“Gehoorzaamheid Of Christen zijn in deze wereld.” (2 Kor.10: 1-18) J.V. “Sursum Corda” Barneveld, 8 Jan. 2013
Ev. Willem J. Korving, M.Th.
Gehoorzaamheid - Pagina 2 van 17
“Sursum Corda” Barneveld Lezen: 2 Kor. 10: 1-18 Zingen: Ps.146: 3&4 Gehoorzaamheid Of Christen zijn in deze wereld Introductie Gehoorzaamheid Gehoorzaamheid omschrijven we als: het Gehoor geven aan, dat wil zeggen je volledig richten op een boodschap. Christelijke gehoorzaamheid wil dus zeggen, dat je de voorrang geeft aan wat God je zegt in je leven. Vanavond wil ik met jullie stilstaan bij “gehoorzaamheid.” Een woord dat ons van nature niet zo aardig in het gehoor klinkt. We denken snel je moet zus en je moet zo. Een jongen een meisje moet zijn vader of moeder gehoorzamen, een militair moet zijn meerdere gehoorzamen.
Het is interessant te zien hoe belangrijk dit woord gehoorzaamheid in het leven van een Christen, van een gelovige is. Daarmee wordt ervaren dat de zaligheid van de Christen buiten hemzelf ligt. Het is Gods genade die tot hem komt en hem veranderd, tot geloof en bekering brengt. Daarom: I. Ik wil graag met jullie enige passages met betrekking tot dit in woord uit het OT laten zien. II. Vervolgens ga ik met jullie langs enige passages uit het NT. III. Tenslotte zullen we zien hoe dit in praktijk gebracht kan worden.
1. Gehoorzaamheid in het OT Laten we beginnen bij het begin: de mens is geschapen naar het beeld van God. “…En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. En God schiep den mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze. En God zegende hen, en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar, en
2
Gehoorzaamheid - Pagina 3 van 17
“Sursum Corda” Barneveld vermenigvuldigt, en vervult de aarde, en onderwerpt haar, en hebt heerschappij over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt!...” (Gen.1: 26-28) Dit moeten we niet vergeten, we waren dus al mens voordat we Christen werden. Tevens wijst dit op twee belangrijke feiten: 1. God heeft ons gemaakt naar Zijn beeld; 2. God heeft ons aangesteld tot heersers over de schepping.
God heeft de mens bij de schepping enige opdrachten gegeven. Dat lezen we in Gen.1: 28. God heeft de mens niet slechts de opdracht de aarde te vervullen (= bevolken), maar ook te onderwerpen en over andere schepselen te heersen. De termen onderwerpen en heersen dienen niet in verband gebracht te worden door anderen de wil op te leggen.
Het eerste woord onderwerpen van de aarde betekent: Het bewerken van de aarde door landbouw, met tegenwoordig de uitbreiding naar allerlei andere vormen van menselijk vernuft en cultivering.
Het tweede woord heersen over betekent: Dit beschrijft een verantwoordelijkheid die alleen aan de mensen is toebedeeld. Met dit woord delegeert God een vorm van zijn Koninklijke autoriteit over zijn volledige schepping en legt die in mensenhanden.
In Gen.2:15 vinden we nog twee werkwoorden die bij de opdracht van de mens behoren. “…Zo nam de HEERE God den mens, en zette hem in den hof van Eden, om dien te bouwen, en dien te bewaren…” God bracht de mens die Hij geschapen had naar een bijzondere omgeving binnen zijn schepping, de Hof van Eden, en gaf die mensen een eenvoudige taak: bouwen en bewaren. Het werkwoord ‘abad betekent ‘dienen’ en heeft een connotatie van hard werken vanuit dienstbaarheid. Dus de vertalingen geven ‘bouwen’ of ‘bewerken’, de kern van het woord bevat de betekenis van ‘dienen’. De mensen zijn dienaars van de schepping; op die manier moeten ze hun heerschappij voeren.
3
Gehoorzaamheid - Pagina 4 van 17
“Sursum Corda” Barneveld
Het laatste werkwoord dat wordt toegevoegd aan de opdracht van de mens is šamar en betekent ‘iets veilig bewaren’; met zorg beschermen, erover waken. Het houdt in dat men iets (of iemand) toewijding en waakzaamheid waardig acht. Zo kan het bijvoorbeeld ook een morele betekenis hebben, zoals “Gods wetten bewaren” bijvoorbeeld door Zijn Woord te bestuderen, doorgronden en gehoorzamen.
