© De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 1
Thema 1 – Les 1 – Kopieerblad 1.1
01-02-13 11:48
Hobby’s?
Vriend(in)?
Leukste website?
Beste boek of film?
Favoriet schoolvak?
NAAM?
Leukste reisbestemming?
Jeugdbeweging?
Bij ons thuis zijn we met …? Broers of zussen?
Favoriet tv-programma / game?
Lievelingseten?
Kledingstijl?
Coolste uitstap?
Lievelingsmuziek?
Woonplaats?
Leeftijd?
Leer me kennen!
Emma liet haar rugzak op de grond glijden en keek voorzichtig om zich heen. De eerste schooldag was begonnen. Op een nieuwe school in een nieuwe stad. Wat een ellende. Ze kende niemand, helemaal niemand. En de anderen kenden zo ongeveer iedereen, behalve haar natuurlijk. Het was nog een wonder dat ze de weg naar school gevonden had. Gisteren had ze met papa de route gereden. Echt moeilijk was die niet. Maar toch, voor het eerst alleen in een vreemde stad … ‘Wil je nog een keer, voor de zekerheid?’ had papa na afloop gevraagd. Hij had bezorgd geklonken. Dat mocht ook wel. Het was tenslotte zijn schuld dat ze moest verhuizen, ver weg van haar vriendinnen. Het bedrijf waar hij werkte, vertrok naar China en papa zat zonder werk. Eerst vond hij het niet zo erg. Nu kon hij nog fijn even het huis schilderen en het tuinhek repareren. En de dakgoot schoonmaken. Zelfs Emma’s kamer werd eindelijk lichtroze geverfd. Maar op een dag waren alle klussen gedaan en nog steeds was er geen nieuwe baan. Papa was stil geworden, en somber. Je werd er verdrietig van als je naar hem keek. En toen kwam er toch nog werk. Ze moesten wel verhuizen naar een andere stad, maar dat vond Emma minder erg. Het was lang zo ver niet als naar China. Emma schoof stil op haar stoel heen en weer en zuchtte. Het was hier net zo vreemd als in China, alleen spraken ze geen Chinees. Maar dat maakte niets uit, want niemand zei iets tegen haar. Ook op school wist ze nergens de weg. En je moest bijna elke les naar een ander lokaal, met al je boeken. Je sjouwde je suf door die kilometerslange gangen. Wat een ellende. Ze probeert onzichtbaar te zijn en dat lukte goed. Het eerste uur zei niemand iets tegen haar. Nou ja, bijna niemand. Claudia, het meisje naast haar, vroeg opeens: ‘Heb jij al je boeken al gekaft?’ Emma kreeg een kleur en knikte. Even later werd er opeens gelachen, schuin voor haar. Vier meiden kregen tegelijk de slappe lach. ‘Ze zijn er weer’, mompelde Claudia. ‘Wie?’ fluisterde Emma. ‘Yèèk!’ wees Claudia. ‘Jèèk?’ Emma trok een vies gezicht. ‘Yelien, Eline, Ellen en Kato. Daar kom je niet tussen, hoor. Die zijn altijd samen.’ Een beetje jaloers keek Emma naar het groepje. De rest van de tijd zat Claudia meestal achterstevoren te fluisteren met Sofie, die achter haar zat. Het tweede uur kwam er een klein, kaal mannetje binnen. Hij gaf Engels en stelde zich voor. ‘Good morning, I am mister Johnson. Na schooltijd heet ik Janssens.’ Voor het eerst had Emma een beetje om zich heen durven kijken. De meeste jongens leken wel kleuters. Daar zat er een met roze wangen en natte piekhaartjes van de gel. Alsof hij net door zijn moeder uit de badkuip was gevist. De jongen achter hem was heel anders. Hij had een piercing in zijn wenkbrauw. Zijn broek en shirt waren zwart, net als de kringen onder zijn ogen. Naast hem zat er eentje doodleuk in zijn neus te pulken. Hij at het nog op ook. Yèèk! Wat een viezerik. Rechts vooraan zat een smalle jongen ernstig door zijn bril te kijken. Die werd vast professor. Emma’s ogen dwaalden langs de meiden schuin voor haar. Die lange blonde zag er erg sportief uit. Soepel lijf, soepele broek en bloes. Helemaal perfect. Een heel verschil met het meisje daarachter. Met een elastiekje probeerde ze haar dikke bos haar bij elkaar te houden, maar het sprong en krulde alle kanten op. Haar verbleekte rode shirt slobberde om haar lijf. Het meisje daarnaast droeg de bloes die Emma zelf zo mooi vond. Ze had het model in een reclameblaadje gezien, maar was het weer vergeten door de verhuizing. Iets verderop zag ze een meisje met zwaar opgemaakte wimpers. De uitgelopen mascara had zwarte stippeltjes op haar bezwete wangen gemaakt. Ze schrok zich rot toen mister Johnson opeens naast haar stond. ‘And, young lady, vertel je ons nog hoe je heet? Of is dat top secret?’ ‘Emma, meneer’, mompelde ze. De hele klas staarde haar aan. Als ze niet wilde opvallen, moest ze vooral zo doorgaan. Toen ze na de eerste pauze het lokaal binnenkwam, was ze haar plaats kwijt. Sofie zat naast Claudia. Je mocht de eerste week nog kiezen waar je ging zitten, had de juf van Nederlands het eerste uur gezegd. Hoe heette ze ook alweer? Oh ja, mevrouw Peeters. Helemaal vooraan was nog een plaats vrij, naast de smalle jongen met de bril. Emma aarzelde. Toen zag ze opeens de lege tafel helemaal achteraan. Dankbaar dook ze weg achter de ruggen van de anderen. En dan die pauzes… Vreselijk! In haar eentje stond ze naast de ingang, met uitzicht op het schoolplein. Daar hingen de jongens in groepjes bij elkaar en liepen de meiden gearmd heen en weer. Er werd gelachen en gepraat, alsof ze elkaar al jaren kenden. Iedereen had wel iemand, behalve zijzelf. Of nee, toch niet. Er was nog een meisje uit haar groep heel alleen. Ze stond alle pauzes naast het hek bij de fiet-
De Taalbende, Plantyn ©
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 2
Thema 1 – Les 5 – Kopieerblad 1.2 01-02-13 11:48
senstalling, alsof ze uitkeek naar iemand. Maar er was niemand gekomen. Katja heette ze. Emma had haar naam onthouden, omdat Katja nogal opviel. Ze was lang, haar vuurrode krullen staken boven iedereen uit. En ze was superslank, als een fotomodel. Door haar strakke, witte shirtje kon je haar behaatje zien. Ze leek veel ouder dan twaalf. De uren kropen voorbij. En ook de helft van de lessen ging aan Emma voorbij, ze had het te druk met ongelukkig zijn. Pas toen de laatste zoemer ging, kwam ze in actie. Ze greep haar rugzak, trok een sprint naar de fietsenstalling en racete naar huis zo snel ze kon. Hijgend en zwetend stond ze in de keuken van hun nieuwe huis. Wat een verschrikkelijke dag. Ze knipperde met haar ogen om haar tranen weg te werken. Nu niet gaan huilen, daar schoot ze niets mee op. Ze kon beter een glas water drinken. Dat hielp meestal wel. Toen ze de kraan opendraaide, kwam mama de keuken in. Ze zeulde een verhuisdoos met zich mee en zag er verhit uit. Plukjes haar plakten tegen haar klamme gezicht. ‘Ben je er al?’ zei mama. ‘Dat is lekker vroeg. Maartje moet nog twee uur. Zo zie je maar, de middelbare school heeft de nodige voordelen. Hoe was je eerste schooldag?’ Emma draaide de kraan dicht. ‘Ging wel.’ ‘Heb je een leuke klas?’ ‘Ik ken nog niemand.’ Mama zette de verhuisdoos op het aanrecht. ‘Dat komt nog wel. Voor je het weet heb je nieuwe vriendinnen.’ Dat moet ik nog eens zien, dacht Emma. Maar ze zei het niet hardop. Mama kon het ook niet helpen dat ze verhuisd waren. Zij moest ook opnieuw beginnen hier, zonder familie en vriendinnen. En over twee weken begon ze aan haar nieuwe baan. Was Maartje maar thuis. Vaak was haar twee jaar jongere zusje een plaaggeest. Dan kregen ze ruzie. Maar nu miste Emma haar. Samen hadden ze iets leuks kunnen doen. Desnoods voor de honderdduizendste keer naar Maartjes favoriete Disneyfilm kijken. Met vlugge vingers rolde mama het glasservies uit het vloeipapier. Een voor een zette ze de glazen in de kast. ‘Kan ik helpen?’ vroeg Emma. Ze voelde zich schuldig omdat mama het zo druk had. ‘Nee hoor, ga lekker iets gezelligs doen.’ Iets gezelligs? dacht Emma. Hoe kon je iets gezellig doen als je je zo leeg voelde vanbinnen? Zo leeg als … als hun nieuwe huis, toen ze vorige week aankwamen. Hun stemmen en stappen galmden hol in de kale kamers. Nu niet meer, gelukkig. De meubels stonden op hun plaats en de schilderijen en gordijnen hingen. Ze had zelf nieuwe spullen voor haar kamer mogen uitzoeken. Het huis was ervan opgeknapt, nu zij nog. Ze aarzelde even. ‘Mag ik met Paulien chatten?’ ‘Vooruit dan maar’, zei mama. Emma startte de computer op. Jammer, Paulien was er nog niet. Zeker nog op school. Dan maar een mailtje. Ze moest even haar hart uitstorten. En bij wie kon dat beter dan bij Paulien, haar aller-aller-allerbeste vriendin.
[email protected]
Help!
