Regeling van 17 juni 2014, houdende regels betreffende de subsidiëring van activiteiten op het terrein van economie, recreatie en toerisme in de provincie Fryslân (Subsidieregeling economie, recreatie en toerisme Fryslân) Gedeputeerde Staten van Fryslân, gelet op artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013; overwegende dat het wenselijk is projecten te subsidiëren die de Friese economie, recreatie en toerisme stimuleren; besluiten: de Subsidieregeling economie, recreatie en toerisme Fryslân vast te stellen: HOODSTUK 1
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.1 Begripsbepalingen 1. In deze regeling wordt verstaan onder: a. ASV: Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013; b. penvoerder: natuurlijk persoon (in de vorm van een eenmanszaak, vennootschap onder firma, maatschap en commanditaire vennootschap) of rechtspersoon, die door alle partijen van een samenwerkingsverband is gemachtigd namens die partijen op te treden ter zake van subsidieverstrekking in de zin van deze subsidieregeling. c. zonnepanelen: photovoltaïsche panelen die zonne-energie omzetten in elektriciteit. 2. In paragraaf 3.1 van deze regeling wordt verstaan onder: a. energielabel: energieprestatiecertificaat voor een woning, opgesteld en afgegeven na 1 januari 2008 door een volgens de beoordelingsrichtlijn BRL-9500-01 gecertificeerd adviseur; b. energie-Index: index voor de energieprestatie van een woning, berekend met de software conform BRL 9501 voor het KOMO-attest voor energiegebruik berekeningsmethoden; c. EPBD-register: nationaal register waarin energielabels van woningen worden geregistreerd; e. maatregelen: pakket van energiebesparende maatregelen die leiden tot energiebesparing in een woning en die genoemd zijn in het voor die woning of appartement afgegeven maatwerkadvies; d. maatwerkadvies: na 1 januari 2008 door een volgens de beoordelingsrichtlijn BRL-9500-02 gecertificeerd adviseur verstrekt advies; e. marktconforme interestvoet: de op het moment van de kennisgeving van het SNN op grond van de IEBB gepubliceerde 10- of 15-jaarstarief van SVn, afhankelijk van de omvang en looptijd van de duurzaamheidslening. f. SVn: de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten te Hoevelaken. 3. In paragraaf 3.2 van deze regeling wordt verstaan onder: a. agrarisch bouwblok: perceel met agrarische bestemming, bedoeld om te worden bebouwd en gebruikt ten dienste van het agrarisch bedrijf; b. agrarische onderneming: natuurlijke persoon of rechtspersoon die als economische activiteit gewassen, teelt of dieren houdt met als doel deze, of de producten die daaruit voortkomen, te verkopen; c. asbest: vezelachtige silicaten zoals actinoliet (CAS-nummer 77536-66-4), amosiet (CASnummer 12172-73-5), anthofylliet (CAS-nummer 77536-67-5), chrysotiel (CAS-nummer 12001-29-5), crocidoliet (CAS-nummer 12001-28-4) en tremoliet (CAS-nummer 77536-68-6); d. asbestdak: dak, dakgoot of gevel dat asbest bevat; e. bedrijfslocatie: terrein waarop een bedrijf wordt uitgeoefend met een of meerdere gebouwen die samen een eenheid vormen vanwege eigendom of bedrijfsvoering; f. gecertificeerd bedrijf: bedrijf dat beschikt over de volgende certificering ten behoeve van het inventariseren of verwijderen van asbest: - SC 530: Asbestverwijdering; - SC 540: Asbestinventarisatie. 4. In paragraaf 3.3 van deze regeling wordt verstaan onder:
5.
6.
7.
8.
