Gelijke kansen is ongelijk onderwijs Schoolplan SBO De Lings Tegelen, 2015-2019
Hoe wij ons onderwijs passend maken! 1
Voorwoord Met dit schoolplan maken wij zichtbaar voor ouders, bestuur, inspectie en andere geïnteresseerden welke doelen we de komende vier jaren willen bereiken om zo ons onderwijsconcept te verbeteren. Wij zijn ons bewust van het feit dat een (ons) onderwijsconcept niet statisch is en een continue verbetering op basis van actie, reflectie en verdieping en verankering noodzakelijk is en werkt. Ons plan heeft nadrukkelijk mede oorsprong en verbinding met het beleidsplan 2015-2018 van onze stichting Kerobei. Namens het team van SBO De Lings,
DEEL A: Analyse: School voor speciaal basisonderwijs De Lings Tegelen. Analyse ingevuld door: Jack Pruijsten, directeur Jos Janssen, teamleider Chantal Siero, teamleider Verder, besproken met het team en medezeggenschapsraad van SBO De Lings.
2
Schoolontwerp. School:
Brinnr: Bestuur: Bronnen:
SBO De Lings Van Wevelickhovenstraat 9, Tegelen Postadres: Postbus 3127, 5930AC Tegelen tel: 077 - 3737575 fax: 077-3260366 e-mail :
[email protected] 03SP Stichting Kerobei Venlo e/o 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.
Directeur: Jack Pruijsten Teamleiders: Jos Janssen, Chantal Siero
Bestuursnummer: 75597 Schoolplan 2011-2015 Schoolgids 2015 verslag bijeenkomsten Alex van Emst herontwerp mei 2013 Verslag herontwerp mei 2013 Rapport stelselonderzoek Inspectie, september 2013 Bestuursondersteuningsprofiel 2014-2015 schoolondersteuningsprofiel Plan van aanpak RIE 2015 Jaarplan De Lings 2015-2016 Notitie taakbeleid Kerobei 2015 Strategisch beleidsplan Kerobei 2015-2018 Ken je populatie SBO De Lings 2015 overzicht leerrendement schoolverlaters laatste vier jaren Model schoolontwerp SBO- school APS 2003/2011 Verslag ouderenquête 2010 Verslag kind enquête 2010 Veiligheidsplan SBO De Lings De SBO als leerwerkplaats (APS) Protocol terugplaatsing Protocol zorgvuldig handelen bij conflicten Denkstimulerende gespreksmethodieken Zo leer je kinderen lezen en spellen (José Schraven) Borgingsdocumenten portfolio, Staal, vervanging, werken met leerlijnen 90 dagenplannen september december 2015, januari juni 2015 tijdschrift voor orthopedagogiek, januari 2015 en februari/maart 2015
3
INHOUDSOPGAVE Context Extern Samenwerkingsverband Bestuur Overheid, passend onderwijs wet- en regelgeving Inspectie Scholen voortgezet onderwijs Voorschoolse tussenschoolse en naschoolse opvang jeugdhulpverlening
6 7 8 8 10 10 10
Context Intern Schoolgrootte/populatie Innovatiegeschiedenis Personeelsopbouw Ouders Schoolgebouw
11 14 16 17 18
Missie Visie Missie onderwijsontwerp Pedagogische huisstijl Sociaal emotionele ontwikkeling Actief burgerschap Gedragsproblemen Didactisch ontwerp Onderwijsorganisatie Ontwikkelingsperspectief Opbrengstgerichtheid Eduscope handelingsplannen ICT Kwaliteitszorg PDCA Professionele leergemeenschap Volgen leerlingen/zorgbeleid
19 21 22 28 32 33 35 36 39 40 40 41 41 42 43 45 46
4
School en omgeving Vervoer Informatie Ouderhulp Personeelsbeleid Taakbeleid Personeelszorg Nascholing Financiën
46 46 48 49 49 49 50 50
Vierjarenmatrix Formulier instemming Gebruikte afkortingen Bijlage 1 competentiepiramide
52 54 55 56
5
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
De Lings maakt deel uit van het samenwerkingsverband passend onderwijs Noord Limburg
Passend onderwijs is van start gegaan op 1 augustus 2014. Concreet betekent dit dat er geen sprake meer is van de WSNS samenwerkingsverbanden, met de bijbehorende overleggen en veranderingsprocessen. De leerlingen die geplaatst worden op De Lings zijn in principe afkomstig uit het voormalige WSNS SWV. Het komt nu wel wat meer voor dat ouders gebruik maken van de vrijheid van keuze voor een SBOschool. We voeren meer oriënteringsgesprekken dan in het verleden met ouders. In meerdere opzichten is passend onderwijs een cultuurverandering. Het doet een appel op alle betrokkenen om met elkaar zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de verschillen die nu eenmaal tussen leerlingen bestaan. Het impliceert dat leerkrachten hun professionele rolopvatting van “tijdig signaleren en verwijzen” vervangen door “hoe kan ik mijn onderwijs passend maken?”. Eén van de onbedoelde neveneffecten van het bovenstaande is dat er een grotere groep kinderen is die later, dus op een oudere leeftijd (11 jaar is geen uitzondering), wordt verwezen naar de SBO- school, waarbij in hoge mate
Mogelijke actiepunten
Context extern Samenwerkingsverband
6
Aandacht in de leerlingbesprekingen voor die leerlingen waar wij mogelijk handelingsverlegen gaan worden. Welbevinden en de juiste afstemming dienen voorop te staan.
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
Mogelijke actiepunten
sprake is van lijdensdruk. Onderwijs is voor deze kinderen zeker niet passend. Passend onderwijs voor De Lings betekent een verbreding en verandering van de doelgroep. Het onderwijsconcept speelt hierop in. We constateren dat de SBO- school verder afstaat van de basisscholen dan in het verleden. Er zijn nauwelijks contacten met de basisscholen in onze regio. De teamleiders van onze stichting ontmoeten elkaar op een 10- tal werkplaatsmomenten per jaar, De ondersteuningsontwikkelingen in relatie met passend onderwijs vinden plaats op bestuursniveau.
Bestuur
Het bestuur van De Lings wordt gevormd door de stichting Kerobei.
Vanuit de Lings contacten met de basisscholen intensiveren. Bijvoorbeeld bij plaatsing van leerlingen een contact moment met de vorige leerkracht. Bij het inspreken van de leerlingen wordt de school van herkomst ook uitgenodigd. Na een jaar op de Lings een terugkoppeling verzorgen naar school van herkomst. (hetzelfde als bij leerlingen vanuit het VO wordt gedaan naar school van herkomst).
Het bestuur is ontstaan in januari 2009 uit een fusie van de stichtingen Fundare en Agora. Wij willen de ontwikkeling van De Lings parallel laten (blijven) lopen met de inhoudelijke ontwikkeling van de stichting. De manier waarop de onderwijsinnovatie (kanteling) binnen De Lings heeft plaatsgevonden is vergelijkbaar met de bestuursinnovatie (Rijnlandsconcept).
7
Er moet sprake zijn van wederkerigheid in informatievoorziening tussen school en bestuur. De directeur speelt hier een belangrijke rol in.
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
Mogelijke actiepunten
De focus van de stichting voor de komende drie jaren ligt op eigentijds onderwijs en opbrengsten. Aspecten van ontwikkeling die wij volledig onderschrijven. De uitvoering van de bovenschoolse zorg wordt uitgevoerd door de Commissie Bovenschoolse Ondersteuning van Kerobei. Deze commissie is ook verantwoordelijk voor de toeleiding van kinderen naar De Lings. Er is sprake van een uitstekende samenwerking met de CBO. Het jaarlijkse bezoek van het bestuur geeft de mogelijkheid om in dialoog te gaan (team en bestuur). Dit bezoek wordt altijd voorbereid door het team zelf. Verder hebben we ook ervaren dat het bestuur altijd bereid is om antwoorden te geven op vragen die er leven (bv. door aan te sluiten tijdens een team-moment). Overheid/wet- en regelgeving Inspectie
Op 18 en 20 juni 2013 heeft de inspectie onze school bezocht. Het bezoek heeft geleid tot een toezicht gebaseerd op het basisarrangement.
Het bezoek heeft geleid tot het nemen van een aantal acties, waaronder het duidelijk neerzetten van de leerlijnen, die leidend zijn voor het onderwijsaanbod aan de leerlingen. In het schooljaar 2015-2016 bezoekt de
8
Eénmaal per jaar overleg met de CBO
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
Mogelijke actiepunten
inspectie onze school opnieuw.
Scholen voortgezet Onderwijs
De afrekencultuur in het onderwijs leidt ertoe dat niet alleen de scholen worden afgerekend op prestaties, maar ook de kinderen. Daarmee wordt het minder belangrijk wat een school kan doen voor een kind dan wat dat kind kan doen voor de school Schoolverlaters van De Lings stromen Er is een goede samenwerking met de hoofdzakelijk uit naar VMBO scholen, naar het voortgezet onderwijsscholen in onze Praktijkonderwijs, naar het Voortgezet Speciaal regio. Vrijwel alle leerlingen met het Onderwijs en naar het (Bu)SO in Maaseik. advies PRO gaan naar de betreffende Vanaf 2006 is er een daling zichtbaar van de PRO- school in onze regio. De kinderen uitstroom naar het Praktijkonderwijs. De met een VMBO (LWOO) advies uitstroom naar het VMBO (LWOO) blijft bezoeken de vo- scholen in de regio. nagenoeg gelijk rond de 50%. Er is met name de Het proces schoolverlatersadvies betreft laatste jaren een groei in uitstroom naar het een tijdrovend en zorgvuldig traject van Voortgezet Speciaal Onderwijs geweest. Dit jaar onderzoek naar advisering, gesprekken is het eerste jaar dat deze uitstroom nagenoeg met ouders en overleggen met de stopt. betreffende scholen. Een VMBOHet v.o. in de regio houdt gezamenlijk een VMBO LWOO vangnetconstructie vindt plaats LWOO+ zorgvoorziening in stand. Elk jaar gaan in goed overleg met de betrokkenen van enkele van onze schoolverlaters naar deze meer het PRO en VMBO. gespecialiseerde VMBO voorziening. Alle schoolverlaters worden vooraf aan plaatsing met de mentoren doorgesproken. Dit komt hun start en loopbaan binnen het v.o. ten goede. Dit jaar is voor schooladvies van de POschool bindend voor het voortgezet onderwijs. De rol van de RVC kan hier mogelijk vertroebelend in zijn wanneer bijvoorbeeld een leerling een VMBO
9
De huidige samenwerking continueren.
Wanneer dit het geval is terugkoppeling naar de inspectie
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
Mogelijke actiepunten
BBLWOO advies krijgt kan de RVC besluiten een LWOO beschikking niet af te geven en wel een PRO- beschikking.
Voorschoolse, tussenschoolse en naschoolse opvang
De Lings is een SBO school en vervult als zodanig een streekfunctie. Voorschoolse en naschoolse opvang zijn praktisch moeilijk te organiseren. In goede samenwerking met de buurschool Passe Partout maken kinderen waarvoor de ouders dit wensen gebruik van de mogelijkheden voor voor- en naschoolse opvang. Aangezien vrijwel alle kinderen tussen de middag overblijven is tussenschoolse opvang geregeld.
Jeugdhulpverlening
Transitie van de jeugdzorg is ook een bijkomstigheid van en voor passend onderwijs.
Een vast percentage kinderen stroomt uit naar het vo- (BuSo) in België. Vanwege een veranderde wetgeving op het gebied van toelatingsnormen is dit wat lastiger geworden, zowel voor ons als voor de betreffende scholen in België.
Navragen wat de veranderde normen zijn/
Terugkoppeling over de voortgang/ontwikkeling van de oud leerlingen vindt in de eerste jaren plaats d.m.v. de warme overdracht die wij overigens wat aan de korte kant vinden. Later ontvangen we terugkoppeling d.m.v. papieren rapportages. Van het BuSO in Maaseik ontvangen wij geen terugkoppeling.
MT- bezoek naar BuSo Maaseik organiseren
Vanuit de overheid wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor de SBO scholen, speciaal onderwijs scholen voor wat betreft de voor- en naschoolse opvang in relatie tot eisen (vanwege de speciale afstemming op de kinderen) en de kosten die dit met zich meebrengt. Ook het vervoer is hierin een belemmerende factor. Hier is geen vervolg op vernomen.
Ouders informeren over de mogelijkheden bij Passe Partout
10
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
Voor ons is nog niet duidelijk wat dit concreet voor onze kinderen gaat betekenen. Wel hebben we informatie over “het huis van de wijk” en gezinscoaches. Actualiteit in de samenwerking is hier niet. De contacten met BJZ blijven bestaan wanneer het gaat om kinderen waarvoor een OTS is uitgesproken.
