Galileo Desktop VPN Installatiehandleiding
Galileo Desktop VPN 1.0
INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMEEN....................................................................................................................................... 3 1.1 WERKING GALILEO DESKTOP VPN................................................................................................. 3 1.2 CLIENT IDENTIFIERS EN GTIDS ....................................................................................................... 4 1.3 BENODIGDHEDEN VOOR GALILEO DESKTOP VPN ........................................................................... 4 1.4 DE GALILEO DESKTOP. INSTALLATIE CD. ....................................................................................... 4 1.5 DE INSTALLATIE PROCEDURE .......................................................................................................... 5 2 NORTEL CONTIVITY VPN CLIËNT............................................................................................. 6 2.1 DE INSTALLATIE .............................................................................................................................. 6 2.1 HET STARTEN VAN DE IPSEC VERBINDING...................................................................................... 9 3 INSTALLATIE CLIENT APPLICATIES...................................................................................... 10 3.1 INSTALLATIE VAN EEN GALILEO DESKTOP WERKSTATION (GALILEO CLIENT) .............................. 10 3.2 VERANDEREN VAN DE GALILEO DESKTOP CONFIGURATIE. ........................................................... 13 3.3 INSTALLATIE VAN CUSTOMVIEWPOINT SCRIPTS ........................................................................... 14 4. INSTALLATIE VAN HOST PRINTING APPLICATIES .......................................................... 15 4.1 INLEIDING...................................................................................................................................... 15 4.2 VOORBEREIDING VOOR INSTALLATIE............................................................................................. 15 4.3 INSTALLATIE VAN GALILEO PRINT MANAGER:.............................................................................. 16 4.4 INSTALLATIE VAN PRINTERS ONDER GPM..................................................................................... 18 4.4.1 HET AANMAKEN VAN EEN OPTAT TICKETPRINTER .................................................................... 18 4.4.1 HET AANMAKEN VAN EEN OPTAT TICKETPRINTER .................................................................... 19 4.4.2 HET AANMAKEN VAN EEN ATB2 TICKETPRINTER ...................................................................... 20 4.4.3 HET INSTALLEREN VAN EEN ITINERARY (REISSCHEMA) PRINTER ................................................ 22 4.4.4 HET INSTALLEREN VAN EEN MIR (KOPPELING MET BACKOFFICE SYSTEEM) .............................. 22 5. INITIALISEREN VAN PRINTERS IN DE HOST....................................................................... 23 5.1 Praktisch voorbeeld van printers linken: ....................................................................................... 24 6. TROUBLESHOOTING................................................................................................................... 25 6.1 GALILEO DESKTOP WERKSTATION PROBLEMEN............................................................................. 25 6.2 PRINT MANAGER PROBLEMEN (AIR PRINTING: TICKETING, REISSCHEMA’S,ETC) .......................... 26 6.2.1 NA EEN PRINTOPDRACHT KOMT HET PRINTJE ER NIET UIT ........................................................... 27 BIJLAGE 1: NUTTIGE ENTRIES T.B.V. HOST PRINTING:...................................................... 28 BIJLAGE 2: LIJST MET CONFLICTERENDE SOFTWARE...................................................... 28 BIJLAGE 3: CONFIGURING A FIREWALL FOR ACCESS VIA THE INTERNET/VPN ...... 29
Filename: installatiehandleiding GD1.DOC Author: P.C. Hogerheijde Eigenaar: Galileo Nederland BV Copyright: Galileo Nederland 1999 Status: Versie 1.0 jan 2005
© Galileo Nederland
2
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
1. Algemeen 1.1 Werking Galileo Desktop VPN Om te begrijpen hoe het Galileo Desktop VPN concept werkt is hieronder een voorbeeldtekening van een netwerk met Galileo Desktop Platform Independent (PI) geplaatst. Het voorbeeld netwerk is gebaseerd op een ethernet UTP netwerk met server functionaliteit en een Internetverbinding via een ADSL/DSL verbinding.
Galileo Desktop VPN maakt vanaf uw werkstation, via het Internet, verbinding met het Galileo reserveringssysteem. Om ervoor te zorgen dat de informatie beveiligd over deze verbinding gaat, maakt Galileo Desktop VPN gebruik van VPN (Virtual Private Networking) technologie. VPN creëert als het ware een aparte tunnel binnen het Internet netwerk, die alleen toegankelijk is voor- door Galileo- geautoriseerde Werkstations. Om deze aparte tunnel te creëren gebruikt Galileo de Nortel® Contivity IPSEC cliënt. Wanneer uw ADSL/DSL router of standalone werkstations verbinding maakt met het Internet, krijgt deze van uw internet-provider een IP adres. Dit IP adres kan variëren van sessie tot sessie. Als op een werkstation met Galileo Desktop een VPN verbinding wordt gestart dan wordt er een tweede IP adres toegewezen. Dit tweede IP adres is exclusief voor de toegang tot het reserveringssysteem. Dit tweede IP adres is een vast IP adres en wordt bepaald door het unieke ClientID, welke u in de VPN verbinding configureert. De Galileo Print Manager (GPM) is een applicatie op een welke geïnstalleerd wordt op een Server of werkstation. Deze Printserver software vangt host printopdrachten af en stuurt deze, gelang het type print, naar de seriële ticketprinter of naar de netwerkprinters.
© Galileo Nederland
3
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
1.2 Client Identifiers en GTIDs Elk Galileo Desktop werkstation krijgt een Cliënt ID (Cliënt Identifier) en een GTID. De Cliënt ID dient tijdens de installatie van Galileo Desktop ingevoerd te worden. Een voorbeeld van een Cliënt ID is : G0000316. GTID (Galileo Terminal Identifier) is een hexadecimaal getal waarmee een sessie wordt geopend op de Galileo Host. Elk werkstation, printer of MIR heeft zijn eigen GTID. Het aantal GTIDs wordt bepaald bij de aanvraag. Een voorbeeld van een GTID is C2FF10. In de Nortel contivity cliënt wordt de combinatie van Cliënt ID en GTID gebruikt als Username/password.
