden werd onlangs voor de gebrevetteerde/gediplomeerde verpleegkundigen de mogelijkheid opengesteld de bijzondere beroepstitel in intensieve zorg en spoedgevallenzorg te behalen. Het K.B. terzake werd gepubliceerd, het is nu enkel wachten op de criteria voor het behalen van de titel die moeten gepubliceerd worden in een Ministerieel Besluit. De V.V.V.S. volgde deze evolutie op en het bestuur deed reeds een voorstel voor criteria. Voor de verpleegkundigen, die in de toekomst de titel willen halen, leek het ons logisch dezelfde eis te stellen voor “A1” of “A2’s”. Dus een volledige cursus van 900 uur die moet voorbereiden op een inschakeling in een kritieke dienst. In tegenstelling tot vroeger, zien we steeds meer afgestudeerden die onmiddellijk na hun drie jaar studies de voortgezette opleiding beginnen zonder voorafgaande praktijk in de verpleging (ook op een niet-kritieke dienst). Een degelijke basis met zowel theorie als stage op I.Z. en Spoed is dan een elementaire vereiste voor een goede start op een vitale dienst. Voor wie reeds op een dergelijke dienst werkt, ligt de toestand uiteraard anders. Daar moeten realistische overgangsmaatregelen opgesteld worden die vooral rekening houden met de jaren praktijkervaring. Maar… de verpleegkundige sector bleef in beweging. Wie de politieke actualiteit volgde, bemerkte dat o.a. vanuit Agalev voorstellen kwamen voor een herziening van de verpleegkundige opleidingen. Vooral de ‘brug’ van A2 naar A1 kwam ter sprake. Maar daarbij werden ook de bijzondere beroepstitels vermeld. De (federale) minister van Volksgezondheid overlegde ditmaal ook met haar (gemeenschaps)collega’s van Onderwijs. Uiteindelijk ontstond een consensustekst die door de meeste betrokkenen zou aanvaard zijn en die Volksgezondheid als basis neemt voor verdere ontwikkelingen in de verpleegkunde. Ook de vraag naar BBT voor gebrevetteerden werd door het departement beantwoord in die richting, zoals u kan lezen in bijgaand antwoord dat wij ontvingen van het ministerie Volksgezondheid. De kans bestaat dat men de vraag mee inschakelt in de nieuwe structuur, liever dan nu nog snel met aparte normen voor een BBT te komen. Bij deze brief is het belangrijk te benadrukken dat het gaat om voorstellen voor de toekomst, die niet onmiddellijk zullen ingaan voor de nu werkende verpleegkundigen. Lees dus eerst rustig de volgende tekst door tot het einde vooraleer uw reacties te formuleren. Een samenvatting van de voorstellen: de opleidingen gegradueerde en gediplomeerde blijven beide bestaan. (Om het lezen te vergemakkelijken, zullen we in de verdere tekst de oude afkortingen van ‘A1’ voor gegradueerden en ‘A2’ voor gebrevetteerden en gediplomeerden gebruiken). Wie met een A2-diploma een A1 wil halen, moet nu nog 3 jaar hogeschool volgen. In de toekomst zou rekening gehouden worden met de ervaring op de dienst: na 5 jaar werken (minstens halftijds) kan de ‘brug’ in 2 jaar gehaald worden, na 10 jaar in 1 jaar. De bijkomende studie moet niet noodzakelijk in dagonderwijs gevolgd worden. De bijzondere beroepstitels zouden verdwijnen en vervangen worden door beroepsbewamingen. Deze zouden enkel toegankelijk worden voor de gegradueerden: een A2 die in de latere toekomst een beroepsbekwaming wil halen, zou dan eerst de brug naar A1 volgen. Voor een beroepsbekwaming moet men zowel studie als ervaring hebben. Voorstellen hiervoor zijn een ‘vierde jaar’ en een aantal jaar werkervaring, of omgekeerd een aantal jaar werken en ondertussen een bijkomende opleiding volgen onder vorm van een permanente vorming. Dit is het systeem dat zou gelden voor de toekomstige verpleegkundigen. Zoals steeds zullen bij het opstarten van het systeem overgangsbepalingen voorzien worden voor de beroepsbeoefenaars dia al werken. Zowel A1’s als A2’s die een bepaalde functie uitoefenen, zouden op het moment van de overgang op een zeer vlotte wijze de beroepsbekwaming van ‘hun’ dienst kunnen halen. Logisch gezien zal dat ook gelden op Spoed en Intensieve. Ook daar zou enkel de bijzondere beroepsbekwaming overblijven. Wat zouden de gevolgen zijn voor wie nu Werkt? Wie op een dienst Spoed of I.Z. werkt en geen BBT heeft, zou bij het inwerkingtreden van deze reglementering een (éénmalige) kans krijgen de beroepsbekwaming te 4
halen op een zeer realistische manier. De huidige houders van de bijzondere beroepstitel, zouden bij het verlengen van hun titel dan automatisch de bekwaming krijgen i.p.v. de titel. Tot zover de voorstellen in de consensustekst. De realisatie ervan zal onder andere van politieke factoren afhangen. Op dit ogenblik veranderd er niets voor wie werkt. Uiteraard blijven de A1’s en de A2’s met 5 jaar ervaring gelijkgesteld met de BBT voor erkenning van de diensten, de permantentie van de MUG en de badge 100. Tenslotte: goed structuren moeten een goed beroep mogelijk maken. Maar de kwaliteit van de patiëntenzorg blijft afhangen van de bekwaamheid en inzet van de verpleegkundige naast de patiënt, zeker in de kritieke zorgen.
A.C.E.
MEDICAL KERKSTRAAT 42-48 B-2060 ANTWERPEN T 03/236.25.35 F 03/271.11.11
[email protected] http://www.acemedic.com 3.500 REDENEN OM A.C.E. MEDICAL TE KIEZEN A.C.E. heeft een totaalpakket eerste hulp en meer dan 3.500 artikelen in voorraad. EHBO-lokalen met meubilair, sanitair en electro BRANDWONDEN: o CHEMISCHE EN THERMISCHE o PREVENTIE EN BEHANDELING ZIEKENWAGENS: volledige ombouw PATIENTENTRANSPORT MONITORING DEFIBRILLATIE BEADEMING IMMOBILISATIE SIGNALISATIE
NAAM: .............................................................................................. ADRES: ............................................................................................. GEMEENTE: ...........................................POSTCODE: .................. TEL: ............................................FAX: ............................................ INSTELLING: .................................................................................. GEMEENTE: .................................................................................... WENST HET BEZOEK VAN EEN VERTEGENWOORDIGER WENST EEN VRIJBLIJVENDE OFFERTE WENST INFORMATIE
5
Betreft:
Uw brief dd. 24 januari 2000 aan de Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevrouw Magda AELVOET i.v.m. de bijzondere beroepstitel in intensieve zorg en spoedgevallenzorg voor de gebrevetteerde en gediplomeerde verpleegkundigen.
