32
voor elkaar
Expertisecentrum Omgevingsadvies Stadskantoor Lübeckplein 2 Postbus 10007 8000 GA Zwolle Telefoon (038) 498 24 05 Fax (038) 498 27 41
[email protected] www.zwolle.nl
Gemeentelijk Grondstoffenplan 20122016 Wanneer afval een nieuw leven krijgt!
Opdrachtgever Opdrachtnemer Versie Datum
Wijkzaken Expertisecentrum 1.1 10 januari 2012
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
Inhoud Leeswijzer
3
Samenvatting en Advies
4
1 1.1 1.2
Milieuvisie op het gebied van afval Van afvalbeheer naar grondstoffenbeheer Ambitie gemeente Zwolle
7 7 8
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Evaluatie beleidsplan 2007 - 2011 Landelijk beeld Afvalmonitor gemeente Zwolle Kunststof verpakkingen Pilot omgekeerd inzamelen Sorteeranalyses Bewonersonderzoek
9 9 9 11 12 14 14
3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6 3.3 3.3.1 3.3.2 3.4 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3
Actieplan 2012 – 2016 Concrete doelstelling en fasering van maatregelen Inzamelstructuur; service naar de burger Restafval Gft afval en grof tuinafval Oud papier en karton, glas en textiel Kunststof verpakkingen Klein chemisch afval Grof huishoudelijk afval (goedzooi en rotzooi) Efficiënte uitvoering Container management Luiers en incontinentiemateriaal Communicatie en Voorlichting Overige instrumenten Financiële prikkel Ondergrondse verzamelsystemen met toegangscontrole Reinigingsrecht
15 15 16 17 18 18 18 19 19 20 20 22 22 23 23 23 24
4
Financiële aspecten
25
5
Epiloog
27
6
Bijlage
29
2/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
Leeswijzer Voor u ligt het “Gemeentelijk grondstoffenplan 2012-2016”. In dit plan spreken we bewust over een grondstoffenplan in plaats van een afvalplan. Aangezien ons afval meer en meer een nuttige toepassing krijgt om daarmee onze basisgrondstoffen te sparen, is afval geen afval meer, maar een waardevolle grondstof die opnieuw kan worden gebruikt. De keuze voor een grondstoffenplan sluit aan bij wens van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu om een materialenbeleid te ontwikkelen in plaats van een landelijk afvalbeheerplan. Grondstoffen worden schaars en Nederland zou een belangrijke rol kunnen spelen in de ontwikkeling van een grondstoffenrotonde. In het kader van dit grondstoffenplan streven we naar een afvalloze samenleving waarbij vrijkomende “grondstoffen” worden ingezameld en opnieuw worden gebruikt. Afvalinzameling wordt dus meer en meer het inzamelen van waardevolle grondstoffen. Ons restafval dat niet herbruikbaar is, zal steeds verder afnemen. De inhoud van dit “Gemeentelijk grondstoffenplan” start met een overzicht van de gevraagde bestuurlijke besluiten. De inhoud van dit plan is als volgt uitgewerkt: •
Hoofdstuk 1: de milieuvisie tot 2015 op het gebied van afval vanuit het perspectief van een afvalloze samenleving. In dit hoofdstuk de ambitie en doelstellingen op hoofdlijnen.
•
Hoofdstuk 2: de huidige afvalinzameling in de gemeente Zwolle, beschreven aan de hand van de afvalmonitor over het jaar 2010 (betreft samenvatting; uitgebreide afvalmonitor is als een apart document beschikbaar).
•
Hoofdstuk 3: vanuit de visie zoals verwoord in het voorgaande hoofdstuk, in dit hoofdstuk de concrete maatregelen per beleidsinstrument. Uitgaande van het perspectief van duurzaamheid geven we een prioritering voor de komende planperiode. Voorts houden we de inzamelinfrastructuur voor de diverse afvalstromen tegen het licht en geven de mogelijke maatregelen weer.
•
Hoofdstuk 4: de voorgestelde maatregelen vertaald in financiële zin.
•
Hoofdstuk 5: Epiloog: een doorkijk naar een breder gemeentelijk duurzaamheidkader waarin het gebied van afval wordt verbreed naar Beheer van de Openbare Ruimte en de opwekking van Duurzame energie.
3/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
Samenvatting en Advies In 2011 loopt het Gemeentelijke Afvalstoffenplan (GAP) 2007-2011 van de gemeente Zwolle ten einde. In het voor u liggende plan kijken wij terug op deze periode en schetsen we de beleidskaders voor de komende planperiode. Hiervoor hebben we een “Gemeentelijk grondstoffenplan 2012-2016” opgesteld. In dit plan zijn concrete actiepunten geformuleerd die de ambitie van de gemeente voor een afvalloze en duurzame samenleving dichterbij kunnen brengen. In de timing van de uitvoering van maatregelen speelt de evaluatie van het landelijk beleid ten aanzien van kunststof verpakkingen een belangrijke rol vanwege de mogelijke impact op infrastructuur en kosten. Daarom worden enkele maatregelen pas in de periode 2013-2014 aangepakt. Verder vragen enkele andere onderdelen uit dit plan een nadere verkenning en uitwerking. Deze worden planmatig opgepakt en daarna als afzonderlijke beslispunten voorgelegd. In onderstaande tabel zijn de voorgestelde maatregelen uit het grondstoffenplan 2012-2016 samengevat. Kern hiervan is een nieuwe visie op gemeentelijke afvalbeheer. We gaan ons niet langer focussen op de inzameling van restafval, maar juist op het faciliteren van de burgers bij de gescheiden inzameling van herbruikbare grondstoffen. Door de toenemende welvaart worden grondstoffen schaarser. Een groot deel van de fossiele grondstoffen worden maar slechts kortstondig gebruikt waardoor uitputting dreigt. Door een omdenken van het afvalbeheersysteem, gaan we er voor zorgen dat herbruikbare grondstoffen niet langer in de grijze container verdwijnen. De ambitie is om in de komende planperiode tot een substantiële reductie van 47 kilo restafval per inwoner te komen. Dit is een ambitieuze doelstelling. Maar deze is wel realistisch als we bereid zijn serieuze maatregelen te nemen. Wij adviseren u dit gemeentelijk grondstoffenplan integraal vast te stellen en opdracht te geven voor implementatie. Resumerend levert uitvoering van dit grondstoffenplan: −
een hogere service voor de burgers; en
−
een hoger milieuprofiel door reductie van restafval en verbetering van afvalscheiding; bij
−
een stabiele of zelfs lagere afvalstoffenheffing.
4/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
In onderstaande tabel treft u een resumé van de in dit grondstoffenplan voorgestelde maatregelen en effecten. Deze worden in de navolgende hoofdstukken verder uitgewerkt en toegelicht.
Onderwerp
Voorgestelde maatregel
Timing
Milieueffect
Restafval
Gefaseerde invoering van model
2012-
Reductie restafval
omgekeerde inzameling met waar
2016
met 115 kg per
mogelijk ondergrondse
aansluiting in 2016
wijkvoorzieningen voor restafval
(= 47 kg/inw/jr)
GFT afval en grof
Optimaliseren inzameling door
tuinafval
verhogen service .
