2009
januari
februari
maart
april
mei
juni
juli
augustus
september
oktober
november
december
Raad voor Cultuur Jaarverslag
Het grid is samengesteld uit proportionele oppervlaktes, die corresponderen met de bijbehorende waarden ten opzichte van het totaal van de weergegeven statistieken.
2
De Raad voor Cultuur is het wettelijk adviesorgaan van de regering en het parlement op het terrein van kunst, cultuur en media. De Raad is onafhankelijk en adviseert, gevraagd en ongevraagd, over actuele beleidskwesties en over subsidiebesluiten.
3
Raad voor Cultuur 1, 4, 8, 13, 18, 21, 22, 25, 26, 31, 34, 35, 39, 40, 41, 42, 43, 45, 46,74, 75, 77, 78, 86
Commissie Amateurkunst en Cultuureducatie 8, 33, 50, 58, 74, 75, 78, 81, 83
Commissie Archieven 8, 34, 74, 75, 78, 83
Bijzondere Commissie Archieven 8, 34, 52, 60, 74, 75, 78
Commissie Architectuur, Stedenbouw, Monumenten, Archeologie en Landschapsarchitectuur 8, 35, 50, 58, 74, 75, 79, 81, 83
Bijzondere Commissie Monumenten en Archeologie 8, 35, 36, 53, 60, 74, 75, 79, 83
Commissie Beeldende Kunst en Vormgeving 8, 37, 74, 75, 79, 80, 81, 83
Commissie Bibliotheken 8, 38, 74, 75, 79, 83
Commissie E-cultuur 8, 9, 39, 74, 75, 79, 83
Commissie Film 9, 40, 50, 58, 74, 75, 79, 83
Commissie Internationaal en Intercultureel 9, 41, 74, 79, 80, 83
Ad hoc commissie culturele vertegenwoordiging in het buitenland 9, 41, 74, 79
Ad hoc commissie evaluatie Kosmopolis 9, 30, 41, 74, 80
Commissie Letteren 9, 30, 42, 50, 58, 74, 75, 80, 83, 91
Commissie Media 9, 45, 50, 58, 74, 75, 80, 83
Commissie Musea 48, 53, 83, 86
Commissie Podiumkunsten 9, 46, 50, 58, 74, 75, 80, 81, 83
Disciplinecommissie Dans 9, 46, 74, 75, 80, 81, 83
Disciplinecommissie Muziek en Muziektheater 9, 46, 74, 75, 80, 81, 83
Disciplinecommissie Theater 9, 46, 47, 74, 75, 80, 81, 83
Index
Index Raad voor Cultuur
Ad hoc commissie Talentontwikkeling 9, 31, 74, 81
Commissie Wet tot behoud van cultuurbezit 48
Bijzondere commissie Wet tot behoud van cultuurbezit 9, 48, 74, 75, 81
4
5
Index
januari 8, 33, 52, 60, 83
februari 8, 36, 50, 52, 53, 54, 58, 60, 83, 84
maart 35, 41, 78, 81, 83
april 8, 41, 52, 60, 80
mei 8, 35, 50, 58, 60, 78
juni 8, 34, 35, 43, 50, 52, 54, 55, 58, 60, 78, 79, 80, 81, 84
juli 8, 50, 54, 55, 56, 58, 60, 83
augustus 8, 54, 60, 81, 83
oktober 8, 43, 50, 52, 58, 60, 80, 83, 84, 86
november 8, 52, 54, 55, 60
december 8, 34, 35, 46, 42, 50, 52, 54, 55, 58, 60
september 8, 35, 43, 50, 53, 54, 55, 56, 58, 60, 78, 84
Index
2009
6
7
Index
61
69
71
Index
59
8
67
73
76
Index
63
9
2009
60
januari
60
74
augustus
58
60
58
60
september
60
58
60
74
58
60
58
Commissie Amateurkunst en Cultuureducatie
74
60
60
60
juli
60
november
58
60
december
74
75
74
75
Commissie Beeldende Kunst en Vormgeving
58
75
Commissie Archieven
juni
Bijzondere Commissie Monumenten en Archeologie
oktober
75
75
74
mei
april
Commissie Architectuur, Stedenbouw, Monumenten, Archeologie en Landschapsarchitectuur
58
februari
58
75
Raad voor Cultuur
Index
Raad voor Cultuur
60
74
74
75
Commissie Bibliotheken 75
Bijzondere Commissie Archieven
74
75
Commissie E-cultuur
10
74
58
75
externe adviseurs Commissie E-cultuur
58
74
Commissie Film
74
75
Commissie Media
74
externe adviseurs Commissie Media
74
75
Disciplinecommissie Dans
74
75
Disciplinecommissie Muziek en Muziektheater
74
74
ad hoc Commissie Culturele vertegenwoordiging in het buitenland
58
74
75
74
75
Disciplinecommissie Theater
Commissie Musea
74
Index
Commissie Internationaal en Intercultureel
74
Ad hoc commissie Talentontwikkeling
ad hoc Commissie evaluatie Kosmopolis
58
58
74
75
Commissie Letteren
74
75
74
75
Bijzondere Commissie Wet tot behoud van Cultuurbezit
Commissie Podiumkunsten
11
BIS-instellingen
66
66
70
68
70
Internationale festivals
72
66
66
68
70
68
70
72 Orkesten
68
70
Ontwikkelinstellingen
72
68