9.
a. doelonderneming: rechtspersoon die in aanmerking wil komen voor financiering door het FSFE B.V. en hiertoe een voorlopig of definitief projectplan heeft ingediend bij de fondsbeheerder, dan wel een financieringsovereenkomst heeft afgesloten met FSFE B.V.; b. financieringsovereenkomst: overeenkomst tussen FSFE B.V. en de doelonderneming omtrent de financiering van een energietransitie project, conform de definitie in het Investeringsreglement FSFE; c. FSFE: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Fûns Skjinne Fryske Enerzjy B.V.; d. investeringsreglement FSFE: het door Gedeputeerde Staten op 12 november 2013 vastgestelde investeringsreglement FSFE of de actuele versie daarvan. In paragraaf 4.1 van deze regeling wordt verstaan onder: a. Fries vaarnetwerk: Vaarwegen gelegen in de provincie Fryslân, opgenomen in het PVVP dan wel het Plan Kleine Waterrecreatie Fryslân, die voldoen aan kolom I en II van tabel 1, met uitzondering van de Waddeneilanden en vaarwegen die liggen in of in open verbinding staan met de Waddenzee. Voor vaarwegen met classificatie E1 geldt tevens dat de vaarweg onderdeel is van een doorgaande vaarroute dan wel dat via deze vaarweg een jacht- of passantenhaven, stad of dorp bereikbaar is. In paragraaf 4.2 van de regeling wordt verstaan onder: a. collectief: privaatrechtelijk rechtspersoon die namens de toeristische locatie of locatie met toeristisch potentieel optreedt, binnen die locatie een breed draagvlak heeft en zorgdraagt voor de realisatie en het duurzame beheer van het wifi-netwerk; b. locatie met toeristisch potentieel: locatie die reeds over een duidelijke strategie, visie of aanpak beschikt ten aanzien van de ontwikkeling van lokale toeristische voorzieningen waarvoor de realisatie van een wifi-netwerk een toegevoegde waarde kan hebben; c. openbare ruimte: ruimte die op de toeristische locaties en locaties met toeristisch potentieel voor toeristen vrij toegankelijk is, zoals dorps- en stadspleinen, openbaar havengebied, winkelstraten en andere gebieden waar toeristen zich begeven; d. toeristische locatie: de volgende 47 plaatsen worden aangemerkt als toeristische locatie: Ameland, Akkrum, Bakkeveen, Balk, Bolsward, Buitenpost, Burdaard, Burgum, Dokkum, Drachten, Earnewâld, Echtenerbrug/Delfstrahuizen, Franeker, Gorredijk, Grou, Heerenveen, Hindeloopen, Holwerd, Ids-kenhuizen, IJlst, Joure, Lauwersoog, Leeuwarden, Kollum, Koudum, Lemmer, Makkum, Noordwolde, Oldeberkoop, Oosterwolde, Oosterzee, Oostmahorn, Oudega (SW-Fryslân), Oudega (Smallingerland), Oudemirdum, Schiermonnikoog, Sint-Annaparochie, Sloten, Stavoren, Surhuisterveen, Terherne, Terschelling, Vlieland, Wergea, Witmarsum, Wolvega en Workum; e. wifi-netwerk: voorziening waarmee door middel van een draadloos netwerk toegang tot internetgeregeld wordt; f. wifi-zender: radiozender/-ontvanger waarmee een draadloos netwerk kan worden gerealiseerd; g. wifi-opstelpunt: locatie waar een wifi-zender wordt geplaatst. In paragraaf 5.1 van deze regeling wordt verstaan onder: a. samenwerkingsverband: coalitie van ten minste drie partijen met een gezamenlijk belang, die actief bijdragen aan het project en een aantoonbare rol hebben, waardoor sprake is van cocreatie. In paragraaf 5.2 van deze regeling wordt verstaan onder: a. Omnibus Decentraal Regeling (hierna: ODR): de Omnibusregeling voor provincies en gemeenten inzake de staatssteunaspecten van subsidieverstrekking ten behoeve van onderzoek, ontwikkeling en innovatie, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie bij beschikking N 726a/2007 van 3 april 2008 en N 726b2007 van 22 april 2008; b. samenwerkingsverband: een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband dat specifiek is opgericht voor de uitvoering van een UCF-project in de zin van paragraaf 5.2; Stichting UCF: de netwerk- en adviesorganisatie die is opgericht met als taak het regisseren, modereren en faciliteren van de ontwikkeling van de University Campus Fryslân; c. UCF-partner: een rechtspersoon die in paragraaf 2.4 van het UCF-programma als partner is genoemd; d. UCF-programma: het programma UCF 2010-2015, zoals vastgesteld door provinciale staten op 26 januari 2011 met nummer 01B, inclusief wijzigingen van latere datum; e. UCF-project: een project dat is gericht op de realisatie van één of meer onderdelen van het UCF-programma. In paragraaf 5.4 van deze regeling wordt verstaan onder:
