GBC Films Group Europe Versie: 8
#356979
Artikel: 01 Blz 1 van 1
INHOUD
CAO 2008-2009
versienummer
Artikel 01
Inhoudsopgave
08
Artikel 1
Definities
01
Artikel 1a
Deeltijdwerknemer
01
Artikel 2
Verplichtingen van de vakverenigingen
01
Artikel 3
Verplichtingen van de werkgever
07
Artikel 4
Verplichtingen van de werknemer
01
Artikel 5
Aanstelling en ontslag
01
Artikel 6
Arbeidsduur en arbeidsrooster
02
Artikel 7
Functiegroepen en salaris
03
Artikel 8
Bijzondere beloningen / verzuimuren
05
Artikel 9
Zon- en feestdagen
02
Artikel 10
Geoorloofd verzuim
02
Artikel 11
Vakantie
04
Artikel 12
Vakantietoeslag
01
Artikel 13
Arbeidsongeschiktheid
02
Artikel 14
Uitkering bij overlijden
01
Artikel 15a Artikel 15b
Collectieve ziektekostenverzekering Collectieve WGA hiaat verzekering
03 02
Artikel 16
Pensioenregeling
05
Artikel 17
Tussentijdse wijzigingen
01
Artikel 18
Duur van de Collectieve Arbeidsovereenkomst
07
Opm. wijzigingen in deze CAO ten opzichte van de vorige CAO zijn weergegeven door middel van cursief gedrukte teksten. Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2
Functielijst Beroepsprocedure functiewaardering
versie 03 versie 01
Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5
Salarisschalen Reiskostenvergoeding woon/werkverkeer Protocollaire afspraken
GBC Films Group Europe Versie: 01
versie 08 versie 02 versie 08
Artikel: 1 Blz 1 van 1
Artikel 1 DEFINITIES In deze overeenkomst wordt verstaan onder: a. werkgever:
de partij ter ene zijde;
b. vakvereniging:
elk der partijen ter andere zijde;
c. werknemer:
de werknemer (m/v) in dienst van de werkgever, waarvan de functie is opgenomen of, gezien de aard van de werkzaamheden, behoort te worden opgenomen in bijlage 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst. Als werknemer in de zin van deze overeenkomst wordt niet beschouwd de stagiair en de vakantiewerker;
d. maand:
een kalendermaand;
e. week:
een tijdvak van 7 etmalen;
f. dienstrooster
een arbeidsregeling die aangeeft op welke tijdstippen de werknemers zijn werkzaamheden aanvangt, onderbreekt en beëindigt;
g. maandsalaris:
het salaris volgens het schalensysteem zoals opgenomen in artikel 7;
h. maandinkomen:
het maandsalaris, vermeerderd met eventuele ploegentoeslag en met een eventuele persoonlijke toeslag als bedoeld in artikel 7 lid 6 onder b;
i. ondernemingsraad:
de ondernemingsraad als bedoeld in de wet op de ondernemingsraden;
j. BW:
Burgerlijk Wetboek (boek 7, titel 10).
GBC Films Group Europe Versie: 01
Artikel: 1 Blz 1 van 1
Artikel 1a DEELTIJDWERKNEMER Indien op grond van de individuele arbeidsovereenkomst of nadere afspraken de bedongen arbeidsduur minder bedraagt dan de arbeidsduur van een voltijd werknemer, zijn de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst naar rato van de individuele arbeidsduur, op overeenkomstige wijze van toepassing, tenzij bij desbetreffende artikelen anders is vermeld.
GBC Films Group Europe Versie: 01
Artikel: 2 Blz 1 van 1
Artikel 2 VERPLICHTINGEN VAN DE VAKVERENIGINGEN 1. De vakverenigingen verplichten zich deze collectieve arbeidsovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid na te komen. 2. Vakverenigingen verbinden zich met alle hun ten dienste staande middelen nakoming van deze overeenkomst door hun leden te bevorderen en generlei actie te voeren of te bevorderen, welke beoogt wijziging te brengen in deze collectieve arbeidsovereenkomst onverminderd het bepaalde in artikel 18.
GBC Films Group Europe Versie: 07
Artikel: 3 Blz 1 van 3
Artikel 3 VERPLICHTINGEN VAN DE WERKGEVER 1. a.
b.
c.
d.
Algemeen De werkgever verplicht zich deze collectieve arbeidsovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid na te komen en tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst geen uitsluiting toe te passen; De werkgever verplicht zich generlei actie te voeren of te steunen, welke tot doel heeft wijziging te brengen in de volgens deze collectieve arbeidsovereenkomst geregelde arbeidsvoorwaarden. Het bepaalde in artikel 17 valt niet onder dit verbod; De werkgever verbindt zich geen werknemers in dienst te nemen of te houden op voorwaarden die in strijd zijn met hetgeen in deze collectieve arbeidsovereenkomst is bepaald; De werkgever zal een exemplaar van deze collectieve arbeidsovereenkomst, alsmede van de wijzigingen, aan de werknemer uitreiken;
2.
Vakbondswerk in de onderneming met inachtneming van de in de onderneming geldende regels zijn ten behoeve van de vakbondswerk de volgende faciliteiten overeengekomen: a. De werkgever zal de vakvereniging toestemming verlenen tot het doen van mededelingen t.b.v. vakbondswerk binnen de onderneming op het daartoe aangewezen publicatiebord; De werkgever zal, als regel buiten werktijd, een bedrijfsruimte ter beschikking stellen voor incidentele contacten tussen de bezoldigd bestuurder en haar leden. In voorkomende gevallen zal steeds vooraf overleg plaatsvinden tussen de betreffende vakbond en de werkgever over de vorm en omvang van deze faciliteiten. Overeengekomen is dat contactpersonen met een kaderfunctie in werktijd kunnen deelnemen aan activiteiten van de vakbonden ter voorbereiding op de CAOonderhandelingen. 3.
Werkgelegenheid De werkgever zal de vakverenigingen, indien zij de wens daartoe te kennen geven, 1 of 2 keer per jaar informeren over de algemene gang van zaken in de onderneming; b. De werkgever zal gedurende de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst niet overgaan tot gedwongen collectieve ontslagen als bedoeld in de Wet melding collectief ontslag dan wel een significant deel van de personele bezetting, tenzij bijzondere omstandigheden ingrijpen onvermijdelijk maken. Indien dit laatste het geval is, zal de werkgever tijdig in overleg treden met de vakverenigingen en de ondernemingsraad; c. Indien een vacature ontstaat, zal de vacature bij voorkeur en zo mogelijk worden vervuld door een reeds in dienst zijnde werknemer. Indien een interne sollicitatie leidt tot functiewijziging en daarvoor het volgen van een gerichte opleiding noodzakelijk wordt, zal hieraan binnen redelijke grenzen door de werkgever medewerking worden verleend, waarbij ook van belang is dat dit niet leidt tot een wezenlijke vertraging in de vacaturevervulling. a.
4.
Regeling werkgeversbijdrage De werkgever verklaart zich bereid tot het verstrekken van een bijdrage overeenkomstig de tussen de AWVN en FNV Bondgenoten, CNV Bedrijvenbond en De Unie gesloten overeenkomst met betrekking tot de bijdrageregeling aan de vakverenigingen. Voortzetting
van de afspraak in de vorige CAO met diende verstande dat de Vakbond ABW 600 Euro zal ontvangen.
GBC Films Group Europe Versie: 07
Artikel: 3 Blz 2 van 3
5.
Arbeidsomstandigheden De werkgever is gehouden zorg te dragen voor goede arbeidsomstandigheden in het bedrijf en daarbij de belangen van de werknemer te behartigen, een en ander zoals een goed werkgever betaamt. De werkgever dient de nodige aanwijzingen en voorschriften te geven, zonodig veiligheidsmiddelen ter beschikking te stellen en zorg te dragen voor medische begeleiding. De werkgever biedt de mogelijkheid tot periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek van de werknemer.
6.
Kinderopvang Deze wordt toegepast conform de nieuwe wetgeving.
7.
Opleiding Het beleid is als volgt: a. Functie gerelateerde training - Opleiding geschiedt door het bedrijf in werktijd. Eventueel benodigde overwerktijd op het bedrijf wordt vergoed. b. Carrière gerelateerde opleiding (interne carrière) - Indien op verzoek van de werkgever, zullen de cursuskosten worden vergoed. De tijd die van de zijde van de werknemer geïnvesteerd dient te worden, zal niet betaald worden. De studie zal in eigen tijd gedaan moeten worden. c. Carrière gerelateerde opleiding (externe carrière) - Hiervoor zullen geen kosten en/of tijd vergoed worden.
8.
Deeltijd Voor functies die in dagdienst of in ploegendienst worden verricht, is deeltijdarbeid in principe mogelijk met in achtneming van het bepaalde in de Wet Aanpassing Arbeidsduur. Werknemer zal hiertoe een verzoek indienen bij de werkgever. Werkgever zal in principe instemmen met het verzoek tenzij “zwaarwegende bedrijfsbelangen” inwilliging in de weg staan. Bovendien zal bekeken worden of er binnen het bedrijf een alternatieve functie bestaat waar deeltijd werken wel mogelijk is.
9.
Ouderschapsverlof De regelgeving zoals vastgelegd in de wet is van toepassing. Pensioenopbouw vindt plaats voor de werknemers die van ouderschapsverlof gebruik willen maken volgens de situatie direct voorafgaand aan het ouderschapsverlof. De pensioenpremie zal worden doorbetaald door GBC.
10.
Uitzendkrachten Aan uitzendkrachten zal een overeenkomstige beloning en arbeidsduur toegekend worden als geldt voor medewerkers vallend onder de collectieve arbeidsovereenkomst.
GBC Films Group Europe Versie: 07 11.A
Artikel: 3 Blz 3 van 3
Inkomen Er wordt een structurele loonsverhoging toegekend per 1juni 2008 van 3,3% en aanpassing van bestaande vloeren in de vakantietoeslag.
11.B
Eenmalige niet pensioengevende uitkering; Er wordt een eenmalige niet pensioengevende uitkering verstrekt aan alle werknemers in dienst bij werkgever op 1 juni 2008 ter hoogte van 5 maal 3,3% van het maandsalaris.