1.3 Benodigdheden voor Galileo Desktop VPN Om Galileo Desktop VPN goed te laten functioneren, moet er aan de volgende eisen zijn voldaan: • Er moet systeembeheer met TCP/IP kennis aanwezig of oproepbaar zijn. • Een ethernet (UTP) of token ring (STP) netwerk • Ondersteuning van het TCP/IP protocol • Werkstations met minimaal de volgende specificaties • Pentium II 300 MHz • Windows 2000 SP3 en Windows XP • TCP/IP stack geïnstalleerd op PC • Interngeheugen vereiste: 64 Mb bij Windows 2000 SP3 128 Mb bij Windows XP • 200Mb vrije schijfruimte waarvan 120 Mb permanent.
1.4 De Galileo Desktop. installatie CD. De Galileo Desktop CD bestaat uit: CLIENT APPLICATIES • • •
Nortel Contivity IPSEC client, release 5.01 of hoger. Galileo Desktop 1.01, release 4.01.02.0039 of hoger. Custom Viewpoint Scripts. Gestandaardiseerde boekingsprocessen in script vorm.
HOST PRINTING APPLICATIES • Galileo Print Manager 4.00.01 of hoger (GPM maakt host printing voor o.a. air tickets en reisschema’s mogelijk). DOCUMENTATIE •
Documentatie voor de meeste applicaties, waaronder dit document.
© Galileo Nederland
4
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
1.5 De installatie procedure In deze installatie handleiding wordt de installatie procedure besproken en wordt er ingegaan op de werking van alle programma's apart. Verder treft u achter in de handleiding een hoofdstuk aan die de troubleshooting en error messages behandelt. Hier kunt u tips vinden om eventuele problemen op te lossen. Om Galileo Desktop VPN te kunnen installeren heeft u het volgende nodig: • • • • • •
Een werkende Internet verbinding Windows CD behorende bij uw besturingssysteem. (nodig indien de Installatie bestanden CAB files niet op de harde schijf staan) Galileo Desktop VPN 1.0 CD De installatie handleiding De configuratie sheet met uw Galileo gegevens. Administrator rechten op alle werkstations
Voordat u met de installatie gaat beginnen, dient u het volgende te doen: 1. Virus scanner uitzetten Klik met de rechtermuis toets op virus scan icoon rechts onderin op de taakbalk(taskbar) en kies voor uitzetten (disable) 2. startup folder leeg halen Dit is nodig omdat de PC tijdens de installatie misschien opnieuw gestart moet worden en dit anders zal leiden tot vertraging en/of storingen. Klik met uw rechtermuis toets op START en kies met linkermuistoets voor OPEN→PROGRAMMA’s’(PROGRAMS)→OPSTARTEN (STARTUP) U kunt het beste de folders naar uw desktop slepen en later, na de installatie, deze weer terug zetten in de startup folder. 3. Screensaver tijdelijk uitschakelen 4.
Nortel Networks Contivity VPN Client ( Extranet Access Client) verwijderen. Als u reeds een oudere versie van FocalpointNet actief heeft op uw PC, volg dan de volgende stappen voordat u begint aan de installatie van Galileo Desktop VPN 1.0.
• • •
Verwijder de Nortel Networks Contivity VPN Client ( Extranet Access Client) Herstart uw PC Begin met de installatie van Galileo Desktop VPN 1.0
© Galileo Nederland
5
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
2 Nortel Contivity VPN Cliënt Nortel Contivity VPN Cliënt maakt gebruik van het internet security protocol (IPSEC) om een beveiligde verbinding op te zetten over de reeds aanwezige internet verbinding. U dient deze software eerst te installeren en daarna te configureren.
2.1 De installatie De installatie procedure is als volgt: Ga naar START→UITVOEREN (RUN) en neem het pad over zoals dat hiernaast is weergegeven. Let op: in dit voorbeeld is F de Cd-rom drive; dit kan bij u afwijken.U kunt ook kiezen voor BLADEREN(BROWSE); zoek dan naar de SETUP.EXE in de IPSEC folder op de Galileo Desktop VPN CD.
Kies in het welkom scherm voor Next
De licentie overeenkomst kunt u accepteren, deze wordt beheerd door Galileo International. Kies YES om door te gaan.
© Galileo Nederland
6
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
Dit scherm geeft aan in welke directory de software wordt geïnstalleerd. Kies voor NEXT om verder te gaan.
Kies ook in het Select program folderscherm voor NEXT.
Kies ook in het Install and run Contivity VPN Client scherm voor Next Application (Default) activeren
Kies ook in het laatste scherm voor NEXT om met het kopiëren van de software te beginnen.
© Galileo Nederland
7
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
Als de installatie is voltooid, krijgt u het volgende scherm te zien: Readme.txt. Als u geïnteresseerd bent, kunt u dit lezen, maar het is niet noodzakelijk. Klik op NEXT om naar het laatste scherm te gaan.
Het Set-up programma is klaar met de installatie van de software. Klik op FINISH om de PC opnieuw op te starten.
Het werkstation zal nu opnieuw gestart worden.