[email protected]
Hi, Plientje! Hoe was je eerste schooldag? De mijne was vreselijk. Ik ken hier echt niemand. En niemand kent mij. Ik zou zo naar jouw nieuwe school willen fietsen, maar elke dag 80 kilometer is wel veel. En terug ook nog eens 80 … Wel goed voor de conditie. En voor de lijn, niet te vergeten. Hier in de buurt ken ik helemaal niemand. Je ziet ook geen mens. Het is doodstil met dat grote park voor de deur. Lekker rustig, vinden papa en mama. Ja, als je oud bent misschien. Er valt hier echt niets te beleven. Oh Plientje, als ik terug kon kruipen, kwam ik meteen. Ik denk niet dat ik hier ooit zal wennen. Misschien word ik wel ziek van heimwee. Dan móet ik wel terug van de dokter. Zou dat niet fijn zijn? Miss you, snuf snuf! Luf you. Emmetje
© De Taalbende, Plantyn 02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 3
Thema 1 – Les 5 – Kopieerblad 1.3 01-02-13 11:48
Toen ze op Verzenden klikte, rolden de tranen over haar wangen. Ze kon ze niet langer tegenhouden. Ze had gewoon heimwee. Heimwee naar huis. Maar ze was hier nu thuis. Help! Wat moest ze doen? Niets. Helemaal niets. Gewoon in bed kruipen met het dekbed over haar hoofd. Net doen alsof ze niet bestond. Haar bed was al bezet. Mimauw, haar kleine, zwarte katertje, lag lekker opgekruld te slapen. Emma ging naast hem zitten. Arme Mimauw. Hij moest drie weken binnenblijven, om aan het nieuwe huis te wennen. Anders zou hij weglopen om het oude huis te zoeken. Konden ze maar samen gaan. Ze aaide het zachte, glanzende velletje. Meteen zette Mimauw zijn brommertje aan en begon te snorren. Arme Mimauw, dacht Emma weer. Hij was zo tevreden, terwijl hij binnen opgesloten zat. Met dit weer nog wel. Het was zo heet, veel te warm om weg te kruipen onder het dekbed. Ze moest iets anders verzinnen. Opeens zag ze haar lievelingsboek in de kast: For Girls Only. Daar stond misschien wel iets in wat haar helpen kon. Ze begon te bladeren. Als je lacht, krijg je eerder vrienden, las ze. Ja, dat zal wel. Maar er viel niets te lachen. Somber sloeg ze wat bladzijden om. Ze werd op haar wenken bediend: 4 redenen om te lachen. Oh ja, viel er dan toch wat te lachen? Wat waren die 4 redenen dan? Met lichte tegenzin begon ze te lezen. Lachen is gezond. Je maakt makkelijker vrienden. Lachen verdrijft stress. Lachen = je goed voelen Aha, dat laatste klopte aardig. Ze lachte niet, omdat ze zich helemaal niet goed voelde. Dat was ongezond, je kreeg er stress van en daardoor maakte je geen vrienden. Als je alles omdraaide, klopte het ook, zag ze. Ze bladerde terug naar de tips. Vraag of je in hun vriendenboek mag schrijven, stond er. Dat durfde ze niet. Je kon toch niet zomaar in een wildvreemd vriendenboek schrijven? Zuchtend las ze verder. Zoek iemand die ook alleen is. Dat leek zo gek nog niet. Emma klapte het boek dicht. Ze dacht aan Katja. Die was ook alleen. Morgen zou ze naar haar toe gaan. Misschien, als ze durfde. Gewoon een praatje maken. Wie weet was dat wel een gouden tip. Aan het eind van de middag keek ze nog een keer of Paulien al online was. En ja hoor, ze was er. > Plientje zegt: hi, emmetje! hoest? > M zegt: mis joe muts. snik snik! ♥ > Plientje zegt: mis u2. xag je mail. thnx. > M zegt: hoes je klas? > Plientje zegt: wel leuk, denk ik. de helft ken ik al van onze oude school. jij kent ze ook: femke, laurie, hanne, naomi en merel. en bart, dieter, thomas… > M zegt: help! Ik wil terug. is er nog plaats? > Plientje zegt: voor jou altijd. o, ik moet eten. see u. > M zegt: luf u muts. > Plientje zegt: luf u 2. mzzl. Hetty Van Aar, Vriendinnen voor altijd uit For Girls only, Standaard Uitgeverij, 2008
De Taalbende, Plantyn ©
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 4