12.
Resultaat afhankelijke uitkering: Er wordt door werkgever in overleg met de OR nieuwe criteria vastgesteld, waarbij de bestaande staffeling ongewijzigd blijft. Als geen overeenstemming met de OR wordt bereikt, wordt dit met de bonden verder besproken. Criteria ten behoeve van de resultaatafhankelijk uitkering zullen voor 1 december van het contractjaar in overleg met de Ondernemingsraad worden vastgesteld. Als geen overeenstemming met de Ondernemingsraad worden bereikt, wordt dit met de bonden verder besproken. Deze regeling wordt in aangepaste vorm voortgezet in 2008-2009.
13.
Klachtencommissie Er wordt een klachtencommissie ingesteld waar werknemers ongewenst gedrag aan de orde kunnen stellen. De klachten kunnen uiteenlopend van aard zijn. De commissieleden worden aangewezen door de OR in overleg met de directie.
14.
Invulling 5 opkomstdagen i.v.m. scholing De directie stelt in overleg met de OR in oktober een scholingsplan op waarin de inhoud van de 5 opkomstdagen wordt vastgelegd. Onder scholing wordt in dit verband verstaan: het op peil houden en brengen van het gewenste kennisniveau, het implementeren van nieuwe werkwijzen, alsmede activiteiten die gericht zijn op teambuilding. Slaagt men er in onderling overleg niet in de dagen onder de genoemde definitie in te vullen dan komen deze voor dat jaar geheel of gedeeltelijk te vervallen.
15.
Fietsplan Met ingang van 1 januari 2002 is er een fietsplan ingevoerd gegeven de fiscale mogelijkheden en wet- en regelgeving.
16.
Waarderingspremie Aan medewerkers die vanaf peildatum 1 juni 2001 5, 10 15 of 25 jaar in dienst zijn, wordt een waarderingspremie uitgekeerd ter hoogte van respectievelijk € 350, € 500 of € 750 € 2000 netto. Per medewerker zal in overleg met betrokkene worden bekeken of het netto bedrag wordt uitgekeerd of een cadeau of anderzijds met dezelfde waarde. Medewerkers die in aanmerking komen voor de waarderingspremie conform zullen hierover tijdig door P&O worden geïnformeerd en bekend zal worden gemaakt wanneer zij hun waarderingspremie zullen ontvangen
GBC Films Group Europe Versie: 01
Artikel: 4 Blz 1 van 2
Artikel 4 VERPLICHTINGEN VAN DE WERNEMER 1.
De werknemer is gehouden de belangen van de onderneming van de werkgever als een goed werknemer te behartigen, ook indien daartoe geen uitdrukkelijke opdracht is gegeven.
2.
De werknemer is gehouden alle hem door of namens de werkgever opgedragen werkzaamheden voor zover deze redelijkerwijze van hem kunnen worden verlangd, zo goed mogelijk uit te voeren en daarbij alle verstrekte aanwijzigen en voorschriften in acht te nemen.
3..
De werknemer zal zich voor wat betreft zijn werk en rusttijd houden aan het voor hem geldende dienstrooster.
4.
De werknemer is gehouden ook buiten de in het dienstrooster aangegeven uren arbeid te verrichten, voor zover de werkgever de desbetreffende wettelijke voorschriften en de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst in acht neemt.
5.
Indien de werknemer, al dan niet tegen beloning, enigerlei arbeid voor derden of als zelfstandige werkzaamheden wil gaan verrichten, dient hij dit schriftelijk tenminste een week van tevoren aan de werkgever te melden. Het is de werknemer verboden deze werkzaamheden aan te vangen indien de werkgever daartegen schriftelijk bezwaar maakt. Indien de werknemer bij de aanvang van het dienstverband nevenwerkzaamheden verricht, dient hij dit onverwijld aan de werkgever schriftelijk mede te delen. De werkgever is bevoegd een werknemer die deze bepalingen niet nakomt gedurende maximaal 3 dagen te schorsen. In geval van herhaling zal de werkgever dit beschouwen als een dringende reden als bedoeld in artikel 678 (1639p) BW. De werknemer die arbeidsongeschikt wordt als gevolg van het verrichten van nevenwerkzaamheden, heeft geen aanspraak op de in artikel 13 genoemde aanvullingen. De bestaande situaties dienen voor 01.04.1999 bij de werkgever te worden aangemeld. Werkgever zal deze alleen verbieden indien hiervoor zwaarwegende argumenten zijn.
6.
De werknemer verplicht zich om zowel tijdens de dienstbetrekking als ook na de beëindiging daarvan absolute geheimhouding te betrachten over alle bijzonderheden omtrent bedrijfsaangelegenheden – in de meest ruime zin des woord – (zoals bijvoorbeeld bijzonderheden betreffende machinerieën, uitvindingen, octrooien, tekeningen, contracten, leveranciers, afnemers, recepten, bereidingswijzen, fabricagemethoden, enz.) van de werkgever of van aan de werkgever gelieerde ondernemingen. Bovendien dient de werknemer alle redelijk te achten maatregelen te treffen om te voorkomen dat personen, die geen kennis behoren te dragen van bedrijfsgeheimen, in staat zijn van deze bedrijfsgeheimen kennis te nemen. De werknemer dient alle correspondentie en alle bedrijfsbescheiden, waaronder ook software en gegevensdragers al of niet gesteld of getekend op papier van de werknemer of aan de werknemer persoonlijk geadresseerd, aan het einde van de dienstbetrekking ongevraagd en onverwijld aan de werkgever ter hand te stellen.
GBC Films Group Europe Versie: 01
Artikel: 4 Blz 2 van 2
7.
De werknemer is gehouden in relatie tot de arbeidsomstandigheden de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht te nemen ter vermijding van gevaren voor de veiligheid of gezondheid van hemzelf of van anderen dan wel met het oog op het welzijn in verband met de arbeid, een en ander zoals een goed werknemer betaamd. Met inachtneming van het bepaalde in de Arbo-wet dient de werknemer ter zake gegeven aanwijzingen en voorschriften na te leven, de ter beschikking gestelde veiligheidsmiddelen daadwerkelijk te gebruiken en volgens de geldende voorschriften mee te werken aan de medische begeleiding.
8.
De werknemer die voornemens is een verbintenis jegens de overheid aan te gaan, behoeft daartoe de schriftelijke toestemming van de werkgever. De werknemer, die reeds voor de indiensttreding een verbintenis als bedoeld in de eerst volzin is aangegaan, is verplicht dit onverwijld aan de werkgever schriftelijk mede te delen.
9.
De werknemer is gehouden zich te gedragen naar de in de onderneming van de werkgever geldende regels.
10.
In geval de werkgever ter zake van de arbeidsongeschiktheid van de werknemer tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, zal de werknemer de daartoe benodigde informatie verstrekken. Indien de werknemer dit weigert, heeft hij geen recht op de in artikel 13 genoemde aanvullingen.
11.
De werknemer is verplicht om bij een controle binnen het bedrijf door de Arbeidsinspectie, de Belastingdienst, de Uitvoeringsinstelling, de Sociale Verzekeringsbank of de Vreemdelingendienst van de politie een geldig ID-bewijs te tonen, Bij deze controle geldt een Nederlands rijbewijs ook als geldig ID-bewijs.
GBC Films Group Europe Versie: 01
Artikel: 5 Blz 1 van 2
Artikel 5 AANSTELLING EN ONTSLAG 1.
Proeftijd Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in art. 5 lid 2 geldt wederzijds een proeftijd van maximaal 2 maanden. In de individuele arbeidsovereenkomst kan een kortere termijn worden overeengekomen.
2.
Aard van de overeenkomst 2.1 Onverminderd het hiervoor bepaalde, wordt de arbeidsovereenkomst aangegaan a. hetzij voor onbepaalde tijd b. hetzij voor een bepaalde tijdsduur c. hetzij voor het verrichten van een bepaald geheel van werkzaamheden 2.2
Vanaf het moment dat tussen de werkgever en de werknemer: a. voor bepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomsten elkaar hebben opgevolgd in een periode van 36 maanden of langer met tussenpozen van niet meer dan 3 maanden. b. Meer dan 3 voor bepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomsten elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van niet meer dan 3 maanden, geldt de laatste arbeidsovereenkomst als aangegaan voor onbepaalde tijd.
Het bepaalde onder 2.2 a. is niet van toepassing op een arbeidsovereenkomst die is aangegaan voor een periode van niet langer dan 3 maanden die onmiddellijk volgt op een tussen werkgever en werknemer aangegane arbeidsovereenkomst voor 36 maanden of langer. Artikel 668a lid 2 is van toepassing. 3.
Einde van de arbeidsovereenkomst a. Einde van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Behoudens in geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 678 en 679 BW en behoudens of aan het einde van de proeftijd als bedoeld in lid 1, in welke gevallen de arbeidsovereenkomst wederzijds onmiddellijk kan worden beëindigd, geldt voor de beëindiging van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd het bepaalde in artikel 672 BW Indien in de individuele arbeidsovereenkomst schriftelijk voor de werknemer een langere opzegtermijn wordt overeengekomen, geldt in afwijking van het bepaalde in artikel 672 lid 6 BW voor de werkgever een gelijke opzegtermijn. b.
De opzegtermijn voor de werkgever wordt verminderd met een maand, wanneer voorafgaand een ontslagvergunning is verleend als bedoeld in artikel 6 BBA. De opzegtermijn voor de werkgever zal echter nooit minder bedragen dan een maand.
c.
Voor een werknemer die voor het verrichten van een bepaald geheel van werkzaamheden in dienst is bij het einde van de werkzaamheden waarvoor de werknemer is aangenomen. De eerder genoemde werkzaamheden zullen eenduidig worden omschreven.
GBC Films Group Europe Versie: 01
4.
Artikel: 5 Blz 2 van 2
Einde van de arbeidsovereenkomst bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De arbeidsovereenkomst tussen werkgever en de werknemer eindigt van rechtswege op de eerste dag van de maand, waarin de 65-jarige leeftijd is bereikt. De arbeidsovereenkomst eindigt ook van rechtswege op het moment dat de werknemer op grond van het in de onderneming geldende pensioenreglement pensioengerechtigd wordt, zonder dat hiertoe enige opzegging is vereist.