De mensheid is dus aangesteld over haar door God geschapen omgeving, om die te dienen en erover te waken. Hieruit blijkt duidelijk dat onze heerschappij de aarde ten goede moet komen en niet in eerste instantie ten bate van onszelf is. Uiteraard staat er genoeg in de Bijbel over hoe de schepping in onze behoefte voorziet. God heeft ons geschapen om over de rest van zijn schepping te heersen, door die te dienen en te bewaren, of anders gezegd: door middels onze inspanningen voor de schepping te zorgen en die zo goed mogelijk te beschermen. Heersen over en dienen van de schepping is de eerste opdracht die de mens op aarde heeft gekregen. God heeft dat mandaat nooit herroepen.
De schepping bestaat om God, haar Schepper, te loven en te prijzen. Wij mensen, zelf ook schepselen, delen in dat bestaansrecht. De Kleine Catechismus van de Westminster Confessie zegt hiervan: “Het voornaamste doel van het leven van de mens is de verheerlijking van God en volle, eeuwige vreugde in Hem te hebben.” Je ziet dus in het gehoorzamen aan dat voornaamste doel van alle mensen is tot eer van God en daardoor vreugde te genieten, omdat wij van God genieten. Wij zijn de enige schepselen die naar Gods beeld gemaakt zijn, en dus weerspiegelen onze lofprijzing en verheerlijking van God die status. Wij mensen eren God met hart en hand en stem, met ons verstand en ons gevoel, door taal, kunst , muziek en ambacht, kortom, met alles wat een afspiegeling is van de God naar wiens beeld wij geschapen zijn.
Het gehoorzamen, ligt dus in het dienen, eren van God. Wanneer we zorg dragen voor de schepping, delen we daarmee in het doel: het eren van God. Daartegenover staat uiteraard dat
4
Gehoorzaamheid - Pagina 5 van 17
“Sursum Corda” Barneveld wanneer we dat niet doen, of zelfs het vernietigen, uitbuiten en vervuilen van de schepping een handje helpen, we afbreuk doen aan het vermogen van de schepping om God te loven.
De gehoorzaamheid van onze ouders Adam en Eva is ruw verstoord door in ongehoorzaamheid naar de Satan te luisteren (Gen.3:1-8) “…De slang nu was listiger dan al het gedierte des velds, hetwelk de HEERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs? En de vrouw zeide tot de slang: Van de vrucht der bomen dezes hofs zullen wij eten; Maar van de vrucht des booms, die in het midden des hofs is, heeft God gezegd: Gij zult van die niet eten, noch die aanroeren, opdat gij niet sterft. Toen zeide de slang tot de vrouw: Gijlieden zult den dood niet sterven; Maar God weet, dat, ten dage als gij daarvan eet, zo zullen uw ogen geopend worden, en gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad. En de vrouw zag, dat die boom goed was tot spijze, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, een boom, die begeerlijk was om verstandig te maken; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook haar man met haar, en hij at. Toen werden hun beider ogen geopend, en zij werden gewaar, dat zij naakt waren; en zij hechtten vijgenboombladeren samen, en maakten zich schorten. En zij hoorden de stem van den HEERE God, wandelende in den hof, aan den wind des daags. Toen verborg zich Adam en zijn vrouw voor het aangezicht van den HEERE God, in het midden van het geboomte des hofs…” De mens was ongehoorzaam aan God, zijn Schepper, en kwam tegen Hem in opstand, met de rampzalige gevolgen van dien. Het kwaad en de zonde doortrekken elk aspect van Gods schepping en elke dimensie van het mensenleven op aarde.
Luister maar: 1. Lichamelijk We zijn door de zondeval, de daad van ongehoorzaamheid, onderworpen aan aftakeling en dood, daarbij gaat ook onze leefomgeving onder de vervloeking van God gebukt; 2. Verstandelijk We gebruiken nu ons niet geringe denkvermogen om ons eigen kwaad te rationaliseren, te rechtvaardigen en te normaliseren; 3. Sociaal Alle relaties tussen mensen zijn gebroken en verstoord: liefdesrelaties, relaties tussen
5
Gehoorzaamheid - Pagina 6 van 17
“Sursum Corda” Barneveld ouders en kinderen, tussen familieleden, met de naaste omgeving en met andere etnische groepen en volken; 4. Geestelijk We zijn vervreemd van God doordat we zijn goedheid en gezag afwijzen.
God besloot Zijn schepping na de ongehoorzaamheid, de zondeval, niet aan haar lot over te laten of te vernietigen, maar te verlossen. Hij koos ervoor dat te doen door de geschiedenis heen, door middel van mensen en gebeurtenissen, vanaf de roeping van Abraham tot de wederkomst van Christus.
