Gebruikershandleiding. i -CEN S GEBRUIKERSHANDLEIDING

i -CEN’S

Gebruikershandleiding

i -CEN'S GEBRUIKERSHANDLEIDING 07. 08. 2008.

i -CEN’S


Inhoudsopgave Overzicht van i-CEN’S software ................................................................................... 4 1 Introductie van i-CEN’S ....................................................................................... 4 2 Belangrijkste kenmerken .......................................................................................... 5 3 Belangrijkste voordelen ........................................................................................... 5 4 Systeemspecificatie ................................................................................................ 6 5 Toepassing........................................................................................................... 7

Software-installatie ..................................................................................................... 8 1 Installatie van i-CEN’S......................................................................................... 8 2 Verwijdering van i-CEN’S ................................................................................... 10

Gebruiksaanwijzing ................................................................................................... 11 1 Het programma starten en omschrijving van de werkbalk ................................................ 11 1.1 Het programma starten .................................................................................. 11 1.2 Inloggen .................................................................................................... 11 1.3 Korte beschrijving van het i-CEN’S programmavenster ........................................... 12 1.3.1 Menu.................................................................................................................................. 13 1.3.2 Werkbalk Programma........................................................................................................ 13 1.3.3 Werkbalk Live-beelden....................................................................................................... 14 1.3.4 Werkbalk Zoeken en Afspelen............................................................................................ 14 1.3.5 Werkbalk Kanaal ................................................................................................................ 15 1.3.6 Werkbalk E-mapbeheer...................................................................................................... 15 2 Het programma instellen ....................................................................................... 16 2.1 i-CEN’S systeemconfiguratie. ...................................................................... 16 2.2 i-CEN’S gebeurtenisconfiguratie................................................................... 18 2.3 i-CEN’S gebruikersconfiguratie. ................................................................... 19 3 Live-beelden .................................................................................................... 20 3.1 Configuratie van groep en locatie ...................................................................... 20 3.2 Configuratie van live-beelden ........................................................................... 21 3.3 Bediening van het live-scherm .......................................................................... 22 4 Zoeken en Afspelen .............................................................................................. 23 4.1 Search ..................................................................................................... 23 4.2 Afspelen .................................................................................................... 23

2

i -CEN’S


5 E-map ............................................................................................................. 25 5.1 Configuratie E-map ....................................................................................... 25 5.2 Configuratie camera ...................................................................................... 26 5.3 Gebeurtenis live-beeld (pop-up). ....................................................................... 27 6 Gebeurtenislog.................................................................................................... 28 6.1 Gebeurtenisinstelling (PC DVR-MagicRadar) ...................................................... 28 6.2 Gebeurtenisinstelling (SR Series-GENESIS) ...................................................... 29 6.3 Zoeken in Gebeurtenislog................................................................................ 30 6.4 Realtime gebeurtenis ................................................................................. 31 6.5 Gebeurtenis live-beeld (pop-up) ........................................................................ 31 7 Back-up ........................................................................................................... 32 7.1 Netwerk back-up ....................................................................................... 32 7.1.1 DFS back-up...................................................................................................................... 33 7.1.2 EXE back-up...................................................................................................................... 36 7.1.3 Back-updata op cd opslaan ............................................................................................... 37 7.2 Geplande back-up ......................................................................................... 39 7.2.1 Configuratie geplande back-up.......................................................................................... 39 7.2.2 Back-upstatus .................................................................................................................... 41 8 DVR-beheer ..................................................................................................... 42 8.1 Health Check ............................................................................................ 42 8.1.1 Health Check-venster ........................................................................................................ 42 8.1.2 Vorige log doorzoeken ....................................................................................................... 43 8.2 Software upgraden........................................................................................ 44 8.3 Netwerk set-up ............................................................................................ 44

3

i -CEN’S


Overzicht van i-CEN’S software 1 Introductie van i-CEN’S i-CEN’S (internet Central Surveillance) is een applicatieprogramma voor het beheren en controleren van DVR's (digitale video recorders) via de TCP/IP netwerkomgeving. i-CEN’S software werkt met meervoudige DVR's en beschikt over functies voor live weergave, afspelen, gebeurtenissen zoeken en “gezondheid” checken van elke DVR.