GBC Films Group Europe Versie: 02
Artikel: 6 Blz 1 van 2
Artikel 6 ARBEIDSDUUR EN ARBEIDSROOSTER 1.
De werknemer werkt volgens een van de volgende dienstroosters; a. een dagdienstrooster (maandag t/m vrijdag) dat een tijdsvak van 1 week omvat en een normale arbeidsduur aangeeft van 40 uur per week en 8 uur per dag. b. een 2-ploegendienstrooster dat een periode van 2 aaneengesloten weken omvat en een normale arbeidsduur van 40 uur per week en 8 uur per dienst. c. een 3-ploegendienstrooster dat een tijdvak van 3 aaneengesloten weken omvat en een normale arbeidsduur aangeeft van 40 uur per week en 8 uur per dienst. d. een 5-ploegendienstrooster dat in een tijdvak van 52 weken, 219 diensten bruto aangeeft, alsmede een gemiddelde arbeidsduur van 33.6 uur per week en 8 uur per dienst. Daarenboven zijn er 5 terugkomdagen per jaar. Deze 5 opkomstdagen in de 5ploegendienst zullen allen worden aangewend voor scholing, zoveel mogelijk verspreid over het jaar. Hiervan worden 3 dagen vastgesteld en ingeroosterd, de overige twee dagen dienen op de laatste middagdienst voorafgaande aan de E-dag te worden ingepland en aan de medewerker te worden medegedeeld. Indien geen opleidingsdoel voorhanden is, kan de E-dag, in overmachtsituaties, worden ingezet als overwerkdag met bijbehorende overwerkvergoeding. In alle andere gevallen vervalt de E-dag.
2.
Tussen twee achtereenvolgende diensten geldt een rusttijd van tenminste 11 uur. Eenmaal per periode van 7 maal 24 uur kan een rusttijd van 8 uur worden ingeroosterd.
3.
Een incidentele overschrijding van de normale dagelijkse arbeidsduur van een half uur of minder wordt geacht deel uit te maken van de in lid 1 bedoelde werkweek.
4.
Arbeids- en rusttijden gelden volgens de arbeidstijdenwet. Indien vereist zal i.o.m. de Ondernemingsraad de overlegregeling als bedoeld in de ATW ingevoerd kunnen worden. Voor zover niet in strijd met de CAO.
5.
In dagdienst wordt normaliter gewerkt op de eerste 5 dagen van de week tussen 08.00 uur en 19.00 uur. a. In de 2-ploegendienst (maandag t/m vrijdag) wordt normaliter op 5 dagen van de week gewerkt, waarbij de werknemer wekelijks van dienst wisselt en een van de diensten een ochtend dienst of middagdienst is. De eerste dag is de maandag. b. Het rooster van de 3-ploegendienst start zondag met de nachtdienst en eindigt op vrijdag met de middagdienst, waarbij de werknemer wekelijks van dienst wisselt en een van de diensten een ochtenddienst, middagdienst of nachtdienst is. c. In de 5-ploegendienst wordt normaliter op alle dagen van de week gewerkt, waarbij de werknemer regelmatig van dienst wisselt en een van de diensten een ochtenddienst, middagdienst of nachtdienst is.
6.
De werknemer ontvangt van de werkgever mededeling van het dienstrooster waarin hij zijn werkzaamheden verricht.
7.
Met inachtneming van het in de Wet op de Ondernemingsraden zal de werkgever met de betrokken werknemers overleg plegen over algemene dienstroosterwijzigingen.
GBC Films Group Europe Versie: 02
8.
Artikel: 6 Blz 2 van 2
Arbeidsduurverkorting a. Voor de werknemers in dagdienst, 2- en 3- ploegendiensten geldt een arbeidsduur verkorting van 13 ADV-dagen op jaarbasis, waarbij de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur 38 uur zal bedragen. b. Per kalenderjaar kan een werkgever maximaal 8.5 van de 13 ADV dagen in overleg met de ondernemingsraad als collectieve roostervrije dag of dienst aanwijzen. De overige 4.5 dagen worden individueel na overleg met de werknemers vastgesteld en toegekend. c. In geval van verhindering zoals genoemd in artikel 10 (geoorloofd verzuim) of artikel 13 (arbeidsongeschiktheid) van deze collectieve arbeidsovereenkomst op een vastgestelde roostervrije (halve) dag of dienst bestaat geen recht op vervangende arbeidsduurverkorting. d. Indien in opdracht van de werkgever ten gevolge van bijzondere bedrijfsomstandigheden op een vastgestelde roostervrije (halve) dag of dienst moet worden gewerkt, geldt deze arbeid niet als overwerk en wordt in overleg met de betrokken werknemer vervangende arbeidsduur verkorting vastgesteld. e. De deeltijdwerknemer en de werknemer die slechts een deel van het kalenderjaar in dienst is, ontvangen de in dit lid onder a genoemde arbeidsduurverkorting naar evenredigheid afgerond naar boven op halve dagen of diensten. f. Indien een collectieve roostervrije dag of dienst samenvalt met een dag of dienst waarop de deeltijdwerknemer volledig of gedeeltelijk zou werken, wordt de arbeidsduurverkorting dienovereenkomstig afgeboekt. Indien een collectieve roostervrije dag of dienst samenvalt met een dag of dienst waarop de deeltijdwerknemer niet zou werken, wordt geen arbeidsduurverkorting afgeboekt. g. Tijdens ziekte worden er geen rechten op ADV opgebouwd. Er bestaat gedurende de looptijd van deze CAO de mogelijkheid om maximaal 4 ADV dagen op basis van vrijwilligheid te verkopen. Dit wordt voor afloop van deze overeenkomst geëvalueerd.
GBC Films Group Europe Versie: 03
Artikel: 7 Blz 1 van 3
Artikel 7 FUNCTIEGROEPEN EN SALARIS 1.
Algemeen a. De functies van de werknemers worden gedurende de looptijd van de CAO opnieuw op basis van een systeem van functiewaardering (ORBA) ingedeeld in functiegroepen. De daarbij behorende beroepsprocedure is van toepassing. De indeling zoals die vooralsnog wordt gehanteerd, is vermeld in bijlage 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Het invoeren van de rangorde, zoals deze in de ORBA classificatie wordt vastgesteld, geschiedt wanneer deze gereed is, met dien verstande dat werknemers niet benadeeld worden door inkomensachteruitgang. Wanneer de invoering leidt tot indeling in een hogere schaal dan zal dit geëffectueerd worden per datum invoering. b. Bij elke functiegroep behoort een salarisschaal, welke een gedeelte omvat dat gebaseerd is op periodieken. De salarisschalen zijn opgenomen in bijlage 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. c. De werknemer ontvangt schriftelijk mededeling van de functiegroep waarin zijn functie is ingedeeld, de salarisschaal waarin hij is ingedeeld, en de periodiekenschaal, waarop zijn salaris is gebaseerd.
2.
Periodiekenschaal a. Het salarissysteem is van kracht sinds 1 juni 1998. Indeling vindt plaats op basis van het ten opzichte van het huidig salaris naast hoger gelegen periodiek van de bij de functie behorende schaal. b. De werknemer wordt beloond volgens de periodiekenschaal. De periodiekenschaal kent een minimum- en een maximum maandsalaris en is opgebouwd uit een aantal periodieken. Herziening van het maandsalaris vindt in beginsel eenmaal per jaar op 1 juni plaats. Deze herziening bestaat uit toekenning van geen, een of meerdere periodieken. Een en ander totdat het maximum van zijn schaal is bereikt. c. Een werknemer start bij indiensttreding met in het algemeen het minimum salaris van de schaal. De werknemer die bij de indiensttreding nog niet over de kundigheden en ervaring beschikt, welke voor de vervulling van de functie zijn vereist, kan gedurende ten hoogste 3 maanden in een lagere dan die met die functie overeenkomende salarisschaal worden ingedeeld. De werknemer die in een functie elders zoveel voor de functie bruikbare ervaring heeft verkregen, dat het op grond daarvan niet redelijk zou zijn hem op basis van met minimum schaalsalaris te belonen, kan -in overeenstemming met die ervaring- een of meer periodieken worden toegekend. d. Indien na 31 december van enig jaar indiensttreding plaatsvindt, kan toekenning van een periodiek per eerstvolgende 1 juni achterwege blijven. e. 2 periodieken worden toegekend bij uitstekend functioneren, 1 periodiek bij goed functioneren en bij onvoldoende functioneren vindt geen periodieke verhoging plaats.
GBC Films Group Europe Versie: 03
Artikel: 7 Blz 2 van 3
3.
Tijdelijk waarneming a. De werknemer die tijdelijk een functie volledig waarneemt, welke hoger is ingedeeld dan zijn eigen functie, blijft ingedeeld in de functiegroep en de salarisschaal die met zijn eigen functie overeenkomen. b. Bij tijdelijke waarneming ontvangt de werknemer een uitkering van 11 euro per waargenomen dienst. Deze uitkering wordt toegekend naar evenredigheid van het aantal volledig waargenomen dagen of diensten in relatie tot het totaal aantal te werken dagen of diensten per maand. c. Deze uitkering wordt niet toegekend aan de werknemer voor wie bij de indeling van zijn functie met het eventueel waarnemen van een hogere functie reeds rekening is gehouden. d. Dit geldt alleen voor de functies voorman en customer service supervisor.
4.
Overplaatsing naar een hoger ingedeelde functie (promotie) a. De werknemer die wordt overgeplaatst in een hoger ingedeelde functie, wordt in de overeenkomende hogere salarisschaal ingedeeld met ingang van de maand volgend op die van waarin de overplaatsing in de hogere functie heeft plaatsgevonden. b. Bij indeling in een hogere salarisschaal van een werknemer die onder de periodiekenschaal valt, bedraagt de verhoging van het maanssalaris de helft van het verschil tussen de minimum salarissen van de twee betrokken schalen dan wel zoveel meer als nodig is om het nieuwe maandsalaris in overeenstemming te brengen met het eerstkomende bedrag in de hogere schaal. c. De werknemer die bij overplaatsing naar een hogere functie nog niet over de kundigheden er ervaring beschikt, welke voor de vervulling van die functie zijn vereist, kan gedurende ten hoogste 3 maanden in een lagere dan met die functie overeenkomende salarisschaal worden of blijven ingedeeld. d. In geval van bevordering na 31 december kan de toekenning van een periodiek een jaar later plaatsvinden dan per eerstvolgende 1 juni.