En zo laat de Heere zien dat, temidden van de in zonde gevallen schepping, waarin de wereld verkeerde tussen Gen.3 tot 11, Hij doorgaat met zijn verlossingsplan. Daarom sluit God met Abraham een verbond in Gen.12. We moeten goed beseffen dat Gen.12 na Gen.3-11 komt. Dat lijkt een open deur, maar het is van groot belang. Want wat God precies door middel van zijn belofte aan Abraham in gang zet, wordt pas echt duidelijk tegen de achtergrond van de invallende duisternis in deze hoofdstukken.
Deze invallende duisternis veroorzaakt door de ongehoorzaamheid van onze ouders Adam en Eva, de zondeval, vraagt om een alomvattend kosmisch verlossingsplan. De problemen die in Genesis 1-11 tot in detail beschreven worden, kunnen niet zomaar worden opgelost met een plannetje waardoor mensen na hun sterven naar de hemel mogen. De dood zelf moet vernietigd worden, anders kan de vloek niet worden opgeheven en de toegang tot de boom des levens niet worden vrijgegeven. Gods liefde en kracht zijn nodig, niet alleen om ieders persoonlijke zonde weg te doen, maar ook het geruzie en de rebellie tussen volken onderling. Er is een oplossing nodig, niet alleen voor de problemen van de mensen, maar ook voor het dierenleed en de vervloekte aarde!
En dan lezen over de roeping van Abram en God toont hiermee Zijn oplossing voor het kwaad in het mensenhart, de weerspannigheid, de ongehoorzaamheid van de volken en Zijn schepping die gebukt gaat onder gebrokenheid.
6
Gehoorzaamheid - Pagina 7 van 17
“Sursum Corda” Barneveld Luister maar in Gen.12:1-3 lezen we: “…De HEERE nu had tot Abram gezegd: Ga gij uit uw land, en uit uw maagschap, en uit uws vaders huis, naar het land, dat Ik u wijzen zal. En Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken; en wees een zegen! En Ik zal zegenen, die u zegenen, en vervloeken, die u vloekt; en in u zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden…” Heel duidelijk uit tekstgedeelte wordt dat “zegenen” en “zegen” het centrale thema van deze verzen is. De wortel van dit woord barak komt vijfmaal voor in deze drie verzen. We zien dus een verrassend Evangelie! Dit woord hebben we in de eerste hoofdstukken Genesis niet veel gehoord, na de schepping die met Gods zegeningen overladen werd. Het verhaal slingerde zich via zonde en ongehoorzaamheid naar oordeel en vloek. Maar nu spreekt God weer woorden van zegen, net als bij de schepping, allereerst tot Abraham, maar door hem tot alle volken op aarde!
Daarom is het geen wonder dat de apostel Paulus deze tekst opvat als een aankondiging van het Evangelie (Gal.3:8). God komt met een schitterende verrassing. Ondanks alles wat in de voorafgaande hoofdstukken is gebeurd, is Hij nog steeds van plan de volken te zegenen. En dat grote plan zet Hij met Abraham in gang.
Enige punten vragen onze aandacht: 1. Het is opmerkelijk dat in dit gedeelte het woord “geloof” niet wordt genoemd. Abram gaat in gehoorzaamheid uit Ur, naar het land dat God hem zal wijzen. 2. Vanwege de honger trekt Abram verder naar het zuiden, naar Egypte (Gen.12:10) 3. Abram is ongehoorzaam en wordt door God in Gen.13:1-4 teruggeleid naar Kanaän. 4. Later in Gen.15:6 lezen we over het “geloof” van Abram: “en hij (= Abram) geloofde in de Heere en Hij (= de Heere) rekende het hem tot gerechtigheid.” 5. In Gen.17 krijgt Abram (= de vader is verheven) een andere naam en wordt Abraham (= vader van menigte der volken) 6. Verbondsteken: instelling van de besnijdenis
7
Gehoorzaamheid - Pagina 8 van 17
“Sursum Corda” Barneveld Opmerkingen voordat we verder gaan naar het NT: - in gehoorzaamheid vertrok Abram uit Ur - in ongehoorzaamheid ging Abram naar Egypte We zien vervolgens dat Abraham op verschillende wijze door God gestraft wordt: a. Abraham wordt “gekastijd” vanwege zijn ongehoorzaamheid: “Kastijding” moet leiden naar gehoorzaamheid van Abraham (van de gelovige) - Straf: ruzie in de familie; er was twist tussen de herders van Abraham’s vee en Lot’s vee (Gen.13:7) b. Abraham’s gehoorzaamheid (= geloof) wordt “beproefd”: “Beproeving” dit moet leiden naar lijdzaamheid van Abraham (van de gelovige) - Vertrouwen: God zal zelf een lam ten brandoffer voorzien (Gen.22:8)
We zien dus dat in de gehoorzaamheid van de mens, van de gelovige, nogal enige rimpelingen kan vertonen. Het OT ziet daarom uit naar de komst van de Messias, die in volkomen gehoorzaamheid de wil van Zijn vader deed.
