Begroting 2013-2016 Bedrijfsvoering / FEZ
Begroting 2013-2016
Pagina 2
Inhoudsopgave 1 2 3 4
Voorwoord.............................................................................................................................................5 Samenvatting..........................................................................................................................................7 Leeswijzer...............................................................................................................................................9 Financieel beleid...................................................................................................................................11 4.1 Inleiding .....................................................................................................................................11 4.2 Uitgangspunten ..........................................................................................................................11 4.3 Risicomanagement .....................................................................................................................16 5 Financieel beeld....................................................................................................................................19 5.1 Inleiding .....................................................................................................................................19 5.2 Staat van baten en lasten.............................................................................................................19 5.3 Balans .........................................................................................................................................26 5.4 Kasstroomoverzicht....................................................................................................................30 6 Tabellen................................................................................................................................................31 7 Allocatieresultaat..................................................................................................................................39 7.1 Inleiding .....................................................................................................................................39 7.2 Beschikbare middelen.................................................................................................................39 7.3 Gealloceerde middelen ...............................................................................................................43 8 Faculteiten & Instituten........................................................................................................................53 9 Ondersteunende diensten ....................................................................................................................75 10 Werkbudgetten ....................................................................................................................................91 11 Vastgoedontwikkeling ........................................................................................................................106 12 Deelnemingen ....................................................................................................................................108 Bijlage 1 Aandeel universiteit Leiden in Rijksbijdrage OCW .......................................................................110 Bijlage 2 Tarieven collegegeld ......................................................................................................................111 Colofon........................................................................................................................................................114
Begroting 2013-2016
Pagina 3
Begroting 2013-2016
Pagina 4
1
Voorwoord
In het jaar 2012 hebben zich ontwikkelingen voorgedaan, vooral op het terrein van het onderwijs, die behoorlijke consequenties hebben voor de universitaire financiën in de komend jaren. De voornaamste van deze ontwikkelingen zijn: - De langstudeerdersmaatregel is lopende de invoering weer beëindigd en de eerder aangebrachte korting op de rijksbijdrage is deels teruggedraaid. - De universiteiten worden in de bezuinigingen volgens het Lenteakkoord en het regeerakkoord enigszins ontzien, maar een nieuwe efficiencykorting, een korting in verband met kleine opleidingen en onvolledige compensatie van loon- en prijsstijgingen leiden onvermijdelijk tot koopkrachtverlies. - De enkele jaren geleden ingezette strategie om het marktaandeel te vergroten en het studiesucces te bevorderen begint vruchten af te werpen. Het aantal ingeschreven studenten in het studiejaar 2012/2013 is opnieuw toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren. - Met de aanbesteding van fase 1 van de nieuwbouw voor de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen is een ambitieus investeringsprogramma van start gegaan. - Met de staatssecretaris van OCW zijn prestatieafspraken gemaakt, die nog in 2012 worden doorvertaald in nieuwe bestuursafspraken met de faculteiten. Op basis van deze afspraken en de beoordeling (zeer goed) van de reviewcommissie heeft de universiteit in het kader van de prestatiebekostiging middelen “voorwaardelijk” toegekend gekregen voor het verbeteren van de onderwijskwaliteit en het vergroten van studiesucces. Daarnaast zijn er middelen verkregen uit het selectieve budget voor profilering en zwaartepuntvorming. - Verdere profilering en uitbreiding van het onderwijsaanbod in Den Haag onder andere met de start van de bacheloropleiding international studies en de verplaatsing van de bacheloropleiding Bestuurskunde van Leiden naar Den Haag met ingang van het studiejaar 2013/2014. In de begroting 2013-2016 zijn de effecten van de hiervoor genoemde ontwikkelingen verwerkt. Als gevolg van de gestegen prestaties en de toewijzing van middelen voor onderwijsintensivering als onderdeel van de bestuursafspraken, nemen de budgetten van de faculteiten fors toe in 2013 en volgende jaren. De toegenomen prestaties bij de faculteiten hebben daarmee een vertaling gekregen in de interne bekostiging. Wel is besloten om de verkregen loon- en prijscompensatie niet uit te keren aan de universitaire eenheden, waarbij een uitzondering is gemaakt voor de door OCW specifiek toegekende indexaties. Het niet uitkeren van de loon- en prijsbijstelling betekent met name voor de ondersteunende diensten een nieuwe taakstelling. Het College van Bestuur acht het van groot belang om de opgebouwde ruimte in het Vernieuwingsfonds, de middelen voor de onderwijsintensivering en de middelen voor profilering en zwaartepuntvorming zoveel mogelijk in te zetten voor het realiseren van de gemaakte prestatieafspraken en vernieuwing. Het financieel resultaat van de universiteit zal na de uitstekende resultaten in 2011 en 2012 (met overschotten van ongeveer M€ 20) dalen naar een positief resultaat van M€ 2,6 in 2013. Dit is nog steeds een redelijke marge, gelet op de aanwezige flexibiliteit die langs diverse lijnen (tijdelijke financieringscomponenten, ratio aandeel vast/tijdelijk personeel, reservering voor risico’s) structureel in de begroting is verankerd.
Begroting 2013-2016
Pagina 5
Begroting 2013-2016
Pagina 6
2
Samenvatting
De enkelvoudige exploitatiebegroting voor 2013 komt uit op een positief resultaat van M€ 2,6, waarvan M€ 1,7 uit vastgoedontwikkelingsactiviteiten. Het verwachte resultaat in 2013 is ruim M€ 22 lager dan het verwachte resultaat in 2012 van M€ 24,9. De positieve resultaten in de jaren 2010 tot en met 2012 worden benut om de in 2007 en 2008 gedaalde vermogenspositie aan te vullen en tegelijkertijd liquiditeit op te bouwen voor het omvangrijke investeringsprogramma in de komende jaren. In de jaren na 2013 worden eveneens positieve exploitatieresultaten voorzien. In de jaren 2013 tot en met 2016 wordt in totaliteit een positief resultaat voorzien van circa M€ 10, waarvan circa M€ 4 betrekking heeft op activiteiten in het kader van vastgoedontwikkeling. De baten van de universiteit komen in 2013 uit op een bedrag van M€ 433. Van de baten is M€ 286 afkomstig van OCW en M€ 39 uit ontvangen collegegelden. Het aandeel van de rijksbijdrage OCW en collegegelden komt in 2013 overeen met circa 74% van de totale universitaire baten. De resterende baten zijn externe baten, die in hoofdzaak afkomstig zijn uit 2e en 3e geldstroom activiteiten. Een positieve ontwikkeling is de toename van de nieuwe instroom in de propedeusefase naar ruim 4.500 studenten en de stijging van het aantal ingeschreven studenten in het studiejaar 2012/2013 naar bijna 21.000 studenten. De effecten hiervan op de baten van de universiteit en de allocatie naar de faculteiten voor de jaren na 2013 zijn slechts voor een deel in deze begroting verwerkt. De effecten zullen verwerkt worden bij de Kadernota 2013-2017. De universitaire eenheden hebben zich uitstekend goed gehouden aan het budgettaire kader uit de Kadernota 2013-2016. Het College van Bestuur heeft naar aanleiding van de ingediende begrotingen, dan wel naar aanleiding van andere besluiten door het College van Bestuur, in beperkte mate extra toekenningen gedaan. Nieuw in de begroting zijn de middelen die in 2012 door OCW zijn toegekend in het kader van de prestatiebekostiging voor de periode 2013-2016. Voor het jaar 2013 gaat het om een bedrag van M€ 10. Naar verwachting loopt dit bedrag geleidelijk op naar een bedrag van circa M€ 11,7 in 2016. Continuering na 2016 is afhankelijk van de mate waarin de gemaakte prestatieafspraken worden gerealiseerd. Medio 2012 is door het College van Bestuur besloten om – vooruitlopend op de definitieve toewijzing van prestatiemiddelen door OCW – voor de komende 4 jaar een jaarlijks bedrag van M€ 5 aan de faculteiten (inclusief LUMC) toe te kennen voor de versterking van de onderwijskwaliteit en studiesucces. Met het oog op het realiseren van de met OCW gemaakte prestatieafspraken, worden de huidige bestuursafspraken met de faculteiten nog in 2012 aangepast. In 2013 en 2014 wordt de additionele financiering van onderzoek in de 11 profileringsgebieden gecontinueerd. Over de voortzetting na 2014 moet nog worden besloten De middelen daarvoor zijn gereserveerd. De middelen voor 2013 en 2014 zijn in de begroting van de faculteiten opgenomen. Dit laatste geldt ook voor de eerder toegekende bijdragen voor de ontwikkeling en aanloopkosten van een aantal nieuwe opleidingen.
Begroting 2013-2016
Pagina 7
De uitbreiding van de onderwijs- en onderzoeksactiviteiten in Den Haag wordt ook in de komende jaren voortgezet. De begrotingsomvang van de faculteit Campus Den Haag groeit in 2013 en volgende jaren naar een jaarlijks bedrag van circa M€ 14 en het aantal fte zal de komende jaren toenemen naar ongeveer 150 fte in 2016. De onderwijsactiviteiten van de Campus Den Haag nemen het komende studiejaar verder toe als de bacheloropleiding Bestuurskunde met ingang van het studiejaar 2013/2014 gegeven zal worden in Den Haag. Met ingang van het studiejaar 2012/2013 is de nieuwe bacheloropleiding International studies van de faculteit Geesteswetenschappen gestart in Den Haag met een instroom van ongeveer 360 studenten. De liquiditeitsontwikkeling in de komende jaren is gunstiger dan verwacht in de begroting 2012-2015. Dit heeft voor een groot deel te maken met de hogere positieve exploitatieresultaten in de periode 2010-2012, maar ook met vertragingen die zijn ontstaan bij de uitvoering van het meerjaren investeringsplan huisvesting. Door de vertragingen zijn in de afgelopen jaren minder investeringen in vastgoed gedaan dan begroot, waardoor een positieve bijdrage is geleverd aan de verbeterde liquiditeitspositie. In 2013 zal daadwerkelijk worden gestart met de bouwactiviteiten voor het realiseren van een nieuwe Bètacampus. Met de start van fase 1 is een bedrag gemoeid van ongeveer M€ 100. Het is de bedoeling dat fase 1 medio 2015 wordt afgerond.
Begroting 2013-2016
Pagina 8
3
Leeswijzer
De meerjarenbegroting 2013-2016 geeft de ontwikkeling weer van het financiële beeld in de komende jaren, waarin de bekostiging van onze universiteit door de overheid een belangrijke rol speelt. Daarnaast worden beleidsmatige ontwikkelingen en uitgangspunten verwoord, die voor de toekomst van de universiteit van belang zijn en worden risico’s benoemd die zich mogelijk kunnen voordoen. Vertrekpunt voor de opgestelde begroting vormt de in het voorjaar van 2012 vastgestelde Kadernota 20132016. Mutaties ten opzichte van dit kader zijn zichtbaar gemaakt in hoofdstuk 7. In hoofdstuk 4 worden de belangrijkste beleidsmatige ontwikkelingen op financieel gebied aangegeven en worden risico’s benoemd, die mogelijk van invloed zijn op het begrotingsbeeld voor 2013 en volgende jaren. In hoofdstuk 5 is het algemene financiële beeld weergegeven in de vorm van de exploitatie, de balans, de ontwikkeling van de investeringen en afschrijvingen, de voorzieningen en de met dit alles samenhangende ontwikkeling van de liquiditeitspositie. In hoofdstuk 6 zijn de totaaloverzichten opgenomen, die het financiële beeld van de universiteit weergeven. Daarbij gaat het om de opbouw van de universitaire exploitatie uitgesplitst naar eenheid en overige posten, de exploitatieresultaten per eenheid, de verdeling van de universitaire bijdragen per eenheid en overige posten, de investeringen per eenheid en het aantal fte in eigen dienst per eenheid. Bij de faculteiten zijn de begrotingscijfers voor het jaar 2013 onderverdeeld naar instituut. In al deze overzichten staan de cijfers, die betrekking hebben op de realisatie in 2011, de begroting 2012, de prognose 2012 en de begroting voor de periode 2013 tot en met 2016. In hoofdstuk 7 wordt een toelichting gegeven op de begrote middelen van de universiteit: de rijksbijdrage OCW, de collegegelden en overige middelen en wordt de in de begrotingscijfers 2013-2016 verdisconteerde interne verdeling (allocaties) van middelen toegelicht naar de universitaire eenheden en andere begrotingsposten. Daarbij worden de in het begrotingsproces aangebrachte mutaties ten opzichte van de allocaties uit de Kadernota 2013-2016 toegelicht. Ook in de toelichting bij de afzonderlijke eenheden wordt ingegaan op de belangrijkste wijzigingen. In hoofdstuk 8 zijn de detailbegrotingen van de faculteiten en instituten terug te vinden. Bij de faculteiten en instituten zijn de baten en lasten onderverdeeld naar onderwijs en onderzoek. Dit is gebeurd op basis van inschattingen, die bij de faculteiten en instituten zijn gemaakt. In hoofdstuk 9 zijn de detailbegrotingen van de ondersteunende diensten terug te vinden en in hoofdstuk 10 die van de werkbudgetten. Als laatste volgen in hoofdstuk 11 de detailbegroting van Vastgoedontwikkeling en in hoofdstuk 12 de detailbegroting van de deelnemingen. De begrotingen van de eenheden vormen het budgettaire vertrekpunt voor de uitvoering van de activiteiten en het monitoren daarvan in het jaar 2013. De door het College van Bestuur vastgestelde en door de Raad van Toezicht goedgekeurde begroting 20132016 vormt het budgettaire kader voor de universiteit als geheel met betrekking tot de begrotingsuitvoering in 2013. Voor de jaren daarna gaat het om indicatieve ramingen.
Begroting 2013-2016
Pagina 9
Begroting 2013-2016
Pagina 10
4 4.1
Financieel beleid Inleiding
In dit hoofdstuk worden de beleidsmatige uitgangspunten beschreven die ten grondslag liggen aan de begroting 2013-2016. Met deze meerjarenbegroting wordt een financieel beeld geschetst van de Universiteit Leiden voor de periode 2013-2016. De basis voor deze begroting is gelegd in de Kadernota 2013-2016, die in het voorjaar door het College van Bestuur is vastgesteld. In de Kadernota zijn de universitaire bijdragen voor de eenheden voor het jaar 2013 opgenomen, alsmede de verwachte bijdragen voor de periode 20142016. De eenheden hebben, met als kader de vastgestelde universitaire bijdrage en de overige in de begrotingsinstructie aangegeven richtlijnen, begrotingen opgesteld en begin september ingediend bij het College van Bestuur. Naar aanleiding van bespreking van deze begrotingen op ambtelijk en bestuurlijk niveau zijn de begrotingen bijgesteld. Eind oktober hebben de eenheden de definitieve begrotingen ingediend. Het daaruit resulterende totaalbeeld voor de (enkelvoudige) staat van baten en lasten en balans wordt in de komende hoofdstukken gepresenteerd. In hoofdstuk 8 wordt de begroting 2013-2016 voor de verschillende eenheden afzonderlijk gepresenteerd.
4.2
Uitgangspunten
Instellingsplan “Inspiratie en groei” en Strategische agenda Sinds 2009 is het financieel beleid van de universiteit gericht op het realiseren van de ambities die zijn verwoord in het Instellingsplan 2010-2014 getiteld "Inspiratie en Groei" dat in dat jaar is vastgesteld. Daarin heeft het College van Bestuur haar ambities samengevat in zes kernpunten: 1. Groei door aantrekkelijk onderwijsaanbod 2. Vergroten van het studiesucces 3. Versterken van de internationale oriëntatie 4. Uitbouw van de activiteiten in de tweede vestigingsplaats Den Haag 5. Profilering van het onderzoek 6. Academisch ondernemerschap De ambities verwoord in het instellingsplan zijn in 2012 aangescherpt en aangevuld in de ‘Reactie Universiteit Leiden op de Strategische Agenda OCW’. In deze reactie is aangegeven, aansluitend op het instellingsplan, welke ambities de Universiteit Leiden heeft en welke maatregelen worden genomen om deze ambities te bereiken, op het gebied van onderwijsprofilering, studiesucces, onderzoeksprofilering, valorisatie en organisatie en bedrijfsvoering. Daarnaast zijn voorstellen gedaan voor een aantal prestatieafspraken, die na beoordeling door de Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek zijn geland in een overeenkomst die eind oktober 2012 door de voorzitter van het College van Bestuur en de staatssecretaris OCW zijn ondertekend.
Begroting 2013-2016
Pagina 11
De komende vier jaar krijgt de universiteit op grond van deze overeenkomst een jaarlijks bedrag van ongeveer M€ 10, oplopend naar ruim M€ 11 in 2016. Mocht de universiteit de prestaties niet realiseren dan zal de rijksbijdrage vanaf 2017 met (een deel van) dit bedrag worden verlaagd. De volgende zeven prestatieafspraken zijn overeengekomen: - De gecombineerde uitval pre- en post-BSA op instellingsniveau bedraagt in 2015 maximaal 15 procent (nulmeting 15,9%). - De omzwaai op instellingsniveau bedraagt in 2015 maximaal 8 procent (nulmeting 8,1%). - Het herinschrijversrendement na 4 jaar op instellingsniveau bedraagt in 2015 tenminste 70 procent (nulmeting 62,7%). - Aan alle eerstejaars bachelorstudenten worden met ingang van het studiejaar 2013/2014 in het eerste bachelorjaar tenminste 12 geprogrammeerde contacturen per week aangeboden (geen eenduidige nulmeting vastgesteld). - In 2015 neemt 10 procent van de bachelorstudenten die instromen deel aan een excellentie traject (nulmeting 7%). - In 2015 is 80 procent van de wetenschappelijke staf met een aanstelling van 0,5 fte of meer en een dienstverband van 1 jaar of langer uiterlijk twee jaar na indiensttreding in het bezit van het BKOcertificaat (nulmeting 11%). - In 2015 is de generieke overhead van de universiteit niet toegenomen ten opzichte van het aandeel dat is vastgesteld in het rapport Berenschot, namelijk 11,25 procent van de omzet (nulmeting 11,25%). Met het oog op het realiseren van bovengenoemde prestatieafspraken is een aantal maatregelen genomen, die in deze begroting zijn verwerkt: - De beoogde groei in studenten wordt, naast groei in de instroom van bestaande opleidingen, gerealiseerd moeten worden door het opzetten van een aantal nieuwe opleidingen, waar een substantiële instroom aan studenten wordt verwacht. Voorbeelden van deze studies zijn het Leiden University College The Hague (LUCTH, onderdeel van FCDH) en International Studies (FGW) - Voor de profilering van de onderzoeksgebieden is vanaf 2010 jaarlijks M€ 3 vrijgemaakt. In 2010 is besloten over de inzet van deze middelen de komende jaren. Aan de faculteiten zijn de bijbehorende middelen ter beschikking gesteld. De middelen worden door de faculteiten ingezet om het onderzoek in de vastgestelde profileringsgebieden te versterken. - M€ 5,0 van het door OCW toegekende bedrag voor onderwijskwaliteit en studiesucces is ter beschikking gesteld aan de faculteiten voor het realiseren van de afgesproken prestaties op onderwijsgebied - Een jaarlijks bedrag van ongeveer M€ 2 is beschikbaar voor een aantal flankerende maatregelen, gericht op het realiseren van de afgesproken prestaties op onderwijsgebied. - Vanuit het selectieve budget is een jaarlijks bedrag van M€ 3,0 beschikbaar gesteld voor profilering en zwaartepuntvorming. Uit deze middelen zullen onder meer de initiatieven in LDE-verband worden gefinancierd. Naast deze extra middelen voor de realisatie van de in het instellingsplan genoemde kernpunten, worden de faculteiten ook in andere opzichten financieel gestimuleerd een aantal van de doelstellingen uit het instellingsplan te realiseren. De bekostigingsvariabelen die worden gebruikt in het model dat wordt gebruikt voor de “allocatie eerste geldstroom” (AEG) sluiten aan bij de strategische ambities uit het instellingsplan.
Begroting 2013-2016
Pagina 12
Deze variabelen zijn: - het aantal gerealiseerde studiepunten (groei van het aantal studenten en verkorting van de studieduur door betere begeleiding); - het aantal behaalde bachelor- en masterdiploma’s (vergroten van het studiesucces); - Het aantal gerealiseerde promoties (profilering van het onderzoek); - het aantal fte WP ten laste van 2e geldstroom- en EU-subsidies (academisch ondernemerschap). Naast deze financiële prikkels hecht het college eraan de realisatie van de kernpunten en de prestatieafspraken te vertalen naar de bestuurlijke afspraken die met de faculteitsbesturen worden gemaakt. In het kader van de doorvertaling van de prestatieafspraken worden de bestuurlijke afspraken momenteel herzien. Er worden over 16 onderwerpen afspraken gemaakt, waarvan er 7 zijn afgeleid van de gemaakte prestatieafspraken met OCW. De niet aan de prestatieafspraken gerelateerde onderwerpen hebben onder meer betrekking op de instroom van studenten, aantal promoties en doelstellingen met betrekking tot tweede en derde geldstroom activiteiten. De realisatie zal jaarlijks door het College van Bestuur worden besproken met het faculteitsbestuur tijdens het Bestuurlijk Overleg in het voorjaar aan de hand van de jaarlijkse bestuursmonitor. Waar nodig zal dit leiden tot bijsturende maatregelen. Strategische alliantie De Universiteit Leiden, de Technische Universiteit Delft en de Erasmus Universiteit Rotterdam (LDE) hebben besloten een strategische alliantie aan te gaan. Deze unieke strategische alliantie wordt de komende periode versterkt en geformaliseerd. Er wordt een fonds gevormd waaruit initiatieven worden ondersteund, Universiteit Leiden draagt daar vier jaar lang een bedrag van k€ 800 aan bij. Sluitende exploitatie universiteit Met het oog op een gezonde financiële exploitatie is een belangrijk uitgangspunt een sluitende begroting. Omdat de solvabiliteit van de Universiteit Leiden in vergelijking met andere universiteiten relatief laag is en gezien het lange termijn investeringsprogramma voor huisvesting, vindt het College van Bestuur het belangrijk dat naast een sluitende exploitatie er enige ruimte is om eventuele tegenvallers op te kunnen vangen. Dit wordt bewerkstelligd door een klein positief allocatieresultaat aan te houden. In 2013 lukt dit niet, maar is er wel een risicoreservering van M€ 0,7. In de jaren na 2013 is er wel een positief allocatieresultaat voorzien van M€ 2,5 en is er ook een risicoreservering begroot. Budgetfactor Binnen de universiteit Leiden wordt het allocatiemodel AEG gebruikt. Zoals eerder aangeven bevat dit model een aantal ‘incentives’. Om ervoor te zorgen dat de modeltoewijzingen niet uit de pas lopen met de beschikbare middelen, is er in AEG een zogenaamde budgetfactor ingebouwd. Bij de Kadernota 2013 is de budgetfactor vastgesteld op 0,97. Sluitende begroting eenheden Ook de afzonderlijke eenheden worden geacht een sluitende begroting in te dienen. Alleen in bijzondere gevallen – bijvoorbeeld bij inzet van eerder gevormde bestemde reserves - kan een tekort begroting door het College van Bestuur worden vastgesteld. De door de eenheden ingediende begrotingen 2013 voldoen bijna allemaal aan dit uitgangspunt, ondanks de kortingen die zijn doorgevoerd met de budgetfactor en de bezuinigingen oplopend naar 5 % in 2016.
Begroting 2013-2016
Pagina 13
De komende jaren zal overigens als gevolg van de inzet van eerder ter beschikking gestelde geoormerkte middelen (profileringsgebieden, Duurzame Geesteswetenschappen) uit de gevormde reserves geput worden door de eenheden, waardoor de begroting niet voor alle faculteiten sluitend kan worden gemaakt. Personeelsplanning Al in het Human Resources Beleidsplan 2010-2014 was opgenomen, dat de voorbereiding en uitvoering van HR-beleid een onderdeel moet worden van de reguliere planning- en controlcyclus. In de lopende bestuursafspraken met de faculteiten is afgesproken, dat gezorgd wordt voor een meerjarige personeelsplanning, waarbij met het oog op flexibiliteit rekening wordt gehouden met een verhouding vast/tijdelijk personeel. Sinds het eind 2011 gesloten Hoofdlijnenakkoord met OCW is het belang van een adequate personeelsplanning nog pregnanter geworden, mede omdat is afgesproken dat de universiteiten hun overhead cq. de indirecte kosten zouden beperken. In 2011 heeft het organisatieadviesbureau Berenschot een benchmark uitgevoerd waaruit bleek, dat de overhead van de universiteiten in het algemeen binnen redelijke grenzen blijft, terwijl de overhead bij de Universiteit Leiden relatief laag is. De met OCW gemaakte prestatieafspraken maken een planmatige aanpak en monitoring noodzakelijk. Met het oog hierop worden met de faculteiten nieuwe bestuursafspraken te maken over het aandeel ‘Overig OBP’ (exclusief OBP O&O en student-assistenten) in het personeelsbestand. In de toelichting bij de individuele facultaire begrotingen wordt nader op de ontwikkeling in de personeelsbezetting ingegaan. In het kader van het project Beheersing Kosten Infrastructuur (BKI) zijn afspraken gemaakt met de ondersteunende diensten over de omvang en de flexibilisering van hun personeelsformatie. Op grond hiervan wordt voor elke ondersteunende dienst vastgelegd wat de toegestane formatie is en welke verhouding vast en tijdelijk personeel moet worden aangehouden. Naar aanleiding van de ingediende begrotingen zullen de desbetreffende randvoorwaarden opnieuw worden vastgesteld. Vastgoedontwikkeling Het resultaat van de vastgoedontwikkeling (grondexploitatie) dient over een reeks van jaren positief te zijn en wordt gebruikt om het eigen vermogen te versterken. Gezien de economische crisis wordt ook zorgvuldig omgegaan met investeringen voorafgaande aan gronduitgifte. Zolang niet zeker is welke belangstelling bestaat voor uit te geven grond, zal de investering in bouwrijp maken van de grond worden getemporiseerd. Bekostiging van ondersteunende taken Met de twee operaties “Verlaging Kosten Infrastructuur” (VKI) zijn omvangrijke lastenreducties gerealiseerd bij de niet-primaire activiteiten binnen de universiteit. In het vervolgproject Beheersing Kosten Infrastructuur (BKI) zijn afspraken gemaakt om ervoor te zorgen dat de bereikte doelmatigheidwinst beklijft. Op grond van die afspraken moeten eventuele extra toewijzingen in verband met nieuwe ontwikkelingen gecompenseerd worden door besparingen elders binnen de ondersteunende taken. Alleen bij het expertisecentrum Studenten- en Onderwijszaken (SOZ) is een beperkte groei van het budget mogelijk in relatie tot de ontwikkeling van de studentenaantallen. De omvang van het werkbudget Huisvesting is afhankelijk van het investeringsplan, dat wordt afgestemd op de ontwikkeling van de liquiditeit en de ruimte die exploitatierekening biedt. Loon- en prijsniveau De financiële kaders voor de jaren 2013-2016 zijn gebaseerd op het loon- en prijsniveau 2012. Daarbij is verondersteld, dat de lonen niet zullen stijgen ten opzichte van het niveau 2012, evenals de sociale lasten en
Begroting 2013-2016
Pagina 14
de pensioenpremie. In de begrotingsopstelling is bij de raming van de personeelslasten meegenomen de doorwerking in 2012 van de stijging van de pensioenpremie per 1 april 2012. Bij de raming van de personeelslasten in de begroting is geen rekening gehouden met eventuele loonsverhogingen op grond van een eventueel nieuw af te sluiten CAO Nederlandse Universiteiten. De universiteit gaat er vanuit dat de kosten van een nieuwe CAO kunnen worden betaald uit indexatie van de loonkosten door OCW. In het licht van het nieuwe Regeerakkoord ligt een loonstijging overigens niet voor de hand. De universitaire bijdragen van de eenheden zijn ten opzichte van de Kadernota 2013 niet geïndexeerd met de bijdrage die van OCW is ontvangen voor de opvang van de gestegen pensioenpremie en voor de gestegen prijzen. Investeringen Huisvesting In verband met de financiering van diverse investeringen in huisvesting, heeft de universiteit in 2007 een overeenkomst gesloten met de Bank Nederlandse Gemeenten voor een financieringsfaciliteit van M€ 100. Van deze M€ 100 is M€ 30 opgenomen als een vaste lening met een looptijd van 30 jaar. Het beschikbare bedrag van M€ 100 vormt, in relatie met de overige kasstromen, het kader voor de investeringen in vastgoed. Voor de langere termijn staan omvangrijke investeringen op stapel; de (financiële) doorrekening van de gevolgen van het Meerjaren Investeringsplan 2010-2025 (MIP) wijst uit dat de investeringen een fors beslag gaan leggen op de exploitatie van de universiteit, vooral door de afschrijvingslasten die met deze investeringen samenhangen. Het recent geactualiseerde MIP gaat voor de periode 2010-2025 uit van een investeringvolume van ca. M€ 500. Bijna de helft daarvan heeft betrekking op de geplande bèta-campus op het Bioscience Park. Verder is voorzien in investeringen in het sportcentrum, het WSD-terrein en in Den Haag. Ook voor de instandhouding en verbetering van bestaande gebouwen zijn middelen opgenomen. Aantal studenten Aan de ramingen in de begroting 2013-2016 liggen onder meer studentgegevens ten grondslag. Hoewel niet op alle onderdelen van de begroting een directe koppeling te maken is met de studentenaantallen, is het vanzelfsprekend van belang om bij de cijfers de studentgegevens te betrekken zoals de ontwikkeling van het aantal ingeschreven studenten en de instroom van nieuwe studenten in de propedeusefase. In het hiernavolgende is de meerjarige ontwikkeling van deze studentgegevens zichtbaar gemaakt. In onderstaande tabel staat de gerealiseerde en verwachte instroom van het aantal bachelor studenten weergegeven: Instroom eoi-p FCDH - BSK FCDH - LUCTH FdA FGW - Int. studies FGW - Overige FdR FSW FWN ICLON CML Totaal excl. LUMC LUMC (geneesk.) Totaal
Begroting 2013-2016
R 08/09 116 0 80 0 1.047 882 902 335 0 0 3.362 369 3.731
R 09/10 118 0 101 0 1.069 904 1.012 442 0 0 3.646 374 4.020
R 10/11 149 107 77 0 935 864 927 433 0 0 3.492 362 3.854
R 11/12 192 90 77 0 874 1.053 1.030 435 0 0 3.751 351 4.102
P 12/13 191 114 67 367 862 1.085 958 555 0 0 4.199 374 4.573
B 13/14 200 200 75 350 850 1.050 1.000 525 0 0 4.250 350 4.600
B 14/15 200 200 75 350 850 1.050 1.000 525 0 0 4.250 350 4.600
B 15/16 200 200 75 350 850 1.050 1.000 525 0 0 4.250 350 4.600
Pagina 15
Ten opzichte van het studiejaar 2011/2012 is in het studiejaar 2012/2013 sprake van een forse stijging van de instroom. Dit doet zich met name voor bij de faculteiten Geesteswetenschappen (International Studies) en Wiskunde en Natuurwetenschappen. De instroom na het studiejaar 2012/2013 is voorzichtigheidshalve gelijk gehouden aan de geprognosticeerde instroom in het studiejaar 2012/2013. In de volgende tabel staan de in totaliteit bij de regulier bekostigde bachelor- en masteropleidingen ingeschreven studenten: Aantal studenten FCDH - BSK FCDH - LUCTH FdA FGW - Int. studies FGW - Overige FdR FSW FWN ICLON CML Totaal excl. LUMC LUMC (geneesk.) Totaal
R 08/09 525 0 437 0 4.347 4.111 4.139 1.603 178 0 15.340 2.395 17.735
R 09/10 640 0 441 0 4.570 4.221 4.192 1.796 212 0 16.072 2.478 18.550
R 10/11 687 107 460 0 4.588 4.265 4.231 1.948 239 0 16.525 2.496 19.021
R 11/12 731 189 435 0 4.295 4.497 4.383 1.981 283 51 16.845 2.483 19.328
P 12/13 891 290 441 367 4.307 4.804 4.490 2.290 309 74 18.263 2.462 20.725
B 13/14 900 375 425 650 4.100 4.900 4.300 2.400 300 100 18.450 2.500 20.950
B 14/15 900 470 400 950 3.850 4.750 4.200 2.500 300 130 18.450 2.500 20.950
B 15/16 900 540 410 950 3.850 4.600 4.200 2.550 300 150 18.450 2.500 20.950
Het aantal ingeschreven studenten is in het collegejaar (2012-2013) boven de 20.000 uitgekomen. Het aantal door OCW voor de bekostiging in het landelijke verdeelmodel meegetelde studenten is overigens veel lager, omdat een groot deel van de studenten niet voldoet aan de bekostigingsvoorwaarden. Zo vallen er veel studenten af omdat in de bekostiging alleen Rijksbijdrage wordt verkregen voor ingeschreven studenten, die bezig zijn aan hun eerste bachelor- of masteropleiding (met uitzondering van studenten in de sectoren gezondheidszorg en onderwijs). Ook ingeschreven studenten die langer over hun studie doen dan de nominale studieduur worden niet meer voor de bekostiging meegeteld. In de begrote Rijksbijdrage 2013 is ervan uitgegaan dat voor 11.558 van de 19.328 studenten begin studiejaar 2011/2012 bekostiging wordt ontvangen. Wel wordt van elke student collegegeld ontvangen.
4.3
Risicomanagement
Op basis van de in de vorige paragraaf toegelichte uitgangspunten is de begroting 2013-2016 tot stand gekomen. In hoofdstuk 5 wordt toegelicht welke financiële resultaten en financiële positie worden verwacht in 2012 en volgende jaren. In deze paragraaf wordt ingegaan op die factoren (risico’s) die deze financiële resultaten en financiële positie negatief kunnen beïnvloeden. Daarbij wordt vooral gekeken naar de risico’s op korte termijn, te weten voor het jaar 2013. Voor de risico’s op langere termijn, bijvoorbeeld een lagere rijksbijdrage, geldt dat in de financiële planning en control cyclus voldoende ruimte is ingebouwd om, al dan niet met additionele maatregelen, de negatieve gevolgen voor het financieel resultaat op te vangen. Alleen wanneer de rijksbijdrage 2014 die in het najaar 2013 bekend wordt, flink lager uitvalt dan de rijksbijdrage waarmee rekening wordt gehouden bij het opstellen van de Kadernota 2014-2017 (voorjaar 2013) dan is een daaruit volgend negatief resultaat voor het eerstvolgende begrotingsjaar moeilijk bij te sturen. In eerste instantie zal daarvoor de reservering risico’s bedrijfsvoering worden ingezet.
Begroting 2013-2016
Pagina 16
Op korte termijn, dat wil zeggen in 2013, is het risico op een negatief resultaat aanwezig, omdat het begrote resultaat, in tegenstelling tot voorgaande jaren, beperkt van omvang is (M€ 2,6 positief). In de begroting 2013 is een reservering risico’s bedrijfsvoering opgenomen van M€ 0,7 en een post onvoorzien van M€ 1,3, maar de omvang is niet zodanig dat een substantiële tegenvaller (bijvoorbeeld omdat een voorziening moet worden getroffen) zonder gevolg voor het resultaat kan worden opgevangen. Tegelijkertijd acht het College van Bestuur de kans op een substantiële tegenvaller niet groot genoeg om de begrote risicoreservering en onvoorzien nog verder op te rekken. Rijksbijdrage De rijksbijdrage vormt het overgrote deel van de baten (M€ 286, 65% van de baten). Voor 2013 staat de hoogte van de rijksbijdrage al min of meer vast, op basis van de ontvangen rijksbijdrage brief . In 2013 is het risico derhalve beperkt; mocht de regering in 2013 toch ingrepen doen, dan zal een dergelijke ingreep als voorbeeld kunnen voortvloeien uit een aanpassing van de zogenaamde referentieraming. Eerder heeft dat al eens geleid tot een wijziging van het budget in het lopende jaar van circa M€ 3. Salarissen, sociale lasten en pensioenpremies Door de tegenvallende economische ontwikkeling bestaat er een kans dat de pensioenpremies en andere kosten van sociale zekerheid stijgen zonder dat er compensatie in de overheidsfinanciering tegenover staat. Ook bestaat de mogelijkheid dat er een nieuwe CAO met een loonsverhoging komt, terwijl tegelijkertijd er geen indexatie van de Rijksbijdrage OCW plaatsvindt. In de begroting 2013 is een bedrag aan salarislasten, sociale lasten en pensioenpremies opgenomen van M€ 219. Een stijging van 1 % zonder compensatie van OCW heeft een negatief effect van ongeveer M€ 2. Overigens wordt door de overheid in het algemeen wel gecompenseerd voor de stijging van sociale lasten en pensioenpremies. Als de stijging niet wordt gecompenseerd door de overheid zal het college, afhankelijk van de ruimte in de allocatie, besluiten over het compenseren van de eenheden. Dan speelt niet alleen het effect in 2013 (in dit jaar is er zoals aangegeven voldoende ruimte voor compensatie) een rol, maar ook het structurele effect van een dergelijke compensatie. Tweede/derde geldstroom activiteiten: Het komt voor dat financiers bepaalde kosten niet subsidiabel verklaren en dat dan de eigen bijdrage van de universiteit hoger is dan verwacht. Waar een dergelijke ontwikkeling duidelijk is zorgen de eenheden voor het treffen van een voorziening. De dotatie voor een dergelijke voorziening wordt opgevangen binnen de eigen exploitatie en speelt voor het totale resultaat van de universiteit geen rol. De ontwikkeling op het gebied van de 2e/3e geldstroom (verschuiving richting topsectoren) zou in de loop van 2013 een rol kunnen gaan spelen als deze ontwikkeling de universiteit er toe noopt binnen de faculteiten activiteiten aan te passen, leidend tot reorganisaties (en daarmee tot de noodzaak een reorganisatievoorziening te treffen). In het algemeen is er op de tweede en derde geldstroom echter tijdelijk aangesteld personeel werkzaam, dat wel recht op wachtgeld heeft maar in het algemeen voor een beperkte periode. De omvang van een dergelijke voorziening kan dus beperkt blijven; het maximale effect wordt ingeschat op M€ 3.