Geachte Heer WEEGHMANS,
Gezien de huidige evoluties van meer specialisatie binnen de gezondheidszorg wordt gedacht het begrip “bijzondere beroepstitel” om te vormen in het begrip “bijzondere beroepsbekwaamheid”.
Een bijzondere beroepsbekwaamheid wordt voorbehouden aan gegradueerde verpleegkundigen en om een bijzondere beroepsbekwaamheid te krijgen wordt steeds ervaring en een bijkomende opleiding vereist.
Hierbij worden twee mogelijkheden voorzien, ofwel: 1.
een bijkomend jaar na het derde jaar en nadien 5 jaar actuele werkervaring binnen dit domein;
2.
5 jaar actuele werkervaring en een bijkomende opleiding via permanente vorming.
Concreet gezien betekent dit, dat iedereen thans de kans krijgt een bijzondere beroepsbekwaamheid te halen.
De gebrevetteerde verpleegkundigen en de houders van het diploma in de verpleegkunde moeten dus wel eerst de brug maken tot de titel van gegradueerde verpleegkundige.
6
Er wordt een brug tot de titel van gegradueerde verpleegkundige ontwikkeld voor alle afgestudeerde gebrevetteerde verpleegkundigen en de houders van het diploma in de verpleegkunde.
De toegang tot deze brug wordt voorbehouden voor verpleegkundigen met een effectieve en actuele werkervaring van 5 jaar in de functie van verpleegkundige in een statuut van minstens halftijds. Deze moeten een bijkomende opleiding volgen van 2 jaar. De opleiding dient niet noodzakelijk in full-time dagonderwijs te worden georganiseerd. Hierdoor wordt rekening gehouden met de praktijkervaring van de verpleegkundigen.
De mogelijkheid wordt onderzocht om de brug voor gebrevetteerde verpleegkundigen en de houders van het diploma in de verpleegkunde, mits bewijs van 10 jaar actuele en effectieve werkervaring, te beperken tot 1 jaar, mits het statuut van minstens halftijds tewerkgesteld te zijn.
De gebrevetteerde verpleegkundigen en de houders van het diploma in de verpleegkunde kunnen evenwel bij wijze van overgangsmaatregel de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg bekomen mits te voldoen aan een aantal voorwaarden nog te bepalen in een ministerieel besluit.
In de hoop U van dienst geweest te zijn en groet U met de meeste hoogachting.
Noot van de redactie: Deze brief diende gedeeltelijk hertypt te worden gezien de slechte kwaliteit van het document na doorfaxen.
7
KIND OP SPOED … HELP ! Symposium Virga Jesseziekenhuis, 25 jaar spoedgevallenwerking en 10 jaar spoedgevallendienst Verslag : Geert Berden. Op vrijdag 17 maart ’00 organiseerden de collega ’s van het Hasseltse Virga Jesseziekenhuis (= VJZ) een symposium over de opvang van kinderen op een spoedgevallendienst vanuit medische, verpleegkundige, psychologische en organisatorische invalshoek. Het was een puike organisatie met een degelijke inhoud en oog voor timing. Meest lovenswaardig was wellicht de onderwerpkeuze. Inderdaad krijgt vaak het kind niet altijd de gepaste aandacht binnen onze verzorgingsinstellingen op ‘volwassenmaat’. Op spoedgevallendiensten (maar niet alleen daar) dienen organisatie, architectuur, procedures, apparatuur en personeel nog meer gericht op de diverse pediatrische zorgfacetten. De dienst spoedgevallen van het VJZ werd dan ook, als één van de weinigen, geselecteerd om te participeren in het Federaal pilootproject vanuit het Ministerie van Volksgezondheid inzake ‘kindvriendelijke spoedgevallendiensten’. Een verdiende verworvenheid, o.m. gezien de dienst pediatrie van het VJZ zowat de meest florerende is binnen de provincie Limburg en daarenboven ook de werking rond opvang pediatrische spoedgevallen binnen deze instelling sterk uitgebouwd is. Advanced pediatric life support (APLS) van het kind met septische shock: (Dr. Gijs Vos, kinderarts-intensivist, Academisch ziekenhuis Maastricht) Een gedegen aanpak van het pediatrische spoedgeval beantwoord aan de SAFE-principes: - Shout for help: (onmiddellijk) aangepaste hulp inroepen, pediatrische specialiteiten aanbieden - Approach with care: patiëntjes en ouders die zich aanbieden op spoed zijn vaak erg ongerust en paniekerig; als professionele zorgverleners dienen we dit te respecteren en hierop gepast te reageren via een geschikt therapeutisch klimaat: adequaat optreden, begrip, luisterbereidheid, geruststelling, informatie-verstrekking, … - Free from danger: zoals voor ons vertrouwd: goede hulpverlening kan enkel geboden worden in een veilige omgeving. - Evaluate: het chronologisch overlopen van het ABCD. Septische shock wordt bij kinderen vrijwel uitsluitend veroorzaakt door de Neisseria meningitidis. Meest karakteristiek als symptoom zijn de behoorlijk snel optredende (niet weg te drukken) petechiën en/of purpura. Ondanks de patiënt initieel stabiel lijkt is een agressieve en adequate opvang en behandeling van groot belang. Bloeddruk en circulatie blijven hierbij vaak lang schijnbaar sufficiënt. De benadering hoort in een vaste volgorde te gebeuren. 1. Eerste evaluatie (primary assessment) volgens het ABC principe: Spreker heeft duidelijk praktische bezwaren rond de bruikbaarheid van de Glasgow comaschaal en geeft de voorkeur aan bewustzijn-evaluatie volgens het AVPU-schema: = Wakker Alert = Aanspreekbaar Voice-reaction = Pijnreactie Pain-reaction = Areactief Unresponsive (=> WAPA-scoring uit het handboek ambulancier 100) 2. Resuscitatie volgens het OABC-principe (de O staat voor adequate Oxygenatie): Wanneer men er niet in slaagt binnen enkele minuten een toegang tot de bloedbaan te verkrijgen dient een intra-ossale naald ingebracht. Bij het gebruik van intra-osseuse naalden worden occlusies veelal veroorzaakt door: - het niet vooraf inciseren van de punctie-plaats (waardoor een huidfragment het lumen verstopt) - het te snel afnemen van een bloedstaal via de mergnaald (te voorkomen door voordien ruim te perfunderen). 3. Tweede evaluatie (secondary assessment): Hierbij ook aandacht voor de huidlaesies, hun uitgebreidheid en mogelijkse bedreiging van extremiteiten bij het kind in septische shock door Neisseria meningitidis. 8
