Bijlage
Federale overheidsmaatregelen voor eenoudergezinnen Geel: specifieke maatregelen voor eenoudergezinnen Blauw: maatregelen voor een persoon met gezinslast (waartoe ook eenoudergezinnen behoren), voor wezen met of zonder ouder, voor weduwen/weduwnaars die eventueel kinderen te laste hebben. Inhoud 1. Sociale zekerheid
2
1.1. Inkomensaanvullende uitkeringen 1.1.1. Gezinsbijslagen 1.1.2. Terugbetaling van ziektekosten
2 2 5
1.2. Vervangingsinkomens 6 1.2.1. Ziekte-uitkeringen 6 Bedragen van ziekte- en invaliditeitsuitkeringen voor werknemers Bedragen van ziekte- en invaliditeitsuitkeringen voor zelfstandigen Uitkeringen bij arbeidsongevallen 1.2.2. Werkloosheidsuitkeringen 7 1.2.3. Pensioenen (wettelijke) 8 • Overlevingspensioen • Toegelaten beroepsarbeid gepensioneerde werknemers en zelfstandigen 1.2.4. Onderbrekingsuitkeringen/combinatie beroeps- en gezinsleven 9 • Loopbaanonderbreking/tijdskrediet 1/5de privé-sector • Loopbaanonderbreking/ouderschapsverlof • Loopbaanonderbreking in het kader van medische bijstand • Palliatieve zorg 2. Sociale bescherming/bijstand
11
2.1. 2.2. 2.3.
11 12 12
Leefloon Inkomensgarantie voor ouderen Tegemoetkoming aan personen met een handicap
3. Inkomstenbelasting 3.1. 3.2. 3.3.
12
Belastingvoordeel voor kinderen ten laste 12 Belasting op de onderhoudsuitkeringen die je als ex-wettelijk samenwonende partner of als ex-huwelijkspartner voor jezelf of je kinderen ontvangt 14 Dienst voor alimentatievordering 14
4. Huisvesting en energie
14
4.1. 4.2.
14 14
Verwarmingstoelage Huurwaarborgen
5. Geplande Werkgelegenheidsmaatregelen
15
5.1. 5.2. 5.3. 5.4.
15 15 15 15
Werkhervattingspremie voor eenoudergezinnen Dienstencheques voor eenoudergezinnen Versterking van het ouderschapsverlof Opstart van de operatie “Alleenstaande vrouwen met kinderen beter bijstaan"
1. Sociale zekerheid (bedragen uitkeringen maart 2009) 1.1. Inkomensaanvullende uitkeringen 1.1.1. Gezinsbijslagen Werknemers Basiskinderbijslag Bron: http://www.rkw.be/Nl/Documentation/Amount/_pages/amountAllowance_0101.php Kinderbijslag Per maand in euro 1ste kind 83,40 2de kind 154,33 3de en volgende kinderen 230,42 Sinds 1 januari 2009, geldt het ook voor alle gehandicapten die vóór 1 juli 1966 geboren zijn. Kinderbijslag voor wezen (art. 50bis, KBW) per weeskind 320,40 Het weeskind waarvan de overlevende ouder hertrouwd is of een huishouden heeft gevormd, geniet de gewone kinderbijslag. Bijzondere bijslag voor kinderen geplaatst in een gezin (art. 70ter, KBW) Per geplaatst kind 55,96 Toeslagen Bron: http://www.rkw.be/Nl/Documentation/Amount/_pages/amountAllowance_0102.php Deze toeslagen omvatten: - leeftijdsbijslag - jaarlijkse bijslag (betaling in augustus) - toeslag voor kinderen met een handicap, jonger dan 21 jaar - toeslag voor langdurig werklozen/gepensioneerden Bedrag per maand 1ste kind 91,35 2de kind 26,32 3de en volgende kinderen 4,62 21,22 3de en elk der volgende eenoudergezin -
toeslag voor kinderen van invalide werknemers Bedrag per maand 1ste kind 91,35 2de kind 26,32 3de en volgende kinderen 4,62 21,22 3de en elk der volgende eenoudergezin -
toeslag voor eenoudergezinnen Bedrag per maand 1ste kind 42,46 2de kind 26,32 3de en volgende kinderen 21,22 Het supplement wordt toegekend als de beroeps- of vervangingsinkomsten van het eenoudergezin dat de gewone bijslag geniet een grensbedrag niet overschrijdt.