© Galileo Nederland
8
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
2.1 Het starten van de IPSEC verbinding Op uw desktop is een nieuw icoon verschenen, namelijk: Nortel Networks Contivity VPN Client. Hiermee kunt u de IPSEC verbinding starten door er dubbel op te klikken met de linkermuis. U kunt de Contivity VPN Client ook opstarten via: Start►Programma’s►Nortel Networks, Vul in dit scherm uw Username en Password in. Deze twee gegevens zijn vermeld op de configuratiesheet die u heeft gekregen van Galileo. Username: het ClientID (g0000000). Password is het IWS GTID (CXXXXX). Let op: Het password is case sensitive. Dit wil zeggen dat deze exact dient te worden overgenomen van de configuratiesheet Klik nu eerst op Save en daarna op Connect De VPN verbinding wordt nu gestart
De verbinding naar Galileo wordt nu gemaakt.
De IPSEC verbinding is nu gemaakt. Klik op OK. Plaats eenmalig een vinkje bij Do not show this message in the future en klik op Ok
Rechts onder in het scherm ziet u nu het Contivity VPN verbindingsteken. Uw werkstation is nu verbonden met het Galileo reservering systeem. Als u deze verbindingen wilt verbreken, dan kunt u rechtsonder in uw scherm met uw rechtermuis op het Contivity Icoon klikken. U krijgt nu een menu te zien, waarin u o.a. kunt kiezen uit Status en Disconnect Contivity VPN. Kies de laatse om de verbinding te verbreken.
© Galileo Nederland
9
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
3 Installatie Client Applicaties 3.1 Installatie van een Galileo Desktop werkstation (Galileo Client) De installatie (uitgegaan van de Engelse Windows) is als volgt: Stop de Galileo Desktop CD in de CD-ROM speler Ga naar de ‘Galileo Desktop’ folder op de CD en open set-up.exe
Een kader verschijnt. Druk op Next.
Het kader hiernaast verschijnt. Druk op ‘Yes’ als je het er mee eens bent.
Het kader hiernaast verschijnt. Aangeraden wordt om voor de ‘Viewpoint’ optie te kiezen. Druk op Next
© Galileo Nederland
10
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
Zie hiernaast. Hier kunt u kiezen met welke applicatie u opstart. Geef hier uw voorkeur aan en druk op Next
Zie hiernaast. • Relay is een tool die veel gebruikte Focalpoint entries vereenvoudigt (via buttons) • Met Scriptwriter Plus Run kunt u zelfgemaakte Focalpoint scripts laten draaien in een geautomatiseerd proces. Voor het maken van scripts, heeft u Scriptwriter Plus Build nodig. Deze staat op de CD Maak uw keuze(s) en druk op ‘Next’.
Zie hiernaast. Hier kunt u de keuze maken of Galileo Desktop automatisch opstart bij het starten van Windows. Druk op ‘Next’
Zie hiernaast. Maak de keuze uit de taal die uw voorkeur heeft. Als u geen voorkeur heeft, kies dan ‘English’. Druk op Next
© Galileo Nederland
11
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
Zie hiernaast. Controleer de gegevens. Bent u het niet eens met de plaats van de bestanden, dan kunt u ze hier aanpassen. Klik in dat geval de betreffende regel aan en druk op ‘Edit’. Klik op Next om door te gaan.
Na een tijdje verschijnt het scherm hiernaast: In dit scherm kunnen de werkstation gegevens en de host gegevens ingevuld worden. Vul ook de Configuration Server IP adressen in en druk op OK.De juiste Client IDs en Config Server adressen staan achter in de map die u ontvangen heeft onder het tabje CONFIG SHEET. Druk daarna op ‘OK’
Zie hiernaast. Controleer of de keyboard mode gelijk is aan die van Galileo Desktop
Zie hiernaast. De setup heeft een nieuwe verbinding aangemaakt. Het is mogelijk om meerdere Client IDs toe te voegen.
© Galileo Nederland
12
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
Zie hiernaast. De Italiaanse Relay wordt niet ondersteund door Galileo Nederland. Als u gebruik wilt maken van Relay, vink dan ‘Galileo Relay’ aan. Druk op ‘Next’.
Zie hiernaast. Dit zijn de mogelijkheden van Relay. Standaard worden alle functies geactiveerd. U heeft de mogelijkheid om bepaalde functies uit te schakelen. Druk op ‘Next’ Vanaf dit punt begint het set-up programma met de installatie van alle bestanden.
De installatie is voltooid. Druk op ‘Finish’.
De installatie van Galileo Desktop is hierbij afgerond.
3.2 Veranderen van de Galileo Desktop configuratie. Soms is het nodig om de configuratie van een werkstation opnieuw te configureren. Als u de Client ID of andere host instellingen wilt veranderen kunt u doen d.m.v. van het aan klikken van “Galileo TCP/IP” icoon in de Control Panel. 1. Indien actief, sluit de Galileo Desktop software af. 2. Kies vanuit de Windows toolbar voor Start → Settings→ Control Panel 3. Dubbelklik op het Galileo TCP/IP icoon. Het scherm hierboven verschijnt: d.m.v. de Edit, New en Copy toetsen kunt u de instelling van de verbinding(en) wijzigen, toevoegen en kopiëren.
© Galileo Nederland
13
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
3.3 Installatie van CustomViewpoint Scripts
CustomViewpoint Scripts geeft de mogelijkheid om veelgebruikte entries via een web-based scherm te tonen en aan te passen. Zie hierboven een voorbeeld van het CustomViepoint menu. De installatieprocedure van CustomViewpoint Scripts is als volgt: 1. Sluit Galileo Desktop af 2. Start de CustomViewpoint Script setup op. Het setup bestand staat op de CDROM in de \CustomVP scripts\ map 3. Het scherm hiernaast verschijnt. Druk op ‘Next’ 4. Druk hiernaast op ‘Next’. Daarna is de setup afgerond. Druk op ‘Finish’.
© Galileo Nederland
14
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
4. Installatie van host printing applicaties 4.1 Inleiding Galileo levert naast Galileo Desktop een applicatie om het printen van Galileo documenten mogelijk te maken: • GPM (Galileo Print Manager). GPM is voor het printen van air-tickets. Over het algemeen wordt GPM op een dedicated werkstation of op de bestaande (Windows based) server geïnstalleerd.
