Fietsvisie Noord-Veluwe Regio Noord-Veluwe 19 november 2009 Definitief rapport
HASKONING NEDERLAND B.V. VESTIGING ENSCHEDE
Documenttitel Verkorte documenttitel Status Datum Projectnaam
Fietsvisie Noord-Veluwe Fietsvisie
Colosseum 3
Definitief rapport
Postbus 26
19 november 2009
+31 (0)53 483 01 20
Fietsvisie Noord-Veluwe
+31 (0)53 432 27 85
[email protected]
Projectnummer
9V3208.A0
Opdrachtgever
Regio Noord-Veluwe
Referentie
Auteur(s) Collegiale toets Datum/paraaf Vrijgegeven door Datum/paraaf
7500 AA Enschede
www.royalhaskoning.com
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc
Rob Huisman, Edwin Hondorp Lars Smelter 19-11-2009
………………….
Rudy Fokkert 19-11-2009
………………….
Arnhem 09122561
Telefoon Fax E-mail Internet KvK
INHOUDSOPGAVE Blz. 1
INLEIDING
1
2
TYPERING VAN DE REGIO NOORD-VELUWE 2.1 Utilitair gebruik 2.2 Recreatief gebruik 2.3 Gezamenlijke speerpunten
3 4 5 6
3
NETWERKVISIE: MOTIEVEN EN KWALITEITEN 3.1 Twee fietsnetwerken 3.2 Schoolroutes 3.3 Woonwerk routes 3.4 Routes meer geënt op de functie ‘zorg’ 3.5 Regionaal versus lokaal netwerk 3.6 Recreatieve routes 3.7 De dynamiek van de netwerken, fietsrelaties, ontbrekende schakels, nieuwe verbindingen 3.8 Overstappunten
11 11 11 11 12 13 15 16 17
4
AANVULLENDE MAATREGELEN, PROMOTIE EN MARKETING 4.1 Inleiding 4.2 Provinciale en regionale promotie en marketing 4.3 Stand van zaken 4.3.1 Enkele feiten en cijfers 4.3.2 Realisatie projecten en initiatieven 4.3.3 Wensen ten aanzien van recreatief fietsen 4.3.4 Recreatieve fietsers 4.3.5 Trends en ontwikkelingen 4.4 Projectideeën
19 19 19 20 20 21 22 22 22 24
Fietsvisie Definitief rapport
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc -i-
19 november 2009
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.4.5 4.4.6 4.4.7 4.5 5
Verwijsborden Belevingsplekken Fietsvriendelijke bedrijven Eigenroute.nl Promotie fietsroutenetwerk Buitenlandpromotie fietsroutenetwerk Consumentenonderzoek fietsroutenetwerk Betekenis van promotie en marketing in Noord Veluwe
PROGRAMMEREN FIETSPROJECTEN 5.1 Opbouw programmeringsinstrument 5.2 Ordenen op basis van de ‘9 smaken’ van het fietsprogramma 5.3 Programmeren
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/EnscFietsvisie 19 november 2009
24 24 25 25 26 26 26 26 29 29 30 30
Fietsvisie - ii -
Definitief rapport
1
INLEIDING
De visie is in hoofdzaak opgebouwd uit een aantal onderdelen:
De regio Noord-Veluwe wil met een Regionaal Fietsprogramma het fietsen als een totaalproduct stimuleren. Doelstelling daarbij is ‘meer mensen op de fiets’. Een voornaam onderdeel binnen het Fietsprogramma vormt de fietsvisie. Hoe kijkt de regio aan tegen het fietsbeleid voor de lange termijn. De ambitie om een Fietsprogramma op te stellen valt of staat met het uitdragen van een visie. Het programma en de projecten kunnen nog zo groot en ambitieus zijn, binnen een programma dienen altijd keuzes gemaakt te worden en keuzes liggen opgesloten in welke koers en lijn de regio de komende jaren wil uitzetten. Kortom, een visie op fietsen in de regio is van cruciaal belang binnen het op te stellen fietsprogramma.
Typering van de regio: dit onderdeel omvat een omschrijving van de regio en wat de regio kenmerkt en typeert op zowel het gebied van verkeer & vervoer als van recreatie & toerisme. De kwaliteit van de fietspaden/voorzieningen moet hierin ook nadrukkelijk worden beschreven en de kwaliteit die gesteld wordt aan de functie van de paden (recreatief en/of utilitair). Het fietsnetwerk vormt daarvoor de basis. Regionale fietsvisie: welke visie heeft de regio zowel vanuit verkeer & vervoer als van recreatie & toerisme op het beleidsveld ‘Fiets’. Met andere woorden, wat wil de regio bereiken over 10 á 15 jaar. Wat zijn de daaruit voortvloeiende doelstellingen. En op welke doelstellingen zal de nadruk in de komende jaren moeten komen te liggen? Doelstellingen zijn bijvoorbeeld schoolroutes maximaal veilig maken, ontbrekende schakels als eerste realiseren of inzetten op bepaalde fietscorridors. Ook dienen doelen zich te richten op niet infra-voorzieningen zoals promotie en marketing. Ook wordt ingegaan op hoe wordt aangekeken tegen bovenlokale en lokale routes. Een route heeft een herkomst en een bestemming. Of deze routes door lokale of bovenlokale routes worden bediend is voor de fietser niet van belang. De route dient als complete route (kopstaart) te worden beschouwd.
De regio Noord-Veluwe heeft Royal Haskoning gevraagd een voorstel te doen om te komen tot een integrale fietsvisie (verkeer & vervoer en recreatie & toerisme) voor de regio, dat opgenomen kan worden in het Regionale Fietsprogramma. Bij het opstellen van de fietsvisie is afstemming gezocht met de Regiovisie Noord Veluwe en met de beleidsspeerpunten van alle gemeenten binnen de regio. De fietsvisie wordt sterker en voldragen als deze verankerd is met enerzijds de Regiovisie en anderzijds met de lokale speerpunten die er liggen bij de gemeenten.
Fietsvisie Definitief rapport
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc -1-
19 november 2009
Regionale opgaven: de doelstellingen vanuit de visie zijn vertaald naar regionale opgaven. Het betreft een omschrijving van dat wat moet worden uitgevoerd, Voorbeelden hiervan zijn: • Het verbeteren van de recreatieve en toeristische waarde, welke structuur en/of welke verbindingen. • Waar en op welke plekken en locaties dient de veiligheid vooral aangepakt te worden en hoe? • Welke ontbrekende schakels worden hoe gerealiseerd. • En op welke typerende thema’s wil de regio het fietsen benadrukken. Enkele unieke projecten toegelicht: in de visie worden enkele projecten benoemd en uitgewerkt tot (voorbeeld)projecten. Zo wordt een route uitgewerkt die meer geënt is op de zorgfunctie. Ook de beoogde nieuwe route langs de spoorbrug Hattem-Zwolle wordt beschouwd als een uniek project in de regio. Deze projecten dienen als ‘spin-off’ voor de hele regio en het stimuleren van ‘meer mensen op de fiets’.
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc 19 november 2009
Fietsvisie -2-
Definitief rapport
2
TYPERING VAN DE REGIO NOORD-VELUWE
samenwerking met overheden, bedrijfsleven en openbaar vervoersondernemers) staat binnen het regionale mobiliteitsbeleid op de agenda. Om de regio bereikbaar te houden, met name naar de economisch meest interessante gebieden, zoals de werkgebieden in Harderwijk en de recreatieve trekkers verspreid in de gehele regio, kan de rol van de fiets hierin een prominentere rol gaan vervullen.
De regio is een gebied van wonen, werken, recreëren, zorg, natuur, landschap en landbouw. Dat er gewoond en gewerkt wordt is niet zo bijzonder, maar dat de regio een bijzonder gebied is als het gaat om ligging, natuur en landschappelijke kwaliteiten is wel af te leiden van het feit dat het landschap rijk is aan contrasten en is erkend als het ‘Kerngebied Ecologische Hoofdstructuur’ en als ‘Nationaal Landschap’. Dat betekent niet dat er een hek omheen moet komen te staan. De regio is van mening dat eenieder hiervan mag genieten en hoe kan dat beter dan op de fiets.