Begroting 2013-2016
Pagina 17
Vastgoedontwikkeling In de begroting 2013 is een resultaat opgenomen van M€ 1,7 uit vastgoedontwikkeling (verkoop gebouwen en uitgifte grond). Door de aard van de activiteit (verkoop van onroerend goed en uitgifte grond, kan het moment van realisatie van de opbrengst in een ander jaar vallen. De gevolgen voor het resultaat in enig jaar kunnen aanzienlijk zijn. Vermogen beheerstichting De huidige portefeuille aan beleggingen van de beheerstichting bedraagt ca M€ 16. De toe- of afname van de waarde van deze portefeuille wordt verantwoord in het geconsolideerde resultaat van de universiteit. Het risicoprofiel van de portefeuille is ‘gematigd defensief’, maar met de huidige ontwikkelingen in de obligatiemarkt kan het effect op het resultaat toch omvangrijk zijn. In de begroting 2013 is rekening gehouden met een positief resultaat op de beleggingen. Dit bedrag wordt vervolgens ingezet om uitkeringen te doen. Een flinke waardedaling van de portefeuille heeft echter wel effect op het (geconsolideerde) resultaat van de universiteit.
Begroting 2013-2016
Pagina 18
5 5.1
Financieel beeld Inleiding
In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de ontwikkeling van de enkelvoudige staat van baten en lasten, balans en kasstroomoverzicht. De belangrijkste posten worden toegelicht. 5.2
Staat van baten en lasten
Tabel 5.2.1 - Staat van baten en lasten (bedragen in M€)
Staat van baten en lasten Baten Rijksbijdragen OCW Collegegelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten Totaal baten
JR 2011
B 2012
P 2012
B 2013
B 2014
B 2015
B 2016
283,3 36,4 90,9 28,3 438,9
280,9 37,0 77,0 37,7 432,6
285,5 37,9 79,5 26,1 429,0
286,0 38,9 79,8 28,8 433,5
290,5 39,8 78,4 23,8 432,5
290,6 40,6 78,3 24,1 433,6
293,6 41,4 77,8 27,0 439,7
227,6 37,4 32,6 115,3 412,9
231,0 23,1 34,1 126,2 414,4
229,6 27,8 31,6 113,3 402,2
247,7 27,2 34,7 120,4 430,0
249,5 27,1 30,2 122,2 429,0
250,9 27,1 29,9 123,8 431,7
249,7 31,4 30,7 121,0 432,8
Financiële baten & lasten Resultaat deelnemingen
-6,0 0,4
-0,5 0,1
-2,3 0,5
-1,0 0,1
0,0 0,1
0,0 0,1
-1,8 0,1
Nettoresultaat
20,4
17,8
24,9
2,6
3,6
2,0
5,2
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
Het nettoresultaat in de jaren 2010-2016 is in de onderstaande grafiek weergeven: Grafiek 5.2.1 – Nettoresultaat per jaar (bedragen in M€)
Nettoresultaat per jaar 25,0
20,0 Vastgoedontwikkeling BaMa-compensatie
15,0
Nettores. exl BaMa-comp en VGO 10,0
5,0
0,0 JR 2010
Begroting 2013-2016
JR 2011
P 2012
B 2013
B 2014
B 2015
B 2016
Pagina 19
In 2013 en volgende jaren is sprake van een sterk teruglopend nettoresultaat exclusief vastgoedontwikkeling als gevolg van de toename van begrote gealloceerde bedragen, onder meer ten behoeve van de vergroting van het studiesucces. Toelichting Rijksbijdragen OCW De volgende tabel geeft een toelichting op de rijksbijdragen OCW: Tabel 5.2.2 – Toelichting rijksbijdragen OCW (bedragen in M€)
Rijksbijdragen OCW Modelbekostiging OCW BaMa-compensatie Onderwijskwal. en studiesucces Profilering en zwaartepuntvorm. Subsidieregeling 2e graden Subtotaal rijksbijdrage OCW Doelsubsidies OCW Totaal rijksbijdragen OCW
JR 2011 281,1 -2,1 0,0 0,0 0,0 279,0 4,3 283,3
B 2012 277,5 -1,2 0,0 0,0 0,0 276,3 4,6 280,9
P 2012 282,1 -1,7 0,0 0,0 0,0 280,4 5,1 285,5
B 2013 273,9 -1,3 6,9 3,1 0,2 282,8 3,2 286,0
B 2014 278,5 -1,3 7,7 3,1 0,0 288,0 2,5 290,5
B 2015 279,1 -1,3 8,1 3,1 0,0 289,0 1,6 290,6
B 2016 282,0 -1,3 8,7 3,1 0,0 292,5 1,1 293,6
In hoofdstuk 7 is een toelichting te vinden op de modelbekostiging en de mutaties ten opzichte van de Kadernota 2013-2016. Collegegelden De volgende tabel geeft een toelichting op de collegegelden: Tabel 5.2.3 – Toelichting collegegelden (bedragen in M€)
Collegegelden Wettelijk collegegeld Verhoogd wettelijk collegegeld Instellingscollegegeld EER Collegegeld niet-EER studenten Collegegeld niet-bek. opleid. Instellingscollegegeld LUCTH Totaal collegegelden
JR 2011 30,3 0,0 2,0 2,0 2,0 0,1 36,4
B 2012 31,1 1,1 1,0 1,0 2,0 0,8 37,0
P 2012 30,2 0,0 2,9 2,2 2,2 0,4 37,9
B 2013 30,5 0,0 3,4 2,4 2,1 0,5 38,9
B 2014 30,8 0,0 4,1 2,2 2,1 0,6 39,8
B 2015 31,2 0,0 4,4 2,2 2,1 0,7 40,6
B 2016 31,6 0,0 4,7 2,2 2,1 0,8 41,4
De toename van de collegegelden wordt enerzijds veroorzaakt door een verwachte stijging van het aantal studenten en anderzijds door de jaarlijkse verhoging van het collegegeld. De belangrijkste toename wordt verwacht bij het instellingscollegegeld EER als gevolg van tariefverhoging en het aflopen van de afgesproken overgangsregelingen in het besluit over de collegegeldtarieven voor het studiejaar 2012/2013. Baten werk in opdracht van derden De volgende tabel geeft een toelichting op de baten werk in opdracht van derden:
Begroting 2013-2016
Pagina 20
Tabel 5.2.4 – Toelichting baten werk i.o.v. derden (bedragen in M€)
Baten werk i.o.v. derden Baten onderwijs
JR 2011 7,9
B 2012 7,4
P 2012 6,6
B 2013 7,7
B 2014 8,3
B 2015 9,1
B 2016 9,3
Ontv. ondz. i.o.v. NWO Ontv. ondz. i.o.v. EU Ontv. ondz. i.o.v. Overigen Totaal ontvangsten onderzoek
42,1 20,0 29,7 91,8
35,7 15,0 13,7 64,4
35,2 16,6 21,9 73,7
32,8 17,2 14,6 64,6
32,7 17,0 14,3 64,0
32,7 17,3 14,0 64,0
35,2 16,9 13,9 66,0
Mutatie onderhanden werk
-8,8
5,2
-0,8
7,5
6,1
5,2
2,5
Totaal werk i.o.v. derden
90,9
77,0
79,5
79,8
78,4
78,3
77,8
De post baten werk in opdracht van derden daalt in 2013 ten opzichte van 2012 maar is daarna vrij stabiel. Daarbij geldt dat de post “ontvangsten onderzoek voor overigen” voorzichtig is ingeschat. Overige baten De volgende tabel geeft een toelichting op de overige baten: Tabel 5.2.5 – Toelichting overige baten (bedragen in M€)
Overige baten Verhuur gebouwen Verkoop gebouwen/grond Vrijval eg. Rek. inv. subs. Vrijval vooruitontvang. erfpacht Verhuur studentenwoningen Ontvangen gelden beurzen Overige baten Totaal overige baten
JR 2011 2,6 0,7 0,4 0,4 2,2 6,7 15,3 28,3
B 2012 2,0 8,7 0,4 0,3 2,9 2,4 21,0 37,7
P 2012 1,2 0,0 0,4 0,4 3,8 1,6 18,7 26,1
B 2013 2,2 7,0 0,4 0,5 4,0 0,9 13,8 28,8
B 2014 2,2 0,0 0,4 0,6 5,1 0,9 14,6 23,8
B 2015 2,2 0,0 0,4 0,7 5,1 0,9 14,8 24,1
B 2016 2,2 2,7 0,4 0,8 5,1 0,9 14,9 27,0
De belangrijkste ontwikkeling bij de overige baten betreft de baten Vastgoedontwikkeling (VGO). Dit betreft baten als gevolg van de uitgifte van grond in erfpacht, de verkoop van grond en de verkoop van gebouwen. Indien panden worden verkocht of grond in eeuwigdurende erfpacht wordt uitgegeven, wordt de opbrengst in één keer verantwoord in de staat van baten en lasten. Bij tijdelijke erfpacht (50 of 70 jaar) wordt de opbrengst geactiveerd en worden de baten verantwoord gedurende de afgesproken looptijd. De ontvangsten uit tijdelijke erfpacht zijn zichtbaar in het kasstroomoverzicht onder de post “koopsommen erfpacht”. Voor het jaar 2013 gaat het om een bedrag van M€ 1,6. Een andere ontwikkeling bij de overige baten betreft de toename van de post verhuur studentenwoningen. Dit hangt samen met de exploitatie van studentenwoningen in Den Haag (o.a. het gebouw “de Klok” en met ingang van het jaar 2013 de woningen aan het Anna van Buerenplein).
Begroting 2013-2016
Pagina 21
De procentuele verdeling van de begrote baten 2013 is in de onderstaande grafiek weergeven: Grafiek 5.2.2 – Begrote baten 2013 per soort
Baten per soort Begroting 2013
Overige baten 7%
Baten onderzoek 17% Baten onderwijs 2% Collegegelden 9%
Rijksbijdragen OCW excl. doelsubs. 64%
Doelsubsidies OCW 1%
Personeelslasten De volgende tabel geeft een toelichting op de personeelslasten: Tabel 5.2.6 – Toelichting personeelslasten (bedragen in M€)
Personeelslasten Salaris- en sociale lasten WP Salaris- en sociale lasten OBP Totaal salaris & sociale lasten
JR 2011 115,2 84,8 200,0
B 2012 123,0 86,5 209,5
P 2012 114,4 91,8 206,2
B 2013 133,2 85,8 219,0
B 2014 135,2 84,4 219,6
B 2015 135,8 83,6 219,4
B 2016 135,3 83,3 218,6
Inhuur personeel
19,5
10,7
16,8
15,2
14,1
13,7
12,9
Overige personele lasten Nog te alloceren WP1 Nog te alloceren OBP Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie personele voorz. Totaal overige personele lasten
2,7 0,0 0,0 -1,8 7,2 8,1
8,3 0,0 0,0 0,0 2,5 10,8
5,6 0,0 0,0 -0,7 1,7 6,6
5,9 4,1 0,6 0,0 2,9 13,5
5,5 6,8 0,4 0,3 2,8 15,8
5,7 8,8 0,2 0,3 2,8 17,8
5,4 9,6 0,2 0,3 2,7 18,2
227,6
231,0
229,6
247,7
249,5
250,9
249,7
Totaal personeelslasten
1
Inclusief gereserveerde middelen Vernieuwingsfonds/Profileringsgebieden/Onderwijsintensivering
Begroting 2013-2016
Pagina 22
Het gemiddeld aantal FTE is als volgt: Tabel 5.2.7 – Toelichting aantal FTE
Gemiddeld aantal FTE Hoogleraar Universitair hoofddocent Universitair docent Docent Onderzoeker Promovendus Totaal WP
JR 2011 208,3 126,1 323,2 129,0 299,2 611,6 1.697,3
R 20122 B 2012 P 2012 B 2013 B 2014 B 2015 B 2016 218,1 215,5 220,7 227,8 226,4 225,4 225,1 120,7 124,1 119,2 126,3 127,6 125,8 121,5 339,0 374,6 347,2 419,8 428,4 442,5 449,9 144,0 130,6 150,1 164,3 178,7 170,1 178,1 287,8 302,7 286,6 310,9 308,8 307,0 302,1 633,5 661,0 640,6 687,6 684,2 677,2 654,6 1.743,1 1.808,6 1.764,4 1.936,8 1.954,0 1.948,0 1.931,5
OBP O&O OBP Student-assistant Totaal OBP
313,1 1.093,8 36,8 1.443,7
301,5 307,6 303,7 308,4 302,3 298,3 299,6 1.104,6 1.100,1 1.125,9 1.112,1 1.091,6 1.079,9 1.070,7 35,4 27,9 37,6 29,4 30,6 29,5 29,3 1.441,5 1.435,7 1.467,2 1.449,9 1.424,4 1.407,7 1.399,7
Nog te alloceren WP Nog te alloceren OBP Totaal gemiddeld aantal FTE WP/OBP verhouding
0,0 0,0 3.141,1
0,0 0,0
0,0 0,0
0,0 0,0
74,0 9,9
122,3 6,6
147,1 3,3
166,1 3,3
3.184,6 3.244,3 3.231,6 3.470,6 3.507,2 3.506,0 3.500,5
1,18
1,21
1,26
1,20
1,38
1,45
1,48
1,50
Te zien is dat het gemiddeld aantal WP in 2013 in vergelijking met het jaar 2012 en de realisatie in 2011 toeneemt. Een en ander hangt samen met de invulling van posities met het oog op het realiseren van de prestatieafspraken met OCW. De verhouding WP/OBP verbetert sterk vanaf 2013 door de begrote groei in het aantal WP en de aanname dat voor het realiseren van de prestatieafspraken geen extra OBP wordt ingezet. Afschrijvingen De volgende tabel geeft een toelichting op de afschrijvingen: Tabel 5.2.8 – Toelichting afschrijvingen (bedragen in M€)
Afschrijvingen Gebouwen Vastgoedontwikkeling Inventaris en apparatuur Totaal afschrijvingen
JR 2011 15,6 0,2 21,6 37,4
B 2012 15,2 0,2 7,7 23,1
P 2012 16,3 0,2 11,3 27,8
B 2013 16,6 0,2 10,4 27,2
B 2014 16,1 0,2 10,8 27,1
B 2015 16,2 0,3 10,6 27,1
B 2016 19,9 0,3 11,2 31,4
In 2011 is sprake van een eenmalige piek in de afschrijvingslasten als gevolg van door derden gesubsidieerde aanschaf van wetenschappelijke apparatuur (NeCEN). Vanaf 2016 stijgen de afschrijvingslasten als gevolg van de ingebruikname van de eerste fase van de nieuwbouw Bèta-Campus.
2
Realisatie t/m september 2012
Begroting 2013-2016
Pagina 23
Huisvestingslasten De volgende tabel geeft een toelichting op de huisvestingslasten: Tabel 5.2.9 – Toelichting huisvestingslasten (bedragen in M€)
Huisvestingslasten Energie Onroerendzaakbelasting (OZB) Onderhoud gebouwen/terreinen Huur panden en ruimten Schoonmaak Dotatie asbestvoorziening Vrijval voorziening DUWO Afboeking boekwaarde (VGO) Kosten verhuur studenten Overige huisvestingslasten Totaal huisvestingslasten
JR 2011 7,5 2,5 9,3 2,0 3,0 4,7 -1,1 0,0 2,3 2,4 32,6
B 2012 8,1 2,6 8,1 1,6 2,8 0,0 0,0 4,3 3,3 3,3 34,1
P 2012 8,0 2,6 8,4 1,6 3,0 0,0 -0,7 0,0 4,0 4,7 31,6
B 2013 7,1 2,5 8,0 1,9 3,1 0,0 -0,1 5,7 4,1 2,4 34,7
B 2014 7,2 2,5 8,2 2,0 3,1 0,0 0,0 0,0 5,3 1,9 30,2
B 2015 7,2 2,5 8,2 1,7 3,1 0,0 0,0 0,0 5,3 1,9 29,9
B 2016 7,2 3,1 8,2 1,7 3,2 0,0 0,0 0,2 5,3 1,8 30,7
B 2013 7,1 16,0 6,3 5,4 1,0 1,7 4,5 14,9 1,5 60,0 2,0 120,4
B 2014 7,0 16,0 6,3 4,2 0,9 1,7 4,5 13,5 2,1 59,4 6,6 122,2
B 2015 6,9 16,0 6,2 4,2 0,8 1,7 4,5 13,3 1,8 59,7 8,7 123,8
B 2016 6,7 16,0 6,3 4,2 0,8 1,7 4,5 12,8 1,8 60,1 6,1 121,0
Overige lasten De volgende tabel geeft een toelichting op de overige lasten: Tabel 5.2.10 – Toelichting overige lasten (bedragen in M€)
Overige lasten Reis- en verblijfkosten Overige directe lasten Collectievorming ICT Publiciteit en voorlichting Beurzen Inkoop product Diverse lasten Nog te alloceren Inkomensoverdrachten Reservering risico's Totaal overige lasten
JR 2011 8,3 19,5 5,1 5,4 1,1 0,0 4,3 8,0 0,0 63,6 0,0 115,3
B 2012 6,7 15,6 4,3 6,1 1,6 0,0 4,0 24,6 0,1 59,7 3,5 126,2
P 2012 7,6 19,6 6,5 6,8 1,9 3,3 4,4 4,4 0,0 58,3 0,5 113,3
De overige lasten zijn over het algemeen vrij stabiel. Opvallende posten zijn “diverse lasten”, “inkomensoverdrachten”, “nog te alloceren” en “reservering risico’s”. De post “overige lasten” is een verzameling van lasten die niet is gespecificeerd. In de begroting 2013 en volgende jaren is een toename te zien ten opzichte van de jaren daarvoor. Deze toename doet zich met name voor bij de faculteiten. Een en ander hangt samen het bij de faculteiten opnemen van nog niet ingevulde bedragen onder de overige lasten en het in deze post opnemen van een facultaire risicoreservering. De post inkomensoverdrachten bestaat grotendeels uit het LUMC en het Afrika Studiecentrum. De inkomensoverdrachten worden in hoofdstuk 7 (toelichting allocaties) nader toegelicht. Dat geldt ook voor de op concernniveau geraamde posten “nog te alloceren” en “reservering risico’s”.
Begroting 2013-2016
Pagina 24
Financiële baten & lasten De volgende tabel geeft een toelichting op de financiële baten en lasten: Tabel 5.2.11 – Toelichting financiële baten en lasten (bedragen in M€)
Financiële baten & lasten Rentebaten Rentelasten excl. mut. Bw. SWAP Mutatie boekwaarde SWAP Bouwrente Totaal financiële baten & lasten
JR 2011 1,2 -2,7 -5,2 0,7 -6,0
B 2012 0,5 -2,7 0,0 1,7 -0,5
P 2012 0,7 -2,7 -1,0 0,7 -2,3
B 2013 0,3 -2,6 0,0 1,3 -1,0
B 2014 0,0 -2,5 0,0 2,5 0,0
B 2015 0,0 -2,4 0,0 2,4 0,0
B 2016 0,0 -2,3 0,0 0,5 -1,8
De financiële lasten vertonen een stabiel beeld. Dit heeft vooral te maken met het feit dat de Universiteit Leiden gekozen heeft voor het zoveel mogelijk vastzetten van rentetarieven (een vaste lening van M€ 30,0 (rentepercentage 4,7%) en een renteswap van M€ 30,0 (rentepercentage 4,6%)). De renteswap heeft in 2011 overigens tot een boekverlies in 2011 (M€ 5,2) geleid en naar verwachting is dit ook het geval in 2012 (prognose M€ 1,0). Dit heeft te maken met de extreem lage rente op dit moment. De toekomstige ontwikkeling van de rente, is lastig te voorspellen. Mocht de rente gaan stijgen, dan leidt dit tot een boekwinst op de SWAP. Voorzichtigheidshalve is er geen winst of verlies begroot. Resultaat deelnemingen Het resultaat deelnemingen betreft het resultaat van LEH.
Begroting 2013-2016
Pagina 25
5.3
Balans
In de volgende tabel staat de balans weergegeven. Tabel 5.3.1 - Balans (bedragen in M€)
Balans Activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen Totaal activa Passiva Eigen vermogen Voorzieningen Vooruitontvangen erfpacht BNG (lening + RC) SWAP Kortlopende schulden (- BNG) Totaal passiva
JR 2011
B 2012
P 2012
B 2013
B 2014
B 2015
B 2016
234,3 19,4 0,9 68,3 73,9 396,8
276,2 19,7 0,7 80,0 27,4 404,0
245,1 19,4 0,9 65,5 94,8 425,7
265,9 19,4 0,9 65,1 71,0 422,3
288,6 19,4 0,9 63,3 55,5 427,6
319,6 19,4 0,9 62,4 23,5 425,7
325,8 19,4 0,9 61,8 24,7 432,6
124,4 37,6 21,7 30,0 5,2 177,9 396,8
141,9 28,2 24,4 30,0 0,0 179,5 404,0
149,3 33,4 27,2 30,0 6,2 179,6 425,7
152,0 31,9 28,3 30,0 6,2 174,0 422,3
155,6 30,7 38,0 30,0 6,2 167,2 427,6
157,6 28,2 41,6 30,0 6,2 162,1 425,7
162,8 27,6 46,8 30,0 6,2 159,2 432,6
Materiële vaste activa De volgende tabel geeft een toelichting op de materiële vaste activa: Tabel 5.3.2 – Materiële vaste activa (bedragen in M€)
Materiële vaste activa Beginstand
JR 2011 244,4
B 2012 251,0
P 2012 234,3
B 2013 245,1
B 2014 265,9
B 2015 288,6
B 2016 319,6
Netto Investeringen Gebouwen Vastgoedontwikkeling Inventaris en apparatuur Bouwrente Saldo investeringen
17,3 1,3 8,0 0,7 27,3
38,0 3,1 9,8 1,7 52,6
23,4 1,9 12,5 0,8 38,6
37,5 3,3 11,6 1,3 53,7
36,1 1,3 9,9 2,5 49,8
37,1 3,1 15,5 2,4 58,1
17,2 10,7 9,4 0,5 37,8
Afschrijvingen Afboekingen
37,4 0,0
23,1 4,3
27,8 0,0
27,2 5,7
27,1 0,0
27,1 0,0
31,4 0,2
234,3
276,2
245,1
265,9
288,6
319,6
325,8
Eindstand
De toename van de post materiële vaste activa heeft vooral te maken met de geplande nieuwbouw van de “Bèta-Campus”. De nieuwbouw van de Bèta-Campus is gepland in 3 fasen. De investeringen die betrekking hebben op de eerste fase zijn goedgekeurd door de RvT. De investeringen in de jaren 2011-2016 staan in de volgende grafiek weergeven:
Begroting 2013-2016
Pagina 26
Grafiek 5.3.1 – Investeringen per jaar (bedragen in M€)
Investeringen per jaar 60,0
Bouwrente Vastgoedontwikkeling
50,0
Gebouwen Inventaris & apparatuur
40,0
30,0
20,0
10,0
0,0 JR 2011
P 2012
B 2013
B 2014
B 2015
B 2016
Financiële vaste activa De post financiële vaste activa wijzigt niet in de begrotingsjaren. Voorraden De post voorraden wijzigt niet in de begrotingsjaren. Vorderingen De volgende tabel geeft een toelichting op de vorderingen: Tabel 5.3.3 – Vorderingen (bedragen in M€)
Vorderingen Te ontvangen collegegeld Bamavordering Nog te ontvangen onderzoek Debiteuren Overige vorderingen Totaal vorderingen
JR 2011 14,6 14,5 13,7 18,2 7,3 68,3
B 2012 16,4 14,0 17,4 16,3 15,9 80,0
P 2012 15,2 12,8 13,7 16,1 7,7 65,5
B 2013 15,6 11,6 13,7 16,6 7,6 65,1
B 2014 15,9 10,3 13,7 15,6 7,8 63,3
B 2015 16,3 9,1 13,7 15,6 7,7 62,4
B 2016 16,6 7,8 13,7 16,0 7,7 61,8
De Universiteit Leiden verwacht 1,3 M€ per jaar van OCW te ontvangen in verband met BaMa compensatie. De baten zijn reeds genomen maar het merendeel van de ontvangsten wordt in de komende jaren verwacht. Omdat de baten wel zijn genomen, maar nog niet zijn ontvangen staan deze op de balans als vordering en neemt de vordering jaarlijks af met het bedrag dat van OCW wordt ontvangen. De toename van het collegegeld vertaalt zich in een toename van de post “nog te ontvangen collegegeld”. Liquide middelen Vanaf 2013 is sprake van een jaarlijkse daling van de liquide middelen als gevolg van huisvestingsinvesteringen (Bèta-Campus). In de periode 2013-2016 hoeft geen beroep te worden gedaan op het rekening courant krediet bij de BNG.
Begroting 2013-2016
Pagina 27
Eigen vermogen Aan het eigen vermogen wordt jaarlijks het resultaat toegevoegd. De solvabiliteit is de percentuele verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen. Dit is in de onderstaande grafiek weergeven: Grafiek 5.3.2 – Solvabiliteit
Solvabiliteit per jaar 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% JR 2011
P 2012
B 2013
B 2014
B 2015
B 2016
De begrote solvabiliteit komt in 2013 uit op 36,0%. De solvabiliteit loopt in de komende jaren iets op. Voorzieningen De volgende tabel geeft een toelichting op de voorzieningen: Tabel 5.3.4 – Voorzieningen (bedragen in M€)
Voorzieningen Personele voorzieningen Voorzieningen huisvesting Overige voorzieningen Totaal voorzieningen
Begroting 2013-2016
JR 2011 22,9 8,7 6,0 37,6
B 2012 21,0 1,7 5,5 28,2
P 2012 21,0 6,4 6,0 33,4
B 2013 20,1 5,8 6,0 31,9
B 2014 19,4 5,3 6,0 30,7
B 2015 18,8 3,4 6,0 28,2
B 2016 18,3 3,3 6,0 27,6
Pagina 28
Kortlopende schulden De volgende tabel geeft een toelichting op de kortlopende schulden: Tabel 5.3.5 – Kortlopende schulden (bedragen in M€)
Kortlopende schulden Vooruitontvangen collegegelden Egalisatierekening doelsubsidie Vooruitontv. doelsubs. OCW Vooruitontv. term. onderzoek Vakantiegeld – en dagen Crediteuren Overige kortlopende schulden Totaal kortlopende schulden
JR 2011 25,6 4,0 4,2 77,9 19,1 23,0 24,1 177,9
B 2012 24,0 3,6 4,2 76,0 20,7 22,9 28,1 179,5
P 2012 26,6 3,6 4,2 78,7 19,8 22,5 24,2 179,6
B 2013 27,3 3,2 4,2 71,2 19,8 24,3 24,0 174,0
B 2014 27,9 2,9 4,2 64,8 19,5 23,7 24,2 167,2
B 2015 28,5 2,5 4,2 59,6 19,2 23,9 24,2 162,1
B 2016 29,0 2,1 4,2 57,1 19,0 23,6 24,2 159,2
De post “vooruitontvangen collegegelden” neemt toe als gevolg van de toename van de collegegelden. Wat betreft de post “vooruitontvangen termijnen onderzoek” is sprake van vooruitontvangen bedragen van NWO en EU. Vanaf 2013 daalt deze post vanwege de besteding van vooruitvangen bedragen (o.a. Spinozapremies, Vernieuwingsimpuls en ERC-grants).
Begroting 2013-2016
Pagina 29
5.4
Kasstroomoverzicht
In de volgende tabel staat het kasstroomoverzicht weergegeven. Tabel 5.4.1 – Kasstroomoverzicht (bedragen in M€)
Kasstroomoverzicht Resultaat Mutatie voorzieningen Afschrijvingen Investeringen Baten erfpacht Koopsommen erfpacht Afboeking boekw. gebouwen Aflossing BaMa compensatie Mutatie onderhanden werk Mutatie boekwaarde SWAP Mutatie overige vorderingen Mutatie overige krtl. schulden Kasstroom (mutatie liq. mid.)
JR 2011 20,4 5,0 37,4 -27,3 -0,3 0,0 0,0 2,1 8,8 5,2 2,1 4,7 58,1
B 2012 17,8 -1,9 23,1 -52,7 -0,3 2,2 4,3 1,3 -5,1 0,0 -4,4 2,4 -13,3
P 2012 24,9 -4,2 27,8 -38,6 -0,4 5,9 0,0 1,7 0,8 1,0 1,1 0,9 20,9
B 2013 2,6 -1,5 27,2 -53,7 -0,5 1,6 5,7 1,3 -7,5 0,0 -0,9 1,9 -23,8
B 2014 3,6 -1,2 27,1 -49,7 -0,7 10,4 0,0 1,3 -6,1 0,0 0,6 -0,9 -15,6
B 2015 2,0 -2,5 27,1 -58,1 -0,7 4,4 0,0 1,3 -5,2 0,0 -0,4 0,1 -32,0
B 2016 5,2 -0,6 31,4 -37,9 -0,8 6,0 0,2 1,3 -2,5 0,0 -0,7 -0,4 1,2
De kasstroom is in de onderstaande grafiek weergeven: Grafiek 5.4.1 – Kasstroom per jaar (bedragen in M€)
Kasstroom per jaar 60,0 50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 0,0 -10,0 -20,0 -30,0 -40,0 JR 2011
P 2012
B 2013
B 2014
B 2015
B 2016
Hoewel er in de jaren 2013 tot en met 2016 sprake is van een negatieve kasstroom, blijft de lening BNG in deze periode op het niveau van 30 M€ (vaste lening) en wordt er derhalve geen nieuw beroep gedaan op de resterende kredietfaciliteit van de BNG (70 M€). Tabel 5.4.2 – Ontwikkeling lening BNG (bedragen in M€)
Kasstroomoverzicht Langlopende lening BNG Lening BNG in RC Totaal lening BNG
Begroting 2013-2016
JR 2011 30,0 0,0 30,0
B 2012 30,0 0,0 30,0
P 2012 30,0 0,0 30,0
B 2013 30,0 0,0 30,0
B 2014 30,0 0,0 30,0
B 2015 30,0 0,0 30,0
B 2016 30,0 0,0 30,0
Pagina 30
6
Tabellen
Begroting 2013-2016
Pagina 31
Nettoresultaat per eenheid (bedragen in M€)
Nettoresultaat Allocatieresultaat
JR 2011 10,4
B 2012 13,0
P 2012 15,3
B 2013 0,0
B 2014 2,5
B 2015 2,5
B 2016 2,5
Faculteiten & Instituten Campus Den Haag Archeologie Geesteswetenschappen Rechtsgeleerdheid Sociale Wetenschappen Wiskunde en Natuurwet. Nationaal Herbarium Hortus Botanicus ICLON IIAS Centrum voor milieuwetensch. Totaal faculteiten & instituten
0,0 0,1 2,3 2,0 3,2 1,9 0,2 0,0 -0,1 0,2 0,1 9,7
0,1 0,0 0,0 0,5 -0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,5
0,0 0,1 1,3 0,8 2,7 3,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 8,1
0,0 0,0 -0,5 0,5 -0,4 1,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,8
0,1 0,0 -0,4 0,5 -0,2 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2
0,0 0,0 -0,7 0,3 -0,1 -0,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 -1,1
0,1 0,0 -0,1 0,5 0,2 -1,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 -0,6
Ondersteunende diensten Bestuursbureau LURIS Studenten- en onderwijszaken Vastgoed UBL ISSC UFB Totaal onderst. Diensten
0,5 0,1 0,1 0,1 0,3 0,2 0,7 2,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 0,2
0,0 0,4 -0,1 0,0 0,6 0,0 0,2 1,1
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,1
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,1
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Werkbudgetten Bestuurskosten Bedrijfsvoering Automatisering Onderzoek & Onderwijs Strat. Com. en Marketing Studenten- en onderwijszaken Huisvesting Totaal werkbudgetten
0,1 0,1 0,6 0,6 0,0 0,0 -5,0 -3,5
0,0 0,0 0,0 -0,5 0,0 0,0 0,0 -0,5
-0,1 0,0 0,0 -0,1 0,0 0,0 0,0 -0,2
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 0,3
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,1
Vernieuwingsfonds
0,7
0,0
0,2
0,0
0,0
0,0
0,0
Vastgoedontwikkeling
1,1
4,5
0,5
1,7
0,5
0,6
3,2
20,4
17,8
24,9
2,6
3,6
2,0
5,2
Totaal
Begroting 2013-2016
Pagina 32
8,1 0,9 5,1 2,2 10,7 5,2 3,4 35,6
2,8 6,6 5,6 2,2 3,1 1,8 34,2 56,2
0,0
0,0
0,0
Ond dnst BB LURIS SOZ VG UBL ISSC UFB Totaal Ond dnst
Begroting 2013-2016
WB WB BK WB BV WB Aut WB O&O WB SCM WB SOZ WB HV Totaal WB
VNF
VGO
Totaal
0,0
0,0
3,2
0,0 0,0 1,0 0,1 0,0 0,0 0,0 1,1
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
286,0
0,0
0,0
0,0 0,0 0,0 0,6 0,0 0,0 0,0 0,6
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,4 0,0 0,7 0,0 0,0 0,3 1,1 0,0 0,1 0,0 0,0 2,6
7,1 4,8 39,6 22,3 27,7 52,1 1,6 0,5 3,5 1,4 1,3 161,9
Fac & Inst FCDH FdA FGW FdR FSW FWN NH HB ICLON IIAS CML Totaal Fac & Inst
0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,5
Univ. VNF D. subs./ bijdr. bijdr. RB OCW -253,7 -4,8 282,8
Expl. per eenh. (in M€) Allocatieresultaat
38,9
0,0
0,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Coll. gld. 38,9
79,8
0,0
0,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,5 0,0 0,2 0,0 0,0 0,7
6,2 2,7 11,8 6,3 11,9 40,0 0,5 0,0 1,5 0,3 1,2 82,5
Werk drdn -3,4
28,8
7,7
0,0
0,0 0,0 0,0 0,3 0,0 3,8 4,3 8,4
0,1 1,5 1,7 0,0 1,4 0,3 4,2 9,2
-0,3 0,0 0,9 0,9 0,7 1,6 0,1 0,6 0,2 0,0 0,0 4,7
Ov. baten -1,3
0,0
0,0
0,0
0,0 2,5 0,0 0,0 0,0 -0,3 0,0 2,2
0,0 0,0 0,9 0,5 2,4 8,5 9,4 21,7
0,5 0,2 0,6 0,4 1,5 0,1 0,0 0,1 0,9 0,1 0,1 4,5
433,5
7,7
3,2
2,8 9,1 6,6 3,2 3,1 5,3 38,5 68,6
8,2 2,5 8,2 2,7 14,7 14,0 17,1 67,3
14,0 7,8 53,7 30,1 41,9 94,2 3,3 1,2 6,1 1,9 2,6 256,7
Int. Totaal baten baten -28,5 30,1
223,5
0,0
2,4
0,9 4,1 0,0 0,5 0,9 0,0 0,0 6,3
6,0 2,1 5,8 2,4 6,6 7,1 7,3 37,2
8,6 5,7 40,6 21,9 31,2 57,4 2,4 0,7 4,7 0,7 1,9 175,9
Sal & Soc. ln 1,7
15,2
0,0
0,0
0,0 0,1 2,0 0,5 0,5 0,0 0,0 3,1
0,1 0,1 0,4 0,0 0,2 0,6 1,0 2,3
0,4 0,5 2,6 0,5 1,2 4,0 0,0 0,1 0,3 0,0 0,1 9,8
8,9
0,0
0,0
0,0 1,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,4
0,8 0,0 0,1 0,1 0,2 0,2 0,2 1,6
0,2 0,2 1,5 1,5 1,4 0,9 0,1 0,0 0,0 0,0 0,1 5,9
Inh. Ov. pers. pers ln. 0,0 0,0
27,2
0,2
0,0
0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 16,6 17,0
0,0 0,0 0,2 0,0 0,1 2,4 0,4 3,1
0,1 0,1 0,1 0,2 0,3 5,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6,8
Afschr. lasten 0,0
34,7
5,7
0,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2,4 21,6 24,0
0,1 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 3,1 3,4
0,0 0,0 0,2 0,4 0,4 0,4 0,0 0,0 0,0 0,2 0,0 1,6
120,4
0,0
0,8
1,6 2,6 2,1 1,8 1,0 2,2 -0,1 11,3
0,5 0,2 1,1 0,1 6,4 3,3 4,7 16,3
1,8 1,0 4,8 2,3 3,1 18,7 0,7 0,3 0,8 0,9 0,4 34,9
0,0
0,0
0,0
0,4 0,8 2,1 0,4 0,7 0,7 0,4 5,4
0,8 0,0 0,5 0,1 1,3 0,3 0,3 3,4
2,9 0,3 4,3 2,7 4,6 5,6 0,0 0,0 0,3 0,0 0,1 20,9
Huisv. Overige Interne lasten lasten lasten 0,0 57,3 -29,8
430,0
5,9
3,2
2,8 9,1 6,6 3,2 3,1 5,3 38,5 68,6
8,2 2,5 8,2 2,7 14,7 14,0 17,0 67,2
14,0 7,8 54,2 29,6 42,3 93,0 3,3 1,2 6,1 1,9 2,6 255,9
Totaal lasten 29,2
-0,9
0,0
0,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Fin B&L en deeln -0,9
2,6
1,7
0,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,1
0,0 0,0 -0,5 0,5 -0,4 1,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,8
Netto res. 0,0
0,0
0,0
5,0 71,7 0,0 6,0 14,9 0,0 0,0 97,6
78,5 25,7 98,9 32,3 114,8 113,4 151,1 614,7
43,4 22,5 136,9 90,3 122,0 242,0 22,8 12,0 32,3 8,6 4,8 737,6
FTE OBP 9,9
1.995,3 1.459,8
0,0
30,6
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
81,8 66,2 440,0 231,2 333,3 710,0 16,8 1,0 29,8 2,6 24,2 1.936,8
FTE WP 27,9
3.455,1
0,0
30,6
5,0 71,7 0,0 6,0 14,9 0,0 0,0 97,6
78,5 25,7 98,9 32,3 114,8 113,4 151,1 614,7
125,2 88,7 576,9 321,5 455,3 952,0 39,6 13,0 62,1 11,1 29,0 2.674,4
Totaal FTE 37,8
Exploitatie per eenheid
Pagina 33
Exploitatie per instituut Expl. per inst. (in M€) FCDH Algemeen LUCTH Bestuurskunde Prof. ed. CRK Living lab Overige Totaal FCDH
Univ. VNF D. subs. Coll. Werk Ov. Int. Totaal bijdr. bijdr. OCW gld. drdn baten baten baten
Sal & Soc. ln
Inh. Ov. Afschr. Huisv. Overige Interne Totaal pers p. ln. lasten lasten lasten lasten lasten
Fin B&L en deeln
Netto res.
