Gebruiksaanwijzing
SC18A Lees deze instructies goed door en zorg dat u ze begrijpt voordat u de machine gebruikt.
Nederlands
Voor het doorvoeren van verbeteringen kunnen specificaties en ontwerpen worden gewijzigd zonder nadere kennisgeving. Aan de informatie in deze instructies kunnen geen wettelijke rechten worden ontleend. Gebruik bij reparaties uitsluitend originele onderdelen. Bij het gebruik van andere onderdelen vervalt de garantie. Modificeer de machine niet en installeer geen niet-standaard apparatuur op de machine zonder toestemming van de fabrikant. Modificaties aan de machine kunnen het gebruik ervan onveilig maken of de machine beschadigen.
Wanneer dit product is versleten en niet langer wordt gebruikt, moet het terug worden gebracht naar de verkoper of een andere instantie om te worden gerecycled.
©2010 HTC. Alle rechten voorbehouden. Beatrice, NE.
INHOUD INLEIDING ........................................................................ 4 Gebruik ....................................................................... 4 Goede service............................................................. 4 Serienummer .............................................................. 4 SYMBOLEN EN PLAATJES ............................................. 5 VEILIGHEID ...................................................................... 6 Algemeen gebruik ....................................................... 6 Voorbereidingen.......................................................... 8 Gebruik ....................................................................... 9 Verplaatsing/transport ............................................... 10 Opslag ...................................................................... 10 Kinderen ................................................................... 10 Tanken ...................................................................... 11 Onderhoud ................................................................ 12 BESCHERMINGSMIDDELEN ........................................ 13 Persoonlijke beschermingsmiddelen ........................ 13 BEDIENINGSELEMENTEN ............................................ 14 Hoofdcomponenten en bedieningselementen 14 Versnellingshendel.................................................... 15 Starter ....................................................................... 15 Starthendel ............................................................... 15 Brandstoftank............................................................ 16 Brandstof tanken....................................................... 16 Centrifugaalkoppeling ............................................... 16 Gashendel ................................................................ 16 BEDIENING .................................................................... 17 Voorbereiding............................................................ 17 Gebruikerstips........................................................... 17 Werken met de zodensnijder .................................... 18
De motor starten ....................................................... 18 Brandstofklep .................................................. 18 Chokehendel................................................... 19 Schakelhefboom ............................................. 19 AAN/UIT-motorschakelaar .............................. 19 Starthendel ..................................................... 20 Gashendel ...................................................... 20 Werken op heuvels ................................................... 21 Transport .................................................................. 21 Rem .......................................................................... 21 ONDERHOUD................................................................. 22 Onderhoudsschema ................................................. 22 Aandrijfriem............................................................... 23 Mes ........................................................................... 23 Slijtage van bladen ......................................... 23 Blad vervangen ......................................................... 24 Riem vervangen........................................................ 24 Kettingspanning afstellen.......................................... 24 Ketting vervangen ..................................................... 24 Tweeminutenregel ................................................... 24 Reiniging ................................................................... 24 SMERING ....................................................................... 25 PROBLEMEN OPLOSSEN ............................................. 26 OPSLAG ......................................................................... 29 Opslag voor de winter ............................................... 29 Service ...................................................................... 29 TECHNISCHE GEGEVENS............................................ 30 CONFORMITEITSCERTIFICATEN ................................ 31 ONDERHOUDSRAPPORT ............................................. 32
INLEIDING Gefeliciteerd
Uw machine verzekeren
We danken u dat uw keuze is gevallen op een Husqvarnazodensnijder. Door uw vertrouwen in ons hebt u gekozen voor een uitstekend kwaliteitsproduct. Deze handleiding is een waardevol document. Hierin wordt uw nieuwe Husqvarna-machine beschreven. Lees de handleiding zorgvuldig door voordat u de machine in gebruik neemt. Door de instructies (voor gebruik, service, onderhoud enz.) te volgen, kunt u de levensduur van de machine aanzienlijk verlengen en tevens de waarde bij doorverkoop verhogen. Neem contact op met uw dealer voor mee informatie. Wanneer u uw Husqvarna-machine verkoopt, geef dan ook de gebruikershandleiding aan de nieuwe eigenaar.
Neem contact op met uw verzekeringsmaatschappij voor de dekking voor uw nieuwe machine. Zorg dat u een volledige verzekering voor aansprakelijkheid, brand, schade en diefstal hebt.
Goede service De producten van Husqvarna worden wereldwijd verkocht, maar enkel in gespecialiseerde winkels met complete service. Zo bent u als klant altijd verzekerd van de beste ondersteuning en service. De machine is vóór aflevering door uw dealer gecontroleerd en afgesteld. Wanneer u reserveonderdelen of ondersteuning bij service, garantiekwesties, etc. nodig hebt, raadpleeg dan de volgende professional:
Gebruik De zodensnijder wordt gebruikt om de bovenste zodenlaag te verwijderen over een breedte van 45,7 cm. Lees het hoofdstuk “Veiligheidsinstructies” voordat u de machine voor de eerste keer gebruikt.
Deze handleiding hoort bij de machine met productienummer:
Motor
Serienummer Het serienummer van de machine is te vinden op het gedrukte plaatje dat is bevestigd aan het frame op het achterpaneel onder de schakelhefboomsteun. Op het plaatje staat de volgende informatie: • De typeaanduiding van de machine (MODEL). • Het serienummer van de machine (S/N). Vermeld de typeaanduiding en het serienummer als u reserveonderdelen bestelt.
4
Het serienummer van de motor is in het carter onder de oliepeilbewaking gestanst. Het motortype staat vermeld op het carter rechts van de oliepeilbewaking, maar blijkt ook uit het plaatje op de starter. Vermeld deze gegevens wanneer u reserveonderdelen voor de motor bestelt.
SYMBOLEN EN PLAATJES LET OP!
BELANGRIJKE INFORMATIE
Xxxx xxx xxxx xx xxxx x xxxx.
Wordt in deze publicatie gebruikt om de lezer attent te maken op het gevaar voor persoonlijk letsel, met name als de lezer de instructies in de handleiding NIET opvolgt.
Xxxx xxx xxxx xx xxxx x xxxx.
Wordt in deze publicatie gebruikt om de lezer attent te maken op het gevaar voor materiële schade, met name als de lezer de instructies in de handleiding NIET opvolgt. Dit wordt ook gebruikt als de kans op verkeerd gebruik of monteren bestaat.
Plaatjes en instructies op de machine
R N Achteruit
Neutraal
Gebruik Beschermende Bril
Schakelen
Snel
Traag
Gebruik Beschermende Handschoenen
Voet Afhakken Waarschuwing
Werking
Waarschuwing!
CE-markering Alleen voor de Europese markt
Maximale tpm
Snijdiepte
Ontbrekende of onleesbare plaatjes moeten worden aangebracht of vervangen voordat u de machine gaat gebruiken.