Het fietsbeleid in de regio richt zich op het utilitaire fietsgebruik (de werkers en scholieren) en recreatieve fietsgebruik. De regio is van mening dat voor beide doelgroepen het fietsgebruik moet worden gestimuleerd. Daarbij zijn accenten denkbaar, accenten op de werkgebieden rondom Harderwijk en/of de recreatieve trekpleisters in de gehele regio, en/of de voornaamste schoolroutes naar de voortgezet onderwijslocaties. Het stimuleren moet op een verleidende wijze plaatsvinden, geen ‘autootje pesten’, maar mensen verleiden meer de fiets in plaats van de auto te kiezen. Ervaringen hebben geleerd dat ‘autootje pesten’ averechts werkt. Het is de bedoeling om het fietsen te stimuleren door leuker, plezieriger, veiliger en aantrekkelijker te maken. Dit zijn thema’s die uit marktonderzoeken vaak naar voren komen waarom mensen graag de fiets willen pakken.
‘Zorg’ is in de regiovisie als een belangrijk element in de invulling van de identiteit van dit gebied. Zorg als drager in al zijn aspecten, zorg voor mens, omgeving en economie. Van oudsher aanwezig en ook voor de toekomst een bruikbare en juiste keuze om ontwikkelingen in dit gebied te leiden en ambities in te vullen. Maar ook vanuit de eigen beleving en passend bij de geformuleerde regionale opgaven zijn de kernwaarden benoemd. De regio heeft hieraan een merknaam ‘Care Valley’ gehangen [bron: Regiovisie]. De regio Noord-Veluwe verwacht nog steeds een toename van de verkeersbewegingen op de regionale/ nationale verkeersaders zoals de A28 en de N302. Het streven is het oplossen van knelpunten op provinciale wegen en aantakkende gemeentelijke wegen. Ook plannen ter verbetering van het openbaar vervoer (in
Daarnaast zal blijken dat beide doelgroepen soms een eigen benadering en aanpak nodig hebben. Maar
Fietsvisie Definitief rapport
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc -3-
19 november 2009
nagestreefd dienen er ook geen concessies te worden gedaan voor het creëren van die hoogwaardige fietsvoorzieningen. Optimale ruimte voor het creëren van een ‘rode loper’ moet dan de keuze zijn. Op minder cruciale locaties en/of verbindingen is voorstelbaar dat concessies gedaan worden in ontwerp en benodigde ruimte.
evenzeer zijn er ook momenten waarbij ze elkaar duidelijk versterken. Dat is logisch omdat veel utilitaire fietsers ook de fiets gebruiken voor een recreatieve ronde en andersom. Daarnaast zal ook blijken dat sommige routes voor zowel utilitair gebruik alsook voor recreatief gebruik zeer in trek zijn. Dit zijn dan vaak routes die door een prachtig gebied lopen en een directe verbinding bieden tussen twee kernen.
2.1
Utilitair gebruik De doelgroep utilitair fietsverkeer bestaat voornamelijk uit de dagelijkse fietsers. Dit zijn de mensen die elke dag de fiets pakken om naar hun werk te fietsen of naar school te gaan. Het gebruik van de fiets is voor sommigen een gewoonte. Vaak zien we dat deze groep ook de fiets pakt voor andere verplaatsingen die minder vaak voorkomen zoals het fietsen naar een sportclub of het doen van boodschappen. Juist omdat het om dagelijkse verplaatsingen gaat kan door op deze groep in te spelen veel worden gewonnen. Denk aan minder verkeerscongestie, minder belasting voor het milieu, minder ziekteverzuim en meer mensen die zich vaak plezieriger voelen (zie later ook hoofdstuk 4).
De fiets heeft ook een betekenis bij het verminderen van de verkeersdruk op die routes waar de druk van autoverkeer toeneemt of op termijn gaat toenemen. Immers er zijn tal van relaties tussen kernen, bedrijfsterreinen en scholen die voor de fiets goed bereikbaar zijn. Daarnaast gaat het om dagelijks gebruik dus ook een mogelijk dagelijkse ontlasting van het gemotoriseerde netwerk. Op regionaal niveau speelt de fietsafstand een belangrijke rol. Deze is beduidend langer dan lokaal als normaal wordt geaccepteerd. In het stedelijk verkeer zijn fietsafstanden tot 5 kilometer goed geaccepteerd. In de regio zijn de fietsafstanden soms langer. Redelijkerwijs zijn er nog steeds veel fietsers te winnen op afstanden tot 7,5 of 10 kilometer. Dit komt neer op een fietstijd van gemiddeld 30 tot 40 minuten. Om het fietsen op deze afstand daadwerkelijk te stimuleren is wel veel nodig.
Veiligheid van fietsroutes is van het allergrootste belang en dient bij nieuwe verbindingen als randvoorwaarde gesteld te worden. Bij bestaande routes is het soms woekeren met de ruimte en vragen veilige fietsvoorzieningen niet zelden een opoffering van kostbare ruimte. Als hoogwaardige fietsvoorzieningen worden 9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc 19 november 2009
Fietsvisie -4-
Definitief rapport
De route moet kort en direct zijn, verharding van de kwaliteit hoogwaardig en de overlast van het autoverkeer beperkt. Comfort moet hoog zijn en route moet bekend zijn bij de mogelijke fietsers. Een tweede manier om het fietsgebruik over langere afstanden te stimuleren is door de fiets een prominente rol te geven in het voor of natransport. Ook hier kan de fiets indirect een grote invloed hebben op een reductie in de verkeersdruk op het wegennet. Hiervoor zijn goede opstappunten nodig bij carpoolplaatsen, bushaltes, treinstations of anders.
2.2
De recreatieve fietser is niet alleen een toerist die op vakantie is. Voor het grootste deel blijken het vaak zelfs de bewoners van de regio te zijn. Zij maken ’s avonds of op vrije dagen een zogenaamd ‘lokaal ommetje’. Daarnaast zijn er natuurlijk de dagtoeristen en de verblijfstoeristen. Deze doelgroep beslaat alle leeftijdscategorieën en dat betekent dat het wensenpakket sterk kan variëren. Denk bijvoorbeeld aan een jong gezin, mensen die willen mountainbiken, de wielrenners, het verliefde stel of het echtpaar dat nu met de VUT is en meer vrije tijd heeft. Kortom: een groot deel van onze samenleving kent de fiets op een prettige en leuke manier.
Een doelgroep die wat meer op het snijdingsvlak van utilitair en recreatief zit zijn de senioren en/of minder validen personen. Deze doelgroep hebben evenzeer woon-werk motieven, maar ook recreatieve motieven. Senioren werken steeds langer, maar ook minder, en ook de minder valide werkers willen wellicht meer dan nu, de mogelijkheid hebben om per (aangepaste) fiets, of scootmobiel naar hun werk te kunnen. De regio wil, gelet ook op de ‘Care Valley’ gedachte, zich meer dan tot dusver gaan richten op deze doelgroep. Ook deze groep zou meer op de fiets gaan als de voorzieningen zich hier ook meer op zouden richten. Dan gaat het bijvoorbeeld om routes naar werkgebieden en meer specifiek naar gebieden of locaties die zich op ‘zorg’ richten. Routes direct gelegen aan verzorgingstehuizen beter geschikt maken voor scootmobiels en fietsdriewielers.
De Veluwe is een van dé recreatiegebieden van Nederland en heeft een uniek en aantrekkelijk gebied voor fietsers. Het kent bossen, heiden, het Veluwemeer, randmeren, de IJssel en diverse landschappen met veel variatie. Fietsen is echter meestal geen doel op zich. Fietsen is het middel bij uitstek om in de natuur te zijn of cultuur of platteland te beleven. Er is voor het fietsen een grote markt, waar iedereen in de regio van profiteert. De kwaliteit van de fietsvoorzieningen moet aansluiten op de wensen, eisen en trends in het fietsgebruik en de mogelijkheden en kwaliteiten van het gebied. Aanvullende voorzieningen en meer promotie en marketing bieden hiervoor mogelijkheden.