2. Gehoorzaamheid in het NT Nadat we gehoord hebben hoe gehoorzaamheid in het OT zich openbaarde. Willen we nu stilstaan bij gehoorzaamheid in het NT. Het is opvallend dat het woord gehoorzaamheid slechts tweemaal in OT en veertien maal in NT wordt gemeld!
Dit duidt ons erop dat de gelovigen in de Nieuw Testamentische bedeling hierop sterk wordt gewezen. De relatie tussen Schepper en schepsel wordt hersteld. Het schepsel kan in gehoorzaamheid met zijn Schepper herenigd worden. De ongehoorzaamheid van het schepsel zal worden vernietigd. Dit goede nieuws, deze heuglijke tijding, lezen we in de Evangeliën en ook in de Apostolische brieven.
Het eerste geschreven Evangelie, Markus, begint als volgt: “…Het begin des Evangelies van JEZUS CHRISTUS, den Zoon van God. Gelijk geschreven is in de profeten: Ziet, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die Uw weg voor U heen bereiden zal…” (Markus 1:1,2)
8
Gehoorzaamheid - Pagina 9 van 17
“Sursum Corda” Barneveld
Met het citaat uit Jes.40 (Markus 1:2) ziet Markus, Johannes de Doper als degene die als eerste het goede nieuws brengt. Maar zowel Markus, als Johannes zelf, wijzen er daarna direct op dat Johannes niet de vervulling van de profetieën is; beiden wijzen de Heere Jezus aan voor die rol.
Aan het begin van zijn werk op aarde is Jezus die vreugdebode, die aankondigt dat het goede nieuws gekomen is. Het rijk van God neemt een aanvang met zijn komst (Markus 1:14-15). Lukas schrijft dat Jezus de rol van de gezalfde die het goede nieuws komt brengen (zoals gemeld in Jes.61:1-3) op zich neemt, het is een van zijn eerste daden. Lukas gebruikt daarvoor hetzelfde werkwoord. Lees maar mee in Lukas 4:16-19: “…En Hij kwam te Nazareth, daar Hij opgevoed was, en ging, naar Zijn gewoonte, op den dag des sabbats in de synagoge; en stond op om te lezen. En Hem werd gegeven het boek van den profeet Jesaja; en als Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats, daar geschreven was: De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden, om den armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen, die gebroken zijn van hart; Om den gevangenen te prediken loslating, en den blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden in vrijheid; om te prediken het aangename jaar des Heeren...” Wat opvalt is dat Lukas de gehoorzaamheid van de Heere Jezus meldt: Vers 16 “…te Nazareth daar Hij opgevoed was…” We lezen niet dat de Heere Jezus zijn aardse ouders ongehoorzaam was; Vervolgens nog een keer in vers 16 “…naar Zijn gewoonte, op de dag van de sabbat in de synagoge…” We zien dat de Heere Jezus hierin gehoorzaam is aan Zijn hemelse Vader, door de sabbat te houden.
En hoeveel jaar zou dit Schriftgedeelte in die synagoge zijn gelezen? Hoeveel maal zou de rabbi de gelovigen hebben aangespoord tot gehoorzaamheid, te blijven bidden en vertrouwen dat die dag ooit zal komen en dat al die dingen gebeuren zullen? Moge die dag snel aanbreken Heere, geef dat wij die dag mogen meemaken. Morgen misschien…??
