GEMEENTE ZEIST
Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist’
Datum
: Augustus 2015
Versie
: 08
Auteurs
: mRO b.v.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
2
Inhoudsopgave 1.
INLEIDING ............................................................................................................................................ 5
2.
BEANTWOORDING INSPRAAKREACTIES ....................................................................................... 7
3.
4.
2.1
Inspreker 1 .................................................................................................................................... 7
2.2
Inspreker 2 .................................................................................................................................. 16
2.3
Inspreker 3 .................................................................................................................................. 16
2.4
Inspreker 4 .................................................................................................................................. 16
2.5
Inspreker 5 .................................................................................................................................. 16
2.6
Inspreker 6 .................................................................................................................................. 17
2.7
Inspreker 7 .................................................................................................................................. 17
2.8
Inspreker 8 .................................................................................................................................. 17
2.9
Inspreker 9 .................................................................................................................................. 17
2.10
Inspreker 10 ................................................................................................................................ 17
2.11
Inspreker 11 ................................................................................................................................ 17
2.12
Inspreker 12 ................................................................................................................................ 17
2.13
Inspreker 13 ................................................................................................................................ 17
2.14
Inspreker 14 ................................................................................................................................ 17
2.15
Inspreker 15 ................................................................................................................................ 18
2.16
Inspreker 16 ................................................................................................................................ 18
2.17
Inspreker 17 ................................................................................................................................ 18
2.18
Inspreker 18 ................................................................................................................................ 18
2.19
Inspreker 19 ................................................................................................................................ 18
2.20
Inspreker 20 ................................................................................................................................ 19
2.21
Inspreker 21 ................................................................................................................................ 19
2.22
Inspreker 22 ................................................................................................................................ 19
2.23
Inspreker 23 ................................................................................................................................ 19
2.24
Inspreker 24 ................................................................................................................................ 19
2.25
Inspreker 25 - Rentmeesterskantoor Noordanus & Partners BV ................................................ 32
2.26
Inspreker 26 ................................................................................................................................ 35
2.27
Inspreker 27 - Werkgroep Natuurlijk Zeist-West ......................................................................... 53
2.28
Inspreker 28 – Stichting Milieuzorg Zeist .................................................................................... 68
BEANTWOORDING ARTIKEL 3.1.1 BRO-reacties.......................................................................... 83 3.1
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden ............................................................................ 83
3.2
VRU - Veiligheidsregio Utrecht ................................................................................................... 83
AANPASSINGEN HERZIENING BESTEMMINGSPLAN .................................................................. 85 4.1
Aanpassingen naar aanleiding van inspraak .............................................................................. 85
4.2
Ambtshalve aanpassingen .......................................................................................................... 86
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
3
BIJLAGE 1
Asbestinventarisatie, Lagegrond 1A - opstallen excl. woning met deel, CSO, 23 oktober 2013 ................................................................................................................................ 87
BIJLAGE 2
Asbestinventarisatie, Lagegrond 1A - woning met deel, CSO, 29 oktober 2013. ........... 89
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
4
1. INLEIDING Het voorontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van donderdag 11 december 2014 tot en met woensdag 21 januari 2015 ter inzage gelegen. In deze periode zijn 29 inspraakreacties ontvangen en 2 artikel 3.1.1. Bro-reactie. Hierna in hoofdstuk 2 wordt elke inspraakreactie afzonderlijk beantwoord. De reacties uit het wettelijke vooroverleg ex artikel 3.1.1 waren positief en worden in hoofdstuk 3 samengevat en beantwoord. Op 27 maart 2015 heeft op initiatief van het raadslid Van Gemeren een schouw plaatsgevonden op de locatie Lagegrond. Tijdens die bijeenkomst is het plan nog eens toegelicht door mevrouw Koningsveld van (toen nog) BBL, hebben een aantal insprekers hun inspraakreactie nog eens toegelicht en zijn over een weer vragen gesteld. De locatie zelf (Lagegrond 1A) kon niet worden betreden omdat er kort te voren een schoorsteenbrand had plaatsgevonden waarbij asbest is vrij gekomen. Naar aanleiding van deze bijeenkomst is besloten om voor de tijdelijke weg gebruik te maken van rijplaten, die na de sloop- en saneringswerkzaamheden gelijk weer worden verwijderd. Binnen de vergunningsperiode van 5 jaar kunnen de rijplaten opnieuw worden neergelegd ten behoeve van de bouwwerkzaamheden en voor de duur van de bouwwerkzaamheden. Het aanleggen van een tijdelijke weg in de vorm van een wegendoek met daarop een puinbed van verharding is daarmee van de baan. Ten behoeve van de tijdelijke weg is een tijdelijke omgevingsvergunning aangevraagd bij de gemeente De Bilt (een deel van de weg ligt in de gemeente De Bilt). Deze vergunning is afgegeven op 13 juli 2015 voor een periode van vijf jaar. Voor de tijdelijke brug over de Zeister Grift en het maken van een dam over de Bisschopswetering heeft het Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden (HDSR) op 2 maart 2015 een vergunning afgegeven voor een periode van drie jaar. Op 25 juni 2015 heeft het HDSR de bezwaren ongegrond verklaard. De vergunning kan na deze periode worden verlengd. In het kader van de vergunningaanvraag voor de tijdelijke weg heeft ook nader ecologisch onderzoek plaatsgevonden, naar met name de ringslang. Uit dat onderzoek komt naar voren dat de ringslang in het gebied voorkomt en dat er daarom mitigerende maatregelen nodig zijn voor het gebruik van een tijdelijke weg. Bij het leggen van de rijplaten zal daarom eveneens een amfibieënscherm worden geplaatst langs de tijdelijke weg van rijplaten. Het scherm maakt de weg ontoegankelijk voor ringslangen. Naar verwachting gaat dit om een korte periode van een aantal weken. Na afronding van de sloop- en saneringswerkzaamheden worden de rijplaten en het amfibieënscherm gelijk verwijderd. Bij start van de bouwwerkzaamheden zullen ten behoeve van de tijdelijke weg dezelfde maatregelen worden getroffen. Verder was het aanvankelijk (naar aanleiding van de inspraakreacties) de bedoeling om alle agrarische gronden buiten dit bestemmingsplan te laten, en het plan te beperken tot de woonkavels. Het dierenhotel voor de vervangende huisvesting van onder meer de kerkuil en vleermuizen kan echter niet op de woonkavels worden geplaatst omdat de gehele kavel moet worden gesaneerd. Maar voor dat er gesaneerd en gesloopt kan worden, moet het dierenhotel al zijn geplaatst. Om die reden is het dierenhotel voorzien op de agrarische gronden achter de woonkavels. In de regels is opgenomen dat op deze gronden een dierenhotel mag worden geplaatst. Verder is voor deze gronden exact de regeling uit het
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
5
geldende bestemmingsplan overgenomen (openheid). De mogelijkheid voor een boomgaard of stadslandbouw op deze gronden is geschrapt. De agrarische gronden tussen Lagegrond 1A en Lagegrond 1B zijn wel uit het bestemmingsplan geschrapt omdat voor deze gronden geen planologische veranderingen zijn voorzien.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
6
2.
BEANTWOORDING INSPRAAKREACTIES
2.1
Inspreker 1
Inspraak:
Insprekers hebben samen met een groot aantal andere buurtbewoners van de Brugakker 63/65 een gelijkluidende inspraakreactie ingediend. In hun inspraakreactie verwijzen insprekers naar de informatiebijeenkomst op 15 december 2014 over het voorontwerp bestemmingsplan. Insprekers vinden het goed dat met dit plan een oplossing komt voor de vervallen opstallen en de verwijdering van het in deze opstallen geconstateerde asbest materiaal, inclusief afvoer van vervuilde grond. Het bezwaar richt zich tegen de koppeling van deze sloop aan de bouw van een extra woning en tegen de aanleg van een tijdelijke weg voor de aan- en afvoer van sloop- en bouwmaterialen. Insprekers hebben op de informatiebijeenkomst in december 2014 hun teleurstelling uitgesproken over de aanleg van een tijdelijke weg door het weiland en over de Grift. De route is gepland vlak achter de huizen van Brugakker 63 en 65 en doorkruist het gebied dat onderdeel is van de EHS.
Reactie gemeente:
De gemeente waardeert de grote betrokkenheid van de bewoners van de Brugakker series 63/65 met hun leefomgeving. Naar aanleiding van hun reacties is er nog eens goed naar de planvorming en eventuele alternatieven gekeken. Hierna zal daar aan de hand van de specifieke bezwaren nader op in worden gegaan. Daarnaast zijn omwonenden geïnformeerd over de aanvraag omgevingsvergunning voor de aanleg van de tijdelijke weg. Ook is de gemeente blij dat de wens om een oplossing te vinden voor de vervallen opstallen en bodemverontreiniging op het perceel Lagegrond 1A, door de insprekers wordt gedeeld. De tijdelijke weg is op meer dan 110 meter achter de woningen Brugakker 63/65 voorzien. De weilanden waar de tijdelijke weg is beoogd, maken geen deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. De begrenzing van de EHS in dit gebied is in onderstaande kaartuitsnede groen weergegeven. Het tracé van de beoogde ontsluiting is met zwarte pijlen weergegeven.
EHS volgens interactieve kaart Provinciale Ruimtelijke Verordening 2013.
Conclusie:
De reacties en stellingen van insprekers zijn beantwoord.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
7
Hierna zal uiteen worden gezet dat het bestemmingsplan en het uitvoeringstraject op onderdelen zijn aangepast.
Inspraak:
De tijdelijke bouwroute is volgens insprekers nodig voor: sloop/bodemsanering/aanleg mitigerende maatregelen; nieuw bouwkavel met mogelijkheid voor bouw woning; renovatie van oude boerderij tot woonhuis. Gezien de onzekerheid van de start van de bouw van de extra woning en de renovatie van de oude boerderij, achten insprekers de 2 jaar die genoemd is om alles te realiseren, niet realistisch. In de directe omgeving in het buitengebied zijn meer kant en klare bouwplannen bekend, waar al jaren geen koper voor is gevonden. Voor de renovatie van de oude boerderij is nog geen gegadigde. Bezwaar 1: sloop gekoppeld aan nieuwbouw/renovatie De sloop van opstallen is gekoppeld aan de bouw van een nieuwe woning en renovatie van de bestaande boerderij. De kosten van de sloop en afvoer zouden moeten worden bekostigd met de verkoop van een perceel ter grootte van 2.000m², dat een bestemming heeft voor 1 woning. Bij aankoop van de percelen in 1999 is reeds een bedrag gereserveerd voor sloop en afvoer. Zoeken naar financiering is dus niet nodig. Ook is door de koppeling van sloop en nieuwbouw/ renovatie geen tijdsgarantie te geven voor de ‘tijdelijke weg’.
Reactie gemeente:
De voormalige agrarische opstallen aan de Lagegrond 1A zijn in 1999 tezamen met de agrarische bedrijfsgronden aangekocht in het kader van het landinrichtingsproject Groenraven Oost. In dat kader zijn de voormalige agrarische bedrijfsgronden aangekocht voor natuurontwikkeling om de ecologische verbindingsfunctie van deze gronden zeker te stellen. Daarbij was het de bedoeling om de overtollige opstallen te slopen en te verwijderen. Dat bleek echter minder eenvoudig dan gedacht. In de gebouwen zit asbest en de bodem is verontreinigd. Dat betekent dat asbestsanering nodig is om de overtollige gebouwen te kunnen slopen, en bodemsanering om de locatie vrij te kunnen maken. Daar komt bij dat de ontsluiting van het perceel voor zwaar verkeer, problematisch is. In de afgelopen 16 jaren is het niet gelukt om de sloop en sanering van het perceel voor elkaar te krijgen. Inmiddels is het project Groenraven Oost afgesloten. De gelden voor dit project zijn volledig besteed, onder meer ten behoeve van natuurontwikkeling in het buitengebied rond de Lagegrond. Dat is in het kort de stand van zaken bij de aanvang van de onderhavige planvorming. Daarbij is gezocht naar een zorgvuldige en uitvoerbare wijze van financieren van de sloop/bodemsanering en mitigerende maatregelen. Deze is gevonden in de opbrengsten van de verkoop van de oude boerderijwoning met woonkavel en de verkoop van een extra woonkavel. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het instrument Ruimte voor ruimte regeling (zie ook de beantwoording onder reactie 2.24 onder ad2 op pagina 21) De oplossing voor de problematische ontsluiting voor zwaar verkeer is gevonden in de aanleg van een tijdelijke weg ten behoeve van de sloop, bodemsanering en nieuwbouw/renovatie. De stelling van insprekers dat de sloop en bodemsanering maar gefinancierd moet worden uit de Groenraven Oost-gelden, gaat niet op. Het project is afgesloten en
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
8
er zijn geen gelden meer beschikbaar. In de afgelopen 16 jaren is het niet gelukt om een oplossing te vinden. De sloop en bodemsanering is noodzakelijk omdat de opstallen meer en meer in bouwvallige staat zijn gaan verkeren en ontsierend zijn voor het landschap. Voor de financiering van de sloop van de overtollige opstallen en de bodemsanering is de verkoop van de oude boerderijwoning met woonkavel en de verkoop van een extra woonkavel noodzakelijk. Uit de opbrengsten hiervoor moeten plankosten, aanleg tijdelijke weg (en brug), bodemsanering, de asbestverwijdering (gebouwen en bodem), sloop van de gebouwen, mitigerende maatregelen en herinrichtingskosten, worden gedekt. De boekwaarde wordt hiermee echter niet terugverdiend. De huidige eigenaar, de provincie Utrecht, heeft het afschrijven van de boekwaarde dan ook voor eigen rekening genomen. Onderzocht is of de kosten voor planvorming, sloop, sanering, asbestverwijdering en herinrichting van het gebied kunnen worden gedekt. Daarbij is er vanuit gegaan dat de kosten voor asbestverwijdering flink zullen oplopen, aangezien er zowel asbest in de gebouwen is aangetroffen als in de terreinverhardingen. Ook de sloopkosten zijn niet regulier omdat er ten behoeve van de afvoer van het sloopmateriaal een tijdelijke weg met rijplaten moet worden geregeld, inclusief mitigerende maatregelen ter bescherming van flora- en fauna. De verkoop van één woonkavel zoals opgenomen in het huidige bestemmingsplan Buitengebied Zuid-West biedt daarvoor bij lange na niet genoeg opbrengsten. Onderzocht is of de verkoop van een tweede woonkavel wel voldoende opbrengsten genereert. De uitkomst daarvan is positief. Met de verkoop van 2 woonkavels kunnen de kosten voor planvorming, sloop, sanering en herinrichting van de locatie Lagegrond 1A worden gedekt. De ruimte voor ruimte regeling biedt daartoe een planologische mogelijkheid. Naar aanleiding van de bezwaren van insprekers is nog eens goed gekeken naar de beoogde uitvoering van het traject en is afgezien van het aanleggen van een puinbed ten behoeve van een tijdelijke weg. In plaats daarvan zal gewerkt worden met rijplaten die gelijk na de werkzaamheden weer worden verwijderd. Ten behoeve van de tijdelijke weg is een tijdelijke omgevingsvergunning aangevraagd en afgegeven, voor een periode van maximaal 5 jaar. Binnen deze periode kunnen rijplaten worden gelegd ten behoeve van de sloop- en saneringswerkzaamheden en ten behoeve van de bouw- en/of verbouwwerkzaamheden. Zodra de werkzaamheden zijn afgerond moeten de rijplaten weer worden verwijderd en moet het terrein weer worden hersteld in de oorspronkelijke situatie. Na 5 jaar is de vergunning niet meer geldig en kan daarvan geen gebruik meer worden gemaakt. Ook de watervergunning voor de aanleg van een tijdelijke brug, is een tijdelijk vergunning (voor drie jaar, deze kan worden verlengd) die na het verstrijken van de termijn niet meer geldig is. Op zowel de gemeente De Bilt (omgevingsvergunning) als het Waterschap (watervergunning) rust de verplichting om hierop te handhaven. Voor omwonenden en andere belanghebbenden staan de nodige rechtsmiddelen open om handhaving ook af te dwingen. De eigenaar van de tijdelijke weg en brug is de provincie Utrecht. De provincie zal het verwijderen van de weg opnemen in haar werkplannen voor de komende jaren. Daarmee is de tijdelijkheid van de weg naar onze mening met voldoende rechtswaarborgen omkleedt. Dat neemt niet weg dat het de bedoeling is om het project binnen ongeveer 5 jaar Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
9
af te ronden, en dat de rijplaten gedurende die looptijd maar korte periodes aanwezig zullen zijn voor de aan- en afvoer van sloopmateriaal, gesaneerde grond en bouwmaterialen. Het is zeker niet zo dat omwonenden ook gedurende de gehele looptijd van 5 jaar continu geconfronteerd zullen worden met vrachtverkeer over de tijdelijke weg. Sterker nog het zal om korte periodes van hooguit enkele maanden gaan waarin er met vrachtverkeer wordt gereden ten behoeve van sloop, bodemsanering en/of nieuwbouw. In de periodes dat er rijplaten liggen zal deze tijdelijke weg niet open staan voor ander verkeer, en op de momenten dat de rijplaten niet nodig zijn voor de genoemde werkzaamheden, zullen deze weer worden verwijderd. Het is de bedoeling om de sloop en sanering (na aanbesteding) op te dragen aan een aannemer die gecertificeerd is voor asbestverwijdering en sanering van vervuilde grond. (NB: het gaat om afvoeren van ca.1.500 m³ te saneren grond en het aanvoeren van evenzoveel kubieke meters schone grond ter aanvulling van de gaten. Daar bovenop moet ook schone grond worden aangevoerd voor het vullen van de af te breken mestkelders. Het aan- en afvoeren kan niet met dezelfde vrachtwagens, want dan mengen schone en vervuilde grond. Kortom het gaat om enkele honderden vrachtwagens.) Pas als de bedrijfsgebouwen zijn gesloopt en de bestemming is veranderd in wonen, kan de bouwkavel te koop worden aangeboden. De koper moet dan nog een bouwplan maken en voor de realisatie daarvan een omgevingsvergunning aanvragen. De doorlooptijd daarvan is op dit moment nog ongewis: dat kan een half jaar zijn, maar mogelijk ook wat langer, bijvoorbeeld een jaar na de sloop. Dat betekent dat de bouw van de woning pas een half jaar of langer na de sloop, kan starten. De bouwtijd voor een woning bedraagt ongeveer 9 maanden tot een jaar. In die bouwtijd zal er een tijdelijke weg van rijplaten beschikbaar moeten zijn voor de aanvoer van bouwmaterialen en materieel om te kunnen bouwen. Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. Wel zal de uitvoering van de tijdelijke weg met behulp van rijplaten worden gedaan.
Inspraak:
Bezwaar 2: alternatieve opties bouwroute Tijdens het gesprek met initiatiefnemer is gebleken dat niet alle opties voor een bouwroute zijn onderzocht w.o.: afvoer in de westelijke richting via de Bisschopsweg. Volgens de initiatiefnemer is er geen recht van overpad, maar er is ook geen contact opgenomen met de betreffende eigenaar. afvoer over een onverharde weg door het weiland richting Bunnik en uitkomend op de Tolakkerlaan aan de kant van de Uithof. Deze route wordt ook door landbouwvoertuigen van het Utrechts Landschap gebruikt en voor de weg geldt het recht van overpad. De route loopt tevens over het grondgebied van de gemeente Zeist. Initiatiefnemer heeft niet kunnen aangeven op basis waarvan een afweging en selectie is gemaakt voor de verschillende opties.
Reactie gemeente:
Ten behoeve van de tijdelijke weg is naar alternatieve routes gekeken en is ook een gemotiveerde afweging gemaakt. Naar aanleiding van de inspraakreacties zijn de door insprekers naar voren gebrachte alternatieven (nogmaals) bekeken. Anders dan de gekozen route gaat de route via de Bisschopsweg (zwarte pijl in de figuur hierna) dwars door de ecologische hoofdstructuur (groen in de figuur hierna). De bescherming van de ecologische hoofdstructuur is ook door insprekers als een te beschermen belang naar voren gebracht.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
10
EHS volgens interactieve kaart PRV 2013.
In het verleden is de route via de Bisschopsweg wel gebruikt. Ook daarbij ging het om zwaarwegende maatschappelijke belangen (gasleiding) en wilde de grondeigenaar alleen toestemming geven als de werkzaamheden hooguit enkele weken in beslag zouden nemen. Dat zou voor het onderhavige project onvoldoende soelaas bieden. Ook de route door het weiland naar de Tolakkerlaan en richting Bunnik (zwarte pijlen in de figuur hierna) gaat dwars door de ecologische hoofdstructuur (groen). En ook daarvoor is de toestemming nodig van verschillende particuliere grondeigenaren.
EHS volgens interactieve kaart PRV 2013.
Al met al menen wij dat de alternatieve routes minder geschikt zijn. Temeer daar de beoogde route richting de Kromme-Rijnlaan niet door de ecologische hoofdstructuur gaat, daarvoor geen toestemming nodig is van particuliere eigenaren en naar onze mening acceptabel is met inachtneming van de maatregelen om de overlast voor omwonenden zoveel mogelijk te beperken. Na hernieuwde afweging van alle betrokken belangen blijft de beoogde route naar de Kromme-Rijnlaan de beste optie.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
11
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Bezwaar 3: overlast ‘tijdelijke’ bouwroute Eventuele maatregelen voor het afsluiten van de tijdelijke bouwroute worden aan de aannemer overgelaten. De bouwroute maakt het mogelijk dat iedereen deze schakel in de ecologische verbindingszone in het buitengebied kan betreden met alle overlast ten gevolge. Voor de aanpalende huizen zal het inbraakrisico aanzienlijk toenemen bij de aanleg van deze tijdelijke weg.
Reactie gemeente:
De tijdelijke weg is voorzien op meer dan 110 meter van de woningen aan de Brugakker 63/65. Zie de figuur met het beoogde traject hierna.
Figuur: beoogde traject tijdelijke weg. Zoals in de inleiding is aangegeven is de uitvoering van de tijdelijke weg qua tijd en materiaalgebruik gewijzigd ter tegemoetkoming aan bezwaren op dit punt. De tijdelijke weg met rijplaten zal alleen voor het sloop-, sanerings- en bouwverkeer van de Lagegrond 1A aanwezig zijn. De rest van de tijd is er geen weg aanwezig en zijn de gronden via deze route niet toegankelijk. Tijdens het gebruik van de weg met rijplaten is deze alleen overdag toegankelijk. De afsluiting zal als voorwaarde aan de aannemer worden opgelegd, en zo nodig worden afgedwongen. De weg met rijplaten zal slechts enkele aaneen gesloten periodes van hooguit enkele Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
12
maanden in gebruik zijn voor het sloop-, sanerings- en bouwverkeer. Daar komt bij dat de weg door het open weiland gaat en alle betreders van grote afstand zichtbaar zullen zijn. Op deze afstand zal de overlast als gevolg van het vrachtverkeer ten behoeve van de werkzaamheden beperkt zijn. Bovendien gaat het om een aantal beperkte periodes waarin er met vrachtwagens wordt gereden. Betreding door anderen dan het genoemde verkeer zal zoveel mogelijk worden voorkomen. De vrees voor een toename van het inbraakrisico delen wij niet gelet op de grote afstand tot de woningen van insprekers (inbrekers moeten 100meter door het weiland) en de zichtbaarheid van eventuele betreders. Bovendien wordt het merendeel van de woningen langs de Brugakker nog met een brede sloot van de weilanden gescheiden, die nog weer extra belemmeringen opwerpt voor de betreding vanaf de weilanden. Ook wordt zorg gedragen voor goede afsluitmaatregelen van de tijdelijke weg in de nachtelijke uren. Al met al menen wij dat de eventuele tijdelijke overlast niet zo groot is dat van de tijdelijke weg richting Kromme-Rijnlaan moet worden afgezien. In ons drukbevolkte land is enige tijdelijke overlast als gevolg van sloop-, sanerings- en bouwwerkzaamheden onvermijdelijk. Gelet op de plaatselijke situatie en na afweging van alle betrokken belangen achten wij de tijdelijke gevolgen voor de bewoners aan de Brugakker 63/65 niet onaanvaardbaar. Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. Wel zullen bij de uitvoering maatregelen worden voorgeschreven om de tijdelijke weg van rijplaten gedurende het gebruik af te sluiten voor ander verkeer.
Inspraak:
Bezwaar 4: aantasting landschap Aantasting van het landschap dat onderdeel vorm van de EHS. Het gebied is belangrijk als ecologische verbindingszone van het Vechtplassengebied/Noorderpark via het Wildviaduct naar het overgangsgebied Kromme Rijngebied/Langbroekwetering en de Utrechtse Heuvelrug en vice versa.
Reactie gemeente:
Juist om de ecologische hoofdstructuur en verbindingszone te sparen is gekozen voor de route richting de Kromme-Rijnlaan. Deze route gaat niet door de EHS. Bij de aanleg van de weg zal bovendien zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de landschappelijke aspecten. Aanvankelijk was het nog de bedoeling om een tijdelijke weg aan te leggen in de vorm van een puinbed van 40cm op wegendoek. Naar aanleiding van het overleg met onder meer omwonenden wordt daar nu van afgezien. In de periodes waarin er sloop- en saneringswerkzaamheden plaatsvinden of (nieuw)bouw werkzaamheden, zal een tijdelijke weg worden gemaakt van rijplaten. Zodra de werkzaamheden zijn afgerond zullen de rijplaten weer worden verwijderd. De landschappelijke gevolgen kunnen op die wijze tot een minimum worden beperkt. Uiteraard zal het vrachtverkeer wel zichtbaar zijn, maar dat is een tijdelijke situatie die na afronding van het project geheel wordt beëindigd.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. Wel is de uitvoering van de tijdelijke weg aangepast.
Inspraak:
Bezwaar 5: aanleg ‘tijdelijke’ weg De weg wordt aangelegd d.m.v. het weggraven van de grond en het storten van
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
13
een 40 cm diepe puinlaag van het sloopafval van de opstallen i.p.v. het gebruik van rijplaten. Deze laatste optie is volgens de initiatiefnemer te duur. Insprekers zetten vraagtekens bij de vervuiling van het sloopafval. Er is geen garantie dat het geen asbestresten of andere vervuiling meer zal bevatten. Reactie gemeente:
Zoals hiervoor aangegeven wordt ten behoeve van de weg gebruik gemaakt van rijplaten in plaats van het weggraven van grond en storten van een puinlaag. De sloop en sanering zal worden uitgevoerd door een bedrijf dat gecertificeerd is voor asbestsanering. Dat zal één van de voorwaarden voor de aanbesteding zijn. Daarop zal ook worden toegezien door de Omgevingsdienst Regio Utrecht die in deze het bevoegde gezag vertegenwoordigd.
Conclusie:
De zienswijze geeft op dit onderdeel geen aanleiding voor de aanpassing van het bestemmingsplan.
Inspraak:
Bezwaar 6: milieu effecten In 2001 is door Alterra een advies opgesteld (rapport 340) over de aanleg van fiets- en wandelpaden in de Lagegrond. Het nu voorliggende plan voor een tijdelijke bouwweg volgt precies het tracé van het toen voorgestelde fiets/wandelpad. In het Alterra rapport staan een aantal voorwaarden genoemd waardoor de milieuschade door het fietspad zoveel mogelijk beperkt moest worden. De voorliggende bouwweg voldoet aan geen van die voorwaarden en brengt dus grote schade aan dit gebied.
Reactie gemeente:
De tijdelijke weg volgt een deel van het tracé van één van de opties uit het Alterra rapport. Juist het meest kwetsbare gedeelte van dit ‘Alterra-tracé’ wordt niet gevolgd. De tijdelijke weg voert naar het perceel Lagegrond 1A en gaat vervolgens niet, zoals het ‘Alterra-tracé’ dwars door de EHS/ecologische verbinding richting de Bisschopsweg/Tolakkerlaan. Daar komt bij dat de belangrijkste aanbevelingen uit het Alterra-rapport (beperkte toegankelijkheid) nu juist wel gevolgd worden. Ten behoeve van de herontwikkeling van de Lagegrond 1A is een tijdelijke weg, zonder verlichting of andere voorzieningen beoogd. De tijdelijke rijplaten worden na afloop van de werkzaamheden gelijk weer verwijderd. Na afloop zal het terrein weer in de oude situatie worden hersteld. De tijdelijke weg wordt alleen opengesteld voor het sanerings-, sloop- en bouwverkeer, en niet voor ander verkeer.
Conclusie:
De zienswijze geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Bezwaar 7: externe veiligheid Par. 5.4.2 – betreft buisleidingen. In deze paragraaf wordt niet vermeld dat de tijdelijke bouwweg een gasleiding kruist die ca. 2 jaar geleden is aangelegd. Het betreft een transportleiding van het verdeelpunt naar een nieuwgebouwd verdeelpunt in het weiland aan de noordzijde van de Lagegrond 1B. Hiervoor is enige maanden met zwaar materieel heen en weer gereden over rijplaten in het weiland. Volgens insprekers betreft het betreft hier precies het traject dat in het plan staat aangegeven als variant 2 (pag. 52 – fig. 23). Blijkbaar waren er toen geen belemmeringen voor de eigenaren van het terrein en moet de gemeente De Bilt toen een aanlegvergunning hebben verleend. Het bevreemd insprekers des te meer dat variant 2 dan ook is afgevallen. Ook
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
14
voor de voorgestelde variant is toestemming van de gemeente De Bilt nodig. Reactie gemeente:
Bij externe veiligheid gaat het om bijvoorbeeld hoge druk aardgastransportleidingen die een gevaar met zich mee kunnen brengen voor gevoelige functies zoals woningen. De door insprekers aangehaalde leidingen hebben vanwege hun beperkte omvang geen gevolgen voor de externe veiligheid. Wat betreft de route richting de Bisschopsweg zij verwezen naar de beantwoording hiervoor.
Conclusie:
De zienswijze geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Bezwaar 8: fietsplan Het plan om een fietsroute aan te leggen door het betreffende weiland naar de Uithof is door de gemeente Zeist diverse malen naar voren gebracht. Bewoners vrezen dat de tijdelijke weg een opstap is naar de uitvoering de fietsroute aan te leggen.
Reactie gemeente:
Het gemeentebestuur heeft kennis genomen van deze vrees van de bewoners van Brugakker 63/65 voor een fietspad langs deze route. Die vrees en bezwaren waren al bij het gemeentebestuur bekend naar aanleiding van de gewijzigde vaststelling van de gemeentelijke Structuurvisie. Daarin is het geldende gemeentelijke beleid voor dit gebied verwoord. In deze Structuurvisie is het fietspad langs deze route, naar aanleiding van een groot aantal bezwaren, geschrapt. Op dit moment is er geen geldend beleid om langs dit traject een fietspad aan te leggen. Daar komt bij dat voor een fietspad langs dit traject een omgevingsvergunning nodig is, waartegen een ieder bezwaar kan maken en beroep kan instellen. Voor het fietspad kan geen gebruik worden gemaakt van de omgevingsvergunning voor de tijdelijke weg. Die is namelijk aangevraagd voor een tijdelijke weg ten behoeve van de sloop, bodemsanering en nieuwbouw op het perceel Lagegrond 1A, met een maximale geldigheid van 5 jaar. Deze omgevingsvergunning kan niet voor de aanleg/of het gebruik van een fietspad worden gebruikt. Na het verstrijken van de 5 jaar-termijn is de vergunning bovendien niet meer geldig. Met het onderhavige bestemmingsplan heeft het gemeentebestuur op geen enkele wijze beoogd om een permanent fietspad langs deze route aan te leggen. Het onderhavige bestemmingsplan voorziet dan ook op geen enkele manier in de mogelijkheid om een permanent fietspad aan te leggen.
Conclusie:
De zienswijze geeft op dit onderdeel geen aanleiding voor aanpassing van het bestemmingsplan.
Inspraak:
Bezwaar 9: verwijdering asbest en afvoer sloopafval In de raadsvergadering van 28 juni 2011 zijn vragen gesteld omtrent het asbest en brandgevaar in de vervallen stallen van de boerderij aan de Lange Grond. Er is toen op gewezen dat de afspraken over het slopen van de schuren nog steeds niet zijn nagekomen. Dit heeft geresulteerd in het plan dat er nu ligt. Door de sloop te koppelen aan de bouw van een nieuwe woning zal dat gevolgen hebben voor het afwegen van de opties en de tijdsduur van de ‘tijdelijke’ weg.
Reactie gemeente:
Dat klopt. Zie de beantwoording hiervoor en de daarin verwoorde motivering van
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
15
de afwegingen. Conclusie:
De zienswijze geeft op dit onderdeel geen aanleiding voor aanpassing van het bestemmingsplan.
Inspraak:
Verzoek De bezwaren richten zich op de gekozen oplossing voor het afvoeren van het afval en het koppelen van de sloop aan de bouw van een nieuwe woning en renovatie van bestaande boerderij. Insprekers verzoeken het plan op de volgende punten te herzien: Sloop en afvoer sloopmateriaal loskoppelen van bouw en renovatie. Andere opties uitwerken voor de afvoer van materiaal.
Reactie gemeente:
Conclusie:
2.2
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
Inspreker 4
Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
2.5
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
Inspreker 3
Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
2.4
De zienswijze geeft op dit onderdeel geen aanleiding voor aanpassing van het bestemmingsplan. Wel is naar aanleiding van de zienswijzen de uitwerking van de tijdelijke weg nog eens kritisch bekeken en op onderdelen aangepast. Dat alles om na afronding van het project de oorspronkelijke situatie te kunnen herstellen.
Inspreker 2
Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
2.3
Aan het verzoek om sloop en nieuwbouw/renovatie los te koppelen kan gedeeltelijk worden tegemoet gekomen. De tijdelijke weg in de vorm van rijplaten is alleen nog aanwezig op het moment dat er werkzaamheden voor sloop/sanering of (nieuw)bouw worden uitgevoerd. Zie de beantwoording hiervoor. Voor de aan- en afvoer van sloopmateriaal, bodemsaneringsgrond en nieuwbouw/renovatie materialen zijn andere opties bekeken, maar onvoldoende bevonden.
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
Inspreker 5
Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
16
2.6
Inspreker 6
Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
2.7
Inspreker 7
Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
2.8
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
Inspreker 8
Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
2.9
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
Inspreker 9
Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
2.10 Inspreker 10 Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
2.11 Inspreker 11 Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
2.12 Inspreker 12 Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
2.13 Inspreker 13 Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
2.14 Inspreker 14 Inspraak:
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1 met als toevoeging de volgende
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
17
opmerking: De genoemde verhoogde inbraakrisico geldt met name voor de eerste 5 huizen vanaf De Grift. Achter deze huizen loopt geen sloot waardoor het weiland direct aan de tuinen grenst. Het benaderen van deze huizen aan de achterkant wordt door de open toegang tot het weiland erg gemakkelijk. Reactie gemeente:
Voor de beantwoording wordt verwezen naar de beantwoording onder inspraakreactie 2.1. Ook voor deze huizen geldt dat de tijdelijke weg op grote afstand (meer dan 100 meter) is voorzien en dat de weg zal worden afgesloten voor ander verkeer dan ten behoeve van de herontwikkeling van Lagegrond 1A. Vanaf de tijdelijke weg is het nog meer dan 100 meter door het open weiland (en voor iedereen zichtbaar) naar de huizen langs de Brugakker. Ook wordt zorg gedragen voor goede afsluitmaatregelen van de tijdelijke weg in de nachtelijke uren. Voor zover er een toename is van het inbraakrisico is dat niet zodanig dat om die reden van de tijdelijke weg moet worden afgezien.
Conclusie:
Voor de conclusie zij verwezen naar de conclusies onder inspraakreactie 2.1. Voor het overige geeft de toevoeging geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
2.15 Inspreker 15 Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
2.16 Inspreker 16 Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
2.17 Inspreker 17 Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
2.18 Inspreker 18 Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
2.19 Inspreker 19 Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
18
2.20 Inspreker 20 Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
2.21 Inspreker 21 Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
2.22 Inspreker 22 Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
2.23 Inspreker 23 Inspraak: Reactie gemeente: Conclusie:
Reactie is gelijk aan inspraakreactie nr. 2.1
2.24 Inspreker 24 Inspraak:
Insprekers geven aan de inloopbijeenkomst van 15 december 2014 als positief te hebben ervaren. Indien beschikbaar ontvangen zij hiervan graag een verslag. Het voorliggende plan wijkt op meerdere punten af van het vigerende bestemmingsplan en bestaande beleidsregels. In de bijlage worden een aantal van deze regels weergegeven. Insprekers zijn van mening dat het bestemmingsplan Lagegrond 1A niet strijdig mag zijn met het bestemmingsplan Buitengebied Zuid-West Zeist. Het vigerende bestemmingsplan kent aan de voormalige bedrijfswoning een grootte van 600m³ toe, terwijl nieuwbouw in het gebied is uitgesloten evenals bedrijf/beroep aan huis. Het onderliggende plan voorziet in sloop van de agrarische bedrijfsgebouwen in ruil voor de bouw van 1 nieuwe woning terwijl de voormalige bedrijfswoning door nieuwbouw vervangen mag worden in dezelfde maatvoering. Het nieuwe plan Lagegrond voorziet in het toewijzen van twee wooneenheden ipv de huidige een: 1. Handhaven voormalige bedrijfswoning met de mogelijkheid deze te vervangen door een nieuw te bouwen woning, waarbij de bestaande afmetingen gebruikt worden. 2. Een nieuwe woning van 800m³ gebruikmakend van de provinciale ruimte-voorruimte regel mede ter bekostiging van de sloop van bedrijfsgebouwen van 2000m². 3. Beiden met de mogelijkheid van bedrijf / beroep aan huis. 4. Sloop agrarische gebouwen.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
19
5. Mogelijk herhuisvesten beschermde kerkuil in te handhaven schuur. 6. Ontwikkelen van Boomgaard, stadslandbouw, oogsttuin. 7. Riolering aansluiting voor beide woningen. Reactie gemeente:
Nieuwe plan mag volgens insprekers niet strijdig zijn met Buitengebied Zuid West’ De huidige situatie op het perceel Lagegrond 1A is in strijd met het geldende bestemmingsplan ‘Buitengebied Zeist West’. De voormalige agrarische bedrijfsgebouwen zijn in het geldende bestemmingsplan in hun geheel onder het overgangsrecht gebracht. Volgens de heersende jurisprudentie kunnen deze bedrijfsgebouwen niet voor een tweede keer onder het overgangsrecht worden gebracht. De huidige eigenaar van het perceel, de provincie Utrecht (tot 1 januari 2015 Bureau Beheer Landbouwgronden), probeert deze situatie op te lossen door de gebouwen te slopen en de bodem te saneren. Het onderhavige bestemmingsplan moet daarin voorzien. De voormalige agrarische opstallen aan de Lagegrond 1A zijn in 1999 tezamen met de agrarische bedrijfsgronden aangekocht in het kader van het landinrichtingsproject Groenraven Oost. In dat kader zijn de voormalige agrarische bedrijfsgronden aangekocht voor natuurontwikkeling om de ecologische verbindingsfunctie van deze gronden zeker te stellen. Overwogen is toen om de overtollige opstallen te slopen en te verwijderen. Een concreet sloopbesluit werd echter niet genomen, omdat sloop en sanering minder eenvoudig bleken dan aanvankelijk gedacht. In de gebouwen zit asbest en de bodem is verontreinigd. Dat betekent dat asbestsanering nodig is om de overtollige gebouwen te kunnen slopen en bodemsanering om de locatie vrij te kunnen maken. Daar kwam bij dat de ontsluiting van het perceel voor vrachtverkeer problematisch is omdat de weg Lagegrond over het perceel van Lagegrond 1B gaat en uitkomt in de woonstraatjes van de wijk Brugakker. Ook alternatieve ontsluitingen liggen lastig omdat die over weilanden en door de ecologische hoofdstructuur voeren. Het gevolg van dit alles is dat het in de afgelopen 16 jaren niet is gelukt om de sloop en sanering van het perceel voor elkaar te krijgen. Inmiddels is het project Groenraven Oost afgesloten. De gelden voor dit project zijn volledig besteed aan natuurontwikkeling in het buitengebied van Zeist ZuidWest. Het plan voorziet nu in een oplossing voor het financieren van de sloop/bodemsanering en de noodzakelijke mitigerende maatregelen in het kader van de Flora- en faunawet, door gebruik te maken van de provinciale ruimte-voorruimte-regeling. Volgens deze regeling kan de bouw van een extra woning worden toegestaan, als ten minste 1000m² overtollige agrarische gebouwen worden afgebroken. De kosten van sloop en saneren worden gedekt uit de opbrengsten van de verkoop van de oude boerderijwoning met woonkavel en de verkoop van een extra woonkavel. Voor een oplossing van de problematische ontsluiting voor zwaar verkeer, voorziet het plan in de aanleg van een tijdelijke weg ten behoeve van de afvoer van sloopafval en gesaneerde grond, en de aanvoer van schone grond en bouwmaterialen voor nieuwbouw/renovatie van de woningen. De stelling dat de sloop en bodemsanering gefinancierd kunnen worden uit de gelden van het project Groenraven Oost, gaat niet op. Het project is afgesloten en er zijn zowel bij de provincie als de gemeente geen gelden meer beschikbaar. De sloop en bodemsanering zijn noodzakelijk omdat de bouwvallige opstallen zo langzamerhand een gevaar voor de veiligheid vormen en een ontsiering van het landschap. De sloop van de voormalige agrarische gebouwen is in 2012 weer op
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
20
de agenda gezet door BBL, op aandringen van onder meer de gemeente, mede namens omwonenden die vreesden voor de asbestvervuiling. Voor de financiering van de sloop van de overtollige opstallen en de bodemsanering is de verkoop van de oude boerderijwoning met woonkavel en de verkoop van een extra woonkavel noodzakelijk. Uit de opbrengsten hiervoor moeten plankosten, aanleg tijdelijke weg (en brug), bodemsanering, de asbestverwijdering (gebouwen en bodem), sloop van de gebouwen, mitigerende maatregelen en herinrichtingskosten, worden gedekt. De boekwaarde wordt hiermee echter niet terugverdiend. Kortom, het onderhavige bestemmingsplan Lagegrond 1A voorziet in een goede ruimtelijke ordening. Om de beoogde herontwikkeling van de Lagegrond 1A te kunnen realiseren is een herziening van het geldende bestemmingsplan ‘Buitengebied Zuid West’ nodig. De gemeenteraad van Zeist is daartoe bevoegd. Met het onderhavige bestemmingsplan herziet de gemeenteraad derhalve het geldende bestemmingsplan ‘Buitengebied Zeist West’ voor deze locatie. Woning volgens geldende bestemmingsplan maximaal 600m³ Ten onrechte gaan insprekers uit van de veronderstelling dat een woning in het buitengebied, volgens het geldende bestemmingsplan ‘Buitengebied Zuid West’ niet groter mag zijn dan 600m³. In het geldende bestemmingsplan ‘Buitengebied Zuid West’ heeft de voormalige boerderij met deel aan de Lagegrond 1A, de bestemming ‘Woondoeleinden Buitengebied’ gekregen. De maximale inhoud van een woning mag volgens deze bestemming niet meer dan 600m³ bedragen. Maar voor bestaande overschrijdingen van die maatvoering is in artikel 1.3, onder 2, van de voorschriften van het geldende bestemmingsplan, een uitzondering gemaakt. Bestaande en met een vergunning gebouwde overschrijdingen mogen worden voortgezet. De boerderij met aangebouwde deel aan de Lagegrond 1A is in het verleden met een vergunning gebouwd en groter dan 600m³, en mag derhalve in deze omvang worden voortgezet. Daar komt bij dat wij de bestaande omvang van de boerderij met aangebouwde deel, op deze locatie ook uit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar achten. Bovendien is de naar onze mening karakteristieke bebouwing van boerderij met aangebouwde deel, landschappelijk heel goed ingepast op deze locatie, door de aanleg van een houtwal en groene zoom rond de beoogde woonkavels. Beroep en bedrijf aan huis volgens geldende bestemmingsplan uitgesloten Ten onrechte gaan insprekers uit van de veronderstelling dat een beroep aan huis in het geldende bestemmingsplan ‘Buitengebied Zuid West’ is verboden. De bestemming ‘Woondoeleinden buitengebied’ is volgens het geldende bestemmingsplan mede bestemd voor een beroep aan huis. Per bouwperceel mag maximaal 50m² van de woning tot een maximum van 1/3 van de vloeroppervlakte daarvoor worden aangewend. Onder een beroep en bedrijf aan huis is bijvoorbeeld een huisartsenpraktijk of notarispraktijk aan huis begrepen. Bedrijvigheid aan huis is wel uitgesloten binnen dezelfde bestemming ‘Woondoeleinden buitengebied’ van het geldende bestemmingsplan. Onder een bedrijf aan huis is volgens het geldende bestemmingsplan bijvoorbeeld een kleinschalige meubelstoffeerder of kapsalon aan huis begrepen. Het onderscheid tussen beroep en bedrijf aan huis is ook steeds meer verwaterd en achterhaald. Van belang is te bezien de aanvaardbaarheid van de mogelijke effecten van een activiteit (beroep/bedrijf aan huis) voor de woonomgeving. (Voor een uitgebreide beantwoording van dit onderdeel en de doorgevoerde aanpassing in onderhavig bestemmingsplan wordt verwezen naar navolgende Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
21
beantwoording onder ad. 3). Nieuwbouw volgens het geldende bestemmingsplan uitgesloten Ten onrechte gaan insprekers uit van de veronderstelling dat het geldende bestemmingsplan geen nieuwbouw toestaat. Ook in het geldende bestemmingsplan is al een mogelijkheid opgenomen om na de beëindiging van een agrarisch bedrijf, een woonbestemming toe te kennen en de bouw van 1 extra ruimte-voor-ruimte-woning mogelijk te maken. Aanvankelijk werd deze mogelijkheid nog door de Afdeling bestuursrechtspraak vernietigd, maar dat is in de 1e Partiële Herziening Buitengebied Zuid West van 3 november 2009 hersteld. Dat betekent dat een extra ruimte voor ruimte woning dus al sinds 2009 tot de mogelijkheden in het buitengebied behoorde. Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Ad. 1 Handhaven bestaande voormalige bedrijfswoning als Wbg In het vigerende bestemmingsplan is bij de omzetting van de bestaande bedrijfswoning Lagegrond 1A naar woonbestemming Wbg de omvang op 600m³ gesteld. Dit is de inhoud van het 130m² woonhuis. In het nieuwe voorstel wordt naast het woonhuis (130m²) ook het achterhuis (240m²), een schuurtje (40m²) en een bijgebouw (100m²) betrokken. Terwijl bij vervangende nieuwbouw deze afmetingen gebruikt mogen worden. Indien hier geen nadere voorwaarden aan worden verbonden en de huidige nokhoogte wordt aangehouden, kan dit leiden tot een inhoud van ± 2400m³. Dit staat in geen verhouding met de huidige Wbg norm van 600m³ wat niet de bedoeling kan zijn. Er ontbreken duidelijke regels voor de eventuele herbouw van deze woning. Conclusie Bij de vaststelling van het bestemmingsplan ‘Buitengebied Zuid West’ is er terecht van uitgegaan dat het achterhuis bij de bedrijfsbouwwerken behoorde en niet bij het woonhuis. Het achterhuis is een vervallen bouwval en deel van de agrarische bedrijfsruimte en moet gesloopt moeten. Hetzelfde geldt voor het schuurtje en het bijgebouw. Het voorontwerp bevat essentiële wijzigingen voor de bestaande Wbg zonder deze te benoemen, zonder uitleg. Insprekers vinden deze wijzingen onnodig en niet passend in het gebied en maken hiertegen ernstig bezwaar.
Reactie gemeente:
Maximale omvang bestaande woning Lagegrond 1A De voormalige agrarische bedrijfswoning Lagegrond 1A bestaat uit een boerderij met aangebouwde deel (zie uitsnede luchtfoto hierna).