4

i -CEN’S


2 Belangrijkste kenmerken De belangrijke kenmerken van i-CEN’S zijn: -Werkt met MagicRadar / Genesis DVR-serie -Bestuurt server verbonden via TCP/IP -Beheer van meerdere DVR's -Ondersteuning tot maximaal 128 camera's. (Ondersteunt dual monitor) -Schermindeling met meerdere kanalen (1/4/7/9/13/16/25/36/64) -Kanaalsgewijze kleurinstelling -On-screen Pan/Tilt/Zoom-bediening -Geplande back-up -Gebeurtenisbeheer -Meerdere E-maps -E-mailnotificatie -Krachtig zoeken met kalender en tijdbalk -Doorzoeken en gelijktijdig afspelen van meerdere kanalen (tot 32 kanalen) -Eenvoudig en snel zoeken en afspelen van gearchiveerde videobeelden -Opslaan van beelden in BMP/JPG-formaat -Wachtwoordbeveiligde systeemtoegang -Controle via tabbladen (Live/Search/E-map/Event Log/Real time event/Health Check/Backup Status/Log)

3 Belangrijkste voordelen Eenvoudig te installeren De i-CEN’S installatiewizard biedt een eenvoudige methode voor het installeren van het i-CEN’S programma. Eenvoudige controle en beheer i-CEN’S biedt een gebruiksvriendelijke interface voor beheer en controle. Eenvoudige verplaatsing van camera U kunt de camera eenvoudig verplaatsen met de ‘drag and drop’-functie. Gecentraliseerd realtime beelden kijken en afspelen i-CEN’S stelt u in staat om te monitoren en af te spelen op elke plek in uw plaatselijke faciliteit of elders. Gelijktijdige toegang tot maximaal 64 kanalen vanaf de on-screen display

5

i -CEN’S


4 Systeemspecificatie i-CEN’S is ontworpen voor gebruik met Microsoft Windows. In de volgende tabel staan de minimale hardwarevereisten en systeemspecificaties.

Hardwarespecificaties

i-CEN’S

Besturingssyst eem

Windows 2000, XP Home, XP Pro, Vista

Processor

P4 Dual Core 3,0GHz

Geheugen

2048MB of meer

Grafische kaart

128MB of meer Videokaart, ondersteunde Dual Monitor

CD Rom

O

Monitor

19” of groter

Ondersteunde DVR's

PTZ-controle

• Alle MagicRadar DVR-series met versie

• On-screen PTZ-bediening en Dialoogvenster

5.0.0.0 of hoger • Genesis DVR-series (SR, XR)

Back-up • Netwerk back-up (DFS, EXE) • FTP-server back-up

Schermprestaties • Scherm : Tot maximaal 120fps

Systeemlog Camerabeeld

• Realtime gebeurtenislog-viewer en

• "Drag & drop" camerabeeld

gebeurtenissen zoeken.

• Verplaatsing van camerabeeld op het scherm • Groepmodus & camerabeelden van meerdere

Beveiligingsniveau

DVR's tegelijk

• Wachtwoordbeveiligde systeemtoegang. • Systeemconfiguratie op Admin-niveau en systeemmonitoring op gebruikersniveau

Videobeelden zoeken en afspelen -Videobeelden zoeken met kalender en tijdbalk • Gelijktijdig afspelen van meerdere kanalen

Netwerk-upgrade

(Max. 32 kanalen)

• Upgrade via het netwerk

6

CMS Gebruikershandleiding

5 Toepassing • Gecentraliseerd monitoren en afspelen van camerabeelden in een plaatselijke faciliteit, bijv. gebouw, luchthaven, fabriek, dam of scheepswerf. • Gecentraliseerd monitoren van faciliteit op afstand via het Internet, zoals een onbemande faciliteit van een telecombedrijf, filiaalbedrijf, benzinepomp, bijkantoor of bouwlocatie. • Systeemintegratie voor kleine tot grote faciliteit.

7

i -CEN’S


Software-installatie 1 Installatie van i-CEN’S Plaats de i-CEN’S software-cd en blader in Deze Computer. Selecteer het cd-romstation en selecteer de i-CEN’S installatiewizard. De installatiewizard zal beginnen met de installatie van het programma. Klik op [Next].

Selecteer Installation Method en klik op [Next] om verder te gaan. Om de installatiemap voor het programma te wijzigen, selecteert u de handmatige installatie.

Indien [Automatic Installation] geselecteerd wordt, zal het installatieproces met de volgende stap voltooid worden.

8

i -CEN’S


Selecteer [Manual Installation] om de doelmap handmatig te selecteren.

Om de huidige doelmap te wijzigen, klikt u op [Browse] om een andere doelmap te specificeren. NB: Aanbevolen wordt om deze niet te wijzigen en gewoon verder te gaan door op [Next] te klikken.

Wacht een ogenblik terwijl het i-CEN’S programma geïnstalleerd wordt.