Fondsen
66
68
Overige ondersteunende instellingen
Jeugdgezelschappen
66
66
Dansgezelschappen
70
Musea
68
66
72
Operagezelschappen
68
Index
66
68
70
66
68
Post-academische instellingen
12
66
68
70
Presentatie instellingen beeldende kunst
66
68
70
Index
Productiehuizen
66
68
70
72
Toneelgezelschappen
66
68
Sectorinstituten
13
Inhoud
1. Inleiding
15
2. Cultuurprofijt
17
3. Kunst in de Grondwet
19
4. Pleidooi voor een sterk publiek domein
21
5. Activiteiten en adviezen
27
6. Overzicht beleidsadviezen Index
47
7. Overzicht uitvoeringsadviezen Index
49
8. Jaarcijfers BIS-instellingen
62
9. Samenstelling Raad voor Cultuur Index
74
82
Colofon
58
Inhoud
56
71
14
1
Inleiding
15
Het jaar 2009 stond voor de Raad voor Cultuur in het teken van een aantal discussies over de grotere thema’s in en rond het kunst- en cultuurbeleid. De Raad heeft veel tijd besteed aan onder andere de gedachtevorming rondom het thema publiek domein, het vraagstuk van de gevolgen van de economische crisis en de problemen rondom de aansluiting van opleiding en beroepspraktijk, in casu het stimuleren van (internationaal) talent en het creëren van de voorwaarden waaronder dit moet gebeuren.
De Basisinfrastructuur (BIS) is in 2009 van start gegaan en de Raad heeft zich beziggehouden met de evaluatie van het tot stand komen van dit nieuwe systeem. Tijdens de invoering ervan verdween de aanvankelijk grote scepsis en hoewel er hier en daar nog wel wat zal moeten worden gerepareerd, concludeert de Raad dat dit systeem voorlopig wel een tijdje mee kan. Hopelijk zal de evaluatie van de werking van het systeem zelf net zo positief zijn. De Raad vindt en vond het bijvoorbeeld een misser dat de grotere ensembles die hedendaagse muziek spelen geen deel uitmaken van het ‘BIS-muziekleven’. Maar ondanks deze, hopelijk reparabele omissies, is het systeem op zich in orde.
1. Inleiding
Aan het publiek domein is in dit jaarverslag een apart hoofdstuk gewijd, evenals aan de activiteiten die de Raad heeft ontplooid ten aanzien van de gevolgen van de economische crisis en de beleidsmatige consequenties daarvan.
16
2
Cultuurprofijt Wees voorzichtig met het rigide toepassen van het cultuurprofijtbeginsel.
17
Cultuurprofijt
Voor zover halverwege 2010 te overzien op basis van de gegevens (1) die door het ministerie van OCW ter beschikking zijn gesteld, baren de bezoekcijfers van de culturele instellingen enige zorgen. In een aantal disciplines in de podiumkunsten en bij de musea is er ten opzichte van het gemiddelde van de vier voorgaande jaren een zekere stilstand c.q. een lichte achteruitgang. Uiteraard heeft dit invloed op de kosten per bezoeker en de subsidie per bezoeker. Betrouwbare cijfers daarover zijn helaas nog niet voorhanden.
2. Cultuurprofijt
Dat was de kern van het advies van de Raad in 2009 over de zogenoemde Eigen inkomstennorm. De Raad kon de uitwerking van het rapport van de Commissie Sanders onderschrijven, maar waarschuwde voor de economische teruggang, die tijdens het samenstellen van dat rapport nog niet in haar volle omvang zichtbaar was. De Raad onderschreef de norm van 17,5% die de instellingen als eigen inkomsten moesten genereren maar pleitte voor maatwerk. Als straks in het nieuwe subsidieplan de gevolgen van de economische crisis goed zichtbaar en voelbaar zouden worden, is het verstandig niet met een generieke maatregel alle instellingen hetzelfde te behandelen. Er zijn sectoren waar de minimumnorm, laat staan de groei van één procent, maar met zeer veel moeite – misschien zelfs helemaal niet – kan worden gehaald. Als er in 2012 een beter inzicht is in de financiële positie van de cultuursector en van de individuele instellingen, zo bepleitte de Raad, moet per instelling en tenminste per groep instellingen worden bezien of de maatregel moet worden versoepeld.