2
Eenoudergezinnen met een bescheiden inkomen die de gewone kinderbijslag ontvangen, krijgen maandelijks een toeslag voor elk kind. Bovendien krijgen ze een hogere leeftijdstoeslag voor het oudste of enige kind. Eenoudergezinnen die een kinderbijslagtoeslag voor langdurig werklozen, langdurig zieken, invaliden of gepensioneerden ontvangen of gewaarborgde gezinsbijslag krijgen, krijgen meer kinderbijslag vanaf het derde kind. Inkomensgrenzen Inkomensplafond voor het gezin: Totaal bedrag van de vervangingsinkomsten en de inkomsten uit werk (toegelaten activiteit en/of activiteit van de echtgenoot of partner) waarboven geen toeslag verleend wordt voor een rechthebbende die invalide is, gepensioneerd, langer dan 6 maanden werkloos of als werkhervatter, als: - de rechthebbende of de bijslagtrekkende alleen woont met de kinderen: 2.060,91 - de rechthebbende en zijn echtgenoot of partner samenwonen met de kinderen: 2.131,19
Zelfstandigen Gewone kinderbijslag Bron: http://www.rsvz.be/nl/tools/numbers/familyallowance_child.htm maandelijks 6 tot -12 basisbedrag 1ste kind niet78,00 gepensioneerde rechthebbende niet120,46 gepensioneerde rechthebbende éénoudergezin gepensioneerde 102,85 rechthebbende 2de kind niet154,33 gepensioneerde rechthebbende niet180,65 gepensioneerde rechthebbende éénoudergezin gepensioneerde 180,65 rechthebbende 3de kind en volgende kinderen niet230,42 gepensioneerde rechthebbende gepensioneerde 235,04 rechthebbende éénoudergezin 251,64
12 tot -18
+ 18
106,98
122,27
126,86
149,44
164,73
169,32
131,83
147,12
159,14
183,31
198,60
210,62
209,63
224,92
236,94
209,63
224,92
236,94
259,40
274,69
286,71
264,02
279,31
291,33
280,62
295,91
307,93
Kinderbijslag voor gehandicapte kinderen jonger dan 21 maandelijks basisbedrag 1ste kind
6 tot -12
12 tot -18
+ 18
3
niet83,40 gepensioneerde rechthebbende niet125,86 gepensioneerde rechthebbende éénoudergezin gepensioneerde 125,86 rechthebbende 2de kind niet154,33 gepensioneerde rechthebbende niet180,65 gepensioneerde rechthebbende éénoudergezin gepensioneerde 180,65 rechthebbende 3de kind en volgende kinderen niet230,42 gepensioneerde rechthebbende gepensioneerde 235,04 rechthebbende éénoudergezin 251,64
112,38
127,67
139,69
154,84
170,13
182,15
154,84
170,13
182,15
183,31
198,60
210,62
209,63
224,92
236,94
209,63
224,92
236,94
259,40
274,69
286,71
264,02
279,31
291,33
280,62
295,91
307,93
Kinderbijslag invalide of actieve mindervalide zelfstandigen Na 6 maand basisbedrag arbeidsongeschiktheid 1ste kind 174,75 de 2 kind 180,65 3de en volgende kinderen: eenoudergezin 251,64 ander gezin 235,04
6 tot -12
12 tot 18
+18
203,73 209,63
219,02 224,92
231,04 236,94
280,62 264,02
295,91 279,31
307,33 291,33
Kinderen van volledig uitkeringsgerechtigde werklozen die een zelfstandige activiteit beginnen Na 6 maand basisbedrag arbeidsongeschiktheid 1ste kind 120,46 2de kind 180,65 3de en volgende kinderen: eenoudergezin 251,64 ander gezin 235,04
6 tot -12
12 tot 18
+18
149,44 209,63
164,73 224,92
169,32 236,94
280,62 264,02
295,91 279,31
307,33 291,33
Beroepsinkomens/vervangingsinkomens Inkomensgrens waarboven het betrokken rechtgevend kind niet langer recht geeft op kinderbijslag
Maandelijks grensbedrag
Inkomen werknemer bruto 480,47
Inkomen zelfstandige netto 384,38
Betrokken rechtgevenden: - jongeren met leerovereenkomst 4
-
kinderen die niet langer onderworpen zijn aan de leerplicht en een secundair onderwijs met beperkt leerplan volgen en die daarnaast een winstgevende activiteit uitoefenen of een sociale uitkering ontvangen studenten die bezoldigd stage lopen om een wettelijk diploma, getuigschrift of brevet te behalen kinderen die niet meer onderworpen zijn aan de leerplicht en ingeschreven zijn als werkzoekende Inkomensgrens waarboven geen recht meer bestaat op de verhoogde bijslag
Betrokken rechtgevenden: - kinderen waarvan de rechthebbende gepensioneerd is - kinderen waarvan de rechthebbende arbeidsongeschikt is Rechthebbende of bijslagtrekkende woont alleen met het kind:
Maandelijks grensbedrag
Inkomen werknemer bruto 2.060,91
Inkomen zelfstandige netto 1.648,73
Rechthebbende en zijn echtgenoot of zijn partner wonen samen met het kind:
Maandelijks grensbedrag
Inkomen werknemer bruto 2.131,19
Inkomen zelfstandige netto 1.704,95