5
VEILIGHEID Algemeen gebruik Het doel van deze handleiding is om u te helpen uw Husqvarna-machine veilig te gebruiken en om u informatie over het onderhoud van de machine te bieden. Lees deze handleiding zorgvuldig door en zorg dat u de informatie erin begrijpt voordat u de machine gebruikt of onderhoud aan de machine uitvoert. Als de gebruiker de handleiding niet kan lezen, is het de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de machine de inhoud van de handleiding aan de gebruiker uit te leggen. Als u na het lezen van de handleiding nog vragen hebt over veiligheidsrisico’s in verband met het gebruik van de machine, dan moet u de machine niet gebruiken. Neem contact op met uw dealer voor mee informatie. Deze veiligheidsinstructies behandelen alleen de basishandelingen voor veilig gebruik. Het is niet mogelijk om in de veiligheidsinstructies alle mogelijke risicosituaties te beschrijven die bij het gebruik van de machine kunnen ontstaan. U kunt echter wel ongevallen voorkomen door altijd uw gezonde verstand te gebruiken. Neem contact op met uw dealer als u extra exemplaren van de gebruikershandleiding nodig hebt.
BELANGRIJKE INFORMATIE Gebruik de machine pas als u de gebruikershandleiding volledig hebt gelezen en de instructies in de handleiding hebt begrepen. Alle onderhoudswerkzaamheden of aanpassingen die niet in deze handleiding worden vermeld, moeten worden uitgevoerd door een geautoriseerde Husqvarna-servicewerkplaats.
LET OP! De zodensnijder kan gevaarlijk zijn als deze op verkeerde of onzorgvuldige wijze wordt gebruikt. Dit kan tot ernstige of, in het ergste geval, dodelijke ongevallen leiden. Het is erg belangrijk dat u deze gebruikershandleiding leest en de instructies begrijpt voordat u de machine in gebruik neemt.
6
LET OP! De oorspronkelijke vormgeving van de machine mag in geen enkel geval worden gewijzigd zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant. Dergelijke wijzigingen hebben niet alleen invloed op de werking en duurzaamheid van de machine, maar kunnen ook een veiligheidsrisico inhouden voor de gebruiker en iedereen die zich in de buurt bevindt. Niet-geautoriseerde wijzigingen aan de vormgeving van de machine zorgen ervoor dat de fabrikant niet aansprakelijk is voor eventueel persoonlijk letsel of schade aan eigendommen als gevolg van de wijzigingen. Als de machine wordt gewijzigd zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant, dan kan de garantie ongeldig worden.
VEILIGHEID • •
•
•
•
•
•
• •
• • •
•
• •
•
Volg alle veiligheidsinstructies. Wanneer u dat niet doet, kunt u of iemand anders letsel oplopen. Voorschriften voor ongevallenpreventie, andere algemene veiligheidsregels, veiligheidsregels voor beroepsrisico’s en verkeersregels moeten altijd worden gevolgd. Alle gebruikers moet zijn opgeleid voor het gebruik van de machine. De eigenaar is verantwoordelijk voor het opleiden van de gebruikers. Neem contact op met een erkende Husqvarnawerkplaats voor alle service en reparaties die niet in deze handleiding worden beschreven. De originele reserveonderdelen van Husqvarna zijn ontworpen en gespecificeerd om een hoge kwaliteit en juiste passing te handhaven, voor optimale duurzaamheid en een lange levensduur van de machine. Uit het oogpunt van veiligheid moet u altijd originele reserveonderdelen van Husqvarna gebruiken. Leer hoe u de machine en de bedieningselementen veilig moet gebruiken en leer hoe u de veiligheidsplaatjes kunt herkennen. Gebruik de machine uitsluitend om zoden te verwijderen. De machine is niet bedoeld voor ander gebruik. Controleer vóór gebruik of de motor zich in een goede staat bevindt; zie Onderhoud. Gebruik de machine alleen bij daglicht of onder goed verlichte omstandigheden. Houd de machine op veilige afstand van gaten en andere onregelmatigheden in de grond. Let op andere mogelijke risico’s. De machine mag alleen worden gebruikt door volwassenen die bekend zijn met het gebruik ervan. Laat onderhoud nooit uitvoeren door personen die niet zijn getraind in het gebruik van de machine. Laat de machine nooit bedienen door of kinderen of door personen die niet zijn getraind in het gebruik ervan. De minimumleeftijd van de gebruiker kan zijn vastgelegd in plaatselijke voorschriften. Mensen en dieren kunnen u afleiden, waardoor u de controle over de machine kunt verliezen. Concentreer u daarom altijd op de taak waar u mee bezig bent. Laat de machine nooit onbeheerd achter terwijl de motor draait. Zorg dat er andere mensen in de buurt zijn als u de machine gebruikt, zodat u om hulp kunt roepen wanneer er zich een noodsituatie voordoet. De machine is alleen getest en goedgekeurd voor gebruik in combinatie met apparatuur die oorspronkelijk is geleverd of wordt aanbevolen door de fabrikant.
LET OP! De motor kan erg heet worden. Voorkom brandwonden door de motor uit te schakelen en te wachten totdat alle onderdelen zijn afgekoeld voordat u de motor aanraakt.
LET OP! Als u overmatig aan trillingen wordt blootgesteld, kan dit tot bloedvat- en zenuwbeschadigingen leiden, vooral bij mensen met een slechte bloedcirculatie. Neem contact op met uw huisarts wanneer u symptomen hebt die wijzen op overmatige blootstelling aan trillingen. Voorbeelden van veel voorkomende symptomen zijn: een verdoofd gevoel, pijn, weinig spierkracht, huidverkleuringen of een onaangenaam tintelend gevoel. Deze symptomen doen zich meestal voor in de vingers, handen of polsen.
BELANGRIJKE INFORMATIE Gebruik een zodensnijder nooit als deze is beschadigd of verkeerd is afgesteld. Gebruik de zodensnijder nooit als er een onderdeel ontbreekt of als de machine niet correct is gemonteerd. Controleer of het snijgereedschap stopt met draaien wanneer u minder gas geeft. Roep altijd de hulp van een expert in wanneer u terechtkomt in een situatie waarbij u niet meer weet wat u moet doen. Probeer NOOIT om een probleem op te lossen waarvoor u niet de juiste kwalificaties hebt.
7
VEILIGHEID Voorbereidingen • •
• •
• •
•
•
•
• • •
•
Houd altijd een EHBO-kist bij de hand wanneer u de machine gebruikt. Zorg ervoor dat zich niemand in de buurt van de machine bevindt wanneer u de motor start, de aandrijving inschakelt of rijdt. Zorg dat mensen en dieren op veilige afstand van de machine blijven. Zorg dat kleding, lang haar of sieraden niet in de bewegende onderdelen van de machine vast kunnen komen te zitten. Inspecteer het gebied waar de apparatuur zal worden gebruikt grondig en verwijder alle vreemde voorwerpen. Lokaliseer vaste voorwerpen in de grond, zoals sproeiersystemen, palen, waterkleppen, voeten voor waslijnen enz. Vergeet ook niet om te controleren op verborgen elektriciteitskabels. Controleer of de gashendel en alle beschermingen gemonteerd zijn en werken. Gebruik de machine NIET wanneer deze niet correct werkt. Gebruik de machine niet wanneer u geen geschikte kleding draagt. Draag veiligheidsschoenen of -laarzen met antislipzolen. Gebruik altijd een goedgekeurde veiligheidsbril of volledig gelaatsscherm bij het monteren van de machine of het snijden van zoden. Gebruik gehoorbescherming om een gehoorbeschadiging te voorkomen. Draag altijd handschoenen wanneer u het mes hanteert. Probeer nooit om aanpassingen te maken terwijl de motor loopt (behalve wanneer dit specifiek wordt aangeraden door de fabrikant). Schakel naar de neutraalstand voordat u de motor start.