We missen (op basis van ervaringen uit het verleden) een schoolmaatschappelijk werkende die aan de SBO- school is verbonden. We constateren vanuit de leerlingbesprekingen dat wij zelf (leerkrachten en commissie van begeleiding) steeds meer activiteiten uitvoeren die horen bij de functie schoolmaatschappelijk werkende.
De samenwerking met de Mutsaersstichting met de poli informatieverwerkingsstoornissen is uitgebouwd en verloopt goed. Hier zijn korte lijnen door ontstaan waardoor kinderen eerder gesignaleerd en geholpen worden.
Het uitbouwen van de samenwerking met de Mutsaersstichting naar behandeling voor kinderen met ernstige leerproblemen op De Lings zelf is gerealiseerd.
De schoolgrootte van De Lings is de laatste jaren gedaald naar het huidige aantal van rond de 125 (maart 2015). Het lijkt zich hier nu op te stabiliseren. Na de 1 oktober telling blijven we leerlingen plaatsen tot aan het einde van het schooljaar. In juni en juli plaatsen we nauwelijks leerlingen meer. Het is onduidelijk en onvoorspelbaar of en hoe de daling van het leerlingenaantal zich zal ontwikkelen. In elk geval is er sprake van een forse terugloop van het leerlingenaantal binnen onze stichting. Het lijkt dan ook aannemelijk dat dit ook voor onze school zal gelden, hoewel onduidelijk is wat “passend onderwijs” zal gaan
De populatie van een SBO- school betreft een dynamische populatie. Dit komt omdat er geen harde criteria (slagboomdiagnostiek) zijn gesteld voor plaatsing op de SBO. Wij vinden dit een goede zaak. HGPD en handelingsverlegenheid van de basisschool zijn de onderleggers om te formuleren wat de juiste acties zijn om te doen rond een leerling. Hierdoor en door overheidsmaatregelen waarop we geen invloed hebben (passend onderwijs) is de populatie van de
Context intern Schoolgrootte/populatie
11
Mogelijke actiepunten
Contactpersoon sociale wijkteam uitnodigen om te bekijken waar we voor laagdrempelig contact tussen ouders en instanties kunnen zorgen m.b.t. kleine hulp en ondersteuningsvragen binnen gezinnen.
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
betekenen voor zowel het aantal leerlingen als verandering van populatie. Het CvB van Kerobei verwacht dat het gezamenlijke leerlingenaantal van SBO De Schans en De Lings binnen afzienbare tijd gaat dalen naar 140 gezamenlijk. Hierdoor wordt een fusie van beide SBO scholen in 2017 voorzien. De leerlingen zijn verdeeld over 8 mentorgroepen, die verdeeld zijn over twee units. Eén unit boven met drie heterogene mentorgroepen met kinderen van 7 t/m 13 jaar en één heterogene jonge kindgroep met kinderen van 4 t/m 7 jaar. Eén unit beneden met vier mentorgroepen in heterogene groepen met kinderen van 7 t/m 13 jaar. In elke unit zijn de vier FTE’s onder leiding van de teamleider verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de kinderen in de vier mentorgroepen. De groepsgrootte voor de jonge kindgroep bedraagt maximaal 14 kinderen, voor de andere groepen is dat 16. Terugplaatsing naar het basisonderwijs kan ook gedurende het schooljaar plaatsvinden en is niet per definitie gekoppeld aan het einde van een schooljaar. Vaak is dit overigens wel het geval. In het schooljaar 2009-2010 is één leerling (terug)geplaats naar de basisschool. Zeker nu de leerlingen vaak op oudere leeftijd instromen is terugplaatsing niet meer aan de orde. Er is sprake van een goede samenwerking met de commissie bovenschoolse ondersteuning van Kerobei en van de Stichting Akkoord-po! Bij twijfel van de CBO over de advisering SBO wordt een multidisciplinair overleg georganiseerd waarbij de directeur van De SBO school fungeert
SBO school aan continue verandering onderhevig. Het aantal kinderen met ernstige leerproblemen is de laatste jaren aan het toenemen, vandaar dat we zo blij zijn met de samenwerking met de Mutsaersstichting. Ook lijkt er de laatste twee jaar een toename van kinderen met verstandelijke beperking op het niveau van “lichte verstandelijke beperking”. We hebben bewust gekozen voor de zeven heterogene (oudere) mentorgroepen. Deze groepen zijn wat leeftijdsopbouw betreft gelijk aan elkaar. Hierdoor maken we bewust gebruik van “erkende ongelijkheid” bij de leerkrachten voor plaatsing van kinderen bij een bepaalde leerkracht. Ook biedt deze groepering de mogelijkheid om te kijken naar de cultuur in en de context van de groep bij de plaatsing van een leerling in de groep. Het team van SBO De Schans is bij De Lings op bezoek geweest om te kijken naar het onderwijsconcept. In schooljaar 2014-2015 hebben de teams een aantal gezamenlijke ontmoetingsmomenten gehad. De onderwijsvisies van beide team staan – nog – ver uit elkaar.
12
Mogelijke actiepunten
Elk jaar aan het begin van het schooljaar “ken je populatie” met het team bespreken, dit halverwege het jaar opnieuw en bij groepsindeling nieuwe schooljaar weer erbij pakken. Binnen de unit regelmatig de revue laten passeren en anticiperen op dat wat nodig is.
In het schooljaar 2015-2016 vooraf een planning maken met SBO De Schans gericht op verdere kennismaking en samenwerking, als eerste stappen naar een fusie
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
als voorzitter. We maken elk jaar een inventarisatie van de leerlingpopulatie, genaamd “ken je populatie”. Hiermee brengen we diverse aspecten rond en van de kinderen in kaart, waardoor we kengetallen verkrijgen die ons input voor ons onderwijs en afstemming geven.
Hoewel er ook kinderen vanuit de basisschool in de jonge kindgroepen geplaatst worden, is het grootste deel uit deze groepen afkomstig van zij instroom. Vanuit deze groep kinderen vindt (terug)plaatsing naar de basisschool plaats of verwijzing naar een REC- school. De leeftijd van instroom van kinderen van de basisscholen lijkt steeds hoger te worden. Kinderen worden vaak op een oudere leeftijd geplaatst met een grote leerachterstand. We hebben dan soms nog maar twee jaar om samen met kind en ouders naar hun ontwikkelingsperspectief toe te werken dat bij hun past.
13
Mogelijke actiepunten
Ontwerpaspect
Feiten
Innovatiegeschiedenis
Tot januari 2006 werd binnen De Lings (onbewust) gewerkt met het onderwijsconcept stamgroep/niveaugroep. We stelden in 2003 vast dat dit concept net zo frustrerend werkt voor onze kinderen als de meeste basisschoolconcepten (leerstofjaarklassensysteem). Vandaar dat we in 2003 met een visietraject zijn gestart dat geresulteerd heeft in een nieuwe missie en visie en dat leidde tot de eerste kanteling in januari 2006. We zijn toen “gekanteld” van een traditionele SBO- school met stam- en niveaugroepen, waarin leerkrachten bepalend waren voor de kinderen, naar een SBO- atelierschool, waarin betrokkenheid, betekenisvol onderwijs en eigenaarschap voor alle betrokkenen kernwoorden zijn: “jij mag er zijn binnen De Lings”. Dit concept hebben we uitgebouwd en verfijnd tot september 2013. In het schooljaar 2012-2013 werden we ons bewust van wat de terugloop in leerlingenaantal betekende voor het aantal ateliers dat we dan nog maar konden bieden. We zijn dan ook in mei 2013 gestart met het traject “herontwerp van de visie”, geleid door Alex van Emst. In vier bijeenkomsten met Alex hadden we het nieuwe onderwijsconcept klaar: “werken met units en binnen de units workshops”, waarbij we het goede uit het atelierconcept als vertrekpunt voor het herontwerp hebben genomen. We blijven alert op de innovatie van ons concept. Ook dit concept is nooit klaar. Volgens de triade: “actie-verdieping en reflectie” blijven we gestalte geven aan de verfijning en verbetering van het concept.
Reflectie
Bespreking en verfijning van het concept vindt continue plaats. We waken ervoor dat de units zich als aparte scholen gaan ontwikkelen. Het team heeft aangegeven dat er noodzaak is aan, én unitoverleg én gezamenlijk unitoverleg. Dit organiseren we dan ook. We willen alert zijn op onbedoelde neveneffecten van het concept. We
14
Mogelijke actiepunten
Regelmatig gezamenlijk – georganiseerd - unitoverleg
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
We hebben ons hier steeds de vijf kwaliteitsvragen te stellen: - Doen we de goede dingen - Doen we die dingen goed - Hoe weten we dat - Vinden anderen dat ook - Wat doen we met deze wetenschap
hebben de didactische opbrengsten uiteraard nauwgezet gevolgd. Deze zijn beslist niet minder dan in/door het vorige concept. Bespreking van het concept voor verdere verfijning vindt ook jaarlijks plaats op de jaarlijkse beleidsdag van onze school. Hieruit komen de ingrediënten voor de aan/invulling van de SMART- plannen voor het komende schooljaar naar voren. We zijn ons ook steeds meer bewust van het feit dat er binnen onze school en binnen onze stichting veel expertise is, op elk niveau. We gaan hier in de toekomst meer gebruik van maken bij het verfijnen van ons concept.
15
Mogelijke actiepunten
Opbrengsten met het team bespreken
Beleidsdag plannen in maart
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
Personeelsopbouw
De Lings telt 28 personeelsleden, waaronder 15 leerkrachten, 2 orthopedagogen, 3 onderwijsassistenten, 1 logopedist, 1 conciërge, 1 secretaresse, 2 schoonmaaksters, 2 teamleiders en 1 directeur. 21 personeelsleden zijn vrouw en 7 personeelsleden zijn man. Verder wordt het team ondersteund door een kinderfysiotherapeut en een schoolarts.
De laatste jaren is het personeelsbestand dalend, vanwege de daling van het leerlingenaantal. Door ziekte van leerkrachten en het vertrek van een leerkracht hebben we vanaf de nieuwe kanteling drie nieuwe leerkrachten ingewerkt die inmiddels helemaal thuis zijn in het onderwijsconcept. Helaas werken deze leerkrachten formeel als vervanger en kunnen mogelijk niet blijven. Dit baart ons zorgen in relatie tot de continuïteit van het onderwijs. Ook maken we ons zorgen over hoe we zo de kwaliteit kunnen waarborgen en het concept verfijnen. Verder zijn de directeur, de administratief medewerker, de conciërge, de onderwijsassistenten en de vakleerkracht gym bovenschools geplaatst. Hierdoor werken we nu met minder onderwijsassistenten en kunnen voor extra handen gebruik maken van het “draft” systeem. De verhouding man/vrouw in het personeelsbestand is niet in evenwicht. We streven ernaar niet meer dan twee leerkrachten te laten werken in één mentorgroep. Dit lukt niet altijd. Het aantal parttimers en de werktijdfactoren uit het verleden komt niet altijd uit. Vanwege financiële overwegingen ontvangen
16
Mogelijke actiepunten
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
Mogelijke actiepunten
we vanuit Kerobei alleen basisformatie. Dit is werkbaar maar biedt weinig speelruimte. De orthopedagoog en de schoolmaatschappelijk werkende zijn in dienst van Kerobei.
ouders
Voor ouders is het feit dat hun kind op een SBOschool wordt geplaatst vaak ook een proces van acceptatie. Voorafgaand aan plaatsing is het traject bij de BOC doorlopen. Wanneer de beschikking is afgegeven nodigt de directeur van De Lings de ouders uit voor een adviesgesprek. Dit adviesgesprek heeft tevens de functie van kennismakingsgesprek. We zien de laatste twee jaren overigens een toename van oriëntatiegesprekken die door ouders worden aangevraagd, voordat er een traject bij de BOC wordt opgestart. Ouders nemen ook steeds meer zelf het initiatief om hun kind aan te melden bij de BOC. De ouders worden 2 x per jaar uitgenodigd voor een portfoliogesprek met de leerkracht en hun kind. We zien twee keer per jaar een oudergesprek als minimaal noodzakelijk voor het samenwerken aan de ontwikkeling van het kind. Gelukkig zien we de meeste ouders veel vaker. Er zijn ook regelmatig oudergesprekken met de commissie leerlingenzorg, en/of de teamleiders. Dit portfolio wordt vóór het gesprek mee naar huis gegeven, zodat het kind dit met zijn/haar ouders kan bespreken en bij het portfoliogesprek met de ouders is het kind ook aanwezig.