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
22
In het geldende bestemmingsplan ‘Buitengebied Zuid West’ is onder meer voor dit soort situaties een algemene bouwregel opgenomen voor bestaande en afwijkende maatvoering. De gestandaardiseerde hoofdregel in het geldende bestemmingsplan luidt voor de bestemming ‘Woondoeleinden buitengebied’ namelijk dat de inhoud van een woning niet meer dan 600m³ mag bedragen. Maar voor bestaande en afwijkende maatvoering is daar in de algemene bouwregels een uitzondering voor gemaakt. Daar is met zoveel woorden bepaald dat bestaande grotere woningen die met een vergunning zijn gebouwd, mogen worden voortgezet (artikel 1.3, onder 2 voorschriften “Buitengebied Zuid West’). Verder is in artikel 4.7, onder 3, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening expliciet bepaald, dat bij een bedrijfsbeëindiging een woonbestemming mag worden gegeven aan de bedrijfswoning en de tot het hoofdgebouw behorende aangebouwde bedrijfsruimte. Hierbij wordt opgemerkt dat in het achterdeel essentiële voorzieningen van de woning zoals toilet, badkamer, trapopgang en bijkeuken zijn ondergebracht. De boerderij met de aangebouwde deel is op basis daarvan als de bestaande woning aangemerkt, die kan worden behouden. Alleen de boerderij met de aangebouwde deel tellen mee bij het bepalen van de omvang van de bestaande woning. De overige schuurtjes, bijgebouwen en voormalige agrarische bedrijfsgebouwen tellen in dit kader niet mee bij het bepalen van de omvang van de bestaande woning. Om dat expliciet vast te leggen zal in de regels van het bestemmingsplan ‘Lagegrond 1A’ worden vastgelegd dat de bestaande omvang van boerderij met aangebouwde deel niet mag worden vergroot. Wijzigingen ten opzichte van het bestemmingsplan ‘Buitengebied Zuid West’ Wat betreft de wijzigingen van de woonbestemming in het bestemmingsplan ‘Lagegrond 1A’ ten opzichte van het bestemmingsplan ‘Buitengebied Zuid West’, heeft een actualisering en standaardisering van de woonbestemming plaatsgevonden. In hoofdlijnen komen de wijzigingen op het volgende neer. Conform het actuele provinciale beleid is de maximale omvang van een woning in het buitengebied opgetrokken naar 800m³. Deze omvang komt voort uit de wens om op grote percelen met veel ruimte ook wat grotere woningen te kunnen bouwen. In het stedelijke gebied ontbreekt daar meestal de ruimte voor. Vanuit ruimtelijk oogpunt bestaan daar op deze locatie geen bezwaren tegen. Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
23
Verder is voor alle woningen de mogelijkheid van een beroep of bedrijf aan huis opgenomen. Dat is in de regels wel strikt gereguleerd. De woonfunctie moet de hoofdfunctie blijven en mag niet door de bedrijfsmatige activiteiten worden verdrongen. Om dat zeker te stellen was in het voorontwerp bestemmingsplan ‘Lagegrond 1A’ bepaald dat daarvoor maximaal 50m² mag worden aangewend tot een maximum van 1/3 van de vloeroppervlakte van de woning. Naar aanleiding van de onderhavige inspraakreactie is dat in verband met de beperkte ontsluitingsmogelijkheden van de locatie teruggebracht naar maximaal 25% van de vloeroppervlakte met een maximum van 30m² (zie de beantwoording hierna over het beroep aan huis). Bovendien is daarbij als voorwaarde opgenomen dat uitsluitend een beroep- of bedrijf aan huis wordt toegestaan dat geen wezenlijk andere verkeersbewegingen dan die van de bewoners genereert (zie ook beantwoording beroep- en bedrijf aan huis. De regeling voor de maximale goot- en bouwhoogtes voor hoofd- en bijgebouwen is in de woonbestemming het zelfde gebleven. Ook de toegestane vierkante meters bijgebouwen zijn het zelfde gebleven. Tot slot is de naamgeving van de bestemming in overeenstemming gebracht met de verplicht voorgeschreven landelijke ‘Standaard voor bestemmingsplannen (SVBP)’. Volgens deze landelijke standaard is de naam ‘Woondoeleinden buitengebied’ niet meer toegestaan, en moeten alle woonbestemmingen met een gele kleur op de verbeelding worden weergegeven. Na aanvulling met een maximaal toegestane omvang van de bestaande boerderij met aangebouwde deel, is de woonbestemming voor de Lagegrond 1A, naar onze mening passend voor deze locatie. Conclusie:
Naar aanleiding van dit onderdeel van de inspraakreactie is het bestemmingsplan aangepast. In artikel 6.2.1, onder b van de regels zal expliciet worden bepaald dat de bestaande omvang van de bestaande boerderij met aangebouwde deel mag worden voortgezet. Tevens wordt de aard en omvang van beroep- en bedrijf aan huis ingeperkt. Van maximaal 50m² teruggebracht naar maximaal 30 m² en worden geen activiteiten toegestaan die wezenlijk andere verkeersbewegingen genereren dan die van de bewoners. (Zie ook navolgende beantwoording onder ad 3)
Inspraak:
Ad. 2 Tweede extra woning Wbg gebruikmakend van de ruimte-voor-ruimte regeling De onder 1 genoemde woning zal worden verkocht en levert daardoor geld op om de stallen te slopen. Om de sloop verder te bekostigen wil de provincie hier een tweede Wbg van 800m³ aan toevoegen gebruikmakend van de provinciale ruimte-voor-ruimte regel. Met een bijgebouw van 100m². Het voorontwerp wijkt af van de bestaande regels van 600m³ inhoud en maximaal 40m² bijgebouw, zonder opgaaf van reden anders dan een verwijzing naar de provinciale ruimte-voor-ruimte regel die deze mogelijk zou maken. Echter de regel tot verruiming (zie bijlage) KAN (hoeft niet) slechts gelden wanneer ALLE bedrijfsgebouwen INCLUSIEF de voormalige bedrijfswoning worden gesloopt. Er is geen reden om af te wijken van de heersende regels, tenzij men bedrijf aan huis wil stimuleren.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
24
Conclusie Hoewel ondergetekenden geen zicht hebben op de sloopkosten, begrijpen zij de financiële beweegreden van de provincie om een tweede woning Wbg toe te staan, maar zien geen reden om af te wijken van de bestaande regels over maatvoering. Ondergetekenden tekenen ernstig bezwaar aan tegen een verruiming van de regels van het vigerende bestemmingsplan. De huidige regels van maatvoering maximaal 600m³ inhoud met bijgebouw van maximaal 40m² moeten ongewijzigd worden toegepast. Daarbij kan de perceelgrootte beperkt blijven tot I.500m² zoals op de "Verbeelding" is aangegeven i.p.v. de 2000m² in figuur 20 van de toelichting getekend. Reactie gemeente:
De ruimte voor ruimte regeling Anders dan insprekers veronderstellen is in de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) niet geregeld dat bij een algehele bedrijfsbeëindiging van agrarische bedrijven, alle bedrijfsbebouwing moet worden gesloopt. Voor de woonbestemming na een algehele bedrijfsbeëindiging is in artikel 4.7, onder 3, van de PRV geregeld, dat alleen de bedrijfswoning en tot het hoofdgebouw behorende aangebouwde bedrijfsruimte een woonbestemming mogen krijgen. De rest moet worden gesloopt. Vervolgens is in artikel 4.7, onder 4 van de PRV bepaald dat wanneer 1.000m² tot 2.500m² bebouwing wordt gesloopt, één nieuwe woning mag worden toegestaan. Deze regeling voor algehele bedrijfsbeëindiging in artikel 4.7 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening, is toegepast voor de Lagegrond 1A. De karakteristieke bedrijfswoning met aangebouwde deel blijft behouden, en in totaal wordt ca. 2.000m² aan voormalige bedrijfsgebouwen (inclusief mestkelders) gesloopt. Daartoe is de bestaande karakteristieke bedrijfswoning met aangebouwde deel naar zijn huidige maatvoering bestemd. Hiervoor is al aangegeven dat de regels zullen worden aangevuld om dat te verduidelijken (artikel 6.2.1, onder b). In de toelichting van het bestemmingsplan ‘Lagegrond 1A’ is deze werkwijze ook uitgebreid beschreven. Daar is ter verduidelijking bijvoorbeeld de volgende figuur met uitleg opgenomen. In bijgaande figuur (Fig. 1) is de bestaande situatie aangegeven, waarbij de voormalige bedrijfswoning geel is ingekleurd en de voormalige agrarische bedrijfsgebouwen oranje zijn ingekleurd. In totaal wordt ca. 2.000m² voormalige agrarische bedrijfsgebouwen en mestkelders gesloopt.
Fig. 1 -Overzicht bestaande bebouwing
Maximale omvang woning volgens PRV Volgens artikel 4.3 van de PRV moet een bestemmingsplan regels bevatten over de maximale inhoud van een woning die landschappelijk nog goed inpasbaar is. Daarbij kan volgens de PRV worden gedacht aan 600m³ tot 800m³. Op de onderhavige locatie is een woning van 800m³ goed landschappelijk inpasbaar. Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
25
Conclusie:
Naar aanleiding van dit onderdeel van de inspraakreactie is het bestemmingsplan op een onderdeel aangepast. In artikel 6.2.1, onder b van de regels zal expliciet worden bepaald dat de omvang van de bestaande boerderij met aangebouwde deel ter plaatse niet mag worden vergroot.
Inspraak:
Ad. 3 Bedrijf en beroep aan huis Het huidige bestemmingsplan onderscheidt in artikel 2.5 verschillende typen woningen in het buitengebied: Wbg, categorie 2, 3, 4 en uitzonderingen zoals aan de Tiendweg (zie bijlage), waarbij de huidige woningen aan de Lagegrond, inclusief de voormalige bedrijfswoning, onder categorie Wbg vallen waar bedrijf / beroep aan huis is uitgesloten. Het voorontwerp Lagegrond 1 a wijkt daarvan af door op deze ene locatie voor twee woningen bedrijf of beroep aan huis toe te staan. Opnieuw zonder opgaaf van reden voor een dergelijke wijziging. Het toestaan van bedrijf en beroep aan huis betekent een uitzonderingspositie voor deze locatie. Terwijl het agrarisch bedrijf op deze locatie is opgeheven vanwege de onaanvaardbare verkeersbelasting voor het achterliggende kwetsbare woonervengebied Brugakker. Het is wrang dat de ruimte-voor-ruimte regel wordt gebruikt om een mogelijkheid te scheppen een nieuw bedrijf te vestigen, dat opnieuw verkeerbelasting voor het woonervengebied geeft. (creatief misbruik van de RvR regel waardoor de bedoeling van de regeling wordt ontweken). Het verkeer dat de locatie zal moeten bereiken gaat gedeeltelijk over particuliere grond, waar geen recht van overpad voor ZULK verkeer bestaat noch op zal worden gevestigd. Het zal de vaststelling van de noodzakelijke erfdienstbaarheid over perceel 1722 naar de Brugakker voor de bewoners van Wbg op dit perceel en haar bezoek - welke bijna afgerond zijn - opnieuw vertragen en belemmeren. Daarbij is het pad over dit perceel te smal voor passerende auto's evenals het woonervengebied. Ondergetekenden en met hen vele buurtbewoners menen dat iedere verkeersbelasting door het WOONERVEN gebied Brugakker onaanvaardbaar is en wensen de discussie en de eventuele rechtsgedingen over dit onderwerp uit te sluiten. (Bovendien is er in de Gemeente Zeist voldoende lege bedrijfsruimte te huur).
Reactie gemeente:
Conclusie Het voorstel een bedrijf / beroep aan huis toe te staan is in strijd met de regels van het vigerende bestemmingsplan, is een onnodige en onaanvaardbare wijziging, trekt verkeersbewegingen aan, past volstrekt niet in het gebied en zal leiden tot eindeloze conflicten. Ondergetekenden tekenen hiertegen zeer ernstig bezwaar aan. Met betrekking tot het onderdeel beroep- en bedrijf aan huis geldt dat anders dan insprekers veronderstellen de uitoefening van een beroep aan huis gewoon is toegestaan onder het geldende bestemmingsplan ‘Buitengebied Zuid West’. In artikel 2.5, lid 1, is expliciet geregeld dat het medegebruik van de woning voor een beroep aan huis is toegestaan. Daaraan zijn wel voorwaarden verbonden. Zo mag niet meer dan 1/3 van het vloeroppervlak van de woning daarvoor worden aangewend, met een maximum van 50m² en mag het medegebruik van de woning niet leiden tot een onevenredige toename van de verkeer- en/of parkeerbelasting van de omgeving. Onder een beroep aan huis wordt volgens artikel 1 van de voorschriften van dit bestemmingsplan begrepen: het uitoefenen van een beroep aan huis of de
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
26
beroepsmatige verlening van diensten aan huis op administratief, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of daarmee gelijk te stellen terrein, waarbij de aard en de omvang van de beroepsuitoefening met de woonfunctie verenigbaar is en geen onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving. Dat is een breed scala aan beroepsactiviteiten, en daaronder kunnen behalve de huisarts, tandarts, fysiotherapeut, manueel therapeut, psychiater, architect ook een kunstenaar of administrateur worden toegestaan. De vraag die nu voorligt, naar aanleiding van de inspraak, is in hoeverre de voorgaande regeling aanpassing behoeft. Beroep aan huis was in het vigerend bestemmingsplan ook mogelijk. Volgens vaste jurisprudentie is het uitoefenen van een beroep aan huis ook toegestaan. Een onderscheid tussen een beroep en/of bedrijf aan huis is lastig aan te brengen. De kleermaker die zijn/haar werkzaamheden aan huis uitoefent als beroep aan huis is duidelijk. Indien dezelfde beroepsuitoefenaars nu een extra naaister in dienst neemt en hiervoor een rechtsvorm opricht (bijvoorbeeld een besloten vennootschap) ontstaat een bedrijf aan huis. Wat echter niet wil zeggen dat hiervoor meer ruimte nodig is, sprake is van substantieel meer verkeer etc. Hetzelfde geldt voor de aannemer, zonder machinale bewerking, die een samenwerking aangaat met andere aannemers en eveneens een bedrijf opricht, met het vestigingsadres van de woning etc. etc. , Er zijn vele voorbeelden op te noemen van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten die kunnen worden uitgeoefend zonder dat de buren daar last van hebben, zoals de bewoonster die als bijverdienste een kleinschalige kapsalon aan huis heeft. Ruimtelijk zijn er geen goede redenen om dat te verbieden. Ook de door inspreker benoemde smalle straatjes in de wijk Brugakker vormen geen belemmering voor een beroep en bedrijf aan huis. Mede ook omdat conform het bestemmingsplan Zeist-west en Utrechtseweg noord voor alle woningen in Brugakker zelf ook overal een beroep of bedrijf aan huis is toegestaan, tot maximaal 100 m2 en 30 % van het woonoppervlak). Voorgaande laat echter onverlet dat wel gekeken moet worden naar de specifieke situatie van dit bestemmingsplan Lagegrond en specifiek de ontsluitingsproblematiek. Van belang is immers te bezien de aanvaardbaarheid van de mogelijke effecten van een activiteit (beroep/bedrijf aan huis) voor de woonomgeving. Naar aanleiding van de inspraakreactie is er nog eens zorgvuldig gekeken naar de ruimtelijke situatie op het perceel. Het naburige perceel Lagegrond 1B, is op circa 70 meter afstand gelegen. De ontsluiting van het perceel Lagegrond 1A gaat via de Lagegrond en deels over het perceel Lagegrond 1B. In dat opzicht wijkt de situatie af van een reguliere woning die meestal een eigen ontsluiting heeft. Al het verkeer van en naar Lagegrond 1A moet dus via de Lagegrond over het perceel van Lagegrond 1B. Om hier rekening mee te houden is het bestemmingsplan aangepast. De vierkante meters van de woning die voor een beroep en bedrijf aan huis mogen worden aangewend zijn verder beperkt. Reden is de toegestane beroep- en bedrijfsactiviteiten kleinschalig te houden en verkeersaantrekkende werking te voorkomen. In de regels van het bestemmingsplan ‘Lagegrond 1A’ zal worden bepaald dat maximaal 25% van het vloeroppervlak van de woning voor een beroep aan huis mag worden aangewend tot een maximum van 30m². Bovendien zal expliciet worden voorgeschreven dat uitsluitend een beroep en bedrijf aan huis wordt toegestaan dat geen wezenlijk andere verkeersbewegingen dan die van de Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
27
bewoners genereert. Op die wijze is afdoende gewaarborgd dat een beroep of bedrijf aan huis niet tot onaanvaardbare gevolgen voor de buren leidt vanwege de ontsluiting via het erf van Lagegrond 1B. In de regels is voldoende verzekerd dat het om kleinschalige activiteiten gaat met een beperkte verkeersaantrekkende werking. Een transportbedrijf of een grondverzetbedrijf, waar met zwaar vrachtverkeer wordt gereden, zijn niet toegestaan onder de regeling van een beroep- of bedrijf aan huis. Daartoe is een Lijst van toegelaten beroepen en bedrijven aan huis opgenomen. Daarin zijn alle beroepen en bedrijven met een verkeersaantrekkende werking geschrapt, zoals een autorijschool en kinderdagverblijf. Conclusie:
Naar aanleiding van deze inspraakreactie is het bestemmingsplan aangepast. In artikel 6.3 van de regels zal worden bepaald dat de omvang van de beroep of bedrijfsactiviteiten aan huis maximaal 30 m2 mogen bedragen met een maximum van 25% van het woonoppervlak en niet in de laatste plaats, dat uitsluitend activiteiten zijn toegestaan die geen wezenlijk andere verkeersbewegingen met zich meebrengen dan die van de bewoners. Ook zal een autorijschool en kinderopvang aan huis wordt geschrapt uit de Lijst met toegestane beroepen of bedrijven aan huis.
Inspraak:
Ad. 4 Sloop Het voorontwerp stelt dat er ± 2000m2 bedrijfsgebouwen worden gesloopt. doch beperkt de sloop tot de stallen van 1700m2 en laat het achterhuis (de boerderijdeel) en de bijgebouwen staan. Hierdoor wordt de genoemde 2000m2 sloop niet gehaald. In 1999/2000 is besloten alle agrarische bedrijfsgebouwen te slopen. Hiertoe behoren de stallen, het achterhuis (de deel) en de bijgebouwen. Er is geen reden opgegeven hiervan af te wijken, anders dan de herhuisvesting van de beschermde kerkuil in de schuur van het achterhuis. Dit laatste zal de sloop en de vervangende nieuwbouw van de huidige Wbg bemoeilijken aangezien hiervoor een nieuw ecologisch onderzoek zal moeten plaatsvinden hetgeen volgens de bijlage Fauna en Flora jaren kan duren. Gezien de staat waarin deze bouwwerken verkeren is de handhaving ook al ongewenst. Het huidige woonhuis van 1900 heeft eensteens muren, is zwaar verwaarloosd en heeft een ouderwetse indeling met o.a. een opkamer bij de woonkamer als slaapkamer. Het is niet duidelijk of de sloopvergunning al is aangevraagd en wanneer dit zal plaatsvinden. De uitkomst van het asbestonderzoek van de bedrijfsgebouwen ontbreekt. Indien de toekomstige eigenaren de woning willen vervangen - wat gezien de toestand van de woning waarschijnlijk is - moeten opnieuw vergunningsprocedures gevolgd worden inclusief een ecologisch onderzoek, huisvesting beschermde diersoorten, asbest en bodem onderzoek hetgeen opnieuw jaren zal duren Dit zal de koop bemoeilijken en de omgeving jaren belasten. Ergo: alles slopen. Handhaven van de huidige woning is slechts een uitstel van sloop met veel bijkomende problemen. Conclusie Alle huidige bouwwerken behoren volgens bestaande besluiten gesloopt te worden met uitzondering van de bestaande Wbg met een oppervlakte van 130m2, inhoud ±600m3. Bij een sloop is naast een asbestinventarisatie van de bodem die van de gebouwen zelf verplicht. De uitkomst van het asbestonderzoek van de bedrijfsgebouwen ontbreekt.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
28
Het verdient aanbeveling ook het huidige woonhuis te slopen, zodat dit in de toekomst niet opnieuw tot logistieke problemen zal leiden. Ondergetekenden maken bezwaar tegen het niet slopen van achterhuis en alle bedrijfsgebouwen, en tegen het ontbreken van de uitkomsten van het asbest onderzoek gebouwen. Reactie gemeente:
Volgens artikel 4.7, onder 4, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening mag er een extra woning worden gebouwd als er tenminste 1.000m² bebouwing wordt gesloopt. Bij de beantwoording hiervoor onder de ruimte voor ruimte-regeling is al aangegeven welke gebouwen worden gesloopt en welke worden behouden. Gelet op de inspraakreactie zijn insprekers het er in ieder geval mee eens dat er meer dan 1.000m² voormalige bedrijfsgebouwen wordt gesloopt. Volgens artikel 4.7, lid 3, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening mogen de bedrijfswoning en de tot het hoofdgebouw behorende aangebouwde bedrijfsruimte, na een algehele bedrijfsbeëindiging een woonbestemming krijgen. Dat is voor de Lagegrond 1A gebeurd. De voormalige bedrijfswoning en aangebouwde deel hebben een woonbestemming gekregen. Een oude boerderij met aangebouwde deel is in een landelijke omgeving veel karakteristieker dan een nieuwe woning. Bovendien is deze combinatie van een ‘voorhuis’ met ‘achterhuis’ voor toekomstige kopers extra interessant, omdat dergelijke woonruimte niet veel voorkomt. Verder zijn woonvoorzieningen als een toilet, badkamer, trapopgang en een bijkeuken in het achterdeel ondergebracht. Om die reden is gekozen voor het behoud van deze boerderij met aangebouwde deel. De huidige boerderij wordt op dit moment bewoond, en de staat van de boerderij met aangebouwde deel is zodanig dat een renovatie tot de mogelijkheden behoort. De asbestinventarisaties van de gebouwen zijn geen aanleiding om tot sloop van de voormalige agrarische bedrijfswoning met deel over te gaan. Het asbestonderzoek naar de gebouwen is gewoon openbaar en als bijlage achter deze Nota van Inspraak en vooroverleg opgenomen. Insprekers kunnen dat downloaden van www.ruimtelijkeplannen.nl.. De rest van de voormalige agrarische bedrijfsgebouwen wordt gesloopt. Het plan voorziet derhalve niet in de sloop van de bestaande boerderij met aangebouwde deel, maar in de bevestiging van de positieve woonbestemming die al met de vaststelling van het vigerende bestemmingsplan (in 2005) voor deze bebouwing is vastgelegd. Daarbij is meegewogen dat er geen besluitvorming uit 1999/2000 ligt om het achterhuis (de deel) te slopen. Zodra de aanbesteding van de werkzaamheden rond zijn, zal ook de melding van de sloop plaatsvinden. Los van het behoud van de oude boerderij met de aangebouwde deel zal voor de beoogde sloop, bodemsanering en renovatie/nieuwbouw, moeten worden voldaan aan het bepaalde in de Flora- en faunawet. Daartoe zijn de benodigde ecologische onderzoeken uitgevoerd, op grond waarvan een ontheffingsverzoek FF-wetgeving is ingediend. In dat kader is een activiteitenplan opgesteld, waarvan de uitvoering onder ecologische begeleiding/toezicht zal plaatsvinden. Onderdeel van het activiteitenplan is, en dus van het ontheffingverzoek conform het bepaalde in de Flora- en faunawet, dat zal worden gezorgd voor herstel van het foerageergebied van de huismussen, kerkuil en vleermuizen en voor "vervangende huisvesting” voor de Kerkuil en de vleermuizen in de vorm van een dierenhotel. Voor de sloop is geen vergunning meer nodig en kan tegenwoordig worden volstaan met een melding. Bij de melding zullen de uitgevoerde
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
29
asbestonderzoeken worden vermeld. Voor het saneren zal, onder overlegging van de bodemonderzoeken, een BUSmelding(Besluit uniforme saneringen) worden gedaan. De melding vindt plaats aan het bevoegd gezag Wet bodembescherming (Wbb), i.c. de provincie Utrecht. Om het vervoer ten behoeve van alle benodigde werkzaamheden via de tijdelijke weg te kunnen uitvoeren (naast sloop en sanering ook bouwactiviteiten) is een ruime termijn aangehouden voor de tijdelijke omgevingsvergunning voor deze weg. Er is daarbij rekening gehouden met de omstandigheid dat de bouwkavel en boerderij pas te koop kunnen worden aangeboden als de woonbestemming is gevestigd en de sloop is gerealiseerd. Dan moeten kopers een bouwplan maken en omgevingsvergunning aanvragen. Daarvoor moet rekening worden gehouden met een looptijd van ca 1,5 jaar na de sloop. Gedurende die looptijd zullen de rijplaten niet aanwezig zijn. Die worden na het gebruik voor de sloop- en saneringswerkzaamheden gelijk verwijderd en pas weer neergelegd als ze nodig zijn voor de (nieuw)bouw werkzaamheden. Na het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor de bouw volgt een bouwperiode van 8 tot 12 maanden. In die tijd zal het gebruik van de weg van rijplaten niet erg intensief zijn. Volgens de planning is het mogelijk om binnen een periode van circa 3 jaar, de sloop, bodemsanering en renovatie/nieuwbouw uit te voeren. De gebruikelijke termijn waarvoor een tijdelijke vergunning kan worden aangevraagd is de vijf jaar die in dit geval als maximale termijn is aangehouden. Op deze wijze is verzekerd dat de toekomstige kopers van een woonkavel niet opnieuw een omgevingsvergunning voor een tijdelijke weg ten behoeve van de nieuwbouw of verbouwingen moeten aanvragen, maar gebruik kunnen maken van de bestaande vergunning. Tegelijkertijd is verzekerd dat de rijplaten alleen aanwezig zullen zijn tijdens de werkzaamheden en dat ze gelijk na beëindiging van de werkzaamheden weer zullen worden verwijderd.
Conclusie:
Inspraak:
De sloop wordt gekoppeld aan deze bestemmingsplanprocedure en zal pas plaatsvinden nadat het bestemmingsplan rechtskracht heeft. Hetzelfde geldt voor de sanering. De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. Ad. 5 Mogelijk herhuisvesten beschermde kerkuil in te handhaven schuur De Fauna en Flora bijlage stelt quote "er wordt vanuit gegaan dat de woning met achterhuis (inclusief schuur) minstens 5 jaar behouden blijft en dat de aanwezige functies voor de beschermde soorten behouden blijven" en geeft als oplossing voor de kerkuil deze te vestigen "op zolder in te behouden schuur bij de woning" maar waarschuwt dat "indien de woning uiteindelijk gesloopt gaat worden er opnieuw een ecologisch onderzoek plaats zal moeten vinden". Conclusie Het herhuisvesten van de kerkuil in de (bouwvallige) schuur, waarbij ook het achterhuis blijft staan met de beschermde huismussen betekent het verplaatsen van het probleem van de provincie naar de burger met toename van kosten en overlast. Dit is ongewenst en grenst aan onbehoorlijk bestuur. Ondergetekenden maken ernstig bezwaar tegen het niet slopen van het achterhuis inclusief de schuur. Zie ook hierboven punt 1 en 4 en in annex art 4.7 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Provincie Utrecht 2013.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
30
Reactie gemeente:
De Kerkuil verbleef ten tijde van het onderzoek (periode oktober 2013 tot augustus 2014) in de meest zuidelijke schuur. Op de figuur hiernaast aangeduid met een blauwe ster en pijl. Het is de bedoeling deze schuur te slopen, zodra de bepalingen van de Flora- en faunawet dat toelaten. Daarvoor is van belang dat zo snel mogelijk een dierenhotel, als vervangende verblijfplaats, in de nabijheid van de schuur wordt gebouwd en dat zo snel mogelijk een houtwal, als vervangend foerageergebied, wordt aangelegd. De aanleg van de houtwal heeft in maart 2015 plaats gevonden. Ook het dierenhotel is inmiddels met een tijdelijke vergunning geplaatst. In het onderhavige bestemmingsplan zal de bouw van een dierenhotel op de aangrenzende agrarische gronden mogelijk worden gemaakt. Er worden derhalve geen problemen naar de burger verplaatst. De sloop van de schuur wordt niet doorgeschoven naar de burger. De provincie zal de schuur slopen en de uitvoering van het project en verkoop daarop afstemmen. Van onbehoorlijk bestuur is geen sprake. De overheid neemt hier zijn verantwoordelijkheid door de sloop van de gebouwen uit te voeren in overeenstemming met alle daarvoor relevante regelgeving (inclusief de noodzakelijke maatregelen als benoemd in het activiteitenplan FF-wetgeving)..
Conclusie: Inspraak:
Ad. 6 Ontwikkelen van Boomgaard, standslandbouw, oogsttuin Het plan noemt de Aanleg Boomgaard met hoogstamfruit op perceel 1879 en toekenning perceel 1827 (1882) voor stadslandbouw of oogsttuin. De vraag is wie de eigendom en beheer van deze gronden krijgt en hoe de eigenaren/gebruikers deze percelen kunnen bereiken zonder over particuliere grond te gaan. De huidige percelen hebben een recht van overpad naar de Tolakkerlaan, hetgeen thans gebruikt wordt voor het onderhouden van het huidige grasland. Als op perceel 1827 (1882) geen hoogstamfruit mag komen om de openheid in stand te houden, hoe kan dan op perceel 1879 wel een boomgaard met hoogstamfruit worden aangelegd? Conclusie Huidige gebruik als grasland continueren, tenzij een andere ontsluiting gebruikt kan worden.
Reactie gemeente:
Aan dit verzoek zal worden tegemoet gekomen. Ook de initiatiefnemer (provincie) heeft zich n.a.v. het ter inzage gelegde voorontwerpbestemmingsplan op dit punt beraden. Het huidige gebruik van het grasland tussen Lagegrond 1A en Lagegrond 1B zal worden gecontinueerd. Dat betekent dat het niet nodig is om deze gronden nog langer in het plangebied op te nemen. Het bestemmingsplan is daarop aangepast. De gronden met het grasland tussen Lagegrond 1A en Lagegrond 1B maken niet langer deel uit van het plangebied, met uitzondering van een smalle strook ten behoeve van de aangelegde houtwal. Daarmee zijn ook de boomgaard en stadslandbouw (oogsttuin) uit het plan geschrapt.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
31
Alleen de smalle strook grenzend aan het beoogde nieuwe woonkavel is nog in dit bestemmingsplan opgenomen ten behoeve van de aangelegde houtwal. Conclusie:
Mede naar aanleiding van de inspraakreactie zal het bestemmingsplan op dit punt worden aangepast. De gronden met grasland tussen Lagegrond 1A en Lagegrond 1B zijn van de verbeelding geschrapt en maken niet langer deel uit van het plangebied, met uitzondering van een smalle aangrenzende strook ten behoeve van de aangelegde houtwal. Het bestemmingsplan maakt de realisering van het dierenhotel mogelijk in de agrarische bestemming.
Inspraak:
Ad. 7 Riolering Het voorontwerp stelt dat er t.b.v. de nieuwe woning een aansluiting op het rioolsysteem t.h.v. de Lagegrond zal worden aangelegd. Indien dit over de particuliere weg gaat hoe wordt vermeden dat deze schade aan bestaande bomen en begroeiing oplevert? en dat de gestelde eisen van geen graafwerkzaamheden op 1,5 meter aan weerskanten gevolgd kunnen worden, terwijl er noodzakelijke bermbomen staan aan de waterkant? Vraag: Wie is hiervoor verantwoordelijk? Wanneer gebeurt dit? Hoe komt er een notarieel zakelijk recht waarin juridisch en administratief alles wordt vastgelegd waarin tevens begrepen de eventuele schade afhandeling? Conclusie Het lijkt te adviseren de rioolaansluiting op een andere manier te realiseren of een andere wijze van verwerking toe te passen, zoals een septic tank.
Reactie gemeente:
De aanleg van de riolering zal uiteraard in nauw overleg met de eigenares van Lagegrond 1B plaatsvinden. Op dit moment is meer gedetailleerde informatie over de uitwerking bij de planmakers nog niet beschikbaar. Tijdens de voorbereiding van dit bestemmingsplan zullen insprekers daarover nader worden geïnformeerd.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. De uitwerking van de riolering zal in nauw overleg met de eigenares van Lagegrond 1B geschieden. Zodra meer informatie beschikbaar is, zullen insprekers daarover worden geïnformeerd.
2.25 Inspreker 25 - Rentmeesterskantoor Noordanus & Partners BV Inspraak:
Inspraakreactie is ingediend namens Fruit bedrijf I. Westeneng, Tolakkerlaan 15, 3704 JA te Zeist. Aanleiding De beoogde ontwikkeling zal de agrarische bedrijfsvoering van cliënt op verschillende punten ernstig belemmeren. Tevens voldoet de beoogde ontwikkeling op een aantal punten niet aan het vigerende beleid. 1. Het voorontwerp bestemmingsplan voldoet op verschillende punten niet aan de voorwaarden die zowel in het Streekplan als in de PRV aan het toepassen van de Ruimte voor Ruimte regeling worden gesteld.
Reactie gemeente:
Het is ons niet duidelijk op welke wijze de bedrijfsvoering op het fruitteeltbedrijf Tolakkerlaan 15 en bijbehorende bedrijfsgronden door de ontwikkelingen op
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
32
Lagegrond 1A wordt belemmerd. Tussen de beoogde nieuwe woning op Lagegrond 1A en het fruitteeltbedrijf zijn al diverse andere woningen aanwezig, waarmee het bedrijf in zijn bedrijfsvoering rekening heeft te houden. Zo zullen de bestaande woningen op Bisschopsweg 7, Lagegrond 1 en Lagegrond 1A bepalend zijn voor de belemmering van de bedrijfsvoering van het fruitteeltbedrijf. Een nieuwe woning op Lagegrond 1A, op grotere afstand van het bedrijf, brengt geen extra belemmeringen met zich mee. Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
2. Binnen het voorontwerp bestemmingsplan is geen sprake van algehele bedrijfsbeëindiging, aangezien een bedrijf aan huis, verkoop van producten, de realisatie van een fruitboomgaard en stadslandbouw mogelijk zijn en zelfs worden aangemoedigd.
Reactie gemeente:
N.a.v. deze en vergelijkbare inspraakreacties worden de mogelijkheden van stadslandbouw en een boomgaard met de daarbij behorende gronden uit het bestemmingsplan geschrapt. De agrarische gronden tussen Lagegrond 1A en 1B zijn grotendeels uit het plangebied verwijderd en ook de aanduiding ‘specifieke vorm van groen – landschappelijke inpassing’ (in de vorm van een boomgaard) is geschrapt. De voormalige agrarische bedrijfsopstallen aan de Lagegrond 1A worden vervangen door een woonbestemming. Na sloop van de agrarische bedrijfsgebouwen rest hier enkel nog de woonfunctie. Het voormalige agrarische bedrijf ter plaatse is in zijn geheel beëindigd. De bestemmingsregels voor de woonfunctie bieden geen mogelijkheden voor de vestiging van een nieuw bedrijf. Wel mag ten hoogste 30m² van de woning mede worden gebruikt ten behoeve van de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis. Die mogelijkheden zijn zo kleinschalig (en zijn in elke woning toegestaan) dat niet valt in te zien dat het fruitteeltbedrijf Tolakkerlaan 15 daardoor wordt belemmerd. Overigens kunnen in het bestemmingsplan geen regels ten behoeve van concurrentieverhoudingen (of het voorkomen van concurrentie) worden opgenomen. Er is geen sprake van strijd met de PRV.
Conclusie:
Mede naar aanleiding van de inspraakreactie is het bestemmingsplan op dit onderdeel aangepast. De agrarische gronden ten behoeve van stadslandbouw en de aanduiding voor landschappelijke inpassing in de vorm van een boomgaard zijn uit het bestemmingsplan geschrapt.
Inspraak:
3. Binnen het voorontwerp bestemmingsplan is geen sprake van algehele bedrijfsbeëindiging, aangezien de bijbehorende gronden de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' hebben en niet duidelijk is of deze gronden bij een van de woningen gaan behoren of aan de agrarische sector worden verkocht. Het bestemmingsplan wordt op dit onderdeel aangepast. De agrarische gronden ten behoeve van stadslandbouw en de aanduiding ten behoeve van de boomgaard worden uit het bestemmingsplan geschrapt. Dat betekent dat de geldende agrarische bestemming volgens het bestemmingsplan ‘Buitengebied Zuid West’ op de gronden tussen Lagegrond 1A
Reactie gemeente:
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
33
en 1b van toepassing blijft, met uitzondering van de smalle strook ten behoeve van de aangelegde houtwal. Voor de overige agrarische gronden is de bestemmingsregeling uit het geldende bestemmingsplan overgenomen en vertaald naar de verplichte RO-standaarden. In het bestemmingplan ‘Lagegrond 1A’ zijn geen mogelijkheden meer opgenomen voor een agrarisch bedrijf. Er is geen sprake van strijd met de PRV. Conclusie:
Mede naar aanleiding van de inspraakreactie is het bestemmingsplan op dit onderdeel aangepast. De agrarische gronden ten behoeve van stadslandbouw en de aanduiding ten behoeve van de boomgaard zijn uit het bestemmingsplan geschrapt.
Inspraak:
4. Binnen het voorontwerp bestemmingsplan is wel sprake van belemmering van omliggende agrarische bedrijven doordat de realisatie van een bedrijf aan huis, verkoop van producten, realisatie van een fruitboomgaard en de ontwikkeling van stadslandbouw mogelijk is en dit tot ongewenste concurrentie voor de nog aanwezige agrarische bedrijven leidt. Zie de beantwoording hiervoor. In het bestemmingsplan kunnen geen regels worden opgenomen om concurrentie uit te sluiten.
Reactie gemeente:
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
5. Volgens het Streekplan moeten de bijbehorende gronden beschikbaar worden gesteld aan de grondgebonden functies in het gebied en dat wordt in het voorontwerp bestemmingsplan op onjuiste wijze toegepast, aangezien de gronden geen agrarische bestemming behoeven te hebben en de bestemming 'natuur' hier passender zou zijn.
Reactie gemeente:
Het gaat om agrarische gronden in de onmiddellijke nabijheid van bestaande en nieuwe woonbestemmingen. Die zijn voor een fruitteeltbedrijf niet interessant omdat ze binnen de ‘spuitzone’ rond deze woningen zijn gesitueerd. Verder is nergens in de regels voor bedrijfsbeëindiging in de PRV vastgelegd dat de vrijkomende bedrijfsgronden aan de grondgebonden functies in de omgeving moeten worden aangeboden. Zoals gezegd zullen deze gronden, mede naar aanleiding van onderhavige inspraakreactie, grotendeels uit het bestemmingsplan worden geschrapt. Daarmee behouden ze hun geldende bestemming volgens het bestemmingsplan ‘Buitengebied Zuid West’. Voor het overige wordt de geldende bestemmingsregeling overgenomen en vertaald naar de tegenwoordig verplichte RO-standaarden.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
6. Het voorontwerp bestemmingsplan voorziet in de komst van een extra woning, die de agrarische bedrijfsvoering van mijn cliënt ernstig kan gaan belemmeren. De komst van een extra woning kan tot ernstige reductie van het gebruik van akoestische verjaagmiddelen leiden, waardoor mijn cliënt grote financiële
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
34
schade oploopt. Reactie gemeente:
De beperking van de inzet van akoestische verjaagmiddelen wordt voor het bedrijf aan de Tolakkerlaan 15 bepaald door de reeds aanwezige woningen van derden op de Bisschopsweg 7, de Lagegrond 1 en Lagegrond 1A. Deze bestaande woningen zijn al dichter op het agrarische bedrijf gesitueerd dan de boogde nieuwe woning. De beoogde nieuwe woning aan de Lagegrond 1A brengt geen extra belemmeringen voor de bedrijfsvoering van het fruitteeltbedrijf aan de Tolakkerlaan 15 met zich mee
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
2.26
Inspreker 26
Inspraak:
Algemene Zienswijze 1. De locatie hoeft niet gesaneerd te worden, en dus is geen nieuw bestemmingsplan nodig. 2. Een bestemmingsplan kan niet dienen om de financiële problemen van de eigenaar van de gronden op te lossen t.a.v. de kosten van de vervuilde grond. 3. Als tot sanering wordt overgegaan moet ook het aangrenzende gebied worden gesaneerd. 4. Als tot sanering wordt overgegaan moet dat zodanig gebeuren dat er geen schade of vervuiling van de omgeving plaatsvindt. In het bestemmingsplan wordt daar onvoldoende aandacht aangegeven, met uitzondering van de sanering van de gronden in het voorontwerp.
Reactie gemeente:
1. Inspreker zet zich al lange tijd in voor de kwaliteit van dit gebied. De gemeente waardeert zijn inzet. Voor de kwaliteit van het gebied is het noodzakelijk dat de Lagegrond 1A wordt gesaneerd en dat de voormalige agrarische bedrijfsgebouwen worden gesloopt. De grond is vervuild, er zit asbest in de gebouwen, de gebouwen zijn in slechte staat van onderhoud. Herstel en onderhoud van agrarische gebouwen is niet gewenst omdat de agrarische functie hier niet langer reëel is. In eerste instantie voert inspreker wel aan dat hij vindt dat de locatie niet hoeft te worden gesaneerd. Maar in de onderdelen hierna geeft inspreker aan dat hij zich grote zorgen maakt over de vervuiling en vindt dat er goed moet worden gesaneerd. Dat is wat er met dit plan is beoogd. Een integrale sanering van de locatie Lagegrond 1A, die verder verval voorkomt en het gebied ten goede zal komen. 2. De bestemmingswijziging (extra woonkavel) is nodig om de initiatiefnemer/exploitant in staat te stellen een ruimtelijk, en ook vanuit milieuoogpunt, onhoudbare situatie op te lossen. 3. De verontreiniging is beperkt tot de ophooglaag van het voormalige agrarische bouwkavel. Deze verontreiniging wordt afgegraven en vervangen door schone grond. Het is niet nodig om ook de aangrenzende gronden af te graven omdat die gronden nooit zijn opgehoogd met verontreinigd puin. Wel zal de sanering worden gecontroleerd waarbij ook naar het grondwater wordt gekeken. 4. In het bestemmingsplan en ook in deze Nota is uitvoerig ingegaan op de wijze waarop zal worden voorkomen dat de omgeving van het plangebied schade of vervuiling van de sanering ondervindt.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
35
Inspraak:
Algemene Zienswijze 5. Het voorontwerp schiet ernstig te kort op het omgevingsaspect water: i. Voor het aanleggen van sloten is een keurvergunning nodig. ii. Omdat er maar tot 0,5m onder maaiveld wordt gesaneerd zal de verontreiniging in de sloten terechtkomen. iii. Het is aannemelijk dat de verontreiniging nu al in de Bisschopswetering terecht komt. iv. Deze aspecten zijn niet meegenomen in het voorontwerp en daarmee is het onjuist en onvolledig.
Reactie gemeente:
Mede naar aanleiding van deze inspraakreactie is het bestemmingsplan op dit onderdeel aangepast. De in het voorontwerp opgenomen sloten zijn geschrapt en zullen dus niet meer worden gegraven. Inspreker vindt dat er niet gesaneerd moet worden, maar maakt zich wel zorgen over eventuele verontreiniging van de Bisschopswetering. Net als inspreker zet de gemeente zich in voor de verbetering van dit gebied. Daarvoor is de sanering van de Lagegrond 1A noodzakelijk. In het voorontwerp en in deze Nota is daar uitvoerig bij stilgestaan. Het bestemmingsplan zal op onderdelen worden aangepast en aangevuld. Van onjuiste of onvolledige informatie is naar mening van de gemeente dan ook geen sprake.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om de verbeelding of regels van het bestemmingsplan aan te passen. Wel is het landschappelijk inpassingsplan gewijzigd en wordt uitgegaan van greppels en niet van sloten.
Inspraak:
Algemene Zienswijze 5. Het voorontwerp schiet ernstig te kort op het omgevingsaspect grondwater: i. De resterende vervuiling onder de 0,5m moet ook worden gesaneerd. ii. De vervuiling verplaatst zich met het grondwater mee en voor verdere vervuiling van het grondwater zorgen. Niet acceptabel want bij latere sanering hogere kosten. iii. De grondwaterstand is ter plaatse 0,5m onder maaiveld en geen 2m. iv. Deze aspecten zijn niet meegenomen in het voorontwerp en daarmee is het onjuist en onvolledig.
Reactie gemeente:
De vervuiling zit in de bodemlaag onder/in de beton- en grindverhardingen. Hier is de bodem opgehoogd waarbij de grond is bijgemengd met puin (asfalt, bakstenen, glas), sintels, kolengruis en ander bodemvreemd materiaal. Deze vervuilde ophooglaag wordt volledig weg gegraven. In de bodem daaronder is geen vervuiling aangetroffen, waardoor het dus ook niet nodig is om deze af te graven. Het saneringsplan voorziet in monitoring en controle van het grondwater. Als daarbij onverantwoorde verontreinigingen worden aangetroffen, zal het saneringsplan worden bijgesteld. De grondwaterstand is inderdaad circa 0,5m onder maaiveld. De toelichting zal op dit onderdeel worden aangepast. Van onjuiste of onvolledige informatie is naar mening van de gemeente dan ook geen sprake.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. Wel zal de juiste grondwaterstand in de toelichting van het bestemmingsplan worden opgenomen.
Inspraak:
Algemene Zienswijze
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
36
5. Het voorontwerp schiet ernstig te kort op het omgevingsaspect ecologie en ecologische verbindingen: i. Lagegrond 1A ligt in de ecologische verbindingen. Daar wordt niets over gezegd in het voorontwerp en dat is een ernstige omissie. Er zijn miljoenen uitgegeven voor de bouw van ecoducten die de trek van grote fauna (reeën) mogelijk maakt. Met dit plan wordt deze belangrijke mogelijkheid tot trekken van dieren verminderd. ii. De tijdelijke bouwweg is een massieve blokkering van de ecologische verbindingen. iii. Het rapport van CSO (bijlage 1) is zeer beperkt voor wat betreft de flora- en fauna in het gebied voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond. Kennelijk wil de overheid niet geïnformeerd worden over de belangen die de ecologische verbindingen spelen in het plangebied. De belangen van de ecologische verbindingen dienen zwaar te wegen. iv. In rapport CSO bijlage 3 (eindrapportage) is alleen gekeken naar ontheffingsplichtige soorten en niet naar de effecten op ecologische verbindingen. v. Voor groot wild geldt een zorgplicht. Daarover wordt niets gemeld. vi. In de stukken ontbreekt een activiteitenplan en een werkprotocol. Daarmee is niets toetsbaar welke stappen t.a.v. ecologie en ecologische verbindingen zullen worden ondernomen. vii. Deze aspecten zijn niet meegenomen in het voorontwerp en daarmee is het onjuist en onvolledig. Reactie gemeente:
i.
ii.
iii.
In paragraaf 3.2.1 is de uitsnede van de ecologische hoofdstructuur rond Lagegrond 1A expliciet getoond. In paragraaf 4.11 is het beleid voor de EHS beschreven. In paragraaf 3.4.1 zijn de ecologische verbindingen zoals opgenomen in de gemeentelijke Structuurvisie expliciet benoemd. Lagegrond 1A is een bestaande agrarische bouwkavel met bestaande gebouwen. Reeën en andere grote fauna trekken daar langs of omheen. Die situatie zal in de toekomst niet anders zijn. De sloop van de bestaande gebouwen zal een aantasting van de habitat van enkele diersoorten betekenen. Bij RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) is daarom ontheffing aangevraagd, waarbij een activiteitenplan is ingediend. Dit activiteitenplan zal, voorafgaand aan de sloop worden uitgevoerd. Ten behoeve van een beschutte verplaatsingsmogelijkheid voor dieren is in dit kader reeds een houtwal gemaakt en zullen langs de grenzen van de nieuwe woonkavels, stroken met hakhout worden aangelegd die een beschutte trek langs het perceel mogelijk maken. De beoogde nieuwe woonkavels blijven binnen de begrenzing van het huidige bouwkavel. Dat neemt niet weg dat er tijdens de inspraak veel informatie over de ecologische verbindingen in het gebied is ingebracht. Het bestemmingsplan zal daarmee worden aangevuld. De tijdelijke weg gaat niet over gronden die deel uit maken van de EHS waar de beschermde verbindingsroutes zijn gesitueerd. Er is heel bewust voor gekozen om met de tijdelijke weg buiten de EHS te blijven. Dat neemt niet weg dat de gronden waarop de tijdelijke weg is voorzien ook door dieren gebruikt worden. Om de overlast zoveel mogelijk te beperken zal met rijplaten gewerkt worden die alleen tijdens de werkzaamheden aanwezig zullen zijn, en daarna gelijk weer worden verwijderd. Het gebruik van de weg zal zeer beperkt zijn (alleen een aantal weken tijdens sanering en sloop en een aantal weken tijdens bouw/restauratie) en alleen overdag plaatsvinden. Dat laat voldoende mogelijkheden over voor trek door dieren. Na afloop wordt de bestaande situatie weer geheel hersteld. Door CSO is uitgebreid onderzoek gedaan naar de flora- en fauna in het gebied. Het gebied is herhaaldelijk en conform de geldende protocollen bezocht en daarvan is uitgebreid verslag gedaan. Het belang van de
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
37
iv.
v.
vi.
vii.
ecologische verbindingen is afgewogen en om daar op in te spelen worden de nieuwe woonkavels als het ware omzoomd met beplanting die een beschutte trek van dieren blijvend mogelijk zal maken. De gevolgen van de beoogde ontwikkeling voor de ecologische verbindingen is nog eens expliciet door CSO beschreven in een aanvullend onderzoek naar de mogelijke gevolgen van de beoogde ontwikkeling voor de ecologische verbindingszone. Het aanvullende onderzoek is als bijlage opgenomen bij de toelichting van het bestemmingsplan (bijlage 6_13M4115_Notitie_Nee_tenzijtoets_v1_def (3)) In de rapportages van CSO wordt de zorgplicht gemeld en is de relevante regelgeving zelfs als bijlage opgenomen. Daarenboven zal de uitvoering van het project ook met zorg ter hand worden genomen. In het kader van de ontheffingsaanvraag FFW is daarvoor een activiteitenplan opgesteld en in uitvoering genomen. Het activiteitenplan is in het kader van de FFW opgesteld en zal in dat kader ook beschikbaar komen. Het is geen stuk dat bij het bestemmingsplan hoort, maar is voor een ieder ter inzage. Het is opgenomen in bijlage 3 van de toelichting. Van onjuiste of onvolledige informatie is naar mening van de gemeente daarom geen sprake.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. Wel is een aanvullend onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke gevolgen van de beoogde ontwikkeling voor de ecologische verbindingszone. Het aanvullende onderzoek is als bijlage opgenomen bij de toelichting van het bestemmingsplan (bijlage 5_13M4115_Notitie_Nee_tenzij-toets_v1_def (3))
Inspraak:
Algemene Zienswijze 5. Het voorontwerp schiet ernstig te kort op het omgevingsaspect cultuurhistorie en landschap: i. In de plannen is niet goed meegenomen dat er sprake is van cultuurhistorisch waardevol gebied. Lokaal is sprake van coulisselandschap, daar is geen rekening mee gehouden. De boomgaard is niet getoetst aan de cultuurhistorische belangen. ii. De cultuurhistorische Bisschopswetering moet worden meegenomen in het plan. iii. Het belang van cultuurhistorie heeft onvoldoende aandacht gekregen. iv. Deze aspecten zijn niet meegenomen in het voorontwerp en daarmee is het onjuist en onvolledig.