Wezenbijslag Maandelijks basisbedrag Per kind
6 tot -12
12 tot 18
+18
320,40
349,38
364,67
376,69
1.1.2. Terugbetaling van ziektekosten De rechten in de ziektekostenverzekering zijn gelijk voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren. • Rechthebbenden op de verhoogde (verzekerings) tegemoetkoming (RVV) Bron: http://www.riziv.fgov.be/citizen/nl/medical-cost/SANTH_4_4.htm Voor wie? Personen die behoren tot één van de volgende categorieën hebben recht op een verhoogde tegemoetkoming (zonder inkomensvoorwaarde). U ontvangt: een leefloon van het OCMW, sociale hulp, toegekend door het OCMW een inkomensgarantie voor ouderen (IGO) of een rentebijslag, een vergoeding van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid als u bent erkend als gehandicapte. Personen die behoren tot een van de volgende categorieën hebben recht op een verhoogde tegemoetkoming als ze de inkomensvoorwaarde vervullen. Het belastbare bruto gezinsinkomen van de persoon die de verhoogde tegemoetkoming wenst te genieten mag een bepaald maximumbedrag niet overstijgen, vermeerderd met een extra bedrag per persoon ten laste (bedragen: zie de site van RIZIV - rubriek "Verhoogde tegemoetkoming"). De betrokkene moet een verklaring op erewoord invullen en aan de plaatselijke afdeling van zijn ziekenfonds bezorgen. U bent: weduw(naar)(e), invalide, gepensioneerde of wees (WIGW); erkend als gehandicapte (en geen tegemoetkoming ontvangen); volledig langdurig werkloos en minstens 50 jaar oud; als resident ingeschreven en minstens 65 jaar oud; lid van een kloostergemeenschap; iemand die vroeger in de openbare sector in Afrika werkte; ambtenaar die in disponibiliteit gesteld werd; begunstigde van een verhoogde kinderbijslag (erkend voor ten minste 66%); een persoon met het Omnio-statuut. 5
• Omnio-statuut Bron: http://www.riziv.fgov.be/citizen/nl/medical-cost/SANTH_4_5.htm Het gaat om een beschermingsmaatregel die het recht op het voorkeurtarief voor geneeskundige verzorging uitbreidt naar de verzekerden uit gezinnen met een laag inkomen. o.a. WIGW
1.2. Vervangingsinkomens 1.2.1. Ziekte-uitkeringen Krijg je wanneer je arbeidsongeschikt bent wegens ziekte of ongeval. Ze vervangt je loon of werkloosheidsuitkering. De bedragen verschillen voor werknemers, zelfstandigen en die van de ambtenaren kennen een specifieke en complexe eigen opbouw en structuur. Volgende uitkeringen zijn niet beïnvloed door de gezinsvorm: - uitkeringen rond ouderschap: zwangerschaps- en bevallingrust, ouderschaps- en vaderschapsverlof en adoptieverlof - forfaitaire tegemoetkomingen: voor hulp aan derden, voor begrafeniskosten. o Bedragen van de ziekte- en invaliditeitsuitkeringen voor werknemers Bron:http://www.riziv.fgov.be/secure/nl/allowances/amounts/20090101/allowances0901011.htm Een zieke werknemer ontvangt tijdens de eerste maand ziekte een gewaarborgd loon. De volgende elf maanden: - werknemer met gezinslast: 60% van het bruto geplafonneerd loon - alleenstaande: 60% - samenwonende: 60% * betaal je een onderhoudsbijdrage van minstens 115 euro/maand, dan krijg je de uitkering voor een werknemer met gezinslast. Vanaf het tweede jaar (= invaliditeit): - werknemer met gezinslast: 65% van het bruto geplafonneerd loon - alleenstaande: 53% - samenwonende: 40% o
Bedragen van de ziekte- en invaliditeitsuitkeringen voor zelfstandigen
Primaire ongeschiktheid, forfaitaire uitkeringen - zelfstandige met gezinslast: 44,54 euro - zelfstandige alleenstaande: 33,61 - samenwonende: 18,92 Invaliditeit Zonder stopzetting bedrijf - zelfstandige met gezinslast: 44,54 euro - zelfstandige alleenstaande: 33,61 - samenwonende: 18,92 Met stopzetting bedrijf - zelfstandige met gezinslast: 46,16 euro - zelfstandige alleenstaande: 37,52 - samenwonende: 31,85 o
Uitkeringen bij arbeidsongevallen
Na een dodelijk arbeidsongeval werknemer: Nabestaanden hebben recht op een vergoeding voor begrafeniskosten (30x het gemiddelde dagloon en vergoeding voor vervoer van stoffelijk overschot naar begraafplaats) en een rente (verschilt naargelang de familieband): voor overblijvende huwelijkspartner of wettelijk 6
samenwonende partner: 30% van het basisloon (gemiddeld brutoloon), geplafonneerd. De rente mag gecumuleerd worden met een rust- of overlevingspensioen maar bedrag wordt dan beperkt.
