De concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen, gelezen het voorstel van de afdelingsmanager B&O van 29 juli 2013, nr. 2013-2307 gelet op: de paragrafen 1, 3, 6 en 12 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2012; het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging van de algemeen directeur 2012; de bevoegdheden die hem verder zijn verleend bij aparte besluiten van de raad of het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam of een andere gemeente; overwegende dat het om redenen van doelmatigheid wenselijk is zijn daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden door te mandateren of door te machtigen aan onderschikte ambtenaren of aan anderen; besluit vast te stellen: Bevoegdhedenbesluit Werk en Inkomen 2013 DEEL I
ORGANISATIE EN ALGEMENE BEVOEGDHEDEN
Hoofdstuk 1
Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Definities In dit besluit wordt verstaan onder: a. b. c. d. e. f. g. h. i.
cluster W&I: cluster Werk en Inkomen; afdelingsmanager: manager van een afdeling als opgenomen in het organogram in bijlage 1 van dit besluit; Bbz: Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004; IOAW: Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; RBZ: Regionaal Bureau Zelfstandigen; MVMR: Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2012; Wsw: Wet sociale werkvoorziening; WWB: Wet werk en bijstand.
Reikwijdte Artikel 1.2 1. De gemachtigde of gemandateerde persoon is in het kader van de uitoefening van de aan hem verleende volmachten, machtigingen en mandaten bevoegd om die feitelijke handelingen te verrichten die voor de uitoefening van deze bevoegdheden noodzakelijk zijn en die passen binnen het functieprofiel en het aanstellingsbesluit dat op hem van toepassing is. Het ondermandaat mag bovendien alleen worden uitgeoefend voor zover dat aansluit bij de taken van de afdelingen of bedrijfsonderdelen. 2. De gemachtigde of gemandateerde persoon is bevoegd tot het aangaan van financiële verplichtingen en het doen van uitgaven voor zover hij gemachtigd is als budgethouder. In de uitvoering van het mandaat moet de gemandateerde altijd binnen de door de vastgestelde kaders opereren (binnen de begroting en managementcontract). Dat wil zeggen binnen de begroting van de betreffende kostenplaats of kostendrager. 3. De gemachtigde of gemandateerde personen zijn bevoegd gebruik te maken van de hem ter beschikking gestelde automatiseringssystemen, voor zover dat noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn taak en past binnen het functieprofiel en aanstellingsbesluit dat op hem van toepassing is.
1
4. 5.
De aan een persoon verleende bevoegdheden mogen, tenzij anders vermeld, niet worden ondergemandateerd of ondergemachtigd, dan wel aan anderen overgedragen. De aan een persoon verleende specifieke mandaten, komen tevens toe aan de afdelingsmanager, unitmanager of teammanagers, onder wiens verantwoordelijkheid hij valt.
Organogram Artikel 1.3 Het organogram van het cluster W&I is als bijlage 1 bij dit besluit gevoegd. De managementlagen van het cluster W&I zijn onderverdeeld in: e 1 laag: concerndirecteur; e 2 laag: directeuren uitvoering; e 3 laag: afdelingsmanagers; e 4 laag: unitmanagers; e 5 laag: teammanagers. Artikel 1.4 Plaatsvervanging 1. De in dit besluit genoemde mandaten, volmachten en machtigingen worden bij afwezigheid geacht te zijn verleend aan diens plaatsvervanger, waarbij beide partijen nadere afspraken kunnen maken over de invulling van de vervanging. 