4. Acute behandeling (emergency treatment): Dopamine en, zo nodig, noradrenaline dienen aangewend wanneer er geen of inadequate verbetering optreedt van de circulatie. Belangrijk is eveneens oog te hebben en corrigerend op te treden bij hypoglycaemie, hypokaliemie, hypomagnesiemie. Allen verschijnselen die frequent optreden bij septische shock. 5. Definitieve behandeling en zorg: Valt buiten het bestek van de uiteenzetting gezien toepassing op (pediatrische) intensive zorgendienst. Tijdens deze behandeling kan het Pediatrisch Reanimatie Interventie Lint (= PRIL) heel wat complexe berekeningen en tijd uitsparen, dit behoort dan ook tot de minimaal verplichte uitrusting van de functie spoedgevallen ? Scoresystemen voor pediatrische traumapatiënten: (Dr. Marc Raes, kinderarts, diensthoofd Pediatrie VJZ) Er zijn heel wat scoresystemen in gebruik: TS, RTS, GCS, CRAMS, PI, TTR, PTS, AIS, ISS, MISS, OIS, AP, TRISS, Ascot, Priom, Apache, TISS, … . Het probleem is daarbij veelal dat weinigen van deze geschikt zijn voor toepassing in de pediatrie, waarbij we kinderen niet mogen beschouwen als miniatuurvolwassenen.. Het is belangrijk om het kind en zijn omgeving, ook al indiceert het scoresysteem dat er geen absolute dringendheid in behandeling noodzakelijk is, met het nodige begrip op te vangen en gerust te stellen. Ook wanneer het begrip spoedeisendheid door ouders en hulpverleners verschillend wordt ingeschat ! Moeilijkheden bij het opmaken van trauma scores blijken vaak: • het inschatten van de ademhalings-inspanningen • het evalueren van de capillaire refill. Geef je er rekenschap van dat er een aparte PGCS bestaat: Pediatrische Glasgow Coma Schaal, de score is hierbij afhankelijk van de leeftijd: Leeftijd - 6 maanden 6 – 12 maanden 1 – 2 jaar 2 – 5 jaar + 5 jaar PGCS van 8 of minder => risico op hersenletsel.
Score 9 – 11 => (E 4 / M 3-5 / V 2) 11 – 12 => (E 4 / M 4-5 / V 3) 12 – 13 => (E 4 / M 4-5 / V 4) 13 – 14 => (E 4 / M 5-6 / V 4) 14 – 15 => (E 4 / M 5-6 / V 5)
De belangrijkste componenten van een goede Pediatrische Trauma Score zijn: Gewicht, luchtweg, systolische bloeddruk, CZS, open wonde en aandacht voor het skelettaal systeem. Verpleegkundige benadering van het kind op spoedgevallen: U1, U2, U3, voorstelling van procedures (Dhr. Steven Vandereycken, verpleegkundige spoedgevallen, VJZ) Interessante inleidende statistiek: De dienst spoed van het VJZ verwerkte in ’99 23.077 spoedgevallenpatiënten => -- 22,3% van deze patiënten was 16 jaar of jonger -- 57% van deze groep –16 j. was effectief voor de subdiscipline pediatrie 43% was voor andere subdisciplines: vnl. heelkunde, oftalmo en NKO -- de verdeling, per leeftijdscategorie, voor de –16 j. groep situeerde zich als volgt: # 0 – 3 j.: 48% # 3 – 7 j.: 31% # 7 – 13 j.: 16% # 13 – 15 j.: 5% -- verdeling van de (voornaamste) diagnosegroepen binnen deze patiënten-populatie: # respiratoire klachten: 24% # gastro-enterologische klachten: 28% # ongevallen: 9% 9
# infectieziekten: 16% # ORL: 16% -- december was duidelijk de drukste pediatrie-maand - verwijzing: # 32% door huisarts # 68% op eigen initiatief verwezen - afwerking: # 60% ambulant # 40% opname. Binnen het VJZ worden in principe alle patiënten van hogervermelde leeftijdsgroepen geconsulteerd door de artsen pediaters. Bij de onderzoeks-voorbereiding dient het kind volledig uitgekleed voor een goed head-to-toe onderzoek. De parametrering vergt enig aangepast materiaal op spoed: digitale weegschaal, lengte-meting. De temperatuur wordt bij voorkeur digitaal opgemeten (niet tympanisch). Enkele mooie voorbeelden van uitgewerkte procedures werden gebracht: • status astmaticus • status epilepticus • septische shock • cardio-pulmonaire resusciatie. Hierbij werd er steeds een taak-opdeling gemaakt tussen 1° en 2° uitvoerende verpleegkundige, bij elk van de beschreven procedures werd er gerekend op de inzet van 2 verpleegkundigen, 1 verpleegkundige fungeert daarbij als omloop-verpleegkundige. Lovenswaardig bij deze was de planning om jaarlijks (2X) rond deze procedures simulaties (onder begeleiding) op te zetten en alzo gelegenheid tot training en bijsturing te voorzien voor de ganse verpleegkundige équipe, pediaters en assistenten-pediatrie in opleiding. Een belangrijk proces teneinde uniformiteit en optimalisatie van zorg te verzekeren. Doorheen het verloop van de voorgestelde procedures wordt er binnen de spoedgevallendienst van het VJZ niet gerekend op de systematische inschakeling van de spoedartsen ? Daarenboven kunnen andere visies gehanteerd worden naar de uitvoering van auscultatie door verpleegkundigen, diepgaandheid van het (verpleegkundig) onderzoek en eventuele impact