8011-198
Maak het werkgebied vrij van obstakels voordat u met de werkzaamheden begint.
8011-670
Gebruik de juiste uitrusting.
LET OP! Draag bij het gebruik van de machine altijd goedgekeurde beschermende kleding en goedgekeurde beschermingsuitrusting. Beschermende kleding en beschermingsuitrusting kunnen het risico op ongevallen niet uitsluiten, maar dankzij de juiste kleding en uitrusting zijn de gevolgen van een eventueel ongeval minder ernstig. Vraag uw dealer om informatie over goedgekeurde beschermende kleding en goedgekeurde beschermingsuitrusting die door Husqvarna wordt aanbevolen.
8
VEILIGHEID Gebruik • •
• •
• •
• •
•
Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 25°. Gebruik de machine niet als u moe bent, alcohol hebt gedronken of drugs of medicijnen hebt ingenomen die uw gezichts-, beoordelings- of coördinatievermogen negatief kunnen beïnvloeden. Gebruik de machine nooit binnenshuis of in ruimten zonder voldoende ventilatie. Zorg dat u stevig staat als u de machine gebruikt, vooral als u achteruit gaat. Loop gewoon, ga niet rennen. Werk nooit op nat gras. U kunt uitglijden door slechte tractie. Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen. Roken, open vuur of vonken in de buurt van de machine zijn ten strengste verboden. Benzine is zeer licht ontvlambaar en onzorgvuldig omgaan met benzine kan leiden tot persoonlijk letsel of brand. Gebruik de machine nooit met een defecte geluiddemper. Stop en controleer de uitrusting als u een vreemd voorwerp raakt. Voer waar nodig reparaties uit voordat u weer begint. Wat er ook gebeurt, u moet de machine altijd op een vlakke ondergrond parkeren, de aandrijving uitschakelen, de parkeerrem activeren, de motor uitschakelen en wachten totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bedieningspositie achter de machine verlaat.
8011-091
Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen.
LET OP! De uitlaatgassen van de motor, sommige bestanddelen ervan en bepaalde voertuigonderdelen kunnen chemicaliën bevatten of uitstoten waarvan wordt aangenomen dat ze kanker, geboorteafwijkingen en andere beschadigingen van het voortplantingssysteem veroorzaken. De motor stoot koolmonoxide uit, een kleurloos en giftig gas. Gebruik de machine niet in afgesloten ruimtes.
9
VEILIGHEID •
•
•
•
• •
•
• • • •
•
• • •
Als de machine abnormaal gaat trillen, moet u de motor stoppen en onmiddellijk op zoek gaan naar de oorzaak. Trilling is over het algemeen een voorteken van problemen. Schakel de motor uit voordat u de bedieningspositie verlaat of reparaties, aanpassingen of inspecties uitvoert. Neem alle mogelijke voorzorgsmaatregelen wanneer u de machine onbeheerd achterlaat. Schakel de krachtafnemer uit, zet het hulpstuk omhoog, schakel naar de neutraalstand en zet de motor af. Schakel de motor uit en verzeker u ervan dat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de machine reinigt, repareert of inspecteert. Koppel de bougiekabel los en leg de kabel uit de buurt van de bougie om onbedoeld starten te voorkomen. Gebruik de motor niet in afgesloten ruimtes waar gevaarlijke koolmonoxidedampen zich kunnen ophopen. Gebruik de machine nooit zonder dat de juiste beschermkappen, platen of andere veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht. Houd alle omstanders (inclusief kinderen) en dieren uit het werkgebied van de zodensnijder. Ga er nooit van uit dat kinderen op de plek blijven waar u ze het laatst hebt gezien. Houd kinderen onder toezicht van een verantwoordelijke volwassene, anders dan de gebruiker. Overbelast de machine niet door te diep te willen snijden bij een te hoge snelheid. Gebruik de machine nooit met een hoge transportsnelheid op een harde of gladde ondergrond. Gebruik uitsluitend hulpstukken en accessoires die zijn goedgekeurd door de fabrikant van de machine (zoals wielverzwaarders, contragewichten en dergelijke). Wees voorzichtig bij het snijden in harde grond. Als u de controle verliest, moet u de handgrepen loslaten en de machine niet tegenhouden. Wees uiterst voorzichtig wanneer u achteruitgaat of de machine naar u toe trekt. Wijzig de instellingen van de motorregelaar niet en laat de motor geen overtoeren maken. Start de motor of de schakelaar op de motor voorzichtig overeenkomstig de instructies en met de voeten uit de buurt van het snijblad.
Verplaatsing/transport •
• •
•
•
Opslag •
• •
•
Wanneer er nog brandstof in de tank zit, mag u de machine nooit stallen in een gebouw waar ontstekingsbronnen zoals warmwatertoestellen, ruimteverwarmers, kledingdrogers en dergelijke aanwezig zijn. Laat de motor afkoelen voordat u de machine opslaat in een afgesloten ruimte. Zet de machine weg met de brandstofklep gesloten. Zet de machine in een afgesloten ruimte uit de buurt van kinderen en volwassenen die niet zijn opgeleid voor het gebruik van de machine. Raadpleeg altijd de gebruikershandleiding voor belangrijke informatie wanneer de zodensnijder voor langere tijd moet worden opgeslagen.
Kinderen •
• • • • •
10
Wanneer u de machine wilt draaien en sturen, moet u de handgreep omlaag duwen en de achterwielen inschakelen. Schakel de motor uit en laat deze minimaal 2 minuten afkoelen voordat u de machine vervoert. We raden aan om de machine enkel te laden en te lossen in de transportmodus via een stevig bevestigde oprijplaat. De eenheid is te zwaar om te tillen. Zet de machine goed vast met goedgekeurde bevestigingsmiddelen, zoals spanriemen, kettingen of sjorbanden. Controleer altijd of u voldoet aan de geldende verkeersregels voordat u de machine vervoert. Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor het veilig laden, lossen, vervoeren en opslaan van de machine.
Er kunnen zich ernstige ongevallen voordoen als u niet goed oplet als er kinderen in de buurt van de machine aanwezig zijn. Ga er nooit van uit dat kinderen op de plek blijven waar u ze het laatst hebt gezien. Houd kinderen uit de buurt van de machine. Houd kinderen uit het werkgebied van de zodensnijder en onder toezicht van een andere volwassene. Let goed op en schakel de machine uit als er kinderen in het werkgebied komen. Laat de machine nooit door kinderen bedienen. Wees vooral voorzichtig bij hoeken, bosjes, bomen of andere voorwerpen die uw zicht kunnen belemmeren.
VEILIGHEID LET OP! Benzine en benzinedampen zijn giftig en zeer licht ontvlambaar. Wees vooral voorzichtig als u met benzine werkt, omdat onzorgvuldigheid kan leiden tot persoonlijk letsel of brand.