2. De wijze van plaatsvervanging wordt door de gemachtigden en gemandateerden gemeld bij de afdeling Bedrijfsvoering en Ontwikkeling, team Financiën en Inkoop. Artikel 1.5 Financiële bevoegdheden 1. De financiële bevoegdheden zijn per overeenkomst of per subsidiebeschikking gemaximeerd tot: a) € 250.000,- voor afdelingsmanagers; b) € 50.000,- voor unitmanagers; c) € 15.000,- voor teammanagers. 2. De afdeling Bedrijfsvoering en Ontwikkeling, team Financiën en Inkoop houdt bij welke personen financiële bevoegdheden hebben door middel van overzichten waarin alle budgethouders per kostendrager en kostenplaats zijn opgenomen. 3. De afdeling Bedrijfsvoering en Ontwikkeling, team Financiën en Inkoop houdt een handtekeningenboek bij waarin wordt aangegeven: a) wie waarvoor tekenbevoegdheid heeft; b) de handtekening van degene door wie de bevoegdheid is verleend; c) de handtekening van degene aan wie de bevoegdheid is verleend. 4. De financiële bevoegdheden voor de concerndirecteur en directeuren uitvoering zijn niet gemaximeerd. Vanaf het bedrag van € 250.000,- geldt het vier-ogen principe. Artikel 1.6 Aangaan en ondertekenen van overeenkomsten Een overeenkomst met een geraamde waarde: a) onder het drempelbedrag, bedoeld in artikel 7, aanhef en onderdeel b, van richtlijn nr. 2004/18/EG, wordt ondertekend door de budgethouder; b) gelijk aan het drempelbedrag of hoger, bedoeld in artikel 7, aanhef en onderdeel b, van richtlijn nr. 2004/18/EG, wordt ondertekend door de budgethouder en de concerndirecteur. Artikel 1.7 Overige begrenzing bevoegdheden 1. De bevoegdheden van de gemandateerden en gemachtigden strekken zich, tenzij elders in dit besluit anders is bepaald, niet uit tot: a) het opstellen, wijzigen of intrekken van beleidsregels; b) het aanzeggen van wanprestatie, het eenzijdig of voortijdig opzeggen van een overeenkomst, alsmede het indienen van een daaruit voortvloeiende vordering tot schadevergoeding in verband met wanprestatie; c) het indienen van een bezwaar- of beroepschrift; d) het aanvragen van subsidies of andere financieringsbronnen; e) het besluiten tot het afzien van terugvordering van een ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende subsidie; f) het afwijken van de gemeentelijke aanbestedingsregels, Rijksregelgeving of Europese regelgeving ten aanzien van aanbesteding. 2. Degene aan wie een bevoegdheid is verleend, is bij de gebruikmaking daarvan verantwoording verschuldigd aan de directeur uitvoering onder wiens verantwoordelijkheid hij valt.
2
3.
4.
5.
In afwijking van het vorige lid: a) is de directeur uitvoering verantwoording verschuldigd aan de concerndirecteur W&I; b) is de clustercontroller verantwoording verschuldigd aan de concerndirecteur W&I; c) zijn de medewerkers van een afdeling verantwoording verschuldigd aan de afdelingsmanager; d) zijn extern gemandateerden en gemachtigden verantwoording verschuldigd aan de directeur uitvoering onder wiens verantwoordelijkheid de betreffende taken en bevoegdheden vallen. De gemachtigde en gemandateerde zijn bij de gebruikmaking van hun bevoegdheid verplicht: a) te handelen binnen de gemeentelijke kaders en conform de wettelijke voorschriften en het beleid van het Rijk of het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam; b) de binnen het cluster W&I vastgestelde procedures en overige voorschriften in acht te nemen; c) de aanwijzingen in acht te nemen die hem worden gegeven door de persoon aan wie hij verantwoording verschuldigd is en, als dit een ander is, aan de directeur uitvoering onder wiens verantwoordelijkheid hij valt. De gemandateerde of gemachtigde kan geen gebruik maken van zijn bevoegdheid als de concerndirecteur W&I of een ander door de concerndirecteur W&I aangewezen persoon daarvan gebruik maakt.