a. Groep: een economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden: 1. natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon, die direct of indirect: • meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan, • volledig aansprakelijk vennoot is van, of • overwegende zeggenschap heeft over een of meer rechtspersonen of vennootschappen, en; 2. laatstbedoelde rechtspersonen of vennootschappen. b. Handleiding: Handleiding voor projectindieners, behorend bij het regionaal innovatieprogramma Fryslân Fernijt IV. c. MKB-onderneming: 1. Tot de categorie kleine, middelgrote en micro-ondernemingen („kmo’s”) behoren ondernemingenwaar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen EUR en/of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen EUR niet overschrijdt; 2. Binnen de categorie kmo’s is een „kleine onderneming” een onderneming waar minder dan 50 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 10 miljoen EUR niet overschrijdt; 3. Binnen de categorie kmo’s is een „micro-onderneming” een onderneming waar minder dan 10personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 2 miljoen EUR niet overschrijdt. d. Projectpartner: publiekrechtelijke-, privaatrechtelijke rechtspersoon of natuurlijk persoon in de vorm van een eenmanszaak, vennootschap onder firma, maatschap en commanditaire vennootschap die deelneemt in het project en financieel bijdraagt aan een project door activiteiten in het project uit te voeren. e. Projectperiode: periode tussen de startdatum en de einddatum van het project. f. Samenwerkingsverband: geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit tenminste twee niet in een groep verbonden deelnemers, dat is opgericht ten behoeve van de uitvoering van activiteiten. In het samenwerkingsverband participeert minimaal één MKBonderneming als projectpartner. g. Startdatum: datum waarop de aanvraag, die voor het nemen van een besluit voldoende informatie bevat, bij het Samenwerkingsverband Noord-Nederland binnen is gekomen. 10. In paragraaf 7.1 van deze regeling wordt verstaan onder: a. achterstallig onderhoud: achterwege gebleven reguliere werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de onroerende zaak of onderdelen ervan. b. bedrijventerreinenplan: door de gemeenteraad vastgesteld, gemeentelijk dan wel intergemeentelijk plan, waarin de behoefte, fasering, aanleg en invulling van bedrijventerreinen voor een bepaalde periode binnen één of meerdere gemeenten is aangegeven inclusief de relatie met herstructurering en revitalisering van bestaande bedrijventerreinen en dat tot stand is gekomen in onderlinge afstemming met gemeenten in een regio en waarmee de provincie schriftelijk heeft ingestemd; c. fysieke ruimtelijke kwaliteit: tastbare verschijningsvorm van het bedrijventerrein, betrekking hebbende op zowel de inpassing in het landschap als op de hoedanigheid van het terrein zelf; d. herprofilering: kwaliteitsverbetering van een bedrijventerrein, waarbij sprake is van functiewijziging, maar met behoud van de werkfunctie, zoals bijvoorbeeld de omzetting naar een detailhandels- of kantorenlocatie; e. herstructureringsprogramma 2010-2013: Programma op hoofdlijnen Bedrijventerreinen Provincie Fryslân, zoals vastgesteld door gedeputeerde staten op 1 juni 2010; f. infrastructuur: openbare onroerende voorzieningen ten behoeve van het vervoer van personen of goederen; g. revitalisering: kwaliteitsverbetering van een bedrijventerrein door middel van verwerving, sanering of herontwikkeling van locaties, waaronder begrepen grote infrastructurele ingrepen op het terrein zelf, dan wel in het direct aanpalende gebied van het bedrijventerrein voor zover direct verband houdende met de ontsluiting van het bedrijventerrein, en waaronder ook begrepen investeringen ten behoeve van het bereiken van duurzame oplossingen op het gebied van water en energie; h. samenwerkende regio: samenwerkingsverband van gemeenten dat een bedrijventerreinenplan als bedoeld onder b heeft vastgesteld. 