Fietsvisie Definitief rapport
Recreatief gebruik
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc -5-
19 november 2009
Gemeenschappelijke speerpunten fietsbeleid zijn als volgt te formuleren: • Goede fietsbereikbaarheid van met name scholen (voortgezet onderwijslocaties), winkels en stations en de voornaamste (regionale) werkgebieden die zich vooral concentreren rondom Harderwijk, Nunspeet, Ermelo, Hattemerbroek en ‘H2O’ (Hattem-HeerdeOldebroek). • Fiets in woon-werk verkeer vooral gericht op de fietscorridors Putten – Ermelo – Harderwijk. • Corridoren langs de gehele dorpen en stedenrij, tussen de randmeren en het ‘groene hart’: PuttenErmelo – Harderwijk – Nunspeet – Elburg –Oldebroek – Wezep – Hattem. • Verbindingen via de veerponten met de Flevoland (Lelystad, Zeewolde e.d.) maar ook met de Stedendriehoek (veerponten over de IJssel, oostwaarts). • Veilige fietspaden, oversteeklocaties op orde, en langs gebiedsontsluitingswegen in beginsel vrijliggende paden. • Comfort en aantrekkelijke paden met hoge belevingswaarde, kwaliteitsimpuls voor het fietsknoopuntennetwerk in het ‘groene hart’, langs de randmeren en de IJssel. • Onderhoudsniveau op peil houden; • Stallingen bij belangrijke voorzieningen en bestemmingen. • Promotie van de fiets, faciliterende zaken (bijvoorbeeld ‘met belgerinkel naar de winkel’).
Delen van de Noord-Veluwe zijn meer voorbehouden aan de kwetsbare flora en fauna en kunnen weinig verstoring verdragen, andere delen hebben voldoende draagkracht om grotere aantallen bezoekers op te vangen. Het is daarom zaak de bezoekers naar de meer draagkrachtige natuur te leiden en daarmee rust in de andere delen te creëren. Daartoe is fietsknooppuntensysteem een prima instrument. Veel autoverkeer gaat niet samen met de rust en stilte die veel bezoekers willen vinden op de Veluwe. Dit betekent dat ook de bezoekers zelf gestimuleerd moeten worden vaker de fiets te nemen. De steden en dorpen, de verblijfsrecreatiecomplexen, dagrecreatieterreinen en attracties moeten goed ontsloten zijn met aantrekkelijke fietspaden. Dat betekent dat fietsroutes starten op stations, natuurtransferia en (fietsrek)parkeerplaatsen. Kortom: het recreatieve fietsnetwerk moet op geïntegreerde manier zijn afgestemd met de waarden van de natuur waardoor de belasting van kwetsbare natuur en de automobiliteit beperkt blijft
2.3
Gezamenlijke speerpunten Om tot gemeenschappelijke speerpunten voor de fiets te komen is het belangrijk om kennis te hebben van de lokale (gemeentelijke) speerpunten. Het regionale beleid moet tenslotte aansluiten bij de lokale belangen en beleidsspeerpunten ten aanzien van de fiets. Alleen dan kan het rekenen op draagvlak en resultaat.
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc 19 november 2009
Fietsvisie -6-
Definitief rapport
•
Oprichten en/of opwaarderen servicepunten, locaties waar fietsverhuur, oplaadpunten, (spoed)reparatie van fietsen en ‘veilig honk’ samen gebracht kunnen worden. ‘Veilig Honk’ is een project waar fietsers met uiteenlopende redenen terecht kunnen (bijvoorbeeld schuilmogelijk-heden, opvang bij kleine ongevallen en/of angstige situaties etcetera).
Fietsvisie Definitief rapport
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc -7-
19 november 2009
Afbeelding 2.1 Netwerkvisie, utilitaire ‘corridors’ en recreatieve routes in het ‘groene hart’ en langs de randmeren 9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc 19 november 2009
Fietsvisie -8-
Definitief rapport
Met deze speerpunten kan heel handig en efficiënt worden ingespeeld op de thema’s die voor de fietsers belangrijk zijn. In de volgende hoofdstukken wordt aangegeven hoe aan de genoemde speerpunten inhoud wordt gegeven. Gezamenlijkheid Om van het fietsen een sterk kwaliteitsproduct te maken is onderlinge samenwerking tussen de betrokken gemeenten, provincie, betrokken partners onontbeerlijk. Dit geldt ook voor een goede aansluiting op de omliggende regio´s.
Fietsvisie Definitief rapport
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc -9-
19 november 2009
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc 19 november 2009
Fietsvisie - 10 -
Definitief rapport
3
NETWERKVISIE: MOTIEVEN EN KWALITEITEN
3.1
Twee fietsnetwerken
3.2
Schoolroutes zijn altijd en overal een voornaam thema omdat het hier gaat om relatief kwetsbare verkeersgroepen (jongeren, schoolgaande jeugd). Bovendien zijn op veel wegen in het buitengebied belangrijke fietsroutes gelegen die naar de kernen leiden waar de voortgezet onderwijsinstellingen zijn gevestigd. Dat betekent dat naast de routes in de kernen ook vooral de schoolroutes in het buitengebied aandacht vragen en dan voornamelijk de verkeersveiligheid. In het buitengebied levert het autoverkeer namelijk een relatief grotere bedreiging voor de schoolgaande jeugd. Het autoverkeer heeft doorgaans een hogere snelheid en dat verdraagt zich minder goed met het fietsverkeer. Zeker op plekken waar nog geen scheiding van het auto- en fietsverkeer bestaat.
Feitelijk kunnen we overal fietsen. Dit kunnen vrijliggende fietspaden zijn dan wel wegen met gemengd verkeer. Dit betekent echter niet dat alle fietspaden en/of wegen even belangrijk zijn voor de fietsers. In aansluiting op de twee doelgroepen zijn de volgende twee fietsnetwerken opgesteld: • het utilitaire netwerk dat zich voornamelijk laat vertalen naar schoolroutes en woon-werkroutes; • Het recreatieve netwerk dat is samen te vatten als het fietsknooppuntensysteem (volgens het fietstotaalplan). Beide netwerken zijn op een separate kaart weergegeven. De functie van de netwerken is om heel gericht de aandacht te kunnen vestigen op die wegen en fietspaden die voor de meeste fietsers belangrijk zijn. Een fietsnetwerk krijgt zodoende een sturende functie en worden financiële middelen gericht ingezet.
3.3
Woonwerk routes De regio kent, met uitzondering van de wegen van en naar Harderwijk, geen uitgesproken grote problemen met betrekking tot woon-werk routes en congestie. De fiets kan daarmee vooral (of alleen) een concurrerende rol spelen op de routes rondom Harderwijk en op de ‘corridor’ Putten – Ermelo – Harderwijk. In minder mate maar wel van belang speelt de woon-werk relaties tussen Harderwijk – Nunspeet – Elburg. Daarmee ontstaat er een volledige ‘corridor’ parallel aan het groene hart en het water (de randmeren) waarop met name het woon werk
Van grote betekenis in dit kader is om niet alle woonwerk routes, school routes en recreatieve routes als even belangrijk aan te merken. In een visie dienen keuzes gemaakt te worden. Keuzes zijn nodig om tot een programma van fietsprojecten te komen. Op welke routes wordt als eerst ingezet. In de navolgende paragrafen wordt hier nader op ingegaan.
Fietsvisie Definitief rapport
Schoolroutes
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc - 11 -
19 november 2009
De Regiovisie erkent het belang van recreatie- en toerisme, over het binnenhalen van een hogere beroepsopleiding op het gebied van zorg, alsmede zorg voor onze jeugd. Fietspaden zijn daarbij ook van belang, zowel de recreatieve als de utilitaire paden.
verkeer per fiets meer dan gemiddeld gestimuleerd dient te worden. Belangrijk voor de utilitaire fietser zijn: • directe en snelle verbindingen - corridors - tussen de kernen en voorzieningen onderling; • veilige en comfortabele routes; • goede aansluitingen op bruggen en (voet)veren.
Als het gaat om het verhogen van de kwaliteit van fietsroutes, is het voorstelbaar sommige routes van het netwerk meer dan gemiddeld in te richten en te ontwerpen door de bril van ‘zorg’. Het ontwerpen en de inrichting van een aantal specifieke routes - als onderdeel van het regionale fietsnetwerk - dient integraal en met een breed palet aan functies ingestoken te worden. De bestaande aanwezige landschappelijke kwaliteiten en functies vormen de basis van de routes geënt op die zorg. Deze routes kunnen een ontbrekende schakel zijn en daarmee tegelijkertijd een aantrekkende werking hebben op zorg gerelateerde functies. Hierbij kan gedacht worden aan nieuwe verzorgingshuizen in de breedste zin van het woord, daaraan gekoppeld werken in de zorg maar ook onderwijs in de zorg. Naast de functies bieden dergelijke routes meer potentie voor publiek belang in de vorm van toeristen die met gedeelde of volledige zorg via deze route per fiets of anderszins van de omgeving kunnen genieten.