Artikel 1.8 Algemene bevoegdheden afdelingsmanager 1. Een afdelingsmanager is bevoegd, voor zover deze bevoegdheid wordt uitgeoefend in het kader van de aan hem gemandateerde of gemachtigde taak: a) tot het uitoefenen van de dwangsomregeling als bedoeld in artikel 3.3, vierde lid, van het MVMR; b) het uitoefenen van de bevoegdheden met betrekking tot bestuursrechtelijke geldschulden, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van het MVMR; c) het geven van een bestuurlijke waarschuwing, als bedoeld in artikel 3.3, achtste lid, van het MVMR; d) Het nemen van een besluit op een verzoek om informatie in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB), voor zover dit verzoek wordt toegewezen en het geen beleidsgevoelige informatie betreft. Als de afdelingsmanager van mening is dat een verzoek geheel of gedeeltelijk moet worden afgewezen of dat er sprake is van beleidsgevoelige informatie, legt hij een voorstel, ter besluitvorming voor aan de concerndirecteur. 2. De afdelingsmanager is bevoegd tot het specificeren van de behoefte tot inkoop van diensten of producten ten laste van zijn budget of een budget dat centraal bij het cluster is ondergebracht. 3. In afwijking van artikel 1.7, eerste lid, onder b, is de afdelingsmanager bevoegd om een besluit te nemen tot het eenzijdig of voortijdig opzeggen van een overeenkomst die een waarde vertegenwoordigt van maximaal € 100.000,-- inclusief BTW. 4. De afdelingsmanagers hebben dezelfde bevoegdheden als de gemandateerden en gemachtigden die onder hun verantwoordelijkheid vallen.
Hoofdstuk 2
De directie
Artikel 2.1 Samenstelling en vervanging directie 1. De directie van het cluster bestaat uit: a) de concerndirecteur W&I; b) 2 directeuren uitvoering; c) de clustercontroller. 2. De concerndirecteur wijst aan welke directeur uitvoering optreedt als zijn eerste en als tweede vervanger. 3. De directeuren uitvoering treden op als elkaars vervanger. 4. De afdelingsmanager Bestuurlijke & Strategische Advisering treedt op als directiesecretaris en is onderdeel van het directieteam. Artikel 2.2 Bevoegdheden directieleden 1. De directeuren uitvoering hebben dezelfde bevoegdheden als de gemandateerden en gemachtigden die onder hun verantwoordelijkheid vallen. 2. De directeuren uitvoering zijn, gelet op artikel 3.3, twaalfde lid, van het MVMR bevoegd tot het aanvragen en in ontvangst nemen van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen ten behoeve van de uitoefening van taken die onder hun verantwoordelijkheid vallen. 3. De directeuren uitvoering zijn, gelet op artikel 3.3, tiende lid, bevoegd een besluit te nemen over het afzien van terugvordering van een ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende subsidie.
3
Deel II Specifieke bevoegdheden
Hoofdstuk 3
Afdeling Bedrijfsvoering & Ontwikkeling
Artikel 3.1 Afdelingsmanager Bedrijfsvoering en Ontwikkeling 1. De afdelingsmanager Bedrijfsvoering en Ontwikkeling is bevoegd tot: a) het verlenen van subsidie op grond van de Subsidieverordening Rotterdam 2005 en daarop gebaseerde regelgeving; b) het overdragen van een vordering wegens ten onrechte door hen verstrekte subsidies aan Gemeentebelastingen Rotterdam, voor het in rechte invorderen. 2. De bevoegdheid tot het verstrekken van een subsidie, als bedoeld in deze paragraaf, omvat niet het besluiten tot het afzien van terugvordering van een ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende of vastgestelde subsidie. 