5.
Plaatsing naar een lager ingedeelde functie a. Door eigen toedoen, wegens onbekwaamheid of op eigen verzoek I. De werknemer die door eigen toedoen, wegens onbekwaamheid of op eigen verzoek, wordt overgeplaatst naar een lager ingedeelde functie, wordt in de overeenkomende lagere salarisschaal ingedeeld met ingang van de maand volgend op die, waarin de overplaatsing in de lagere functie is geschied. II. Bij indeling in een lagere salarisschaal om bovenstaande redenen van een werknemer, die onder de periodiekenschaal valt, bedraagt de verlaging van het salaris de helft van het verschil tussen de minimum salarissen van de twee betrokken schalen dan wel zoveel meer als nodig is om het nieuwe salaris in overeenstemming te brengen met het eerstkomende lagere bedrag in de lagere salarisschaal. b. Als gevolg van bedrijfsomstandigheden I. De werknemer die als gevolg van bedrijfsomstandigheden naar een lager ingedeelde functie wordt overgeplaatst, wordt met ingang van de eerstkomende maand in de met de lager ingedeelde functie overeenkomende salarisschaal ingedeeld.
GBC Films Group Europe Versie: 03
II
Artikel: 7 Blz 3 van 3
Bij indeling in een lagere salarisschaal om eerder vermelde redenen van de werknemer, die onder de periodiekenschaal valt, wordt hem via inschaling een salaris toegekend dat zo min mogelijk onder zijn oorspronkelijke salaris ligt. Indien het toekennen van periodieken niet toereikend is, wordt het tekort omgezet in een persoonlijke toeslag. Bij herindeling in een hogere salarisschaal of bij toekenning van een verhoging ingevolge de periodiekenschaal, wordt de toeslag evenveel verminderd als het maandsalaris stijgt. Bij algemene verhogingen van de salarisschalen wordt de persoonlijke toeslag voorts afgebouwd met 1% van het salaris, tenzij de algemene verhoging lager is dan 1%, in welk geval wordt afgebouwd met het percentage van de algemene verhoging. De persoonlijke toeslag of het eventuele restant daarvan wordt niet meer afgebouwd na het bereiken van de 60-jarige leeftijd.
c.
Op grond van medische redenen Indien de werknemer op grond van medische redenen naar een lager ingedeelde functie wordt overgeplaatst, is -rekening houdend met de uitkeringen krachtens de sociale verzekeringswetten- de afbouwregeling als genoemd in artikel 7 lid 5 onder b2 op overeenkomstige wijze van toepassing.
6.
Vermindering maandinkomen Voor elke volledige dienst of gedeelte van een dienst gedurende welke een werknemer in een maand niet heeft gewerkt om redenen als geoorloofd verzuim, arbeidsongeschiktheid, afwezigheid zonder behoud van salaris (zoals werkloosheid en schorsing) wegens indiensttreding of ontslag, wordt het maandinkomen met een evenredig deel verminderd. Indien niet gewerkt is wegens geoorloofd verzuim of arbeidsongeschiktheid geldt het bepaalde in de artikelen 10 en 13 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
7.
Uitbetaling salaris Het maandinkomen wordt uiterlijk op de laatste vrijdag van elke maand betaalbaar gesteld.
GBC Films Group Europe Versie: 05
Artikel: 8 Blz 1 van 3
Artikel 8 BIJZONDERE BELONINGEN / VERZUIMUREN 1.
Algemeen Het maandsalaris, op grond van artikel 7, wordt geacht de beloning te zijn voor een normale functievervulling in dagdienst. Bijzondere beloningen worden slechts toegekend indien een groter beroep op de werknemer wordt gedaan dan normaliter uit een volledige functievervulling in dagdienst voortvloeit.
2.
Toeslag voor het werken in ploegen Voor geregelde arbeid in ploegendienst wordt een toeslag op het maandsalaris gegeven. a. Deze toeslag bedraagt per maand voor de: 2-ploegendienst (ma t/m vr) 13% van het maandsalaris 3-ploegendienst 19% van het maandsalaris 5-ploegendienst 30% van het maandsalaris b. Indien een werknemer niet gedurende een hele maand in ploegendienst heeft gewerkt, wordt voor elke volledige dienst, waarin niet in ploegendienst is gewerkt, een evenredig deel van de onder a genoemde toeslag gekort. Voor de toepassing van dit sublid wordt een maand op 30 dagen gesteld. c. De werknemer in dagdienst die in een maand 10 of minder diensten in ploegendienst invalt, wordt in die maand beloond met de gewerkte uren vermeerderd met de ploegentoeslag die voor het desbetreffende rooster geldt. De werknemer die in een maand 11 of meer diensten in ploegendienst invalt, ontvangt over die maand de volledige ploegentoeslag. d. De werknemer die naar de dagdienst dan wel naar een met een lager percentage beloond ploegendienstrooster wordt overgeplaatst, verliest met ingang van de dag van overplaatsing zijn toeslag, dan wel ontvangt vanaf dat moment de ploegentoeslag van het nieuwe ploegendienstrooster. Indien de werknemer langer dan 3 maanden in ploegendienst heeft gewerkt en tengevolge van bedrijfsomstandigheden of om medische redenen wordt overgeplaatst naar de dagdienst of naar een met lager percentage beloond ploegendienstrooster en als gevolg van deze overplaatsing een lager maandinkomen ontvangt, geldt –rekening houdend met de uitkeringen van de sociale verzekeringswetten en het bepaalde in artikel 13- de afbouwregeling zoals hierna vermeld. De werknemer behoudt –afhankelijk van het tijdvak dat hij onderbroken bij de werkgever in ploegendienst heeft gewerkt- op het moment van overplaatsing naar de dagdienst of een met een lager percentage beloond ploegendienstrooster de navolgende percentages van het verschil in maandinkomen tengevolge van deze overplaatsing. I.
Indien de werknemer langer dan 3 maanden doch korter dan 6 maanden in ploegendienst heeft gewerkt: 100% gedurende de lopende maand en de daarop volgende maand;
II.
Indien de werknemer langer dan 6 maanden doch korter dan 3 jaar in ploegendienst heeft gewerkt: 100% gedurende de lopende en de twee daaropvolgende maanden;
GBC Films Group Europe Versie: 05
3.
III.
Indien de werknemer langer dan 3 jaar doch korter dan 5 jaar in ploegendienst heeft gewerkt: 100% gedurende de lopende en de daaropvolgende maanden 80% gedurende 3 maanden 60% gedurende 2 maanden 40% gedurende 1 maandag 20% gedurende 1 maand
IV.
Indien de werknemer langer dan 5 jaar in ploegendienst heeft gewerkt: 100% gedurende de lopende en de daaropvolgende maanden 80% gedurende 4 maanden 60% gedurende 4 maanden 40% gedurende 3 maanden 20% gedurende 3 maanden
V.
Indien de werknemer langer dan 5 jaar in ploegendienst heeft gewerkt en bovendien 60 jaar of ouder is op het moment van de overplaatsing: 100% gedurende 6 maanden 80% gedurende 6 maanden 60% gedurende 6 maanden 40% gedurende 4 maanden 20% gedurende 4 maanden
Overwerk a. I.
II.
III.
IV
b.
Artikel: 8 Blz 2 van 3
Wanneer in opdracht van de werkgever arbeid is verricht waardoor de arbeidsduur volgens het geldende dienstrooster op basis van het bepaalde in artikel 6 lid 1 wordt overschreden, is er sprake van overwerk. Van overwerk is voor de deeltijdwerknemer eerst sprake, indien de werknemer normale arbeidsduur per dag/dienst of week van een werknemer met een voltijd dienstbetrekking wordt overschreden. Voor een deeltijdwerknemer in ploegendienst is eveneens sprake van overwerk indien de werknemer meer uren werkt dan dat het voor hem geldende dienstrooster aangeeft en wanneer er wordt gewerkt op uren buiten de normale werktijden van werknemers met een voltijd dienstbetrekking in dezelfde ploeg met een vergelijkbare ploegendienst. Medewerkers waarvan hun functie is ingedeeld in groep I ontvangen geen overwerktoeslag.
Per gewerkt overuur ontvangt de werknemer het normale uursalaris. Het uursalaris wordt vastgesteld op basis van de gemiddelde arbeidsduur, inclusief de ATV dagen, volgens het geldende dienstrooster. Daarnaast ontvangt hij per gewerkt overuur de navolgende percentages voor: I. Uren op maandag t/m zaterdag 40% van het uursalaris II. Uren op zondagen 70% van het uursalaris III. Uren op ma t/m vr vallende feestdagen 100% van het uursalaris IV. Uren op zaterdag en zondag vallende feestdgn 200% van het uursalaris
De gewerkte overwerkuren zullen in tijd voor tijd worden vergoed en het bij het overwerk passende overwerkpercentage zal in geld worden vergoed. c.
GBC Films Group Europe Versie: 05
Artikel: 8 Blz 3 van 3
4.
Vergoeding van consignatie en extra opkomst De werknemer die in opdracht van de werkgever geconsigneerd is, ontvangt voor een aaneengesloten tijdvak van 24 uur 1% van het maandsalaris. De werknemer die geconsigneerd is en daadwerkelijk in opdracht van de werkgever dient op te komen naar het bedrijf ontvangt minimaal 1 uur overwerkvergoeding terwijl gewerkte tijd zal worden beloond op basis van overwerk. Per opkomst zullen de reiskosten vergoed worden op basis van bruto zakelijk dienstreistarief vastgesteld door de belastingdienst ( € 0.28 bruto/per km)
5.
Pauze bij overwerk Pauze in de onderneming nodig geworden door overschrijding van de arbeidsduur aansluitend aan de normale arbeidsduur, zal tot een maximum van een half uur worden betaald.
6.
