WWW.LOC.NL
Uitgave 25 | december 2013
IPATIE ENPARTIC T N IË L C R DOO LLE ZORG O V E D R A VOOR WA PLATFORM
THEMA
Functioneren cliëntenraad Een nieuwe cliëntenraad | De leden maken de cliëntenraad | Cliëntenraad en ondernemingsraad | Een vruchtbare samenwerking met de Wmo-raad | Cliëntenraad niet langer representatief
INHOUD De wereld van Gideon Kap
Bij tanteLouise-Vivensis wordt gebruik gemaakt van Beeldzorg met Goedemorgenservice. Een initiatief van de cliëntenraad om cliënten (beter) te leren kennen.
18
Scheiden van wonen zorg
Veel cliëntenraden denken na over hun rol rondom het scheiden van wonen en zorg. Wat kan een cliëntenraad met dit onderwerp?
22
En verder 02 Cartoon 04 In Beeld 05 Colofon 06 Nieuws 07 Publicaties 08 De nieuwe cliëntenraad 10 De leden maken de cliëntenraad
13 Column 14 Cliëntenraad en or 16 Cliëntenraad en Wmoraad
20 Flow 24 Spiegelrapportage 29 Patiëntenparticipatie 32 Jurisprudentie 34 Vraagbaak 39 LOC
26
36
Coloriet zet wijsheid en passie van mensen in om waardevolle zorg te realiseren. Zo toont de organisatie voor ouderenzorg in Flevoland aan dat er werkelijke transitie in de zorg mogelijk is via dialoog en samenspel.
Mensen houden steeds meer contact via internet. Familienet sluit hierop aan. Via dit medium hebben verzorgers en familie contact, met de bedoeling de familie betrokken te laten zijn bij de cliënt. Lees hier de ervaringen van zorginstelling AxionContinu.
Samen kleur geven aan een waardevol leven
Familienet: net familie!
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
3
Foto: David Jagersma
IN BEELD
Zilvergrijs gesponnen verhalen 1 oktober was het de Internationale Dag van de Ouderen. In dat kader organiseerde de Karavaan der Vertellers een middag vol verhalen voor ouderen in het Rabotheater in Hengelo. Een initiatief van Janna van den Berg in samenwerking met de samenwerkende Ouderenbonden en Welzijn Ouderen Hengelo. Wim Wolbrink, professioneel verhalenverteller en verteldocent: “Sommige mensen komen op een gegeven moment over een grens dat ze met liefde de kleur van hun haar, het zilver, het grijs, het witte, accepteren. Dat wordt dan opeens het visitekaartje van hun ouderdom waar ze trots op kunnen zijn.” Janna van den Berg: “Ze hebben zoveel beleefd en zoveel ervaren, daar willen mensen graag over vertellen. Het is verrassend wat er in mensen verstopt zit.” Wolbrink: “De ervaring leert dat één verhaal bij tien toeschouwers weer tien nieuwe verhalen los maakt.” De maanden voorafgaand aan deze middag trok de Karavaan der Vertellers met dozen vol oude spullen langs de ouderen in Hengelo. Speurend naar verhalen en verteltalent. Het leverde prachtige, uit het leven gegrepen verhalen. Een deelneemster: “Veur die tied ha’k dur nooit an prakkezeert om zoiets te doen, maar ‘k vund gewéééldig!” Bekijk op YouTube het filmpje over dit project op: http://bit.ly/WlqrB9 www.karavaandervertellers.nl
4
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
REDACTIONEEL Hoofdredacteur Marion Winnink, tel. 088-5840935 Eindredactie C. Linneweever, I. Mulder, M. van der Woude Medewerkers aan dit nummer Liesbeth van Bakel, Margot Bosman, Marc van Bijsterveldt, Inge van Dommelen, Yvonne van Gilse, Irene Goor, Harry Hartmann, Jeanne Hermans, Sofie van Hoof, Zwany Huiting, Anne-Marieke Koot, Karen Maessen, Albine Moser, Kasper Paping, Robert Vening, Anita Wijnands Foto’s / Illustratie Buny Gielbert, David Jagersma, Mark de Koning, Shutterstock Externe adviesgroep Harry Hartmann, Saskia Reijnen, Rixt Runia Uitgeverij Vakmedianet, Postbus 448 2400 AK Alphen aan den Rijn Uitgever: Roel van Rijk Leden/abonneeadministratie Postbus 700, 3500 AS Utrecht Tel. 030 - 2843200 E-mail:
[email protected] Accountmanager Peter Hagedoorn, tel. 088-5840965 Basisontwerp Zorgt.communicatie Vormgeving Publish Impulse Group - Cross Media Solutions, Alphen aan den Rijn Druk Ten Brink, Meppel Copyright
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Waarde-volle zorg nog niet vanzelfsprekend Gezondheid en ziekte liggen soms dicht bij elkaar. Dat heb ik de afgelopen maanden aan den lijve ondervonden. Eind juli ging ik ‘gezond’ met vakantie. En eind augustus bleek dat ik met enige spoed geopereerd moest worden. Tien dagen later werd ik opgenomen in een ziekenhuis. Na de operatie kreeg ik een complicatie waardoor ik voor de tweede keer in een week ‘onder het mes’ moest. Uiteindelijk heb ik drie weken in het ziekenhuis gelegen. Drie weken die ik grotendeels in dezelfde houding in bed heb doorgebracht en waarin ik heb ervaren dat er heel veel aandacht was voor mijn lichamelijke toestand. Die aandacht was ook nodig, omdat ik lichamelijk erg ziek was. Hoe ik me die drie weken in bed voelde en of ik het volhield, zijn vragen die niet gesteld zijn. Het valt niet mee om drie weken in bed te liggen in dezelfde houding, weet ik inmiddels. Praten met je drie kamergenoten, lezen of jezelf ‘bezig houden’ lukte niet of nauwelijks. Daar was ik te ziek voor. Wat me opviel was dat mijn ‘overbuurvrouw’ altijd in de gaten hield of ik geen last had van de zon die door het raam naar binnen scheen. En als dat zo was, zorgde zij ervoor dat iemand de juiste gordijnen sloot. Als kamergenoten zorgden we voor elkaar en steunden we elkaar in emotionele situaties. De professionals hielden onze lichamelijke toestand in het oog. Het ziekenhuis waar ik lag, werkte vanuit een bepaalde visie. Dat betekende onder andere dat familie / bezoek de hele dag aanwezig kon zijn. In de dagen dat ik zo ziek was, heb ik dat als groot nadeel ervaren. De drukte die dat meebrengt, was voor mij bijzonder vermoeiend en ongemakkelijk. Doorlopend bezoek past niet altijd bij iedereen. De kunst is om goed na te gaan bij wie het wel past. En bij wie ook niet. Om vervolgens een passende oplossing te vinden. Voor mij was het een oplossing geweest als ik tijdelijk naar een tweepersoonskamer was verhuisd. Die mogelijkheid was aanwezig. Ik weet nu nog beter dat de LOC-visie ‘waarde-volle zorg’ nog geen vanzelfsprekendheid is. En dus ook hoe nodig het is dat we daar aan werken samen met cliënten, hun cliëntenraden en zorgorganisaties. Als LOC zeggen we steeds: De toekomst van de gezondheidszorg is ‘waarde-volle zorg’. En die toekomst begint vandaag. Yvonne van Gilse Directeur LOC
Disclaimer
Alle in Zorg & Zeggenschap opgenomen informatie is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. De juistheid en volledigheid kunnen echter niet worden gegarandeerd. Vakmedianet en de bij deze uitgave betrokken redactie en medewerkers aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor schade die het directe of indirecte gevolg is van het gebruik van de opgenomen informatie.
Reageren? Graag! Dat kan via:
[email protected]
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
5
NIEUWS Omring wint Jenneke van Veen-Verbeterprijs
Van Rijn: ‘verzorging en verpleging in één hand’
Het project ‘Mis ze niet!’ van Omring Thuiszorg op Texel heeft de Jenneke van Veen-Verbeterprijs gekregen. Volgens de jury leidt dit project tot een kwaliteitsverbetering in de langdurige zorg. ‘Mis ze niet” richt zich op het vroegtijdig signaleren van een delier door verzorgenden. Vroegsignalering maakt snel ingrijpen mogelijk, waardoor erger wordt voorkomen. Signalen van verzorgenden zijn daarbij onmisbaar. Het initiatief is op de werkvloer ontstaan, met heel concrete en goed bruikbare materialen als resultaat. De aanpak is bovendien goed verankerd in de keten, mede door een intensieve samenwerking met de huisartsen. De Jenneke van Veen-Verbeterprijs wordt jaarlijks uitgereikt en is een initiatief van ActiZ, VGN, LOC Zeggenschap in Zorg en Platform VG.
Staatssecretaris Van Rijn (VWS) besluit om verzorging en verpleging voor kwetsbare mensen met een lichamelijke aandoening in een hand te houden binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw). Dit maakt hij bekend in een brief aan de Tweede Kamer.
Lees meer op: www.loc.nl/verbeterprijs
Gemeenten tasten in het duister over jeugdzorg De hervorming van de jeugdzorg loopt gevaar door onduidelijkheid over geld. Hierdoor zijn de meeste gemeenten niet in staat om goede afspraken te maken met jeugdzorginstellingen. Dat blijkt uit een onderzoek naar de plannen van 41 regio's door een commissie onder leiding van Leonard Geluk. Het ontbreekt de gemeenten vooral aan informatie. Zij weten niet met hoeveel jongeren ze te maken krijgen, wie de hulpaanbieders zijn en wat de hoogte van hun budget is. Geluk dringt er bij het kabinet op aan de gemeenten voor december duidelijkheid te geven over het budget dat zij in 2015 krijgen voor jeugdzorg, zodat tijdig afspraken kunnen worden gemaakt voor kinderen die in behandeling zijn..
6
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
Nieuwe aanspraak ‘wijkverpleging’ De staatssecretaris kondigt in zijn brief één integrale aanspraak wijkverpleging aan. Mensen hebben straks recht op verpleging en verzorging in samenhang vanuit de Zvw. De ziektekostenverzekeraar stuurt dan voor zowel de verpleging als de verzorging een wijkzuster. Het gaat meestal om lijfgebonden medische zorg die voortvloeit uit een ziekte, een aandoening of een beperking. Het gaat vooral om kwetsbare ouderen waarbij de gezondheidssituatie snel kan veranderen en verslechteren en die intensief te maken hebben met de huisarts en/of het ziekenhuis. Met deze aanpak verwacht de staatssecretaris de samenwerking tussen huisartsen en wijkverpleegkundigen te versterken en dat mensen langer thuis kunnen blijven. Samenwerking gemeenten en verzekeraars De staatssecretaris wil tevens een veel sterkere lokale samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars. Gemeenten en zorgverzekeraars hebben een gezamenlijk belang om de mensen die langer thuis willen wonen passende zorg en ondersteuning te bieden. Mensen mogen geen last hebben van discussies over wie wat betaalt, zegt Van Rijn. Ga voor de tekst van de kamerbrief naar de website van de rijksoverheid: http://bit.ly/1aGYc6B.
PUBLICATIES Handig bij dementie 'Handig bij dementie' is een nieuw boek over dementie waarin het toegenomen gevoels- en emotieleven van mensen met dementie centraal staat. Hoe komt dit en wat betekent dit voor gedrag, bejegening, woningaanpassingen en hulpmiddelen? Diverse deskundigen werkten aan dit boek mee, onder wie LOC-medewerkster Lena Hillenga. Zij schreef over het thema eten en drinken. Het boek bevat diverse gastartikelen, praktijkvoorbeelden en een selectie van de meest gestelde vragen in Alzheimercafé’s. Voor meer informatie, zie www.handigbijdementie.nl. Ruud Dirkse en Lenie Vermeer, Handig bij dementie. Uitgeverij Kosmos, ISBN 9789021555034. Prijs: € 22,95
Bewegingsgerichte zorg in praktijk brengen met het Zorgleefplan Om bewegen te bevorderen in de ouderenzorg is ‘Bewegingsgerichte zorg in praktijk brengen met het zorgleefplan’ ontwikkeld. Deze publicatie is een coproductie van LOC, V&VN, ActiZ en KNGF/NVFG. Cliënten worden vaak passiever dan nodig is, door hun conditie en omstandigheden. En dat is heel erg jammer, want iedere beweging die mensen maken is vitaliteitswinst. Ook in zorgorganisaties hoort bewegen erbij en is te integreren in het dagelijkse doen en laten: bij lichamelijke verzorging en huishoudelijke zaken en bij overige dagbesteding. Bewegingsgerichte zorg, kortom. Bewegingsgerichte zorg is wel maatwerk. Het draait om een passend beroep op bewegen en de juiste uitdaging om in beweging te komen. ‘Bewegingsgerichte zorg in praktijk brengen met het zorgleefplan’ is gratis te downloaden op onze website. Nabestellen op papier is mogelijk bij de webshop van ActiZ.
Brochure 'Meepraten over goede zorg' vernieuwd
Wat moet ik regelen als ik 18 word?
De brochure 'Meepraten over goede zorg' is vernieuwd. Deze brochure geeft antwoord op de vraag hoe de cliëntenraad kan meepraten over de kwaliteit van de zorg. Download de laatste versie van deze brochure op www.loc.nl/publicaties.
Voor jongeren in de jeugdzorg is er de brochure ‘Wat moet ik regelen als ik 18 word?’ gemaakt. In deze brochure zijn de belangrijkste onderdelen beschreven die van groot belang zijn wanneer je 18 wordt en/of zelfstandig gaat wonen. Download de brochure via onze website.
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
7
Thema Functioneren cliëntenraad
Een nieuwe cliëntenraad
Aan de slag!
Regelmatig ontvangt LOC vragen over het instellen van een cliëntenraad. Dit najaar nog van een verpleeghuis op Aruba. Daar was nog geen cliëntenraad. In andere gevallen heeft een raad allemaal nieuwe leden of moet er een raad komen voor een nieuwe locatie. Waar moet je beginnen bij het instellen van een nieuwe raad? Tekst Anita Wijnands
Handreiking Passende medezeggenschap Mogelijk is een cliëntenraad in de oude vorm helemaal niet de beste oplossing in jullie situatie. En willen jullie op een andere manier gaan werken. De handreiking passende medezeggenschap gaat terug naar de motivatie van waaruit mensen zich inzetten voor medezeggenschap. Die motivatie van jezelf en elkaar kennen, heeft als meerwaarde dat jullie je maximaal kunnen (leren) inzetten voor de medezeggenschap. Wat je daarvoor moet doen en wat je daar voor nodig hebt, staat in deze beknopte handreiking. Bestel via www.loc.nl/publicaties.