naar behandeling ? De boeien uitzetten om niet te verdrinken: kortdurend crisisinterveniërend omgaan met kinderen en ouders op een spoedgevallendienst (Mevr Ann Verhaert, Kinderpsychologe en –therapeute St-Jansziekenhuis Brugge) In ons land staan we, in vergelijk met de ons omringende landen, nog niet ver in vgl. met de accommodatie voor kinderen en ouders in ziekenhuizen. Naast structurele aanpassingen kunnen een aantal ondersteunende interventies heel wat betekenen voor ouders en kinderen. Een operatie, zeker een spoedopname, een ingreep, zelfs een eenvoudig verblijf ter observatie in het ziekenhuis betekent voor kinderen en hun ouders steeds een duidelijke emotionele druktoename, een zekere stressverhoging. Kinderen zijn angstig in ziekenhuizen. Ook ouders kunnen vervallen in ontreddering bij ziekte of letsel van hun kind. Daarbij is het belangrijk om duidelijke informatie te verstrekken, ook met betrekking tot de vermoedelijke wachttijden en tijdsduur van onderzoeken e.d.. Hou er rekening dat (kinder-)fantasie rond het onbekende vaak ergere beelden en gevoelens oproept dan de werkelijkheid. Het voorzien van vaste, herkenbare symbolen (bvb. beer, tekening, bal) in ruimtes waar kinderen (regelmatig) komen (opname, radiologie, spoed, pediatrie, operatiezaal) is ten stelligste aan te bevelen. Dit geeft een gevoel van vertrouwen en geruststelling. Ook het meedragen van een vertrouwde knuffeldiertje, tut… kan heilzaam werken. Daarenboven is het raadzaam om verblijfsruimten (ook op crisismomenten) afgebakend, gesloten te houden. Stressituaties betekenen een inbreuk op de IK-structuur, de IK-functies en IK-gevoel. Hierbij dient er rekening gehouden met ontwikkelingsgebonden aspecten. Zo zal bvb. een baby vanaf ongeveer 8 maanden moeite hebben met het afscheid van de hun vertrouwde figuren wanneer ze in een onbekende situatie zijn, zeker wanneer ze angstig zijn. 10
Omdat ze nog niet voldoende het interne beeld van moeder of vader kunnen meedragen blijft dit tot aan de leeftijd van 3 jaar sterk aanwezig. Heb dan ook begrip voor deze moeilijkheden en de tranen hiervoor. Probeer daarom af en toe nog eens in voeling te staan met het kind dat we zelf waren … . Betrek kinderen bij de realiteit, hoe erg dit ook kan overkomen. Psycho-sociale benadering van ouders en familie van het overleden kind (Mevr. Marijke Bodvin, sociaal verpleegkundige slaapeenheid VJZ) Ouders zijn geschokt, verschrikt door het brutale, plotse verlies van hun kind. Het spoedgevallenteam moet er dan ook voor hen zijn. De medewerkers dienen hun medeleven te tonen en gaan bij hen staan, hen ruimte bieden zich te uiten en hun verdriet te tonen, elk op zijn eigen manier. In tweede instantie dient het na-onderzoek (de autopsie) besproken en hiervoor toestemming gevraagd. Autopsies zijn belangrijk voor het antwoord op de vragen achteraf en het wetenschappelijk onderzoek en lering. Betrek ouders bij het opbaren van hun kindje. Ga hierbij (voor het kind en voor hen) vertrouwde elementen gebruiken: de zeep en het toiletgerief bvb. van thuis, laat hen toe (zo haalbaar) hun kindje zelf nog te wassen, te kleden. Niemand kan het verdriet wegnemen, het verlies ongedaan maken, laten we ons dan op z’n minst maximaal engageren naar de begeleiding en het helpen proberen te verwerken … . Geleerd uit ervaring: organisatie en infrastructuur nodig voor een goede opvang van kinderen op spoedgevallen (Dhr. Luc Celus, verpleegkundige spoedgevallen, VJZ) Een spoedgevallendienst zou voldoende kindvriendelijk moeten zijn, rekening houdende met het aantal te verwerken pediatrische spoedgevallenpatiëntjes. Hierbij dient er rekening gehouden met een aangepaste uitrustig van: • De ontvangstbalie: aangepaste inrichting, aangepaste hoogte • Wacht- en speelruimte: afzonderlijk te voorzien voor kinderen, voldoende groot en akoestisch afgesloten, doorzichtige wanden, best gelokaliseerd op de dienst zelf, opgesmukt met verantwoorde speeltuigen voor verschillende leeftijdsgroepen, aandacht voor afzonderingsruimte voor het geven van borstvoeding en een luiertafel, toilet op kindermaat • Onderzoeksruimte: voor het jonge kind speelt het stemmings- en sfeer- aspect een grote rol, bij voorkeur specifiek uitgerust voor kinderen, voorzien van kindertekeningen, voldoende groot en voorzien van speelgoed, (digitale) weegschaal, meetlint en meettafel. • Pediatriekar: met (vaste) otoscoop, stethoscoop, materiaal voor bloedafname, naaldencontainer, pediatrische bloeddrukmeter, aangepast infusiemateriaal, aanvullende pediatrische sets • MUG-zaal: hierbij is het veelal raadzaam de traditionele MUG-zaal te voorzien van specifiek pediatrisch materiaal (voor intubatie, circulatie, urine- en gastro-intestinaal stelsel, PRIL). • Ambulance en MUG-wagen: voorkeur voor voorziening van specifiek pediatrische koffer, (beperkt) kindvriendelijke uitrusting zo mogelijk. Ook werden een aantal specifiek organisatorische aspecten bekeken: • personeel: -- artsen: permanentie pediaters, opleiding spoed-artsen -- verpleegkundigen: tendens om pediatrische verpleegkundigen geïntegreerd in het team op te nemen • wachttijden: er wordt aangenomen dat men kinderen niet langer dan 10 minuten mag laten wachten alvorens een eerste evaluatie uit te voeren, verder dienen de wachttijden zeker voor kinderen tot een minimum beperkt.