11. In paragraaf 7.2 van deze regeling wordt verstaan onder: a. erfbeplanting: beplanting op een al dan niet bebouwd perceel of een gedeelte daarvan dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het
gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden. b. greenpoint: full-service brandstofstation waar verschillende (duurzame) brandstoffen geleverd worden en verzorging van mens en auto plaats kan vinden, zoals omschreven in hoofdstuk 4.8 van het Inrichtingsplan gebiedsontwikkeling N381. HOODSTUK 2
DUURZAAM VERVOER
Paragraaf 2.1 Stimuleren elektrisch varen in Fryslân Artikel 2.1.1 Doel De subsidie heeft tot doel het bevorderen van elektrisch varen op de Friese wateren, waardoor de waterkwaliteit en het leefmilieu worden bevorderd. Artikel 2.1.2 Subsidiabele activiteiten Subsidie kan worden verstrekt voor: a. het installeren van een elektrische aandrijving in een vaartuig, met inbegrip van het vervangen van een diesel- of benzineaandrijving door een elektrische aandrijving; b. het installeren van een hybrideaandrijving in een vaartuig, met inbegrip van het vervangen van een diesel- of benzineaandrijving door een hybrideaandrijving; c. de aanschaf van een elektrische of hybrideaandrijving ten behoeve van een aan te schaffen nieuw vaartuig. Artikel 2.1.3 Doelgroep Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan natuurlijke personen en rechtspersonen. Artikel 2.1.4 Aanvraagperiode Een aanvraag voor subsidies kan worden ingediend tot en met 31 december 2015. Artikel 2.1.5 Aanvraag Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier. Artikel 2.1.6 Weigeringsgronden Een subsidie wordt geweigerd indien: a. voor het vaartuig reeds subsidie voor elektrisch varen is verstrekt; b. de aanvrager op grond van deze paragraaf reeds vijf maal subsidie heeft ontvangen. Artikel 2.1.7 Toetsingscriteria Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende criteria: a. het vaartuig heeft zijn vaste ligplaats in de provincie Fryslân; b. de installatie wordt uitgevoerd door een onderneming die deze werkzaamheden bedrijfsmatig uitvoert, overeenkomstig de door Gedeputeerde Staten op 17 juni 2014 vastgestelde kwaliteitsnormering “Minimale eisen elektrische vaarsystemen”; c. het vaartuig is voorzien van één van de volgende typen elektromotoren: 1° binnenboordmotor: motor die is ingebouwd in een vaartuig, waaronder in elk geval inboard- en saildrivemotoren; 2° onderwatermotor: motor die zich in een waterdichte behuizing onder water bevindt en vastzit aan het vaartuig of is bevestigd in het tot het vaartuig behorende roerblad en niet uitneembaar of afneembaar is na gebruik. 3° buitenboordmotor: motor die aan de buitenzijde van de boot is bevestigd en afneembaar is. d. voor de onder c genoemde typen elektromotoren worden de accu, de lader, de accustatusindicator en de walstroomaansluiting overeenkomstig de onder b vermelde kwaliteitsnormering in de boot aangebracht, tenzij de accu en accustatus-indicator in de buitenboordmotor zijn geïntegreerd; e. het vaartuig kan met twee meerderjarigen aan boord ten minste 4 uur aaneengesloten volledige elektrisch varen met een snelheid die 60% van de theoretische rompsnelheid van het betreffende
f.
vaartuig bedraagt, waarbij de accu’s hierbij niet dieper ontladen dan tot 80% van hun C20 capaciteit; in geval van serie hybride aandrijving is het netto af te geven elektrisch vermogen van de generator maximaal 60% van het geïnstalleerde elektrische aandrijfvermogen, tenzij het geïnstalleerde elektrische aandrijfvermogen kleiner is dan 6 kW.