Diplomatoeslag. De bestaande vergoeding zal worden aangepast en bedraagt m.i.v. 1 januari 2006: Euro 20 bruto per maand voor medewerkers in het bezit van een geldig BHV diploma. Euro 30 bruto per maand voor medewerkers in het bezit van een geldig EHBO diploma. Indien een medewerker in het bezit is van beide bovengenoemde diploma’s, dan ontvangt hij een toeslag van Euro 10 bruto per maand en ontvangt derhalve Euro 60 bruto per maand. Bestaande BHV-ers zonder EHBO diploma gaan derhalve m.i.v. genoemde datum 20 Euro bruto per maand ontvangen.
7.
Maintenance De toeslag die wordt betaald voor het draaien van het maintenance rooster is bepaald op 16%.
GBC Films Group Europe Versie: 02
Artikel: 9 Blz 1 van 1
Artikel 9 ZON-EN FEESTDAGEN Onder feestdagen wordt in deze collectieve arbeidsovereenkomst verstaan: 1.
Nieuwjaarsdag, de beide paasdagen, hemelvaartsdag, de beide pinksterdagen, de beide kerstdagen, de door de overheid aangewezen dag ter viering van koninginnedag en in lustrumjaren 5 mei ter viering van de nationale bevrijdingsdag.
2.
Voor de toepassing van dit artikel en de andere artikelen van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden de zon- en feestdagen geacht een tijdvak van 24 aaneengesloten uren te omvatten, dat aanvangt op 0.00 uur van de betrokken zon- of feestdag.
3.
Op zon- en feestdagen wordt als regel niet gewerkt, tenzij het arbeid in 5-ploegendienst betreft volgens het geldende dienstrooster dan wel de bedrijfsomstandigheden dit noodzaken. Het is in deze gevallen mogelijk na overleg werknemers aan te wijzen om te komen werken.
4.
Indien op een op maandag tot en met vrijdag vallende feestdag niet wordt gewerkt, wordt het inkomen over die feestdagen normaal doorbetaald.
5.
Indien door werknemers in de dagdienst, 2 of 3 ploegendiensten op feestdagen wordt gewerkt, is de compensatie: Feestdag op zaterdag of zondag: 100% toeslag + 1 dag compensatie. Feestdag niet op zaterdag of zondag: 100% toeslag of 1 dag compensatie.
GBC Films Group Europe Versie: 02
Artikel: 10 Blz 1 van 2
Artikel 10 GEOORLOOFD VERZUIM In afwijking en met uitsluiting van het bepaalde in artikel 629b (1638cb) en 628 (1638d) B.W. geldt het volgende: 1.
Bij arbeidsongeschiktheid van de werknemer is het in artikel 13 bepaalde van toepassing.
2.
In de navolgende gevallen kan de werknemer doorbetaald verlof opnemen mits de werknemer zo mogelijk tenminste 1 dag van te voren en onder overlegging van bewijsstukken aan de werkgever van het verzuim kennis geeft en de gebeurtenis in het desbetreffende geval bijwoont: a. Overlijden huisgenoot Van de dag van overlijden tot en met de dag evenwel met een maximum van 4 dagen van de begrafenis/crematie bij overlijden van de echtgeno(o)t(e) of van een inwonend broer, zus, kind of pleegkind van de werknemer. Met echtgeno(o)t(e) wordt gelijkgesteld de partner niet zijnde een persoon met wie bloedverwantschap in de eerste of tweede graaf bestaat en met wie de werknemer samenleeft op eenzelfde adres en als zodanig blijkens het bevolkingsregister staat ingeschreven dan wel een samenlevingscontract heeft; b. Overlijden niet huisgenoot Gedurende twee dagen of diensten bij overlijden of begrafenis/crematie van een van zijn ouders of een niet onder a genoemd kind of pleegkind. c. Overlijden niet huisgenoot Gedurende een dag of dienst op de dag van de begrafenis/crematie van een grootouder van de werknemer of van diens echtgeno(o)t(e), kleinkind, broer, zuster, schoonouder, schoonzoon, schoondochter, zwager en schoonzuster; d. Ondertrouw/huwelijk Gedurende een halve dag of dienst bij ondertrouw van de werknemer Gedurende twee dagen of diensten bij zijn huwelijk; e. Huwelijk gedurende een dag of dienst bij huwelijk van een kind, pleegkind, kleinkind, broer, zuster, ouder en schoonouder, zwager of schoonzuster; f.. Huwelijksjubileum Gedurende een dag of dienst bij 25-, 40-, en 50-jarig huwelijk van de werknemer, diens ouders, grootouders of schoonouders; g.. Bevalling Gedurende 2 dagen of de dag of dienst van de bevalling van de echtgenote plus 1 dag of dienst; h.. Verhindering buiten schuld Gedurende een door de werkgever naar billijkheid te bepalen tijdsduur tot een maximum van 2 dagen of diensten, wanneer de werknemer ten gevolge van de vervulling van een buiten zijn schuld bij of krachtens de wet persoonlijk opgelegde verplichting verhinderd is te werken, mits deze vervulling niet in zijn vrije tijd kan geschieden. Het maandinkomen wordt doorbetaald onder aftrek van alle vergoedingen die van derden kunnen worden verkregen;
GBC Films Group Europe Versie: 02 i.
j.
k.
l.
m.
n.
o.
3.
Artikel: 10 Blz 2 van 2
Dienstjubileum Gedurende een dag of dienst bij het 25-, 40-, en 50-jarig dienstjubileum van de werknemer; Communiefeest Gedurende een dag of dienst op de dag van de communie van kind of pleegkind van de werknemer. Doktor/specialist Gedurende een door de werkgever naar billijkheid te bepalen tijdsduur tot een maximum van 2 uur voor het noodzakelijk bezoek aan doktor of specialist, voor zover dit niet in de vrije tijd van de werknemer kan geschieden. De werkgever kan in uitzonderingsgevallen langer verzuim toestaan. Bij gebleken misbruik vindt geen doorbetaling van het maandinkomen plaats; Verhuizing Gedurende een dag of dienst maximaal eenmaal per kalenderjaar bij verhuizing van de werknemer, indien deze een zelfstandige huishouding voert of gaat voeren. Calamiteitenverlof Verlof met behoud van salaris naar een voor billijkheid te berekenen tijd wordt verstrekt aan de werknemer bij verhindering de arbeid te verrichten wegens een plotselinge gebeurtenis, waarvoor zonder uitstel maatregelen door betrokkene moeten worden genomen. Op verzoek van de werkgever dient de werknemer aannemelijk te maken dat er daadwerkelijk sprake was van een calamiteit; Zorgverlof Buiten de in deze CAO genoemde gevallen kan de werkgever op diens verzoek verlof met behoud van maandinkomen en volledige overige arbeidsvoorwaarden verlenen, indien persoonlijk omstandigheden van dringende aard dit naar oordeel van de werkgever rechtvaardigen. Kraamverlof De medewerker heeft recht op 2 werkdagen doorbetaald kraamverlof na bevalling van de partner, op te nemen binnen 4 weken na de dag dat het kind op het adres van de moeder verblijft.
De werkgever is niet gehouden het maandinkomen door te betalen bij: a. Schorsing van de werknemer door de werkgever in de gevallen en onder de voorwaarden als geregeld in het personeelshandboek. b. De invoering van een verkorte werkweek (daaronder mede begrepen een nulurenweek) mits de werkgever hiervoor de ingevolge artikel 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhouding vereiste vergunning heeft verkregen; voordat tot de hiervoor bedoelde aanvraag wordt overgegaan, zal met de vakverenigingen overleg worden gepleegd. Partijen achten een termijn z.s.m. doch maximaal een maand voor dit voorafgaand overleg voldoende. c. De voortzetting van de verkorte werkweek (daaronder mede begrepen een nulurenweek); indien daarbij de oorspronkelijk vergunning ongewijzigd wordt overgenomen, zal de werkgever de vakverenigingen tenminste een week voor het ingaan van de verlenging daarvan mededeling doen; betreft het echter een verlenging die ten aanzien van het aantal betrokken werknemers en/of het aantal uren afwijkt van de oorspronkelijke vergunning dan zal de werkgever hiervoor onder b omschreven procedure volgen.
GBC Films Group Europe Versie: 04
Artikel: 11 Blz 1 van 5
Artikel 11 VAKANTIE 1.
Vakantiejaar Het vakantiejaar valt samen met het kalenderjaar.
2.
Vakantieduur De werknemer heeft per kalenderjaar recht op een vakantie van respectievelijk; 25 werkdagen indien hij bij aanvang van het vakantiejaar jonger dan 40 jaar is, 26 werkdagen indien hij bij aanvang van het vakantiejaar 40 jaar of ouder is, 27 werkdagen indien hij bij aanvang van het vakantiejaar 45 jaar of ouder is, 28 werkdagen indien hij bij aanvang van het vakantiejaar 50 jaar of ouder is, 29 werkdagen indien hij bij aanvang van het vakantiejaar 55 jaar of ouder is, 30 werkdagen indien hij bij aanvang van het vakantiejaar 60 jaar of ouder is.
3.
Berekening van vakantie bij indiensttreding en ontslag a. De werknemer die slechts voor een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is, heeft recht op een evenredig deel van de hiervoor in lid 2 genoemde vakantie. b. Voor de berekening van de vakantie wordt de werknemer die voor of op de 15e van een maand in dienst treedt dan wel de dienst verlaat, geacht op de eerst van die maand in dienst te zijn getreden dan wel de dienst te hebben verlaten. c. Wanneer de werknemer na de 15e van een maand in dienst treedt dan wel de dienst verlaat, wordt hij geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden dan wel de dienst te hebben verlaten. d. Indien de dienstbetrekking korter dan 1 maand heeft geduurd heeft de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie.
4.
Het niet verwerven van vakantie gedurende onderbreking van de werkzaamheden a. De werknemer verwerft geen vakantie over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op loon heeft. b. I. De werknemer verwerft echter wel vakantie indien hij zijn werkzaamheden niet heeft verricht wegens: A. volledige arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, veroorzaakt buiten opzet van de werknemer; B. Zwangerschap en bevallingsverlof; C. Tegen zijn wil –anders dan ten gevolge van arbeidsongeschiktheidniet in staat zijn arbeid te verrichten (werktijdvermindering); in de hiervoor onder a en b bedoelde gevallen wordt slechts vakantie verworven over de wettelijk vastgestelde periode waarin geen arbeid wordt verricht, met dien verstande dat de tijdvakken samengesteld worden als zij elkaar met onderbreking van minder dan een maand opvolgen.