18 (1)
8. Voorlopige jaarcijfers BIS-instellingen, pagina 65
3
Kunst in de Grondwet Tijdens het openingdebat van het culturele seizoen 2009 – 2010 in Paradiso heeft de voorzitter van de Raad voor Cultuur opgeroepen na te denken over de vraag of de overheid de zorg voor de kunstbeoefening hechter in de Grondwet zou moeten verankeren.
19
Kunst in de Grondwet
Tijdens dat debat en ook daarna bleek een hardnekkig misverstand als zou dit pleidooi zich richten op de vrijheid van meningsuiting. Dat was evenwel niet de kern van het betoog. Aan de orde was de vraag of wij, net als dat voor het onderwijs geldt (artikel 23), de kunstbeoefening – en uiteraard het kennisnemen van kunstuitingen – als voorwerp van aanhoudende zorg in de Grondwet zouden moeten opnemen.
Artikel 22 van de Grondwet lijkt voldoende waarborgen te bieden voor de vrijheid van en het recht op kunstbeoefening. Het derde lid van artikel 22 zegt dat de overheid ‘voorwaarden schept voor maatschappelijke en culturele ontplooiing’. En, de staat moet ook actief optreden om maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn ‘voor het behoud, de ontwikkeling en de verbreiding van wetenschap en cultuur’. Maar het recht op culturele ontplooiing biedt uiteraard een veel diffusere bescherming voor kunst en kunstbeoefening dan artikel 23 van de Grondwet het onderwijs biedt. Uiteraard is een volledige analogie niet aan de orde. Zo lijkt het niet mogelijk dat de overheid er actief verantwoordelijkheid voor draagt dat – zoals bij onderwijs het geval is – ‘in elke gemeente van overheidswege voldoende openbaar algemeen vormend lager onderwijs wordt gegeven in een genoegzaam aantal openbare scholen’. Het gaat uiteraard niet om de letterlijke analogie en dus niet om voor ‘onderwijs’ het begrip ‘kunst’ in te vullen.
3. Kunst in de grondwet
De overheid heeft op een aantal kwetsbare terreinen van de samenleving een nadrukkelijke zorgplicht, behalve bij de kunst. Sterker, kunst komt als zodanig niet aan de orde. Slechts als onderdeel van een bredere cultuurbenadering zegt de Grondwet er iets over.
Het gaat om de geest van artikel 23 van de Grondwet en de verantwoordelijkheid die van overheidswege jegens de kunst moet worden gedefinieerd. In negen van de zevenentwintig landen van de Europese Unie is de kunst op enigerlei wijze in de Grondwet verankerd. De Raad voor Cultuur vindt dat Nederland dat voorbeeld moet volgen.
20
4
Pleidooi voor een sterk publiek domein Een van de eerste voorwaarden voor het ontstaan en behoud van een democratie is dat burgers voldoende mogelijkheden hebben om betekenis te geven aan wat ze doen en denken. De overheid speelt hierbij een belangrijke rol op het gebied van onderwijs, kunsten, cultureel erfgoed, pers en media.
21
4. Pleidooi voor een sterk publiek domein
De gevolgen van actuele technologische en maatschappelijke ontwikkelingen – digitalisering, individualisering, globalisering – zijn duidelijk voelbaar. De effecten zijn in verschillende onderdelen van de culturele sector zelfs zo ingrijpend dat de vraag zich opdringt wat er over is van het vertrouwde publieke domein.
22
Pleidooi voor een sterk publiek domein
De Raad verbindt deze verkennende beschouwing uitdrukkelijk met de kernwaarden van de democratische rechtsstaat: vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Een ongehinderd publiek domein maakt deze kernwaarden immers volledig waar. Om een helder beeld te krijgen van de huidige stand van zaken is het noodzakelijk deze drie kernwaarden van de democratische samenleving concreet te koppelen aan de werking van het publieke domein. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn: toegankelijkheid, authenticiteit, betrouwbaarheid, expressievrijheid, mondigheid, vertrouwen en veiligheid.
ontoegankelijk. Dat is fnuikend voor de wetenschap, waar delen van kennis een basisvoorwaarde is. Sommige gesubsidieerde culturele instellingen zien dankzij digitalisering nieuwe mogelijkheden om content – goeddeels gefinancierd uit gemeenschapsgeld – commercieel aan de man te brengen; publieke omroepen geven niet vanzelfsprekend toestemming om gebruik te mogen maken van materiaal waarvan zij rechthebbenden zijn; gesubsidieerde musea zien hun collectie vaak als werkkapitaal dat als zodanig wordt geëxploiteerd. Deze houding belemmert de toegankelijkheid van materiaal dat met overheidsgeld is gefinancierd.