Voor het utilitaire fietsnetwerk worden de volgende eisen gesteld aan de kwaliteit van de infrastructuur: • Verkeersveiligheid is een randvoorwaarde waar altijd aan voldaan moet worden. • De sociale veiligheid dient goed geborgd te zijn. • De wegverharding dient comfortabel te zijn. Bij voorkeur wordt gewerkt met asfalt en/of beton. • Samenhang tussen routes en bestemmingen moet sluitend zijn. • Aantrekkelijkheid is van ondergeschikt belang maar kan wel kansen bieden tot een meerwaarde. • Barrières dienen zoveel mogelijk geslecht te worden.
3.4
Routes meer geënt op de functie ‘zorg’ Zoals al eerder benoemd is het thema ‘zorg’ een belangrijk onderwerp in de regio. ‘Care Valley’ staat met hoofdletters genoemd in de Regiovisie Noord-Veluwe. De regio zet in op zorg. Zorg was altijd al belangrijk voor de regio, en zorg houdt behalve zorg voor mensen, bewoners en gasten, ook in zorg voor de natuur.
Hiermee krijgt een dergelijk fietsroute meer impact en draagkracht en kan de ‘Care Valley –gedachte’ ook zijn uitwerking krijgen bij het op een hoger plan brengen van kwalitatief hoogwaardige fietsroutes in de regio.
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc 19 november 2009
Fietsvisie - 12 -
Definitief rapport
daarmee door kernen, langs de kust, over de Veluwe en via een (natuur)transferium. Uiteraard zijn meer van dit soort rondjes en routes denkbaar in de regio, maar het gaat in dit voorbeeld meer om de gedachte en de ideevorming. Afbeelding 3.1 Het pallet met ingrediënten voor de ‘Care Valley Cycle route
3.5
Om deze visie kracht bij te zetten is het realiseren van een fietspad voor mensen die moeite hebben met fietsen, maar toch al het moois van het gebied willen zien uitgewerkt in een concept: de ‘Care Valley cycle route’. Een dergelijke jke route is naast de basiskwaliteit van fietspaden ook ingericht voor gebruikers met een elektrische fiets (dus met oplaadpunten), een driewielfiets (dus extra breed), een tandem (slechtzienden) of een scootmobiel (minder validen). In het ‘Care Valley Cycle route’ -gedachte is een voorbeeldroute als onderdeel van het regionale netwerk (dus géén nieuwe toegevoegde routes) globaal uitgewerkt langs een zorgboerderij, een ecologisch landbouwbedrijf, een natuurwerkplaats en door dorpskernen. Deze doelgroep kan via een dergelijke route een mooie fietsrondrit maken, waarvan uiteraard ook delen van zo’n route gefietst kan worden. Het dient een goed gefaciliteerde route te zijn met brede paden, oplaadpunten, toilet, horeca, infoborden, bankjes en picknickplaatsen. De (voorbeeld)route heeft een routing van Nunspeet – Harderwijk – Ermelo en Putten en voert
Naast genoemde regionale netwerken zijn er lokaal ook tal van fietsverbindingen die nuttig en waardevol zijn. Het gaat daarbij om verbindingen die door de bewoners uit de directe omgeving van belang zijn, bijvoorbeeld de verbinding tussen een woonwijk en het plaatselijke sportpark. Ze zijn zonder meer functioneel. Vaak voeden dergelijke verbindingen de regionale netwerken of vallen samen. Echter voor het stimuleren van het regionale fietsgebruik zijn ze minder belangrijk. Lokaal hebben ze een veel hogere dichtheid in de maaswijdte en kunnen alle lokale routes geen onderdeel uitmaken van de regionale netwerken.
Fietsvisie Definitief rapport
Regionaal versus lokaal netwerk
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc - 13 -
19 november 2009
Afbeelding 3.2 Voorbeeld / uitsnede bestaande fietsroutes (als onderdeel van het netwerk) met inrichtingkenmerken gericht op ‘zorg’
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc 19 november 2009
Fietsvisie - 14 -
Definitief rapport
3.6
Recreatieve routes •
Het recreatieve fietsnetwerk is bewegwijzerd met het fietsknooppuntensysteem. Dit netwerk is specifiek afgestemd op de wensen van de recreatieve fietser. Het gaat om: • landschappelijk aantrekkelijke omgeving; • goede aansluitingen op mooie attracties en bestemmingen; • hinder van het autoverkeer moet beperkt worden (routes langs drukke provinciale wegen hebben geen voorkeur); • centrale ligging en goede bereikbaarheid van transferia.
•
Het regionale recreatieve fietsnetwerk speelt optimaal in op de diversiteit van de omgevingskenmerken. Voor de Veluwe gaat het om afwisseling tussen bosgebieden, watersportgebieden op de randmeren met daarbij tal van mooie en historische stadjes (Elburg, Hattem) en kernen. De routes zijn zo samengesteld dat wordt aangesloten op de mooie, unieke en belangrijke attractiepunten.
• •
De kwaliteit van de infrastructuur op dit netwerk moet goed zijn. Ten aanzien van de hoofdeisen geldt: • Veiligheid is natuurlijk een randvoorwaarde waar altijd aan voldaan moet worden. • Het comfort van de wegverharding goed te zijn. Er wordt niet gesteld dat alles uit asfalt moet bestaan. Zolang de verharding vlak is, is het goed. Een goed onderhouden halfverharding kan dus een prima route zijn voor de fietsers. Bovendien kan zo’n
•
Fietsvisie Definitief rapport
halfverharding bijdragen aan een mooiere beleving van de omgeving. Naast wegverharding speelt bij comfort ook de overlast van gemotoriseerd verkeer een rol. Langs een drukke weg is het niet fijn fietsen. Juist de rustige wegen met weinig gemotoriseerd verkeer zijn vaak ontspannend voor de fietsers. Het spreekt voor zich dat verkeerscirculerende maatregelen zeer effectief kunnen zijn voor het verbeteren van de fietskwaliteit. Samenhang tussen routes en bestemmingen moet sluitend zijn. De maaswijdte tussen de routes bedraagt een afstand tussen de 2,5 a 5 km buiten de kom. Een dichtere maaswijdte leidt tot een te dicht netwerk wat bij het bewegwijzeren tot veel problemen en onduidelijkheid zal leiden. Nabij kernen is een kortere maaswijdte mogelijk om entrees vanuit verschillende wijken of dorpscentra te bevorderen. Aantrekkelijkheid is gewaarborgd door de routes zorgvuldig te selecteren en af te stemmen op de waardevolle kenmerken van het landschap. Vindbaarheid. Veel mensen vinden het vervelend als ze niet weten waar ze zijn. Daarom is gekozen voor één uniforme bewegwijzering. Dit wordt ook ondersteund met routekaarten op borden langs de weg met ruspunten in de vorm van bankjes. De breedte van de recreatieve paden kan verschillen en zal afhankelijk zijn van type route en de belevingswaarde (een schelpenpad versus breed geasfalteerd fietspad door het bos, beide kunnen ervaren worden als een mooi aantrekkelijk fietspad door de natuur). Dit zal per situatie dus moeten worden beoordeeld.
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc - 15 -
19 november 2009
In het verleden heeft wel eens wildgroei plaatsgevonden van nieuwe fietspaden. Veel fietspaden in een klein gebied. Dit is voor de regionale fietser verwarrend.
Het beheer berust thans bij het Recreatieschap of bij de betrokken gemeente. Het beheer van deze paden komt naar alle waarschijnlijkheid weer terug bij de gemeente.
3.7
De dynamiek van de netwerken, fietsrelaties, ontbrekende schakels, nieuwe verbindingen Ontbrekende schakels Met het regionale utilitaire en recreatieve fietsnetwerk wordt optimaal ingespeeld op het fietsgebruik. Toch zijn er plekken waar het netwerk niet optimaal sluitend is. Met een sluitend netwerk wordt bedoeld dat in het netwerk geen grote omrijafstanden voorkomen. Een sterk voorbeeld hiervan is de verbinding Hattem-Zwolle. Hiervoor wordt op dit moment een fietsverbinding gerealiseerd langs de spoorbrug Hattem-Zwolle (zie afbeelding 3.4). Fietsrelaties Op de kaart zijn routes aangegeven, deze routes dienen vooral gezien te worden als invulling van een relatie of verbinding tussen A en B. Als bij een projectuitwerking blijkt dat de route op kaart beter via een andere route kan verlopen, omdat er dan een veel hogere kwaliteit bereikt wordt moet dat uiteraard altijd mogelijk zijn! Afbeelding 3.3 Beoogde spoorfietsbrug Hattem - Zwolle
Nieuwe relaties Naast het beperken van ontbrekende schakels zullen er altijd vragen komen naar de aanleg van nieuwe fietspaden. Het is van groot belang zorgvuldig af te wegen hoe dergelijke nieuwe paden passen in het totale netwerk.