9
Gehoorzaamheid - Pagina 10 van 17
“Sursum Corda” Barneveld En dan op een morgen op sabbat, schudt de Zoon van de timmerman de hele stad wakker met een prikkelend: “Vandaag”! Het wachten is voorbij. Waar jullie al die jaren op hoopten en verlangden is hier; het is degene die hier voor jullie staat. De profetische stem die klonk in die oude tekst is de stem die jullie nu horen voorlezen. “Heden is deze Schrift in uw oren vervuld.” (Luk.4:21). Waar in deze tekst over gesproken werd, was precies wat Jezus nu opvoert als bewijs dat het Koninkrijk van God daadwerkelijk gekomen was. God regeert in en door Jezus, door zijn woorden en daden. “Maar indien Ik door den vinger Gods de duivelen uitwerp, zo is dan het Koninkrijk Gods tot u gekomen.” (Luk.11:20)
Wanneer Johannes de Doper zich afvraagt of hij niet toch de verkeerde Messias steunde, wijst Jezus op dezelfde zaken, met een verwijzing naar een andere tekst uit Jesaja (Jes.35:5-6), waaraan hij toevoegt: “…En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Gaat heen en boodschapt Johannes weder, hetgeen gij hoort en ziet: De blinden worden ziende, en de kreupelen wandelen; de melaatsen worden gereinigd, en de doven horen; de doden worden opgewekt, en den armen wordt het Evangelie verkondigd…” (Matt.11:4-5) Dat rijk van God, ingeluid door Jezus, door Hem belichaamd ook, werkt nog steeds door in de geschiedenis, zoals Jezus dat had voorzegd: als een zaadje dat ontkiemt, als gist dat deeg doet rijzen, als vissen die gevangen worden. Het Koninkrijk van God werkt in en door de levens van degenen die er “binnengegaan” zijn, in wiens levens God regeert doordat ze berouw hebben van hun zonden en geloven in Christus; in diegenen die de weg van Jezus volgen en zich aan Hem als Heere onderwerpen; in diegenen die eerst het Koninkrijk van God zoeken en hongeren en dorsten naar gerechtigheid.
Het rijk van God wordt gevonden bij hen die weten wat hun opdracht is. In gehoorzaamheid aan God, de vrede najagen, de naaste liefhebben en Gods Evangelie verkondigen. Want daaruit, zegt de vreugdebode bij Jesaja, bestaat het goede nieuws dat onze God koning is. Het Evangelie is het goede nieuws over God en daaruit vloeit voort dat het goed nieuws voor ons is.
10
Gehoorzaamheid - Pagina 11 van 17
“Sursum Corda” Barneveld Het Evangelie is ten diepste het goede nieuws van Gods heerschappij. Het was het goede nieuws waar Israël eeuwenlang op had gewacht. Zij wist wel wat dat rijk van God behelsde, de vraag was alleen: wanneer zou het zover zijn? Jezus, verkondigt het goede nieuws: “Vandaag is het er!” Dit is tevens het goede nieuws waar de wereld nog steeds op wacht. “En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volken; en dan zal het einde komen.” (Matt.24:14) “Bekeert u, en gelooft het Evangelie,” zegt Jezus in Markus 1:15. Geloof in het goede nieuws gaat samen met een radicale ommekeer van leefstijl. Het een kan niet zonder het ander. Toen Johannes de Doper werd gevraagd wat hij met inkeer bedoelt, gaf hij dit nietsontziende praktische antwoord, lees maar Lukas 3:7-14: “… Brengt dan vruchten voort der bekering waardig; en begint niet te zeggen bij uzelven: Wij hebben Abraham tot een vader; want ik zeg u, dat God zelfs uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken…” Later zien we dat Paulus het met Johannes de Doper eens is. Het Evangelie verlangt van ons dat we de vuile kleren van de “oude mens” van de ongehoorzaamheid uittrekken en de nieuwe kleren van de gehoorzaamheid van de “nieuwe mens” aantrekken, die de geur van Christus verspreiden. Paulus gebruikt dan ook exact dezelfde woorden. “Nieuwe mens” (kainos anthropos) voor zowel de gemeenschap van gelovige Joden en niet-Joden die voortaan Gods volk zijn door het kruis van Christus (Ef.2:15), als voor de nieuwe levensstijl die deze gemeenschap moet kenmerken (Ef.4:24).
Paulus boodschap was dus niet slechts een boodschap waarmee men moest instemmen. Hij beoogde niets minder dan een morele ommekeer bij degenen die de boodschap hadden aangenomen in geloof. Zowel aan het begin als aan het slot van zijn brief aan de Romeinen vat Paulus dit bondig samen in een opvallende zin: “…tot gehoorzaamheid des geloofs onder al de heidenen, voor Zijn Naam…tot gehoorzaamheid des geloofs, onder al de heidenen bekend is gemaakt…” (Rom.1:5; 16:26). De “gehoorzaamheid des geloofs”: dit duidt op een bijzondere bezitsvorm, die helaas vaak als nevenschikking van twee aparte woorden wordt vertaald (gehoorzaamheid en geloof), waardoor
11
Gehoorzaamheid - Pagina 12 van 17
“Sursum Corda” Barneveld de indruk wordt gewekt dat je best het eerste kunt doen, terwijl je het tweede niet voor elkaar krijgt. Wat Paulus hier bedoeld gaat verder, maar eigenlijk precies wat in Jacobus 2 staat.