9

i -CEN’S


Klik op [Finish] om de installatie van het i-CEN’S programma te voltooien.

2 Verwijdering van i-CEN’S Start het Uninstall-programma zoals hieronder aangegeven. Window > Start> Alle Programma's > i-CEN’S > Uninstall i-CEN’S

U kunt het i-CEN’S programma ook verwijderen door ‘Add/Remove Programs’ in het Configuratiescherm te starten zoals hieronder afgebeeld.

10

i -CEN’S


Gebruiksaanwijzing 1 Het programma starten en beschrijving van de werkbalk 1.1 Het programma starten Start de applicatie door het programma [i-CEN’S] te selecteren zoals hieronder afgebeeld. Window Start> Alle Programma's > i-CEN’S > i-CEN’S

U kunt het programma [i-CEN’S] ook starten door op het i-CEN’S-icoon op het bureaublad te klikken.

1.2 Inloggen

Wanneer u het programma voor de eerste keer start, zal bovenstaand loginvenster verschijnen. De standaard gebruiker is admin zonder een wachtwoord. U kunt een gebruikersaccount toevoegen in het gebruikers-setupmenu. (Zie hoofdstuk 2.2) Selecteer de gebruiker en voer het wachtwoord in. Klik daarna op [OK] om in te loggen.

11

i -CEN’S


1.3 Korte beschrijving van het i-CEN’S programmavenster Dit hoofdstuk geeft een korte uitleg over het i-CEN’S venster, het menu en de werkbalk. Voor meer informatie over de vensters en functies verwijzen wij u naar de andere hoofdstukken van de gebruikershandleiding. Na het inloggen zal het volgende programmavenster verschijnen en kan het systeem worden geconfigureerd door de configuratieaanwijzingen in de handleiding te volgen.

Menu

Live-tab

Schuifbalk

Werkbalk

Locatie-

Beeldvenster /

boomstructuur

Camera

Probeer het programma te configureren en te beheren met het gebruikersvriendelijke menu en icoon in het programma.

12

i -CEN’S


1.3.1 Menu File: Om in of uit te loggen en het programma af te sluiten.

Edit: Om het systeem te configureren en een gebruikersaccount in te stellen.

View: Voor het bekijken en controleren van livebeelden, zoeken, E-map, Gebeurtenislog, Realtime gebeurtenis, Health Check, Back-upstatus, Live 2 en Systeemlog.

Tool: Momenteel niet beschikbaar. Help: Toont informatie over DVR.

1.3.2 Werkbalk Programma

Deze werkbalk bestaat uit snelkoppelingen om programmagerelateerde functies te starten. Hier volgt een gedetailleerde uitleg over de iconen.

13

i -CEN’S


Inloggen / uitloggen: Inloggen in / uitloggen uit de i-CEN’S software. Live: Toont realtime live-beelden Live 2: Opent het tweede live-venster (Live 2). Zoeken: Opgenomen beelden zoeken en afspelen E-map: Opent het E-mapvenster om E-map te configureren Gebeurtenislog: Opent het Gebeurtenislog-venster. Realtime gebeurtenis: Opent het realtime Gebeurtenis-venster. Health Check: Opent het health check-venster. Back-upstatus: Toont de back-upstatus.

1.3.3 Werkbalk Live-beelden

Met deze werkbalk kunt u het scherm configureren. Hier volgt een gedetailleerde uitleg over de iconen. Scherm laden: Laadt de configuratie van het opgeslagen scherm. Scherm opslaan: Slaat de configuratie van het huidige scherm op. Scherm verwijderen: Verwijdert de configuratie van het opgeslagen scherm. Scherm wissen: Wist de configuratie van het geladen scherm.

1.3.4 Werkbalk Zoeken en Afspelen

Deze werkbalk is voor de functies voor zoeken en afspelen. Hier volgt een gedetailleerde uitleg over de iconen. Achteruit afspelen x2: Achteruit afspelen met dubbele snelheid. Achteruit afspelen: Achteruit afspelen met normale snelheid. Stoppen: Afspelen stoppen. Afspelen: Vooruit afspelen met normale snelheid.

14

i -CEN’S


Afspelen x2: Vooruit afspelen met dubbele snelheid. Tijdbalk omhoog/omlaag: Wijzigt camerabeeld op tijdbalk. Tijdbalk rechts/links: Verplaatst tijdweergave op tijdbalk. Tijdbalk inzoomen/uitzoomen: Bedient inzoomniveau op tijdbalk. Beeld opslaan: Slaat het beeld op het geselecteerde kanaal op als BMP/JPG-formaat.