Tanken • •
• • • • • •
•
•
• • • •
• •
•
Brandstof mag alleen in speciaal daarvoor bedoelde en goedgekeurde containers worden bewaard. Als de motor draait, mag de brandstofdop nooit worden verwijderd en mag de brandstoftank nooit worden bijgevuld. Stop de motor altijd als u tankt. Rook niet tijdens het vullen van de benzinetank en giet geen benzine in de buurt van vonken of open vuur. Vul de brandstoftank nooit binnen. Als u hebt getankt, moet u de machine minimaal 3 meter van de plek waar u hebt getankt verplaatsen. Schakel de brandstoftoevoer uit als de machine wordt opgeslagen of vervoerd. Als er lekkage in het brandstofsysteem is, mag de motor niet worden gestart zolang het probleem niet is opgelost. Controleer het brandstofpeil voor elk gebruik en laat voldoende ruimte over zodat de brandstof kan uitzetten. Door de warmte van de motor en de zon kan de brandstof uitzetten en overlopen. Giet niet te veel brandstof in de tank. Als u benzine op de machine knoeit, veeg dat dan weg en wacht totdat het is verdampt voordat u de motor start. Als u benzine op uw kleding knoeit, trek dan andere kleding aan. Start de motor niet in de buurt van gemorste brandstof. Gebruik benzine nooit als een reinigingsmiddel. Wees uiterst voorzichtig wanneer u benzine hanteert, om persoonlijk letsel en schade aan eigendommen te voorkomen. Benzine is zeer licht ontvlambaar en de dampen zijn explosief. Doof alle sigaretten, sigaren, pijpen en andere ontstekingsbronnen. Sla de machine of een brandstoftank nooit op in een ruimte waar een open vlam, vonk of controlelampje zoals van een warmwatertoestel of andere apparaten aanwezig is. Om de kans op statische elektriciteit tot een minimum te beperken, moet u een metalen oppervlak aanraken voordat u begint met het bijvullen van brandstof.
8061-024
Sluit de brandstofklep.
•
•
•
Vul tanks nooit in een voertuig of op een met kunststof beklede laadvloer van een vrachtwagen of trailer. Plaats tanks voor het vullen altijd op de grond en uit de buurt van uw voertuig. Verwijder machines die op benzine werken van de vrachtwagen of trailer en vul de brandstof bij op de grond. Als dit niet mogelijk is, moet u de brandstof van dergelijke apparatuur bijvullen met behulp van een draagbare jerrycan in plaats van met een benzinevulpistool. Houd het vulpistool in contact met de rand van de brandstoftank of jerrycanopening tot het tanken is voltooid. Maak geen gebruik van een automatische sluitklep.
11
VEILIGHEID Onderhoud • •
• •
•
• •
•
•
•
• • •
• • •
•
12
Voer nooit aanpassingen uit terwijl de motor draait. Schakel de aandrijfeenheden uit, schakel de motor uit en wacht totdat alle bewegende onderdelen volledig stilstaan voordat u aanpassingen uitvoert, onderhoudswerkzaamheden uitvoert of de machine reinigt. Koppel de kabel van de bougie los voordat u met reparaties begint. Houd alle onderdelen in goede staat en zorg dat alle moeren, bouten en andere bevestigingsmaterialen goed zijn vastgedraaid. Vervang versleten of beschadigde plaatjes. Wees voorzichtig als u het werkgereedschap controleert. Draag handschoenen als u onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Laat onderhoud nooit uitvoeren door personen die niet zijn opgeleid voor het gebruik van de machine. Parkeer de machine altijd op een gelijkmatige ondergrond voordat u onderhoud uitvoert of aanpassingen aanbrengt. Haal de motor niet uit elkaar. Hierdoor kan de garantie van de motor vervallen. Neem contact op met uw dealer als u vragen hebt over service of garantie. Volg alle onderhoudsinstructies. Verander de instellingen van regelaars niet en laat de motor niet met een motortoerental hoger dan 3000 tpm draaien. Als u de motor te hard laat draaien, kunnen de onderdelen van de machine beschadigd raken. De geluiddemper zorgt dat het geluidsniveau op een goedgekeurd niveau blijft en houdt uitlaatgassen bij de gebruiker uit de buurt. Uitlaatgassen van de motor zijn zeer heet en kunnen vonken bevatten die brand of brandwonden bij de gebruiker kunnen veroorzaken. Gebruik de machine nooit met een defecte geluiddemper. Verklein het risico op brand door gras, bladeren en ander vuil dat vastzit in de machine te verwijderen. Houd de machine vrij van gras, bladeren en andere vuilophoping. Ruim gemorste olie of brandstof op en verwijder met brandstof doordrenkt vuil. Laat de machine afkoelen voordat u hem opslaat. Zorg ervoor dat alle moeren en bouten goed vastzitten zodat de apparatuur veilig is om mee te werken. Als de brandstoftank moet worden afgetapt, moet dit buiten gebeuren. De machine is alleen getest en goedgekeurd voor gebruik in combinatie met apparatuur die oorspronkelijk is geleverd of wordt aanbevolen door de fabrikant. Gebruik alleen goedgekeurde reparatieonderdelen voor de machine. Reinig de machine en de onderkant regelmatig, maar voorkom dat er water op de motor en elektrische componenten wordt gesproeid.
8011-027
Verwijder de bougiekabel.
LET OP! Wacht totdat alle bewegende onderdelen volledig stilstaan; voer dan pas onderhoudswerkzaamheden aan de machine uit. Schakel de motor uit en verwijder de kabel van de bougie.
LET OP! Deze machine is uitgerust met een interne verbrandingsmotor en mag niet worden gebruikt in of in de buurt van een onontgonnen, met bomen, struiken of gras begroeid gebied, tenzij het uitlaatsysteem van de motor is voorzien van een vonkenvanger die voldoet aan de geldende lokale of nationale wettelijke bepalingen (indien beschikbaar). Bij gebruik van een vonkenvanger moet deze door de gebruiker in een goede staat worden gehouden.
BESCHERMINGSMIDDELEN Persoonlijke beschermingsmiddelen Neem contact op met uw Husqvarna-dealer bij het selecteren van een beschermingsuitrusting. Dealers beschikken over een breed assortiment beschermingsmiddelen voor professionals en kennis over vereisten ten aanzien van de werkomgeving en beschermingsniveaus. 1. Gehoorbescherming 2. Veiligheidsbril 3. Veiligheidshandschoenen 4. EHBO-set 5. Beschermende laarzen of schoenen met stalen neuzen
8011-670
Persoonlijke beschermingsmiddelen
13
BEDIENINGSELEMENTEN Hoofdcomponenten en bedieningselementen
4
3
2
1
5 10 6
11
7
1. 2. 3. 4. 5.
8
Handgreep Snijmesaanzethendel Versnellingshendel Motor Starterkoord motor
Zie de motorhandleiding van de fabrikant voor informatie over de werking en het onderhoud van de motor.
14
10
9
6. 7. 8. 9. 10.