11
GHB Gammahydroxybutyraat of sodiumoxybaat GHB is een medicijn dat als voor-narcosemiddel gebruikt werd bij operaties (tot eind jaren '80). Het raakte in onbruik vanwege de trage inwerking en de nawerkingen. De chemische samenstelling is 4hydroxybutanolzuur. GHB heeft eerder een verdovende dan een pijnstillende werking. In sommige landen wordt het nog gebruikt voor het verdoven van dieren. In de genotssfeer wordt GHB vooral genomen voor de euforiserende en kalmerende werking, dus als alternatief voor het dronken worden van alcohol. Ondanks deze kalmerende werking wordt GHB ook wel 'liquid XTC' genoemd. Het is een kleur- en geurloze vloeistof met een zoutsmaak die verkocht wordt in kleine flesjes. Het wordt soms ook in poedervorm en in capsules verkocht. GHB werkt ongeveer drie tot vier uur. Het product wordt ook gebruikt als rape-drug, te vergelijken met Rohypnol. GHB heeft relatief weinig schadelijke effecten op lever, nieren en andere organen. Het laat geen toxische resten achter en komt, in heel kleine hoeveelheden, ook van nature in het lichaam voor. Gebruikers lopen vooral risico's omdat de sterkte van de dosis enorm kan verschillen; de ene keer zit er enorm veel werkzame stof in het product, de andere keer minder. De meeste mensen hebben maar weinig GHB nodig voor het gewenste effect. Het doseren van GHB is erg moeilijk en gaat regelmatig mis. Er is slechts een kleine marge tussen de dosis nodig voor het gewenste effect en de dosis die leidt tot coma. Bij een klein beetje te veel kan de gebruiker al in een diepe slaap vallen. Bij nog meer gaat hij in overdosis, raakt hij bewusteloos en kunnen er ernstige ademhalingsproblemen optreden. Daarenboven bestaat de kans op verstikking in braaksel of tong. GHB is levensgevaarlijk in combinatie met alcohol, lachgas of kalmerende pillen. Het werd in 1996 uit de winkelrekken gehaald. GHB is via andere landen te verkrijgen via het internet. Bodybuilders gebruiken soms GHB omdat het de vorming van groeihormoon zou stimuleren. Bij kleine dosering (1 gram) werkt het als een afrodisiacum: ontremming en een grotere gevoeligheid bij aanraking kunnen optreden. Uit recent onderzoek blijkt dat GHB bij sommige mensen afhankelijkheid kan veroorzaken, hoewel andere onderzoeken dit tegenspreken.
Early Warning System De informatiesnelweg tussen u en ons DE DRUGLIJN 078/15.10.20
HET EARLY WARNING SYSTEM IS EEN NETWERK OM INFORMATIE OVER NIEUWE PRODUCTEN EN TRENDS ROND ALCOHOL- EN ANDER DRUGGEBRUIK ZO SNEL MOGELIJK TE VERZAMELEN, TE VERWERKEN EN OPNIEUW TE VERSPREIDEN. OP DIE MANIER WORDT HET EEN INFORMATIESNELWEG VOOR IEDEREEN DIE WERKT ROND MIDDELEN-GEBRUIK.
Emergency Website Op dit ogenblik werken de Belgische verenigingen van spoedgevallenprofessionals aan een gezamenlijke website. BESEDIM (de wetenschappelijke vereniging van de urgentiegeneesheren), BECEP (het syndicaat van de urgentiegeneesheren-specialisten) en BAGEP (de belangenvereniging van de artsen met brevet acute geneeskunde) hebben hiervoor samen met de VVVS en onze Franstalige collega’s van de AFIU een vereniging opgericht. OP het internet is steeds meer informatie, ook over de spoedgevallenzorg, te vinden. Het wordt tijd dat onze vereniging(en) daar een plaatsje hebben. Bovendien vormt dit een mogelijkheid om in de toekomst inlichtingen door te geven aan de leden. Bijvoorbeeld de verslagen van de bestuursvergaderingen waar niets geheim aan is, maar die wegens de portkosten onmogelijk aan alle leden kunnen gezonden worden. Maar naast de leden van de verschillende verenigingen zal de website ook openstaan voor alle Belgische en 12
buitenlandse collega’s en zelfs voor het publiek: dat zou toegang krijgen tot een bepaalde plaats op de website waar raadgevingen staan over het oproepen van de hulpdiensten, wanneer naar spoed en wanneer naar de huisarts, nazorgen etc.. De vereniging ‘EMERBEL’ zal daarvoor een structuur ontwerpen van de website (wie krijgt toegang tot welke sites), en een redactiecomité zal instaan voor de wetenschappelijke verantwoording van de aangeboden teksten en protocollen. De site kan ook gebruikt worden voor het doorgeven van dringende berichten tussen de spoedgevallendiensten (met eventueel nog het Ministerie); denken wij bv. aan de CocaCola problematiek, de Legionella-epidemie en dergelijke. Voor sponsoring bij het opzetten en starten van de website zijn er nu contacten met de farmaceutische sector. Zodra de website zal operationeel zijn, krijgt u zeker een seintje. Geïnteresseerden zijn steeds welkom met voorstellen voor de VVVS-site, teksten, goede ideeën en een helpende hand. Tot binnenkort op www.emerbel.be?