Om het recht op vrije toegang tot bestuurlijke informatie te kunnen waarmaken, is het noodzakelijk dat die informatie goed wordt bewaard en overzichtelijk wordt opgeslagen. De aandacht hiervoor schiet bij de overheid echter structureel tekort, een oud probleem dat wordt versterkt door voortschrijdende digitalisering. Wanneer er niet wordt ingegrepen, is een informatieToegankelijkheid infarct onvermijdelijk. En dat betekent een aantasting van belangrijke waarden Op het eerste gezicht lijkt de deur naar de van de rechtsstaat, zoals transparantie, virtuele wereld, met daarachter een schat zorgvuldigheid, toegankelijkheid, verantaan gedigitaliseerde informatie, wijd open te woording en verantwoordelijkheid. staan. Maar schijn bedriegt, want sommige multinationale uitgeversconcerns bijvoorAuthenticiteit beeld gedragen zich de laatste tijd eerder als In het auteursrecht is publiek domein een strenge bewaker van de informatie die zij onder hun hoede hebben dan als gastvrije ingeburgerd begrip: materiaal waarvan portier. De monopolisering van resultaten het geestelijk eigendom is verlopen en dat van wetenschappelijk onderzoek, gepubliiedereen vrijelijk mag heruitgeven, herceerd in kostbare gedigitaliseerde tijdschrif- gebruiken en bewerken. Auteursrecht is van kracht tot 50 of 70 jaar na de dood van de ten van grote academische uitgevers, maker van het werk. maakt die informatie voor minder daadkrachtige onderzoeksinstituten vrijwel
4. Pleidooi voor een sterk publiek domein
Nu de relatie tussen burgers en overheid weer eens wordt opgeschud, heeft de Raad voor Cultuur het initiatief genomen de consequenties ervan tegen het licht te houden. Hij heeft zich hierbij vooral gericht op de vraag in hoeverre de veranderingen in de organisatie van het dagelijks leven de omstandigheden beïnvloeden waarbinnen een cultureel publiek domein naar behoren kan functioneren.
23
Authentiek In hoeverre individuen aanspraak kunnen maken op de authenticiteit van wat zij hebben gemaakt, is de vraag. Alles wat mensen doen en laten is namelijk in hoge mate het product van opvoeding, opleiding en andere omgevingsfactoren. Onderzoekers en kunstenaars bouwen meestal voort op het werk van voorgangers. Vanuit dat gezichtspunt is zuivere authenticiteit een wankel begrip en kan imitatie zelfs als een compliment worden opgevat. In het digitale tijdperk zijn de scheidslijnen tussen origineel, duplicaat, reproductie, namaak en surrogaat vervaagd, onder meer doordat de digitale gemeenschap vele malen groter is dan de traditionele omgeving en dus ook de mogelijkheid tot wederzijdse beïnvloeding. Dit betekent voor de Raad voor Cultuur overigens niet dat auteurs geen recht zouden hebben op een redelijke vergoeding voor hun prestaties, zeker als er sprake is van nieuwe toevoegingen. Handhaving Niet alleen de entertainment- en softwareindustrie, ook zelfstandig werkende kunstenaars, programmamakers, publicisten, fotografen, filmmakers en journalisten lopen aanzienlijke inkomsten mis als gevolg van piraterij via internet. Programma’s waarmee digitale leentjebuur kan worden verbloemd, zijn ruim voorhanden. Daarnaast slagen gebruikers van beschermde content er steeds beter in zich te verschuilen en wordt het, bijvoorbeeld via online communities, steeds
