Workshop Exotische vissen – verspreiding, oorzaken, effecten en mogelijke maatregelen Na een korte introductie van Joop Bongers (directeur Sportvisserij Nederland) introduceren dagvoorzitters Willie van Emmerik en Jan Kranenbarg het Vissennetwerk, de Werkgroep Exoten, Stichting RAVON en het programma. Rob Leuven – Exoten in mondiale waterwegen: oorzaken en gevolgen Zowel het mondiale verspreidingsbeeld van exoten als de verspreiding in de Europese rivieren worden het best voorspeld door de factor Bruto Nationaal Product. Daarnaast is er een positieve relatie tussen het aantal exoten en het aantal inheemse soorten en een positieve relatie met temperatuur. Invasie wordt gefaciliteerd door de aanwezigheid van vrije niches. Europa kent verschillende routes van introductie. Exoten zijn van alle tijden, maar het tempo van introductie neemt toe. Een van de waarnemingen is een forse toename in het aantal ernstig bedreigde en kwetsbare soorten in gebieden met hoog aandeel exoten. De temperatuur van de Rijn is met 5 graden toegenomen. De opwarming van de rivier treft meer inheemse soorten dan exoten (veel exoten hebben een lagere gevoeligheid voor hoge temperaturen). Exotenbeheer vereist inzicht in sleutelfactoren van soorten. Een concept dat hierbij gebruikt kan worden is het concept van filters (biogeografische, fysiologische en biotische) die de uiteindelijke soortsamenstelling (en dus ook de kans op invasie) bepalen. Take home message: Bezint eer gij verbindt of introduceert. Vraag 1: 1 Kun je op basis van vrije niches voorspellen welke exoten gaan binnenkomen? Wat vind je daarvan? Antwoord: Onnatuurlijke habitats als kribvakstenen doen het goed. Die niche is vrij. Dat soorten binnenkomen is van alle tijden, maar is nu factor 10 of 100 hoger dan in een natuurlijke situatie het geval zou zijn. Systemen moeten zo ingericht en beheerd worden dat co-existentie mogelijk is (en geen extinctie plaatsvindt). Habitat heterogeniteit en kwaliteit zijn hierbij belangrijk. Vraag 2: 2 Is er een relatie tussen landgebruik en temperatuur? Antwoord: Een groot gedeelte van de opwarming wordt veroorzaakt door lozingen en koelwater (2/3). In Vlaanderen leidt kaalkap tot temperatuurverhoging. In Nederland zien we ook het effect van klimaatverandering (1.2 ºC). Nils van Kessel/ Frank Spikmans Spikmans Plaag risico analyse van exoten in de grote rivieren Exotische vissen in Nederland zijn van alle tijden, maar in de rivieren is een sprongetje te zien na de opening van het MainDonau kanaal. Er zijn 5 nieuwkomers; marmergrondel, zwartbekgrondel, kesslersgrondel, pontische stroomgrondel en witvingrondel, allen van Ponto-Kaspische origine. De monitoringsdata rivieren laten de aankomst zien, gevolgd door een explosieve toename. Wat is het habitatgebruik van exoten? Onnatuurlijk habitat (stortstenen) is favoriet en er is een groot areaal geschikt habitat beschikbaar. Stortsteen in nieuwe natuur faciliteert introductie van exotische grondels.