1,1 2,2 3,3 0,0 0,5 0,0 0,0 7,1
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,4
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,3 -0,2 0,8 0,0 0,5 0,0 1,3 0,0 0,1 0,0 1,9 0,0 1,1 0,0 6,2 -0,3
0,3 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,1 0,5
1,5 3,5 4,0 1,3 0,6 1,9 1,2 14,0
1,4 2,1 2,8 0,6 0,5 0,5 0,6 8,6
0,1 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,4
0,1 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2
0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
-0,3 0,5 0,1 0,5 0,1 0,7 0,3 1,8
0,3 0,5 0,8 0,2 0,1 0,7 0,3 2,9
1,6 3,5 4,0 1,3 0,6 1,9 1,2 14,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
-0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0
FdA
4,8
0,1
0,0
0,0
2,7
0,0
0,2
7,8
5,7
0,5
0,2
0,1
0,0
1,0
0,3
7,8
0,0
0,0
FGW Algemeen Geschiedenis LUCL LUICD LIAS LIRS Wijsbegeerte Kunsten OZ-Scholen Totaal FGW
13,1 5,2 5,6 5,6 6,1 1,8 1,3 0,5 0,3 39,6
0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,7 0,7
0,0 0,7 0,0 2,4 0,0 3,9 0,0 1,9 0,0 1,9 0,0 0,6 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 11,8
0,0 0,3 0,2 0,1 0,1 0,1 0,0 0,0 0,1 0,9
0,0 0,3 0,0 0,2 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,6
13,8 8,2 9,7 7,8 8,3 2,6 1,8 0,5 1,0 53,7
6,3 7,1 8,3 7,3 7,6 2,1 1,6 0,1 0,2 40,6
0,3 0,3 0,7 0,1 0,2 0,0 0,0 0,4 0,5 2,6
1,3 0,0 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 1,5
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1
0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2
1,9 0,6 0,6 0,4 0,5 0,4 0,1 0,0 0,3 4,8
4,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 4,3
14,2 8,1 9,7 7,8 8,3 2,6 1,8 0,5 1,1 54,2
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
FdR Algemeen Privaatrecht Publiekrecht Fisc. en econ. vakken Strafrecht & Criminologie Metajuridica Totaal FdR
7,4 3,4 3,4 2,6 2,7 2,8 22,3
0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,1
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
1,7 0,2 2,7 0,2 0,6 0,8 6,3
0,0 0,4 0,5 0,0 0,0 0,0 0,9
0,3 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,4
9,5 4,0 6,7 2,9 3,3 3,7 30,1
4,6 3,7 5,0 2,5 2,9 3,3 21,9
0,3 0,0 0,1 0,1 0,0 0,0 0,5
1,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,5
0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2
0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,4
0,8 0,1 0,8 0,1 0,2 0,2 2,3
2,1 0,0 0,4 0,0 0,1 0,1 2,7
9,8 3,9 6,2 2,8 3,3 3,6 29,6
FSW Algemeen Culturele Antropologie Politicologie Pedagogiek Psychologie CWTS Overige Totaal FSW
6,8 1,7 2,5 5,1 9,5 1,6 0,4 27,7
0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,5 0,0 0,8 0,0 3,0 0,0 5,1 0,0 2,0 0,0 0,5 0,0 11,9
0,2 0,1 0,5 0,0 -0,1 0,0 0,0 0,7
0,9 0,1 0,2 0,1 0,2 0,0 0,0 1,5
7,9 2,5 3,9 8,2 14,8 3,6 0,9 41,9
3,0 2,3 3,2 7,2 12,3 2,5 0,7 31,2
0,1 0,0 0,2 0,2 0,6 0,1 0,0 1,2
0,9 0,0 0,1 0,2 0,3 0,0 0,0 1,4
0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,3
0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,4
0,0 0,2 0,3 0,7 1,2 0,7 0,1 3,1
3,1 0,0 0,4 0,2 0,4 0,4 0,1 4,6
FWN Algemeen IBL LACDR Lorentz Centre LIACS LIC LION MI Sterrewacht Nova Totaal FWN
9,0 6,3 5,0 0,3 3,6 9,0 7,2 3,1 3,3 5,1 52,1
-0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,1
0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,3
0,0 2,6 0,0 4,3 0,0 5,7 0,0 1,1 0,0 1,8 0,0 5,8 0,0 10,0 0,0 2,2 0,0 5,9 0,0 0,7 0,0 40,0
0,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,9 1,6
0,3 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,3 -1,6 0,1
12,5 10,7 10,8 1,4 5,5 14,8 17,2 5,3 10,7 5,1 94,2
4,7 7,5 7,6 0,5 4,0 10,4 9,8 4,4 8,6 0,0 57,4
0,2 0,0 0,3 0,3 0,0 0,2 0,0 0,0 0,3 0,1 0,3 0,4 2,7 -0,3 0,2 0,0 0,1 0,2 0,0 0,0 4,0 0,9
3,0 0,4 0,3 0,0 0,1 0,7 1,3 0,0 0,3 0,0 5,9
0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,1 0,0 0,4
0,9 1,8 2,1 0,9 0,6 2,5 3,2 0,3 1,3 5,1 18,7
NH
1,6
0,0
1,1
0,0
0,5
0,1
0,0
3,3
2,4
0,0
0,1
0,0
0,0
HB
0,5
0,0
0,0
0,0
0,0
0,6
0,1
1,2
0,7
0,1
0,0
0,0
0,0
ICLON
3,5
0,0
0,1
0,0
1,5
0,2
0,9
6,1
4,7
0,3
0,0
0,0
IIAS
1,4
0,0
0,0
0,0
0,3
0,0
0,1
1,9
0,7
0,0
0,0
0,0
CML
1,3
0,0
0,0
0,0
1,2
0,0
0,1
2,6
1,9
0,1
0,1
161,9
0,5
2,6
0,0 82,5
4,7
4,5
256,7
175,9
9,8
5,9
Totaal
Begroting 2013-2016
FTE FTE Totaal WP OBP FTE 5,8 13,2 24,7 8,0 33,2 7,8 0,0 9,5 4,7 1,5 6,1 1,6 7,3 1,8 81,8 43,4 66,2
19,0 32,7 41,0 9,5 6,2 7,7 9,1 125,2
22,5
88,7
-0,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 -0,1 -0,5
14,4 89,3 96,0 3,5 95,7 23,0 88,7 5,3 100,8 6,4 24,4 2,8 18,1 2,6 1,0 0,0 0,9 4,0 440,0 136,9
103,7 99,5 118,7 94,0 107,1 27,3 20,7 1,0 4,9 576,9
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
-0,3 0,1 0,5 0,1 0,1 0,1 0,5
18,6 56,0 45,2 5,9 61,3 10,8 29,4 3,6 38,6 5,0 38,1 9,1 231,2 90,3
74,6 51,1 72,0 33,0 43,5 47,2 321,5
7,8 2,5 4,1 8,4 14,9 3,6 0,9 42,3
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 -0,1 -0,2 -0,1 0,0 0,0 -0,4
10,9 37,9 25,6 7,0 36,6 5,1 88,6 24,3 145,8 39,3 19,7 5,5 6,0 2,9 333,3 122,0
48,8 32,6 41,7 113,0 185,1 25,2 8,9 455,3
2,4 0,4 0,7 0,0 0,4 0,5 0,4 0,4 0,3 0,0 5,6
11,4 10,7 10,8 1,4 5,5 14,8 17,2 5,3 10,7 5,1 93,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
1,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,2
10,4 62,8 92,1 28,2 100,5 37,6 0,4 8,4 52,7 8,5 147,7 32,6 105,9 46,5 68,6 1,2 131,7 16,2 0,0 0,0 710,0 242,0
73,2 120,3 138,1 8,8 61,2 180,3 152,4 69,8 147,9 0,0 952,0
0,7
0,0
3,3
0,0
0,0
16,8
22,8
39,6
0,3
0,0
1,2
0,0
0,0
1,0
12,0
13,0
0,0
0,8
0,3
6,1
0,0
0,0
29,8
32,3
62,1
0,2
0,9
0,0
1,9
0,0
0,0
2,6
8,6
11,1
0,0
0,0
0,4
0,1
2,6
0,0
0,0
24,2
4,8
29,0
6,8
1,6
34,9
20,9
255,9
0,0
0,8
1.936,8 737,6 2.674,4
Pagina 34
Opbouw allocatieresultaat (bedragen in M€)
Ontvangen middelen Rijksbijdragen OCW Collegegeld Collegegeld ter besch. v. facult. Huisvestingsafdracht 3e GS Verrekening omzetbelasting LUMC bijdrage prof. Geb. Bijdrage TU Delft Overige baten Financiële baten Resultaat deelnemingen Totaal ontvangen middelen
JR 2011 279,8 36,4 -2,4 1,1 0,0 0,0 0,0 0,7 1,1 0,4 317,1
B 2012 276,2 37,0 -3,0 1,4 0,5 0,1 0,5 0,0 0,5 0,1 313,8
P 2012 280,8 37,9 -3,2 1,7 0,5 0,1 0,5 0,0 0,7 0,5 319,5
B 2013 282,8 38,9 -3,4 2,4 0,5 0,1 0,7 0,0 0,3 0,1 322,4
B 2014 288,0 39,8 -3,4 2,4 0,5 0,1 0,7 0,0 0,0 0,1 328,2
B 2015 289,0 40,6 -3,4 2,5 0,5 0,1 0,7 0,0 0,0 0,1 330,1
B 2016 292,5 41,4 -3,4 2,5 0,5 0,1 0,7 0,0 0,0 0,1 334,4
Gealloceerde middelen Universitaire bijdrage Eenheden en werkbudgetten Vernieuwingsfonds Profileringsgebieden Onderwijsintensivering Profilering en zwaartepunten Totaal universitaire bijdrage
JR 2011
B 2012
P 2012
B 2013
B 2014
B 2015
B 2016
238,1 3,3 0,0 0,0 0,0 241,4
237,4 3,5 0,4 0,0 0,0 241,3
242,5 1,8 0,0 0,0 0,0 244,3
253,6 2,4 0,7 1,7 3,1 261,5
253,2 2,7 1,2 2,7 3,1 262,9
250,3 3,3 3,0 3,1 3,1 262,8
254,7 3,7 3,0 3,7 3,1 268,2
51,6 3,1 0,6 1,1 56,3
51,5 2,8 0,6 0,1 55,0
52,0 2,8 0,6 0,1 55,6
52,9 2,8 0,6 0,0 56,3
52,4 2,8 0,6 0,0 55,8
52,8 2,8 0,6 0,0 56,2
53,2 2,8 0,6 0,0 56,7
Overige posten Nog te alloceren middelen Risico’s bedrijfsvoering Onvoorzien Overige posten
0,0 0,0 1,0 1,0
0,1 1,6 1,3 3,0
0,0 0,0 0,5 0,5
0,7 0,7 1,3 2,7
2,4 2,7 1,3 6,4
2,0 4,8 1,3 8,1
2,0 1,3 1,3 4,6
Financieringslasten Rente op leningen Mutatie boekwaarde SWAP Af: te activeren bouwrente Interne rentevergoeding Totaal financieringslasten
2,7 5,2 -0,7 0,8 8,1
2,7 0,0 -1,7 0,5 1,5
2,7 1,0 -0,8 0,9 3,8
2,6 0,0 -1,3 0,7 1,9
2,5 0,0 -2,5 0,6 0,6
2,4 0,0 -2,4 0,6 0,6
2,3 0,0 -0,5 0,6 2,4
306,7
300,8
304,2
322,4
325,7
327,6
331,9
10,4
13,0
15,3
0,0
2,5
2,5
2,5
Afdrachten aan derden Subsidie LUMC Afrika Studiecentrum (ASC) NINO Overige subsidies en bijdragen Totaal afdrachten aan derden
Totaal gealloceerde middelen Allocatieresultaat
Begroting 2013-2016
Pagina 35
Investeringen per eenheid (bedragen in M€)
Investeringen Faculteiten & Instituten Campus Den Haag Archeologie Geesteswetenschappen Rechtsgeleerdheid Sociale Wetenschappen Wiskunde en Natuurwet. Nationaal Herbarium Hortus Botanicus ICLON IIAS Centrum voor milieuwetensch. Totaal faculteiten & instituten
JR 2011
B 2012
P 2012
B 2013
B 2014
B 2015
B 2016
0,0 0,0 0,1 0,1 -0,3 5,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 5,4
0,1 0,0 0,1 0,1 0,0 3,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 3,7
0,5 0,0 0,1 0,1 0,5 6,4 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 7,7
0,4 0,1 0,1 0,2 0,4 6,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 7,1
0,0 0,2 0,1 0,2 0,4 6,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6,8
0,0 0,1 0,1 0,2 0,4 12,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 12,7
0,0 0,1 0,1 0,2 0,4 6,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6,7
Ondersteunende diensten Bestuursbureau LURIS Studenten- en onderwijszaken Vastgoed UBL ISSC UFB Totaal onderst. Diensten
0,0 0,0 0,1 0,0 0,1 2,9 0,1 3,2
0,0 0,0 0,4 0,0 0,9 3,9 1,0 6,2
0,0 0,2 0,4 0,0 0,1 3,6 0,6 4,9
0,0 0,0 0,0 0,0 1,0 2,7 0,8 4,5
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2,7 0,3 3,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2,7 0,1 2,8
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2,7 0,1 2,8
Werkbudgetten Bestuurskosten Bedrijfsvoering Automatisering Onderzoek & Onderwijs Strat. Com. En Marketing Studenten- en onderwijszaken Huisvesting Totaal werkbudgetten
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 17,3 17,3
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 38,0 38,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 23,4 23,4
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 37,5 37,5
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 36,1 36,1
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 37,1 37,1
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 17,2 17,2
Vastgoedontwikkeling
1,3
3,1
1,9
3,3
1,3
3,1
10,7
Bouwrente
0,7
1,7
0,8
1,3
2,5
2,4
0,5
27,9
52,7
38,6
53,7
49,7
58,1
37,9
Totaal
Begroting 2013-2016
Pagina 36
Gemiddeld aantal FTE per eenheid Gemiddeld aantal FTE Faculteiten & Instituten Campus Den Haag Archeologie Geesteswetenschappen Rechtsgeleerdheid Sociale Wetenschappen Wiskunde en Natuurwet. Nationaal Herbarium Hortus Botanicus ICLON IIAS Centrum voor milieuwetensch. Totaal faculteiten & instituten Wv. WP
JR 2011
B 2012
P 2012
B 2013
B 2014
B 2015
B 2016
50,3 72,1 530,1 289,2 421,1 903,2 39,8 14,2 62,6 11,5 27,6 2.421,8
100,5 75,6 545,6 306,9 442,7 898,9 39,1 12,8 66,5 11,6 27,1 2.527,3
102,8 93,6 551,6 316,1 406,0 885,0 34,9 12,8 67,9 11,5 26,9 2.509,1
125,2 88,7 576,9 321,5 455,3 952,0 39,6 13,0 62,1 11,1 29,0 2.674,4
136,3 81,0 566,5 334,0 455,4 957,9 39,6 12,0 60,9 10,4 29,0 2.683,0
145,3 77,0 553,5 337,0 450,6 954,2 39,6 12,0 60,6 10,3 29,0 2.669,1
150,6 74,0 538,7 343,0 447,4 948,0 39,6 12,0 60,6 10,2 29,0 2.653,0
1.697,3
1.808,6
1.764,4
1.936,8
1.954,0
1.948,0
1.931,5
Wv. OBP O&O
227,2
224,4
225,0
226,1
219,2
215,6
218,5
Wv. OBP
460,4
466,4
482,0
482,1
479,3
476,0
473,6
36,8
27,9
37,6
29,4
30,6
29,5
29,3
Ondersteunende diensten Bestuursbureau LURIS Studenten- en onderwijszaken Vastgoed UBL ISSC UFB Totaal onderst. Diensten
86,6 18,6 106,5 29,8 118,9 108,2 151,0 619,6
81,5 25,0 102,2 32,3 116,5 111,7 151,2 620,4
80,9 23,7 111,1 30,1 112,3 110,5 151,8 620,4
78,5 25,7 98,9 32,3 114,8 113,4 151,1 614,7
76,3 24,7 91,4 32,3 114,8 110,0 151,2 600,7
75,6 24,7 90,2 32,3 113,1 108,0 149,5 593,4
74,0 24,7 88,9 32,3 111,2 106,0 149,5 586,6
Werkbudgetten Bestuurskosten Bedrijfsvoering Automatisering Onderzoek & Onderwijs Strat. Com. En Marketing Studenten- en onderwijszaken Huisvesting Totaal werkbudgetten
3,2 73,8 0,0 10,1 12,7 0,0 0,0 99,7
5,0 69,0 0,0 9,5 13,1 0,0 0,0 96,6
5,0 74,0 0,0 9,3 13,9 0,0 0,0 102,2
5,0 71,7 0,0 6,0 14,9 0,0 0,0 97,6
5,0 68,2 0,0 6,0 15,5 0,0 0,0 94,7
5,0 66,2 0,0 6,0 16,0 0,0 0,0 93,2
5,0 64,4 0,0 6,0 16,2 0,0 0,0 91,6
74,0 9,9
122,3 6,6
147,1 3,3
166,1 3,3
3.470,6
3.507,2
3.506,0
3.500,5
Wv. Student-assistant
Gereserveerd WP Gereserveerd OBP Totaal
Begroting 2013-2016
3.141,1
3.244,3
3.231,6
Pagina 37
Begroting 2013-2016
Pagina 38
7 7.1
Allocatieresultaat Inleiding
Het allocatieresultaat is het saldo van de beschikbare middelen en de gealloceerde middelen. In 2013 is het allocatieresultaat begroot op M€ 0,0, in 2014 en verder op M€ 2,5. In tabel 7.1.1 is de begrote reeks aan allocatieresultaten zichtbaar gemaakt. Tabel 7.1.1- Allocatieresultaat (bedragen in M€)
Omschrijving Beschikbare middelen Gealloceerde middelen Allocatieresultaat
B 2013 B 2014 B 2015 B 2016 322,4 328,2 330,1 334,4 322,4 325,7 327,6 331,9 0,0 2,5 2,5 2,5
Kadernota 2013-2016 Verschil t.o.v. Kadernota
7.2
1,0
2,5
4,5
0,0
-1,0
0,0
-2,0
+2,5
Beschikbare middelen
De middelen die in deze begroting gealloceerd worden ten behoeve van de faculteiten, ondersteunende diensten en overige budgetten bestaan uit de van overheidswege verstrekte rijksbijdrage, de door studenten betaalde collegegelden en de overige alloceerbare middelen. In de Kadernota 2013-2016 is een raming gemaakt van de middelen waarover de universiteit naar verwachting zal kunnen beschikken. Bij de Kadernota 2013-2016 is rekening gehouden met de verwachte effecten van de langstudeerdersmaatregel. Deze is inmiddels afgeschaft. Ook werd al rekening gehouden met een bijdrage uit de nog te maken prestatieafspraken. Op basis van de middelenraming in de kadernota zijn de financiële kaders vastgesteld die ten grondslag liggen aan de begrotingsplannen van de faculteiten en diensten. De bezuinigingen die nodig zijn om de maatregelen uit het vorige Regeerakkoord op te vangen, zijn in die kaders verwerkt. In de volgende paragrafen wordt de actuele raming van de voor allocatie beschikbare middelen vergeleken met de raming die in het voorjaar gemaakt is ten behoeve van de Kadernota 2013-2016. Die vergelijking wijst uit, dat de universiteit de komende jaren over meer middelen kan beschikken dan toen verwacht werd, maar dat een groot deel van de extra middelen niet vrij besteedbaar is. De geraamde rijksbijdragen, collegegelden en overige posten leveren tezamen de volgende reeks voor allocatie beschikbare middelen op: Tabel 7.2.1 – Alloceerbare middelen (bedragen in M€)
Recapitulatie alloceerbare middelen Rijksbijdrage OCW Collegegelden Overige alloceerbare middelen Totaal Kadernota 2013-2016 Verschil t.o.v. kadernota
B 2013 282,8 38,9 0,7 322,4
B 2014 288,0 39,8 0,4 328,2
B 2015 289,0 40,6 0,5 330,1
B 2016 292,5 41,4 0,5 334,4
318,4
322,7
324,5
324,8
+4,0
+5,5
+5,6
+9,6
In de volgende paragrafen zullen de verschillende onderdelen nader worden toegelicht.
Rijksbijdrage
Begroting 2013-2016
Pagina 39
De van overheidswege toegewezen rijksbijdrage berust op een modelmatige verdeling van de middelen die op de begroting van OCW zijn uitgetrokken voor de bekostiging van de universiteiten. De door OCW toegewezen rijksbijdrage berust op een modelmatige verdeling van de middelen die op de begroting van OCW zijn uitgetrokken voor de bekostiging van de universiteiten. In totaal is voor de universiteiten jaarlijks circa € 3,2 à 3,3 miljard beschikbaar. Voor de verdeling van deze middelen, aangeduid als macrokader, wordt sinds 2011 een nieuw bekostigingsmodel gebruikt. Het macrokader bestaat uit een onderwijs- en een onderzoekdeel. Beide delen zijn in omvang vergelijkbaar. In de onderstaande tabel is de opbouw van het macrokader 2013 weergegeven met het Leidse aandeel daarin. Tabel 7.2.2 – Specificatie rijksbijdrage 2013 (bedragen in M€)
Macrokader - verdeeld o.b.v. inschrijvingen - verdeeld o.b.v. graden - onderwijsopslag (bedragen) - onderwijsopslag (percentages) Onderwijsdeel
679,3 282,2 88,6 471,3 1.521,4
Universiteit Leiden 52,2 21,5 6,0 45,9 125,6
- verdeeld o.b.v. graden - verdeeld o.b.v. promoties - onderzoekopslag (bedragen) - onderzoekopslag (percentages) Onderzoekdeel
261,1 356,5 57,3 1.010.8 1.685.8
19,6 31,5 10,0 87,2 148,4
7,52% 8,85% 17,43% 8,63% 8,80%
Totaal aandeel middelenkader 2013 Af: BaMa-compensatie 2003-2010 Totaal aandeel middelenkader 2013
3.207,2 -7,1 3.200,1
273,9 -1,3 272,6
8,54% 17,69% 8,52%
Leids aandeel 7,69% 7,61% 6,76% 9,73% 8,25%
De verdeling van het macrokader over de universiteiten geschiedt op basis van het aandeel in het aantal bekostigde inschrijvingen gedurende de nominale studieduur, het aantal bekostigde verleende graden (diploma’s) en het aantal bekostigde promoties in het jaar t-2. De rijksbijdrage 2013 is zodoende gebaseerd op het aantal inschrijvingen 2011/2012, verleende graden in het studiejaar 2010/2011 en het aantal gerealiseerde promoties in het kalenderjaar 2011. Het aantal bekostigde inschrijvingen en graden wordt vermenigvuldigd met de factor afhankelijk van de discipline. Deze factoren bedragen 1 voor alfa- en gamma-opleidingen, 1,5 voor bèta-opleidingen en university colleges en 3 voor medische opleidingen. Voor de onderzoekbekostiging tellen mastergraden bovendien dubbel. Gewogen voor deze factoren is de OCWbekostiging 2013 gebaseerd op de volgende aantallen: Tabel 7.2.3 – (gewogen) Aantallen
Macrokader Gewogen inschrijvingen Gewogen graden onderwijs Gewogen graden onderzoek Promoties en ontwerperscertificaten
Begroting 2013-2016
197.534 82.076 122.534 3.775
Universiteit Leiden 15.184 6.249 9.217 334
Leids aandeel 7,69% 7,61% 7,52% 8,85%
Pagina 40
Verder heeft een deel van de middelentoewijzing betrekking op toewijzingen met een specifiek doel. Deze worden aangeduid als ‘onderwijs- en onderzoekopslag (bedragen)’. Daarnaast wordt een ander deel van de opslag –de ‘onderwijs- en onderzoekopslag (percentages)’– verdeeld op basis van een vaste verdeelsleutel. Bij de introductie van het nieuwe bekostigingsmodel in 2011 dreigden de universiteiten door de stelselwijziging een deel van de bekostiging mis te lopen. In totaal ging het om een bedrag van M€ 97, waarvan ruim M€ 17 voor de Universiteit Leiden. Van die schuld lost OCW jaarlijks circa M€ 7 af, waarvan 18% bestemd is voor de Universiteit Leiden. Omdat de desbetreffende vordering op OCW al in 2010 als bate is verantwoord, is de jaarlijkse aflossing in mindering gebracht op de rijksbijdrage toewijzing. Het betreft een bedrag van M€ 1,3 per jaar. Naast de toewijzing op basis van het verdeelmodel ontvangt de universiteit nog twee componenten die tot de rijksbijdrage gerekend kunnen worden. De eerste component betreft de uitkering krachtens de subsidieregeling tweede graden. Deze regeling geldt alleen nog voor het jaar 2013. Deze regeling is in het leven geroepen om te voorzien in de bekostiging van tweede graden die zijn behaald door studenten die aan een tweede studie zijn begonnen, terwijl zij de eerste nog niet hadden afgerond. Volgens afspraak kunnen deze studenten hun tweede graad halen tegen betaling van het wettelijk collegegeld. Voor de bekostiging van deze categorie is de genoemde subsidieregeling in het leven geroepen. Ander studenten die een tweede studie doen betalen, zoals bekend, het hogere instellingscollegegeld waarmee de gederfde rijksbijdrage wordt gecompenseerd. In de tweede plaats wordt de modeltoewijzing aangevuld met een component die verband houdt met de gemaakte prestatieafspraken tussen de universiteit en OCW en de plannen die de universiteit gepresenteerd heeft in reactie op de Strategische Agenda van OCW. Naar aanleiding van de gemaakte prestatieafspraken ontvangt de universiteit een budget ter versterking van de onderwijskwaliteit. Voor het jaar 2013 is een bedrag toegekend van M€ 6,9. Omdat de beschikbare middelen voor prestatieafspraken op de OCWbegroting in de jaren daarna toenemen zal dit bedrag in de jaren 2014-2016 stijgen. Het budget wordt echter voorwaardelijk toegekend. Indien de universiteit onvoldoende presteert bij de uitvoering van de gemaakte prestatieafspraken kan het budget vanaf 2017 geheel of gedeeltelijk vervallen. Daarnaast is een budget toegekend ter ondersteuning van ‘profilering en zwaartepuntvorming’. Voor de jaren 2013 tot en met 2016 gaat het om een jaarlijks bedrag van M€ 3,1. Dit budget is toegekend op advies van de Reviewcommissie Hoger Onderwijs. Op grond van een midtermreview in 2014 kunnen de toekenningen voor 2015 en 2016 verlaagd worden. Voortbouwend op de voor 2013 toegekende rijksbijdrage kan een raming voor de daarop volgende jaren gemaakt worden. Daarbij is verondersteld, dat het aantal bekostigde inschrijvingen de komende jaren met 0,1% per jaar stijgt. Die toename komt overeen met 200 extra inschrijvingen per jaar. Deze stijging zou in 2016 ook leiden tot 0,1% extra bekostigde graden. Hierdoor zou het Leidse aandeel in het middelenkader toenemen van 8,52% in 2013 naar 8,61% in 2016. Verder neemt de component prestatiebekostiging toe, omdat het in totaal beschikbare budget op de OCW-begroting toeneemt. Door de hiervoor toegelichte ontwikkelingen neemt de beschikbare rijksbijdrage (inclusief subsidieregeling 2e graden en prestatiebekostiging) toe van M€ 282,8 tot M€ 292,5 in 2016.
Begroting 2013-2016
Pagina 41
Tabel 7.2.4 – Rijksbijdrage OCW (bedragen in M€, loon- en prijsniveau 2012)
Rijksbijdrage OCW Geschoond middelenkader OCW3 Aandeel Universiteit Leiden Aandeel middelenkader 2012-2015 Subsidieregeling 2e graden
B 2013 3.200,1 8,52% 272,6 0,2
B 2014 3.243,0 8,55% 277,2 0,0
B 2015 3.245,9 8,56% 277,8 0,0
B 2016 3.259,9 8,61% 280,8 0,0
Onderwijskwaliteit en studiesucces Profilering en zwaartepuntvorming Totaal prestatiebekostiging
6,9 3,1 10,0
7,7 3,1 10,8
8,1 3,1 11,2
8,7 3,1 11,7
282,8
288,0
289,0
292,5
276,8
280,6
282,5
282,6
+6,0
+7,4
+6,5
+9,9
Totaal rijksbijdrage Kadernota 2013-2016 Verschil t.o.v. kadernota
De hier gepresenteerde raming betekent in vergelijking met de raming in de Kadernota 2013-2016 dat meer rijksbijdrage beschikbaar is. Dit heeft vooral te maken met het compenseren van de universiteiten voor het financiële effect van het afschaffen van de langstudeerdersmaatregel, doorwerking van de toegekende loonen prijsbijstelling 2012 en de ontvangst van extra middelen voor de toponderzoekschool NOVA. In de raming van de rijksbijdrage 2014 en volgende jaren is rekening gehouden met de korting op het voor de universiteiten beschikbare budget als gevolg van het zogenaamde begrotingsakkoord 2013 (ook aangeduid als Lente- of Kunduz-akkoord). Collegegelden De geraamde opbrengst collegegelden is een stuk lager dan de raming in de kadernota. Dit heeft vooral te maken met de afschaffing van de langstudeerdersmaatregel en het wegvallen van het verhoogde wettelijk collegegeld. De verlaging is echter minder groot dan de bedragen die in de Kadernota 2013-2016 werden geraamd voor het verhoogd wettelijk collegegeld. Dit heeft te maken met de toename van het aantal wettelijk collegegeld betalende studenten in het studiejaar 2012/2013. Tabel 7.2.5 – Collegegelden (bedragen in M€, loon- en prijsniveau 2013)
Collegegelden Wettelijk collegegeld Instellingscollegegeld EU Collegegeld niet-EU studenten Collegegeld niet-bekostigde opleidingen Institutional-fee (LUCTH) Totaal
B 2013 30,6 3,4 2,4 2,1 0,5 38,9
B 2014 30,8 4,1 2,2 2,1 0,6 39,8
B 2015 31,2 4,4 2,2 2,1 0,7 40,6
B 2016 31,5 4,7 2,2 2,1 0,8 41,4
Kadernota 2013-2016
41,7
42,4
42,3
42,5
Verschil t.o.v. kadernota
-2,8
-2,6
-1,7
-1,1
Overige alloceerbare middelen De overige alloceerbare middelen bestaan uit derde geldstroominkomsten die faculteiten afdragen ter dekking van huisvestingskosten en daarnaast een restitutie uit verrekening van omzetbelasting, de bijdrage van het LUMC ten behoeve van de universitaire profileringsgebieden, verrekeningen met de TU Delft in verband met een aantal gezamenlijke opleidingen en het resultaat op deelnemingen in verbonden partijen. 3
Exclusief BaMa-effecten en maatregelen regeerakkoord
Begroting 2013-2016
Pagina 42
In vergelijking met de bedragen in de Kadernota is sprake van een toename als gevolg van een hogere afdracht huisvesting uit derde geldstroom activiteiten. Tabel 7.2.6 – Overige alloceerbare middelen (bedragen in M€)
Overige alloceerbare middelen Collegegeld ter beschikking aan faculteiten Afdracht huisvesting Verrekening omzetbelasting LUMC-bijdrage profileringsgebieden Bijdrage TU Delft Financiële baten (rente) Resultaat op deelnemingen Totaal
B 2013 -3,4 2,4 0,5 0,1 0,7 0,3 0,1 0,7
B 2014 -3,4 2,4 0,5 0,1 0,7 0,0 0,1 0,4
B 2015 -3,4 2,5 0,5 0,1 0,7 0,0 0,1 0,5
B 2016 -3,4 2,5 0,5 0,1 0,7 0,0 0,1 0,5
Kadernota 2013-2016
-0,1
-0,3
-0,3
-0,3
Verschil t.o.v. kadernota
+0,8
+0,7
+0,8
+0,8
7.3
Gealloceerde middelen
In deze paragraaf worden de allocaties uit de begroting 2013-2016 weergegeven en de mutaties toegelicht ten opzichte van de Kadernota 2013-2016. In tabel 7.3.1 zijn alle universitaire allocaties opgenomen. Tabel 7.3.1- Allocaties meerjarenbegroting 2013-2016 universitaire eenheden (bedragen in M€)
Raming modeltoewijzing Universitaire bijdrage Eenheden en werkbudgetten Vernieuwingsfonds Profileringsgebieden Onderwijsintensivering (prestatiebekostiging) Profilering en zwaartepuntvorming (prestatiebekostiging) Totaal universitaire bijdrage
B 2013
B 2014
B 2015
B 2016
253,6 2,4 0,7 1,7 3,1 261,5
253,2 2,7 1,2 2,7 3,1 262,9
250,3 3,3 3,0 3,1 3,1 262,8
254,7 3,7 3,0 3,7 3,1 268,2
56,3
55,8
56,2
56,7
Overige posten Nog te alloceren Reservering risico’s bedrijfsvoering Onvoorzien Totaal overige posten
0,7 0,7 1,3 2,7
2,4 2,7 1,3 6,4
2,0 4,8 1,3 8,1
2,0 1,3 1,3 4,6
Financieringslasten
1,9
0,6
0,6
2,4
Totaal allocaties
322,4
325,7
327,6
331,9
Kadernota 2013-2016
317,4
320,2
320,0
324,8
+5,0
+5,5
+7,6
+7,1
Subsidies en bijdragen
Verschil t.o.v. Kadernota
De posten worden toegelicht in de onderstaande paragrafen.