2012
Toename gescheiden inzameling GFT met 35 kg per aansluiting
Formaliseren inzet tuinzak
2012
Minder GTA in restafval, meer hergebruik
Oud papier, glas
Optimaliseren
2012-
Toename gescheiden
en textiel
inzamelvoorzieningen
2016
inzameling herbruikbare grondstoffen met ca 39 kg per aansluiting
Kunststof
Introductie huis-aan-huis
2012-
Toename gescheiden
verpakkingen /
inzameling
2016
inzameling met ca 35
Droge
kg per aansluiting
componenten KCA (klein
Systeem van halteplaatsen
chemisch afval)
beëindigen en op afroep KCA
2012
Neutraal
2013
Te verwachten
inzamelen
Grof huishoudelijk
Aanpassen 250 kg regeling
afval
Luiers
afname afvalstromen
Stopzetten gescheiden inzameling 2012
-/- 0,3% hergebruikt afval
5/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
Bedrijfsafval
Onderzoek afbouwen
2012
Nvt
2012-
Reductie restafval
2016
met 5-10%
reinigingsrechtklanten
Inzameling
Invoering container management
6/32
32
Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
1
Milieuvisie op het gebied van afval
1.1
Van afvalbeheer naar grondstoffenbeheer
Datum
Een van de beleidsvelden waar het thema duurzaamheid een nadrukkelijke rol speelt is afval. In het afvalbeleid is de laatste jaren een snelle ontwikkeling zichtbaar naar een zogenaamd grondstoffenbeleid. De keten wordt verlengd met nieuwe schakels. Zowel aan de voorzijde, bijvoorbeeld bij productontwerp (geen milieudruk naar andere schakels van de keten doorgeven) als ook aan de achterzijde van de keten bij de verwerking van de afvalstoffen naar nuttige toepassingen. Achtergrond hierbij is het streven naar een afvalloze samenleving en het Cradle to Cradle principe. Duurzaam ontwerp en duurzame inzameling en verwerking levert direct hergebruik van producten op of leidt tot nieuwe producten zoals stroom, gas, warmte, grond- en bouwstoffen. Maar zeker zo belangrijk zijn maatregelen die leiden tot een ander aankoopgedrag en consumptiepatroon, om het ontstaan van afval te voorkomen. Onder een juiste regie, gestuurd door aan duurzaamheid verbonden beleidsdoelstellingen op basis van de Ladder van Lansink1, levert preventie van afval en de verbetering van de gescheiden inzameling, een belangrijke bijdrage aan een duurzame samenleving. Maar ook het anders benutten van afvalstromen door de ontwikkeling van nieuwe conversietechnieken levert bijdragen hier aan. In alle gevallen wordt een substantiële bijdrage geleverd aan de reductie van broeikasgassen. In samenwerking met ROVA wordt voortdurend gezocht naar instrumenten om de hoeveelheid afval terug te dringen en om afvalscheiding en hergebruik te stimuleren. Ook wordt actief gezocht naar innovaties op het gebied van afvalverwerking en bijvoorbeeld de productie van duurzame energie uit afval. Voor ons ligt de ambitie om in 2030 een duurzame samenleving te hebben waarin burgers en bedrijven werken en leven op een manier die geen belemmeringen oplevert voor toekomstige generaties om ook in hun behoeften te kunnen voorzien. Op het gebied van afval betekent dit, dat er geen sprake meer is van afval, maar dat alle grondstoffen en producten in duurzame kringlopen rondgaan. We produceren anders, consumeren anders en als we dan toch restproducten overhouden, dan worden deze gebruikt voor de productie van duurzame warmte en energie. Om tot deze duurzame samenleving te komen is een trendbreuk nodig. We moeten anders gaan denken en anders gaan doen. Dat kan niet anders dan in
1
De Ladder van Lansink is opgebouwd uit de volgende treden: kwantitatieve preventie, kwalitatieve preventie, nuttige toepassing door producthergebruik, idem door materiaalhergebruik, idem als brandstof, verbranden en storten. 7/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
stappen. De beleidsmatige inspanningen voor de eerste stap spitsen zich toe op: •
• •
het minimaliseren van de hoeveelheid restafval, of te wel de tonnages afval die door middel van de grijze container worden aangeboden en ingezameld; het nuttig hergebruiken van gescheiden ingezamelde afvalstoffen (grondstoffen en/of duurzame energie); het verbeteren van c.q. het vinden van nieuwe conversietechnieken voor de verwerking van afvalstoffen.
Naast huishoudelijke afvalstoffen, zullen ook gemeentelijke afvalstromen (waaronder ook biomassa) in de hernieuwde aandacht voor hergebruik en nuttige toepassing worden betrokken. Daarmee zal het totale afvalbeleid een wezenlijke bijdrage leveren aan de gemeentelijke milieu- en klimaatdoelstellingen.
1.2
Ambitie gemeente Zwolle In de notitie ‘Zwolle Duurzaam’ van september 2010 wordt een voorzet gegeven voor de verdere ontwikkeling van een duurzaamheidvisie. Deze voorzet is gebaseerd op de beschreven gewenste duurzame ontwikkeling uit het collegeakkoord 2010-2014. In de notitie Zwolle Duurzaam zijn vijf principes van duurzaamheid genoemd, namelijk: - Koester diversiteit - Duurzaamheid als leidend principe - Duurzaamheid is van en voor de stad - Benut lokale bronnen - Transitie en innovatie Deze principes worden door de gemeente vertaald in het gemeentelijk beleid. Het nieuwe grondstoffenplan sluit aan op deze principes.
8/32
32
Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
2
Evaluatie beleidsplan 2007 - 2011
2.1
Landelijk beeld
Datum
Per 24 december 2009 is het Landelijk Afvalbeheerplan 2009-2021 (LAP2) van kracht. Dit plan vormt het kader voor het gemeentelijk afvalbeleid2. Met het Nederlandse afvalbeleid is in de achterliggende jaren veel milieuwinst geboekt. Een verdere vermindering van de milieudruk is echter noodzakelijk om te kunnen beantwoorden aan de behoeften van toekomstige generaties. Uitputting van de fossiele energiebronnen en grondstoffen dreigt en moet worden voorkomen. Het afvalstoffenbeleid moet een bijdrage leveren aan de ambities op het gebied van duurzaamheid. Uit een recente studie van de Universiteit van Utrecht3 blijkt dat gescheiden inzameling en hergebruik van afvalstoffen een belangrijke bijdrage levert aan het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. In LAP2 is daarom nog meer ingezet op grondstoffenbeleid en zijn de hergebruikdoelstellingen voor gemeenten opgetrokken van 51% naar 60% in 2015.
2.2
Afvalmonitor gemeente Zwolle4 Gemiddeld genomen ontstaat er in Nederland per inwoner 546 kilo huishoudelijk afval. Daarvan is 256 kilo restafval dat via de grijze minicontainer wordt verwijderd. In Zwolle bedroeg de totale hoeveelheid huishoudelijk afval in 2010 523 kg per inwoner waarvan 232 kg restafval. Uit de resultaten over 2010 blijkt dat de gemeente Zwolle de doelstelling uit het landelijk afvalbeheer plan (LAP2) inzake het percentage bronscheiding hergebruik huishoudelijk afval niet realiseert: de score is 46% ten opzichte van de gestelde landelijke norm van 60% (landelijk norm in LAP1 was 53%). Overigens is er vanaf 2006 wel een verbetering zichtbaar. Niettemin voldoet de gemeente Zwolle nog niet aan de doelstelling uit LAP2.
2
In de bijlage is een overzicht gegeven van het Europees en nationaal beleidskader voor het gemeentelijk afvalbeleid. 3 Saving Materials. Een verkenning van de potentiële bijdrage van duurzaam afval en recyclingbeleid aan broeikasgasemissiereductie in Nederland. Universiteit Utrecht. Copernicus Instituut. September 2010 4 ROVA brengt jaarlijks een afvalmonitor uit. In deze paragraaf treft u een samenvatting daarvan aan. De afvalmonitor 2010 is als apart document beschikbaar. 9/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
Grafiek 1. Beleidsdoelstellingen (vergelijking Zwolle vs landelijke doelstellingen) Gemiddeld
60%
46%
GHA-gescheiden
63%
75% 90% 92%
KCA Kunststof (*)
13%
Textiel
Doelstelling LAP-1
38%
37%
Realisatie 2010
50%
Glas
90%
65%
Papier
75%
54% 55%
GFT 0%
20%
40%
65%
60%
80%
100%
In onderstaand overzicht zijn de resultaten van de diverse afvalstromen van 2008 tot 2010 opgenomen, afgezet tegen de gespecificeerde doelstellingen uit het LAP en het gemeentelijk afvalstoffenplan 2007-2011. Tabel 1. Ingezamelde hoeveelheden afval per deelstroom in kilo per inwoner inwoner per jaar 2007(vergelijking doelstellingen Zwolle GAP 2007 -2011 vs realisatie Zwolle 2010) Afvalcomponent
LAP-
Gemeentelijke
Realisatie
Realisatie
Realisatie
doelstelling
doelen GAP
2008
2009
2010
in kg per
2007-2011
249
253
256
232
55%
68
70
inwoner
Restafval
Nvt
Gft
85
bronscheiding
66 kg en 53% bronscheiding
Papier
75
59
64
63
63
Kunststoffen
6*
Nvt
-
1,2
5
Glas
23
21
19
18
18
Textiel
5
3,9
4,6
4,4
5,17
KCA
1,90
100%
1,5
1,5
1,6 en 92%
Hergebruik
75%
75%
76%
75%
hergebruik
hergebruik
53%
Zsm 44%;
44%
44%
bronscheiding Grofvuil Totale hergebruik
bronscheiding 77% hergebruik 46%
2011 53%
doelstelling
* Betreft een voorlopige “doelstelling” op basis van de landelijke taakstelling Nedvang en de te verwachten inzamelrespons bij niet-Diftar gemeenten
In 2006 werd 43% van de totale hoeveelheid huishoudelijk afval in de gemeente Zwolle hergebruikt. In 2010 wordt 46% van de totale hoeveelheid afval middels 10/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
bronscheiding hergebruikt. In totaal is het aandeel hergebruikt afval dus met een kleine 3%-procentpunten toegenomen in de periode 2007-2011. Deze toename is vooral veroorzaakt door invoering van een derde minicontainer voor papier vanaf 2008, de start van de gescheiden inzameling van kunststof vanaf 2009 en het dichtzetten van ondergrondse systemen voor onbevoegden. Totaal bezien heeft dit geresulteerd in een afname van de hoeveelheid restafval van 708 ton in de planperiode 2007-2011. De totale hoeveelheid huishoudelijk afval per inwoner van de gemeente Zwolle is afgenomen van 538 kg in 2006 naar 523 kg per inwoner in 2010. De hoeveelheid restafval per inwoner is vanaf 2006 met 21 kg afgenomen tot 232 kg per inwoner. Hiervoor was de ambitie om in de planperiode op 249 kg restafval per inwoner uit te komen, hetgeen het gemiddelde is van Nederlandse gemeenten met dezelfde stedelijkheidsklasse. Ook landelijk zien we een kleine teruggang in de hoeveelheid huishoudelijk afval en de hoeveelheid huishoudelijk restafval. De start van de kunststof inzameling en de economische crisis zijn factoren die daarin een rol spelen. Met een totale hoeveelheid restafval van 232 kilo per inwoner ligt Zwolle wel boven het gemiddelde in ROVA gemeenten (gemiddeld 200 kg per inwoner). Het verschil in stedelijkheidsklasse en het ontberen van een directe financiële prikkel zijn daarop van invloed. Zwolle scoort echter beter dan vergelijkbare gemeenten in haar stedelijkheidsklasse (232 versus gemiddeld 249 kg restafval). Met betrekking tot de hoeveelheid restafval, gft-afval, oud papier, textiel en grof huisvuil zijn de doelen uit de vorige planperiode gehaald. Met betrekking tot oud papier komt Zwolle zelfs boven het landelijk gemiddelde van vergelijkbare gemeenten in dezelfde stedelijkheidsklasse. Sorteeranalyses ondersteunen de conclusie dat de doorgevoerde maatregelen op het gebied van oud papier succesvol zijn geweest: de hoeveelheid herbruikbaar papier in het restafval is afgenomen. Twee op de drie huishoudens beschikt over een blauwe minicontainer voor papier. Verbetermogelijkheden liggen hier bij de percelen waar niet met minicontainers wordt ingezameld. De inzameldoelstellingen met betrekking tot glas worden (nog) niet gehaald. Hier blijft Zwolle steken op 18 kg per inwoner hetgeen onder het landelijk gemiddelde ligt. Toch geeft 92% van de Zwolse huishoudens aan glas apart in te zamelen.