Voorgesteld wordt dat nieuwe paden worden beoordeeld aan de hand van dezelfde uitgangspunten van het regionale utilitaire en recreatieve fietsnetwerk. Voldoet het pad bijvoorbeeld aan de uitgangspunten van het utilitaire
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc 19 november 2009
Fietsvisie - 16 -
Definitief rapport
met horeca. Een goed voorbeeld is het natuurtransferium bij Nunspeet. Dit transferium is aantrekkelijk voor de dagelijkse overstapper alsook voor de recreant.
of recreatieve netwerk dan kan deze opgenomen worden omdat daarmee het nut in het netwerk is aangetoond. Wordt aan geen van de uitgangspunten voor de beide netwerken voldaan, dan kan het nieuwe pad enkel een lokale functie hebben. Realisatie en onderhoud zal dan ook voornamelijk een aangelegenheid zijn van de lokale overheid.
Belangrijk is dat deze voorzieningen dichtbij het hoofdwegennet liggen waardoor extra autoverkeer door kwetsbare gebieden beperkt blijft.
Ook is het denkbaar dat met de aanleg van een nieuw pad een mooiere en-of directere verbinding wordt gerealiseerd ten opzichte van een oude bestaande verbinding. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een ruilverkaveling of een landinrichtingsproject.
3.8
Overstappunten Bij het opstellen van het netwerk is zorgvuldig rekening gehouden met de herkomst- en bestemmingslocaties.. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om: • dagrecreatie; • verblijfsrecreatie; • woonwijken; • werkgebieden; • transferia, waaronder NS- en busstations; • zorgopstaplocaties. De opstappunten zijn bij uitstek goede plekken om extra service aan de fietsers te verlenen. Het gaat dan om o.a. informatievoorziening, mogelijkheden voor het huren van een fiets, mogelijkheid om over te stappen van de ene vervoerswijze op de andere. Dit al dan niet in combinatie Fietsvisie Definitief rapport
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc - 17 -
19 november 2009
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc 19 november 2009
Fietsvisie - 18 -
Definitief rapport
4
4.1
AANVULLENDE MAATREGELEN, PROMOTIE EN MARKETING
Heel Gelderland, en dus ook de Veluwe, is inmiddels voorzien van het fietsknooppuntensysteem en er zijn diverse initiatieven gerealiseerd om gebruik van het fietsroutenetwerk te stimuleren. Voorbeelden hiervan zijn fietskaarten op basis van knooppunten, digitale
Inleiding In de fietsvisie is naast de infrastructurele kant ook serieuze aandacht nodig voor promotie en marketing. De productontwikkeling en marketing lijken zich daarbij tot nu toe vooral te richten op de meer toeristisch/recreatieve aspecten. Dit hoofdstuk is bedoeld om vanuit die productontwikkeling marketingideeën aan te dragen. Ideeën die zich vooralsnog voornamelijk oriënteren op het recreatieve netwerk maar heel nadrukkelijk ook moeten worden uitgedragen naar het utilitaire netwerk. De toeristische promotie en marketing wordt in Gelderland uitgevoerd door de Regionale Bureaus voor Toerisme (RBT’s) en het Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme (GOBT). Vanaf 1 januari 2010 zal een nieuwe organisatie, met als ‘werktitel’ Toerisme Veluwe leidend zijn op het gebied van promotie en marketing op de Veluwe. Het GOBT richt zich daarbij op de kerntaken kennis, innovatie en realisatie van bovenregionale producten, waaronder de bewerking van buitenlandse markten. Zodra innovatie resulteert in producten zorgen de RBT’s voor de verdere marktbewerking. Zij zijn primair verantwoordelijk voor de regiopromotie. GOBT en RBT’s werken dus volledig complementair binnen het toeristische marketingnetwerk.
routeplanners per (toeristische) regio en diverse websites. Het uiteindelijke doel is optimalisering van het fysieke netwerk, en optimalisering en (door)ontwikkeling van de gebruiksmogelijkheden om zo maximale benutting van het fietsroutenetwerk te realiseren.
4.2
Hierna wordt eerst een algemeen beeld en een brede ideevorming gepresenteerd over promotie en marketing. Dat richt zich in beginsel op de gehele provincie. De uitwerking kan Gelderland-breed opgepakt worden,
Fietsvisie Definitief rapport
Provinciale en regionale promotie en marketing
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc - 19 -
19 november 2009
Fiets(dag)tochten 1 : • 70% van de Nederlanders maakt wel eens een recreatieve fietstocht; • na wandelen, is recreatief fietsen de belangrijkste recreatieve dagactiviteit; • fietstochten duren gemiddeld 2 uur en 40 minuten; • 40% van de recreatieve fietsers maakt gebruik van uitgezette routes; • fietstochten zijn het meest populair onder 55+ers; • 5% van alle recreatieve fietstochten (exclusief de fietstochten tijdens vakanties) in Nederland vindt plaats in Gelderland; • in 2007 waren dit 24.237.000 fietstochten; • 88% van deze fietstochten (absoluut: 21.275.000) werd ondernomen door inwoners van Gelderland (CVTO 2006-2007); • bestedingen tijdens een fietsdagtocht zijn gemiddeld € 6,18 per persoon (2006-2007), dit gaat grotendeels op aan consumpties. Jaarlijks komt dit neer op 215 miljoen euro aan bestedingen tijdens fietsdagtochten in Nederland. De gemiddelde besteding tijdens een meerdaagse tocht bedraagt gemiddeld € 70,- per dag [bron: CBS StatLine 2006-2007 en Stichting Landelijk Fietsplatform 2008].
maar waar wenselijk ook alleen in een specifieke regio of regio’s. Zo liggen er duidelijk overlappingen met de regio’s Stedendriehoek, Noord-veluwe en de Gelderse Vallei. Regio’s als de Achterhoek en Rivierenland en de Stadsregio hebben weer andere specifieke kenmerken waar andere ideeën beter landen en tot hun recht komen. Eerst worden een aantal feiten, cijfers en trends en ontwikkelingen weergeven (Stand van zaken), voordat de directe vertaalslag naar de praktijk wordt gemaakt door middel van concrete projectideeën.
4.3 4.3.1
Stand van zaken Enkele feiten en cijfers Nederland is het land met het hoogst aantal fietsen per inwoner, in 2008 telde Nederland ongeveer 18 miljoen fietsen op 16 miljoen mensen. Dit betekent 1,11 fiets per persoon. Denemarken neemt na Nederland de tweede plaats in qua fietsdichtheid, met 0,83 fiets per persoon. [bron: Stichting Landelijk Fietsplatform, CBS StatLine, Min.V&W]. Uit onderzoek naar de economische impact van fietstoerisme in Nederland zijn de volgende feiten zeer aardig om te weten:
1
Fietstochten zijn tochten van minimaal één uur (CVTO). Fietsdagtochten zijn tochten van twee uur of langer (CBS).
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc 19 november 2009
Fietsvisie - 20 -
Definitief rapport
Iedere regio, ook de Veluwe, heeft een eigen fietskaart, met een overzicht van het netwerk van knooppunten en de afstand tussen knooppunten. De achterkant van de kaart bevat toeristische informatie en suggesties voor routes. Na de realisatie van het fysieke knooppuntensysteem, is gewerkt aan het digitaal kunnen plannen van routes over het fietsroutenetwerk. In samenwerking met ‘RouteYou’ is voor veel toeristische regio, nog niet voor de Veluwe, een routeplanner gemaakt waarmee recreanten vanachter de computer hun route kunnen uitstippelen. De gratis routeplanner, die gebruik maakt van Google Maps, laat de knooppunten voor de geplande route zien en geeft informatie over de bezienswaardigheden onderweg. De routeplanner toont ook de ‘beste’ fietsroutes door het gekozen gebied, dit zijn standaardroutes en thematische routes. Laatste stap is het afdrukken of downloaden van een route op de GPS-ontvanger of TomTom.
