GELOVEN IN JEZUS? OVER HET ONGELOVELIJKE GESPROKEN
3 april 2016 – 10.30 uur In deze dienst zal de doop worden bediend aan: Milan Vliek, Rosalynn van Dijk, Vince Tamboer, Bram Vedder, Lazise Wallet, Roxx Galama, Luuk van de Berg, Pim Propitius Voorganger: ds. Werner Gugler Ouderling: Jacquelien Simon Organist: Jan W. van den Brink Koster: Harry Hoorn/ Mark van der Bor Lector: Desiree van Meerveld
2
Intocht: Psalm 33
1. Komt nu met zang en roert de snaren, gij volk, dat leeft van ’s Heren recht. Hijzelf heeft zijn getrouwe scharen een lofzang in de mond gelegd. Word’ als nooit tevoren door wie Hem behoren ’t feestlied ingezet! Meldt de blijde mare bij de klank der snaren, steekt de loftrompet.
Votum & groet 2. Zingt al wie leeft van Gods genade, want waarheid is al wat Hij zegt. Op trouw gegrondvest zijn zijn daden, op liefde rust zijn heilig recht. Die zich openbaarde overal op aarde, alles spreekt van Hem. Heemlen hoog verheven, vol van blinkend leven, schiep Hij door zijn stem. Gebed Gezang 78
1. Laat m’ in U blijven, groeien, bloeien, o Heiland die de wijnstok zijt! Uw kracht moet in mij overvloeien, of ’k ben een wis verderf gewijd. Doorstroom, beziel en zegen mij, opdat ik waarlijk vruchtbaar zij! 2. Ik kan mijzelf geen wasdom geven: niets kan ik zonder U, o Heer! In uw gemeenschap kiemt er leven en levensvolheid meer en meer! Uw Geest moet in mij uitgestort: de rank die U ontvalt, verdort.
3
Leefregel Markus 10: 13-16 13
Ze brachten kinderen bij Hem met de bedoeling dat Hij hen zou aanraken. Maar de leerlingen wezen hen terecht. 14 Toen Jezus dat zag, werd Hij verontwaardigd: ‘Laat die kinderen bij Me komen, en houd hen niet tegen, want van zulke kinderen is het koninkrijk van God. 15 Ik verzeker jullie, wie het koninkrijk van God niet aanneemt als een kind, komt er beslist niet in.’ 16 Hij omarmde hen en zegende hen, terwijl Hij hun de handen oplegde.
Als de dopelingen worden binnen gebracht: OTH 380 1. Laat de kind’ren tot Mij komen, alle, alle kind’ren. Laat de kind’ren tot Mij komen, niemand mag ze hind’ren. Want de poorten van mijn rijk staan voor kind’ren open, laat ze allen groot en klein bij Mij binnenlopen. 2. Laat de mensen tot Mij komen over alle wegen. Laat de mensen tot Mij komen, houdt ze toch niet tegen! Want de poorten van mijn rijk gaan ook voor hen open, als ze aan een kind gelijk bij Mij binnenlopen.
4
BEDIENING VAN DE DOOP - PRESENTATIE - ONDERWIJZING DOOPVRAGEN
1.
Verlangen jullie dat je kind wordt gedoopt in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest?
2.
Erkennen jullie dat onze kinderen in de doop het teken ontvangen van Gods liefde, en van het nieuwe leven, waartoe Christus ons allen roept?
3.
Beloven jullie, ieder met de gaven die God jullie heeft gegeven, jullie kinderen voor te gaan op de weg van de Heer opdat zij hun doop leren verstaan en zich verbonden zullen weten aan de gemeente van Christus.
4.
Beloof jij om je man/vrouw te steunen en terzijde te staan bij de invulling van de belofte die hij/zij vandaag doet bij de doop van jullie kind?
Credo OTH 152 (versie van Van Westering)
Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde. En in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Here, die ontvangen is van de heil’ge Geest, geboren uit de maagd Maria, die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle, ten derden dage wederom opgestaan van de doden. Opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods, des almachtigen Vaders; vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de heilige Geest. Ik geloof ene heilige, algemene, christelijke Kerk, de gemeenschap der heiligen; vergeving der zonden; wederopstanding des vleses; en een eeuwig leven. Amen, amen, amen. Doopgebed 5
De kinderen van de Kinderkerk komen binnen en zingen OTH 431: Jezus is de goede Herder. Jezus, Hij is overal. Jezus is de goede Herder, Brengt mij veilig naar de stal.