3. De afdelingsmanager Bedrijfsvoering en Ontwikkeling legt een gemotiveerd voorstel tot afzien van terugvordering, bedoeld in het eerste lid, ter besluitvorming voor aan de directeur uitvoering, die bevoegd is daarover een besluit te nemen. 4. De afdelingsmanager Bedrijfsvoering en Ontwikkeling is bevoegd tot het aanvaarden van mandaat, volmacht en machtiging van een ander bestuursorgaan of het verlenen van mandaat, volmacht of machtiging aan een ander bestuursorgaan ten behoeve van de informatievoorziening aan het Rijk in het kader van de Wsw voor inwoners die in de sociale werkvoorziening van de andere gemeente werkzaam zijn. 5. De bevoegdheden, bedoeld in het vorige lid, mogen pas worden uitgevoerd als de concerndirecteur de totstandkoming van het mandaat, de volmacht of machtiging heeft goedgekeurd. Teammanager P&O en Communicatie Artikel 3.2 1. De teammanager P&O en Communicatie is bevoegd tot: a) het verstrekken van een legitimatiebewijs aan een medewerker van het cluster in verband met de uitoefening van zijn taken; b) het verstrekken van toegangspassen aan medewerkers van het cluster; c) het beheer van de legitimatiebewijzen en de inname van oude exemplaren. 2. De teammanager P&O en Communicatie is bevoegd de in het vorige lid genoemde taken op te dragen aan een medewerker van zijn afdeling. Artikel 3.3 Teammanager Beleidsuitvoering De teammanager Beleidsuitvoering is bevoegd om: a) een besluit te nemen in het kader van de Wet bescherming persoonsgegevens, als bedoeld in artikel 3.3, dertiende lid, van het MVMR; b) te beslissen om de Juridische dienst van de Rotterdamse Serviceorganisatie te verzoeken om tegen een besluit van de rechtbank Rotterdam in beroep te gaan in het kader van een procedure op grond van een regeling waarvan de uitvoering bij cluster W&I ligt; c) om een medewerker van het team Beleidsuitvoering, te machtigen het cluster te vertegenwoordigen bij de behandeling van bezwaarschriften bij hoorzittingen en alternatieve geschillenbeslechting met betrekking tot door het cluster W&I uitgevoerde wetten en regelingen. Artikel 3.4 Medewerker klachten team P&O en Communicatie 1. De medewerker klachten is bevoegd tot het nemen van een besluit op een bij het cluster ingediende klacht, inclusief een besluit tot compensatie. 2. Bij verschillen in inzicht tussen de medewerker klachten en de persoon op wie de klacht zich richt, overlegt de medewerker klachten met de afdelingsmanager waar de betreffende medewerker werkzaam is. Als deze er niet in slaagt het geschil op te lossen, wordt het geschil ter beoordeling voorgelegd aan de concerndirecteur. 3. Als een klacht is gericht aan de concerndirecteur of een directeur uitvoering, bepaalt deze door wie de klacht verder wordt afgehandeld.
4
Artikel 3.5 Medewerker bezwaar team Beleidsuitvoering 1. De medewerker bezwaar, die belast is geweest met de voorbereiding van een besluit, dan wel een besluit op een schadeverzoek, is bevoegd om het cluster te vertegenwoordigen bij de behandeling van een bezwaarschrift en de vertegenwoordiging bij hoorzittingen naar aanleiding van het betreffende besluit. 2. De medewerker bezwaar onderzoekt en besluit over het verzoek tot onverwijlde bijstandsverlening als bedoeld in artikel 81 van de WWB. 3. In verband met het vorige lid treedt de medewerker bezwaar op als contactpersoon voor Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en rapporteert hij zijn bevindingen en de wijze van afhandeling van het verzoek aan de voorzitter van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland.