Aantallen inheemse vissoorten blijven vooralsnog gelijk, aandeel neemt af. Opvallend aan de ecologie is dat exoten in Nederland worden gekenmerkt door een langere paaiperiode, vaker eiafzet en eerdere paairijpheid dan in hun oorspronkelijk verspreidingsgebied. Daarnaast hebben ze een hoge temperatuurtolerantie. Risico analyse: Mogelijk voedsel en habitatconcurrentie met inheemse soorten. Kesslers grondel predeert inheemse grondels. Beheersmaatregelen: 1 preventie van vestiging (terughoudend met opheffen van migratiebarrières, ballastwaterverdrag, handelsverbod, publieksvoorlichting). Mitigatie: verwijderen stortstenen oevers, vergroten habitatheterogeniteit. Resterende vragen hebben te maken met de ontwikkeling van de populatie en introductie nieuwe soorten, habitat & voedsel in Nederland, ziekten/parasieten, hybridisatie. Vraag: Vraag Is dood hout in beken als inrichtingsmaatregel slecht ivm vestiging exoten? Antwoord: Dood hout verhoogt habitat heterogeniteit en werkt waarschijnlijk positief op zowel inheems als uitheemse soorten. Onderzoek naar functie dood hout helpt risico inschatting. Hein van Kleef – Zonnebaars, verspreiding verspreiding en effecten, ecologie en beheer. Zonnebaars is al honderd jaar in Nederland. Reproductie in in N-Brabant en Limburg. Dicht bij bebouwing tref je vaker zonnebaars aan dan je op basis van toeval verwacht, dit geeft aan dat zonnebaars wordt uitgezet. Een groot aantal macrofauna groepen en amfibieën wordt negatief beïnvloed door de aanwezigheid van zonnebaars. Beheer faciliteert abundantie zonnebaars: baggeren en aanleggen van wateren leidt tot dominantie. Zonder extreme ingrepen minder kans op dominantie. Introductie, beheer en natuurontwikkeling in combinatie met waterberging leiden tot uitbreiding van zonnebaars. Beheer; voorbeeld Rouwven: wegvangen (geen effect), vervolgens ven leeggepompt en bodem afgedekt, dit werkt. Bij hoge populatiedichtheden vertoont zonnebaars verminderde reproductie. Wegvangen leidt dan juist tot verhoogd voortplantingssucces. Predatie(dichtheid) van snoek en baars is mogelijk sturend in overlast die kan ontstaan door zonnebaarzen. Er komt een decision support systeem voor venbeheer. Hugo Verr Verreycken. Visexoten in Vlaanderen: trends, verspreiding, effecten en maatregelen Vlaanderen kent 20 niet inheemse zoetwatervissoorten, waarvan 9 zichzelf in stand houden. Meeste soorten uit Azië en N-Amerika en na 1950. Grootste aantallen giebel en blauwband. Trends: giebel, snoekbaars en blauwband laten significante toename zien Effect: er is weinig informatie over de toestand vóór de introductie van exoten, vanwege afwezigheid van gegevens over natuurlijke visbestanden (en veel herintroducties). Risico analyse: classificatie in risico van soorten (expert judgement + literatuur). ISEIA kijkt naar effecten op inheemse soorten op basis van wat er in andere landen gebeurt. FISK neemt naast ecologische effecten ook economische (bv aquacultuur) effecten mee. Uitslag: alle soorten hoog risico en invasief, behalve Amerikaanse hondsvis. Amurgrondel, zwartbekgrondel, blauwband en giebel staan op de zwarte lijst.