Gehoorzaamheid levert het bewijs dat het geloof echt is. Vergelijk het maar met een wat ouderwetse uitdrukking “de adem des levens.” Hoe weet je of iemand nog leeft? Dan controleer je de ademhaling. Ademt iemand niet, dan leeft hij niet. Is iemand ongehoorzaam, dan is er geen geloof. Geloof zonder werken, zou Jacobus kunnen zeggen, is zo dood als een lichaam zonder adem. Gelukkig, denk je als je ademhaling opmerkt, hij of zij leeft. Gelukkig, denk je als je gehoorzaamheid bemerkt: hij of zij gelooft.
Precies zo denkt Paulus over de actie van de gelovigen in Korinthe, die geld inzamelen voor de gelovigen in Jeruzalem. Hieruit bleek hun oprechte geloof. Hun geloof in het Evangelie was echt, omdat ze in gehoorzaamheid bereid waren er offers voor te brengen (2 Kor.9:12-13). Het valt op hoe vaak Paulus het heeft over “gehoorzaam zijn aan het Evangelie” in plaats van over “gewoon erin geloven.” Die gehoorzaamheid was het werk van God door Christus, in en door Paulus’ holistische bediening in woorden, werken en wonderen. Hijverheugde zich ook in de gehoorzaamheid van de christenen in Rome zelf. De keerzijde hiervan is dat de “toorn van God” niet slechts geldt voor on-gelovigen in intellectueel opzicht, maar ook voor wie on-gehoorzaam is: “…en over degenen, die het Evangelie van onzen Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn…” (2 Thess.1:8). Zij worden dubbel veroordeeld, de negatieve keerzijde van de dubbele eis van het Evangelie, geloof en gehoorzaamheid. “…Opdat zij allen veroordeeld worden, die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid…”(2Thess.2:12). Deze uitleg van het Evangelie, die in wezen moreel is, en niet alleen geloof maar ook gehoorzaamheid vraagt, vind je ook bij Petrus, Jacobus, Johannes en Hebreeën. Uiteraard is hij afkomstig van Jezus zelf (lees maar: Matt.7:21-27, Matt.28:20, Luk.11:28 en Joh.14:23-24).
12
Gehoorzaamheid - Pagina 13 van 17
“Sursum Corda” Barneveld Bij Paulus betekent het Evangelie dus dat de verlossing uitsluitend berust op Gods genade, die we uitsluitend ontvangen door geloof in Christus en niet door onze eigen werken. We zien dus dat de zaligheid buiten de mens ligt. Tegelijkertijd zegt Paulus ons dat het doel van de genade dat in ons werkt juist is, dat er vruchten gaan ontstaan: levens die veranderen. -
Aan de minkant doordat we het kwaad afwijzen;
-
Aan de pluskant doordat we onvermoeibaar het goede doen (Ef.2:8-10).
Paulus beschouwt de morele verandering die het Evangelie teweegbrengt als de genade van God die aan het werk is. AL sinds de eerste komst van Christus, maar ook in het eschatologische licht van zijn wederkomst.
De nadruk die Paulus geeft, komt overeen met die in het OT. Gods verlossingswerk voor de Israëlieten ontvingen ze in gehoorzaamheid en uit dankbaarheid binnen het kader van het verbond, waarop ze met een morele leefstijl antwoorden. Het Evangelie is in wezen zowel verbaal als moreel. Beide aspecten zijn met elkaar verbonden als leven en ademhalen. Is er geen verandering dan is er ook geen Evangelie. Dit goede nieuws, dit Evangelie, kan ook slecht nieuws zijn, voor diegenen die in hun zonde, in ongehoorzaamheid voortleven. Die bang zijn dat hun belangen erdoor geschaad kunnen worden.
Er moet dan ook een strijd geleverd worden; het Evangelie moet worden beschermd, opgehelderd, verdedigd omdat men het zal proberen te ontkennen, te vervormen en te verraden. Het Evangelie roept controverse op. Het gaat de confrontatie aan met tegenkrachten, met mensen die het ontkennen of afwijzen. Het gaat niet samen, maar staat op gespannen voet met andere wereldbeschouwingen en andere zaken waaraan mensen zich verblinden. Wie gehoorzaam aan het Evangelie wil zijn, ontkomt niet aan opofferingen en geestelijke strijd (2Kor.10:4-5). Maar laten we de belangrijke taak die God aan de kerk gegeven heeft om getuigen van het Evangelie te zijn niet veronachtzamen.