Gewicht AAN/UIT-motorschakelaar Brandstoftank Snijdiepteknop Gashendel
BEDIENINGSELEMENTEN Versnellingshendel De versnellingshendel op de motor wordt gewoonlijk niet gebruikt. Deze is verbonden met de gashendel in de handgreep. Wanneer de kabel vastloopt of breekt, kunt u in geval van nood met behulp van de hendel op de motor de gastoevoer verlagen om de motor tot stilstand te laten komen en het freeswiel te stoppen.
8011-034
Starter De Magnapull-starter is uitgerust met een veerretour. Neem contact op met een erkende servicewerkplaats wanneer de terugstelveer of het starterkoord moet worden vervangen.
BELANGRIJKE INFORMATIE Laat het trekkoord niet uit zichzelf terugspringen. Hierdoor kan het koord of de terugloopstarter beschadigd raken.
Starthendel Bij verkeerd gebruik van de starthendel kan de starter worden beschadigd. Wikkel het starterkoord niet rond uw hand. Trek de hendel langzaam naar buiten totdat de tandwielen ineengrijpen. Trek het starterkoord niet volledig uit en laat de starthendel niet zomaar los wanneer het uitgetrokken is.
8011-127
15
BEDIENINGSELEMENTEN Brandstoftank Onder de tank bevindt zich een brandstoffilter, dat is gecombineerd met de brandstofklep. De inhoud van de brandstoftank bedraagt 6,5 liter.
Brandstof tanken Lees de veiligheidsinstructies voordat u begint met tanken. Houd de brandstof en de brandstoftank schoon. Vul de machine niet met vuile brandstof. Zorg dat de brandstofdop goed is vastgedraaid en dat de pakking niet is beschadigd, vooral voordat u de machine gaat wassen. Gebruik loodvrije benzine met een octaangehalte van minimaal 86. Gebruik nooit benzine gemengd met tweetaktolie. Voor ethanol- en methanolbenzine geldt het volgende: Maximaal toegestane hoeveelheid ethanol 10% (volume). Maximaal toegestane hoeveelheid methanol 5% (volume). Maximaal toegestane hoeveelheid MTBE (methyl-tertiairbutylether) 15% (volume). Wanneer de motor bij een normale belasting schokt, kan de motor beschadigd raken. Ververs de brandstof. Als dit niet helpt, moet u contact opnemen met een erkende servicewerkplaats. Giet de tank niet helemaal vol; laat voldoende ruimte over zodat de brandstof kan uitzetten.
Centrifugaalkoppeling De motor is uitgerust met een centrifugaalkoppeling die is verbonden met de krukas. Wanneer de motorsnelheid toeneemt, wordt de aandrijving voor het snijwiel automatisch ingeschakeld. De centrifugaalkoppeling is onderhoudsvrij; de gebruiker kan zelf geen aanpassingen maken. De koppeling is bij aflevering reeds voorzien van olie. Controleer het oliepeil voor het eerste gebruik.
Gashendel De hendel regelt de motorsnelheid. Trek de gashendel naar de handgreepbeugel toe om de motorsnelheid te verhogen.
16
LET OP! Benzine is zeer licht ontvlambaar. Wees voorzichtig en vul de tank buitenshuis (zie de veiligheidsinstructies).
BEDIENING Voorbereiding • • •
•
Loop alle veiligheidsplaatjes van de machine na. Draag een helm en oogbescherming. Zorg dat u op de hoogte bent van de veiligheidsregels en de uitschakelprocedures die eerder in deze handleiding zijn beschreven. Verzeker u ervan dat alle beschermingen op hun plaats zitten en zich in een goede staat bevinden.
Gebruikerstips •
Om de achteruitversnelling in te schakelen, moet u de machine mogelijk heen en weer bewegen terwijl u aan de schakelhefboom trekt. • Stop voor u schakelt. • Snijd heuvelafwaarts en niet dwars op de helling of heuvelopwaarts. • Om een snede te beëindigen, duwt u de snijmesaanzethendel omlaag terwijl u de gashendel blijft vasthouden. Hierdoor snijdt u het laatste stuk van de zode terwijl het mes omhoogkomt. • Grondcondities zijn van invloed op de snijdiepte. U moet de bladdiepte mogelijk aanpassen wanneer u van harde grond naar zachte of vochtige grondcondities gaat. • Probeer geen scherpe bochten te maken terwijl u snijdt. Het is meestal niet nodig om voor het snijden te sproeien. Bij extreme condities, zoals kleigrond die erg compact is, is de volgende simpele test voldoende om te bepalen of u moet sproeien voor het snijden. Gebruik een tuinschep, onkruidwieder of simpelweg een grote schroevendraaier om de hardheid van de grond te bepalen. U moet het gereedschap zonder al te veel moeite 5-7,5 cm in de grond kunnen steken. Als dit niet mogelijk is, is het aan te raden om te sproeien. Een dag van tevoren sproeien moet de aarde voldoende tijd geven om het vocht op te nemen. Gebruik uw handgereedschap om te meten of het sproeien effectief is geweest. Laat het gras drogen voor het snijden om te zorgen voor voldoende tractie bij het snijden van de zoden. • Ga alle veiligheidsplaatjes van de machine na. • Maak gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (zie Beschermingsmiddelen). • Zorg dat u op de hoogte bent van de veiligheidsregels en de uitschakelprocedures die eerder in de gebruikershandleiding zijn beschreven. • Verzeker u ervan dat alle beschermingen op hun plaats zitten en zich in een goede staat bevinden. • Verzeker u ervan dat het mes op zijn plaats zit en zich in een goede staat bevindt.
8011-193
17
BEDIENING Werken met de zodensnijder Zorg dat de motorolie op het peil is dat door de motorfabrikant wordt aanbevolen. (Kijk in de handleiding van de motorfabrikant.) Zorg dat de centrifugaalkoppeling de juiste hoeveelheid olie bevat, zoals aangegeven door de motorfabrikant. 1. Zet de zodensnijder in de neutraalstand. 2. Zet het mes in de transportstand. 3. Plaats de zodensnijder op het startpunt met het mes boven de grond. 4. Schroef de knop los en schroef hem in het gat dat overeenkomt met de gewenste snijdiepte. 5. Trek de snijmesaanzethendel omhoog. 6. Zet de schakelhefboom in de trage versnelling (instelling 1). 7. Trek de gashendel aan terwijl u de handgreep licht naar beneden blijft duwen en over een korte afstand snijdt; stop vervolgens. Zet de schakelhefboom in de neutraalstand. 8. Til de rand van de zode op om de snijdiepte te controleren. 9. Om de diepte te wijzigen, duwt u de snijmesaanzethendel omlaag, ontgrendelt u de dieptevergrendelknop en kiest u het juiste gat. Herhaal vervolgens stap 3 tot en met 6. 8. 10. Om een snede te beëindigen, duwt u de snijmesaanzethendel omlaag terwijl u de gashendel blijft vasthouden. Hierdoor snijdt u het laatste stuk van de zode terwijl het mes omhoogkomt.
8064-029
De motor starten Controleer of al het dagelijks onderhoud, zoals beschreven in het onderhoudsschema, is uitgevoerd. Controleer of er voldoende brandstof aanwezig is in de tank. Brandstofklep Open de brandstofklep. Duw de hendel helemaal naar rechts.