8
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
“We hebben een paar enthousiaste mensen maar waar beginnen we?” Voordat de cliëntenraad aan de slag kan gaan moet de directie volgens de Wmcz (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen) een regeling treffen voor de samenstelling van de raad. Ook moet de directie voldoende financiële middelen ter beschikking stellen. De regeling heet besluit tot instelling van de cliëntenraad (kortweg instellingsbesluit). Op onze website vind je een voorbeeld van een instellingsbesluit.
Aan de slag Op baisis van het instellingsbesluit kan de cliëntenraad aan het werk. Er moet nogal wat gebeuren en daarom zijn er ook meerdere mogelijkheden. Er zijn praktische zaken
die geregeld moeten worden. Zo kan de cliëntenraad een eigen huishoudelijk reglement maken. Ook moet een nieuwe raad de organisatie en de mensen waar het om draait, goed leren kennen. Daarnaast wil je graag aan iedereen laten weten dat de cliëntenraad er is. In de Wmcz staat dat de cliëntenraad zijn werkwijze moet vastleggen in een (huishoudelijk) reglement. In de wet staat niet wat er in dit reglement moet staan. LOC raadt aan om de functieverdeling er in vast te leggen. Dus de benoeming van de voorzitter, penningmeester en secretaris. Ook is het goed om vast te leggen hoe besluiten worden genomen, het minimum aantal leden dat nodig is om een beslissing te nemen en hoe de verslaglegging wordt gedaan. Ook kan het werkplan en de manier van communiceren met cliënten (de achterban) er in opgenomen worden. Van het huishoudelijk reglement is een voorbeeld te vinden op de LOC-site.
Maak een werkplan Vaak wil een nieuwe cliëntenraad gelijk aan de slag met allerlei verschilldende activiteiten. Een cliëntenraad kan het beste starten met het maken van een werkplan. Ook van het werkplan is een voorbeeld te vinden op de LOC-site. Met het maken van een werkplan kun je goed afwegen wat nu belangrijk is en wat er nu minder toe doet. Zowel de praktische zaken als de inhoudelijke zaken rondom zorg en dienstverlening, waar de raad iets mee wil, kunnen in het werkplan een plek krijgen. Zorg vanaf het begin dat er altijd genoeg onderwerpen die betrekking hebben op zorg en dienstverlening aan bod komen. Zo blijft het werk inhoudelijk interessant en kan de cliëntenraad al snel laten zien wat ze heeft gedaan. Het werkplan bevat dus onderwerpen over het intern functioneren van de cliëntenraad, zoals: ŗ het opstellen vergaderschema; ŗ verdeling van taken; ŗ bekendheid geven aan de raad. Maar ook de onderwerpen waar de raad zijn aandacht op wil richten die met zorg en dienstverlening te maken hebben. Denk aan: ŗ de beperkte keuze in warme maaltijden; ŗ het soms lang moeten wachten op de verzorging.
Welkom in de cliëntenraad De brochure Welkom in de cliëntenraad geeft beknopt de belangrijkste informatie die nieuwe leden van een cliëntenraad moeten weten weer. Zo geeft het boekje antwoord op de vragen: Welke rechten heeft een cliëntenraad? Wat moet een lid van de cliëntenraad kunnen? En over welke onderwerpen mag de raad adviseren? De brochure is te bestellen via www.loc.nl/publicaties.
Relatiebeheerder Neem contact op met de relatiebeheerder van LOC als er een nieuwe cliëntenraad is of er grote veranderingen zijn. De relatiebeheerder kan jullie advies en informatie geven of een workshop of cursus organiseren die aansluit op jullie vragen.
In het werkplan moeten ook de adviesaanvragen van de directie voor de komende tijd worden opgenomen. Maak met de directie afspraken over wanneer een advies verwacht wordt. Zo kun je een planning maken. Wanneer je bezig bent de onderwerpen voor het werkplan te bedenken, komen er waarschijnlijk al meer thema’s aan de orde dan waar de cliëntenraad direct mee aan de slag kan. Het is dan belangrijk om prioriteiten te stellen. Dat kan door na te gaan wat het meeste leeft onder de achterban. En door te kijken of het onderwerp onder de adviesbevoegdheid valt. Ook is het goed om te kijken naar de deskundigheid die er binnen de raad aanwezig is.
Lees meer over dit onderwerp De voorbeeldregelementen en de brochure 'Het werkplan van de cliëntenraad' met tips en een voorbeeld werkplan zijn te vinden op: www.loc.nl/publicaties.
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
9
Thema Functioneren cliëntenraad
De leden maken de cliëntenraad Gezamenlijk maak je een cliëntenraad. Een cliëntenraad is niet een ding, maar een groep mensen die aan de slag gaat voor cliënten van een zorgorganisatie. Wie zitten er in een cliëntenraad? Hoeveel leden moet een raad hebben? En wat moeten de leden van een raad kunnen? Tekst Anita Wijnands
Wie zitten er in de cliëntenraad?
Wie zitten er niet in een cliëntenraad?
In de ideale situatie bestaat een cliëntenraad uit cliënten/ wettelijk vertegenwoordigers (of mensen die dat zijn geweest). Zij hebben de ervaringsdeskundigheid die nodig is om de belangen van cliënten goed te behartigen. Maar voldoende mensen vinden met de nodige kennis, vaardigheden en tijd is vaak lastig. Daarom bestaan cliëntenraden meestal ook uit anderen dan cliënten, zoals partners, kinderen, of vrijwilligers. Regelmatig hebben cliëntenraden een onafhankelijke voorzitter. Dat is een mogelijkheid en geen vereiste. Vaak kiezen zij hiervoor omdat het voorzitterschap te zwaar is voor een van de cliënten. Zo kost de functie vaak veel tijd en worden er andere vaardigheden verwacht.
Het komt ook voor dat er medewerkers van een zorginstelling in de cliëntenraad zitten. LOC raadt dit af omdat de belangen van cliënten en van medewerkers haaks op elkaar (kunnen) staan. In zo’n situatie is het voor een medewerker-cliëntenraadslid erg lastig om het cliëntenbelang voorop te (blijven) stellen. Een enkele keer blijkt een directeur lid te zijn van de cliëntenraad. Dit betekent dat de directeur advies vraagt aan de cliëntenraad en vervolgens als cliëntenraadslid mee advies uitbrengt aan de directie (zichzelf dus!). Dat kan dan ook niet.
In de ideale situatie bestaat de cliëntenraad uit cliënten/wettelijk vertegenwoordigers
TIP: Het is belangrijk om de verhouding tussen bewoners/cliënten en ‘anderen’ in de cliëntenraad goed in de gaten te houden. Zo kun je bijvoorbeeld bepalen dat minstens de helft van de cliëntenraad uit bewoners/ cliënten/patiënten/wettelijk vertegenwoordigers moet bestaan. Wanneer iemand geen cliënt is, is het wel van belang dat hij/zij het cliëntenbelang voorop stelt. 10
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
Goede afspiegeling van de achterban Een goede afspiegeling van de achterban houdt ook in dat er rekening wordt gehouden met diversiteit. Zoals cliënten uit verschillende culturen. Het kan lastig zijn om alle groepen te betrekken. Als eerste kan de raad kijken waar de gaten zitten in de cliëntenraad. Ontbreken er bijvoorbeeld bewoners van één afdeling, dan kun je daar eens mensen polsen of zij belangstelling hebben. Of daar een voorlichtingsbijeenkomst houden. Mis je vertegen-
woordigers van dementerende bewoners dan kun je contact opnemen met de familie en contactpersonen. Stuur een brief of houd in het weekend een ludieke actie wanneer veel familieleden op bezoek zijn. Zoek je meer mensen met verschillende achtergronden, houd dan een gezellige middag met een hapje en drankje en bijvoorbeeld muziek. Mis je een bepaalde deskundigheid of wil je bijvoorbeeld een onafhankelijk voorzitter, dan is extern werven ook een mogelijkheid. Denk aan de lokale krant of de vrijwilligerscentrale. TIP: Niet iedereen past de Nederlandse vergadercultuur. Het is daarom altijd goed te kijken hoe iedereen zijn inbreng kan hebben, zonder daarvoor aan de raad te hoeven deelnemen. Zoek andere manieren van samenwerken, organiseer bijvoorbeeld huiskamergesprekken.
Hoeveel leden heeft een cliëntenraad nodig? De Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) geeft niet aan hoeveel leden een cliëntenraad moet hebben. Wel geeft de wet aan dat ‘de cliëntenraad redelijkerwijs representatief geacht kan worden voor de cliënten’. Hieruit kun je afleiden dat een cliëntenraad met minder dan vijf leden problemen kan krijgen met de representativiteit. Bij het vaststellen van het aantal leden van een centrale cliëntenraad kun je kijken naar: ŗ Het aantal lokale cliëntenraden dat samenwerkt (vertegenwoordigd is) in de centrale cliëntenraad. Een veelvoorkomende vorm is één vertegenwoordiger en één plaatsvervanger per lokale cliëntenraad. ŗ De omvang van de samenwerkende instellingen. Zo kan een grote thuiszorgorganisatie recht hebben op twee zetels en een klein verpleeghuis op één. ŗ Om ervoor te zorgen dat de raad representatief is, kan er een bepaling zijn dat in de centrale cliëntenraad bijvoorbeeld maximaal veertig procent van het aantal plaatsen bezet mag worden door mensen die geen lid zijn van een lokale raad. ŗ In een centrale cliëntenraad zitten minstens zoveel leden als het aantal cliëntenraden dat deelneemt. ŗ Om efficiënt en slagvaardig te werken en vergaderen is een aantal van twaalf personen het beste. Zo is de groep niet te groot, maar kan er in tijden van piekdrukte gewerkt worden in commissies.
Welke eisen stel je aan cliëntenraadsleden? LOC heeft een aantal profielschetsen gemaakt voor cliëntenraden. De profielschetsen geven een beeld van de eisen die een cliëntenraad mogelijk kan stellen aan de leden. Bij het opstellen van profielschetsen kan de cliëntenraad de eigen verwachtingen vergelijken en aanvullen met deze criteria. Algemene criteria zijn: ŗ directe ervaring en/of betrokkenheid hebben met de zorg- en dienstverlening; ŗ cliëntenbelang voorop stellen; ŗ onderscheid kunnen maken tussen eigen belang en cliëntenbelang; ŗ gemotiveerd zijn; ŗ kunnen samenwerken; ŗ voldoende tijd en inzet hebben; ŗ kunnen omgaan met vertrouwelijke informatie. Daarnast bevatten de verschillende profielschetsen ook meer specifieke criteria. Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
11
Er zijn profielschetsen voor: ŗ Profielschets leden cliëntenraad Geestelijke Gezondheidszorg, Verslavingszorg, Maatschappelijke Opvang. ŗ Profielschets leden cliëntenraad verpleging, verzorging en thuiszorg. ŗ Profiel leden centrale cliëntenraad zorgconcerns. Natuurlijk is het altijd belangrijk dat de cliëntenraad de profielschetsen bekijkt vanuit zijn eigen situatie. Ook hoeven niet alle leden altijd aan dezelfde criteria te voldoen. Zo heeft een cliëntenraad mensen nodig die ook een specifieke deskundigheid hebben. Deskundigheid zoals beleidsmatige interesse, secretariële vaardigheden of financiële kennis. En het is belangrijk dat meerdere cliëntenraadsleden graag met de cliënten contact onderhouden. Want het contact met de achterban is de motor van de medezeggenschap. Een cliëntenraad die ‘van alles wat’ in huis heeft en daar een goed team van weet te smeden, kan optimaal bijdragen aan de kwaliteit van de medezeggenschap en daarmee aan de kwaliteit van leven van cliënten.
Samenstelling centrale cliëntenraad De leden van de centrale cliëntenraad zijn meestal afgevaardigden van de lokale raden die onderdeel zijn van de zorgorganisatie. Ook is het mogelijk om mensen te benoemen die geen lid zijn van een lokale raad, maar die een specifieke deskundigheid hebben en zich willen inzetten voor een goede zorg- en dienstverlening vanuit cliëntenperspectief. Gezien het vaak abstracte en strategische niveau waarop de centrale cliëntenraad werkt, kan dit voordelen hebben. In dat kader is het ook van belang om te kijken naar de aandachtsgebieden van de raad van bestuur: welke deskundigheid is nodig om een volwaardig gesprekspartner te kunnen zijn voor de raad van bestuur? De voorzitter van de centrale cliëntenraad kan, naar keuze, extra worden toegevoegd. Hij hoeft niet afkomstig te zijn van één van de vertegenwoordigende cliëntenraden. Ook voor de centrale clientenraad heeft LOC een profielschets ontwikkeld. Kijk voor de verschillende profielschetsen op: www.loc.nl/profielschets.
12
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
Meer informatie Medezeggenschap in alle tonen LOC en ActiZ ontwikkelden voor de sectoren verpleging, verzorging en thuiszorg de brochure Medezeggenschap in alle tonen - Naar een
interculturele cliëntenraad in drie stappen. De brochure beschrijft enkele manieren om nieuwe leden te werven voor de cliëntenraad. Ook laat de brochure zien dat er naast vergaderen ook andere vormen van samenwerken zijn om de medezeggenschap vorm te geven. Tot slot is er een aantal tips over hoe je als raad het beste intercultureel kunt werken. Gezocht: nieuwe leden (brochure voor VVT) De brochure gaat stapsgewijs in op hoe nieuwe leden te werven. Op welke manieren kun je mensen benaderen? Hoe ga je verder als er interesse is en hoe werk je nieuwe leden in. Er zijn tal van praktische voorbeelden in de brochure opgenomen die te gebruiken zijn bij de werving van nieuwe leden. Nieuwe leden voor de cliëntenraad – Handreiking (brochure voor GGz, Vz en MO) Deze handreiking vertelt in vijf stappen hoe een cliëntenraad nieuwe leden kan krijgen. Zo kan de raad bekijken welke afspraken er zijn, wie kan helpen, welke methode voor het selecteren wordt gekozen en hoe nieuwe leden in te werken. De brochure bevat ook voorbeelden die de cliëntenraad kan gebruiken bij het werven. Zoals een profielschets, poster en presentatie. Publicaties bestellen Al bovenstaande publicaties zijn te bestellen via: www.loc.nl/publicaties of e-mail naar
[email protected]. Heb je geen internet, bel dan de Vraagbaak. Deze is van maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur te bereiken per telefoon: 030-2843200.