Thema 1 – Les 5 – Kopieerblad 1.4 01-02-13 11:48
‘Misschien kunnen we onze lieven de komende dagen maar beter uit het hoofd zetten. Als ik onze horoscoop lees...’ Hij pauzeert even en citeert dan: ‘In de liefde zijn er grote veranderingen op til. Vooral het weekend leent zich voor een opleving van de passie.’ ‘Klinkt goed!’ lacht Sander. ‘Zouden er in die kasteelhoeve veel meisjes zijn?’ vraagt Runo zich af. Net als Sander is zijn sterrenbeeld ‘stier’. Hij hoopt maar dat zijn horoscoop de waarheid vertelt. ‘Natuurlijk zijn er meisjes. Er zijn twintig winnaars. Er moeten meisjes bij zijn...’ ‘Tien meisjes!’ concludeert Runo die snel het wiskundig evenwicht berekent. Hij krijgt een dromerige uitdrukking in zijn ogen. ‘Ik denk dat ik jou moet bedanken...’ ‘Hoeft niet...’ ‘Toch moet het maar eens gebeuren!’ Runo legt het krantenartikel naast zich, schraapt gewichtig zijn keel, vouwt zijn handen samen als in een gebed en perst zijn ogen dicht. ‘Ik bedank jou omdat jij me overtuigd hebt om voor het eerst in mijn leven een vegetarische hamburger te gaan eten. Ik bedank jou dat je me overtuigd hebt om het papiertje met de daaraan gekoppelde wedstrijd in te vullen. Ik bedank jou omdat je had gezien dat het antwoord op de hoofdvraag zomaar op de papieren onderlegger geschreven stond. En bovenal bedank ik mezelf omdat ik zo sluw was om te zien welk getal jij had ingevuld en dit klakkeloos over te nemen...’ ‘Tja, en nu zit ik met je opgescheept!’ ‘Je hebt die fles Pisang Ambon toch meegenomen om je verdriet te verdrinken?’ vraagt Runo. ‘De fles niet. De Pisang Ambon wel!’ antwoordt Sander met een raadselachtige glimlach om zijn mond. Een paar minuten later zijn ze op de snelweg. Terwijl de Kriegels de longen uit hun lijf zingen, scheurt de grote, zware auto over de linkerbaan. ‘Ik weet echt niet wat we van zo’n weekend in de Ardennen mogen verwachten, Runo.’ ‘Mijn oom is er al eens geweest. Niet in de kasteelhoeve, maar in een hotelletje een paar honderd meter verderop.’ ‘En?’ ‘Hij vond het er fantastisch. Hij dacht zelfs dat er een ufo rondvloog. Maar hij had te veel gedronken en zag de telefooncel over het dorpspleintje vliegen...’ ‘Haha...’ lacht Sander. ‘Een vliegende telefooncel.’ En hij denkt erbij: Mijn pa ziet soms windmolentjes vliegen. Als hij een hele dag op de baan is geweest, ziet hij ze ’s avonds soms ook vliegen. Een stukje voorbij Luik rijdt Runo’s vader een parkeerplaats naast de snelweg op. ‘Plasstop!’ Maar het is Runo’s vader duidelijk niet om het plassen te doen. Hij wil een biertje. Runo en Sander lopen samen naar de toiletten. Als ze de deur met daarop een mannenfiguur weer uitkomen, blijft Runo plotseling staan. ‘Kijk!’ Hij wijst naar een kaalgeschoren poedeltje dat naast de damestoiletten is vastgebonden. ‘Zal wel van een of andere kakmadam zijn!’ Sander vindt het grappig: een kakmadam die op het toilet zit. Hij kijkt eens beter naar het poedeltje. Het ziet er wel héél kaalgeschoren uit, met een grijs en rimpelig vel. Alleen om de hals heeft het een kroezelige kraag. Zonder ook maar een woord uitleg te geven, begint Runo de poedel los te knopen. ‘Wat... Wat ben je van plan?’ Sanders hart klopt sneller en sneller. Hij kent de fratsen van Runo inmiddels wel. Runo moet altijd iets uithalen. Vorige week nog had hij zijn hoofd in het aquarium gestoken om te zien hoe de vissen er onder water uitzagen... ‘Wat zal ze een gezicht trekken!’ ‘Wie?’ ‘Die kakmadam, natuurlijk. Wie anders?’ Uit zijn zak haalt Runo een snoepje. Hij legt het op de palm van zijn hand. ‘Hier. Met chocola.’ Dat laat het poedeltje zich geen twee keer zeggen. Gretig likt de hond het snoepje van Runo’s hand, begint er wellustig op te kauwen. ‘En ga nu maar mee met je nieuwe vriend.’