Maatregelen: er wordt weinig gedaan. Nieuwe wetgeving biedt mogelijkheden voor bestrijding, maar wordt voor vissen nog niet toegepast. Ontwerp besluit verbiedt bezit en uitzetten van amurgrondel en zwartbekgrondel. José José Vos – Wat doet het team invasieve exoten Beleidsachtergrond van TIE is Convention on Biological Diversity (CBD): ontwikkel beleid om de introductie van soorten die inheemse soorten negatief beïnvloeden te beheersen. Invasieve exoten zijn voor TIE soorten die door menselijk handelen binnen komen en een bedreiging vormen (geen soorten die op eigen kracht hier komen). TIE houdt zich bezig met signalering en beleidsvoorbereiding. Risico analyses bestaan uit risico van binnenkomst-risico van vestiging-risico van verspreidingpotentiële impact. Besluitvorming ligt bij Directie NLP. Implementatie in gang zetten is weer taak van TIE (voorlichting, kennisuitwisseling, convenant). Er zijn verschillende watergerelateerde projecten in gang gezet, maar er liggen ook nog veel vragen. Zeepkistsessie 1 Pieter Beelen Beelen – signaleren invasieve exoten
Stelling 1: Landsgrenzen zijn geen goede grenzen om te bepalen of een soort wel of niet exoot is. Reactie: Stroomgebiedsgrens of biogeografische regio’s is inderdaad beter dan landsgrens. Als je naar de lijst kijkt zijn er niet veel soorten die bij de nieuwe indeling afvallen (want uit Zwarte zee of Amerika). Belangrijk is een zuiverheid in de toepassing van definities van exoot en invasief. Ingeburgerde soort blijft een exoot. Naast exoten kunnen ook inheemse soorten invasief gedrag vertonenen. Is een Groningse baars een exoot in Zeeland? Niet alleen de ruimtelijke schaal maar ook de tijdsschaal is belangrijk voor de definitie van exoot. Bijvoorbeeld het geslacht Corbicula komt als fossiel voor in Nederland. Wat is een stroomgebied? De Bergse maas bestaat alleen door graafwerkzaamheden van de mens. idem bij koppeling van stroomgebieden.
Stelling 2:Bij het bestrijden van exoten moet onderscheid gemaakt worden tussen het type water (geïsoleerd vs open) Reactie: alleen bestrijden als het haalbaar is, los van watertype. Het kost veel geld en het is vaak dweilen met de kraan open. Liever habitat van inheemse soort verbeteren.
Stelling 3: Personen die een potentieel invasieve exoot vangen mogen deze niet terugzetten. Reactie: Wat moet je er dan mee? In de vriezer? Inleverpunt? Dood terug gooien? Het is zinloos. Juridisch is er een knelpunt. Je mag ze niet uitzetten maar ook niet in bezit hebben. Uitzetten en terugzetten is niet hetzelfde. Je mag ze wel terugzetten (H2O artikel van Jose Vos). Als je een klein deel afroomt kan er juist een explosie ontstaan. Niet aan te bevelen omdat verwarring met inheemse soorten mogelijk is.
Menno Soes –Het risico van meeliftende parasieten. Naast vissen worden ook hun (exotische) parasieten uitgezet. Om hoeveel visintroducties gaat het in Nederland? Onbekend, geen overzichten, geen mensen die zich hiermee bezig houden. In zoektocht naar nieuwe exoten is het gemakkelijk een nieuwe soort te vinden: bv de Japanse karperluis in vijvers in Nijmegen enRotterdam. Lijkt op de Nederlandse soort. Parasitaire copepode in de kieuwen van snoekbaars, zwemblaasparasiet van paling Anguilllicola crassus. Parasieten leveren een groot risico waarop we voldoende grip op moeten hebben. Discussie: is de teloorgang van de kroeskarper niet te wijten aan een parasiet? Reacties: Men wist niet dat parasieten en ziekten zo’n groot probleem zijn. Het succes van exoten is soms te wijten aan hun parasieten. De parasiet kan een risico zijn of een bondgenoot. Voorbeeld : verdwijnen inheemse rivierkreeft. Conclusie: sleep niet onnodig met vis! Marco Kraal – Blij Blij met roofblei
Stelling: alle soorten integreren en we kunnen er nog lol van hebben ook. Roofblei is als nieuwe roofvis een aanwinst voor de hengelsport! Reactie: Stabiliseert populatie of worden ze gedresseerd., waardoor ze minder worden gevangen? Wat is er gebeurd met die scholen jonge roofblei? Mensen vangen ze met hengeltjes? Mensen verwarren ze met jonge winde, alver, blankvoorn? Exoten kunnen ook uiteindelijk verdwijnen. Theo de Jong – Uitzetten van exotische vis
Stelling: bij het uitzetten van exotische exotische vis telt alleen het belang van de hengelaar en het ecosysteem is de klos. Er zijn oude exoten (karper, snoekbaars), nieuwe exoten en sleep-exoten (soorten die binnen hun verspreidingsgebied worden versleept naar een andere regio). Hier gaat het over het bewust uitzetten van vissen. Wetgeving: FF-wet, NB wet, IUCN: je moet onderzoeken voor je een soort mag uitzetten, er mag geen effect zijn op inheemse soorten of habitatsoorten. Bij vissen lijkt het of deze regels soms niet gelden. Het onderzoek voorafgaand aan uitzet moet niet alleen gaan over kilo’s vis, maar ook over effecten op de omgeving en op de rest van het ecosysteem. Het onderzoek is nu eenzijdig en onvoldoende.