COLUMN
Gewoon dierbaar De laatste week van september had ik vrij genomen. Die week werd ik vijftig en gaf ik een feest voor familie en vrienden. De afgelopen week, de eerste week van oktober, werkte ik weer. Het was hartverwarmend dat iedereen me feliciteerde en wilde weten hoe het feest geweest was. Zo af en toe één of meerdere weken vrij is fijn en zo’n eerste week na een vakantie vind ik altijd erg plezierig. Juist dan besef ik hoe dierbaar het werk en de mensen me zijn. Mevrouw E., bij wie ik op donderdagmiddag kom, zei het wel mooi. Ze zei: al ben je hier iedere week maar een paar uurtjes, ik kijk er naar uit en ik mis het als je er niet bent. Ik merkte aan alles dat ze blij was dat ik er weer was. Ze had veel te vertellen en toen ik thuis kwam vond ik een een blikje peren in mijn tas.
Anne-Marieke Koot huishoudelijke hulp bij thuiszorgorganisatie Careyn in Utrecht. Ze schrijft deze column vanuit de alledaagse praktijk in de thuiszorg.
Het is het gewone, het bijna thuis zijn, – terwijl je natuurlijk te gast blijft – het vertrouwde, dat voor mij het werk zo dierbaar maakt. Zo ook afgelopen maandagmiddag – dan werk ik bij een echtpaar. Ik heb hier de vaste dingen die ik iedere week doe: stoffen, zuigen, dweilen, et cetera, in een vaste volgorde. En altijd als de gang droogt na het dweilen drink ik een kopje thee met meneer. Hij vraagt me hoe het feest afgelopen week was. En ik vraag hem hoe het gaat met zijn kinderen en kleinkinderen. Daarna ga ik weer verder met mijn werk. Het laatste anderhalf uur doe ik daar de strijk. Er is veel strijk, omdat mevrouw bedlegerig is en de bedden twee keer per week verschoond worden. Niet erg, ik heb geen hekel aan strijken. Ik strijk er altijd in de kamer. Meneer zit aan tafel. Hij is bezig met zijn computer. Verder is het rustig in huis. Ik weet dat hij er best moeite mee heeft om te accepteren dat ze hulp in het huishouden nodig hebben. Regelmatig zegt hij me dat hij zou willen dat hij het zelf allemaal nog kon, maar door zijn ziekte lukt dat niet meer. Door de ziekte van zijn vrouw komen er veel zorgverleners over de vloer en hij vindt het lastig om tegen iemand te zeggen: doe dit, of doe dat. Nu doen we beiden ons eigen ding: hij is met de computer bezig, ik met de strijk. Zonder woorden, heel alledaags, gewoon. Het was goed: een mooi verstild moment.
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
13
Cliëntenraad en ondernemingsraad
Medezeggenschap in het kwadraat
Moet de cliëntenraad een relatie hebben met de ondernemingsraad? Dat moet niet, maar het kan wel verstandig zijn. Zowel de cliëntenraad als de ondernemingsraad adviseert de bestuurder(directeur) over het organisatiebeleid. Ieder van uit zijn eigen perspectief en wetgeving. Deze lijken heel verschillend, maar hebben ook veel overeenkomsten. Dus kan samenwerking de raden versterken. Tekst Liesbeth van Bakel en Irene Goor
Liza Arends van OR ondersteuning (een organisatie voor bemiddeling van ambtelijk secretarissen voor de ondernemingsraad en ook ondersteuners van cliëntenraad) organiseert regelmatig netwerkbijeenkomsten met een thema. In september was dat Relatie ondernemingsraad en cliëntenraad. Betrokkenen konden hierover, begeleid door trainers van DASMO en Stavoor, met elkaar van gedachten wisselen. Opvallend is dat de raden in veel organisaties weinig contact met en kennis hebben van elkaar. Soms is dat ingegeven door vertekende beelden. De ondernemingsraad beschouwt de cliëntenraad als ongeorganiseerd en met weinig continuïteit. Welke kunde en ervaringen de cliëntenraadsleden hebben, is niet bekend. De cliëntenraad vindt dat de ondernemingsraad het makkelijk heeft, want de ondernemingsraadleden kunnen hun medezeggen14
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
schapswerk onder werktijd doen en ze hoeven alleen naar personeelsbelangen te kijken. Terwijl een ondernemingsraad ook echt het organisatiebelang moet meewegen. Gelukkig zijn er ook organisaties waar de ondernemingsraad en de cliëntenraad elkaar wel kennen en ook samenwerken als het nodig en mogelijk is. Maak dus eens kennis met elkaar.
Bevoegdheden Het is ook goed om te weten welke rechten een ondernemingsraad heeft en die te vergelijken met de rechten van de cliëntenraad. Ze staan naast elkaar in de tabel. De or-rechten zijn beschreven in de Wet op ondernemingsraden (WOR). Beiden raden hebben dus recht op informatie, overleg, advies en verzwaard advies of instemming. De onderwerpen voor advisering zijn deels verschillend en deels hetzelfde.
Thema Functioneren cliëntenraad Doelstelling
Adviesbevoegdheid
WOR
WMCZ
Overleg voeren met een vertegenwoordiging van in de onderneming werkzame personen in het belang van het goed functioneren van de onderneming in al haar doelstellingen
In het kader van de doelstelling van de instelling in het bijzonder de gemeenschappelijke belangen van de cliënten behartigen
Organisatorische en financieel- economische wijzigingen, gericht op de arbeid.
Organisatorische wijzigingen, gericht op de zorg.
Overdracht zeggenschap, fusie, duurzame samenwerking, wijziging van werkzaamheden, belangrijke wijzigingen organisatie, benoeming/ontslag bestuurder Unieke bevoegdheid ondernemingsraad: ŗ Technologische voorzieningen ŗ Zorg voor milieumaatregelen ŗ Regeling zelf risicodrager wet FSV ŗ Adviesopdracht aan extern deskundige over adviesaangelegenheid
Unieke bevoegdheid cliëntenraad: ŗ Naast verhuizing ook opheffing of ingrijpende verbouwing instelling ŗ Begroting en jaarrekening ŗ Wijziging doelstelling en grondslag ŗ Beleid inzake toelating en/of beëindiging zorg aan cliënten
Instemmingsbevoegdheid dat in WMCZ verzwaard advies heet
Vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling op gebied van sociaal beleid (personele regelingen), voor zover niet in de cao geregeld
Zaken die direct betrekking hebben op cliënten
Informatierecht
Alle informatie die de raad nodig heeft voor de vervulling van zijn taak, tijdig en zo nodig schriftelijk ŗ Begroting en jaarrekening ŗ Rechtsvorm, namen RvT/ RvC en zeggenschapsverhoudingen ŗ Milieu-gerelateerd en sociaal ŗ Over beloningsverhoudingen
Overleg met bestuurder
Twee keer per jaar bespreking algemene gang van zaken: Ontwikkelingen en besluiten in voorbereiding voor advies of instemming Afspraken betrokkenheid ondernemingsraad hierbij
Een keer per jaar bespreking algemene gegevens over het gevoerde beleid en het komend jaar te voeren beleid
Beide raden hebben adviesrecht bij veranderingen in de organisatie. Dan kan het slim zijn de adviezen op elkaar af te stemmen. Dit betekent niet dat beide raden hetzelfde adviseren. Iedere raad heeft immers zijn eigen verantwoordelijkheid. Soms heeft de ene raad een adviesbevoegdheid die de ander ook zou willen. Zo mag de clientenraad wel en de ondernemingsraad niet adviseren over de begroting. Een goed onderwerp om krachten en kennis te bundelen. Bij het instemmingrecht van de ondernemingsraad gaat het over personele regelingen. Daar heeft de cliëntenraad geen bevoegdheden. Maar goed personeelsbeleid is ook van belang voor de cliënten, want kwaliteit van zorg is afhankelijk van gemotiveerd personeel. Misschien goed om het advies van de ondernemingsraad te ondersteunen met een ongevraagd advies van de cliëntenraad.
Krachten bundelen Tips om de relatie aan te gaan: ŗ Zoek uit wie de voorzitter of het dagelijks bestuur is en regel een kennismakingsgesprek. ŗ Wissel informatie uit door elkaar de agenda en verslagen te sturen. ŗ Bespreek samen het jaarplan van de onderneming en stem af voor welke onderwerpen de krachten kunnen worden gebundeld. ŗ Bespreek een gemeenschappelijk onderwerp en maak samen een plan van aanpak. ŗ Spreek samen een scholingsdag af. ŗ Krachten bundelen heeft zijn voordelen. De raden kunnen elkaar versterken door adviezen af te stemmen en gebruik te maken van elkaars kennis en kunde en mogelijkheden. Omdat het scholingsrecht van de ondernemingsraad beter geregeld is, is het misschien een idee om deels samen een cursus te doen? De ondersteuner als constante factor in de cliëntenraad kan een rol spelen om het contact met de ondernemingsraad te maken, te onderhouden en uit te breiden. Een goed voorbeeld is een ziekenhuis waar de ondersteuner en ambtelijk secretaris een kamer delen. Het is dan makkelijk om even te vragen welke post er ontvangen is.
Kanttekeningen zijn er ook Beide partijen moeten waken de andere raad niet te overheersen. Elke raad heeft immers zijn eigen tempo en bepaalt zijn prioriteit. En misschien zit de bestuurder niet te wachten op gezamenlijke actie van de raden. Dit vraagt om transparantie in de samenwerking, ook met de bestuurder. TIP: kijk welke samenwerking er mogelijk is in de eigen organisatie. Nodig de ondernemingsraad eens uit voor een kennismaking. Wie weet kan dit uitgroeien tot een rondetafelgesprek met ondernemingsraad, cliëntenraad, RvT en bestuur om samen te praten over de toekomst van de zorg. Gezien de veranderingen in de sector is er genoeg gespreksstof. Liesbeth van Bakel en Irene Goor zijn (senior) trainer en adviseur bij Stavoor en Dasmo
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
15
Wmo-raden
Een vruchtbare samenwerking Gemeenten krijgen door het scheiden van wonen en zorg en het decentraliseren van landelijke wetten naar het lokale niveau steeds meer zeggenschap over en in zorginstellingen. Dit betekent dat cliënten en cliëntenraden in toenemende mate te maken krijgen met Wmo-raden.
Tekst Inge van Dommelen
Sinds de inwerkingtreding van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) hebben vrijwel alle gemeenten in Nederland een adviesorgaan van cliënten en/of burgers; een Wmo-raad of –platform waarin vrijwilligers adviseren vanuit een bepaald aandachtsgebied, bijvoorbeeld openbare geestelijke gezondheidszorg. Maar vaak is er ook een verdeling naar doelgroepen zoals ouderen, verstandelijk gehandicapten of mantelzorgers. Het doel van de Wmo-raad is ervoor zorgen dat de gemeente de wetgeving goed uitvoert en beleid maakt waarin burgers en hun behoeftes uitgangspunt zijn. 16
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
Per gemeente is de manier van werken anders, passend bij de lokale situatie. De ene raad legt meer de nadruk op beleidsbeïnvloeding, een andere meer op belangenbehartiging van bepaalde groepen. De standaard Wmo-raad bestaat niet.
Wat doen Wmo-raden? Wmo-raden adviseren gemeenten in ieder geval over Wmo-beleid. Maar steeds meer Wmo-raden geven inmiddels ook advies over het gehele sociaal domein. Het gaat dan om onderwerpen als armoedebeleid, huisves-
Thema Functioneren cliëntenraad tingsbeleid, jeugdzorg of veiligheid. Het gaat daarbij vaak om nieuw beleid, maar ook om bestaand beleid, om wijzigingen en soms om evaluatie. Om hun werk goed te kunnen doen moeten Wmo-raden een netwerk hebben van cliënten, burgers, belanghebbenden, organisaties in de gemeente en natuurlijk van mensen binnen de gemeentelijke organisatie zelf. Dit netwerk is nodig om signalen/knelpunten van burgers te verzamelen voor een advies of om een thema te agenderen bij de gemeente. De gemeente-ambtenaren zelf leveren informatie over proces, beleid en voornemens . Op basis van deze informatie bepaalt een Wmo-raad zijn agenda en strategie.
Wat doen zij niet? Wmo-raden zijn geen verlengde van de gemeente. Zij zijn onafhankelijk. Zij kunnen en moeten juist de luis in de pels zijn en de gemeente wijzen op ongepast beleid, maar werken daarnaast wel samen met de gemeente om invloed uit te kunnen oefenen. De raden adviseren niet aan instellingen of bedrijven, maar aan B&W of de gemeenteraad. De Wmo-raad is ook geen klachtenloket. Wel kan hij op basis van klachten/signalen van burgers een punt bespreekbaar maken bij de gemeente en advies uitbrengen. Het is echter geen dwingend advies: de gemeente kán het naast zich neerleggen. Maar een goed functionerende Wmo-raad onderneemt hier dan wel weer actie op en vraagt een toelichting van de wethouder. Levert dat gesprek niets op, dan kan de raad er nog voor kiezen om contact te zoeken met de gemeenteraad of in te spreken bij een commissievergadering van de gemeenteraadsleden voor zorg en welzijn.
Betekenis Wmo-raad voor cliëntenraad? Je adviseert als cliëntenraad je instelling over te voeren beleid in de organisatie, waarbij het belang van jullie cliënten voorop staat. Steeds meer instellingen, en jullie dus ook, krijgen te maken met gemeenten en hun beleid. Voor de inkoop van zorg, voor huisvesting, voor ondersteuningsdiensten rondom de zorg die de instelling levert. Om de belangen van de cliënten te behartigen is het steeds belangrijker om te weten hoe een gemeente werkt en hoe jullie het beleid van de gemeente positief kunnen beïnvloeden voor de cliënten, al dan niet samen met de instelling. Omdat de Wmo-raad de gemeente adviseert en kennis heeft van de manier van werken van de gemeente
en haar partners, is het aan te raden om met deze raad in contact te treden. De Wmo-raad heeft op zijn beurt belang bij jullie kennis; jullie weten als geen ander wat er speelt in de instelling en bij jullie achterban. Je versterkt elkaar en kunt samen dus een grotere invloed uitoefenen op het beleid van de gemeente (en instellingen). Kortom, samenwerken met Wmo-raden biedt veel kansen om de belangen van jullie cliënten – ook voor de toekomst – goed te blijven behartigen.