1.2.2. Werkloosheidsuitkeringen De werklozen worden ingedeeld in drie categorieën volgens de gezinstoestand: samenwonenden met gezinslast1 ontvangen 60% van het laatst verdiende loon gedurende hun hele werkloosheidsperiode. Bron:http://www.rva.be/D_Opdracht_W/Werknemers/T111vw/SubcontentNL02.htm#P45_189 7
1ste periode - deel A = 1ste jaar werkloosheid eerste 6 maanden 1ste periode - deel B = 1ste jaar werkloosheid volgende 6 maanden 2de periode = eerste 3 maanden van het 2de jaar (soms verlengd) 3de periode = na de tweede periode
samenwonenden met gezinslast 60%
alleenwonenden
op de hoogste loongrens
op de hoogste loongrens
60%
60% op de intermediaire loongrens
60% op de intermediaire loongrens
60% op de basisloongrens
53% op de basisloongrens
60% op de basisloongrens
53% op de basisloongrens
samenwonenden 60% op de hoogste loongrens 60% op de intermediaire loongrens 40% op de basisloongrens forfaitaire uitkering (behalve uitzonderingen
1.2.3. Pensioenen (wettelijke) o
Overlevingspensioen werknemers
De voorwaarde om in de regeling van werknemers in aanmerking te komen voor een overlevingspensioen:
1 Zie art. 110 van het KB van 25 november 1991: Onder werknemer met gezinslast wordt verstaan de werknemer die: 1° samenwoont met een echtgeno(o)t(e), die noch over beroepsinkomens, noch over vervangingsinkomens beschikt; in dat geval wordt geen rekening gehouden met het al dan niet bestaan van inkomens in hoofde van andere personen met wie de werknemer samenwoont; 2° niet samenwoont met een echtgeno(o)t(e) doch uitsluitend samenwoont met :
a. één of meerdere kinderen, op voorwaarde dat hij aanspraak kan maken op gezinsbijslagen voor ten minste één ervan of dat geen onder hen over beroeps- of vervangingsinkomens beschikt; b. één of meerdere kinderen en andere bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, op voorwaarde dat hij aanspraak kan maken op gezinsbijslagen voor ten minste één van die kinderen en dat de andere bloed- of aanverwanten noch over beroeps- noch over vervangingsinkomens beschikken; c. één of meerdere bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, die noch over beroeps-, noch over vervangingsinkomens beschikken; 3° alleen woont en effectief onderhoudsuitkeringen betaalt : a. op grond van een rechterlijke beslissing; b. op grond van een notariële akte in het kader van een procedure tot echtscheiding door onderlinge toestemming of van een scheiding van tafel en bed; c. op grond van een notariële akte ten voordele van zijn kind, hetzij aan de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent, hetzij aan het meerderjarig kind, indien de staat van behoeftigheid voortduurt;
7
-
-
leeftijd: minstens 45 jaar oud zijn, tenzij men een kind ten laste heeft of tenminste 66% voortdurend arbeidsongeschikt is: duur van het huwelijk: minstens één jaar gehuwd geweest. Het overlevingspensioen wordt niet langer uitgekeerd als de betrokken persoon hertrouwt. Wanneer het nieuwe huwelijk wordt ontbonden door echtscheiding of overlijden, overleeft het recht op overlevingspensioen. Enkel het hoogste overlevingspensioen wordt uitbetaald. Cumulatie van een overlevingspensioen met een werkloosheids- of ziekteuitkering is mogelijk gedurende 12 maanden. Het overlevingspensioen wordt dan wel beperkt tot een bepaald bedrag. Na die 12 maanden moet de betrokkene kiezen tussen overlevingspensioen of uitkering. o
Overlevingspensioen zelfstandigen basisbedrag*
minimumpensioen / plafond
rustpensioen als gezin
€ 7.436,19
€ 13.897,12
rustpensioen als alleenstaande
€ 5.948,98
€ 10.485,68
overlevingspensioen
€ 5.948,98
€ 10.485,68
pensioen van uit de echt gescheiden echtgeno(o)t(e)
€ 3.718,16
-
* Na omzetting naar een forfaitair beroepsinkomen, is het basisbedrag (forfaitair), dat gold voor pensioenen die daadwerkelijk voor 1 januari 1984 ingegaan zijn, ook van toepassing voor de berekening van een pensioen ingegaan na 1 december 1983 en waarvan een deel van de beroepsloopbaan als zelfstandige voor 1984 gelegen is. Voor het deel van de loopbaan gelegen na 1983, wordt er rekening gehouden met het reële beroepsinkomen (jaar per jaar). Bron: http://www.rsvz.be/nl/tools/numbers/pension.htm o
Toegelaten beroepsinkomsten gepensioneerde werknemers en zelfstandigen
Rustpensioen of Rust- en overlevingspensioen Aard van de uitgeoefende bezigheid