Fietsen tijdens vakanties: • Nederlanders zijn goed voor 875.000 fietsvakanties in eigen land; • Tijdens 34% van de vakanties in Gelderland vindt een recreatieve fietstocht plaats (CVO 2008). 4.3.2
Realisatie projecten en initiatieven In 2009 is het gehele fietsknoopuntennetwerk in Gelderland ‘opgeleverd’. In totaal is ruim 3.000 kilometer aan fietspaden en fietsvriendelijke wegen met knooppunten aan elkaar verbonden. Onderweg is op zogenaamde knooppuntpanelen, ook wel informatiepanelen genoemd, af te lezen waar men zich bevindt en wat de afstand tot het volgende knooppunt is. Op de route geven richtingsborden de weg naar het volgende knooppunt aan.
“het knooppuntsysteem is gebaseerd op een fijnmazig netwerk van rustige paden en wegen, die bij genummerde knooppunten bij elkaar komen. Elk knooppunt binnen een regionaal netwerk heeft een uniek (tweecijferig) nummer. Tussen knooppunten lopen verbindingsroutes (tracés) die in twee richtingen doorlopend zijn bewegwijzerd met zogenaamde tracéborden. Op het knooppunt zelf geeft een knooppuntbord de keuzemogelijkheden. Met dit systeem kan de recreatieve fietser zelf een route uitstippelen van knooppunt naar knooppunt.” (bron: Stichting Landelijk Fietsplatform, 2006)
Uitgaven tijdens fietsdagtochten in Nederland pp pd (CBS StatLine) 1995 sept–
2001 dec–
2006 okt–
1991 april
1996 aug
2002 nov
2007 sept
Entree- en
Fietsvisie Definitief rapport
1990 mei–
deelnamekosten
€ 0,17
€ 0,20
€ 0,34
€ 0,58
Reiskosten
€ 0,14
€ 0,26
€ 0,59
€ 0,69
Consumpties
€ 1,54
€ 1,94
€ 3,35
€ 4,91
Totaal
€ 1,85
€ 2,40
€ 4,27
€ 6,18
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc - 21 -
19 november 2009
fietsers. De eerstgenoemde groep onderneemt naarmate zij ouder worden wel meer fietsdagtochten. (Regionale Fietsroutenetwerken, Landelijk Fietsplatform 2006)
De routeplanner wordt inmiddels volop gebruikt. Sinds september 2008 zijn bijna 148.000 routes bekeken en is ruim 55.000 keer een fietsroute gepland over de fietsroutenetwerken in Gelderland. 4.3.3
Zoveel mensen, zoveel wensen. Toch heeft de gemiddelde fietsrecreant bepaalde wensen ten aanzien van de omgeving, paden, voorzieningen en informatie tijdens een fietstocht: • aantrekkelijk en afwisselend landschap; • rust – geen verkeerslawaai; • bezienswaardigheden – ontdekken en beleven; • veiligheid – verkeersdrukte / kruisingen; • comfort – goed onderhouden wegdek; • afstappunten – horeca, bankjes, picknickvoorzieningen; • goede informatie – kaarten en informatieborden; • informatie makkelijk te verkrijgen; • uitgezette routes, routenetwerken; • winkels – fietsservice (Regionale Fietsroutenetwerken, Landelijk Fietsplatform 2006). 4.3.4
Het grootste deel van de recreatieve fietstochten wordt ondernomen door stellen ouder dan 55 jaar zonder kinderen (30%) en gezinnen met jonge (0-12 jaar) kinderen (35%) en in iets mindere mate door gezinnen met oudere (13-18 jaar) kinderen (20%) [bron: CVTO 2006-2007].
Wensen ten aanzien van recreatief fietsen
4.3.5
Demografische ontwikkelingen in Nederland zorgen voor veranderingen in de samenstelling van doelgroepen in de toeristisch-recreatieve sector. Hiermee verandert ook de vraag naar vakanties en recreatiemogelijkheden. Van invloed zijnde ontwikkelingen zijn de vergrijzing en verkleuring van de Nederlandse samenleving en de toename van het aantal kleinere huishoudens. Met de vergrijzing neemt ook het aantal vitale en daadkrachtige ouderen toe. Andere belangrijke ontwikkelingen zijn de afname van de hoeveelheid vrije tijd en het individualiseren van de samenleving. De individualisering zorgt voor een grotere belangstelling voor ongeorganiseerde sportieve activiteiten. (Stichting Recreatie).
Recreatieve fietsers Wat betreft de totale doelgroep voor recreatief fietsen, zijn de meeste Nederlanders wel recreatieve fietsers. Alleen Nederlanders in de leeftijd van 15 tot 30 jaar en ‘nieuwe Nederlanders’ (niet-westerse allochtonen) zijn ondervertegenwoordigt in de doelgroep van recreatieve
Nederlanders hebben gezondheid hoog in het vaandel. Ze willen meer bewegen, gezond eten en gezonde lucht inademen. Men is zich bewust van de levensstijl en heeft
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc 19 november 2009
Trends en ontwikkelingen
Fietsvisie - 22 -
Definitief rapport
als GPS en Abel. Digitale informatiezuilen bieden onderweg informatie over de omgeving. Gelderland als vakantiebestemming is bovengemiddeld populair bij Nederlanders van 55 jaar en ouder. Het aantal 65-plussers groeit de komende vijf jaar tot 2,9 miljoen, 17% van de Nederlandse bevolking [bron: GOBT, Werkplan 2009]. Een belangrijke ontwikkeling aangezien de ‘empty-nesters’ een van de belangrijkste doelgroepen is voor recreatieve fietstochten. Met de groei van deze doelgroep zal de vraag naar recreatieve fietsmogelijkheden toenemen en kan meer vraag naar recreatief fietsen gecreëerd worden. Samen met wandelen is fietsen een van de meest ondernomen activiteiten tijdens vakanties in Gelderland.
behoefte daar wat aan te doen. De groeiende aandacht voor milieu en gezondheid zorgen voor een verhoogde waardering van de fiets als (utilitair en recreatief) vervoermiddel. Bovendien is bewezen dat werknemers die met de fiets naar het werk gaan, per jaar gemiddeld een dag minder ziek zijn dan werknemers die met de auto of trein gaan. Overheden zien dit ook in en ondernemen actie door met subsidies en campagnes het fietsverkeer te stimuleren [bron: www.lifestyleagent.nl, 29-01-2009 en Stichting Recreatie]. Gezond willen zijn en gezond willen genieten heeft ook invloed op het vakantiegedrag van Nederlanders. Op de Vakantiebeurs 2009 bleken consumenten vooral interesse te hebben in comfortabele, actieve vakanties. De markt voor wandel- en fietsvakanties groeit jaarlijks, maar wordt voor 2009 als ‘booming’ omschreven. Vooral fietsvakanties zijn in trek, met als mogelijke oorzaak het groeiende aanbod van korte- en lange fietsvakanties en de aanleg van fietspaden en fietsroutenetwerken in populaire vakantiegebieden [bron: Vakantiebeurs, NBTC Nipo, Beleef Friesland op www.dokterdokter.nl, 15-012009]. Het dagelijks leven van Nederlanders overlapt steeds meer het ‘digitale leven’. Consumenten leggen en onderhouden contacten via ‘online communities’, toeristen en recreanten oriënteren zich via het internet op hun vrijetijdsactiviteiten. Ook bij de beleving van vrijetijdsactiviteiten speelt digitalisering een rol. Geprinte routekaarten worden aangevuld door digitale routewijzers
Fietsvisie Definitief rapport
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc - 23 -
19 november 2009
4.4
Projectideeën
4.4.2
Het ‘project Belevingsplekken’ heeft ten doel het ontwikkelen van een exclusief en uniek concept om toeristen op diverse manieren te informeren over het ‘DNA’ van een gebied. Bijvoorbeeld door onderweg, langs het fietsroutenetwerk, de recreant direct of indirect te wijzen op iets bijzonders. Ook is er langs het fietsroutenetwerk ruimte voor verbetering van praktische voorzieningen, zoals picknicktafels en bankjes. Er wordt daarom onderscheid gemaakt tussen: • belevingsplekken pur sang; • informatieplekken; • afstappunten. Kortom: ervoor zorgen dat een recreant het gebied méér beleeft, dan wanneer hij al fietsend aan een plek voorbij was gegaan.