Wat kunnen jullie doen? De afgelopen periode was de Koepel Wmo-raden aanwezig bij jullie ledendagen. Op basis van jullie eigen inbreng geven wij de volgende tips mee. ŗ Denk samen na over wat nodig is voor de cliëntengroep/achterban in de nieuwe situatie als de gemeente verantwoordelijk wordt. ŗ Ga het gesprek aan met de instelling: waar kunnen jullie elkaar versterken richting gemeente(n)? Eventueel samen gemeente en Wmo-raad informeren. ŗ Zelf gesprek aangaan met Wmo-raad: - Verkennen samenwerken voor jullie cliëntengroep/ achterban; - Kennis en ervaring delen; - Samen met Wmo-raad optrekken richting gemeente ten behoeve van beleidsbeïnvloeding. ŗ Jullie kennis en ervaring zichtbaar maken en laten zien wat de anderen (Wmo-raad, gemeente) daaraan hebben; hoe concreter hoe beter. Bijvoorbeeld: - 10-puntenplan vanuit het perspectief van de cliënten/achterban als hulpmiddel voor gesprek met Wmo-raad en/of gemeente; - 5 aanbevelingen voor een Wmo-raad die zo in een advies passen; - debat/politiek cafe voor de gemeente met cliënten erbij.
Meer weten? Het LOC en de Koepel Wmo-raden versterken de samenwerking de komende periode voor een goede ondersteuning van uw advieswerk. Houdt daarom de website in de gaten. www.koepelwmoraden.nl
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
17
De wereld van Gideon Kap
Goedemorgenservice
We zijn nu echt bij de mensen in beeld!
Jan-Kees van Wijnen, Gideon Kap en Lonny Bruijs
Bij tanteLouise-Vivensis wordt inmiddels al een jaar gebruik gemaakt van Beeldzorg met Goedemorgenservice. Een initiatief van de cliëntenraad om onder andere de cliënten te leren kennen. Tekst Marion Winnink
Gideon Kap is voorzitter van de cliëntenraad Thuiszorg, vice-voorzitter van de centrale cliëntenraad en ook nog voorzitter van de cliëntenraad van de locatie Heideduin in Hoogerheide. Een druk baasje of zoals hij zelf zegt: “Ik kan mijn tijd wel vullen. Ik ben gepensioneerd en heb dus alle tijd.” Kap zit al ruim twintig jaar in het cliëntenraadswerk. Als afgevaardigde van de diaconie is hij bij dit werk betrokken geraakt. Hij had verwacht veel met mensen te werken, maar dat bleek toch iets minder dan hij gedacht had. “In een cliëntenraad ben je veel meer met het beleid 18
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
bezig.” Desondanks heeft Kap zich al die jaren - en nog steeds - met hart en ziel ingezet voor de cliënten van tanteLouise-Vivensis.
Beeldbellen Waar hij vooral tegenaan liep, is dat de cliëntenraad slechts moeizaam rechtstreeks contact kon hebben met cliënten doordat de raad geen contactgegevens had. Maar dat probleem is nu opgelost door het ‘beeldbellen’ en de Goedemorgenservice. Beeldbellen wil zeggen dat er via de
iPad contact gemaakt wordt met cliënten. De leden van de cliëntenraad en hun ondersteuner, Lonny Bruijs, boden zich gelijk aan als vrijwilliger. Bij toerbeurt bellen ze tussen 9 en 11 uur ‘s ochtends een vijftiental cliënten. “Ik bel elke donderdagochtend. Maar het aantal wisselt. Soms zijn mensen niet thuis. De ene keer heb je er zes, de andere keer twaalf. Je bent er wel een tijdje mee bezig. Ik probeer een gesprek echt tot tien minuten te beperken, maar dat lukt niet altijd. Tja, hoe gaat zo’n gesprek. Ik ben op een gegeven moment begonnen met vragen: ‘Weet u al wat u gaat eten vandaag?’ En dan ontspint zich er een gesprek. Zo van: ‘Goh, daar heb ik nog niet over nagedacht.’ En dan zeg ik: ‘Maar dat is wel vervelend, want ik moet van m’n vrouw vragen, wat u eet, want dan eten wij hetzelfde.’
Praktijk “De cliënten vinden dit erg prettig. Het gaat om simpel contact en staat los van de overige zorg die ze nodig hebben om te kunnen functioneren. Wij voorzien duidelijk in een behoefte. Ze weten wanneer we bellen, het geeft structuur en wij richten ons meer op het welbevinden van de cliënt en het sociale contact. Mensen vinden het prettig om even te vertellen wat hen bezighoudt. Dat zijn vaak alledaagse zaken zoals op visite gaan bij familie of een bezoekje aan de huisarts. Maar het kan ook gebeuren dat de gebelde cliënt zich niet helemaal lekker voelt of in een dipje zit. Dan bieden wij een luisterend oor en wordt in overleg de wijkzuster ingeschakeld.” Het feit dat het contact via een modern apparaat als een iPad plaatsvindt, is geen enkel probleem, zegt Jan-Kees van Wijnen, directeur Zorg, die bij het gesprek met Kap aanschuift. “Het apparaat heeft eigenlijk maar een knop, dus als de cliënt het niet meer snapt, dan drukt hij of zij op die knop en is hij weer bij het begin. Het is heel eenvoudig. We hebben ook veel aandacht besteed aan de introductie en uitleg. Ik heb niet gehoord dat mensen niet snappen hoe het werkt en van drempelvrees is ook geen sprake. Alleen bij de eerste cliënten was er even wat onwennigheid, omdat die moesten wennen aan de overgang van fysieke naar virtuele zorg. Het is overigens geen volledige overgang; we doen én-én. Als iemand drie keer per dag een zorgmoment had, dan is dat nu misschien twee keer fysiek en een keer via de iPad. Mensen vinden het leuk en nu zingt het echt rond. We horen vaker ‘oh, dat wil ik ook wel’.” Het voordeel van dit project is volgens Van Wijnen ook dat de cliëntenraad veel beter weet wie zijn achterban is en
wat er speelt. Daardoor is de kwaliteit van het overleg tussen directie en cliëntenraad ook beter geworden.
Beter beeld “We hadden ook al veel dingen geprobeerd om contact te krijgen met de achterban.”, vertelt Lonny Bruijs. “We hebben bijvoorbeeld een nieuwsbrief en daarin hebben we regelmatig een oproep gedaan om contact op te nemen met de cliëntenraad. Maar dat werkte niet goed. Mensen moeten dan een reden hebben om ons te gaan bellen. Als ze die niet echt hebben, dan bellen ze niet. Nu gaat dat automatisch omdat we over dagelijkse dingen praten. En dan hoor je en passant of de hulp op tijd was of iets te laat of dat er iets niet goed is. We hebben nu een beter beeld van wat er zich achter de voordeur afspeelt. Zo hoorde ik van een mevrouw dat een nachtzuster was wezen kijken of alles goed was. Ik wist niet eens dat dat ook gebeurde. Dus je leert ook nog eens veel meer over de thuiszorg. En we krijgen letterlijk een kijkje in het leven van de cliënt, doordat het een beeldverbinding is. We maken bijvoorbeeld wel mee dat een verzorger of familielid vrolijk meezwaait naar ons. Het leeft dus veel meer.
Meer contact En wat ook heel leuk is, is dat mensen die bij elkaar in een flat wonen, van elkaar weten dat ze een iPad hebben en die gaan elkaar nu bellen en lekker zitten kletsen. Die zouden anders geen contact met elkaar hebben.” “We kunnen het niet staven met harde gegevens”, zegt Van Wijnen, “maar wij weten bijna wel zeker dat dat ding meehelpt eenzaamheid te verminderen.” Kap: “Het levert ons als cliëntenraad een hoop op en we kunnen andere cliëntenraden alleen maar aanraden om hier mee aan de slag te gaan. Je kunt je hiermee echt bekend maken.”
School doet ook mee Behalve door de leden van de cliëntenraad worden cliënten van tanteLouise-Vivensis nu ook gebeld door leerlingen van een school in Lepelstraat. Voor de leerlingen zijn wel andere mensen geselecteerd om mee te praten. Er moet tenslotte wel een ‘klik’ zijn met kinderen. De kinderen doen dat twee aan twee en er is een begeleider bij als ze bellen, om eventueel zaken op te vangen. Lees meer hierover op: http://bit.ly/1fJ5Ejj
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
19
Iedereen is in staat om flow te creëren
Flow doe je zo!
Soms slaat een cliëntenraad zich zuchtend door een stapel werk heen. Op een ander moment loopt juist alles op rolletjes en vliegt men door diezelfde stapel. Heb je als cliëntenraad controle over je arbeidsvreugde? Tekst Harry Hartmann Ervaar je veel energie bij het werk, heb je een fantastisch gevoel en gaat de tijd snel, dan wordt dat door de Amerikaanse hoogleraar Mihaly Csikszentmihalyi ‘flow’ genoemd. Uitgebreid onderzoek waarbij zijn team wereldwijd meer dan 100.000 mensen heeft onderzocht, heeft hem geleerd dat iedereen in staat is om momenten van flow te creëren in zijn of haar werk. Of het nu gaat om chirurgen, Navajo Indianen of arbeiders uit Chicago. Flow is niet alleen een prettige sensatie, het bevordert ook een groeiproces. Mensen kunnen steeds complexere taken aan.
Flow ontstaat dus als er een optimale balans is tussen je uitdagingen en je vermogens of vaardigheden om de uitdagingen op te lossen. Is een uitdaging te zwaar, dan dreigt angst of paniek. Is de uitdaging te licht, dan is er kans op verveling. Heb je een uitdaging volbracht dan wil je op termijn een iets zwaardere uitdaging, omdat het anders gaat vervelen. Daarom is een cliëntenraad in flow een groep die telkens verder groeit door de eerder opgedane ervaringen en vervolgens verder gaat in het stellen van complexere doelen.
Wat is flow?
Een cliëntenraad wilde meer contact met zijn achterban. De instelling kende veel locaties, dus het was een fiks werk om de meerderheid van de meningen te peilen. Men voelde zich gefrustreerd en koos daarom voor een nieuwe aanpak. De raad koos ervoor een werkconferentie te houden om meer grip te krijgen op het achterbancontact. Als voorbereiding op die dag werd eerst via een enquête gepeild welke kennis cliënten hebben van de cliëntenraad. Op de conferentie zelf bekeek men de antwoorden. Deze waren overduidelijk: mensen hadden nog veel vragen, ondanks alle informatie die opgehangen was in de instellingen. Men kende de leden niet goed, de rechten van de cliëntenraad waren grotendeels onbekend en ook was er onkunde over de onderwerpen waar men mee bezig was. Goed nieuws was dat men aangaf hier meer van te willen weten. Met deze kennis ging de cliëntenraad vervolgens brainstormen over een meer basale aanpak. De keuze is om meer uit te leggen: wat pakt men aan, door wie wordt dat gedaan, wat kan men doen en wat zijn
Flow is iets dat ontstaat als er aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Je kunt jezelf niet op commando in flow brengen. Of je in flow komt of niet, heeft vooral met twee zaken te maken. Ten eerste moet je werk je voldoende uitdaging bieden en ten tweede moet je voldoende vaardigheden bezitten om die uitdagingen aan te kunnen. In schema ziet dat er als volgt uit:
20
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
Praktijkvoorbeeld
de resultaten? De dag vloog voorbij. De nieuwe aanpak is hoopgevend en de cliëntenraad zit op het thema 'achterban' weer in flow.
Bevrediging Volgens Csikszentmihalyi is een taak die tot flow kan leiden ‘autotelisch’. Dat wil zeggen dat je de taak niet uitvoert vanwege een bepaalde beloning in de toekomst (geld, roem, macht), maar omdat de activiteit op zichzelf bevrediging geeft. Een niet-autotelische taak is alleen gericht op een beloning. Om bij een taak in flow te komen is het dus van belang dat je als cliëntenraad niet alleen voor roem of succes gaat. Juist het genieten van het werken of de activiteit op het moment zelf is van belang. Csikszentmihalyi kent de volgende kenmerken toe aan een taak waardoor je tot flow kunt komen: ŗ Je moet het gevoel hebben dat je de taak kunt voltooien. Je moet je deskundig of vaardig genoeg voelen. Is dit nog niet het geval dan kun je hulp inroepen van deskundigen. ŗ Je moet je kunnen concentreren. Te veel zaken die tegelijkertijd spelen leiden je af en werken dus tegen. Een rustige werkplek speelt hier ook mee. Eenmaal in flow komt de concentratie automatisch. Je vergeet alles om je heen en focust geheel op de taak. Je gevoel van tijd verandert: je denkt dat je maar even hebt gewerkt maar er kunnen zomaar uren voorbij zijn gegaan.
ŗ De taak moet duidelijke doelen hebben. Je krijgt dan duidelijke feedback of je het doel bereikt hebt of niet. Een bergbeklimmer focust zich op de top. Als cliëntenraad wil je een bepaalde klus geklaard hebben in de tijd die er voor staat en je voelt je als groep groeien als je je doelen behaald hebt. ŗ Je moet een gevoel van controle hebben. Ga je daarentegen tobben of je het wel kan halen, dan bereik je geen flow. Taken moeten daarnaast niet te veel druk geven of uitputtend zijn. Krijgt een cliëntenraad een lastige opdracht in verband met een reorganisatie, denk dan aan een goede verdeling van verantwoordelijkheden binnen de cliëntenraad, het opzetten van goede communicatie met de directie en management en het creëren van voldoende momenten waarop je stoom kunt afblazen. ŗ Je moet bij de taak niet afgeleid zijn door gevoelens van zorg of teleurstelling. Werken aan een prettig team is daarom van belang. Onderhuidse spanningen binnen de cliëntenraad leiden af van de taak en halen je uit je concentratie en verhinderen dat de groep in flow komt. ŗ Je doet de taak uit vrije wil. Word je door de organisatie gedwongen om een taak aan te pakken dan is er het risico dat je juist een meer passieve houding gaat aannemen. Al deze punten komen wel terug in het cliëntenraadswerk en daarom biedt het veel kansen om flow-ervaringen op te doen. Juist bij het cliëntenraadswerk heb je ruimte om je eigen agenda te bepalen en zaken op de agenda te zetten die je op het puntje van je stoel doen zitten. Je blijft altijd in controle, want je kunt niet gedwongen worden om zaken te behandelen op een manier die je niet wilt. Mijn advies: bouw je agenda langzaam om naar een serie prettige en spannende taken, vergroot je capaciteiten door het leerproces dat het opwekt en trek je bestuurder – en de achterban - mee in de flow! Harry Hartmann is als trainer aangesloten bij Mede
Gebruikte literatuur Csikszentmihalyi M., Flow, psychologie van de optimale ervaring. Boom, 2010
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
21
Scheiden van wonen en zorg
Welke rol speelt de cliëntenraad? Veel cliëntenraden denken na over hun rol rondom het scheiden van wonen en zorg. Door veranderde regelgeving zullen steeds minder mensen in een instelling wonen. Wat kan een cliëntenraad met dit onderwerp?