De ouders kennen en begrijpen het huidige onderwijsconcept meer dan vlak na de kanteling. De ouders zijn overwegend positief hierover. Het komt zelfs voor dat het onderwijsconcept van doorslaggevend belang is voor ouders bij de keuze voor de SBOschool. We hebben wat zorgen over de betrokkenheid van allochtone ouders bij ouderavonden en schoolactiviteiten. Deze ouders lijken minder betrokken bij de school van hun kind. Hier speelt acceptatie van het Speciaal basisonderwijs een grote rol We zien en ervaren ouders steeds meer als partner. Het belang van hun kind is onze gemeenschappelijkheid, ons gezamenlijk belang. We erkennen de ouders ook als de ervaringsdeskundigen van hun kind. We nemen de ouders steeds meer
17
Mogelijkheden onderzoeken om andere soorten activiteiten te organiseren waarbij allochtone ouders uitgenodigd worden om iets met de kinderen te ondernemen, om iets meer laagdrempeligheid te creëren.
Ontwerpaspect
schoolgebouw
Feiten
Reflectie
Binnen De Lings functioneert een ouderraad die het team ondersteunt bij de diverse activiteiten. Een drietal ouders maakt deel uit van de medezeggenschapsraad. In het kader van kwaliteitszorg wordt in het schooljaar 2015-2016 een tevredenheidsonderzoek onder de kinderen, ouders en medewerkers uitgevoerd. Nieuws van en over de school ontvangen de ouders via Isy-schoolinfo, een communicatiewebsite speciaal voor ouders en school. Indien nodig wordt er een aparte nieuwsbrief “ontwikkelingsnieuws” voor de ouders uitgebracht. Deze wordt uitgegeven bij informatie over het onderwijsconcept, of teamaangelegenheden.
mee in de ontwikkeling van hun kind, ouders sluiten steeds meer aan bij de leerlingbesprekingen.
Het schoolgebouw van De Lings dateert uit de jaren 50 van de vorige eeuw en is gebouwd als lagere school. Het gebouw bestaat uit twee bouwlagen. Het gebouw is diverse malen verbouwd. De laatste keer dateert uit 2008 en betrof een uitbreiding en inpandige verbouwing (inbreiding). Het gebouw is uitgebreid met een leslokaal en twee kantoorruimtes. Verder is het gebouw van binnen van een nieuwe, frisse verflaag voorzien. Er zijn elf groepslokalen, waarvan er acht gebruikt worden voor de acht mentorgroepen. Eén lokaal wordt gebruikt voor de workshops kunst, één
We zijn erg blij met de laatste uitbreiding en opknapbeurt van ons gebouw. Het huidige onderwijsconcept, waarin we onder andere gebruik maken van workshops is meer passend bij het gebouw dan het werken met ateliers. We hebben overigens ook geleerd echt “gebruik” te maken van het gebouw. Het gebouw staat in dienst van het onderwijs en niet omgekeerd. Als voorbeeld: We hebben de personeelsruimte die na de
Ouders geven aan positief te staan tegenover de school: hierbij passen termen als “gezellig, kindvriendelijk, plezierig, netjes, oudervriendelijk, goed georganiseerd, zorgzaam, maatschappijgericht, warm, menselijk en veiligheid”. Een punt van aandacht blijft de omgang tussen de kinderen, volgens de ouders.
18
Mogelijke actiepunten
Tevredenheidsonderzoek zowel binnen de MR als in de ouderraad bespreken
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
Mogelijke actiepunten
lokaal in de unit beneden als stilteruimte en één leegstaand lokaal wordt als bibliotheek gebruikt. De beide teamleiders, de orthopedagoog, de directeur, de logopedist en de onderwijsassistente die de gespecialiseerde begeleiding uitvoert, (voorheen LGF) beschikken over een eigen kamer. De secretaresse beschikt over een kleine administratieve ruimte. Aangezien we niet beschikken over een speelzaal maken de kinderen van de jonge kindgroepen een keer per week gebruik van de speelzaal van basisschool Passe Partout. Het gebouw is voorzien van een brandmeld/ontruimingsinstallatie. De speeltoestellen op de speelplaats voldoen aan de eisen die de wetgever eraan stelt. Na een weekend/vakantie worden we weleens geconfronteerd met de gevolgen van vandalisme op en aan de speelplaats, speeltoestellen en hekwerk. Van elke vernieling wordt aangifte gedaan. De speelplaats is in januari 2015 opnieuw betegeld.
verbouwing op de bovenverdieping was gesitueerd, “omgebouwd tot samenwerkingsruimte voor de kinderen van de unit boven. De “oude” personeelskamer is nu weer in gebruik als personeelskamer. We zijn ons ervan bewust dat geen enkel gebouw voor de volle 100% voldoet aan snel wisselende wensen. We kunnen wel zo optimaal mogelijk gebruik maken van de mogelijkheden die het gebouw ons kan bieden. Dinsdag en donderdag zijn wat betreft bezetting “piekdagen” binnen De Lings. In het verleden was dat behoorlijk problematisch. Nu kunnen we over het algemeen alle medewerkers een plaats bieden. De personeelskamer is dan een goede uitwijkruimte voor grotere overleggen.
Vanuit De Lings vinden we het belangrijk om een bijdrage te leveren aan de onderbroken ontwikkeling van kinderen, zodat ze in de toekomst een volwaardige plaats in de maatschappij vinden. Wij gaan ervan uit dat kinderen niet alleen op school leren, maar ook thuis, van en aan andere kinderen en volwassenen. Tevens dienen we ons ervan bewust te zijn dat dit niet
Deze visie is voorgekomen uit de voorgenomen acties van het schoolplan 2003-2007. Eén van de eerste acties is geweest te komen tot een hernieuwde visie op onderwijs binnen De Lings. In de procesbeschrijving naar de kanteling staat uitgebreid beschreven hoe dit proces is gelopen. In mei 2013 hebben we een herijkingsproces met herontwerp van het onderwijsconcept doorlopen onder leiding van Alex van Emst. De
Missie Visie
19
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
voor alle kinderen van De Lings in de thuissituatie een vanzelfsprekendheid is. Kinderen die binnen De Lings zijn geplaatst of vanuit De Lings worden begeleid zijn vaak belemmerd in hun ontwikkeling. Ze verdienen speciale aandacht en zorg. Wij willen het kind bewust maken van wie het is, van zijn eigen leer/ontwikkelingsproces, zodat het kind inzicht krijgt in wie het is, hoe het leert.
visie op het onderwijs is blijven staan zoals deze was omschreven, waarbij “eigenaarschap” “uitbouwen waar je goed in bent, opbouwen waar je hebt te leren en compenseren waar je talenten niet liggen”, nog meer op de voorgrond staan.
We vinden acceptatie en veiligheid sleutelwoorden in de hernieuwde ontwikkeling van de kinderen. Een kind kan zich alleen ontwikkelen als het zich geaccepteerd voelt in wie het is. We willen ontwikkeling van kinderen doen plaatsvinden in een voor hun betekenisvolle context. Dit betekent voor ons handelen telkens opnieuw zoeken naar mogelijkheden voor betekenisvol leren en eigenaarschap voor onze kinderen. Hierbij zijn de methodes die we hanteren een leidraad. Uitgangspunt is het kind en zijn ontwikkelingsniveaus. Hierop stemmen we af en sluiten we aan. Bij de methode “Staal” (spelling) wordt de methode gevolgd voor het houvast van de leerkracht. Binnen De Lings werken gespecialiseerde professionals die oog hebben voor de speciale talenten van onze kinderen zodat deze ingezet
Mogelijke actiepunten
We willen kinderen eigenaar maken van hun leerproces en dit lukt ons. In ons dagelijks handelen staat deze visie centraal. Vanuit deze visie bevragen we elkaar. Wij zijn ons ervan bewust dat kinderen niet “maakbaar” zijn. Deze gedachte die jarenlang ons onderwijs heeft beheerst en er onder andere verantwoordelijk voor is dat wij bedacht hebben wanneer kinderen iets (mogen) leren. Deze opvatting laten wij los en vertrouwen op ontwikkelingskracht van kinderen. Als succesfactoren voor passend onderwijs wordt door de meeste leerkrachten aangegeven dat een goede relatie (erkenning) met de leerlingen bepalend is voor het slagen van passend onderwijs. Leerkrachten die door hun collega’s worden genoemd als voorbeeld van succesvol passend onderwijs geven aan dat duidelijke en positieve verwachtingen, het werken met leerlijnen en vooral het voeren van goede gesprekken met leerlingen om hen te coachen op gedrag en op leren hen helpt om goed passend onderwijs te bieden. Door veel leerkrachten worden gesprektechnieken gebaseerd op positieve psychologie en het versterken van de autonomie van het kind als succesfactor genoemd. Uit de praktijk blijkt dat
20
Ontwikkeling, leren van leerkrachten vindt steeds krachtiger plaats in de units waarin men gezamenlijk verantwoordelijk is voor
Ontwerpaspect
Missie
Feiten
Reflectie
kunnen worden voor hun ontwikkeling. Dit vraagt van de professionals blijvende ontwikkeling, waarvan teamscholing en individuele scholing onderdeel uitmaken. Dit team van professionals voelt zich gezamenlijk verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de kinderen binnen De Lings. We bevragen elkaar op ons professioneel handelen, we zoeken samen naar antwoorden, we werken samen in elke unit aan een samenhangend aanbod voor de kinderen. We ontwikkelen ons aan en met elkaar in de unit.
het betrekken van leerlingen en het verantwoordelijk maken van leerlingen voor hun eigen gedrag en prestaties juist sterk bijdraagt aan goed passend onderwijs (Haenen&Mol lous, 2014;Olbers, 2012; van Oudheusden&Mol Lous, 2013), Deze gesprekken zijn onmisbaar binnen onze visie op onderwijs en dus onmisbaar binnen ons concept.
Voor alle betrokkenen, kinderen, ouders en teamleden vinden we de basisbehoeften relatie, competentie en autonomie belangrijk. Niet alleen voor kinderen, ook voor leerkrachten en ouders geldt: “leer mij het zelf te doen!”
Mogelijke actiepunten
de ontwikkeling van de kinderen binnen de unit. Ontwikkelgesprekken (gaan) worden ook binnen de unit gevoerd. Leerkrachten zijn nu in hun werk zichtbaar voor elkaar.
De betekenisvolle context is zichtbaar binnen het werken in de units. Het team is steeds vaardiger geworden in het afstemmen op kinderen met speciale onderwijsbehoeften in de units. Dit door de ontwikkelmomenten en regelmatig samen reflecteren hierover wat dit betekent voor de dagelijkse praktijk. Ook de kernconcepten maken nadrukkelijk deel uit van de betekenisvolle context. We ontwerpen onze thema’s vanuit de kernconcepten en doen dit volgens een vast format. Iedereen gebruikt dit format en het is regelmatig gespreksonderwerp binnen het team en de units.
Dit, handelend vanuit onze missie: Jij mag er zijn binnen De Lings!
Verder is geïnvesteerd door het gehele team in communicatie met kinderen om bij hun leervragen uit te komen. Basiscommunicatie, begeleide intervisie, reflectiegesprekken met kinderen, portfolio zijn aspecten van het leren van het team. Een aandachtspunt binnen ons team blijft het nakomen van afspraken. Dit gaan we ondervangen door het werken met de borgingsdocumenten: “zo hebben we het
21
Elke unit heeft wekelijks een unitoverleg. In de jaarplanning eens per
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
Mogelijke actiepunten
afgesproken!” Een ander aandachtspunt is de zorg binnen de units dat er risico bestaat op zich twee apart ontwikkelende teams. We zien het onderwijsconcept als een kader waarbinnen de afspraken (het concept) worden uitgevoerd. Elke unit voert dit uit op de manier die past binnen het kader en bij het team van de unit (pluriformiteit). Er kunnen dus beslist accentverschillen zichtbaar zijn, passend bij de erkende ongelijkheid van de units.
Onderwijsontwerp
Leren krijgt een heel andere dimensie zodra we leren niet meer benaderen als een proces van leerkracht naar leerling, maar als een proces waarbij leraar en leerling actief van elkaar leren Jij mag zijn wie je bent, je mag gelukkig worden. Je bent geen project of instrument! Dit is de missie van SBO De Lings. De school biedt onderwijs dat de ontwikkeling van kinderen steunt, doordat het betekenisvol is en tot betrokkenheid leidt (betekenisvol). De school streeft voor de kinderen, voor nu en in de toekomst, functionele/relevante kennis en vaardigheden na (zinvol). Het bovenstaande heeft uiteraard gevolgen voor de onderwijskundige inrichting binnen De Lings. Het team heeft gekozen voor het concept: “De SBO als Leerwerkplaats”. De woorden ‘betekenisvol’ en “zinvol” staan
We streven ernaar dat de functionele/relevante kennis en vaardigheden zijn afgestemd op de kerndoelen primair onderwijs. Vanuit de kerndoelen die zijn opgesteld voor het basisonderwijs maken wij een vertaalslag naar onze onderwijspraktijk. Dit doen we door middel van leer- en ontwikkelingslijnen van SBO de Lings, waarin het voor kinderen zichtbaar wordt waar ze qua ontwikkeling zitten en wat de volgende stap is. Dit wordt vertaald naar concrete doelen en vaardigheden .