jonger dan de wettelijke pensioenleeftijd
vanaf de wettelijke pensioenleeftijd
zonder kind ten met kind ten laste laste
zonder kind ten laste
met kind ten laste
a) werknemer (incl. mandaat, ambt, post) - bruto
€ 7.421,57
€ 11.132,37
€ 21.436,50
€ 26.075,00
b) zelfstandige of helper - netto
€ 5.937,26
€ 8.905,89
€ 17.149,19
€ 20.859,98
c) werknemer + zelfstandige (gelijktijdig of achtereenvolgend) 80% bruto + netto
€ 5.937,26
€ 8.905,89
€ 17.149,19
€ 20.859,98
Uitsluitend overlevingspensioen Aard van de uitgeoefende bezigheid
voor 65 jaar zonder kind ten laste
vanaf 65 jaar met kind ten laste
zonder kind ten laste
met kind ten laste
8
a) werknemer (incl. mandaat, ambt, post) bruto
€ 17.280,00
€ 21.600,00
€ 21.436,50
€ 26.075,00
b) zelfstandige of helper netto
€ 13.824,00
€ 17.280,00
€ 17.149,19
€ 20.859,98
c) werknemer + zelfstandige (gelijktijdig of achtereenvolgend) 80% bruto + netto
€ 13.824,00
€ 17.280,00
€ 17.149,19
€ 20.859,98
1.2.4. Onderbrekingsuitkeringen/combinatie beroeps- en gezinsleven o Loopbaanonderbreking/tijdskrediet 1/5 - privésector Bron:http://www.rva.be/frames/frameset.aspx?Path=D_opdracht_LBO/&Items=1&Language= NL Tijdskrediet 1/5de voorbehouden aan werknemers van 50 jaar of ouder Voor een volledige maand bedraagt de uitkering tijdskrediet 1/5 voor werknemers van 50 jaar of ouder:
Brutobedragen nettobedragen
Niet alleenwonende werknemers 205,57 133,63
Alleenwonende werknemers 248,08 261,26 *
205,54**
* werknemer die alleen woont, ** werknemer die uitsluitend samenwoont met één of meer kinderen waarvan ten minste één te zijner laste
Algemeen stelsel tijdskrediet 1/5de
Brutobedragen nettobedragen
Niet alleenwonende werknemers 146,32 95,11
Alleenwonende werknemers 188,82 122,74*
156,44**
* werknemer die alleen woont, ** werknemer die uitsluitend samenwoont met één of meer kinderen waarvan ten minste één te zijner laste
o Loopbaanonderbreking/Ouderschapsverlof Bron:http://www.rva.be/frames/frameset.aspx?Path=D_opdracht_LBO/&Items=1&Language= NL Maandelijkse brutobedragen Volledige Loopbaanvermindering onderbreking tot een halftijdse betrekking 726,85
- 50 jaar 363,42
+ 50 616,45
Loopbaanvermindering met 1/5 -50 123,29 of 165,80 (*)
+50 246,58
(*) Enkel voor alleenwonende werknemers ( behalve voor de statutairen van het onderwijs), d.w.z. voor de personen die uitsluitend met 1 of meerdere kinderen ten laste samenwonen.
Maandelijkse nettobedragen Volledige Loopbaanvermindering onderbreking tot een halftijdse betrekking - 50 jaar
653,23
301,10
+ 50 510,73
Loopbaanvermindering met 1/5 -50 102,15
+50 204,30 9
of 137,37 (*) (*) Enkel voor alleenwonende werknemers ( behalve voor de statutairen van het onderwijs), d.w.z. voor de personen die uitsluitend met 1 of meerdere kinderen ten laste samenwonen.
o Loopbaanonderbreking/in het kader van medische bijstand Voor de verzorging van een zwaar zieke patiënt De volledige onderbreking U kunt uw prestaties volledig onderbreken per periode van minimum 1 maand tot maximum 3 maanden. De periodes van volledige onderbreking, bekomen in het kader van de medische bijstand, kunnen al dan niet opeenvolgend verlengd worden tot maximum 12 maanden. De maximumduur van de volledige onderbreking kan verlengd worden tot maximum 24 maanden, indien: - het verlof voor medische bijstand gevraagd wordt voor een kind dat maximum 16 jaar oud is dat u uitsluitend of hoofdzakelijk ten laste hebt - u alleenstaande is, dit wil zeggen indien u uitsluitend en effectief samenwoont met één of meer van uw kinderen ten laste Deze twee voorwaarden moeten tegelijkertijd vervuld zijn. Opgelet: de uitbreiding van de maximumduur is mogelijk in alle sectoren behalve het onderwijs. Bron: http://www.rva.be/frames/frameset.aspx?Path=D_opdracht_LBO/&Items=1&Language=NL Forfaitaire uitkeringen/maandelijkse bedragen: Voltijdse onderbreking - brutobedragen Voltijdse tewerkstelling Deeltijdse tewerkstelling 726,85 726,85x (aantal onderbroken uren)/ (aantal uren voltijds) Voltijdse onderbreking - nettobedragen Voltijdse tewerkstelling 653,23
Deeltijdse tewerkstelling 653,23 x (aantal onderbroken uren)/ (aantal uren voltijds)