LOC heeft tijdens de bijeenkomsten in de eerste helft van 2013 samen met leden in kaart gebracht welke vragen er leven over het scheiden van wonen en zorg. De handreiking ‘Veranderingen wonen, zorg en welzijn: hoe gaan we dat met elkaar organiseren?’ is ontstaan vanuit die gesprekken. De handreiking geeft meer informatie. Download deze op www.loc.nl/scheidenwonenzorg.
Nadenken over de toekomst Je kunt er voor kiezen samen met de directie na te denken over de toekomst. Het scheiden van wonen en zorg is voor veel zorgorganisaties een grote verandering. De zorgorganisatie krijgt alleen nog geld voor gebouwen, waar mensen met zware zorg wonen. Cliënten met lichtere zorg huren of kopen zelf hun woning. Zij krijgen thuiszorg. Zorgorganisaties zullen goed moeten nadenken over wat zij gaan doen. Sommige organisaties doen dat al langer, andere beginnen pas. De cliëntenraad is als
vertegenwoordiger van de cliënten/bewoners een belangrijke gesprekspartner daarbij. Je kunt het gesprek over deze vragen voeren met de directie. Dan is het duidelijk wat de visie voor de komende jaren is. En je kunt daarbij samen bespreken welke stappen nodig zijn om van de situatie nu naar de situatie straks te komen. Je hoeft niet voor alles met een oplossing te komen. Soms helpt het om je tot een paar punten te beperken. Bekijk ook welke kennis er binnen de cliëntenraad is en wat ieder lid graag zou willen doen. In de handreiking staat een voorbeeld van hoe je dat kunt doen.
Andere medezeggenschap Bij cliëntenraden leven ook veel vragen over wat de veranderingen voor de medezeggenschap betekenen. Belangrijk is om eerst met de directie te bespreken wat de visie op de toekomst is. Bijvoorbeeld of de organisatie zich vooral gaat richten op zorg binnen de muren van de instelling. Of juist op zorg bij mensen thuis. Deze keuzes hebben gevolgen voor de structuur van de medezeggenschap. We zijn vaak gewend te beginnen bij de structuur. Maar door bij de inhoud te beginnen komen we tot andere oplossingen. En dat betekent dat de medezeggenschap in de ene organisatie er anders uit zal zien dan in de andere.
Bij de gemeente De gemeente krijgt meer zorg- en welzijnstaken. Daarom is het steeds belangrijker om invloed te hebben op de gemeente. Je kunt op verschillende manieren invloed 22
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
uitoefenen. Bespreek jullie zorgen met de Wmo-raad. Samen verken je de problemen en mogelijke oplossingen. De Wmo-raad kan deze signalen vervolgens met de gemeente bespreken en een advies geven. Je kunt ook direct contact zoeken met de gemeente door een brief te schrijven aan de gemeenteraad, in geprek te gaan met de Wmo-wethouder of gebruik te maken van inspraakmogelijkheden die de gemeente zelf organiseert. Zoals informatiebijeenkomsten voor een bepaalde wijk of een inspraakavond over het Wmo-beleidsplan. In de gemeente zijn er ook andere medezeggenschapsorganen. Samen sta je sterk. Daarom is goed om contact te hebben met andere medezeggenschapsorganen binnen de gemeente, zoals: ŗ Wmo-raden; ŗ cliëntenraad voor de sociale zekerheid; ŗ huurders; ŗ jeugdzorg en centra voor jeugd en gezin; ŗ cliëntenraden zorg en welzijn.(De Wmcz geldt ook voor de geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, thuiszorg, maatschappelijke opvang, revalidatie, verpleging en verzorging, verslavingszorg, vrouwenopvang, welzijn en ziekenhuizen). Na inventarisatie van welke medezeggenschapsorganen er zijn in de gemeente, kun je een dag organiseren voor de medezeggenschapsorganen binnen een gemeente. Bespreek tijdens deze dag wat iedereen vindt. En wat je gezamenlijk wilt gaan doen. Meer tips voor deze dag staan in de handreiking.
Welke hulp biedt LOC? LOC probeert cliëntenraden waar mogelijk te helpen bij het onderwerp scheiden van wonen en zorg. Via brochures, website en via diensten willen wij jullie versterken. Denk aan de volgende mogelijkheden: ŗ de nieuwe brochure Veranderingen wonen, zorg en welzijn: hoe gaan we dat met elkaar organiseren?; ŗ informatie op de website; ŗ serie bijeenkomsten over scheiden wonen zorg; ŗ trainingen passende medezeggenschap; ŗ vraagbaak. LOC werkt nauw samen met de Koepel Wmo-raden en de Nederlandse Woonbond. Samen zullen we bijeenkomsten organiseren voor onder andere cliëntenraden zorg/ welzijn en Wmo-raden.
Ook is LOC bezig om met de Sezen Academy begeleiding op maat voor cliëntenraden vorm te geven. Daar kunnen cliëntenraden leren wat de manier van denken bij gemeenten is. En hoe het mogelijk is meer te bereiken door andere manieren van organiseren te kiezen.
Belangenbehartiging In de belangenbehartiging neemt LOC steeds de mens als uitgangspunt. Dat vraagt om een andere manier van organiseren. Nog steeds staan instituten en wetten centraal. Dat willen we veranderen. LOC zit op een schakelpunt: bij de politiek en het ministerie verwoorden we wat er in de praktijk gebeurt, richting cliëntenraden wat er in Den Haag bedacht is. Manieren waarop LOC onder andere de belangen behartigt zijn: ŗ brieven aan de Tweede Kamer; ŗ gesprekken met de staatssecretaris van Volksgezondheid; ŗ bijwonen Kamerdebatten; ŗ ondersteunen van cliëntenraden bij het opstellen van brieven naar de Tweede Kamer en bij contacten met het ministerie; ŗ spreken op congressen en bijeenkomsten; ŗ contact leggen met management, verzekeraars, gemeenten en bedrijfsleven.
Meer informatie Download ‘Veranderingen wonen, zorg en welzijn: hoe gaan we dat met elkaar organiseren? op www. loc.nl/scheidenwonenzorg.
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
23
Zorggroep Manna over de spiegelrapportage
Zorg verbeteren is mensenwerk Kwaliteit: iedereen heeft het erover. Maar het begrip betekent weinig als het is uitgedrukt in een kaal cijfer of een paar symbolische sterren. Er is pas sprake van een heuse verbetercultuur als alle betrokkenen – van cliënt tot bestuurder – met elkaar in gesprek gaan over ervaringen en ideeën ‘uit het leven zelf’. De spiegelrapportage biedt daarvoor een bruikbaar instrument. Tekst Marc van Bijsterveldt Procesmatig werken aan kwaliteit vergt veel meer dan het simpelweg meten op indicatoren. Daarover is iedereen – van bestuur tot cliëntenraad – binnen Zorggroep Manna (Enschede/Hengelo en omgeving) het wel eens. Het is cruciaal om daadwerkelijk samen in gesprek te gaan over de betekenis van het abstracte begrip ‘kwaliteit’ voor het leven van de cliënt. Hoe kan zorg bijdragen aan het leven dat de cliënt wil leiden? Sia Timmerman, secretaris van de cliëntenraad: “Zonder zorg zou ik de dingen die ik belangrijk vind niet kunnen doen. Het is me veel waard om de regie over mijn eigen leven te kunnen voeren en met thuiszorg kan ik dat realiseren.” Heleen van den Berg, beleidsmedewerker Kwaliteit, herkent dit. “In de zorg hebben we het vaak over ‘waarde toevoegen’. Voor ons betekent dat: mensen ondersteunen om te blijven doen waar ze goed in zijn. Daarbij sluiten we in eerste instantie aan bij wat iemand nog kan en wil. Dus de eventuele beperkingen staan niet voorop. Niet voor niets werken we hier met een zorgleefplan. Het woord ‘leef’ daarin verwijst naar het gewone leven van de cliënt. Dát staat steeds centraal.” 24
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
Duidelijke liftknoppen In het werken aan kwaliteit gaat het binnen Zorggroep Manna dus ook om de vraag hoe zorg het gewone leven ondersteunt. “In de discussies over de resultaten van de CQ-index kwam dat sterk naar voren: wat is nu echt belangrijk voor een cliënt? En hoe kan onze zorg mensen helpen dat te realiseren?” Dat zegt Limke Schopman, die als projectcoördinator onder meer de gesprekken binnen de organisatie op touw heeft gezet. Zij is juist in dit verband erg positief over de spiegelrapportage van ActiZ en LOC Zeggenschap in Zorg (zie kader). “De spiegelrapportage verbindt de antwoorden van cliënten op de open vragen uit de NPS+ met de gesloten vragen van de CQ-index. Alleen een getal of een staafdiagram zegt niet zo veel. De gegevens uit een meting krijgen pas betekenis als je de motivatie erachter ziet.” In de spiegelrapportage wordt die motivatie heel concreet gemaakt. Van de drie onderwerpen die door cliënten in de organisatie het meest zijn genoemd, staat telkens één voorbeelduitspraak vermeld in de rapportage. Deze uitspraken zijn dus echt gedaan. En soms, zegt kwaliteitsmedewerker Van den Berg, gaat het dan om ogenschijnlijk eenvoudige dingen. “Voor
tevredenheid over de locatie kregen we een prima score, maar een bijgevoegd citaat maakte duidelijk wat er beter kon: mensen bleken de cijfers naast knoppen in de lift niet te kunnen lezen. Een velletje stickers met grotere cijfers was daarvoor de simpele oplossing.”
Breder draagvlak Bij Zorggroep Manna kwam de spiegelrapportage beschikbaar toen er al veel gesprekken over kwaliteit gevoerd waren. Maar voor Van den Berg was dat eigenlijk geen probleem. “In de spiegelrapportage las ik een bevestiging van de lijn die we hadden uitgezet. Ook de quotes gingen vaak over zaken die we al hadden opgepakt. Dat bewijst voor mij dat de spiegelrapportage het juiste laat zien. Het instrument combineert op een correcte wijze de cijfertjes met de achterliggende beleving van de cliënten. Dat geeft mij veel vertrouwen: op zo’n rapportage durf ik wel te bouwen.” Dat vertrouwen is er ook bij de cliëntenraad, zegt secretaris Timmerman. “De uitkomst bevestigt inderdaad dat we in grote lijnen al goed bezig zijn samen. Ik verwacht dat de heel concrete terugkoppeling vanuit de spiegelrapportage het draagvlak verbreedt voor de verbetercyclus bij cliënten.“ En niet te vergeten bij de medewerkers, vult Schopman aan. “Voor veel collega’s zijn alleen de staafdiagrammen uit kwaliteitsmetingen niet concreet genoeg. De spiegelrapportage maakt ook voor hen heel herkenbaar waar het concreet over gaat. En het is heel stimulerend dat je er ook in leest waar cliënten juist erg tevreden over zijn. Dat prikkelt om het nóg beter te doen. Op die punten zit kennelijk de kracht van je organisatie; een mooie basis om de kwaliteit die je in huis hebt verder uit te bouwen.”
Leuke gesprekken De positieve aspecten uit de rapportage blijken medewerkers te stimuleren om zelf verbeterpunten aan te pakken, vervolgt Schopman. “In de gesprekken met de teams hebben wij soms bewust onze mond gehouden bij de keuze voor de verbeterprioriteiten. Door collega’s zelf te laten ontdekken dat dingen anders kunnen, wordt het structureel werken aan kwaliteit uiteindelijk veel breder gedragen binnen de organisatie. En zoals collega’s cliënten ondersteunen om datgene te doen wat voor hen belangrijk is, is het aan ons om collega’s te steunen om hún ding op een goede manier te doen.” Hoe belangrijk ook voor het proces, uiteindelijk is ook een spiegelrapportage maar een momentopname, stellen de
drie geïnterviewden vast. Manna-bestuurder André Kok bevestigt die conclusie: “Uiteindelijk willen we naar een verbetercultuur waarin je elke dag een klein stapje verder zet. We moeten ons er voortdurend bewust van blijven waar we het ook alweer voor doen. Werken aan kwaliteit is een cyclisch proces en de spiegelrapportage geeft daar een mooie slinger aan. Als je zo’n rapport jaarlijks met elkaar bespreekt, kun je ook steeds weer toetsen of het helpt waar je mee bezig bent. Daar word ik wel enthousiast van.” Timmerman deelt dat enthousiasme: “Het is niet alleen belangrijk om samen aan zo’n verbetercyclus te werken, maar op deze manier is het ook gewoon erg leuk. En als iets leuk is, dan dóe je het ook.” Schopman ten slotte: “Zo ervaar ik het ook. Als ik die spiegelrapportage eerder had gehad, waren de eerder ingezette gesprekken waarschijnlijk nog plezieriger geworden.”
‘De mens staat weer centraal’ Martijn Laterveer, plaatsvervangend directeur LOC Zeggenschap in Zorg: “Bestuurders van zorgorganisaties hebben te maken met grote veranderingen. Daardoor ligt de focus nu vaak op stelselwijzigingen en geld. Terwijl het uiteindelijk draait om de vraag: waarom run ik deze organisatie? Voor wie doen we dit werk allemaal? De spiegelrapportage geeft betekenis aan de cijfers uit de kwaliteitsmetingen. Informatie over de beleving van cliënten helpt je na te denken over waar het in de kern om draait. Door binnen de organisatie met alle betrokkenen – dus ook met de medewerkers en de cliëntenraad – in gesprek te gaan over wat cliënten voelen en beleven, kun je in je beleid de mens weer centraal stellen.”
Wat is een spiegelrapportage? ActiZ heeft in het kader van het ActiZ-programma Kwaliteit samen met LOC Zeggenschap in Zorg de zogeheten spiegelrapportage ontwikkeld. Deze is bedoeld!om in de zorgorganisatie het ‘goedegesprek’ over kwaliteitsverbetering te ondersteunen. Dit gesprek vindt plaats tussen cliëntenraad en zorgorganisatie, en zo veel mogelijk ook samen met de medewerkers. De spiegelrapportage koppelt de kwantitatieve gegevens uit de CQ-index aan kwalitatieve informatie uit de Net Promotor Scoreplus (NPS+). Leden van ActiZ krijgen de spiegelrapportage gratis aangeboden.