Hoofdstuk 4 4.1
Afdeling Toetsing & Toezicht
Team Bijzondere Onderzoeken
Artikel 4.1.1 Teammanager Bijzondere Onderzoeken 1. De teammanager Bijzondere Onderzoeken is bevoegd tot: a) het nemen van een besluit in het kader van de terug- en invordering van uitkeringen, inkomensvoorzieningen, persoonsgebonden budgetten of financiële tegemoetkomingen van voormalige werkzoekenden van het cluster, die zijn verleend op grond van de WWB, IOAW, IOAZ, Bbz, Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, of de voormalige Wet investeren in jongeren; b) het nemen van een besluit met betrekking tot de toepassing van verhaal in het kader van de WWB. c) het opleggen van een maatregel als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de WWB; d) het nemen van een besluit inzake het tijdelijk weigeren van een uitkering of het opleggen van een maatregel als bedoeld in artikel 20 van de IOAW of artikel 20 van de IOAZ; e) het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a van de WWB, artikel 20a van de IOAW of artikel 20a van de IOAZ. 2. De bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, omvat tevens het leggen van derdenbeslag en beslag bronheffing op uitkeringen. 3. De teammanager Bijzondere Onderzoeken is tevens bevoegd tot het doen van aangifte, als bedoeld in artikel 161 van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de artikelen, genoemd in artikel 3 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Cluster Werk en Inkomen Rotterdam 2013. Artikel 4.1.2 Sociaal rechercheur De sociaal-rechercheur is bevoegd tot zowel het opsporen van de strafbare feiten behorend tot het domein V Werk, Inkomen en Zorg van bijlage A-1 van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar aangevuld met art. 444 van het Wetboek van Strafrecht alsmede het uitoefenen van toezicht als bedoeld in afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van WWB, Bbz, IOAW, IOAZ, WIJ en Wsw. Artikel 4.1.3 Toezichthouder De toezichthouder is bevoegd tot het uitoefenen van toezicht als bedoeld in afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van de WWB, Bbz, IOAW, IOAZ, WIJ en Wsw. 4.2
Team Terugvordering en Verhaal
Artikel 4.2.1 Teammanager Terugvordering en Verhaal 1. De teammanager Terugvordering en Verhaal is bevoegd tot: a) het nemen van een besluit in het kader van de terug- en invordering van uitkeringen, inkomensvoorzieningen, persoonsgebonden budgetten of financiële tegemoetkomingen van voormalige werkzoekenden van het cluster, die zijn verleend op grond van de WWB, Bbz, IOAW, IOAZ, of de voormalige Wet investeren in jongeren; b) het nemen van een besluit met betrekking tot de toepassing van verhaal in het kader van de WWB. 2. De bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, omvat tevens het leggen van derdenbeslag en beslag bronheffing op uitkeringen.
5
3.
4.
5.
6.
De teammanager Terugvordering en Verhaal is tevens bevoegd om een besluit te nemen met betrekking tot: a) de vestiging van een recht van hypotheek op grond van artikel 48, derde lid, van de WWB; b) het doorhalen van een recht van hypotheek als bedoeld onder a, dan wel een hypotheek die is gevestigd op grond van artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Bijstandswet, artikel 20, tweede lid, van de Algemene bijstandswet, of artikel 13, eerste lid, van de Wet werk en inkomen kunstenaars, die inmiddels zijn vervallen; c) het terugvorderen van bijstand en eventuele rente en kosten op grond van de gevestigde hypotheek, bedoeld onder b. De teammanager Terugvordering en Verhaal en medewerkers van notaris- en advocatenkantoor Schaap & Partners te Rotterdam zijn bevoegd om de gemeente te vertegenwoordigen bij het vestigen van een recht van hypotheek als bedoeld in het eerste lid, onder a. De teammanager Terugvordering en Verhaal is bevoegd om medewerkers van een ander notariskantoor dan het kantoor, bedoeld in het vorige lid, eenmalig te machtigen de gemeente te vertegenwoordigen bij het vestigen van een recht van hypotheek als bedoeld in het eerste lid, onder a. De teammanager Terugvordering en Verhaal is bevoegd om: a) een besluit te nemen over het vestigen van een recht van pand op grond van artikel 48, derde lid, van de WWB; b) het ondertekenen van de voor de vestiging van het recht van pand opgestelde akte namens de gemeente; c) het registeren van de pandovereenkomst bij de Belastingdienst.