2.3
Kunststof verpakkingen Een belangrijke verandering in het huishoudelijk afval heeft zich voorgedaan door de introductie van de kunststof inzameling. Deze inzameling is overal in Nederland, ook in Zwolle, voortvarend door burgers opgepakt. Onderstaand zijn de resultaten weergeven van deze kunststofinzameling. Voor de jaren 2009 en 2010 betreft dit de feitelijke ontwikkeling in de gemeente Zwolle ten opzichte 11/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
van andere ROVA-gemeenten en de landelijke doelstelling van Nedvang5. De inzameling in Zwolle is gestart in september 2009.
25
Ambitie NL
20
kg
ROVA stedelijk 15
ROVA niet stedelijk Zwolle
10
5
0
2009
2010
2015
Grafiek 2. Inzameling kunststof verpakkingen in kilo per inwoner per jaar
Het overzicht maakt duidelijk dat Zwolle gemiddeld genomen rond het landelijk gemiddelde scoort. Het gemiddelde in ROVA-gemeenten ligt hoger omdat de respons in Diftar-gemeenten gemiddeld genomen al boven de 12 kilo per inwoner ligt. Met ruim 5 kg per inwoner in 2010 is in Zwolle, rekening houdende met stedelijkheidsklasse, een goede respons behaald. Voor het jaar 2015 is de ambitie weergegeven. Aangezien er nog een groot potentieel aan verpakkingen in het huishoudelijk restafval aanwezig is, moet een hogere respons te halen zijn. Uiteraard zal dit mede afhangen van de mate waarin het beleidsinstrumentarium (afvalscheidingcampagne “Afval scheiden is goud”, aanpassingen in de inzamelinfrastructuur) wordt ingezet en deze het beoogde effect sorteert.
2.4
Pilot omgekeerd inzamelen Interessant is hier te vermelden de resultaten die met de gescheiden inzameling worden behaald in de proefwijken Veerallee en Dieze. In deze wijken is het zogenaamd ‘omgekeerd inzamelen’ geïntroduceerd. Aan huis worden alleen de herbruikbare grondstoffen opgehaald en het restafval wordt door de bewoners weggebracht naar een ondergrondse wijkcontainer. In beide wijken leidt deze aanpassing van infrastructuur en service tot spectaculaire verbeteringen in de gescheiden inzameling. De respons op kunststof verpakkingen stijgt in deze wijken naar boven de 50 kg per aansluiting, hetgeen de hoogste respons is die op dit moment in Nederland wordt behaald. Niet voor niets wordt in Nederland inmiddels vol belangstelling gekeken naar de ervaringen met deze proeven in Zwolle. Bij het starten van de proef werd nog uitgegaan van een succes als er meer dan 10 kg per aansluiting zou worden ingezameld. Later is dit bijgesteld naar 20 kg/aansluiting. Gesteld kan worden dat het omgekeerd inzamelen een groot succes is. Dit blijkt ook uit de resultaten van het tevredenheidsonderzoek 5
Om de landelijke doelstellingen voor hergebruik van kunststof verpakkingen te halen moet gemiddeld per inwoner ongeveer 6 kilo kunststof verpakkingen worden ingezameld. 12/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
dat onder gebruikers is gehouden. In het eerste onderzoek (najaar 2010) gaf 75% van de respondenten aan dat het omgekeerd inzamelen ook na de proef door moet blijven gaan. Verderop in dit grondstoffenplan komen we hier op terug. Grafiek 3. Resultaten kunststof inzameling in proef omgekeerd inzamelen
30 25 20 15 10 5 0 Ingezamelde kunststof verpakkingen 2010 in kg/inwoner
Zwolle gemiddeld
Veerallee
Dieze
Grafiek 3 laat zien dat de hoeveelheid gescheiden ingezamelde kunststof verpakkingen door de wijziging in het inzamelsysteem toeneemt van iets meer dan 5 kilo per inwoner naar respectievelijk boven de 15 en 25 kg per inwoner. Het verschil tussen beide wijken wordt vooral veroorzaakt door een verschil in gezinsgrootte. Grafiek 4. Resultaten hoeveelheid restafval per inwoner in proef omgekeerd inzamelen 250
200
150
100 Restafval in kg/inwoner 2010
Zwolle gemiddeld
Veerallee
Dieze
Grafiek 4 laat zien dat de hoeveelheid restafval in de proefwijken spectaculair is gedaald. Door de invoering van het nieuwe systeem daalde de hoeveelheid restafval met respectievelijk 25% en 22% per huisaansluiting.
13/32
32
Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
2.5
Sorteeranalyses
Datum
Naast de hoeveelheid ingezamelde afvalstoffen is het interessant om te bezien welk potentieel aan herbruikbare grondstoffen nog in de grijze restafvalcontainer aanwezig is. Hiervoor voert ROVA jaarlijks sorteeranalyses uit op het restafval. In onderstaande tabel is weergegeven wat het aandeel is van diverse herbruikbare grondstoffen in het restafval zoals dat in 2010 in de gemeente Zwolle is ingezameld. Uit deze sorteeranalyses blijkt dat er nog flinke verbeteringen mogelijk zijn in de inzameling van huishoudelijk afval. Tabel 2. Resultaten sorteeranalyses restafval
Reststoffen GFT Papier (*) Glas Textiel Kunststofverpakkingen KCA GHA (**) Totaal restafval
Aanwezig in het restafval (absoluut) (relatief) 35 kg 15,12% 35 kg 15,14% 53 kg 22,93% 9 kg 4,08% 8,7 kg 3,75% 34 kg 14,79% 0,1 kg 0,06% 56 kg 24,13% 232 kg 100,00%
(*) waarvan 27 kg herbruikbaar papier, 14 kg luiers, 7 kg drankenkartons en 6 kg overig papier; (**) waarvan 24 kg grof tuinafval, 10 kg metalen, 8 kg hout, 10 kg steen/puin, 3 kg AEEA en 1 kg tapijten/matten.
In de recente sorteeranalyses valt de toename van de fractie grof tuinafval op. Er zijn aanwijzingen dat de vrijgevallen ruimte in de grijze container na de start van de kunststof inzameling gedeeltelijk wordt benut voor de verwijdering van grof tuinafval.