De gedeeltelijke onderbreking U kunt uw prestaties verminderen met 1/5 of tot een halftijdse betrekking. Indien u uw prestaties wenst te verminderen met 1/5, moet u voltijds tewerkgesteld zijn. Indien u uw prestaties wenst te verminderen tot een halftijdse betrekking, moet u minstens 3/4 tewerkgesteld zijn. Wat is de duur van de gedeeltelijke loopbaanonderbreking? Per zwaar zieke patiënt: U kunt uw prestaties verminderen met 1/5 en 1/2 per periode van minimum 1 maand tot maximum 3 maanden. De periodes van vermindering van prestaties, bekomen in het kader van de medische bijstand, kunnen al dan niet opeenvolgend verlengd worden tot maximum 24 maanden. De maximumduur van de vermindering van prestaties kan verlengd worden tot maximum 48 maanden, indien: - Het verlof voor medische bijstand gevraagd wordt voor een kind dat maximum 16 jaar oud is dat u uitsluitend of hoofdzakelijk ten laste hebt. - U alleenstaande bent, dit wil zeggen indien u uitsluitend en effectief samenwoont met één of meer van uw kinderen ten laste. Deze twee voorwaarden moeten tegelijkertijd vervuld zijn. Opgelet: de uitbreiding van de maximumduur is mogelijk in alle sectoren behalve het onderwijs
10
Bron:http://www.rva.be/frames/frameset.aspx?Path=D_opdracht_LBO/&Items=1&Language= NL Vermindering prestaties tot een halftijdse job - brutobedragen - 50 jaar +50 342,46 616,45 *voor alleenstaanden met 1 of meer kinderen
Met 1/5 - 50 123,29 of 165,80* ten laste
Vermindering prestaties tot een halftijdse job Met 1/5 - nettobedragen - 50 jaar +50 - 50 301,10 510,73 102,15 of 137,37*
+ 50 246,58
+ 50 204,30
* Enkel voor alleenstaande werknemers ( behalve voor de statutairen van het onderwijs ), dit wil zeggen voor personen die uitsluitend samenwonen met 1 of meerdere kinderen ten laste. N.B. : Het bedrag van deze uitkeringen is van kracht sinds 01.09.2008. Voor deeltijdse werknemers worden deze bedragen proportioneel berekend.
o
Palliatieve zorgen
De gedeeltelijke onderbreking U kunt uw prestaties verminderen met 1/5 of tot een halftijdse betrekking.Indien u uw prestaties wenst te verminderen met 1/5, moet u voltijds tewerkgesteld zijn.Indien u uw prestaties wenst te verminderen tot een halftijdse betrekking, moet u minstens 3/4 tewerkgesteld zijn.U kunt uw prestaties gedeeltelijk onderbreken gedurende 1 maand, verlengbaar met 1 maand per patiënt. Bron: http://www.rva.be/frames/frameset.aspx?Path=D_opdracht_LBO/&Items=1&Language=NL Vermindering prestaties tot een halftijdse job - brutobedragen - 50 jaar +50 342,46 616,45 *voor alleenstaanden met 1 of meer kinderen
Met 1/5 - 50 123,29 of 165,80* ten laste
Vermindering prestaties tot een halftijdse job Met 1/5 - nettobedragen - 50 jaar +50 - 50 301,10 510,73 102,15 of 137,37*
+ 50 246,58
+ 50 204,30
* Enkel voor alleenstaande werknemers ( behalve voor de statutairen van het onderwijs ), dit wil zeggen voor personen die uitsluitend samenwonen met 1 of meerdere kinderen ten laste. N.B. : Het bedrag van deze uitkeringen is van kracht sinds 01.09.2008. Voor deeltijdse werknemers worden deze bedragen proportioneel berekend. Voor een onvolledige maand worden deze bedragen proportioneel verminderd.
2. Sociale bescherming/bijstand 2.1. Leefloon
Bron: http://www.mi-is.be/themes/integration/leefloon/index_nl.htm Vanaf 1 januari 2005 zijn volgende categorieën ingevoerd, die voor een leefloon in aanmerking komen:
11
-
-
Je leeft samen met één of meerdere personen waarmee je jouw huishouden gemeenschappelijk regelt. = bedrag per samenwonende persoon: 474,37 € Je leeft alleen = bedrag alleenstaande persoon: 711,56 €. Volgende personen krijgen hetzelfde bedrag als een alleenstaande: - de alleenstaande die onderhoudsgeld voor de kinderen verschuldigd is en dit betaalt; - de alleenstaande die minstens één minderjarig kind in bilocatie huisvest (helft van de tijd) en kind moet ten laste zijn van de leefloonouder wanneer het bij hem is (dat is niet het geval wanneer de leefloner voor het kind een hoog onderhoudsgeld ontvangt) Je hebt een gezin ten laste met minstens één minderjarig ongehuwd kind: 948,74 € per maand. Als je in dit geval samenwoont met een partner, geldt dit bedrag voor jullie beiden samen. Buiten dit kind mag de aanvrager enkel samenwonen met de echtgenoot, de levenspartner in geval van een feitelijk gezin, meerdere kinderen. Een alleenstaande moeder met een ongehuwd kind bijvoorbeeld, behoort tot deze categorie.