4.2 Voorbereiding voor installatie • • •
Als eerste moet er een werkende PC aanwezig zijn met Windows 2000 of Windows XP met TCP/IP met eventueel Windows printers geïnstalleerd. GPM maakt gebruik van bijzondere rechten. Om deze reden moet GPM geïnstalleerd worden onder lokale administrator en werken onder lokale administrator of een user met administrator rechten. GPM maakt gebruik van Internet Explorer 6 componenten. IE6 (inclusief VB scripting). Deze componenten moeten geïnstalleerd zijn op de PC.
BENODIGDHEDEN: HARDWARE: • Er wordt aangeraden om voldoende geheugen in de PC te hebben. Zie www.microsoft.com voor geadviseerd geheugen bij elk operating system. • De PC moet minimaal een Pentium 300 MHz zijn • De PC moet één vrije COM-poort hebben voor de ticketprinter • De PC moet een netwerkverbinding hebben (TCP/IP) SOFTWARE: De volgende Windows versies worden ondersteund • Windows 2000 met minimaal SP3 en Internet Explorer 6, of • Windows XP met minimaal SP1, of
© Galileo Nederland
15
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
4.3 Installatie van Galileo Print Manager: 1. De GPM software ontvangt print opdrachten van de Galileo host en stuurt ze naar de lokale printer poort of netwerkprinter. De GPM maakt gebruik van de Windows geïnstalleerde printers. De printers waar Galileo host printjes op terecht komen moeten dus geïnstalleerd zijn onder Windows. 2. Indien u gebruik maakt van een firewall, kunt u de poort instellingen voor alle Galileo applicaties terug vinden in Bijlage 3 3. Controleer het IP adres van de machine waarop u Galileo Print Manager gaat installeren. Dit IP adres staat vermeld in de Config Sheet achterin de Galileo map die u bij de eerste installatie heeft ontvangen. Zie voorbeeld hierboven. 4. Kies Start → Run en ‘open’ het bestand F:\Galileo Print Manager\SETUP.EXE. In dit voorbeeld is F: de CDROM drive. 5. Het scherm hiernaast verschijnt. Volg de instructies en druk op Next.
Voorbeeld Config
6.
Het scherm hiernaast verschijnt. Hier kan een keuze gemaakt worden tussen verschillende ticket printers. Als u een Texas Instruments of een Documax A330/A3301 heeft, kies dan voor “Typical OPTAT”. Hebt u een ATB printer, kies dan voor “Typical ATB”. Druk daarna op Next.
8. In het scherm hiernaast kunt u het Client ID invullen. De Client ID en de IP adressen staan vermeld achter in de Galileo map die u bij de eerste installatie heeft ontvangen. Controleer of het Client ID bij het juiste IP adres van de PC hoort (zie ook Config Sheet voorbeeld op vorige pagina). Druk daarna op Next.
© Galileo Nederland
16
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
9. Zie scherm hiernaast. Kies de opties zoals hiernaast staat weergegeven. Druk op Next
10 Zie hiernaast. Controleer deze gegevens en druk op Next. Setup installeert vanaf dit moment de benodigde bestanden. Setup zal automatisch de GPM software plaatsen in C:\PROGRAM FILES\FOCALPOINT\DPS\. De configuratie bestanden worden opgeslagen in C:\MY DOCUMENTS\FOCALPOINT PM\.
11. In het volgende scherm kunt u de Client ID en de host IP Config Server adressen invullen. De Client ID en de IP adressen staan vermeld in de config sheet achter in de map die u ontvangen heeft. Controleer of het Client ID bij het IP adres van de PC waarop de GPM installeert. Druk daarna op OK.
12. Setup zal hierna met de melding hiernaast komen. Kies voor ‘restart computer’ en druk op finish. De installatie is voltooid.
Bij het opstarten van de GPM software staan er in de GTIDs tab rode kruisjes door de printers. Dit is normaal. De kruisjes verdwijnen automatisch wanneer een print opdracht vanuit Galileo wordt gegeven. Als er 5 minuten geen print opdracht gegeven is, dan komen de kruisjes weer tevoorschijn.
© Galileo Nederland
17
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
4.4 Installatie van printers onder GPM Ga naar start → programs → Galileo Print Manager → configurations Een scherm verschijnt met de instellingen van de GPM. Met het Print Manager icoontje kan opgestart worden. De printer icoontjes geven de geïnstalleerde host printers aan. Voor een uitgebreid overzicht, kies View -> Details Een overzicht zoals hiernaast verschijnt Hieronder staat een configuratievoorbeeld. De Print Manager koppelt de host GTID met een lokaal Device Number. Zoals je kunt zien in de config sheet heeft elk GTID een specifieke functionaliteit. Zo is bijvoorbeeld GTID1 een ATB printer. Na de installatie maakt Galileo Print Manager standaard een tweetal printers aan. Deze zijn meestal niet goed geconfigureerd! (in het voorbeeld zijn ze toevallig goed) Daarom raad ik u aan om deze printers vanuit ‘Configurations’ te verwijderen (rechter muisklik op printer en dan ‘delete’)
2.1 Galileo Print Manager (Start-> Programs -> Galileo Print Manager -> Print Manager)
Configurations (Start-> Programs > Galileo Print Manager -> Configurations)
Config sheet. Te vinden achter in de Galileo map
© Galileo Nederland
18
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
4.4.1 Het aanmaken van een OPTAT ticketprinter Een OPTAT ticketprinter is een matrixprinter die gebruik maakt van tickets met doordruk coupons. De OPTAT ticketprinter is een Texas Instruments 810 óf een Documax A3300. 1. Eerst moet GPM geïnstalleerd worden. Is dat niet zo, ga dan naar §4.4 en §4.5 2. Sluit de GPM af 3. Ga naar start → programs → Galileo Print Manager → Configurations 4. Kies voor File -> New -> Device. Het scherm hiernaast verschijnt 5. Zie hiernaast • Kijk in de config sheet (zie achterin de Galileo map) welk Device Number de OPTAT printer is. • Geef de device een naam (bijv. OPTAT Ticketprinter). • Kies voor Printer Type “OPTAT Ticket Printer” • Druk op Next 6. Het scherm hiernaast verschijnt. Kies de seriële poort waar de OPTAT printer aan is verbonden. Druk op Configure Port
7. Het scherm hierboven verschijnt. Stel de instellingen zoals hiernaast in. Druk op OK, daarna op Next 8. Vul eventueel ‘Comments’ in en druk op Next 9. Kies voor een eventuele test-page en druk op Finish 10. Controleer of de port instellingen zijn meegenomen. Vanuit de Windows Device Manager, druk met de rechtermuistoets op de seriële poort waar de OPTAT printer aan verbonden is. Kies voor Properties. Controleer onder het Port Settings tab of de instellingen overeenkomen met de bovenstaande instellingen
© Galileo Nederland
19
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
11. Druk op de ‘advanced’ button. Het scherm hieronder verschijnt: Zet de FIFO buffer optie UIT en druk op OK 12. Druk op OK → OK. De instellingen voor de OPTAT ticketprinter zijn gereed.