Reactie gemeente:
i.
ii. iii. iv.
Tijdens de inspraak is veel informatie over de lokale cultuurhistorie ingebracht. Deze informatie zal worden verwerkt in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplangebied omvat een voormalig agrarische bouwkavel met bestaande gebouwen. De woonkavels met (nieuwe) bebouwing zullen landschappelijk en ecologisch worden ingepast met een houtwal en een groene zoom van hakhout. De in het voorontwerp ruim opgezette boomgaard als landschappelijke inpassing is, mede op grond van deze inspraakreactie, geschrapt. De helft van de Bisschopswetering is op Zeister grondgebied gelegen en zal met een eigen waterbestemming en cultuurhistorische bescherming in het bestemmingsplan worden opgenomen. De paragraaf over cultuurhistorie zal worden uitgebreid en aangevuld met onder meer de informatie die tijdens de inspraak is ingebracht. Van onjuiste of onvolledige informatie is naar mening van de gemeente geen
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
38
sprake. Conclusie:
Mede naar aanleiding van deze inspraakreactie is de toelichting van het plan aangevuld op het aspect van de cultuurhistorie.
Inspraak:
Z1. Volgens paragraaf 5.6.2 is er geen sprake van urgentie om te saneren. De insteek om d.m.v. een bestemmingsplan grond te verkopen om een sanering financieel mogelijk te maken is onrealistisch. De sanering moet worden betaald door de vervuiler. Als de provincie als koper de verkoper niet aansprakelijk stelt, moet de sanering worden betaald uit het provinciale budget (belastinggeld) of uit de al verkregen baten. Redenen voor het bestemmingsplan zijn onjuist/onbillijk. Gaat ten koste van natuur, landschap en cultuurhistorie. Er wordt afbreuk gedaan aan het provinciale en gemeentelijke beleid voor de inrichting van Groenraven-Oost.
Reactie gemeente:
De sanering is in die zin niet urgent, dat er geen sprake is van een gevaarlijke situatie. De vervuiling ligt er al lange tijd en is reeds in 1999 bij een verkennend bodemonderzoek geconstateerd. Sinds die tijd is nader bodemonderzoek uitgevoerd en is ook al eerder getracht om tot een sanering te komen. Dat is niet gelukt, onder meer door de lastige ontsluiting van het perceel. Voor elke eigenaar van een kavel met voormalige agrarische bedrijfsopstallen is de ruimte-voor-ruimte-regeling beschikbaar. Ook voor de provincie als eigenaar. Thans ligt, gebruik makend van de Ruimte-voor ruimteregeling, eindelijk een haalbaar plan voor om de bodem te saneren en de gebouwen te slopen zoals ook in het beleid voor de inrichting van Groenraven-Oost al was beoogd. Het is inmiddels wel duidelijk dat de herinrichting van Groenraven-Oost ten behoeve van natuur, landschap en cultuurhistorie de overheid veel geld heeft gekost. De baten zijn niet in geld uitgedrukt maar tonen zich in een betere natuur, landschap en cultuurhistorie. Helaas resteren uit het project Groenraven-oost geen middelen, zodat de sanering niet ten laste van dat project kon worden gebracht.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Z2. De mogelijkheden voor groot wild om te trekken worden verder beperkt.
Reactie gemeente: Conclusie:
Deze reactie is hiervoor al naar voren gebracht en beantwoord in voorgaande punten.
Inspraak:
Z3. De aan te leggen tijdelijke weg kan resulteren in een wandelpad voor hondenbezitters die de rust verstoren. Dat is in strijd met de toezeggingen van gemeente en provincie bij het ontwikkelen van Groenraven-Oost.
Reactie gemeente:
De tijdelijke weg wordt alleen open gesteld voor het sanerings- en sloopverkeer en later voor het bouwverkeer. Voor het andere verkeer, inclusief hondenbezitters, wordt de weg afgesloten met een hek. De gemeenten De Bilt en Zeist gaan alleen akkoord met een tijdelijke bouwweg en wijken daarmee niet af van toezeggingen gedaan t.a.v. het afwenden van eerder geplande fietsverbinding. De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Conclusie:
Zie conclusie onder eerdere beantwoording.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
39
Inspraak:
Z4. De provincie heeft hier een rol als eigenaar, beleidsverantwoordelijke voor Groenraven-Oost, water, grondwater en milieu. Deze 5-voudige rol maakt het voor de provincie Utrecht onmogelijk om een faire afweging van belangen te maken.
Reactie gemeente:
De verschillende rollen leiden ons inziens niet tot een unfaire afweging. Deze is gebaseerd op ruimtelijke afwegingen. Het vaststellen van het bestemmingsplan en het daaraan voorafgaande open planproces is de bevoegdheid/verantwoordelijkheid van de gemeente Zeist. Dit alles leidt tot een zorgvuldige planvorming. De inhoudelijke aspecten waarnaar wordt verwezen zijn hiervoor al beantwoord.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Z5a. Het geldende bestemmingsplan geeft ruimte voor 2 woningen en niet voor 3 zoals nu wordt gevraagd.
Reactie gemeente:
Op dit moment staan er langs de Lagegrond 3 woningen. LG 1, 1A en 1B. Alleen de bestaande boerderijwoning ligt in het bestemmingsplangebied. Met het bestemmingsplan wordt de mogelijkheid geboden om in ruil voor de sloop van bijna 2.000m² leegstaande bedrijfsgebouwen een nieuwe woning te kunnen bouwen. Daartoe is in het bestemmingsplan, naast de bestaande boerderijwoning één nieuwe woonbestemming opgenomen voor deze nieuw te bouwen ruimte-voor-ruime-woning. Overigens is de oude boerderijwoning met aangebouwde deel (of vervangende nieuwbouw daarvoor), ook al mogelijk onder het geldende bestemmingsplan.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Z5b. Er is geen hoge urgentie om te saneren. Als er wordt gesaneerd dan het gehele gebied saneren.
Reactie gemeente: Conclusie:
Deze reactie is hiervoor al naar voren gebracht en beantwoord
Inspraak:
Z5c. De provincie is als eigenaar verplicht om de opstallen in een redelijke staat te houden. Dan is het verkopen van de grond om de sloop te financieren ook niet nodig.
Reactie gemeente:
Vraag is die daarbij naar voren komt is voor welke functie de provincie de bestaande opstallen in redelijke staat moet houden?, Voor wonen of voor het oorspronkelijke agrarische gebruik?. Het gaat om agrarische bedrijfsopstallen, maar de agrarische functie is op deze locatie (waar de agrarische gronden van het bedrijf zijn aangekocht voor natuur- en landschapsontwikkeling) niet meer reëel. Het is in onze ogen niet wenselijk deze opstallen opnieuw bedrijfsmatig in gebruik te nemen. Sloop van deze opstallen heeft dan ook onze voorkeur. Het onderhouden van opstallen met asbest dient dan ook geen enkel doel. Asbest moet gesaneerd worden. Om de kosten van sanering voor deze locatie te kunnen dragen zijn opbrengsten nodig uit de verkoop van de 2 woonkavels.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Zie conclusie van de beantwoording hiervoor.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
40
Inspraak:
Z6a. Zolang er geen overeenstemming is over het recht van overpad moet de procedure van het bestemmingsplan worden stilgelegd.
Reactie gemeente:
Het bestemmingsplan is een publiekrechtelijke regeling van het mogelijk/toegestaan gebruik van de gronden. Het vestigen van een recht van overpad is een privaatrechtelijke regeling. De initiatiefnemer gaat zich via juridische weg verzekeren van het ontsluiten van de woonpercelen. Dit wordt in een notariële akte vastgelegd. Het is niet nodig om de bestemmingsplanprocedure daar in dit stadium voor stil te leggen.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Z6b. Is de weg Lagegrond een openbare weg en kan iedereen deze weg op een legale weg bereiken.
Reactie gemeente:
De Lagegrond staat niet op de wegenlegger van de gemeente Zeist en is niet openbaar in de zin van de Wegenwet. De weg is bereikbaar via het woonerf van Brugakker; dat is wel een openbare weg.
Conclusie:
Vraag van inspreker is beantwoord.
Inspraak:
Z6c. Staat Lagegrond op de wegenlegger. Graag een kaart waar e.e.a. duidelijk is aangegeven met kadastrale grenzen van de weg en van het verharde deel van de bermen.
Reactie gemeente:
Het bestemmingsplan behoeft niet te voorzien in eigendomskaarten, noch in kadastrale kaarten. Zoals hierboven al aangegeven is de Lagegrond geen openbare weg in de zin van de wegenwet en komt de weg ook niet voor op de wegenlegger. Desgewenst kan een en ander worden ingezien in de daartoe geëigende openbare register (waaronder het kadaster). Bijgaand een kaart met de kadastrale percelen. De weg valt binnen de percelen van Lagegrond 1A en 1B en het perceel daartussen.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
41
Conclusie:
De vragen van inspreker zijn beantwoord.
Inspraak:
Z6d. In het voorontwerp bestemmingsplan geen fietspad opnemen omdat dit de ter plaatse aanwezig ecologische verbinding doorsnijdt.
Reactie gemeente: Conclusie:
In het bestemmingsplan is geen fietspad mogelijk gemaakt.
Inspraak:
Z7A) Is de bouwweg inderdaad tijdelijk. Wat wordt met tijdelijk bedoeld. Z7B) Zo niet, waarom is dat niet aan de orde gekomen tijdens de voorlichting. Z7C) Hoe lang zal tijdelijke weg er liggen? Wanneer er kopers zullen zijn is nog niet duidelijk. Hoe wil de gemeente zich houden aan de wettelijke periode van 5 jaar voor een bouwweg. Z7D) Waarmee zal de bouwweg worden aangelegd? Het is bekend dat de goedkoopste oplossingen worden gekozen n.l. het gebruik van (ernstig) vervuild puin van de huidige gebouwen. 7ZE) Er wordt volstrekt geen rekening mee gehouden dat bouwweg de trekroute van reeën kruist en er worden geen mitigerende maatregelen genomen.
Reactie gemeente:
A) Aangevraagd is een tijdelijk weg voor een periode van maximaal 5 jaar ten behoeve van de bodemsanering en sloop van gebouwen op Lagegrond 1A en de restauratie/nieuwbouw van woningen op deze locatie. Tijdelijk wil zeggen dat de vergunning 5 jaar geldig blijft, en de rijplaten alleen tijdens de sloop- en saneringswerkzaamheden aanwezig zijn en vervolgens alleen tijdens de (nieuw)bouwwerkzaamheden. In de tussenliggende periode en daarna worden ze verwijderd en zijn er geen rijplaten aanwezig. Het gaat dus om een tijdelijke weg. B) Er is een vergunning aangevraagd voor maximaal 5 jaar. Alles is er op gericht om verkoop en bouw ruim binnen die tijd af te ronden. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat dit niet zal lukken, maar mocht dat onverhoopt toch het geval zijn, dan
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
42
ontstaat een nieuwe situatie die op dat moment zal moeten worden afgewogen. Maar aangevraagd is een tijdelijke weg, en niets meer. C) Ten behoeve van de tijdelijke weg zullen rijplaten gelegd worden die alleen aanwezig zijn gedurende de werkzaamheden. In de periode tussen sloop/sanering en (nieuw)bouw worden de rijplaten verwijderd en zal er geen tijdelijke weg aanwezig zijn. Als de rijplaten ten behoeve van de (nieuw)bouw opnieuw neergelegd moeten worden is daarvoor echter geen nieuwe tijdelijke vergunning nodig. Daarvoor kan gebruik worden gemaakt van de bestaande tijdelijke vergunning. D) Deze reactie is hiervoor al beantwoord. E) Deze reactie is hiervoor al beantwoord. Conclusie:
De vragen van inspreker zijn beantwoord.
Inspraak:
Z8. Is er een saneringsbesluit? Dat vraag inspreker op met een beroep op de WOB.
Reactie gemeente:
Niet duidelijk is wat inspreker bedoelt met een “saneringsbesluit”. Er zal voorafgaand aan de sloop en sanering een BUS-melding worden gedaan (Besluit Uniforme Sanering) bij het bevoegd gezag i.c de provincie Utrecht, waarbij alle beschikbare bodem- en asbestrapporten worden overlegd. Die stukken zijn openbaar. De sanering zal plaats vinden na aanbesteding, waarvoor slechts gecertificeerde bedrijven worden uitgenodigd. Het bevoegd gezag zal toezien op een correcte uitvoering van de werkzaamheden.
Conclusie:
De vragen van inspreker zijn beantwoord.
Inspraak:
Z9. In de risicoafweging is geen rekening gehouden met het gevaar van het vrijkomen van gevaarlijke stoffen tijdens het transport van vervuilde grond en sloopafval. Wat zijn de risico’s voor de omgeving en in het bijzonder Brugakker?
Reactie gemeente:
In het bestemmingsplan en in de in dit kader aangevraagde omgevingsvergunningen en de BUS-melding is en zal er rekening mee worden gehouden dat de uitvoering van deze werkzaamheden zal geschieden door gecertificeerde bedrijven die alle maatregelen nemen om het transport op een veilige wijze te regelen en risico’s voor de omgeving, inclusief Brugakker, uit te sluiten.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Z10 In de risico afweging is geen rekening gehouden met het gevaar van verspreiding van gevaarlijke stof, damp of gassen ten gevolge van het saneren en slopen. Wat zijn de risico’s voor Brugakker? Hoe zijn die afgewogen tegenover de sloop/sanering?
Reactie gemeente:
In het bestemmingsplan is er rekening mee gehouden dat de uitvoering van deze werkzaamheden zal geschieden door gecertificeerde bedrijven die alle maatregelen nemen om het transport op een veilige wijze te regelen en risico’s voor de omgeving inclusief Brugakker, uit te sluiten. Juist het achterwege laten van asbestsanering brengt risico’s met zich mee voor Brugakker. Die risico’s worden weggenomen door over te gaan tot sanering en sloop.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
43
Inspraak:
Z11. Inspreker verzoekt om de plannen voor een boomgaard te herzien in verband met de openheid.
Reactie gemeente:
Mede naar aanleiding van deze inspraakreactie is de boomgaard uit de plannen geschrapt.
Conclusie:
Het plan is op dit onderdeel aangepast.
Inspraak:
Z12. Inspreker verzoekt om bij het beroep aan huis rekening te houden met het gemeentelijk parkeerbeleid. Onduidelijk is of er vrachtverkeer wordt toegelaten en hoe dat zit in relatie tot het recht van overpad dat er ter plaatse niet is. Inspreker verzoekt om hier expliciet antwoord op te geven.
Reactie gemeente:
Mede naar aanleiding van de inspraakreactie van de eigenaar van Lagegrond 1B is er nog eens zorgvuldige gekeken naar de ruimtelijke situatie op het perceel en de mogelijkheid voor een beroep en bedrijf aan huis. Het naburige perceel Lagegrond 1B, is op circa 70 meter afstand gelegen. De ontsluiting van het perceel Lagegrond 1A gaat via de Lagegrond en deels over het perceel Lagegrond 1B. In dat opzicht wijkt de situatie af van een reguliere woning die meestal een eigen ontsluiting heeft. Al het verkeer van en naar Lagegrond 1A moet dus via de Lagegrond over het perceel van Lagegrond 1B. Om hier rekening mee te houden is het bestemmingsplan aangepast. De vierkante meters van de woning die voor een beroep en bedrijf aan huis mogen worden aangewend zijn verder beperkt (om de activiteiten vooral kleinschalig te houden). In de regels van het bestemmingsplan ‘Lagegrond 1A’ zal worden bepaald dat maximaal 25% van het vloeroppervlak van de woning voor een beroep aan huis mag worden aangewend tot een maximum van 30m². Bovendien zal expliciet worden voorgeschreven dat uitsluitend een beroep aan huis wordt toegestaan dat geen wezenlijk andere verkeersbewegingen dan die van de bewoners genereert. Dat is dus geen vrachtverkeer. Op die wijze is naar onze mening afdoende gewaarborgd dat een beroep of bedrijf aan huis niet tot nadelige gevolgen voor de buren en de omgeving leidt vanwege de ontsluiting via het erf van Lagegrond 1B. Wat betreft het parkeren is in de regels voor een beroep en bedrijf aan huis bepaald dat parkeren op eigen terrein moet plaatsvinden.
Conclusie:
De vragen van inspreker zijn beantwoord en de regeling van beroep en bedrijf aan huis is aangepast
Inspraak:
Z13. Er is in de plannen niet aangegeven wat de kadastrale begrenzing is van de gronden met de bestemming Verkeer. Daardoor is niet toetsbaar of aan de bestemmingsomschrijving van artikel 4.1 wordt voldaan. De huidige aanwezige grindweg heeft een diffuse begrenzing.
Reactie gemeente:
Voor de begrenzing van bestemmingen wordt gekeken naar de ruimtelijke situatie ter plaatse. De weg en de bermen hebben een verkeersbestemming gekregen. De eigendomssituatie is daarvoor niet van belang. Als inspreker wil toetsen aan de kadastrale begrenzing is die via het kadaster beschikbaar. Overigens krijgt de Bisschopswetering (inclusief oevers) in het ontwerp
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
44
bestemmingsplan de bestemming ‘Water’. Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. Wel is de Bisschopswetering opgenomen in de bestemming Water en via de planregels ook als cultuurhistorisch aangemerkt.
Inspraak:
Z14. De percelen liggen ver buiten de normafstand van 600m voor openbaar vervoer (bushalte de Koppel). Daarmee voldoet het plan niet aan de regelgeving m.b.t. de bereikbaarheid van het openbaar vervoer.
Reactie gemeente:
De afstand van 600 meter is een ambitie voor woningen in de bebouwde kom. Hier gaat het om woningen in het Buitengebied. Het plan voldoet aan het Gemeentelijke verkeers- en vervoerplan.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Z15. Inspreker verzoekt duidelijkheid te verschaffen over de vraag of er door de diverse overheden al toezeggingen zijn gedaan aan potentiële kopers.
Reactie gemeente:
Er zijn geen toezeggingen gedaan. De percelen kunnen en zullen pas te koop worden aangeboden als de bestemming is geregeld en de sloop is gerealiseerd. De provincie is de verkopende partij. De provincie zal zich houden aan alle regels die gelden t.a.v. gelijkberechtiging van mogelijke gegadigden voor aankoop etc. D.w.z. dat verkoop plaats vindt op basis van openbare inschrijving of via een makelaar die voor iedere mogelijke gegadigde op gelijke wijze benaderbaar is.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Z16. De rooilijnen van de gebouwen zijn niet aangegeven in de plannen. Daardoor is het niet mogelijk om te toetsen of wordt voldaan aan de afstanden tot de perceelsgrenzen.
Reactie gemeente:
Dat aspect dient bij de omgevingsvergunning voor het bouwen te worden getoetst. Zo ver zijn we nog niet. Inspreker kan dat te zijner tijd bij de omgevingsvergunning toetsen.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Z17. De inhoud van de woning is zeer groot. Er wordt niets gezegd over de inpassing in de omgeving. Daardoor is het niet toetsbaar in relatie tot de randvoorwaarden voor gebouwen in het buitengebied.
Reactie gemeente:
Volgens de Provinciale Ruimtelijke Verordening zijn woningen tot 800m³ toelaatbaar in het buitengebied, mits wordt gezorgd voor een goede landschappelijke inpassing. Op de onderhavige locatie zijn ruime woonkavels van ca. 2.000m² voorzien. Op een kavel van 2.000m² is een woning van 800m³ goed inpasbaar. De woonkavels zijn groen omzoomd met een houtwal en een begroeide rand met hakhout. Op die wijze is voldaan aan de randvoorwaarden.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
45
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Z18. De maatvoering van de ontsluitingsweg is niet aangegeven. Daardoor is het niet mogelijk om te toetsen of de woning tenminste 5 meter uit de aangrenzende weg ligt.
Reactie gemeente:
Dat is een aspect dat bij de omgevingsvergunning voor het bouwen moet worden getoetst. Zo ver zijn we nog niet. De verbeelding is digitaal en een aanvraag omgevingsvergunning kan digitaal en nauwkeurig worden getoetst. Op www.ruimtelijkeplannen.nl kan de kaart voor de Lagegrond worden opgeroepen en zit een ‘meettool’ waarmee de breedte van de verkeersbestemming kan worden gemeten.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Z19. Inspreker verzoekt antwoord op de vraag naar de hoogte van de lokale peilen en verwijst daarvoor naar de bepaling voor peil zoals opgenomen in het bestemmingsplan.
Reactie gemeente:
Aan de hand van de bepaling voor peil zoals opgenomen in de regels van het bestemmingsplan, wordt de hoogte van de gebouwen gemeten. Dat is dus de hoogte van de weg Lagegrond ter plaatse van de hoofdtoegang.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Z20. Er is ook geen antwoord gegeven op de vraag of en in hoeverre de grond lokaal mag worden opgehoogd en tot welk peil. a. Waarmee, met puin? b. Grond, welke kwaliteit? c. Hoe zit het met uitloging van opgehoogde grond? d. Hoe zit het met uitloging van grond die niet wordt gesaneerd?
Reactie gemeente:
a. Na bodemsanering zullen de woonkavels worden aangevuld met schone grond tot een peil vergelijkbaar met het huidige agrarische bouwkavel en vergelijkbaar met het peil van de buren (Lagegrond 1). b. Vanwege de situering in de onmiddellijke nabijheid van de EHS is een goede bodemkwaliteit vereist en wordt er gesaneerd naar de klasse ‘natuur’. Dat gaat nog een stap verder dan de klasse ‘wonen’. De klasse ‘natuur’ wordt ook wel multifunctioneel schoon genoemd. c. Alle verontreiniging wordt afgegraven en vervangen door schone grond. d. Er blijft geen verontreiniging achter die kan uitlogen.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Z21. De rooilijnen van de bijbehorende bouwwerken zijn niet aangegeven. Daardoor kan niet worden getoetst aan de afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen. Zie ook Z16.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
46
Reactie gemeente:
Als de bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, moet de geldende afstand tot de perceelsgrenzen worden aangehouden. Dat wordt bij de omgevingsvergunning voor het bouwen gecontroleerd. Zo ver is het nog niet.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Volgens inspreker mag er 100m² bijbehorende bouwwerken worden geplaatst. Daardoor wordt er bij een beroep aan huis veel verkeer aangetrokken (denk aan kinderdagverblijf). In 5.3c wordt geen definitie gegeven van ‘normale afwikkeling van het verkeer’. Daarmee is niet aangegeven welke verkeersaantrekkende werking als redelijk mag worden beschouwd in het buitengebied.
Reactie gemeente:
Mede naar aanleiding van deze inspraakreactie en de inspraakreactie van de eigenaar van Lagegrond 1B is er nog eens zorgvuldige gekeken naar de ruimtelijke situatie op het perceel en de mogelijkheid voor een beroep en bedrijf aan huis. Het naburige perceel Lagegrond 1B, is op circa 70 meter afstand gelegen. De ontsluiting van het perceel Lagegrond 1A gaat via de Lagegrond en deels over het perceel Lagegrond 1B. In dat opzicht wijkt de situatie af van een reguliere woning die meestal een eigen ontsluiting heeft. Al het verkeer van en naar Lagegrond 1A moet dus via de Lagegrond over het perceel van Lagegrond 1B. Om hier rekening mee te houden is het bestemmingsplan aangepast. De vierkante meters van de woning die voor een beroep en bedrijf aan huis mogen worden aangewend zijn verder beperkt (om de activiteiten vooral kleinschalig te houden). In de regels van het bestemmingsplan ‘Lagegrond 1A’ zal worden bepaald dat maximaal 25% van het vloeroppervlak van de woning voor een beroep aan huis mag worden aangewend tot een maximum van 30m². Bovendien zal expliciet worden voorgeschreven dat uitsluitend een beroep en bedrijf aan huis wordt toegestaan dat geen wezenlijk andere verkeersbewegingen dan die van de bewoners genereert. Op die wijze is naar onze mening afdoende gewaarborgd dat een beroep en bedrijf aan huis niet tot nadelige gevolgen voor de buren en de omgeving leidt.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. Wel is een beperking van de beroep en bedrijvenregeling aan huis doorgevoerd.
Inspraak:
Z23. Parkeren moet op eigen terrein plaatsvinden. Niet aangegeven is hoeveel parkeerplaatsen nog als redelijk mogen worden gezien.
Reactie gemeente:
Het gaat om zeer kleinschalige beroepsactiviteiten aan huis (max 30m²). Al het parkeren moet op eigen terrein plaatsvinden. Dat is op een perceel van 2.000m² goed op te lossen. Voor een thuiswerker zijn geen extra plaatsen nodig; voor een praktijk gevestigd op max 30 m2 wellicht 2 of 3.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Z24. Niet is aangegeven of aan huis een magazijn mag worden opgezet en gebruikt. Ook is onduidelijk of uitlevering van goederen (logistiek eenmansbedrijf wat geen detailhandel is) mag worden uitgevoerd. Denk aan internetbedrijven die producten leveren aan klanten/contacten. Daardoor neemt verkeersbelasting in onaanvaardbare
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
47
mate toe in dit deel van Groenraven-Oost. Reactie gemeente:
Toegestaan zijn uitsluitend activiteiten die zijn genoemd in de Staat van beroeps- en bedrijfsactiviteiten aan huis. Een magazijn staat daar niet bij en is vanwege de verkeersaantrekkende werking ook geen toelaatbare functie. Detailhandel is niet toegestaan, maar internet detailhandel wel, mits ze niet vanuit huis leveren. Het plan biedt voldoende waarborgen om een onevenredige verkeersdruk te voorkomen.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Z25. Figuur 1 en Figuur 2 komen niet met elkaar overeen.
Reactie gemeente:
Figuur 1 is een illustratie van de situering van het plangebied en bijbehorende tekst. Figuur 2 is een illustratie van de geldende bestemming voor Lagegrond 1A en bijbehorende tekst. Dat zijn twee verschillende zaken.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Z26. De aanname in het bestemmingsplan dat de ontwikkeling zo kleinschalig is dat er geen strijd is met nationaal, provinciaal en regionaal beleid is volstrekt onjuist.
Reactie gemeente:
In het bestemmingsplan is de beoogde ontwikkeling getoetst aan het nationale, provinciale en regionale beleid en luidt de conclusie dat er geen strijdigheden zijn. In de beantwoording hiervoor is dat nogmaals gemotiveerd.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Z27. Er is geen sprake van een transparant proces. De provincie is eigenaar van de grond, heeft belang bij een nieuw bestemmingsplan en kan aanwijzingen geven aan de gemeente. In paragraaf 3.1.2. Waterbeleid wordt verkeerd verwezen naar paragraaf 5.7. Dat moet zijn paragraaf 5.8.3.
Reactie gemeente:
Het proces is volkomen transparant. De provincie is eigenaar van de grond en is initiatiefnemer van het project. De gemeenteraad toetst het project aan onder meer het provinciale beleid en stelt het bestemmingsplan vast. Inspreker heeft de mogelijkheid om in dat proces een inspraakreactie naar voren te brengen en een zienswijze in te dienen. De gemeenteraad weegt de inspraakreactie en de zienswijzen van inspreker uiteindelijk af bij de vaststelling van het bestemmingsplan. De foutieve verwijzing naar de waterparagraaf zal in de toelichting worden aangepast.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. In paragraaf 3.1.2. van de toelichting zal voor de waterparagraaf worden verwezen naar de juiste paragraaf..
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
48
Inspraak:
Z28. Paragraaf 5.8.3 van de toelichting waarin staat dat er geen oppervlaktewater en kunstwerken in het plangebied aanwezig zijn, is onjuist. Er ligt een stuw in de Bisschopswetering en er ligt een belangrijke sloot voor de afwatering van de wijk Brugakker in het plangebied.
Reactie gemeente:
Voor de noordgrens van het plangebied is de gemeentegrens gehanteerd. Deze loopt in het midden van de Bisschopswetering. Naar aanleiding van een aantal inspraakreacties krijgt de Bisschopswetering een bestemming Water. De agrarische gronden en daar gelegen sloten zijn naar aanleiding van een aantal inspraakreacties uit het bestemmingsplan verwijderd. De toelichting zal daarop worden aangepast. De genoemd stuw in de Bisschopswetering ligt buiten het bestemmingsplangebied.
Conclusie:
Mede naar aanleiding van deze inspraakreactie zal de waterparagraaf in 5.8.3. worden aangevuld met de Bisschopswetering die gedeeltelijk in het plangebied is gesitueerd.
Inspraak:
Z29. In het bestemmingsplan moet worden meegenomen de mogelijkheid voor warmte/koude opslag, omdat dit effect heeft op de grondwaterstand.
Reactie gemeente:
Het bestemmingsplan zal op dit punt worden aangevuld. De Lagegrond is volgens de Provinciale Ruimtelijke Verordening gesitueerd in een sub-TOP gebied binnen de EHS waar verdroging van natuur moet worden voorkomen. Daartoe zal in het bestemmingsplan worden bepaald dat warmte-koudeopslag alleen is toegestaan als daarvan geen verdroging van de natuur uit gaat.
Conclusie:
N.a.v. deze inspraakreactie is het bestemmingsplan aangepast. In de regels zal worden bepaald dat warmte-koudeopslag alleen is toegestaan als dat niet leidt tot verdroging van de natuur.
Inspraak:
Z30. De informatie over de grondwaterstand is onjuist. Bij de Lagegrond is de grondwaterstand 0,5m onder maaiveld. Kennelijk is de gemeente Zeist niet op de hoogte van de lokale omstandigheden.
Reactie gemeente:
Het plan wordt op dit onderdeel verbeterd. In de toelichting zal de juiste grondwaterstand worden vermeld.
Conclusie:
Mede naar aanleiding van deze zienswijze zal in de toelichting de juiste grondwaterstand worden vermeld.
Inspraak:
Z31. Over de nieuw te graven watergangen wordt in de waterparagraaf niets gezegd, terwijl het de intentie zou kunnen zijn om het hemelwater af te voeren via de sloten. Aangezien het zonder uitlogende materialen niet mogelijk is om een dakwaterafvoersysteem te maken, is het aannemelijk dat de nieuwe sloten worden vervuild. De nieuwe sloten zullen een ontwaterend effect hebben op het groene gebied om het bestemmingsplan heen. De toelichting is onjuist.
Reactie gemeente:
Mede n.a.v. deze en andere inspraakreacties en de reactie van het waterschap worden geen nieuwe watergangen gegraven. Het plan is op dit onderdeel aangepast. Wel worden langs de nieuwe houtwal ondiepe greppels gegraven, maar deze wateren niet af op bestaande of nieuwe sloten. Conform het advies van het Hoogheemraadschap zal het hemelwater van de daken niet worden afgevoerd naar het riool, maar via de bestaande en nieuwe greppels in
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
49
het gebied worden opgevangen. Daarbij is het heel goed mogelijk om de afvoer van hemelwater van het dak zonder uitloogbare materialen uit te voeren. Door het hemelwater niet af te voeren naar het riool, maar in het gebied te houden komt het ten goede aan het landschap en de natuur rond Lagegrond 1A. Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. Behalve dat er geen nieuwe watergangen worden gegraven.
Inspraak:
Z32. De resultaten en conclusie van de watertoets worden niet gedeeld. Integendeel de toelichting rammelt wat betreft de watergerelateerde aspecten. Het kan niet zo zijn dat het wateradvies niet gedegen is omdat het een klein plan is.
Reactie gemeente:
Het Hoogheemraadschap heeft een positief wateradvies gegeven, maar wel enkele uit te werken onderdelen voor de toelichting aangegeven. De toelichting zal met deze onderdelen worden aangevuld. Daarbij zullen ook de opmerkingen van inspreker en andere insprekers worden meegenomen.
Conclusie:
De toelichting zal op het onderdeel water worden aangevuld.
Inspraak:
Z33. Er is geen sprake van een standstil beginsel. Er worden nieuwe ontwikkelingen beoogd. Nieuwe sloten hebben effect op de waterhuishouding, hemelwaterafvoer van daken heeft een vervuilend effect op de watergangen, door ophoging van het bouwperceel komt er vanwege uitloging nog meer vervuiling in de oppervlakte wateren.
Reactie gemeente:
Met de beoogde ontwikkelingen wordt de bestaande situatie aanzienlijk verbeterd. In de huidige gebouwen zijn uitloogbare materialen toegepast, in de gebouwen zit asbest, de grond is verontreinigd. Dat alles wordt opgeruimd en vervangen door niet uitloogbare en asbestvrije bebouwing en schone grond. Daarbij neemt de hoeveelheid bebouwing en verharding niet toe; deze worden juist minder. Ook voor de wateraspecten is dat een aanzienlijke verbetering.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Z34. Tot grootst mogelijke verbazing van inspreker wordt er in het bestemmingsplan niets gezegd over de trekmogelijkheden van o.m. reeën. Aan de ene kant legt de provincie uiterst kostbare ecoducten aan voor ecologische verbindingen en aan de andere kant wordt de ruimte die nodig is voor trekkende dieren weggenomen door huizen te bouwen in de ecologische zone tussen Zeist en Bunnik.
Reactie gemeente:
In het bestemmingsplan is benoemd dat Lagegrond 1A is omgeven door de EHS (ecologische verbindingszone). Er wordt geen ruimte weggenomen. De beoogde ontwikkelingen zijn juist voorzien op de bestaande agrarische bouwkavel met bestaande gebouwen. De ontwikkelingsmogelijkheden voor stadslandbouw en een boomgaard zijn uit het plan geschrapt. Door de woonkavels te voorzien van groene randen krijgen dieren hier mogelijkheden voor een beschutte doorgang langs de woonkavels.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. M.u.v. van het schrappen van de weilanden tussen Lagegrond 1A en 1B uit het plan.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
50
Inspraak:
De ecologische verbindingszone mag niet worden aangetast. De beoogde ontwikkeling is een bewuste keuze om de ecologische verbindingszone te versmallen en teniet te doen. Het geldende bestemmingsplan met één woning moet worden gehandhaafd.
Reactie gemeente:
De ecologische verbindingszone wordt niet versmald of aangetast. De beoogde ontwikkelingen zijn juist voorzien op het bestaande agrarische bouwkavel na sloop van de bestaande gebouwen. De ontwikkelingsmogelijkheden voor stadslandbouw en een boomgaard zijn uit het plan geschrapt. Door de woonkavels te voorzien van groene randen krijgen dieren hier mogelijkheden voor een beschutte doorgang langs de woonkavels. De ruimte-voor-ruimte-woning op het bestaande agrarische bouwkavel is van omvang veel kleiner dan de te slopen massa en ze is nodig om de sloop en sanering van het terrein te kunnen financieren.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. M.u.v. van het schrappen van de weilanden tussen Lagegrond 1A en 1B uit het plan.
Inspraak:
Z36. Cultuurhistorie is in het bestemmingsplan niet goed meegenomen. Lokaal is sprake van coulisselandschap. De boomgaard is niet getoetst aan cultuurhistorie. Kennelijk vindt de gemeente Zeist het niet belangrijk om voor een klein bestemmingsplan de aspecten te toetsen die de burgers in de buurt belangrijk vinden.
Reactie gemeente:
Zie ook beantwoording onder punt 5 Cultuurhistorie en landschap van deze inspraakreactie, waar deze zienswijze ook al naar voren is gebracht.
Conclusie:
Zie conclusie onder 5Cultuurhistorie en landschap
Inspraak:
Z37 Tijdelijke bouwweg. 1. Weg gaat door gebied waar reeën trekken. 2. Weg leidt tot ontsluiting door wandelaars met honden. 3. Er is nog geen overeenstemming met rechthebbende ontsluitingsweg. Wat als die overeenstemming er niet komt. 4. De keuze om door ecologisch belangrijk gebied aan te sluiten op de Kromme Rijnlaan is niet gemotiveerd. 5. In het verleden heeft de overheid gebruik gemaakt van transportbanden voor de afvoer van puin of van het verpompen van vermalen puin. Waarom zijn deze alternatieven niet onderzocht. 6. Inspreker ontvangt graag een bevestiging dat de gemeente Zeist en de gemeente De Bilt zich houden aan de termijn voor 5 jaar.
Reactie gemeente:
1. Deze reactie is al diverse keren ingebracht en beantwoord. Zie beantwoording hiervoor. Overigens ligt de trekroute voor reeën wat meer naar het westen, volgens het rapport van Alterra uit 2001.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
51
2. Ook deze reactie is al eerder ingebracht. Zie beantwoording hiervoor. 3. Mede omdat de ontsluiting over Lagegrond 1B nog nader moet worden geregeld, is gekozen voor een tijdelijke weg ten behoeve van de sloop, sanering en bouw/renovatie over grond in eigendom van de provincie en de gemeente Zeist. 4. Juist omdat de alternatieven dwars door de EHS gaan is gekozen voor deze optie, die niet door de EHS gaat. 5. Dat zijn hier geen reële oplossingen. Er is gekeken naar alternatieven. De gekozen oplossing is in onze ogen een goede afweging van alle betrokken belangen. 6. De gemeente Zeist is verplicht om zich aan de wet te houden en is daarop voor een ieder aanspreekbaar. Dat geldt ook voor de gemeente De Bilt. Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Z38. Een verbod op gewasbescherming trekt schadelijke fauna aan, terwijl er op korte afstand een aantal fruitbedrijven zitten die door de besmetting van de aan te leggen boomgaard meer bestrijdingsmiddelen moeten inzetten. Geen boomgaard aanleggen maar een weide. Hoe wordt het onderhoud van de boomgaard georganiseerd.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
52
Reactie gemeente: Conclusie:
De boomgaard is uit de planvorming geschrapt. Het plan is op dit punt aangepast. De boomgaard is uit het plan geschrapt.
2.27 Inspreker 27 - Werkgroep Natuurlijk Zeist-West Inspraak:
De werkgroep onderschrijft het belang van sanering van de locatie. Er is sprake van een boerderijlocatie met woning en twee voormalige bedrijfswoningen. Deze zijn in het huidige bestemmingsplan omgezet naar drie zelfstandige woonbestemmingen. De werkgroep vraagt zich af waarom deze omzetting niet voldoende opbrengt in het kader van het landinrichtingsproject Groenraven-Oost en er een vierde woning nodig is. De werkgroep heeft altijd begrepen dat er sanering in het kader van de omzetting bij de uitvoering van het landinrichtingsproject zou plaatsvinden. De werkgroep mist ook inzicht in de kostendragers van de sanering en de maatschappelijke realiseerbaarheid van het plan.
Reactie gemeente:
De woningen Lagegrond 1 en Lagegrond 1B maakten in 1999 geen deel uit van het agrarische bedrijf dat in het kader van de landinrichting Groenraven-Oost is aangekocht. Ten behoeve van de landinrichting Groenraven-Oost zijn uitsluitend de voormalige agrarische opstallen aan de Lagegrond 1A, tezamen met de agrarische bedrijfsgronden, aangekocht. De bedrijfsbeëindiging van Lagegrond 1A was met de aankoop in het kader van het landinrichtingsproject Groenraven-Oost een feit. Daadwerkelijke realisatie daarvan door sloop bleek echter veel lastiger dan vooraf ingeschat. Er zit asbest in de gebouwen en verontreiniging in de bodem, zodat een zorgvuldige en kostbare sanering nodig is. Maar de sloop en sanering werden ook bemoeilijkt door de problematische ontsluitingssituatie van de Lagegrond 1A. Voor zwaar vrachtverkeer ten behoeve van een sanering bleek de Lagegrond zelf niet bruikbaar. De weg loopt over de eigendom van Lagegrond 1B en komt uit in de woonstraatjes van de wijk Brugakker. Die route is niet geschikt om de verontreinigde grond en het sloopmateriaal met zware vrachtwagens af te voeren. Ook alternatieve ontsluitingsroutes stuitten op vele bezwaren van omwonende. Het gevolg was dat de agrarische bedrijfsgronden zijn ingezet bij de landinrichting van Groenraven-Oost, maar de agrarische bedrijfskavel niet werd ontmanteld. Inmiddels is het landinrichtingsproject Groenraven-Oost beëindigd. De ambtelijke organisatie is opgeheven en alle beschikbare gelden zijn besteed ten behoeve van de landinrichting. Voor de ontmanteling van de bedrijfskavel Lagegrond 1A zijn geen gelden meer beschikbaar. Dat was de beginsituatie van het onderhavige project, dat in 2013 (mede op verzoek van gemeente Zeist) werd geagendeerd. Omdat de bedrijfsgebouwen zo langzamerhand in een slechte bouwkundige staat zijn komen te verkeren en ontsierend zijn voor het landschap , kan niet langer met de sloop en sanering worden gewacht. De provincie Utrecht is als eigenaar op zoek gegaan naar een oplossing. Onderzocht is welke kosten de sloop en bodemsanering met zich mee zouden brengen, en welke opbrengsten daar tegenover zouden kunnen staan. Met de opbrengsten van een extra woning (in ruil voor de sloop van opstallen, mogelijk te maken door de Ruimte-voor-ruimteregeling) zouden de kosten voor sloop en bodemsanering wel gedekt kunnen worden. Dat is dan ook de oplossing die voor de Lagegrond 1A is gekozen en in dit bestemmingsplan wordt mogelijk gemaakt. Voor de financiering van de sloop van de overtollige opstallen en de bodemsanering
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
53
is de verkoop van de oude boerderijwoning met woonkavel en de verkoop van een extra woonkavel noodzakelijk. Uit de opbrengsten hiervoor moeten plankosten, aanleg tijdelijke weg (en brug), bodemsanering, de asbestverwijdering (gebouwen en bodem), sloop van de gebouwen, mitigerende maatregelen en herinrichtingskosten, worden gedekt. De boekwaarde wordt hiermee echter niet terugverdiend. Daarbij is er vanuit gegaan dat de kosten voor asbestverwijdering flink zullen oplopen, aangezien er zowel asbest in de gebouwen is aangetroffen als in de terreinverhardingen. Ook de sloopkosten zijn niet regulier omdat er ten behoeve van de afvoer van het sloopmateriaal een tijdelijke weg met rijplaten moet worden geregeld, inclusief mitigerende maatregelen ter bescherming van flora- en fauna Wat betreft de maatschappelijke realiseerbaarheid is er de nodige weerstand, met name tegen de tijdelijke weg ten behoeve van de sloop-, bodemsanering en renovatie/nieuwbouw. Wij begrijpen deze weerstand, maar in onze afwegingen zijn de bezwaren tegen deze route afgezet tegen die welke voor de andere onderzochte routes gelden. Met de gekozen route menen wij een goede afweging tussen natuurbelangen (niet door de EHS) en belangen van omwonenden (op afstand van Brugakker) te hebben gemaakt. Ook de uitvoering van de tijdelijke weg is op onderdelen aangepast. Er wordt niet meer gewerkt met een puinbed, maar in plaats daarvan met tijdelijke rijplaten. Na afloop van de sloop- en saneringsregeling worden de rijplaten gelijk verwijderd. Conclusie:
Inspraak:
Reactie gemeente:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. Wel is de uitvoering van de tijdelijke weg aangepast ter tegemoetkoming aan bezwaren op dit punt. OPMERKINGEN PLANTOELICHTING Pag. 9 Recht van overpad problematisch De werkgroep verzoekt het volgende: Aantonen dat er geen recht van overpad bestaat voor sloop en nieuwbouw. Nagaan of de Lagegrond geen openbare weg is in de zin van de Wegenwet. Er bestaat op moment van de ter inzage legging voor de inspraak van dit bestemmingsplan geen kadastraal geregistreerd recht van overpad over het perceel Lagegrond 1B. De weg Lagegrond is particulier bezit (en deels in eigendom bij de provincie en de eigenaar van Lagegrond 1B), en komt niet voor op de wegenlegger. Er is derhalve geen sprake van een openbare weg in de zin van de Wegenwet. Aanvankelijk is getracht om met de eigenaar van Lagegrond 1B overeenstemming te bereiken over een notarieel vast te leggen recht van overpad. Dat is helaas niet gelukt. Dat betekent dat moet worden teruggevallen op het recht van overpad dat in het verleden is ontstaan op grond van gewoonterecht en inmiddels onherroepelijk is. De provincie zal dit ‘gewoonterecht’ notarieel laten vastleggen. Dat neemt niet weg dat het vrachtverkeer van een bodemsanering ook problematisch is door de smalle toegang en woonstraatjes van Brugakker. Vanwege de verkeersveiligheid is het niet verantwoord om in dit gedeelte van Brugakker met zwaar vrachtverkeer te rijden. Daarop is gezocht naar een alternatieve ontsluiting ten behoeve van de werkzaamheden. Hierna is het tracé van de beoogde alternatieve tijdelijke weg opgenomen.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
54
Figuur: beoogde traject tijdelijke weg. Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Pag. 10 Onderzoek scenario 2 elders woonrecht in Zeist De werkgroep verzoekt aan te geven welke locaties zijn onderzocht en waarom deze niet mogelijk waren.
Reactie gemeente:
De regeling Ruimte-voor-ruimte gaat uit van situering van de woning op de ontstaanslocatie. Situering van de woning elders kan worden toegestaan als zowel
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
55
op de ontstaanslocatie, als op de locatie waar het bouwrecht kan landen, sprake is van ruimtelijke kwaliteits(verbetering). Vanuit ruimtelijk oogpunt zijn er geen bezwaren tegen het te gelde maken van het bouwrecht op de locatie Lagegrond 1A zelf, maar vanwege de lastige ontsluiting is er ook naar andere locaties in Zeist gekeken voor de bouw van een nieuwe woning (in ruil voor de sloop van opstallen). Zo is onder meer gekeken naar een clusterlocatie voor ruimte-voor-ruimte-woningen in Austerlitz. Maar voor deze locatie bestond onvoldoende draagkracht en was ook de ontsluiting over particuliere gronden problematisch. Daarna zijn een aantal particuliere locaties in ogenschouw genomen waar bouwplannen voor kenbaar waren gemaakt. Daarvan paste er echter maar één binnen het provinciale beleid. Deze ene locatie in Den Dolder is nader onderzocht. Daarbij bleek dat dit initiatief niet gericht was op de bouw van een vrijstaande woning, maar op de bouw van een kangoeroewoning. Ten behoeve van de ontwikkeling van een kangoeroewoning is de aankoop van het bouwrecht van de Lagegrond (vrijstaand op ruime kavel) eenvoudigweg te duur. Daardoor viel ook deze locatie af. De beoogde nieuwe woonkavel is daarom, conform de uitgangspunten van de Ruimte-voor ruimteregeling in de PRV gesitueerd aan de Lagegrond zelve, waar het bouwrecht door sloop is ontstaan. Er stonden hier al gebouwen en de locatie is al lange tijd in gebruik voor menselijke activiteit. Ondanks de bouw van een extra woning zal de bebouwing hier, ten opzichte van de bestaande situatie, aanzienlijk worden gereduceerd, waardoor de ruimtelijke kwaliteit toeneemt. Een woning op deze bijzondere locatie heeft meerwaarde voor het woningaanbod in Zeist en draagt daarmee bij aan het huisvestingsbeleid. Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Pag. 11 Het erf ruig en overgroeid Gezien de ligging in de EHS, zijn voorafgaand aan de sloop maatregelen gewenst voor natuurbehoud.
Reactie gemeente:
De locatie wordt omgeven door EHS, maar maakt daarvan geen deel uit. Ten behoeve van de beoogde herontwikkeling heeft uitgebreid ecologisch onderzoek plaatsgevonden en is een activiteitenplan opgesteld en ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO, de instantie die gaat over ontheffingen in het kader van Flora- en faunawet). Daarin zijn de nodige maatregelen voorzien zoals de bouw van een dierenhotel en de aanleg van een houtwal met greppels. Het dierenhotel en de houtwal zijn inmiddels gerealiseerd.