Artikel 2.1.8 Subsidiehoogte 1. Afhankelijk van het type elektromotor en het vermogen bedraagt de subsidie per aandrijflijn: Elektrisch 100% Elektrisch & Parallel hybride Serie Hybride Motorvermogen Parallel hybride (op (op nieuwe motor) (Nominaal-S1) oude motor) 1-2 kW € 750
2.
kleiner dan of gelijk € 1.500 € 1.500 aan 3 kW kleiner dan of gelijk € 2.200 € 2.700 € 3.700 aan 6 kW kleiner dan of gelijk € 3.300 € 3.800 € 4.800 aan 10 kW kleiner dan of gelijk € 4.600 € 5.100 € 6.600 aan 16 kW Kleiner dan of gelijk € 6.900 € 7.400 € 9.400 aan 22 kW Kleiner dan of gelijk € 8.000 € 8.500 € 11.000 aan 30 kW Indien voor de voeding volledig gebruik wordt gemaakt van Lithium-accu’s wordt het subsidiebedrag afhankelijk van het type elektromotor en het vermogen bepaald op basis van onderstaande tabel: Elektrisch 100% Elektrisch & Parallel hybride Serie Hybride Motorvermogen Parallel hybride (op (op nieuwe motor) (Nominaal-S1) oude motor) 1-2 kW € 1.950 kleiner dan of gelijk aan 3 kW kleiner dan of gelijk aan 6 kW kleiner dan of gelijk aan 10 kW kleiner dan of gelijk aan 16 kW Kleiner dan of gelijk aan 22 kW Kleiner dan of gelijk aan 30 kW
3.
€ 3.500
€ 3.500
€ 5.950
€ 6.450
€ 7.450
€ 9.800
€10.300
€ 11.300
€ 14.600
€ 15.100
€ 16.600
€ 20.400
€ 20.900
€ 22.900
€ 26.200
€ 26.700
€ 29.200
Indien voor het opladen van de voeding gebruik wordt gemaakt van op het schip gemonteerde zonnepanelen wordt het subsidiebedrag afhankelijk van het type zonnepaneel verhoogd met een subsidiebedrag bepaald op basis van onderstaande tabel. Standaard panelen
Flexibele overloopbare panelen
Nominale subsidie
€ 0,50 per Wattpiek
€ 3,33 per Wattpiek
Toeslag rendement. (kan ook negatief zijn) Maximum subsidie-
€ 0,50+(R/160 – 1) Per Wattpiek € 5.000
€ 3,33+(R/160 – 1) Per Wattpiek € 10.000
4.
5.
bedrag zonnepanelen per aanvraag. R = Rendement van het paneel in Wattpiek per m2 Indien het elektrisch motorvermogen als bedoeld het eerste tot en met het derde lid niet wordt gespecificeerd door de fabrikant van de motor, wordt dit berekend door de hoogte van het maximaal opgenomen vermogen, zijnde de spanning vermenigvuldigd met de stroomsterkte, te vermenigvuldigen met 0,65. Indien sprake is van vervanging of ombouw van één motor op fossiele brandstof naar twee aandrijflijnen, wordt subsidie verstrekt op basis van één aandrijflijn met een vermogen gelijk aan de som van de twee aandrijflijnen.
Artikel 2.1.9 Verdeelsystematiek 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst. 2. Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting. Artikel 2.1.10 Advies Het bestuur van de Stifting Elektrysk Farre Fryslân adviseert Gedeputeerde Staten schriftelijk of de aanvraag voldoet aan het bepaalde in deze paragraaf. Artikel 2.1.11 Verplichtingen van de subsidieontvanger 1. Aan de subsidieontvanger wordt de verplichting opgelegd dat de activiteit binnen drie maanden na de beschikking tot subsidieverlening wordt uitgevoerd. 2. Gedeputeerde Staten kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de termijn, bedoeld in het vorige lid. 3. Gedeputeerde Staten verzoeken de subsidieontvanger gedurende één jaar, te rekenen vanaf de datum van het besluit tot subsidievaststelling, aan de buitenzijde van het vaartuig kenbaar te maken dat voortstuwing plaatsvindt op basis van elektriciteit, met gebruikmaking van hiertoe door provincie Fryslân ter beschikking gestelde middelen. Artikel 2.1.12 Prestatieverantwoording 1. Bij een subsidie tot € 25.000 toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een door de Stifting Elektrysk Farre Fryslân uitgevoerde proefvaart. 2. Bij een subsidie van € 25.000 tot € 125.000 toont de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een door de Stifting Elektrysk Farre Fryslân uitgevoerde proefvaart. Artikel 2.1.13 Staatssteun Subsidie wordt slechts verstrekt met toepassing van Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun. Paragraaf 2.2 Stimuleren oplaadpunten elektrisch varen Artikel 2.2.1 Doel De subsidie heeft tot doel het stimuleren van de aanleg van oplaadpunten ten behoeve van volledig elektrisch en hybride aangedreven schepen, aan het Fries vaarnetwerk en in jacht- en passantenhavens in de provincie Fryslân. Artikel 2.2.2 Subsidiabele activiteiten Subsidie kan worden verstrekt voor: a. het realiseren van een oplaadpunt aan het Fries vaarnetwerk; b. het realiseren van een oplaadpunt in een jacht- of passantenhaven in de provincie Fryslân. Artikel 2.2.3 Doelgroep Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan: a. Een gemeente voor de activiteiten, bedoeld in artikel 2.2.2, onder a en b.