GBC Films Group Europe Versie: 04
Artikel: 11 Blz 2 van 5
II.
c.
Indien een onderbreking van de werkzaamheden als bedoeld in lid 4 onder b I onder A en B van dit artikel in meer dan 1 vakantiejaar valt, wordt het in een vorig jaar vallend deel van de onderbreking bij de berekening van de periode van afwezigheid mee in aanmerking genomen. Ten aanzien van het tijdstip van de aanvang en het einde van de hiervoor bedoelde onderbreking is het in lid 3 van dit artikel bepaalde van overeenkomstige toepassing. III. De verworven vakantie in de in lid 4 b I onder a, b en c van dit artikel genoemde gevallen vervalt, indien de dienstbetrekking door de werknemer wordt beëindigd alvorens de arbeid is hervat. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en gedeeltelijk werken, worden de vakantierechten verworven naar rato van werken.
5.
Aaneengesloten vakantie a. Van de in lid 2 genoemde vakantie zullen als regel 2 weken aaneengesloten worden verleend. b. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie wordt door de werkgever vastgesteld in overleg met de werknemer. Als regel zal de aaneengesloten vakantie in de periode Mei tot en met September worden genoten. c. Indien de werkgever het bedrijf of een gedeelte van het bedrijf stopzet en gedurende die stopzetting aan alle of een deel van de werknemers de aaneengesloten vakantie geeft, zal de betrokken werknemer de daartoe noodzakelijke vakantie in het door de werkgever aangewezen tijdvak dienen op te nemen, zulks in overleg met de OR. d. De werkgever stelt het hiervoor genoemde tijdvak vast in overleg met de ondernemingsraad. Indien de werknemer in de loop van het vakantiejaar in dienst is getreden en nog niet genoeg vakantiedagen heeft opgebouwd om de hiervoor onder c bedoelde aaneengesloten vakantie te genieten, kan de werkgever bepalen dat de betrokken werknemer: I. In een andere afdeling van de onderneming dan waartoe hij behoort, werkzaamheden moet verrichten en/of II. Zoveel vakantie reserveert als nodig is voor de aaneengesloten vakantie als hiervoor bedoeld in c en/of III. Te veel genoten vakantie inhaalt en wel tot uiterlijk het einde van het lopende vakantiejaar, in welk geval de inhaaluren niet worden beloond.
6.
Snipperdagen a. De werknemer kan de overblijvende vakantie opnemen wanneer dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van het bedrijf zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. b. werknemer kan zijn vakantie opnemen in delen van minimaal een halve dag of dienst.
GBC Films Group Europe Versie: 04
Artikel: 11 Blz 3 van 5
7.
Samenvallen van vakantie met bepaalde andere dagen waarop geen arbeid wordt verricht. a. en of gedeelten van dagen waarop de werknemer geen arbeid heeft verricht om een van de volgende redenen, genoemd in lid 4 onder b I en lid 4 onder d van dit artikel, alsmede in artikel 10 lid 2 onder a, b, c, e, f, g, i, j en l alle mogelijkheden, gelden niet als vakantie. b. Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt tijdens de vastgestelde aaneengesloten vakantie of een snipperdag of dienst, zullen de dagen waarop de verhindering zich voordoet, niet als vakantie worden geteld, indien de arbeidsongeschiktheid door de werkgever wordt geaccepteerd dan wel over die dagen een wettelijk uitkering terzake van ziekte is ontvangen. c. Indien een van de hiervoor onder a van dit artikellid genoemde verhinderingen zich voordoet tijdens een vastgestelde aaneengesloten vakantie of snipperdag of dienst dient de werknemer hiervan zo snel mogelijk mededeling te doen. d. Indien aanvankelijk vastgestelde vakantie niet als zodanig wordt gerekend, zal de werkgever in overleg met de werknemer nieuwe tijdstippen vaststellen waarop deze dagen alsnog zullen worden opgenomen.
8.
Vakantie bij ontslag a. Bij de beëindiging van de dienstbetrekking zal de werknemer –voor zover de bedrijfsomstandigheden dit toelaten- in de gelegenheid worden gesteld de hem nog toekomende vakantie op te nemen. Deze vakantie mag echter niet eenzijdig in de termijn van opzegging worden vastgesteld. b. Indien de werknemer de hem toekomende vakantie niet geheel heeft kunnen opnemen zal de rest van de vakantie bij het einde van de dienstbetrekking worden uitbetaald. c. Te veel genoten vakantie zal bij de beëindiging van de dienstbetrekking verrekend worden.
9.
Vervangende schadevergoeding Behoudens in het geval als bedoeld in lid 8 onder b kan vakantie nooit worden vervangen door een schadevergoeding in geld.
10.
Niet opgenomen vakantie Indien de vakantie niet binnen 3 maanden direct volgend op het einde van het vakantiejaar waarin zij is verworven is opgenomen, is de werkgever gerechtigd tijdstippen in overleg met de werknemer vast te stellen waarop de werknemer deze vakantie zal opnemen.
11.
Verjaring Vakantie die niet is opgenomen binnen de wettelijke termijn na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan, vervalt.
12.
Uitvoeringsbepaling Verlof dient minimaal 2 dagen van tevoren te worden aangevraagd, behoudens in geval van overmacht.
13. Levensloopregeling: Medewerkers kunnen op vrijwillige basis deelnemen aan de bestaande levensloopregeling. Het reglement is beschikbaar bij de afdeling P&O. GBC Films Group Europe Artikel: 11 Versie: 04 Blz 4 van 5
GBC Films Group Europe Versie: 04
Artikel: 11 Blz 5 van 5
GBC Films Group Europe Versie: 01
Artikel: 12 Blz 1 van 1
Artikel 12 VAKANTIETOESLAG 1.
Het vakantietoeslagjaar loopt van 1 juni tot en met 31 mei.
2.
De werknemer die gedurende het hele vakantietoeslagjaar in dienst is geweest, ontvangt in de maand mei een bedrag aan vakantietoeslag ter grootte van 8% van de som van de door de werknemer in het vakantietoeslagjaar ontvangen maandinkomen.
3.
De werknemer die niet gedurende het hele vakantietoeslagjaar in dienst is geweest, dan wel waarbij sprake is geweest van onbetaald verlof, heeft recht op de in lid 2 genoemde vakantietoeslag naar evenredigheid.
4.
Onder maandinkomen wordt in dit artikel verstaan het maandinkomen inclusief de loondoorbetaling en/of aanvullingen als bedoeld in artikel 13 lid 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
5.
In de vakantietoeslag zijn begrepen eventuele vakantie-uitkeringen krachtens de sociale verzekeringswetten.
6.
Indien voor een werknemer gedurende het vakantietoeslagjaar een wijziging is opgetreden in de individueel overeengekomen arbeidsduur dan wel in het dienstrooster, zal bij de vaststelling van de vakantietoeslag hiermee rekening worden gehouden.
GBC Films Group Europe Versie: 02
Artikel: 13 Blz 1 van 3
Artikel 13 ARBEIDSONGESCHIKTHEID Artikel A: Loondoorbetaling en aanvulling bij ziekte waarbij eerste ziektedag voor 1 januari 2004 ligt Indien een werknemer ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, en waarbij de eerste ziektedag voor 1 januari 2004 ligt, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet (zoals die luidden tot 1 januari 2004), de Wet arbeid en zorg en de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), voor zover hierna niet anders is bepaald.
1. Bij arbeidsongeschiktheid zal aan de werknemer gedurende de wettelijke periode van maximaal 52 weken 70% van het maandinkomen (tot maximaal het voor de werknemer geldende maximum dagloon inzake de Coördinatiewet SV) worden doorbetaald. Daarenboven ontvangt de werknemer een aanvulling tot 100% van het netto inkomen gedurende het eerste ziektejaar en het daaropvolgende eerste WAO jaar. Voor de berekening hiervan wordt uitgegaan van een ongekorte uitkering. 2. Onder netto inkomen, als bedoeld in het le lid van dit artikel, wordt verstaan het gederfde netto maandinkomen, dat de werknemer zou hebben ontvangen, indien hij arbeidsgeschikt zou zijn geweest. 3. Indien na afloop van het ziektewetjaar de WAO-uitkering niet of later ingaat bij wijze van een door de UWV opgelegde sanctie aan de werkgever, dan zal de aanvulling op de verplichte loondoorbetaling tot 100% worden gecontinueerd. De totale periode van loondoorbetaling tot 100% van het maandinkomen zal maximaal 104 weken bedragen. Deze regeling is tevens van toepassing indien werkgever en werknemer in onderling overleg besluiten de aanvraag voor een WAO-uitkering uit te stellen. Artikel B: Loondoorbetaling en aanvulling bij ziekte waarbij eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004 Indien een werknemer ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, en waarbij de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet (zoals die luiden vanaf 1 januari 2004), de Wet arbeid en zorg en de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), voor zover hierna niet anders is bepaald. 1. Wettelijke loondoorbetaling eerste periode van 52 weken Bij arbeidsongeschiktheid zal aan de werknemer gedurende de eerste 52 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 7:629 BW 70% van het maandinkomen, tot maximaal het voor de werknemer geldende maximum dagloon op grond van de Coördinatiewet SV, worden doorbetaald.