Healthcare 2000 Op 24, 25 en 26 mei 2000 zal in de Heizelpaleizen te Brussel, in opvolging van Expomed een vakbeurs doorgaan waarop de VVVS aanwezig zal zijn samen met vele andere vakbewegingen. Gelijktijdig zal het WCS zijn congres ‘Wound Care Consulting’organiseren. Het ETRS (European Tissue Repair Society) zal eveneens een symposium organiseren. Tientallen seminaries en colloquia zijn voorzien. INFO: PROBIS CORPORATE N.V. Dhr. W. Himschoot Stationsstraat 62 B-2440 GEEL 014/58.58.00 Fax 014/59.12.82 E-mail
[email protected]
13
Verpleegkundig protocol MAAGSPOELING (volwassene) spoed RZ St-Trudo 1: Doelstelling: Verwijdering van toxische stoffen uit de maag, dit vnl. door absorptie. 2: Indicaties: Intoxicatie met geneesmiddelen of andere (toxische) stoffen waarbij de hoeveelheid levensbedreigend is en de maagspoeling 'binnen het uur na inname' kan uitgevoerd. 3: type verpleegkundige acte: B2 (=> medisch voorschrift/opdracht vereist) 4: Contra-indicaties: na inname van: # corrosieve producten # petroleum-derivaten 5: Mogelijke complicaties: - sondage trachea - bloedingen door laesie neustussenschot, slokdarm, maag - doorspoelen van maaginhoud naar darmen - aspiratie
- letsel trachea, stembanden - perforatie slokdarm, maag - afkoeling, onderkoeling door spoelvloeistof - hypoxie, hypoxemie
6: Benodigdheden: maagsonde (spoelslang) (voor volwassenen lavacuator; min. CH32, max. CH40), collectorzak, spuit 50cc breed aanzetstuk, steriel staalrecipiënt, bekertje tandprothese, tube glijmiddel, pakje compressen 7,5cm, 2 nierbekkens, wegwerp steeklaken, wegwerp schort, paar niet-steriele handschoenen, kleefpleister, aktieve kool, trechter, 2 emmers (1 met lauw spoelvocht), stetoscoop, kocher, wig. 7: Techniek: 7.1: informeer de patiënt 7.2: handhygiëne 7.3: voorbereiding materiaal 7.4: goede basishouding van patiënt (bewust: halfzittend op linker zijde, comateus: liggend op li. zijde) 7.5: wegwerpsteeklaken op borst patiënt, nierbekken in handen van bewuste patiënt, beschermschort voor personeel 7.6: zo nodig verwijderen van gebitsprothese en bril (niet aanlaten zo patiënt dit draagt) 7.7: meet de lengte van inbreng van de spoelslang (afstand neus - buiknavel) 7.8: inbrengen spoelslang 7.9: controleer de juiste positie van de sonde (voorkeur stetoscoop) 7.10: aspireer zo nodig een staal voor lab-analyse 7.11: hevel wat spontaan kan gedraineerd 7.12: breng 50g actieve kool in 7.13: fixeer de sonde en breng kocher of collectorzak aan op het proximale uiteinde. 7.14: laat kool 30' t.p. inwerken, controleer de patiënt tussendoor op regelmatige tijdstippen 7.15: hevel wat spontaan kan afkomen 7.16: spoel vervolgens met 250cc tot 300cc totdat de spoelvloeistof ongeveer helder is 7.17: breng vervolgens 25G actieve kool opnieuw in bij pat. 7.18: spoel de spoelslang door 7.19: verwijder de spoelslang 7.20: nazorg, ook hygiëne (ev. wassen, zuivere kleding) 7.21: rapportering (ook in verpleegdossier).
14
“Belgisch ziekenvervoer terug naar af” ( de ambulance, 20 ste jaargang, nr. 8,p. 21 ) Een klein, artikeltje met een welgeplaatst uitroepteken ! Alain Habils,ambulanceverpleegkundige gemeentelijke brandweerdienst Zaventem Korte historishe schets: De Rode Kruisdiensten voelen zich letterlijk bij het kruis genomen, na een procedure aangaande het liggend niet-dringend ziekenvervoer. Naar de normen van onze wetgever kan het niet dat deze dienst zich eveneens toelegt op niet-dringend liggend ziekenvervoer, aldus de rechterlijke macht, die hier oneerlijke concurrentie in ziet doordat de Rode Kruisdiensten hoofdzakelijk beroep doen op vrijwilligers en/of werklozen die iets nuttigs met hun tijd wensen te doen. Gedurende een paar maanden worden hun activiteiten stilgelegd. Uit wanhoop worden de meeste Rode Kruisziekenwagens dan maar officieel gevorderd door de overheden, gezien de procederende instanties (UBA-diensten) schijnbaar plotse enorme toeloop aan transporten niet meester kunnen. Ook schijnen zij niet geïnteresseerd in regio’s waar de bevolkingsdichtheid te klein is om renderen te zijn. Hoewel we stilaan wennen aan het primeren van de commerciële aspecten op de humane, kunnen er toch vragen gesteld worden. Sommige regio’s, waar niet gevorderd werd, wachten door dit vonnis soms tot een uur op een ambulance die onmiddellijk gevraagd werd In beroep werd het vonnis uiteindelijk teniet gedaan, dit hoofdzakelijk ten gevolgen van een aanpassing in de statuten van de Rode Kruisdiensten, waarbij ziekenvervoer in alle aspecten integraal deel gaat uitmaken van de activiteiten van de dienst. Kort daarop ( en in een zaak waar al jaren voor gepleit werd) volgde een KB waarin een aantal elementaire normen voor liggend ziekenvervoer werden vastgelegd. Deze normen ( we konden er kennis mee maken in dit tijdschrift) lagen desondanks zeer laag. Toch scheen dit bepaalde private ambulancediensten zo’n steen in de weg te leggen dat het KB ondertussen opgeschort is tot een door de wetgever te bepalen datum. Ondertussen werd wederom beroep ingetekend tegen het beroep. In haar artikel bemerkt de Ambulance in de introductieparagraaf : “Na de publicatie van de Belgische wetgeving over het “niet-dringend liggend ziekenvervoer”, voerden een aantal particuliere ambulancediensten actie. Hoewel bij het opstellen van de wet alle soorten diensten vooraf gehoord werden, vonden zij de opgelegde normen blijkbaar te hoog (!)”. Het uitroepteken spreekt boekdelen. Waarom stellen wij ons eigenlijk nog de vraag waar de Nederlanders al die Belgen-moppen halen? Wat schort er in België op gebied van ziekenvervoer ? We mogen het niet onder stoelen of banken steken, we mogen eveneens niet iedereen over dezelfde kam scheren (er zijn kwalitatieve diensten met bekwaam personeel), maar de reglementeringen aangaande ziekenvervoer zijn tot op heden (in de praktijk) enkel druppels op hete platen geweest. Zowel in de dringende geneeskundige hulpverlening (waar toch een enorme vooruitgang werd geboekt - in de relativiteit van het gegeven, neem eens een kijkje in de ons omringende landen) als in het “secundair” transport, kan men nog steeds niet beweren dat men om het even waar competent personeel aan zijn berrie krijgt bij een ongeval of overbrenging. Hoewel veel werk wordt gemaakt van opleiding, permanente vorming, praktijkgerichte evaluaties, bestaat er nog steeds geen enkele constructieve vorm van quality-control ten velde. Ook de omkadering laat in vele regio’s te wensen over. Er is in vele gevallen een enorm gebrek aan motivatie van de participanten, wat weerspiegeld wordt in de vele “arrangementen” inzake bijscholingen en administratieve opvolgingen. De PIVO’s (Provinciale Instituten voor Vorming en Opleiding) trachten op deskundige wijze het hoofd te bieden aan de opgelegde normen, doch zitten opgezadeld met een duidelijk gebrek aan middelen om de deskundigheid van ambulancepersoneel op de voet te volgen (hoofdzakelijk in hun dagdagelijkse activiteiten). Men heeft mijn inziens (maar wat voor een understatement volgt nu...) de situatie laten uitgroeien tot “point de (presque) non-retour”. Er moet dringend werk gemaakt worden van verschillende zaken in de sector.