13. Wanneer GPM op een Windows NT,2000 of XP machine geïnstalleerd is, zet dan de /NoSerialMice optie in de C:\BOOT.INI. Zie voorbeeld hieronder: [boot loader] timeout=5 default=multi(0)disk(0)rdisk(0)partition(2)\WINDOWS [operating systems] multi(0)disk(0)rdisk(0)partition(2)\WINDOWS="Microsoft Windows XP Professional" /fastdetect /NoSerialMice
Dit voorkomt vreemde tekens op het ticket of vastlopen van de ATB printer bij het restarten van Windows. 14. Start de GPM (start → Programs → Galileo Print Manager → Print Manager) opnieuw op
4.4.2 Het aanmaken van een ATB2 Ticketprinter Een ATB printer is een ticketprinter die gebruik maakt van groenwitte coupons magneetstrip aan de achterzijde. Het type printer is een ITS 7200. 1. Eerst moet GPM geïnstalleerd worden. Is dat niet zo, ga dan naar §4.4 en §4.5 2. Sluit de GPM af 3. Ga naar start → programs → Galileo Print Manager → Configurations 4. Kies voor File -> New -> Device. Het scherm hiernaast verschijnt. 5. Zie hiernaast: • Kijk in de config sheet (zie achterin de Galileo map) welk Device Number de ATB printer is. • Geef de device een naam (bijv. ATB Ticketprinter). • Kies voor Printer Type “Galileo ATB Printer” • Druk op Next
6. Het scherm hiernaast verschijnt. Kies de seriële poort waar de ATB printer aan is verbonden. Druk op Configure Port
© Galileo Nederland
20
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
7. Het scherm hiernaast verschijnt. Stel de instellingen zoals hiernaast in. Druk op OK, daarna op Next 8. Vul eventueel ‘Comments’ in en druk op Next 9. Kies voor een eventuele test-page en druk op Finish
10. Controleer of de port instellingen zijn meegenomen. Vanuit de Windows Device Manager, druk met de rechtermuistoets op de seriële poort waar de ATB printer aan verbonden is. Kies voor Properties. Controleer onder het Port Settings tab of de instellingen overeenkomen met de bovenstaande instellingen
11. Druk op de ‘advanced button. Het scherm hieronder verschijnt: Zet de FIFO buffer optie zoals hieronder staat aangegeven. Druk op OK Druk op OK → OK. De instellingen voor de OPTAT ticketprinter zijn gereed.
12. Wanneer GPM op een Windows NT,2000 of XP machine geïnstalleerd is, zet dan de /NoSerialMice optie in de C:\BOOT.INI. Zie voorbeeld hieronder: [boot loader] timeout=5 default=multi(0)disk(0)rdisk(0)partition(2)\WINDOWS [operating systems] multi(0)disk(0)rdisk(0)partition(2)\WINDOWS="Microsoft Windows XP Professional" /fastdetect /NoSerialMice
Dit voorkomt vreemde tekens op het ticket of vastlopen van de ATB printer bij het restarten van Windows. 13. Start de GPM (start → Programs → Galileo Print Manager → Print Manager) opnieuw op
© Galileo Nederland
21
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
4.4.3 Het installeren van een itinerary (reisschema) printer 1. Het is nodig om Windows printers op het GPM werkstation geïnstalleerd te hebben (Start -> Settings ->Printers). Als u nog een printerdriver moet installeren, kies dan voor de Generic/ Text Only (algemeen/ Alleen tekst). Aangezien Galileo host prints alleen uit tekst bestaan is het mogelijk deze driver te gebruiken. Deze driver heeft als voordeel dat hij weinig processing tijd in beslag neemt en altijd werkt. 2. Installeer de GPM software als dit nog niet gebeurd is 3. Sluit de GPM af 4. Ga naar start → programs → Galileo Print Manager → Configurations 5. Kies voor File -> New -> Device. Het scherm hiernaast verschijnt. 6. Zie hiernaast: • Kijk in de config sheet (zie achterin de Galileo map) welk Device Number de reisschema printer heeft. • Geef de device een naam (bijv. Reisschema). • Kies voor Printer Type “DYO Itinerary”(font grootte is bij deze instelbaar) of “itinerary or other Printer” (geen instellingen mogelijk) • Druk op Next 7. 8. 9.