22
twee weken een gezamenlijk overleg plannen waarin de units hun ontwikkeling delen. Gezamenlijke thema’s worden gepland.
Ontwerpaspect
Feiten
centraal in ons onderwijsconcept. Als onderwijs niet betekenisvol is, is er geen leren. Kinderen leren uit zichzelf altijd. Het leren is van kinderen, het onderwijzen is van leraren. Kinderen leren betekenisvol en leraren willen vooral zinvolheid. De spanning tussen betekenisvol leren en zinvol leren lossen wij op door een rijke leeromgeving aan te bieden. De SBO- school moet ervoor zorgen dat betekenisvol weer inhoud krijgt voor de kinderen. Gereedschappen voor betekenisvol leren zijn naast de rijke leeromgeving: 1. de dialoog , het gesprek met het kind 2. uitnodigende en betekenisvolle activiteiten 3. instructie
Reflectie
Het kind zelf maakt nadrukkelijk onderdeel uit van dit proces. Reflectiegesprekken, leergesprekken en het portfolio maken eigenaarschap van het kind zichtbaar.
Betekenisvol is voor de kinderen komen tot leren vanuit een betekenisvolle context. Het zinvolle houdt verband met de inhoud van ons onderwijs: dat waar onze opdracht ligt! Door de diverse gesprekken met de kinderen worden ze eigenaar van hun leerproces. Ze krijgen zicht op waar ze zich bevinden binnen het leerproces en leren dat ze zelf stappen moeten zetten om verder te ontwikkelen. In de jaarlijkse leerling-besprekingen (voortgangsrapportage) komt ook steeds meer naar voren dat binnen dit onderwijsconcept meer kinderen eigenaar worden van hun ontwikkelingsproces, ze gaan leervragen stellen.
Hierin past het huidige kijken naar kinderen vanuit de handelingsgerichte procesdiagnostiek, nl. het denken in en zoeken naar kansen voor kinderen, uitgaan van de mogelijkheden van de kinderen. Dit is het uitgangspunt van het team in relatie met het bovenstaande
Voor onze kinderen zijn lezen taal (spelling) en rekenen de speerpunten voor hun ontwikkeling. Hier ligt de focus van onze opbrengstgerichtheid. Binnen de unit wordt expertise van leerkrachten op deze punten ingezet.
Werken met workshops: De voorbereide leeromgeving is rijk, voorbereid, veilig en geordend. De voorbereide leeromgeving is de basis van onze school. Hier kiezen kinderen steeds die activiteiten die hun leren en ontwikkeling op
Leerkrachten werken niet met methodes, maar geven de lessen vorm vanuit de leerlijnen. Dit heeft als nadeel dat er meer tijd nodig is voor voorbereiding, maar als
23
Mogelijke actiepunten
De gesprekken met de kinderen consequent vastleggen in eduscope / leer en ontwikkelingslijnen SBO De Lings invullen in gesprek met kinderen, korte notitie in eduscope. Leer en ontwikkelingslijnen kinderen op een vaste plek op het netwerk voor iedereen in te zien. Onderzoeken hoe de expertise van de leerkrachten unitoverstijgend ingezet kan worden
Leerlijnen gebruiken in het ontwerpen van de thema’s uit de kernconcepten; activiteiten in het thema zijn gebaseerd op de leerlijnen en worden vertaald in een individueel
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
gang houden. Rijk betekent dat er voor verschillende kinderen betekenisvolle activiteiten te doen zijn. De omgeving is plezierig en uitnodigend om er te zijn. Voorbereid wil zeggen dat er bij de inrichting rekening is gehouden met de leeftijd en ontwikkelingsfase van het kind en dat de leraren hebben ingebracht wat zij zinvol vinden en wat aansluit bij de belevingswereld van de kinderen.
voordeel dat de leerkrachten gedwongen zijn om bij de voorbereiding na te denken over hoe zij tegemoet komen aan de verschillen tussen de leerlingen. Vanuit de European Agency for special needs and inclusive education is onderzoek gedaan naar de succesfactoren voor inclusief onderwijs (Meijer et al.,1998, 2003).In deze onderzoeken komt een aantal factoren naar voren die sterk bevorderend werken voor inclusief onderwijs, waaronder: “Heterogeen groeperen en een meer gedifferentieerde aanpak in het onderwijs zijn noodzakelijk en effectief in het omgaan met een verscheidenheid aan leerlingen in de klas. Gerichte doelen, alternatieve manieren voor het leren, flexibele instructie en het afzien van homogene groeperingsvormen bevorderen inclusief onderwijs.
De dialoog staat centraal in de ontmoeting met het kind. Hiermee bedoelen wij het gesprek dat leraren hebben met kinderen om hun leren/ontwikkeling te stimuleren. Instructie blijft belangrijk binnen De Lings. Instructie wordt ingezet om kinderen die vaardigheden te leren die zij in de context, bij hun activiteiten in de leeromgeving niet voldoende – snel - kunnen leren. Binnen De Lings werken kinderen van verschillende leeftijden met elkaar. Kinderen ontmoeten elkaar in de mentorgroep en binnen de unit. Ze komen elkaar tegen binnen het aanbod van de workshops en in de stilte / samenwerkruimte. Kinderen hebben een eigen, mentorgroep met een vaste leraar (mentor). Hier wordt aandacht besteed aan lezen, rekenen, schrijven en spelling, er zijn sociale contacten, er is aandacht voor actualiteit, sociale vaardigheden e.d. De functie van de mentorgroep is lerende (hier wordt geleerd), een sociale (hier vindt ontmoeting plaats) en een organisatorische (hier
24
Mogelijke actiepunten
plan of groepsplan.
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
wordt gepland). De functie van de mentor is om te zorgen voor contact en nabijheid voor de kinderen. De mentor is de eerstverantwoordelijke voor het volgen en plannen van de ontwikkeling van het kind. De mentor is verantwoordelijk voor de (ontwikkelings)informatie en communicatie over het kind. Ook naar de ouders. Binnen De Lings houden we rekening met de ontwikkelingsleeftijd van de kinderen door te werken in twee clusters: Een voor kinderen van 4 t/m 7-8 jaar en een voor de kinderen van 7-8 t/m 12-13 jaar. Voor de kinderen die De Lings gaan verlaten naar het vervolgonderwijs worden apart momenten en ruimtes gecreëerd om aandacht te besteden aan specifieke schoolverlatersactiviteiten. Logopedie heeft vooral de functie van taalondersteuning, taalontwikkeling voor de kinderen. De logopedist is de verbindende schakel hierin. Een dag voor kinderen binnen De Lings, ziet er als volgt uit: 08.30-08.45 08.45-09.00 09.00-09.15 09.15-10.15 10.15-10.30 10.30-11.30 11.30-12.15 12.15-13.15 13.15-14.00
inlooptijd, leeskwartier unit beneden dagopening planning en mentor groep pauze (leeskwartier unit boven) betekenisvolle mentortijd eerste ronde workshops eten in de mentorgroep- pauze tweede ronde workshops
Mogelijke actiepunten
Binnen het onderwijsconcept hebben we gekozen voor een andere manier van informatie naar de ouders die past in het concept: Een keer in de zes weken is er de mogelijkheid voor een oudergesprek over de ontwikkeling van het kind. Ouders kunnen hiervoor intekenen, De rapportage aan ouders is inhoudelijk ingrijpend gewijzigd schooljaar 2014/2015) en afgestemd op het onderwijsconcept. Kinderen bepalen samen met hun mentor hoe hun portfolio eruit komt te zien. Ze vullen in gesprek met de leraar de ontwikkelingslijnen van de Lings in. Kinderen komen samen met de ouders op gesprek.(dit geldt niet voor de jongste kinderen) Kinderen leren reflecteren en zijn eigenaar van hun eigen ontwikkeling. Het jaar wordt opgedeeld in 4 stukken en per blok krijgen een aantal kinderen hun portfolio mee naar huis. In de mentorgroep werken de kinderen aan lezen (inclusief
25
Borgingsdocument m.b.t. ontwikkelingsportfolio / vooral werkwijze enz.
Ontwerpaspect
Feiten
14.00-14.45 14.45-15.15
Reflectie 3e ronde workshops afsluiting mentorgroep
Beschrijven plannen Beschrijven mentortijd Beschrijven workshop De kinderen van 4 t/m 8 jaar werken binnen de jonge kindgroep . De jonge kindgroep werkt op dezelfde manier, maar dan in een kleinere omgeving met minder kinderen en meer volwassenen, zodat er voldoende tegemoet kan worden komen aan de behoefte van veiligheid en leerkrachtnabijheid. Door kinderen te observeren en in gesprek te gaan met kinderen, bieden de leerkrachten activiteiten aan die betekenis hebben voor het kind en sluiten ze aan bij de zone van naaste ontwikkeling.. Spel is hierbij de leidende activiteit. In deze groep zie je de overgang van spelen naar spelend leren. Er wordt gewerkt a.d.h.v. een thema dat aansluit bij de belevingswereld van de kinderen/of dat nodig is voor de ontwikkeling van de kinderen. Te denken aan seizoen gerelateerde thema’s, feesten e.d.. Hierbij rekening houdend met de kernconcepten. Het aanbod rondom lezen houdt in dat er gewerkt wordt met signaalwoorden passend bij het thema. In de jonge kind groep wordt gewerkt met kleuters en aanvankelijk leerders. Instructies (rekenen en lezen) worden door de leerkrachten gegeven tijdens de gesplitste kringmomenten en de verwerking vindt plaats tijdens de werkmomenten. Tijdens werken is er begeleidt aanbod, werk op
begrijpend lezen), spelling, rekenen. In het laatste mentorgroep uur, wordt gereflecteerd op het werken vooruitgekeken (planning) naar de volgende dag en aandacht besteed aan sociaal emotionele ontwikkeling. Kinderen hebben een voor hun overzichtelijk en hanteerbaar planformulier nodig voor het uitwerken en uitvoeren van de plannen. Een groep kinderen waarvoor het moeilijk is zelf een keuze te maken, of waarvoor het kiezen gevoelens van onveiligheid (ASS) met zich meebrengt, plant samen met de mentor hoe de week eruit zal komen te zien.
Voor spelling wordt de methode ‘Staal” als leidraad gebruikt, voor rekenen de methode “rekenwonders’
26
Mogelijke actiepunten
Actieplan SCOL
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
keuze (m.b.t. rekenen en lezen), weektaak. Er wordt gewerkt met een kiesbord waarop werk gehangen wordt waar kinderen uit kunnen kiezen. Het kiesbord is onderverdeeld is 3 vlakken, kleuters – aanvankelijke leerders – gevorderde aanvankelijk leerders. De aanvankelijk leerders krijgen dagelijks leesaanbod en 2-3 keer per week rekenaanbod, tijdens de kringen en/of werkmomenten. Kleuters krijgen aanbod m.b.t. voorbereidende activiteiten zoals, prentenboeken, verteltafel, letterkastje, rekenkastje. Maar ook vaardigheden als knippen, plakken, tekenen, zelfredzaamheid. Een dag voor kinderen binnen de Lings, die werken binnen de jonge kind groep ziet er als volgt uit: 08.30-08.45 inlooptijd, 08.45-09.30 1ste werkronde 09.30-09.45 fruit eten 09.45-10.15 buiten spelen 10.15-11.00 (gesplitste) kring 11.00-11.45 2de werkronde 11.45-12.45 buiten spelen - lunchpauze 12.45-13.15 kring 13.15-14.00 workshopsronde met de unit 14.00-14.30 buiten spelen 14.30-15.15 mentorgroep Op dinsdag- en donderdagmiddag sluiten de jonge kinderen aan bij de workshopronde in de unit. Op maandagmiddag gaan de jonge kinderen naar de speelzaal. Op woensdag en donderdag start de jonge kindgroep met gym en vervalt er die dagen 1 werkmoment.
27
Mogelijke actiepunten
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
Leereffecten zijn het grootst als er een samenspel is van theorie en praktijk. Vooral als het leren vanuit de actie ontstaat door middel van reflectie, verdieping en verankering. Zo vormt de beleving een wezenlijk onderdeel van het leren en wordt het leren betekenisvol. Leren=werken en werken=leren Bij de keus voor de kanteling is dit een 100% keus geweest vanuit het team: Betekenisvol onderwijs, veel studiedagen, veel uitwisselingen en beslissingen: DUS ONS CONCEPT!