1.3.5 Werkbalk Kanaal

Via deze werkbalk kunt u een camera en de bijbehorende schermlocatie selecteren. : Selecteert de schermindeling. Live-modus: 1, 4, 7, 9, 13, 16, 25, 36, 64 Zoek-modus: 1, 4, 7, 9, 13, 16 : Ga naar camera via nummer. (1~64)

1.3.6 Werkbalk E-mapbeheer

Met deze werkbalk kunt u e-maps (elektronische plattegronden) configureren. Hier volgt een gedetailleerde uitleg over de iconen. Locken/Unlocken: In de locktoestand kan de locatie van het camera-icoon niet verplaatst worden. Inzoomen: Inzoomen op E-map. Uitzoomen: Uitzoomen op E-map. Standaard beeldgrootte: Terugkeren naar standaard beeldgrootte. E-maplijst: Selecteert e-map in de lijst. E-map toevoegen: Voegt e-map aan de lijst toe uit beeldbestand. (BMP-, JPG-formaat) E-map verwijderen: Verwijdert e-map uit de lijst. Locatie: Voegt locatie toe via het ‘drag and drop’-icoon.

15

i -CEN’S


2 Het programma instellen De programma-instelling is bedoeld om opties te configureren die invloed hebben op de functie van i-CEN’S software. Deze configuratie dient dus uitgevoerd te worden voordat u verder gaat met andere instellingen. Het Editmenu heeft de volgende opties. 1. Systeemconfiguratie 2. Gebruikersconfiguratie

2.1 i-CEN’S systeemconfiguratie. Selecteer de tab [System] in het venster ‘Edit’ om systeemeigenschappen te controleren.

1

3

2

Systeemconfiguratie 1. On Screen Display (OSD): Vink “Use OSD” aan om on-screen display te gebruiken. Het lettertype op het scherm kan gewijzigd worden door op de knop “Font” te klikken. 2. Use Health Check: Stelt het interval voor health check in en selecteert het alarmgeluid. 3. Use Scheduled Backup: Stelt de starttijd van de back-up in en selecteert het

16

i -CEN’S

Gebruikershandleiding maximale aantal gelijktijdige back-ups (het aantal locaties dat geback-upt wordt, maximaal 10).

17

i -CEN’S


2.2 i-CEN’S gebeurtenisconfiguratie. Selecteer de tab Event in het ‘Edit’-venster om systeemeigenschappen te controleren.

1

2

3

4

5

Systeemconfiguratie 1. Gebeurtenislijst: Selecteer gebeurtenis om de instellingen te wijzigen. 2. E-map: Stelt de weergavetijd van de gebeurtenis in (2sec ~ 60sec). 3. Alarmgeluid: Stelt de tijdsduur van het alarm in (2sec ~ 60sec) en specificeert het alarmgeluid. 4. E-mail: Stelt de e-mailserverconfiguratie in om naar aanleiding van een gebeurtenis een e-mail te verzenden. SMTP-server: Typ het e-mailserveradres van de e-mail serviceprovider in, bijv. ‘mail.yahoo.com’ Van: Typ het adres van de zender in, bijv. [email protected] Aan: Typ het adres van de ontvanger in, bijv. [email protected] Onderwerp: Specificeer het onderwerp duidelijk, anders zal er een foutbericht verschijnen. 5. Toepassen: Klik op “Apply to all events” om de huidige instelling op alle gebeurtenissen toe te passen.

18

i -CEN’S


2.3 i-CEN’S gebruikersconfiguratie. Selecteer [User] in ‘Edit’ om de gebruikersinstelling te controleren.

2

1 3

Gebruikerslijst: Toont lijst met geregistreerde gebruikers.

1

Een gebruiker toevoegen: 1. Voer gebruikersnaam en wachtwoord in bij de categorie “User Setting”. 2. Selecteer de bevoegdheden bij “Authorized Access”

3

3. Klik op “Add” om de nieuwe gebruiker te registreren.

Een gebruiker wijzigen: 1. Selecteer gebruikersnaam in “User List”.

1

2. Wijzig de bevoegdheden in ”Authorized Access”

3

3. Klik op “Modify” om de nieuwe gebruiker te registreren. NB: Het aanpassen van bevoegde toegang van admin is niet mogelijk.

Het verwijderen van een gebruikersaccount: 1. Selecteer de gebruikersnaam in “User List”.

1

2. Klik op “Delete” om de geregistreerde gebruiker te verwijderen. NB: Verwijderen van het admin-account is niet mogelijk.