2.6
Bewonersonderzoek Ten behoeve van de nieuwe planvorming heeft de afdeling Onderzoek en Statistiek van de gemeente Zwolle een bewonersonderzoek gehouden onder het Zwolse Burgerpanel. De respons was ruim 4.200 enquêtes. Uit het bewonersonderzoek blijkt dat meer dan 80% van de Zwolse burgers zegt textiel, glas, papier en karton, wit- en bruingoed en KCA te scheiden. De scheiding van gft-afval, kunststof en luiers ligt tussen de 40% en de 65%. Kunststof verpakkingen en luiers worden niet aan huis opgehaald, maar toch 14/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
geeft meer dan 40% aan deze apart in te zamelen. Opvallend is de lage score bij gft-afval. Dit is toch een afvalstroom die aan huis gescheiden wordt ingezameld (met uitzondering van de hoogbouw). Van de Zwolse burgers geeft 63% aan gft-afval te scheiden. De overige burgers zeggen vooral geen gft te scheiden omdat ze die mogelijkheid niet hebben (hoogbouw, binnenstad). Zwolse burgers geven zelf aan dat zij met name verbetermogelijkheden zien in het scheiden van kunststoffen verpakkingen, luiers en gft-afval. Voor restafval en papier wordt met name aangegeven dat er verbeteringen aan te brengen zijn in het schoon houden van ondergrondse containers (rest) en het plaatsen van meer verzamelcontainers voor die adressen waar oud papier niet aan huis wordt opgehaald. Wat verder opvalt is dat met name de communicatie over afval en afval scheiden verbeterd kan worden. Het is opvallend dat veel burgers (nog) niet weten hoe men bepaalde afvalstromen kan scheiden en dat er bijvoorbeeld al een gratis ophaalroute voor grofvuil is. Met betrekking tot de voorlichting over afval geeft meer dan 70% van de Zwolse burgers aan dat men weet waar men vragen over afval kan stellen. De afvalwijzer is daarbij erg belangrijk (65%). Burgers geven wel aan dat zij graag meer informatie willen hebben over wat er met het afval gebeurt (22%), over afvalprojecten (19%), afvalscheidingtips (13%) en op welke dagen afval wordt ingezameld (10%). De klantenservice van ROVA scoort opnieuw hoog qua vriendelijkheid (90%), antwoord hebben op vragen (85%) en bereikbaarheid (85%). Ook het servicecentrum van de gemeente scoort goed op klantvriendelijkheid (90%), antwoord hebben op vragen (80%) en bereikbaarheid (78%).
3
Actieplan 2012 – 2016
3.1
Concrete doelstelling en fasering van maatregelen De gemeente Zwolle heeft als ambitie om in de planperiode 2012-2016 de hoeveelheid huishoudelijk afval te reduceren met 47 kg per inwoner. Dit betekent een reductiestreven van 21% ten opzichte van de actuele hoeveelheid in 2010. Het reductiestreven moet worden gerealiseerd door preventie en een verbetering van de gescheiden inzameling van herbruikbare grondstoffen. Met dit reductiestreven komt de hoeveelheid restafval ruim onder de 200 kg per inwoner, hetgeen voor een stedelijkheidsklasse 2 gemeente een ambitieuze doelstelling is. Om de doelstellingen te realiseren moeten serieuze maatregelen worden getroffen. Voor een deel worden deze in samenwerking met andere gemeenten binnen ROVA opgepakt. De belangrijkste maatregelen zijn: 15/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
Optimaliseren infrastructuur en service (paragraaf 3.2.) Om de burger aan te moedigen meer grondstoffen uit de grijze restafvalcontainer te houden, zullen we een andere service ten aanzien van afvalinzameling moeten bieden, waar nodig en mogelijk wijkgericht. Afval scheiden moet een vanzelfsprekende optie worden voor burgers, waarvoor hij/zij wordt beloond in de vorm van service en gemak. Een eerste stap is al gezet met de introductie van de gescheiden inzameling van kunststof verpakkingen, maar deze kan worden verbeterd. Efficiënte uitvoering (paragraaf 3.3.) Om de ambitie te realiseren tegen verantwoorde kosten, is het zaak de feitelijke afvalinzameling zo effectief en efficiënt mogelijk in te richten. Inzet van voorlichting en educatie (paragraaf 3.4.) Om de verdere restafval reductie te realiseren zal de burger meer betrokken moeten worden bij het afvalbeleid en de daarin behaalde resultaten. Onderzoek toont aan dat bij het vergroten van kennis en het bieden van comfort (service bieden), burgers graag bereid zijn afval te scheiden. Met het geven van feedback op zijn inspanningen, kan dit effect extra worden versterkt. In dit hoofdstuk zijn de maatregelen benoemd die moeten leiden tot het realiseren van de ambitie. De maatregelen worden gefaseerd ingevoerd. In hoofdstuk 4 wordt het financiële kader van dit actieplan besproken. Uitgangspunt hierbij is dat er een zo min mogelijke stijging van kosten plaats mag vinden vanuit het motto ‘duurzamer, maar niet duurder’.
3.2
Inzamelstructuur; service naar de burger In de planperiode wordt waar nodig de afvalinfrastructuur aangepast om afvalscheiding zo goed mogelijk te faciliteren. Afvalscheiding moet een goed alternatief bieden of zo mogelijk zelfs aantrekkelijker worden gemaakt ten opzichte van de verwijdering van restafval. Verdere optimalisering krijgt inhoud door (veelal) op wijk- en buurtniveau gerichte maatregelen te treffen. Een belangrijke stap is al gezet met de start van de gescheiden inzameling van kunststoffen. Bij het uitwerken van de voorstellen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: -
De maatregelen worden gefaseerd uitgevoerd. Dit heeft ook te maken met de landelijke evaluatie van de inzameling van kunststof verpakkingen. Hiervoor is een systeem van producentenverantwoordelijkheid van toepassing. Gemeenten zijn daarmee niet leidend in de organisatie van de inzameling, maar de verantwoordelijk producenten van kunststof verpakkingen. In een landelijke tussen Ministerie, Vereniging van Nederlandse Gemeenten en producentenorganisatie Nedvang te sluiten nieuwe raamovereenkomst, worden de voorwaarden bepaald waaronder gemeenten de inzameling van kunststof verpakkingen kunnen organiseren. Leidend principe daarin is dat de vergoeding van de producenten dekkend 16/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
moet zijn voor de gemeentelijke inzamelkosten. In 2012 loopt de huidige raamovereenkomst af en moet een nieuwe overeenkomst gesloten worden. Totdat zekerheid bestaat over de nieuwe afspraken, kunnen nog geen definitieve investeringen in nieuwe inzamelmiddelen voor kunststof verpakkingen worden gedaan. -
De maatregelen worden gebaseerd op de ervaringen uit de inzamelpilots. Zoals in hoofdstuk 1 al is gememoreerd voert ROVA op dit moment in verschillende gemeenten pilots uit met alternatieve inzamelmodellen. Een van de pilots vindt plaats in Zwolle in de wijken Veerallee en Dieze. Doel van de pilots is te onderzoeken of een ander aanbod van containers c.q. een andere frequentie van inzamelen kan bijdragen aan de optimalisatie van de gescheiden inzameling en creatie van breder draagvlak bij de burgers. Over de inzamelpilot Veeralee/Dieze wordt u nog een afzonderlijk evaluatiedocument aangereikt. De ervaringen uit deze en andere pilots worden nu echter al meegenomen in het voorliggende beleidsplan.
-
In de planperiode 2007-2011 is een belangrijke stap gezet in verbetering van de inzamelstructuur en het straatbeeld. Voorbeeld daarvan zijn de Binnenstad en Assendorp. Hier is de afvalinzameling op wijkniveau georganiseerd en zijn inzamelvoorzieningen waar mogelijk ondergronds gebracht. Daarmee is een belangrijke impuls gegeven aan het kwaliteit van de openbare ruimte. Ook in de komende planperiode zullen wijkvoorzieningen waar mogelijk bij voorkeur ondergronds worden aangelegd.
-
De gemeente Zwolle is grofweg in twee soorten deelgebieden voor wat betreft afvalinzameling te onderscheiden, namelijk: • Stadsgebieden waarbij de afvalinzameling hoofdzakelijk aan huis georganiseerd kan worden (circa 80% van de aansluitingen); • Stadsgebieden waarbij de afvalinzameling bij voorkeur met brengvoorzieningen op wijkniveau georganiseerd moet worden (m.n. bij hoogbouw percelen).
De positieve resultaten uit de pilot in de Veerallee en Dieze worden vertaald naar nieuw beleid. De inzameling concentreert zich in de komende jaren op de inzameling van herbruikbare grondstoffen, bij voorkeur aan huis. Restafval wordt ontmoedigd. Burgers moeten hun restafval wegbrengen naar wijkverzamelsystemen die ondergronds worden aangelegd. De volgende maatregelen worden voorgesteld (per afvalstroom samengevat).
3.2.1
Restafval
Maatregel
Introductie omgekeerd inzamelen: Aanleggen van ondergrondse wijkvoorzieningen voor brengen van restafval Reductie hoeveelheid restafval -/-47 kg/inwoner Stimuleren gescheiden inzameling herbruikbaar afval
Doelstelling
-
Tijdspad
2012-2016 17/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
Toelichting
Door het verleggen van de focus naar inzameling van herbruikbaar afval en het verkleinen van de capaciteit voor restafval, wordt het aanbod van restafval verlaagd. In stadsdelen waar het gebruik van wijkverzamelsystemen tot te hoge kosten leidt (o.a. i.v.m. loopafstanden) of anderszins niet mogelijk is, worden maatwerkoplossingen uitgewerkt.
Financiën
Kosten eenmalig: € 16 per aansluiting Kosten structureel: € 12 per aansluiting Opbrengsten vermindering restafval: €15 per aansluiting
3.2.2
Gft afval en grof tuinafval
Maatregel
Optimaliseren inzameling
Doelstelling
Streven naar gescheiden inzameling van 80 kg gft-afval per inwoner
Tijdspad
2012 Meer service bieden op gft-gebied. De invoering van de tuinzak is daar al een voorbeeld van (formaliseren). Goed communiceren over de mogelijkheden die er al zijn op gftscheidingsgebied. Uit de bewonersonderzoeken van 2010 blijkt dat burgers niet altijd weten dat je bijvoorbeeld tuinafval gratis mag laten ophalen en wegbrengen naar ROVA. Kosten structureel: € 4,50 per aansluiting Opbrengsten: vermindering restafval (zie 3.2.1.)