b.
Een natuurlijk persoon of privaatrechtelijk rechtspersoon, die bedrijfsmatig een jacht- of passantenhaven in stand houdt, voor activiteit, bedoeld in artikel 2.2.2 onder b.
Artikel 2.2.4 Aanvraagperiode Een aanvraag voor subsidies kan worden ingediend tot en met 31 december 2015. Artikel 2.2.5 Aanvraag Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier. Artikel 2.2.6 Toetsingscriteria Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende criteria: a. het realiseren van een oplaadpunt wordt uitgevoerd door een onderneming, die lid is van een brancheorganisatie van installatiebedrijven en die de kwaliteit van het eindresultaat controleert en hieraan haar goedkeuring verbindt; b. het realiseren van een oplaadpunt voldoet aan de gestelde normen, zoals bepaald in de Elektriciteitswet 1998; c. een oplaadpunt voldoet aan gestandaardiseerde stekkersystemen. Artikel 2.2.7 Subsidiabele kosten In aanmerking voor subsidie komen de kosten voor het realiseren van een oplaadpunt voor elektrisch varen. Artikel 2.2.8 Subsidiehoogte De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal vijftig procent van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 5.000. Artikel 2.2.9 Verdeelsystematiek 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst. 2. Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting. Artikel 2.2.10 Verplichtingen van de subsidieontvanger Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd: a. De subsidieontvanger of diens rechtsopvolger is verplicht om het op grond van deze subsidieregeling gesubsidieerde oplaadpunt tenminste drie jaar, te rekenen vanaf de datum van subsidievaststelling, in stand te houden voor de levering van stroom aan elektrisch en hybride aangedreven schepen, zulks tegen een kWh-prijs die niet meer bedraagt dan 1,5 maal de actuele kWh-kleinverbruikersprijs. b. Van de totale hoeveelheid energie die door de subsidieontvanger wordt ingekocht, wordt tenminste dat deel dat nodig is voor het oplaadpunt, ingekocht als groene stroom. c. De subsidieontvanger stelt bij het oplaadpunt ligplaatsen primair voor elektrische en hybride schepen beschikbaar. d. Het gesubsidieerde oplaadpunt wordt herkenbaar gemaakt op een wijze zoals voorgeschreven door Gedeputeerde Staten. HOOFDSTUK 8
SLOTBEPALINGEN
Artikel 8.1 Intrekking en overgangsrecht 1. De Uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme wordt ingetrokken. 2. De Uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme, zoals die luidde op dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreding van deze regeling, blijft van kracht voor subsidies die voor die datum zijn aangevraagd. 3. In afwijking van het tweede lid blijft artikel 175, vierde lid van de Uitvoeringsregeling projectsubsidies projectsubsidies economie, recreatie en toerisme niet van kracht voor subsidies op grond van titel 18 van die regeling.
Artikel 8.2 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag van inwerkingtreding van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013, met dien verstande dat artikel 3.2.8 terugwerkt tot en met 1 juli 2013. Artikel 8.3 Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling economie, recreatie en toerisme Fryslân.