Effecten van uitzetten: op vissen, op amfibieën en libellen en andere macrofauna, op flora, het ecosysteem wordt omvergewalst. Tegenreactie: In de toekomst zal het uitzetten van vis gaan plaatsvinden via visplannen. Het uitzetten van vis is symptoombestrijding en is begonnen toen we het ecosysteem zo hadden verprutst dat er niets anders was. Zeepkistsessie 2. Menno Soes – Liever de eigen forel! Een rol voor de VBC’s
Vraag: Zijn de VBC’s het juiste podium om zonder extra formele toetsingscriteria uitzetbeleid te regelen? Er zijn voorwaarden aan visuitzet: Gezond- en welzijnswet voor dieren, Ffwet: verboden dieren of eieren van dieren in de vrije natuur uit te zetten. Vissen in de Visserijwet mogen worden uitgezet. Het mag geen schade toebrengen aan beschermde vissoorten (ff wet) of beschermde natuurgebieden en soorten (NB wet). Mogelijke gevolgen uitzetting: werkt negatief op je KRW maatlat, genetische vervuiling, ziektes en parasieten die schadelijk zijn voor inheemse fauna. Reactie: In visplan kun je afspraken maken over wat je kunt uitzetten en waar. Anders wordt het heel lokaal besloten en op basis van wie het hardste schreeuwt. Het waterschap is bij het visplan betrokken en kan het toetsen, bijvoorbeeld op negatieve effecten op de KRW. Er wordt nu niet getoetst wat de (genetische) kwaliteit en gezondheid is van de vis. Er zijn te weinig criteria en kaders. Dat zou verduidelijkt en aangevuld moeten worden. De KRW is hiervoor te algemeen. Ykelien Damstra – Vismigratie versus exoten
Stelling: Leefgebieden van zwaar beschermde soorten (tabel 3) moet je op slot houden. IN nota visbeleid van WS Veluwe staat dat ze vismigratieknelpunten willen opheffen. Eigenlijk zouden ze de Grift en de IJssel willen verbinden. Zo zouden vissen van de IJssel tot bovenin de sprengenbeken kunnen komen. In de sprengenbeken zit beekprik en elrits. Kunnen winde, serpeling en kopvoorn daar terugkomen? Welke exoten vormen een bedreiging? Reactie: Houd het op slot, mits de (meta)populaties groot genoeg en levensvatbaar zijn. Men moet eerst meer weten over het effect van exoten op beschermde soorten. Optie 2 alle sprengenbeken verbinden en benedenstrooms op slot zetten. Het is niet heel logisch om de IJssel en de Grift te verbinden.
Rob Raedts –Blauwband en verspreiding parasiet Ook in Nederland is Blauwband geinfecteerd met
Sphaerothecum destruens (bekend als parasiet die reproductie van zalm onderuit haalt). Parasiet aanwezig in Everlose beek. Kan een bedreiging vormen voor inheemse vissen.
Determinatieprakticum Het determinatiepracticum bestaat uit 3 delen. Eerst moet men de vissen in een fotocollage op naam brengen. Vervolgens moet men de vissoorten matchen met vissen in aquaria. Tot slot moet men van alle soorten aangeven of het een exoot is of niet. In groepjes wordt zowel in het natte lab als in de garage druk gediscussieerd en gezocht met behulp van determinatieboekjes en zoekkaarten. De dag eindigt met een prijsuitreiking.