8060-024
18
BEDIENING Chokehendel Wanneer de motor warm wordt gestart, moet de hendel in de rechter positie staat; zie afbeelding. Wanneer de motor koud of enigszins warm wordt gestart, zet u de hendel helemaal of gedeeltelijk naar links. Zet de hendel terug naar rechts zodra de motor start. Wanneer de motor koud is, is het een goed idee om de hendel in meerdere stappen terug te zetten. Zoek de positie waar de motor soepel loopt.
8060-024
Schakelhefboom Zet de schakelhefboom in de neutrale positie.
8064-029
AAN/UIT-motorschakelaar Zet de motorschakelaar in de AAN-positie.
OFF
ON
80611-071
19
BEDIENING Starthendel Bij verkeerd gebruik van de starthendel kan de starter worden beschadigd. Wikkel het starterkoord niet NIET rond uw hand. Trek de hendel langzaam naar buiten totdat de tandwielen ineengrijpen. Geef vervolgens een stevige ruk aan de starthendel. Trek het starterkoord NIET volledig uit en laat de starthendel NIET zomaar los wanneer het uitgetrokken is.
8011-127
Gashendel Nadat de motor is gestart, verhoogt u de motorsnelheid met behulp van de gashendel op de handgreepbeugels. Normale stopprocedure via gashendel Wanneer de motor op volle snelheid heeft gedraaid, laat u hem eerst 30-60 seconden rustig lopen bij een lage snelheid.
Brandstofklep Sluit de brandstofklep. Draai de hendel helemaal naar links (zie afbeelding).
8011-186
20
BEDIENING Werken op heuvels Werk met de machine bij voorkeur heuvelafwaarts en niet dwars op de helling. Zo zorgt u voor een gelijkmatige snijdiepte en een betere stabiliteit. Vermijd keren op een helling. Ga heuvelopwaarts in de achteruit en snijd vervolgens heuvelafwaarts.
Transport • • • • •
Duw de snijmesaanzethendel omlaag om het mes omhoog te halen. Selecteer de gewenste versnelling (lage versnelling of achteruit). Trek de gashendel aan terwijl u de handgreepbeugel stevig vasthoudt. Laad in een vrachtwagen of trailer door in een lage versnelling de oprijplaten op te rijden. NIET OPTILLEN! De machine is niet bedoeld om met de hand te worden opgetild.
Rem • •
Trap hendel A in om de parkeerrem te activeren. Trek hendel B uit om de rem vrij te geven.
A B
8064-030
21
ONDERHOUD Onderhoudsschema LET OP!
Hieronder volgt een lijst met onderhoudsprocedures die aan de machine MOETEN worden uitgevoerd. Ga voor punten die niet in deze handleiding worden beschreven naar een geautoriseerde servicewerkplaats.
Er mogen alleen onderhoudswerkzaamheden aan de machine of eenheid worden uitgevoerd onder de volgende voorwaarden: De motor is gestopt. De ontstekingskabel is van de bougie verwijderd. De machine is veilig geparkeerd en kan niet omslaan of gaan rollen.
ONDERHOUDSINTERVALLEN – MAAND/UUR Dagelijks
-/10
1/25
3/50
6/100
12/300
ONDERHOUD
Motoroliepeil controleren7) Motorolie verversen
1,7)
Luchtfilter controleren
1,7)
Luchtfilter reinigen1,7) Luchtfiltercartridge vervangen
1,7)
Bougie controleren en reinigen
7)
Bougie vervangen7) Werking motorschakelaar controleren Stationair toerental controleren
3,7)
7)
Speling in kleppen controleren en afstellen4) Brandstoftank reinigen4) Brandstofleidingen controleren en indien nodig vervangen4,5)
Gashendel en kabel controleren3)
Mes controleren3) Plaatjes en waarschuwingssymbolen controleren Slijtage aan en spanning van riem controleren
3)
Chassis, bouten en afstelschroeven controleren Draaipunten reinigen en met olie smeren
3)
Motortoerental controleren (3000 tpm)7)
1) Eerste keer na 20 uur. 2) In stoffige omstandigheden moet onderhoud vaker worden uitgevoerd. 3) Voor elk gebruik. 4) Uitgevoerd door erkende servicewerkplaats. 5) Eens in de twee jaar. 6) Steeds na 4 uur smeren. 7) Zie de motorhandleiding van de fabrikant.
22
ONDERHOUD Aandrijfriem Wekelijks afstellen.
LET OP! Voorkom dat de motor onbedoeld kan worden gestart door de ontstekingskabel uit de bougie te verwijderen.
Mes LET OP! De bladen zijn scherp. Bescherm uw handen met handschoenen en/of wikkel de bladen in een stevige doek wanneer u ze hanteert.
Voor de beste snijresultaten is het belangrijk dat het mes goed geslepen en onbeschadigd is. Verbogen of gescheurde messen of messen met grote inkepingen moeten worden vervangen. Controleer de bladhouders.
BELANGRIJKE INFORMATIE Het slijpen van bladen moet worden uitgevoerd door een erkende servicewerkplaats. Wanneer een storing optreedt nadat een of meer voorwerpen zijn geraakt, moeten beschadigde messen worden vervangen. De servicewerkplaats kan bepalen of een mes kan worden gerepareerd/geslepen of moet worden vervangen. Slijtage van bladen Zodensnijderbladen kunnen snel slijten, afhankelijk van de bodemcondities. Vervang bladen die zijn afgesleten tot op 3,8 cm of minder. Zorg dat het onderste bladoppervlak vlak blijft. Houd de zijkanten van het blad scherp.
1½
8064-030
23
ONDERHOUD Blad vervangen LET OP! De bladen zijn scherp. Bescherm uw handen met handschoenen en/of wikkel de bladen in een stevige doek wanneer u ze hanteert.
Verwijder de zes (6) bouten waarmee het blad aan de zijarmen is bevestigd. Monteer het nieuwe blad met de bijgeleverde bevestigingsmaterialen. Haal het bevestigingsmateriaal aan met 42 Nm.
Riem vervangen 1. 2. 3.
Verwijder de afdekkap bovenop. Laat de riem van de bovenste poelie lopen. Verwijder de riem en vervang deze.
Kettingspanning afstellen Wekelijks afstellen. Bovenste ketting Geen afstelling nodig. Onderste ketting 1. Verwijder de kettingkast. 2. Kantel de zodensnijder naar voren op het voorgewicht. 3. Draai de 12 mm borgmoer op de kettingspanner aan totdat de nr. 40 ketting in het midden ongeveer 6 mm speling heeft. 4. Monteer de kettingkast. 5. Kantel de zodensnijder weer terug.
Ketting vervangen Bovenste ketting 1. Verwijder de aandrijfriem. 2. Verwijder de inschakelveer en de kabel van de riem. 3. Verwijder de kettingspanveer. 4. Verwijder de kettinghouder (op de motor). 5. Verwijder de ketting. Onderste ketting 1. Koppel de hoofdverbinding op de oude ketting los en haak de nieuwe ketting vast aan de oude. 2. Trek aan het vrije uiteinde van de oude ketting tot de nieuwe ketting is doorgetrokken. 3. Koppel de ketting weer vast met de nieuwe hoofdverbinding.