1. Als je ’s avonds niet kunt slapen en je bang in ’t donker bent, denk dan een aan al die schaapjes, die de Heer bij name kent. refrein 2. En wanneer je soms alleen bent en je hart is vol verdriet, denk dan aan de goede Herder, Hij vergeet zijn schaapjes niet. refrein
Doop van M i l a n Vliek, R o s a l y n n van Dijk, V i n c e Tamboer, B r a m Vedder. Gedicht: Gods watermerk Doop van L a z i s e Wallet, R o x x Galama, L u u k van de Berg, P i m Propitius. Aanvaarding: OTH 204 / Opw. 599 1. Nog voordat je bestond, kende Hij je naam. Hij zag je elk moment en telde elke traan. Omdat Hij van je hield, gaf Hij zijn eigen Zoon. Hij wacht alleen nog maar totdat je komt. 2. En wat je ook doet, zijn liefde blijft bestaan. Ook niets wat jij ooit deed, verandert daar iets aan. Omdat Hij van je houdt, gaf Hij zijn eigen Zoon. En nu is alles klaar wanneer jij komt.
Kom tot de Vader, kom zoals je bent. Heel je hart, al je pijn is bij Hem bekend. De liefde die Hij geeft, de woorden die Hij spreekt. Daarmee is alles klaar, wanneer jij komt.
3. En wat je ook doet, zijn liefde blijft bestaan. Ook niets wat jij ooit deed, verandert daar iets aan. Omdat Hij van je houdt, gaf Hij zijn eigen Zoon. En nu is alles klaar wanneer jij komt. refrein Kindernevendienst 6
Schriftlezing: Johannes 20: 19-31 19
Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar. Hoewel de deur op slot was uit vrees voor de Joden, kwam Jezus. Ineens stond Hij in hun midden en zei: ‘Vrede!’ 20 Na deze groet toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. Vreugde vervulde de leerlingen toen ze de Heer zagen. 21 ‘Vrede’, zei Jezus nogmaals. ‘Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik jullie.’ 22 Na deze woorden ademde Hij over hen. ‘Ontvang de heilige Geest’, zei Hij. 23 ‘Als jullie iemand zijn zonden vergeven, dan zijn ze ook vergeven; als jullie ze niet vergeven, dan blijven ze behouden.’ 24 Tomas, een van de twaalf, ook Didymus genaamd, was er niet bij toen Jezus kwam. 25 De andere leerlingen vertelden hem: ‘We hebben de Heer gezien.’ Maar hij zei: ‘Ik wil zijn handen zien, met de gaten van de spijkers erin; ik wil ze met mijn vingers voelen. Ik wil met mijn hand de opening in zijn zijde voelen. Anders geloof ik niet.’ 26 Acht dagen later waren de leerlingen weer bijeen, en nu was Tomas erbij. Hoewel de deur op slot was, kwam Jezus. Ineens stond Hij in hun midden en zei: ‘Vrede!’ 27 Vervolgens richtte Hij zich tot Tomas: ‘Kijk maar, hier zijn mijn handen; kom nu maar met je vinger. En kom met je hand om de opening in mijn zijde te voelen. Wees niet langer ongelovig, maar gelovig.’ 28 Hierop zei Tomas: ‘Mijn Heer! Mijn God!’ 29 Jezus zei: ‘Omdat je Me gezien hebt geloof je? Gelukkig zij die zonder gezien te hebben toch tot geloof komen.’ 30 Nog veel andere tekenen heeft Jezus voor de ogen van zijn leerlingen verricht, die niet in dit boek zijn neergeschreven. 31 Die welke u hier vindt, zijn neergeschreven opdat u zult geloven dat Jezus de Messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leven zult bezitten in zijn naam.
Preek: OTH 234 / Opw. 461 Mijn Jezus, mijn Redder; Heer, er is niemand als U. Laat elk moment, al wat ik denk, vol zijn van uw liefde, Heer. Mijn schuilplaats, mijn trooster, veilige toren van kracht; adem en stem, al wat ik ben, brengen U voortdurend eer.
Juich voor de Heer, heel de aarde wees blij. Zing van de Koning en zijn heerschappij. Bergen aanbidden, de zee juicht mee bij het horen van uw naam. U wil ik prijzen voor dat wat U schiep; mijn leven lang loven, want U heb ik lief. Niets is zo goed als een leven heel dicht bij U.
7
Gebeden Collecte Slotlied: OTH 125 / Opw. 123 1. Groot is uw trouw, o Heer, mijn God en Vader. Er is geen schaduw van omkeer bij U. Ben ik ontrouw, Gij blijft immer Dezelfde die Gij steeds waart, dat bewijst Gij ook nu. Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond. 2. Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden, en uw nabijheid, die sterkt en die leidt: Kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst. Gij geeft het leven tot in eeuwigheid.
Zegen
Na de doopdienst is er gelegenheid de doopouders te feliciteren in de kerkzaal van de Andreaskerk.
8