Pedagogische huisstijl
Respect voor iedereen en speciaal voor de kinderen is de basis van ons handelen naar en begeleiden van de kinderen. De visie op het pedagogisch concept is nadrukkelijk verweven in ons onderwijsconcept. Vanuit het respect voor kinderen is het leren “loslaten” van het oude denken: “wij weten wat goed voor je is” een kernpunt. Ook de keus voor heterogene groepen is gebaseerd op het respect voor de kinderen. We gaan daarbij uit van onze missie: jij mag er
28
Mogelijke actiepunten
Ontwerpaspect
Feiten
zijn. Dit houdt in dat jij mag zijn wie je bent; dus accepteren wij jou binnen De Lings zoals je bent. Binnen ons onderwijsconcept is er veel aandacht voor het sociaal emotioneel welbevinden van kinderen. Dit is de basis, en vanuit een goede basis kan een verdere ontwikkeling vorm gegeven worden. Binnen onze school werken we met heterogene groepen. Het samen leren van elkaar wordt versterkt binnen deze heterogene groepssamenstelling. We zijn allemaal verschillend, houden rekening met deze verschillen en hebben respect voor het anders zijn van elkaar. Belangrijk hierin is het gesprek tussen leerkracht en kind en tussen kinderen onderling. Dit gesprek vindt plaats op basis van wederzijds respect. Je bent verantwoordelijk voor wat je zegt. Het is belangrijk dat we de kinderen kennen. Het is de taak van iedere leerkracht zich hiervoor open te stellen. Het is onze taak om oordeel vrij de relatie met ieder kind aan te gaan en te geloven in de ontwikkelkracht van ieder kind. Ieder kind heeft het potentieel in zich om zich te ontwikkelen en dat hoort bij iedere ontmoeting voorop te staan. Dit houdt in dat je als onderwijsprofessional hoge verwachting hebt van kinderen. Aangezien wij als school de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen heel belangrijk vinden heeft dat consequenties voor hoe we ons onderwijs inrichten. Kinderen geven zelf mee richting aan hun ontwikkeling. Dat houdt in dat ze zelf leren om keuzes te maken. Wat is goed voor mij? Wat is
Reflectie
De basis van de jaarlijkse leerlingbespreking is het model Handelingsgerichte procesdiagnostiek (HGPD). Het hele document noemen wij het ontwikkelingsperspectief (OPP) Dit model sluit nauw aan bij de pedagogische huisstijl van De Lings, gaat uit van het denken in kansen voor kinderen (pedagogisch optimisme). voor kinderen (pedagogisch optimisme). Binnen HGPD worden doelen lange en korte termijn geformuleerd, handelingssuggesties gegeven en het onderwijsperspectief voor het kind geformuleerd.
29
Mogelijke actiepunten
Er komt steeds meer verbinding tot stand tussen HGPD en het nieuwe onderwijsconcept. Aandacht blijven schenken aan het operationeel formuleren van de korte en lange termijndoelen. Daarnaast is het van groot belang dat deze doelen passen binnen het uitstroomprofiel dat voor de leerling is vastgesteld. Het vaststellen van een uitstroomprofiel kan op het moment dat een kind goed gewend is aan ons onderwijs, weer zin heeft om naar school te komen en wij zicht hebben hoe de leerontwikkeling van het kind verloopt. Hierin kunnen toetsen helpend zijn, maar zijn zeker niet alles zeggend of bepalend.
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
de volgende stap die ik te leren heb. Deze keuzes maken ze samen met hun mentor aan de hand van de leerlijn sociaal emotioneel die onze school ontworpen heeft. Voor de kinderen uit de jonge kind groep is dit anders. Voor hen is het nog erg moeilijk om naar zichzelf te kijken m.b.t. de sociaal emotionele ontwikkeling. Zij zijn nog meer egocentrisch en hebben nog hulp nodig om hun eigen handelen/gedrag te leren kennen en benoemen. Door regelmatig gesprekken te houden met de leerkracht krijgt een kind beter zicht op zijn ontwikkeling en wordt het uiteindelijk eigenaar van zijn eigen leren hierin. Dit is geen vrijblijvendheid. Wat afgesproken is wordt ook uitgevoerd. Hierbij is de veiligheid van een ieder belangrijk. Er zijn een aantal regels en afspraken die zowel door leerkrachten als door de kinderen gehanteerd en gerespecteerd zullen moeten worden. We gaan hierbij uit van eigenaarschap, relatie, competentie en autonomie. Leerkrachten zullen zicht moeten hebben op de verschillen tussen kinderen en hiermee rekening houden bij de inrichting van de leeromgeving, de groepssamenstelling en de benadering van kinderen. Helder zicht op kinderen: het is belangrijk dat de leerkracht onbevooroordeeld naar kinderen kan kijken. De leerkracht moet naar het kind kunnen kijken als heel mens, dus niet als verzameling onderdelen of functies. De leerkracht ziet het kind als een zich ontwikkelend wezen, dus niet als
30
Mogelijke actiepunten
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
belemmerd. Het altijd aanwezige ontwikkelingspotentieel van kinderen moet voorop staan, niet hun achterstand of problemen. Leerkrachten dienen hoge verwachtingen van het kind te hebben. Alleen wanneer leerkrachten helemaal aanwezig kunnen zijn, zijn zij in staat helder te zien wat de kinderen, met wie zij verkeren op dat moment, nodig hebben en weten zij wat hen te doen staat. De pedagogische ruimte: de pedagogische ruimte binnen De Lings is in de eerste plaats gericht op ontwikkeling, kansen biedend, ruimte scheppend. Deze pedagogische ruimte die vorm krijgt in een voorbereide leeromgeving is echter niet onbegrensd. De grenzen worden bepaald omdat er een minimale veiligheid geboden moet worden. In de voorbereide leeromgeving moet vermeden worden wat ontwikkeling schaadt. Niet alleen aan de materiële kant van de voorbereide leeromgeving worden eisen gesteld, ook aan de sociale kant: deze kant wordt bepaald door een aantal grondregels die door volwassenen en ook door kinderen gehandhaafd moeten worden. Een ander aspect van de pedagogische ruimte is dat er plaats en erkenning moet zijn voor zich verschillend ontwikkelende kinderen. Dit betekent dat de leerkracht zicht moet hebben op relevante verschillen en daarmee rekening houdt bij de inrichting van zijn leeromgeving en de benadering van de kinderen. De drie basisbehoeften: relatie, competentie en autonomie zijn de toetssteen voor de benadering. Kindermishandeling, kinderverwaarlozing zijn
Kindermishandeling is – terecht – een actueel thema. Ook binnen De
31
Mogelijke actiepunten
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
zaken die zich voordoen. Er is een protocol opgesteld hoe te handelen bij signalen van kindermishandeling. Alle leerkrachten zijn hiervan op de hoogte.
Lings worden we hiermee geconfronteerd. We zien het als onze verantwoordelijkheid om bij signalen van kindermishandeling in actie te komen in het belang van het kind. Hiervoor is het protocol m.b.t. het handelen bij signalen van kindermishandeling opgesteld.
Verschillende malen wordt in dit schoolplan het woord eigenaarschap genoemd. Eigenaarschap impliceert o.a.: verantwoordelijkheid nemen en dragenaanspreekbaar zijn op het eigen handelen en resultaten- mee ontwikkelen en innoveren- open staan voor anderen en hen erbij betrekkenoptimist zijn (denken en handelen vanuit kansen en mogelijkheden)- oog hebben voor de eigen uniciteit en die van anderen- eigenaar zijn houdt ook in: anderen eigenaar laten zijn.
Mogelijke actiepunten
We gaan uit van de ontwikkelkracht die in elke persoon aanwezig is. Dus ook mogelijkheden om zelf verantwoordelijkheid te dragen en de eigen ontwikkelingsweg af te leggen en steeds meer zichzelf te worden. Dit bepaalt ook de keuze voor een pedagogisch klimaat waarin begrippen als relatie, competentie en autonomie van cruciale betekenis zijn. Voor de leerkracht of begeleider maakt dit, dat hij/zij dient uit te gaan van vertrouwen uitdaging en ondersteuning. Door eigenaarschap te nemen kan hij/zij het ook aan kinderen geven.
Sociaal emotionele Ontwikkeling
Voor veel kinderen binnen de Lings staat de sociaal emotionele ontwikkeling onder druk. Dit
Voor onze kinderen is een geschikte benadering wenselijk met betrekking
32
SCOL is ingevoerd in het schooljaar 2011-2012. Groepsplannen maken
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
kan in verband staan met kindfactoren of met de situatie waarin het kind zich op dat moment bevindt. Dit vraagt een specifieke afstemming en een kindgerichte benadering.
tot de sociaal emotionele ontwikkeling. De methode PAD (Programma Alternatieve Denk strategieën) werd hiervoor gebruikt in de mentorgroepen. Binnen het werken met de units moet een nieuwe keus gemaakt worden. Voor een kleinere, specifieke groep zal een methode, aanpak op groepsniveau onvoldoende zijn. Voor deze kinderen is bv. een op hun afgestemde sociale vaardigheidstraining wenselijk. Dit kan niet binnen de formatie van De Lings uitgevoerd worden. Voor kinderen die meer aangewezen zijn op bv. een agressie-regulatietraining verwijzen we ouders en kind naar bv. de Mutsaersstichting. De jaarlijkse voortgangsbespreking (multidisciplinair) geeft door middel van HGPD een goed beeld van de sociaal emotionele ontwikkeling van het kind en het geeft de leerkracht handreikingen hoe “morgen” te handelen. Aangezien het cyclisch wordt gebruikt is de sociaal emotionele ontwikkeling van het kind ook goed “terug te lezen”. De opbrengsten hiervan maken nog te weinig onderdeel uit van de jaarlijkse voortgangsbespreking en van de PDG’s.
33
Mogelijke actiepunten
hier onderdeel van uit.
Heroverweging PAD
Indien, formatief mogelijk, zal onder begeleiding van de orthopedagoog sociale vaardigheidstraining aangeboden worden. In eerste instantie voor de kinderen die naar het voortgezet onderwijs gaan. Voor de andere kinderen die aangewezen zijn op een dergelijke training, waarvoor wij niet de ruime hebben geven we de ouders een advies richting extern aanbod. De gespecialiseerde onderwijsassistent biedt individueel of in kleine groepjes een vaardigheidstraining aan. Dit voor kinderen, waarvoor de commissie van begeleiding de noodzaak heeft vastgesteld in een leerlingbespreking.
Opbrengsten SCOL in de leerlingbesprekingen/OPP meenemen
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
Actief burgerschap
Als school werken we aan de vorming van leerlingen tot betrokken burgers. Burgerschap is een nieuw sleutelwoord hiervoor. Begin 2006 is wettelijk vastgelegd dat scholen actief burgerschap en sociale integratie moeten bevorderen. Burgerschap dient herkenbaar te zijn in de school.
Binnen De Lings wordt impliciet aandacht besteed aan actief burgerschap door: - sociale gedragscodes leren door op een respectvolle manier samen te leven in de school (sociale vorming/mentorgroep) - kennis opdoen van de principes van onze democratie en daar meningen over vormen (workshops/thema’s) - een eigen levensovertuiging leren vormen om vanuit eigen identiteit te kunnen deelnemen aan de samenleving (o.a. workshops/mentorgroep); - kennis verwerven van en ontmoetingen stromingen en mensen met andere overtuigingen (workshops/thema’s); - bewustzijn ontwikkelen van de eigen sociale omgeving en daar zorg voor ontwikkelen ; - leren wat het betekent om Europees wereldburger te zijn (workshops/thema’s); Uiteraard komen bovenstaande activiteiten verweven voor in de activiteiten in de mentorgroepen, de
34
Mogelijke actiepunten
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
Mogelijke actiepunten
workshops en in de dagelijkse omgang met elkaar. We werken met de KPC kernconcepten, waarin burgerschap integraal is opgenomen.
Gedragsproblemen
We zien en ervaren als school een toename van kinderen met een verstoorde sociaal emotionele ontwikkeling. Dat houdt in dat we meer verschillende en steeds vaker te maken hebben met kinderen die ander gedrag laten zien. Dit kan voortkomen uit een ontwikkelingsstoornis, een overvraging op leergebied of een opvoedingssituatie.