15
Oplossingen? Wat betreft de dringende geneeskundige hulpverlening, dient de opleiding aangepast aan de normen van onze directe buren (en dan hoeven hier nog niet noodzakelijk urgentieverpleegkundigen een vaste norm te worden, maar het zou wel helpen...), mensen die dit als onoverkomelijk beschouwen, moeten zich vragen stellen bij de haalbaarheid van het beroep op lange termijn. Vrijwilligers die het “vrijwillig zijn” inroepen om aan strengere maatregelen te ontsnappen, zoeken dan ook best een andere hobby, ik denk te mogen stellen dat ook een postzegelverzamelaar zich niet tevreden stelt met een onvolledig exemplaar... . Daar staat wel tegenover dat het vrijwillige statuut door de wetgever dient te worden herzien, in het achterhoofd met het idee dat van deze categorie mensen dikwijls de meeste inzet -zonder financiële achtergronden- te vinden valt. Wat betreft het secundair ziekenvervoer, dienen de ambulanciers eveneens de opleiding dringende geneeskundige hulpverlening te volgen en regelmatig ervaring op te doen in de sector. Zij worden immers eveneens geconfronteerd met dringend ziekenvervoer (al is het maar aan de frequentie van sirene-gebruik te meten...). Maar het is vooral de wetgever die dringend wakker geschud dient te worden. De zalfjes raken stilaan op, het wordt tijd voor accuraat curatief ingrijpen, zonder “schijnbewegingen”. Er zijn heel wat prestigeprojecten waarvan de financiële inzet veel beter benut had kunnen worden, maar U weet ook best, dit is de ver van mijn bed show. En trouwens, “iets wat vierkant draait, draait uiteindelijk toch wel rond, de hoeken sluiten vanzelf af...” Voorzichtig besluitje van de (id)(r)ealist... Het is bijzonder moeilijk een gepast besluit te vinden op deze woorden, buiten dat er veel Don Quichottes rondlopen, die steeds weer hun woorden zien verdwijnen met de eerste stevige bries. Ik wens nog toe te voegen dat geen enkele dienst in het bijzonder geviseerd werd: wie het schoentje past, trekke het aan. Ik ben de mening toegedaan dat we moeten blijven vechten voor een kwalitatief superieure evolutie van het ziekenvervoer, ongeacht het lobbywerk van kapitaalkrachtige diensten die maar al te graag dergelijke evolutie zien “vergeten raken”, door de reële bedreiging van de jaaromzet... Dames en heren politici, ziekenvervoer is geen lucratieve activiteit, het is een verdomd moeilijk vak, permanent in beweging en in evolutie. Dergelijke dienstverlening is puur openbaar, bekijk het vanuit de politionele hoek. Daar is ook dringend nood aan hervormingen, maar ja, wij hebben (gelukkig maar) tot op heden geen pedofiele maniakken gekend die het alarmbelletje deden rinkelen...
16
PULSE DYE-DENSITOMETRIE: EEN NIEUWE METHODE VOOR HEMODYNAMISCHE MONITORING Bewerking artikel IC-magazine Verhasselt Johan, Verpleegkundige Spoedgevallendienst AZ-VUB
Pulse-oxymetrie (Po) is een gekende niet invasieve, makkelijk bruikbare monitoring van de arteriële zuurstof-saturatie. De opvolger hiervan is Pulse-dye-densitometry (PDD). Het werkingsmechanisme van PDD is vergelijkbaar met dat van Po. Ook hier wordt met een lichtstraal het hemoglobine gemeten, maar nu wordt er vooraf intra veneus Indocyanine green (ICG), ook wel Cardio green genoemd, ingespoten. De PDD meet nu de verhoudingen van het hemoglobine en het ICG dat geabsorbeerd wordt. Van deze verhoudingen wordt en densitogram gemaakt. Hieruit worden dan verschillende hemodynamische parameters berekend. Een van die parameters is de Cardiac Output (CO). Door het eenvoudig bekomen van deze parameter zal de CO nu veel meer en sneller gebruikt kunnen worden. Immers, het plaatsen van een Swan Ganz is overbodig geworden. De ernst van een infarct kan al geëvalueerd worden door het gebruik van de Poo, zelfs al is er geen cardioloog aanwezig.
Een andere vrij nieuwe parameter is het circulerend bloed volume (CBV). Deze veelbelovende parameter kan bv. gebruikt worden om occulte bloedingen te vinden in urgente situaties of, bij pheochromocytoma patiënten, er natuurlijk in vele andere situaties. Het CBV is deels afhankelijk van de Co en mag daarom niet los geïnterpreteerd worden of vergeleken worden met een vaste waarde. Tot slot nog een kort overzicht van de voor- en nadelen van de PDD evenals het toepassingsgebied. Voordelen: - Minder invasief - Lage(re) kostprijs - gebruiksgemak - bedside gebruikbaar 17
Nadelen: - Allergische reakties op contraststof Toepassingsgebied: - screening - beslissing tot noodzakelijk plaatsen Swann Ganz - patiënt in kritieke toestand die geen catheter-plaatsing verdragen - reduceren gebruikte Swann Ganz catheter - controle vullingstoestand - bedside monitoring van hepatische bloed circulatie
18
http://www.traumato.med.KULeuven.ac.be Op deze website van de dienst traumatologie van de KUL kan je het volledige traumaboek van Gasthuisberg (Prof. Broos) bekijken én/of downloaden. Het bestand is een kleine 2 Mb groot. Voor de geïnteresseerden zijn de uren van de raadplegingen, de specialismen van de verschillende traumatologen en dergelijke mee ingebed in deze site…
http://pharminfo.com Informatieve, commerciële site met diverse informatieve links betreffende medicijnen. In de Drug Data Base kan je rudimentaire informatie opvragen over de in het bestand opgenomen medicatie. Je kan deze informatie op twee manieren benaderen: I. zoeken op generische naam II. zoeken op handelsnaam Per opgenomen medicijn worden de generische naam, producent, behandelingsklasse en indicaties weergegeven. Zo beschikbaar worden er ook een overzicht gegeven van de publikaties betreffende het medicament. Uiteraard zijn er links naar andere, gerelateerde websites!
http://www.ACLS.net Wil je jouw kennis van de ACLS algoritmes checken? Dat kan on-line op deze site. Aan de hand van de diverse cases die verwerkt zitten in de ACLS simulator én een ACLS-kwis kan je naar hartelust gaan experimenteren… Tevens worden er diverse handige tips en ezels-bruggen aangeboden om de algoritmen onder de knie te krijgen. Bezoek jij ook af en toe het internet? Laatst nog een goede site bezocht die je ook met de andere collega’s zou willen delen?