GBC Films Group Europe Versie: 02
Artikel: 13 Blz 2 van 3
2. Aanvulling wettelijke loondoorbetaling eerste periode van 26 weken Gedurende de eerste 26 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 7:629 BW ontvangt de werknemer, boven op de wettelijke loondoorbetaling, een aanvulling tot 100% van het maandinkomen. 3. Aanvulling wettelijke loondoorbetaling tweede periode van 26 weken Gedurende de tweede 26 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 7:629 BW ontvangt de werknemer, boven op de wettelijke loondoorbetaling, een aanvulling tot 90% van het maandinkomen. 4. Wettelijke loondoorbetaling tweede periode van 52 weken Gedurende de tweede 52 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 7:629 BW zal aan de werknemer 70% van het maandinkomen, tot maximaal het voor de werknemer geldende maximum dagloon op grond van de Coördinatiewet SV, worden doorbetaald. 5. Aanvulling wettelijke loondoorbetaling tweede periode van 52 weken
Gedurende de tweede 52 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 7:629 BW ontvangt de werknemer, boven op de wettelijke loondoorbetaling, een aanvulling tot 85% van het maandinkomen. 6. Gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en werken / werkloosheid Zodra de nieuwe arbeidsongeschiktheidsregelingen definitief bekend zijn zullen CAO-partijen in nader overleg treden. Tot die tijd zijn de volgende afspraken gemaakt; Minder dan 35% AO ontvangt de volgende aanvulling op hetgeen met werken wordt verdiend: derde ziektejaar 90% x AO% vierde ziektejaar: 80% x AO% vijfde ziektejaar 70% x AO% zesde ziektejaar 60% x AO% zevende ziektejaar 50% x AO% Dus bijvoorbeeld in geval van 20% arbeidsongeschikt, ontvangt de medewerker: - in het 3e ziektejaar: 80% loon door werken plus 90% x 20% = 18% aanvulling: Totaal 98% - in het 4e ziektejaar: 80% loon door werken plus 80% x 20% = 16% aanvulling: Totaal 96% - in het 5e ziektejaar: 80% loon door werken plus 70% x 20% = 14% aanvulling: Totaal 94% - in het 6e ziektejaar: 80% loon door werken plus 60% x 20% = 12% aanvulling: Totaal 92% - in het 7e ziektejaar: 80% loon door werken plus 50% x 20% = 10% aanvulling: Totaal 90% 35-80% AO volgende aanvulling op de AO uitkering: derde t/m zevende jaar: 5% van het salaris Medewerkers die voldoen aan de IVA condities zullen –zonodig met terugwerkende kracht- de eerste twee jaren 100% doorbetaald krijgen: Arbeidstherapie zal gelijk gesteld worden aan werken GBC zal een vergaande inspanning verrichten om voor arbeidsongeschikte medewerkers passend werk intern te vinden. Daarbij zal worden uitgegaan van het benutten van de gehele verdiencapaciteit van de betrokken medewerker.
GBC Films Group Europe Versie: 02
Artikel: 13 Blz 3 van 3
7. Onder maandinkomen wordt in dit artikel verstaan het maandinkomen dat de werknemer zou hebben ontvangen indien hij arbeidsgeschikt zou zijn geweest.
8. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde . loondoorbetaling en aanvullingen te weigeren ten aanzien van de werknemer die: a. door opzet arbeidsongeschikt is geworden; b. arbeidsongeschikt is geworden als gevolg van een gebrek waarover hij in het kader van een aanstellingskeuring valse informatie heeft verstrekt en daardoor de toetsing aan de voor de functie gestelde belastbaarheideisen niet juist kon worden uitgevoerd; c. zijn genezing heeft belemmerd of vertraagd; d. zonder deugdelijke grond geen passend werk verricht;
.
.
e. zonder deugdelijke grond niet meewerkt aan door de werkgever of een deskundige gegeven redelijke voorschriften of maatregelen om passend arbeid te verrichten; f. zonder deugdelijke grond niet meewerkt aan opstelling, evaluatie of bijstelling van een plan van aanpak tot reïntegratie; loondoorbetalingen èn de aanvullingen op te schorten dan wel aanvulling te weigeren ten aanzien van de werknemer die: g. zich niet houdt aan de voor hem geldende regels en aanwijzingen bij ziekte; aanvullingen te weigeren ten aanzien van de werknemer die: h. weigert medewerking te verlenen aan een door de werkgever gevraagde second opinion van het UWV; i. weigert gebruik te maken van voorhanden zijnde veiligheidsmiddelen dan wel de voorschriften met betrekking tot veiligheid en gezondheid overtreedt en als gevolg daarvan arbeidsongeschikt is geworden;
Indien de werknemer de in de onderneming geldende voorschriften bij ziekte niet nakomt heeft de werknemer geen aanspraak op een evenredig deel van de vakantietoeslag. Daarnaast kan de werkgever de werknemer een sanctie opleggen indien de werknemer de voor hem geldende regels en aanwijzingen bij ziekte niet naleeft. De in lid 2 bedoelde loondoorbetaling en de aanvullingen worden beëindigd wanneer de dienstbetrekking met de werknemer eindigt en de aanvullingen worden niet toegekend aan werknemers van 65 jaar en ouder. In geval van misbruik zal met de vakverenigingen overlegd worden over mogelijk te nemen stappen. In de volgende CAO besprekingen zal dit worden geëvalueerd.
GBC Films Group Europe Versie: 01
Artikel: 14 Blz 1 van 1
Artikel 14 UITKERING BIJ OVERLIJDEN Uitkering bij overlijden: 1.
Indien de werknemer overlijdt, zal aan zijn nagelaten betrekkingen een overlijdensuitkering worden verstrekt op grond van het bepaald in artikel 674 (16391) BW.
2.
Deze uitkering is gelijk aan het bedrag van het maandinkomen, vermeerderd met de vakantietoeslag en extra uitkering, dat de werknemer zou hebben ontvangen, vanaf de dag van overlijden tot en met 1 maand na de dag waarop het overlijden plaatsvond. Op dit bedrag wordt in mindering gebracht, hetgeen de nagelaten betrekkingen bij overlijden van de werknemer toekomt op grond van de ziektewet, de Algemene Arbeidsongeschiktheidsweg en de wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
3.
De werkgever is geen uitkering verschuldigd, indien de werknemer onmiddellijk voorafgaand aan het overlijden door toepassing van artikel 629 (1638c) lid 3 B.W. geen aanspraak had op loon als bedoeld in artikel 629 (1638c) lid 1 B.W. of door toedoen van de werknemer geen aanspraak op grond van de sociale verzekeringswetten als hiervoor genoemd in lid 2.
4.
Onder nagelaten betrekkingen wordt in dit artikel verstaan: a. De langstlevende der echtgenoten van wie de werknemer niet duurzaam gescheiden leefde, dan wel degene met wie de werknemer ongehuwd samenleefde; b. Bij ontstentenis van de personen genoemd onder a: de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen; c. Bij ontstentenis van de personen genoemd onder a en b: degene met wie de werknemer in gezinsverband leefde en in wiens kosten van bestaan de werknemer grotendeels voorzag.
Van gehuwd samenleven als bedoeld onder a is sprake indien twee ongehuwde personen een gezamenlijke huishouding voeren. Van een gezamenlijke huishouding kan slechts sprake zijn, indien de betrokkenen hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en zijn blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van huishouding dan wel op andere wijze in elkaars verzorging voorzien.
GBC Films Group Europe Versie: 03
Artikel: 15 Blz 1 van 1
Artikel 15
A:COLLECTIEVE ZIEKTEKOSTENVERZEKERING Werkgever biedt een collectieve ziektekostenverzekering aan waaraan werknemer op vrijwillige basis kan deelnemen.
B: WGA HIAATVERZEKERING Werkgever zal een collectieve WGA hiaat verzekering aanbieden die voorziet in verzekering tot 70% van het laatst verdiende loon tot de pensioengerechtigde leeftijd. De premieverdeling is op 5050 basis werkgever- werknemer, waarbij werkgever maximaal 0,2% bijdraagt. Iedereen participeert in de verzekering tenzij werknemer aangeeft dit niet te willen.
GBC Films Group Europe Versie: 05
Artikel: 16 Blz 1 van 1
Artikel 16 PENSIOENREGELING In de onderneming van werkgever geldt een pensioenregeling, waaraan deelname verplicht is met inachtneming van het gestelde in de pensioenregeling. Wijzigingen in de pensioenregeling zullen in overleg met Vakverenigingen en Ondernemingsraad worden besproken en vastgesteld. De pensioenregeling GBC maakt onderdeel uit van de CAO. Onder voorbehoud van goedkeuring door corporate en van goedkeuring door de pensioenuitvoerder Zwitserleven wordt de pensioenregeling met ingang van 1 januari 2008 aangepast als hierna op hoofdlijnen is omschreven. In het pensioenreglement zal de volledige tekst worden vastgelegd. Het opbouwpercentage van het ouderdomspensioen wordt verhoogd en gesteld op 2,15% van de pensioengrondslag voor elk dienstjaar vanaf 1 januari 2008. Tot 1 januari 2008 was het opbouwpercentage 1,75%. De pensioengrondslag is het salaris minus de franchise. De franchise is de aftrek die op het salaris wordt toegepast voordat het pensioen berekend wordt, omdat te zijner tijd een deel van het pensioeninkomen van de overheid ontvangen zal worden in de vorm van AOW. De franchise wordt verlaagd en voor 2008 vastgesteld op € 12.209,--. Dit bedrag is afgeleid van de AOW-uitkering voor een gehuwde ouder dan 65 jaar met een partner ouder dan 65 jaar. Jaarlijks wordt de franchise opnieuw berekend op basis van de AOW geldend op 1 januari van dat jaar. Het wettelijk minimumbedrag wordt vanzelfsprekend in acht genomen. Voor het jaar 2007 was de franchise vastgesteld op € 15.070.
Het pensioensysteem blijft het middelloon-systeem. Jaarlijks zullen de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers worden aangepast op basis van de CPI Alle Huishoudens afgeleid, periode oktober - oktober. Rekening gehouden wordt met de indexering die het Bedrijfstakpensioenfonds Kunststof- en Rubber (BPF) toepast voor haar actieve deelnemers. Wanneer het BPF minder of niet indexeert, zal de werkgever geen hoger percentage toekennen/doorvoeren dan het BPF toekent/doorvoert. Het partnerpensioen blijft 70% van het ouderdomspensioen. De verzekering van partnerpensioen vindt vanaf 2008 echter plaats op basis van risicoverzekeringen, dat wil zeggen dat partnerpensioen slechts verzekerd is zolang de deelnemer in dienst is van de werkgever. Bij uitdiensttreding of bij pensionering zal partnerpensioen alsnog verzekerd kunnen worden door inlevering van een deel van het ouderdomspensioen. Voor de goede orde: de tot 1 januari 2008 opgebouwde aanspraak op partnerpensioen blijft verzekerd. De deelnemersbijdrage blijft 5% van de pensioengrondslag."