We zullen nu naar ons laatste punt gaan hoe we een en ander praktisch kunnen toepassen in het leven van alledag. Op school, op werk, temidden van je vrienden, en vul zelf maar in…
13
Gehoorzaamheid - Pagina 14 van 17
“Sursum Corda” Barneveld 3. Praktische toepassing Willen we een en ander toepassen in ons leven van alledag dan kan de Heidelbergse Catechismus ons misschien assisteren. Vraag en antwoord 124: Vraag: Wat is de derde bede? Antwoord: Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde. Dat is: Geef, dat wij en alle mensen onzen eigen wil verzaken , en uw wil, die alleen goed is, zonder enig tegenspreken gehoorzaam zijn ; opdat alzo een iegelijk zijn ambt en beroep zo gewilliglijk en getrouwelijk moge bedienen en uitvoeren , als de engelen in den hemel doen. Een leven in gehoorzaamheid aan God te midden van de goden van deze wereld betekent onvermijdelijk dat er conflicten komen. We worden in het geloof daarom geconfronteerd met een niet-aflatende geestelijke strijd. Die strijd begint ermee dat je leert zien wie de vijand is; dat er in ieder geval een vijand is.
Het probleem van ons, Christenen is, dat wij ook kinderen van onze eigen cultuur zijn, wat die cultuur ook is, en dat we er soms geen flauw benul van hebben hoezeer het publieke leven om ons heen doortrokken is van geestelijke tegenstanders van God en het Evangelie. Er zijn werkelijke satanische, demonische krachten aan het werk in de wereld, die opereren in en door mensen. Dit gaat zeker op voor collectieve menselijke structuren die wel “een eigen leven lijken te leiden”: iets wat de wil van alle individuen te boven gaat.
En juist daar waar zulke geestelijke en menselijke krachten samen in het openbare leven aan het werk zijn, worden Christenen gevraagd hun werk te doen. Daarbij moeten ze oog hebben voor de afgoderij om hen heen, daar tegenstand aan bieden en ertegen opkomen, zodat ze een getuigenis afleggen van het Goede Nieuws van Gods Koninkrijk: daar waar het kruis die afgoden overwonnen heeft.
Oorlog veroorzaakt lijden en de geestelijke strijd vormt daarop geen uitzondering. Wie gehoorzaam is aan God, wie zijn taak als kind van God uitvoert, in het leven om hem heen dat zo wordt beheerst door de goden van deze wereld, wie kiest voor een Bijbelse levensstijl die radicaal anders is, wie belijdt dat Jezus Heere is, en niet de keizer en niet het geld, die kan rekenen op zijn of haar portie lijden.
14
Gehoorzaamheid - Pagina 15 van 17
“Sursum Corda” Barneveld
We horen nog maar weinig dat gehoorzaamheid aan God lijden kan betekenen. Dat lijden kan betekenen: -
dat we sterven aan onze populariteit (door getrouw het niet-populaire Evangelie te gehoorzamen);
-
of we sterven aan onze trots (door bescheiden middelen te gebruiken en te vertrouwen op de Heilige Geest);
-
of we sterven aan raciaal en nationaal vooroordeel (door ons te identificeren met een andere cultuur);
-
of aan materieel gemak (door het aannemen van een eenvoudige levensstijl).
Dus wanneer we door onze gehoorzaamheid lijden ervaren, dan moeten we in gedachten houden dat God met ons meelijdt. Immers Hij heeft zo geleden door de zonde van de wereld aan het kruis weg te dragen, dat wij ons kruis mogen dragen en Hem achterna volgen. Ik weet dat dit makkelijker gezegd is, dan gedaan. Destijds bij de Koninklijke Marine was je soms blij als je een mede-opvarende trof die ook gelovig was. Je zocht elkaar op en probeerde wekelijks een Bijbelstudie te houden.
Maar wat zijn we dan een bevoorrechte groep als we nog in een land leven waar we in vrijheid van God en het Evangelie mogen getuigen. Waarin we in gehoorzaamheid aan zijn Woord kunnen leven? Momenteel ben ik in contact op het AZC in Den Helder met een familie uit Pakistan. Het AZC Den Helder is de laatste fase voor de asielzoeker. Als je bent uitgeprocedeerd en geen verblijf krijgt, wordt je teruggezonden naar je land van herkomst. Deze familie vreest voor hun leven als zij moeten terugkeren naar Pakistan. In Pakistan worden Christenen niet vervolgd, maar hun leven geniet ook geen bescherming van de overheid.