19

2

i -CEN’S


3 Live-beelden Dit hoofdstuk geeft uitleg over hoe de i-CEN’S software geconfigureerd moet worden om een DVR te benaderen en werkende live-beelden te zien.

3.1 Configuratie van groep en locatie 3 2 1

1. Rechtsklik op de locatie-

2. Voer een groepsnaam in

boomstructuur om een groep

en klik op “OK”.

3. Rechtsklik op groepsnaam en selecteer “Site Configuration”

toe te voegen. Het instellen 1. Voer locatiegegevens van de aangesloten DVR in Site Name: Typ een gemakkelijk te onthouden naam in voor de locatie IP Address: Typ het IP-adres in van de aangesloten 1

DVR

3

Port Number: Typ het poortnummer in van de aangesloten DVR User en Password: Typ gebruikersnaam en wachtwoord in voor de aangesloten DVR 2. Selecteer de aan te sluiten camera's in de 2

cameralijst. (U kunt alle camera's selecteren of deselecteren door op het snelmenu rechts van de lijst

4

te klikken) 3. Klik op [Add] om de locatie toe te voegen. 4. Klik op [OK] om de configuratie van de locatie te voltooien.

20

i -CEN’S


3.2 Configuratie van live-beelden Het instellen van het scherm met live-beelden 1. Klik op de knop Live 1 (

) om het live-venster te zien.

2. Selecteer de schermindeling in de werkbalk.

1 3. Selecteer de locatie, sleep deze naar het live-scherm zoals hieronder afgebeeld en laat de muisknop los. De camera's worden op rij getoond.

2 4. De schermconfiguratie kan worden opgeslagen met de werkbalk Kanaal (Zie 1.3.5) 3 5. Als er meer aangesloten camera's zijn, gebruik dan de schuifbalk om ze te zien.

3

1

2

- Elke camera kan individueel aan het live-scherm worden toegevoegd. (Sleep de camera naar het live-scherm en laat de muisknop los) - Wanneer er een camera wordt toegevoegd, zal i-CEN’S automatisch naar die locatie gaan. (Wanneer de locatie bereikt wordt, zal de kleur van het icoon veranderen van rood naar blauw.) NB: Als een nieuwe camera wordt toegevoegd, vervangt het nieuwe camerabeeld het beeld van de vorige camera.

21

i -CEN’S


3.3 Bediening van het live-scherm Het openen van een tweede live-scherm: Klik op “Live 2” (

) om de tweede live-tab te openen.

De tab Live 2 tab kan naar een secundaire monitor worden verplaatst wanneer er twee monitoren worden gebruikt.

Het besturen van PTZ: Rechtsklik op het videobeeld in de Live-tab om het pop-upmenu te openen.

Bedien de PTZSelecteer “PTZ

camera door op de

Control” in het menu.

besturingsknoppen te klikken.

Het wijzigen van de kleurinstelling: Rechtsklik op het videobeeld in de Live-tab om het pop-upmenu te openen.

Wijzig de kleurinstellingen Selecteer

en klik op “OK” om de

“Color

wijzigingen door te voeren. Klik

Adjustment” in

op “Default” om terug te gaan

het menu. Het instellen van alarmcontrole:

naar de standaard

Selecteer na een rechtermuisklik “Alarm Control” om alarm-output in te stellen.

kleurinstellingen

Het inschakelen van audio: Selecteer na een rechtermuisklik “Enable Audio” om audiotransmissie in te schakelen.

Het opslaan van videobeelden: Rechtsklik op het videobeeld in de Live-tab om het pop-upmenu te openen. JPEG Save: Om het geselecteerde kanaal op te slaan in JPEG-formaat BMP Save: Om het geselecteerde kanaal op te slaan in BMP-formaat AVI Save: Om het geselecteerde kanaal op te slaan in AVI-formaat

22

i -CEN’S


4 Zoeken en Afspelen 4.1 Zoeken Er zijn drie manieren om het zoekvenster te openen. 1. Selecteer een locatie in de locatielijst en klik op

om de Search-tab te openen

2. Rechtsklik op de locatienaam

3. Rechtsklik op het kanaal in het live-venster

en selecteer “Search” in het menu.

en selecteer “Search” in het menu

Werkbalk Afspelen

[Search Window]

Afspelen 4.2 Kalender voor

Tijdbalk voor zoeken

zoeken

23

i -CEN’S


Het afspelen van opgenomen beelden: 1. Open de Search-tab door het Search-menu te openen. 2. Selecteer de opnamedatum op de kalender. 3. Selecteer de camera waarvan de beelden moeten worden afgespeeld. 4. Selecteer het tijdstip van de af te spelen beelden in de tijdbalk. 5. Klik op “Play” om de beelden af te spelen.