Conclusie:
Aan het verzoek is tegemoet gekomen. De maatregelen worden voorafgaand aan de sloop gerealiseerd. De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Pag. 13 Onder beleid is sprake van het omzetten van een agrarische bestemming naar een woonfunctie. De omzetting heeft al plaatsgevonden. Zie ook onder ‘algemeen’.
Reactie gemeente:
Hiervoor is al aangegeven wat de redenen zijn om thans, ten behoeve van de tweede woonkavel, gebruik te maken van de ruimte-voor-ruimte-regeling.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
56
De agrarische bedrijfsgebouwen zijn nog steeds aanwezig en kunnen niet opnieuw onder het overgangsrecht worden gebracht, zolang de sloop en bodemsanering niet is verzekerd. Met het onderhavige bestemmingsplan is een haalbare oplossing in beeld. De huidige situatie duurt al veel te lang en het is vanwege de slechte toestand van een deel van de gebouwen niet verantwoord om de bestaande situatie nog veel langer te laten voortduren. Helaas is er binnen redelijke tijd geen andere oplossing voor handen. Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Pag. 16 EHS en Provinciale Structuurvisie (PSV) In de toelichting moet duidelijk worden vermeld welke ontwikkelingen een verstorende invloed hebben. In dit geval betreft dat het risico van verdroging en verstoring EVZ. Dit is extra van belang in relatie tot ligging in de kernrandzone.
Reactie gemeente:
Vanwege de situering in sub-TOP gebied binnen de EHS moet in het plan worden beschreven welke maatregelen zijn genomen om verdroging te voorkomen. Daartoe is de mogelijkheid om de gebouwen te onderkelderen geschrapt (en eventueel daarmee gepaard gaande bemaling) en is de toepassing van warmte-koudeopslag alleen toegestaan als dit niet leidt tot verdroging van de natuur.
Conclusie:
Mede naar aanleiding van deze inspraakreactie is opgenomen dat permanente bemaling ten behoeve van onderkeldering niet is toegestaan. In de regels is verder opgenomen dat de toepassing van warmte-koudeopslag alleen is toegestaan als dat niet leidt tot de verdroging van natuur.
Inspraak:
Pag. 19 Ruime voor ruimte regeling De omzetting naar wonen al heeft plaatsgevonden bij de vaststelling van het bestemmingsplan. Toen was op basis van een planwijziging sprake van sloop en herontwikkeling. Hiertegen is geen bezwaar gemaakt. De werkgroep stelt hierbij de volgende vragen: Is de RvR-regeling wel van toepassing? Is er destijds op onterecht gronden medewerking gegeven aan de nieuwe woonbestemming? Hoe wordt juridisch sluitend en verplichtend de relatie gelegd tussen het bouwrecht voor een extra woning en de werkelijke uitvoering van sloop en sanering?
Reactie gemeente:
Hiervoor is al meerdere keren aangegeven dat de ‘papieren’ omzetting feitelijk nooit is gerealiseerd. Dat is heel teleurstellend en hangt samen met een groot aantal hiervoor al genoemde factoren, waaronder een verkeerde inschatting van de problemen die voorafgaand aan mogelijke sloop en sanering eerst opgelost moesten worden. Onze evaluatie is niet dat er destijds ten onrechte medewerking is gegeven aan een nieuwe woonbestemming. Het bestemmingsplan betreft toelatingsplanologie. Het geeft de mogelijkheid om een nieuwe situatie te bewerkstelligen, maar kan de beoogde ontwikkeling niet afdwingen. Het zou geen ‘goede ruimtelijke ordening’ zijn als er extra bouwmogelijkheden geboden worden, zonder dat de sloop van opstallen is verzekerd. Dat laatste is volgens het thans voorliggende bestemmingsplan op deze
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
57
locatie niet mogelijk omdat de nieuwe gebouwen alleen maar op de plek van de bestaande gebouwen kunnen worden gesitueerd. Er moet dus eerst worden gesloopt voordat er nieuw kan worden gebouwd. De relatie tussen sloop en nieuwbouw is zowel praktisch/feitelijk als juridisch. Een potentiële koper is niet geïnteresseerd in een locatie die hij eerst moet saneren met alle onzekerheid van dien. Om de bouwkavels te kunnen verkopen moet er eerst worden gesloopt en gesaneerd en moet de woonbestemming gevestigd zijn. Daar komt bij dat er geen omgevingsvergunning voor het bouwen kan worden verleend, zolang de bodemverontreiniging niet is gesaneerd. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht staat daaraan in de weg. Een eventuele omgevingsvergunning voor bouwen zal bij de rechter nooit stand houden, zolang er niet is gesaneerd. Gelet op deze situatie is de ruimte-voor-ruimte-regeling een haalbare oplossing, waarbij de noodzaak om eerst de bodemverontreiniging te saneren in de weg staat aan het toevoegen van nieuwe bebouwing, zonder dat de oude wordt gesloopt. Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Pag. 21 Kwaliteitsgids Utrechtse Landschappen: de kernkwaliteiten zouden niet herleidbaar voor het plangebied. De werkgroep verzoekt de historische Bisschopswetering toe te voegen aan de toelichting en te betrekken bij de planregels en bestemmingen. Deze wetering is ook aangeduid in het bestemmingsplan Buitengebied Zuid van de gemeente De Bilt.
Reactie gemeente:
Dat is inderdaad een relevante aanvulling. Het plan (kaart, regels en toelichting) zal worden aangevuld met de Bisschopswetering en daarbij behorende beschermende regeling. NB: de watervergunning voor een tijdelijke dam in de Bischopswetering en voor een brug over de Zeister grift is inmiddels verleend door waterschap Stichtse Rijnlanden. Het betreft een tijdelijke vergunning. Na verwijdering van de brug en de dam moet de bestaande situatie worden hersteld.
Conclusie:
Naar aanleiding van de inspraakreactie zal de toelichting van het bestemmingsplan op dit punt worden aangepast.
Inspraak:
Pag. 24 Structuurplan Zeist fietsverbinding De fietsverbinding is door de gemeenteraad in de aangegeven vorm geschrapt. Op definitieve kaart van de vastgestelde Structuurvisie komt het ‘fietsje’ bij de Lagegrond niet meer voor. In het voorontwerp bestemmingsplan is een Structuurvisie kaart opgenomen waarop het ‘fietsje’ nog staat aangegeven. De werkgroep vindt het vreemd dat een ontwerpbestemmingsplan in de inspraak wordt gebracht dat tegenovergesteld is aan het vastgestelde beleid. De werkgroep geeft aan dat ook de gemeenteraad van De Bilt de aanleg van een fietspad heeft afgewezen.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
58
Reactie gemeente:
Dat is inderdaad een storende omissie. Het verouderde kaartje zal uit de toelichting worden verwijderd. In het bestemmingsplan zal worden aangesloten op het vastgestelde beleid. Overigens heeft het voorontwerp bestemmingsplan nooit mogelijkheden voor een fietspad bevat en zitten die ook niet in het onderhavige ontwerp bestemmingplan.
Conclusie:
Naar aanleiding van de inspraakreactie zal de toelichting van het bestemmingsplan op dit punt worden aangepast.
Inspraak:
Pag. 25 Woonvisie 2013 - 2015: de bouw van een woning levert een bijzondere bijdrage aan het gedifferentieerde woningaanbod in Zeist. De werkgroep is van mening dat als gesteld wordt dat de bouw van een woning past in het gemeentebeleid als vermeld in de Woonvisie, ook moet worden aangeven wat hiervoor de motivering is in relatie tot het in de Woonvisie vermelde beleid.
Reactie gemeente:
In de woonvisie wordt een gedifferentieerd woningaanbod voorgestaan. Een woning op de onderhavige locatie is een (getalsmatig zeer beperkte) aanvulling op het woningaanbod in Zeist in een schaars segment woningen, en derhalve een (getalsmatig zeer beperkte) verbreding van het woningaanbod.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Pag. 25/26 GWP vastgesteld in 2013 In de nieuwe GVVP is de fietsverbinding op deze locatie niet meer opgenomen.
Reactie gemeente:
In de toelichting zal het verouderde kaartje worden verwijderd. Het bestemmingplan wordt op dit punt aangepast.
Conclusie:
Naar aanleiding van de inspraakreactie zal de toelichting van het bestemmingsplan op dit punt worden aangepast.
Inspraak:
Pag. 32/62 Toekomstige situatie, een oogsttuin en stadslandbouw ontwikkelen. De werkgroep vraagt of een oogsttuin of pluktuin in de EHS past. Een oogsttuin en stadslandbouw zouden ook een commercieel agrarisch initiatief kunnen zijn wat in strijd is met de RvR-regeling. De pluktuin is gepland in het gebied ten noorden van het plangebied. Vraag is wat is de relatie met het plangebied voor deze locatie en is dit relevant voor het plangebied. De werkgroep is van mening dat er alleen sprake kan zijn van of wonen (zonder "agrarisch bedrijf aan huis") of agrarisch (oogsttuin / stadslandbouw) maar dan geen extra woning.
Reactie gemeente:
Mede naar aanleiding van deze inspraakreactie zijn de agrarische gronden voor de stadslandbouw uit het bestemmingsplan geschrapt. Er zijn hier geen concrete stadslandbouwinitiatieven.
Conclusie:
Mede naar aanleiding van deze inspraakreactie is het bestemmingsplan op dit punt aangepast.
Inspraak:
Pag. 32/62 Bestemmingsplanvlakken / inrichting achtertuinen woningen. Het gebied sg-lip voor de achtertuinen van de woningen is te groot. Dit kan worden
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
59
beperkt tot een smallere strook. Het is niet gewenst dat hiermee een omvangrijk recht op overige bebouwing wordt verkregen. Vraag is of sg-lip wel of niet onderdeel is van het bouwperceel. De werkgroep pleit er voor dat alle gebied buiten de woonbestemming de bestemming Natuur krijgt met een overgangszone die kan worden gepacht van een natuur beherende instantie. Reactie gemeente:
Voor deze gronden is de regeling uit het geldende bestemmingsplan ‘Buitengebied Zuid West’ overgenomen en vertaald naar de nieuwe verplichte RO-standaarden. De gronden zijn aangeduid voor landschappelijke openheid. Wel toegestaan is perceelrandbeplanting waarmee de nieuwe kavels landschappelijk kunnen worden ingepast. De agrarische bestemming met een verbod op boomteelt en een vergunningplicht voor het beplanten met bomen biedt voldoende garanties om ter plaatse tot een goede landschappelijke inrichting te komen, die recht doet aan de gewenste openheid van het gebied. De verdere invulling van de landschappelijke inpassing zal in overleg met de WGNZW en de SMZ plaatsvinden.
Conclusie:
Mede naar aanleiding van de inspraakreactie is het bestemmingsplan op dit punt aangepast.
Inspraak:
Pag. 32/62 Bestemmingsvlak verkeer De werkgroep heeft bezwaar tegen de verkeersbestemming en is van mening dat de ontsluiting van 3 woningen ook binnen de bestemming ALN kan. Het regelen van het parkeren vindt al plaats binnen de bestemming Wonen. De Bisschopswetering dient de bestemming water te krijgen.
Reactie gemeente:
Mede naar aanleiding van de inspraakreactie zal de Bisschopswetering de bestemming Water krijgen met de bijbehorende beschermende regeling. Gezien de problematische ontsluiting van de percelen, wordt vastgehouden aan de verkeersbestemming. Deze zal alleen op de bestaande weg worden gelegd. In de toelichting wordt tevens opgenomen dat het feitelijk gebruik ten behoeve van bestemmingsverkeer in de erfdienstbaarheid van overpad (en bij verkoop in de koopakten) zal worden geregeld.
Conclusie:
Mede naar aanleiding van de inspraakreactie is het bestemmingsplan op dit punt aangepast.
Inspraak:
Pag. 32 Verkeer en parkeren en het recht van overpad. Zie opm. pag. 9. De ruime definitie van stadslandbouw kan bovendien het aantrekken van veel verkeer met zich meebrengen. Dit moet nader worden geanalyseerd.
Reactie gemeente: Conclusie:
Mede om redenen van verkeersaantrekkende werking en bereikbaarheid zijn de mogelijkheden voor stadslandbouw geschrapt. Mede naar aanleiding van de inspraakreactie is het bestemmingsplan op dit punt aangepast.
Inspraak:
Pag. 33 "Het gebied ligt binnen de invloedssfeer van het Utrechtse stadslandschap" zo valt te lezen. De invloed van het Zeister stadslandschap lijkt veel groter. Verder ligt het gebied ook fraai in de landgoederen zone en in het Kromme
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
60
Rijngebied. Reactie gemeente: Conclusie:
De toelichting zal op dit punt worden bijgesteld.
Inspraak:
Pag. 35 Het plangebied heeft in de huidige situatie weinig ecologische waarde behalve voor uil, huismus en vleermuizen. De werkgroep is van mening dat dit al buitengewoon waardevol is. Waarmee is vergeleken om tot deze vaststelling te komen?
Reactie gemeente: Conclusie:
De toelichting zal op dit punt worden bijgeschaafd.
Inspraak:
Pag. 36 Scenario oogsttuin / stadslandbouw De initiatieven kunnen ook nadelen hebben voor de omgeving en moeten passen binnen de EHS. Het bestaande bestemmingsplan mag niet worden opgerekt. De werkgroep is van mening dat de delen van het terrein die niet de woonbestemming hebben, moeten worden bestemd als Natuur.
Reactie gemeente:
De mogelijkheden voor stadslandbouw zijn geschrapt. Er zijn geen concrete initiatieven voor stadslandbouw op deze locatie. Het bestemmingsplan is op dit punt aangepast.
Conclusie:
Mede naar aanleiding van de inspraakreactie is het bestemmingsplan op dit punt aangepast.
Inspraak:
Pag. 48 Buizenplan / Hogedruk gasleiding Vraag is of op grond van recente informatie de leidingen in het plangebied in beeld zijn gebracht?
Reactie gemeente:
Ja het bestemmingsplan is ook voor advies aan de Omgevingsdienst Regio Utrecht voorgelegd. De milieuparagraaf gaf ODRU geen redenen voor opmerkingen op dit punt.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Pag. 52 Wijze van slopen Werken met een puinvergruizer heeft ernstige impact op de omgeving zowel voor natuur als bewoners. De werkgroep is van mening dat het sloopafval en de te verwijderen grond elders moeten worden verwerkt. Afvoer moet plaatsvinden via de bouwroute naar de Kromme Rijnlaan, vergund voor uitsluitend de sloopperiode. De grootte van vrachtwagens cq de belading moet aangepast worden aan de mogelijkheden van het gebied om wegzakken te voorkomen. Mede naar aanleiding van deze inspraakreactie is de uitvoering van de plannen
Reactie
Naar aanleiding van de inspraakreactie is het bestemmingsplan op dit punt aangepast.
Naar aanleiding van de inspraakreactie is het bestemmingsplan op dit punt aangepast.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
61
gemeente:
aangepast. Er wordt niet langer gewerkt met een tijdelijke weg op een puinbed. In plaats daarvan zullen rijplaten worden gebruikt die na de werkzaamheden gelijk worden verwijderd. Het puin zal niet op locatie worden gebroken, maar afgevoerd naar een puinbreker elders. De sanering zal plaatsvinden volgens de regels van de Wet bodembescherming. Dat betekent dat de verontreinigde grond moet worden afgevoerd, en dat de door weggraven van vervuilde grond ontstane gaten, alsmede de gaten die achterblijven na sloop van (mest)kelders, met schone grond worden aangevuld. De tijdelijke weg met rijplaten voorziet in de afvoer van sloopmateriaal en verontreinigde grond en de aanvoer van schone grond naar de Kromme-Rijn laan. Tijdelijke weg en belading van de vrachtwagens zullen uiteraard op elkaar worden afgestemd.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Pag. 53 Conclusie sloop aanleg tijdelijke weg. Ecologisch en landschappelijk onderzoek naar de schade van de tijdelijke weg ontbreekt. De gekozen variant levert blijvende landschappelijke schade op en grote risico's voor de ecologische verbindingszone. Tevens voert de tijdelijke weg door een gebied met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde. De werkgroep is van mening dat er recht van overpad bestaat over de Lagegrond, ook voor sloop en sanering. De vervuiling en materialen zijn ook langs die route in het gebied gekomen. Indien onweerlegbaar vast staat dat de Lagegrond zelf niet kan worden gebruikt, geeft de werkgroep de voorkeur aan variant 1 omdat deze minder landschappelijke schade met zich mee zal brengen.
Reactie gemeente:
Voor de tijdelijke weg is een omgevingsvergunning aangevraagd in de gemeente De Bilt. In dat kader is nadere informatie aangeleverd waaronder de gevraagde onderzoeken. Wat betreft de archeologische verwachtingswaarde zal er ten behoeve van de tijdelijke weg geen grond meer worden afgegraven. Er worden rijplaten gebruikt die boven op de grond worden gelegd, zodat de archeologische verwachtingswaarden niet worden aangetast. Over het recht van overpad op grond gewoonterecht is hierboven al aangegeven dat in het kader van dit project is gekozen voor een tijdelijke weg met rijplaten richting de Kromme Rijnlaan en dat is afgezien van de aan- en afvoer met vrachtverkeer door dit gedeelte van Brugakker. De gekozen alternatieve route richting de Kromme-Rijnlaan is naar het oordeel van gemeente en initiatiefnemer een betere optie dan het door de insprekers genoemde alternatief. Variant 1, zoals weergegeven in bijgaande figuur hierna gaat door de ecologische hoofdstructuur en over grond in eigendom van derden en heeft daarom niet de voorkeur.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
62
Figuur: Alternatieve ontsluitingsroutes.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Pag. 56 Conclusie: Water geen belemmering voor voorgestane planontwikkelingen. De werkgroep is het niet eens met de conclusie. Het voorkomen van wateroverlast en verdroging van aanliggende gebieden door bemaling, vereist een afgewogen waterplan in geval van bebouwen. Het gebied ligt deels in een voormalige rivierarm . Zie bijlage 1. Het afgraven van 1500 m3 vervuilde grond zonder deze aan te vullen, leidt tot een lagere ligging van het perceel. Dit vraagt maatregelen. Er is geen rekening gehouden met afvoerfunctie van de Bisschopswetering. Het voorgenomen graven van sloten t.b.v. de landschappelijke inpassing vraagt een waterplan. Voorkomen moet worden dat vervuild water uit omliggende watergangen of vervuilde bodems zich verder verspreid. Kwelpotenties op de flank van de Heuvelrug moeten worden benut. Dit duidelijk aangeven als ambitie. De Bisschopswetering met oever moet de bestemming water krijgen.
Reactie gemeente:
Het gedeelte van de Bisschopswetering op het grondgebied van de gemeente Zeist krijgt een waterbestemming in het plan met de bijbehorende bescherming. De beoogde ontwikkelingen blijven binnen de grenzen van het bestaande agrarisch bouwblok. Dit bouwblok is in de huidige situatie al opgehoogd. Voor zover de bodem verontreinigd is en de grond niet op locatie kan worden hergebruikt, zal deze worden afgegraven en vervangen door schone grond. De sanering zal plaatsvinden overeenkomstig het bepaalde volgens de Wet bodembescherming en is er op gericht om te voorkomen dat de verontreiniging zich verspreid naar de omgeving. Mede ook naar aanleiding van de reactie van het waterschap zal de landschappelijke inpassing van het plan worden aangepast. Er worden geen nieuwe sloten gegraven. Wel zijn greppels voorzien langs de aan te leggen houtwal. Deze zijn echter beperkt van diepte (tot 40cm) en zullen veelal droog staan en alleen na heftige of langdurige regenval vollopen met water. Met de aanleg van greppels en het schrappen van de aanleg van nieuwe watergangen wordt er ingespeeld op de kwelpotenties van het gebied en de daarbij
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
63
behorende natuur. Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Pag. 57 Conclusie aangetroffen soorten De werkgroep twijfelt aan het ecologisch onderzoek, zeker daar waar het gaat om het wel/niet voorkomen van de ringslang op het planperceel. Ook voor de tijdelijke bouwweg is ecologisch onderzoek nodig omdat de weg door het gebied loopt waar ringslangen zijn aangetroffen. Tevens dient te worden beschreven de functie van het gebied op de ecologische verbinding in de omgeving.
Reactie gemeente:
De ringslang is in het ecologische onderzoek genoemd als te verwachten soort ten noorden van het plangebied, maar niet als in het plangebied aangetroffen soort. Voor de tijdelijke weg is het noodzakelijke onderzoek uitgevoerd ten behoeve van de aanvraag omgevingsvergunning en dit wordt door de gemeente De Bilt in dat kader beoordeeld. Dat valt buiten dit bestemmingsplan. Uit het uitgevoerde nadere onderzoek komt naar voren dat een amfibieënscherm langs de tijdelijke weg nodig is om de ringslang te beschermen. Wanneer de rijplaten worden gelegd zullen ook amfibieënschermen ten behoeve van de ringslang worden geplaatst. Zoals gezegd zijn de beoogde ontwikkelingen (sloop en vestiging woonfunctie) voorzien binnen de begrenzing van het huidige agrarisch bouwblok. Buiten het bouwvlak is de aanleg van een houtwal voorzien die alleen maar zal bijdragen aan de ecologische verbindingsfunctie in het gebied. De tijdelijke weg is buiten de ecologische hoofdstructuur gesitueerd. De gevolgen van deze weg zullen slechts tijdelijk zijn.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Pag. 58 Conclusie archeologie Het effect van het plan moet ook worden beschreven op gebied ten noorden van het plangebied, onder andere het effect van de tijdelijke weg.
Reactie gemeente:
Voor de tijdelijke weg is een omgevingsvergunning aangevraagd in de gemeente De Bilt. In dat kader is nadere informatie aangeleverd waaronder de gevraagde onderzoeken. Inmiddels heeft de gemeente een beschikking voor een tijdelijke weg afgegeven. Wat betreft de archeologische verwachtingswaarde zal er ten behoeve van de tijdelijke weg geen grond worden afgegraven, zodat de archeologische verwachtingswaarden niet worden aangetast.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Pag. 59 Cultuurhistorie: Bisschopswetering ontbreekt. Het Zeister deel van de Bisschopswetering moet als cultuurhistorische structuur worden beschermd in dit bestemmingsplan. De Bisschopswetering wordt onder meer
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
64
beschreven in Dekkers "De geschiedenis van het Kromme Rijngebied in de Middeleeuwen". Zie de bijlage 2 en 3. Ook moet het effect van het plan op de Bisschopswetering worden beschreven alsook het aanleggen van een tijdelijke weg. Reactie gemeente:
Dat is een relevante aanvulling van het plan. Het plan zal op dit onderdeel dan ook worden aangevuld overeenkomstig de opmerkingen. De Bisschopswetering krijgt een waterbestemming met de bijbehorende beschermingsregeling voor cultuurhistorie zoals die ook in het bestemmingsplan van de gemeente De Bilt is opgenomen. E zijn geen effecten op de Bisschopswetering. Ten behoeve van de tijdelijke weg is een tijdelijke dam in de Bisschopswetering nodig omdat de bestaande dam niet voldoende breed is en zodanig ligt dat bomen door gebruik voor vrachtverkeer zouden worden beschadigd. . De overige ontwikkelingen hebben geen gevolgen voor de Bisschopswetering. Er worden geen nieuwe sloten gegraven die in verbinding staan met de Bisschopswetering.
Conclusie:
Inspraak: Reactie gemeente:
Naar aanleiding van deze inspraakreactie zal het bestemmingsplan worden aangevuld met een smalle strook ten behoeve van de Bisschopswetering en een bijbehorende beschermende regeling. OPMERKINGEN PLANKAART De bestemming Verkeer schrappen. Kan via ALN (kavelontsluitingen) en Wonen (parkeervoorzieningen). Gelet op de discussie rond de ontsluiting van het perceel wordt de verkeersbestemming voor de bestaande weg Lagegrond gehandhaafd.
Conclusie: Inspraak: Reactie gemeente:
De Bisschopswetering de bestemming water geven en waarde cultuurhistorie 1. De Bisschopswetering krijgt een waterbestemming met de bijbehorende beschermingsregeling voor cultuurhistorie zoals die ook in het bestemmingsplan van de gemeente De Bilt is opgenomen.
Conclusie:
Naar aanleiding van de inspraakreactie is het plan op dit onderdeel aangepast. De Bisschopswetering heeft een waterbestemming gekregen en een beschermingsregeling voor de cultuurhistorische waarden.
Inspraak:
Reactie gemeente:
Er zijn hier geen concrete initiatieven voor stadslandbouw meer. Ook de aanleg van een boomgaard als landschappelijke inpassing is niet meer aan de orde. De aanduidingen voor stadslandbouw en landschappelijke inpassing zijn uit het plan geschrapt. De gronden krijgen een agrarische bestemming met landschappelijke en natuurlijke waarden. Daarin zijn voldoende garanties opgenomen om tot een goed landschappelijke inpassing te komen, waarbij de landschappelijke openheid ter plaatse niet wordt aangetast. Bij de nadere uitwerking van de landschappelijke inpassing zullen de WGNZW en de SMZ worden betrokken.
Conclusie:
Mede naar aanleiding van de inspraakreactie is het plan op dit onderdeel aangepast. De aanduiding is van de verbeelding geschrapt. De weilanden zijn uit het plan gehaald.
De aanduiding sg-lip beperken. Aln-gebied omzetten naar natuurbebied. Gebruik moet binnen die bepalingen vallen.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
65
Inspraak:
OPMERKINGEN PLANVOORSCHRIFTEN Art. 1.26 Definitie standslandbouw De werkgroep is van mening dat standslandbouw in dit plangebouw niet op zijn plaats is vanwege: nabij een ecologische verbindingszone; slechte verkeersontsluiting. De aparte en ruime definitie van stadslandbouw moet vervallen. Stadslandbouw kan vallen binnen de definitie ‘agrarisch gebruik’ binnen de bestemming ALN. Zie opmerking art. 3.1. Groene dienstverlenende nevenactiviteiten: nevenactiviteiten zijn op deze locatie niet gewenst en dienen in het buitengebied binnen een agrarisch bouwvlak plaats te vinden.
Reactie gemeente:
Opmerking: standslandbouw roept in een natuurgebied een spanningsveld op. De natuur zal soms de landbouwopbrengsten opeten. Maatregelen daartegen, zoals omheiningen etc., doen afbreuk aan de landschaps- en natuurfunctie. De mogelijkheden voor stadslandbouw zijn uit het plan geschrapt, zodat ook de definitie van stadslandbouw kan vervallen.
Conclusie:
Mede naar aanleiding van de inspraakreactie is het plan op dit onderdeel aangepast. De definitie van stadslandbouw is geschrapt uit de regels.
Inspraak:
Art. 3.1 Stadslandbouw als doeleinde in agrarisch met landschappelijke en natuurwaarden. Voorstel tekst omschrijving 1e bullit: agrarische bedrijfsgronden bestemd voor bij een grondgebonden landbouw alsmede daarbij passend natuurbeheer en landschappelijke inpassingwagrarisch bedrijf, met uitzondering van bedrijfsmatige fruitteelt- en boomteeltbedrijven; De derde bullit over stadslandbouw laten vervallen. De stadslandbouw valt dan onder ‘landbouw’. De definitie 1.6 moet hieraan worden aangepast. Bullit voorzieningen: ‘voorzieningen’ is een ruim begrip. Voorstel is deze bullit te schrappen omdat deze voorzieningen vanzelfsprekende zaken zijn of de voorzieningen te beperken tot watergangen, groenvoorzieningen, oppervlakteverhardingen en aansluitingen voor leidingen.
Reactie gemeente:
De mogelijkheden voor stadslandbouw zijn uit het bestemmingsplan geschrapt, zodat ook de definitie van stadslandbouw kan vervallen.
Conclusie:
Mede naar aanleiding van de inspraakreactie is het plan op dit onderdeel aangepast. De definitie van stadslandbouw is geschrapt uit de regels.
Inspraak:
Art. 3.2 Andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan tot 1.50 m hoog. Voorstel: geen andere bouwwerken toestaan; omheiningen stellen op 1 meter; aan omheiningen in het gebied de eis stellen dat kleine zoogdieren kunnen passeren m.u.v. afrastering van bedden in moestuinen. De regels voor de omgevingsvergunning zullen in deze zin worden aangepast.
Reactie
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
66
gemeente: Conclusie:
Mede naar aanleiding van de inspraakreacties is het plan op dit onderdeel aangepast.
Inspraak:
Art. 3.4 Strijdig gebruik ALN zonder landschappelijke inpassing wonen. Dit strijdig gebruik moet ook bij de woonbestemming worden geregeld.
Reactie gemeente: Conclusie:
Deze voorwaardelijke verplichting zal aan het bestemmingsplan worden toegevoegd.
Inspraak:
Art. 3.5.1 Omgevingsvergunning voor het aanleggen van wegen en paden. Net zoals in het huidige bestemmingsplan moet ook hier het vergunningvereiste gelden voor alle oppervlakteverhardingen of halfverhardingen.
Reactie gemeente:
De agrarische gronden maken niet langer deel uit van het plangebied, zodat ook de regels voor deze gronden kunnen komen te vervallen.
Conclusie:
Mede naar aanleiding van de inspraakreacties is het plan op dit onderdeel aangepast. De agrarische bestemmingen maken niet langer deel uit van het bestemmingsplan zodat ook de regels voor deze bestemming zijn geschrapt.
Inspraak:
Art. 4 Bestemming verkeer en verlichting De bestemming verkeer dient te vervallen. Indien deze toch wordt gehanteerd, het aanbrengen van verlichting binden aan een omgevingsvergunning met toetsing op landschaps- en natuurwaarden.
Reactie gemeente:
Het gaat om een bestaande weg zonder verlichting. Deze krijgt een positieve bestemming in het bestemmingsplan. De mogelijkheden voor verlichting zullen worden geschrapt.
Conclusie:
Naar aanleiding van deze inspraakreactie is het bestemmingsplan op dit onderdeel aangepast. De mogelijkheden voor verlichting in de bestemming ‘Verkeer’ zijn geschrapt.
Inspraak:
Art. 5 Wonen doeleinden en parkeren verplicht binnen de bestemming Wonen Aangegeven dat Wonen ook bestemd is voor parkeren van gezinsleden alsmede dat het strijdig gebruik is om niet twee plaatsen voor bezoekers en een laad/losplek binnen de bestemming te realiseren.
Reactie gemeente:
In de algemene regels zullen bepalingen worden opgenomen die het parkeren op eigen terrein moeten verzekeren, zoals die voor alle nieuwe bestemmingsplannen in Zeist gaan gelden. Het opnemen van een strijdig gebruik voor bezoekers, inclusief een mogelijke laaden/of losplek, is wel degelijk toegestaan en ook in overeenstemming met het reguliere gebruik binnen de woonbestemming. . Van belang zijn de feitelijke effecten van dergelijk gebruik op de woonomgeving.
Conclusie:
Mede naar aanleiding van de inspraakreactie zal het bestemmingsplan worden
Mede naar aanleiding van de inspraakreacties is het plan op dit onderdeel aangepast.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
67
aangepast. In de algemene regels worden bepalingen opgenomen om het parkeren op eigen terrein te verzekeren.
Inspraak:
Art. 5 Wonen De inhoudsmaat van 800 m3 dient 600 m3 te zijn conform het huidige bestemmingsplan buitengebied en de Provinciale Structuurvisie.
Reactie gemeente:
In het plan is 800m³ aangehouden conform de mogelijkheden van de Provinciale Ruimtelijke Verordening en omdat een dergelijke omvang op deze locatie heel goed inpasbaar is.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Art. 9.2 Onderkelderen van woningen Vraag van de werkgroep: kan onderkelderen gebonden worden aan een vergunningvereiste ter waarborging van hydrologische aspecten? Met name geen bemaling om verstoring van de natuur te voorkomen?
Reactie gemeente:
Aan dat verzoek kan worden tegemoet gekomen. In de algemene regels voor de onderkeldering van gebouwen zal worden bepaald dat permanente bemaling niet is toegestaan.
Conclusie:
Naar aanleiding van deze inspraakreactie is het plan op dit onderdeel aangepast. In artikel 9.2 zal worden bepaald dat permanente bemaling ten behoeve van een kelder niet is toegestaan.
2.28 Inspreker 28 – Stichting Milieuzorg Zeist Inspraak:
1. ALGEMEEN De provincie is voornemens de opstallen op de locatie Lagegrond 1A te slopen. Daarnaast wil men de bodemverontreinigingen saneren om het gebied voor bewoning geschikt te maken. Om de sloop en sanering financieel mogelijk te maken, wil men gebruik maken van de Ruimte voor ruimte-regeling. Dit betekent naast de verkoop van de voormalige boerderijwoning de bouw van een extra woning. Het voorliggende plan wil de bouw van de extra woning mogelijk maken. De voorgenomen sloop en ook sanering kent een lange voorgeschiedenis. In het verleden is aan het gebied van de Lagegrond een belangrijke natuurfunctie toegekend mede vanwege de ecologische verbindingsfunctie. Indertijd is ook besloten in het kader van de Herinrichting de boerderij uit te kopen en aan de betreffende boer een alternatieve locatie aan te bieden. Zover de stichting heeft kunnen nagaan, is toen ook besloten dat door de verkoop van de woning de sloop van de (op)stallen en de sanering van de bodemverontreiniging betaald zou worden. Hiermee is ook rekening gehouden in het bestemmingsplan Buitengebied Zeist Zuid-West. In dit bestemmingsplan heeft de bestaande (boerderij)woning de bestemming ‘Woondoeleinden buitengebied (Wbg)’ gekregen en de gronden, waar de voormalige opstallen waren gelegen, de bestemming ‘Agrarisch gebied met landschappelijke waarden en natuurlijk waarden (Aln)’. Ook is voor de agrarische gronden rondom de boerderij, voor zover deze binnen de EHS zijn gelegen, een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om alsnog de bestemming ‘Bos- en Natuurgebied (BN)’ te kunnen geven.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
68
Door allerlei redenen zijn de sloop en bodemsanering steeds aangehouden. Nu wil men gebruikmaken van de Ruimte voor ruimte-regeling waardoor de bouw van een extra woning mogelijk wordt. Ook wil men in het gebied een andere functie mogelijk maken zoals stadslandbouw. Hierdoor wordt druk op een kwetsbaar gebied verhoogd. De stichting is voorstander van de sloop en sanering maar deze zouden moeten worden gefinancierd door de verkoop van de bestaande (boerderij)woning, of de nog resterende gelden van de Herinrichting, of door de nieuwe eigenaar. Nog beter is het als de kosten verhaald kunnen worden op de ‘vervuiler’. De stichting is van mening dat door de sloop van de (op)stallen in landschappelijk opzicht een kwaliteitswinst wordt gerealiseerd en door bodemsanering de omgeving niet langer wordt bedreigd. In geval de sloop en bodemsanering alleen mogelijk zijn als een extra woning wordt gebouwd zou dat in ieder geval in financieel opzicht goed moeten worden onderbouwd. In overeenstemming met de bestaande Ruimte voor ruimte-regeling is maatwerk geboden en zou er geen sprake moeten zijn van winstoogmerk. Zeker nu ook de provincie eigenaar is. De vraag is dan ook waarom aan de nieuwe woning meteen zo’n groot bouwperceel wordt toegekend, wat weer verruimde mogelijkheden voor de bouw van bijbehorende bouwwerken met zich meebrengt. Ook een belangrijk rol speelt de ontsluiting om de beoogde sloop en bodemsanering en de bouw mogelijk te maken. De stichting is geen voorstander van een tijdelijke bouwweg in de richting van de Kromme Rijnlaan zoals deze nu is voorgenomen nl. de aanleg van een halfverharde weg waarvoor het puin afkomstig van de sloop wordt gebruikt. Hierdoor krijgt de weg een semi-permanent karakter. Indien een tijdelijke weg al aanvaardbaar moet worden geacht dan zou dat moeten worden uitgevoerd met respect voor de landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Dit zou dan moeten gebeuren d.m.v. rijplaten waarbij het sloopmateriaal in een keer wordt afgevoerd en elders verwerkt. Hiermee kan tevens verstoring worden voorkomen door geluid en licht van de aanwezige fauna zowel in het plangebied als de omgeving. De stichting is van mening dat de vrijgekomen gronden na sanering een natuurbestemming moeten krijgen zoals aanvankelijk ook de bedoeling was in het kader van de Herinrichting. Tevens moeten de gronden worden overgedragen aan een natuurbeschermende organisatie nl. Stichting Utrechts Landschap. Het is de stichting bekend dat de regels voor het aanbieden van gronden zijn gewijzigd maar in dit geval gaat het nog om oude afspraken. Reactie gemeente:
De bedrijfsbeëindiging van Lagegrond 1A was met de aankoop in het kader van het landinrichtingsproject Groenraven-Oost een feit. Daadwerkelijke realisatie daarvan door sloop bleek echter veel lastiger dan vooraf ingeschat. Er zit asbest in de gebouwen en verontreiniging in de bodem, zodat een zorgvuldige en kostbare sanering nodig is. Maar de sloop en sanering werden ook bemoeilijkt door de problematische ontsluitingssituatie van de Lagegrond 1A. Voor (zwaar) vrachtverkeer ten behoeve van een sanering bleek de Lagegrond zelf niet bruikbaar. De weg loopt over de eigendom van Lagegrond 1B en komt via een smalle doorgang tussen twee huizen van de Brugakker uit in de woonstraatjes van de wijk Brugakker. Die route is niet geschikt om de verontreinigde grond en het sloopmateriaal met zware vrachtwagens af te voeren. Ook alternatieve ontsluitingsroutes stuiten op vele bezwaren van omwonenden. Het gevolg was dat de agrarische bedrijfsgronden zijn ingezet bij de landinrichting van Groenraven-Oost, maar de agrarische bedrijfskavel
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
69
niet werd ontmanteld. Inmiddels is het landinrichtingsproject Groenraven-Oost beëindigd. De ambtelijke organisatie is opgeheven en alle beschikbare gelden zijn besteed ten behoeve van de landinrichting. Voor de ontmanteling van de bedrijfskavel Lagegrond 1A zijn geen gelden meer beschikbaar. Dat was de beginsituatie van het onderhavige project, dat in 2013 (mede op verzoek van gemeente Zeist) weer werd geagendeerd. Omdat de bedrijfsgebouwen zo langzamerhand in een slechte bouwkundige staat komen te verkeren en ontsierend zijn voor het landschapkan niet langer met de sloop en sanering worden gewacht. De provincie Utrecht is als eigenaar op zoek gegaan naar een oplossing. Onderzocht is welke kosten de sloop en bodemsanering met zich mee zouden brengen, en welke opbrengsten daar tegenover zouden kunnen staan. Met de opbrengsten van een extra woning (in ruil voor de sloop van opstallen, mogelijk te maken door de Ruimte-voorruimteregeling) zouden de kosten voor sloop en bodemsanering wel gedekt kunnen worden. Dat is dan ook de oplossing die voor de Lagegrond 1A is gekozen en in dit bestemmingsplan wordt mogelijk gemaakt. Voor de financiering van de sloop van de overtollige opstallen en de bodemsanering is de verkoop van de oude boerderijwoning met woonkavel en de verkoop van een extra woonkavel noodzakelijk. Uit de opbrengsten hiervoor moeten plankosten, aanleg tijdelijke weg (en brug), bodemsanering, de asbestverwijdering (gebouwen en bodem), sloop van de gebouwen, mitigerende maatregelen en herinrichtingskosten, worden gedekt. De boekwaarde wordt hiermee echter niet terugverdiend. De huidige eigenaar, de provincie Utrecht, heeft het afschrijven van de boekwaarde dan ook voor eigen rekening genomen. Onderzocht is of de kosten voor planvorming, sloop, sanering, asbestverwijdering en herinrichting van het gebied kunnen worden gedekt. Daarbij is er vanuit gegaan dat de kosten voor asbestverwijdering flink zullen oplopen, aangezien er zowel asbest in de gebouwen is aangetroffen als in de terreinverhardingen. Ook de sloopkosten zijn niet regulier omdat er ten behoeve van de afvoer van het sloopmateriaal een tijdelijke weg met rijplaten moet worden geregeld, inclusief mitigerende maatregelen ter bescherming van flora- en fauna,. De verkoop van één woonkavel zoals opgenomen in het huidige bestemmingsplan Buitengebied Zuid-West biedt daarvoor bij lange na niet genoeg opbrengsten. Onderzocht is of de verkoop van een tweede woonkavel wel voldoende opbrengsten genereert. De uitkomst daarvan is positief. Met de verkoop van 2 woonkavels kunnen de kosten voor planvorming, sloop, sanering en herinrichting van de locatie Lagegrond 1A worden gedekt. De stelling dat de sloop en bodemsanering gefinancierd kunnen worden uit de gelden van het project Groenraven Oost, gaat niet op. Het project is afgesloten en er zijn zowel bij de provincie als bij de gemeente geen gelden meer beschikbaar. De nieuwe woonkavels zijn in hun geheel voorzien binnen de grenzen van het voormalige agrarische bouwperceel. Deze gronden zijn in de huidige situatie al nagenoeg geheel verhard en bebouwd. Binnen het woonkavel zijn zowel de woning met bijbehorende bouwwerken, het erf en de tuin voorzien. Het voormalige agrarische bouwperceel was nog veel groter en liep veel dieper het achterland in. De beoogde omvang van de nieuwe woonpercelen is hier goed inpasbaar en sluit aan bij de eisen voor een courante woonkavel in het buitengebied. De weg Lagegrond loopt voor een deel over het erf van Lagegrond 1B. Ten behoeve van de ontsluiting van Lagegrond 1 en Lagegrond 1A, zal een recht van overpad worden geregeld over het erf van Lagegrond 1B, ten behoeve van de nieuwe en bestaande woningen aan de Lagegrond . Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
70
Aanvankelijk is getracht om met de eigenaar van Lagegrond 1B overeenstemming te bereiken over een notarieel vast te leggen recht van overpad. Dat is helaas niet gelukt. Dat betekent dat moet worden teruggevallen op het recht van overpad dat in het verleden is ontstaan op grond van gewoonterecht en inmiddels onherroepelijk is. De provincie zal dit ‘gewoonterecht’ notarieel laten vastleggen. Dat neemt niet weg dat het vrachtverkeer van een bodemsanering ook problematisch is door de smalle toegang en woonstraatjes van Brugakker. Vanwege de verkeersveiligheid is het niet verantwoord om in dit gedeelte van Brugakker met zwaar vrachtverkeer te rijden. Daarop is gezocht naar een alternatieve ontsluiting ten behoeve van de sloop- en saneringswerkzaamheden en de bouwactiviteiten voor de nieuwe woning. Juist om de ecologische hoofdstructuur en verbindingszone te sparen is gekozen voor de route richting de Kromme-Rijnlaan. Deze route gaat niet door de EHS. Hieronder is een kaartje van het tracé van de beoogde alternatieve tijdelijke weg opgenomen.
Figuur: beoogde traject tijdelijke weg.
Bij de aanleg van de weg zal bovendien zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de landschappelijke aspecten. Aanvankelijk was het nog de bedoeling om een tijdelijke weg aan te leggen in de vorm van een puinbed van 40cm op wegendoek. Naar aanleiding van de vele inspraakreacties op dit punt is daarvan afgezien en zal er nu gebruik worden gemaakt van rijplaten, die na de werkzaamheden gelijk weer worden verwijderd. Conclusie:
Inspraak:
De vragen van inspreker zijn beantwoord. De inspraakreactie geeft geen aanleiding om het bestemmingsplan op dit onderdeel aan te passen. 2. INHOUDELIJKE ASPECTEN 2.1 Toelichting Historie Een van de redenen waarom de sloop en sanering steeds is uitgesteld, is o.m.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
71
vanwege de problematische bereikbaarheid van het erf omdat het recht van overpad door een aanwonende particulier wordt betwist. De stichting vraagt waarop het betwisten van het recht van overpad gebaseerd is, gezien dit pad al tientallen jaren door de betreffende boerderij wordt gebruikt? De stichting wil ook weten waarom de optie RvR-bouwrecht verkopen en elders in Zeist verzilveren, niet uitvoerbaar is gebleken. De laatste jaren zijn diverse ruimtelijke ontwikkelingen opgestart op gemeentegronden als de wijk Kerckebosch. Reactie gemeente:
Doorgang vanaf Brugakker: De problematische ontsluiting van het perceel hangt niet alleen samen met het recht van overpad op Lagegrond 1B, maar ook met de nauwe doorgang naar de woonstraten van dit gedeelte van Brugakker.
Toegang vanaf Lagegrond naar Brugakker. Bron: Google earth.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
72
Toegang vanaf Brugakker richting Lagegrond. Bron: Google earth.
Recht van overpad: Er bestaat geen kadastraal geregistreerd recht van overpad over het perceel Lagegrond 1B. De weg Lagegrond is particulier bezit (en deels in eigendom bij de provincie en de eigenaar van Lagegrond 1B), en komt niet voor op de wegenlegger. Er is derhalve geen sprake van een openbare weg in de zin van de Wegenwet. Aanvankelijk is getracht om met de eigenaar van Lagegrond 1B overeenstemming te bereiken over een notarieel vast te leggen recht van overpad. Dat is helaas niet gelukt. Dat betekent dat moet worden teruggevallen op het recht van overpad dat in het verleden is ontstaan op grond van gewoonterecht en inmiddels onherroepelijk is. De provincie zal dit ‘gewoonterecht’ notarieel laten vastleggen. Dat neemt niet weg dat het vrachtverkeer van een bodemsanering ook problematisch is door de smalle toegang en woonstraatjes van Brugakker. Vanwege de verkeersveiligheid is het niet verantwoord om in dit gedeelte van Brugakker met zwaar vrachtverkeer te rijden. Zie voor de beoogde ontsluitingsroute de beantwoording hiervoor. Alternatieve locaties ruimte voor ruimte-woning: De regeling Ruimte-voor-ruimte gaat uit van situering van de woning op de ontstaanslocatie. Situering van de woning elders kan worden toegestaan als zowel op de ontstaanslocatie, als op de locatie waar het bouwrecht kan landen, sprake is van ruimtelijke kwaliteits(verbetering). Vanuit ruimtelijk oogpunt zijn er geen bezwaren tegen het te gelde maken van het bouwrecht op de locatie Lagegrond 1A zelf, maar vanwege de lastige ontsluiting is er ook naar andere locaties in Zeist gekeken voor de bouw van een nieuwe woning (in ruil voor de sloop van opstallen). Zo is onder meer gekeken naar een clusterlocatie voor ruimte-voor-ruimte-woningen in Austerlitz. Maar voor deze locatie bestond onvoldoende draagkracht en was ook de ontsluiting over particuliere gronden problematisch. Daarna zijn een aantal particuliere locaties in ogenschouw genomen waar Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
73
bouwplannen voor kenbaar waren gemaakt. Daarvan paste er echter maar één binnen het provinciale beleid. Deze ene locatie in Den Dolder is nader onderzocht. Daarbij bleek dat dit initiatief niet gericht was op de bouw van een vrijstaande woning, maar op de bouw van een kangoeroewoning. Ten behoeve van de ontwikkeling van een kangoeroewoning is de aankoop van het bouwrecht van de Lagegrond (vrijstaand op ruime kavel) eenvoudigweg te duur. Daardoor viel ook deze locatie af. De beoogde nieuwe woonkavel is daarom, conform de uitgangspunten van de Ruimtevoor ruimteregeling in de PRV gesitueerd aan de Lagegrond zelve, waar het bouwrecht door sloop is ontstaan. Er stonden hier al gebouwen en de locatie is al lange tijd in gebruik voor menselijke activiteit. Ondanks de bouw van een extra woning zal de bebouwing hier, ten opzichte van de bestaande situatie, aanzienlijk worden gereduceerd, waardoor de ruimtelijke kwaliteit toeneemt. Een woning op deze bijzondere locatie heeft meerwaarde voor het woningaanbod in Zeist en draagt daarmee bij aan het huisvestingsbeleid. De door inspreker genoemde locatie in Kerckebosch vergt ook een zorgvuldige inpassing van de nieuwe woningen en maatschappelijke functies, waarbij een groot aantal partijen zijn betrokken. In Kerckebosch is een breed programma met wonen en maatschappelijke voorzieningen nodig om tot een succesvolle herstructurering te komen en weegt het behoud van zoveel mogelijk waardevol binnenbos/heide zwaar. Daar kunnen niet ook nog bouwrechten van andere locaties (zoals de Lagegrond) worden ingevuld. Temeer daar de Lagegrond 1a zelf, een geschikte locatie is. Conclusie:
Inspraak:
De vragen van inspreker zijn beantwoord. De inspraakreactie geeft geen aanleiding om het bestemmingsplan op dit onderdeel aan te passen. Beleidskaders Rijksniveau Het betreft een toetsing in het kader van FFW. Hiervoor wordt verwezen naar het kopje ‘Randvoorwaarden’ – Ecologie in de toelichting behorende bij het bestemmingsplan?
Reactie gemeente: Conclusie:
Zie beantwoording onder ecologie.