Toelichting
Financiën
3.2.3
Oud papier en karton, glas en textiel
Maatregel
Optimaliseren gescheiden inzameling, met name bij hoogbouw
Doelstelling
Streven naar gescheiden inzameling van 75 kg oud papier, 23 kg glas en 5 kg textiel (per inwoner)
Tijdspad Toelichting
2012-2016 Inventariseren van bestaande wijkgerichte inzamelvoorzieningen en waar nodig aantal locaties uitbreiden Wijkgerichte benadering; urgentie bij Stadshagen Wijkplatforms waar mogelijk betrekken bij inventarisatie en optimalisatie Inrichten breng voorzieningen voor oud papier bij hoogbouwlocaties en in Binnenstad en Assendorp Rekening houden met positie van verenigingen en de financiële belangen die
Financiën
hiermee samenhangen Nader te onderzoeken
3.2.4
Kunststof verpakkingen
Maatregel
Introductie huis-aan-huis inzameling bij laagbouw woningen met gebruik van de
Doelstelling
Verhogen inzamelresultaat kunststof verpakkingen naar 20 kg per inwoner
Tijdspad
2013 (afhankelijk van landelijke evaluatie kunststof dossier)
Toelichting
Zoals in het voorgaande al is beschreven, is het zaak om in de komende
minicontainer die nu in gebruik is voor restafval.
planperiode te streven naar een verbetering van de gescheiden inzameling van 18/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
kunststoffen verpakkingen. Dit is te realiseren door burgers meer service te bieden. Uit de proef ‘Omgekeerde Inzameling’ blijkt dat het aan huis ophalen van kunststoffen verpakkingen een resultaat op kan leveren van meer dan 20 kg gescheiden ingezameld kunststof ten opzichte van de huidige 5 kg per inwoner. Onderzocht kan worden of het bieden van een beloning voor gescheiden inzameling nog een extra stimulerend effect kan bieden. Uit het bewonersonderzoek Zwolle is gebleken dat 71% van de Zwolse burgers graag kunststof verpakkingen aan huis opgehaald zou willen zien. Financiën
Kosten structureel: € 4 per aansluiting Opbrengsten: € 12,25 per aansluiting
3.2.5
Klein chemisch afval
Maatregel
Inzameling kca op afroep (i.p.v. systeem van halteplaatsen) Handhaven huidige resultaten van inzameling
Doelstelling
Verlagen inzamelkosten Tijdspad Toelichting
2012 Wij stellen u voor om in 2012 over te gaan op een KCA-inzameling op afroep. Op dit moment zijn er nog maandelijkse halteplaatsen in Zwolle. Uit de praktijk blijkt dat deze slecht bezocht worden (gemiddeld 2 klanten per uur) en daardoor erg duur zijn. Een inzameling van KCA op afroep is daarnaast erg klantvriendelijk omdat de burger KCA dan op gezette dagen (per maand/kwartaal) aan huis kan laten ophalen. Met bovenstaande is een besparing te genereren die ingezet kan worden op andere gebieden ten behoeve van afvalscheiding (omvormen
Financiën
afvalinzamelstructuur). Opbrengsten: € 1,20 per aansluiting
3.2.6
Grof huishoudelijk afval (goedzooi en rotzooi)
Maatregel
-
Doelstelling
Reductie grof huishoudelijk afval en maximaal hergebruik goedzooi
Tijdspad
2013
Toelichting
De gemeente Zwolle hanteert een regeling voor burgers, waarbij burgers iedere
Grof huishoudelijk restafval terugdringen door de 250-kg-regeling te maximeren tot 10 keer per jaar 250 kg per dag voor bouw- en sloopafval en voor niet herbruikbaar grof huishoudelijk restafval. Goedzooi-inzameling door kringloopbedrijf blijven voorschakelen als mogelijkheid om grof restafval te voorkomen De samenwerking met het kringloopbedrijf intensiveren door het sorteren van herbruikbare huisraad op het afvalbrengstation uit de grof huishoudelijke reststroom
dag ‘gratis’ 250-kilogram grof huishoudelijk afval bij ROVA op Hessenpoort mogen afleveren. Slechts een kleine groep maakt hier veelvuldig gebruik van (23% van de 86.658 aanbieders (cijfers 2010)). Zij bieden gemiddeld 17 keer per jaar afval aan met een gemiddelde van 168 kilo per keer. Dit zijn de zogenaamde grootverbruikers waarvoor nu álle Zwolse burgers betalen via de vaste gemeentelijke afvalstoffenheffing. Uit onderzoek blijkt ook dat Zwolle in 19/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
vergelijking met andere gemeenten meer grof huishoudelijk afval produceert. Ons advies is een maximum aan dit systeem te gaan verbinden. Het is goed dat er een gratis brengmogelijkheid is voor burgers in het kader van recycling en tegengaan van illegale dumpingen, maar het is nog beter als burgers een reëel limiet opgelegd krijgen van bijvoorbeeld 10 keer 250 kg grofvuil per bezoek. Ons advies is de volgende afvalstromen hiervan uit te zonderen, namelijk recyclebare afvalstromen als papier, glas, textiel, kunststof verpakkingen), KCA en grof tuinafval, alsmede de gevaarlijke en zwaar milieubelastende afvalstoffen als asbest en dakleer. Uit de cijfers van 2010 blijkt dat 77% van de aanbieders hier voldoende aan heeft. In 2010 bood 14% 1 keer per jaar afval aan, met een gemiddelde van 123 kilo per keer. Het merendeel van de aanbieders (68%) bood gemiddeld 4 keer per jaar aan met een gemiddelde van 127 kilo per keer. In deze hoeveelheid zitten ook fracties als groenafval, dakleer en kunststof die bij de nieuwe regeling niet worden meegeteld. Verder adviseren wij de samenwerking met het kringloopbedrijf te intensiveren door herbruikbare huisraad uit het grof huisvuil te sorteren op het afvalbrengstation. Financiën
3.3
Opbrengsten: € 1,82 per aansluiting
Efficiënte uitvoering Om de ambitie te realiseren tegen verantwoorde kosten, is het zaak de feitelijke afvalinzameling zo effectief en efficiënt mogelijk in te richten. Op korte termijn stellen wij tweetal maatregelen voor die een bijdrage leveren aan een efficiëntere inzameling én aan de reductie van afvalhoeveelheden en kosten.
3.3.1 Maatregel Doelstelling
Container management Container management systeem (CMS) Reductie van huishoudelijk restafval met 5-10% door het weren van afvalstoffen waarvoor geen afvalstoffenheffing wordt betaald. Verkrijgen van inzicht in afvalaanbod t.b.v. beleidsinformatie
Tijdspad
2012-2016
Toelichting
Momenteel beschikken de bewoners van de laagbouwpercelen in de gemeente Zwolle over een grijze, een groene en een blauwe minicontainer. Van de uitstaande minicontainers is geen actueel adressenbestand bij de gemeente of ROVA voorhanden. Dit betekent dat er geen inzicht is in de feitelijke beheerssituatie van het bestand aan minicontainers in de gemeente. Ook ontbreekt de directe relatie tussen het aanbieden van een minicontainer en het betalen van de afvalstoffenheffing. Uit ervaringcijfers bij andere gemeenten is bekend dat in der loop der tijd ook containers in omloop komen, waarvoor geen afvalstoffenheffing wordt betaald.