Voorgaande feiten, cijfers, ontwikkelingen en beleidsambities onderschrijven het belang van recreatief fietsen in Gelderland. Niet voor niets is fietsen één van de belangrijkste recreatieve dagactiviteiten in Nederland. Reacties uit het veld en van betrokken partijen maken duidelijk dat optimalisatie en doorontwikkeling van het fietsroutenetwerk gewenst zijn. Ook de wensen ten aanzien van recreatieve fietstochten (zie kopje ‘Stand van zaken’) maken duidelijk dat op een aantal vlakken minstens verbetering mogelijk is. Onderstaand zijn een aantal ideeën en acties benoemd om het beoogde doel te realiseren: optimalisering van het fysieke netwerk, en de optimalisering en (door)ontwikkeling van de gebruiksmogelijkheden om zo maximale benutting van het fietsroutenetwerk te realiseren. 4.4.1
Verwijsborden Gemeenten, Regio’s, Recreatieschappen en het GOBT ontvangen signalen dat ondernemers die niet langs maar wel dichtbij het fietsroutenetwerk liggen, ook verbonden willen zijn met het netwerk. Doel is deze ondernemers met verwijsborden in stijl van het fietsroutenetwerk te verbinden met het netwerk. Verwijsborden worden gebruikt om de fysieke verbondenheid zichtbaar te maken voor de consument.
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc 19 november 2009
Belevingsplekken
Fietsvisie - 24 -
Definitief rapport
4.4.3
4.4.4
•
Fietsvriendelijke bedrijven Bij ‘Fietsvriendelijke Bedrijven’ wordt een koppeling gemaakt tussen het fietsroutenetwerk en ondernemers nabij het netwerk. Idee achter het concept is dat bedrijven die fietsers verwelkomen het kwaliteitslabel ‘fietsvriendelijk’ ontvangen.
• •
Fietsers verwelkomen kan in gastvrije zin maar ook in praktische zin. Fietsvriendelijke bedrijven voldoen daarom aan bijvoorbeeld de volgende eisen: • fietsreparatieset voor eenvoudige reparaties en onderhoud; • afsluitbare en overdekte fietsenstalling; • EHBO-set ter beschikking stellen; • informatie over de dichtstbijzijnde fietsenwinkel bieden (voor grote reparaties); • mogelijkheid kleding en uitrusting te drogen; • op de dagen dat het bedrijf gesloten is, een verwijzing naar het dichtstbijzijnde fietsvriendelijke bedrijf; • logiesaccommodaties aanvaarden gasten voor één nacht; • optioneel zijn het aanbieden van oplaadpunten voor elektrofietsen of het verhuren van fietsen.
•
•
•
Doel is bundeling van alle soorten en vormen van routes in Gelderland via één ingang voor de consument. Het beoogde eindresultaat is een gebruiksvriendelijke ‘portal’ met alle soorten en vormen routes die gecategoriseerd zijn verwerkt in een database. De doorontwikkeling van de bestaande digitale routeplanners wordt meegenomen in eigenroute.nl. Dat betekent dat routes niet alleen via knooppunten te plannen zijn, maar ook direct via bijvoorbeeld TOP’s (Toeristische OverstapPunt) of (toeristische dan wel economisch georiënteerde) ondernemers. Economisch gewenst effect is meer ‘business’ te genereren in de toeristische regio’s, door
Eigenroute.nl Eigenroute.nl is een te ontwikkelen interactieve portal-site waarin alles wat met routegebonden recreatie over bestaande routenetwerken in Gelderland te maken heeft, samenkomt. Oftewel, een internetsite met: Fietsvisie Definitief rapport
routeplanners voor fietsroutes, op regio en thema te plannen; bestaande fietsroutes, zogenaamde ‘beste routes’; bezienswaardigheden en bedrijven die in de routeplanners te koppelen zijn aan routes; routegebonden, thematische en/of regiooverschrijdende arrangementen, aangeboden door RBT’s en ondernemers; een online community rondom recreatief fietsen: gebruikers kunnen eigen routes maken en delen, tips over bijzondere plekken uitdelen, en ‘recensies’ schrijven op bijvoorbeeld routes, (fietsvriendelijke) bedrijven en bezienswaardigheden; inhoud die niet alleen op onderwerp te vinden is, maar ook per toeristische regio en ook op thema (denk aan kastelen, evenementen, tuinen, cultuur, historie, natuur).
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc - 25 -
19 november 2009
meer bezoekers aan te trekken en het gebruik van recreatieve routes te verhogen. 4.4.5
Promotie fietsroutenetwerk In de promotie van het fietsroutenetwerk komen de meeste van bovengenoemde projectideeën samen. Iedere toeristische regio in Gelderland is verantwoordelijk voor de promotie en marketing van het fietsroutenetwerk in die regio. Doel van het vermarkten van het fietsroutenetwerk in de verschillende regio’s is: • het verkrijgen van een grote bekendheid van het fietsroutenetwerk en de (nieuwe) gebruiksmogelijkheden bij bezoekers en inwoners van één van de Gelderse regio’s en bij de regionale toeristisch-recreatieve sector en • met het doorontwikkelde fietsroutenetwerk een extra belevingswaarde aan de Gelderse regio’s toe te voegen om zo meer dag- en verblijfstoeristen aan te trekken en daarbij meer bestedingen te genereren. Ter ondersteuning van de genoemde doelen kunnen diverse promotie-uitingen ingezet worden.
4.4.6
en een goede accommodatie, waarbij kwaliteit boven luxe gaat. Veel Duitse vakantiegangers komen speciaal naar Nederland (De Veluwe) vanwege de goede mogelijkheden voor fietstochten tijdens vakanties. Met het fietsroutenetwerk is het plannen van routes voor buitenlandse gasten een stuk makkelijker geworden; de knooppunten zijn immers ook in andere talen te begrijpen. Kansen zijn er om bijvoorbeeld thematische routes ook geschikter (dan tot dusver) te maken door deze in meer talen aan te bieden. 4.4.7
Met een consumentenonderzoek kan meer inzicht verkregen worden in het gebruik en de waardering van het netwerk en mogelijke verbeterpunten. Uiteindelijk doel is verbetering van het fietsroutenetwerk. Kern van het onderzoek: • bekendheid fietsroutenetwerk onderzoeken; • waardering over fietsroutenetwerk; • gebruik fietsroutenetwerk monitoren.
4.5
Buitenlandpromotie fietsroutenetwerk
Betekenis van promotie en marketing in Noord Veluwe Het gebied van de regio Noord-Veluwe vormt een recreatieve fietsregio bij uitstek. Het is dan ook van belang voor deze regio om in te zetten op promotie en productontwikkeling gelieerd aan het recreatieve fietsnetwerk. In deze paragraaf worden de voornaamste keuzes gepresenteerd die voor deze regio belangrijk zijn.
Een groeiend aantal Duitsers en Belgen (vooral Vlamingen) kiest voor Nederland, en meer specifiek voor De Veluwe (Gelderland) als vakantiebestemming. Vlamingen bijvoorbeeld zijn dol op fietsen en wandelen in een mooie groene omgeving en houden van lekker eten 9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc 19 november 2009
Consumentenonderzoek fietsroutenetwerk
Fietsvisie - 26 -
Definitief rapport
Belangrijk voor de regio Noord-Veluwe is dat fietsers niet alleen het bosrijke gebied van de regio aandoen maar ook worden verleid om richting bijvoorbeeld de randmeren of richting de Stedendriehoek te fietsen. De randmeren en het poldergebied aan de westkant en het IJsselgebied (met haar uiterwaarden) aan de oostkant van de regio zijn evenzeer aantrekkelijke gebieden. Het project ‘belevingsplekken’ kan hier een goede bijdrage aan leveren door fietsers te leiden naar de bijzondere plaatsen in deze gebieden.
De regio Noord-Veluwe kan hierdoor, samen met de regio’s De Vallei en Stedendriehoek voor heel Gelderland een voortrekkersrol vervullen op het gebied van recreatief fietsen. Door als één van de Gelderse fietsregio’s een kwalitatief hoogwaardig fietsproduct te leveren, kan men de fietser ertoe verleiden ook de andere fietsregio’s te bezoeken. Het consumentenonderzoek naar het fietsroutenetwerk kan een bijdrage leveren aan de optimalisatie van het routenetwerk. Dit project kan het beste voor heel Gelderland tegelijk worden uitgevoerd.
Daarnaast komen de projecten ‘verwijsborden’ en ‘fietsvriendelijke bedrijven’ tegemoet aan de wens van de regio om het bedrijfsleven beter te betrekken bij het fietsproduct. Bij deze projecten ligt voor de regio NoordVeluwe de komende jaren prioriteit op het gebied van marketing en promotie. Daarnaast wil de regio in samenwerking met de andere Gelderse regio’s werken aan gezamenlijke promotie en verdere kwaliteitsverbetering van het fietsproduct.