eenvoudiger om beschermd werk uit te wisselen. Dat maakt handhaving van het auteursrecht bijna onbegonnen werk. De Commissie Gerkens komt in ‘Auteursrecht, een rapport’ dan ook tot de conclusie dat het wetgevingskader van het auteursrecht sterk is verouderd. Zij vraagt producenten en consumenten bij te dragen aan de totstandkoming en naleving van moderne auteurswetgeving. Bovendien wijst de commissie erop dat Europese ontwikkelingen op dit vlak muurvast zitten. De Nederlandse regering wordt daarom opgeroepen zo snel mogelijk met een eigen visie te komen. Daarna kunnen de overige Europese lidstaten hiervoor enthousiast worden gemaakt. Profijt De praktijk leert dat kunstenaars, net als journalisten, steeds vaker een aanzienlijk deel van hun rechten moeten afstaan aan distributeurs die digitaal hergebruik faciliteren. Zo is het auteursrecht inmiddels grotendeels in handen gekomen van dergelijke maatschappijen. De consequenties zijn vaak grotesk, zoals het niet honoreren van freelance journalisten en kunstenaars voor digitale exploitatie van hun werk, of het verbod voor muzikanten om zelf gemaakte cd’s beschikbaar te stellen voor publiciteitsdoeleinden van de accommodaties waarin zij optreden. Eerder is gesignaleerd dat de prijspolitiek van sommige grote distributeurs van auteursrechtelijk beschermd werk leidt tot inperking van de toegankelijkheid. Dat is niet het enige effect van verregaande commercialisering. Behalve gebruikers worden ook makers gedupeerd doordat hun werk uit de markt wordt geprijsd. Een sterk auteursrecht vergt strenge handhaving en als gevolg hiervan een leger van advocaten
4. Pleidooi voor een sterk publiek domein
Er zijn zeker drie vragen te stellen bij het huidige auteursrecht: __ Wat is authentiek? __ Hoe zijn de huidige regels te handhaven? __ Wie profiteert ervan, wie is de dupe?
24
Sommige scheppende en uitvoerende kunstenaars verkiezen internet als platform voor de verkoop van hun werk. Daarnaast wordt er druk geëxperimenteerd met nieuwe distributiemethoden, marketingtechnieken en vergoedingssystemen. In de muziekindustrie verlaten artiesten hun labels en beginnen voor zichzelf. Betrouwbaarheid Hoe waarheidsgetrouw is het beeld dat ons met name via de elektronische massamedia wordt gepresenteerd en dat in hoge mate bepalend is voor onze kijk op dat deel van de wereld dat we niet uit eigen waarneming kennen? De geregisseerde en gedramatiseerde berichtgeving in de massamedia heeft grote invloed op het wereldbeeld van mensen. De journalistiek ziet zichzelf vaak als maatschappelijke waakhond en ontleent daaraan een beroep op journalistieke vrijheid en zelfs journalistieke onschendbaarheid. Maar wat blijft daarvan over als uit pure scoringsdrift concessies worden gedaan aan onafhankelijkheid, pluriformiteit en betrouwbaarheid? Ook ten aanzien van informatie die door de overheid wordt verstrekt, is waakzaamheid geboden. De overheid heeft haar eigen doelstellingen en tracht die te bereiken door middel van daarop toegesneden en ingekleurde informatie.
buiten kijf stonden. Zelfs de vrijheid van meningsuiting moest eraan geloven, zoals is te zien aan de discussie over de vraag in hoeverre ook beledigen daaronder valt. Het aantal taboes lijkt onder invloed van globalisering te zijn toegenomen. De vrijheid van expressie komt in het nauw op basis van argumenten als schending van de openbare orde of dreiging van ontwrichting van de samenleving door geweld. Dan ligt zelfcensuur op de loer. Expressievrijheid eist vrije toegang tot de bronnen waarop meningen of andere uitingen van de geest worden gebaseerd. Maar ook de kwaliteit van die bronnen bepaalt de ruimte voor confronterende opinies en botsende meningen. Als vrijplaats voor expressie van personen en groepen is dit vooral voor de kunsten, pers en media een majeur aandachtspunt. In dat verband vraagt de positie van bijzondere kennis en diepgravende journalistiek extra aandacht. Over het algemeen worden steeds meer ‘nieuwsproducten’ door minder redacties en minder journalisten verzorgd. Het is daarom ook voor de Nederlandse journalistiek van belang dat de publieke omroep en de pers zich blijven inzetten voor kwalitatief hoogwaardige informatie, onder meer door het waarborgen van onderzoeksjournalistiek.
4. Pleidooi voor een sterk publiek domein
dat sites doorspit en rechtszaken voert. Dat zal de prijs van boeken, cd’s en dvd’s verhogen.