Met de invoering van een zogenaamd container management systeem 20/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
(CMS) kan dit inzicht wel worden verkregen. Invoering van een CMS betekent concreet dat de minicontainers worden voorzien van een chip. De inzamelvoertuigen zijn voorzien van een registratievoorziening met boordcomputer waardoor iedere minicontainer kan worden herkend. Een nadere verkenning van de voor- en nadelen van deze invoering is nuttig om, mede in het licht van de beleidsmatige ontwikkelingen, een afweging te kunnen maken. Overwegingen bij een CMS Invoering van CMS maakt het mogelijk dat: 1. informatie wordt verkregen voor management-, beleids- en beheersinformatie. Het wordt eenvoudiger om knelpunten te signaleren in de inzameling, zodat het mogelijk is om de inzameling te optimaliseren en efficiënter te laten plaatsvinden. 2. elke minicontainer is gekoppeld aan een bepaald adres waarvoor afvalstoffenheffing wordt betaald. Zoekgeraakte containers kunnen eenvoudig worden getraceerd. 3. het meer dan eens aanbieden van dezelfde container op dezelfde inzameldag onmogelijk is. Daarmee wordt dus voorkomen dat meer afval wordt aangeleverd dan waar men volgens de afvalstoffenheffing recht op heeft. 4. illegale minicontainers worden geweerd. Minicontainers worden met een CMS gekoppeld aan huisadressen waar afvalstoffenheffing wordt betaald. Als dat niet het geval is, wordt de minicontainer automatisch door de boordcomputer geweigerd. Op dezelfde wijze worden minicontainers met bedrijfsafval geweerd. 5. tijd en geld worden bespaard voor de afhandeling van belastingmutaties zoals verhuismeldingen in de gemeente, inschrijving van nieuwe inwoners en de afhandeling van bezwaarschriften. Als iemand niet is ingeschreven en toch een minicontainer aanbiedt, blijft deze staan en wordt die niet geleegd. Men zal zich dan alsnog moeten melden bij de gemeente. 6. er een eerlijker toerekening van de werkelijke kosten plaatsvindt: immers de bewoners van de gemeente behoeven niet meer mee te betalen aan “illegale” minicontainers en voor het aangeboden bedrijfsafval. 7. er een reductie van het aantal minicontainers en het aanbod van restafval wordt bereikt van 5 tot 10%, conform ervaringen bij andere gemeenten In dit voorstel is uitgegaan van het chipperen van alle minicontainers, dus ook die van kunststof, oud papier en gft-afval. Hierdoor wordt ook belangrijke informatie opgebouwd over het gebruik van de containers en het afvalscheidingsgedrag in Zwolle. Bij de overgang van minicontainers voor restafval naar ondergrondse verzamelsystemen wordt via de uitgifte van een milieupas voor toegangscontrole op het verzamelsysteem, een zelfde effect bereikt als met de chip in de minicontainer. Financiën
Kosten eenmalig: € 3,50 per aansluiting Kosten structureel: € 2,70 per aansluiting Opbrengsten: besparing administratiekosten (algemene middelen) + 12,9 kg restafval per aansluiting (opgenomen in doelstelling 3.2.1.)
21/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
3.3.2
Luiers en incontinentiemateriaal
Maatregel
Stopzetten gescheiden inzameling luiers
Doelstelling
Kostenreductie
Tijdspad
2012
Toelichting
Zwolle is nog een van de weinige gemeenten in Nederland waar luiers gescheiden worden ingezameld. Door het wegvallen van de enige recyclingfabriek voor luier- en incontinentiemateriaal in Nederland, is het milieurendement van de gescheiden inzameling onder druk komen te staan. Minder hergebruik van de deelfracties en grotere transportafstanden maken dat er geen noemenswaardig milieurendement is te halen. Daarnaast blijkt uit de responscijfers dat de opbrengsten van deze inzameling gering zijn (3 kg per inwoner). Dit komt mede door de beperkte inzamelvoorzieningen die ook niet evenredig over de stad zijn verspreid (kinderdagverblijven). Tot slot moet worden geconcludeerd dat de kosten voor de gescheiden inzameling relatief hoog zijn in vergelijking met de opbrengst. Dit geld kan ons inziens beter benut worden door de algemene gemeentelijke afvalinzamelstructuur te verbeteren waardoor meer en betere resultaten worden bereikt. Een bijkomend probleem is dat de luierinzameling via ‘losse’ bovengrondse containers gebeurt, deels in de openbare ruimte. Dit staat haaks op het gemeentelijk beleid voor het beheren van de openbare ruimte. Om deze redenen wordt voorgesteld de gescheiden inzameling te beëindigen.
Financiën
3.4
Nettobesparing - € 1,00 (inclusief verwerking meer restafval) per aansluiting
Communicatie en Voorlichting Maatregel
Verhogen kennis en motivatie bij burgers omtrent afvalscheiding
Tijdspad
2012-2016, doorlopend In de beleidsvisie ‘van afvalbeheer naar grondstoffenbeheer’ is een duidelijke rol weggelegd voor voorlichting en educatie. Dit beleidsinstrument krijgt met name een ROVA-brede invulling. Om de reductiedoelstelling te behalen, is de inzet van communicatie namelijk onontbeerlijk. Maatregelen in de inzameling hebben alleen effect als ze gedragen worden door de inwoners. Zij moeten het tenslotte dóen. Hiervoor heeft ROVA een langjarig afvalscheidingprogramma opgestart voor de periode tot 2015. De gemeente Zwolle sluit zich aan bij dit programma. Het vormt daarom ook de kern van hoe we in dit plan voor de periode 2011-2015 tegen communicatie aankijken. De boodschap die voor het afvalscheidingprogramma is geformuleerd is ‘Afval scheiden is Goud!’ Het doel van het programma is de kennis en de bewustwording van burgers met betrekking tot afval scheiden vergroten om te komen tot het gewenste gedrag. Het resultaat: maximalisatie van de gescheiden inzameling; vermindering van de hoeveelheid restafval conform de doelstelling; het behalen van de gemeentelijke milieudoelstellingen.
Toelichting
Het afvalscheidingprogramma bestaat uit drie peilers. De eerste peiler omhelst een overall programma voor communicatie voor alle burgers. In alle uitingen wordt structureel aandacht besteed aan het hoe en waarom van afvalscheiding. Daar waar mogelijk wordt gecommuniceerd over afvalscheiding op wijk en buurt niveau, de nadruk leggend op de resultaten die mede door toedoen van de burger worden bereikt. Dit om het onderwerp dichter bij de burger te brengen. De tweede 22/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
Financiën
3.5
peiler betreft specifieke communicatie rondom inzamel- en afvalscheidingprojecten. Ook hier wordt een duidelijk link gelegd naar het afvalscheidingprogramma. De derde peiler uit het afvalscheidingprogramma betreft educatie en voorlichting. Door de jeugd (basisschool en voortgezet onderwijs) er bij te betrekken, wordt het gewenste gedrag voor de korte en de lange termijn gestimuleerd. Verschillende keren tijdens de schoolcarrière komen kinderen in contact met het programma, zodat de boodschap beter beklijft en zoveel mogelijk leidt tot het gewenste gedrag. In de drie peilers van het programma komt consequent de boodschap terug: Afval scheiden is Goud! Realisatie binnen bestaand budget
Overige instrumenten
3.5.1
Financiële prikkel
Maatregel
Onderzoeken introductie financiële prikkel
Doelstelling
Reductie restafval
Tijdspad
2013
Toelichting
Naast de genoemde beleidsinstrumenten in de voorgaande paragrafen, wordt in veel Nederlandse gemeenten ook een financieel instrument gehanteerd, bijvoorbeeld in de vorm van het Diftar systeem. Diftar staat voor geDIFferentieerde TARieven. Hierbij betalen burgers afvalstoffenheffing, afhankelijk van de hoeveelheid afval dat zij aanbieden. Oftewel het principe van de ‘vervuiler betaalt’. In dit systeem bestaat de gemeentelijke afvalstoffenheffing uit twee delen, te weten een vast bestanddeel (vastrecht) en een variabel bestanddeel (variabele heffing). De variabele heffing wordt dan bepaald door het aantal malen dat men de grijze container ter lediging aanbiedt. In veel ROVA-gemeenten wordt dit systeem toegepast en heeft het bijgedragen aan de reductie van restafval. Een andere variant is de introductie van een beloningsysteem voor het inleveren van herbruikbare grondstoffen. Binnen ROVA wordt de haalbaarheid van een beloningsysteem verkend. De toepasbaarheid en wenselijkheid van de invoering van een financieel instrument voor de Zwolse situatie zal in een nader onderzoek in kaart worden gebracht. De e
verkenning zal plaatsvinden in de 2 helft van 2011 en de bestuurlijke besluitvorming kan dan in het eerste kwartaal van 2012 plaatsvinden. Financiën
3.5.2
Nader te onderzoeken
Ondergrondse verzamelsystemen met toegangscontrole
Maatregel
Ondergronds brengen van wijkvoorzieningen (met toegangscontrole)
Doelstelling
Verbeteren kwaliteit openbare ruimte en reductie restafval
Tijdspad
2012-2016
Toelichting
In wijken waar de inzameling op wijkniveau moet worden geregeld is de afgelopen jaren gekozen voor ondergrondse voorzieningen uit oogpunt van kwaliteit buitenruimte. Deze voorzieningen zijn uitgerust met een toegangscontrole om niet 23/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
geautoriseerd gebruik tegen te gaan. Dit heeft de afgelopen jaren geleid tot een verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte (bijvoorbeeld Binnenstad en Assendorp) en voor een reductie van de hoeveelheid restafval (o.a. Stadshagen). Dit beleid wordt ook de komende planperiode voortgezet. Bij renovatie en/of nieuwbouw met gestapelde bouw zal zoveel mogelijk in de ontwikkelfase met projectontwikkelaars worden overlegd over de voorzieningen voor afvalverwijdering. Financiën
Realisatie binnen bestaand budget, aangevuld met bijdrage woningbouwcoöperaties en projectontwikkelaars.