Bij het bewerken van de toeristische markt wordt gewerkt met voor de bezoeker herkenbare gebieden. De Veluwe is een voor de recreant en toerist herkenbare regio. Projecten op het gebied van promotie (zowel binnenland als buitenland) worden dan ook bij voorkeur op het niveau van de Veluwe opgepakt, in samenwerking met de regio’s De Vallei en Stedendriehoek. Ook gemeenten die hier direct aan grenzen hebben voordeel bij de marketing- en promotie-inspanningen voor de Veluwe omdat voor de toerist en recreant de exacte grenzen van een bepaalde regio niet bestaan.
De regio Noord-Veluwe vormt samen met de regio’s De Vallei en de Stedendriehoek de Veluwe, die landelijk bekend staat vanwege haar kwaliteiten. De Veluwe wordt door de recreatieve fietsers in onderzoek van Stichting Landelijk Fietsplatform (2008) genoemd als meest aantrekkelijke fietsregio va Nederland. Circa 13% van de Nederlanders geeft dit aan. Hiermee laat de Veluwe Drenthe, de Waddeneilanden en Zuid-Limburg, eveneens regio’s, waar recreatieve fietsers graag hun tochten fietsen, achter zich (respectievelijk 11%, 6% en 6%). Fietsvisie Definitief rapport
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc - 27 -
19 november 2009
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc 19 november 2009
Fietsvisie - 28 -
Definitief rapport
5
PROGRAMMEREN FIETSPROJECTEN
5.1
Opbouw programmeringsinstrument
gehouden is met veilige routes. Dat neemt niet weg dat veiligheid op fietsroutes een belangrijk aandachtspunt is en moet blijven op recreatieve fietsroutes, en dat geldt natuurlijk ook op woon-werk fietsroutes.
Het ordenings- en programmeringssystematiek is opgebouwd uit twee assen: ‘motieven’ en ‘kwaliteitseisen fietsroutes’. Mensen stappen op de fiets met een wisselend motief. En verlangen daarbij ook een wisselende kwaliteit De schoolgaande jeugd die dagelijks tussen huis en school pendelt, de werkers die van huis naar hun werk fietsen, maar ook wordt er met een sociaal/recreatief motief gefietst of gewoon om een boodschap te doen. Deze verschillende motieven vragen om een verschillend kwaliteitsniveau van de fietsroute. De fiets wordt bij de kortere afstanden als een belangrijk alternatief gezien in het woon-werkverkeer. De fiets kan vooral als een goed en stevig alternatief voor de auto dienen als de route per fiets substantieel korter is dan per auto. Vooral dan scoort de fiets in het woon-werk verkeer. Bij de schoolgaande jeugd dient vooral de verkeersveiligheid op orde te zijn op de voornaamste schoolfietsroutes. De schoolgaande jeugd is een kwetsbare groep in het verkeer wat rechtvaardigt dat deze groep verkeersdeelnemers over veilige routes kan fietsen en gebruiken. Recreatieve fietsers zijn minder gevoelig voor directe routes. Hier speelt vooral de belevingswaarde van de route een belangrijke rol. Ook veiligheid speelt natuurlijk een rol, waarbij opgemerkt mag worden dat bij het samenstellen van het recreatieve fietsknooppuntennetwerk in beginsel al rekening
De indeling van ordeningsinstrument is hiermee gebaseerd op motief versus kwaliteitseisen aan het fietsnetwerk. Om fietsprojecten te ordenen en programmeren is een tabel ontworpen die samen met een te beschrijven systematiek in de basis gelijk blijft door de jaren heen. Elk jaar, of elke vier jaar, kan echter de vulling van de tabel anders zijn en kunnen de prioriteiten anders gesteld worden.
Fietsvisie Definitief rapport
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc - 29 -
19 november 2009
5.2
schoolroutes). Inzetten op aantrekkelijkheid zal daarom vooral nodig zijn op locaties waar veel recreatief gefietst wordt. Dit leidt tot 9 cellen en worden de “9 smaken” van het fietsprogramma genoemd.
Ordenen op basis van de ‘9 smaken’ van het fietsprogramma De hoofdgedachte is dat de verschillende effecten van verkeersmaatregelen de basis vormt voor het maken van beleidskeuzes en uitvoering geeft aan fietsmaatregelen. Fietsmaatregelen hebben in hoofdzaak effecten op: verkeersveiligheid, directheid en aantrekkelijkheid/comfort. Deze kwaliteitseisen in combinatie met de motieven vormen de insteek voor het programmeren. Naast deze eisen worden aanverwante aspecten zoals gedrag, voorlichting, educatie (niet infragerichte maatregelen), maar ook de rol van de fiets binnen de ketenmobiliteit, direct of indirect verklaard door de effecten op bijvoorbeeld veiligheid, directheid of aantrekkelijkheid. Verkeersveiligheid kent een objectieve en een subjectieve benadering. Objectief waarbij de geregistreerde (fiets)ongevallen leidend zijn. Subjectief waarbij het aandeel klachten, of afwijking van de duurzaam veilig-kenmerken een rol spelen. Bij het thema directheid gaat het in eerste instantie bijvoorbeeld om inzet van de fiets op filegevoelige trajecten en waar de fiets een bijdrage kan leveren aan het verminderen van het aantal auto’s op dergelijke trajecten. Aantrekkelijkheid richt zich primair op de belevingswaarde van de routes. Aantrekkelijkheid staat vooral voorop bij recreatieve routes en minder op utilitaire routes (woon-werk routes of
5.3
Binnen elk cel worden projecten gerangschikt in volgorde van aard en omvang van de problematiek. De projecten met de hoogste urgentie - en dus het grootst op te lossen knelpunt - staan bovenaan.
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc 19 november 2009
Programmeren
Fietsvisie - 30 -
Definitief rapport
Ook kunnen projecten een hogere prioriteit krijgen als het project inzet op meer kwaliteitseisen tegelijk (veiligheid én directheid) en/of op meer motieven worden bediend met de voorgestane maatregel, bijvoorbeeld een verkeersveiligheidsmaatregel op een schoolroute én een recreatieve route. Of maatregelen die veiligheid én directheid verbeteren op een voorname woon-werk route.
De prioritering binnen de kolommen vindt plaats op basis van de visie zoals hiervoor beschreven. De keuze tussen de cellen (de “9 smaken”) is op basis van het fietsbeleid moeilijk te maken. Kiezen tussen veiligheid, directheid en/of aantrekkelijkheid is vooral een politieke keuze en moet op bestuurlijk niveau plaats vinden. De uiteindelijke keuze van de uit te voeren projecten hangt af van de mate waarin bestuurders de motieven en kwaliteitseisen waarderen. Hoe sterker een kwaliteitseis of motief gewaardeerd wordt, hoe meer projecten uit die cel worden opgepakt c.q. worden uitgevoerd.
Rangschikking o.b.v. urgentie, aard en omvang knelpunt alsmede het gebruik: • veiligheid: aantal letselongevallen, klachtenregistratie en veiligheidskenmerken; • directheid: te behalen rijtijdwinst, winst afstand; • aantrekkelijkheid: indicatoren m.b.t. belevingswaarde; • gebruik: fietsintensiteit.
Om er voor te zorgen dat de keuzes tussen motieven en kwaliteitseisen helder gemaakt kunnen worden, zijn binnen het ordeningsinstrument de belangrijkste maatregelen bovenaan gezet. Voor de bestuurders is de keuze nu hoe diep en/of in welke cellen regionaal geïnvesteerd wordt.
Aanvullende ‘spelregels’ kunnen worden gebruikt om tot een programmavoorstel en voorkeursvolgorde te komen, bijvoorbeeld: • extra score op meer motieven (bijv. schoolroute én recreatieve route); • extra score op meer doelen (bijv. veiligheid én directheid); • effectiviteit (‘slimme’ maatregelen), kosten-baten; • haalbaarheid of ‘uitvoeringsgereedheid’: • RO procedure doorlopen; • beoogde planning; • bestuurlijke besluitvorming; • zijn financiën al gedekt en/of opgenomen in de jaarlijkse begroting.
=o=o=o=
Fietsvisie Definitief rapport
9V3208.A0/R002/RHUI/RMSO/Ensc - 31 -
19 november 2009