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
25
Coloriet
‘Samen kleur geven aan een waardevol leven’ Coloriet zet de wijsheid en passie van mensen in om waardevolle zorg te realiseren. Zo toont de organisatie voor ouderenzorg in Flevoland aan dat er werkelijke transitie in de zorg mogelijk is via de route van dialoog en samenspel. Tekst Zwany Huiting Foto Buny Gielbert
“Zoals alle zorgorganisaties willen wij de eigen regie van de cliënt centraal stellen. Toch merken wij dat we nog veel over de cliënt praten, terwijl we eigenlijk de dialoog willen aangaan om zo tot een krachtig samenspel te komen. Om deze dialoog en het samenspel vorm te geven, zijn wij de pilot ‘Samen kleur geven aan waardevol leven’ gestart. Het is een innovatieve pilot waarbij wij vanuit de kracht van het gehele cliëntleefsysteem waardevolle zorg willen realiseren. Dit doen wij vanuit de gedachte dat ieder mens van betekenis wil zijn en waarde wil toevoegen aan het leven van een ander“, vertelt Anneke Groenenberg, Raad van Bestuur van Coloriet.
Waarden als basis De pilot ‘Samen kleur geven aan waardevol leven’ past binnen de kanteling waar Coloriet al enige jaren aan werkt. Het gaat om een kanteling waarbij de medewerker, 26
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
cliënt, vrijwilliger en familie samen de regie krijgen. Hessiëlle van Dam, directeur van één van de woonzorgcentra van Coloriet, verwoordt het als volgt: “Wij werken al enige jaren volgens het AnderSom-principe. Dit principe is gericht op het stimuleren van de vitaliteit van medewerkers en teams en op de rol van de leidinggevende als regisseur. Het doel is om de medewerker in zijn of haar kracht te zetten en vanuit de kernwaarden van de organisatie te laten handelen. Dit gaat voorbij aan de regeltjes die bepalen wat we doen en richt zich op de waarden waar wij samen vorm aan geven. Een mooi voorbeeld van dit AnderSom-principe is de verwoording van onze nieuwe missie en visie. Hiervoor hebben wij Els Agterman ingezet. Els is een fictieve cliënt met een roze hoed op. Via banners, social media, mails en blogs heeft Els medewerkers opgeroepen om haar te vertellen wat Coloriet bijzonder maakt. Zo hebben medewerkers in creatieve
Groenenberg geeft hiermee een krachtig signaal af dat zij toekomst ziet voor de zorg. “Juist in deze tijd is vernieuwing nodig. Beter dan met elkaar te klagen over bezuinigingen, kunnen we samen zoeken naar mogelijkheden. In deze pilot bundelen wij de wijsheid en de passie van mensen en zetten daarmee veranderingen in gang. Want stel je eens voor: als je veertig mensen in één ruimte hebt, dan heb je zeker tweeduizend jaar levenservaring. Dat is toch geweldig en heeft alles te maken met de manier waarop wij kijken naar de ouderenzorg. Wij zien een verpleeghuis als een minisamenleving waar de één woont en de ander werkt. Samen vormen wij een groep en binnen deze groep proberen we allemaal waarde toe te voegen aan elkaars leven. Daarbij spreken wij over ‘volwaardigheid’ in plaats van gelijkwaardigheid. Want laten we reëel zijn: in een zorgrelatie is altijd sprake van ongelijkheid. En hoewel we ongelijk zijn, zijn we allemaal vol van waarde voor elkaar. Een ander aspect van deze manier van kijken is wat we noemen ‘van gareel naar samenspel’. Een gareel is wanneer mensen allemaal domweg dezelfde kant op marcheren en doen wat ze opgedragen krijgen. Samenspel is beweging met ruimte voor eigen inbreng. Heel concreet volgens het gareel is dat medewerkers nieuwe cliënten welkom heten. In samenspel heten cliënten elkaar spontaan welkom in de groep.“
Waarderend onderzoeken ateliers hun passie voor de ouderenzorg zichtbaar gemaakt. Deze inbreng heeft ervoor gezorgd dat de verwoording van onze missie en visie fundamenteel gewijzigd is. Waar wij als managementteam nog spraken over ‘Coloriet geeft kleur aan het leven van ouderen’, zeiden de medewerkers: ‘Het gaat niet om Coloriet en niet om cliënten, maar om een waardevol leven van mensen samen’. De nieuwe pilot ‘Samen kleur geven aan waardevol leven’ sluit hier naadloos op aan. De tijd is rijp om de cliënt werkelijk centraal te stellen via verbinding, samenspel en dialoog. Feitelijk brengen we met dit project onze nieuwe missie en visie in de praktijk. “
Van gareel naar samenspel Er is moed en vertrouwen nodig om als bestuurder in de huidige tijd te investeren in een innovatief project als ‘Samen kleur geven aan waardevol leven’. Anneke
In de pilot ‘Samen kleur geven aan waardevol leven’ gaan 40 mensen vanuit het hart met elkaar in gesprek. Het zijn cliënten, familieleden, mantelzorgers, vrijwilligers, zorgmedewerkers, behandelaren, medewerkers van ondersteunende diensten en leden van de cliëntenraad. Zij spreken over de thema’s die er voor hen toe doen om waardevolle zorg te realiseren en daarmee betekenis te geven aan het leven. Daarbij gebruiken ze de methode van appreciative inquiry oftewel waarderend en verbindend onderzoeken, gecombineerd met veranderkundige benaderingen zoals large scale, open space en systeemdynamica. Hessiëlle van Dam is enthousiast over deze benaderingswijze: “De basis is eenvoud en co-creatie. Daarbij focussen wij op wat werkt, wat mensen raakt en wat ze waarderen. Door het positieve te benoemen, ontstaat energie, enthousiasme en verantwoordelijkheid bij alle betrokkenen. Belangrijk is hierbij om goede vragen te stellen die gericht zijn op de kracht van het samenspel van alle betrokkenen. Vragen waardoor mensen op Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
27
zielsniveau met elkaar de dialoog aangaan. Het gaat om vragen als ‘Wie of wat geeft waarde aan uw leven?’ en ook ‘Hoe geeft u waarde aan het leven van anderen?’ Door vanuit het hart met elkaar in gesprek te gaan, voelen we dat we onderdeel zijn van de gemeenschap en daarin onze bijdrage willen leveren. In de praktijk heb ik gemerkt dat via deze benaderingswijze zoveel energie vrij komt dat er meteen na de bijeenkomst micro-initiatieven ontstaan en we concrete stappen zetten.“ De pilot bestaat uit vier dagdelen waarin de deelnemers met elkaar de dialoog aangaan. De vier werksessies hebben elk een eigen accent. Stapsgewijs, via samen waarderen, samen verbeelden, samen vernieuwen en samen organiseren, ontstaan aanbevelingen voor beleid en micro-initiatieven die meteen te realiseren zijn. Het is een cyclisch proces dat zich in de praktijk voortdurend kan herhalen. “Dat is ook de gedachte”, vult Hessiëlle aan. “We verwachten dat deze benaderingswijze als een steen in de vijver gaat werken en dat er een waarderende basishouding ontstaat bij zowel de cliënt als de mantelzorger en de medewerker of vrijwilliger. Dat dialoog en ontmoeting behoren tot de dagelijkse gang van zaken en dat er een voortdurend samenspel is om met elkaar waardevolle zorg te realiseren.“
Vernieuwing van binnenuit De pilot is geen kip met gouden eieren en de uitkomsten zijn ongewis. Toch heeft Coloriet zoveel vertrouwen in de cliënten, de medewerkers, vrijwilligers en familieleden dat
28
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
zij deze pilot is gestart. Gevraagd naar de verwachte resultaten, heeft Anneke Groenenberg een duidelijk beeld voor ogen. “Ik ben er van overtuigd dat deze pilot bijdraagt aan inclusieve samenleving. Daarmee bedoel ik een maatschappij waarin iedereen bijdraagt ongeacht leeftijd, beperking of culturele achtergrond. In een inclusieve samenleving krijgt eigen regie daadwerkelijk vorm. Ook zie ik hierdoor een meer toekomstbestendige zorg waarbij vernieuwing van binnenuit plaatsvindt. En vergeet niet dat door deze veranderaanpak een omslag ontstaat van ‘denken voor en praten over’ naar ‘samen beslissen en samen ontwikkelen’. Ik kan me zelfs voorstellen dat door deze nieuwe benaderingswijze losse organen zoals cliëntenraden en ondernemingsraden in de toekomst overbodig zijn. Omdat we dan belangen in samenspel met elkaar realiseren.“
Coloriet Coloriet is een vernieuwende organisatie voor ouderenzorg in Flevoland. De organisatie heeft een grote expertise in psychogeriatrie, geriatrische revalidatie, complexe ouderenzorg en woonservicegebieden. Met de pilot ‘Samen kleur geven aan waardevol leven’ experimenteert Coloriet in samenwerking met LOC Zeggenschap in zorg en Ghita van der Kraan met een nieuwe veranderkundige aanpak gebaseerd op werkelijke ontmoeting en dialoog.
Patiëntenparticipatie
Versterken van de samenwerking Lange tijd hebben patiënten een passieve rol in de eerste lijn gespeeld. Ondanks dat het belang wordt onderkend, blijft patiëntenparticipatie ook nu nog onderontwikkeld. In het project bij de Stichting Gezondheidscentra Eindhoven draait het om het gemeenschappelijke belang van patiënten op instellingsniveau. Tekst Sofie van Hoof, Albine Moser, Robert Vening en Jeanne Hermans Bij het SGE zijn tien gezondheidscentra aangesloten. Zij passen patiëntenparticipatie concreet toe in termen van patiënten als samenwerkingspartners. Dit wordt binnen SGE breed opgevat. De samenwerking wordt op dit moment vormgegeven op drie manieren: met een centrale cliëntenraad, in klankbordgroepen in de lokale gezondheidscentra en in zorginnovatieteams. In deze drie samenwerkingsvormen werken patiënten, zorgverleners, beleidsmakers, managers, zorgverzekeraars en onderzoekers in verschillende mate multidisciplinair samen. Deze samenwerking is op dit moment echter nog onvoldoende uitgekristalliseerd en dus voor versterking en verbetering vatbaar. Om dit te realiseren werd een project opgestart dat in 2010-2012 is uitgevoerd. Het belangrijkste doel was om de positie van patiënten als samenwerkingspartner op instellingsniveau te versterken. In dit project ging het specifiek om het verbeteren van de samenwerkingsrelatie tussen patiënten en SGE. Hiermee wilden ze een in de dagelijkse praktijk werkbaar en overdraagbaar model ontwikkelen ter versterking van de samenwerking tussen patiënten en eerstelijnsinstellingen.
Aanpak: dialoog opstarten Het versterken van de samenwerking tussen patiënten en SGE werd stapsgewijs uitgevoerd. Er werd een dialoog met
de samenwerkingspartners gestart. De deelnemende samenwerkingspartners waren: patiënten, zorgverleners, beleids-makers en managers en functionarissen in zorginnovatieteams. De eerste stap bestond uit het in kaart brengen van goede en slechte praktijkvoorbeelden van samenwerking en mogelijke discussiepunten bij de partners binnen de drie samenwerkingsvormen. Per samenwerkingsvorm werden individuele interviews en groegsgesprekken gehouden om de informatie boven tafel te krijgen. De lijsten van goede en slechte praktijkvoorbeelden en mogelijke discussiepunten in iedere groep samenwerkingspartners werden gebruikt om tot een voorlopig voorstel voor aanbevelingen ter verbetering van de samenwerking tussen patiënten en SGE te komen en eventuele uiteenlopende discussiepunten te benoemen. In de volgende stap werden de aanbevelingen en discussiepunten aan de samenwerkingspartners voorgelegd. In deze stap werd in multidisciplinaire groepsgesprekken gediscussieerd over de vastgestelde lijst van aanbevelingen en eventu-
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
29
De belangrijkste aanbeveling is echter dat de functie, taken en bevoegdheden van de klankbordgroepen vastgelegd zouden moeten worden, zodat het voor alle partners binnen SGE duidelijk is wat men van elkaar mag en kan verwachten. Op dit moment ontbreekt deze omschrijving namelijk en dit levert onduidelijkheid op bij alle betrokkenen over wat men van elkaar mag verwachten.
ele discussiepunten. Het uiteindelijke doel is om tot een gemeenschappelijke lijst van aanbevelingen te komen die wordt gedragen door alle samenwerkingspartners. In de laatste stap, de afsluitende bijeenkomst, werden concrete vervolgafspraken voor verbetering van de samenwerking organisatiebreed geformuleerd en vastgesteld voor elke samenwerkingsvorm. In een workshop werkten de deelnemende samenwerkingspartners aan een concreet implementatieplan.
Hoofdthema’s en aanbevelingen Uit de interviews en groepsgesprekken zijn zeven hoofdthema’s naar voren gekomen; randvoorwaarden, informatiestroom, zichtbaarheid, inbreng in de beleidscyclus, visie op patiëntenparticipatie, relationele verhoudingen en organisatie van de vergaderingen. Hier worden de resultaten en aanbevelingen per thema besproken. Randvoorwaarden Op dit moment lijkt er een verschil te bestaan in hoe klankbordgroepen binnen SGE nieuwe leden werven. Het beschrijven van een uniforme procedure voor de werving van nieuwe leden is de eerste aanbeveling. Daarnaast blijken er binnen de SGE verschillende opvattingen te leven over de representativiteit van actieve patiëntengroepen. Er zijn verschillende vormen van representativiteit, voorbeelden hiervan zijn representativiteit in leeftijd, in achtergrond, in opleidingsniveau en in ervaringsdeskundigheid. SGE zou vast moeten leggen welke vorm van representativiteit wenselijk en haalbaar is. 30
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
Informatiestroom Het is onduidelijk wat de inhoud van de informatie-uitwisseling tussen SGE en de actieve patiëntengroepen, en de actieve patiëntengroepen onderling kan zijn. Hier is de aanbeveling om de inhoud van de informatie-uitwisseling te bepalen. Het zou kunnen gaan om de uitwisseling van de notulen van de vergaderingen, succesvoorbeelden van de actieve patiëntengroepen die men naar elkaar stuurt en vragen die men over en weer aan elkaar wil stellen. Er lijken weinig communicatiemiddelen te zijn binnen SGE om de informatiestructuur vorm te geven. Daarom stokt de informatie vaak tot de grens van de centrale cliëntenraad, de eigen klankbordgroep en het eigen zorginnovatieteam. Zodoende bevelen ze aan om de benodigde communicatiemiddelen te inventariseren en te realiseren. Zichtbaarheid Hoewel de cliëntenraad, klankbordgroepen en zorginnovatieteams aardig goed binnen SGE functioneren, zijn zij voor ‘gewone’ patiënten vaak onzichtbaar. Zij mogen daarom beter gepromoot worden, zodat het voor de ‘gewone’ patiënten duidelijker is waarvoor ze bij deze groepen terecht kunnen en hoe ze zelf ook als patiënt binnen SGE actief kunnen worden. Inbreng in de beleidscyclus Het is voorgekomen dat patiënten(groepen) om hun visie is gevraagd met betrekking tot een bepaald beleid terwijl het beleid al geformuleerd was. Op dat moment is het moeilijk voor patiëntengroepen om zich in te leven in ‘het waarom’ van de vorming van het (nieuwe) beleid en om kritische opmerkingen te plaatsen bij dat beleid. Onze aanbeveling is daarom om patiëntengroepen in de hele beleidscyclus te betrekken, niet pas wanneer het beleid al gemaakt is. Daarnaast is het goed om te weten wat SGE als effectieve inbreng ervaart van de actieve patiëntengroepen, zodat de patiëntengroepen ook weten wat van ze verwacht wordt.