Het volgende scherm geeft de beschikbare Windows printers weer. Kies de printer waar de reisschema’s naar toe gestuurd moeten worden. Druk op Next. Vul eventueel ‘Comments’ in en druk op Next. Kies voor een eventuele test-page en druk op Finish
4.4.4 Het installeren van een MIR (koppeling met BackOffice systeem) Een MIR (machineable interface record) is boekingsinformatie die geschikt is voor BackOffice systemen. Wanneer een reisagent gebruik maakt van MIRs zal deze normaal gesproken tegelijk aankomen met het ticket. Een MIR bevat alle boekingsinformatie. Een MIR kan op twee manieren opgevangen worden: • MIR naar seriële poort (komt weinig veel) • MIR naar directory op schijf (komt regelmatig voor) 1. 2. 3. 4.
5. 6. 7. 8.
Eerst moet GPM geïnstalleerd worden. Is dat niet zo, ga dan naar §4.4 en §4.5 Sluit de GPM af Ga naar start → programs → Galileo Print Manager → Configurations Kies voor File -> New -> Device. • Kijk in de config sheet (zie achterin de Galileo map) welk Device Number de reisschema printer heeft. • Geef de device een naam (bijv. MIR). • Afhankelijk van het back-office systeem, kies voor Printer “MIR to disk” of “MIR to serial port”. • Druk op Next Bepaal de instellingen voor de MIR. Druk op Next. Vul eventueel ‘Comments’ in en druk op Next. Kies voor een eventuele test-page en druk op Finish Start de GPM (start → Programs → Galileo Print Manager → Print Manager) opnieuw op.
© Galileo Nederland
22
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
5. Initialiseren van printers in de host Het Galileo-systeem biedt de mogelijkheid om per werkstation te bepalen naar welke printer(s) de boekingen, tickets en/of MIR(s) worden gestuurd. Dit betekent dus dat aan elk werkstation GTID verschillende printers gelinkt kunnen worden. In deze paragraaf staat beschreven hoe dit in zijn werking gaat. Met HMLD (How is My Line Doing) kan bekeken worden naar welke printers het werkstation kan printen. Als er nog geen printers gelinkt zijn, geeft HMLD geen printer informatie. Hieronder staat een voorbeeld van een respons op de entry HMLD met drie gelinkte printers.
De bovenste regel geeft aan om welk device het gaat De tweede regel geeft aan welke GTID dit device heeft. ‘ST’ in de bovenste regel geeft de status van de printer aan. Deze kan UP (U), BUSY (B) of DOWN (D) zijn. ‘FM’ in de bovenste regel geeft aan wat het formaat is van het printje. Dit kan itinerary (I), ticket (T) of blank (B) zijn. Wanneer er een printer nog niet in deze lijst staat, kan deze toegevoegd worden met de volgende entry: Commando: Usage: Uitleg:
Voorbeeld: Respons:
HMLM ( Help Me Link Machine ) HMLMgtidD* *→ I = Itinerary T = Ticketprinter A = GMIR X = Blank HMLME5803EDT ( Linken van een Ticketprinter ) HMLME5803DDI ( Linken van een Itineraryprinter ) CRT ITN DEV ST FM/ E58021 E5803DD D (Terminal) (Gtid printer) (status)
Hierna moet de papiersoort (FM) aan een printer (eenmalig) toegekend worden. Dit moet voor MIR’s juist niet gedaan worden. Commando: HMOM ( Help Me Operate Machine ) Usage: HMOMgtid-*** Uitleg: *** → ITN = Itineray TKT = Ticket BLK = Blank (voor “printability” printers) Example: HMOME5803D-ITN Respons: CRT ITN DEV ST FM/ E58021 E5803DD D I (Terminal) (Gtid printer) (status) (papiersoort)
© Galileo Nederland
23
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
Het is mogelijk dat de printerstatus veranderd moet worden. Dit gaat als volgt: Commando: HMOM ( Help Me Operate Machine ) Usage: HMOMgtid-* Uitleg: * -> U = Up D = Down Voorbeeld: HMOME5803D-U Respons: CRT ITN DEV ST FM/ E58021 E5803DD U I (Terminal) (Gtid printer) (status) (papiersoort) Als een printer uit de lijst verwijderd moet worden (Delinken), kan dit als volgt: Delinken: HMLM/DELINK/* Usage: HMLM/DELINK/* or HMLM/DELINK Uitleg: * -> I = Itinerary printer T = Ticket printer Bij HMLM/DELINK worden alle printers gedelinkt