Artikel 4.2.2 Bevoegdheden juridisch medewerker team Terugvordering en Verhaal 1. De juridisch medewerker team Terugvordering en Verhaal is bevoegd tot: a) het voeren van civiele rechtgedingen namens de gemeente of het gemeentebestuur, zowel eisend als verwerend en het verrichten van handelingen ter voorbereiding daarop, als bedoeld in 6.1, derde lid, van het MVMR Rotterdam 2012; b) het nemen van alle conservatoire maatregelen en het doen van al wat mogelijk is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit van de gemeente Rotterdam. 2. De bevoegdheden van het vorige lid zijn geldig met betrekking tot de door het cluster W&I, inclusief de Kredietbank Rotterdam, verrichte betalingen, genomen besluiten tot verhaal of terugvordering van uitkeringen of inkomensvoorzieningen en verstrekte kredieten. 4.3
Team Intake
Artikel 4.3 Teammanager Intake De teammanager Intake is bevoegd tot: a) het nemen van een besluit inzake de verstrekking van bijstand met betrekking tot de WWB; b) het opleggen van een maatregel als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de WWB; c) het nemen van een besluit inzake de verstrekking van bijzondere bijstand, als bedoeld in de artikelen 35 en 36 van de WWB, met uitzondering van verstrekking aan de doelgroep van het Bbz, pensioengerechtigden en voor de doelgroep Cluster Maatschappelijke Ontwikkeling; d) het nemen van een besluit inzake de verstrekking van een uitkering met betrekking tot de IOAW; e) het nemen van een besluit inzake het tijdelijk weigeren van een uitkering of het opleggen van een maatregel als bedoeld in artikel 20 van de IOAW; f) het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a van de WWB, artikel 20a van de IOAW; g) het verstrekken van een aanvullende uitkering, als bedoeld in artikel 8 van de Tijdelijke wet pilot loondispensatie. 4.4
Regionaal Coördinatiepunt Fraudebestrijding
Artikel 4.4 Unitmanager Regionaal Coördinatiepunt Fraudebestrijding 1. De unitmanager Regionaal Coördinatiepunt Fraudebestrijding is bevoegd tot: a) het verlenen van subsidie op grond van de Subsidieverordening Rotterdam 2005 en daarop gebaseerde regelgeving; b) het verrekenen van subsidies.
6
2.
3.
De bevoegdheid tot het verstrekken van een subsidie, omvat niet het besluiten tot het afzien van terugvordering van een ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende of vastgestelde subsidie. De unitmanager legt een gemotiveerd voorstel tot afzien van terugvordering, bedoeld in het vorige lid, ter besluitvorming voor aan de directeur uitvoering, die bevoegd is daarover een besluit te nemen.
Hoofdstuk 5
Afdeling Beheer Inkomen
Artikel 5.1 Teammanager Beheer Inkomen De teammanager Beheer Inkomen is bevoegd tot: a) het nemen van een besluit inzake de verstrekking van bijstand met betrekking tot de WWB; b) het opleggen van een maatregel als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de WWB; c) het nemen van een besluit inzake de verstrekking van bijzondere bijstand, als bedoeld in de artikelen 35 en 36 van de WWB, met uitzondering van verstrekking aan pensioengerechtigden, de doelgroep Bbz en voor de doelgroep van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling; d) het nemen van een besluit inzake de verstrekking van een uitkering met betrekking tot de IOAW; e) het nemen van een besluit inzake het tijdelijk weigeren van een uitkering of het opleggen van een maatregel als bedoeld in artikel 20 van de IOAW; f) het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a van de WWB, artikel 20a van de IOAW; g) het verstrekken van een aanvullende uitkering, als bedoeld in artikel 8 van de Tijdelijke wet pilot loondispensatie.