Mondigheid
Wat voor vrijwel elke ontmoeting geldt – je steekt er weinig van op als je de taal niet Expressievrijheid voldoende machtig bent en onbekend bent met gewoonten en gebruiken – gaat ook Globalisering heeft de aanzet gegeven tot op voor ontmoetingen in de digitale wereld. herijking van verschillende maatschappelijke Vanuit dat besef heeft de Raad de laatste verworvenheden die in ons land lange tijd jaren onder de vlag van ‘mediawijsheid’ ge-
25
De verantwoordelijkheid voor het bijbrengen van mediawijsheid werd vooral bij oudersen scholen gelegd. Kennisnet, de publieke ICT-ondersteuning van, voor en door het onderwijs is de belangrijkste faciliteit die daarvoor ter beschikking is gesteld. Daarmee is echter hooguit gedeeltelijk voldaan aan de vormgeving van het ‘recht van spreken’ van burgers in het digitale tijdperk. Dat recht impliceert immers ook het bestaan van voorzieningen die zijn gericht op luisteren naar wat er gezegd wordt. Internet biedt burgers alle ruimte om van zich te laten horen, maar er wordt nauwelijks geluisterd.
scheppen van nieuwe ruimten, maar als middel voor controle. Als de privacy van burgers op de tocht komt te staan, wordt het gevoel van veiligheid, zelfs achter de eigen voordeur, bedreigd. Achterdocht is een slechte voedingsbodem voor gezonde interacties. Een veilig gevoel en wederzijds vertrouwen zijn eerste vereisten voor vruchtbare ontmoetingen tussen burgers. Hoewel de eerbiediging van de ‘persoonlijke levenssfeer’ in de Grondwet is verankerd, zijn er alarmerende signalen, zoals de bevoegdheid om informatie te achterhalen over bel-, mail- en internetgedrag.
Dankzij het gebruik van persoonsgegevens kunnen burgers misschien beter worden bediend als consument of beter worden beschermd tegen misdadigers. De uitkomst Vertrouwen en veiligheid is echter onzeker als overheidsinstanties of bedrijven onder druk worden gezet om Internet heeft voor velen de deur geopend privégegevens af te staan. Hoe worden tot omvangrijke informatiebestanden uit dan de grondrechten van een individu of publieke, commerciële en semi-commerciële een groep individuen afgewogen tegen ecodomeinen. Die deur kan echter ook in de nomische, politieke of diplomatieke beandere richting worden geopend en ongelangen? De discussie over wat wel en niet node gasten toegang geven tot strikt private aanvaardbaar is, is volop gaande. domeinen. Vaak onbewust produceren mensen voortdurend informatie over zichzelf, bijvoorbeeld bij het gebruik van een mobiele telefoon, internet, navigatiesystemen of betaalpassen. Gegevens over opvattingen, gedrag en leefomstandigheden van individuen blijken niet alleen interessant voor het bedrijfsleven. Ook overheidsinstanties zijn verzamelaars en gebruikers, bijvoorbeeld in het kader van terrorismebestrijding of andere onderdelen van het veiligheidsbeleid. Internet wordt in zo’n geval niet gebruikt voor het
4. Pleidooi voor een sterk publiek domein
hamerd op het belang van voldoende vaardigheden en kennis van individuen, zodat zij ookin een digitale omgeving als mondige burgers kunnen participeren.
26
5
Activiteiten en adviezen
27
Algemeen Een van de meer ingewikkelde vraagstukken waarmee de Raad zich in 2009 heeft beziggehouden was het adviesverzoek van toenmalig minister Plasterk over de evaluatie van Stichting Kosmopolis. Dat project was in een eerder kabinet (Balkenende II) geïnitieerd door voormalig staatssecretaris Van der Laan die met een stedelijk netwerk van instellingen, gericht op multiculturaliteit en een landelijke koepel, hoopte het diversiteitsbeleid een nieuwe impuls te geven. De Raad stelde een ad hoc commissie in die onder leiding van de voorzitter van de commissie Letteren het functioneren van Stichting Kosmopolis – vanaf de oprichting in 2006 – ging evalueren.
De Raad stond voor het dilemma door te gaan met een ingewikkelde structuur van vier lokale ‘afdelingen’ – feitelijk drie want Amsterdam deed niet mee – en een landelijke koepel. Maar dat werd achterhaald door de financiële situatie toen bleek dat een faillissement onafwendbaar was. De Raad constateerde dat alle betrokkenen de complexiteit van een dergelijke constructie hadden onderschat, maar dat dit geen reden moest zijn om tenminste de kern van Kosmopolis overeind te houden. Dat wil zeggen, de landelijke functie zou moeten doorgaan, eventueel niet als zelfstandige entiteit maar als een onderdeel van een andere, landelijke organisatie. Toenmalig minister Plasterk besloot anders en Kosmopolis landelijk kwam tot een einde. Lokale activiteiten werden voortgezet, een ontwikkeling overigens die de Raad toejuicht. Nationaal Historisch Museum Desgevraagd heeft de Raad zich uitgesproken over de contouren van de aanzet voor het beleidsplan van het nieuw op te richten Nationaal Historisch Museum (NHM). Naast enkele globale kanttekeningen pleitte de Raad er voor de organisatie van het museum tijd en ruimte te geven hun plannen concreet in te vullen.