Inspraak:
Provinciaal niveau Betreft het beleid t.a.v. de Ruimte voor ruimte-regeling, de EHS en de Kernrandzones. Ruimte voor ruimte-regeling: duidelijk is dat als de regeling al van toepassing is m.n. ook gezien de historie, dat daarbij in ieder geval de landschappelijke en cultuurhistorische waarden dienen te worden gerespecteerd. Tevens is een zorgvuldige landschappelijke inpassing vereist. Hiervoor wordt verwezen naar een tweetal rapporten die hiervoor goede aanknopingspunten bieden.
Zie conclusie onder ecologie.
EHS: de voormalige boerderij is vrijwel geheel gelegen binnen de EHS. Naast een toetsing in het kader van de FFW moet ook worden bezien wat de eventuele gevolgen zijn van de voorgenomen ontwikkelingen voor de EHS. Kernrandzone: het gebied ligt in een zg kernrandzone. Hierover is ook in het verleden veel discussie geweest, mede ook in het kader van het LOP en de gemeentelijke structuurvisie. In het kader van de besluitvorming over de structuurvisie is reeds besloten dat van bepaalde recreatieve ontwikkeling alleen sprake kan zijn indien zich hier eerst een Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
74
robuuste groenstructuur heeft ontwikkeld. Tevens heeft de gemeenteraad zich tegen de aanleg van een fietspad naar de Uithof uitgesproken. Reactie gemeente:
Lagegrond 1A wordt omsloten door de EHS, maar maakt daarvan geen deel uit.
Begrenzing EHS. Interactieve kaart PRV.
Anders dan inspreker veronderstelt gaat het hier dus niet om een ingreep in de EHS. Aangezien de EHS in Utrecht geen externe werking heeft is een ‘nee, tenzij-toets’ niet nodig. Dat neemt niet weg dat er zorgvuldig is gekeken naar de gevolgen voor de omgeving. Om die reden zijn de beoogde ontwikkelingen beperkt tot het voormalige agrarische bouwkavel dat in de huidige situatie al grotendeel verhard en bebouwd is. De hoeveelheid verharding en bebouwing zal aanzienlijk verminderen. De bodemverontreiniging zal worden gesaneerd. Ten behoeve van de fauna en de landschappelijke inrichting van het perceel is een houtwal met greppels aangelegd langs de oostgrens van het perceel en zal ook langs de achtergrens van de nieuwe woonkavels beplanting worden aangebracht, die voor een beschutte verbinding kan zorgen (dekkingsbiedende strook). Over deze beoogde inrichting zal nader overleg met de SMZ en de WGNZW plaatsvinden. De overige gronden komen beschikbaar om voor natuurbeheer in te zetten. Ze zijn niet langer in dit bestemmingsplan opgenomen, maar lopen mee met de integrale herziening van het bestemmingsplan ‘Buitengebied Zuid West’ dat in voorbereiding is. Het bestemmingsplan bevat geen mogelijkheden voor recreatieve voorzieningen (stadslandbouw is geschrapt) en bevat geen mogelijkheden voor een fietspad. Het plan loopt daar ook niet op vooruit. Het gaat om tijdelijke vergunningen met de verplichting om het na afloop weer terug te brengen in de oude staat. Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding voor aanpassing van het bestemmingsplan.
Inspraak:
Reqionale beleidskaders Hier wordt de bijzondere aandacht voor het 'LOP Kromme Rijngebied + (Brons & Partners, 2009)' gemist, terwijl daaraan in het bestemmingsplan onder Hoofdstuk 4.4:
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
75
'Landschappelijke inpassing' dan weer wel bijzondere aandacht wordt gegeven.
Reactie gemeente: Conclusie:
De toelichting zal op dit onderdeel worden aangevuld.
Inspraak:
Gemeentelijke beleidskaders Onder de gemeentelijke beleidskaders wordt o.a. aandacht besteed aan de gemeentelijke 'Structuurvisie - Zeist schrijf je met een Q'. Wat daarbij opvalt is dat een oude kaart is gebruikt, waarop o.a. het fietspad van Zeist-West naar de Uithof is opgenomen. Dat fietspad is met een amendement verworpen. Alsnog dient een afbeelding van de plankaart te worden opgenomen van de door de gemeenteraad vastgestelde versie.
Reactie gemeente:
De toelichting zal op dit onderdeel worden verbeterd. Ter illustratie zal het juiste kaartje worden opgenomen.
Conclusie:
Mede naar aanleiding van deze reactie zal de toelichting worden verbeterd en de juiste kaart van de gemeentelijke structuurvisie worden weergegeven.
Inspraak:
Toekomstige situatie Duidelijk is dat aan de nieuwe woningen een bouwperceel wordt toegekend van 2000m2. Achter de betreffende bouwkavels wordt eveneens 2000m2 voorzien waar de landschappelijke inpassing van de woonkavels zou worden gerealiseerd in de vorm van een ruim opgezette boomgaard. Aan de resterende gronden zou dan een agrarische bestemming worden gegeven. Hiervoor zouden twee opties open staan nl. een oogsttuin in aansluiting op de ontwikkeling van stadslandbouw hetzij het terrein op lange termijn omzetten in grasland met extensief agrarisch gebruik. Verder zal een tijdelijke ontsluitingsweg in de richting van de Kromme Rijnlaan worden gemaakt voor afvoer van sloopmaterialen en verontreinigde bodem.
Naar aanleiding van deze reactie zal het hoofdstuk Regionale beleidskaders in de toelichting worden aangevuld met het LOP Kromme Rijngebied.
Zoals reeds eerder aangegeven, staat de stichting zeer kritisch tegenover het initiatief omdat hier gaat om ecologisch, landschappelijk en cultuurhistorisch kwetsbaar gebied. De stichting is van mening dat moet worden bezien of het saneren van de (op)stallen ook niet kan worden gerealiseerd met alleen de verkoop van de bestaande (boerderij)woning. Dit zou ook een aanzienlijke kostenbesparing met zich mee kunnen brengen omdat er geen kosten zijn voor het opstellen en het in procedure brengen van het bestemmingsplan. In ieder geval zou de nieuwe situatie in ieder geval zodanig dienen te zijn dat daardoor de effecten op de omgeving tot een minimum worden beperkt, en een waarborging voor een maximale kwaliteitswinst voor de natuur en het landschap. Wat betreft het minimaliseren van de effecten op de omgeving, zou om te beginnen in ieder geval van veel kleinere huiskavels moeten worden uitgegaan, zodat daar ook geen aanzienlijk verstening met bijbehorende bouwwerken kan plaatsvinden (bestemmingsplan + vergunningvrij). Daarnaast geen woning van 800m³, maar van 600m³ overeenkomstig de PRS/PRV. Ook zou juist op deze kwetsbare locatie geen beroep/bedrijf aan huis moeten worden toegestaan. Ten aanzien van het waarborgen van een maximale kwaliteitswinst voor natuur en landschap, is de SMZ voor de overdracht van de na verkoop van de huiskavels resterende gronden aan een natuurbeschermingsorganisatie, zeker wanneer deze gronden zijn begrensd overeenkomstig de provinciale EHS.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
76
De begrenzing met nieuwe sloten heeft niet de voorkeur van de SMZ omdat dit afbreuk doet aan het oorspronkelijke patroon van sloten en weteringen en zorgt voor een versnelde afwatering hetgeen in strijd is met de beoogde natuurdoelen. De SMZ is niet tegen enige erfbeplanting rondom de huiskavels, maar dat moet dan wel passen binnen de algemene landschappelijke structuur van open en dicht, die kenmerkend is voor de slagenverkaveling ter plaatse. Een boomgaard is niet passend en de SMZ heeft grote bezwaren tegen stadslandbouw en een pluktuin op het perceel tussen Lagegrond 1A en 1B. Deze gronden maken deel uit van de EHS en moeten terug naar de natuur, waarbij voor realisering van de natuurdoelen wel rekening dient te worden gehouden met de landschappelijke openheid. Reactie gemeente:
Mede naar aanleiding van deze reactie is het plan aangepast. De agrarische gronden ten behoeve van stadslandbouw en ten behoeve van de landschappelijke inpassing met een boomgaard zijn geschrapt en maken niet langer deel uit van het plan. De woonkavels blijven beperkt tot het nabij de Lagegrond gelegen deel van de voormalige agrarische bouwperceel en omvatten niet het achterste deel van de agrarische bouwkavel, noch de agrarische gronden daarachter en aan de westzijde. Om de woonkavels landschappelijk in te passen zullen ze ook aan de achtergrens worden voorzien van een strook met beplanting/houtwal. Dat biedt niet alleen een beschutte route voor de fauna, maar zorgt ook voor een natuurlijke begrenzing van de woonkavels. De noodzaak voor een ruimte-voor-ruimte-woning is hiervoor al gemotiveerd. De mogelijkheden voor een beroep of bedrijf aan huis zijn vanwege de beperkte bereikbaarheid van het perceel ingeperkt. De kleinschaligheid van deze activiteiten is verzekerd door de omvang terug te brengen tot maximaal 30m² die daarvoor mag worden aangewend. Conform de PRS en PRV is een nieuwe woning van 800m³ voorzien. Deze omvang is minder courant en heeft daardoor meerwaarde voor het woningaanbod in Zeist. De PRS en PRV staan niet in de weg aan deze omvang en op de beoogde ruimte percelen is deze omvang heel goed landschappelijk in te passen. Wat betreft de bijbehorende bouwwerken zoals schuren en andere bijgebouwen, kunnen de mogelijkheden van het bestemmingsplan en de vergunningsvrije mogelijkheden niet bij elkaar worden opgeteld. Beide regelingen gaan uit van een maximum voor het totale aantal vierkante meters bijbehorende bouwwerken per woning. Volgens het bestemmingsplan is dat maximaal 80m² op een perceel van 2.000m². Vergunningsvrij is dat maximaal 150m².
Conclusie:
De landschappelijke inpassing in de vorm van een boomgaard en de stadslandbouw in de vorm van een pluktuin zijn geschrapt. De inspraakreactie geeft op deze onderdelen aanleiding voor aanpassing van het bestemmingsplan.
Inspraak:
Geurbelasting: Bij één van de agrarische bedrijven in het gebied gaat het om een intensieve veehouderij. De SMZ vraagt zich af of voor deze intensieve veehouderij wel aan de regelgeving kan worden voldaan, zij het dat zij geen inschatting kan maken wat een maximale geurbelasting van 14 ouE/m³ dan in de praktijk betekent.
Reactie gemeente:
Deze waarde, 14 ouE/m³, is een geurbelasting die in gebieden met veel intensieve veehouderijen (zoals in Brabant) wordt gehanteerd. Dat is zo ruim dat hier zonder problemen aan de regelgeving kan worden voldaan. Los daarvan is geur van dit bedrijf geen probleem in dit gebied.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
77
Conclusie:
De vragen zijn beantwoord en geven geen aanleiding om het bestemmingsplan op dit onderdeel aan te passen.
Inspraak:
Bodem: Als men de bodemverontreiniging gaat saneren zou deze multifunctioneel moeten zijn, ook gezien de ligging in/nabij kwelgebieden/Bisschopswetering.
Reactie gemeente:
Vanwege de situering in de onmiddellijke nabijheid van kwelgebieden is een goede bodemkwaliteit vereist en wordt er gesaneerd naar de klasse ‘natuur’. Dat gaat nog een stap verder dan de klasse ‘wonen’. De klasse ‘natuur’ wordt ook wel multifunctioneel schoon genoemd.
Conclusie:
De vragen zijn beantwoord en geven geen aanleiding om het bestemmingsplan op dit onderdeel aan te passen.
Inspraak:
Sloop bebouwing: De SMZ is voor afvoer en aanvoer via de Lagegrond en Brugakker of via optie 1 door het weiland richting Brugakker ten zuiden Lagegrond. Zij vindt dat op basis van een veiligheidsanalyse aangetoond moet worden dat afvoer en aanvoer via de Brugakker te risicovol is. Optie 3 gaat via kwetsbaar gebied. Het vertegenwoordigd niet alleen op zichzelf een bepaalde natuurwaarde (zilverreigers en ijsvogels), maar vervult het een functie in de ecologische corridor. Bovendien vervult het ook in cultuurhistorisch opzicht een bepaalde waarde door de in het veld duidelijk herkenbare rabatten. Optie 3 via weiland ten noorden van Lagegrond naar Kromme-Rijnlaan alleen als tijdelijke weg ook echt tijdelijk is, met rijplaten in plaats van halfverharding. Op die manier kunnen de rijplaten na sloop ook gelijk weer worden verwijderd. Door dit in de gunstige periode te doen kan gelijk rekening worden gehouden met beschermde soorten in het kader van de FFW (o.a. ringslang).
Reactie gemeente:
Hiervoor is al betoogd dat de afvoer en aanvoer via de Lagegrond geen optie is vanwege het beperkte recht van overpad over Lagegrond 1B en vanwege de smalle doorgang naar Brugakker. Wat betreft de veiligheid is het niet wenselijk om met zware vrachtwagens te rijden over het woonerf van Brugakker. NB: Het gaat om afvoeren van ruim 1500 m3 vervuilde grond en aanvoeren van bijna het dubbele aan schone grond. Dat wil zeggen enkele honderden vrachtwagens met grond. Optie 3 via het weiland ten noorden van de Lagegrond naar de Kromme-Rijnlaan is dan het beste alternatief. Deze weilanden maken geen deel uit van de ecologische hoofdstructuur. Met de genoemde waarden zal bij de uitvoering zoveel mogelijk rekening worden gehouden. De tijdelijke weg zal in overeenstemming met het bepaalde in de FFW worden aangelegd. De weg is tijdelijk en wordt met rijplaten gerealiseerd.
Conclusie:
Deze inspraakreactie geeft op dit onderdeel aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. De weg is tijdelijk en wordt met rijplaten gerealiseerd.
Inspraak:
Water Door aanleg ontwateringssloten kan er wijziging van de waterhuishouding optreden met alle gevolgen voor de in het gebied beoogde natuurwaarden. De SMZ vraagt zich af of door de onderkelderingsmogelijkheden tot 4m geen verstoring van de waterhuishouding zal optreden, zeker als hiervoor bemaling nodig
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
78
is. Reactie gemeente:
De watergangen rond het perceel waren vanuit landschappelijke overwegingen voorgesteld. Mede naar aanleiding van deze zienswijze, en n.a.v. de opmerkingen van het waterschap, is het plan aangepast en zijn de sloten geschrapt. Ook de mogelijkheden voor een kelder is op deze gronden niet reëel zonder aanvullende maatregelen. Het permanent bemalen ten behoeve van een onderkeldering is in de planregels uitgesloten..
Conclusie:
Mede naar aanleiding van deze inspraakreactie is het bestemmingsplan aangepast en zijn de ontwateringssloten en de bemalingsmogelijkheden uit het plan geschrapt.
Inspraak:
Ecologie Voor het flora en fauna-onderzoek is geen rekening gehouden met de effecten van de sloopwerkzaamheden zelf (met een puinbreker), terwijl daarvan wel een grote verstoring door o.a. geluid kan uitgaan. Bovendien is op geen enkele manier gekeken naar de effecten op de aangrenzende EHS door licht en geluid. Ook voor de aanleg van de tijdelijke weg is geen rekening gehouden met de gevolgen voor de natuur en de aangrenzende EHS. De toetsing voor de tijdelijke weg is dan wel aan de orde bij de omgevingsvergunning voor deze tijdelijke weg, maar onlosmakelijk verbonden met het bestemmingsplan en moet daarvan integraal onderdeel uitmaken.
Reactie gemeente:
De provinciale EHS heeft in Utrecht geen externe werking. Dat betekent dat een EHStoets niet verplicht is voor ingrepen buiten de EHS. Dat neemt niet weg dat er voor de tijdelijke werkzaamheden rekening zal worden gehouden met de kwetsbaarheid van het gebied. Zo zijn de werkzaamheden in overleg met de ecoloog alleen gedurende een korte periode voorzien, en zullen ze alleen met daglicht worden uitgevoerd. Na aanpassing van de plannen voor de tijdelijke weg (rijplaten in plaats van een puinbed) is er geen reden meer om op locatie te werken met een puinbreker. Het puin zal dan ook worden afgevoerd naar een locatie elders. De aanvraag omgevingsvergunning voor aanleg tijdelijke weg, is ingediend bij gemeente. De Bilt Inmiddels is hiervoor een beschikking afgegeven. Insprekers hebben ook hun zienswijzen kenbaar gemaakt t.a.v. deze omgevingsvergunning. Hun zienswijzen zullen bij de omgevingsvergunning worden beantwoord. Zo is bij de aanvankelijke toetsing van de aanvraag door ODRU aangegeven dat geen ecologisch onderzoek vereist is. Niettemin heeft De Bilt n.a.v. de zienswijzen om een Quick-scan flora- en fauna-onderzoek gevraagd. In dit bestemmingsplan zullen wij aansluiten bij de uitkomsten van deze onderzoeken. Zo is uit het onderzoek gebleken dat amfibieschermen nodig zijn ter bescherming van de ringslang. Bij het leggen van de rijplaten zullen ook amfibieschermen worden geplaatst ter bescherming van de ringslang. In bijlage 5 en 6 van de toelichting zijn de aanvullende ecologische onderzoeken opgenomen.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Cultuurhistorie Door het project wordt de historische Bisschopswetering aangetast. De tijdelijke weg gaat dwars door weilanden waar rabatten van oorspronkelijke slagenverkaveling nog duidelijk herkenbaar zijn.
Reactie
De Bisschopswetering wordt niet aangetast. Ten behoeve van de tijdelijke weg zal een
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
79
gemeente:
tijdelijke overkluizing worden aangelegd (met daarin een duiker), die na afloop in zijn geheel wordt verwijderd. Door het waterschap is hiervoor vergunning verleend, nadrukkelijk op tijdelijke basis. Na verloop van drie jaar zal de oorspronkelijke situatie weer worden hersteld. De tijdelijke weg is een strook van ca 4m breed zo dicht mogelijk langs de rand van het weiland. Bij de aanleg van de tijdelijke weg wordt rekening gehouden met de rabatten. Er wordt geen grond meer afgegraven. Na afloop van de werkzaamheden worden de rijplaten gelijk weer verwijderd en worden de weilanden weer teruggebracht in hun oorspronkelijke staat. Inmiddels is hiervoor een vergunning aangevraagd en verleend.
Conclusie:
De inspraakreactie geeft op dit onderdeel geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Inspraak:
Bos- en natuurgebied Aan de gronden met de bestemming Aln zou de bestemming BN moeten worden toegekend met de aanduiding openheid. Stadslandbouw is hier ongewenst.
Reactie gemeente: Conclusie:
De mogelijkheden voor stadslandbouw zijn uit het bestemmingsplan geschrapt.
Inspraak:
Verkeer De SMZ pleit ervoor om de bestaande weg op te nemen in de bestemming Aln, in plaats van Verkeer, omdat er anders ongewenste ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. De Bisschopswetering zou de bestemming ‘Water’ moeten krijgen met de dubbelbestemming ‘Waarde-Cultuurhistorie’ en ‘Waarde-Natuur’ voor het gedeelte dat in de EHS valt.
Reactie gemeente:
Juist vanwege de problematiek met de ontsluiting van het perceel is er voor gekozen om de ontsluitingsweg in de bestemming ‘Verkeer’ te leggen. Om aan de bezwaren van inspreker tegemoet te komen zijn wel de mogelijkheden voor het plaatsen van verlichting geschrapt. De Bisschopswetering krijgt de bestemming ‘Water’ met een passende bescherming van de cultuurhistorische waarden. Het gedeelte van de Bisschopswetering dat in het plangebied voorkomt maakt geen deel uit van de EHS en heeft dan ook geen dubbelbestemming ‘Waarde-Natuur’ gekregen. De bestemming verkeer wil overigens niet zeggen dat sprake is van een openbare weg: het gaat om een “eigen weg”, die gedeeld eigendom zal zijn van de toekomstige bewoners van de bouwpercelen en slechts bedoeld voor ontsluiting van deze percelen.
Conclusie:
Mede naar aanleiding van deze inspraakreactie is het bestemmingsplan aangepast. Binnen de bestemming Verkeer is het plaatsen van verlichting geschrapt. De Bisschopswetering heeft de bestemming ‘Water’ gekregen met een passende cultuurhistorische bescherming.
Inspraak:
Wonen
Mede naar aanleiding van deze inspraakreactie is het bestemmingsplan op dit onderdeel aangepast. De mogelijkheden voor stadslandbouw zijn uit het bestemmingsplan geschrapt.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
80
De SMZ pleit voor de bestemming Wonen Buitengebied met aldaar aanwezige waarden van natuur, landschap en cultuurhistorie. De SMZ vindt de huiskavels veel te groot met veel te ruime mogelijkheden voor de bouw van bijbehorende bouwwerken (volgens bestemmingsplan en vergunningsvrij). Volgens SMZ dient in het kader van ruimte voor ruimte te worden aangetoond dat grotere huiskavels nodig zijn teneinde de sanering te bekostigen. De inhoud van een woning begrenzen op 600m³. De SMZ is er geen voorstander van om in dit kwetsbare gebied een beroep of bedrijf aan huis toe te staan, vanwege ongewensten ontwikkelingen en verkeersaantrekkende werking die uiteindelijk toch niet gehandhaafd gaan worden. Reactie gemeente:
Het voorstel van een bestemming Wonen Buitengebied met bijzondere waarden, suggereert dat er in het stedelijke gebied geen waarden van natuur, landschap en cultuurhistorie voorkomen. De woningen in het buitengebied hebben net als de woningen in het stedelijke gebied de bestemming ‘Wonen’ gekregen, maar met een bij het buitengebied en deze locatie passende bebouwings- en gebruiksregeling. In het plan is een zorgvuldige afweging gemaakt. Op het voormalige agrarische bouwkavel zijn 2 woonkavels met een oppervlakte van 2.000m² toelaatbaar. In het buitengebied en op deze locatie is dat een passende omvang. Deze kavels worden landschappelijk ingepast en krijgen een voor het buitengebied passende bebouwingsen gebruiksregeling. Op de ruime kavels is een woning van 800m³ goed inpasbaar. Om rekening te houden met de kwetsbaarheid van het gebied is de regeling voor beroep- en bedrijvigheid aan huis aangepast. De vierkante meters van de woning die voor een beroep aan huis mogen worden aangewend zijn verder beperkt (om de activiteiten vooral kleinschalig te houden). In de regels van het bestemmingsplan ‘Lagegrond 1A’ zal worden bepaald dat maximaal 25% van het vloeroppervlak van de woning voor een beroep en bedrijf aan huis mag worden aangewend tot een maximum van 30m². Bovendien zal expliciet worden voorgeschreven dat uitsluitend een beroep en bedrijf aan huis wordt toegestaan dat geen wezenlijk andere verkeersbewegingen dan die van de bewoners genereert. Op die wijze is naar onze mening afdoende gewaarborgd dat een beroep en bedrijf aan huis niet tot onaanvaardbare gevolgen voor het kwetsbare gebied leidt.
Conclusie:
Mede naar aanleiding van deze inspraakreactie is de regeling voor een beroep of bedrijf aangepast. Voor het overige is het bestemmingsplan niet aangepast op de aangevoerde onderdelen.
Inspraak:
Algemene bouwregels Vanwege de hoge grondwaterstanden is de SMZ geen voorstander van de mogelijkheid om te kunnen onderkelderen tot 4m diep.
Reactie gemeente:
Aan deze reactie is tegemoet gekomen. Ten behoeve van de onderkeldering van gebouwen is geen permanente bemaling toegestaan.
Conclusie:
Mede naar aanleiding van deze inspraakreactie zijn de algemene bouwregels aangepast in die zin dat bij de onderkeldering van gebouwen geen permanente bemaling is toegestaan.
Inspraak:
Conclusie De SMZ is geen voorstander van de beoogde ontwikkeling in dit kwetsbare gebied. De noodzaak van de voorgenomen ruimte-voor-ruimte-woning moet eerst aangetoond worden.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
81
De ontwikkeling moet meteen ook een kwaliteitsimpuls voor de natuur en landschap voor het gehele gebied waarborgen, door de vrijkomende agrarische gronden de bestemming ‘Bos en Natuurgebied’ te geven en over te dragen aan een natuurbeschermingsorganisatie. Op deze gronden in ieder geval geen stadslandbouw. Reactie gemeente:
Zie de beantwoording van deze onderdelen hiervoor. De conclusie luidt dat het bestemmingsplan op onderdelen is aangepast, maar dat de beoogde ontwikkeling restauratie/nieuwbouw van de bestaande boerderijwoning met aanbouw en de nieuwbouw van een ruimte-voor-ruimte-woning overeind blijft.
Conclusie:
Mede naar aanleiding van deze inspraakreactie is het bestemmingsplan op onderdelen aangepast, maar de beoogde herontwikkeling blijft overeind.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
82
3.
BEANTWOORDING ARTIKEL 3.1.1 BRO-reacties
3.1
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Voor het plan is een digitale watertoets doorlopen. Begin 2015 is geadviseerd om van de ingetekende watergangen greppels te maken. Toegezegd is het plan hier op aan te passen.
Reactie
Conclusie Het HHRS adviseert positief over het plan. Wateradvies – watersysteem in het gebied. Omdat de waterhuishouding voor het plan nog niet is uitgewerkt, kan de ruimteclaim ook nog niet duidelijk worden gedefinieerd. HHRS adviseert: om bij de planvorming van de inrichting het watersysteem verder uit te werken. De bodem van het plangebied is niet geschikt om te infiltreren en er vindt geen toename aan verharding plaats. HDSR adviseert: Het regenwater vanaf de toekomstige gebouwen vast te houden door gebruik te maken van de bestaande greppels. Bij de berekening van de benodigde waterberging uit te gaan van de totale hoeveelheid aan verharding vermenigvuldigd met een bergingscapaciteit van 45mm. Vervolgproces HDSR verzoekt het plan aan te passen en de gewijzigde tekst en uitwerking van de waterhuishouding aan hen voor te leggen. Reactie gemeente:
De toelichting zal conform de opmerkingen worden aangevuld.
Conclusie:
De toelichting is conform de opmerkingen aangepast.
3.2
VRU - Veiligheidsregio Utrecht
Reactie
VRU is van mening dat art. 6.37 opgevoerd moet worden om tot een oplossing te komen. In dit artikel wordt geregeld dat de brandweerauto ter plaatse kan komen.
Reactie gemeente:
Ten behoeve van de ontsluiting zal het recht van overpad dat door verjaring is ontstaan notarieel worden vastgelegd. Dat betekent dat er voor de bereikbaarheid van de hulpdiensten geen belemmeringen zijn. De bereikbaarheid voor de hulpdiensten zal worden zeker gesteld, zodat daarvan geen belemmeringen voor de hulpdiensten zijn te verwachten.
Conclusie:
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
83
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
84
4.
AANPASSINGEN HERZIENING BESTEMMINGSPLAN
4.1
Aanpassingen naar aanleiding van inspraak
In het plan zijn de volgende aanpassingen in de regels en de verbeelding doorgevoerd naar aanleiding van de inspraak: IR 24: In artikel 5.2.1, onder b van de regels zal expliciet worden bepaald dat de bestaande omvang van de bestaande boerderij met aangebouwde deel mag worden voortgezet. En de aard en omvang van beroep- en bedrijf aan huis zijn ingeperkt. Van maximaal 50m² teruggebracht naar maximaal 30 m², en er zijn geen activiteiten toegestaan die wezenlijk andere verkeersbewegingen genereren dan die van de bewoners. Ook zal een autorijschool en kinderdagverblijf aan huis wordt geschrapt uit de Lijst met toegestane beroepen of bedrijven aan huis. IR 25: De mogelijkheden voor stadslandbouw en een boomgaard zijn uit het plan geschrapt. De toelichting zal worden aangevuld met de juiste grondwaterstand (0,5m onder maaiveld). Er zal een aanvullende ecologische memo worden opgesteld waarin wordt ingegaan op de gevolgen van de beoogde ontwikkeling voor de ecologische verbindingszone. De onderzoeken zijn in bijlage 5 en 6 van de toelichting opgenomen. In paragraaf 3.1.2. van de toelichting zal voor de waterparagraaf worden verwezen naar 5.8.3. De waterparagraaf in 5.8.3. wordt aangevuld met de Bisschopswetering die gedeeltelijk in het plangebied is gesitueerd. In de regels zal worden bepaald dat warmte-koudeopslag alleen is toegestaan als daarvan geen verdroging van de natuur uit gaat. De toelichting zal op het onderdeel water worden aangevuld met de opmerkingen van het HDSR. IR 27: In de regels zal worden bepaald dat permanente bemaling ten behoeve van een kelder niet is toegestaan en dat warmte-koudeopslag alleen is toegestaan als dat niet leidt tot verdroging van de natuur. In de toelichting zal het verouderde kaartje uit de Structuurvisie met het fietspad over de Lagegrond worden verwijderd. In het bestemmingsplan zal het vastgestelde kaartje worden opgenomen, zonder fietspad. De toelichting zal worden aangevuld met de beschrijving van de situering in de nabijheid van het Zeister stadslandschap en nabij de landgoederenzone en het Kromme Rijngebied. De toelichting zal worden bijgeschaafd op het punt van de ecologische waarde voor kerkuil, vleermuizen en huismussen. In de regels zullen de volgende bepalingen voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden toegevoegd: • geen andere bouwwerken toestaan; • omheiningen stellen op 1 meter; • aan omheiningen in het gebied de eis stellen dat kleine zoogdieren kunnen passeren m.u.v. afrastering van bedden in moestuinen. In de woonbestemming zal een voorwaardelijke verplichting worden opgenomen dat de nieuwe woonkavel landschappelijk moeten worden ingepast. In de verkeersbestemming zal worden opgenomen dat er geen verlichting is toegestaan. In de regels zal een algemene bepaling worden opgenomen om te verzekeren dat parkeren op eigen terrein plaatsvindt.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
85
IR 28: In artikel 9.2 zal worden bepaald dat permanente bemaling ten behoeve van een kelder niet is toegestaan Het hoofdstuk Regionale beleidskaders in de toelichting zal worden aangevuld met het LOP Kromme Rijngebied. In de toelichting zal de juiste kaart van de gemeentelijke structuurvisie worden weergegeven. De ontwateringssloten en de agrarische gronden voor stadslandbouw en landschappelijke inpassing in de vorm van een boomgaard zijn uit het plan geschrapt. De historische Bisschopswetering heeft de bestemming ‘Water’ gekregen met een passende cultuurhistorische bescherming. In de bestemming ‘Verkeer’ is de mogelijkheid voor verlichting geschrapt. In de regels zal worden bepaald dat permanente bemaling ten behoeve van een kelder niet is toegestaan.
4.2
Ambtshalve aanpassingen
De toelichting is geactualiseerd.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
86
BIJLAGE 1 Asbestinventarisatie, Lagegrond 1A - opstallen excl. woning met deel, CSO, 23 oktober 2013
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
87
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
88
Soort onderzoek:
☒
Type A, Direct waarneembaar asbest, asbesthoudende producten, etc.
☒Volledig (geschikt voor aanvraag omgevingsvergunning)
☐Onvolledig (niet geschikt voor aanvraag van omgevingsvergunning)
☒
Type B, Niet-direct waarneembaar asbest,
☐
asbesthoudende producten, etc. Type G, inventarisatie gericht op het gebruik van het gebouw
Asbestinventarisatie Type A en B Alle opstallen exclusief de woning met aangrenzende schuur aan de Lagegrond 1a te Zeist
Omvang van het onderzoek:
☒
☐ ☐ ☐ ☐
Gehele gebouw of object Gedeelte van gebouw of object Representatieve steekproef (bijvoorbeeld bij flatgebouwen, 10% voor vergunning) Aanvulling op representatieve steekproef Onvoorzien aanwezig asbest
Het rapport is geschikt voor de volgende doelen:
☒ ☐
☐ ☐ ☐ ☒
Gegevens opdrachtgever Dienst Landelijk Gebied Herman Gorterstraat 5 3511 EW Utrecht
Voor het verwijderen van uitsluitend in dit rapport onder Type A en B geïnventariseerde asbesthoudende materialen
Contactpersoon De heer ing. J.H. de Jong
Voor het aansluitend uitvoeren van een Type B onderzoek ter verificatie van de lijst van redelijk vermoedelijke aanwezig asbest in het daaraan voorafgaande Type A onderzoek Voor het vaststellen van de gebruiksintegriteit van het gehele gebouw met een asbestinventarisatie Type-G Voor de renovatie van een in de inleiding nader gespecificeerd deel van het onderzochte bouwwerk Voor de renovatie van het gehele bouwwerk Voor de sloop van het gehele bouwwerk
Risicobeoordeling:
☒
Risicobeoordeling ten behoeve van sloop en verbouw
☐
(SMA-rt) Risicobeoordeling in gebruiksfase (NEN 2991)
Gegevens CSO CSO Adviesbureau Regulierenring 6 3981 LB BUNNIK tel. 030 – 659 43 21 fax 030 – 657 17 92 Cert.nr. 07-D070058.01 Contactpersonen Contactpersonen CSO De heer L. (Lars) Sluiter De heer G. (Gosse) Hoekstra Projectcode: 13M4103 Versiedatum: 23 oktober 2013 Status: Definitief
CSO Adviesbureau voor Milieu--Onderzoek B.V. Milieu Hoofdkantoor Postbus 2 3980 CA Bunnik Regulierenring 6 3981 LB Bunnik Tel.: 030 – 659 43 21 Fax: 030 – 657 17 92
Autorisatie Opgesteld door: De heer L. (Lars) Sluiter Deskundig Inventariseerde Asbest Handtekening
Akkoord bevonden door: De heer G. (Gosse) Hoekstra Projectleider asbest Handtekening
Akkoord bevonden door: De heer G. Hoekstra (D.I.A. nr: 04E-211211-140052) Projectleider asbest Handtekening
Projectcode: 13M4103 Versiedatum: 23 oktober 2013 Contactgegevens projectleider: De heer G. (Gosse) Hoekstra Telefoonnummer: 06-22974813 E-mailadres:
[email protected]
Regiokantoor Noord (CSO--Milfac) (CSO Postbus 422 8901 BE Leeuwarden Orionweg 28 8938 AH Leeuwarden Tel.: 058 – 284 75 40 Fax: 058 – 213 31 14 Regiokantoor Oost Postbus 2018 7420 AA Deventer Gotlandstraat 26 7418 AZ Deventer Tel. 0570 – 50 41 80 Fax 0570 – 50 41 90 Regiokantoor Zuid Postbus 1323 6201 BH Maastricht Sleperweg 10 6222 NK Maastricht Tel.: 043 – 352 39 50 Fax: 043 – 352 39 70 Internet www.cso.nl
Dit is een rapportage van een type A en B onderzoek van direct en niet-direct waarneembaar asbest conform SC-540 inclusief risicobeoordeling. Bij dit onderzoek is destructief onderzoek uitgevoerd, waardoor de gebruikswaarde van het gebouw mogelijk zijn aangetast. Dit rapport moet, indien langer dan drie jaar na de publicatiedatum, voorafgaand aan gebruik worden geactualiseerd. CSO is gecertificeerd als deskundig inventarisatiebedrijf volgens het SCA Procescertificaat SC-540. De werkzaamheden worden uitgevoerd conform deze beoordelingsrichtlijn. De naleving hiervan wordt periodiek getoetst door externe auditors van certificerende instellingen. Het certificaat is geregistreerd onder nummer 07-D070058.01 bij Eerland Certification.
CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek B.V. (verder CSO) is door Eerland Certification gecertificeerd voor de ISO 9001- en de 14001-normen, VCA **, de BRL-en SIKB 1000, 2000 en 6000 en de SC-540.
CSO is lid van de VOAM-VKBA. De VOAM-VKBA is de brancheorganisatie voor asbestonderzoeksbedrijven en staat voor Vereniging voor Kwaliteitsborging Asbestonderzoek. VOAM-VKBA wil het onderzoek naar asbest, het toezicht op de verwijdering en de eindinspecties verder professionaliseren door nadere uitwerking van voorschriften en normen en een gedegen opleidingstraject voor het uitvoerend personeel. VOAM-VKBA is samen met andere (markt)partijen actief in de totstandkoming van deze beleidspunten.
Samenvatting In opdracht van Dienst Landelijk Gebied heeft CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek B.V. (verder CSO) een asbestinventarisatie Type A volledig en type B uitgevoerd aan Lagegrond 1a te Zeist. De inventarisatie is uitgevoerd door de heer Sluiter (D.I.A.nr. 51E-090912-410241) op 24 en 25 september 2013 en de heer G. Hoekstra (D.I.A.nr. 04E-211211-140052) op 25 en 26 september 2013. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen sloop van de boerderij met opstallen. Voorliggende rapportage beschrijft alle opstallen met uitzondering van de woonboerderij. De woonboerderij is op verzoek van de opdrachtgever apart gerapporteerd (13M4103 woning). Het gehele kadastrale perceel met opstallen (met uitzondering van de woonboerderij, zie hierboven) is geïnspecteerd. De volgende asbesthoudende toepassingen zijn aangetroffen: Tabel 1. Asbesthoudende materialen en constructies Monstercode
Omschrijving materiaal
Geschatte hoeveelheid m2/m1/stuks
Bevestiging
A01
golfplaten dak
ca. 475 m2
geschroefd
2
golfplaten dak
2
geschroefd
2
A03
ca. 120 m 2
Risicocategorie*
A06
vlakke plaat tegen nokdeel
ca. 10 m
gespijkerd
2
A07
golfplaten dak
ca. 225 m2
geschroefd
2
2
A08
losse delen op grond
ca. 1 m
los
2
A11
losse plaat + schot
ca. 0,5 m2
los
2
geschroefd
2
A13
golfplaat
2
ca. 60 m
2
A14
golfplaat
ca. 112 m
geschroefd
2
A17
1 zijde dak golfplaat
ca. 40 m2
geschroefd
2
A18
bloembak
1 stuk
A19
losse vlakke plaat
los
1
2
los
1
2
ca. 0,7 m
A20
vlakke plaat
ca. 0,3 m
geklemd
2
V01
heater control gasbrander
1 stuk
los
1
V06
vlakke plaat onder beton
ca. 10 m2
gespijkerd
2
V08
vlakke plaat schoorsteen
ca. 2 m2 (2 stuks)
geschroefd
2
V09
bitumen schoorsteen
ca. 2 m2
geplakt
2
geschroefd
2
Als A01 Als A06
golfplaat vlakke plaat nokspie
2
ca. 835m 2
2
20m (4x5m )
geschroefd
2
2
Als A19
vlakke plaat
ca. 60m
gestort, geklemd, geschroefd
2
Als A19
vlakke plaat
ca. 50m2
gestort, geklemd, geschroefd
2
Als A20
vlakke plaat deur
2m2 (2x1m2)
geschroefd
2
*Risicogerichte verwijderingscategorie-indeling, conform Arbeidsomstandighedenbesluit d.d. 7 juli 2006 1.bescherming bij verwijdering volgens basisvoorschriften, conform SC 530 buitensanering; 2.bescherming bij verwijdering conform SC 530, sanering in containment; 3.bescherming bij verwijdering conform SC 530, sanering in containment met onafhankelijke lucht.
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
Bij het huidige gebruik van de locatie is onmiddellijke verwijdering of afscherming niet direct noodzakelijk. In geval van renovatie of sloop dienen alle betrokken asbesthoudende constructies met het asbesthoudende materiaal verwijderd te worden. De volgende onderzoeksbeperkingen gelden voor de onderhavige rapportage: • de bodem van de onderzoekslocatie. Visueel slechts gedeeltelijk, dat wil zeggen voor zover mogelijk en steekproefsgewijs, geïnspecteerd zijn: • delen van de inventaris. Een asbest in bodemonderzoek (NEN 5707) zal voor de sloop uitgevoerd moeten worden om uitsluitsel te kunnen geven over de mogelijke aanwezigheid van asbesthoudende materialen in de bodem. Op 28 juli 2006 is een wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in werking getreden. Hierdoor zijn de regels die gelden bij de verwijdering van asbest meer in overeenstemming gebracht met de risico’s die kunnen optreden. Hoe hoger het risico dat gevaarlijke asbestvezels vrijkomen, hoe uitgebreider de maatregelen die genomen moeten worden om werknemers te beschermen. De risicocategorie voor de verschillende asbestbronnen wordt door het gecertificeerd asbestinventarisatiebureau bepaald aan de hand van het bepalingsprogramma SMA-rt en http://www.infomil.nl. De risicocategorie van de tijdens de onderhavige asbestinventarisatie aangetroffen asbesthoudende materialen en constructies is bepaald en weergegeven in tabel 1. Tot een sloop of sanering mogen de asbesthoudende materialen niet gemanipuleerd, beschadigd of bewerkt worden. Verdere voorzorgsmaatregelen, behalve bovenstaande, worden tot de sloop niet noodzakelijk geacht. Wettelijk is het verplicht de verwijdering van het asbesthoudend materiaal voorafgaande aan de sloop te laten plaats vinden. Veelal is het wettelijk verplicht de sanering door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf (volgens SC-530) te laten uitvoeren. Desgewenst kan CSO een gecertificeerd verwijderingsbedrijf in overleg met de opdrachtgever selecteren en de sloop begeleiden. Het is aan te bevelen vanwege het asbest op diverse plaatsen in het gebouw, alle asbesthoudende materialen te laten markeren voordat sloop zal plaatsvinden. Desgevraagd kan CSO deze markering op de asbesthoudende materialen aanbrengen.
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
Inhoudsopgave 1.
INLEIDING ............................................................................................................................1
2.
ONDERZOEKSOPZET ............................................................................................................2
3.
DESKRESEARCH EN INSPECTIE..............................................................................................2 3.1 3.2 3.3 3.4
DESKRESEARCH ...................................................................................................................... 2 INSPECTIE ............................................................................................................................. 3 ANALYSE ASBESTVERDACHT MATERIAAL ...................................................................................... 3 BEPERKINGEN ONDERZOEK ....................................................................................................... 3
4.
RESULTATEN ........................................................................................................................4
5.
INDELING IN RISICOKLASSEN BIJ VERWIJDERING ............................................................... 17 5.1
6.
TERUGSCHALINGSMETINGEN .................................................................................................. 19
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ..................................................................................... 20
Bijlagen BIJLAGE 1:
LIGGING ONDERZOEKSLOCATIE
BIJLAGE 2:
ASBESTINVENTARISATIE DETAILTEKENING
BIJLAGE 3:
FOTO’S ONDERZOEKSLOCATIE
BIJLAGE 4:
ANALYSECERTIFICATEN
BIJLAGE 5:
RISICOBEOORDELING SMA-RT
BIJLAGE 6:
EVALUATIEFORMULIER VOOR ONVOORZIEN ASBEST
BIJLAGE 7: SC-540 BIJLAGE G VERPLICHTINGEN VAN DE OPDRACHTGEVER OVEREENKOMSTIG WET- EN REGELGEVING BIJLAGE 8:
DESKRESEARCH EN ONDERZOEKSPLAN
BIJLAGE 9:
RAPPORTAGE OESTERBAAI, PROJECTNR. AO-141 2002
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
1.
Inleiding
In opdracht van Dienst Landelijk Gebied heeft CSO een asbestinventarisatie Type A volledig en type B uitgevoerd aan Lagegrond 1a te Zeist. Voorliggende rapportage betreft alleen de voormalige varkenstallen en schuren en niet de boerderij met aangrenzende schuur die apart zijn gerapporteerd. De inventarisatie is uitgevoerd door de heer Sluiter (D.I.A.nr. 51E-090912-410241) op 24 en 25 september 2013 en de heer G. Hoekstra (D.I.A.nr. 04E-211211-140052) op 25 en 26 september 2013. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen sloop van de boerderij met opstallen. De asbestinventarisatie is uitgevoerd conform de SC-540. Het doel van de asbestinventarisatie is de hoedanigheid en de hoeveelheid van het aanwezige asbest te lokaliseren. Het betreft een asbestinventarisatie Type A volledig en type B met destructief onderzoek. Binnen CSO is door de jaren heen de benodigde kennis opgedaan op het gebied van asbest en bijbehorende asbestinventarisaties. Tijdens een asbestinventarisatie worden, met name slecht of niet direct zichtbare delen van het gebouw of installatie(s), steekproefsgewijs onderzocht. Dit met de bedoeling om het aanwezige asbest zo volledig mogelijk in kaart te brengen. Hoewel CSO de inventarisatiewerkzaamheden door terzake kundig personeel en met de vereiste zorg laat uitvoeren, kan niet uitgesloten worden dat bij eventuele sloopwerkzaamheden toch nog enkele asbesthoudende elementen aangetroffen worden, die in de asbestinventarisatie niet zijn gedetecteerd. Met de aanvaarding van de opdracht neemt CSO dan ook de verplichting op zich om de overeengekomen werkzaamheden naar beste vermogen en dit binnen het raam van de opdracht uit te voeren. CSO heeft geen banden met de opdrachtgever, of met belanghebbenden bij de asbestinventarisatie, waardoor zich geen strijdigheid met de SC-540 kan voordoen. CSO en haar personeel garandeert hierbij geheimhouding van alle gegevens die bij een asbestinventarisatie verkregen zijn. Deze gegevens zijn en blijven eigendom van de opdrachtgever. CSO beschikt over een beroeps/bezwaarprocedure indien onenigheid ontstaat over de uitkomst van het onderzoek. Na afloop van deze procedure is de beslissing definitief en wordt hierover niet verder gecommuniceerd. In dit rapport wordt achtereenvolgens ingegaan op de onderzoeksopzet, de resultaten van het uitgevoerde vooronderzoek en de resultaten van de uitgevoerde inspectie, bemonstering en analyse.
Pagina 1 van 21
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
2.
Onderzoeksopzet
De asbestinventarisatie is door CSO uitgevoerd conform het SCA Procescertificaat SC-540. Het vooronderzoek c.q. deskresearch heeft plaatsgevonden door bestudering van de door de opdrachtgever beschikbaar gestelde informatie, zoals bouwtekeningen, bestekken en indien beschikbaar voorgaande asbestinventarisaties en interviews met betrokkenen. De inventarisatie is uitgevoerd door de heer Sluiter (D.I.A.nr. 51E-090912-410241) op 24 en 25 september 2013 en de heer G. Hoekstra (D.I.A.nr. 04E-211211-140052) op 25 en 26 september 2013. Tijdens de inspectie zijn monsters genomen op die plaatsen, waar asbestverdacht materiaal en/of stof aanwezig is. Op de plaatsen waar asbestverdachte materialen zijn aangetroffen, is de omvang hiervan geschat en met analyses onderzocht welke asbesttypen aanwezig zijn. Voorafgaand aan de inspectie heeft de opdrachtgever de volgende gegevens beschikbaar gesteld: •
Rapport volledige asbestinventarisatie Lage Grond, Lage Grond 1a te Zeist, Ingenieursbureau Oesterbaai, projectnummer AO-141, d.d. 6 februari 2002 (zie bijlage 9).
Tijdens de inspectie is extra aandacht besteed aan de bronnen uit de rapportage van Oesterbaai.
3.
Deskresearch en inspectie
3.1 Deskresearch Voorafgaand aan de inspectie is een vooronderzoek (deskresearch) uitgevoerd naar de aanwezigheid van asbestverdachte materialen in het pand/object. De volgende informatie is uit de deskresearch naar voren gekomen: Tabel 2. Deskresearch Locatie gegevens
Lagegrond 1a te Zeist
Gebouw in gebruik
ja
Bouwjaar
meeste stallen zijn gebouwd in de jaren ’50 tot `80
Bruto vloeroppervlakte
in totaal 8 stallen/schuren
Hebben in het verleden verbouwingen plaatsgevonden
onbekend
Is in het verleden asbest gesaneerd
onbekend
Zijn er bouwtekeningen beschikbaar
ja
Zijn er asbestbronnen in het pand bekend
ja
Welke gegevens zijn beschikbaar gesteld door de opdrachtgever
asbestrapportage Oesterbaai (2002), vragenlijst
Zijn er bijzonderheden omtrent het te onderzoeken pand/object
geen
Pagina 2 van 21
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
3.2 Inspectie De bovenstaande gegevens zijn door de Deskundig Inventariseerder Asbest (DIA) gebruikt tijdens de visuele inspectie. Hierbij zijn van de aangetroffen asbestverdachte materialen monsters genomen en geregistreerd op het onderzoeksplan. Monstername bestaat uit het afbreken van een klein deel van het asbestverdacht materiaal (A01, A02, etc.) en/of door het nemen van een kleefmonster van asbestverdacht stof (K01, K02, etc.). Tevens neemt de DIA foto’s van de asbestverdachte materialen en/of constructies. Indien monstername op de locatie niet mogelijk is wordt het asbestverdachte materiaal beschreven als asbesthoudend (V01, V02, etc.). Van alle visueel herkenbare identieke materialen is minimaal één representatief monster per materiaalsoort genomen. Van de identieke materialen wordt als volgt verwezen naar het oorspronkelijk genomen monster: “als A01, als A02,“ etc.