Begroting 2013-2016
Pagina 43
Universitaire bijdrage eenheden In tabel 7.3.2 zijn de wijzigingen in de allocaties van de universitaire eenheden terug te vinden ten opzichte van de universitaire bedragen uit de Kadernota 2013-2016. Tabel 7.3.2 – Universitaire bijdrage eenheden – Analyse vergelijking Begroting – Kadernota (bedragen in k€)
Eenheid Kadernota Campus Den Haag Campus Den Haag Campus Den Haag Archeologie Geesteswetenschappen Geesteswetenschappen Geesteswetenschappen Geesteswetenschappen Rechtsgeleerdheid Rechtsgeleerdheid Rechtsgeleerdheid Sociale Wetenschappen Sociale Wetenschappen Sociale Wetenschappen Wiskunde & Natuurw. Wiskunde & Natuurw. Wiskunde & Natuurw. Wiskunde & Natuurw. Wiskunde & Natuurw. Wiskunde & Natuurw. Centrum voor Milieuw. Centrum voor Milieuw. Student- en Ondw. Zk. Universiteitsbibliotheek Universiteitsbibliotheek ISSC ISSC Bestuurskosten Bedrijfsvoering Automatisering Automatisering Onderzoek & Onderwijs Onderzoek & Onderwijs Onderzoek & Onderwijs Onderzoek & Onderwijs Strat. Com. en Marketing Huisvesting Huisvesting Begroting Kadernota 2013-2016 Verschil t.o.v. Kadernota
Begroting 2013-2016
Omschrijving mutatie
B 2013 B 2014 B 2015 B 2016 244.120 244.972 242.181 246.355 Inzet docenten LUCTH -955 -1.249 -1.479 -1.479 Onderwijsintensivering 289 289 289 289 Investeringsplan Bestuurskunde 160 160 0 0 Onderwijsintensivering 111 111 111 111 Onderwijsintensivering 998 998 998 998 Inzet docenten LUCTH 273 368 442 442 Joint Degrees 32 8 0 0 Specifieke loon- en prijsbijstelling OCW 54 54 54 51 Onderwijsintensivering 1.188 1.188 1.188 1.188 Bijdrage leerstoel financieel recht 100 100 100 150 Inzet docenten LUCTH 209 264 307 307 Onderwijsintensivering 1.249 1.249 1.249 1.249 Inzet docenten LUCTH 177 212 240 240 Profileringsgeb. en studiepunten HC 56 85 0 0 Onderwijsintensivering 573 573 573 573 Joint Degrees 65 13 0 0 Coryfeenfonds WD LACDR 68 125 125 125 Overheveling van CML 139 190 230 230 Specifieke loon- en prijsbijstelling OCW 21 16 16 16 Toponderzoekschool NOVA 3.876 3.876 3.876 3.876 Inzet docenten LUCTH 296 405 490 490 Overheveling naar FWN -139 -190 -230 -230 Overheveling visitors centre ->WB SCM -120 -120 -120 -120 Inrichting bibliotheek in Den Haag 108 108 108 108 Leiden University Press 100 100 100 100 Afdekken tekort 272 0 0 0 Correctie universitaire bijdrage 0 0 0 -50 Salarislasten bestuur 180 0 0 0 Overheveling naar WB Automatisering 0 0 0 -44 Impuls ICT-projecten in 2013 1.000 0 0 0 Overheveling van WB Bedrijfsvoering 0 0 0 44 Sluiting NIASD en indexering -597 -597 -597 -597 Specifieke loon- en prijsbijstelling OCW 10 10 10 10 Honours College 120 0 0 0 Pilot intakegesprekken 20 0 0 0 Overheveling van SOZ: visitors centre 120 120 120 120 Schrappen kosten leegstand -196 -369 -138 -138 Actualisatie raming -312 103 92 380 253.666 253.172 250.335 254.794 244.120
244.972
242.181
246.355
+9.546
+8.200
+8.154
+8.439
Pagina 44
In tabel 7.3.3 zijn de universitaire bijdragen van de eenheden opgenomen. Deze bedragen zijn weer terug te vinden in de afzonderlijke begrotingen van de faculteiten, instituten, ondersteunende diensten en werkbudgetten in hoofdstuk 8. De belangrijkste wijzigingen in de allocaties van de eenheden ten opzichte van de Kadernota 2013-2016 worden toegelicht in hoofdstuk 8 bij de afzonderlijke begrotingen van de desbetreffende eenheden. Bij de diverse faculteiten zijn kleine wijzigingen aangebracht. Bij de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen is de grootste wijziging aangebracht en die heeft te maken met extra ontvangen rijksbijdrage voor toponderzoekschool NOVA. Met ingang van 2013 is het penvoerderschap van NOVA overgeheveld vanuit de universiteit Utrecht naar Leiden inclusief de hierbij behorende middelen. Bij het werkbudget Onderwijs en Onderzoek is de allocatie met ingang van 2013 structureel met k€ 597 verlaagd in verband met de sluiting van de buitenlandse instituten in Syrië en Libanon.
Begroting 2013-2016
Pagina 45
Tabel 7.3.3- Allocaties meerjarenbegroting 2013-2016 universitaire eenheden (bedragen in k€)
Universitaire bijdrage Faculteiten & Instituten Campus Den Haag Archeologie Geesteswetenschappen Rechtsgeleerdheid Sociale Wetenschappen Wiskunde en Natuurwet. Nationaal Herbarium Hortus Botanicus ICLON IIAS Centrum voor milieuwetensch. Totaal faculteiten & instituten
JR 2011
B 2012
P 2012
B 2013
B 2014
B 2015
B 2016
4.405 4.233 36.570 19.841 25.676 44.384 1.587 466 3.299 1.444 582 142.487
6.399 4.760 36.783 20.006 26.391 44.607 1.571 461 3.505 1.429 846 146.758
6.537 4.760 37.193 20.110 26.394 45.045 1.571 461 3.592 1.429 994 148.086
7.122 4.824 39.570 22.297 27.710 52.068 1.556 457 3.515 1.416 1.335 161.871
7.973 4.776 38.848 23.324 27.038 54.126 1.540 452 3.809 1.401 1.445 164.732
8.997 4.632 37.539 23.336 26.773 52.914 1.523 447 3.545 1.386 1.572 162.664
9.374 4.585 37.090 23.934 26.707 53.219 1.508 443 3.508 1.372 1.657 163.397
Ondersteunende diensten Bestuursbureau LURIS Studenten- en onderwijszaken Vastgoed UBL ISSC UFB Totaal onderst. Diensten
8.259 944 5.820 2.265 11.153 5.089 3.507 37.037
8.140 931 5.431 2.236 10.784 4.950 3.462 35.934
8.140 931 5.753 2.236 10.820 4.950 3.462 36.292
8.054 923 5.088 2.217 10.725 5.178 3.432 35.617
7.950 913 4.900 2.192 10.607 4.849 3.394 34.805
7.863 904 4.855 2.172 10.511 4.804 3.363 34.472
7.773 894 4.800 2.147 10.395 4.699 3.325 34.033
Werkbudgetten Bestuurskosten Bedrijfsvoering Automatisering Onderzoek & Onderwijs Strategische Com. en Marketing Studenten- en onderwijszaken Huisvesting Totaal werkbudgetten
2.810 8.311 8.049 2.287 3.000 1.799 32.527 58.783
2.663 6.637 4.574 2.428 2.962 1.790 33.689 54.743
2.663 6.637 6.496 2.596 3.462 1.825 34.439 58.118
2.819 6.556 5.574 2.200 3.056 1.774 34.199 56.178
2.610 6.351 4.439 1.543 3.023 1.754 33.915 53.635
2.586 6.269 4.439 1.523 2.997 1.738 33.647 53.199
2.557 6.252 4.439 1.498 2.964 1.719 37.935 57.364
238.307
237.435
242.496
253.666
253.172
250.335
254.794
244.120
244.972
242.181
246.355
+9.546
+8.200
+8.154
+8.439
Totaal universitaire bijdrage Kadernota 2013-2016 Verschil t.o.v. Kadernota
Begroting 2013-2016
Pagina 46
Vernieuwingsfonds Onder de noemer “Vernieuwingsfonds” heeft het College van Bestuur middelen afgezonderd waaruit eenmalig middelen kunnen worden toegekend aan eenheden van de universiteit. Deze middelen ondersteunen nieuwe en vernieuwende activiteiten, waar de eenheden zelf onvoldoende financiële ruimte voor vrij kunnen maken. De eenheden kunnen aanvragen indienen bij het College van Bestuur. Het College van Bestuur beslist op een aanvraag voor een bijdrage uit het Vernieuwingsfonds. Bij de toewijzing van middelen worden verschillende thema’s onderscheiden. Naast een bijdrage voor coryfeeën bestaan er mogelijkheden binnen de categorieën onderzoek, onderwijs, internationalisering en ICT. Onderstaande tabel verschaft een totaaloverzicht van het budget van het Vernieuwingsfonds waarbij de opbouw van de universitaire bijdrage is aangegeven, het totaal aan toewijzingen en reserveringen en de nog in te vullen bestedingsruimte. Tabel 7.3.4 verschaft een totaaloverzicht van het budget van het Vernieuwingsfonds waarbij de opbouw van de universitaire bijdrage is aangegeven, het totaal aan toewijzingen en reserveringen en de nog in te vullen bestedingsruimte. Tabel 7.3.4 - Budget vernieuwingsfonds (bedragen in M€)
Universitaire bijdrage vernieuwingsfonds Financiële ruimte Vernieuwingsfonds 2012 Bij: restitutie Engelstalige Psychologie Af: overheveling FCDH/LUCTH Af: overheveling investeringsplan Bestuurskunde Af: overheveling leerstoel financieel recht Af: overheveling coryfee Van de Graaf Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Toewijzingen en reserveringen - Coryfeeënfonds - Onderzoek - Onderwijs - Verbetering bedrijfsvoering Totaal toegekend
B 2013 B 2014 B 2015 B 2016 3,2 3,9 4,6 5,4 0,2 0,3 0,3 0,0 -0,7 -1,1 -1,4 -1,5 -0,2 -0,2 0,0 0,0 -0,1 -0,1 -0,1 -0,2 -0,1 -0,1 -0,1 -0,1 2,3 2,7 3,3 3,6
0,2 0,1 0,3 0,4 1,0
0,1 0,1 0,4 0,4 1,0
0,0 0,1 0,5 0,0 0,6
0,0 0,3 0,3 0,0 0,6
Nog beschikbaar vanaf lopend boekjaar Mogelijke bestemmingen - Programma-ICT - Bio Science Foundation - Ruimte in Coryfeeënfonds
1,3
1,7
2,7
3
1,0 0,1 0,2
1,0 0,1 0,3
1,0 0,1 0,3
1,0 0,1 0,3
Restant nog beschikbaar
0,0
0,3
1,3
1,6
In het Vernieuwingsfonds was een bijdrage gereserveerd voor de nieuwe opleiding Engelstalige Psychologie. Doordat deze opleiding pas in september 2013 zal starten is de dekking vanuit het Vernieuwingsfonds één jaar vooruit geschoven. Verder is er voor de komende jaren geld overgeheveld naar de eenheden voor respectievelijk Leiden University College, Investeringsplan Bestuurskunde, leerstoel financieel recht en coryfee Van de Graaf. Na de overhevelingen resteert voor het Vernieuwingsfonds in 2013 een bedrag van M€ 2,3. Van dit bedrag is M€ 1,0 toegekend aan diverse projecten en M€ 1,0 gereserveerd voor het ICT-programma. Behalve beperkte
Begroting 2013-2016
Pagina 47
financiële ruimte in het coryfeeënfonds is er binnen het Vernieuwingsfonds in 2013 geen ruimte meer over om nieuwe toezeggingen te doen. Profileringsgebieden Van de universitaire middelen is op jaarbasis is M€ 3,0 bestemd voor de stimulering van het onderzoek in de elf aangewezen profileringgebieden die nu geclusterd zijn in zes hoofdthema’s. Daarnaast draagt het LUMC op jaarbasis M€ 0,12 bij t.b.v. de profileringsgebieden waarin LUMC-onderzoekers participeren. Daarmee is op jaarbasis in totaal M€ 3,12 beschikbaar. De plannen van de profileringsgebieden zijn gehonoreerd met in totaal M€ 10,6 voor de periode 2010-2014. Omdat de gebieden zich in de meeste gevallen uitstrekken over meerdere faculteiten worden de toegekende bijdragen toegewezen aan de penvoerende faculteit. De toewijzingen maken deel uit van de universitaire bijdrage die aan de desbetreffende faculteiten is toegewezen. De aangewezen zes hoofdthema’s voor de profileringgebieden zijn: The Asian challenge Fundamentals of Science Global interaction of civilizations and languages Health across the human life cycle Health, life and biosciences Law, democracy and governance: legitimacy in a multi-level setting Tabel 7.3.5 geeft een totaaloverzicht van het budget voor de profileringsgebieden waarbij is aangegeven de omvang van de bijdragen aan de penvoerders en het dan nog resterende deel. Het resterende budget is deels benodigd om de kosten op te vangen voor de in 2011 in gebruik gestelde 3 TESLA MRI scanner die vooral voor het onderzoek van het Leiden Institute for Brain and Cognition (LIBC) wordt ingezet. Tabel 7.3.5- Budget profileringsgebieden (bedragen in k€)
Universitaire bijdrage profileringsgebieden Universitair budget profileringsgebieden Bijdrage LUMC Beschikbaar voor profileringsgebieden Toegewezen aan profileringsgebied. Verplicht (Tesla MRI) Restant budget profileringsgebieden
B 2013 B 2014 B 2015 B 2016 3,1 3,1 3,1 3,1 0,1 0,1 0,1 0,1 3,2 3,2 3,2 3,2 2,4 1,9 0,0 0,0 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,9 2,8 2,8
Onderwijsintensiveringsmiddelen Vanaf 2013 zijn er middelen voor onderwijsintensivering beschikbaar die de eenheden kunnen ondersteunen bij het realiseren van de prestatieafspraken die gemaakt zijn met OCW. Dit betreft voorwaardelijke financiering door OCW voor het behalen van de overeengekomen prestatieafspraken. De voorwaardelijke financiering is in 2013 M€ 6,8 en loopt op tot M€ 8,7 in 2016. Van dit bedrag is jaarlijks M€ 5,0 aan de faculteiten toegewezen en in de begroting van de faculteiten meegenomen. Het resterende bedrag is geresveerd. Tot op heden zijn er toekenningen gedaan voor het Honours College en pilot intakegesprekken. Bij de pilot intakegesprekken gaat het om een bedrag van k€ 20 in 2013. De meerjarenbegroting van het Honours College heeft een universitaire bijdrage gekregen ad k€ 120. Voor de jaren 2014 tot en met 2016 is binnen het nog beschikbare bedrag voor onderwijsintensivering jaarlijks k€ 210 gereserveerd voor het Honours College.
Begroting 2013-2016
Pagina 48
Tabel 7.3.6 - Budget onderwijs-intensiveringsmiddelen (bedragen in M€)
Universitaire bijdrage onderwijs-intensiveringsmiddelen Beschikbaar Af: Pilot intakegesprekken Af: Honours College Restant nog beschikbaar
B 2013 B 2014 B 2015 B 2016 1,877 2,687 3,072 3,653 0,020 0,000 0,000 0,000 0,120 0,000 0,000 0,000 1,737 2,687 3,072 3,653
Profilering en zwaartepuntvorming Bij de in deze paragraaf opgenomen allocatie betreft de door OCW uit het zogenaamde selectieve budget van 2% toegekende middelen voor profilering en zwaartepuntvorming. In tabel 7.3.7 zijn de hiervoor beschikbare middelen zichtbaar gemaakt. Tabel 7.3.7 - Budget profilering en zwaartepuntvorming(bedragen in M€)
B 2013 B 2014 B 2015 B 2016 3,1 3,1 3,1 3,1
Profilering en Zwaartepuntvorming Kadernota 2013-2016
3,0
3,0
3,0
3,0
Verschil t.o.v. de Kadernota
0,1
0,1
0,1
0,1
Voor de toegekende middelen geldt dat de bedragen voor 2014 en 2015 niet meer zullen wijzigen behoudens een eventuele mutatie voor loon- of prijsbijstelling vanuit OCW. In 2014 zal er een midtermreview plaatsvinden en zal bezien worden of er in voldoende mate een start is gemaakt met de uitvoering van de voorgestelde plannen met betrekking tot profilering en zwaartepuntvorming. Continuering van het toegekende budget in de jaren 2015 en 2016 is afhankelijk van het oordeel bij de midtermreview. Uit de beschikbare middelen voor profilering en zwaartepuntvorming zullen onder meer de LDEontwikkelingen worden gefinancierd inclusief de door het College van Bestuur afgesproken bijdrage van 4 keer k€ 800 ten behoeve van het LDE ontwikkelfonds. Dit fonds is ingesteld om de samenwerking op een aantal onderwijs- en onderzoeksgebieden verder uit te bouwen en te gaan bundelen in Centers of Excellence. Subsidies en bijdragen Bij de in deze paragraaf opgenomen allocaties is sprake van subsidieverstrekking aan gelieerde organisaties. De verstrekking van de subsidie is (soms) gebaseerd op samenwerkingsovereenkomsten, dan wel is sprake van het doorgeven van een specifieke rijksbijdrage van het ministerie van OCW. In tabel 7.3.8 zijn de universitaire bijdragen zichtbaar gemaakt. Tabel 7.3.8- Allocaties subsidies en bijdragen (bedragen in M€)
Subsidies LUMC Afrika Studiecentrum NINO Remonstrantse broederschap Overige Totaal subsidies en bijdragen Kadernota 2013-2016 Verschil t.o.v. de Kadernota
Begroting 2013-2016
JR 2011 51,6 3,1 0,6 0,1 1,0 56,3
B 2012 51,5 2,8 0,6 0,1 0,0 55,0
P 2012 52,0 2,8 0,6 0,1 0,0 55,6
B 2013 52,9 2,8 0,6 0,0 0,0 56,3
B 2014 52,4 2,8 0,6 0,0 0,0 55,8
B 2015 52,8 2,8 0,6 0,0 0,0 56,2
B 2016 53,2 2,8 0,6 0,0 0,0 56,7
54,8
54,4
54,5
54,5
1,5
1,4
1,5
1,4
Pagina 49
LUMC In 2011 is tussen de Universiteit Leiden en het LUMC een nieuwe overeenkomst “bekostiging en verantwoording 2012-2014” afgesloten. Op grond van deze overeenkomst verstrekt de universiteit het LUMC jaarlijks een bijdrage ter dekking van de kosten van onderwijs, onderzoek en huisvesting. In de overeenkomst zijn afspraken vastgelegd over de wijze van indexeren van de subsidie. Afgesproken is dat bij het indexeren aangesloten wordt op de door OCW gehanteerde uitkeringspercentages voor de jaarlijkse loon- en prijsbijstelling. Ook wordt uitgegaan van de door OCW gehanteerde aandelen loon- en prijsgevoelig (met uitzondering van de component huisvesting). De component huisvesting wordt jaarlijks bijgesteld aan de hand van de ontwikkeling van de CBS-index voor consumentenprijzen. Afgesproken is bovendien dat de jaarlijkse bijdrage zal worden verhoogd of verlaagd met een premie van k€ 93 voor elke promotie die uitkomt boven of onder het aantal van 93. In het subsidiebedrag voor 2013 is rekening gehouden met het in 2011 gerealiseerde aantal van 117 promoties. In de jaren na 2014 is er rekening mee gehouden dat dit aantal elk jaar met 5 promoties toeneemt. Ten opzichte van de subsidiebedragen uit de Kadernota 2013-2016 is een aantal wijzigingen aangebracht. De subsidie is op de eerste plaats verhoogd voor de doorwerking van de loon- en prijscompensatie 2012. Daarbij gaat het om een jaarlijks bedrag van circa k€ 560. Daarnaast is de reeks van subsidiebedragen voor de komende jaren verhoogd voor de bekostiging van de uitbreiding van het aantal opleidingsplaatsen bij de opleiding Geneeskunde. De door OCW voor de komende jaren toegekende bedragen van respectievelijk k€ 434, k€ 720, k€ 1.044 en k€ 1.573 voor het jaar 2016 zijn in de begrote subsidiebedragen meegenomen. Verder is toegevoegd een jaarlijks bedrag van k€ 592. Dit bedrag is het aandeel van het LUMC in de middelen voor onderwijsintensivering. Deze middelen zijn voorwaardelijk toegekend voor de komende 4 jaar ter versterking van de onderwijscapaciteit met als doel om een bijdrage te leveren aan het realiseren van de in 2012 met OCW gemaakte prestatieafspraken. Met het oog op het realiseren hiervan, worden de huidige bestuursafspraken met alle faculteiten geactualiseerd en zal er voor het eerst ook met het LUMC bestuursafspraken worden gemaakt. Tot slot is er een verlaging in de reeks van subsidiebedragen aangebracht in verband met het aandeel van het LUMC in de korting die op de rijksbijdrage van OCW is aangebracht in het kader van het zogenaamde Begrotingsakkoord 2013. Het gaat hierbij om een verlaging van k€ 323 in 2014, k€ 369 in 2015 en k€ 500 in 2016. Subsidie Afrika Studiecentrum (ASC) Het Afrika Studiecentrum is opgericht in 1948 en is in Nederland een toonaangevend onderzoeks- en documentatiecentrum op het gebied van Afrika. Het centrum heeft een multidisciplinaire achtergrond, verricht onderzoek naar Afrika en bevordert de verspreiding van kennis van Afrikaanse samenlevingen. De universiteit ontvangt voor het ASC een rijksbijdrage en geeft dit bedrag volledig door aan het ASC. De exploitatie van het ASC heeft geen effect op de exploitatie van de universiteit. Er is alleen sprake van een subsidierelatie. Met ingang van 2011 is een korting aangebracht op het budget van het ASC op grond van de in het regeerakkoord opgenomen bezuiniging op het budget voor Ontwikkelingssamenwerking. Op grond hiervan is er in 2011 een korting aangebracht van k€ 60 en in 2012 en volgende jaren k€ 298. Na verwerking van de korting resteerde voor het jaar 2012 en volgende jaren een bedrag van k€ 2.814. In 2012 is door OCW loon- en prijscompensatie toegekend aan het ASC van k€ 31. Dit bedrag werkt structureel door en is aan het subsidiebedrag toegevoegd in 2013 en volgende jaren. Beschikbaar is nu een jaarlijks bedrag van k€ 2.845.
Begroting 2013-2016
Pagina 50
Subsidie Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten (NINO) Het NINO is een instituut, opgericht in 1939, dat de wetenschap met betrekking tot het Nabije Oosten, in het bijzonder de archeologie, talen, culturen en geschiedenis, wil bevorderen, evenals de culturele betrekkingen tussen Nederland en landen in het Nabije Oosten. Sinds 1994 is de bijdrage die het ministerie van OCW verstrekt ten behoeve van het NINO niet meer geoormerkt en “niet herkenbaar” in de lumpsum rijksbijdrage verdisconteerd. De inkomsten van het NINO bestaan uit de jaarlijkse subsidie van de Universiteit Leiden, een subsidie van de faculteit Geesteswetenschappen en inkomsten uit verkopen en publicaties. Het NINO maakt geen deel uit van de consolidatiekring. Er is alleen sprake van een subsidierelatie. In 2007 is de huidige samenwerkingsovereenkomst en het huurcontract met het NINO vernieuwd. Met ingang van 2008 is de bijdrage aan het NINO met k€ 108 verlaagd en worden de huisvestingskosten niet meer bij het NINO in rekening gebracht. Voor het jaar 2013 en volgende jaren is een bijdrage vastgesteld van k€ 586. Subsidie Remonstrantse Broederschap Vanaf 2008 ontving de universiteit via de rijksbijdrage van OCW de subsidie ten behoeve van de Remonstrantse Broederschap. Deze instelling verzorgt de kerkelijke opleiding van Remonstrantse predikanten in nauwe afstemming met de universitaire opleiding Godgeleerdheid. Met de Remonstrantse Broederschap bestaat uitsluitend een subsidierelatie. Voor het jaar 2012 ging het om een bijdrage van k€ 135. In 2012 heeft de Remonstrantse Broederschap laten weten de samenwerking met de Universiteit Leiden met ingang van 2013 te willen beëindigen en het Seminarium te willen vestigen bij de Vrije Universiteit in Amsterdam. De wijziging is met OCW afgestemd en met ingang van 2013 wordt de rijksbijdrage niet meer aan de Universiteit Leiden overgemaakt. Overige posten Nog te alloceren De post “ruimte voor nieuwe allocaties” is een reservering om nieuwe allocaties toe te wijzen. Vanaf 2014 is hiervoor jaarlijks een bedrag van M€ 1,0 voorzien. Verder is een nog te bestemmen post opgenomen voor Toponderzoekscholen (deze post hangt samen met een mogelijke middelentoewijzing vanuit OCW). Daarnaast zijn er diverse reserveringen opgenomen. In de volgende tabel is de opbouw te zien van de post “nog te alloceren”. Tabel 7.3.9 – Nog te alloceren (bedragen in k€)
Omschrijving Ruimte voor nieuwe allocaties Toponderzoekscholen Reservering i.v.m. facilitaire kosten namens Geesteswetenschappen Reservering i.v.m. uitbreiding Housing Office Reservering i.v.m. vernieuwing ICT Reservering i.v.m. leegstand studentenwoningen Totaal nog te alloceren Kadernota 2013-2016 Verschil t.o.v. Kadernota
Begroting 2013-2016
B 2013 B 2014 B 2015 B 2016 0 1.000 1.000 1.000 0 750 750 750 200 200 0 0 100 100 100 100 200 0 0 0 196 369 138 138 696 2.419 1.988 1.988 2.500
3.250
3.250
3.250
-1.804
-831
-1.262
-1.262
Pagina 51
Reservering risico’s Om een aantal risico’s te kunnen opvangen zijn binnen de begroting meerjarig gelden gereserveerd onder de noemer “reservering risico’s bedrijfsvoering”. Voor het jaar 2013 gaat het om een bedrag van M€ 0,7, voor 2014 om M€ 2,7, voor 2015 om M€ 4,8 en voor 2016 om M€ 1,3. Onvoorzien De post onvoorzien is bedoeld om de financiële effecten als gevolg van beslissingen van het College van Bestuur op te vangen tijdens de uitvoering van de begroting. Daarbij gaat het om zaken, die bij het opstellen van de begroting niet konden worden voorzien en niet uit andere budgetten kunnen worden opgevangen. Voor het jaar 2013 en volgende jaren is hiervoor jaarlijks een bedrag van k€ 1.260 begroot. Financieringslasten De externe rentelasten zijn voor 2013 begroot op M€ 2,6. In de jaren daarna lopen de rentelasten iets terug onder invloed van de in omvang aflopende renteswap. Vooralsnog is er in deze begroting vanuit gegaan dat er geen beroep zal worden gedaan op het restant van het financieringsarrangement met BNG (M€ 40 in rekening courant). Met ingang van het jaar 2008 wordt een deel van de rentelasten in de vorm van bouwrente toegerekend aan een aantal lopende vastgoed investeringsprojecten. De bouwrente wordt geactiveerd en vervolgens meegenomen in de jaarlijkse afschrijvingslasten. De te activeren bouwrente neemt de komende jaren in omvang toe als gevolg van de investeringen in de nieuwbouw bij de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen. In 2016 is de eerste fase afgerond, vandaar dat de bouwrente in dat jaar weer afneemt. In 2009 is besloten om de interne rentevergoeding aan de eenheden te wijzigen. Besloten is uitsluitend rente te vergoeden over het surplus aan reserves boven de minimaal gewenste norm van 5% van de totale baten van een eenheid. De interne rentevergoeding aan de ondersteunende diensten is afgeschaft. Bij de vergoeding wordt met ingang van 2013 een rentepercentage van 1,5% gehanteerd. Over ontvangen Spinoza gelden wordt tevens rente vergoed. In tabel 7.3.10 worden de financieringslasten nader uitgesplitst. Tabel 7.3.10 – Financieringslasten (bedragen in M€)
Omschrijving Externe rente (lening BNG) Mutatie boekwaarde SWAP Af: te activeren bouwrente Interne rentevergoeding Totaal financieringslasten Kadernota 2013-2016 Verschil t.o.v. Kadernota
Begroting 2013-2016
B 2013 B 2014 B 2015 B 2016 2,6 2,5 2,4 2,3 0,0 0,0 0,0 0,0 -1,3 -2,5 -2,4 -0,5 0,7 0,6 0,6 0,6 1,9 0,6 0,6 2,4 0,9
0,5
0;5
0,5
+1,0
+0,1
+0,1
+1,9
Pagina 52
8
Faculteiten & Instituten
Begroting 2013-2016
Pagina 53
Faculteit Campus Den Haag Met ingang van 2012 maakt het instituut Bestuurskunde onderdeel uit van de faculteit Campus Den Haag. In het studiejaar 2012/2013 wordt de masteropleiding aangeboden in Den Haag en is de staf in Den Haag gehuisvest (locatie Schouwburgstraat). Met ingang van het studiejaar 2013/2014 zal ook de Bacheloropleiding in Den Haag worden aangeboden. Het Leiden University College The Hague (LUCTH) is in 2012 met het 3e cohort gestart (circa 120 studenten). In de eerste helft van 2013 zal het LUCTH nog gevestigd zijn aan de Lange Voorhout, maar per 1 september 2013 zal het LUCTH gehuisvest worden in de nieuwbouwlocatie Anna van Buerenplein. In september 2012 is de opleiding International Studies gestart in Den Haag. Dit is een opleiding van de faculteit Geesteswetenschappen die in Den Haag aangeboden wordt (Schouwburgstraat). Met ingang van 19 september is het de fysieke infrastructuur voor het Living Lab concept van het Centre for Innovation van de Campus in gebruik genomen. In dit concept werken studenten, wetenschappers en praktijkervaringsdeskundigen samen om op een systematische manier te komen tot een geïntegreerd en innovatief regionaal ontwikkelingsproces. Het Centre ondersteunt de ontwikkelingen met zijn kennis op het gebied van onderwijs- en onderzoeksinnovatie en ondernemerschap. Het Living Lab concept wordt de komende jaren verder ontwikkeld met behulp van een subsidie van Kansen voor West. De bestaande activiteiten van de faculteit Campus Den Haag bieden een solide basis voor de komst van de nieuwe activiteiten: - Op het bestaande palet van onderzoek is het Centrum Regionale Kennisontwikkeling actief met een duaal promotietraject. Op dit moment zijn er 37 promovendi die aan dit traject deelnemen. - Het Centre for Terrorism and Counterterrorism houdt zich vooral bezig met 3e geldstroomgefinancierd onderzoek. In samenwerking met Bestuurskunde is de verzelfstandigde master Crisis and Security Management (voorheen een track in de Bestuurskunde opleiding) opgezet. Onderzoekers van het CTC participeren in dit onderwijsprogramma. - De Haagse tak van het Grotius Centre verzorgt de Summerschools en het Telders Mootcourt. De faculteit heeft meerjarig een sluitende begroting, waarbij de begrotingsomvang toeneemt van circa M€ 10 in 2012 naar een bedrag van circa M€ 14 in 2013. De toename heeft vooral te maken met de groei van de instituten Bestuurskunde en LUCTH. Onder invloed hiervan groeit de bezetting van circa 103 FTE in 2012 naar een gemiddelde bezetting van 150 FTE in 2016. De stijging doet zich voor bij het WP. Het aantal OBP blijft op het niveau van 2013 en wijzigt niet of nauwelijks in de komende jaren. Hierdoor daalt het percentage OBP in het totaal FTE van circa 40% in 2012 naar uiteindelijk 28% in 2016. Dit is te zien in de onderstaande tabel: Ontwikkeling OBP FTE Overig OBP FTE Totaal Aandeel OBP in totaal FTE
JR 2011 32,3 83,3 39%
B 2012 38,3 100,5 38%
P 2012 41,7 102,8 41%
B 2013 42,0 125,2 34%
B 2014 42,0 136,3 31%
B 2015 42,0 145,3 29%
B 2016 42,5 150,6 28%
Het aandeel FTE in vaste dienst bij de faculteit in de eerste geldstroom is in 2013 begroot op 29%.
Begroting 2013-2016
Pagina 54
Faculteit Campus Den Haag Begroting 2013-2016
Exploitatie (bedragen in k€) Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Interne (universiteit) rentevergoeding Interne (universiteit) baten Doelsubsidies OCW Baten onderwijs Onderzoeksbaten NWO/KNAW Onderzoeksbaten werk i.o.v. EU Onderzoeksbaten werk i.o.v. ov. derden Overige externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
4.405 168 40 474 555 1.224 336 147 963 1.497 9.808
6.399 154 39 312 555 1.907 425 72 2.300 298 12.460
6.537 219 39 623 555 1.883 489 0 1.759 765 12.869
7.122 33 28 505 410 2.477 364 0 2.968 101 14.008
5.447 33 28 505 410 2.477 0 0 0 0 8.900
1.675 0 0 0 0 0 364 0 2.968 101 5.108
7.973 0 28 465 379 2.632 1.455 0 993 101 14.026
8.997 0 28 336 0 2.942 422 0 990 101 13.816
9.374 0 28 328 0 3.084 289 0 990 101 14.194
Personele lasten Salaris & sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie personele voorzieningen Totaal personele lasten
5.625 1.391 37 4 116 7.173
6.926 1.402 208 20 17 8.573
6.930 1.360 56 50 -60 8.336
8.605 1.363 94 47 50 10.159
5.474 867 60 30 32 6.462
3.131 496 34 17 18 3.697
9.470 1.000 94 47 0 10.610
9.940 718 107 47 0 10.811
10.252 718 93 47 0 11.110
Materiële lasten Afschrijvingslasten Reis- & verblijfkosten Huisvestingslasten Overige materiële lasten Inkomensoverdrachten Huisvestingsafdracht 3e geldstroom Totaal materiële lasten
114 245 196 2.039 13 41 2.648
82 76 18 3.553 17 58 3.804
75 237 736 3.334 80 58 4.520
91 206 0 3.358 123 57 3.834
58 131 0 2.136 123 0 2.448
33 75 0 1.222 0 57 1.386
128 51 0 2.991 123 42 3.335
128 51 0 2.655 123 31 2.988
128 51 0 2.664 123 31 2.997
Totaal lasten
9.822
12.377
12.856
13.993
8.910
5.083
13.945
13.799
14.107
-14
83
13
15
-10
25
80
17
87
Lasten
Nettoresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn (bedragen in k€) Investeringen Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 41 50 510 400 57 36 -60 58
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0 0 0 0 0 0
Reserve & voorzieningen (bedragen in k€) Reserve Voorzieningen Schuld vakantiedagen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 1.907 1.805 1.919 1.934 77 39 77 69 168 147 218 265
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2.014 2.031 2.119 69 69 69 311 358 404
Personeel in FTE (jaargemiddelde) Hoogleraar Universitair hoofddocent Universitair docent Docent Onderzoeker Promovendus Subtotaal WP
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 4,0 6,3 6,3 7,1 6,3 6,0 4,8 5,6 17,6 23,1 22,6 39,4 4,4 4,0 5,1 8,8 3,3 4,9 4,3 12,8 8,9 8,0 10,7 8,0 44,4 52,3 53,7 81,8
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek 4,3 2,8 4,2 1,4 33,1 6,3 8,8 0,0 0,0 12,8 1,6 6,4 52,0 29,8
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 7,0 7,0 7,0 8,8 10,3 10,3 46,9 55,4 58,4 12,8 12,8 12,6 12,7 12,0 12,0 5,3 5,0 7,0 93,5 102,5 107,3
OBP O&O OBP Student-assistent Subtotaal OBP
6,1 32,3 0,5 38,9
9,2 38,3 0,8 48,3
6,9 41,7 0,4 49,1
0,8 42,0 0,6 43,4
0,5 26,7 0,4 27,6
0,3 15,3 0,2 15,8
0,8 42,0 0,0 42,8
0,8 42,0 0,0 42,8
0,8 42,5 0,0 43,3
Totaal aantal FTE in eigen dienst
83,3
100,5
102,8
125,2
79,6
45,6
136,3
145,3
150,6
% WP 1e geldstroom in vaste dienst % OBP 1e geldstroom in vaste dienst % Totaal (OBP + WP) 1e GS in vaste dienst
Begroting 2013-2016
29% 68% 42%
Pagina 55
Faculteit Archeologie De faculteit der Archeologie is als enige in Nederland een zelfstandige faculteit en heeft een krachtige marktpositie binnen Nederland. De ambitie van de faculteit is gericht om uit te groeien tot een prominent archeologisch onderzoeks- en opleidingscentrum op mondiaal niveau. De faculteit beschikt over één bacheloropleiding en biedt naast de masteropleiding Archeologie ook een researchmaster aan. Voor het studiejaar 2012/2013 zijn ongeveer 450 studenten ingeschreven. Naast de traditioneel sterk ontwikkelde Prehistorie van Noord-West Europa en Klassieke Archeologie, biedt Leiden (als enige in Nederland) een specialisatie aan in het paleolithicum en in de archeologie van beschavingsgebieden van het Nabije Oosten, Azië en de Amerika's, alsmede een aantal archaeological sciences zoals pollenanalyse, archeozoölogie, computertoepassingen, keramologie en microwear analysis. Bij de faculteit participeren studenten in het onderzoek en veldwerkprojecten van onderzoekers op internationaal niveau. Alle onderzoekers bij de faculteit zijn tevens docent. In internationale verdragen is bepaald dat voorafgaand aan grote bouwprojecten archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. De faculteit is in dit verband actief middels een commerciële BV (Archol). Hierdoor kunnen studenten door stageplaatsen snel worden ingezet bij archeologische werkzaamheden. Op het gebied van onderzoek is de faculteit sterk aanwezig, vooral in de tweede geldstroom. Voor het jaar 2013 wordt ingezet op het realiseren van een bedrag van M€ 1,1 aan NWO-gelden en M€ 1,1 uit EU projecten. Voor de jaren na 2013 is de raming van tweede en derde geldstroom baten conservatief ingeschat. Dit is ook de voornaamste reden van de afname van het totale baten- en lastenvolume in de komende jaren en de begrote daling van het aantal fte. De totale baten van de faculteit in de begroting voor 2013 komen uit op een bedrag van ongeveer M€ 7,8. De gemiddelde bezetting van het aantal fte in eigen dienst is voor 2013 begroot op 88,7 fte. Van dit aantal wordt ongeveer de helft gefinancierd uit tweede en derde geldstroom activiteiten. Het aantal OBP in 2013 neemt iets af ten opzichte van het jaar 2012 en wijzigt niet of nauwelijks in de komende jaren. Het aandeel fte in vaste dienst bij de faculteit in de eerste geldstroom is in 2013 begroot op 78%.