5. Activiteiten en adviezen
Tijdens de voorbereidingen verslechterde de financiële positie van Kosmopolis razendsnel. De commissie en de Raad bevonden zich in de precaire situatie dat vanwege het dreigende faillissement niet alle noodzakelijke documenten zonder meer beschikbaar waren, met als gevolg dat veel tijd ging zitten in het verzamelen van informatie. Daarnaast heeft de commissie zoveel mogelijk alle betrokkenen op locatie gesproken, waardoor men zich een beeld kon vormen van de problemen maar ook van de kansen die het project in zich had.
Dat advies vond weinig weerklank in de Tweede Kamer. Die meende dat haar uitgangspunten voor een museum, dat in een chronologisch verhaal de canon van de Nederlandse geschiedenis vertelde, in gevaar kwamen en wilde daarover een stevige discussie voeren. De discussie over de locatie voor het nieuwe museum in Arnhem overschaduwde vervolgens volledig de adviezen van de Raad. Niettemin blijft de Raad optimistisch over het te verwachten resultaat en hoopt hij mettertijd in de gelegenheid te worden gesteld over het beleidsplan van het NHM te adviseren. Orkestenbestel Het advies over de toekomst van het orkestenbestel kwam net niet uit in 2009 maar het overgrote deel van het werk vond wel vorig jaar plaats. Het was verheugend te constateren dat in de aanloop naar het nieuwe Subsidieplan de toenmalige minister bereid bleek het advies van de Raad over te nemen om zogenoemde wegbereiders aan te stellen die een aantal heikele punten en belemmeringen in het huidige bestel moeten aanpakken. De Raad was van mening dat de orkesten veel meer dan nu het geval is moeten worden beoordeeld op hun outcome, op de invloed die ze hebben op het muziekleven in hun verzorgingsgebied. Daarnaast zou repertoirekeuze veel meer onderling moeten worden afgestemd. De orkesten moeten zich ook specialiseren en bijvoorbeeld niet allemaal een educatieve
28
methodiek ontwikkelen maar meer van elkaar overnemen. Een zeer belangrijk punt, meende de Raad tenslotte, is de rechtspositie van de orkestmusici. Die is nog veel te veel gebaseerd op ambtelijke constructies die ooit bestonden, maar die nu een moderne bedrijfsvoering in de weg zitten. Talentontwikkeling Met een ad hoc commissie, samengesteld uit alle betrokken commissies van de Raad en een externe voorzitter is eind 2009 een begin gemaakt met het advies over Talentontwikkeling. Parallel aan dit traject had toenmalig minister Plasterk een visie gevraagd van de HBO-raad over het kunstvakonderwijs, het voorportaal van de beroepsuitoefening in de cultuursector. Om dit zogenoemde sectorplan op te stellen heeft de HBO-raad een externe commissie ingesteld onder voorzitterschap van prof. dr. R. Dijkgraaf.
Archiefbestel Bij het samenstellen van het Subsidieplan 2009 – 2012 stuitte de Raad op het probleem dat de subsidieregelingen met moeite – of helemaal niet – konden worden toegepast op de archiefsector. Dat leidde tot een voorstel om een advies uit te brengen over de toekomst van het archiefwezen in ons land. Maar de inzet werd allengs veel breder dan het zoeken naar een match tussen een subsidieregeling en een aantal instellingen. Het advies, dat in 2010 uitkomt, raakt aan een aantal onderwerpen die de Raad van fundamenteel belang vindt voor een toekomstbestendige inrichting van ons nationale geheugen. Overigens zit al precies in dat bijvoeglijke naamwoord een kern van het advies. Ons nationale geheugen, zo betoogt de Raad, is meer dan het archief van de overheid: de vele particuliere archieven – groot en klein – van particulieren en rechtspersonen vormen een essentieel deel van de bronnen die voor het nageslacht moeten worden bewaard, gekoesterd en toegankelijk gemaakt. De rol die de overheid en haar nationale archief daarbij moet spelen is ambigue en niet eenvoudig: actief maar niet bepalend, dienstbaar maar niet kritiekloos, verantwoordelijk maar niet dominant. De Raad reikt een reeks overwegingen aan hoe de rol van het overheidsarchief in relatie tot de particuliere archieven kan worden uitgelijnd. Scherpe aandacht vraagt de Raad ook voor het digitale infarct dat dreigt te ontstaan. Nog te weinig dringt het besef door in kringen van (politieke) besluitvormers dat er heel veel geld nodig is om digitale archivering op orde te brengen en dat het inmiddels vijf voor twaalf is.