3.3 Analyse asbestverdacht materiaal De materiaal- en/of stofmonsters zijn, indien van toepassing, door het geaccrediteerd laboratorium RPS te Breda onderzocht op de aanwezigheid van asbest. Met behulp van polarisatie-microscopie (NEN 5896) is het type asbest vastgesteld en zijn de concentratie alsmede de hechtgebondenheid ingeschat. De hechtgebondenheid geeft aan in hoeverre de asbestvezels uit het materiaal kunnen vrijkomen. De stofmonsters zijn indien van toepassing door middel van Scanning Elektronenmicroscopie (SEM) en X-ray micro-analyse (XRMA) onderzocht. De analyse heeft tot doel de concentratie aan asbestvezels vast te stellen. De analyse is uitgevoerd conform NEN 2991 en ISO 14966. De analyse is geaccrediteerd onder RvA testen; accreditatienummer L-192.
3.4 Beperkingen onderzoek Het onderzoek is uitgevoerd volgens de SCA 540 type A volledig en B inventarisatie. De ruimten zijn systematisch onderzocht. De locaties die niet toegankelijk zijn, zijn geïnspecteerd door middel van destructief onderzoek. Onder andere spouwmuren en mestkelders zijn op dergelijke wijze geïnspecteerd. Hierdoor is geen strijdigheid ontstaan met de uitgangspunten van de SCA 540, welke stelt dat alle ruimten in een gebouw geïnspecteerd moeten worden. De volgende onderzoeksbeperkingen gelden voor de onderhavige rapportage: • de bodem van de onderzoekslocatie. Visueel slechts gedeeltelijk, dat wil zeggen voor zover mogelijk en steekproefsgewijs, geïnspecteerd zijn: • delen van de inventaris.
Pagina 3 van 21
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
4.
Resultaten Resultaten
Tijdens de inspectie zijn op de volgende plaatsen asbestverdachte materialen aangetroffen: Tabel 3. Asbestverdachte materialen en constructies Monstercode
Locatie
Omschrijving materiaal
A01
schuur 1
golfplaten dak
Chr.
A02
schuur 1
kapotte bloembak
n.v.t.
n.v.t.
los
n.v.t
A03
schuur 2
golfplaten dak
Chr.
10-15%
dak
ca. 120 m2
geschroefd
goed
A04
schuur 2
kit
n.v.t.
n.v.t.
kit
ca. 50 m1
los + gekit
n.v.t
A05
schuur 2
kit
n.v.t.
n.v.t.
kit
ca. 20 m1
los + gekit
n.v.t
2
Percentage
10-15%
Toepassing
dak bloembak
Geschatte hoeveelheid m2/m1/stuks ca. 475 m2 1 stuk
Bevestiging
geschroefd
Hechtgebondenheid goed
A06
schuur 2
vlakke plaat tegen nokdeel
Chr.
5-10%
dak
ca. 10 m
gespijkerd
goed
A07
schuur 2
golfplaten dak
Chr.
10-15%
dak
ca. 225 m2
geschroefd
goed
los
goed
2
A08
tussen schuur 1 en schuur 2
losse delen op grond
Chr.
10-15%
n.v.t.
ca. 1 m
A09
schuur 3
golfplaten dak
n.v.t.
n.v.t.
dak
ca. 270 m2
geschroefd
n.v.t
A10
schuur 3
golfplaat (nok + gevelplaat)
n.v.t.
n.v.t.
dak
nok = 9,3 m2; gevel = 15 m2
geschroefd
n.v.t
A11
aanbouw stal 4
losse plaat + schot
Chr.
10-15%
A12
kopse zijde stal 4
kit
n.v.t.
A13
aanbouw stal 4
golfplaat
A14
stal 4
golfplaat
scheidingswand
ca. 0,5 m2
los
goed
n.v.t.
kit
ca. 2,5 m1
gekit
n.v.t
Chr.
10-15%
dak
ca. 60 m2
geschroefd
goed
Chr.
10-15%
dak
ca. 112 m2
geschroefd
goed
gekit
n.v.t
geplakt
n.v.t
geschroefd
goed
1
A15
stal 4
kit
n.v.t.
n.v.t.
kit
ca. 15 m (2 ramen)
A16
stal 4
bitumen
n.v.t.
n.v.t.
dak
ca. 2 m2 2
A17
schuur 8
1 zijde dak golfplaat
Chr./ Cro.
10-15%/ 2-5%
dak
A18
schuur 8
bloembak
Chr.
10-15%
bloembak
1 stuk
los
goed
A19
schuur 8
losse vlakke plaat
Chr.
10-15%
n.v.t.
ca. 0,7 m2
los
goed
wand
2
ca. 0,3 m
geklemd
goed
kit
ca. 60 m1
gekit
n.v.t
A20
schuur 8
vlakke plaat
Chr.
5-10%
A30
schuur 6
kit 10 ramen
n.v.t.
n.v.t.
A31
schuur 5
losse vlakke plaat
n.v.t.
n.v.t.
V01
schuur 1
heater control gasbrander
onbekend
onbekend
gasbrander
V06
schuur 1
vlakke plaat onder beton
onbekend
onbekend
stelplaat
V08
schuur 6
vlakke plaat schoorsteen
Chr.
10%
V09
schuur 6
bitumen schoorsteen
onbekend
Als A01
schuur 5 en 6
golfplaat
Als A06
schuur 5
Als A19
Als A19
Als A20 *
Soort asbest*
Amo. Act. Tre.
los
n.v.t
1 stuk
los
onbekend
ca. 10 m2
gespijkerd
onbekend
dakbeschot
ca. 2 m2 (2 stuks)
geschroefd
goed
onbekend
dak
ca. 2 m2
geplakt
Chr.
10-15%
dak
ca. 835m2
geschroefd
goed
vlakke plaat nokspie
Chr.
5-10%
gevel/nok
20m2 (4x5m2)
geschroefd
goed
schuur 6
vlakke plaat (verticaal)
Chr.
10-15%
scheidingswand
ca. 60m2
gestort, geklemd, geschroefd
goed
schuur 6
vlakke plaat (horizontaal)
Chr.
10-15%
scheidingswand
ca. 50m2
gestort, geklemd, geschroefd
goed
vlakke plaat deur
Chr.
5-10%
deurplaat
2m2 (2x1m2)
geschroefd
goed
schuur 6
Pagina 4 van 21
2
ca. 0,5 m
Amosiet Actinoliet Tremoliet
Cro. Chr. Anth.
n.v.t.
ca. 40 m
onbekend
Crocidoliet Chrysotiel Anthophylliet
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
Van de aangetroffen (technische) installaties is met behulp van het Handboek Asbest nagegaan of volgens de fabrikant asbesthoudende pakkingen aanwezig zijn. Op de locatie is de volgende (technische) installatie aangetroffen: •
Heater control gasbrander, productiedatum en type onbekend, monsternamecode V01.
Van deze installatie is onbekend of de installatie asbest bevat. Deze installatie wordt derhalve als asbesthoudend beschouwd. Opgemerkt wordt dat de gasbrander (V01) mee zal worden genomen door de (tijdelijke) bewoners en waarschijnlijk niet meer aanwezig zal zijn tijdens de sanering.
Daarnaast is aandacht besteed aan brandwerende constructies, zoals brandcompartimenten, brandwerende bekleding van draagconstructies en dergelijke. Tenslotte is aandacht besteed aan de afwerking en decoraties, zoals stucwerk, vloerbedekking, natuursteenvervangers, imitatiesteenachtige materialen en dergelijke. In de productbladen die aan het eind van dit hoofdstuk zijn opgenomen wordt een overzicht gegeven van de aangetroffen asbestverdachte materialen en constructies. Op het maaiveld zijn asbesthoudende materialen aangetroffen en tevens zijn asbesthoudende materialen in de opstallen verwijderd. Hierdoor is niet uit te sluiten of deze materialen in de bodem zijn terecht gekomen.
Een overzicht van de onderzoekslocatie met daarop de situering van de verschillende te inventariseren gebouwen, eventuele monsternameplaatsen en asbesthoudende materialen, is weergegeven in bijlage 2. In bijlage 3 zijn extra foto's van de bronomgeving opgenomen. In bijlage 4 zijn de analyseresultaten bijgevoegd.
Pagina 5 van 21
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
Asbestproductblad 01: Bronbeschrijving
Golfplaten dak
Locatie en ruimte
Schuur 1, 2, 4, 5 en 6
Bereikbaarheid
Goed
Monstercode
A01, A03, A07, A13, A14 en Als A01
Hoeveelheid en bevestiging
Totaal circa 1827 m2
Aard van materiaal Hechtgebonden Verweerd
Licht tot sterk
Soort asbest en percentage
Chrysotiel 10-15%
Saneringsklasse
2
Opmerkingen
-
Pagina 6 van 21
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
Asbestproductblad 02: Bronbeschrijving
Vlakke plaat tegen nokgevel
Locatie en ruimte
Schuur 2, 5 en 6
Bereikbaarheid
Goed
Monstercode
A06, V08 en Als A06
Hoeveelheid en bevestiging
Totaal circa 34 m2
Aard van materiaal Hechtgebonden Verweerd
Matig
Soort asbest en percentage
5-10% chrysotiel
Saneringsklasse
2
Opmerkingen
-
Pagina 7 van 21
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
Asbestproductblad 03: Bronbeschrijving
Restanten golfplaat op het maaiveld
Locatie en ruimte
Tussen schuur 1 en 2
Bereikbaarheid
Goed
Monstercode
A08
Hoeveelheid en bevestiging
Ca. 1 m2 los
Aard van materiaal Hechtgebonden Verweerd
Sterk
Soort asbest en percentage
10-15% chrysotiel
Saneringsklasse
2
Opmerkingen
Een onderzoek conform NEN 5707 dient te worden uitgevoerd in verband met mogelijke bodemverontreiniging
Pagina 8 van 21
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
Asbestproductblad 04: Bronbeschrijving
Losse plaat / schot
Locatie en ruimte
Aanbouw stal 4
Bereikbaarheid
Goed
Monstercode
A11
Hoeveelheid en bevestiging
Ca. 0,5 m2 los
Aard van materiaal Hechtgebonden Verweerd
Matig
Soort asbest en percentage
10-15% chrysotiel
Saneringsklasse
2
Opmerkingen
-
Pagina 9 van 21
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
Asbestproductblad 05: Bronbeschrijving
Golfplaten dak
Locatie en ruimte
Schuur 8
Bereikbaarheid
Goed
Monstercode
A17
Hoeveelheid en bevestiging
Ca. 40 m2 geschroefd
Aard van materiaal Hechtgebonden Verweerd
Sterk
Soort asbest en percentage
10-15% chrysotiel 2-5% crocidoliet
Saneringsklasse
2
Opmerkingen
-
Pagina 10 van 21
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
Asbestproductblad 6: Bronbeschrijving
Bloempot
Locatie en ruimte
Schuur 8
Bereikbaarheid
Goed
Monstercode
A18
Hoeveelheid en bevestiging
1 stuk los
Aard van materiaal Hechtgebonden Verweerd
Matig
Soort asbest en percentage
10-15% chrysotiel
Saneringsklasse
1
Opmerkingen
-
Pagina 11 van 21
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
Asbestproductblad 7: Bronbeschrijving
Vlakke plaat
Locatie en ruimte
Schuur 8
Bereikbaarheid
Goed
Monstercode
A19, Als A19
Hoeveelheid en bevestiging
1 stuk los (0,7m2 + 110m2)
Aard van materiaal Hechtgebonden Verweerd
Matig
Soort asbest en percentage
10-15% chrysotiel
Saneringsklasse
2
Opmerkingen
-
Pagina 12 van 21
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
Asbestproductblad 8: Bronbeschrijving
Vlakke plaat
Locatie en ruimte
Schuur 8
Bereikbaarheid
Goed
Monstercode
A20, Als A20
Hoeveelheid en bevestiging
Totaal circa 2,3 m2
Aard van materiaal Hechtgebonden Verweerd
Matig
Soort asbest en percentage
5-10% chrysotiel
Saneringsklasse
2
Opmerkingen
-
Pagina 13 van 21
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
Asbestproductblad 9: Bronbeschrijving
Heater control gasbrander
Locatie en ruimte
Schuur 1
Bereikbaarheid
Goed
Monstercode
V01
Hoeveelheid en bevestiging
1 stuk los
Aard van materiaal Onbekend Verweerd
Onbekend
Soort asbest en percentage
Onbekend
Saneringsklasse
1
Opmerkingen
Is reeds verwijderd door bewoner
Pagina 14 van 21
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
Asbestproductblad 10: Bronbeschrijving
Vlakke plaat onder beton
Locatie en ruimte
Schuur 1
Bereikbaarheid
Slecht
Monstercode
V06
Hoeveelheid en bevestiging
Ca. 10 m2 gespijkerd
Aard van materiaal Onbekend Verweerd
Sterk
Soort asbest en percentage
Onbekend
Saneringsklasse
2
Opmerkingen
In mestkelder. Bemonstering niet mogelijk in verband met veiligheid D.I.A.
Pagina 15 van 21
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
Asbestproductblad 11: Bronbeschrijving
Bitumen bij schoorsteen
Locatie en ruimte
Schuur 6
Bereikbaarheid
Slecht, bovenop dak
Monstercode
V09
Hoeveelheid en bevestiging
Circa 2 m2
Aard van materiaal Onbekend Verweerd
Onbekend
Soort asbest en percentage
Onbekend
Saneringsklasse
Onbekend
Opmerkingen
Aanbevolen wordt om ten tijde van de sanering van het dak een monster van he bitumen te laten analyseren door een daarvoor gecertificeerd bedrijf.
Pagina 16 van 21
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
5.
Indeling in risicoklassen bij verwijdering
Indien in het kader van een sanering asbest wordt verwijderd of geïsoleerd gelden strikte regels om blootstelling van werknemers aan asbest te voorkomen, deze zijn vastgelegd is het Arbeidsomstandighedenbesluit. Hoe hoger het risico dat gevaarlijke asbestvezels vrijkomen, hoe uitgebreider de maatregelen die genomen moeten worden om werknemers te beschermen. In het Arbeidsomstandighedenbesluit worden drie risicoklassen gedefinieerd, elk met een eigen specifiek veiligheidsregime. Deze risicoklassen zijn als volgt ingedeeld: Tabel 4: Risicoklasse Risicoklasse Beschrijving van de belangrijkste kenmerken 3
Lit.4 3
1
Blootstellingsniveau < 0,01 vezels/cm (10.000 vezels/m ) Licht regime, vergelijkbaar met de oude “vrijstellingsregelingen”
Art. 4.44
2
Blootstellingsniveau 0,01 tot 1 vezels/cm3 (10.000 tot 1.000.000 vezels/m3) Standaardregime conform de SC-530
Art. 4.48
3
Blootstellingsniveau > 1 vezels/cm3 (>1.000.000 vezels/m3) Art. 4.53 Verzwaard regime conform SC-530, uitsluitend voor verwijdering van “risicovolle” niethechtgebonden materialen zoals spuitasbest, leiding- en ketelisolatie, brandwerend board en asbestkarton
De risicocategorie van de tijdens de onderhavige asbestinventarisatie aangetroffen asbesthoudende materialen en constructies is vastgesteld met behulp van het bepalingsprogramma SMA-rt. De resultaten hiervan zijn weergegeven tabel 1. In bijlage 5 zijn de SMA-rt uitdraaien bijgevoegd.
Pagina 17 van 21
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
Tabel 5. Asbesthoudende materialen en constructies Monstercode
Omschrijving materiaal
Geschatte hoeveelheid m2/m1/stuks
Bevestiging
A01
golfplaten dak
ca. 475 m2
geschroefd
2
A03
golfplaten dak
ca. 120 m2
geschroefd
2
2
Risicocategorie*
A06
vlakke plaat tegen nokdeel
ca. 10 m
gespijkerd
2
A07
golfplaten dak
ca. 225 m2
geschroefd
2
2
A08
losse delen op grond
ca. 1 m
los
2
A11
losse plaat + schot
ca. 0,5 m2
los
2
geschroefd
2
ca. 112 m
geschroefd
2
2
A13 A14
golfplaat golfplaat
2
ca. 60 m
2
A17
1 zijde dak golfplaat
ca. 40 m
geschroefd
2
A18
bloembak
1 stuk
los
1
2
los
1
2
A19
losse vlakke plaat
ca. 0,7 m
A20
vlakke plaat
ca. 0,3 m
geklemd
2
V01
heater control gasbrander
1 stuk
los
1
V06
vlakke plaat onder beton
ca. 10 m2
gespijkerd
2
V08
vlakke plaat schoorsteen
ca. 2 m2 (2 stuks)
geschroefd
2
V09
bitumen schoorsteen
ca. 2 m2
geplakt
2
Als A01
golfplaat
ca. 835m2
geschroefd
2
Als A06
vlakke plaat nokspie
2
2
20m (4x5m )
geschroefd
2
2
Als A19
vlakke plaat
ca. 60m
gestort, geklemd, geschroefd
2
Als A19
vlakke plaat
ca. 50m2
gestort, geklemd, geschroefd
2
Als A20
vlakke plaat deur
2m2 (2x1m2)
geschroefd
2
*Risicogerichte verwijderingscategorie-indeling, conform Arbeidsomstandighedenbesluit d.d. 7 juli 2006 1.bescherming bij verwijdering volgens basisvoorschriften, conform SC 530 buitensanering; 2.bescherming bij verwijdering conform SC 530, sanering in containment; 3.bescherming bij verwijdering conform SC 530, sanering in containment met onafhankelijke lucht.
Pagina 18 van 21
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
5.1 Terugschalingsmetingen Terugschalingsmetingen De Stoffenmanager (SMA-rt) is de praktische uitwerking van het TNO-rapport R2004/523 “Risicogerichte classificatie van werkzaamheden met asbest” en de in dat kader ontwikkelde database met asbestconcentratiemetingen bij diverse activiteiten aan diverse asbesthoudende materialen SMA-rt. Het kan voorkomen dat voor bepaalde specifieke activiteiten en/of nieuw ontwikkelde saneringsmethoden geen gegevens beschikbaar zijn met betrekking tot de asbestvezelconcentraties in de lucht. In dat geval zal SMA-rt de zwaarste risicoklasse aangeven op basis van het asbesthoudende product. Echter, het is mogelijk om voor bovenstaande handelingen de risicoklasse omlaag te brengen door het uitvoeren van zogenaamde validatiemetingen, ook wel ‘terugschalingsmetingen’ genoemd. Indien hier voor wordt gekozen dient de SC-548 gevolgd te worden.
Pagina 19 van 21
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
6.
Conclusies en aanbevelingen
In opdracht van Dienst Landelijk Gebied heeft CSO een asbestinventarisatie Type A volledig en type B uitgevoerd aan Lagegrond 1a te Zeist. De inventarisatie is uitgevoerd door de heer Sluiter (D.I.A.nr. 51E-090912-410241) op 24 en 25 september 2013 en de heer G. Hoekstra (D.I.A.nr. 04E-211211-140052) op 25 en 26 september 2013. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen sloop van de boerderij met opstallen. Op basis van de uitgevoerde asbestinventarisatie kunnen de volgende conclusies worden getrokken: •
• •
•
•
in de verschillende opstallen is op diverse plaatsen asbest aangetroffen. Het betreft hier chrysotiel en crocidoliet. Het betreft hechtgebonden materiaal met een laag potentieel blootstellingsrisico; bij het huidige gebruik van de locatie is onmiddellijke verwijdering of afscherming niet direct noodzakelijk; voorafgaand aan de renovatie of sloop dienen alle betrokken asbesthoudende constructies met het asbesthoudende materiaal verwijderd te worden door een deskundig en daarvoor gecertificeerd bedrijf; in verband met het aangetroffen asbest en beschadigde asbesthoudende materialen, wordt een bodemonderzoek conform NEN 5707 aanbevolen. Dit bodemonderzoek dient te worden uitgevoerd voorafgaand aan de overige werkzaamheden in de grond; aanbevolen wordt om de asbesthoudende toepassingen zo spoedig mogelijk te saneren in verband met de slechte staat van het meeste asbest.
Pagina 20 van 21
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
De volgende asbesthoudende toepassingen zijn aangetroffen: Tabel 6. Asbesthoudende materialen en constructies Monstercode
Omschrijving materiaal
Geschatte hoeveelheid m2/m1/stuks
Bevestiging
A01
golfplaten dak
ca. 475 m2
geschroefd
2
golfplaten dak
2
geschroefd
2
A03
ca. 120 m 2
Risicocategorie*
A06
vlakke plaat tegen nokdeel
ca. 10 m
gespijkerd
2
A07
golfplaten dak
ca. 225 m2
geschroefd
2
2
A08
losse delen op grond
ca. 1 m
los
2
A11
losse plaat + schot
ca. 0,5 m2
los
2
geschroefd
2
A13
golfplaat
2
ca. 60 m
2
A14
golfplaat
ca. 112 m
geschroefd
2
A17
1 zijde dak golfplaat
ca. 40 m2
geschroefd
2
A18
bloembak
1 stuk
A19
losse vlakke plaat
los
1
2
los
1
2
ca. 0,7 m
A20
vlakke plaat
ca. 0,3 m
geklemd
2
V01
heater control gasbrander
1 stuk
los
1
V06
vlakke plaat onder beton
ca. 10 m2
gespijkerd
2
V08
vlakke plaat schoorsteen
ca. 2 m2 (2 stuks)
geschroefd
2
V09
bitumen schoorsteen
ca. 2 m2
geplakt
2
geschroefd
2
Als A01 Als A06
golfplaat vlakke plaat nokspie
2
ca. 835m 2
2
20m (4x5m )
geschroefd
2
2
Als A19
vlakke plaat
ca. 60m
gestort, geklemd, geschroefd
2
Als A19
vlakke plaat
ca. 50m2
gestort, geklemd, geschroefd
2
Als A20
vlakke plaat deur
2m2 (2x1m2)
geschroefd
2
*Risicogerichte verwijderingscategorie-indeling, conform Arbeidsomstandighedenbesluit d.d. 7 juli 2006 1.bescherming bij verwijdering volgens basisvoorschriften, conform SC 530 buitensanering; 2.bescherming bij verwijdering conform SC 530, sanering in containment; 3.bescherming bij verwijdering conform SC 530, sanering in containment met onafhankelijke lucht.
Bij het huidige gebruik van de locatie is onmiddellijke verwijdering of afscherming niet direct noodzakelijk. In geval van renovatie of sloop dienen alle betrokken asbesthoudende constructies met het asbesthoudende materiaal verwijderd te worden. Tot de sloop mogen de asbesthoudende materialen niet worden gemanipuleerd, beschadigd of bewerkt. Verdere voorzorgsmaatregelen worden tot de sloop niet noodzakelijk geacht. Het is aan te bevelen vanwege het asbest op diverse plaatsen in het gebouw, alle asbesthoudende materialen te laten markeren voordat sloop zal plaatsvinden. Desgevraagd kan CSO deze markering op de asbesthoudende materialen aanbrengen.
Pagina 21 van 21
13M4103 23 oktober 2013 Definitief
Bijlage 1: Ligging onderzoekslocatie
LEGENDA Regionale Ligging
Opdrachtgever
Dienst Landelijk Gebied
BIJLAGE
Project nummer
k1
Titel
13M4103 Lagegrond 1a Zeist Regionale ligging
Subtitlel
Kaartbijlage 38C
Tekenaar
D. Peters
Locatie
Regiokantoor Midden
2de Tekenaar Gezien door Datum Schaal
0
Postbus 2
L. Sluiter
3980 CA Bunnik
14-10-2013 1: 25.000 Formaat A4 250
500
750m
Tel: 030-6594321 Fax: 030-6571792 http://www.cso.nl
Uittreksel Kadastrale Kaart
Uw referentie: 13M4103
1883
Lage G rond
1884 1
1a
1880
1882
1879
1881
0m
Deze kaart is noordgericht Perceelnummer 25 Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 22 oktober 2013 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers
12345
10 m
50 m
Schaal 1:1000 Kadastrale gemeente Sectie Perceel
ZEIST G 1879
Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.
Bijlage 2: Asbestinventarisatie detailtekening
LEGENDA Begrenzing locatie Mestkelders Te verwachten mestkelders
Lagegro
A24
Asbesthoudend materiaalmonster
V04
Asbesthoudend visueel
K01
Asbesthoudend kleefmonster
nd
Asbesthoudend
Woonboerderij Zie rapportage woning
1b 1a
A24
Niet asbesthoudend materiaalmonster
V04
Niet asbesthoudend visueel
K01
Niet asbesthoudend kleefmonster Niet asbesthoudend
A30 60 m
A31
5
8 A18 A15 15m
6
A05 20m
amer
Melkk
A02
A07
2A
4
2
1 A04 50m A04 A12 2,5m
V01
3
Sleufsilo
Opdrachtgever
Dienst Landelijk Gebied
Project nummer
Titel
13M4103 Lagegrond 1a Zeist Asbest inventarisatie
Subtitlel
stallen + schuren
Tekenaar
D. Peters
Regiokantoor Midden
2de Tekenaar
B. Ebben
Postbus 2
Gezien door
L. Sluiter
3980 CA Bunnik
Datum
21-10-2013
Locatie
Schaal
0
1: 500 5
Tel: 030-6594321
Formaat
10
A3
15m
Fax: 030-6571792 http://www.cso.nl
BIJLAGE
k2a
LEGENDA Begrenzing locatie Asbesthoudend dak
Lagegro
Niet asbesthoudend dak
nd
Woonboerderij Zie rapportage woning
1b 1a
5
8
6 Melkk amer
2A
4
2
1
3
Sleufsilo
Opdrachtgever
Dienst Landelijk Gebied
Project nummer
Titel
13M4103 Lagegrond 1a Zeist Asbest inventarisatie daken
Subtitlel
Stallen + schuren
Tekenaar
D. Peters
Regiokantoor Midden
2de Tekenaar
B. Ebben
Postbus 2
Gezien door
L. Sluiter
3980 CA Bunnik
Datum
22-10-2013
Locatie
Schaal
0
1: 500 5
Tel: 030-6594321
Formaat
10
A3
15m
Fax: 030-6571792 http://www.cso.nl
BIJLAGE
2b
Bijlage 3: Foto’s onderzoekslocatie
Bijlage 4: Analysecertificaten
V160713_1
Analyse certificaat Datum rapportage 30-09-2013
Rapportnummer:
1309-3758_01
Ordernummer RPS Ordernummer opdrachtgever Opdrachtgever
RPS analyse bv E
[email protected] W www.rps.nl
1309-3758 13M4103 CSO Milfac (Leeuwarden) Postbus 422 8901 BE Leeuwarden
Datum order
30-09-2013
Datum analyse Monstergegevens afkomstig van Start datum monstername Adres monstername Aantal monsters
30-09-2013 Opdrachtgever 24-09-2013 Lage Grond, Zeist 31
Breda Minervum 7002 Postbus 3440 4800 DK Breda T 0880 - 235720 F 0880 - 235701
Hoogeveen Zeppelinstraat 9 Postbus 2030 7900 BA Hoogeveen T 0528 - 229011 F 0528 - 229018
De analyse is uitgevoerd door RPS analyse, vestiging: Hoogeveen Analysemethode: Asbest onderzoek m.b.v. stereo- en polarisatiemicroscopie conform NEN 5896 Monster nr. RPS
Monstergegevens opdrachtgever
Soort materiaal
Soort asbest+massa % Hechtgebondenbij benadering heid
Opmerking
13-147588
A01
Golfplaat
Chrysotiel 10 - 15 %
Goed
-
13-147589
A02 1
Bloembak
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147590
A03 Dak 2
Golfplaat
Chrysotiel 10 - 15 %
Goed
-
13-147591
A04 2
Kit
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147592
A05 2
Kit
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147593
A06 Schuur 2
Plaatmateriaal
Chrysotiel 5 - 10 %
Goed
-
13-147594
A07 Schuur 2
Golfplaat
Chrysotiel 10 - 15 %
Goed
-
13-147595
A08 Tussen schuur 1+2
Golfplaat
Chrysotiel 10 - 15 %
Goed
-
13-147596
A09 Schuur 3
Golfplaat
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147597
A10 Schuur 3
Plaatmateriaal
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147598
A11 Schuur 4
Plaatmateriaal
Chrysotiel 10 - 15 %
Goed
-
13-147599
A12 Raam, stal 4
Kit
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147600
A13 Dak, Stal 4
Golfplaat
Chrysotiel 10 - 15 %
Goed
-
13-147601
A14 Dak, stal 4
Golfplaat
Chrysotiel 10 - 15 %
Goed
-
13-147602
A15 2 ramen, stal
Kit
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147603
A16 Ventilatieschacht, dak
Bitumen
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147604
A17 Schuur 8
Golfplaat
Chrysotiel 10 - 15 % Crocidoliet 2 - 5 %
Goed
-
13-147605
A18 Schuur 8
Bloempot
Chrysotiel 10 - 15 %
Goed
-
13-147606
A19 Schuur 8
Plaatmateriaal
Chrysotiel 10 - 15 %
Goed
-
13-147607
A20 Schuur 8
Plaatmateriaal
Chrysotiel 5 - 10 %
Goed
-
13-147608
A21
Kit
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147609
A22 Terras
Bloempot
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147610
A23 Woning
Plaatmateriaal
Chrysotiel 5 - 10 % Crocidoliet 0,1 - 2 %
Goed
-
13-147611
A24 Woning
Pijp
Chrysotiel 10 - 15 %
Goed
-
13-147612
A25 Kelder
Zeil
Chrysotiel 10 - 15 %
Slecht
-
13-147613
A26 2 daken, dakkapel
Bitumen
Niet aantoonbaar
n.v.t.
Pagina 1 / 2
RPS analyse bv KvK 20059540 BTW NL0089.00.620.B.01 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië l Brazilië l Midden-Oosten l Afrika
V160713_1
Analyse certificaat Datum rapportage 30-09-2013
Rapportnummer:
1309-3758_01
Monster nr. RPS
Monstergegevens opdrachtgever
Soort materiaal
Soort asbest+massa % Hechtgebondenbij benadering heid
Opmerking
13-147614
A27 Aanbouw, woning dak
Golfplaat
Chrysotiel 10 - 15 % Crocidoliet 2 - 5 %
Goed
-
13-147615
A28 Kleine schuur
Kit
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147616
A29 Kleine schuur
Plaatmateriaal
Chrysotiel 5 - 10 %
Goed
-
13-147617
A30
Kit
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147618
A31
Plaatmateriaal
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
Toelichting: Indien asbest niet aantoonbaar is, dient rapportagegrens < 0,1 % aangenomen te worden. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op het aangeboden monster. Alleen aan het originele complete Analyse certificaat kunnen rechten worden ontleend.
Angele de Leeuw Labcoördinator
Pagina 2 / 2 RPS analyse bv KvK 20059540 BTW NL0089.00.620.B.01 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië l Brazilië l Midden-Oosten l Afrika
Bijlage 5: Risicobeoordeling SMASMA-rt
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 22 oktober 2013 om 14h57 (27045082) CSO SCA-code: 02-D020007 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [02-D02000713M4103 schuren en stallen]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Beschrijving Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
13M4103 schuren en stallen woning/boerderij is in een aparte rapportage A01, A03, A07, A13, A14 A01, A03, A07, A13, A14 Schuur 1, 2, 4, 5 en 6 golfplaten dak
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Buiten Asbestcement golfplaat Hechtgebonden C hrysotiel 10-15% 1309-3758_01 Dakbeplating demontage (als geheel verwijderen)
Omstandigheden Bevestiging Verwering Beschadiging
Geschroefd Weinig/matig verweerd (weinig zichtbare erosie) Beschadigd (scheuren en gaten)
Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
2 SC -530, risicoklasse 2 2 NEN 2990
Werkplanelementen Afscherming werkgebied Afbakenen / markeren Voorafgaand aan de werkzaamheden dient de lokatie te worden afgebakend, afgeschermd en gemarkeerd. Persoonlijke bescherming Afhankelijke adembescherming Tijdens de werkzaamheden dient een volgelaatsmasker P3 met aangeblazen lucht te worden gedragen. Beschrijving werkmethode algemeen: De asbestverwijderingswerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd in overeenstemming met de op het formulier aangegeven specificaties en omstandigheden. Te allen tijde dient vezelemissie zoveel mogelijk te worden beperkt. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een compleet werkplan te worden opgesteld conform de SC -530 Bijlage G (Werkplan). De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Beschrijving werkmethode specifiek: Voorafgaand aan het slopen dienen de platen aan beide zijden (indien mogelijk) goed nat te worden gespoten. Demonteer op zodanige wijze dat breken wordt voorkomen: geniette/gespijkerde/geschroefde beplating: verwijder spijkers, nietjes of draai de schroeven los gelijmde/gekitte beplating: steek en tik de lijmlaag cq kitlaag los beplating met gekitte glaslatten: snijd de kitranden door en verwijder de glaslatten rondom geklemde en/of niet vrij toegankelijke beplating: hak de beplating vrij met behulp van handgereedschappen en/of pneumatische gereedschappen Voer het plaatmateriaal zonder breken af als asbesthoudend afval Beschrijving eindcontrole: Er dient een eindcontrole door een door RvA geaccrediteerde (ISO 17020) inspectie-instelling te worden uitgevoerd volgens NEN 2990, onderdeel visuele inspectie.
(27045082)
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 22 oktober 2013 om 14h57 (27045082) CSO SCA-code: 02-D020007 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [02-D02000713M4103 schuren en stallen]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Beschrijving Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
13M4103 schuren en stallen woning/boerderij is in een aparte rapportage A06, V08, Als A06 A06, V08, Als A06 Schuur 2 vlakke plaat in midden schuur aan nokdeel kleinere schuur en schuur 5 en 6
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Buiten Asbestcement vlakke plaat Hechtgebonden C hrysotiel 5-10% 1309-3758_01 Overige vlakke plaat demontage (als geheel verwijderen)
Omstandigheden Bevestiging
Gespijkerd
Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
2 SC -530, risicoklasse 2 2 NEN 2990
Werkplanelementen Afscherming werkgebied Afbakenen / markeren Voorafgaand aan de werkzaamheden dient de lokatie te worden afgebakend, afgeschermd en gemarkeerd. Persoonlijke bescherming Afhankelijke adembescherming Tijdens de werkzaamheden dient een volgelaatsmasker P3 met aangeblazen lucht te worden gedragen. Beschrijving werkmethode algemeen: De asbestverwijderingswerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd in overeenstemming met de op het formulier aangegeven specificaties en omstandigheden. Te allen tijde dient vezelemissie zoveel mogelijk te worden beperkt. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een compleet werkplan te worden opgesteld conform de SC -530 Bijlage G (Werkplan). De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Beschrijving werkmethode specifiek: Demonteer op zodanige wijze dat breken wordt voorkomen: 1. geniete/gespijkerde/geschroefde beplating: verwijder spijkers, nietjes cq draai de schroeven los 2. gelijmde/gekitte beplating: steek en tik de lijmlaag cq kitlaag los 3. beplating met gekitte glaslatten: snijd de kitranden door en verwijder de glaslatten rondom 4. geklemde en/of niet vrij toegankelijke beplating: hak de beplating vrij met behulp van handgereedschappen en/of pneumatische gereedschappen Voer elke plaat afzonderlijk zonder breken af als asbesthoudend afval. Beschrijving eindcontrole: Er dient een eindcontrole door een door RvA geaccrediteerde (ISO 17020) inspectie-instelling te worden uitgevoerd volgens NEN 2990, onderdeel visuele inspectie.
(27045082)
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 22 oktober 2013 om 14h57 (27045082) CSO SCA-code: 02-D020007 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [02-D02000713M4103 schuren en stallen]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Beschrijving Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
13M4103 schuren en stallen woning/boerderij is in een aparte rapportage A08 A08 tuusen schuur 1 en 2 zuidzijde, losse golfplaten (delen van)
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Buiten Asbestcement golfplaat Hechtgebonden C hrysotiel 10-15% 1309-3758_01 Dakbeplating demontage (als geheel verwijderen)
Omstandigheden Bevestiging Verwering
Los Verweerd (zichtbare erosie)
Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
2 SC -530, risicoklasse 2 2 NEN 2990
Werkplanelementen Afscherming werkgebied Afbakenen / markeren Voorafgaand aan de werkzaamheden dient de lokatie te worden afgebakend, afgeschermd en gemarkeerd. Persoonlijke bescherming Afhankelijke adembescherming Tijdens de werkzaamheden dient een volgelaatsmasker P3 met aangeblazen lucht te worden gedragen. Beschrijving werkmethode algemeen: De asbestverwijderingswerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd in overeenstemming met de op het formulier aangegeven specificaties en omstandigheden. Te allen tijde dient vezelemissie zoveel mogelijk te worden beperkt. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een compleet werkplan te worden opgesteld conform de SC -530 Bijlage G (Werkplan). De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Beschrijving werkmethode specifiek: Voorafgaand aan het slopen dienen de platen aan beide zijden (indien mogelijk) goed nat te worden gespoten. Demonteer op zodanige wijze dat breken wordt voorkomen: geniette/gespijkerde/geschroefde beplating: verwijder spijkers, nietjes of draai de schroeven los gelijmde/gekitte beplating: steek en tik de lijmlaag cq kitlaag los beplating met gekitte glaslatten: snijd de kitranden door en verwijder de glaslatten rondom geklemde en/of niet vrij toegankelijke beplating: hak de beplating vrij met behulp van handgereedschappen en/of pneumatische gereedschappen Voer het plaatmateriaal zonder breken af als asbesthoudend afval Beschrijving eindcontrole: Er dient een eindcontrole door een door RvA geaccrediteerde (ISO 17020) inspectie-instelling te worden uitgevoerd volgens NEN 2990, onderdeel visuele inspectie.
(27045082)
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 22 oktober 2013 om 14h57 (27045082) CSO SCA-code: 02-D020007 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [02-D02000713M4103 schuren en stallen]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Beschrijving Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
13M4103 schuren en stallen woning/boerderij is in een aparte rapportage A11 A11 Schuur 4 (nieuwere aanbouw) in gang
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Binnen Asbestcement vlakke plaat Hechtgebonden C hrysotiel 10-15% 1309-3758_01 Overige vlakke plaat demontage (als geheel verwijderen)
Omstandigheden Bevestiging Los Verwering Weinig/matig verweerd (weinig zichtbare erosie) Beschadiging Oppervlakkig beschadigd (geen scheuren en gaten) Het betreft een gecontroleerde verwijdering zonder breuk of incidentele breuk. Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
2 SC -530, risicoklasse 2 2 NEN 2990
Werkplanelementen Afscherming werkgebied C ontainment Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een containment te worden aangelegd. Persoonlijke bescherming Afhankelijke adembescherming Tijdens de werkzaamheden dient een volgelaatsmasker P3 met aangeblazen lucht te worden gedragen. Beschrijving werkmethode algemeen: De asbestverwijderingswerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd in overeenstemming met de op het formulier aangegeven specificaties en omstandigheden. Te allen tijde dient vezelemissie zoveel mogelijk te worden beperkt. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een compleet werkplan te worden opgesteld conform de SC -530 Bijlage G (Werkplan). De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Beschrijving werkmethode specifiek: Demonteer op zodanige wijze dat breken wordt voorkomen: geniette/gespijkerde/geschroefde beplating: verwijder spijkers, nietjes of draai de schroeven los gelijmde/gekitte beplating: steek en tik de lijmlaag cq kitlaag los beplating met gekitte glaslatten: snijd de kitranden door en verwijder de glaslatten rondom geklemde en/of niet vrij toegankelijke beplating: hak de beplating vrij met behulp van handgereedschappen en/of pneumatische gereedschappen Voer het plaatmateriaal zonder breken af als asbesthoudend afval Beschrijving eindcontrole: Er dient een eindcontrole door een door RvA geaccrediteerde (ISO 17020) inspectie-instelling te worden uitgevoerd volgens NEN 2990, onderdeel visuele inspectie en onderdeel luchtmetingen.
(27045082)
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 22 oktober 2013 om 14h57 (27045082) CSO SCA-code: 02-D020007 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [02-D02000713M4103 schuren en stallen]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Beschrijving Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
13M4103 schuren en stallen woning/boerderij is in een aparte rapportage A17 A17 Schuur 8 golfplaten dak (achterzijde dak)
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Buiten Asbestcement golfplaat Hechtgebonden C hrysotiel 10-15%; C rocidoliet 2-5% 1309-3758_01 Dakbeplating demontage (als geheel verwijderen)
Omstandigheden Bevestiging Geschroefd Verwering Weinig/matig verweerd (weinig zichtbare erosie) Beschadiging Oppervlakkig beschadigd (geen scheuren en gaten) Het betreft een gecontroleerde verwijdering zonder breuk of incidentele breuk. Het product is niet toegepast in stallen en ook niet in schuren/constructies met mestopslag. Materiaaloppervlak m2 (per toepassing) 24 Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
2 SC -530, risicoklasse 2 2 NEN 2990
Werkplanelementen Afscherming werkgebied Afbakenen / markeren Voorafgaand aan de werkzaamheden dient de lokatie te worden afgebakend, afgeschermd en gemarkeerd. Persoonlijke bescherming Afhankelijke adembescherming Tijdens de werkzaamheden dient een volgelaatsmasker P3 met aangeblazen lucht te worden gedragen. Beschrijving werkmethode algemeen: De asbestverwijderingswerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd in overeenstemming met de op het formulier aangegeven specificaties en omstandigheden. Te allen tijde dient vezelemissie zoveel mogelijk te worden beperkt. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een compleet werkplan te worden opgesteld conform de SC -530 Bijlage G (Werkplan). De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Beschrijving werkmethode specifiek: Voorafgaand aan het slopen dienen de platen aan beide zijden (indien mogelijk) goed nat te worden gespoten. Demonteer op zodanige wijze dat breken wordt voorkomen: geniette/gespijkerde/geschroefde beplating: verwijder spijkers, nietjes of draai de schroeven los gelijmde/gekitte beplating: steek en tik de lijmlaag cq kitlaag los beplating met gekitte glaslatten: snijd de kitranden door en verwijder de glaslatten rondom geklemde en/of niet vrij toegankelijke beplating: hak de beplating vrij met behulp van handgereedschappen en/of pneumatische gereedschappen Voer het plaatmateriaal zonder breken af als asbesthoudend afval Beschrijving eindcontrole: Er dient een eindcontrole door een door RvA geaccrediteerde (ISO 17020) inspectie-instelling te worden uitgevoerd volgens NEN 2990, onderdeel visuele inspectie.
(27045082)
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 22 oktober 2013 om 14h57 (27045082) CSO SCA-code: 02-D020007 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [02-D02000713M4103 schuren en stallen]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Beschrijving Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
13M4103 schuren en stallen woning/boerderij is in een aparte rapportage A18 A18 Schuur 8 bloembak in rechterdeel (vanaf voorzijde)
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Binnen Asbestcement (bloem)bak Hechtgebonden C hrysotiel 10-15% 1309-3758_01 Bloembak demontage (als geheel verwijderen)
Omstandigheden Bevestiging Los Het betreft een gecontroleerde verwijdering zonder breuk of incidentele breuk. De toepassing (materiaal, object, constructie, installatie) wordt als geheel verwijderd waarbij geen bewerkingen aan het asbesthoudende materiaal nodig zijn. Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
1 SC -530, risicoklasse 1 1 NEN 2990 module visuele inspectie
Werkplanelementen Afscherming werkgebied Afbakenen / markeren De plaatsen waar asbest wordt verwijderd of onderhoud wordt gepleegd dienen duidelijk te zijn afgebakend en gemarkeerd. De afbakening dient met waarschuwingsborden en afzettingslinten te geschieden. Persoonlijke bescherming
· ·
Halfgelaatsmasker
Tijdens de werkzaamheden dient beschermende kleding te worden gedragen geschikt voor het werken met asbest; deze kan bestaan uit een afspoelbare (vinyl) overall en afwasbaar schoeisel cq veiligheidslaarsen of uit wegwerpoverschoenen en -overall. Tijdens de werkzaamheden dient bij voorkeur een halfgelaatsmasker P3 of P3 disposable masker te worden gedragen.
Beschrijving werkmethode algemeen: Het verwijderen van asbest gebeurt via demontage. Aan de verwijderingsbron wordt een effectieve stofafzuiging toegepast. Het te verwijderen materiaal wordt geïmpregneerd of bevochtigd; indien hiermee een gevaarlijk situatie ontstaat, kan van deze maatregel worden afgezien. Het materiaal kan ook vooraf (deels) worden ingepakt in plastic. Het asbest dient zodanig te worden verwijderd dat geen restdelen in het werkgebied kunnen achterblijven. Indien de vloer bestaat uit ruwe of moeilijk reinigbare oppervlakken dek de vloer met plastic folie af. Verzamel het asbesthoudende afval zo spoedig mogelijk na verwijdering en verpak het in daarvoor geschikte en luchtdicht afgesloten verpakking voorzien van een asbestgevarensticker en voer het afval af. Reinig het gebruikte gereedschap na afloop grondig of verpak het luchtdicht in een stoot- en scheurvaste verpakking voorzien van een asbestgevarensticker. C ontroleer de directe omgeving op aanwezigheid van restanten; indien nodig wordt nogmaals gestofzuigd met een stofzuiger voorzien van HEPA filter (NEN-EN 1822). Beschrijving werkmethode specifiek:
Beschrijving aanvulling standaard werkplan: niet van toepassing Beschrijving eindcontrole: Er dient een visuele inspectie te worden uitgevoerd van het gehele werkgebied en conform NEN2990 hoofdstuk 'Visuele Inspectie..".
(27045082)
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 22 oktober 2013 om 14h57 (27045082) CSO SCA-code: 02-D020007 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [02-D02000713M4103 schuren en stallen]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Beschrijving Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
13M4103 schuren en stallen woning/boerderij is in een aparte rapportage A19, Als A19 A19, Als A19 schuur 8 vlakke plaat (los) tegen achterzijde meest rechter deel schuur, als bron 3 oesterbaai, tussenschotten schuur 4 en 6 (geklemd, geschroefd)bron 5 oesterbaai
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Binnen Asbestcement vlakke plaat Hechtgebonden C hrysotiel 10-15% 1309-3758_01 Overige vlakke plaat demontage (als geheel verwijderen)
Omstandigheden Bevestiging Verwering
Geklemd met latten en/of beugels (asbesthoudende toepassing zelf is los) Verweerd (zichtbare erosie)
Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
2 SC -530, risicoklasse 2 2 NEN 2990
Werkplanelementen Afscherming werkgebied C ontainment Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een containment te worden aangelegd. Persoonlijke bescherming Afhankelijke adembescherming Tijdens de werkzaamheden dient een volgelaatsmasker P3 met aangeblazen lucht te worden gedragen. Beschrijving werkmethode algemeen: De asbestverwijderingswerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd in overeenstemming met de op het formulier aangegeven specificaties en omstandigheden. Te allen tijde dient vezelemissie zoveel mogelijk te worden beperkt. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een compleet werkplan te worden opgesteld conform de SC -530 Bijlage G (Werkplan). De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Beschrijving werkmethode specifiek: Demonteer op zodanige wijze dat breken wordt voorkomen: geniette/gespijkerde/geschroefde beplating: verwijder spijkers, nietjes of draai de schroeven los gelijmde/gekitte beplating: steek en tik de lijmlaag cq kitlaag los beplating met gekitte glaslatten: snijd de kitranden door en verwijder de glaslatten rondom geklemde en/of niet vrij toegankelijke beplating: hak de beplating vrij met behulp van handgereedschappen en/of pneumatische gereedschappen Voer het plaatmateriaal zonder breken af als asbesthoudend afval Beschrijving eindcontrole: Er dient een eindcontrole door een door RvA geaccrediteerde (ISO 17020) inspectie-instelling te worden uitgevoerd volgens NEN 2990, onderdeel visuele inspectie en onderdeel luchtmetingen.
(27045082)
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 22 oktober 2013 om 14h57 (27045082) CSO SCA-code: 02-D020007 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [02-D02000713M4103 schuren en stallen]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Beschrijving Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
13M4103 schuren en stallen woning/boerderij is in een aparte rapportage A20, Als A20 A20, Als A20 schuur 8 vlakke plaat geklemd voorzijde schuur, 2 maal deur stal 6
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Binnen Asbestcement vlakke plaat Hechtgebonden C hrysotiel 5-10% 1309-3758_01 Overige vlakke plaat demontage (als geheel verwijderen)
Omstandigheden Bevestiging Verwering
Geschroefd Verweerd (zichtbare erosie)
Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
2 SC -530, risicoklasse 2 2 NEN 2990
Werkplanelementen Afscherming werkgebied C ontainment Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een containment te worden aangelegd. Persoonlijke bescherming Afhankelijke adembescherming Tijdens de werkzaamheden dient een volgelaatsmasker P3 met aangeblazen lucht te worden gedragen. Beschrijving werkmethode algemeen: De asbestverwijderingswerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd in overeenstemming met de op het formulier aangegeven specificaties en omstandigheden. Te allen tijde dient vezelemissie zoveel mogelijk te worden beperkt. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een compleet werkplan te worden opgesteld conform de SC -530 Bijlage G (Werkplan). De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Beschrijving werkmethode specifiek: Demonteer op zodanige wijze dat breken wordt voorkomen: geniette/gespijkerde/geschroefde beplating: verwijder spijkers, nietjes of draai de schroeven los gelijmde/gekitte beplating: steek en tik de lijmlaag cq kitlaag los beplating met gekitte glaslatten: snijd de kitranden door en verwijder de glaslatten rondom geklemde en/of niet vrij toegankelijke beplating: hak de beplating vrij met behulp van handgereedschappen en/of pneumatische gereedschappen Voer het plaatmateriaal zonder breken af als asbesthoudend afval Beschrijving eindcontrole: Er dient een eindcontrole door een door RvA geaccrediteerde (ISO 17020) inspectie-instelling te worden uitgevoerd volgens NEN 2990, onderdeel visuele inspectie en onderdeel luchtmetingen.