‘Alleenstaanden met kinderen’ was een specifieke categorie die in aanmerking kwam voor een verhoogd leefloon. De bedragen vanaf 1 oktober 2004 waren de volgende: - samenwonende persoon: 408,89 euro per maand - alleenstaande persoon: 613,33 euro - alleenstaande persoon met recht op een verhoogd bedrag: 715,55 euro - éénoudergezin met kinderlast: 817,77 euro
2.2. Inkomensgarantie voor ouderen
Bron: www.onprvp.fgov.be; http://www.rvponp.fgov.be/onprvp2004/NL/I/IE/IE_08.asp#a Men heeft recht op de verhoogde IGO als alleenstaande wanneer men zijn hoofdverblijfplaats deelt met o.a. minderjarige kinderen
2.3. Tegemoetkomingen aan een persoon met een handicap Bron: www.handicap.fgov.be
Er zijn drie soorten tegemoetkomingen: - de inkomensvervangende tegemoetkomingen voor personen met een handicap en met bestaansmiddelen onder een bepaalde inkomensgrens: uitbetaald aan drie categorieën: - C: gerechtigde met persoon ten laste (= persoon die een huishouden vormt of één of meerdere kinderen ten laste heeft); - B: alleenstaande; - samenwonende - de integratietegemoetkoming - de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden: hier gelden inkomensgrenzen per jaar en er zijn drie categorieën: - A: iedereen die niet onder B of C valt - B: alleenstaanden of in een instelling sedert 3 maanden - C: samenwonende met een niet-bloedverwant in de 1ste, 2de of 3de graad of met kinderen ten laste
3. Inkomstenbelasting 3.1. Belastingvoordeel van kinderen ten laste Voorwaarden om een kind fiscaal ten laste te hebben: de nettobestaansmiddelen van het kind moeten lager zijn dan een bepaald bedrag: Het maximumbedrag van de nettobestaansmiddelen om fiscaal ten laste van iemand te blijven: de nettobestaansmiddelen van de persoon die in aanmerking komt om van iemand ten 12
laste te zijn mogen een bepaald bedrag niet overschrijden. Voor kinderen ten laste verschilt dit bedrag naargelang men fiscaal gehuwd dan wel als alleenstaande wordt beschouwd. Kinderen ten laste Je wordt fiscaal gezien als
Maximumbedrag van de nettobestaansmiddelen Inkomsten 2007 Inkomsten 2008 2.660 2.700
Gehuwd of wettelijk samenwonend Alleenstaande en het kind 3.840 3.910 wordt fiscaal niet als gehandicapte beschouwd Alleenstaande en het kind 4.870 4.960 wordt fiscaal wel als gehandicapte beschouwd Bron: http://www.fiscus.fgov.be/interfaoifnl/Vragen/ipp/ipp3.htm#Netto-bestaansmiddelen Fiscale voordelen voor kinderen ten laste: De toeslag op de belastingvrije som voor kinderen ten laste - Het bedrag per kind ten laste Je krijgt per kind ten laste een toeslag op de belastingvrije som: 6.150 euro Bedrag van belastingvrije som voor alleenstaande zonder kinderen Met een kind ten laste, plus 1.310 euro 7.460 Met twee kinderen ten laste, plus 3.370 9.520 Met drie kinderen ten laste, plus 7.540 13.690 4.660 Bijkomende toeslag voor kind ten laste, vanaf het vierde kind -
De aftrek van de kosten voor collectieve opvang De vermindering van de onroerende voorheffing vanaf tenminste twee kinderen ten laste (= Gewestelijke materie)
Toeslagen op de belastingvrije som voor kinderen ten laste bij een tweeverblijfsregeling Je kan niet alleen de gewone toeslag op de belastingvrije som verdelen maar ook de toeslag van 490 euro voor kinderen jonger dan drie jaar (= het forfaitaire bedrag per jaar in het kader van de aftrek van de kosten voor collectieve kinderopvang). Elke alleenstaande ouder kan de verhoging vragen van de belastingvrije som als 'alleenstaande ouder'. Er zijn twee mogelijkheden: - kinderen fiscaal toewijzen aan één ouder - het fiscaal voordeel over beide ouders verdelen De verdeling werkt niet door in de bedrijfsvoorheffing. Daar blijft het kind ten laste van één ouder, meestal de ouder bij wie het kind ingeschreven is in het bevolkingsregister. De keuze voor verdeling kan niet gemaakt worden als één ouder onderhoudsgeld betaalt voor de kinderen en dit aftrekt. Wanneer beide ouders akkoord gaan over de verdeling in de helft, mag elke ouder ook de kosten voor kinderopvang voor kinderen tot 12 jaar die hij betaald heeft, fiscaal in mindering brengen. De forfaitaire aftrek van 490 euro voor elk kind onder de drie jaar wordt toegekend aan de ouder die de werkelijke kosten van kinderopvang niet aftrekt; trekt geen van beiden de werkelijke kosten af, dan verdeelt de fiscus het bedrag van 490 euro tussen de ouders.