Hoofdstuk 6
Regionaal Bureau Zelfstandigen
Artikel 6.1 Teammanager RBZ 1. De teammanager RBZ is bevoegd tot het aanvaarden van mandaat, volmacht en machtiging van een bestuursorgaan van een andere gemeente ten behoeve van de uitvoering van wet- en regelgeving voor zelfstandigen of startende zelfstandigen, waartoe hij zelf is gemandateerd of gemachtigd. 2. Indien bij het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in het vorige lid, er sprake kan zijn van financiële risico’s voor de gemeente Rotterdam, mogen deze bevoegdheden pas worden uitgevoerd als de concerndirecteur de totstandkoming van het mandaat, de volmacht of machtiging heeft goedgekeurd. 3. Met betrekking tot het Bbz is de teammanager RBZ bevoegd om een besluit te nemen inzake: a) de toekenning, wijziging en terugvordering van een uitkering op grond van deze wet; b) het tijdelijk weigeren van een uitkering, het opleggen van een maatregel als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de WWB of het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a van de WWB. 4. De teammanager RBZ is bevoegd tot het nemen van een besluit inzake de verstrekking van bijzondere bijstand, als bedoeld in de artikelen 35 en 36 van de WWB, aan de doelgroep die onder de Bbz valt. 5. De teammanager RBZ is bevoegd tot het nemen van een besluit inzake de toekenning of afwijzing van een uitkering op grond van de IOAZ. 6. Met betrekking tot de IOAZ is de teammanager RBZ tevens bevoegd om een besluit te nemen inzake: a) de intrekking, wijziging en terugvordering van een uitkering op grond van deze wet; en b) het tijdelijk weigeren, het opleggen van een maatregel als bedoeld in artikel 20 van de wet of het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in art. 20a van die wet. 7. De teammanager RBZ is bevoegd tot het nemen van een besluit op grond van de voormalige Wet Werk en Inkomen Kunstenaars, voor zover noodzakelijk voor de afronding van deze wet. 8. De teammanager RBZ is bevoegd tot het verstrekken van een aanvullende uitkering, als bedoeld in artikel 8 van de Tijdelijke wet pilot loondispensatie. 9. De teammanager RBZ is tevens bevoegd tot de uitoefening van de taken en bevoegdheden van de teammanager Terugvordering en Verhaal, als bedoeld in artikel 4.2.1, lid 3 tot en met 6, met
7
betrekking tot de doelgroep zelfstandigen of startende zelfstandigen die onder beheer van de afdeling RBZ vallen.
Hoofdstuk 7
Afdeling Werkintake & Prematching
Artikel 7.1 Teammanager Exit 1. De teammanager Exit is bevoegd een besluit te nemen over het verlenen van een voorziening op basis van de Re-integratieverordening Rotterdam 2011 en de Wet participatiebudget. 2. De teammanager Exit is bevoegd tot het vaststellen van de loonwaarde bedoeld in artikel 1, onder e. van de Tijdelijke wet pilot loondispensatie, van een persoon die tot de doelgroep behoort. Artikel 7.2 Teammanager Werkintake en Prematching 1. De teammanager Werkintake en Prematching is bevoegd een besluit te nemen over het verlenen van een voorziening op basis van de Re-integratieverordening Rotterdam 2011 en de Wet participatiebudget. 2. De teammanager Werkintake en Prematching is bevoegd tot het vaststellen van de loonwaarde bedoeld in artikel 1, onder e. van de Tijdelijke wet pilot loondispensatie, van een persoon die tot de doelgroep behoort.
Hoofdstuk 8
Afdeling Matching
Artikel 8.1 Teammanager Werkloont 1. De teammanager Werkloont is bevoegd om een besluit te nemen over de verstrekking van voorzieningen aan werkgevers op grond van de Re-integratieverordening Rotterdam 2011. 2. De teammanager Werkloont is bevoegd om een vordering wegens ten onrechte verstrekte subsidies over te dragen aan Gemeentebelastingen Rotterdam, voor het in rechte invorderen. 3. De bevoegdheid tot het verstrekken van een subsidie, als bedoeld in dit artikel, omvat niet het besluiten tot het afzien van terugvordering van een ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende of vastgestelde subsidie. 4. De teammanager Werkloont legt een gemotiveerd voorstel tot afzien van terugvordering, bedoeld in het eerste lid, ter besluitvorming voor aan de directeur uitvoering, die bevoegd is daarover een besluit te nemen. Artikel 8.2 Teammanager Sector 1. De teammanager Sector is bevoegd tot: a) het nemen van een besluit over de verstrekking van loonkostensubsidie op grond van de Wsw aan werkgevers; b) het nemen van een besluit over de uitvoering van hoofdstuk 3 (persoonsgebonden budget) van de Verordening Wsw Rotterdam; c) het beslissen op alle aangelegenheden met betrekking tot de rechtspositie van personen met een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 4 van de Wiw zoals deze gold op 31-12-2003, of een werkervaringsplaats als bedoeld in artikel 5 van de Wiw. 2. De teammanager Sector is voorts bevoegd om een besluit te nemen over de verstrekking van voorzieningen aan werkgevers op grond van de Re-integratieverordening Rotterdam 2011. 3. De teammanager Sector is bevoegd om een vordering wegens ten onrechte verstrekte subsidies over te dragen aan Gemeentebelastingen Rotterdam, voor het in rechte invorderen. 4. De bevoegdheid tot het verstrekken van een subsidie, als bedoeld in dit artikel, omvat niet het besluiten tot het afzien van terugvordering van een ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende of vastgestelde subsidie. 5. De teammanager Sector legt een gemotiveerd voorstel tot afzien van terugvordering, bedoeld in het eerste lid, ter besluitvorming voor aan de directeur uitvoering, die bevoegd is daarover een besluit te nemen. Artikel 8.3 Unitmanager Groepsdetachering 1. De unitmanager Groepsdetachering is bevoegd om een besluit te nemen over de verstrekking van voorzieningen aan werkgevers op grond van de Re-integratieverordening Rotterdam 2011. 2. De unitmanager Groepsdetachering is bevoegd om een vordering wegens ten onrechte verstrekte subsidies over te dragen aan Gemeentebelastingen Rotterdam, voor het in rechte invorderen.