Het kan tot onze troost zijn wat we in de Nederlandse Geloofsbelijdenis belijden in art. 13: “…Want Zijn macht en goedheid is zo groot en onbegrijpelijk, dat Hij zeer wel en rechtvaardiglijk Zijn werk beschikt en doet, ook wanneer de duivelen en Goddelozen onrechtvaardiglijk handelen …deze lering geeft ons een onuitsprekelijken troost, als wij door haar geleerd worden dat ons niets bij geval overkomen kan, maar door de beschikking van onzen goedertieren hemelse Vader, Die voor ons waakt met een
15
Gehoorzaamheid - Pagina 16 van 17
“Sursum Corda” Barneveld Vaderlijke zorg…wetende dat Hij de duivelen in den toom houdt en al onze vijanden, die ons zonder Zijn toelating en wil niet schaden kunnen…” We worden opgeroepen om gehoorzaam te zijn op de plek die God ons gegeven heeft. In dit alles zijn we niet alleen, Christus heeft gezegd, nadat Hij het zendingsbevel/evangelisatie opdracht had gegeven: “…En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld…” Daarom kan het ons bemoedigen en vertroosten dat de Goede Herder altijd bij zijn kudde is. Luther zegt daarvan: “…Onze Heere Christus doet – wanneer Hij ons wil verlossen – precies hetzelfde als een schaapherder. Wat Hij eenmaal lichamelijk heeft gedaan in Zijn lijden en sterven, doet Hij nu nog steeds op een krachtige en geestelijke manier door Zijn Woord. Daarmee legt Hij ons op Zijn schouder, draagt en beschermt ons zodat we veilig zijn voor zonde, duivel en dood. Ze proberen ons wel te laten schrikken en aan te vallen, om ons weg te trekken en te verslinden, maar Christus’ dragen maakt dat we verlost zijn en blijven van alle ongeluk en dat we nergens voor hoeven te vrezen. Zoals een schaapje als het op de schouders van de herder ligt, niets meer vreest, hoewel de honden verschrikkelijk blaffen en de wolf eromheen sluipt. Het laat onbezorgd het kopje zakken en valt rustig in slaap. Zo zal het ook met ons gaan, als we ons maar aan dit artikel houden: ‘Ik geloof in Jezus Christus, onze Heere, Die voor ons geleden heeft, gestorven, begraven en opgestaan is en aan de rechterhand van God zit,’ dan hoeven we geen zorg te hebben dat we verloren gaan óf dat de duivel ons verslinden zal, al heeft hij zijn muil nog zo wijd opengesperd...” Gehoorzaamheid, is doen wat God in Zijn Woord zegt! Ja, je hoort het goed doen! O, je denkt, in het geloof hoef je niets te doen, want de Christus heeft alles gedaan en dan hoeven wij niets meer te doen! Maar ik zeg je, gehoorzaamheid heeft alles te maken met doen. Wat moet je dan doen? En wat is dat dan gehoorzaamheid? Wel we zeiden het al: gehoorzaamheid is leven tot eer van God. Hem dienen met een volkomen hart. Dan wil je alles weten over God in Zijn Woord, in de Belijdenis geschriften. Maar bovenal is gehoorzaamheid ook geloven! Geloven wat in de Bijbel staat. Geloof je dat echt?? Heb je God echt lief? Luister dan naar God en doe wat Hij je zegt te doen.
16
Gehoorzaamheid - Pagina 17 van 17
“Sursum Corda” Barneveld Probeer niet in jezelf geloof te vinden, maar zoek Christus. Grijp Hem aan. En zeg, al is God onafhankelijk, en niet afhankelijk van een mens, ook al heb ik een klein geloof, toch kan ik niet zeggen dat U de Heere, de Waarheid niet bent.
Dus in jezelf moet je het niet zoeken, voor geloof en zekerheid, maar zoek het buiten jezelf, zoek het in Christus. In Hem zal ik gehoorzaam zijn, want de Heere Jezus, de Zoon van God is alles wat ik nodig heb. Dan zal je steeds meer leren om Hem meer te gehoorzamen en lief te hebben, omdat Hij totaal gehoorzaam was aan God. In de Hof van Gethsemané heeft hij bloed gezweet, bad Hij zijn Vader of de drinkbeker van Gods toorn Hem mocht voorbijgaan, in totale gehoorzaamheid is Hij de weg gegaan, die wij hadden moeten gaan. Daarom mogen wij Hem aanklampen om kracht, wijsheid, liefde, om gehoorzaamheid God te dienen.
Het dagelijks werk is belangrijk omdat God het belangrijk vindt. Het heeft een intrinsieke waarde. Alle werk dat bijdraagt aan de maatschappij, het welzijn van anderen of het beheren van onze natuurlijke hulpbronnen, heeft een plaats binnen Gods plan met deze schepping en voor de nieuwe aarde.
Doe je werk dus bewust als volgeling van Jezus, in gehoorzaamheid aan Hem, getuig van Hem, wees altijd bereid antwoord te geven als iemand naar je geloof vraagt en zelfs als dat nodig is te lijden voor Christus, dan zal je leven vrucht dragen, tot eer van God. Ik bid dat Hij jullie Zijn kracht schenkt en jullie aantal vermeerderen.
17