GBC Films Group Europe Versie: 01
Artikel: 17 Blz 1 van 1
Artikel 17 TUSSENTIJDSE WIJZIGINGEN Indien de overheid wettelijke maatregelen treft zoals m.b.t. de loonvorming, de sociale verzekeringswetten of de arbeidsduur die de tussen partijen overeengekomen afspraken wezenlijk raken, vervallen de desbetreffende bepalingen uit deze overeenkomst met ingang van de datum waarop deze maatregelingen in werking treden. Partijen zullen zo spoedig mogelijk terzake overleg plegen en vaststellen welke bepalingen zullen gelden. Indien nodig zullen partijen tussentijds tijdelijke voorzieningen treffen totdat overeenstemming is bereikt over de nieuwe bepalingen. Indien over de voorgestelde wijzigingen binnen twee maanden, nadat deze aan de orde zijn gesteld, geen overeenstemming wordt bereikt, is de partij welke de wijzigingen heeft voorgesteld gerechtigd deze collectieve arbeidsovereenkomst met een termijn van een maand per aangetekend schrijven aan alle overige partijen op te zeggen.
GBC Films Group Europe Versie: 07
Artikel: 18 Blz 1 van 1
Artikel 18 DUUR VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking per 01-01-2008 en eindigt op 1.03.2009 van rechtswege, derhalve zonder dat enige opzegging is vereist. Aldus overeengekomen en getekend ter respectieve woonplaatsen: Partij ter ene zijde
Partijen ter andere zijde
General Binding Nederland BV voor GBC European Film Products te Kerkrade
FNV bondgenoten te Utrecht
Vakbond ABW te Heerlen
GBC Films Group Europe Versie: 04
Bijlage 1 Blz 1 van 1
Bijlage 1 Als bedoeld in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst voor:
GBC EuropeanB Film Products te Kerkrade Lijst van functies die onder de CAO vallen: Functie naam
Functie groep
Shipping clerk Slitting operator junior Warehouse Handler Accounts payable employee Extrusie operator junior Slitting operator Extrusie operator Slitting operator senior Extrusie operator senior QC technician Customer service representative Field service technician Maintenance technician Logistic administrator Credit controller Logistic administrator senior Supply Chain Analyst Production planner Production scheduler Marketing Specialist Manufacturing Team Leader Supervisor technical service Trainer en opleider Business system / QA manager Office manager / management assistant Financial Accountant Process Engineer Supervisor customer service Manufacturing Coordinator Supervisor Maintenance Credit Manager
C C D D D D E E F F G G G H H H H H H H H H I I I I I I I I I
Opmerking: dit is een lijst die nog niet compleet is omdat een aantal functies nog niet definitief beoordeeld is.
GBC Films Group Europe Versie: 01
Bijlage 2 Blz 1 van 1
Bijlage 2 Als bedoeld in artikel 7 lid 1 onder d van de collectieve arbeidsovereenkomst voor: GBC European Film Products te Kerkrade
Beroepsprocedure functiewaardering De beroepsprocedure zal bekend gemaakt en van kracht worden met het uitvoeren van de ORBA studie die gedurende de looptijd van de CAO zal worden uitgevoerd. Zie ook artikel 7, lid 1.
GBC Films Group Europe Versie: 08
Bijlage 3 Blz 1 van 1
Bijlage 3 Behorende bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor: GBC European Film Products te Kerkrade
Salarisschalen
Salarisschalen per 1-06-2008 3,30%
1
Functiegroep Minimum Maximum Aantal periodieken Gem. periodieken Periodieken 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Codering Functiegroep Minimum Maximum Aantal periodieken Gem. periodieken Periodieken 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
2
3
4
5
6
7
8
9
A B C D E F G H I 1.431,43 1.461,04 1.523,40 1.620,31 1.751,78 1.919,06 2.122,13 2.326,44 2.535,64 1.585,13 1.640,04 1.738,81 1.883,87 2.077,07 2.320,91 2.617,18 2.928,29 3.325,55 7 7 7 8 8 9 9 10 10 21,96
25,57
30,77
32,95
40,66
44,65
55,01
60,19
78,99
1.431,43 1.453,64 1.475,25 1.497,44 1.519,09 1.541,30 1.562,90 1.585,13
1.461,04 1.486,35 1.512,28 1.537,60 1.563,53 1.588,83 1.614,74 1.640,04
1.523,40 1.554,24 1.585,13 1.615,99 1.646,22 1.677,10 1.707,95 1.738,81
1.620,31 1.653,03 1.686,35 1.719,08 1.752,40 1.785,12 1.817,81 1.851,15 1.883,87
1.751,78 1.792,51 1.833,27 1.873,98 1.914,75 1.954,87 1.995,60 2.036,34 2.077,07
1.919,06 1.963,50 2.008,57 2.052,99 2.097,44 2.142,49 2.186,93 2.231,39 2.276,44 2.320,91
2.122,13 2.177,08 2.232,00 2.286,96 2.341,89 2.397,43 2.452,37 2.507,31 2.562,24 2.617,18
2.326,44 2.386,94 2.446,81 2.507,31 2.567,19 2.627,65 2.687,56 2.748,04 2.807,91 2.868,41 2.928,29
2.535,64 2.607,09 2.679,02 2.750,98 2.822,93 2.894,36 2.966,30 3.049,45 3.109,70 3.181,65 3.325,55
1
2
3
4
5
6
7
8
9
A B C D E F G H I 1.431,43 1.461,04 1.523,40 1.620,31 1.751,78 1.919,06 2.122,13 2.326,44 2.535,64 1.585,13 1.640,04 1.738,81 1.883,87 2.077,07 2.320,91 2.617,18 2.928,29 3.325,55 7 7 7 8 8 9 9 10 10 21,96
25,57
30,77
32,95
40,66
44,65
55,01
60,19
78,99
10 11 12 13 14 15 16 17
20 21 22 23 24 25 26 27
30 31 32 33 34 35 36 37
40 41 42 43 44 45 46 47 48
50 51 52 53 54 55 56 57 58
60 61 62 63 64 65 66 67 68 69
70 71 72 73 74 75 76 77 78 79
80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90
100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110
GBC Films Group Europe Versie: 02
Bijlage 4 Blz 1 van 1
Bijlage 4 Behorende bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor: GBC European Film Products te Kerkrade
REISKOSTENVERGOEDING WOON/WERKVERKEER Met uitzondering van degenen aan wie een auto ter beschikking is gesteld, ontvangt iedere medewerker, voor zover de afstand van huis tot GBC meer dan 10 km bedraagt (enkele reis), een tegemoetkoming in de reiskostenvoor woon- werkverkeer. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de reisafstand en wordt jaarlijks vastgesteld op grond van de maximale bedragen volgens het algemeen vergoedingsforfait, conform de door de belastingdienst vastgestelde tabellen. Medewerkers die voor het woon- werkverkeer met het openbaar vervoer reizen (2e klas) komen in aanmerking voor (maximale vergoeding) van de hiermee verbonden kosten, voor zover deze vergoeding zou uitstijgen boven die volgens het algemeen vergoedingsforfait. Voorwaarde is dat men de gebruikte plaatsbewijzen inlevert bij de salarisadministratie. Bij arbeidsongeschiktheid van de medewerker vervalt de vergoeding na verloop van een periode van de maand, volgens op de maand waarin men arbeidsongeschikt raakt. Het salderingsbesluit zal worden toegepast waarbij medewerkers die niet de maximaal fiscaal toegestane reiskosten woon/werk ontvangen, in voorkomende gevallen € 0,28 netto per gereden dienstkilometer kunnen ontvangen.
GBC Films Group Europe Versie: 07
Bijlage 5 Blz 1 van 1
Bijlage 5 Behorende bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor: GBC European Film Products te Kerkrade PROTOCOLLAIRE AFSPRAKEN 2008 : • Beschikbaar stellen van de CAO De CAO zal na ondertekening op het intranet van GBC worden geplaatst. Er wordt een zoekprogramma ontwikkeld om de CAO toegankelijker te maken. • Vakbondscontributie De vakbondscontributie kan bij vakbondsleden die dit op prijs stellen op een fiscaal vriendelijk mogelijke manier worden betaald zolang de fiscus e.e.a. toestaat, met in achtneming van het feit dat de pensioenopbouw voor zover als mogelijk gewoon doorloopt. •
Werkgeverbijdrage AWVN De werkgeversbijdrage zal worden voortgezet met dien verstande dat de ABW € 600,ontvangt.
•
Slimmer werken: Er wordt een studie “Slimmer Werken” uitgevoerd met 3 aandachtspunten te weten: • Employability, hoe zorgen we ervoor dat medewerkers optimaal kunnen worden ingezet, nu en in de toekomst? • Ouderenbeleid, welke maatregelen treffen we om ervoor te zorgen dat oudere medewerkers veilig en gezond de pensioengerechtigde leeftijd kunnen bereiken? • Financiële prikkels, welke middelen kunnen we inzetten om ervoor te zorgen dat medewerkers die b.v. zijn uitgegroeid in hun schaal toch nog perspectief kan worden geboden?
Bedrijfsopleidingsplan: GBC zal aan de hand van de individuele opleidingsplannen een bedrijfsopleidingsplan ontwikkelen met behulp van AWVN. Gedifferentieerde WGA premie De gedifferentieerde WGA premie zal worden ingehouden op het netto salaris van de medewerker. Studie naar marktconformiteit van het bestaande loongebouw: De indruk bestaat, aan de hand van de eerste concept resultaten van een loonlijn vergelijkingsonderzoek, dat het loongebouw geoptimaliseerd kan worden . Het streven is om over de hele linie een marktconform loongebouw te hebben. Het gezamenlijke onderzoek ( werkgever, OR en bonden) zal op korte termijn starten met de productiefuncties. Doel is om productiemedewerkers meer all- round in te zetten en zo tot een bredere functie te komen die ook zwaarder gewogen zou kunnen worden. Als de resultaten hiervan bekend zijn zal het bestaande loongebouw opnieuw worden bekeken.
Aldus overeengekomen op4 juni 2008
FNV Bondgenoten L. Brug
Vakbond ABW R. vd Broek
GBC Films Group Europe Th. Westhovens