De Taalbende, Plantyn ©
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 5
Thema 1 – Les 5 – Kopieerblad 1.5 01-02-13 11:48
Tot Sanders stomme verbazing neemt Runo de riem vast en trekt het hondje achter zich aan. Het beestje heeft het veel te druk met zijn plakkende tanden om te reclameren. ‘Waar ga je naartoe?’ ‘Wacht maar!’ ‘Maar... Dat is gevaarlijk. Straks komt die kakmadam ons achterna.’ ‘Dan zou ze wel heel snel moeten zijn. Toen wij naar het toilet gingen, stond haar poedel er nog niet. Ze heeft vast nog even werk.’ Om Runo’s mond speelt dat glimlachje dat Sander intussen al zo goed kent. Hij is er niet gerust op. Maar omdat je een vriend die nooit tegengesproken wil worden niet zomaar in de steek kan laten, loopt hij hem aarzelend achterna naar de grote hal van het restaurant die ze al eerder gepasseerd waren. ‘Je gaat dat beest toch geen pijn...’ ‘Natuurlijk niet. Kijk!’ Runo wijst naar drie honden die zij aan zij aan een lange daartoe bestemde staaf in de muur zijn vastgeknoopt. Een teckel, een golden retriever en... een kroezelige poedel. Hij heeft dezelfde grijze tint als de poedel die Runo bij de riem heeft, maar heeft wel vijf keer zoveel haar. ‘Je gaat toch niet... Je gaat die twee honden toch niet...’ ‘Houd vast.’ Het volgende ogenblik heeft Sander de riem in zijn hand. Runo zit al op zijn knieën voor de wollige poedel die hij snel losknoopt. ‘Pas maar op. Je weet niet wie de eigenaar is. Dat beest kan van iedereen zijn!’ Sander kijkt bang in het rond. In zijn verbeelding ziet hij een vent met het uiterlijk en de spieren van een profbasketballer woedend op hen afstormen. Hij tilt Sander zomaar van de grond op en dunkt hem als straf door de ring. Maar de basketballer duikt niet op en even later heeft Runo het kale poedeltje vastgebonden op de plaats waar oorspronkelijk het kroezelige zat. ‘En nu moet deze haarbal op pootjes nog...’ Runo maakt zijn zin niet af. Maar het is Sander inmiddels wel duidelijk. Met een mengeling van angst en vrolijkheid snelt hij zijn makker achterna. Die sleurt het harige poedeltje, dat zich met stijf gestrekte pootjes probeert te verzetten, meedogenloos achter zich aan. ‘Hopelijk neemt die kakmadam er haar tijd voor...’ Dat doet ze blijkbaar. In de gang bij de toiletten is niemand te zien. De hele operatie heeft minder dan een minuut geduurd. Snel knoopt Runo de wat groot uitgevallen bitterbal-met-haar vast op de plek waar eerder zijn kaalgeschoren dubbelganger zat. ‘En nu?’ ‘Maken dat we weg komen!’ Voor hij zijn plan kan uitvoeren, gaat de deur van het damestoilet open. Er komt iets naar buiten dat je alleen maar als een kakmadam kan omschrijven. Een jaar of zestig, roodgestifte lippen en een kapsel dat zo apart is, dat het elk jaar op monumentendag bezocht zou kunnen worden. Zonder Runo en Sander ook maar een blik te gunnen, keert ze zich naar het hondje. ‘Kom Fifi... We gaan naar...’ Haar woorden stokken. Haar gezicht is een en al verbazing. ‘Fifi?’ Ze kijkt ongelovig rond. Dan gaat haar hand aarzelend naar het diertje toe. Wil ze de krulletjes voelen? Als het harige monster onder haar zacht maar dreigend begint te grommen trekt ze verschrikt haar vingers terug. ‘Dat... Dat kan niet...’ ‘Pardon?’ In plaats van zich alsnog uit de voeten te maken, kijkt Runo haar met zijn meest onschuldige gezicht vragend aan. ‘Fifi... Mijn hondje... Hebben jullie... Hij moet... Hebben jullie hier nog een hondje gezien? Runo tuit nadenkend zijn lippen. Hij kijkt naar Sander. Die moet moeite doen om niet weg te lopen. In plaats daarvan haalt hij zijn schouders op. ‘Niets gezien!’ zegt Runo. ‘Hoezo?’ De kakmadam kijkt hen nog altijd aan alsof ze daarnet niet de deur van het toilet heeft opengetrokken, maar een tijdspoort die haar in een andere, nooit eerder geziene wereld bracht. ‘Fifi... Hij had kort haar.’