5.1 Praktisch voorbeeld van printers linken: De nieuwe printer GTIDs staan in het installatie document. Hieronder staat een voorbeeld van het linken van alle mogelijke printers. Bij een Galileo Desktop installatie moeten de volgende entries volgen uitgevoerd om de verschillende printers te ‘linken’ aan het werkstation: De GTIDs die in dit voorbeeld zijn gegeven zijn: C25C18 voor Ticketprinter (of ATB) C25C19 voor Itineraryprinter (reisschema’s) C25C1A voor Printability printer (boekings informatie printjes) C25C1B voor MIR (koppeling naar backoffice systeem) • Log eerst in met SON/Zxx. Gebruik een sign in code van één van de reisbureau medewerkers. Het linken van de ticketprinter: • HMLMC25C18DT (linken ticketprinter moet, indien aanwezig, op elk werkstation gebeuren) • HMOMC25C18-TKT (papierformaat is ticket. Entry hoeft maar op één werkstation uitgevoerd) • HMOMC25C18-U (zet printer Up. Entry hoeft maar op één werkstation worden uitgevoerd) Het linken van de Itinerary printer • HMLMC25C18DI (linken Itinerary printer moet, indien aanwezig, op elk werkstation gebeuren) • HMOMC25C18-ITN (papierformaat is Itinerary. Entry hoeft maar op één werkstation uitgevoerd) • HMOMC25C18-U (zet printer Up. Entry hoeft maar op één werkstation worden uitgevoerd) Het linken van de Printability printer (optioneel) • HMLMC25C18DX (linken printability printer moet, indien aanwezig, op elk werkstation gebeuren) • HMOMC25C18-BLK (papierformaat is blank. Entry hoeft maar op één werkstation uitgevoerd) • HMOMC25C18-U (zet printer Up. Entry hoeft maar op één werkstation worden uitgevoerd) Het linken van de MIR (optioneel) • HMLMC25C18DA (linken MIR moet, indien aanwezig, op elk werkstation gebeuren) • HMOMC25C18-U (zet printer Up. Entry hoeft maar op één werkstation worden uitgevoerd) Typ in HMLD .Met deze entry kan gecontroleerd worden of alle printers in de host voor dit werkstation correct ingevoerd zijn. Daarna kan er eventueel weer uitgelogd worden met SOF
© Galileo Nederland
24
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
6. Troubleshooting 6.1 Galileo Desktop werkstation problemen De meest voorkomende problemen met de werkstation software zijn netwerkproblemen. Voorbeelden hiervan staan beschreven in de onderstaande subparagrafen. De eenvoudigste tool om te zien waar het probleem zich bevindt, is de Galileo Desktop/Viewpoint Configuration Viewer, zie hiernaast. Deze is op te starten vanuit Start -> (all) Programs -> Galileo Desktop -> Configuration Viewer
Error, host unreachable De symptomen zijn: het Galileo Desktop scherm blijft lang zwart. De melding “Downloading Configuration Information. SysConnect x” Daarna verschijnt de melding: “Error, Host unreachable.Press ……” Mogelijke oorzaak1: Galileo Desktop krijgt geen verbinding met de Galileo host. Oplossing: 1. Ping naar hosts met Configuration Viewer. (start → Programs → Galileo Desktop → Configuration Viewer. Kies uit de menubalk voor Diagnostics → Ping ). Na de test moeten de ‘Ping Test Results’ overal ‘PASSED’ geven. Is dat niet het geval, ga dan naar punt 2 2. Maak een traceroute naar de host (Start → Programs → Galileo Desktop → Configuration Viewer. Kies uit de menubalk voor Diagnostics → Traceroute ). Op het punt waar de timeout verschijnt, ligt de oorzaak. Neem dan contact op met de betreffende verantwoordelijke voor dit netwerkcomponent. Mogelijke oorzaak 2: Client ID en werkstation IP adres matchen niet Oplossing: Controleer het IP adres van de PC en het client ID. Vergelijk ze met de gegevens uit de config sheet. De config sheet is te vinden achter in de Galileo map. Mogelijke oorzaak 3: De IP adres vertaling (NAT) is niet correct Oplossing: Controleer de NAT tabel in uw firewall en/of router. Vergelijk de gegevens met de gegevens uit de config sheet. Mogelijke oorzaak 4: Op de PC is een (e-mail) Proxy client geïnstalleerd. Oplossing: In elke proxy client bestaat de mogelijkheid een bepaalde IP range uit te sluiten. Sluit in het Galileo Desktop geval de volgende IP range uit: 57.8.0.0/255.255.0.0 Mogelijke oorzaak 5: U gebruikt een firewall en die moet nog ingesteld worden Oplossing: Voeg de rules toe, die van toepassing zijn voor Galileo Desktop. Zie ook bijlage 3
© Galileo Nederland
25
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
6.2 Print Manager problemen (AIR printing: ticketing, reisschema’s,etc) Voor het oplossen van print problemen is het erg handig om te weten hoe de Print manager applicatie werkt. Hieronder staat een stroomdiagram voor de werking van Galileo Print Manager:
Alle printproblemen kunnen ondergebracht worden onder één grote noemer: De printopdracht is gegeven,maar er komt geen printje (of ticket) uit Bij het opstarten van de GPM software staan er in de GTIDs tab rode kruisjes door de printers. Dit is normaal. De kruisjes verdwijnen automatisch wanneer een print opdracht vanuit Galileo wordt gegeven. Als er 5 minuten geen print opdracht gegeven is, dan komen de kruisjes weer tevoorschijn. Zo wordt voorkomen dat eventuele ISDN verbindingen niet open blijven staan.