Ontwikkeling OBP FTE Overig OBP FTE Totaal Aandeel OBP in totaal FTE
Begroting 2013-2016
JR 2011 6,9 72,1 10%
B 2012 7,0 75,6 9%
P 2012 7,1 93,6 8%
B 2013 6,6 88,7 7%
B 2014 6,5 81,0 8%
B 2015 6,5 77,0 8%
B 2016 6,5 74,0 9%
Pagina 56
Faculteit der Archeologie Begroting 2013-2016
Exploitatie (bedragen in k€) Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Interne (universiteit) rentevergoeding Interne (universiteit) baten Doelsubsidies OCW Baten onderwijs Onderzoeksbaten NWO/KNAW Onderzoeksbaten werk i.o.v. EU Onderzoeksbaten werk i.o.v. ov. derden Overige externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
4.233 33 5 244 0 24 1.109 31 290 259 6.228
4.760 50 3 59 0 0 1.408 200 200 150 6.830
4.760 50 5 151 38 30 1.856 551 307 202 7.950
4.824 61 5 200 0 59 1.050 1.119 492 0 7.810
2.694 61 5 200 0 59 0 0 0 0 3.019
2.130 0 0 0 0 0 1.050 1.119 492 0 4.791
4.776 0 5 200 0 59 907 1.200 490 0 7.637
4.632 0 5 200 0 59 850 1.175 441 0 7.362
4.585 0 5 200 0 59 750 850 388 0 6.837
Personele lasten Salaris & sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie personele voorzieningen Totaal personele lasten
4.514 432 45 -10 -35 4.946
4.757 230 277 25 75 5.364
5.670 609 34 0 45 6.358
5.650 500 111 25 75 6.361
2.002 177 39 9 27 2.254
3.648 323 72 16 48 4.107
5.675 400 50 25 75 6.225
5.450 350 50 25 75 5.950
4.975 300 50 25 75 5.425
Materiële lasten Afschrijvingslasten Reis- & verblijfkosten Huisvestingslasten Overige materiële lasten Inkomensoverdrachten Huisvestingsafdracht 3e geldstroom Totaal materiële lasten
29 463 18 629 21 10 1.170
30 485 20 896 20 15 1.466
54 533 67 698 127 13 1.492
50 585 20 748 20 26 1.449
18 207 7 265 20 0 517
32 378 13 483 0 26 932
50 585 20 737 20 0 1.412
50 585 20 737 20 0 1.412
50 585 20 737 20 0 1.412
Totaal lasten
6.115
6.830
7.850
7.810
2.771
5.039
7.637
7.362
6.837
113
0
100
0
248
-248
0
0
0
Lasten
Nettoresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn (bedragen in k€) Investeringen Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 3 30 20 50 59 75 45 75
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 180 55 55 75 75 75
Reserve & voorzieningen (bedragen in k€) Reserve Voorzieningen Schuld vakantiedagen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 544 589 644 644 7 87 7 7 297 352 297 322
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 644 644 644 7 7 7 347 372 397
Personeel in FTE (jaargemiddelde) Hoogleraar Universitair hoofddocent Universitair docent Docent Onderzoeker Promovendus Subtotaal WP
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 8,5 9,0 10,5 10,5 6,2 7,8 5,6 5,6 4,5 4,9 7,7 7,7 5,5 4,9 6,6 6,4 9,7 12,0 13,9 11,0 17,4 18,0 26,0 25,0 51,9 56,6 70,3 66,2
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek 5,3 5,3 2,2 3,4 3,5 4,2 6,4 0,0 1,1 9,9 5,0 20,0 23,5 42,7
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 9,0 9,0 9,0 5,0 5,0 5,0 7,0 7,0 7,0 6,5 6,5 6,5 10,0 9,0 8,0 23,0 20,0 18,0 60,5 56,5 53,5
OBP O&O OBP Student-assistent Subtotaal OBP
8,7 6,9 4,6 20,2
8,0 7,0 4,0 19,0
10,6 7,1 5,6 23,3
8,9 6,6 7,0 22,5
3,2 2,3 2,5 8,0
5,7 4,3 4,5 14,5
7,0 6,5 7,0 20,5
7,0 6,5 7,0 20,5
7,0 6,5 7,0 20,5
Totaal aantal FTE in eigen dienst
72,1
75,6
93,6
88,7
31,4
57,3
81,0
77,0
74,0
% WP 1e geldstroom in vaste dienst % OBP 1e geldstroom in vaste dienst % Totaal (OBP + WP) 1e GS in vaste dienst
Begroting 2013-2016
74% 87% 78%
Pagina 57
Faculteit Geesteswetenschappen De faculteit Geesteswetenschappen verzorgt in het studiejaar 2012/13 het onderwijs voor ruim 4675 ingeschreven studenten verdeeld over 26 bacheloropleidingen en 27 masteropleidingen. Met ingang van het studiejaar 2012/2013 verzorgt de faculteit in Den Haag de bacheloropleiding International Studies. Naast de bachelor- en masteropleidingen biedt de faculteit 22 minorprogramma’s van 30 studiepunten aan. De faculteit omvat zeven wetenschappelijke instituten: - Academie Kunsten - Leiden University Centre for the Arts in Society (LUCAS) - Instituut voor Geschiedenis - Instituut voor Wijsbegeerte - Leiden University Centre for Linguistics (LUCL) - Leiden University Institute for Area Studies (LIAS) - Leids Instituut voor Godsdienstwetenschappen De instituten vormen samen de Graduate School of Humanities. De Graduate School is verantwoordelijk voor de facultaire PhD-programma's. Naar verwachting zullen deze in 2012 resulteren in 66 promoties. De universitaire bijdrage is gebaseerd op het in de Kadernota 2013-2016 vastgestelde financieel kader. Ten behoeve van de begroting 2013-2016 is dat kader bijgesteld met de onderstaande posten. Universitaire bijdrage Financieel kader cf. Kadernota 2013-2016 Universitaire bijdrage onderwijsintensivering Vergoeding voor inzet van docenten bij het LUCTH Loon- en prijscompensatie DGW Loon- en prijscompensatie Encompass Universitaire bijdrage voor joint degrees Universitaire bijdrage in de Begroting 2013-2016
B 2013 38.213 998 273 51 3 32 39.570
B 2014 37.420 998 368 51 3 8 38.848
B 2015 36.045 998 442 51 3 0 37.539
B 2016 35.599 998 442 51 0 0 37.090
Bij de Faculteit Geesteswetenschappen is er een toenemende aandacht voor het belang van (strategische) personeelsplanning. In het kader van de begrotingsvoorbereiding wordt daarover overlegd met de instituten. De geraamde personeelsbezetting in de begroting 2013-2016 ligt op een wat hoger niveau dan de gerealiseerde bezetting in 2011 en de verwachting voor 2012. Dit is toe te schrijven aan de aanwending van de vanaf 2013 toegewezen onderwijsintensiveringsmiddelen en van de in vorige jaren opgebouwde bestemde reserves. De gemiddelde personeelsbezetting is in 2013 hoger dan in 2012 ten gevolge van de start van de opleiding International Studies. De middelen voor de profileringsgebieden zijn opgenomen tot en met 2014, omdat het College van Bestuur nog geen besluit heeft genomen over continuering. Als gevolg daarvan daalt de personeelsbezetting vanaf 2015. Het relatieve aandeel van de personeelscategorie ‘overig OBP’ stijgt in de facultaire begroting iets boven de 18% uit de concept bestuursafspraken. Uitgangspunt is dat de omvang van het OBP in 2015 weer maximaal op18% zal uitkomen. Ontwikkeling OBP FTE Overig OBP FTE Totaal Aandeel OBP in totaal FTE
Begroting 2013-2016
JR 2011 93,2 530,1 18%
B 2012 94,6 545,6 17%
P 2012 91,7 529,8 17%
B 2013 110,1 576,9 19%
B 2014 107,5 566,5 19%
B 2015 105,1 553,5 19%
B 2016 102,7 538,7 19%
Pagina 58
Faculteit Geesteswetenschappen Begroting 2013-2016
Exploitatie (bedragen in k€) Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Interne (universiteit) rentevergoeding Interne (universiteit) baten Doelsubsidies OCW Baten onderwijs Onderzoeksbaten NWO/KNAW Onderzoeksbaten werk i.o.v. EU Onderzoeksbaten werk i.o.v. ov. derden Overige externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
36.570 279 111 814 597 2.530 6.976 742 836 1.663 51.117
36.783 164 37 531 1.064 2.408 7.146 1.052 772 917 50.874
37.193 317 12 688 1.107 2.282 7.925 988 972 1.017 52.500
39.570 112 32 557 673 2.530 7.159 1.698 344 1.034 53.709
25.885 112 32 557 673 2.530 0 0 0 0 29.789
13.685 0 0 0 0 0 7.159 1.698 344 1.034 23.919
38.848 111 0 587 625 2.704 7.198 1.634 290 1.097 53.094
37.539 154 0 454 375 2.808 7.258 1.891 272 1.099 51.849
37.090 83 0 459 0 2.871 7.230 1.820 201 1.055 50.810
36.977 1.916 241 -276 1.048 39.906
38.205 1.708 908 0 795 41.617
38.327 3.004 898 -709 766 42.286
40.629 2.733 715 -50 851 44.878
20.904 1.406 368 -26 438 23.091
19.725 1.327 347 -24 413 21.787
40.412 2.628 415 0 800 44.256
40.437 2.108 606 0 800 43.951
40.013 1.486 534 0 700 42.733
460 1.664 338 5.509 929 40 8.941
84 2.013 537 5.914 649 47 9.243
61 1.747 500 5.051 1.504 33 8.896
63 1.811 243 6.059 1.064 72 9.312
32 932 125 3.118 1.064 0 5.270
31 879 118 2.942 0 72 4.042
62 1.847 225 6.155 841 70 9.200
59 1.755 194 5.763 783 74 8.628
44 1.539 200 5.561 740 65 8.150
48.848
50.860
51.182
54.190
28.361
25.829
53.456
52.579
50.882
2.270
15
1.318
-481
1.428
-1.910
-362
-730
-72
Lasten Personele lasten Salaris & sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie personele voorzieningen Totaal personele lasten Materiële lasten Afschrijvingslasten Reis- & verblijfkosten Huisvestingslasten Overige materiële lasten Inkomensoverdrachten Huisvestingsafdracht 3e geldstroom Totaal materiële lasten Totaal lasten Nettoresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn (bedragen in k€) Investeringen Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 53 100 100 100 1.429 1.090 1.100 865
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 100 100 100 850 800 730
Reserve & voorzieningen (bedragen in k€) Reserve Voorzieningen Schuld vakantiedagen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 3.978 3.258 5.297 4.815 7.573 7.001 7.240 7.226 3.023 3.293 2.314 2.264
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 4.453 3.723 3.651 7.176 7.176 7.146 2.264 2.264 2.264
Personeel in FTE (jaargemiddelde) Hoogleraar Universitair hoofddocent Universitair docent Docent Onderzoeker Promovendus Subtotaal WP
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 68,7 69,1 69,4 67,2 22,5 19,8 19,2 18,2 109,3 124,6 118,6 138,9 46,8 43,0 51,1 58,7 49,5 48,9 53,9 51,0 104,9 119,0 102,6 105,9 401,7 424,4 414,9 440,0
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek 47,1 20,2 12,8 5,5 97,3 41,7 58,7 0,0 0,0 51,0 10,6 95,3 226,4 213,6
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 66,8 66,0 65,0 18,1 16,4 13,5 140,1 138,6 136,1 54,7 48,4 54,6 50,5 50,6 47,2 107,0 108,2 99,0 437,1 428,2 415,4
OBP O&O OBP Student-assistent Subtotaal OBP
22,9 93,2 12,2 128,4
18,5 94,6 8,1 121,2
25,8 96,7 14,2 136,7
18,4 110,1 8,4 136,9
9,4 56,6 4,3 70,4
8,9 53,4 4,1 66,5
14,9 107,5 7,0 129,4
14,2 105,1 5,9 125,3
14,8 102,7 5,7 123,2
Totaal aantal FTE in eigen dienst
530,1
545,6
551,6
576,9
296,8
280,1
566,5
553,5
538,7
% WP 1e geldstroom in vaste dienst % OBP 1e geldstroom in vaste dienst % Totaal (OBP + WP) 1e GS in vaste dienst
Begroting 2013-2016
71% 73% 71%
Pagina 59
Faculteit Rechtsgeleerdheid De faculteit beschikt momenteel over 4 bachelor opleidingen en 9 masteropleidingen. Met ingang van het studiejaar 2012/2013 is de nieuwe master Jeugdrecht gestart. Voor de opleiding Criminologie is voor het studiejaar 2012/2013 een capaciteitsbegrenzing vastgesteld. Het aantal nieuw ingeschreven studenten in de propedeusefase en het in totaliteit bij de faculteit ingeschreven studenten is in het studiejaar 2012/2013 opnieuw gestegen. Voor het studiejaar 2012/2013 hebben zich circa 4800 studenten ingeschreven. In 2012 hebben de faculteit en het College van Bestuur de huidige bestuursafspraak met betrekking tot 1300 eerstejaars in het studiejaar 2013/2014 tegen het licht gehouden. De bestuursafspraak over de instroom in de propedeuse van de bachelor (was 1300 in 2014) zal worden bijgesteld, waarbij voor alle opleidingen in totaal een numerus fixus ingesteld zal worden van 1150 nieuwe studenten. De faculteit bestaat uit de volgende instituten: - Privaatrecht - Publiekrecht - Fiscale- en Economische vakken - Strafrecht en Criminologie - Metajuridica De faculteit verwacht de komende jaren een stijging van de omzet van M€ 28,2 in 2012 naar M€ 31,5 in 2016. De extra baten hangen in belangrijke mate samen met de verwachte groei van het aantal studenten. De komende jaren verwacht de faculteit jaarlijks een klein exploitatieoverschot te kunnen realiseren. Voor het jaar 2013 heeft de faculteit een positief resultaat begroot van k€ 500. Naar verwachting wordt dit resultaat behaald uit derde geldstroom activiteiten. De reservepositie van de faculteit ligt ruim boven de norm van 5%. Basis voor het beleid van de faculteit vormt het vastgestelde facultair strategisch uitvoeringsplan 2010-2014 “Succes als Standaard”. In dit plan staat aangegeven welke prioriteiten meerjarig op het gebied van onderwijs, onderzoek en beheer gesteld zijn om de facultair strategische doelen te kunnen realiseren. Door nieuwe ontwikkelingen die voortkomen onder andere uit de Strategische Agenda OCW, Hoofdlijnenakkoord OCW-VSNU, zal de strategie van de faculteit tussentijds worden aangepast. De gemiddelde bezetting van het aantal fte in eigen dienst is voor 2013 begroot op 321 fte. Dit aantal loopt de komende jaren geleidelijk aan op naar een aantal van 343 fte in 2016 en is nodig om vooral de voorziene groei in het aantal studenten te kunnen opvangen. De faculteit gaat ervan uit dat - ondanks de gestage groei van de wetenschappelijke staf - geen uitbreiding van het facultaire overige OBP behoeft plaats te vinden, tenzij er een directe relatie valt te leggen met de groei van het aantal studenten. Het aandeel personeel met een vast dienstverband in de eerste geldstroom is voor het jaar 2013 begroot op 78%. Ontwikkeling OBP FTE Overig OBP FTE Totaal Aandeel OBP in totaal FTE
Begroting 2013-2016
JR 2011 77,1 289,2 27%
B 2012 76,0 306,9 25%
P 2012 78,6 316,1 25%
B 2013 76,1 321,5 24%
B 2014 76,0 334,0 23%
B 2015 76,0 337,0 23%
B 2016 76,0 343,0 22%
Pagina 60
Faculteit Rechtsgeleerdheid Begroting 2013-2016
Exploitatie (bedragen in k€) Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Interne (universiteit) rentevergoeding Interne (universiteit) baten Doelsubsidies OCW Baten onderwijs Onderzoeksbaten NWO/KNAW Onderzoeksbaten werk i.o.v. EU Onderzoeksbaten werk i.o.v. ov. derden Overige externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
19.841 60 93 668 0 3.067 1.051 1.204 1.489 1.818 29.290
20.006 50 93 673 0 3.101 1.341 215 1.559 1.075 28.113
20.110 50 140 260 0 2.746 1.300 220 1.960 1.000 27.786
22.297 94 100 329 0 2.873 1.323 525 1.598 934 30.074
16.541 94 100 329 0 2.873 0 0 0 0 19.938
5.756 0 0 0 0 0 1.323 525 1.598 934 10.136
23.324 50 100 350 0 3.000 1.300 300 1.600 1.000 31.024
23.336 0 100 350 0 3.000 1.300 300 1.600 1.000 30.986
23.934 0 100 350 0 3.000 1.300 300 1.600 1.000 31.584
19.603 1.450 339 -263 132 21.261
20.733 871 358 62 100 22.124
21.120 800 -154 75 100 21.941
21.935 752 1.239 75 200 24.201
11.345 389 641 39 103 12.517
10.590 363 598 36 97 11.684
22.740 850 1.235 100 200 25.125
22.950 850 1.237 100 200 25.337
23.350 850 1.185 100 200 25.685
169 576 361 4.801 30 106 6.044
180 388 426 4.262 73 160 5.489
222 560 400 3.598 105 160 5.045
240 405 407 4.204 5 111 5.373
124 209 211 2.175 5 0 2.723
116 196 196 2.030 0 111 2.649
240 400 400 4.239 0 120 5.399
240 400 400 4.239 0 120 5.399
240 400 400 4.239 0 120 5.399
27.304
27.613
26.986
29.574
15.241
14.333
30.524
30.736
31.084
1.986
500
800
500
4.697
-4.197
500
250
500
Lasten Personele lasten Salaris & sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie personele voorzieningen Totaal personele lasten Materiële lasten Afschrijvingslasten Reis- & verblijfkosten Huisvestingslasten Overige materiële lasten Inkomensoverdrachten Huisvestingsafdracht 3e geldstroom Totaal materiële lasten Totaal lasten Nettoresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn (bedragen in k€) Investeringen Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 74 100 50 150 186 100 200 100
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 150 150 150 100 100 100
Reserve & voorzieningen (bedragen in k€) Reserve Voorzieningen Schuld vakantiedagen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 7.197 6.628 7.997 8.497 431 384 331 431 941 1.314 1.016 1.091
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 8.997 9.247 9.747 531 631 731 1.191 1.291 1.391
Personeel in FTE (jaargemiddelde) Hoogleraar Universitair hoofddocent Universitair docent Docent Onderzoeker Promovendus Subtotaal WP
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 35,2 37,9 38,4 39,5 18,2 20,0 20,8 23,5 39,4 49,0 42,6 51,2 25,3 26,1 31,9 31,2 11,2 11,6 14,3 15,2 59,0 66,2 66,3 70,5 188,3 210,8 214,3 231,2
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek 25,7 13,8 15,3 8,2 33,3 17,9 31,2 0,0 0,0 15,2 14,1 56,4 119,6 111,6
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 40,0 40,0 40,0 23,0 23,0 23,0 51,0 53,0 58,0 41,0 41,0 41,0 15,0 15,0 15,0 71,0 71,0 71,0 241,0 243,0 248,0
OBP O&O OBP Student-assistent Subtotaal OBP
7,7 77,1 16,1 100,9
7,5 76,0 12,5 96,1
8,0 78,6 15,2 101,8
1,8 76,1 12,4 90,3
0,9 39,3 6,4 46,7
0,9 36,7 6,0 43,6
2,0 76,0 15,0 93,0
3,0 76,0 15,0 94,0
4,0 76,0 15,0 95,0
Totaal aantal FTE in eigen dienst
289,2
306,9
316,1
321,5
166,3
155,2
334,0
337,0
343,0
% WP 1e geldstroom in vaste dienst % OBP 1e geldstroom in vaste dienst % Totaal (OBP + WP) 1e GS in vaste dienst
Begroting 2013-2016
73% 90% 78%
Pagina 61
Faculteit Sociale Wetenschappen De faculteit verzorgt bachelor-, master- en PhD-opleidingen en verricht onderzoek op het terrein van de Psychologie, Pedagogische Wetenschappen, Politicologie en Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie en CWTS. De faculteit verzorgt momenteel een 4-tal bacheloropleidingen, 8 masteropleidingen inclusief 3 tweejarige onderzoeksmasters. De faculteit bestaat in 2013 uit de volgende instituten: - Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie - Pedagogische Wetenschappen - Politieke Wetenschap - Psychologie - CWTS Het aantal ingeschreven studenten voor het studiejaar 2012/2013 is met ruim 100 studenten gestegen ten opzichte van 2011/2012 naar ongeveer 4.500 studenten (exclusief Bestuurskunde). Het aantal ingestroomde propedeuse studenten komt uit op bijna 1.000 studenten, een lichte daling ten opzichte van studiejaar 2011/2012. De numerus fixus bij de opleiding Psychologie is in het studiejaar 2012/2013 gelijk aan 550 voltijdstudenten en 50 deeltijdstudenten. Na 2012/2013 zal de numerus fixus geleidelijk worden verhoogd in verband met de Engelstalige Bachelor die per september 2013 van start gaat. De faculteit voert het wetenschappelijk onderzoek uit bij een 8-tal onderzoeksscholen. De faculteit verwacht voor de EU projecten in de planjaren rond de M€ 2,0 aan baten. Daarnaast verwacht de faculteit dat de baten NWO stabiliseren op een niveau van ongeveer M€ 4,8 . In de begroting 2012-2015 zijn tevens verwerkt een bijdrage uit het Vernieuwingsfonds voor de ontwikkeling en aanloopkosten van de Engelstalige bacheloropleiding Psychologie . De begroting 2013-2016 kent voor de jaren 2013-2015 een negatief resultaat (-/- M€ 0,4 in 2013, aflopend naar -/- M€ 0,1 in 2015). Dit wordt veroorzaakt door de bestedingen van de profileringsgebieden, dit betreft de inzet van de opgebouwde bestemde reserve in eerdere jaren. Exclusief de profileringsgebieden realiseert de faculteit een nulresultaat in alle begrotingsjaren. De reservepositie van de faculteit blijft boven de norm van 5%. De bezetting kent een hoog niveau in de planjaren van ongeveer 450 fte. De prognose 2012 Q3 komt uit op 406 fte. De stijging betreft met name de benodigde onderwijsinzet in het kader van de hogere instroom van studenten in de afgelopen jaren en de inzet van de onderwijsintensiveringsmiddelen vanaf 2013. Het aandeel overig OBP (exclusief OBP O&O en studentassistenten) daalt van 20% bij prognose 2012 Q3 naar 16% in de planjaren. Het aandeel vast personeel in 2013 in de eerste geldstroom komt uit op 68% (exclusief promovendi en studentassistenten). Ontwikkeling OBP FTE Overig OBP FTE Totaal Aandeel OBP in totaal FTE
Begroting 2013-2016
JR 2011 73,6 388,2 19%
B 2012 79,0 442,7 18%
P 2012 80,5 406,0 20%
B 2013 73,9 455,3 16%
B 2014 73,5 455,4 16%
B 2015 72,6 450,6 16%
B 2016 72,2 447,4 16%
Pagina 62
Faculteit Sociale Wetenschappen Begroting 2013-2016
Exploitatie (bedragen in k€) Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Interne (universiteit) rentevergoeding Interne (universiteit) baten Doelsubsidies OCW Baten onderwijs Onderzoeksbaten NWO/KNAW Onderzoeksbaten werk i.o.v. EU Onderzoeksbaten werk i.o.v. ov. derden Overige externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
25.676 182 301 657 14 1.156 4.069 952 3.074 1.392 37.473
26.391 144 200 1.249 382 170 5.225 2.179 4.340 1.649 41.929
26.395 144 275 530 382 1.020 3.695 1.510 4.550 1.030 39.531
27.710 85 353 1.137 0 776 4.813 1.968 4.249 802 41.893
18.972 85 353 1.137 0 776 0 0 0 0 21.323
8.739 0 0 0 0 0 4.813 1.968 4.249 802 20.570
27.038 170 337 1.236 0 896 4.793 1.968 4.249 789 41.477
26.773 255 296 1.107 0 1.023 4.773 1.968 4.249 789 41.233
26.707 255 296 852 0 1.072 4.766 1.966 4.246 789 40.949
26.084 1.739 15 -40 344 28.142
30.681 1.958 976 53 229 33.897
27.800 1.685 510 0 235 30.230
31.160 1.781 1.118 4 311 34.375
15.653 895 562 2 156 17.268
15.507 886 557 2 155 17.107
31.002 1.477 1.104 36 284 33.904
30.725 1.359 1.058 36 281 33.459
30.692 1.010 887 22 278 32.889
391 704 255 4.176 432 218 6.177
359 541 1.321 5.515 281 99 8.116
587 610 440 4.354 280 300 6.571
338 604 409 5.551 184 801 7.887
170 303 205 2.788 184 0 3.651
168 301 203 2.762 0 801 4.235
353 576 420 5.339 346 778 7.811
352 576 420 5.441 349 769 7.907
352 580 420 5.403 355 769 7.878
34.319
42.013
36.801
42.261
20.919
21.342
41.715
41.365
40.767
3.154
-84
2.730
-368
403
-772
-239
-132
182
Lasten Personele lasten Salaris & sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie personele voorzieningen Totaal personele lasten Materiële lasten Afschrijvingslasten Reis- & verblijfkosten Huisvestingslasten Overige materiële lasten Inkomensoverdrachten Huisvestingsafdracht 3e geldstroom Totaal materiële lasten Totaal lasten Nettoresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn (bedragen in k€) Investeringen Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 -266 0 505 350 254 0 357 311
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 350 350 350 280 280 280
Reserve & voorzieningen (bedragen in k€) Reserve Voorzieningen Schuld vakantiedagen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 12.859 11.426 15.589 15.221 552 610 430 431 2.325 2.503 2.325 2.329
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 14.982 14.850 15.032 434 435 433 2.365 2.401 2.422
Personeel in FTE (jaargemiddelde) Hoogleraar Universitair hoofddocent Universitair docent Docent Onderzoeker Promovendus Subtotaal WP
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 26,7 26,2 28,4 27,9 27,7 31,5 27,0 30,6 77,7 89,4 80,9 105,3 24,9 28,1 29,0 34,8 32,5 53,0 36,0 44,7 92,5 95,7 91,0 90,1 282,0 323,9 292,3 333,3
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek 19,5 8,4 21,4 9,2 73,7 31,6 34,8 0,0 0,0 44,7 18,0 72,1 167,4 165,9
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 28,7 28,9 29,6 29,9 28,3 26,9 103,6 108,7 110,6 39,3 37,0 39,0 44,7 44,6 44,3 88,0 86,3 79,2 334,2 333,9 329,6
OBP O&O OBP Student-assistent Subtotaal OBP
31,1 73,6 1,6 106,2
37,9 79,0 1,9 118,8
31,0 80,5 2,2 113,7
47,2 73,9 1,0 122,0
23,7 37,1 0,5 61,3
23,5 36,8 0,5 60,7
46,1 73,5 1,6 121,2
42,6 72,6 1,6 116,7
43,9 72,2 1,6 117,7
Totaal aantal FTE in eigen dienst
388,2
442,7
406,0
455,3
228,7
226,6
455,4
450,6
447,4
% WP 1e geldstroom in vaste dienst % OBP 1e geldstroom in vaste dienst % Totaal (OBP + WP) 1e GS in vaste dienst
Begroting 2013-2016
68% 68% 68%
Pagina 63
Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen De faculteit verzorgt bachelor- en masteropleidingen op het gebied van wiskunde en natuurwetenschappen. De faculteit heeft momenteel een 8 bacheloropleidingen en 11 masteropleidingen. Een aantal opleidingen van de faculteit wordt samen met de Technische Universiteit Delft aangeboden. In de begroting 2013-2016 wordt voortgebouwd op het strategisch plan voor de periode 2011-2015 ‘Accelerando’. In het plan wordt aangegeven dat de faculteit haar onderzoek- en onderwijsactiviteiten in deze periode concentreert op de profileringsgebieden ‘Bioscience’ en ‘Fundamentals of science’ in samenwerking met het LUMC en de strategische partners in Delft en Rotterdam. In 2012 is het aantal ingeschreven studenten met ruim 10% gestegen, van 2.000 studenten in het studiejaar 2011-2012 naar bijna 2.400 studenten in het studiejaar 2012-2013. In de afgelopen jaren zijn de met tweede en derde geldstroom gefinancierde onderzoeksinspanningen in behoorlijke mate gestegen bij de faculteit. De gerealiseerde stijging heeft in toenemende mate te maken met het succesvol binnenhalen van NWO projecten en EU-projecten. De totale baten van de faculteit in de begroting voor 2013 komen uit op een bedrag van ongeveer M€ 94. De gemiddelde bezetting van het aantal fte in eigen dienst is voor 2013 begroot op circa 950 fte. Voor het jaar 2013 wordt ingezet op het realiseren van een bedrag van M€ 23 aan NWO-gelden en ruim M€ 11 uit EU-gelden. De meerjarenbegroting 2013-2016 laat in de jaren 2013 en 2014 overschotten zien. Deze zijn het gevolg van de keuzes die voortvloeien uit het strategisch plan ‘Accelerando’; en het versneld toepassen van de in 2011 vastgelegde bezuinigingsdoelstelling van 5%. Over het jaar 2013 ontstaat naar een verwachting een overschot van circa k€ 1.151 in de exploitatie. In dit overschot is rekening gehouden het inlopen van de vertragingen bij de besteding van de beschikbare middelen voor het sectorplan natuur- en scheikunde en de toegekende middelen voor de profileringsgebieden. De reservepositie van de faculteit ligt in 2013 ruim boven de norm van 5%. De faculteit heeft in haar begroting middelen vrijgemaakt voor het opvangen van deze groei, wat wordt weerspiegeld in de geraamde bezetting. De stijging vindt met name plaats bij onderzoek en onderwijs. Het aandeel OBP van alle instituten binnen Wiskunde en Natuurwetenschappen (inclusief Hortus, CML en Herbarium) bedraagt 14%. Ontwikkeling OBP FTE Overig OBP FTE Totaal Aandeel OBP in totaal FTE
JR 2011 147,4 974,8 15%
B 2012 139,5 977,9 14%
P 2012 143,0 959,6 15%
B 2013 143,2 1033,6 14%
B 2014 143,2 1038,5 14%
B 2015 143,2 1034,8 14%
B 2016 143,2 1028,6 14%
In 2013 zal naar verwachting worden gestart met fase 1 van de nieuw te bouwen Bètacampus. Naar verwachting zal de oplevering plaatsvinden in 2015. Gelet hierop heeft de faculteit in de begroting een bedrag van M€ 6 als stelpost opgenomen in 2015 in verband met de facultaire investeringen in de nieuwbouw. Deze hieruit voortvloeiende afschrijvingslasten van k€ 600 worden afgedekt uit een bestemde reserve die zal worden gevuld met de in 2012 t/m 2015 geraamde overschotten op de exploitatie.
Begroting 2013-2016
Pagina 64
Centrum voor Milieuwetenschappen (CML) Het CML heeft tot aan de afgesproken evaluatie een eigenstandige positie. Dit houdt onder meer in dat voor het CML vanaf 2009 een eigen universitaire bijdrage wordt vastgesteld en dat het CML zichtbaar als aparte eenheid in de universitaire begroting en jaarrekening wordt opgenomen. Over de toekomst van het CML is nog geen beslissing genomen. Het CML verzorgt de masteropleiding ‘industrial ecology’ en heeft twee onderzoeksafdelingen: ‘Industrial Ecology’ en ‘Conservation Biology’. De begroting voor 2013 en volgende jaren is meerjarig volledig in evenwicht. Het aantal fte in eigen dienst is voor de komende jaren begroot op een aantal van 29,0 fte. Nationaal Herbarium (NHN) In 2010 is het NHN ondergebracht in het nieuwe topinstituut “Nederlands Centrum voor Biodiversiteit (NCB). Om het NCB te kunnen realiseren heeft het kabinet in 2009 een structurele bijdrage van M€ 5 toegekend en eenmalig een bedrag van M€ 30 uit het Fonds Economische Structuurversterking (FES) beschikbaar gesteld. Het is de bedoeling dat het NHN in 2013 in financiële zin wordt overgedragen aan het NCB. In de begroting 2013-2016 is de overheveling nog niet zichtbaar gemaakt, omdat er nog geen definitieve afspraken zijn over de arbeidsvoorwaarden en pensioeneffecten van het personeel, dat in dienst zal treden bij het NCB. In de meerjarenbegroting 2013-2016 van het Nationaal Herbarium Nederland is er evenwicht in baten en lasten. Begroot is een gemiddelde bezetting van 39,6 fte. De gemiddelde bezetting is vrij constant. In 2012 vinden wisselingen plaats in de bezetting van de formatieplaatsen voor promovendi en onderzoekers. Hierdoor is de geprognosticeerde bezetting in 2012 tijdelijk lager. Hortus Botanicus In de begroting van de Hortus Botanicus is meerjarig sprake van evenwicht in baten en lasten. De Hortus heeft in 2013 een begrotingsomvang van M€ 1,2. In 2013 heeft de Hortus het aantal fte in eigen dienst begroot op 12,0 fte. De Hortus heeft een voornamelijk museale functie. Tot en met 2013 is bij de Hortus één promovendus in dienst.