NB: Om één kanaal af te spelen kunt u er op dubbelklikken om het beeld te vergroten. Om terug te keren naar de meerkanaalsweergave dubbelklikt u opnieuw.

24

i -CEN’S


5 E-map

5.1 Configuratie E-map Klik op

om het E-mapvenster te openen.

Klik op

om een E-mapbeeld toe te voegen

Voer een naam in voor de plattegrond, kies een pad voor het E-map-bestand en klik op “OK’ om de e-map toe te voegen. (E-map ondersteunt BMP-, JPG-bestandsformaat)

Selecteer de E-map in de e-maplijst.

25

i -CEN’S


5.2 Configuratie camera Sleep de camera naar het E-map-venster en laat los.

Selecteer apparaattype (Camera, Input en Output), apparaat (nummer) en klik op “OK” om het apparaat toe te voegen. Device: Geen speciale betekenis, maar gemakkelijk voor de gebruiker om elk apparaat (device) op de E-map te onderscheiden

Wanneer een gebeurtenis van DVR optreedt, zal het apparaaticoon gaan knipperen.

Klik op

om de E-map te unlocken. In de unlockmodus kan het apparaaticoon verplaatst worden naar een

andere locatie.

26

i -CEN’S


5.3 Gebeurtenis live-beeld (pop-up). Sleep de camera naar het E-mapvenster en laat los.

Dubbelklik op de locatie in het realtime gebeurtenisvenster om het gebeurtenis-pop-upscherm met live-beeld te openen zoals hieronder afgebeeld.

De standaard geselecteerde camera is “Camera1” en het kanaal kan gewijzigd worden met het menu “Select Channel” zoals hieronder afgebeeld.

27

i -CEN’S


6 Gebeurtenislog 6.1 Gebeurtenisinstelling (PC DVR-MagicRadar) Het instellen van een gebeurtenis: Voor het ontvangen van gebeurtenissen van een DVR moet het gebeurtenisfilter in de DVR set-up worden geconfigureerd.

1

2

3

1. Ga in het DVR-systeem naar ‘Setup > Network > Central Station’, vink “Report to server on Event” aan en klik vervolgens op [Properties]. 2. Voer het IP-adres en poortnummer van i-CEN’S in (Aanbevolen wordt om dit niet te wijzigen) en klik vervolgens op [Reported Events]. 3. Kies de te versturen gebeurtenissen en klik in beide schermen op [OK] om de configuratie op te slaan.

28

i -CEN’S


6.2 Gebeurtenisinstelling (SR-serie-GENESIS) Het instellen van een gebeurtenis: Voor het ontvangen van gebeurtenissen van een SR-serie moet het gebeurtenisfilter in het SR-menu worden geconfigureerd.

CMS-serverinstelling

1. Ga in het SR-systeem naar ‘Menu > Network > CMS’. 2. Schakel configuraties naar “ON” en specificeer het IP-adres van de server. (IP-adres van de CMS-server) 3. Het standaard poortnummer is 9100 (Aanbevolen wordt om de standaardwaarde niet te wijzigen). 4. Klik op [OK] en sluit het menu af om verder te gaan naar de gebeurtenisfilter-instellingen. Gebeurtenisfilter-instelling

1. Ga naar ‘Menu > Network > EVENT FILTER’ 2. Kies de te versturen gebeurtenissen en klik op [OK] en sluit het menu af om de configuraties op te slaan.

29

i -CEN’S


6.3 Zoeken in Gebeurtenislog Klik op

om het zoekvenster voor gebeurtenislog te openen.

5

3

1 2

4 Zoekstappen: 1. Specificeer een tijdvak (starten eindtijd) 2. Selecteer gebeurtenistype en locatienaam. 3. Klik op “Search” om het zoeken te starten. 4. Om het zoeken te stoppen, klik op “Search Stop”. 5. Het resultaat van de zoekopdracht wordt getoond in de tabel (Gebeurtenistype, Apparaatnaam, Locatienaam, Tijd van de gebeurtenis en Bericht)

30

i -CEN’S


6.4 Realtime gebeurtenis Klik op

om het realtime gebeurtenisvenster te openen.

Het realtime gebeurtenisvenster kan geopend worden in live, e-map, gebeurtenis zoeken en health-check, behalve het zoekvenster.