(27045082)
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 22 oktober 2013 om 14h57 (27045082) CSO SCA-code: 02-D020007 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [02-D02000713M4103 schuren en stallen]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Beschrijving Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
13M4103 schuren en stallen woning/boerderij is in een aparte rapportage V01 V01 Heater control (gasbrander)
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Binnen - onbekend afdichtkoord n.v.t. / onbekend onbekend onbekend Verwarmingstoestellen en warmteblokken los materiaal of object/constructie/installatie als geheel verwijderen
Omstandigheden Aantasting Niet tot matig aangetast (alleen oppervlakkige beschadigingen) Het betreft een gecontroleerde verwijdering zonder breuk of incidentele breuk. De toepassing (materiaal, object, constructie, installatie) wordt als geheel verwijderd waarbij geen bewerkingen aan het asbesthoudende materiaal nodig zijn. Tijdens de sanering worden bronmaatregelen gebruikt: (punt)afzuiging / bevochtigen of gebruik van een glovebag. Het product is kleinschalig toegepast en maakt geen deel uit van een industriele installatie (inclusief schepen), stoomketel of stoomleiding. De toepassing is afgeschermd en ligt niet open. Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
1 SC -530, risicoklasse 1 1 NEN 2990 module visuele inspectie
Werkplanelementen Afscherming werkgebied Afbakenen / markeren De plaatsen waar asbest wordt verwijderd of onderhoud wordt gepleegd dienen duidelijk te zijn afgebakend en gemarkeerd. De afbakening dient met waarschuwingsborden en afzettingslinten te geschieden. Persoonlijke bescherming
· ·
Halfgelaatsmasker
Tijdens de werkzaamheden dient beschermende kleding te worden gedragen geschikt voor het werken met asbest; deze kan bestaan uit een afspoelbare (vinyl) overall en afwasbaar schoeisel cq veiligheidslaarsen of uit wegwerpoverschoenen en -overall. Tijdens de werkzaamheden dient bij voorkeur een halfgelaatsmasker P3 of P3 disposable masker te worden gedragen.
Beschrijving werkmethode algemeen: Het verwijderen van asbest gebeurt via demontage. Aan de verwijderingsbron wordt een effectieve stofafzuiging toegepast. Het te verwijderen materiaal wordt geïmpregneerd of bevochtigd; indien hiermee een gevaarlijk situatie ontstaat, kan van deze maatregel worden afgezien. Het materiaal kan ook vooraf (deels) worden ingepakt in plastic. Het asbest dient zodanig te worden verwijderd dat geen restdelen in het werkgebied kunnen achterblijven. Indien de vloer bestaat uit ruwe of moeilijk reinigbare oppervlakken dek de vloer met plastic folie af. Verzamel het asbesthoudende afval zo spoedig mogelijk na verwijdering en verpak het in daarvoor geschikte en luchtdicht afgesloten verpakking voorzien van een asbestgevarensticker en voer het afval af. Reinig het gebruikte gereedschap na afloop grondig of verpak het luchtdicht in een stoot- en scheurvaste verpakking voorzien van een asbestgevarensticker. C ontroleer de directe omgeving op aanwezigheid van restanten; indien nodig wordt nogmaals gestofzuigd met een stofzuiger voorzien van HEPA filter (NEN-EN 1822). Beschrijving eindcontrole: Er dient een visuele inspectie te worden uitgevoerd van het gehele werkgebied en conform NEN2990 hoofdstuk 'Visuele Inspectie..".
(27045082)
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 22 oktober 2013 om 14h57 (27045082) CSO SCA-code: 02-D020007 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [02-D02000713M4103 schuren en stallen]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Beschrijving Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
13M4103 schuren en stallen woning/boerderij is in een aparte rapportage V06 V06 Vlakke plaat onder beton mestkelder
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Binnen - onbekend vlakke plaat n.v.t. / onbekend onbekend n.v.t. Stortstroken onder betonvloeren (als bekisting) overig (als geheel verwijderen niet mogelijk is)
Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
2 SC -530, risicoklasse 2 2 NEN 2990
Werkplanelementen Afscherming werkgebied C ontainment Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een containment te worden aangelegd. Persoonlijke bescherming Afhankelijke adembescherming Tijdens de werkzaamheden dient een volgelaatsmasker P3 met aangeblazen lucht te worden gedragen. Beschrijving werkmethode algemeen: De asbestverwijderingswerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd in overeenstemming met de op het formulier aangegeven specificaties en omstandigheden. Te allen tijde dient vezelemissie zoveel mogelijk te worden beperkt. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een compleet werkplan te worden opgesteld conform de SC -530 Bijlage G (Werkplan). De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Beschrijving werkmethode specifiek: Demonteer op zodanige wijze dat breken wordt voorkomen: geniette/gespijkerde/geschroefde beplating: verwijder spijkers, nietjes of draai de schroeven los gelijmde/gekitte beplating: steek en tik de lijmlaag cq kitlaag los beplating met gekitte glaslatten: snijd de kitranden door en verwijder de glaslatten rondom geklemde en/of niet vrij toegankelijke beplating: hak de beplating vrij met behulp van handgereedschappen en/of pneumatische gereedschappen Voer het plaatmateriaal zonder breken af als asbesthoudend afval Beschrijving eindcontrole: Er dient een eindcontrole door een door RvA geaccrediteerde (ISO 17020) inspectie-instelling te worden uitgevoerd volgens NEN 2990, onderdeel visuele inspectie en onderdeel luchtmetingen.
(27045082)
Bijlage 6: Evaluatieformulier voor onvoorzien asbest
Evaluatieformulier Asbestinventarisatie type A Naam inventarisatiebedrijf SCA-code Rapportnummer Vrijgave datum
Asbestinventarisatie type B Naam inventarisatiebedrijf SCA-code Rapportnummer Vrijgave datum
Asbestinventarisatie van onvoorziene asbest Naam inventarisatiebedrijf SCA-code Rapportnummer Vrijgave datum
Omschrijving onvoorzien asbest Omschrijving
Plaats
Hoeveelheid
Asbestverwijderingsbedrijf Naam SCA-code Naam Verzonden naar: Door (naam) Datum Paraaf
Handtekening 1.
2.
3.
Bijlage 7: SCSC-540 Bijlage G Verplichtingen van de opdrachtgever overeenkomstig WetWet- en regelgeving
Informatief karakter 1. Algemeen De opdrachtgever heeft een wettelijke informatieplicht daar waar het gaat over de aanwezigheid van asbest in zijn bouwwerk/object, dat hij in eigendom/beheer heeft. Deze plicht heeft hij naar de gebruiker van het bouwwerk/object en zij die het bouwwerk/object respectievelijk onderhouden, renoveren, slopen of werkzaamheden erin uitvoeren. Asbestverwijdering is onderhevig aan een gemeentelijke vergunning. Aan de vergunning ligt een asbestinventarisatierapport ten grondslag. Wie kan een vergunning aanvragen en wordt daarmee de houder van de vergunning? 1) De eigenaar van een bouwwerk; 2) Namens de eigenaar van het bouwwerk: het adviesbureau; 3) De gebruiker van een bouwwerk. Toelichting: a) De houder van de vergunning blijft voor de gemeente verantwoordelijk en aanspreekpunt voor de rapportage als sanering. Is het niet volledig en dus niet geschikt voor afgifte omgevingsvergunning, dan spreekt de gemeente de aanvrager van de vergunning aan. Deze spreekt vervolgens het onderzoeksbureau aan. Dit geldt eveneens voor de asbestverwijdering. b) Als gewerkt wordt in strijd met de voorschriften, spreekt de gemeente de houder van de vergunning in eerste instantie aan, in tweede instantie de asbestverwijderaar. De onder de punten 1 t/m 3 genoemde personen kunnen opdrachtgever zijn voor zowel de asbestinventarisatie, de asbestverwijdering, als de eindbeoordeling. Hij hoeft niet perse opdrachtgever te zijn voor de eindbeoordeling. Dit kan hij overlaten aan het verwijderingsbedrijf, hetgeen ook logisch is. De opdrachtgever is degene die: 1) De opdracht tot inventarisatie verleent aan een bedrijf dat in het bezit is van een geldig certificaat voor asbestinventarisatie; 2) De omgevingsvergunning bij de Gemeente aanvraagt, implicerende de melding voor het voornemen tot slopen/ verwijderen; 3) De opdracht tot de eindbeoordeling van de uitgevoerde asbestverwijdering verleent aan een laboratorium c.q. inspectie-instelling dat/die daarvoor is geaccrediteerd; 4) De opdracht tot de asbestverwijdering verleent aan een asbestverwijderingsbedrijf dat in het bezit is van een geldig certificaat voor asbest verwijderen; 5) De Gemeente minimaal één week vóór uitvoering op de hoogte stelt van de juiste uitvoeringsdata en -tijdstippen; 6) De stortbon en het vrijgavebewijs van het asbestverwijderingsbedrijf ontvangt; 7) De Gemeente uiterlijk binnen twee weken na uitvoering een afschrift stuurt van de resultaten van de eindbeoordeling; 8) De facturen voor de verleende diensten (1 t/m 4) ontvangt en betaalt. De opdrachtgever kan de zaken genoemd onder 1, 2, 3, 5 en 7 delegeren aan bijvoorbeeld het asbestverwijderingsbedrijf, doch blijft verantwoordelijk voor de aanwezigheid van de juiste papieren (inventarisatierapport en omgevingsvergunning) op het werk.
2. Asbestverwijderingsbesluit 2005 De verantwoordelijkheid van de opdrachtgever voor de juiste papieren (inventarisatierapport en omgevingsvergunning) op het werk vindt zijn wettelijke basis in Par. 2, Artikel 3 en 5 en Par. 4, Artikel 10 van het Asbestverwijderingsbesluit 2005. De door de opdrachtgever in te schakelen bedrijven voor asbestinventarisatie, asbestverwijdering en eindbeoordeling kunnen het werk alleen verrichten, wanneer zij in het bezit zijn van de wettelijk verplichte certificatie, respectievelijk accreditatie, vermeld in art. 4.54a, 4.54d en 4.55a van het Arbobesluit / Asbestverwijderingsbesluit 2005.’ 3. Asbestinventarisatierapport Ontleend aan Asbestverwijderingsbesluit 2005, Stb. 704 d.d. 16-12-2005 en Stb. 87 d.d. 20-022006 Paragraaf 2 – Asbestinventarisatie Art. 3-1-b: lid b: degene die geheel of gedeeltelijk doet (laat) afbreken of uit elkaar nemen (= dus de opdrachtgever) 61 Staatscourant 2011 nr. 22513 22 december 2011 .... beschikt over een asbestinventarisatierapport. Art. 3-2-b: ook hier wordt weer gesproken over degene die asbest doet (laat) verwijderen (= dus de opdrachtgever) .... beschikt over een asbestinventarisatierapport. Art. 5 Degene die de handelingen van par. 3 doet / laat verrichten (= dus de opdrachtgever), verstrekt vóórdat de handeling wordt verricht, een afschrift van het inventarisatierapport aan degene die de handeling verricht (= dus het asbestverwijderingsbedrijf). Conclusie: Art. 3 en 5 zijn heel duidelijk: De opdrachtgever beschikt over een inventarisatierapport en geeft een afschrift van dat rapport aan degene die het asbest verwijdert. Hoe de opdrachtgever aan dat rapport komt, staat niet vermeld. Hij moet er gewoon over beschikken, dus het zelf regelen. Zie ook art. 4.54a-1 t/m 5 en 4.54d-5 (toevoeging aan Arbo-besluit). Aanvulling Arbeidsomstandighedenbesluit Artikel 4.54a. Asbestinventarisatie 1) Voordat een handeling als bedoeld in artikel 4.54, eerste lid, onderdeel a, b of d, wordt aangevangen, wordt de aanwezigheid van asbest of asbesthoudende producten dan wel crocidoliet of crocidoliethoudende producten volledig geïnventariseerd en worden de resultaten hiervan opgenomen in een inventarisatierapport. 2) Het eerste lid is van toepassing indien werknemers worden of kunnen worden blootgesteld aan asbest of asbesthoudende producten dan wel crocidoliet of crocidoliethoudende producten. 3) De inventarisatie en het inventarisatierapport, bedoeld in het eerste lid, worden uitgevoerd, onderscheidenlijk opgesteld, door een bedrijf dat in het bezit is van een certificaat voor asbestinventarisatie dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling. 4) Een afschrift van het inventarisatierapport wordt verstrekt aan het bedrijf, bedoeld in artikel 4.54d, eerste lid, die de handeling, bedoeld in artikel 4.54, eerste lid, onderdeel a, b, of d, verricht. 5) Het certificaat of een afschrift daarvan is op de arbeidsplaats aanwezig en wordt desgevraagd
getoond aan een ambtenaar als bedoeld in artikel 24 van de wet. Artikel 4.54d. Asbestverwijdering 1) De handelingen, bedoeld in artikel 4.54, eerste lid, met uitzondering van de handelingen, bedoeld in artikel 4.54b, onderdeel b tot en met i, worden verricht volgens een vooraf opgesteld werkplan als bedoeld in artikel 4.55 door een bedrijf dat in het bezit is van een certificaat voor asbestverwijdering, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling. 2) Bij een bedrijf als bedoeld in het eerste lid is in ieder geval een persoon als bedoeld in het derde lid werkzaam. 3) De handelingen, bedoeld in het eerste lid, worden verricht door of onder voortdurend toezicht van een persoon die in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid voor het toezicht houden op het verwijderen van asbest en crocidoliet, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling. 4) Voor zover de handelingen, bedoeld in het eerste lid, mede worden verricht door een andere persoon dan de persoon, bedoeld in het derde lid, is deze andere persoon in het bezit van een certificaat van vakbekwaamheid voor het verwijderen van asbest en crocidoliet, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling. 5) Voordat wordt aangevangen met de handelingen, bedoeld in het eerste lid, is het bedrijf, bedoeld in het eerste lid, in het bezit van een afschrift van een inventarisatierapport als bedoeld in artikel 4.54a, eerste lid. 6) De certificaten, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, of afschriften daarvan en een afschrift van het inventarisatierapport, bedoeld in artikel 4.54a, eerste lid, zijn op de arbeidsplaats aanwezig en worden desgevraagd getoond aan een ambtenaar als bedoeld in artikel 24 van de wet. Par. 4 – Bouwwerken Art. 10: Het is verboden om een bouwwerk te slopen zonder of in afwijking van de vergunning van B&W. Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning moet een inventarisatierapport worden overlegd (art. 10j). De houder van de omgevingsvergunning moet een afschrift van die vergunning ter hand stellen aan het bedrijf dat de sloop uitvoert.
Bijlage 8: Deskresearch en onderzoeksplan
Locatie gegevens
Lagegrond 1a te Zeist
Gebouw in gebruik
ja
Bouwjaar
meeste stallen zijn gebouwd in de jaren ’50 tot `80
Bruto vloeroppervlakte
in totaal 8 stallen/schuren
Hebben in het verleden verbouwingen plaatsgevonden
onbekend
Is in het verleden asbest gesaneerd
onbekend
Zijn er bouwtekeningen beschikbaar
ja
Zijn er asbestbronnen in het pand bekend
ja
Welke gegevens zijn beschikbaar gesteld door de opdrachtgever
asbestrapportage Oesterbaai (2002), vragenlijst
Zijn er bijzonderheden omtrent het te onderzoeken pand/object
geen
Bijlage 9: rapportage Oesterbaai, esterbaai, projectnr. AOAO-141 2002
BIJLAGE 2 Asbestinventarisatie, Lagegrond 1A - woning met deel, CSO, 29 oktober 2013.
Gemeente Zeist Nota van inspraak en vooroverleg ‘Voorontwerpbestemmingsplan Lagegrond 1A Zeist Versie 08 – augustus 2015
89
Soort onderzoek:
☒
Type A, Direct waarneembaar asbest, asbesthoudende producten, etc.
☒Volledig (geschikt voor aanvraag omgevingsvergunning)
☐Onvolledig (niet geschikt voor aanvraag van
☐ ☐
omgevingsvergunning) Type B, Niet-direct waarneembaar asbest, asbesthoudende producten, etc. Type G, inventarisatie gericht op het gebruik van het gebouw
Asbestinventarisatie Type A Woning met aangrenzende schuur aan de Lagegrond 1a te Zeist
Omvang van het onderzoek:
☒
☐ ☐ ☐ ☐
Gehele gebouw of object Gedeelte van gebouw of object Representatieve steekproef (bijvoorbeeld bij flatgebouwen, 10% voor vergunning) Aanvulling op representatieve steekproef Onvoorzien aanwezig asbest
Het rapport is geschikt voor de volgende doelen:
☒ ☒
☐ ☐ ☐ ☐
Voor het verwijderen van uitsluitend in dit rapport onder Type A geïnventariseerde asbesthoudende materialen
☐
Contactpersoon De heer ing. J.H. de Jong
Voor het aansluitend uitvoeren van een Type B onderzoek ter verificatie van de lijst van redelijk vermoedelijke aanwezig asbest in het daaraan voorafgaande Type A onderzoek Voor het vaststellen van de gebruiksintegriteit van het gehele gebouw met een asbestinventarisatie Type-G Voor de renovatie van een in de inleiding nader gespecificeerd deel van het onderzochte bouwwerk Voor de renovatie van het gehele bouwwerk Voor de sloop van het gehele bouwwerk
Risicobeoordeling:
☒
Gegevens opdrachtgever Dienst Landelijke Gebied Herman Gorterstraat 5 3511 EW Utrecht
Risicobeoordeling ten behoeve van sloop en verbouw
Gegevens CSO CSO Adviesbureau Regulierenring 6 3981 LB BUNNIK tel. 030 – 659 43 21 fax 030 – 657 17 92 Cert.nr. 07-D070058.01 Contactpersonen CSO De heer L. (Lars) Sluiter De heer G. (Gosse) Hoekstra
(SMA-rt) Risicobeoordeling in gebruiksfase (NEN 2991)
Projectcode: 13M4103 woning Versiedatum: 29 oktober 2013 Status: Definitief
CSO Adviesbureau voor Milieu--Onderzoek B.V. Milieu Hoofdkantoor Postbus 2 3980 CA Bunnik Regulierenring 6 3981 LB Bunnik Tel.: 030 – 659 43 21 Fax: 030 – 657 17 92
Autorisatie Opgesteld door: De heer L. (Lars) Sluiter Deskundig Inventariseerde Asbest Handtekening
Akkoord bevonden door: De heer G. (Gosse) Hoekstra Projectleider asbest Handtekening
Akkoord bevonden door: De heer G. (Gosse) Hoekstra Technisch verantwoordelijke Handtekening
Projectcode: 13M4103 woning Versiedatum: 29 oktober 2013 Contactgegevens projectleider: De heer G. (Gosse) Hoekstra Telefoonnummer: 06-22974813 E-mailadres:
[email protected]
Regiokantoor Noord (CSO--Milfac) (CSO Postbus 422 8901 BE Leeuwarden Orionweg 28 8938 AH Leeuwarden Tel.: 058 – 284 75 40 Fax: 058 – 213 31 14 Regiokantoor Oost Postbus 2018 7420 AA Deventer Gotlandstraat 26 7418 AZ Deventer Tel. 0570 – 50 41 80 Fax 0570 – 50 41 90 Regiokantoor Zuid Postbus 1323 6201 BH Maastricht Sleperweg 10 6222 NK Maastricht Tel.: 043 – 352 39 50 Fax: 043 – 352 39 70 Internet www.cso.nl
Dit is een rapportage van een type A onderzoek van direct waarneembaar asbest conform SC-540 inclusief risicobeoordeling. Bij dit onderzoek is geen of licht destructief onderzoek uitgevoerd, waardoor de gebruikswaarde van het gebouw niet werd aangetast. Dit rapport moet, indien langer dan drie jaar na de publicatiedatum, voorafgaand aan gebruik worden geactualiseerd. CSO is gecertificeerd als deskundig inventarisatiebedrijf volgens het SCA Procescertificaat SC-540. De werkzaamheden worden uitgevoerd conform deze beoordelingsrichtlijn. De naleving hiervan wordt periodiek getoetst door externe auditors van certificerende instellingen. Het certificaat is geregistreerd onder nummer 07-D070058.01 bij Eerland Certification.
CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek B.V. (verder CSO) is door Eerland Certification gecertificeerd voor de ISO 9001- en de 14001-normen, VCA **, de BRL-en SIKB 1000, 2000 en 6000 en de SC-540.
CSO is lid van de VOAM-VKBA. De VOAM-VKBA is de brancheorganisatie voor asbestonderzoeksbedrijven en staat voor Vereniging voor Kwaliteitsborging Asbestonderzoek. VOAM-VKBA wil het onderzoek naar asbest, het toezicht op de verwijdering en de eindinspecties verder professionaliseren door nadere uitwerking van voorschriften en normen en een gedegen opleidingstraject voor het uitvoerend personeel. VOAM-VKBA is samen met andere (markt)partijen actief in de totstandkoming van deze beleidspunten.
Samenvatting In opdracht van Dienst Landelijke Gebied heeft CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek B.V. (verder CSO) een asbestinventarisatie Type A volledig uitgevoerd aan Lagegrond 1a te Zeist (woning). De aanleiding voor het onderzoek wordt gevormd door de voorgenomen sloop van de woning met aangrenzende schuur. Voorliggende rapportage beschrijft alleen de woning met aangrenzende schuur en niet de overige opstallen op het erf. De voormalige varkenstallen en schuren die op het erf staan, zijn beschreven in de rapportage 13M4103 opstallen en schuren. De inventarisatie is uitgevoerd door de heer L. Sluiter (D.I.A.nr. 51E-090912-410241) op 24 en 25 september 2013. De volgende asbesthoudende toepassing zijn aangetroffen: Tabel 1. Asbesthoudende materialen en constructies Monstercode
Omschrijving
Geschatte hoeveelheid 2
Bevestiging
Risicocategorie*
1
materiaal
m /m /stuks
A23
Vlakke plaat
160 m2
Gespijkerd + geklemd
2
A24
Buis/pijp
Binnen (zolder) = 2 m2 Buiten (dak) = 1,5 m2 Diameter = ca. 100 mm
Geklemd
2
A25
Vloerzeil
Circa 1 m2
Gelijmd
2
A27
Golfplaten
Circa 25 m2
Geschroefd
2
A29
Vlakke plaat
Circa 25 m2
Gespijkerd
2
V02
Gaskachel, Etna
1 stuk
Los
1
V03
Houtkachel
1 stuk
Los
1
V04
Gaskachel, Bonraad
1 stuk
Los
1
K01
Stof in kleefmonster
Duidelijk asbest aanwezig
Los
2
K02
Stof in kleefmonster
Duidelijk asbest aanwezig
Los
2
*Risicogerichte verwijderingscategorieindeling, conform Arbeidsomstandighedenbesluit d.d. 7 juli 2006 1.bescherming bij verwijdering volgens basisvoorschriften, conform SC 530 buitensanering; 2.bescherming bij verwijdering conform SC 530, sanering in containment; 3.bescherming bij verwijdering conform SC 530, sanering in containment met onafhankelijke lucht
In het huidige gebruik van de locatie is onmiddellijke verwijdering of afscherming van de kelder direct noodzakelijk. In geval van renovatie of sloop dienen alle betrokken asbesthoudende constructies met het asbesthoudende materiaal verwijderd te worden. De volgende onderzoeksbeperkingen gelden voor de onderhavige rapportage: • ingemetselde of in beton gegoten materialen; • holle ruimten onder de vloer; • rioleringen; • spouwmuren; • onder vaste vloerafwerking, zoals gelijmde vloerbedekking en laminaat; • rookafvoerkanalen; • achter wand- en plafondbetimmering; • kruipruimte; • de bodem van de onderzoekslocatie.
13M4103 woning 29 oktober 2013 Definitief
Een aanvullende, type B asbestinventarisatie, met destructief onderzoek naar bovenvermelde objecten zal voor de sloop uitgevoerd moeten worden om uitsluitsel te kunnen geven over de mogelijke aanwezigheid van asbesthoudende materialen en/of constructies. Over de werkwijze van de vergunningverlener het volgende: “De vergunningverlener verplicht in de sloopvergunning tot een aanvullende (asbest)inventarisatie (type B)”. Op 28 juli 2006 is een wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in werking getreden. Hierdoor zijn de regels die gelden bij de verwijdering van asbest meer in overeenstemming gebracht met de risico’s die kunnen optreden. Hoe hoger het risico dat gevaarlijke asbestvezels vrijkomen, hoe uitgebreider de maatregelen die genomen moeten worden om werknemers te beschermen. De risicocategorie voor de verschillende asbestbronnen wordt door het gecertificeerd asbestinventarisatiebureau bepaald aan de hand van het bepalingsprogramma SMA-rt en http://www.infomil.nl. De risicocategorie van de tijdens de onderhavige asbestinventarisatie aangetroffen asbesthoudende materialen en constructies is bepaald en weergegeven in tabel 1. Tot een sloop of sanering mogen de asbesthoudende materialen niet gemanipuleerd, beschadigd of bewerkt worden. Verdere voorzorgsmaatregelen, behalve bovenstaande, worden tot de sloop niet noodzakelijk geacht. Wettelijk is het verplicht de verwijdering van het asbesthoudend materiaal voorafgaande aan de sloop te laten plaats vinden. Veelal is het wettelijk verplicht de sanering door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf (volgens SC-530) te laten uitvoeren. Desgewenst kan CSO een gecertificeerd verwijderingsbedrijf in overleg met de opdrachtgever selecteren en de sloop begeleiden. Het is aan te bevelen vanwege het asbest op diverse plaatsen in het gebouw, alle asbesthoudende materialen te laten markeren voordat sloop zal plaatsvinden. Desgevraagd kan CSO deze markering op de asbesthoudende materialen aanbrengen.
13M4103 woning 29 oktober 2013 Definitief
Inhoudsopgave 1.
INLEIDING ................................................................................................................................................. 1
2.
ONDERZOEKSOPZET ................................................................................................................................. 2
3.
DESKRESEARCH EN INSPECTIE................................................................................................................... 2 3.1 3.2 3.3 3.4
DESKRESEARCH ............................................................................................................................................ 2 INSPECTIE ................................................................................................................................................... 3 ANALYSE ASBESTVERDACHT MATERIAAL ............................................................................................................ 3 BEPERKINGEN ONDERZOEK ............................................................................................................................. 3
4.
RESULTATEN ............................................................................................................................................. 4
5.
INDELING IN RISICOKLASSEN BIJ VERWIJDERING .................................................................................... 13 5.1
6.
TERUGSCHALINGSMETINGEN ........................................................................................................................ 14
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN .......................................................................................................... 15
Bijlagen BIJLAGE 1:
LIGGING ONDERZOEKSLOCATIE
BIJLAGE 2:
ASBESTINVENTARISATIE DETAILTEKENING
BIJLAGE 3:
FOTO’S ONDERZOEKSLOCATIE
BIJLAGE 4:
ANALYSECERTIFICATEN
BIJLAGE 5:
RISICOBEOORDELING SMA-RT
BIJLAGE 6:
EVALUATIEFORMULIER VOOR ONVOORZIEN ASBEST
BIJLAGE 7: SC-540 BIJLAGE G VERPLICHTINGEN VAN DE OPDRACHTGEVER OVEREENKOMSTIG WET- EN REGELGEVING BIJLAGE 8:
DESKRESEARCH EN ONDERZOEKSPLAN
13M4103 woning 29 oktober 2013 Definitief
1.
Inleiding
In opdracht van Dienst Landelijke Gebied heeft CSO een asbestinventarisatie Type A volledig uitgevoerd aan Lagegrond 1a te Zeist. Voorliggende rapportage beschrijft alleen de woning met aangrenzende schuur en niet de overige opstallen op het erf. De voormalige varkenstallen en schuren die op het erf staan, zijn beschreven in de rapportage 13M4103 opstallen en schuren. De inventarisatie is uitgevoerd door de heer L. Sluiter (D.I.A.nr. 51E-090912-410241) op 24 en 25 september 2013. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen de voorgenomen sloop van de woning met aangrenzende schuur. De asbestinventarisatie is uitgevoerd conform de SC-540. Het doel van de asbestinventarisatie is de hoedanigheid en de hoeveelheid van het aanwezige asbest te lokaliseren. Het betreft een asbestinventarisatie Type A volledig met geen of licht destructief onderzoek. Binnen CSO is door de jaren heen de benodigde kennis opgedaan op het gebied van asbest en bijbehorende asbestinventarisaties. Tijdens een asbestinventarisatie worden, met name slecht of niet direct zichtbare delen van het gebouw of installatie(s), steekproefsgewijs onderzocht. Dit met de bedoeling om het aanwezige asbest zo volledig mogelijk in kaart te brengen. Hoewel CSO de inventarisatiewerkzaamheden door terzake kundig personeel en met de vereiste zorg laat uitvoeren, kan niet uitgesloten worden dat bij eventuele sloopwerkzaamheden toch nog enkele asbesthoudende elementen aangetroffen worden, die in de asbestinventarisatie niet zijn gedetecteerd. Met de aanvaarding van de opdracht neemt CSO dan ook de verplichting op zich om de overeengekomen werkzaamheden naar beste vermogen en dit binnen het raam van de opdracht uit te voeren. CSO heeft geen banden met de opdrachtgever, of met belanghebbenden bij de asbestinventarisatie, waardoor zich geen strijdigheid met de SC-540 kan voordoen. CSO en haar personeel garandeert hierbij geheimhouding van alle gegevens die bij een asbestinventarisatie verkregen zijn. Deze gegevens zijn en blijven eigendom van de opdrachtgever. CSO beschikt over een beroeps/bezwaarprocedure indien onenigheid ontstaat over de uitkomst van het onderzoek. Na afloop van deze procedure is de beslissing definitief en wordt hierover niet verder gecommuniceerd. In dit rapport wordt achtereenvolgens ingegaan op de onderzoeksopzet, de resultaten van het uitgevoerde vooronderzoek en de resultaten van de uitgevoerde inspectie, bemonstering en analyse.
Pagina 1 van 16
13M4103 woning 29 oktober 2013 Definitief
2.
Onderzoeksopzet
De asbestinventarisatie is door CSO uitgevoerd conform het SCA Procescertificaat SC-540. Het vooronderzoek c.q. deskresearch heeft plaatsgevonden door bestudering van de door de opdrachtgever beschikbaar gestelde informatie, zoals bouwtekeningen, bestekken en indien beschikbaar voorgaande asbestinventarisaties en interviews met betrokkenen. De inventarisatie is uitgevoerd door de heer L. Sluiter (D.I.A.nr. 51E-090912-410241) op 24 en 25 september 2013. Tijdens de inspectie zijn monsters genomen op die plaatsen, waar asbestverdacht materiaal en/of stof aanwezig is. Op de plaatsen waar asbestverdachte materialen zijn aangetroffen, is de omvang hiervan geschat en met analyses onderzocht welke asbesttypen aanwezig zijn.
3.
Deskresearch en inspectie
3.1 Deskresearch Voorafgaand aan de inspectie is een vooronderzoek (deskresearch) uitgevoerd naar de aanwezigheid van asbestverdachte materialen in het pand/object. De volgende informatie is uit de deskresearch naar voren gekomen: Tabel 2. Deskresearch Locatiegegevens
Lagegrond 1a te Zeist
Gebouw in gebruik
Ja
Bouwjaar
Vanaf circa 1760
Bruto vloeroppervlakte
Onbekend, geschat op circa 200 m2
Hebben in het verleden verbouwingen plaatsgevonden
Onbekend
Is in het verleden asbest gesaneerd
Onbekend
Zijn er bouwtekeningen beschikbaar
Kadastrale tekeningen
Zijn er asbestbronnen in het pand bekend
Asbestverdachte materialen onder andere bij het dak (bron: bewoner)
Welke gegevens zijn beschikbaar gesteld door de opdrachtgever
Interview, rapportage Oesterbaai 2002 (echter woning maakt geen onderdeel uit van de rapportage)
Zijn er bijzonderheden omtrent het te onderzoeken pand/object
Geen
Pagina 2 van 16
13M4103 woning 29 oktober 2013 Definitief
3.2 Inspectie De bovenstaande gegevens zijn door de Deskundig Inventariseerder Asbest (DIA) gebruikt tijdens de visuele inspectie. Hierbij zijn van de aangetroffen asbestverdachte materialen monsters genomen en geregistreerd op het onderzoeksplan. Monstername bestaat uit het afbreken van een klein deel van het asbestverdacht materiaal (A01, A02, etc.) en/of door het nemen van een kleefmonster van asbestverdacht stof (K01, K02, etc.). Tevens neemt de DIA foto’s van de asbestverdachte materialen en/of constructies. Indien monstername op de locatie niet mogelijk is wordt het asbestverdachte materiaal beschreven als asbesthoudend (V01, V02, etc.). Van alle visueel herkenbare identieke materialen is minimaal één representatief monster per materiaalsoort genomen. Van de identieke materialen wordt als volgt verwezen naar het oorspronkelijk genomen monster: “als A01, als A02,“ etc.
3.3 Analyse asbestverdacht materiaal De materiaal- en/of stofmonsters zijn door het geaccrediteerd laboratorium RPS te Breda onderzocht op de aanwezigheid van asbest. Met behulp van polarisatie-microscopie (NEN 5896) is het type asbest vastgesteld en zijn de concentratie alsmede de hechtgebondenheid ingeschat. De hechtgebondenheid geeft aan in hoeverre de asbestvezels uit het materiaal kunnen vrijkomen. De stofmonsters zijn door middel van Scanning Elektronenmicroscopie (SEM) en X-ray microanalyse (XRMA) onderzocht. De analyse heeft tot doel de concentratie aan asbestvezels vast te stellen. De analyse is uitgevoerd conform NEN 2991 en ISO 14966. De analyse is geaccrediteerd onder RvA testen; accreditatienummer L-192.
3.4 Beperkingen onderzoek Het onderzoek is uitgevoerd volgens de SCA 540 type A volledig inventarisatie. De ruimten zijn systematisch onderzocht. Hierdoor is geen strijdigheid ontstaan met de uitgangspunten van de SCA 540, welke stelt dat alle ruimten in een gebouw geïnspecteerd moeten worden. De volgende onderzoeksbeperkingen gelden voor de onderhavige rapportage: • ingemetselde of in beton gegoten materialen; • holle ruimten onder de vloer; • rioleringen; • spouwmuren; • onder vaste vloerafwerking, zoals gelijmde vloerbedekking en laminaat; • rookafvoerkanalen; • achter wand- en plafondbetimmering; • kruipruimte; • de bodem van de onderzoekslocatie. De kelder van de woning bevindt zich onder een deel van de slaapkamer. Direct grenzend aan de kelder (onder de slaapkamer) is, tussen (slaapkamer)vloer en bodem, mogelijk een ruimte aanwezig waar zich mogelijk leidingwerk o.i.d. bevindt en welke zonder destructieve handelingen niet geïnventariseerd kan worden. Deze (mogelijk aanwezige) ruimte dient bij een destructief onderzoek (type B inventarisatie) te worden meegenomen.
Pagina 3 van 16
13M4103 woning 29 oktober 2013 Definitief
4.
Resultaten Resultaten
Tijdens de inspectie zijn op de volgende plaatsen asbestverdachte materialen aangetroffen: Tabel 3. Asbestverdachte materialen en constructies Monster code
Locatie
Omschrijving materiaal
Soort asbest
Percentage
Toepassing
Geschatte hoeveelheid m2/m1/stuks
Bevestiging
Hechtgebondenheid
A21
Schuur woning
Kit
N.v.t.
N.v.t.
Kit
Circa 80 m1
Gekit
N.v.t.
A22
Terras bij woning
Cementen bloembak
N.v.t.
N.v.t.
Bloembak
1 stuk
Los
N.v.t.
A23
Dak woning
Vlakke plaat
Chr. / Cro.
5 - 10% / 0,1 – 2%
Vlakke plaat onder dakbeschot
160 m2
Gespijkerd + geklemd
Goed
A24
Schuur bij woning, oostzijde dak
Buis/pijp
Chr.
10 – 15%
Rookgasafvoer
Binnen (zolder) 2 m1 Buiten (dak) 1,5 m1 Diameter ca. 100 mm
Geklemd
Goed
A25
Kelder in woning
Vloerzeil
Chr.
10 – 15%
Vloerzeil
Circa 1 m2
Gelijmd
Slecht
A26
Dak dakkapel
Bitumen
N.v.t.
N.v.t.
Bitumen dak
N.v.t.
Geplakt
N.v.t.
A27
Aanbouw woning, oostzijde
Golfplaten
Chr. / Cro.
10 – 15% / 2 – 5%
Golfplaten dak
Circa 25 m2
Geschroefd
Goed
A28
Aanbouw woning, oostzijde
Kit
N.v.t.
N.v.t.
Kit
Circa 70 m1
Gekit
N.v.t.
A29
Aanbouw woning, oostzijde
Vlakke plaat
Chr.
5 – 10%
Vlakke plaat onder dakbeschot
Circa 25 m2
Gespijkerd
Goed
V02
Woning, keuken
Gaskachel, Etna
Onbekend
Onbekend
Gaskachel
1 stuk
Los
Onbekend
V03
Woning, woonkamer
Houtkachel
Onbekend
Onbekend
Houtkachel
1 stuk
Los
Onbekend
V04
Woning, woonkamer
Gaskachel, Bonraad
Onbekend
Onbekend
Gaskachel
1 stuk
Los
Onbekend
K01
Kelder in woning
Stof in kleefmonster
Chr.
Duidelijk asbest aanwezig
Restanten vloerzeil
N.v.t.
Los
Slecht
K02
Kelder in woning
Stof in kleefmonster
Chr.
Duidelijk asbest aanwezig
Restanten vloerzeil
N.v.t.
Los
Slecht
*
Amo. Act. Tre.
Amosiet Actinoliet Tremoliet
Pagina 4 van 16
Cro. Chr. Anth.
Crocidoliet Chrysotiel Anthophylliet
13M4103 woning 29 oktober 2013 Definitief
Tevens zijn op de locatie de volgende (technische) installaties aangetroffen: • • •
Gaskachel, Etna, type en productiedatum onbekend (monstercode V02); Houtkachel, merk, type en productiedatum onbekend (monstercode V03); Gaskachel Bonraad, type en productiedatum onbekend (monstercode V04).
Ten tijde van de inspectie was de houtkachel in gebruik. Het vermoeden bestaat dat in de houtkachel asbesthoudend koord is toegepast. Ten tijde van de inspectie was het niet mogelijk om het vermoeden van het koord te kunnen bevestigen. Van de aangetroffen (technische) installaties is met behulp van het Handboek Asbest nagegaan of volgens de fabrikant asbesthoudende pakkingen in aanwezig zijn. Van bovengenoemde (technische) installaties is te weinig informatie gevonden tijdens de inspectie of is het onbekend of ze asbest bevatten. Derhalve worden de installaties als asbesthoudend beschouwd. Daarnaast is aandacht besteed aan brandwerende constructies, zoals brandcompartimenten, brandwerende bekleding van draagconstructies en dergelijke. Tenslotte is aandacht besteed aan de afwerking en decoraties, zoals stucwerk, vloerbedekking, natuursteenvervangers, imitatiesteenachtige materialen en dergelijke. In de productbladen die aan het eind van dit hoofdstuk zijn opgenomen wordt een overzicht gegeven van de aangetroffen asbestverdachte materialen en constructies. Op traptreden die toegang geven tot de kelder is tijdens de inspectie asbestverdacht, sterk verweerd zeil aangetroffen. Door de sterke mate van verwering is besloten twee kleefmonsters te nemen op de vloer van de kelder. In beide kleefmonsters zijn duidelijk sporen van asbest (chrysotiel) aangetroffen. Uit de analyseresultaten blijkt dat het vloerzeil asbesthoudend is (chrysotiel; monstercode A25). Nadat de kelder is afgesloten en de resultaten bekend waren, is vrijwel onmiddellijk een besmettingsonderzoek uitgevoerd conform de NEN 2991 (rapportage CSO: Beoordeling blootstellingrisico’s asbest conform NEN 2991, d.d. 17 oktober 2013, projectnummer 12M4103 NEN 2991). Hierbij zijn naast de kelder ook de twee direct aangrenzende ruimten onderzocht op de aanwezigheid van asbestvezels. Hieruit bleek dat geen gevaarlijke hoeveelheden asbestvezels in de lucht aanwezig zijn en dat geen asbestvezels zijn aangetroffen in de kleefmonsters in de direct aangrenzende ruimten. Dit betekent dat alleen de kelder besmet is en zo spoedig mogelijk gesaneerd dient te worden. De kelder moet afgesloten blijven. Een overzicht van de onderzoekslocatie met daarop de situering van de verschillende te inventariseren ruimten, monsternameplaatsen en asbesthoudende materialen is weergegeven in bijlage 2. In bijlage 3 zijn extra foto's van de bronomgeving opgenomen. In bijlage 4 zijn de analyseresultaten bijgevoegd.
Pagina 5 van 16
13M4103 woning 29 oktober 2013 Definitief
Asbestproductblad 01: Bronbeschrijving
Vlakke plaat onder dakbeschot
Locatie en ruimte
Dak woning
Bereikbaarheid
Met ladder
Monstercode
A23
Hoeveelheid en bevestiging
Circa 160 m2, platen zijn geklemd en gespijkerd
Aard van het materiaal
Hechtgebonden
Verweerd
Licht tot matig
Soort asbest en percentage
Chrysotiel 5 - 10% / Crocidoliet 0,1 – 2%
Saneringsklasse
2
Opmerkingen
Steekproefsgewijs onderzocht
Pagina 6 van 16
13M4103 woning 29 oktober 2013 Definitief
Asbestproductblad 02: Bronbeschrijving
Rookgasafvoer
Locatie en ruimte
Op zolder en op het dak van de aangrenzende schuur
Bereikbaarheid
Zolder goed bereikbaar, dak is bereikbaar met gebruik van een ladder
Monstercode
A24
Hoeveelheid en bevestiging
Zolder circa 2 m en dak circa 1,5 meter, geklemd
Aard van het materiaal
Hechtgebonden
Verweerd
Licht tot matig
Soort asbest en percentage
Chrysotiel 10 - 15 %
Saneringsklasse
2
Opmerkingen
Twee maal een SMA-rt bijgevoegd (bijlage 5) voor een binnen- en buitensituatie
Pagina 7 van 16
13M4103 woning 29 oktober 2013 Definitief
Asbestproductblad 03: Bronbeschrijving
Vloerzeil op traptreden
Locatie en ruimte
Kelder woning
Bereikbaarheid
Goed
Monstercode
A25
Hoeveelheid en bevestiging
Circa 1 m2, gelijmd
Aard van het materiaal
Niet hechtgebonden
Verweerd
Sterk
Soort asbest en percentage
Chrysotiel 10 – 15%
Saneringsklasse
2
Opmerkingen
Door de sterke mate van verwering is besloten twee kleefmonsters te nemen op de vloer van de kelder. In de twee kleefmonsters zijn asbestvezels aangetroffen, met als gevolg dat de kelder per direct afgesloten is en een NEN 2991 onderzoek is uitgevoerd
.
Pagina 8 van 16
13M4103 woning 29 oktober 2013 Definitief
Asbestproductblad 04: Bronbeschrijving
Golfplaten dak
Locatie en ruimte
Aanbouw woning
Bereikbaarheid
Goed met ladder
Monstercode
A27
Hoeveelheid en bevestiging
Circa 25 m2, geschroefd
Aard van het materiaal
Hechtgebonden
Verweerd
Matig tot sterk
Soort asbest en percentage
Chrysotiel 10 – 15% / Crocidoliet 2-5%
Saneringsklasse
2
Opmerkingen
-
Pagina 9 van 16
13M4103 woning 29 oktober 2013 Definitief
Asbestproductblad 05: Bronbeschrijving
Vlakke plaat onder dakbeschot
Locatie en ruimte
Aanbouw woning
Bereikbaarheid
Goed
Monstercode
A29
Hoeveelheid en bevestiging
Circa 25 m2, gespijkerd
Aard van het materiaal
Hechtgebonden
Verweerd
Licht tot matig
Soort asbest en percentage
Chrysotiel 5 – 10%
Saneringsklasse
2
Opmerkingen
Tegen plafond aan gespijkerd
Pagina 10 van 16
13M4103 woning 29 oktober 2013 Definitief
Asbestproductblad 06: Bronbeschrijving
Gaskachels (V02 en V04), houtkachel (V03)
Locatie en ruimte
Keuken (gaskachel V02), woonkamer (V03 en V04)
Bereikbaarheid
Goed
Monstercode
V02 t/m V04
Hoeveelheid en bevestiging
In totaal 4 stuks, los
Aard van het materiaal
Onbekend
Verweerd
Onbekend
Soort asbest en percentage
Onbekend
Saneringsklasse
1
Opmerkingen
Aangeven op de tekening (bijlage 2)
Pagina 11 van 16
13M4103 woning 29 oktober 2013 Definitief
Asbestproductblad 07: Bronbeschrijving
Kleefmonsters (K01 en K02)
Locatie en ruimte
Kelder woning
Bereikbaarheid
Goed
Monstercode
K01 en K02
Hoeveelheid en bevestiging
De gehele kelder dient als besmet beschouwd te worden
Aard van het materiaal
Stof, niet-hechtgebonden
Verweerd
Ja, stof
Soort asbest en percentage
Chrysotiel duidelijke asbest aangetroffen in beide kleefmonsters
Saneringsklasse
2
Opmerkingen
Een besmettingsonderzoek conform NEN 2991 dient te worden uitgevoerd in de kelder en direct aangrenzende ruimten (keuken en slaapkamer boven de kelder).
Pagina 12 van 16
13M4103 woning 29 oktober 2013 Definitief
5.
Indeling in risicoklassen bij verwijdering
Indien in het kader van een sanering asbest wordt verwijderd of geïsoleerd gelden strikte regels om blootstelling van werknemers aan asbest te voorkomen, deze zijn vastgelegd is het Arbeidsomstandighedenbesluit. Hoe hoger het risico dat gevaarlijke asbestvezels vrijkomen, hoe uitgebreider de maatregelen die genomen moeten worden om werknemers te beschermen. In het Arbeidsomstandighedenbesluit worden drie risicoklassen gedefinieerd, elk met een eigen specifiek veiligheidsregime. Deze risicoklassen zijn als volgt ingedeeld: Tabel 4: Risicoklasse Risicoklasse 1 2 3
Beschrijving van de belangrijkste kenmerken 3
Lit. 4 3
Blootstellingsniveau < 0,01 vezels/cm (10.000 vezels/m ) Licht regime, vergelijkbaar met de oude “vrijstellingsregelingen” Blootstellingsniveau 0,01 tot 1 vezels/cm3 (10.000 tot 1.000.000 vezels/m3) Standaardregime conform de SC-530 Blootstellingsniveau > 1 vezels/cm3 (>1.000.000 vezels/m3) Verzwaard regime conform SC-530, uitsluitend voor verwijdering van “risicovolle” niethechtgebonden materialen zoals spuitasbest, leiding- en ketelisolatie, brandwerend board en asbestkarton
Art. 4.44 Art. 4.48 Art. 4.53
De risicocategorie van de tijdens de onderhavige asbestinventarisatie aangetroffen asbesthoudende materialen en constructies is vastgesteld met behulp van het bepalingsprogramma SMA-rt. De resultaten hiervan zijn weergegeven tabel 1. In bijlage 5 zijn de SMA-rt uitdraaien bijgevoegd. Tabel 5. Asbesthoudende materialen en constructies Monstercode
Omschrijving
Geschatte hoeveelheid
materiaal
m2/m1/stuks
Bevestiging
Risicocategorie*
A23
Vlakke plaat
160 m2
Gespijkerd + geklemd
2
A24
Buis/pijp
Binnen (zolder) = 2 m2 Buiten (dak) = 1,5 m2 Diameter = ca. 100 mm
Geklemd
2
A25
Vloerzeil
Circa 1 m2
Gelijmd
2
2
A27
Golfplaten
Circa 25 m
Geschroefd
2
A29
Vlakke plaat
Circa 25 m2
Gespijkerd
2
V02
Gaskachel, Etna
1 stuk
Los
1
V03
Houtkachel
1 stuk
Los
1
V04
Gaskachel, Bonraad
1 stuk
Los
1
K01
Stof in kleefmonster
Duidelijk asbest aanwezig
Los
2
K02
Stof in kleefmonster
Duidelijk asbest aanwezig
Los
2
*Risicogerichte verwijderingscategorieindeling, conform Arbeidsomstandighedenbesluit d.d. 7 juli 2006 1.bescherming bij verwijdering volgens basisvoorschriften, conform SC 530 buitensanering; 2.bescherming bij verwijdering conform SC 530, sanering in containment; 3.bescherming bij verwijdering conform SC 530, sanering in containment met onafhankelijke lucht
Pagina 13 van 16
13M4103 woning 29 oktober 2013 Definitief
5.1 Terugschalingsmetingen De Stoffenmanager (SMA-rt) is de praktische uitwerking van het TNO-rapport R2004/523 “Risicogerichte classificatie van werkzaamheden met asbest” en de in dat kader ontwikkelde database met asbestconcentratiemetingen bij diverse activiteiten aan diverse asbesthoudende materialen SMA-rt. Het kan voorkomen dat voor bepaalde specifieke activiteiten en/of nieuw ontwikkelde saneringsmethoden geen gegevens beschikbaar zijn met betrekking tot de asbestvezelconcentraties in de lucht. In dat geval zal SMA-rt de zwaarste risicoklasse aangeven op basis van het asbesthoudende product. Echter, het is mogelijk om voor bovenstaande handelingen de risicoklasse omlaag te brengen door het uitvoeren van zogenaamde validatiemetingen, ook wel ‘terugschalingsmetingen’ genoemd. Indien hier voor wordt gekozen dient de SC-548 gevolgd te worden.