Begroting 2013-2016
Pagina 65
Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen Begroting 2013-2016
Exploitatie (bedragen in k€) Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Interne (universiteit) rentevergoeding Interne (universiteit) baten Doelsubsidies OCW Baten onderwijs Onderzoeksbaten NWO/KNAW Onderzoeksbaten werk i.o.v. EU Onderzoeksbaten werk i.o.v. ov. derden Overige externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
44.384 247 238 494 155 656 25.233 14.429 14.416 -735 99.517
44.607 257 100 230 250 550 22.006 10.542 5.780 2.878 87.200
45.045 257 136 230 250 550 24.256 9.042 8.080 2.878 90.724
52.068 77 150 -5 288 420 22.747 10.847 6.014 1.554 94.160
16.655 77 150 -5 288 420 0 0 0 0 17.585
35.413 0 0 0 0 0 22.747 10.847 6.014 1.554 76.575
54.126 0 150 47 0 420 22.747 10.847 6.014 1.554 95.905
52.914 0 150 47 0 420 22.747 10.847 6.014 1.554 94.693
53.219 0 150 47 0 420 22.747 10.847 6.014 1.554 94.998
Personele lasten Salaris & sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie personele voorzieningen Totaal personele lasten
53.447 5.347 -612 -1.187 2.617 59.613
53.382 3.875 1.201 -60 745 59.143
52.667 4.675 -49 -60 -255 56.978
57.438 4.156 101 -2 800 62.493
14.279 1.033 25 0 199 15.536
43.159 3.123 76 -2 601 46.958
57.764 4.156 101 -2 800 62.819
57.596 4.156 101 -2 800 62.651
57.350 4.156 101 -2 800 62.405
Materiële lasten Afschrijvingslasten Reis- & verblijfkosten Huisvestingslasten Overige materiële lasten Inkomensoverdrachten Huisvestingsafdracht 3e geldstroom Totaal materiële lasten
16.659 2.749 518 14.787 2.635 684 38.031
3.401 2.239 320 21.021 50 1.026 28.057
7.501 2.939 1.120 17.976 50 1.060 30.646
5.933 2.609 361 20.126 194 1.293 30.515
1.475 649 90 5.003 194 0 7.411
4.458 1.961 271 15.122 0 1.293 23.105
5.993 2.609 361 22.315 194 1.389 32.861
5.993 2.609 361 21.964 194 1.456 32.577
6.593 2.609 361 22.668 194 1.456 33.881
Totaal lasten
97.644
87.200
87.624
93.009
22.946
70.062
95.681
95.229
96.287
1.873
0
3.100
1.151
-5.362
6.513
224
-536
-1.289
Lasten
Nettoresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn (bedragen in k€) Investeringen Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 5.465 3.400 6.400 6.000 960 1.185 185 1.200
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 6.000 12.000 6.000 1.150 1.100 1.050
Reserve & voorzieningen (bedragen in k€) Reserve Voorzieningen Schuld vakantiedagen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 10.394 10.079 13.494 14.646 5.972 3.346 5.532 5.132 3.588 4.353 3.528 3.526
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 14.870 14.334 13.045 4.782 4.482 4.232 3.524 3.522 3.520
Personeel in FTE (jaargemiddelde) Hoogleraar Universitair hoofddocent Universitair docent Docent Onderzoeker Promovendus Subtotaal WP
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 62,3 61,0 64,0 69,5 39,6 33,0 35,5 37,0 59,5 68,5 60,0 62,5 6,8 7,7 8,5 8,8 176,2 156,6 152,0 164,1 311,1 336,9 327,0 368,1 655,4 663,7 647,0 710,0
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek 34,8 34,8 14,8 22,2 28,1 34,4 8,8 0,0 16,4 147,7 73,6 294,5 176,5 533,5
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 69,5 69,5 69,5 37,0 37,0 37,0 65,0 65,0 65,0 8,8 8,8 8,8 164,1 164,1 164,1 371,5 368,2 362,0 715,9 712,6 706,4
OBP O&O OBP Student-assistent Subtotaal OBP
119,2 126,9 1,8 247,8
113,7 121,1 0,4 235,2
113,0 125,0 0,0 238,0
117,3 124,7 0,0 242,0
29,2 31,0 0,0 60,2
88,1 93,7 0,0 181,8
117,3 124,7 0,0 242,0
116,9 124,7 0,0 241,6
116,9 124,7 0,0 241,6
Totaal aantal FTE in eigen dienst
903,2
898,9
885,0
952,0
236,7
715,3
957,9
954,2
948,0
% WP 1e geldstroom in vaste dienst % OBP 1e geldstroom in vaste dienst % Totaal (OBP + WP) 1e GS in vaste dienst
Begroting 2013-2016
75% 85% 80%
Pagina 66
Nationaal Herbarium Begroting 2013-2016
Exploitatie (bedragen in k€) Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Interne (universiteit) rentevergoeding Interne (universiteit) baten Doelsubsidies OCW Baten onderwijs Onderzoeksbaten NWO/KNAW Onderzoeksbaten werk i.o.v. EU Onderzoeksbaten werk i.o.v. ov. derden Overige externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
1.587 0 6 0 1.129 0 187 156 423 76 3.564
1.571 0 0 0 1.125 0 285 25 105 105 3.216
1.571 0 10 0 1.129 0 285 25 111 105 3.236
1.556 0 0 0 1.129 0 375 25 60 105 3.250
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
1.556 0 0 0 1.129 0 375 25 60 105 3.250
1.540 0 0 0 1.129 0 375 25 60 105 3.234
1.523 0 0 0 1.129 0 375 25 60 105 3.217
1.508 0 0 0 1.129 0 375 25 60 105 3.202
2.253 441 -83 7 -17 2.602
2.391 45 5 10 60 2.511
2.084 359 5 10 60 2.518
2.424 47 5 10 50 2.536
0 0 0 0 0 0
2.424 47 5 10 50 2.536
2.424 47 5 10 50 2.536
2.424 47 5 10 50 2.536
2.424 47 5 10 50 2.536
46 127 2 419 171 7 771
30 20 0 524 130 1 705
30 56 10 472 150 0 718
32 20 0 532 130 0 714
0 0 0 0 0 0 0
32 20 0 532 130 0 714
32 20 0 516 130 0 698
32 20 0 499 130 0 681
32 20 0 484 130 0 666
3.373
3.216
3.236
3.250
0
3.250
3.234
3.217
3.202
192
0
0
0
0
0
0
0
0
Lasten Personele lasten Salaris & sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie personele voorzieningen Totaal personele lasten Materiële lasten Afschrijvingslasten Reis- & verblijfkosten Huisvestingslasten Overige materiële lasten Inkomensoverdrachten Huisvestingsafdracht 3e geldstroom Totaal materiële lasten Totaal lasten Nettoresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn (bedragen in k€) Investeringen Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 7 23 52 32 47 60 60 50
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 32 32 32 50 50 50
Reserve & voorzieningen (bedragen in k€) Reserve Voorzieningen Schuld vakantiedagen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 609 467 609 609 168 232 168 168 71 75 81 91
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 609 609 609 168 168 168 101 111 121
Personeel in FTE (jaargemiddelde) Hoogleraar Universitair hoofddocent Universitair docent Docent Onderzoeker Promovendus Subtotaal WP
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 0,0 1,0 0,0 1,0 0,0 0,0 0,0 0,0 7,7 7,9 7,8 7,7 0,0 0,0 0,0 0,0 4,2 3,6 2,0 3,3 3,5 3,8 2,8 4,8 15,4 16,3 12,6 16,8
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek 0,0 1,0 0,0 0,0 0,0 7,7 0,0 0,0 0,0 3,3 0,0 4,8 0,0 16,8
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 1,0 1,0 1,0 0,0 0,0 0,0 7,7 7,7 7,7 0,0 0,0 0,0 3,3 3,3 3,3 4,8 4,8 4,8 16,8 16,8 16,8
OBP O&O OBP Student-assistent Subtotaal OBP
12,5 11,9 0,0 24,4
11,5 11,3 0,0 22,8
11,0 11,3 0,0 22,3
12,7 10,1 0,0 22,8
0,0 0,0 0,0 0,0
12,7 10,1 0,0 22,8
12,7 10,1 0,0 22,8
12,7 10,1 0,0 22,8
12,7 10,1 0,0 22,8
Totaal aantal FTE in eigen dienst
39,8
39,1
34,9
39,6
0,0
39,6
39,6
39,6
39,6
% WP 1e geldstroom in vaste dienst % OBP 1e geldstroom in vaste dienst % Totaal (OBP + WP) 1e GS in vaste dienst
Begroting 2013-2016
59% 74% 69%
Pagina 67
Hortus Botanicus Begroting 2013-2016
Exploitatie (bedragen in k€) Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Interne (universiteit) rentevergoeding Interne (universiteit) baten Doelsubsidies OCW Baten onderwijs Onderzoeksbaten NWO/KNAW Onderzoeksbaten werk i.o.v. EU Onderzoeksbaten werk i.o.v. ov. derden Overige externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
466 0 0 1 0 0 0 4 -14 734 1.190
461 0 0 92 0 0 0 0 0 575 1.128
461 0 0 117 0 0 0 0 29 820 1.427
457 0 0 137 0 0 0 0 0 560 1.154
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
457 0 0 137 0 0 0 0 0 560 1.154
452 0 0 87 0 0 0 0 0 560 1.099
447 0 0 87 0 0 0 0 0 560 1.094
443 0 0 87 0 0 0 0 0 560 1.090
Personele lasten Salaris & sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie personele voorzieningen Totaal personele lasten
707 126 -31 5 0 807
654 110 10 0 11 785
654 130 10 0 11 805
704 110 0 0 11 825
0 0 0 0 0 0
704 110 0 0 11 825
659 110 0 0 11 780
659 110 0 0 11 780
659 110 0 0 11 780
Materiële lasten Afschrijvingslasten Reis- & verblijfkosten Huisvestingslasten Overige materiële lasten Inkomensoverdrachten Huisvestingsafdracht 3e geldstroom Totaal materiële lasten
37 20 41 251 30 0 378
35 10 20 278 0 0 343
35 39 50 498 0 0 622
25 12 20 272 0 0 329
0 0 0 0 0 0 0
25 12 20 272 0 0 329
25 7 20 267 0 0 319
25 7 20 262 0 0 314
25 7 20 258 0 0 310
1.185
1.128
1.427
1.154
0
1.154
1.099
1.094
1.090
5
0
0
0
0
0
0
0
0
Lasten
Totaal lasten Nettoresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn (bedragen in k€) Investeringen Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 0 35 52 35 0 11 11 11
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 15 20 25 11 11 11
Reserve & voorzieningen (bedragen in k€) Reserve Voorzieningen Schuld vakantiedagen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 62 55 62 62 0 0 0 0 10 5 10 10
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 62 62 62 0 0 0 10 10 10
Personeel in FTE (jaargemiddelde) Hoogleraar Universitair hoofddocent Universitair docent Docent Onderzoeker Promovendus Subtotaal WP
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2,0 1,0 1,0 1,0 2,0 1,0 1,0 1,0
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,0 0,0 1,0
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
OBP O&O OBP Student-assistent Subtotaal OBP
8,6 3,6 0,0 12,2
8,1 3,7 0,0 11,8
8,1 3,7 0,0 11,8
7,6 4,4 0,0 12,0
0,0 0,0 0,0 0,0
7,6 4,4 0,0 12,0
7,6 4,4 0,0 12,0
7,6 4,4 0,0 12,0
7,6 4,4 0,0 12,0
Totaal aantal FTE in eigen dienst
14,2
12,8
12,8
13,0
0,0
13,0
12,0
12,0
12,0
% WP 1e geldstroom in vaste dienst % OBP 1e geldstroom in vaste dienst % Totaal (OBP + WP) 1e GS in vaste dienst
Begroting 2013-2016
0% 89% 89%
Pagina 68
Centrum voor Milieuwetenschappen Begroting 2013-2016
Exploitatie (bedragen in k€) Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Interne (universiteit) rentevergoeding Interne (universiteit) baten Doelsubsidies OCW Baten onderwijs Onderzoeksbaten NWO/KNAW Onderzoeksbaten werk i.o.v. EU Onderzoeksbaten werk i.o.v. ov. derden Overige externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
582 0 0 61 0 133 143 579 401 269 2.169
846 0 0 368 0 40 132 688 260 5 2.339
994 0 0 260 0 0 182 688 360 5 2.489
1.335 0 0 57 0 27 74 920 210 7 2.630
565 0 0 57 0 27 0 0 0 0 649
770 0 0 0 0 0 74 920 210 7 1.981
1.445 0 0 57 0 27 74 920 210 7 2.740
1.572 0 0 57 0 27 74 920 210 7 2.867
1.657 0 0 57 0 27 74 920 210 7 2.952
1.785 103 -77 -62 -47 1.702
1.804 63 62 0 30 1.959
1.704 163 112 0 30 2.009
1.930 119 81 0 30 2.160
562 35 24 0 9 629
1.368 84 57 0 21 1.531
1.930 119 81 0 30 2.160
1.930 119 81 0 30 2.160
1.930 119 81 0 30 2.160
0 129 3 210 51 23 416
0 47 0 312 0 21 380
0 77 0 330 0 23 430
0 93 0 349 0 29 470
0 27 0 101 0 0 129
0 66 0 247 0 29 342
0 93 0 458 0 29 580
0 93 0 585 0 29 707
0 93 0 670 0 29 792
2.118
2.339
2.439
2.630
757
1.873
2.740
2.867
2.952
51
0
50
0
-108
108
0
0
0
Lasten Personele lasten Salaris & sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie personele voorzieningen Totaal personele lasten Materiële lasten Afschrijvingslasten Reis- & verblijfkosten Huisvestingslasten Overige materiële lasten Inkomensoverdrachten Huisvestingsafdracht 3e geldstroom Totaal materiële lasten Totaal lasten Nettoresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn (bedragen in k€) Investeringen Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 0 0 0 0 118 90 90 90
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0 0 0 90 90 90
Reserve & voorzieningen (bedragen in k€) Reserve Voorzieningen Schuld vakantiedagen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 51 50 101 101 401 393 341 281 117 129 117 117
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 101 101 101 221 161 101 117 117 117
Personeel in FTE (jaargemiddelde) Hoogleraar Universitair hoofddocent Universitair docent Docent Onderzoeker Promovendus Subtotaal WP
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 1,0 2,0 0,8 2,0 3,7 3,0 3,4 2,8 5,0 4,4 4,0 5,3 0,0 0,0 0,2 0,3 5,3 6,1 4,9 5,2 8,5 7,8 9,8 8,6 23,5 23,3 23,1 24,2
OBP O&O OBP Student-assistent Subtotaal OBP Totaal aantal FTE in eigen dienst % WP 1e geldstroom in vaste dienst % OBP 1e geldstroom in vaste dienst % Totaal (OBP + WP) 1e GS in vaste dienst
Begroting 2013-2016
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek 1,0 1,0 1,1 1,7 2,4 2,9 0,3 0,0 0,5 4,7 1,7 6,9 7,0 17,2
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2,0 2,0 2,0 2,8 2,8 2,8 5,3 5,3 5,3 0,3 0,3 0,3 5,2 5,2 5,2 8,6 8,6 8,6 24,2 24,2 24,2
0,9 3,2 0,0 4,1
0,8 3,0 0,0 3,8
0,8 3,0 0,0 3,8
0,8 4,0 0,0 4,8
0,2 1,2 0,0 1,4
0,6 2,8 0,0 3,4
0,8 4,0 0,0 4,8
0,8 4,0 0,0 4,8
0,8 4,0 0,0 4,8
27,6
27,1
26,9
29,0
8,4
20,6
29,0
29,0
29,0
97% 67% 88%
Pagina 69
ICLON Het ICLON (Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing) bestaat uit 2 afdelingen: de afdeling Voortgezet Onderwijs en de afdeling Hoger Onderwijs. Binnen de Afdeling Voortgezet Onderwijs zijn 4 secties: de Sectie Lerarenopleiding, de Sectie Nascholing, de Sectie Onderzoek en de Sectie VWO-WO. De universitaire bijdrage voor het ICLON bestaat uit een variabel deel (lerarenopleiding en onderzoek) en een aantal specifieke toewijzingen (afdeling Hoger Onderwijs, VO-WO en PRE-University College). De universitaire bijdrage blijft min of meer gelijk in de planjaren. De jaarlijkse efficiencytaakstelling van 1% kan worden opgevangen door toenemende instroom in de lerarenmasters. In het jaar 2014 is sprake van een piek in de universitaire bijdrage doordat vanwege een eenmalige wijziging in het studieprogramma van 2010/2011 studiepunten bij het studiejaar 2011/2012 zijn geteld in plaats van het studiejaar 2010/2011: de daarop gebaseerde universitaire bijdrage kan dus pas een jaar later (2014) worden uitgekeerd dan was voorzien. De overige baten blijven min of meer gelijk in de planjaren. Wel is sprake van een afbouw van de Doelsubsidies OCW (o.a. “Excellentie voor de klas”) van k€ 712 in 2012 naar 100 k€ in 2013 en k€ 0 vanaf 2014. De personele lasten en materiële lasten blijven min of meer gelijk in de planjaren. In de begroting wordt uitgegaan van een klein positief resultaat voor de planjaren 2013-2016. De reservepositie van het ICLON blijft boven de norm van 5%. De personele bezetting neemt af van ongeveer 68 fte in 2012 naar ruim 60 fte in de latere planjaren, mede als gevolg van de afloop van activiteiten in het kader van de Doelsubsidies OCW. Het aandeel OBP, exclusief OBP O&O en de studentassistenten, t.o.v. het totaal personeel daalt van 38% bij prognose 2012 Q3 naar 35% a 36% in de jaren 2013-2016. Het aandeel vast personeel in de eerste geldstroom komt in 2013 uit op 86%.
Ontwikkeling OBP FTE Overig OBP FTE Totaal Aandeel OBP in totaal FTE
Begroting 2013-2016
JR 2011 23,5 62,6 38%
B 2012 24,1 66,5 36%
P 2012 25,9 67,9 38%
B 2013 21,8 62,1 35%
B 2014 21,8 60,9 36%
B 2015 21,8 60,6 36%
B 2016 21,8 60,6 36%
Pagina 70
ICLON Begroting 2013-2016
Exploitatie (bedragen in k€) Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Interne (universiteit) rentevergoeding Interne (universiteit) baten Doelsubsidies OCW Baten onderwijs Onderzoeksbaten NWO/KNAW Onderzoeksbaten werk i.o.v. EU Onderzoeksbaten werk i.o.v. ov. derden Overige externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
3.299 0 28 534 540 1.229 93 20 501 402 6.646
3.505 0 28 246 867 1.898 72 0 471 0 7.086
3.592 0 26 679 712 1.007 99 2 323 160 6.600
3.515 0 15 842 100 1.423 75 0 0 178 6.147
2.867 0 15 842 100 1.423 0 0 0 0 5.247
648 0 0 0 0 0 75 0 0 178 901
3.809 0 15 790 0 1.415 87 0 0 178 6.293
3.545 0 15 700 0 1.653 91 0 0 178 6.182
3.508 0 15 700 0 1.640 96 0 0 178 6.136
Personele lasten Salaris & sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie personele voorzieningen Totaal personele lasten
4.584 898 86 6 30 5.604
4.897 876 32 -115 0 5.690
4.996 559 54 -98 0 5.511
4.711 398 81 -115 0 5.074
3.276 277 56 -80 0 3.528
1.435 121 25 -35 0 1.545
4.583 385 81 -8 0 5.041
4.548 385 81 0 0 5.013
4.552 334 81 0 0 4.967
Materiële lasten Afschrijvingslasten Reis- & verblijfkosten Huisvestingslasten Overige materiële lasten Inkomensoverdrachten Huisvestingsafdracht 3e geldstroom Totaal materiële lasten
30 147 11 797 133 13 1.132
31 152 5 1.188 0 21 1.397
30 150 19 889 12 21 1.121
30 108 12 909 0 14 1.072
21 75 8 632 0 0 736
9 33 4 277 0 14 337
30 108 12 1.076 0 14 1.240
30 108 12 998 0 14 1.162
30 108 12 998 0 14 1.162
Totaal lasten
6.736
7.087
6.632
6.146
4.264
1.882
6.281
6.175
6.129
-90
0
-32
1
983
-981
12
6
7
Lasten
Nettoresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn (bedragen in k€) Investeringen Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 0 0 5 0 11 0 19 0
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0 0 0 0 0 0
Reserve & voorzieningen (bedragen in k€) Reserve Voorzieningen Schuld vakantiedagen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 1.383 1.387 1.351 1.352 19 -7 0 0 406 284 308 192
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 1.365 1.371 1.378 0 0 0 184 184 184
Personeel in FTE (jaargemiddelde) Hoogleraar Universitair hoofddocent Universitair docent Docent Onderzoeker Promovendus Subtotaal WP
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 2,0 3,0 2,9 3,0 1,9 3,0 2,8 3,0 2,5 2,8 3,0 1,8 15,2 16,8 17,7 15,3 5,1 3,8 3,2 1,7 3,0 3,8 2,7 5,0 29,7 33,1 32,3 29,8
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek 2,0 1,0 1,5 1,5 0,9 0,9 15,3 0,0 0,0 1,7 1,0 4,0 20,7 9,1
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2,3 2,0 2,0 3,0 3,0 3,0 1,8 1,8 1,8 15,3 15,3 15,3 1,7 1,7 1,7 5,0 5,0 5,0 29,1 28,8 28,8
OBP O&O OBP Student-assistent Subtotaal OBP
9,5 23,5 0,0 32,9
9,2 24,1 0,0 33,3
9,7 25,9 0,0 35,6
10,6 21,8 0,0 32,3
7,4 15,1 0,0 22,5
3,2 6,6 0,0 9,9
10,0 21,8 0,0 31,8
10,0 21,8 0,0 31,8
10,0 21,8 0,0 31,8
Totaal aantal FTE in eigen dienst
62,6
66,5
67,9
62,1
43,2
18,9
60,9
60,6
60,6
% WP 1e geldstroom in vaste dienst % OBP 1e geldstroom in vaste dienst % Totaal (OBP + WP) 1e GS in vaste dienst
Begroting 2013-2016
82% 89% 86%
Pagina 71
IIAS Het International Institute for Asian Studies (IIAS) is een onderzoeksinstituut dat in 1993 in het kader van het Convenant Kleine Letteren is opgericht door de Universiteit Leiden, de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit en de KNAW. De Universiteit Leiden draagt zorg voor de huisvesting en het beheer. Het personeel is aangesteld bij de Universiteit. Doel van het instituut is het bevorderen en mede coördineren van de studie van Azië en het stimuleren van internationale samenwerking. Het IIAS richt zich vooral op de samenwerking tussen academische en nietacademische instellingen, bijvoorbeeld op cultureel, politiek en sociaal terrein, De nadruk ligt op humaniora en de sociale wetenschappen met veel aandacht voor internationale onderzoeksprogramma’s en projecten, het organiseren van seminars, het uitbouwen van internationale netwerken en het uitgeven van publicaties. Het IIAS heeft het grootste deel van zijn activiteiten ondergebracht in drie grote thema’s, te weten Azië in de wereld, Aziatische steden, en de dynamiek van cultureel erfgoed. Binnen deze thema’s heeft het IIAS een uitgebreid internationaal netwerk opgebouwd, dat wordt ondersteund door een bestand aan alumni van meer dan duizend (ex) IIAS-fellows. Sinds 2011/2012 treedt het IIAS op als de verantwoordelijke partner in een groot internationaal onderzoeksprogramma naar Aziatische steden, gefinancierd door de EU. De Newsletter van het IIAS, die zowel digitaal als in gedrukte vorm wordt uitgegeven, is een van de belangrijkste kanalen geworden voor de internationale uitwisseling van kennis over Azië en over internationaal onderzoek over Azië in het algemeen. De website van het IIAS biedt ruimte aan informatie over de activiteiten van het IIAS, maar ook van partner instituten. In de prognose voor ultimo 2012 en in de meerjarenbegroting 2013-2016 is er evenwicht in de baten en lasten. De reservepositie van het IIAS ligt in 2013 ruim boven de norm van 5%. De komende planperiode worden fellow-activiteiten gestimuleerd door het aantal fellows te verhogen en de lengte van hun verblijf te verlengen. In verband hiermee dalen de personele lasten WP licht (-1,2 fte) en wordt het budget voor fellows verhoogd. Doordat tot 2016 de absolute omvang van het OBP, exclusief OBP O&O en studentassistenten, stabiel blijft (+0,2 fte), terwijl het aantal WP in eigen dienst daalt, stijgt het aandeel OBP t.o.v. het totaal personeel van 74% bij de prognose 2012 Q3 naar 77% tot 86% in de planjaren tot 2016. Het aandeel vast personeel komt in 2013 uit op 79%.
Ontwikkeling OBP FTE Overig OBP FTE Totaal Aandeel OBP in totaal FTE
Begroting 2013-2016
JR 2011 8,3 11,5 72%
B 2012 8,2 11,6 71%
P 2012 8,5 11,5 74%
B 2013 8,6 11,1 77%
B 2014 8,8 10,4 85%
B 2015 8,8 10,3 85%
B 2016 8,8 10,2 76%
Pagina 72
IIAS Begroting 2013-2016
Exploitatie (bedragen in k€) Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Interne (universiteit) rentevergoeding Interne (universiteit) baten Doelsubsidies OCW Baten onderwijs Onderzoeksbaten NWO/KNAW Onderzoeksbaten werk i.o.v. EU Onderzoeksbaten werk i.o.v. ov. derden Overige externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
1.444 0 12 104 0 42 77 249 104 178 2.212
1.429 0 10 85 0 0 146 83 221 105 2.079
1.067 0 12 88 0 2 44 47 60 37 1.358
1.416 0 10 88 0 0 97 92 112 44 1.858
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
1.416 0 10 88 0 0 97 92 112 44 1.858
1.401 0 10 88 0 0 80 100 90 50 1.819
1.386 0 10 88 0 0 80 160 90 50 1.864
1.372 0 10 88 0 0 80 160 90 50 1.850
761 255 12 5 0 1.033
762 29 12 6 0 809
567 36 -13 0 0 590
722 25 10 8 0 765
0 0 0 0 0 0
722 25 10 8 0 765
688 25 10 9 0 732
691 25 10 10 0 736
690 25 10 11 0 736
9 478 123 436 -53 2 994
3 320 135 810 0 2 1.270
3 126 84 310 17 1 540
0 228 155 710 0 1 1.094
0 0 0 0 0 0 0
0 228 155 710 0 1 1.094
0 240 150 697 0 0 1.087
0 275 160 693 0 0 1.128
0 275 160 679 0 0 1.114
2.027
2.079
1.130
1.859
0
1.859
1.819
1.864
1.850
185
0
227
0
0
0
0
0
0
Lasten Personele lasten Salaris & sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie personele voorzieningen Totaal personele lasten Materiële lasten Afschrijvingslasten Reis- & verblijfkosten Huisvestingslasten Overige materiële lasten Inkomensoverdrachten Huisvestingsafdracht 3e geldstroom Totaal materiële lasten Totaal lasten Nettoresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn (bedragen in k€) Investeringen Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 0 0 0 0 0 15 0 0
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0 0 0 0 0 0
Reserve & voorzieningen (bedragen in k€) Reserve Voorzieningen Schuld vakantiedagen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 769 659 996 996 40 0 40 40 37 40 37 45
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 996 995 995 40 40 40 54 64 75
Personeel in FTE (jaargemiddelde) Hoogleraar Universitair hoofddocent Universitair docent Docent Onderzoeker Promovendus Subtotaal WP
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2,2 2,3 2,1 2,0 0,8 0,8 0,8 0,6 3,0 3,2 2,9 2,6
OBP O&O OBP Student-assistent Subtotaal OBP Totaal aantal FTE in eigen dienst % WP 1e geldstroom in vaste dienst % OBP 1e geldstroom in vaste dienst % Totaal (OBP + WP) 1e GS in vaste dienst
Begroting 2013-2016
Begroting 2013 Waarvan Waarvan onderwijs onderzoek 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2,0 0,0 0,6 0,0 2,6
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,6 1,5 1,4 0,0 0,0 0,0 1,6 1,5 1,4
0,0 8,3 0,1 8,5
0,0 8,2 0,2 8,4
0,0 8,5 0,0 8,5
0,0 8,6 0,0 8,6
0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 8,6 0,0 8,6
0,0 8,8 0,0 8,8
0,0 8,8 0,0 8,8
0,0 8,8 0,0 8,8
11,5
11,6
11,5
11,1
0,0
11,1
10,4
10,3
10,2
48% 86% 79%
Pagina 73
Begroting 2013-2016
Pagina 74
9
Ondersteunende diensten
Begroting 2013-2016
Pagina 75
Bestuursbureau Het Bestuursbureau ondersteunt het College van Bestuur. Het draagt zorg voor de voorbereiding van de beleids- en besluitvorming door het College van Bestuur en onderhoudt daarbij nauwe relaties met de faculteiten en expertisecentra, de zogenaamde concerntaken. De begroting voor het Bestuursbureau bestaat uit de kosten voor de bestuurlijke ondersteuning en beleid, alsmede de beheerskosten van het gebouwencomplex Rapenburg 70, Gravensteen en Academiegebouw. De fte en kosten van de facilitaire taken die bij het Bestuursbureau worden verricht, zijn niet opgenomen in de begroting van het Bestuursbureau, maar maken deel uit van de begroting voor respectievelijk het werkbudget ‘Bedrijfsvoering’ (afdelingen FSSC, P&O services, DIA en Functioneel Beheer) en het werkbudget ‘Strategische Communicatie & Marketing’. De fte werkzaam bij de buitenlandse instituten zijn begroot bij het werkbudget ‘Onderwijs en Onderzoek’. De begroting 2013 – 2016 is meerjarig volledig in evenwicht bij een verwachte bezetting van 78,5 fte (2011: 81,5). De normformatie voor 2013 bedraagt 78,5 fte. In de jaren na 2013 daarna daalt de bezetting verder naar 74,0 fte in 2016 (norm: 74,0). Met de daling wordt invulling gegeven aan een taakstellende bezuiniging uit de Kadernota 2012-2015 oplopend naar 5% in 2016. Het merendeel van deze bezuinigingen wordt naar verwachting gerealiseerd in 2014. Bij de invulling van de bezuiniging wordt rekening gehouden met natuurlijk verloop en wordt verwachte vacatureruimte open gehouden. Van de geraamde bezetting heeft minimaal 10% een tijdelijke aanstelling, waarmee wordt beoogd flexibiliteit in de personeelsbezetting te realiseren.
Begroting 2013-2016
Pagina 76
Bestuursbureau Begroting 2013-2016
Exploitatie (bedragen in € 1.000) Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Interne (universiteit) baten Doelsubsidies OCW Baten onderwijs Onderzoeksbaten NWO/KNAW Onderzoeksbaten werk i.o.v. EU Onderzoeksbaten werk i.o.v. ov. derden Overige externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
8.259 0 97 0 0 0 0 0 266 8.623
8.140 0 28 0 0 0 0 0 289 8.457
8.140 0 58 0 0 0 0 0 190 8.388
8.054 0 48 0 0 0 0 0 103 8.205
7.950 0 48 0 0 0 0 0 91 8.089
7.863 0 48 0 0 0 0 0 91 8.002
7.773 0 48 0 0 0 0 0 91 7.912
Personele lasten Salaris & sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie personele voorzieningen Totaal personele lasten
6.510 201 667 -115 -454 6.810
6.247 118 801 -4 -65 7.097
6.127 154 799 -52 0 7.028
5.986 118 740 21 0 6.865
5.881 118 740 21 0 6.760
5.794 118 740 21 0 6.673
5.704 118 740 21 0 6.583
Materiële lasten Afschrijvingslasten Reis- & verblijfkosten Huisvestingslasten Overige materiële lasten Inkomensoverdrachten Totaal materiële lasten
23 39 62 1.227 -11 1.340
10 35 60 1.255 0 1.360
22 35 60 1.243 0 1.360
10 35 50 1.245 0 1.340
10 35 50 1.235 0 1.329
10 35 50 1.235 0 1.329
10 35 50 1.235 0 1.329
Totaal lasten
8.150
8.457
8.388
8.205
8.089
8.002
7.912
473
0
0
0
0
0
0
Lasten
Nettoresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn (bedragen in € 1.000) Investeringen Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 15 0 0 0 0 65 0 0
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0 0 0 0 0 0
Voorzieningen (bedragen in € 1.000) Voorzieningen Schuld vakantiedagen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 177 0 177 177 378 0 326 399
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 177 177 177 420 441 462
Personeel in FTE (jaargemiddelde) OBP O&O OBP Student-assistent Totaal aantal FTE in eigen dienst
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 0,5 0,0 0,5 0,5 86,1 81,5 80,4 78,0 0,0 0,0 0,0 0,0 86,6 81,5 80,9 78,5
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0,5 0,5 0,5 75,8 75,1 73,5 0,0 0,0 0,0 76,3 75,6 74,0
% OBP 1e geldstroom in vaste dienst % OBP 1e geldstroom in tijdelijke dienst
Begroting 2013-2016
90% 10%
Pagina 77
LURIS LURIS (Leiden University Research & Innovation Services) is het expertisecentrum van de Universiteit Leiden dat zich richt op de ondersteuning van onderzoekssamenwerking, kennisexploitatie en nieuwe bedrijvigheid. LURIS adviseert onderzoekers en universitair management over de bescherming en exploitatie van academische kennis en internationale onderzoeksfinanciering. LURIS zoekt actief naar commerciële partners en zorgt voor de totstandkoming van contracten. LURIS is tevens aanspreekpunt voor bedrijven en instellingen die gebruik willen maken van kennis en expertise van de Leidse Universiteit. Op het gebied van kennisexploitatie en contractondersteuning verleent LURIS tevens diensten aan het LUMC. Bij het begrotingsvoorstel is uitgegaan van een uitbreiding van de kernactiviteiten en het budget van LURIS ten opzichte van 2012. In 2010 is tussen LEH BV en de faculteit W&N een overeenkomst gesloten waarbij een deel van toekomstige royalty inkomsten van het instituut aan LEH BV is toegezegd, in ruil voor een jaarlijkse bijdrage van LEH BV aan LURIS ter financiering van de twee medewerkers van het LIC instituut binnen de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen. Daarnaast ontvangt LURIS uit LEH B.V. een vergoeding voor managementactiviteiten. Naast externe baten voor de kosten van de infrastructurele ondersteuning van activiteiten op het gebeid van onderzoek en kennisvalorisatie zelf, leveren de activiteiten van LURIS inkomsten op voor de universiteit en het LUMC binnen andere onderdelen. Inkomsten komen zowel binnen bij LEH (vergoedingen octrooikosten, licentieopbrengsten), als bij de faculteiten en instituten (externe onderzoeksfinanciering, valorisatiegelden, licentie-inkomsten). Voor valorisatieactiviteiten zijn door LURIS in het verleden twee subsidies ontvangen: het SKE Leeuwenhoek Starters programma en het Business to Science Portal project. Beide subsidieprogramma’s bevinden zich in de afrondende fase en zullen naar verwachting in 2013 worden afgesloten. De begroting is meerjarig in evenwicht. In de begroting voor 2013 is uitgegaan van een bezetting van 25,7 fte (2012: 25,0 fte). Dit aantal is 1,7 fte hoger dan het in 2012 door het College van Bestuur vastgestelde formatie van 24 fte. Voor de hogere bezetting is aanvullende financiering beschikbaar. Een deel van de bezetting is tijdelijk, waardoor de formatie in 2014 daalt naar 24,7 fte. Van de geraamde bezetting is 45% in tijdelijke dienst.
Begroting 2013-2016
Pagina 78
LURIS Begroting 2013-2016
Exploitatie (bedragen in k€) Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Interne (universiteit) baten Doelsubsidies OCW Baten onderwijs Onderzoeksbaten NWO/KNAW Onderzoeksbaten werk i.o.v. EU Onderzoeksbaten werk i.o.v. ov. derden Overige externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
944 0 102 0 0 0 0 578 496 2.120
931 0 0 0 0 0 0 0 1.657 2.588
931 0 100 0 0 0 0 686 1.160 2.877
923 0 0 0 0 0 0 0 1.541 2.464
913 0 0 0 0 0 0 0 1.398 2.311
904 0 0 0 0 0 0 0 1.411 2.315
894 0 0 0 0 0 0 0 1.422 2.316
1.525 191 16 6 0 1.739
2.065 110 25 0 0 2.200
1.893 131 33 25 0 2.082
2.059 85 25 0 0 2.169
1.946 85 25 0 0 2.056
1.961 85 25 0 0 2.071
1.974 85 25 0 0 2.084
2 38 47 205 0 292
3 34 106 245 0 388
2 30 81 91 167 371
7 34 94 160 0 295
7 34 94 120 0 255
7 34 94 109 0 244
7 34 94 97 0 232
2.031
2.588
2.453
2.464
2.311
2.315
2.316
89
0
424
0
0
0
0
Lasten Personele lasten Salaris & sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie personele voorzieningen Totaal personele lasten Materiële lasten Afschrijvingslasten Reis- & verblijfkosten Huisvestingslasten Overige materiële lasten Inkomensoverdrachten Totaal materiële lasten Totaal lasten Nettoresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn (bedragen in k€) Investeringen Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 0 0 175 0 0 0 0 0
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0 0 0 0 0 0
Voorzieningen (bedragen in k€) Voorzieningen Schuld vakantiedagen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 0 0 0 0 33 0 58 58
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0 0 0 58 58 58
Personeel in FTE (jaargemiddelde) OBP O&O OBP Student-assistent Totaal aantal FTE in eigen dienst
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 3,4 3,0 3,0 3,9 15,2 22,0 20,7 21,8 0,0 0,0 0,0 0,0 18,6 25,0 23,7 25,7
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 3,9 3,9 3,9 20,8 20,8 20,8 0,0 0,0 0,0 24,7 24,7 24,7
% OBP 1e geldstroom in vaste dienst % OBP 1e geldstroom in tijdelijke dienst
Begroting 2013-2016
55% 45%
Pagina 79
Studenten- en Onderwijszaken (SOZ) Studenten- en OnderwijsZaken (SOZ) levert binnen de Universiteit Leiden diensten en producten op het gebied van toelating, inschrijving en begeleiding van alle (internationale) studenten. Daarnaast is SOZ verantwoordelijk voor een groot aantal faciliteiten op het terrein van studenten en onderwijs. Het levert onder andere diensten op het gebied van: - inschrijving van (internationale) studenten - verstrekking van informatie over en ondersteuning bij de noodzakelijke stappen die moeten worden genomen voordat de internationale student naar Leiden komt - voorlichting aan studenten over studeren in het buitenland en beheer van fondsen en beurzen voor inkomende en uitgaande (internationale) studenten - de inning van collegegelden - advisering en begeleiding van studenten en intermediairs - advisering, begeleiding en ondersteuning studentenorganisaties - algemene universitaire voorzieningen op het terrein cultuur, sport en vrije tijd - huisvesting van (buitenlandse) studenten - functioneel beheer van een aantal studentensystemen Voor wat betreft algemene universitaire voorzieningen zijn de volgende universitaire diensten beleidsmatig en beheersmatig bij SOZ ondergebracht: - Admissions Office, Scholarships en International Relations - Studentenadministratie - Front Office studentenzaken - Housing Office (Leiden) - Functioneel Beheer - Studie- en studentenondersteuning - Universitair Studentencentrum Plexus en Universiteitswinkel - Universitair Sportcentrum (USC) - Hoger Onderwijs voor Ouderen (HOVO), Ombudsfunctionaris, Het Leids Universitair Weekblad (Mare), Studium Generale (SG) en LAK-Cursussen. De bezetting 2013 neemt af t.o.v. de prognose 2012 vanwege de afbouw van het LAK- theater, het niet meenemen van het Housing Office Den Haag in de begroting 2013, de overgang van het Visitor Centre naar Strategische Communicatie en Marketing en tenslotte de invulling van de algemene efficiencytaakstelling. De begrote bezetting past binnen de in 2012 vastgestelde normformatie. Overigens zal deze normformatie voor 2013 nog nader vastgesteld moeten worden. Het aandeel vast personeel komt uit op 81% in 2013. De afname van de baten in 2013 hangt met name samen met een daling van de universitaire bijdrage van SOZ van -/-M€ 0,7 t.o.v. de prognose 2012. Die daling wordt veroorzaakt door het wegvallen van eenmalige bijdragen in 2012 voor het Housing Office Den Haag en voor het project “studierendement door diversiteit”, door de overgang van het Visitor Centre, door een daling van een extra budget voor Functioneel Beheer en door de algemene efficiencytaakstelling van 1% per jaar. Ook de personele en materiële lasten nemen af in de planjaren, waardoor sprake is van een sluitende begroting voor SOZ.
Begroting 2013-2016
Pagina 80
Studenten- en Onderwijszaken (SOZ) Begroting 2013-2016
Exploitatie (bedragen in k€) Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Interne (universiteit) baten Doelsubsidies OCW Baten onderwijs Onderzoeksbaten NWO/KNAW Onderzoeksbaten werk i.o.v. EU Onderzoeksbaten werk i.o.v. ov. derden Overige externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
5.820 15 382 1 334 0 0 109 2.323 8.984
5.431 0 192 0 376 0 0 0 2.560 8.560
5.752 0 504 0 190 0 0 0 2.372 8.818
5.088 0 860 0 527 0 0 0 1.693 8.168
4.900 0 798 0 528 0 0 0 1.693 7.918
4.855 0 772 0 528 0 0 0 1.726 7.881
4.800 0 766 0 529 0 0 0 1.726 7.821
Personele lasten Salaris & sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie personele voorzieningen Totaal personele lasten
6.231 510 -109 30 0 6.662
5.931 388 50 20 0 6.389
6.124 378 50 20 0 6.572
5.827 379 92 20 0 6.317
5.535 397 92 20 0 6.044
5.520 402 92 20 0 6.033
5.506 407 92 20 0 6.025
Materiële lasten Afschrijvingslasten Reis- & verblijfkosten Huisvestingslasten Overige materiële lasten Inkomensoverdrachten Totaal materiële lasten
164 98 127 1.857 18 2.263
192 36 64 1.798 81 2.171
197 55 64 1.955 81 2.352
217 0 0 1.634 0 1.851
217 0 0 1.657 0 1.875
217 0 0 1.630 0 1.848
217 0 0 1.579 0 1.796
Totaal lasten
8.925
8.560
8.924
8.168
7.919
7.881
7.820
59
0
-106
0
0
0
0
Lasten
Nettoresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn (bedragen in k€) Investeringen Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 94 400 400 0 0 0 0 0
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0 0 0 0 0 0
Voorzieningen (bedragen in k€) Voorzieningen Schuld vakantiedagen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 0 0 0 0 169 0 189 209
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0 0 0 229 249 269
Personeel in FTE (jaargemiddelde) OBP O&O OBP Student-assistent Totaal aantal FTE in eigen dienst
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 0,6 0,0 0,0 0,0 105,9 102,2 111,1 98,9 0,0 0,0 0,0 0,0 106,5 102,2 111,1 98,9
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0,0 0,0 0,0 91,4 90,2 88,9 0,0 0,0 0,0 91,4 90,2 88,9
% OBP 1e geldstroom in vaste dienst % OBP 1e geldstroom in tijdelijke dienst
Begroting 2013-2016
81% 19%
Pagina 81
Vastgoed Het Expertisecentrum Vastgoed heeft als taakgebied het aanbieden van een optimale ruimtelijke infrastructuur aan faculteiten, instituten en ondersteunende diensten. Binnen het kader van het universitaire lange termijnbeleid wordt gestreefd naar een efficiënte en economische vastgoedportefeuille. De taken liggen op het gebied van het realiseren, beheren en onderhouden van het onroerend goed. De activiteiten omvatten het voorbereiden en uitvoeren van vastgoedtransacties en taken die samenhangen met het eigendom en gebruik, zoals heffingen en verzekeringen, milieuzorg, onderhoud, bewaking, groenonderhoud en energievoorziening. Tevens vinden er activiteiten plaats, die samenhangen met de planvorming en initiatieven inzake de gebiedsontwikkeling in de Leeuwenhoek, Nieuw Rhijngeest, Boerhaavegebied en de Sterrewachtlokatie. Een groot deel van de taken wordt in eigen beheer uitgevoerd, waarbij vastgoedmedewerkers de rol van opdrachtgever vervullen. Bij een aantal investeringsprojecten en de gebiedsontwikkeling wordt het expertisecentrum Vastgoed bijgestaan door externe deskundigen. De kosten hiervan worden verantwoord bij het werkbudget Huisvesting en het werkbudget Vastgoedontwikkeling. De uitvoering van het groenonderhoud is uitbesteed aan het UFB. Bij Vastgoed is uitgegaan van een bezetting voor 2013 en volgende jaren van 32,3 fte. In 2012 is door het College van Bestuur aan Vastgoed een structurele normformatie toegekend van 28,2 fte en een aandeel “flexibel” vastgesteld van 10%. De hogere bezetting wordt bekostigd door een deel van de personeelskosten door te belasten aan de activiteiten in het kader van de gebiedsontwikkeling en het project ‘nieuwbouw FWN’. In 2013 worden de kosten van 6,7 fte doorbelast. Hiermee is een bedrag gemoeid van k€ 509. Bij Vastgoed is het aandeel personeel met een vast dienstverband 94%.