6.5 Gebeurtenis Live-beeld bekijken (pop-up) Dubbelklik op de locatie in het realtime gebeurtenisvenster om het gebeurtenis-pop-upscherm met live-beeld te openen zoals hieronder afgebeeld.

De standaard geselecteerde camera is “Camera1” en het kanaal kan gewijzigd worden met het menu “Select Channel” zoals hieronder afgebeeld.

31

i -CEN’S


7 Back-up 7.1 Netwerk back-up Met netwerk back-up kunnen opgenomen data via het netwerk geback-upt worden. De opgenomen data kunnen van de harde schijf van de DVR gekopieerd worden naar de externe opslagmedia van de klant, zoals CD-RW Rechtsklik op de locatienaam in de lijst en selecteer “Network Backup” in het menu om de DVR Backup Wizard te openen

.

Klik op “Next” om het back-upproces te starten.

32

i -CEN’S


7.1.1 DFS back-up 1. Selecteer “DFS” en klik op “Next” om verder te gaan.

- DFS: Er is een afspeelprogramma nodig om opgeslagen data af te spelen. - EXE File: Het afspeelprogramma is al ingesloten in de opgeslagen data, dus er is geen apart programma nodig - Save in CD data of backup: Er is een lege cd nodig om de data op cd te schrijven. - External CD Burning Program: Klik op “Property” om een extern cd-brandprogramma te specificeren.

2. Specificeer een tijdvak en back-upmap en klik vervolgens op “Next” om verder te gaan.

- Select Time Period: Specificeer het tijdvak voor de back-up. Als er een wachtwoord is ingesteld, is het wachtwoord nodig om back-updata tijdens het afspelen te bekijken. - Backup Folder: Klik op Browse om een doelstation en map te selecteren voor de back-up.

33

i -CEN’S


3. Selecteer camerakanalen om te back-uppen en klik op “Next” om verder te gaan.

4. Zie back-upinformatie en klik op “Next” knop om te bevestigen.

34

i -CEN’S


5. Wacht even totdat het back-upproces voltooid is.

Log file: klik op “log file” om de back-upstatus te bekijken.

6. Het back-upproces is voltooid.

Wacht enkele seconden terwijl de wizard automatisch gesloten wordt. Of klik op “Finish” om de wizard meteen te sluiten.

35

i -CEN’S


7.1.2 EXE back-up 1. Selecteer “EXE File” en klik op “Next” om verder te gaan.

- Opgenomen data kunnen worden opgeslagen als EXE-bestand. Voor het EXE-bestand is geen viewerprogramma nodig om opgeslagen data te bekijken.

2. Specificeer een tijdvak, wachtwoord en back-upmap en klik vervolgens op “Next” om verder te gaan.

3. Selecteer een gewenst kanaal om te back-uppen en specificeer de bestandsgrootte. Klik vervolgens op “Next” om verder te gaan.

36

i -CEN’S


Wanneer de grootte van het back-upbestand groter is dan de gespecificeerde bestandsgrootte, zullen meerdere exe-bestanden worden aangemaakt. NB: Back-up voor slechts 1 kanaal. De maximale bestandsgrootte is 1000MB.

4. Dubbelklik op het exe-bestand dat u gemaakt hebt om de opgeslagen data te controleren.

7.1.3 Back-updata op cd opslaan

37

i -CEN’S


1

2

1. Save in CD data of backup: Vink dit hokje aan om data naar een lege geformatteerde CD-RW te back-uppen. Databestand zal op CD-RW worden opgeslagen als HDD. 2. External CD Burning Program: Na het back-uppen van het databestand zal het cd-brandprogramma automatisch worden gestart.

38

i -CEN’S


7.2 Geplande back-up Geplande back-up is voor het back-uppen van opgenomen data naar een FTP-server. De opgenomen data kunnen van de harde schijf van de DVR automatisch of handmatig naar de FTP-server gekopieerd worden.

7.2.1 Configuratie geplande back-up Vink, alvorens de back-upserver in te stellen, “Use Scheduled Backup” in het Edit-systeemmenu aan. (Zie hoofdstuk 2.1)

Rechtsklik op de locatienaam in de lijst en selecteer “Backup Server” in het menu om het configuratiescherm van de back-upserver te openen.