3.5.3
Reinigingsrecht
Maatregel
Onderzoek stopzetten gemeentelijk reinigingsrecht
Doelstelling
Reductie administratieve lasten en reductie oneigenlijke verwerkingskosten
Tijdspad
2012
Toelichting
De gemeente hanteert nog steeds reinigingsrecht voor bedrijven in de stad die
bedrijfsafval
meeliften op de inzameling van huishoudelijk afval. Naast opbrengsten aan reinigingsrecht staan hier tevens de afvalkosten tegenover van het ingezamelde bedrijfsafval. Het beëindigen van het reinigingsrecht kan budgetneutraal geschieden, maar draagt bij aan een zorgvuldige splitsing van publieke en private afvalstromen. Bedrijven kunnen een contract afsluiten met ROVA of met andere inzamelaars. Naast de besparing op de administratieve lasten die met dit reinigingsrecht zijn gemoeid, wordt ook beter geborgd dat de kosten voor bedrijfsafval ook volledig door het bedrijfsleven worden gedragen. Financiën
Nader te onderzoeken
24/32
32
Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
4
Financiële aspecten
Datum
Met de voorgestelde maatregelen willen we de burger belonen voor goed gedrag. Dit doen we door een hogere service te bieden met het huis-aan-huis inzamelen van de waardevolle grondstoffen, binnen de bestaande afvalstoffenheffing (duurzamer, maar niet duurder). Een hogere service heeft gevolgen voor de kosten (hogere ledigingfrequentie, uitbreiding containers, stimulering GFT). Minder restafval leidt evenwel tot besparing op de verwerkingskosten. Daarnaast hebben we te maken met zowel publieke (GFT en restafval) als private financiële regimes (vanuit de producentenverantwoordelijkheid), waarbij er voor de langere termijn onzekerheid is over de prijsontwikkeling van de inzameling in het private domein. Uitgangspunten bij de dekking van de kosten zijn: • Invoeren van de maatregelen binnen de bestaande afvalstoffenheffing; • Dekking zoeken binnen hetzelfde regime: publieke infrastructuur dekken met belastingen / privaat geïnitieerde inzameling dekken met vergoedingen uit verwijderingsbijdragen producentenverantwoordelijkheid; • Dekking binnen zelfde component: vaste kosten gedekt door vaste opbrengsten. Per saldo leidt de implementatie van het gemeentelijk grondstoffenplan tot een lagere afvalstoffenheffing per aansluiting die kan oplopen tot -/-€10,25 per aansluiting. Een aantal systeemwijzigingen leidt direct tot kostenbesparingen. Besparingen in de vorm van efficiëntere logistiek of het stopzetten van onrendabele inzamelvoorzieningen. Hierbij moet gedacht worden aan de maatregelen betreffende KCA en luiers. Om deze besparingen te bereiken moeten echter investeringen worden gedaan. Investeringen in nieuwe inzamelvoorzieningen zoals ondergrondse containers voor restafval, minicontainers voor verpakkingen en invoering van een container management systeem. Naast besparingen in de vorm van efficiëntere logistiek, wordt de totale omvang van de besparingen in belangrijke mate bepaald door de te bereiken reductie in de hoeveelheid restafval. Daalt het aanbod van restafval, dan dalen ook direct de kosten omdat het restafval dan niet ter verwerking aangeboden hoeft te worden bij een afvalverbrandingsinstallatie.
25/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
De financiële effecten voor implementatie van het voor u liggende grondstoffenplan worden als volgt begroot: Onderwerp
Kosten per aansluing Structureel Eenmalig
Aantal aansluitingen
51.952
1) gefaseerde invoering ondergrondse wijkvoorzieningen
Structureel (exploitatiekosten) Eenmalig (plaatsingskosten)
€ 12,00 € 16,00
2) optimalisering GFT inzameling door wekelijkse inzameling in zomermaanden 3) Optimaliseren inzamelvoorzieningen, oud papier, glas en textiel 4) Inzameling Kunststof / Droge componenten huis aan huis
€ 4,00
5) Inzetten Tuinzak
€ 2,50
6) Inzameling KCA op afroep
-€ 1,20
7) Aanpassen 250 kilgram regeling
-€ 1,82
8) Stopzetting Luierinzameling
-€ 1,00
9) Invoering container management Structureel (exploitatiekosten) Eenmalig (uitzetten en chipperen)
10) Optimaliseren afvalstromen
Totaal
Restafval GFT-afval Kunststofverpakkingen, droge componenten
€ 2,70 € 3,50
-€ 15,00 € 2,00 -€ 12,25
-€ 8,07
26/32
€ 19,50
32
Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
5
Epiloog
Datum
Doorkijk naar breder duurzaamheidplan De verwijdering van huishoudelijk afval is een gemeentelijke zorgtaak. Deze taak staat echter niet op zichzelf. Een goede afvalzorg draagt bij aan het welzijn van burgers omdat het bijdraagt aan een schone leefomgeving. Daar ligt een bredere verantwoordelijkheid van lokale overheden richting haar inwoners. Dit vraagt om een integrale aanpak van de deelterreinen afval, gemeentelijk groenbeheer en het benutten van kansen die zich voordoen in de productie van duurzame energie uit vrijkomende gemeentelijke afvalstromen. In voorgaande hoofdstukken ligt de focus op de gemeentelijke afvalstructuur voor huishoudelijk afval. Maar tegelijkertijd zijn gemeente en ROVA druk doende om de raakvlakken naar de andere beleidsterreinen vorm en inhoud te geven. Uiteindelijk moet dat resulteren in een breed duurzaamheidplan waarin afval, openbare ruimte en duurzame energie aan elkaar gekoppeld zijn. In dit afsluitende hoofdstuk geven wij een eerste overzicht van een aantal verkenningen die op dit punt actueel zijn. Wij zien dit hoofdstuk als een “overbruggingshoofdstuk” voor afval naar duurzaamheid. Duurzaam benutten (gemeentelijke) organische reststoffen Binnen de gemeenten komen op tal van terreinen organische reststoffen vrij. Denk daarbij aan gemeentelijk groenonderhoud, natuur- en landschapsbeheer, maaisel van bermen, reststoffen uit de agrarische sector en reststoffen uit de industrie. Deze reststoffen vormen een potentieel aan energiebronnen voor de productie van duurzame energie. Nieuwe technieken dienen zich aan om deze stoffen duurzaam te benutten. Het Innovatieplatform ROVA heeft de opdracht verstrekt voor het in kaart brengen van dergelijke technieken en reststoffen. De achtergrond is in het kader van klimaatbeleid en CO2-reductie, vanuit dergelijke initiatieven een bijdrage te leveren is aan de terugdringing van de uitstoot van broeikasgassen. Voor de verwerking van biomassa tot duurzame energie en/of brandstoffen is er enerzijds een zekere schaalgrootte nodig. Anderzijds is er behoefte aan regionale verwerking om logistieke handelingen zoveel mogelijk te vermijden. Een gecoördineerde aanpak van de verwerking is nodig om de omzetting van biomassa tot energie op de noodzakelijke schaalgrootte op diverse vlakken te organiseren. Er zijn veel betrokken partijen met uiteenlopende motieven en belangen om zich aan te sluiten bij een regionale organisatie voor duurzame energie. Naast de provinciale en gemeentelijke overheden en haar dienstverleners zoals ROVA, zijn dat agrarische ondernemers en landschapsen natuurbeheerders. Het creëren van draagvlak onder regie van een actieve overheid voor een gemeenschappelijke aanpak van deze partijen is essentieel.
27/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
In een afzonderlijke notitie zullen de mogelijkheden en bestuurlijke beslispunten op dit terrein worden uitgewerkt. Duurzaam lokaal energiebedrijf In opdracht van de gemeente Zwolle wordt een verkenning uitgevoerd naar het oprichten van een lokaal duurzaam energiebedrijf dat een rol kan spelen bij de organisatie van de duurzame energievoorziening in de stad.