Begroting 2013-2016
Pagina 82
Vastgoed Begroting 2013-2016
Exploitatie (bedragen in k€) Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Interne (universiteit) baten Doelsubsidies OCW Baten onderwijs Onderzoeksbaten NWO/KNAW Onderzoeksbaten werk i.o.v. EU Onderzoeksbaten werk i.o.v. ov. derden Overige externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2013 Q3 2013
Begroting Begroting Begroting 2013 2013 2013
2.265 0 0 0 0 0 0 0 458 2.723
2.236 0 0 0 0 0 0 0 494 2.730
2.236 0 494 0 0 0 0 0 0 2.730
2.217 0 509 0 0 0 0 0 0 2.726
2.192 0 511 0 0 0 0 0 0 2.703
2.172 0 514 0 0 0 0 0 0 2.686
2.147 0 514 0 0 0 0 0 0 2.661
2.207 120 88 -15 0 2.399
2.374 24 67 0 0 2.465
2.221 162 82 0 0 2.465
2.353 21 86 0 0 2.460
2.353 20 70 0 0 2.443
2.359 15 60 0 0 2.434
2.356 12 50 0 0 2.418
4 12 -2 254 0 269
6 12 0 247 0 265
6 12 0 247 0 265
6 13 0 247 0 266
6 13 0 241 0 260
6 13 0 233 0 252
6 13 0 224 0 243
2.668
2.730
2.730
2.726
2.703
2.686
2.661
55
0
0
0
0
0
0
Lasten Personele lasten Salaris & sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie personele voorzieningen Totaal personele lasten Materiële lasten Afschrijvingslasten Reis- & verblijfkosten Huisvestingslasten Overige materiële lasten Inkomensoverdrachten Totaal materiële lasten Totaal lasten Nettoresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn (bedragen in k€) Investeringen Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2013 Q3 2013 0 0 0 0 0 0 0 0
Begroting Begroting Begroting 2013 2013 2013 0 0 0 0 0 0
Voorzieningen (bedragen in k€) Voorzieningen Schuld vakantiedagen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2013 Q3 2013 0 0 0 0 0 0 0 0
Begroting Begroting Begroting 2013 2013 2013 0 0 0 0 0 0
Personeel in FTE (jaargemiddelde) OBP O&O OBP Student-assistent Totaal aantal FTE in eigen dienst
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2013 Q3 2013 0,0 0,0 0,0 0,0 29,8 32,3 30,1 32,3 0,0 0,0 0,0 0,0 29,8 32,3 30,1 32,3
Begroting Begroting Begroting 2013 2013 2013 0,0 0,0 0,0 32,3 32,3 32,3 0,0 0,0 0,0 32,3 32,3 32,3
% OBP 1e geldstroom in vaste dienst % OBP 1e geldstroom in tijdelijke dienst
Begroting 2013-2016
94% 6%
Pagina 83
Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL) Sinds 1 juli 2010 zijn alle universitaire bibliotheken m.u.v. de LUMC-bibliotheek samengegaan in de Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL). De met deze reorganisatie beoogde besparing van M€ 1 per jaar is in de begroting verwerkt. In afwachting van de realisatie van een nieuwe dakopbouw ten behoeve van de Asian Library ontvangt UBL een bijdrage van k€ 150 ter overbrugging van de extra kosten i.v.m. de gespreide huisvesting. Voorts is aan het budget structureel k€ 66 per jaar toegevoegd in verband met het functioneel beheer van het onderzoeksin-formatiesysteem dat door het Bestuursbureau is overdragen aan UBL. Het budget van UBL is daarnaast verhoogd met k€ 126 i.v.m. herinrichting van de studiezalen in de vestiging aan de Witte Singel. Omdat in het kader van het project Beheersing Kosten Infrastructuur (BKI) is afgesproken het totaal van de budgetten van de ondersteunende eenheden constant te houden, wordt de extra bijdrage naar rato omgeslagen over de budgetten van de ondersteunende eenheden en de werkbudgetten (m.u.v. het werkbudget huisvesting). Aan deze omslag draagt UBL zelf k€ 24 bij. In verband met de in het regeerakkoord 2010 aangekondigde maatregelen is in de periode 2013-2016 een bezuinigingsaanslag van cumulerend 1% in mindering gebracht van het financieel kader. Vervolgens is het kader bijgesteld met 0,374% i.v.m. de van OCW ontvangen suppletie ter compensatie van gestegen pensioenpremies. Na de opstelling van de Kadernota 2013-2016 is besloten een structurele bijdrage van k€ 108 per jaar beschikbaar te stellen voor de inrichting van een Library Learning Centre in Den Haag en een extra bijdrage van k€ 100 voor de jaren 2013-2017 ter dekking van de exploitatiekosten van Leiden University Press. Deze mutaties leiden voor de jaren 2013-2016 tot de onderstaande reeks universitaire bijdragen. Universitaire bijdrage Basisbekostiging Overbrugging i.v.m. locatie Arsenaal Functioneel beheer onderzoeksinformatiesysteem Bijdrage in extra kosten i.v.m. uitbreiding studiezalen Omslag extra bijdrage studiezalen cf. BKI-afspraken Omslag bezuiniging i.v.m. maatregelen regeerakkoord Bijstelling loonniveau 2011 i.v.m. ABP-premies Universitaire bijdrage in de Kadernota 2013-2016 Bijdrage t.b.v. Library Learning Centre in Den Haag Extra bijdrage t.b.v. Leiden University Press Universitaire bijdrage in de Begroting 2013-2016
B 2013 10.365 150 66 126 -24 -205 39 10.517 108 100 10.725
B 2014 10.365 150 66 126 -24 -232 39 10.490 108 100 10.607
B 2015 10.365 150 66 126 -24 -418 38 10.303 108 100 10.511
B 2016 10.365 150 66 126 -24 -534 38 10.187 108 100 10.395
De normatief vastgestelde formatie van UBL heeft een omvang van 112,6 fte (niveau 2012). De voor 2013 begrote personeelsbezetting bedraagt 114,8 fte. De overbezetting is toe te schrijven aan niet-geplaatst personeel, extern gefinancierd personeel, tijdelijk personeel bij vernieuwingsprojecten en niet tot de normformatie behorende medewerkers van Leiden University Press. Ook was bij de vaststelling van de normformatie nog geen rekening gehouden met de vestiging in Den Haag. Daardoor is de voor 2016 geraamde personeelbezetting van 11,2 fte ook hoger dan de voor dat jaar gestelde norm van 107 fte. Bij de normatieve vaststelling van de personeelsformatie is ook gestipuleerd, dat uit oogpunt van flexibiliteit minimaal 10% daarvan een tijdelijke aanstelling zou moeten hebben. In de begroting 2013 bedraagt dat percentage 15%.
Begroting 2013-2016
Pagina 84
Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL) Begroting 2013-2016
Exploitatie (bedragen in k€) Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Interne (universiteit) baten Doelsubsidies OCW Baten onderwijs Onderzoeksbaten NWO/KNAW Onderzoeksbaten werk i.o.v. EU Onderzoeksbaten werk i.o.v. ov. derden Overige externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
11.153 243 2.333 0 6 0 0 277 1.791 15.803
10.784 261 2.320 0 0 14 0 244 1.325 14.948
10.820 200 2.991 0 0 0 0 179 1.397 15.586
10.725 18 2.368 0 0 0 0 206 1.379 14.696
10.607 15 2.388 0 0 0 0 156 1.415 14.581
10.511 0 2.413 0 0 0 0 56 1.475 14.455
10.395 0 2.407 0 0 0 0 56 1.537 14.395
Personele lasten Salaris & sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie personele voorzieningen Totaal personele lasten
6.910 254 124 11 295 7.594
6.632 0 197 0 0 6.829
6.376 349 157 12 0 6.895
6.578 152 178 0 0 6.908
6.598 13 178 0 0 6.789
6.507 13 178 0 0 6.698
6.428 13 178 0 0 6.619
Materiële lasten Afschrijvingslasten Reis- & verblijfkosten Huisvestingslasten Overige materiële lasten Inkomensoverdrachten Totaal materiële lasten
56 42 149 7.506 121 7.874
157 40 100 7.822 0 8.119
70 31 238 7.749 0 8.088
110 40 68 7.570 0 7.788
167 40 68 7.517 0 7.792
167 40 68 7.482 0 7.757
167 40 68 7.501 0 7.776
15.468
14.948
14.983
14.696
14.581
14.455
14.395
336
0
604
0
0
0
0
Lasten
Totaal lasten Nettoresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn (bedragen in k€) Investeringen Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 127 900 144 1.001 571 230 809 216
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0 0 0 169 156 153
Voorzieningen (bedragen in k€) Voorzieningen Schuld vakantiedagen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 1.886 0 1.077 861 273 0 285 285
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 692 536 383 285 285 285
Personeel in FTE (jaargemiddelde) OBP O&O OBP Student-assistent Totaal aantal FTE in eigen dienst
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 77,2 76,7 71,7 74,1 41,7 39,8 40,6 40,7 0,0 0,0 0,0 0,0 118,9 116,5 112,3 114,8
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 74,9 74,5 72,9 39,9 38,6 38,3 0,0 0,0 0,0 114,8 113,1 111,2
% OBP 1e geldstroom in vaste dienst % OBP 1e geldstroom in tijdelijke dienst
Begroting 2013-2016
85% 15%
Pagina 85
ISSC Het expertisecentrum ICT Shared Service Centre (ISSC) is het ICT centrum van de universiteit. Het ISSC levert diverse producten en diensten op ICT gebied aan de faculteiten, expertisecentra, medewerkers en studenten. Werkplekdiensten In 2012 is begonnen met de uitrol van de nieuwe universitaire werkplekdienst gestart. Deze zal in 2013 verder worden uitgerold. In 2013 zal de focus dan ook voornamelijk liggen op implementatie van en migratie naar de nieuwe universitaire werkplekdienst voor de gehele Universiteit. Architectuur en dienstverlening In 2012 is met de implementatie van de nieuwe netwerkarchitectuur begonnen. Deze architectuur vormt de basis voor de toekomstige nieuwe werkplek en overige dienstverlening. Het vernieuwde dienstenpakket dat door Service Management is ontwikkeld is nu voor de hele universiteit beschikbaar. Aanvullende nieuwe diensten zijn in ontwikkeling met focus op ondersteuning van onderwijs en onderzoek. De projectmanagmentmethode van het ISSC is vernieuwd en wordt toegepast. Bedrijfsvoeringsytemen Begin 2013 zal het project SAP Infrastructuur worden afgerond. Voor de nieuwe universitaire website zal naar verwachting in 2013 een nieuw Content Management Systeem worden ingericht met bijbehorende infrastructuur. Tevens is de afdeling bedrijfsvoeringsystemen betrokken bij diverse BCI-projecten voor de technische implementatie. Infrastructuur In 2013 zal de vervanging van het netwerk worden afgerond. Het ontwerp van het nieuwe netwerk is gebaseerd op de huidige architectuurprincipes. Ook zal het in 2013 de standaardisering van een universiteitsbreed draadloos netwerk worden voltooid. In nauwe samenwerking met onze afnemers (faculteiten) zal het komende jaar de storage-faciliteiten op een niveau worden gebracht dat aansluit bij de wensen van de nieuwe werkplek en bij de eisen en wensen van onderzoek, onderwijs en bedrijfsvoeringsystemen. De virtuele server-omgeving zal verder worden uitgebreid en geoptimaliseerd. Het ISSC heeft een meerjarig sluitende begroting. Bij het ISSC is in de begroting uitgegaan van een bezetting voor 2013 van 113,4 fte. Dit aantal ligt boven de in 2012 door het College van Bestuur vastgestelde formatie (112,2 FTE) van het ISSC. Dit in verband met diverse grote projecten, met o.a. het project “nieuwe universitaire werkplekdienst”. Van het personeel is 6% in tijdelijke dienst. Dit percentage ligt onder de norm van 10%. Het ISSC werkt ernaar toe dat het aantal FTE in 2016 uitkomt op de vastgestelde formatie en dat dan ook de 10% norm voor tijdelijk personeel zal worden behaald.
Begroting 2013-2016
Pagina 86
ISSC Begroting 2013-2016
Exploitatie (bedragen in k€) Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Interne (universiteit) baten Doelsubsidies OCW Baten onderwijs Onderzoeksbaten NWO/KNAW Onderzoeksbaten werk i.o.v. EU Onderzoeksbaten werk i.o.v. ov. derden Overige externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
5.089 0 8.465 0 0 0 0 0 982 14.536
4.950 0 8.274 0 0 0 0 0 264 13.488
4.950 0 8.815 0 0 0 0 0 293 14.058
5.178 0 8.500 0 0 0 0 0 324 14.002
4.849 0 8.500 0 0 0 0 0 324 13.673
4.804 0 8.500 0 0 0 0 0 324 13.628
4.699 0 8.500 0 0 0 0 0 324 13.523
Personele lasten Salaris & sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie personele voorzieningen Totaal personele lasten
6.657 790 245 3 -50 7.645
6.901 422 180 0 37 7.540
6.987 959 216 0 37 8.199
7.118 600 194 0 37 7.949
6.905 400 194 0 37 7.536
6.810 400 194 0 37 7.441
6.686 400 194 0 37 7.317
Materiële lasten Afschrijvingslasten Reis- & verblijfkosten Huisvestingslasten Overige materiële lasten Inkomensoverdrachten Totaal materiële lasten
2.084 35 41 4.499 0 6.659
2.367 40 80 3.461 0 5.948
2.038 25 41 3.755 0 5.859
2.350 35 45 3.623 0 6.053
2.530 35 45 3.527 0 6.137
2.580 35 45 3.527 0 6.187
2.600 35 45 3.526 0 6.206
14.304
13.488
14.058
14.002
13.673
13.628
13.523
231
0
0
0
0
0
0
Lasten
Totaal lasten Nettoresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn (bedragen in k€) Investeringen Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 2.925 3.900 3.600 2.700 11 37 3 37
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2.700 2.700 2.700 37 37 37
Voorzieningen (bedragen in k€) Voorzieningen Schuld vakantiedagen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 3 0 37 37 217 0 217 217
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 37 37 37 217 217 217
Personeel in FTE (jaargemiddelde) OBP O&O OBP Student-assistent Totaal aantal FTE in eigen dienst
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 0,0 0,0 0,0 0,0 108,2 111,7 110,5 113,4 0,0 0,0 0,0 0,0 108,2 111,7 110,5 113,4
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0,0 0,0 0,0 110,0 108,0 106,0 0,0 0,0 0,0 110,0 108,0 106,0
% OBP 1e geldstroom in vaste dienst % OBP 1e geldstroom in tijdelijke dienst
Begroting 2013-2016
94% 6%
Pagina 87
Universitair Facilitair Bedrijf (UFB) Het begrotingsplan van het Universitaire Facilitair Bedrijf (UFB) voor het jaar 2013, aangevuld met de meerjarencijfers 2014-2016, is in lijn met het Strategisch Document UFB 2012-2016. De komende periode wordt gekenmerkt door enkele veranderingen aansluitend op het document ‘Strategisch op Koers’. Readers on line zal verder uitgerold worden en de onderwijsvoorzieningen zullen waar nodig en mogelijk uitgebreid worden met passende AV-apparatuur. Voor de rest bevindt het UFB zich in een relatieve steady state. Het begrote positieve resultaat 2013 komt uit op k€ 95. Dit resultaat is het saldo van een positief resultaat bij Catering en Copy en Print & Mail (CPM) en een tekort op het schoonmaakonderhoud. De positieve resultaten bij Catering en CPM worden verklaard door lagere exploitatiekosten, vooral vanwege uitgestelde vervangingsinvesteringen. In de exploitatiebaten van Catering en CPM werkt het effect door van beperkte prijsverhogingen. In het resultaat UFB 2013 werkt door een begroot tekort van k€ 245 op de universitaire bijdrage voor Schoonmaakonderhoud. De hogere schoonmaakkosten hangen samen met prijs- en volumeeffecten en deels met noodzakelijke intensivering ter borging van gestelde kwaliteitseisen. Het beschikbare budget is door VKI 1 al jaren gefixeerd op M€ 2,8. Het UFB heeft tijdelijk middelen vrijgespeeld ter aanvulling, die echter door de korting NFP jaarlijks teruglopen. In het najaar van 2013 zal een nieuwe aanbesteding plaatsvinden voor dit inkoopperceel. Tevens zal de buitenlandse postale dienstverlening in de eerste helft 2013 worden aanbesteed. De begrote investeringen 2013 bedragen k€ 760. Dit niveau overstijgt eerder afgegeven ramingen, waaraan uitgestelde investeringen 2012 debet zijn. Catering met o.a. de herinrichting van bedrijfsrestaurant Gorlaeuslaboratorium en inrichting bedrijfsrestaurant FCDH (Anna v. Bueren) neemt daarvan k€ 700 voor zijn rekening. De afschrijvingskosten zullen de komende jaren toenemen door gedane en toekomstige investeringen. Na een periode van personele krimp, is de personeelsbezetting vanaf het najaar 2009 licht toegenomen door ingebruikname van de Faculty Club en de oprichting van het facilitaire cluster voor de FCDH. Thans is sprake van een relatieve steady state in de personeelsbezetting. Uitgangspunt voor de vaststelling van de personele capaciteit is een optimale afstemming op de normale bedrijfsdrukte. Bij voorkomende piekbelasting, tijdelijke absentie wegens ziekte en verlof met de noodzaak tot vervanging wordt normaliter gebruik gemaakt van inhuur/uitzendkrachten. De in 2012 voor het UFB toegestane formatie is bepaald op 154,1 voor het jaar 2012, geleidelijk aan aflopend naar een aantal van 146,4 fte in 2016. Voor 2013 is een gemiddelde personele bezetting van 151,1 fte begroot. Voorzien is een daling van de bezetting met ingang van 2015 naar een aantal van 149,5 fte. Net als bij de overige ondersteunende diensten zal nog een besluit worden genomen over een geactualiseerde normformatie voor 2013 en volgende jaren. Van het personeel is 14% in tijdelijke dienst. Dit percentage voldoet aan de gestelde norm van minimaal 10%. Vanaf 2010 zijn management trainees in dienst getreden (HBO/FM) ter directe versterking van het middle management en de aanleg van een eigen kweekvijver met het oog op uitstroom en verwachte ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Het aandeel tijdelijk is hierdoor vergroot en tevens is daarmee beoogde verjonging gerealiseerd. In het HRM-beleid worden ook accenten gelegd op bevordering employability om beter en sneller op verandering te kunnen inspelen en op seniorenbeleid vanwege oprekking pensioengerechtigde leeftijd.
Begroting 2013-2016
Pagina 88
UFB Begroting 2013-2016
Exploitatie (bedragen in k€) Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Interne (universiteit) baten Doelsubsidies OCW Baten onderwijs Onderzoeksbaten NWO/KNAW Onderzoeksbaten werk i.o.v. EU Onderzoeksbaten werk i.o.v. ov. derden Overige externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
3.507 0 8.985 0 0 0 0 0 4.701 17.193
3.462 0 9.016 0 0 0 0 0 4.700 17.178
3.462 0 7.740 0 0 0 0 0 5.400 16.602
3.432 0 9.426 0 0 0 0 0 4.207 17.065
3.394 0 9.430 0 0 0 0 0 4.222 17.046
3.363 0 9.481 0 0 0 0 0 4.225 17.069
3.325 0 9.436 0 0 0 0 0 4.225 16.986
Personele lasten Salaris & sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie personele voorzieningen Totaal personele lasten
7.248 927 173 19 74 8.441
7.117 837 187 0 0 8.140
7.350 810 150 0 56 8.366
7.266 1.046 177 0 0 8.489
7.277 1.150 176 0 0 8.603
7.202 1.240 178 0 0 8.620
7.202 1.240 173 0 0 8.615
Materiële lasten Afschrijvingslasten Reis- & verblijfkosten Huisvestingslasten Overige materiële lasten Inkomensoverdrachten Totaal materiële lasten
360 7 2.953 4.697 0 8.017
375 14 2.840 5.599 0 8.827
340 10 2.950 4.741 0 8.041
426 10 3.138 4.906 0 8.481
411 13 3.149 4.846 0 8.419
357 13 3.147 4.847 0 8.364
326 13 3.154 4.853 0 8.346
16.458
16.967
16.407
16.970
17.022
16.984
16.961
735
210
195
95
25
85
25
Lasten
Totaal lasten Nettoresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn (bedragen in k€) Investeringen Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 68 1.030 580 760 106 0 75 0
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 265 110 110 0 0 0
Voorzieningen (bedragen in k€) Voorzieningen Schuld vakantiedagen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 24 0 5 5 268 0 268 268
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 5 5 5 268 268 268
Personeel in FTE (jaargemiddelde) OBP O&O OBP Student-assistent Totaal aantal FTE in eigen dienst
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 4,2 3,5 3,5 3,8 146,8 147,7 148,3 147,3 0,0 0,0 0,0 0,0 151,0 151,2 151,8 151,1
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 3,8 3,8 3,8 147,4 145,7 145,7 0,0 0,0 0,0 151,2 149,5 149,5
% OBP 1e geldstroom in vaste dienst % OBP 1e geldstroom in tijdelijke dienst
Begroting 2013-2016
86% 14%
Pagina 89
Begroting 2013-2016
Pagina 90
10 Werkbudgetten
Begroting 2013-2016
Pagina 91
Werkbudget Bestuurskosten Onder het werkbudget Bestuurskosten zijn budgetten ondergebracht van activiteiten die direct gerelateerd zijn aan het bestuur van de universiteit. Daarbij gaat het om posten zoals het honorarium en de representatiekosten van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht, lidmaatschappen (o.a. VSNU) en diverse bijdragen. De kosten liggen grotendeels vast op grond van vaste afspraken en overeenkomsten of zijn bepaald op basis van het uitgavenpatroon van de afgelopen jaren. Daarnaast wordt het budget aangesproken voor kosten als gevolg van specifiek en buitengewone opdrachten afgegeven door het College van Bestuur. Onderdeel van het werkbudget is een budget voor de financiering van sabbaticals voor decanen. Bij een bestuurstermijn langer dan drie jaar wordt een sabbatical toegekend van twee maanden per bestuursjaar, met een maximum van twaalf maanden. De financiering van de eerste zes maanden komt voor rekening van de faculteit, de rest wordt uit het werkbudget Bestuurskosten gefinancierd. Meerjarig is hiervoor een bedrag van k€ 166 beschikbaar. Voor het begrotingsjaar 2013 wordt met een sluitende exploitatie verwacht (2011: k€ 0). De bezetting van het bestuur is met 5,0 fte (2012: 5,0 fte) gelijk aan de normformatie en zal in de jaren 2014-2016 constant blijven. In het werkbudget is rekening gehouden met de in de Kadernota 2012 ingeboekte ombuigingstaakstelling van 5% in 2016. Daarbij gaat het om een bedrag van k€ 52 in 2013, oplopend naar een bedrag van k€ 134 in 2016.
Begroting 2013-2016
Pagina 92
Werkbudget Bestuurskosten Begroting 2013-2016 Exploitatie-overzicht bedragen in € 1.000 Baten Universitaire bijdrage Interne baten Externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
2.810 0 11 2.821
2.663 0 0 2.663
2.663 0 0 2.663
2.819 0 0 2.819
2.610 0 0 2.610
2.586 0 0 2.586
2.557 0 0 2.557
Personele lasten Salaris & sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie wachtgeldvoorziening Totaal personele lasten
641 345 89 2 0 1.076
785 0 0 0 0 785
785 0 0 0 0 785
880 0 0 0 0 880
685 0 0 0 0 685
685 0 0 0 0 685
685 0 0 0 0 685
Materiële lasten Afschrijvingslasten Reis-, verblijf- en representatiekosten Externe adviezen UR, LSR en verkiezingen Herdenkingen, prijzen, oraties en redes + WB Pedel Lidmaatschappen bestuur (incl. VSNU) Lokaal overleg Sabbaticals decanen Strategische conferentie Lustrum Academisch historisch museum Dienstverlening t.b.v. IIAS en Para's Cleveringastoel / Pieter Kooijmans leerstoel Onvoorzien Overige materiële lasten Inkomensoverdrachten (subsidies & bijdragen) Totaal materiële lasten
2 104 141 254 202 384 87 70 10 0 23 74 64 0 25 158 1.597
0 225 120 230 240 420 100 78 20 0 23 72 100 0 50 200 1.878
0 225 230 230 240 420 100 78 10 0 23 72 135 30 50 160 2.003
0 230 120 230 240 420 100 131 20 0 23 75 100 50 0 200 1.939
0 230 120 230 240 420 100 79 20 0 23 75 100 88 0 200 1.925
0 230 120 230 240 420 100 79 25 0 23 75 100 59 0 200 1.901
0 230 120 230 240 420 100 79 25 0 23 75 100 30 0 200 1.872
Totaal lasten
2.673
2.663
2.788
2.819
2.610
2.586
2.557
148
0
-125
0
0
0
0
Lasten
Exploitatieresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn bedragen in € 1.000 Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 0 0 0 0
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0 0 0
Personeel (in gemiddeld aantal FTE) OBP O&O OBP Student assistent Totaal
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 0,0 0,0 0,0 0,0 3,2 5,0 5,0 5,0 0,0 0,0 0,0 0,0 3,2 5,0 5,0 5,0
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0,0 0,0 0,0 5,0 5,0 5,0 0,0 0,0 0,0 5,0 5,0 5,0
Begroting 2013-2016
Pagina 93
Werkbudget Bedrijfsvoering Onder het werkbudget Bedrijfsvoering zijn budgetten ondergebracht voor de facilitaire taken gerelateerd aan een aantal universiteitsbrede aangelegenheden op het gebied van personeel, financiën en bedrijfsvoering, alsmede het budget ten behoeve van de ondersteuning van deze taken. Een onderdeel van de facilitaire taken is het Shared Services Center voor de financiële administratie van de universiteit (FSSC). De kosten van het FSSC worden op basis van vastgelegde afspraken doorbelast aan de faculteiten en eenheden. Naast het FSSC worden ook de facilitaire taken van de afdelingen P&O services, Functioneel Beheer en Dia uit het werkbudget bekostigd. Deze kosten worden niet doorbelast naar andere universitaire eenheden. De begroting 2013 is volledig in evenwicht bij een bezetting in 2013 van 71,7 fte (2012: 69,0 fte). De normformatie bedraagt 69,4 fte. De begrote bezetting van het FSSC is gelijk aan de streefformatie, bij de overige afdelingen wordt nog 2,3 fte bovenformatieve bezetting geraamd. In de meerjarenraming zal de bezetting geleidelijk afnemen tot in 2016 de vastgestelde streefformatie van 64,4 fte is bereikt. Met de geleidelijke daling wordt invulling gegeven aan een taakstellende bezuiniging van 5% op de bestaande budgetten van de faculteiten en ondersteunende eenheden. Daarbij wordt rekening gehouden met natuurlijk verloop. Verder wordt aangestuurd op een toename van de flexibiliteit in de organisatie door een uitbreiding van het aantal wisselplekken van 3 naar 6 fte in 2016. In totaal betreft 10% van de aanstellingen bij het Bestuursbureau een tijdelijke aanstelling. Het Bestuursbureau heeft ervoor gekozen de taakstellende bezuiniging van 5% niet toe te passen op het werkbudget Automatisering, maar deze te realiseren binnen het Werkbudget Bedrijfsvoering en de Concerntaak Bestuursbureau. Gelet hierop is de reeks van universitaire bijdragen van het werkbudget Bedrijfsvoering in de jaren 2012 tot en met 2016 naar beneden bijgesteld en overgeheveld naar het werkbudget Automatisering.
Begroting 2013-2016
Pagina 94
Werkbudget Bedrijfsvoering Begroting 2013-2016 Exploitatie-overzicht bedragen in € 1.000 Baten Universitaire bijdrage Interne baten Externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
8.311 2.631 150 11.092
6.637 2.431 0 9.068
6.637 2.485 125 9.260
6.556 2.502 0 9.058
6.351 2.486 0 8.837
6.269 2.466 0 8.735
6.252 2.446 0 8.698
Personele lasten Salaris & Sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Kosten ADSL-regeling Wervingskosten Kosten openbaarvervoer-regeling (20%) Bijdrage werknemersorganisaties Bijdrage arbeidsmarktmiddelen Bijdrage kinderopvang Afbouw ISIM/LUSM Uitvoeringskosten Raet Uitvoeringskosten VGM Uitstroomkosten/mobiliteit De Zijl Bedrijven Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie voorziening PEMBA Dotatie voorziening (gratificaties) Ambtsjubilea Dotatie wachtgeld/reorganisatievoorziening Totaal Personeelslasten
4.340 396 0 128 320 101 81 45 38 0 93 982 63 484 17 130 23 1.533 8.775
4.096 250 221 130 280 110 81 44 40 0 115 1.070 180 486 0 350 0 155 7.608
4.121 250 211 130 280 110 81 44 40 0 115 1.070 65 486 0 350 0 296 7.649
4.052 130 203 130 280 110 82 46 40 0 115 1.025 180 495 2 350 0 155 7.395
3.996 130 195 130 280 110 82 46 40 0 115 1.025 80 495 0 350 0 155 7.229
3.954 130 187 130 280 110 82 46 40 0 115 1.025 80 495 0 350 0 155 7.179
3.912 130 179 130 280 110 82 46 40 0 115 1.025 80 495 0 350 0 155 7.129
Materiële lasten Afschrijvingslasten Reis- & verblijfkosten Externe accountant Professionalisering & academisch leiderschap Leveranciersplatform Reprorecht/readers VSNU-bijdrage functie-ordenen Emancipatie-activiteiten Aansprakelijkheidsverzekering BV projecten Overige materiële lasten Inkomensoverdrachten Onvoorzien Totaal materiële lasten
450 41 5 336 72 260 2 3 37 594 614 228 0 2.641
17 13 60 448 100 218 20 50 50 299 185 0 0 1.460
17 13 86 556 100 218 20 5 50 329 185 17 15 1.611
17 18 65 431 100 250 20 50 50 430 185 0 47 1.663
17 18 65 400 100 250 20 50 50 406 185 0 47 1.608
17 18 65 400 100 250 20 50 50 354 185 0 47 1.556
17 18 65 400 100 250 20 50 50 367 185 0 47 1.569
11.416
9.068
9.260
9.058
8.837
8.735
8.698
-324
0
0
0
0
0
0
Lasten
Totaal lasten Exploitatieresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn bedragen in € 1.000 Investeringen Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 0 0 0 0 1.559 805 646 772
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0 0 0 669 652 660
Onttrekkingen uit voorzieningen Voorziening Centrale wachtgeldvoorziening Voorziening wachtgeldvoorz. Rapenburgcluster Voorziening Pemba Voorziening Regus Voorziening ambtsjubilea Totaal onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 1.141 300 -650 267 136 155 946 155 41 350 350 350 241 0 0 0 0 0 0 0 1.559 805 646 772
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 164 147 155 155 155 155 350 350 350 0 0 0 0 0 0 669 652 660
Personeel (in gemiddeld aantal FTE) OBP O&O OBP Student assistent Totaal
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 0,0 0,0 0,0 0,0 73,8 69,0 74,0 71,7 0,0 0,0 0,0 0,0 73,8 69,0 74,0 71,7
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0,0 0,0 0,0 68,2 66,2 64,4 0,0 0,0 0,0 68,2 66,2 64,4
Begroting 2013-2016
Pagina 95
Werkbudget Automatisering In het werkbudget worden de exploitatiekosten van de concernsystemen verantwoord. Daarbij gaat het onder andere om de concernsystemen SAP, Studielink, uSis, Planon, Metis, Docman, Blackboard, ULCN, ZRS en Tridion. De kosten voor vernieuwing aan systemen worden gefinancierd uit het Vernieuwingsfonds. De exploitatiekosten zijn gebaseerd op overeenkomsten met interne en externe leveranciers (zoals het ISSC en Blackboard-hosting Amsterdam) en licentiecontracten met leveranciers van software (zoals SAP, Cap en Oracle). Tevens worden voor de meeste systemen kosten begroot voor gebruikersopleidingen en inhuur van externe consultants voor aanpassingen aan het systeem die buiten de ICT-projecten kalender vallen. Voor de exploitatie van bedrijfssystemen is in 2013 een bedrag van k€ 4.574 geraamd, wat gelijk is aan de raming voor 2012. Meerjarig wordt een verlaging van de kosten naar k€ 4.374 geraamd als gevolg van lagere beheerskosten voor USIS. Het Bestuursbureau heeft ervoor gekozen de taakstellende bezuiniging van 5% niet toe te passen op het werkbudget Automatisering, maar deze te realiseren binnen het Werkbudget Bedrijfsvoering en de apparaatskosten van het Bestuursbureau. Gelet hierop is een deel van universitaire bijdragen van het Bestuursbureau en het werkbudget Bedrijfsvoering in de jaren 2012 tot en met 2015 overgeheveld naar het werkbudget Automatisering. In het werkbudget automatisering is een vast bedrag op genomen voor de uitvoering van een aantal ICT projecten. Voor het begrotingsjaar 2013 wordt aan dit bedrag éénmalig verdubbeld, ten behoeve van de realisatie van een aantal belangrijke verbeteringen. Verwachte prioriteiten in de projectenkalender zijn: - ontwikkeling en uitrol van de nieuwe universitaire werkplek. - invoering van de nieuwe universitaire website met een nieuw content management systeem; - invoering van Converis, het nieuwe onderzoek informatiesysteem ter vervanging van METIS; - infrastructurele verbeteringen (WiFi, mobility, ULCN, LU-Card); - diverse innovaties in de bedrijfsvoering (E-HRM, management rapportages, datawarehouse).