De verdichting van de problematiek van de kinderen brengt met zich mee dat er bij een aantal kinderen sprake is van gedragsproblematiek, a.g.v. een ontwikkelingsstoornis, voortkomend uit de opvoedingssituatie e.v. Deze gedragsproblematiek kan van zeer indringende aard zijn. Soms worden leerlingen en medewerkers agressief benaderd door een leerling, ook komt het voor dat er bedreigingen door ouders worden geuit. In kwantiteit is de gedragsproblematiek vanuit lijdensdruk afgenomen. De gedragsproblematiek die zich voordoet is veel forser, diep indringend. Het zich voordoen van deze problematiek komt voort uit de verbreding van de doelgroep, vanuit passend onderwijs en omdat we dit als team willen en kunnen. We moeten nauwkeurig de ontwikkeling van de kinderen volgen om te
35
Inzetten SCOL en de interactiewijzer (jonge kind)
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
Mogelijke actiepunten
voorkomen dat we “te lang doorgaan” met een kind. Dit is onze valkuil. Er is een protocol zorgvuldig handelen bij conflicten opgesteld, dat daadwerkelijk een functie heeft. Bij bedreiging van personeel, zeker door ouders wordt altijd aangifte gedaan. Het consequent toepassen door de leerkrachten van de afspraken rond gedrag is een terugkerend bespreekpunt. Didactisch ontwerp
Het didactisch ontwerp is gebaseerd op opvattingen over de inhoud van het onderwijs: het curriculum. Ordening is van belang, niet lineair, maar concentrisch. Zicht op de ordening van de inhoud is van belang om de ontwikkeling van de kinderen te kunnen vaststellen. De ordening van het curriculum bepaalt de manier waarop leerkrachten naar kinderen kijken. Kinderen maken hun eigen leerontwikkeling door. Vanuit het recht op een unieke individuele ontwikkeling, is de meetlat niet de gemiddelde ontwikkeling. We volgen en stimuleren de ontwikkeling van kinderen. Ze ontwikkelen zichzelf, dit kun je niet versnellen of bijspijkeren. Dit houdt in dat we om kunnen gaan met verschillen en dat leerkrachten recht doen aan die verschillen en daarop afstemmen. We gaan daarbij juist uit van de verschillen tussen kinderen. We maken gebruik van de verschillende talenten die
Vanuit actie, reflectie en verdieping en verankering, wordt ons concept continu aangescherpt. We hebben – samen met het kind een goed beeld van de didactische ontwikkeling van het kind. Dit is het uitgangspunt van het leergesprek met het kind. Samen met het kind worden de volgende stappen besproken. Het kind wordt hierdoor eigenaar van zijn ontwikkeling. Kinderen zelf vragen ook steeds vaker voor een leergesprek. Het voeren van een
36
Blijvend aandacht geven tijdens teambijeenkomsten.
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
kinderen hebben en het tempoverschil waarmee ze werken. Dit houdt ook in dat we binnen ons onderwijs methodes niet leidend laten zijn. De methode wordt ingezet om het kind te volgen en niet het kind volgt de methode. Dit houdt in dat de leerkrachten het totale curriculum van het onderwijs moeten kennen. Hiervoor zijn de kerndoelen leidend voor de leerkracht bij de inrichting van hun onderwijs. De methode wordt hierbij als bron of als onderdeel van gebruikt. Voor spelling (Staal) is afgesproken dat voor houvast de methode gevolgd wordt. Voor de schoolvakken heeft de Lings leerlijnen ontworpen. Deze geven zowel kind als leerkracht inzicht in waar het kind zich in zijn leerontwikkeling bevindt. Samen wordt de volgende stap bepaald. Hierdoor wordt eigenaarschap gegeven aan het kind. Het kind krijgt meer en meer zicht op zijn eigen leren en kunnen en waar het in de toekomst naar toe wil. Werken in de mentorgroep; thema’s aan de hand van kernconcepten en workshops.
leergesprek was in het begin lastig voor de mentoren. Hoewel leerkrachten zijn opgeleid voor het onderwijzen aan kinderen, is het voeren van een leergesprek iets heel De ontwikkelgesprekken spelen hier anders dan het geven van instructie. een belangrijke rol is. Uitbouwen Het houden van een leergesprek is naar unit-ontwikkelgesprekken. samen zoeken, naar wat de beste volgende leerstappen voor het kind zijn, waarbij je als mentor een evenwicht dient te vinden tussen wat jij vindt dat het beste is, wat (en waarom) het kind dat vind. Dit vraagt afstemming, echtheid en vakmanschap dat alleen in de praktijk te leren is.
De traditionele vakken als lezen, rekenen en spelling komen ruimschoots aan bod binnen ons onderwijs. Als school hebben we afgesproken dat ons onderwijs voor 75% open is en 25% gesloten. Dit houdt in dat kinderen in hoge mate zelf kunnen bepalen wat en hoe zij leren. Er zal altijd geprobeerd worden dit op een betekenisvolle manier aan bod te laten komen voor kinderen. We volgen de didactische ontwikkeling van kinderen op 2 manieren. De traditionele manier door middel van afname van niet methode gebonden toetsen.
Mogelijke actiepunten
We hebben de afgelopen jaren ervaring opgedaan in het werken met kernconcepten van KPC. Deze kernconcepten vormen het uitgangspunt van de thema’s. Binnen de unitbrede overleggen het 75%-25% streven bespreken
37
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
Mogelijke actiepunten
En volgens een minder traditionele manier; de didactische ontwikkeling van kinderen in kaart brengen aan de hand van de didactische leerlijnen van de Lings. Beide middelen worden gebruikt om het kind te volgen in zijn eigen ontwikkeling en het onderwijs hierop af te stemmen. We geven de leerontwikkeling weer in DLE’s, dit sluit prima aan bij de eisen die de overheid aan ons stelt. Uitgangspunt van ons didactisch concept is het sociaal constructivisme: - mensen en dus ook kinderen maken hun eigen kennis; - leren gaat beter in een sociale context, gesprek bevordert leren en brengt afstemming tot stand. Voorwaarde om te leren is dat de inhoud betekenisvol is voor het kind. Het leren moet hier en nu van belang zijn (actueel) voor het kind; - leren vindt vooral plaats in een voor het kind betekenisvolle context; - leren en ontwikkeling verlopen discontinu, leren gaat in sprongen. Het werken in thema’s binnen de ateliers maakt deel uit van ons concept: - thema’s richten de aandacht van de kinderen. De mogelijkheid dat de kinderen betekenisvolle activiteiten kunnen kiezen neemt toe; - thema’s geven richting aan de inrichting van de leeromgeving; - thema’s geven de mogelijkheid zinvol (leeressenties) en betekenisvol aan elkaar te verbinden;
Kinderen zijn nu veel meer eigenaar van hun ontwikkeling. Zij vragen om instructie, komen met leervragen bij de mentor en zijn meer competent. Binnen eigenaarschap valt ook verantwoorden aan.. Wij vragen kinderen zich bij bepaalde keuzes zich te verantwoorden. Aan ons is het dan aan het kind aan te geven hoe wij daar over denken. Aangezien wij de verantwoording hebben voor de ontwikkeling van het kind (binnen onze school wordt nu eenmaal geleerd) komt het bv. voor dat wij vinden dat instructie nu aan de orde is.
We volgen de didactische ontwikkeling van de kinderen nog op de traditionele manier met een LVS dat is gebaseerd op DLE’s. Hierdoor krijgen we een goed beeld van de ontwikkeling van de kinderen en van de ontwikkeling van ons
38
Sinds 2010 is het mogelijk de resultaten die in eduscope worden ingevoerd te koppelen aan een gemiddelde ontwikkelingslijn (ontwikkelingsperspectief). Deze kan sinds 2011 ook per vakgebied zichtbaar worden gemaakt. Dit is een actie, gekoppeld aan het HGPD die
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
thema’s bieden de mogelijkheid voor gezamenlijke belevenissen en ervaringen. Een thema moet voldoen aan de volgende eisen: - er moet langdurig aan gewerkt kunnen worden; - het thema moet rijk zijn, veel verschillende mogelijkheden bieden; - het thema moet aantrekkelijk zijn voor veel verschillende kinderen; - het thema komt voort uit de dialoog met de kinderen, zij zijn er a.h.w. eigenaar van. Uitnodigende activiteiten zijn ook een wezenlijk onderdeel van het concept. Uitnodigende activiteiten zetten kinderen op het spoor van leeractiviteiten die ze al dan niet kunnen kiezen. Deze activiteiten zijn erop gericht de keuzemogelijkheden van de kinderen uit te breiden en richting te geven. De dialoog: hier gaat het om (leer)gesprekken waardoor kinderen gestimuleerd worden te leren. Afhankelijk van de situatie zullen de gesprekken een verschillend karakter hebben. Instructie vindt plaats als kinderen erom vragen of als de behoefte eraan in de dialoog aan de orde is gesteld. Deze behoefte kan ook vanuit de leerkracht komen. Instructie is altijd: op maat, kortdurend en op individuen of kleine groepen gericht.
concept. We kiezen bewust voor een LVS met DLE’s. We hebben hierdoor goed zicht op de leerontwikkeling van de kinderen. Het LVS DLE sluit ook goed aan bij de eisen die door de overheid (RVC) gesteld worden aan de onderwijskundige gegevens voor de schoolverlaters.
-
Na de doorontwikkeling van ons concept, zien we dat kinderen zich meer ontwikkelen op didactische vakken. Dit mede, doordat er binnen de units beter zicht is op wat kinderen nodig hebben. In de jonge kindgroepen wordt op basis van observatie, dialoog, (ontluikende geletterdheid) bepaald waar de kinderen instappen in het aanvankelijk leren. Het kan zijn dat kinderen op 5 jarige leeftijd hiermee starten en ook kinderen op 7 jarige leeftijd. Het leren vindt vooral plaats in een betekenisvolle context. We zien de laatste jaren een toename van kinderen met ernstige (niet enkelvoudige) dyslexie. Hiervoor werken wij nauw samen met de poli informatieverwerkingsstoornissen van de Mutsaersstichting.
39
Mogelijke actiepunten
uitgevoerd moet gaan worden.
In het schooljaar 2010-2011 is de methodiek van José Schraven schoolbreed ingevoerd. We zien bij de toetsweken een lichte stijging van de prestaties.
Ontwerpaspect
Onderwijsorganisatie
Feiten
Reflectie
Mogelijke actiepunten
De school telt acht heterogene groepen. Eén jonge kindgroep van maximaal 14 kinderen binnen de unit boven. De unit boven telt vier groepen en de unit beneden ook. Het onderwijs wordt in totaal verzorgd door 30 medewerkers (zie jaarplan). Een groot deel van de leerkrachten is parttime werkzaam. We streven ernaar niet meer dan twee mentoren in één groep te laten werken. Een onderwijsassistent is werkzaam in de jonge kindgroepen. Eén onderwijsassistent is speciaal (intern) opgeleid voor de uitvoering van speciale leerlingbegeleiding (voorheen LGF). De logopedist werkt vier dagen in de week en verzorgt hierbinnen ook de co-teaching (taalondersteuning) naar de basisscholen van de stichting.
De werktijdfactoren zijn door de loop der jaren nogal verschillend. Zodanig dat het lastig is deze bij de parttimers te combineren. Het komt voor dat in een week van een leerkracht met bapo, niet twee, maar drie verschillende leerkrachten in een groep werken. We vinden dit niet wenselijk maar dit is nu wel de realiteit. De nieuwe cao biedt hier naar de toekomst mogelijkheden
We zijn in het schooljaar 2012-2013 overgaan naar het Hoorns model. Hierdoor kunnen de combinaties mogelijk eenvoudiger zijn. We streven ernaar om op 1 september 2018 (of eerder) te starten met het vijf-gelijke dagenmodel
Ontwikkelingsperspectief Het ontwikkelingsperspectief maakt logisch deel uit van het HGPD. Binnen het HGPD zijn de belemmerende en compenserende factoren op de gebieden; lichamelijke ontwikkeling, gedrag, leren, schoolomgeving en gezin geduid. Vanuit deze belemmerende en compenserende factoren wordt de probleemverklaring geformuleerd, waarna de handelingsvoorstellen geformuleerd worden. In het HGPD hebben we korten en lange termijndoelen geformuleerd die in verbinding staan met het geformuleerde ontwikkelingsperspectief. 6 tot 8 weken na plaatsing van een leerling wordt een leerlingbespreking “inspreken” georganiseerd, waarbij we de start van de leerling bespreken. Ook worden korte en lange termijndoelen
Het ontwikkelingsperspectief geeft (nog meer) richting aan het handelen van de mentor. We streven ernaar om in elke leerlingbespreking “inspreken”, na plaatsing van een kind het ontwikkelingsperspectief te formuleren. Beschikken we over te weinig gegevens om een verantwoord perspectief te formuleren, wordt dit benoemd.
Bezien of het mogelijk is de geformuleerde didactische korte termijndoelen als doel zichtbaar te maken in het LVS eduscope
40
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
Mogelijke actiepunten
aangescherpt. De ouders en de school van herkomst worden hiervoor uitgenodigd.