39

i -CEN’S


Configuratievenster back-upserver

1

4

2

3 5

Automatic Backup: Vink “Automatic Backup” aan om automatische back-up in te schakelen. - Specificeer globale datum en back-upperiode. Manual Backup: Vink “Manual Backup” aan om handmatige back-up in te schakelen. - Specificeer datum en tijdvak voor de back-up. Het instellen: 1. Selecteer de back-upmethode. (automatisch / handmatig) 2. Configureer de IP-instelling. - Voer het serveradres voor de back-up in (adres FTP-server) - Specificeer de bedrijfstijd[b1]. 3. Voer gebruikersnaam en wachtwoord voor de FTP-server in. 4. Selecteer de gewenste kanalen voor de back-up. 5. Klik op [OK] om de configuratie op te slaan.

Als alle configuraties correct zijn, zal de back-up om de gespecificeerde starttijd beginnen.

40

i -CEN’S


7.2.2 Back-upstatus om het back-upstatusvenster te openen.

Klik op

Als de locaties geregistreerd zijn bij i-CEN’S, zullen de DVR-locaties als volgt worden getoond.

1

2

3

6

5

4

7

8

9

10

11

Back-upstatus 1. Order: Toont de volgorde van de back-up. Wanneer het volgnummer uitgevinkt wordt, stopt het back-upproces. 2. Group Name: Toont de groepsnaam van de locatie. 3. Site Name: Toont de geregistreerde locatienaam. 4. Server Address: Toont het adres van de FTP-server. 5. Backup file size: Toont de grootte van het back-upbestand. 6. Progress of uploading: Toont de voortgang van de huidige upload met behulp van een percentagebalk. 7. Status: Toont de status van de back-up. - Backup setting error!: Er is iets mis met de waarde van de back-upconfiguratie. - Transmitting Completed: De back-up is succesvol voltooid. - Failed in connecting Server: De DVR-server is niet aangesloten. - Version unable to backup!: De DVR-serverversie ondersteunt de back-upfunctie niet. 8. Date/Time: Toont datum en tijd van de back-up. 9. Rechtsklikmenu: Rechtsklik op de lijst met back-upstatussen en selecteer een optie. - Cancel Backup: Annuleert het geselecteerde back-upproces. - Backup Configuration: Opent het back-upserver configuratievenster van de geselecteerde locatie. 10. Confirm setting: Klik op deze knop om de volgorde-instelling te bevestigen. 11. Cancel setting: Klik op deze knop om de volgorde-instelling te annuleren.

41

i -CEN’S


8 DVR-beheer 8.1 Health Check 8.1.1 Health Check-venster Klik op

om het Health Check-venster te openen.

7

1

2

3

4

5

6

Health Check-status Het Health Check-venster toont de huidige status van de DVR. 1. Network Status: Toont de huidige netwerkstatus van de DVR in rood (niet aangesloten) en lichtblauw (aangesloten). 2. Group Name: Toont de groepsnaam van de locatie. 3. Site Name: Toont de geregistreerde locatienaam. 4. HDD Info: Toont HDD-informatie, totale capaciteit van de DVR die geïnstalleerd is. 5. Version Info: Toont informatie over de huidige softwareversie. (Versienaam en -datum) 6. Connect Time: Toont het tijdstip van aansluiting. 7. Previous log search: Status wordt opgeslagen als log en log kan doorzocht worden met “Previous log earch”

42

i -CEN’S


8.1.2 Vorige log doorzoeken Zoekvenster vorige log Klik op “Previous log search” in het Health Check-venster om de vorige log te controleren.

5

3 1

2

4

Zoekstappen: 1. Specificeer een datumbereik. 2. Selecteer de locatie. 3. Klik op “Search” om het zoeken te starten. 4. Klik op “Search Stop” om het zoeken te stoppen. 5. Het resultaat van de vorige zoekopdracht wordt getoond in de tabel

43

i -CEN’S


8.2 Software upgraden Upgrade-menu Met Upgrade kan software van DVR geüpgraded worden. Rechtsklik op de locatienaam in de lijst en selecteer “Upgrade” in het menu om het Upgrade software-venster te openen

Software Upgrade DVR Info: Toont informatie over DVR. Upgrade Info: Toont informatie over upgradebestand. Het upgraden: 1. Klik op “File Open” en zoek het installatiebestand. (x.upgrade) 2. Klik op “Upgrade” om de software te upgraden. NB: Verbreek de verbinding met de DVR alvorens te upgraden.

8.3 Netwerk set-up Netwerk set-upmenu Met Netwerk Setup kunnen de set-up en configuratie van aangesloten DVR's via het netwerk gewijzigd worden. Rechtsklik op de locatienaam in de locatielijst en selecteer “Network Setup” in het menu om het Upgrade software-venster te openen.

44

Gebruikershandleiding. i -CEN S GEBRUIKERSHANDLEIDING

Recommend Documents