Stuur dan even een E-mail met de URL van de betreffende site én een korte appreciatie naar het volgende mail-adres:
[email protected]
19
Johan Beullens Vloeistoftherapie bij shock Nederlands Tijdschrift voor Intensive Care 1999, vol. 14, pag. 232 -241 Vloeistoftherapie is de belangrijkste initiële behandeling bij hypovolemische en septische shock én draagt bij andere vormen van shock bij aan het herstel van de circulatie. De mechanismen van zowel hypovolemische als van septische shock worden opgefrist vooraleer doel én eindpunt van de vochtresuscitatie worden bekeken. De controverse CRISTALLOÏDEN vs. COLLOÏDEN wordt toegelicht en verder uitgediept. Uit diverse studies blijkt dat zowel CRISTALLOÏDEN als COLLOÏDEN bruikbaar zijn om een adequaat herstel van de circulatie te bekomen. In de marge dient men wel te noteren dat er bij gebruik van COLLOÏDEN een verhoogde mortaliteit wordt vastgesteld. Verder lichtten de auteurs een tip van de sluier op omtrent de nieuwe ontwikkelingen op vlak van infusievloeistoffen…
Intoxicaties Triage, Jaargang 2, nummer 1; pag. 5-7 Intoxicaties, al dan niet intentioneel, maken een belangrijk deel uit van het patiëntenaanbod op spoedgevallen. Gesteld wordt dat de eerste opvang van een intoxicatieslachtoffer voornamelijk bestaat uit het vaststellen van de aard van de intoxicatie, het verwijderen van de toxische agentia, eventueel het toedienen van antidota, het veiligstellen van een vrije luchtweg én een nauwgezette opvolging van de vitale parameters (waarbij ook T°, AH-freq. en AH-patroon horen!) Een aantal frequent voorkomende intoxicaties en toxische agentia worden verder uitgediept. Het nieuwe inzicht in de behandeling van intoxicaties is dat het toedienen van actieve kool aan 1 gram per kg lichaamsgewicht toereikend is en dat maagspoeling én/of geforceerde diurese zelden een therapeutische meerwaarde biedt... Aan ons de opdracht om dit over te brengen aan de artsen?!
You’ve Got Mail! International Journal of Trauma Nursing, Volume 5, nummer 2; pag. 65-67 Internet kan via de vele mailing lijsten en listservers die actueel actief zijn een waardevol hulpmiddel zijn om informatie over zeer specifieke onderwerpen te bekomen. Je moet natuurlijk wel aan de nodige selectie en controle doen omdat iedereen zijn mening kwijtkan op zulke lijsten. Het is echter wel zo dat iedereen meekijkt en dat daardoor vaak on-line correcties worden doorgegeven. In dit artikel worden enkele waardevolle tips en een lijst met paramedisch en medisch georiënteerde mailinglijsten aangeboden. Dat deze lijst niet volledig is mag duidelijk zijn, het zijn enkele de Engelstalige (Amerikaanse) lijsten die in het artikel werden opgenomen. Mits wat zoekwerk kan je uiteraard ook Nederlands-, Frans- en uiteraard ook Duitstalige lijsten vinden…
20
Donderdag 18 mei 2000 Vrijdag 20 mei 2000
Donderdag 13 april 2000 (20u) UZA Donderdag 27 april 2000 (20u) Gasthuisberg Dinsdag 09 mei 2000 (20u) UZ Gent
14de Nederlands Intensive Care Congres Hot Topics in de CPR Info
Kost
Waar Info
: VVIZV secretariaat 03/3663421 website http://www.vvizv.be : Leden VVIZV gratis Niet-leden 250,- Bef Studenten 150,- Bef
: Jaarbeurscongrescentrum Utrecht : Stichting Venti Care Postbus 13141 NL - 3507 LC Utrecht 00-31-30/2717112 Fax 00-31-30/2712293
Woensdag 24 mei 2000 Donderdag 25 mei 2000 Vrijdag 26 mei 2000
Donderdag 20 april 2000 (20u) AZ St. Jan Brugge Donderdag 11 mei 2000 (20u) Gasthuisberg Dinsdag 16 mei 2000 (20u) ZOL St. Jan Genk
HealthCare 2000 Vakbeurs (Opvolger Expomed)
Brandwonden Info
Kost
Waar Info
: VVIZV secretariaat 03/3663421 website http://www.vvizv.be : Leden VVIZV gratis Niet-leden 250,- Bef Studenten 150,- Bef
: Heizel Brussel : Probis Corporate N.V. Dhr. Willy Himschoot Stationsstraat 62 2440 Geel 014/585800 Fax 014/591282
Donderdag 1 juni 2000 Vrijdag 2 juni 2000 Zaterdag 3 juni 2000
Maandag 20 april 2000 (20u) ZOL St. Jan Genk Intoxicaties
Resuscitation 2000 Info
Kost
5th Scientific Congres of the European Resuscitation Council
: VVIZV secretariaat 03/3663421 website http://www.vvizv.be : Leden VVIZV gratis Niet-leden 250,- Bef Studenten 150,- Bef
Waar
Info Donderdag 18 mei 2000 Infectiebeleid op IC en Spoed Waar
Info
Kost
: U.Z. Gasthuisberg GA2 Onderwijs en Navorsing Herestraat 49 3000 LEUVEN : Dhr. Herman Verbruggen Verpleegkundig Afdelingshoofd Intensieve en Spoedgevallen U.Z. Gasthuisberg Herestraat 49 3000 LEUVEN 016/34.39.61 : 500,- Bef
: Congres Centum Zoo Koningin Elisabeth Zaal 2000 ANTWERPEN : ERC Secretariaat PO Box 113 2610 Antwerpen Fax : 03/828.78.82 E-mail :
[email protected]
Vrijdag 6 oktober 2000 Zaterdag 7 oktober 2000 Triage (Rampengeneeskunde) Waar Info
21
: info volgt : Ministerie van Volksgezondheid