Visie op patiëntenparticipatie Patiëntenparticipatie wordt heel serieus genomen binnen SGE. De actieve patiëntengroepen bevatten bijvoorbeeld veel actieve, ondernemende mensen die een waardevolle bijdrage leveren aan de samenwerking tussen patiënten en SGE. SGE zou alleen met alle betrokkenen een visie op patiëntenparticipatie moeten ontwikkelen, zodat zij ook beter uit kunnen dragen hoe patiënten betrokken worden binnen de stichting. Daarnaast ontbreekt het actieve patiënten, maar ook medewerkers die betrokken zijn bij de samenwerking met patiënten, vaak aan kennis, ervaring en vaardigheden met betrekking tot de uitvoering van de samenwerking. Om deze partners wat vertrouwen en empowerment te geven bestaat de mogelijkheid om in te schrijven voor bepaalde cursussen. Op deze manier werkt SGE aan de professionalisering van de samenwerking met patiënten. Relationele verhoudingen Actieve patiëntengroepen van SGE lijken als een eilandje te werken. Ze opereren op zichzelf en hebben weinig contact met andere groepen. Deze binding zou versterkt kunnen worden door jaarlijks een ‘heidag’ te organiseren waarbij de actieve groepen de mogelijkheid krijgen om met elkaar te overleggen en van elkaars successen en fouten te leren. Ook zouden de voorzitters van de verschillende organen bijvoorbeeld op regelmatige basis vergaderingen kunnen plannen om belangrijke zaken met elkaar door te nemen. Daarnaast geven wij de sterke aanbeveling om een medewerker van SGE de verantwoordelijkheid voor het thema ‘de samenwerking met patiënten’ te geven. Deze medewerker zou bijvoorbeeld de zogenoemde heidagen en overleggen tussen de actieve patiëntengroepen kunnen organiseren. Organisatie van de vergaderingen De verschillende klankbordgroepen van SGE hanteren een verschillende werkwijze met betrekking tot de organisatie van de vergaderingen. Bij sommige klankbordgroepen wordt de agenda interactief opgesteld door de klankbordgroepleden en de centrummanager, bij andere klankbordgroepen ligt het opstellen van de agenda in handen van de centrummanager. Ook lopen de verantwoordelijkheden voor het initiëren van de vergaderingen uiteen. Daarnaast zijn er verschillen zichtbaar in de uitvoering van de vergadering. Sommige klankbordgroepen hebben een onafhankelijke notulist, waar anderen deze missen. Aanbevolen wordt het opstellen van een uniforme procedure van
de werkwijze van de vergaderingen van de klankbordgroepen. Dan wordt het duidelijk voor iedereen wie er verantwoordelijk is voor het plannen van een vergadering en het opstellen van de agenda.
Vervolgacties in de praktijk Op 17 januari 2013 heeft een afsluitende bijeenkomst plaatsgevonden in het Evoluon te Eindhoven, waarvoor alle betrokkenen aan het project waren uitgenodigd. Tijdens deze bijeenkomst werden de resultaten en aanbevelingen gepresenteerd en werkten betrokkenen in kleine werkgroepjes aan de uitwerkingen van de aanbevelingen. Tijdens de afsluitende bijeenkomst is een grote betrokkenheid gebleken van medewerkers van SGE (zorgverleners en beleidsmakers en managers) en zeker ook van de patiënten. Er mag niet vergeten worden dat deze patiënten hun inzet voor SGE op vrijwillige basis doen. Na deze enerverende afsluitende bijeenkomst is de centrale cliëntenraad in gesprek gegaan om te kijken hoe de samenwerking met patiënten daadwerkelijk versterkt kan worden binnen SGE. Zo zijn er binnen de centrale cliëntenraad werkgroepjes gevormd die allen met een eigen thema aan de slag gaan. Daarnaast heeft SGE een medewerker de samenwerking met patiënten als verantwoordelijkheid in haar portefeuille gegeven. De impact van het project op hoe patiënten en SGE zelf de samenwerking aanpakken en verbeteren is erg groot gebleken. Dit blijkt niet alleen uit een grote betrokkenheid van de patiënten en de stichting maar ook uit de concrete vervolgacties. Sofie van Hoof is projectmedewerker, Albine Moser is projectadviseur, Jeanne Hermans is lid van de centrale clientenraad SGE en Robert Vening is projectleider. Contact:
[email protected]
Het project is door ZonMw gefinancieerd (project nummer 15.401.2216). Lees meer over de versterking van de positie van de patiënt(ondersteuner) in het handboek Op een lijn. Download het pdf-bestand hier: http://bit.ly/1a9cTvx
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
31
Clientenraad niet langer representatief Het merendeel van de leden van een disfunctionerende cliëntenraad zegt het lidmaatschap op. Er blijven drie leden over. De zorginstelling erkent hen niet als cliëntenraad. De voorzieningenrechter stelt de zorginstelling op 14 juni 2013 in het gelijk. De drie overgebleven leden moeten hun werkzaamheden en bemoeienissen voor de cliëntenraad onmiddellijk staken. Zij hadden hun verantwoordelijkheid moeten nemen en hun functie moeten neerleggen. Tekst Karen Maessen Een zorginstelling heeft een cliëntenraad van elf leden. Deze cliëntenraad functioneert niet door veel onderlinge geschillen. De voorzitter van de cliëntenraad zegt in december 2012 zijn lidmaatschap op. In januari 2013 verzoekt de Raad van Bestuur de overige leden van de cliëntenraad om hun lidmaatschap te beëindigen. Drie leden geven geen gehoor
32
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
aan dit verzoek. Deze drie zijn van mening dat zij vanaf dat moment de cliëntenraad vormen. De Raad van Bestuur is het hier niet mee eens en erkent hen niet als cliëntenraad, omdat zij onvoldoende representatief zijn. De Raad van Bestuur wil een volledig nieuwe cliëntenraad instellen. De zaak wordt in kort geding voorgelegd aan de rechter.
Jurisprudentie De drie leden vorderen erkenning als rechtsgeldige vertegenwoordigers en leden van de cliëntenraad. De zorginstelling vordert: ŗ een erkenning dat de leden niet langer worden beschouwd als rechtsgeldige vertegenwoordigers en leden van de cliëntenraad, ŗ een gebod dat de leden hun werkzaamheden en bemoeienissen voor de cliëntenraad staken; en ŗ een gebod dat de leden zich niet meer verkiesbaar zullen stellen voor de cliëntenraad.
Oordeel voorzieningenrechter De voorzieningenrechter stelt allereerst vast dat de cliëntenraad al enige tijd disfunctioneert. Dat blijkt uit meerdere verslagen en e-mails van leden van de cliëntenraad, waarin zelfs wordt gesproken over ‘terreur van de bovenste plank’. Het valt daarom niet te verwachten dat tussen de cliëntenraad en de zorginstelling nog een constructieve samenwerking tot stand kan komen.
cliëntenraad direct staken. Wel mogen de leden zich opnieuw verkiesbaar stellen.
Aantekening De enige voorwaarden die de wet aan de samenstelling van de cliëntenraad stelt, is dat deze representatief is voor de cliënten en redelijkerwijs in staat kan worden geacht om hun gemeenschappelijke belangen te behartigen. Maar wat als een cliëntenraad niet langer aan deze eisen voldoet? Dient de zorginstelling dan voor een aanvulling van het ledenbestand te zorgen? Mag de zorginstelling dan een streep door de bestaande cliëntenraad halen en een nieuwe cliëntenraad instellen? Bestaat er dan überhaupt nog een cliëntenraad? De wet biedt geen uitdrukkelijke antwoorden op deze vragen. Wel kan het reglement hier regels over bevatten. Ook verschaft de rechtspraak verheldering. Uit een arrest van de Hoge Raad van 6 april 2001 blijkt namelijk dat de zorginstelling een nieuwe (vervangende) cliëntenraad mag instellen als de bestaande cliëntenraad niet meer voldoet aan de wettelijke eisen. Vorderingen van een cliëntenraad die naar het oordeel van de rechter niet voldoet aan de wettelijke eisen, kunnen niet worden toegewezen. Ook in deze zaak trekt de cliëntenraad daarom aan het kortste eind. Opmerkelijk is in dit geval de overweging van de voorzieningenrechter dat de drie leden hun functie neer hadden moeten leggen vanwege hun bestuurlijke verantwoordelijkheid.
Wanneer de meerderheid zijn functie neerlegt, hoort de minderheid dat ook te doen
Ten tweede vormen de leden geen representatieve cliëntenraad. Er zijn slechts drie van de elf leden over. Deze drie leden vertegenwoordigen allemaal één van de twee vestingen die de cliëntenraad hoort te vertegenwoordigen.
Ten derde ligt de verantwoordelijkheid voor het instellen van een goed functionerende cliëntenraad bij de zorginstelling, zo volgt uit de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen. Daarnaast is een cliëntenraad op te vatten als een bestuurlijk orgaan. Zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid heeft een collectief karakter. Dit betekent dat alle leden gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor disfunctioneren van de cliëntenraad. Wanneer, zoals in dit geval, de meeste leden hun verantwoordelijkheid nemen door hun functie neer te leggen, hoort de minderheid dat ook te doen. De cliëntenraad kan vervolgens weer een nieuwe start maken met een nieuwe samenstelling. Kortom, de leden hebben volgens de voorzieningenrechter niet het recht om de cliëntenraad te blijven vormen. Zij moeten hun werkzaamheden en bemoeienissen voor de
mr. Karen Maessen is advocaat bij De Voort Advocaten | Mediators te Tilburg
Toepasselijke wet- en regelgeving Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen Rechtbank Overijssel, voorzieningenrechter Almelo, 14 juni 2013, ECLI:NL:RBOVE:2013:1176 Hoge Raad 6 april 2001, ECLI:NL:HR:2001:ABO903
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
33
Vraagbaak In de rubriek Vraagbaak wordt ingegaan op onderwerpen waarover veel vragen worden gesteld via de telefonische en digitale Vraagbaak van LOC.
Waarom zou je kritisch zijn? Het gaat er toch vooral om dat mensen hun best doen en weten wat er leeft onder de cliënten?
Wie je als raad bent, bepaalt wat je doet en bereikt Cliëntenraden zijn vaak zo blij met nieuwe leden dat er van wervings- en selectiecriteria voor nieuwe leden nauwelijks sprake is. Maar de precieze samenstelling van een groep mensen is van belang voor de resultaten die je kunt behalen. Dus ook als nieuwe leden schaars zijn, blijft het belangrijk om goed na te gaan wie en wat er nodig is in de cliëntenraad.
Tekst Margot Bosman
34
Zorg & Zeggenschap | uitgave uitgave 25 17| december voorjaar 2012 2013
Het is inderdaad belangrijk dat mensen zich inzetten en weten wat er leeft onder de mensen namens wie zij spreken. Toch zijn er ook andere criteria die je als cliëntenraad moet hanteren bij het aantrekken van nieuwe leden. De reden is dat iedereen zich op een andere manier inzet voor en luistert naar cliënten. En iedereen brengt dus ook op een andere manier aan de manager over wat cliënten belangrijk vinden. Dus is het belangrijk dat je je daar bewust van bent en erop let of leden van de raad verschillend zijn van én aanvullend zijn op elkaar.
Maar wat als je nu zo verschillend bent dat je alleen maar discussieert omdat je steeds van mening verschilt?
Als dat laatste gebeurt dan weet je meteen dat je niet op een goede manier van elkaar verschilt. Zou dat wel zo zijn, dan kun je flinke discussies hebben, maar dan komt daar ook iets uit. Dus ‘steeds in discussie zijn’ is een teken dat de raad niet goed in balans is. En dat geldt bijvoorbeeld ook als er nooit eens een ‘stevige discussie’ is en je het altijd roerend met elkaar eens bent.
Vraagbaak
Wij zijn het niet altijd roerend met elkaar eens, maar we discussieren ook niet echt. Wat zegt dat dan? Het zou kunnen zeggen dat je als raad eens een gesprek met elkaar aan moet gaan over hoe tevreden je eigenlijk bent over de resultaten die je behaalt. Soms weten leden van de raad dat niet van elkaar. Ze doen wel alles wat je moet doen, volgens het boekje, maar duidelijk is niet of ze ook echt vinden dat het goed gaat. Dus als alles zo’n beetje ‘voortkabbelt’, kan het interessant zijn om de vraag te stellen: wat vinden we van wat we aan het doen zijn? Gaat het goed? Waarom? Wat kan anders of beter? Hoe? Daar kan een plan van aanpak uit rollen waarmee de raad meer bewust richting geeft aan wat die wil bereiken.
Is er een manier om na te gaan of de samenstelling van de raad optimaal is?
Praten over hoe tevreden iedereen is over de resultaten die je haalt, is een belangrijke eerste stap. Dat is op zich simpel, maar ook spannend. Want het maakt duidelijk waar iedereen zelf staat en wat je als raad als geheel vindt van hoe je het doet. Zo’n gesprek in alle eerlijkheid met elkaar voeren – en op basis van de resultaten die je in een jaar hebt gehaald – maakt duidelijk waar je het eens bent en waar niet. En zo
kom je erachter wat iedereen in de raad belangrijk vindt. En hoe je daarin dus ook van elkaar verschilt. Dan kun je het hebben over of die verschillen tussen leden bijdragen aan het resultaat dat je wilt. Of dat dat juist niet zo is.
Hoe dan?