8
3.
4.
5.
De bevoegdheid tot het verstrekken van een subsidie, als bedoeld in dit artikel, omvat niet het besluiten tot het afzien van terugvordering van een ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende of vastgestelde subsidie. De unitmanager Groepsdetachering legt een gemotiveerd voorstel tot afzien van terugvordering, bedoeld in het eerste lid, ter besluitvorming voor aan de directeur uitvoering, die bevoegd is daarover een besluit te nemen. De unitmanager Groepsdetachering is bevoegd tot: a) het beslissen op alle aangelegenheden met betrekking tot de rechtspositie van personen met een dienstbetrekking in het kader van de Wsw; b) het beslissen op alle aangelegenheden met betrekking tot de rechtspositie van personen met een niet-ambtelijke aanstelling die als werknemer werkzaam zijn in de hem ter uitvoering opgedragen werkgelegenheidsprojecten.
Teammanager Backoffice Matching Artikel 8.4 1. De teammanager Backoffice Matching is belast met het uitvoeren van het beheer van de wachtlijst Wsw. 2. De teammanager Backoffice Matching is bevoegd tot het nemen van een besluit tot het intrekken van een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking op grond van artikel 12, lid 3 van de Wsw.
Hoofdstuk 9
Werkgeversservicepunt
Afdelingsmanager Werkgeversservicepunt Artikel 9.1 De afdelingsmanager Werkgeversservicepunt is bevoegd tot het aanvaarden van mandaat, volmacht en machtiging van een bestuursorgaan van een andere gemeente en UWV, ten behoeve van het afsluiten van de werkgeversovereenkomsten, waartoe hij zelf is gemandateerd of gemachtigd.
Hoofdstuk 10
Afdeling SW beschut
Artikel 10.1 Afdelingsmanager SW beschut De afdelingsmanager SW beschut is bevoegd tot: a) het beslissen op alle aangelegenheden met betrekking tot de rechtspositie van personen met een dienstbetrekking in het kader van de Wsw; b) het beslissen op alle aangelegenheden met betrekking tot de rechtspositie van personen met een niet-ambtelijke aanstelling die als werknemer werkzaam zijn in de hem ter uitvoering opgedragen werkgelegenheidsprojecten.
Hoofdstuk 11
Slotbepalingen
Artikel 11.1 Intrekking oud besluiten Het tijdelijke Bevoegdhedenbesluit cluster Werk & Inkomen Rotterdam 2013 d.d. 2 april wordt ingetrokken. Inwerkingtreding Artikel 11.2 Dit besluit treedt in werking op 1 september 2013. Artikel 11.3 Citeertitel Dit besluit wordt aangehaald als: Bevoegdhedenbesluit Werk & Inkomen Rotterdam 2013. Aldus vastgesteld op 27 augustus 2013
W. Hoogendoorn Concerndirecteur cluster Werk en Inkomen
9