13
3.2. Belastingen op de onderhoudsuitkeringen die je als ex-wettelijk samenwonende partner of als ex-huwelijkspartner voor jezelf of je kinderen ontvangt Enkel de persoonlijke onderhoudsuitkering is voor de ex-partner die het ontvangt een belastbaar inkomen. De ontvanger betaalt belastingen op 80% van het periodiek betaald onderhoudsgeld. Van de persoonlijke onderhoudsuitkering mag geen enkele uitgave afgetrokken worden. Het onderhoudsgeld voor de kinderen is fiscaal geen inkomen voor de ouder bij wie de kinderen hun hoofdverblijf hebben. Je betaalt belastingen op je persoonlijk onderhoudgeld zodra je totale aangegeven inkomen boven het belastingvrije minimum komt (inkomen 2008, aanslagjaar 2009): Alleenstaande Plus een bedrag voor kinderen ten laste Eerste kind
6.150 euro
1.310
Tweede kind 2.060 Derde kind 4.170 Vierde kind 4.660 + per kind vanaf het 5de 4.660 Een gehandicapt kind telt dubbel.
Samengevoegde toeslag voor kinderen ten laste 3.370 7.540 12.200
3.3. Dienst voor Alimentatievorderingen Bron: http://www.davo.belgium.be/
Deze dienst, opgericht bij de FOD Financiën in 2004, is bevoegd voor de toekenning van voorschotten en de invordering van onderhoudsgelden, wanneer een ex-partner de betaling van onderhoudsgeld voor de kinderen niet nakomt.
4. Huisvesting en Energie 4.1. Verwarmingstoelage
Bron: http://www.socialassistance.fgov.be/themes/energy/verwarmingstoelage/content/Folder%202 009%20NL.doc Voor drie categorieën gerechtigden: - de gerechtigden op een verhoogde tegemoetkoming van de ziekteen invaliditeitsverzekering, o.a. WIGW - de gezinnen met een laag inkomen: het jaarlijks bruto belastbaar inkomen van uw huishouden is lager of gelijk aan € 14.624,70, verhoogd met € 2.707,42 per persoon ten laste - personen met een schuldenoverlast
4.2. Huurwaarborgen
Bron: http://www.socialassistance.fgov.be/themes/energy/huurwaarborgen/index_nl.htm OCMW's kunnen personen helpen bij het vinden van een woning, namelijk door een dienstverlening in de vorm van een huurwaarborg voor een woning die ze anders niet zouden kunnen bekomen, gelet op hun geringe financiële middelen.
14
5. Geplande werkgelegenheidsmaatregelen 5.1. Werkhervattingspremie voor eenoudergezinnen Sinds 1 februari 2009 wordt gedurende 12 maanden een werkhervattingstoeslag van 75 euro toegekend aan werkloze gezinshoofden van eenoudergezinnen. De idee bestaat erin deze premie eveneens toe te kennen aan vrouwen die herintreden op de arbeidsmarkt en die niet uitkeringsgerechtigd werkloos zijn. Vrouwen beslissen immers vaak opnieuw in te treden op de arbeidsmarkt naar aanleiding van een echtscheiding.
5.2. Dienstencheques voor eenoudergezinnen Voor 2009 werd een enveloppe van 1,7 miljoen euro vrijgemaakt om gratis sociale dienstencheques te creëren om de meest kwetsbare alleenstaande gezinshoofden bij te staan.
5.3. Versterking van het ouderschapsverlof voor alleenstaande ouders De uitkering voor alleenstaande ouders van minder dan 50 jaar die 1/5 deeltijds ouderschapsverlof opnemen, bedraagt momenteel 165,80 euro. De minister van Werk wenst, in het kader van de begrotingsopmaak voor 2010, voor te stellen om deze uitkering voor alleenstaande ouders op te trekken. Het gaat hier immers om het verlof dat het vaakst wordt opgenomen en dat aan alleenstaande ouders de kans gunt om voort te werken en toch meer tijd vrij te maken voor het privé-leven.
5.4. Opstart van de operatie “Alleenstaande vrouwen met kinderen beter bijstaan” De minister van Werk en van Gelijke Kansen, Joëlle Milquet, zal het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen alsook de verschillende vrouwenverenigingen de opdracht meegeven verschillende studies, panels en analyses op te zetten om te komen tot een gedetailleerd rapport en tot verschillende aanbevelingen en voorstellen. Dat alles zal aan de verschillende besluitvormingsniveaus worden voorgelegd tijdens het “Symposium van de alleenstaande Vrouw”, dat in de herfst van 2009 zal worden opgezet. Het geheel past in een proces dat de titel meekrijgt: “Alleenstaande vrouwen met kinderen beter bijstaan”.
15