Een voorbeeld. Een raad praat over de vraag: hebben we resultaten geboekt dit jaar en welke dan? Het ene lid zegt: “Ja, want er zijn in het weekend meer en andere activiteiten gekomen”. Een ander lid van de raad zegt: “We hebben er wel drie jaar over gedaan om dat resultaat te behalen. Dus als dat met alles wat we willen zo gaat, dan verandert er per saldo maar bitter weinig.” Weer een ander zegt: “We hebben dit resultaat nu wel behaald, maar het roept ook vragen op over onze invloed. Dat onderwerp moeten we in ons plan van aanpak voor volgend jaar opnemen. Want daar kunnen we dan mee aan de slag.” En weer een ander zegt niets, want ‘activiteiten’ vindt hij niet zo belangrijk. Het ‘eten’ smaakt immers nog steeds even slecht als een jaar geleden. Dus hij is het wel eens met de algemene conclusies. In dit voorbeeld zie je mensen die op verschillende manieren naar een en hetzelfde onderwerp kijken. De een draagt aan het gesprek bij door een concreet resultaat te noemen. De ander doordat die goed kan kijken naar het proces van hoe
dat resultaat er kwam. En daar ook kritisch over durft te zijn. Weer een ander zegt dat het tijd is voor verbetering en dat je dat planmatig moet aanpakken. En nog iemand anders onthoudt zich van commentaar. Je hoeft niet altijd je mening te geven als anderen dat al hebben gedaan. Samen komen ze tot een goed beeld van de stand van zaken en de actie die er moet komen, ook al zijn ze het niet over alles met elkaar eens. Wil je meer weten over hoe je als cliëntenraad naar de samenstelling van je raad kunt kijken en wat dat betekent voor werving en selectie? Neem contact op met de vraagbaak.
Meer informatie: www.loc.nl/contactachterban. U kunt ook contact opnemen met de Vraagbaak LOC. Deze is iedere werkdag tijdens kantooruren te bereiken op: (030) 284 32 00. U kunt uw vragen ook stellen via e-mail:
[email protected].
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
35
Social media in de zorg
Familienet: net familie! Steeds meer houden mensen via internet contact. E-mail en socialenetwerksites zoals Facebook en Hyves worden door veel mensen gebruikt. Familienet sluit hierop aan. Via Familienet hebben verzorgers en familie contact. Berichten en foto’s worden gedeeld. Doel is om de familie - zoveel als mogelijk is - betrokken te laten zijn bij de cliënt. Bij zorginstelling AxionContinu wordt gebruik gemaakt van Familienet. Hier leest u hun ervaringen met dit digitale instrument.
Tekst Anita Wijnands 36
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
Maria Tops (centrale woonbegeleider en beheerder van Familienet in zorgcentrum Albert van Koningsbruggen) vertelt: “In november 2012 zijn we met Familienet gestart. Waarom? De Ingelanden, een andere locatie van AxionContinu, gebruikte Familienet al. Zij waren enorm enthousiast en hebben dat uitgedragen binnen de organisatie. Wij zijn gestart met het informeren van alle familieleden van cliënten van de psychogeriatrie-afdelingen via een brief. Daarna is er een informatieavond geweest. Verschillende families waren enthousiast, daarvan hebben we het e-mailadres genoteerd en zijn er accounts aangemaakt. Na een proefperiode van twee weken zijn we begonnen. Wat we graag wilden is familie informeren over de dag van vader/moeder. Wat doet iemand, is er een activiteit? Zit iemand echt de hele dag op de bank en wat gebeurt er eigenlijk allemaal in een huiskamer? De familie meer betrokken laten zijn, ze op de hoogte houden van die leuke, verrassende momenten die je dagelijks tegenkomt, maar die je niet vertelt in een officieel overleg.” De tante van Bertie Venema woont bij AxionContinu. Zij bezocht de informatieavond ook. “Ik ben er na de informatieavond meteen mee begonnen. Ik heb wat foto’s geplaatst van mijn tante. Zo weten de verzorgenden waar en hoe zij eerder woonde. Mijn tante was altijd een eigenzinnige vrouw. Zo had ze verschillende huisdieren, zoals kippen. Ze woont hier nu vier jaar. Ze heeft dementie en ze kan helaas inmiddels geen gesprek meer voeren.”
Dagelijkse dingen Familienet wordt gebruikt om familieleden te informeren over de dagelijkse dingen. “Ze vertellen over allerlei gebeurtenissen. Dat ze iets leuks hebben gedaan. Bijvoorbeeld laatst dat er een clown was en tante dat leuk vond, maar ook dat ze wegloopt wanneer ze er genoeg van heeft. En dat ze pannenkoeken hebben gegeten. Een tijdje terug plaatste iemand een foto van tante, met een mooie blik in haar ogen. Op die foto, herkende ik echt haar zoals ze vroeger was. Foto’s vind ik altijd leuk om te zien op Familienet.” Elise van Doornik is eerste verzorgende op de afdeling Amaliahof. “ Ik gebruik Familienet al vanaf de start. In het begin dacht ik wel: weer extra werk. Maar ik vind Facebook (sociale netwerksite) leuk, dus waarom dit niet. We zijn met een klein aantal families begonnen. Eén familie reageerde op ieder berichtje, daar ontstond echt een gesprek. Dat heeft me enthousiast gemaakt. We gebruiken Familienet om te schrijven over de kleine dingen. Met het hete weer hebben we bijvoorbeeld
voetenbadjes gegeven aan bewoners. Daarvan zet ik een foto op Familienet. Ook leuke opmerkingen zet ik erop. Zoals laatst een cliënt mij en een collega een compliment gaf. Zijn dochter schreef terug dat ze het zo leuk vind om te horen dat vader ook nog alert reageert. Met de berichten kunnen we familie extra informatie geven en krijgen zij een mooi beeld van wat er gebeurt op de afdeling. Wanneer familie komt kan het bijvoorbeeld dat hun vader heel verdrietig is omdat hij dan heimwee heeft. Het is dan goed dat de familie ook leest dat hun vader niet altijd zo verdrietig is. Het is een manier om de band met familie sterker te maken.”
Familie op Curaçao Voor familieleden die ver weg wonen is Familienet vaak een hele mooie aanvulling op het contact. Elise van Doornik: “De zoon van één van onze bewoners woont op Curaçao. Familienet is zijn manier om met zijn vader te communiceren. We lezen dan ook zijn stukjes voor aan zijn vader. En schrijven over zijn vader en plaatsen foto’s. Ik ben fanatiek met foto’s maken. Ook plaatst familie soms foto’s die we dan kunnen laten zien, bijvoorbeeld wanneer ze op vakantie zijn. Ook gebruik ik Familienet voor informatieve berichtjes. Als ik op vakantie ga, weet iedereen dat ik er even niet ben. En in hetzelfde bericht geef ik even aan wie er voor me waarneemt. Als een bewoner ziek is dan bellen we de contactpersoon en zetten dat niet op Familienet.” Maria Tops vult aan, “Dit is één van de afspraken die we hebben gemaakt. We plaatsen geen medische informatie, ook niet over bijvoorbeeld een griepje. Familie vraagt soms wel via Familienet hoe het met iemand gaat. Dan plaatsen we een berichtje dat er telefonisch contact met hen wordt opgenomen.”
Hoe werkt het? Een Familienetpagina wordt aangemaakt door de zorginstelling. Deze pagina’s zijn beveiligd en alleen toegankelijk voor familie en verzorgenden. De medewerker die de pagina aanmaakt nodigt de eerste contactpersoon uit. Bertie Venema: “Ook tantes nichtje, zus en schoonzus kunnen op de pagina. Ik weet niet hoe vaak ze kijken, ze reageren helaas niet op berichten. Ik reageer altijd op de berichten. Respons krijgen lijkt me ook wel fijn voor de meiden.” De eerste contactpersoon kan dan weer andere familieleden uitnodigen om ook gebruik te maken van dit medium. Bij AxionContinu verschilt het nogal. “Sommige Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
37
Maria Top
Elise van Doornik
bewoners hebben één contact. Anderen wel twintig. Naast familie kunnen dat ook goede vrienden of buren zijn”, vertelt Maria Tops.
Eenvoudig in gebruik Venema: “Het werkt heel simpel. Gebruikt alleen je e-mailadres en wachtwoord. En wanneer je inlogt, zit je direct op de pagina berichten. Iedereen die een beetje met de computer kan werken, kan dit.” Elise: “Ik vind Familienet heel gemakkelijk. Zeker voor de familieleden. Maar ook voor ons is het niet moeilijk. En een bericht plaatsen doe je op een moment dat het je uitkomt, je bent niet afhankelijk van een ander, zoals bijvoorbeeld bij de telefoon.” Familienet maakt gebruik van slechts vier pagina’s. Er is een pagina voor berichten, foto’s en de agenda. De vierde pagina is ‘familie’, medewerkers hebben hierop geen toegang. Op de eerste pagina is te zien, wie allemaal op de pagina een berichtje kunnen schrijven. Venema: “Ik promoot Familienet ook bij anderen. Laatst bij een vriendin die in de zorg werkt. Dat moet je echt hebben, zei ik tegen haar.”
Inzet van Familienet in de toekomst “Familienet wordt nu op alle psychogeriatrie afdelingen van AxionContinu gebruikt”, vertelt Maria Tops. “Er is nu een werkgroep om het gebruik ervan te stroomlijnen in de hele organisatie. Op de diverse locaties zijn nu nog verschillende afspraken. En er zijn nog discussiepunten, zoals de vragen die we
38
Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
van familie krijgen via Familienet over de gezondheid van vader of moeder. Is schrijven dat iemand aan het opknappen is en weer uit bed komt ook medische info? Maar waar leg je de grens, en wie schrijft dit dan, de verpleging of de arts? Technisch zijn er misschien andere mogelijkheden, bijvoorbeeld een tab alleen voor de eerste contactpersoon. Of een platform waar je allerhande informatie opzet en daaruit kiest wat voor jou van belang is. Iedereen lid maken van Familienet, dat zouden we mooi vinden. Je bereikt iedereen in één keer met je informatie. We willen Familienet ook graag introduceren bij de extramurale zorg (zorg thuis) en op de afdelingen somatiek. We zitten echt midden in het nadenken, maar de uitkomst weten we nog niet. We hebben nu bereikt wat we graag wilden, familie meer betrekken bij de bewoner. Hen inzicht geven wat er op een dag gebeurt op een afdeling. En familie is er blij mee. Regelmatig lees je dat terug. Er zijn zoveel momenten die je wilt delen en die de bewoner niet meer weet. Familie vertellen wat vader of moeder niet meer kan vertellen.” Op www.hetfamilienet.nl vindt u meer informatie.
Familienet in hoofdlijnen 1. Elke cliënt heeft een beveiligde pagina op internet waar verzorgers en familie berichten, foto’s en documenten met elkaar delen. Het is ook mogelijk een agenda bij te houden. 2. Minder misverstanden en betere samenwerking doordat iedereen op de hoogte is. 3. Zéér eenvoudig in gebruik, het plaatsen van berichten kost nauwelijks tijd. . 4. Familienet belast de ICT niet. Er hoeven geen programma’s geïnstalleerd te worden. Toegang tot internet is voldoende. 5. Gebruik in abonnement vanaf € 895,- per jaar per locatie, ongeacht het aantal gebruikers en geen opstartkosten. Voor kleinschalige locaties (tot twaalf cliënten) is er een speciaal tarief van slechts € 495,- per jaar. In meer dan 150 zorginstellingen in Nederland en België wordt Familienet met veel succes gebruikt.
Onterechte rekeningen voor cliënten De Consumentenbond presenteerde in september een onderzoek waaruit blijkt dat diverse zorginstellingen cliënten voor zaken laten betalen, die voor rekening van de zorginstelling horen te komen. Staatssecretaris Van Rijn roept cliëntenraden op binnen hun eigen instelling uit te zoeken of cliënten onterecht betalen voor zaken en dit aanhangig te maken. Onze handreiking ‘Extra diensten en pluspakketten. In gesprek met de manager’ helpt u het gesprek aan te gaan met de directie. Deze is te bestellen of te downloaden via www.loc.nl/publicaties. In de brochure ‘Daar heeft u recht op in een Awbz-instelling’ kunt u lezen wat een zorgorganisatie moet betalen.
Handreiking Ouderen aan Zet Tijdens het project Ouderen aan Zet is een handreiking ontwikkeld. De handreiking bevat een aantal werkvormen waarmee cliëntenraden en zorginstellingen kunnen evalueren of zorgleefplannen bijdragen aan kwaliteit van leven en zeggenschap. Daarnaast bevat het ook nog enkele oefeningen om gezamenlijk (ouderen, vrijwilligers, medewerkers, managers en anderen betrokken bij de zorg/ leven van ouderen) in gesprek te komen over wat kwaliteit van leven betekent voor ouderen die een beroep doen op zorg. Ouderen aan zet is een project van LOC en Perspectief. Meer informatie op: www.loc.nl/ouderenaanzet.
ZORG & ZEGGENSCHAP IS EEN UITGAVE VAN LOC Het lidmaatschap van LOC staat open voor cliëntenraden van verzorgings- en verpleeghuizen, woonzorgcomplexen, thuiszorg, geestelijke gezondheidszorg, jeugdzorg, verslavingszorg, maatschappelijke opvang en welzijn. Wilt u lid worden van LOC of heeft u vragen over het lidmaatschap kunt u terecht bij de ledenadministratie van LOC. Ook (adres) wijzigingen graag doorgeven via de leden/abonneeadministratie (
[email protected]) of (030) 284 32 00. Zorg & Zeggenschap wordt uitgegeven door uitgeverij Vakmedianet. Het blad verschijnt vijf keer per jaar en wordt gratis in tweevoud toegestuurd aan alle bij LOC aangesloten cliëntenraden. Extra abonnementen
Raden die aangesloten zijn bij LOC, kunnen (een) extra abonnement(en) nemen. De prijs per extra abonnement bedraagt 49 euro (2013). Hiervoor kunt u contact opnemen met de afdeling klantenservice van uitgeverij Vakmedianet: tel. (088) 584 08 88 of e-mail:
[email protected]. Wijzigingen met betrekking tot extra abonnement(en) moet u ook aan Vakmedianet doorgeven. Zorg & Zeggenschap verschijnt ook op (daisy-)cd; hiervoor gelden dezelfde voorwaarden en dezelfde kosten als voor een extra abonnement. Zorg & Zeggenschap | uitgave 25 | december 2013
39
Waarde-volle zorg maakt mensen verantWoordelijk Frank: ‘Inspelen op wat mensen zelf willen en dat faciliteren. Constructief te werk gaan, dat is het begin van oplossingen.’
DE TOEKOMST VAN DE GEZONDHEIDSZORG IS
WAARDE-VOLLE ZORG