28/32
32
Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
6
Bijlage
Datum
Europees en nationaal beleidskader op hoofdlijnen De kaders voor de formulering van het gemeentelijk afvalbeleid zijn voor een belangrijk deel vastgesteld op Europees en nationaal niveau. De Richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie verplichten de lidstaten om het Europees afvalbeleid uit te werken in nationale beleidsplannen en wetgeving. In de Wet milieubeheer is vastgelegd dat ieder bestuursorgaan tot taak heeft om bij de uitoefening van haar bevoegdheden rekening te houden met het door de Minister van Infrastructuur en Milieu vastgestelde afvalbeheerplan. De gemeenten hebben een wettelijke zorgplicht voor de periodieke inzameling van huishoudelijk afval dat vrijkomt bij elk perceel dat binnen haar grondgebied ligt. Vanwege de impact van het hogere beleidskader op een gemeentelijk afvalstoffenplan, gaan we in deze bijlage hierop nader in. Europees afvalbeleid Op 19 november 2008 heeft het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie haar de nieuwe Kaderrichtlijn afvalstoffen (Richtlijn 2008/98/EG) gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze nieuwe Kaderrichtlijn vervangt de Kaderrichtlijn afvalstoffen d.d. 15 juli 1975. Bij Wet van 3 februari 2011, Staatsblad 103, is de Kaderrichtlijn 2008 geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving. Bij deze wijziging is onder andere de Wet milieubeheer gewijzigd. De betreffende wijzigingen zijn in werking getreden op 4 februari 2011. Het algemene doel van de Richtlijn 2008/98 is om maatregelen te stellen ter bescherming van het milieu en de menselijke gezondheid door middel van preventie of beperking van de negatieve gevolgen die de productie van afvalstoffen en het afvalstoffenbeheer met zich meebrengen, alsmede door middel van de beperking van de gevolgen in het algemeen van het gebruik van hulpbronnen en de verbetering van het efficiënt gebruik van hulpbronnen. Deze richtlijn is formeel een nieuwe richtlijn, maar materieel een vervlechting en herziening van een drietal ingetrokken richtlijnen, waaronder als meest belangrijke de Kaderrichtlijn van 1975. De lidstaten zijn verplicht de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat het afvalstoffenbeheer geen gevaar oplevert voor de gezondheid van de mens en geen nadelige gevolgen heeft voor het milieu, met name: a) zonder risico voor water, lucht, bodem, fauna en flora; b) zonder geluids- of stankhinder te veroorzaken; en tevens c) zonder schade te berokkenen aan natuur- en landschapsschoon. Nieuw is in dit verband de formulering van een afvalhiërarchie. Een dergelijke hiërarchie (prioriteitsvolgorde) is nu nog in Nederland bekend als “de ladder van Lansink”. De Europese afvalhiërarchie is: preventie, voorbereiding voor hergebruik, recycling, andere nuttige toepassing, bv. Energieterugwinning en 29/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
veilige verwerking. In de Richtlijn zijn de definities van deze begrippen geformuleerd, opdat de inhoud van die begrippen duidelijk is. Verder is het beginsel van “de vervuiler betaalt” op Europees en internationaal niveau een leidend beginsel. De kosten van het afvalbeheer moeten worden gedragen door de eerste afvalproducent, de huidige of de vorige houders van afvalstoffen. De lidstaten kunnen besluiten de kosten van het afvalbeheer geheel of gedeeltelijk te laten dragen door de producent van het product waaruit het afval is voortgekomen en door de distributeurs van een dergelijk product in deze kosten te laten delen. Tenslotte valt op dat in deze richtlijn ook aandacht is voor bio-afval. Onder bioafval wordt verstaan: biologisch afbreekbaar tuin- en plantsoenafval, levensmiddelen- en keukenafval van huishoudens, restaurants, cateringfaciliteiten en winkels en vergelijke bare afvalstoffen van de levensmiddelenindustrie. Overeenkomstig de afvalhiërarchie, en om broeikasgasemissies van afvalstortplaatsen terug te dringen, acht de EU het van belang om de gescheiden inzameling en een goede verwerking van bio-afval te faciliteren, met het doel milieuveilige compost en ander materiaal op basis van bio-afval te produceren. Daarom is in de Richtlijn bepaalt dat de lidstaten passende maatregelen nemen voor de stimulering van: a) het gescheiden inzamelen van bio-afval met het oog op het composteren en vergisten van bio-afval; b) de verwerking van bio-afval op een wijze die een hoge mate van milieubescherming biedt; c) het gebruik van met biologisch afval geproduceerd milieuveilig materiaal. De nieuwe Kaderrichtlijn 2008 beoogt dus van de Europese Unie een “recyclingmaatschappij” te maken, waarbij wordt gepoogd de productie van afval te voorkomen en afvalstoffen als grondstof te gebruiken. Om het potentieel van nuttige toepassing te faciliteren of te verbeteren moeten afvalstoffen, indien zulks uitvoerbaar is op technisch, milieu- en economisch gebied, gescheiden worden ingezameld. De producentenverantwoordelijkheid is op Europees niveau verder uitgewerkt in Richtlijnen. Wij memoreren twee richtlijnen die op dit moment het meest actueel zijn, te weten de Richtlijn betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en de Richtlijn betreffende verpakkingen en verpakkingsafval. Beide richtlijnen zijn in de planperiode 2007-2011 geëffectueerd. Nationaal afvalbeleid Het Europees afvalbeleid heeft zijn uitwerking in nationale beleidsplannen en wetgeving. De tot op heden in Nederland gehanteerde documenten zijn het Landelijk Afvalbeheerplan en de Wet milieubeheer. Hierover het volgende. Landelijk afval beheerplan (LAP) Per 24 december 2009 is het Landelijk Afvalbeheerplan 2009 – 2021 (LAP2) van kracht geworden. Op basis van de Wet milieubeheer is dit plan bindend 30/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
voor het gemeentebeleid. Met het afvalbeleid is in de achterliggende jaren veel milieuwinst geboekt. Tussen 1985 en 2006 is binnen het totale afvalbeheer in Nederland het aandeel nuttige toepassing gestegen van 50% naar 83%. Het percentage storten is in diezelfde periode gedaald van bijna 35% naar ongeveer 4%. Een verdere vermindering van de milieudruk is noodzakelijk op weg naar een duurzame samenleving. De uitputting van de fossiele energiebronnen en grondstoffen moet worden teruggedrongen. De Nederlandse overheid heeft ambities uitgesproken op het gebied van duurzaamheid: - Per jaar wordt 2% aan energiebesparing gerealiseerd, gerekend vanaf 2010. - In 2010 is het verlies aan biodiversiteit gestopt. - In 2020 is de uitstoot van broeikasgassen met 20% verminderd ten opzichte van 1990. - In 2020 bestaat er geen gevaar meer voor mens en milieu als gevolg van de verspreiding van gevaarlijke stoffen. - In 2020 wordt 14% van de energie duurzaam opgewekt. Ook het afvalstoffenbeleid moet een bijdrage leveren aan deze ambities. Een duurzaam en zuinig materiaalgebruik is te realiseren vanuit het perspectief van de hele keten. Daarmee wordt het traject bedoeld van de winning van een grondstof tot en met de verwerking van een afvalstof. Met een ketenaanpak in het afvalbeleid wordt een verdere vermindering van de milieudruk door afval beoogd. In LAP2 is een integraal materiaalketenbeleid opgenomen met als doel om in 2030 een afvalloos Nederland te realiseren. Landelijk zullen sturingsinstrumenten worden ontwikkeld en ingezet om eerder in de keten in te grijpen en een omslag in denken, ontwerpen en produceren te bereiken. Voor de gemeenten is relevant dat als doel is geformuleerd dat het percentage nuttige toepassing van huishoudelijk afval van 51% in 2006 moet toenemen tot 60% in 2015. Wet Milieubeheer De Wet milieubeheer is het juridisch kader voor het gemeentelijk afvalbeleid. Bij Wet van 21 juni 2001, Staatsblad 2001-346, is de Wet milieubeheer ingrijpend gewijzigd. Deze wijziging is op 8 mei 2002 in werking getreden. Bij wet van 3 februari 2011, Staatsblad 2011-103 is de Wet milieubeheer aangepast aan de nieuwe Kaderrichtlijn afvalstoffen (Richtlijn 2008/98/EG). De uitvoering van de afvalverwijdering blijft net als voorheen door gemeenten, provincies en rijk gezamenlijk plaatsvinden, maar wordt voortaan centraal op rijksniveau gestuurd. Gemeenten hebben in de uitvoering van het landelijk beleid een belangrijke taak. Zij zamelen het huishoudelijk afval (gescheiden) in en stimuleren afvalscheiding en –preventie bij burgers en bedrijven. De Wet milieubeheer legt de gemeenten een algemene zorgplicht op met betrekking tot het afvalbeheer. Artikel 10.21 van de Wet milieubeheer stelt dat “elke gemeente er zorg voor draagt dat ten minste eenmaal per week de huishoudelijke afvalstoffen met uitzondering van grove afvalstoffen worden ingezameld”. Vanwege de wijziging van de Wet milieubeheer d.d. 3 februari 31/32
32
Datum Titel
10 januari 2012 Gemeentelijk Grondstoffenplan 2012-2016
2011 is niet langer bepaalt dat groente-, fruit- en tuinafval afzonderlijk dienen te worden ingezameld. Via een wijziging van LAP2 zal inhoud worden gegeven aan de stimulering van de gescheiden inzameling van bio-afval en de verwerking daarvan, alsmede het gebruik van met biologisch afval geproduceerd milieuveilig materiaal. De verplichting voor de lagere overheden om bronscheiding van diverse afvalstromen toe te passen vloeit voort uit het LAP, waarbij in LAP2 de doelstellingen op bronscheiding niet nader gespecificeerd meer zijn. Gemeenten worden geacht om al het mogelijke te doen in het realiseren van de 60% nuttige toepassing van al het huishoudelijke afval. Verder bevat de Wet milieubeheer sinds 21 juni 2001 expliciet de verplichting om een afvalstoffenverordening vast te stellen waarbij rekening wordt gehouden met het gemeentelijk milieubeleidsplan. Het op dit moment vigerende milieubeleidsplan van de gemeente Zwolle is de notitie ‘Milieu op scherp’ van 19 september 2005. Deze notitie verwijst voor wat betreft afval naar het lopende gemeentelijke afvalplan. Bij de wijziging van de Wet milieubeheer d.d. 3 februari 2011 is aangegeven dat ook de gemeente de vorenbedoelde afvalhiërarchie moet hanteren.
32/32