De Taalbende, Plantyn ©
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 6
Thema 1 – Les 5 – Kopieerblad 1.6 01-02-13 11:48
‘Ik ook’, zegt Runo glimlachend. ‘Vroeger. Ik heb het nu laten groeien.’ ‘Maar zo snel?’ antwoordt de kakmadam. ‘Vond mijn moeder ook!’ zegt Runo. ‘Ze begreep er niks van. Ze dacht dat het aan de shampoo lag...’ Hij oordeelt dat het grapje lang genoeg geduurd heeft, draait zich om en loopt weg. Sander ijlt hem achterna. Aan het einde van de gang kijkt hij even om. De vrouw staat er nog altijd bij alsof er net een miraculeuze gebeurtenis in haar leven heeft plaatsgevonden. Twijfelt ze misschien aan de shampoo die ze voor Fifi gebruikt heeft? Zodra ze veilig in de hal zijn, schateren Runo en Sander het onbedaarlijk uit. ‘Zoveel lol?’ vraagt Runo’s vader die zijn biertje net op heeft en naar hen toe komt gelopen. ‘Wat wil je?’ zegt Runo en hij wijst naar de kale poedel die daar staat. ‘Moet je dat kaalgeschoren scharminkel zien!’ ‘Zal wel van een of andere kakmadam zijn!’ concludeert Runo’s vader en hij loopt grijnzend naar zijn auto. Uit: Alien, Marc de Bel & Guy Didelez, Uitgeverij Abimo, 2007
De Taalbende, Plantyn ©
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 7
Thema 1 – Les 5 – Kopieerblad 1.7 01-02-13 11:48
Het warme welkom
Naam: Adres: Telefoonn u
mmer:
E-mailadr
es:
Verjaarda g
:
Samenste
lling gezin
:
Lievelings
eten:
Favoriete
muziek:
Lievelings
dier:
Wat draa g ik
het liefst:
Leukste fi
lm / tv-pro
gramma /
Een verve
lend klusje
Dit verwa
cht ik van
...:
thuis:
dit schoo
Mijn droo
ljaar:
mjob:
Dit ga ik d
it schoolj
aar doen
© De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 8
om mijn d
roomjob te
kunnen w
aarmaken
:
Thema 1 – Les 7 – Kopieerblad 1.8 01-02-13 11:48
Ik mag de directeur niet bewusteloos slaan met een kegel, ook niet als ik aan het oefenen ben voor mijn jongleeract! … Ik mag de directeur niet bewusteloos slaan met een kegel, ook niet als ik aan het oefenen ben voor mijn jongleeract … Jonas zuchtte diep en keek door het raam naar de speelplaats, waar alle kinderen zich aan het amuseren waren. Alle kinderen … behalve hij! Het was de eerste september, de school was amper een halve dag bezig en Jonas zat al straf te schrijven in het kantoor van de directeur. De man zelf was er niet. Die lag buiten westen in het zieken kamertje. En dat was allemaal zijn schuld, volgens de anderen toch. Jonas zelf was daar helemaal niet van overtuigd! Het schooljaar had zich nochtans leuk aangekondigd. Jonas en zijn vrienden Bert en Hajar hadden de speelplaats de hele zomer lang als hun speelterrein mogen gebruiken. Dat kwam omdat de mama van Jonas lesgaf in het zesde leerjaar. ‘Bedenk eens iets leuks …’ had mama een week geleden gevraagd. ‘Hoe zouden we al die nieuwe kinderen kunnen verwelkomen, in september, zodat ze zich meteen thuis voelen?’ Dat was waar ook: de nieuwe kinderen … Jonas was het bijna vergeten. In het dorp vlakbij was een wijkschooltje. Klein, met veel minder klassen, maar het hoorde bij de grote school. Vorig jaar was besloten dat de vijfde en zesde klas van de wijkschool moesten sluiten. Bij Jonas, Bert en Hajar, die naar het vijfde leerjaar gingen, zouden dus in een klap heel wat nieuwe kinderen komen te zitten. Niet dat Jonas dat erg vond. Een van de jongens kende hij al: Tsung, een van zijn beste vrienden in de jeugdbeweging. Tsung leek verdacht veel op een Chinees, grapte Jonas altijd. Dat kwam omdat Tsung er een was. Hij was als kleuter naar België verhuisd.
Jonas kon ook niet wachten tot Leen bij hem in de klas zou komen. Hij kende haar alleen van gezicht, maar vond dat daar dringend verandering in moest komen! ‘Bedenk eens iets leuks!’ Alsof het makkelijk was om een leuke activiteit voor de eerste september te verzinnen … Wat je ook deed, het bleef wel de eerste schooldag, niet? ‘We gaan naar een pretpark.’ ‘We zoeken een activiteit hier op school, jongens!’ ‘We nodigen een circus uit.’ ‘We zoeken een activiteit hier op school die niks kost.’ ‘Maar dat bedoel ik ook, mama. We maken zelf een circus! Alle kinderen moeten een circusnummer inoefenen, en al die nummers tonen we dan aan elkaar …’ Juffrouw mama was meteen voor het plan gewonnen en ook de directeur vond het helemaal geweldig. Een circus op school … En de kinderen zouden alles zelf doen! ‘Ik bel wel even met Tsung’, liet Jonas weten. ‘En ik vraag hem om alle nieuwe kinderen te verwittigen. Dan kunnen ze meteen al meedoen …’ Die avond zat het hele programma al min of meer in elkaar. Alle kinderen uit klas vijf deden mee. Bert ging trapeze lopen en Tsung ging dansen met een Chinese draak. Geen echte, maar een pop waar Tsung in zou kruipen. Leen zou een dressuurnummer brengen. Niet met paarden, maar met wandelende takken! Daar had Jonas nog nooit van gehoord, maar het bleek wel degelijk om een diersoort te gaan. ‘En jij, Jonas? Wat ga jij brengen?’, vroeg Hajar, die het slim bekeken had en in de pauze voor ijsjes zou zorgen.