24
Tweeminutenregel De machine kan achterover op opzij worden gekanteld voor reiniging of onderhoud van de onderkant, maar niet langer dan 2 minuten. Als de machine zich te lang in deze positie bevindt, kan de motor beschadigd raken door benzine die in het carter loopt. Mocht dit toch gebeuren, ververs de olie van de motor dan een keer extra. Verwijder de bougie en laat de motor met de starthendel enkele omwentelingen draaien voordat u de motor weer start.
Reiniging Door regelmatig reinigen en wassen wordt de levensduur van de machine verlengd. Maak er een gewoonte van om de machine meteen na gebruik te reinigen, voordat het vuil vast gaat zitten. Controleer voor het afspoelen of de brandstofvuldop goed op zijn plaats zit zodat er geen water in de tank komt. Spuit geen water op de motor en vermijd het gebruik van een hogedruk- of stoomreiniger. Smeer de machine na het reinigen. Dit is vooral belangrijk als de machine wordt opgeslagen. Breng na reiniging van het zaagblad een dun laagje machineolie op het blad aan om roest te voorkomen.
SMERING
8064-032
Kettingen smeren en afstellen – wekelijks Draaipunten reinigen en smeren – maandelijks Olie controleren en vervangen – volgens de aanbevelingen van de fabrikant.
25
PROBLEMEN OPLOSSEN Probleem
Mogelijke oplossingen
Transmissieas gebroken
Controleer of er geen vuil vastzit in de transmissieketting of rond de uitgaande transmissieas is gewikkeld Zorg dat de machine is uitgerust met een glijplaat
Neem contact op met uw servicedealer
De aandrijfwielen schakelen niet in
Controleer of de aandrijfketting over alle kettingwielen loopt
Controleer of de transmissieketting over alle kettingwielen loopt
Controleer of de veer van de kettingspanner is bevestigd
Controleer of de schakelbeugel vastzit aan de schakelhefboom en aan de tuimelaar en dat het uiteinde van de stang vastzit aan de tuimelaar en de transmissiearm. Controleer of de kettingwielen correct zijn uitgelijnd.
De machine springt uit de versnelling
Stel de schakelbeugel af
Draai de stelbout van de schakelhefboom vast om de schakelhefboom op zijn plaats te houden De lagerbussen van de snijdiepteregeling slijten snel
Lagerbussen zijn aan slijtage onderhevige artikelen
Verzeker u ervan dat het maximale toerental correct is ingesteld op 3000 tpm. Zie het Technische bulletin – Smoorklepkabel afstellen Ketting (aandrijving) loopt eraf, kettingwielaandrijving slijt
Het uitgaande kettingwiel van de transmissie is een vast (niet instelbaar) kettingwiel dat met een spie en een borgring op zijn plaats wordt gehouden Vervang het kettingwiel van de spanner als deze een gebogen of verdraaide beugel of verbogen tanden heeft. Controleer de kettingspanning tussen de kettingwielen van de assen (6 tot 9,5 mm speling in het midden).
De poelies blijven niet strak of lopen eraf
Controleer de as, de poelies en de sleutels op beschadiging
Vervang beschadigde onderdelen
26
PROBLEMEN OPLOSSEN Probleem
Mogelijke oplossingen
Blad moet worden vervangen of onderhouden
Vervang het blad wanneer het tot op 3,8 cm vanaf de snijrand tot de achterrand is afgesleten Slijp bladen enkel aan de bovenzijde; de onderzijde van het blad moet vlak blijven Slijp de zijkanten van het blad alleen vanaf de buitenkant
Blad beweegt niet of snijdt niet meer
Bij een snijdiepte van meer dan 6,35 cm kan de machine te diep gaan snijden wanneer de machine achterover wordt gekanteld op de achterwielen Verzeker u ervan dat het blad scherp is
Bij vocht, olie of vet op de riem zal de riem gaan slippen. Vervang door een riem van Husqvarna De spanning kan worden verhoogd door de kabelspanmoer aan te draaien Blad komt niet terug, nieuwe machine of nieuwe riem
Laat de machine draaien met ingeschakeld blad totdat de riem is uitgerekt
Blad komt niet terug, nieuwe machine of nieuwe riem, gebruikte machine of oude riem
Het is erg belangrijk dat de juiste Husqvarna-riem wordt gebruikt; als dit niet het geval is, moet u de riem vervangen door een Husqvarna-riem De stelbout van de riemspanner staat mogelijk te strak of moet worden gesmeerd De retourveer van de riemspanner is mogelijk gebroken of uit de verankering gekomen; bevestig opnieuw of vervang, indien nodig
De riem loop eraf
Het toerental is mogelijk te hoog; stel in op 3000 tpm
Vervang de arm van de riemgeleidepoelie als deze verbogen is
27
PROBLEMEN OPLOSSEN Probleem
Mogelijke oplossingen
De riem is glad of slipt
Beperk de maximale snijdiepte tot 6,35 cm
Wanneer de bladoptrekveren versleten zijn, kan het blad te diep snijden, waardoor de riem gaat slippen; vervang indien nodig Verzeker u ervan dat het maximale toerental niet hoger is dan 3000 tpm Het is erg belangrijk dat de juiste Husqvarna-riem wordt gebruikt; als dit niet het geval is, moet u de riem vervangen door een Husqvarna-riem Controleer of de spankabel niet uit de poelie is gelopen; plaats de kabel in de poelie en druk de zijkanten van de beugel aan om de poelie zo weinig mogelijk ruimte te geven Als de poelie van de tandwielkast of de motorpoelie nat, vet of beschadigd is, moet deze worden gereinigd of vervangen De riemspanning kan worden verhoogd door de kabelspanmoer aan te draaien De machine kruipt
De transmissie heeft een centrifugaalkoppeling en kan gaan kruipen als deze in de versnelling blijft staan. Een beetje kruipen is normaal vanwege de weerstand van het smeermiddel tussen de koppelingsplaten. Kruipen kan ook worden veroorzaakt door een te zwaar smeermiddel in de centrifugaalkoppeling; gebruik olie van het type 10W-30 Zet in de neutrale positie – machine zal niet kruipen
Het stationaire toerental moet 1.400 tpm (+200/-150) bedragen; de koppeling schakelt in bij 1.800 tpm. Een hoog stationair toerental kan kruipen veroorzaken. Als de machine blijft kruipen, moet u contact opnemen met uw plaatselijke Husqvarna-dealer of servicedealer Bouten breken
Door het trillen van de machine kunnen bouten losraken; controleer alle bouten regelmatig en draai ze vast
De banden slijten te snel
Bandslijtage is normaal en is te verwachten
Het gebruik van de machine op extreem harde of schurende oppervlakken kan overmatige slijtage veroorzaken
28
OPSLAG Opslag voor de winter Aan het einde van het seizoen moet de machine worden klaargemaakt voor opslag (dit geldt ook als de machine langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt). Wanneer brandstof langere tijd stilstaat (30 dagen of meer), dan kunnen er kleverige resten achterblijven die zorgen dat de carburateur verstopt raakt en de motor minder goed werkt. Stabilisatiemiddelen voor brandstof zijn een aanvaardbare oplossing voor kleverige resten tijdens de opslag. Als er gealkyleerde benzine (Aspen) wordt gebruikt, zijn stabilisatiemiddelen niet nodig omdat deze brandstof stabiel is. Wissel echter niet tussen normale en gealkyleerde benzine omdat gevoelige rubberen onderdelen dan hard kunnen worden. Voeg een stabilisatiemiddel aan de brandstof in de tank of in de jerrycan toe. Gebruik altijd de mengverhoudingen die door de fabrikant van het stabilisatiemiddel worden aangegeven. Laat de motor minimaal 10 minuten draaien nadat u het stabilisatiemiddel hebt toegevoegd zodat het middel in de carburateur komt. Leeg de brandstoftank en de carburateur NIET als u een stabilisatiemiddel hebt toegevoegd.