© Galileo Nederland
26
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
6.2.1 Na een printopdracht komt het printje er niet uit Mogelijke oorzaak 1: De verbinding naar de Galileo host functioneert niet Oplossing: 1. Ping naar hosts (o.a. 57.8.81.13 en 57.8.81.113) vanuit de COMMAND prompt. Krijgt u een ‘reply’ dan zit de oorzaak niet in het netwerk. Zoek de oorzaak ergens anders 2. Maak een traceroute naar de hosts (o.a. 57.8.81.13 en 57.8.81.113) vanuit de COMMAND prompt. Op het punt waar de timeout verschijnt, ligt de oorzaak. Neem dan contact op met de betreffende verantwoordelijke voor dit netwerkcomponent. Mogelijke oorzaak 2: Client ID en werkstation IP adres matchen niet De melding in de taakbalk van Print Manager is: ‘Configuration Download failed’ Oplossing: Controleer het IP adres van de PC en het client ID. Vergelijk ze met de gegevens uit de config sheet. De config sheet is te vinden achter in de Galileo map. Vul eventueel de goede Client ID in de Print Manager software, klik op apply en kies voor File -> Save Mogelijke oorzaak 3: De printer functioneert niet Oplossing: Ga vanuit Start -> Programs -> Galileo Print Manager -> Configurations Druk met de rechter muistoets op de printer die niet functioneert en kies voor ‘Print Test Page’ Als de testpagina succesvol is, zit het probleem niet in de printer. Zoek de oorzaak ergens anders Bij een mislukte testpagina van een reisschema-(laser)printer: • controleer de instellingen van deze printer onder Windows. Test de printer eventueel vanuit de ‘Test Page’ mogelijkheid van Windows. • Onder Configurations, druk met de rechtermuistoets op de niet-functionerende printer en kies voor ‘Properties’. Controleer of de juiste printer is geselecteerd Bij een mislukte testpagina van een ticketprinter (test page resultaat is pop-up scherm in Windows): Controleer de ticketprinter instellingen. Zie voor verdere uitleg paragraaf 4.6 (voor een OPTAT ticketprinter of paragraaf 4.7, voor een ATB ticketprinter) Mogelijke oorzaak 4: U gebruikt een firewall en die moet nog ingesteld worden Oplossing: Voeg de rules toe, die van toepassing zijn voor de Print Manager. Zie bijlage 3. Mogelijke oorzaak 5: Windows is niet aangelogd met administrator rechten. Oplossing: Pas de rechten voor de gebruiker aan (lokale administrator rechten), zodat de Print Manager software volledig kan functioneren. Mogelijke oorzaak 6: Geen van bovenstaande. Oorzaak nog steeds onbekend Oplossing: Herstart de PC met Print Manager. Op deze manier is uit te sluiten dat er zich andere problemen voordoen op de Print Manager PC. Mogelijke oorzaak 7: Geen van bovenstaande. Oorzaak nog steeds onbekend Oplossing: Kijk in de Event Viewer (Application log) of er foutmeldingen zijn gegenereerd door Galileo Print Manager. Kijk in C:\Program Files\Focalpoint\DPS\dpshome.htm onder ‘Event Logs and Error Messages’ voor de uitleg van de foutmelding. Neem hierop actie. Neem bij onduidelijkheden contact op met de Galileo Service Desk.
© Galileo Nederland
27
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
Bijlage 1: Nuttige entries t.b.v. host printing: +J SON/Zxx SOF HMLD HQSgtid HQC HQCgtid HMLMgtidD* HMOMgtid-* *-achternaam TKPDID TKPDAD P-*R TKV/CKL
: Bekijk GTID van werkstation : In loggen op het Galileo-systeem (xx = initialen medewerk(st)er reisagent) : Uitloggen : Tonen status van Galileo-printers en buffers : Herstarten print opdracht (gtid = GTID van printer) : Tonen aantal vandaag verzonden print opdrachten : Tonen aantal print opdrachten in de queue (gtid = GTID van printer) : Link printer aan werkstation als *. Zie ook §4.6 : Gebruik gelinkte printer alleen als *. Of zet printer Up of Down. Zie ook §4.6 : Oproepen van boeking van klant : Uitprinten itinerary (na oproepen van boeking) : Creëren MIR (na oproepen boeking) : uitprinten van bijv. bookings informatie (na oproepen boeking) : Print test ticket
Bijlage 2: Lijst met conflicterende software In de meeste gevallen worden problemen met Galileo software opgelost door de laatste software versies te gebruiken Om te achterhalen wat de laatste versies zijn kan je: • Contact opnemen met Galileo Nederland, tel. 023-5675333. De hieronder genoemde software geeft problemen in combinatie met de door Galileo geleverde software. Dit zijn de problemen die we tot nu toe tegen zijn gekomen: •
Mc Afee Virus Scan 4.x.x in combinatie met Print Manager en OPTAT ticket printer: Om toch de virusscanner deels actief te laten moet het volgende worden gedaan: 1. Rename het bestand WEBSCANX.EXE in de Mc Afee directory naar bijv. WEBSCANX.EX_ 2. Schakel (Mc Afee) Download Scan, E-mail scan en Internet Filter uit
•
Fortis Money Manager in combinatie met e-Agent en/of Print Manager Browser. Beide applicaties geven: “Page cannot be displayed”. Het beveiligingsprotocol “csinst.exe” veroorzaakt dit. De workaround hiervoor is om elke keer bij het starten van Print Manager Browser en/of e-Agent, het beveiligingprotocol te deïnstalleren.
© Galileo Nederland
28
Januari 2005
Galileo Desktop VPN 1.0
Bijlage 3: Configuring a Firewall for Access via the Internet/VPN PROTOCOLS: TCP/IP UDP IPSec: ESP & AH
(Protocols 6 & 4) (Protocol 17) (Protocols 50 & 51) – Nortel Extranet client.
PORTS: (PAT-Port Address Translation is NOT permitted) IPSec Switch:
500 / UDP Traffic / Outbound & Inbound. 4500 / UDP Traffic / Outbound & Inbound. UDP Protocol 17 only on this port.)
Config Servers:
5067 / UDP Traffic / Inbound Only 5068 / UDP Traffic / Outbound Only 5069 / TCP Traffic / Inbound Only
IP Concentrators:
2748 / TCP Traffic / Outbound Only 2749 / TCP Traffic / Outbound Only 2750 / TCP Traffic / Outbound Only
DNS SUPPORT: (Must be able to PING from the client workstation:)
Nortel Networks Contivity VPN Client:
PING FPNET.GALILEO.COM PING FPVPN.GALILEO.COM
IP FILTERING: (Must be able to ping after VPN established) Device
Galileo® System
IPSec VPN Switch
FPNET.GALILEO.COM 12.17.202.11 12.17.202.17 12.17.202.18
IPSec VPN Switch Nat Transversal
FPVPN.GALILEO.COM 12.17.202.9 FPVPN1.GALILEO.COM 12.17.202.224 VPNIPC.GALILEO.COM 172.20.200.1
Config Servers IP Concentrators
VPNIPCS.GALILEO.COM 172.20.200.2
Note: These Specific IP Addresses: are subject to change without notice!
© Galileo Nederland
29
Januari 2005