© De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 9
Thema 1 – Les 9 – Kopieerblad 1.9 01-02-13 11:48
‘Ik ga jongleren!’, had Jonas apetrots geantwoord. ‘O … Ach zo… Ik wist niet dat jij dat kon!’, zei Bert verbaasd. ‘Ik kan het ook niet’, antwoordde Jonas droog. ‘Tenminste … nog niet. Maar ik heb nog een week tijd om te oefenen. Hoe moeilijk kan het zijn?’ ‘Eerlijk gezegd … Ik denk heel moeilijk …’ merkte Tsung voorzichtig op. Hij was net zijn Chinese draak komen brengen. ‘Je kiest beter iets wat je al kunt.’ ‘Niks van!’, zei Jonas stoer. ‘Ik dacht aan jongleren met brandende toortsen …’ ‘Misschien begin je beter met van die zachte balletjes …’ probeerde Tsung nog. Jonas lachte schamper. Zachte balletjes? Daar wilde hij niet van weten! Zijn mama lachte ook schamper. Samen met de directeur. Want zij wilden van geen brandende toortsen weten … En dus werden het kegels. Als compromis. Jonas mocht ze lenen uit de turnzaal. Hij ging dapper aan de slag, op de speelplaats. Elke ochtend stond hij voor dag en dauw op om te oefenen. Je moet er wat voor over hebben als je cool gevonden wilt worden door de meisjes … Na een minuut of vijf oefenen maakte Jonas de eerste brokken. Het betrof het raam van de lerarenkamer, dat met een hels kabaal aan scherven vloog omdat er een kegel tegenaan knalde. Jonas zelf vond dat niet zo erg, omdat de lerarenkamer eind augustus technisch gezien nog geen lerarenkamer was. Er zaten tenslotte nog geen juffen en meesters in, waar of niet? Maar zijn mama leek daar anders over te denken. Na een hoop gezeur en onder bedreiging van de verschrikkelijkste straffen die een schoolkind maar kon krijgen, kreeg Jonas nog één kans. Hij moest voortaan in het midden van de speelplaats oefenen en mocht echt niks meer stukmaken, anders werd de jongleeract geschrapt. Voor alle zekerheid zette mama toch maar alle ramen van de klassen die grensden aan de speelplaats open. De volgende slachtoffers van de kunsten van Jonas waren reuzeblij dat ze de benen konden nemen. Ze zaten ook al zo lang in dat glazen terrarium … Toegegeven, Jonas schrok even toen hij zijn kegel alweer door een raam naar binnen zag vliegen. Maar ach, het kon toch geen kwaad? Het raam stond immers open! Tot Jonas het geluid van brekend glas hoorde, en daarna een ijselijke meisjesgil. ‘Mijn wandelende takken!’, Jonas herkende Leen meteen. Aan haar stem natuurlijk, maar ook omdat ze haar hoofd door het open raam naar buiten stak. Niet echt een goed begin als je indruk wilt maken!
‘Mijn wandelende takken gaan ervandoor!’, riep Leen weer, met een blik vol onweerswolken. ‘Ja … Sorry!’, probeerde Jonas de schade te beperken. ‘Maar daar zijn het tenslotte wandelende takken voor. Als je er zeker van wilt zijn dat die beesten op hun plaats blijven, neem dan stilstaande takken, of desnoods traag slenterende … Dan kun je nog achter hen aan als er wat …’ Jonas kon zijn zin niet afmaken. Hij maakte zich snel uit de voeten omdat Leen door het raam begon te klauteren met een blik die niet veel goeds voorspelde. ‘Welkom, kinderen, op deze eerste september in onze school!’ De directeur stond trots op de speelplaats, in het midden van een kring stoelen die een circustent moest voorstellen. Achter een tentzeil stonden alle kinderen van het vijfde leerjaar zenuwachtig te luisteren. ‘Zo dadelijk zien we een optocht van alle artiesten die zullen optreden. We hebben een draak, een dressuur van wandelende takken, al zijn ze nog niet allemaal teruggevonden …’ Leen keek Jonas zo gemeen mogelijk aan. ‘Het is ook heel verstandig dat jullie allemaal je fietshelm hebben opgehouden. Ik mag hopen dat onze jongleur zijn kunsten intussen al wat beter onder de knie heeft …’ Het tentzeil ging open en de kinderen liepen keurig in twee rijen de circuspiste in. Jonas had de laatste opmerking van de directeur heel goed gehoord. Hij zou die man dadelijk eens wat laten zien. ‘Hier zijn … Speciaal voor jullie …’ Op dat moment liet Leen Jonas struikelen. Kon hij daar wat aan doen? ‘De kinderen van het vijfde lee…’ DOEF. Een kegel zoefde door de lucht, en een tel later lag de directeur bewusteloos op de grond. Weer een paar minuten later zat Jonas dus straf te schrijven. Hij keek door het raam en zag Leen een ijsje eten, samen met Bert en Hajar. Ze had het ijsje vast niet hoeven te betalen … Uitslovers!
© De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 10
Thema 1 – Les 9 – Kopieerblad 1.10 01-02-13 11:48
Dit vind ik van jouw leesbeurt ...
Dit zou ik nog aanpassen ...