Begroting 2013-2016
Pagina 96
Werkbudget Automatisering Begroting 2013-2016 Exploitatie-overzicht bedragen in € 1.000 Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Interne baten Externe baten Totaal Baten Lasten Exploitatie SAP Exploitatie Studielink Exploitatie ISIS/USIS Exploitatie ULCN Exploitatie METIS Exploitatie Planon Exploitatie ZRS Exploitatie Docman Exploitatie Tridion Exploitatie Blackboard Exploitatie overige systemen ICT projecten (VNF) Licentiekosten SURF bijdrage Totaal lasten Exploitatieresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn bedragen in € 1.000 Investeringen
Begroting 2013-2016
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
8.049 0 40 18 8.107
4.574 1.000 0 0 5.574
6.496 0 0 0 6.496
5.574 1.000 0 0 6.574
4.439 1.000 0 0 5.439
4.439 1.000 0 0 5.439
4.439 1.000 0 0 5.439
796 150 1.594 602 70 124 30 160 212 440 235 2.792 152 131 7.488
746 140 1.535 517 85 70 39 108 207 503 368 1.000 126 130 5.574
746 140 1.535 517 85 70 39 108 207 503 368 1.922 126 130 6.496
746 140 1.535 517 85 70 39 108 207 503 368 2.000 126 130 6.574
746 140 1.400 517 85 70 39 108 207 503 368 1.000 126 130 5.439
746 140 1.400 517 85 70 39 108 207 503 368 1.000 126 130 5.439
746 140 1.400 517 85 70 39 108 207 503 368 1.000 126 130 5.439
618
0
0
0
0
0
0
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 0 0 20 0
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0 0 0
Pagina 97
Werkbudget Onderzoek & Onderwijs (O&O) Het werkbudget Onderzoek & Onderwijs omvat enkele qua aard uiteenlopende budgetten met als gemeenschappelijke noemer de bevordering van kwalitatief hoogwaardig onderwijs en onderzoek. Visitaties en accreditaties Ten laste van deze begrotingspost komen de kosten van kwaliteitszorg van onderwijs en onderzoek die op universitair niveau gemaakt worden. Voor het onderwijs betreft het de kosten die door de QANU in rekening worden gebracht in verband met visitaties bij Leidse opleidingen, alsmede de vergoeding die aan de NVAO moet worden betaald voor de (her)accreditatie die daaraan verbonden is. De kosten van onderzoeksvisitaties hebben betrekking op de externe visitatiecommissies die het onderzoek beoordelen in overeenstemming met het Standaard Evaluatie Protocol (SEP). In dat kader worden, voor zover relevant, door het CWTS bibliometrische analyses gemaakt. De kosten daarvan komen eveneens ten laste van dit budget. Zowel de onderwijs- als de onderzoeksvisitaties vinden in een 6-jarige cyclus plaats. De begrote kosten zijn afhankelijk van het visitatieschema. De verwachte kosten liggen in 2013 op hetzelfde niveau als in 2012 (k€ 930 respectievelijk k€ 925). In de jaren 2014 t/m 2016 worden significant lagere kosten verwacht. Het exploitatieresultaat van het werkbudget wordt sterk beïnvloed door deze fluctuaties en is afwisselend negatief (k€ 67 in 2013) en positief (k€ 319 in 2014). Honours College Het Honours College maakt samen met het Pre-University College en het University College deel uit van het Leidse excellentieonderwijs. De opstart- en ontwikkelingskosten van het Honours College worden tot en met 2013 gedekt uit een subsidie van M€ 1,9 die uit het landelijk Siriusprogramma is verkregen. In deze periode wordt de universiteit geacht eenzelfde bedrag te matchen. De in de begroting geraamde externe baten nemen in omvang af door de beëindiging van de Sirius subsidie voor het Honours College. Buitenlandse instituten De Universiteit voert het beheer over buitenlandse instituten in Cairo, Ankara, Istanbul, Damascus, Beiroet en Amman. Hiervoor wordt subsidie verkregen van het ministerie van OCW. Het instituut Cairo ontvangt ook subsidies van andere universiteiten. In 2013 wordt de bijdrage van OCW aan de instituten in Syrië en Libanon beëindigd. De instituten zijn in de loop van 2012 gesloten en met ingang van 2013 opgeheven. Door de opheffing neemt de omvang van het werkbudget in 2013 af met k€ 597. De geraamde bezetting van 6,0 fte heeft betrekking op het personeel werkzaam bij de buitenlandse instituten en neemt door de opheffing van de instituten in Syrië en Libanon af met 3,5 fte.
Begroting 2013-2016
Pagina 98
Werkbudget Onderzoek & Onderwijs Begroting 2013-2016 Exploitatie-overzicht bedragen in € 1.000 Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Doelsubsidies OCW Interne baten Externe baten Mutatie OHW Totaal Baten
Realisatie Begroting 2011 2012
Prognose Begroting 2012 Q3 2013
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
2.287 215 559 141 1.122 83 4.407
2.428 100 0 0 732 0 3.260
2.596 100 587 20 257 0 3.560
2.200 100 603 0 345 0 3.248
1.543 170 388 0 349 0 2.450
1.523 170 155 0 349 0 2.197
1.498 170 0 0 349 0 2.017
Personele lasten Salaris & Sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie wachtgeldvoorziening Totaal personele lasten
735 588 169 4 0 1.495
697 0 0 0 0 697
697 0 0 0 0 697
490 500 0 0 0 990
490 0 0 0 0 490
490 0 0 0 0 490
490 0 0 0 0 490
Materiële lasten Visitaties en accreditatie - onderwijs Visitaties en accreditatie - onderzoek Internationaliseringskosten beleid Buitenlandse instituten Sirius-programma Honours College Overige materiële kosten projecten (VNF) Interne advieskosten Totaal materiële lasten
115 64 0 1.341 575 215 23 2.333
620 255 20 1.481 538 100 25 3.039
430 232 20 1.301 670 268 25 2.946
476 80 20 915 430 287 50 2.258
80 105 20 915 184 257 50 1.611
200 135 20 915 155 247 50 1.722
85 125 20 915 0 247 50 1.442
Totaal lasten
3.829
3.736
3.643
3.248
2.101
2.212
1.932
578
-476
-83
0
349
-15
85
Lasten
Exploitatieresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn bedragen in € 1.000 Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting 2011 2012 0 0
Prognose Begroting 2012 Q3 2013 0 0
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0 0 0
Personeel (in gemiddeld aantal FTE) OBP O&O OBP Student assistent Totaal
Realisatie Begroting 2011 2012 0,0 0,0 10,1 9,5 0,0 0,0 10,1 9,5
Prognose Begroting 2012 Q3 2013 0,0 0,0 9,3 6,0 0,0 0,0 9,3 6,0
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0,0 0,0 0,0 6,0 6,0 6,0 0,0 0,0 0,0 6,0 6,0 6,0
Begroting 2013-2016
Pagina 99
Werkbudget Strategische Communicatie en Marketing (SCM) Onder het Werkbudget Strategische Communicatie en Marketing (SC&M) zijn zowel personele (facilitaire taken) als materiële budgetten ondergebracht voor activiteiten die direct gerelateerd zijn aan marketing en in- en externe communicatie activiteiten, waarbij strategie en uitvoering gebundeld worden. De directie SC&M wordt gefinancierd uit twee budgetten. De concerntaken Corporatie Communicatie en Marketing plus directie en staf/secretariaat zijn ondergebracht bij het Bestuursbureau. De facilitaire taken Communicatieservices en Evenementenbureau zijn ondergebracht bij het werkbudget SC&M. De onderdelen binnen het werkbudget zijn Corporate communicatie, werving (Ba, Ma, internationaal), integratie, samenwerking en afstemming met de marketing- en communicatiemedewerkers bij de faculteiten, relatiemanagement met de voor de universiteit relevante partijen en inzet van middelen (drukwerk, evenementen, advertenties, enz.). De begroting 2013 is volledig in evenwicht bij een bezetting van 14,9 fte (2012: 13,1). De bezetting is lager dan de normformatie: bij de reorganisatie van SC&M is een groeimodel opgezet, waarbij uitbesteding geleidelijk wordt vervangen door eigen personeel. Zodoende wordt in meerjarenbegroting de bezetting uitgebreid naar de afgesproken streefformatie in 2016 van 16,2 fte. Het aandeel tijdelijk personeel bij het Bestuursbureau bedraagt 10%.
Begroting 2013-2016
Pagina 100
Werkbudget Strategische Communicatie en Marketing (SCM) Begroting 2013-2016 Q3 Exploitatie-overzicht bedragen in € 1.000 Baten Universitaire bijdrage Universitaire bijdrage Vernieuwingsfonds Interne baten Externe baten Totaal Baten
Realisatie Begroting 2011 2012
Prognose Begroting 2012 Q3 2013
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
3.000 0 60 103 3.163
2.962 0 0 0 2.962
3.462 0 0 0 3.462
3.056 0 0 0 3.056
3.023 0 0 0 3.023
2.997 0 0 0 2.997
2.964 0 0 0 2.964
Personele lasten Salaris & sociale lasten Inhuur personeel Overige personele lasten Mutatie schuld vakantiedagen Dotatie wachtgeldvoorziening Totaal personele lasten
727 545 22 5 0 1.299
779 0 0 0 0 779
779 0 0 0 0 779
901 500 10 0 0 1.411
937 500 10 0 0 1.447
967 500 10 0 0 1.477
997 500 10 0 0 1.507
Materiële lasten Communicatie & werving (algemeen) Wetenschapsvoorlichting Werving Bachelor/Master Studielijn Internationale werving Overige materiële kosten projecten (VNF) Totaal materiële lasten
233 133 1.239 114 152 0 1.871
539 120 1.150 159 215 0 2.183
539 120 1.150 159 215 500 2.683
562 115 607 154 207 0 1.645
545 110 573 148 200 0 1.576
543 105 543 140 189 0 1.520
532 100 505 140 180 0 1.457
Totaal lasten
3.170
2.962
3.462
3.056
3.023
2.997
2.964
-7
0
0
0
0
0
0
Lasten
Exploitatieresultaat
Uitgaven die geen lasten zijn bedragen in € 1.000 Onttrekkingen uit voorzieningen
Realisatie Begroting 2011 2012 0 0
Prognose Begroting 2012 Q3 2013 0 0
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0 0 0
Personeel (in gemiddeld aantal FTE) OBP O&O OBP Student assistent Totaal
Realisatie Begroting 2011 2012 0,0 0,0 12,7 13,1 0,0 0,0 12,7 13,1
Prognose Begroting 2012 Q3 2013 0,0 0,0 13,9 14,9 0,0 0,0 13,9 14,9
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0,0 0,0 0,0 15,5 16,0 16,2 0,0 0,0 0,0 15,5 16,0 16,2
Begroting 2013-2016
Pagina 101
Werkbudget Studenten- en Onderwijszaken (SOZ) Binnen dit werkbudget zijn de volgende producten te onderscheiden, waar zowel kosten als ook – waar relevant – baten worden begroot. -
Huisvesting in Leiden van (buitenlandse) studenten. Diverse activiteiten voor/van studenten (zoals de LSR-onderwijsprijs, de WO-monitor, hulp aan en begeleiding van studenten). Regelingen voor financiële ondersteuning van studenten. Beurzenprogramma’s voor buitenlandse studenten. Materiële lasten in verband met inschrijving en informatie studenten.
Voornaamste wijzigingen in 2013 t.o.v. de prognose 2012 (Q3) betreffen de afname van de externe beurzenprogramma’s en het buiten de begroting 2013 van SOZ plaatsen van de huisvesting van (internationale) studenten te Den Haag. De begroting is meerjarig in evenwicht.
Begroting 2013-2016
Pagina 102
Werkbudget Studenten- en Onderwijszaken Begroting 2013-2016 Exploitatie-overzicht (bedragen in k€) Baten Universitaire bijdrage Bijdrage Vernieuwingsfonds Interne baten Doelsubsidies OCW Huurinkomsten huisvesting (buitenlandse) studenten Ontvangen gelden voor beurzen Overige externe baten Totaal Baten Lasten Afschrijvingslasten Reis- & verblijfkosten Kosten huisvesting (buitenlandse) studenten Kosten buitenlandse instituten Regeling financiële ondersteuning studenten Overige kosten ondersteuning studenten Leiden University Excellence Scholarships (LEXS) Outbound Study Grants Externe beurzenprogramma's Overige materiële lasten Totaal lasten Exploitatieresultaat
Begroting 2013-2016
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
1.799 17 90 0 2.269 6.076 352 10.602
1.790 0 0 0 2.128 2.400 190 6.508
1.825 0 -83 0 2.736 1.600 240 6.318
1.774 0 -266 0 2.275 940 592 5.315
1.754 0 -246 0 2.275 940 592 5.315
1.738 0 -230 0 2.275 940 592 5.315
1.719 0 -211 0 2.275 940 592 5.315
1 68 2.364 0 978 287 481 120 6.062 194 10.555
0 0 2.228 0 793 191 700 150 2.400 47 6.507
0 25 2.934 0 942 181 550 100 1.539 47 6.318
0 0 2.387 0 793 145 700 150 940 200 5.315
0 0 2.387 0 793 145 700 150 940 200 5.315
0 0 2.387 0 793 145 700 150 940 200 5.315
0 0 2.387 0 793 145 700 150 940 200 5.315
47
0
0
0
0
0
0
Pagina 103
Werkbudget Huisvesting De begroting 2013-2016 voor huisvesting is tot stand gekomen op basis van een actualisatie van de bij de Kadernota 2013-2016 geactualiseerde gegevens ten behoeve van het Meerjarenbeleidsplan (MBP) Huisvesting 2010-2025. Met behulp van het hiervoor ontwikkelde model worden de exploitatie- en kaseffecten van het vastgoed voor de komende 15 jaar doorgerekend en worden de effecten op de kaspositie, het beroep op externe financiering en de exploitatie van de gehele universiteit zichtbaar gemaakt. Het MBP wordt 2 keer per jaar geactualiseerd. Het aan de ramingen ten grondslag liggende investeringsplan voor de komende jaren wordt in grote lijnen bepaald door de voorbereiding en uitvoering van de 1e fase van de nieuwbouw van de Bèta-campus van de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen. Naar verwachting zal in 2013 worden gestart met de bouw van de eerste fase en zal de 1e fase van de beoogde nieuwbouw in de loop van 2015 worden afgerond. Andere grote investeringen zijn in de komende 4 jaar gemoeid met de aanpassingen in de huisvesting in Den Haag: nieuwbouw van een onderwijs- en studentenhuisvestingscomplex voor het LUCTH op het Anna van Buerenplein, de renovatie van het P.J.Veth gebouw in de Nonnensteeg en wordt er geïnvesteerd in de Universiteitsbibliotheek. Voor de komende 4 jaar is in totaliteit een bedrag aan investeringen begroot van bijna M€ 135 (inclusief toegerekende bouwrente). Daarvan heeft ongeveer M€ 96 (exclusief bouwrente) betrekking op de nieuwbouw FWN. In 2012 is de renovatie van het pand aan de Schouwburgstraat in Den Haag afgerond en voor het eind van 2012 zal de verplaatsing van de sportvelden en de renovatie van het universitair sportcentrum gereed zijn.. De asbestproblematiek blijft onverminderd actueel en zorgt al een aantal jaren voor extra kosten. In de afgelopen jaren hebben zich al een aantal malen asbestproblemen voorgedaan en zijn diverse asbestsaneringen uitgevoerd in het Gorlaeus- en Sylviuscomplex en het Pieter de la Courtgebouw. In 2009 is vanwege de asbestperikelen besloten om de voorziening asbestverwijdering op te hogen met een bedrag van M€ 4,5. Dit budget zal in de komende jaren worden uitgeput. Naast de herberekening van de afschrijvingslasten op grond van de geactualiseerde investeringen zijn in vergelijking met de baten en lasten, die ten grondslag liggen aan de ramingen in de Kadernota 2013-2016, alle andere kostenposten uit het werkbudget tegen het licht gehouden. Bij de raming van afschrijvingslasten is rekening gehouden met de versnelde afschrijving van een aantal bij FWN te slopen panden. Met de sloopkosten van deze panden is in de raming van de huisvestingslasten in 2015 en 2015 nog geen rekening gehouden. De energielasten zijn voor de komende jaren begroot op een bedrag van circa M€ 7,2. De energielasten komen wat lager uit dan de realisatie 2011 en de prognose 2012. Dit komt vooral door het via een Europese Aanbesteding goedkoper kunnen inkopen van elektriciteit. De in het kader van de begroting 2012 toegevoegde bedragen voor de begrote leegstand bij de studentenwoningen in Den Haag zijn weer uit de universitaire bijdragen gehaald. Dit in verband met het besluit om alle activiteiten op het gebied van studentenhuisvesting met ingang van 1 september 2012 te concentreren bij het Housing Office van het expertisecentrum Studenten- en Onderwijszaken Daarnaast zijn er bij het werkbudget verschuivingen aangebracht in de reeks van universitaire bijdragen en is per saldo een bedrag van k€ 263 aangevuld om uit te komen op in alle jaren op nul sluitende exploitatie. In 2016 neemt de universitaire bijdrage met ruim M€ 4 toe. De toename hangt samen met de stijging van de afschrijvingslasten en toenemen van de heffingen als gevolg van de nieuwbouw FWN.
Begroting 2013-2016
Pagina 104
Werkbudget Huisvesting Begroting 2013-2016 Exploitatie-overzicht (bedragen in k€) Baten Universitaire bijdrage Bijdrage Vernieuwingsfonds Interne baten Externe baten verhuur Vrijval egalisatiereserve doelsubsidie OCW Externe baten verhuur studentenwoningen Totaal Baten
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
32.527 384 219 2.983 0 0 36.112
33.689 0 147 2.026 370 802 37.034
34.439 0 722 2.122 370 123 37.776
34.199 0 0 2.190 370 1.723 38.482
33.915 0 0 2.189 370 2.867 39.341
33.647 0 0 2.189 370 2.867 39.073
37.935 0 0 2.189 370 2.867 43.361
15.641 0 1.994 2.487 7.524
16.323 0 1.608 2.622 7.964 1.650 5.150 569 355 325 830 0 -700 0 1.086 37.782
16.599 0 1.919 2.562 7.184 2.000 4.950 594 290 338 423 0 0 -100 1.723 38.482
16.136 0 2.037 2.520 7.186 2.000 4.950 594 290 338 423 0 0 0 2.867 39.341
16.171 0 1.711 2.532 7.197 2.000 4.950 594 290 338 423 0 0 0 2.867 39.073
19.918 0 1.711 3.073 7.197 2.000 4.950 594 290 338 423 0 0 0 2.867 43.361
-6
0
0
0
0
Lasten Afschrijvingslasten Afboekingen Huur en erfpacht gebouwen Heffingen Energie Onderhoudslasten op contractbasis Overige onderhoudslasten Verzekeringen Groenonderhoud Bewaking gebouwen Overige huisvestingslasten Incidentele huisvestingslasten (sloopkosten) Dotatie voorziening Asbest Dotatie voorziening DUWO Kosten verhuur studentenwoningen Totaal lasten
41.122
15.226 0 1.592 2.622 8.095 1.850 4.950 569 290 338 423 0 0 0 1.079 37.034
Exploitatieresultaat
-5.010
0
8.180
1.667 3.629
Investeringen (bedragen in k€) Hortus kassencomplex Reuvensplaats Sterrewacht PJ Veth UBL projecten Singelprojecten - renovatie Entreegebied PdlC, inclusief parkeergarage Sportcomplex Sylvius - 2e verdieping Tijdelijke huisvesting i.v.m. NEcen (Gorlaeus) Nieuwbouw Bèta Campus FWN (fase 1) Nieuwbouw Bèta Campus FWN (fase 2) Nieuwbouw Bèta Campus FWN (fase 3) Den Haag - Casuariestraat Den Haag - Overige Projecten in afronding Lopende projecten Projecten mandaat vastgoed Lumpsum - activeerbaar onderhoud Lumpsum - niet benoemde investeringen Lumpsum - planingsoptimisme Totaal investeringen exclusief bouwrente Bouwrente Totaal investeringen
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 20 1.500 1.581 569 -72 2.454 0 100 5.074 0 -67 0 500 100 3.000 164 0 933 2.415 0 0 1.950 1.708 1.405 1.856 0 297 5.178 4.917 50 85 0 0 2.306 0 111 0 3.952 20.200 3.477 28.300 0 0 300 0 0 0 4.577 3.419 6.213 -319 -3.384 1.091 770 3.012 516 0 367 0 152 3.740 17 0 1.984 0 3.090 4.164 0 0 70 0 0 0 97 -1.600 0 -6.200 17.293 37.972 23.365 37.508 818 1.681 752 1.348 18.111 39.653 24.117 38.856
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 0 0 0 975 2.400 0 0 0 0 1.400 0 0 1.000 1.275 0 1.000 1.000 1.000 0 0 0 0 0 0 0 1.325 1.285 0 0 0 31.000 27.000 4.073 500 1.000 2.500 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 406 500 850 1.300 1.600 2.000 1.000 1.000 2.000 -2.500 0 3.500 36.081 37.100 17.208 2.500 2.400 473 38.581 39.500 17.681
Uitgaven die geen lasten zijn (bedragen in k€) Uitgaven uit voorziening (Asbest)
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 0 880 1.600 491
Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 527 1.915 93
Begroting 2013-2016
Pagina 105
11 Vastgoedontwikkeling De opbrengsten uit verkoop van onroerend goed en grondexploitatie en de daarmee verbonden kosten worden verantwoord binnen het werkbudget Vastgoedontwikkeling. Bij het werkbudget Vastgoedontwikkeling worden de verkopen van universitaire gebouwen zichtbaar gemaakt, alsmede de baten en lasten van de gebiedsontwikkeling in Nieuw Rhijngeest Zuid, Leeuwenhoek en de Sterrewachtlokatie. Het streven is erop gericht om jaarlijks, zowel in de exploitatie als in de kasstroom, positieve resultaten te behalen. Met het oog hierop worden de kosten van infrastructurele investeringen, het bouwrijp maken van de uit te geven kavels en de inhuur van externe deskundigen zodanig afgestemd op de verwachte opbrengsten uit verkoop en de in erfpacht uit te geven kavels, dat er geen negatieve resultaten in de exploitatie en op de liquiditeitspositie ontstaan. De investeringen in vastgoedontwikkeling worden mede gefinancierd uit de verkoop van panden en grondtransacties. De opbrengsten van de uitgifte van kavels in erfpacht worden geactiveerd en gespreid over de overeengekomen erfpachtperiode. De baten uit de verkoop van grond ten behoeve van commerciële woningbouw en de verkoop van universitaire panden worden volledig in het jaar van realisatie verantwoord. De boekwaarde op de verkochte panden en de voor commerciële woningbouw uitgegeven grond worden in één keer in de exploitatie verantwoord. Door deze wijze van verantwoorden ontstaan er verschillen tussen de daadwerkelijke kasstromen en de realisatie van baten en lasten. In de periode 2013-2016 wordt een positief exploitatieresultaat begroot van M€ 6. In dezelfde periode wordt er vanuit de activiteiten in het kader van de gebiedsontwikkeling een positieve bijdrage geleverd aan de universitaire liquiditeitspositie van circa M€ 14. De financiële effecten die samenhangen met de activiteiten in het kader van vastgoedonwikkeling maken onderdeel van het rekenmodel dat ten grondslag ligt aan het Meerjarenbeleidsplan Huisvesting 2010-2025. Met behulp van dit model worden de exploitatie- en kaseffecten van het vastgoed voor de komende 15 jaar twee keer per jaar doorgerekend en worden de effecten op de totale kaspositie, het beroep op externe financiering en de exploitatie van de gehele universiteit zichtbaar gemaakt. De prognose van de verwachte opbrengsten uit de gebiedsontwikkeling en hiermee samenhangende lasten zijn met de nodige onzekerheden omgeven. Deze onzekerheden zijn als gevolg van de economische recessie toegenomen. Gelet hierop zijn de ramingen van de baten en lasten voor de komende jaren met hantering van het voorzichtigheidsprincipe begroot. Mede onder invloed van de financiële crisis zijn een aantal voor 2012 begrote verkopen uitgesteld. In het jaar 2012 zijn 2 erfpachtuitgifte gedaan en zijn er geen panden verkocht. Vanwege de vertraagde verkooptransacties zijn tegelijkertijd de uitgaven in 2012 in vastgoedontwikkelingsactiviteiten enigszins getemporiseerd. In de begroting 2013-2016 is rekening gehouden met de verkoop van de panden Pathologie, het Clusius en de verkoop van grond aan de Sterrewachtlaan. Daarnaast is rekening gehouden met de verkoop van een aantal kavels (voor een groot deel uitgifte in erfpacht) in het Boerhaavekwartier (Anatomie) en nieuw Rhijngeest Zuid.
Begroting 2013-2016
Pagina 106
Vastgoedontwikkeling Begroting 2013-2016 Exploitatie-overzicht (bedragen in k€) Baten Opbrengsten uit erfpacht (gepassiveerd) - reeds uitgegeven Opbrengsten uit erfpacht (gepassiveerd) - nog uit te geven Opbrengsten uit verkoop Opbrengsten uit verhuur Overige baten Totaal Baten Lasten (materieel) Afschrijving op calc kp - reeds uitgegeven kavels Afschrijving op calc kp - nog uit te geven kavels Afboeken boekwaarde gebouwen en calc kp Overige lasten Totaal lasten Exploitatieresultaat
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013
Begroting Begroting Begroting 2013 2013 2013
0 0 0 0 1.261 1.261
240 32 8.692 75 0 9.039
430 0 0 0 257 687
429 107 7.000 130 0 7.666
429 220 0 110 0 759
429 283 0 126 0 838
429 368 2.700 175 0 3.672
180 0 0 3 183
171 20 4.305 0 4.496
181 0 0 27 208
180 30 5.721 0 5.931
180 56 0 0 236
180 86 0 0 266
180 103 239 0 522
1.079
4.543
479
1.735
523
572
3.150
Ontvangen afkoopsommen erfpacht (bedragen in k€) Ontvangen afkoopsommen erfpacht
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 0 2.210 5.948 1.600
Begroting Begroting Begroting 2013 2013 2013 10.356 4.361 5.993
Investeringen (bedragen in k€) Investeringen grondexploitatie
Realisatie Begroting Prognose Begroting 2011 2012 2012 Q3 2013 1.301 3.147 1.900 3.297
Begroting Begroting Begroting 2013 2013 2013 1.308 3.110 10.708
Begroting 2013-2016
Pagina 107
12 Deelnemingen Inleiding De consolidatiekring van de Universiteit bestaat uit meerderheidsdeelneming Libertatis Ergo Holding B.V. (LEH B.V.) en de Beheerstichting Fondsen Universiteit Leiden, waarin de universiteit beslissende zeggenschap heeft. In de begroting 2013-2016 worden alleen de meerderheidsdeelnemingen in de exploitatie meegenomen als “resultaat deelnemingen”. Voorzien wordt een jaarlijks resultaat uit deelnemingen van M€ 0,1. Meerderheidsdeelnemingen Libertatis Ergo Holding B.V. is een 100% deelneming van de universiteit. De holding is opgericht in 1996. Doel van de holding is om bedrijfsmatige activiteiten van de universiteit te stimuleren en faciliteren. De werkzaamheden van de B.V. richten zich op de onder de LEH B.V. vallende werkmaatschappijen. Onder de holding vallen de volgende B.V.’s: - Archol B.V. (derde geldstroomonderzoek van de faculteit Archeologie; - Centrum voor Wetenschaps- en Technologie Studies B.V. (CWTS); - Job Motion B.V. (uitzendbureau); - Plato B.V.; - LEH Pre-seed B.V.. Hiernaast is er sprake van een aantal minderheidsdeelnemingen. De directeur van LURIS is benoemd tot directeur van de holding. Tabel – Exploitatie LEH B.V. (bedragen in M€)
LEH B.V. Omzet Lasten Resultaat LEH B.V.
Begroting 2013-2016
JR 2011 9,1 8,6 0,5
B 2012 7,7 7,7 0,0
P 2012 10,0 9,5 0,5
B 2013 9,0 8,9 0,1
B 2014 9,0 8,9 0,1
B 2015 9,0 8,9 0,1
B 2016 9,0 8,9 0,1
Pagina 108
Begroting 2013-2016
Pagina 109
Bijlage 1 Aandeel universiteit Leiden in Rijksbijdrage OCW Bedragen in € 1.000 Gewogen inschrijvingen Gewogen graden Inschrijvingen + graden (gewogen) Tarief inschrijvingen (in €) Verdeeld o.b.v. inschrijvingen/graden Afbouw niet-EER-bekostiging Extra bijdrage profileringsfonds Instituten in het buitenland Bijdrage Remonstrantse Broederschap Toewijzing t.b.v. joint degrees Extra instroom geneeskunde Duurzame geesteswetenschappen Bijdrage priogramma ENCOMPASS Sectorplan natuur- en scheikunde BaMa-compensatie 2003-2011 Overige posten Onderwijsopslag (bedragen) Onderwijsopslag (percentages) ONDERWIJSDEEL
Landelijk totaal 197.534 82.076 279.610 €3.439 961.533 8.076 2.209 34.448 2.809 270 4.341 15.771 354 2.143 7.104 11.111 88.636 471.278 1.521.447
Model toewijzing 15.184 6.249 21.433 €3.439 73.701 643 221 915 0 20 434 1.906 253 259 1.257 0 5.908 45.874 125.483
Aandeel in landelijk
122.534 €2.131 261.171 3.775 €94.438 356.456
7,52%
21,57% 15,73% 10,48% 13,65% 8,63% 8,80%
7,66% 7,96% 10,00% 2,66% 0,00% 7,41% 10,00% 12,09% 71,47% 12,09% 17,69% 0,00% 6,67% 9,73% 8,25%
Aantal graden (gewogen) Tarief graden onderzoek (in €) Verdeeld o.b.v. graden Aantal promoties (gewogen) Tarief promoties Verdeeld o.b.v. promoties Astronomie (NOVA) Katalyse (NIOK) Genetica (CBG) Toponderzoekscholen Internationaal onderzoek (w.o. ASC) Sectorplan natuur- en scheikunde Onderzoekopslag (bedragen) Onderzoekopslag (percentages) ONDERZOEKDEEL
27.352 18.090 11.866 29.956 1.010.828 1.685.764
9.217 €2.131 19.645 334 €94.438 31.542 5.136 235 530 5.901 2.845 1.243 4.088 87.229 148.405
TOTAAL MODELTOEWIJZING
3.207.211
273.888
8,54%
-7.104
-1.257
17,69%
81.038 37.004 118.042 4.371
6.877 3.084 9.961 201
8,49% 8,33% 8,44% 4,61%
3.322.520
282.793
8,51%
Af: BaMa-compensatie (geen baten) Prestatiebekostiging Voorwaardelijke kwaliteitsmiddelen Profileringsmiddelen (competitie) Totaal prestatiebekostiging Subsidieregeling 2e graden TOTAAL RIJKSBIJDRAGE 2013
Begroting 2013-2016
7,52% 8,85% 8,85%
Pagina 110
Bijlage 2 Tarieven collegegeld Instellingscollegegeld voor EER- studenten 1 Academisch jaar
2013/2014
Toelichting
Gereduceerd tarief
€ 1.771
p.m.
gelijk aan wettelijk collegegeld
Bachelor, alfa/gamma
€ 9.600
€ 9.900
overgangsregeling 2012 € 5.410
Bachelor, bèta/BMW
€ 12.100
€ 12.500
overgangsregeling 2012 € 9.840
Bachelor geneeskunde
€ 14.000
€ 14.400
overgangsregeling 2012 € 9.840
Bachelor liberal arts & sciences
€ 9.600
€ 9.900
“tuition fee” LUCTH
Toeslag University College
€ 1.925
€ 1,975
"institutional fee" LUCTH
Master, alfa/gamma
€ 13.600
€ 14.000
Master, bèta/BMW
€ 17.200
€ 17.700
Master, geneeskunde
€ 20.200
€ 20.800
€ 1.771
p.m.
Master, lerarenopleiding 1
2012/2013
= gereduceerd tarief
Inclusief studenten met de Zwitserse en Surinaamse nationaliteit.
Instellingscollegegeld voor niet-EER- studenten zonder recht op studiefinanciering Academisch jaar Bachelor ingestroomd vóór 2009/10
2012/2013
2013/2014
Toelichting
€ 2.430
p.m.
Bachelor alfa/gamma
€ 10.500
€ 10.800
Bachelor bèta/BMW
€ 13.300
€ 13.700
Bachelor geneeskunde
€ 15.400
€ 15.900
Bachelor liberal arts & sciences
€ 10.500
€ 10.800
€ 1.925
€ 1,975
Master alfa/gamma
€ 15.000
€ 15.500
Master bèta/BMW
€ 18.900
€ 19.500
Master geneeskunde
€ 22.200
€ 22.900
Master, lerarenopleiding
€ 1.771
p.m.
= gereduceerd tarief
Master UAF-studenten
€ 1.771
p.m.
= gereduceerd tarief
Study Abroad Programme – 30 ECTS
€ 6.250
€ 6.450
excl. Huisvesting
Study Abroad Programme – 60 ECTS
€ 12.400
€ 12.800
excl. Huisvesting
Toeslag University College
Begroting 2013-2016
= overgangsregeling
“tuition fee” LUCTH "institutional fee" LUCTH
Pagina 111
Instellingscollegegeld geldend voor niet-bekostigde opleidingen Academisch jaar
2012/2013
2013/2014
€ 9.750
€ 9.750
MSc International Relations & Diplomacy
€ 16.250
€ 16.250
LLM European and Int. Business Law
€ 15.000
€ 15.000
€ 7.550
€ 7.550
€ 18.000
€ 18.000
€ 9.050
€ 9.050
€ 15.000
€ 15.000
€ 7.550
€ 7.550
€ 15.750
€ 15.750
€ 7.900
€ 7.900
€ 16.250
€ 16.250
€ 8.150
€ 8.150
MSc Vitality and Ageing
LLM European and Int. Business Law (deeltijd) LLM International Tax Law LLM International Tax Law (deeltijd) LLM Public International Law LLM Public International Law (deeltijd) LLM Air and Space Law LLM Air and Space Law (deeltijd) LLM Air and Space Law, blended learning LLM Air and Space Law, blended learning (deeltijd)
Toelichting
Overige onderwijstarieven Academisch jaar
2012/2013
Toelichting
Wettelijk collegegeld
€ 1.771
Verhoogd wettelijk collegegeld
€ 4.834
tarief voor langstudeerders
Collegegeld schakelprogramma’s tot 30 ETCS
€ 1.771
op jaarbasis
Collegegeld schakelprogramma’s > 30 ETCS
€ 1.771
op jaarbasis
Toehoorder
€ 975
55% van het wettelijk collegegeld
Extraneus
€ 1.771
gelijk aan het wettelijk collegegeld
Erasmus mundus opleidingen
€ 1.771
gelijk aan het wettelijk collegegeld
Contractonderwijs, bachelor (incl. tentamen)
€ 92,00
per studiepunt
€ 120,00
per studiepunt
Aanschuifonderwijs, bachelor (excl. tentamen)
€ 46,00
per studiepunt
Aanschuifonderwijs, master (excl. tentamen)
€ 60,00
per studiepunt
Contractonderwijs, master (incl. tentamen)
Begroting 2013-2016
Pagina 112
Verdeling van het instellingscollegegeld 2012/2013 naar bestemming Omdat het onderwijs aan studenten die het instellingscollegegeld verschuldigd zijn niet bekostigd wordt, noch extern door OCW, nog intern via het AEG-model, wordt het ontvangen instellingscollegegeld ter beschikking gesteld aan de faculteiten die het onderwijs verzorgen onder aftrek van een afdracht ter dekking van algemene kosten. In de meeste gevallen bedraagt die afdracht 23% van het collegegeld. Collegegeld
Afdracht
Faculteit
Bekostigde opleidingen Bachelor, alfa/gamma Bachelor, bèta/BMW Bachelor, geneeskunde Bachelor, liberal arts & sciences Master, alfa/gamma Master, bèta/BMW Master, geneeskunde
€ 10.500 € 13.300 € 15.400 € 10.500 € 15.000 € 18.900 € 22.200
€ 2.415 € 3.059 € 3.542 € 2.415 € 3.450 € 4.347 € 5.106
€ 8.085 € 10.241 € 11.858 € 8.085 € 11.550 € 14.553 € 17.094
Niet-bekostigde opleidingen MSc Vitality and Ageing MSc International Relations & Diplomacy LLM European and Int. Business Law LLM European and Int. Business Law (deeltijd) LLM International Tax Law LLM International Tax Law (deeltijd) LLM Public International Law LLM Public International Law (deeltijd) LLM Air and Space Law LLM Air and Space Law (deeltijd) LLM Air and Space Law, blended learning LLM Air and Space Law, blended learning (deeltijd)
€ 9.750 € 16.250 € 15.000 € 7.550 € 18.000 € 9.050 € 15.000 € 7.550 € 15.750 € 7.900 € 16.250 € 8.150
€ 1.771 € 3.738 € 3.450 € 1.737 € 2.520 € 1.267 € 3.450 € 1.737 € 3.623 € 1.817 € 3.738 € 1.875
€ 7.979 € 12.512 € 11.550 € 5.813 € 15.480 € 7.783 € 11.550 € 5.813 € 12.127 € 6.083 € 12.512 € 6.275
Begroting 2013-2016
Pagina 113
Colofon Omslagfoto De omslagfoto toont een impressie van de hoofdentree van de nieuwbouw van de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen. In de nieuwbouw worden de instituten die onderdeel uitmaken van de faculteit ondergebracht in één gebouw. Hiermee wordt uidrukking gegeven aan de wens van de faculteit om een omgeving te creëren die de ontmoeting, interactie en kruisbestuiving tussen instituten en onderwijs, tussen onderzoekers en studenten en tussen onderzoeksrichtingen optimaal stimuleert. Zo krijgen ook de huidige samenwerkingsverbanden tussen de instituten de gelegenheid om verder te worden uitgebouwd. De opzet van het nieuwe gebouw kenmerkt zich door een heldere kamstructuur. Een centrale as fungeert als ruggengraat en verbindt verschillende bouwdelen (ribben) met elkaar. De gebouwhoge vide karakteriseert de centrale as van het gebouw, waar studenten en wetenschappers elkaar ontmoeten. De bestaande gebouwen die uit de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw dateren, zullen te zijner tijd worden afgebroken. Uitgezonderd het collegezalengebouw waar zich de grootste collegezaal van de universiteit bevindt. Gezien de omvang en complexiteit is gekozen voor een uitvoering en sloop in 3 fases. Eind van dit jaar start de uitvoering van fase 1 en zal in 2015 worden afgerond. De hoofdentree zal in fase 2 worden gerealiseerd, na de sloop van het LCP. Deze fase zal in 2019 gereed zijn en het totale complex in 2022. Het huidige Gorlaeuscomplex is vernoemd naar David van Goorle (ook wel Gorlaeus). Hij was een van de eerste atomisten uit de vroege 17e eeuw en wordt gezien als een de grondleggers van de deeltjesatoomtheorie. Redactie en bijdragen Bestuursbureau/Bedrijfsvoering/FEZ Druk Universitair Facilitair Bedrijf Oplage 275 Meer informatie over de Universiteit Leiden www.leidenuniv.nl
Begroting 2013-2016
Pagina 114