Opbrengstgerichtheid
Eduscope
Handelingsplannen
We streven ernaar dat we samen met kind en ouders optimaal werken aan de totale ontwikkeling van het kind. Voor het leren betekent dit dat een kind bij het verlaten van De Lings een didactisch niveau heeft behaald passend bij zijn mogelijkheden. Dit streven maakt steeds deel uit van de bevraging binnen de voortgangsbespreking, de ontwikkelgesprekken met de leerkrachten en het formuleren van de korte termijndoelen. We zijn immers een onderwijsorganisatie. De korte termijndoelen zijn vooral gericht op de vakken lezen, rekenen en (taal)spelling. Dit zijn de vakken waarbinnen onze leerlingen zich het meest op didactisch vlak te hebben ontwikkelen.
Deze opbrengstgerichtheid brengt soms een druk met zich mee voor de leerkrachten.
Bespreken tijdens de voortgangsbespreking, tijdens de ontwikkelgesprekken
Eduscope is ons leerling administratiesysteem. Binnen eduscope “draait” ook de zorgmodule inclusief het LVS. Ook wordt hier het LVS DLE gevuld met de resultaten van de toetsweken. Op basis van het geformuleerde ontwikkelingsperspectief wordt hier een gemiddelde ontwikkelingslijn (uitstroomperspectief) zichtbaar gemaakt. De mentoren van de jonge kindgroepen plannen en volgen niet binnen eduscope maar in HOREB. Dit wordt apart binnen HOREB gedaan omdat HOREB en eduscope (nog) niet matchen. Handelingsplannen reflecteren de basisgedachte
Nadeel van het feit dat HOREB en eduscope niet samenwerken is dat de gegevens van de ontwikkeling van de kinderen steeds apart opgeroepen moeten worden.
Observaties worden weggeschreven in edsucope
41
Ontwerpaspect
ICT
Kwaliteitszorg PDCA
Feiten
Reflectie
van de klinisch-therapeutische aanpak, waarbij de individuele problematiek wordt losgeweekt uit de onderwijscontext. Afgezien daarvan is het extra merkwaardig dat al in 1984, dus voor de brede invoering van handelingsplannen, bij de eerste experimenten in Nederland (Blaauwboer&Pijl, 1984) werd vastgesteld dat handelingsplannen het gedrag van leerkrachten op de werkvloer niet beïnvloeden. Kortom: een weinig effectieve interventie ICT, de computer, maakt onderdeel uit van ons onderwijs. We kunnen het werken met de computer niet meer wegdenken. In elke groep wordt met computers gewerkt. De computers werken allemaal in een beveiligd netwerk. Kinderen werken aan de computer voor rekenen, lezen, spelling e.d. Drie groepen zijn uitgerust met smartborden en er zijn twee digiborden besteld. We streven ernaar dat elke groep beschikt over een smart/digibord. De computer wordt gebruikt voor de leervakken, en kinderen maken hiermee werkstukken en leren presenteren (powerpoint diploma). Goed onderwijs is onderwijs dat zich aanpast aan de eisen van de tijd en de omgeving. Goed onderwijs verandert. Deze veranderingen bereiken we door doelen te stellen. Deze doelen proberen we systematisch te bereiken en vervolgens te borgen. Hierop kunnen dan weer nieuwe verbeteringen gebouwd worden (vgl. actiereflectie-verdieping-verankering). Zo ontstaat een cyclisch proces waardoor de ontwikkelingen steeds naar een hoger niveau getilde worden.
Mogelijke actiepunten
Diagnosticerend onderwijzen blijkt effectiever. Diagnosticerend onderwijzen moet op de werkvloer geleerd worden
Het is een wens van alle mentoren om te kunnen beschikken en te werken met een smartbord in elke groep. Binnen de stichting willen we een inhaalslag maken. Eigenlijk zouden we het niet meer over ICT moeten hebben wanneer de computer onderdeel uitmaakt van het onderwijs.
De vijf kwaliteitsvragen, de PDCA cyclus en het handelen rond actie, reflectie verdieping en verankering, hebben onderling een verbinding die wij gebruiken om verder gestalte te geven aan onze kwaliteit. De thermometers van Kerobei zijn hierbij zowel ondersteunend als visualiserend. De thermometer van ambtelijke naar professionele cultuur
42
Leerkrachten nascholen in het werken met een digibord. Expertise binnen de stichting vragen.
De thermometers worden onderdeel van de personeelsgesprekken
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
Systematisch wil zeggen dat we met duidelijke procedures, instrumenten en criteria regelmatig de kwaliteit van het gehele onderwijs evalueren. Voor sommige kwaliteitsaspecten betekent dit dat we jaarlijks de kwaliteit bekijken (bv. de resultaten van de schoolverlaters), de jaarlijkse (evaluatie)studiedag, het schoolbezoek door het college van bestuur, meermalen per jaar tijdens de ontwikkelgesprekken, de groepsresultaten van de toetsweken, de gratis feedback van de bezoekende scholen, met grotere interval, de tevredenheidsonderzoeken en met betrekking tot het team de (ARBO) risico-inventarisatie en – evaluatie. Cyclisch duidt op het continue karakter van de opeenvolging van zelfevaluatie en verbeteringsactiviteiten. Het gaat daarbij onder meer om de wijze waarop we denken de zelfevaluatie en het verbetertraject het beste te kunnen realiseren. De jaarlijkse evaluatie van de smartplannen is hierin een belangrijk onderdeel.
is onderdeel van onze jaarlijkse studiedag geweest, alsook de beleidsthermometers van Kerobei.
Aan het begin van schooljaar 20152016 zullen de ouders, kinderen en personeel een tevredenheidsonderzoek ingevuld hebben.
43
Mogelijke actiepunten
Resultaten met het team bespreken, actieplan opstellen
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
Mogelijke actiepunten
Deze PDCA- cyclus staat centraal in de bepaling van ons beleid en onze verantwoording hierover de komende jaren. Hiervoor zullen we ook een aantal instrumenten gebruiken o.a. Thermometer Kerobei beleidsontwikkellijnen: de schoolontwikkeling op het gebied van leiderschap, onderwijsontwikkeling en de randvoorwaarden in beeld worden gebracht en waaruit acties naar voren komen; Thermometer leidinggevenden (Kerobei). Het MT kan zich hierdoor verantwoorden over de wijze waarop zij het leidinggevend vermogen van de school, de organisatie bevordert. Ook verantwoordt het MT hierdoor de eigen professionele ontwikkeling. Thermometer leer- en ontwikkelingslijnen competenties leraar primair onderwijs, waarmee de leraar zijn ontwikkeling en kaart brengt en zijn ontwikkeling verantwoordt;
In de thermometers wordt de ontwikkeling richting expertgedrag geduid. Er wordt echter geen ondergrens aangegeven
Thermometer van ambtelijke naar professionele cultuur waarin zichtbaar wordt waar het team in ontwikkeling is naar de professionele leergemeenschap. Borgingsdocumenten. De acties die we willen uitvoeren staan in het jaarplan van het betreffende jaar. De ervaring heeft geleerd dat wanneer we
44
Ondergrens leerkracht De Lings beschrijven
Ontwerpaspect
Professionele leergemeenschap
Feiten
Reflectie
willen dat een plan goed wordt uitgevoerd, we vooral niet te veel moeten plannen. Die plannen die we gaan uitvoeren worden in een 90 –dagen plan opgenomen. Op ongeveer 45 dagen van het proces wordt een balans opgemaakt en na uitvoering van het plan, implementatie wordt hiervoor een borgingsdocument opgesteld.
We hebben in het schooljaar 20142015 voor het eerst gewerkt met de 90- dagenplannen en de borgingsdocumenten. Dit is een goede manier van aanpak, procesbewaking en overzicht.
Kerobei, de stichting waartoe De Lings behoort, is een stichting die zich professioneel ontwikkelt en zich hierin laat leiden door het Rijnland denken. Professionele leer- en werkgemeenschappen zijn de kern van de ontwikkeling van de stichting. Zie voor verdere missie en visie van Kerobei het strategisch beleidsplan 2015-2018
We willen de verdere ontwikkeling van De Lings parallel laten lopen met de ontwikkeling van Kerobei. Binnen De Lings willen we verdere gestalte geven aan het werken in een professionele leer en werkgemeenschap ( de unit). In professionele leergemeenschappen worden immer meer duurzame resultaten bereikt. We willen hierbij de nadruk leggen op drie belangrijke elementen: - samenwerking en overleg tussen de professionals op school; - een duidelijke en permanente nadruk op onderwijzen en leren binnen die samenwerking; - het verzamelen van toets gegevens en andere gegevens om voortdurend de voortgang en eventuele
45
Mogelijke actiepunten
De plannen voor de komende vier jaren ook in de vorm van 90dagenplannen en borgingsdocumenten uitvoeren.
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
problemen te bepalen en op te reflecteren; Professionele leergemeenschappen leiden tot een sterke en meetbare verbetering in het leren van leerlingen. In plaats van snelle oplossingen die hooguit oppervlakkige en vluchtige veranderingen realiseren, zorgen zij voor duurzame verbetering, doordat binnen een professionele leergemeenschap die professionele vaardigheden en competenties worden ontwikkeld, die de school vooruitstuwen (Stoll, 199; King& Newmann, 1999). Een sterke professionele leergemeenschap zorgt voor een sociaal proces waarin informatie wordt omgezet in kennis. In dit proces worden kennis en attituden van de leerkrachten van een school samengebracht om te komen tot gezamenlijk leren en gezamenlijke verbetering.
Volgen leerlingen Zorgbeleid
Voor het zorgplan/zorgbeleid van De Lings zij verwezen naar het document zorgstructuur van De Lings en het ondersteuningsprofiel van De Lings
46
Mogelijke actiepunten
Ook aandacht aan regelmatig gezamenlijke unitoverleg
Ontwerpaspect
School en omgeving Vervoer
Feiten
Reflectie
De Lings is een streekschool. Kinderen uit Tegelen, Belfeld, Beesel en Reuver bezoeken onze school. De gemeente Venlo regelt en organiseert het vervoer voor kinderen naar en van De Lings. De gemeente Beesel heeft dit uitbesteed aan de gemeente Venlo. Ouders dienen een aanvraagformulier in te vullen dat ondertekend wordt door de school en opgestuurd naar de gemeente. In de regel wordt elke aanvraag toegekend. De gemeente heeft een afstandsgrens van 2 km ingevoerd.
De gemeente Venlo heeft gekozen voor de inzet van touringcarbussen voor alle kinderen van De Lings. In principe vindt dit plaats zonder begeleiding. De bus voor de kinderen van Reuver heeft wel extra begeleiding. Het vervoer is een blijvend punt van zorg. De Kinderen die met de bus meegaan zijn allen kinderen die noodzakelijk zijn aangewezen op speciaal basisonderwijs. Zij vragen specifieke afstemming. Een chauffeur alleen kan dit de kinderen niet bieden. Hij/zij dient zich te richten op zijn kerntaak, het veilig vervoeren van kinderen. Regelmatig is er sprake van conflicten tussen kinderen/ouders al dan niet onderling als gevolg van het busvervoer. Dit gaat ten kosten van veel tijd van de directie van De Lings. Het overleg met de gemeente over het vervoer loopt over het algemeen vrij stroef. Dit komt omdat vanuit De Lings wordt gehandeld vanuit kindbelang en de gemeente handelt vanuit financieel belang. De afstandsgrens belemmert sommige ouders in het willen plaatsen van hun kind op De Lings.
47
Mogelijke actiepunten
Onderhouden van contacten met de vervoerder en de gemeente. De ouders wijzen op hun ouderverantwoordelijkheid.
Kinderen die dit aankunnen aanmoedigen om met de fiets naar school te komen. Dit gebeurt altijd in overleg met ouders, (Vanuit de gemeente is het mogelijk dat vrijwilligers met kinderen meegaan als een soort van maatjesproject zodat kinderen veilig in kunnen oefenen en het daarna alleen kunnen. )
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
Informatie
Elke weekend wordt een interne info opgesteld die via email onder de teamleden wordt verspreid Dit om alle teamleden tegelijkertijd en gelijk te informeren over veranderingen, gebeurtenissen, afspraken, bezoeken e.d. In de personeelskamer hangt verder een publicatiebord voor de dagelijkse mededelingen. De ouders worden door middel van een weekbrief geïnformeerd d.m.v. Isy. Verder wordt – indien nodig – een kantelnieuwsbrief (ontwikkeLINGSnieuws) uitgebracht. Nieuwe ouders worden tijdens het adviesgesprek met de directeur geïnformeerd over de wijze van werken en het schoolconcept, een rondleiding maakt hiervan deel uit. De schoolgids vormt een belangrijke bron van informatie naar de ouders en derden.
Informatie en communicatie zijn van groot belang voor de samenwerking en uitvoering binnen het team. Het team i.c. de parttimers dienen gelijk geïnformeerd te worden c.q. informatie op tijd te krijgen.