LET OP! Sla een motor met brandstof in de tank NOOIT binnen of in een slecht geventileerde ruimte op waar brandstofdampen in contact kunnen komen met open vuur, vonken of een controlelampje zoals in een boiler, heetwatertank of wasdroger. Wees altijd voorzichtig wanneer u brandstof hanteert. Het is zeer licht ontvlambaar, en onzorgvuldig gebruik kan ernstig persoonlijk letsel of schade aan eigendommen veroorzaken. Tap de brandstof af in een goedgekeurde container, buiten en uit de buurt van open vuur. Gebruik NOOIT benzine om te reinigen. Gebruik in plaats daarvan een ontvettingsmiddel en warm water.
Service Vermeld altijd het jaar van aankoop, model, type en serienummer wanneer u reserveonderdelen bestelt. Gebruik altijd originele Husqvarna-onderdelen. Wanneer u de machine jaarlijks bij een geautoriseerde servicewerkplaats laat controleren, kunt u ervoor zorgen dat de machine zo goed mogelijk werkt in het volgende seizoen. Voer de volgende stappen uit om de machine klaar te maken voor opslag: 1. Reinig de machine zorgvuldig, vooral het chassis en de werkuitrusting. Werk beschadigde lak bij om roestvorming te voorkomen. 2. Controleer de machine op versleten of beschadigde onderdelen en draai loszittende moeren en schroeven weer vast. 3. Ververs de motorolie en gooi deze op de juiste manier weg. 4. Open de brandstofklep. Leeg de brandstoftank (1) en de carburateur (2). 5. Sluit de brandstofklep. 6. Verwijder de bougie en giet ongeveer een lepel motorolie in de cilinder. Draai de motor om zodat de olie gelijkmatig wordt verdeeld en plaats daarna de bougie terug. Zet de motor in de compressiefase; hierbij staat het driehoekje op de starterbus op één lijn met het bovenste gat in de starter. NB De compressiefase doet zich voor bij elke tweede omwenteling. 7. Smeer alle smeerpunten, koppelingen en kabels zoals beschreven in het hoofdstuk Smering. 8. Sla de machine op een schone, droge plek op en dek de machine af voor extra bescherming. 9. Breng een dunne laag olie op het blad en de freesbeitels aan om roestvorming te voorkomen.
2
1
8011-130
8011-131
29
TECHNISCHE GEGEVENS Model SC18A CE/968999510 Motor
Honda
Cilinderinhoud
163 cm3
Vermogen*
5,5 pk (3,8 kW) bij 2900 tpm
Moment
10,8 Nm bij 2500 tpm
Stationair toerental
1250-1600 tpm
Bougie
NGK BP6ES – W20EPR-U (DENSO)
Inhoud brandstoftank
3,6 l
Banden
2,75 x 10 x 1 (semi-pneumatisch)
Aandrijving
Direct
Riem
539 00 31-06
Koppeling
Centrifugaalkoppeling
Snijdiepte
6,35 cm
Snijbreedte
45,7 cm
Lengte
152 cm
Breedte
61 cm
Hoogte
91 cm
Gewicht
145 kg
Trilling A(8)
7,04 m/s2
Trilling ahv,eq
9,96 m/s2
Trilling, standaardafwijking
0,8 m/s2
* Het aangegeven nominale vermogen van de motor is het gemiddelde nettovermogen (bij gespecificeerd toerental) van een typische productiemotor voor het motormodel, gemeten volgens SAE-norm J1349/ISO1585. In massa geproduceerde motoren kunnen een afwijkende waarde geven. Het werkelijk geleverde vermogen van de geïnstalleerde motor op de uiteindelijke machine hangt af van de bedrijfssnelheid, de omgevingscondities en andere waarden. 30
CONFORMITEITSCERTIFICATEN Vereisten voor de VS Er zijn plaatjes op de motor en/of in de motorruimte aangebracht waarop wordt vermeld dat de machine aan de vereisten voldoet. Dit is ook van toepassing op speciale vereisten voor de afzonderlijke staten in de VS (emissievoorschriften van Californië, etc.). Verwijder deze plaatjes niet. Er kunnen bij aflevering van de machine ook certificaten worden geleverd of in de handleiding voor de motor worden beschreven. Wees hier voorzichtig mee omdat het waardevolle documenten zijn.
CE-vereisten De Verklaring van overeenstemming is als bijlage toegevoegd aan de bedieningsinstructies. Zodensnijder Machine voldoet aan: 2006/42/EG 2004/106/EG Naam en adres bedrijf: Husqvarna Turf Care 401 North Commerce Beatrice, NE 68310 VS
31
ONDERHOUDSRAPPORT Actie
Datum, stempel, handtekening
Afleverservice Controleer of de machine tijdens het transport niet is beschadigd. Monteer de meegeleverde onderdelen, voor zover van toepassing. Controleer of het ontwerp van de machine overeenkomt met de bestelling van de klant. Controleer of de juiste hoeveelheid olie in de motor en de transmissie aanwezig is. Controleer of de werkuitrusting goed is ingesteld. Controleer of de aandrijfpoelies en kettingwielen zijn uitgelijnd. Controleer of riemen en kettingen goed zijn afgesteld. Smeer de machine zoals beschreven in het smeerschema. Vul de brandstoftank en start de motor. Controleer of de machine en de werkuitrusting niet bewegen in de neutraalstand. Controleer alle bedieningsinstrumenten.
Controleer de plaatjes en informatie die op de eenheid zijn aangebracht. Controleer het motortoerental, zie de Technische gegevens. Controleer op lekkage.
Informeer de klant over: De behoefte en voordelen van het volgen van het onderhoudsschema. De behoefte en voordelen van service aan de machine elke 300 uur. De effecten van service en het bijhouden van een onderhoudsrapport op de doorverkoopwaarde van de machine. Achteruitrijden. Vul de verkooppapieren, etc. in.
De afleveringsservice is uitgevoerd. Geen extra opmerkingen. Gecertificeerd:
Na de eerste 20 uur Motorolie verversen. Olie in centrifugaalkoppeling verversen, indien nodig. Controleer of riemen en kettingen goed zijn afgesteld. Schroeven en moeren vastdraaien.
32
ONDERHOUDSRAPPORT Actie
Datum, stempel, handtekening
33
Originele instructies
´®z+Ue}¶6J¨ ´®z+Ue}¶6J¨
115 36 99-36 2010-04-10