Pagina 14 van 16
13M4103 woning 29 oktober 2013 Definitief
6.
Conclusies en aanbevelingen
In opdracht van Dienst Landelijke Gebied heeft CSO een asbestinventarisatie Type A volledig uitgevoerd aan Lagegrond 1a te Zeist (woning). De inventarisatie is uitgevoerd door de heer Sluiter (D.I.A.nr. 51E-090912-410241) op 24 en 25 september 2013. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen sloop van de woning met aangrenzende schuur. Op basis van de uitgevoerde asbestinventarisatie kunnen de volgende conclusies worden getrokken: • •
• • •
•
•
in de verschillende ruimten is op diverse plaatsen asbest aangetroffen. Het betreft chrysotiel en crocidoliet. het betreft hechtgebonden materiaal met een laag potentieel blootstellingsrisico, maar ook niet-hechtgebonden materiaal met kans op een blootstellingsrisico (het vloerzeil op de trap naar de kelder), zodat besloten is twee kleefmonsters te nemen op de vloer van de kelder; omdat asbestvezels zijn aangetroffen in de kleefmonsters op de vloer van de kelder, kan de kelder niet meer worden gebruikt en is onmiddellijke afscherming direct noodzakelijk; daarnaast is aanbevolen een NEN 2991 onderzoek uit te voeren in de kelder en de direct aangrenzende ruimten (keuken en slaapkamer boven de kelder); uit het reeds uitgevoerde NEN 2991 onderzoek blijkt dat alleen de kleefmonsters genomen in de kelder asbestvezels bevatten en geen gevaarlijke hoeveelheden concentraties asbestvezels in de lucht zijn gemeten. Geconcludeerd kan worden dat de aangrenzende ruimten niet besmet zijn en de kelder gesaneerd dient te worden; tijdens de inspectie van de verschillende ruimten is redelijkerwijs vermoeden ontstaan naar de aanwezigheid van niet direct waarneembaar asbest. Gezien dit feit is aanvullend type B onderzoek nodig, om dit vermoeden naar de aanwezigheid van niet-direct waarneembaar asbest te verifiëren; voorafgaand aan renovatie of sloop dienen alle betrokken asbesthoudende constructies met het asbesthoudende materiaal verwijderd te worden door een deskundig en daarvoor gecertificeerd bedrijf.
Pagina 15 van 16
13M4103 woning 29 oktober 2013 Definitief
De volgende asbesthoudende toepassingen zijn aangetroffen: Tabel 6. Asbesthoudende materialen en constructies Monstercode
Omschrijving
Geschatte hoeveelheid
materiaal
m2/m1/stuks
Bevestiging
Risicocategorie*
A23
Vlakke plaat
160 m2
Gespijkerd + geklemd
2
A24
Buis/pijp
Binnen (zolder) = 2 m2 Buiten (dak) = 1,5 m2 Diameter = ca. 100 mm
Geklemd
2
A25
Vloerzeil
Circa 1 m2
Gelijmd
2
2
A27
Golfplaten
Circa 25 m
Geschroefd
2
A29
Vlakke plaat
Circa 25 m2
Gespijkerd
2
V02
Gaskachel, Etna
1 stuk
Los
1
V03
Houtkachel
1 stuk
Los
1
V04
Gaskachel, Bonraad
1 stuk
Los
1
K01
Stof in kleefmonster
Duidelijk asbest aanwezig
Los
2
K02
Stof in kleefmonster
Duidelijk asbest aanwezig
Los
2
*Risicogerichte verwijderingscategorieindeling, conform Arbeidsomstandighedenbesluit d.d. 7 juli 2006 1.bescherming bij verwijdering volgens basisvoorschriften, conform SC 530 buitensanering; 2.bescherming bij verwijdering conform SC 530, sanering in containment; 3.bescherming bij verwijdering conform SC 530, sanering in containment met onafhankelijke lucht
In het huidige gebruik van de locatie is onmiddellijke verwijdering of afscherming van de kelder direct noodzakelijk. In geval van renovatie of sloop dienen alle betrokken asbesthoudende constructies met het asbesthoudende materiaal verwijderd te worden. Tot de sloop mogen de asbesthoudende materialen niet worden gemanipuleerd, beschadigd of bewerkt. Verdere voorzorgsmaatregelen worden tot de sloop niet noodzakelijk geacht. Het is aan te bevelen vanwege het asbest op diverse plaatsen in het gebouw, alle asbesthoudende materialen te laten markeren voordat sloop zal plaatsvinden. Desgevraagd kan CSO deze markering op de asbesthoudende materialen aanbrengen.
Pagina 16 van 16
13M4103 woning 29 oktober 2013 Definitief
Bijlage Bijlage 1: Ligging onderzoekslocatie
LEGENDA Regionale Ligging
Opdrachtgever
Dienst Landelijk Gebied
BIJLAGE
Project nummer
k1
Titel
13M4103 Lagegrond 1a Zeist Regionale ligging
Subtitlel
Kaartbijlage 38C
Tekenaar
D. Peters
Locatie
Regiokantoor Midden
2de Tekenaar Gezien door Datum Schaal
0
Postbus 2
L. Sluiter
3980 CA Bunnik
14-10-2013 1: 25.000 Formaat A4 250
500
750m
Tel: 030-6594321 Fax: 030-6571792 http://www.cso.nl
Uittreksel Kadastrale Kaart
Uw referentie: 13M4103
1883
Lage G rond
1884 1
1a
1880
1882
1879
1881
0m
Deze kaart is noordgericht Perceelnummer 25 Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 22 oktober 2013 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers
12345
10 m
50 m
Schaal 1:1000 Kadastrale gemeente Sectie Perceel
ZEIST G 1879
Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.
Bijlage 2: Asbestinventarisatie detailtekening
LEGENDA Begrenzing locatie Mestkelders Te verwachten mestkelders
Lagegro
nd
A24
Asbesthoudend materiaalmonster
V04
Asbesthoudend visueel
K01
Asbesthoudend kleefmonster Asbesthoudend
A24
Niet asbesthoudend materiaalmonster
V04
Niet asbesthoudend visueel
K01
Niet asbesthoudend kleefmonster Niet asbesthoudend
V04 V03 V02
A22
K2
Kelder
K1
1a V05 A28 70m
A21
A24 3,5m
A21 80m
Opdrachtgever
Dienst Landelijk Gebied
Project nummer
13M4103
Locatie
Lagegrond 1a Zeist
Titel
Asbest inventarisatie woning
Subtitlel
Overzichtstekening
Tekenaar
D. Peters
Regiokantoor Midden
2de Tekenaar
B. Ebben
Postbus 2
Gezien door
L. Sluiter
3980 CA Bunnik
Datum
22-10-2013
Schaal
0
1: 200 2
2a
Tel: 030-6594321
Formaat
4
BIJLAGE
A3
6m
Fax: 030-6571792 http://www.cso.nl
LEGENDA Begrenzing locatie Asbestverdacht dak Niet asbestverdacht dak
Lagegro
nd
Kelder
1a
vlakke plaat binnenkant A24 3,5m Golfplaat buitenkant
Opdrachtgever
Dienst Landelijk Gebied
Project nummer
13M4103
Locatie
Lagegrond 1a Zeist
Titel
AI dak woning
Subtitlel
Overzichtstekening
Tekenaar
D. Peters
Regiokantoor Midden
2de Tekenaar
B. Ebben
Postbus 2
Gezien door
L. Sluiter
3980 CA Bunnik
Datum
22-10-2013
Schaal
0
1: 200 2
2b
Tel: 030-6594321
Formaat
4
BIJLAGE
A3
6m
Fax: 030-6571792 http://www.cso.nl
Bijlage 3: Foto’s onderzoekslocatie
Bijlage 4: Analysecertificaten
V160713_1
Analyse certificaat Datum rapportage 30-09-2013
Rapportnummer:
1309-3758_01
Ordernummer RPS Ordernummer opdrachtgever Opdrachtgever
RPS analyse bv E
[email protected] W www.rps.nl
1309-3758 13M4103 CSO Milfac (Leeuwarden) Postbus 422 8901 BE Leeuwarden
Datum order
30-09-2013
Datum analyse Monstergegevens afkomstig van Start datum monstername Adres monstername Aantal monsters
30-09-2013 Opdrachtgever 24-09-2013 Lage Grond, Zeist 31
Breda Minervum 7002 Postbus 3440 4800 DK Breda T 0880 - 235720 F 0880 - 235701
Hoogeveen Zeppelinstraat 9 Postbus 2030 7900 BA Hoogeveen T 0528 - 229011 F 0528 - 229018
De analyse is uitgevoerd door RPS analyse, vestiging: Hoogeveen Analysemethode: Asbest onderzoek m.b.v. stereo- en polarisatiemicroscopie conform NEN 5896 Monster nr. RPS
Monstergegevens opdrachtgever
Soort materiaal
Soort asbest+massa % Hechtgebondenbij benadering heid
Opmerking
13-147588
A01
Golfplaat
Chrysotiel 10 - 15 %
Goed
-
13-147589
A02 1
Bloembak
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147590
A03 Dak 2
Golfplaat
Chrysotiel 10 - 15 %
Goed
-
13-147591
A04 2
Kit
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147592
A05 2
Kit
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147593
A06 Schuur 2
Plaatmateriaal
Chrysotiel 5 - 10 %
Goed
-
13-147594
A07 Schuur 2
Golfplaat
Chrysotiel 10 - 15 %
Goed
-
13-147595
A08 Tussen schuur 1+2
Golfplaat
Chrysotiel 10 - 15 %
Goed
-
13-147596
A09 Schuur 3
Golfplaat
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147597
A10 Schuur 3
Plaatmateriaal
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147598
A11 Schuur 4
Plaatmateriaal
Chrysotiel 10 - 15 %
Goed
-
13-147599
A12 Raam, stal 4
Kit
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147600
A13 Dak, Stal 4
Golfplaat
Chrysotiel 10 - 15 %
Goed
-
13-147601
A14 Dak, stal 4
Golfplaat
Chrysotiel 10 - 15 %
Goed
-
13-147602
A15 2 ramen, stal
Kit
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147603
A16 Ventilatieschacht, dak
Bitumen
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147604
A17 Schuur 8
Golfplaat
Chrysotiel 10 - 15 % Crocidoliet 2 - 5 %
Goed
-
13-147605
A18 Schuur 8
Bloempot
Chrysotiel 10 - 15 %
Goed
-
13-147606
A19 Schuur 8
Plaatmateriaal
Chrysotiel 10 - 15 %
Goed
-
13-147607
A20 Schuur 8
Plaatmateriaal
Chrysotiel 5 - 10 %
Goed
-
13-147608
A21
Kit
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147609
A22 Terras
Bloempot
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147610
A23 Woning
Plaatmateriaal
Chrysotiel 5 - 10 % Crocidoliet 0,1 - 2 %
Goed
-
13-147611
A24 Woning
Pijp
Chrysotiel 10 - 15 %
Goed
-
13-147612
A25 Kelder
Zeil
Chrysotiel 10 - 15 %
Slecht
-
13-147613
A26 2 daken, dakkapel
Bitumen
Niet aantoonbaar
n.v.t.
Pagina 1 / 2
RPS analyse bv KvK 20059540 BTW NL0089.00.620.B.01 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië l Brazilië l Midden-Oosten l Afrika
V160713_1
Analyse certificaat Datum rapportage 30-09-2013
Rapportnummer:
1309-3758_01
Monster nr. RPS
Monstergegevens opdrachtgever
Soort materiaal
Soort asbest+massa % Hechtgebondenbij benadering heid
Opmerking
13-147614
A27 Aanbouw, woning dak
Golfplaat
Chrysotiel 10 - 15 % Crocidoliet 2 - 5 %
Goed
-
13-147615
A28 Kleine schuur
Kit
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147616
A29 Kleine schuur
Plaatmateriaal
Chrysotiel 5 - 10 %
Goed
-
13-147617
A30
Kit
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
13-147618
A31
Plaatmateriaal
Niet aantoonbaar
n.v.t.
-
Toelichting: Indien asbest niet aantoonbaar is, dient rapportagegrens < 0,1 % aangenomen te worden. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op het aangeboden monster. Alleen aan het originele complete Analyse certificaat kunnen rechten worden ontleend.
Angele de Leeuw Labcoördinator
Pagina 2 / 2 RPS analyse bv KvK 20059540 BTW NL0089.00.620.B.01 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië l Brazilië l Midden-Oosten l Afrika
V160713_1
Analyse certificaat Datum rapportage 30-09-2013
Rapportnummer:
1309-3504_02 vervangt rapport 1309-3504_01
Ordernummer RPS Ordernummer opdrachtgever Opdrachtgever
RPS analyse bv E
[email protected] W www.rps.nl
1309-3504 13M4103 CSO Bunnik Postbus 2 3980 CA Bunnik
Datum order
26-09-2013
Datum analyse Monstergegevens afkomstig van Start datum monstername Adres monstername Aantal monsters
26-09-2013 Opdrachtgever 25-09-2013 Onbekend 2
Breda Minervum 7002 Postbus 3440 4800 DK Breda T 0880 - 235720 F 0880 - 235701
Hoogeveen Zeppelinstraat 9 Postbus 2030 7900 BA Hoogeveen T 0528 - 229011 F 0528 - 229018
De analyse is uitgevoerd door RPS analyse, vestiging: Breda Analysemethode: Asbest onderzoek m.b.v. stereo- en polarisatiemicroscopie conform NEN 5896 Monster nr. RPS
Monstergegevens opdrachtgever
Soort materiaal
Soort asbest+categorie (-, +/-, + of ++)
Hechtgebondenheid
Opmerking
13-146303
K01
Kleefmonster
Chrysotiel +
Slecht
-
13-146304
K02
Kleefmonster
Chrysotiel +
Slecht
-
Toelichting: - = geen asbest waargenomen, +/- = spoor asbest, + = duidelijk asbest aanwezig, ++ = veel asbest aanwezig De resultaten zijn niet representatief voor het bepalen van de besmettingsgraad. Voor het bepalen van de besmettingsgraad dient de analyse uitgevoerd te worden middels elektronenmicroscopie (SEM/EDX) conform NEN 2991. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op het aangeboden monster. Alleen aan het originele complete Analyse certificaat kunnen rechten worden ontleend.
Jeroen Kerstens Labcoördinator
Pagina 1 / 3 RPS analyse bv KvK 20059540 BTW NL0089.00.620.B.01 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië l Brazilië l Midden-Oosten l Afrika
V160713_1
Analyse certificaat
Datum rapportage 30-09-2013
Monsternummer: 13-146954 Rapportnummer:
1309-3504_02 vervangt rapport 1309-3504_01
Ordernummer RPS Ordernummer opdrachtgever Opdrachtgever
RPS analyse bv E
[email protected] W www.rps.nl
1309-3504 13M4103 CSO Bunnik Postbus 2 3980 CA Bunnik
Breda Minervum 7002 Postbus 3440 4800 DK Breda T 0880 - 235720 F 0880 - 235701
Datum order
26-09-2013
Datum analyse Monstergegevens afkomstig van Monsternummer opdrachtgever Datum monstername Adres monstername Monsternamepunt Opmerking
30-09-2013 Opdrachtgever K01 25-09-2013 Onbekend
Hoogeveen Zeppelinstraat 9 Postbus 2030 7900 BA Hoogeveen T 0528 - 229011 F 0528 - 229018
Asbest onderzoek kleefmonster d.m.v. elektronenmicroscopie (SEM/EDX) conform NEN 5896 / NEN 2991 Totaal onderzocht oppervlak (mm2): Soort asbest
14,28 Concentratie (V/cm² oppervlak) a
Chrysotiel
++
Amosiet
-
Crocidoliet
-
Actinoliet
-
Tremoliet
-
Anthophylliet
-
(V/cm2 oppervlak) a > 1000 100 - 1000 10 - 100 < 10
Weergave ++ + +/-
Omschrijving Zeer veel asbest aangetroffen Duidelijk asbest aangetroffen Sporen asbest aantoonbaar Geen asbest aangetroffen
Toelichting: De resultaten hebben uitsluitend betrekking op het aangeboden monster. a V is vezelstructuur (Vezels, vezelbundels en conglomeraten). Alleen aan het originele complete Analyse Certificaat kunnen rechten worden ontleend. De analyse is uitgevoerd door RPS analyse bv te Breda.
Jeroen Kerstens Labcoördinator
Pagina 2 / 3 RPS analyse bv KvK 20059540 BTW NL0089.00.620.B.01 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië l Brazilië l Midden-Oosten l Afrika
V160713_1
Analyse certificaat
Datum rapportage 30-09-2013
Monsternummer: 13-146955 Rapportnummer:
1309-3504_02 vervangt rapport 1309-3504_01
Ordernummer RPS Ordernummer opdrachtgever Opdrachtgever
RPS analyse bv E
[email protected] W www.rps.nl
1309-3504 13M4103 CSO Bunnik Postbus 2 3980 CA Bunnik
Breda Minervum 7002 Postbus 3440 4800 DK Breda T 0880 - 235720 F 0880 - 235701
Datum order
26-09-2013
Datum analyse Monstergegevens afkomstig van Monsternummer opdrachtgever Datum monstername Adres monstername Monsternamepunt Opmerking
30-09-2013 Opdrachtgever K02 25-09-2013 Onbekend
Hoogeveen Zeppelinstraat 9 Postbus 2030 7900 BA Hoogeveen T 0528 - 229011 F 0528 - 229018
Asbest onderzoek kleefmonster d.m.v. elektronenmicroscopie (SEM/EDX) conform NEN 5896 / NEN 2991 Totaal onderzocht oppervlak (mm2): Soort asbest
14,28 Concentratie (V/cm² oppervlak) a
Chrysotiel
++
Amosiet
-
Crocidoliet
-
Actinoliet
-
Tremoliet
-
Anthophylliet
-
(V/cm2 oppervlak) a > 1000 100 - 1000 10 - 100 < 10
Weergave ++ + +/-
Omschrijving Zeer veel asbest aangetroffen Duidelijk asbest aangetroffen Sporen asbest aantoonbaar Geen asbest aangetroffen
Toelichting: De resultaten hebben uitsluitend betrekking op het aangeboden monster. a V is vezelstructuur (Vezels, vezelbundels en conglomeraten). Alleen aan het originele complete Analyse Certificaat kunnen rechten worden ontleend. De analyse is uitgevoerd door RPS analyse bv te Breda.
Jeroen Kerstens Labcoördinator
Pagina 3 / 3 RPS analyse bv KvK 20059540 BTW NL0089.00.620.B.01 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië l Brazilië l Midden-Oosten l Afrika
Bijlage 5: Risicobeoordeling SMASMA-rt
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 11 oktober 2013 om 13h13 (120584169) CSO SCA-code: 02-D020007 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [02-D02000713M4103-woning]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
13M4103-woning A23 A23 Vlakke plaat (dak woning)
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Buiten Asbestcement vlakke plaat Hechtgebonden 5-10% chrysotiel 2-5% crocidoliet 1309-3758 Dakbeschot overig (als geheel verwijderen niet mogelijk is)
Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
2 SC -530, risicoklasse 2 2 NEN 2990
Werkplanelementen Afscherming werkgebied Afbakenen / markeren Voorafgaand aan de werkzaamheden dient de lokatie te worden afgebakend, afgeschermd en gemarkeerd. Persoonlijke bescherming Afhankelijke adembescherming Tijdens de werkzaamheden dient een volgelaatsmasker P3 met aangeblazen lucht te worden gedragen. Beschrijving werkmethode algemeen: De asbestverwijderingswerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd in overeenstemming met de op het formulier aangegeven specificaties en omstandigheden. Te allen tijde dient vezelemissie zoveel mogelijk te worden beperkt. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een compleet werkplan te worden opgesteld conform de SC -530 Bijlage G (Werkplan). De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Beschrijving werkmethode specifiek: Demonteer op zodanige wijze dat breken wordt voorkomen: 1. geniete/gespijkerde/geschroefde beplating: verwijder spijkers, nietjes cq draai de schroeven los 2. gelijmde/gekitte beplating: steek en tik de lijmlaag cq kitlaag los 3. beplating met gekitte glaslatten: snijd de kitranden door en verwijder de glaslatten rondom 4. geklemde en/of niet vrij toegankelijke beplating: hak de beplating vrij met behulp van handgereedschappen en/of pneumatische gereedschappen Voer elke plaat afzonderlijk zonder breken af als asbesthoudend afval. Beschrijving eindcontrole: Er dient een eindcontrole door een door RvA geaccrediteerde (ISO 17020) inspectie-instelling te worden uitgevoerd volgens NEN 2990, onderdeel visuele inspectie.
(120584169)
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 11 oktober 2013 om 13h13 (120584169) CSO SCA-code: 02-D020007 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [02-D02000713M4103-woning]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
13M4103-woning A24 (dak) A24 (dak) Rookgasafvoer (dak)
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Buiten Asbestcement buis en pijp Hechtgebonden 10-15% chrysotiel 1309-3758-01 Overige leidingen, buizen en pijpen overig (als geheel verwijderen niet mogelijk is)
Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
2 SC -530, risicoklasse 2 2 NEN 2990
Werkplanelementen Afscherming werkgebied Afbakenen / markeren Voorafgaand aan de werkzaamheden dient de lokatie te worden afgebakend, afgeschermd en gemarkeerd. Persoonlijke bescherming Afhankelijke adembescherming Tijdens de werkzaamheden dient een volgelaatsmasker P3 met aangeblazen lucht te worden gedragen. Beschrijving werkmethode algemeen: De asbestverwijderingswerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd in overeenstemming met de op het formulier aangegeven specificaties en omstandigheden. Te allen tijde dient vezelemissie zoveel mogelijk te worden beperkt. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een compleet werkplan te worden opgesteld conform de SC -530 Bijlage G (Werkplan). De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Beschrijving eindcontrole: Er dient een eindcontrole door een door RvA geaccrediteerde (ISO 17020) inspectie-instelling te worden uitgevoerd volgens NEN 2990, onderdeel visuele inspectie.
(120584169)
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 11 oktober 2013 om 13h13 (120584169) CSO SCA-code: 02-D020007 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [02-D02000713M4103-woning]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
13M4103-woning A24 (zolder) A24 (zolder) Rookgasafvoer (zolder)
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Binnen Asbestcement buis en pijp Hechtgebonden 10-15% chrysotiel 1309-3758 Overige leidingen, buizen en pijpen overig (als geheel verwijderen niet mogelijk is)
Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
2 SC -530, risicoklasse 2 2 NEN 2990
Werkplanelementen Afscherming werkgebied C ontainment Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een containment te worden aangelegd. Persoonlijke bescherming Afhankelijke adembescherming Tijdens de werkzaamheden dient een volgelaatsmasker P3 met aangeblazen lucht te worden gedragen. Beschrijving werkmethode algemeen: De asbestverwijderingswerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd in overeenstemming met de op het formulier aangegeven specificaties en omstandigheden. Te allen tijde dient vezelemissie zoveel mogelijk te worden beperkt. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een compleet werkplan te worden opgesteld conform de SC -530 Bijlage G (Werkplan). De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Beschrijving eindcontrole: Er dient een eindcontrole door een door RvA geaccrediteerde (ISO 17020) inspectie-instelling te worden uitgevoerd volgens NEN 2990, onderdeel visuele inspectie en onderdeel luchtmetingen.
(120584169)
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 11 oktober 2013 om 13h13 (120584169) CSO SCA-code: 02-D020007 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [02-D02000713M4103-woning]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
13M4103-woning A25 A25 Vloerzeil (kelder)
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Binnen Vinyl vloerbedekking vinylzeil / asbesthoudende onderlaag Niet-hechtgebonden 10-15% chrysotiel 1309-3758-01 Vinyzeil inclusief onderlaag afsteken
Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
2 SC -530, risicoklasse 2 2 NEN 2990
Werkplanelementen Afscherming werkgebied C ontainment Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een containment te worden aangelegd. Persoonlijke bescherming Afhankelijke adembescherming Tijdens de werkzaamheden dient een volgelaatsmasker P3 met aangeblazen lucht te worden gedragen. Beschrijving werkmethode algemeen: De asbestverwijderingswerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd in overeenstemming met de op het formulier aangegeven specificaties en omstandigheden. Te allen tijde dient vezelemissie zoveel mogelijk te worden beperkt. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een compleet werkplan te worden opgesteld conform de SC -530 Bijlage G (Werkplan). De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Beschrijving eindcontrole: Er dient een eindcontrole door een door RvA geaccrediteerde (ISO 17020) inspectie-instelling te worden uitgevoerd volgens NEN 2990, onderdeel visuele inspectie en onderdeel luchtmetingen.
(120584169)
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 11 oktober 2013 om 13h13 (120584169) CSO SCA-code: 02-D020007 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [02-D02000713M4103-woning]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
13M4103-woning V02 V02 Gaskachel (keuken)
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Binnen - onbekend afdichtkoord n.v.t. / onbekend onbekend onbekend Verwarmingstoestellen en warmteblokken los materiaal of object/constructie/installatie als geheel verwijderen
Omstandigheden Aantasting Niet tot matig aangetast (alleen oppervlakkige beschadigingen) Het betreft een gecontroleerde verwijdering zonder breuk of incidentele breuk. De toepassing (materiaal, object, constructie, installatie) wordt als geheel verwijderd waarbij geen bewerkingen aan het asbesthoudende materiaal nodig zijn. Tijdens de sanering worden bronmaatregelen gebruikt: (punt)afzuiging / bevochtigen of gebruik van een glovebag. Het product is kleinschalig toegepast en maakt geen deel uit van een industriele installatie (inclusief schepen), stoomketel of stoomleiding. De toepassing is afgeschermd en ligt niet open. Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
1 SC -530, risicoklasse 1 1 NEN 2990 module visuele inspectie
Werkplanelementen Afscherming werkgebied Afbakenen / markeren De plaatsen waar asbest wordt verwijderd of onderhoud wordt gepleegd dienen duidelijk te zijn afgebakend en gemarkeerd. De afbakening dient met waarschuwingsborden en afzettingslinten te geschieden. Persoonlijke bescherming
· ·
Halfgelaatsmasker
Tijdens de werkzaamheden dient beschermende kleding te worden gedragen geschikt voor het werken met asbest; deze kan bestaan uit een afspoelbare (vinyl) overall en afwasbaar schoeisel cq veiligheidslaarsen of uit wegwerpoverschoenen en -overall. Tijdens de werkzaamheden dient bij voorkeur een halfgelaatsmasker P3 of P3 disposable masker te worden gedragen.
Beschrijving werkmethode algemeen: Het verwijderen van asbest gebeurt via demontage. Aan de verwijderingsbron wordt een effectieve stofafzuiging toegepast. Het te verwijderen materiaal wordt geïmpregneerd of bevochtigd; indien hiermee een gevaarlijk situatie ontstaat, kan van deze maatregel worden afgezien. Het materiaal kan ook vooraf (deels) worden ingepakt in plastic. Het asbest dient zodanig te worden verwijderd dat geen restdelen in het werkgebied kunnen achterblijven. Indien de vloer bestaat uit ruwe of moeilijk reinigbare oppervlakken dek de vloer met plastic folie af. Verzamel het asbesthoudende afval zo spoedig mogelijk na verwijdering en verpak het in daarvoor geschikte en luchtdicht afgesloten verpakking voorzien van een asbestgevarensticker en voer het afval af. Reinig het gebruikte gereedschap na afloop grondig of verpak het luchtdicht in een stoot- en scheurvaste verpakking voorzien van een asbestgevarensticker. C ontroleer de directe omgeving op aanwezigheid van restanten; indien nodig wordt nogmaals gestofzuigd met een stofzuiger voorzien van HEPA filter (NEN-EN 1822). Beschrijving eindcontrole: Er dient een visuele inspectie te worden uitgevoerd van het gehele werkgebied en conform NEN2990 hoofdstuk 'Visuele Inspectie..".
(120584169)
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 11 oktober 2013 om 13h13 (120584169) CSO SCA-code: 02-D020007 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [02-D02000713M4103-woning]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
13M4103-woning V03 V03 Houtkachel (woonkamer)
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Binnen - onbekend afdichtkoord n.v.t. / onbekend onbekend onbekend Verwarmingstoestellen en warmteblokken los materiaal of object/constructie/installatie als geheel verwijderen
Omstandigheden Aantasting Niet tot matig aangetast (alleen oppervlakkige beschadigingen) Het betreft een gecontroleerde verwijdering zonder breuk of incidentele breuk. De toepassing (materiaal, object, constructie, installatie) wordt als geheel verwijderd waarbij geen bewerkingen aan het asbesthoudende materiaal nodig zijn. Tijdens de sanering worden bronmaatregelen gebruikt: (punt)afzuiging / bevochtigen of gebruik van een glovebag. Het product is kleinschalig toegepast en maakt geen deel uit van een industriele installatie (inclusief schepen), stoomketel of stoomleiding. De toepassing is afgeschermd en ligt niet open. Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
1 SC -530, risicoklasse 1 1 NEN 2990 module visuele inspectie
Werkplanelementen Afscherming werkgebied Afbakenen / markeren De plaatsen waar asbest wordt verwijderd of onderhoud wordt gepleegd dienen duidelijk te zijn afgebakend en gemarkeerd. De afbakening dient met waarschuwingsborden en afzettingslinten te geschieden. Persoonlijke bescherming
· ·
Halfgelaatsmasker
Tijdens de werkzaamheden dient beschermende kleding te worden gedragen geschikt voor het werken met asbest; deze kan bestaan uit een afspoelbare (vinyl) overall en afwasbaar schoeisel cq veiligheidslaarsen of uit wegwerpoverschoenen en -overall. Tijdens de werkzaamheden dient bij voorkeur een halfgelaatsmasker P3 of P3 disposable masker te worden gedragen.
Beschrijving werkmethode algemeen: Het verwijderen van asbest gebeurt via demontage. Aan de verwijderingsbron wordt een effectieve stofafzuiging toegepast. Het te verwijderen materiaal wordt geïmpregneerd of bevochtigd; indien hiermee een gevaarlijk situatie ontstaat, kan van deze maatregel worden afgezien. Het materiaal kan ook vooraf (deels) worden ingepakt in plastic. Het asbest dient zodanig te worden verwijderd dat geen restdelen in het werkgebied kunnen achterblijven. Indien de vloer bestaat uit ruwe of moeilijk reinigbare oppervlakken dek de vloer met plastic folie af. Verzamel het asbesthoudende afval zo spoedig mogelijk na verwijdering en verpak het in daarvoor geschikte en luchtdicht afgesloten verpakking voorzien van een asbestgevarensticker en voer het afval af. Reinig het gebruikte gereedschap na afloop grondig of verpak het luchtdicht in een stoot- en scheurvaste verpakking voorzien van een asbestgevarensticker. C ontroleer de directe omgeving op aanwezigheid van restanten; indien nodig wordt nogmaals gestofzuigd met een stofzuiger voorzien van HEPA filter (NEN-EN 1822). Beschrijving eindcontrole: Er dient een visuele inspectie te worden uitgevoerd van het gehele werkgebied en conform NEN2990 hoofdstuk 'Visuele Inspectie..".
(120584169)
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 11 oktober 2013 om 13h13 (120584169) CSO SCA-code: 02-D020007 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [02-D02000713M4103-woning]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
13M4103-woning V04 V04 Gaskachel (woonkamer)
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Binnen - onbekend afdichtkoord n.v.t. / onbekend onbekend onbekend Verwarmingstoestellen en warmteblokken los materiaal of object/constructie/installatie als geheel verwijderen
Omstandigheden Aantasting Niet tot matig aangetast (alleen oppervlakkige beschadigingen) Het betreft een gecontroleerde verwijdering zonder breuk of incidentele breuk. De toepassing (materiaal, object, constructie, installatie) wordt als geheel verwijderd waarbij geen bewerkingen aan het asbesthoudende materiaal nodig zijn. Tijdens de sanering worden bronmaatregelen gebruikt: (punt)afzuiging / bevochtigen of gebruik van een glovebag. Het product is kleinschalig toegepast en maakt geen deel uit van een industriele installatie (inclusief schepen), stoomketel of stoomleiding. De toepassing is afgeschermd en ligt niet open. Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
1 SC -530, risicoklasse 1 1 NEN 2990 module visuele inspectie
Werkplanelementen Afscherming werkgebied Afbakenen / markeren De plaatsen waar asbest wordt verwijderd of onderhoud wordt gepleegd dienen duidelijk te zijn afgebakend en gemarkeerd. De afbakening dient met waarschuwingsborden en afzettingslinten te geschieden. Persoonlijke bescherming
· ·
Halfgelaatsmasker
Tijdens de werkzaamheden dient beschermende kleding te worden gedragen geschikt voor het werken met asbest; deze kan bestaan uit een afspoelbare (vinyl) overall en afwasbaar schoeisel cq veiligheidslaarsen of uit wegwerpoverschoenen en -overall. Tijdens de werkzaamheden dient bij voorkeur een halfgelaatsmasker P3 of P3 disposable masker te worden gedragen.
Beschrijving werkmethode algemeen: Het verwijderen van asbest gebeurt via demontage. Aan de verwijderingsbron wordt een effectieve stofafzuiging toegepast. Het te verwijderen materiaal wordt geïmpregneerd of bevochtigd; indien hiermee een gevaarlijk situatie ontstaat, kan van deze maatregel worden afgezien. Het materiaal kan ook vooraf (deels) worden ingepakt in plastic. Het asbest dient zodanig te worden verwijderd dat geen restdelen in het werkgebied kunnen achterblijven. Indien de vloer bestaat uit ruwe of moeilijk reinigbare oppervlakken dek de vloer met plastic folie af. Verzamel het asbesthoudende afval zo spoedig mogelijk na verwijdering en verpak het in daarvoor geschikte en luchtdicht afgesloten verpakking voorzien van een asbestgevarensticker en voer het afval af. Reinig het gebruikte gereedschap na afloop grondig of verpak het luchtdicht in een stoot- en scheurvaste verpakking voorzien van een asbestgevarensticker. C ontroleer de directe omgeving op aanwezigheid van restanten; indien nodig wordt nogmaals gestofzuigd met een stofzuiger voorzien van HEPA filter (NEN-EN 1822). Beschrijving eindcontrole: Er dient een visuele inspectie te worden uitgevoerd van het gehele werkgebied en conform NEN2990 hoofdstuk 'Visuele Inspectie..".
(120584169)
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 11 oktober 2013 om 13h13 (120584169) CSO SCA-code: 02-D020007 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [02-D02000713M4103-woning]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
13M4103-woning V05 V05 V05 (boiler)
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Binnen - onbekend afdichtkoord n.v.t. / onbekend onbekend onbekend Verwarmingstoestellen en warmteblokken los materiaal of object/constructie/installatie als geheel verwijderen
Omstandigheden Aantasting Niet tot matig aangetast (alleen oppervlakkige beschadigingen) Het betreft een gecontroleerde verwijdering zonder breuk of incidentele breuk. De toepassing (materiaal, object, constructie, installatie) wordt als geheel verwijderd waarbij geen bewerkingen aan het asbesthoudende materiaal nodig zijn. Tijdens de sanering worden bronmaatregelen gebruikt: (punt)afzuiging / bevochtigen of gebruik van een glovebag. Het product is kleinschalig toegepast en maakt geen deel uit van een industriele installatie (inclusief schepen), stoomketel of stoomleiding. De toepassing is afgeschermd en ligt niet open. Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
1 SC -530, risicoklasse 1 1 NEN 2990 module visuele inspectie
Werkplanelementen Afscherming werkgebied Afbakenen / markeren De plaatsen waar asbest wordt verwijderd of onderhoud wordt gepleegd dienen duidelijk te zijn afgebakend en gemarkeerd. De afbakening dient met waarschuwingsborden en afzettingslinten te geschieden. Persoonlijke bescherming
· ·
Halfgelaatsmasker
Tijdens de werkzaamheden dient beschermende kleding te worden gedragen geschikt voor het werken met asbest; deze kan bestaan uit een afspoelbare (vinyl) overall en afwasbaar schoeisel cq veiligheidslaarsen of uit wegwerpoverschoenen en -overall. Tijdens de werkzaamheden dient bij voorkeur een halfgelaatsmasker P3 of P3 disposable masker te worden gedragen.
Beschrijving werkmethode algemeen: Het verwijderen van asbest gebeurt via demontage. Aan de verwijderingsbron wordt een effectieve stofafzuiging toegepast. Het te verwijderen materiaal wordt geïmpregneerd of bevochtigd; indien hiermee een gevaarlijk situatie ontstaat, kan van deze maatregel worden afgezien. Het materiaal kan ook vooraf (deels) worden ingepakt in plastic. Het asbest dient zodanig te worden verwijderd dat geen restdelen in het werkgebied kunnen achterblijven. Indien de vloer bestaat uit ruwe of moeilijk reinigbare oppervlakken dek de vloer met plastic folie af. Verzamel het asbesthoudende afval zo spoedig mogelijk na verwijdering en verpak het in daarvoor geschikte en luchtdicht afgesloten verpakking voorzien van een asbestgevarensticker en voer het afval af. Reinig het gebruikte gereedschap na afloop grondig of verpak het luchtdicht in een stoot- en scheurvaste verpakking voorzien van een asbestgevarensticker. C ontroleer de directe omgeving op aanwezigheid van restanten; indien nodig wordt nogmaals gestofzuigd met een stofzuiger voorzien van HEPA filter (NEN-EN 1822). Beschrijving eindcontrole: Er dient een visuele inspectie te worden uitgevoerd van het gehele werkgebied en conform NEN2990 hoofdstuk 'Visuele Inspectie..".
(120584169)
Bijlage 6: Evaluatieformulier voor onvoorzien asbest
Evaluatieformulier Asbestinventarisatie type A Naam inventarisatiebedrijf SCA-code Rapportnummer Vrijgave datum Asbestinventarisatie type B Naam inventarisatiebedrijf SCA-code Rapportnummer Vrijgave datum Asbestinventarisatie van onvoorziene asbest Naam inventarisatiebedrijf SCA-code Rapportnummer Vrijgave datum
Omschrijving onvoorziene asbest Omschrijving
Plaats
Hoeveelheid
Asbestverwijderingsbedrijf Naam SCA-code Naam Verzonden naar: Door (naam) Datum Paraaf
Handtekening 1.
2.
3.
Bijlage 7: SCSC-540 Bijlage G Verplichtingen van de opdrachtgever overeenkomstig WetWet- en regelgeving
Informatief karakter 1. Algemeen De opdrachtgever heeft een wettelijke informatieplicht daar waar het gaat over de aanwezigheid van asbest in zijn bouwwerk/object, dat hij in eigendom/beheer heeft. Deze plicht heeft hij naar de gebruiker van het bouwwerk/object en zij die het bouwwerk/object respectievelijk onderhouden, renoveren, slopen of werkzaamheden erin uitvoeren. Asbestverwijdering is onderhevig aan een gemeentelijke vergunning. Aan de vergunning ligt een asbestinventarisatierapport ten grondslag. Wie kan een vergunning aanvragen en wordt daarmee de houder van de vergunning? 1) De eigenaar van een bouwwerk; 2) Namens de eigenaar van het bouwwerk: het adviesbureau; 3) De gebruiker van een bouwwerk. Toelichting: a) De houder van de vergunning blijft voor de gemeente verantwoordelijk en aanspreekpunt voor de rapportage als sanering. Is het niet volledig en dus niet geschikt voor afgifte omgevingsvergunning, dan spreekt de gemeente de aanvrager van de vergunning aan. Deze spreekt vervolgens het onderzoeksbureau aan. Dit geldt eveneens voor de asbestverwijdering. b) Als gewerkt wordt in strijd met de voorschriften, spreekt de gemeente de houder van de vergunning in eerste instantie aan, in tweede instantie de asbestverwijderaar. De onder de punten 1 t/m 3 genoemde personen kunnen opdrachtgever zijn voor zowel de asbestinventarisatie, de asbestverwijdering, als de eindbeoordeling. Hij hoeft niet perse opdrachtgever te zijn voor de eindbeoordeling. Dit kan hij overlaten aan het verwijderingsbedrijf, hetgeen ook logisch is. De opdrachtgever is degene die: 1) De opdracht tot inventarisatie verleent aan een bedrijf dat in het bezit is van een geldig certificaat voor asbestinventarisatie; 2) De omgevingsvergunning bij de Gemeente aanvraagt, implicerende de melding voor het voornemen tot slopen/ verwijderen; 3) De opdracht tot de eindbeoordeling van de uitgevoerde asbestverwijdering verleent aan een laboratorium c.q. inspectie-instelling dat/die daarvoor is geaccrediteerd; 4) De opdracht tot de asbestverwijdering verleent aan een asbestverwijderingsbedrijf dat in het bezit is van een geldig certificaat voor asbest verwijderen; 5) De Gemeente minimaal één week vóór uitvoering op de hoogte stelt van de juiste uitvoeringsdata en tijdstippen; 6) De stortbon en het vrijgavebewijs van het asbestverwijderingsbedrijf ontvangt; 7) De Gemeente uiterlijk binnen twee weken na uitvoering een afschrift stuurt van de resultaten van de eindbeoordeling; 8) De facturen voor de verleende diensten (1 t/m 4) ontvangt en betaalt. De opdrachtgever kan de zaken genoemd onder 1, 2, 3, 5 en 7 delegeren aan bijvoorbeeld het asbestverwijderingsbedrijf, doch blijft verantwoordelijk voor de aanwezigheid van de juiste papieren (inventarisatierapport en omgevingsvergunning) op het werk.
2. Asbestverwijderingsbesluit 2005 De verantwoordelijkheid van de opdrachtgever voor de juiste papieren (inventarisatierapport en omgevingsvergunning) op het werk vindt zijn wettelijke basis in Par. 2, Artikel 3 en 5 en Par. 4, Artikel 10 van het Asbestverwijderingsbesluit 2005. De door de opdrachtgever in te schakelen bedrijven voor asbestinventarisatie, asbestverwijdering en eindbeoordeling kunnen het werk alleen verrichten, wanneer zij in het bezit zijn van de wettelijk verplichte certificatie, respectievelijk accreditatie, vermeld in art. 4.54a, 4.54d en 4.55a van het Arbobesluit / Asbestverwijderingsbesluit 2005.’ 3. Asbestinventarisatierapport Ontleend aan Asbestverwijderingsbesluit 2005, Stb. 704 d.d. 16-12-2005 en Stb. 87 d.d. 20-02-2006 Paragraaf 2 – Asbestinventarisatie Art. 3-1-b: lid b: degene die geheel of gedeeltelijk doet (laat) afbreken of uit elkaar nemen (= dus de opdrachtgever) 61 Staatscourant 2011 nr. 22513 22 december 2011 .... beschikt over een asbestinventarisatierapport. Art. 3-2-b: ook hier wordt weer gesproken over degene die asbest doet (laat) verwijderen (= dus de opdrachtgever) .... beschikt over een asbestinventarisatierapport. Art. 5 Degene die de handelingen van par. 3 doet / laat verrichten (= dus de opdrachtgever), verstrekt vóórdat de handeling wordt verricht, een afschrift van het inventarisatierapport aan degene die de handeling verricht (= dus het asbestverwijderingsbedrijf). Conclusie: Art. 3 en 5 zijn heel duidelijk: De opdrachtgever beschikt over een inventarisatierapport en geeft een afschrift van dat rapport aan degene die het asbest verwijdert. Hoe de opdrachtgever aan dat rapport komt, staat niet vermeld. Hij moet er gewoon over beschikken, dus het zelf regelen. Zie ook art. 4.54a-1 t/m 5 en 4.54d-5 (toevoeging aan Arbo-besluit). Aanvulling Arbeidsomstandighedenbesluit Artikel 4.54a. Asbestinventarisatie 1) Voordat een handeling als bedoeld in artikel 4.54, eerste lid, onderdeel a, b of d, wordt aangevangen, wordt de aanwezigheid van asbest of asbesthoudende producten dan wel crocidoliet of crocidoliethoudende producten volledig geïnventariseerd en worden de resultaten hiervan opgenomen in een inventarisatierapport. 2) Het eerste lid is van toepassing indien werknemers worden of kunnen worden blootgesteld aan asbest of asbesthoudende producten dan wel crocidoliet of crocidoliethoudende producten. 3) De inventarisatie en het inventarisatierapport, bedoeld in het eerste lid, worden uitgevoerd, onderscheidenlijk opgesteld, door een bedrijf dat in het bezit is van een certificaat voor asbestinventarisatie dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling. 4) Een afschrift van het inventarisatierapport wordt verstrekt aan het bedrijf, bedoeld in artikel 4.54d, eerste lid, die de handeling, bedoeld in artikel 4.54, eerste lid, onderdeel a, b, of d, verricht. 5) Het certificaat of een afschrift daarvan is op de arbeidsplaats aanwezig en wordt desgevraagd getoond aan een ambtenaar als bedoeld in artikel 24 van de wet.
Artikel 4.54d. Asbestverwijdering 1) De handelingen, bedoeld in artikel 4.54, eerste lid, met uitzondering van de handelingen, bedoeld in artikel 4.54b, onderdeel b tot en met i, worden verricht volgens een vooraf opgesteld werkplan als bedoeld in artikel 4.55 door een bedrijf dat in het bezit is van een certificaat voor asbestverwijdering, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling. 2) Bij een bedrijf als bedoeld in het eerste lid is in ieder geval een persoon als bedoeld in het derde lid werkzaam. 3) De handelingen, bedoeld in het eerste lid, worden verricht door of onder voortdurend toezicht van een persoon die in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid voor het toezicht houden op het verwijderen van asbest en crocidoliet, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling. 4) Voor zover de handelingen, bedoeld in het eerste lid, mede worden verricht door een andere persoon dan de persoon, bedoeld in het derde lid, is deze andere persoon in het bezit van een certificaat van vakbekwaamheid voor het verwijderen van asbest en crocidoliet, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling. 5) Voordat wordt aangevangen met de handelingen, bedoeld in het eerste lid, is het bedrijf, bedoeld in het eerste lid, in het bezit van een afschrift van een inventarisatierapport als bedoeld in artikel 4.54a, eerste lid. 6) De certificaten, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, of afschriften daarvan en een afschrift van het inventarisatierapport, bedoeld in artikel 4.54a, eerste lid, zijn op de arbeidsplaats aanwezig en worden desgevraagd getoond aan een ambtenaar als bedoeld in artikel 24 van de wet. Par. 4 – Bouwwerken Art. 10: Het is verboden om een bouwwerk te slopen zonder of in afwijking van de vergunning van B&W. Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning moet een inventarisatierapport worden overlegd (art. 10j). De houder van de omgevingsvergunning moet een afschrift van die vergunning ter hand stellen aan het bedrijf dat de sloop uitvoert.
Bijlage 8: Deskresearch en onderzoeksplan
Locatiegegevens
Lagegrond 1a te Zeist
Gebouw in gebruik
Ja
Bouwjaar
Vanaf circa 1760
Bruto vloeroppervlakte
Onbekend, geschat op circa 200 m2
Hebben in het verleden verbouwingen plaatsgevonden
Onbekend
Is in het verleden asbest gesaneerd
Onbekend
Zijn er bouwtekeningen beschikbaar
Kadastrale tekeningen
Zijn er asbestbronnen in het pand bekend
Asbestverdachte materialen onder andere bij het dak (bron: bewoner)
Welke gegevens zijn beschikbaar gesteld door de opdrachtgever
Interview, rapportage Oesterbaai 2002 (echter woning maakt geen onderdeel uit van de rapportage)
Zijn er bijzonderheden omtrent het te onderzoeken pand/object
Geen