De Lings kent een ouderraad. Deze ouderraad verleent hand- en spandiensten bij diverse activiteiten gedurende een schooljaar. Ook functioneert deze ouderraad als aanspreekpunt voor andere ouders. We zien de leden van de ouderraad als “ambassadeurs” van De Lings. De ouderraad komt ongeveer eens per twee maanden in vergadering bij elkaar om de komende activiteiten te bespreken en het onderwijs binnen De Lings. De teamleiders zijn afwisselend aanwezig op deze bijeenkomsten.
De hulp van de ouderraad is onmisbaar bij het uitvoeren van de (extra) activiteiten die plaatsvinden. We dienen ons ervan bewust te zijn dat investeringen door de ouders investeren in hun vrije tijd is. We moeten dit niet te vanzelfsprekend vinden en mogen dankbaarheid tonen. De ouders hebben een belangrijke rol gespeeld in bijstellingen van het onderwijsconcept.
Ouderhulp
Iedereen dient er verder van doordrongen te zijn dat het verkrijgen van informatie een wederkerigheid is. Je hebt recht op informatie en ook de verantwoordelijkheid om je zelf te informeren (eigenaarschap). Het opstellen van de interne info is een behoorlijke klus waar veel tijd in gaat zitten. De betrokkenheid bij het zelf vullen van de info is gegroeid bij de teamleden.
48
Mogelijke actiepunten
Ontwerpaspect
Personeelsbeleid
Feiten
Het personeelsbeleid van De Lings is het beleid zoals dat omschreven is in het beleidsplan van Kerobei. Het ontwikkelgesprek, meerdere malen per jaar, (voorheen functioneringsgesprek) vindt plaats tussen de teamleider en de leerkracht en/of met meerdere leerkrachten in de unit. Het beoordelingsgesprek wordt geleid door de directeur en vindt eens in de drie jaar plaats. Er zijn inmiddels ook thermometers ontwikkeld voor het onderwijsondersteunend personeel.
Reflectie
Aan het einde van een schooljaar is er een gezamenlijk “dankmoment” met de leden van de MR.
Gezamenlijk moment continueren
We vinden het belangrijk dat personeelsleden hun ontwikkeling delen met hun (of andere) collega’s. Deze ontwikkeling kan zichtbaar gemaakt worden door de eerder genoemde thermometers. Het ontwikkelgesprek vindt individueel plaats met de teamleider, of gezamenlijk in de unit. Dit is nog in ontwikkeling. In dit ontwikkelgesprek verantwoordt de leerkracht zijn ontwikkeling en vraagt hier reflectie op.
Vanuit individuele ontwikkelgesprekken wordt de vertaalslag naar ontwikkelgesprekken binnen de unit gemaakt. Hier trekken we de komende 4 jaar voor uit. Binnen de unit / school zal dan ook de uiteindelijke beoordeling liggen. De thermometers die gehanteerd worden binnen de stichting worden als uitgangspunt genomen, vanuit dat vertrekpunt worden er leer en ontwikkellijnen ontworpen voor de SBO leerkracht.
Onder het personeel is nu duidelijkheid over de nieuwe CAO Het werken en leren binnen de professionele leergemeenschap, geeft de kans tot reflecteren, spiegelen en ook confronteren.
Taakbeleid De functieverdeling is zoals beschreven in het RpBO.
Mogelijke actiepunten
De nieuwe cao is een lastig te begrijpen materie. Ook is niet duidelijk hoe lang deze cao geldig is.
49
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
Mogelijke actiepunten
Het team heeft gekozen voor het overlegmodel. De medezeggenschapraad heeft instemming verleend. Personeelszorg
Nascholing
Er is veel zorg en aandacht voor de personeelsleden. Werkdruk en werkbeleving zijn voortdurend onderwerp van gesprek. Dit ook in relatie tot de NJT. Vanuit Kerobei vinden regelmatig bijeenkomsten plaats van het SMT (sociaal medisch team), een samenwerking tussen de Arbodienst en Kerobei. Medewerkers kunnen hier zelf een afspraak maken of hiervoor uitgenodigd worden. Het ziekteverzuim onder het onderwijzend personeel is de laatste twee schooljaren fors gestegen tot ruim 10%. Ook het ziekteverzuim van het onderwijsondersteunend personeel is aan de hoge kant. De ziekteverzuimcijfers worden regelmatig door het bestuurskantoor aangeleverd.
De omvang van de middelen betreffende nascholing is zeer beperkt. We doen inmiddels geen beroep meer op begeleiding van BCO. De begeleiding door Alex van Emst bij de herijking van de visie is mede betaald door de collegascholen. Nascholing wordt bij voorkeur teamgericht ingekocht.
Analyse van het ziekteverzuim levert op dat er weinig werkgerelateerd ziekteverzuim is. De afwezigheid van een medewerker die bijvoorbeeld het hele schooljaar ziek is vanwege een ongeval laadt hoog op het percentage.
Vóór het begin van een schooljaar een overleg tussen directeur en personeelslid over de taken en ureninzet.
Ziekteverzuimcijfers goed blijven volgen.
We zijn zelf verantwoordelijk voor onze professionalisering. Deze professionalisering vindt deels plaats in de units en de Kerobei werkplaatsen. We zijn er ons van bewust dat binnen de stichting Kerobei ook veel expertise aanwezig is. Nascholing hoeft dus niet altijd bij derden ingekocht te worden. Zo hebben de administratieve krachten van Kerobei – waaronder de administratieve kracht van De Lings-
50
Binnen de stichting nagaan welke experts betekenis kunnen hebben voor onze vragen rond professionalisering.
Ontwerpaspect
financiën
Feiten
Reflectie
Ieder jaar wordt medio november de stand van zaken opgemaakt ten aanzien van de bestede financiën en de begroting met investeringen voor het nieuwe kalenderjaar. In toenemende mate blijkt dat de middelen die de overheid vanuit de lumpsum bekostiging beschikbaar stelt, achter lopen ten aanzien van de uitgaven die gedaan moeten worden. Dit zorgt voor een passen en meten binnen de materiële en personele middelen.
zelf een leerwerkplaats ingericht voor de verdieping van hun persoonlijke kwaliteiten in relatie tot hun werk om zo van elkaar te leren en kostenbesparend in ontwikkeling te blijven. De laatste jaren ervaren wij ook een lichte overschrijding van de begroting. Op personeel gebied lijkt de basisbekostiging stabilisatie met zich mee te brengen. De uitgaven van nascholing dienen licht bevroren te worden.
Voor iedereen binnen De Lings geldt:
JIJ MAG ER ZIJN!
51
Mogelijke actiepunten
Regelmatig de exploitatie volgen en zonodig bijsturen.
Vierjarenmatrix Vierjarenmatrix 2015-2019
Onderwerp Ondergrens leerkracht De Lings Zie bijlage met getekende weergave vanuit studiedag in schooljaar 14-15, vanuit de ontwerpgroep
Eerste jaar Start maken met thermometers leerkracht kerobei aan te passen naar SBO en betekenisvol onderwijs Belangrijk voor personeelsleden dat ze een goed zicht hebben op zichzelf. Zicht hebben en krijgen op je kwaliteiten. Je presenteert jezelf Je bent het middelpunt van het gesprek Ontwikkelgesprekken vinden plaats in een dialoog. (dit loopt door gedurende de verdere jaren en is de basis)
Tweede jaar In de ontwikkelgesprekken thermometers gebruiken tussentijds evalueren en bijstellen Beoordelingsgesprekken vinden plaats op grond van de thermometers van Kerobei
Derde jaar Op basis van de ervaringen de ondergrens duiden definitieve ontwerp is klaar, ondergrens is ook voor alle personeelsleden duidelijk. Binnen beoordelingsgesprekken kunnen de nieuwe thermometers als gebruikt worden.
Vierde jaar De ondergrens wordt in de beoordelingsgesprekken gebruikt
doorontwikkeling 2 Steeds meer zicht op elkaar en leren gebruik maken van elkaars kwaliteiten. Ontwikkelgesprekken
Doorontwikkeling jaar 3 Binnen de unit vinden coachingsgesprekken per groep plaats. (naast individuele gesprekken,
Beoordelingsgesprekken vinden plaats op grond van de thermometers van Kerobei Ontwikkelgesprekken unitbreed verlengde van vorige punt
Alle medewerkers hebben zicht op waar hun kwaliteiten liggen. Welke ze uit willen bouwen. Iedereen heeft thermometers ingevuld en neemt deze als
52
Doorontwikkeling van jaar 1, wordt verder uitgebouwd. Hulpvragen van individuele mensen worden binnen de unit gedeeld en vanuit de
uitgangspunt voor verdere ontwikkeling. 2x per jaar vindt binnen de gehele unit een gesprek plaats vanuit kwaliteiten van een ieder.
Gezamenlijk doorontwikkelen concept
Tijdens het verblijf en bij het verlaten van de Lings hebben leerlingen zicht op hun eigen ontwikkeling
90 – dagenplan unitdoorbrekend onderwijs, eerste verkenning in welke activiteiten gezamenlijk kunnen, hoe kinderen hierin inbreng kunnen hebben en dat vast ligt hoe we zicht op kinderen en onderwijs blijven houden op het moment dat we meer unitdoorbrekend werken. Leergesprekken vinden met alle leerlingen plaatst adhv de leerlijnen van de Lings. Er wordt ingestoken op vertrouwen hebben in jezelf en in je eigen kunnen.
dagopening
De dagopening is onderwerp van de gezamenlijke unitmomenten
Vijf gelijke dagen rooster
Opstellen (concept)rooster vijf gelijke dagen en bespreken in het team
53
kwaliteiten binnen de unit gekeken waar ondersteuning geboden kan worden. Vanuit gekende ongelijkheid wordt onderwijs meer inhoud gegeven Studiedagen met team om onderwijs verder inhoud te geven, Vastleggen en borgen
kunnen nu ook plaatsvinden tussen collega’s onderling die elkaars leren versterken. Teamleider kan hierbij aanwezig zijn, of wordt op de hoogte gehouden.
deze blijven bestaan, gekoppeld aan de thermometers van de Lings en ondergrens leerkracht Lings)
Voortgangsbesprekingen vinden unitbreed plaats, gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het onderwijs aan het kind groeit hierdoor.
Er is een borgingsdocument opgesteld voor de leergesprekken in relatie met het portfpolio
Balans van eigenaarschap bij de leerlingen
De dagopening heeft een voor de kinderen duidelijke verbinding met de workshops en de dagplanning (concept)rooster bespreken in de MR
Kinderen zijn meer eigenaar van de dagopening en presenteren hierin mee
Borgingsdocument dagopening
Invoeringsdocument opstellen
Invoeren vijf gelijke dagenrooster
FORMULIER INSTEMMING SCHOOPLAN School :
SBO De Lings, Tegelen
Adres:
van Wevelickhovenstraat 9, 5931 KS Tegelen. Verklaring: Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van SBO De Lings in Tegelen, in te stemmen met het schoolplan, geldend van september 2015 tot en met Juli 2019.
Namens de medezeggenschapsraad, R. Kerkhofs Voorzitter,
Vaststelling door het college van bestuur van de stichting Kerobei: Dhr. H. Soentjens,
Voorzitter college van bestuur.
Datum:
Gebruikte afkortingen:
54
APS ARBO ASS Bapo BCO BuSO CAO CBO DLE HGPD HOREB ICT KPC LVS LWOO MR MT NJT OPP PAD PDCA PRO REC RIE RpBO RVC SBO SCOL SMART SMT TOM VMBO WSNS
Landelijk onderwijsadviesbureau, voorheen: Algemeen Pedagogisch Studiecentrum Arbeidsomstandigheden Autisme Spectrum Stoornis Bevordering ArbeidsParticipatie Ouderen Begeleidingscentrum voor Onderwijs en Opvoeding Buitengewoon Secundair Onderwijs (België) Collectieve ArbeidsOvereenkomst Commissie Bovenschoolse Ondersteuning Didactisch LeeftijdsEquivalent HandelingsGerichte ProcesDiagnostiek Handelingsgericht Observeren, Registreren en Observeren van Basisontwikkeling Informatie en Communicatie Technologie Landelijk onderwijsadviesbureau, voorheen: Katholiek Pedagogisch Centrum Leerling Volg Systeem LeerWeg Ondersteunend Onderwijs Medezeggenschapsraad Managementteam NormJaarTaak Ontwikkelingsperspectief Programma Alternatieve Denkstrategiën Plan Do Check Act Praktijkonderwijs Regionale Expertise Centra Risico Inventarisatie en Evaluatie RechtspositieBesluit BasisOnderwijs Regionale VerwijzingsCommissie Speciaal Basis Onderwijs Sociale Competentie Observatielijst Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdgebonden Sociaal Medisch Team Team Onderwijs op Maat Voorbereidend Middelbaar BeroepsOnderwijs Weer Samen Naar School
55
56
bijlage 1gg