© De Taalbende, Plantyn 02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 11
Thema 1 – Les 9 – Kopieerblad 1.11 01-02-13 11:48
© De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 12
Thema 1 – Les 12 – Kopieerblad 1.12
01-02-13 11:48
Wij blijven vrienden!
Wat er ook gebeurt, wij blijven vrienden. Het leven krijgt weer kleur, wij blijven vrienden. In goede en in slechte tijden, wie klopt aan je deur? Dat zijn je vrienden. Wat er ook gebeurt, wij blijven vrienden.
ref: Wij blijven vrienden, voor heel het leven. Wij blijven altijd bij elkaar. Wij blijven vrienden, zonlicht of regen, jij bent altijd een glimlach waard. En als we oud zijn, grijs en versleten, zitten we samen bij de haard, want wij blijven vrienden, voor eeuwig en altijd. Wij blijven dicht bij elkaar.
Zo’n vrienden, zo’n vrienden, dikke vrienden Zo’n vrienden, zo’n vrienden, zo’n vrienden,
ja, wij blijven bij elkaar. Wij blijven vrienden voor heel het leven. Jij bent altijd een glimlach waard, want wij blijven vrienden voor eeuwig en altijd. Wij blijven dicht bij elkaar.
Zeg het met muziek!
beschrijven
besluiten
eigenschap
groepsindeling
karaktertrek
specifiek
© De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 13
Thema 1 – Les 13 – Kopieerblad 1.13 01-02-13 11:48
verwoorden
effect
stappenplan
uitdaging
© De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 14
Thema 1 – Les 13 – Kopieerblad 1.14 01-02-13 11:48
na er goed over nagedacht te hebben, kiezen voor, overgaan tot
schrijven op, een voorstelling in woorden geven, nauwkeurig vertellen hoe iemand of iets eruitziet
kenmerk dat duidelijk te zien is
duidelijk deel van iemands karakter
typisch, kenmerkend
onder woorden brengen
© De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 15
Thema 1 – Les 13 – Kopieerblad 1.15 01-02-13 11:48
het indelen of ingedeeld worden van min of meer bij elkaar horende personen, zaken of dieren
plan waarin staat welke stappen gezet moeten worden om iets te bereiken
uitwerking op iemand, iets dat inspireert omdat afwijking van een bal doordat hij om zijn as het moeilijk is draait
© De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 16
Thema 1 – Les 13 – Kopieerblad 1.16 01-02-13 11:48
Toen de groepsindeling werd bekendgemaakt, merkten we dat er in elke groep evenveel meisjes en jongens zaten.
Ik had het heel moeilijk toen ik moest verwoorden wat ik precies voelde.
Als ik mijn grootouders zou moeten beschrijven, zou ik zeggen dat het echte levensgenieters zijn.
De beste eigenschap van onze leerkracht is dat hij/zij een fout door de vingers durft te zien.
De karaktertrekken van een mens maken hem uniek.
Laten we besluiten dat dit gedicht het beste aansluit bij wat gevraagd werd.
© De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 17
Thema 1 – Les 13 – Kopieerblad 1.17 01-02-13 11:48
Elke ochtend files, dat is specifiek voor de Belgische wegen.
Ik zie mijn nieuwe baan als een leuke uitdaging.
Ik kan dit werkwoord correct schrijven met behulp van mijn stappenplan.
Die boodschap had een vreemd effect op mij.
© De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 18
Thema 1 – Les 13 – Kopieerblad 1.18 01-02-13 11:48
© De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 19
Thema 1 – Kopieerblad 1.19 01-02-13 11:48
© De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 20
Thema 1 – Kopieerblad 1.20 01-02-13 11:48
KNECHT K
N
E C
H
T © De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 21
Thema 1 – Les 14b2 – Kopieerblad 1.21 01-02-13 11:48
KASTEELHEER K
A S
T E L
E
E
H E
R
© De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 22
Thema 1 – Les 14b2 – Kopieerblad 1.22 01-02-13 11:48
MEID
M
E I
D
© De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 23
Thema 1 – Les 14b2 – Kopieerblad 1.23 01-02-13 11:48
BRUGWACHTER B
R
U
G W
A C
H T
E R
© De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 24
Thema 1 – Les 14b2 – Kopieerblad 1.24 01-02-13 11:48
DOCHTER D
O
C
H T
E R
© De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 25
Thema 1 – Les 14b2 – Kopieerblad 1.25 01-02-13 11:48
Woordenschatwoorden – Thema 1 beschrijven
besluiten
effect
eigenschap
© De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 26
Thema 1 – Kopieerblad 1.26 01-02-13 11:48
groepsindeling
karaktertrek
specifiek
stappenplan
© De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 27
Thema 1 – Kopieerblad 1.27 01-02-13 11:48
uitdaging
verwoorden
© De Taalbende, Plantyn
02-Taalbende 5A Thema 1 Taal Kopieerbladen.indd 28
Thema 1 – Kopieerblad 1.28 01-02-13 11:48