5. Activiteiten en adviezen
Het advies van de Raad voor Cultuur is op verzoek van Plasterk eerder uitgebracht dan dat van de Commissie Dijkgraaf, opdat zij in haar advies desgewenst rekening zou kunnen houden met de opvattingen vanuit de beroepspraktijk over de kunstvakopleidingen in de Nederland. De Raad heeft vooral het belang van het internationale perspectief willen schetsen en de noodzakelijke diversiteit van de opleidingen willen onderstrepen. Verder heeft de Raad gepleit voor een scherpe toetsing van de vorderingen van de studenten tijdens hun opleiding.
E-cultuur Van I naar e was de naam van het advies dat de Raad uitbracht in 2003. Velen die zich bezighouden met digitalisering en alles wat daarbij op sociaal, economisch en cultureel gebied aan de orde is, vonden dat een baanbrekend stuk. Jaren later wordt nog steeds de actualiteit van delen van dat advies benadrukt. Niettemin was het tijd voor een update. Met name de verbinding tussen instellingen en organisaties, het vormen van Netwerken van betekenis, is een onderwerp dat de Raad centraal stelt in het gelijknamige advies.
29
Wat de instellingen aan kennis en betekenis genereren krijgt een meerwaarde als het in verbindingen met andere ‘veredeld’ wordt. De Raad pleit er voor dat de overheid in haar subsidievoorwaarden hiervoor aandacht vraagt. Erkenningen omroepverenigingen De toetreding van PowNed en Wakker Nederland tot het omroepbestel was voorpaginanieuws, evenals het gedwongen vertrek van aspirant-omroep LLiNK. Het Commissariaat voor de Media en de raad van bestuur van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) waren het eens met de Raad dat PowNed en Wakker Nederland tot het bestel moesten worden toegelaten en dat LLiNK de (vijf jaar geleden) beloofde toegevoegde waarde voor het bestel onvoldoende had aangetoond.
Daarnaast was van belang of ze een stroming vertegenwoordigden die in onvoldoende mate in de publieke omroep was vertegenwoordigd; aan haar trekken kwam, om het populair te zeggen. De discussies in de Raad en met de commissie Media waren buitengewoon boeiend en hebben mede geleid tot een veranderende opvatting van de Raad die tot uitdrukking kwam in de zogenoemde omroepverkenningen waartoe toenmalig minister Plasterk een aantal organisaties had opgeroepen. De Raad meende dat een heroriëntatie op de functie en de betekenis van de omroepverenigingen opportuun was. In een heterogene, bijna fragmenterende samenleving is het relevant na te denken over de rol die verenigingen – en dus ook omroepverenigingen – in processen van sociale cohesie (kunnen) spelen. Het Nederlandse omroepbestel moge soms ridicuul zijn in zijn complexiteit (en spreekwoordelijk aan buitenlanders niet uit te leggen) het weerspiegelt wel de veelheid van opvattingen over mens en maatschappij, religie en politiek en de plaats die zij kunnen innemen in de instituties van de samenleving. En dat is wellicht iets om niet zomaar uit het zicht te laten verdwijnen.
5. Activiteiten en adviezen
De discussie over wat in de kern een vraag was naar de externe representativiteit van ons omroepbestel heeft de Raad met grote interesse gevoerd. Niet de programma’s want die waren er natuurlijk nog niet – behoudens korte reportages op de website van de initiator van PowNed, GeenStijl – of de aanpak die kon worden verwacht waren doorslaggevend. Het ging om de vraag of de organisaties programma’s zouden gaan maken die er nog niet waren, in de zin dat ze wezenlijk iets zouden toevoegen aan de bestaande programmering van de publieke omroep.
30
Amateurkunst en Cultuureducatie
De commissie krijgt in 2010 drie nieuwe leden, onder wie een nieuwe voorzitter. In het voorjaar start de commissie, samen met de Onderwijsraad, met de verkenning naar muziekeducatie in het onderwijs. Daarnaast voert de commissie in 2010 gesprekken met zowel de instellingen in de amateurkunst en kunsteducatie uit de Basisinfrastructuur als instellingen die actief betrokken zijn bij de sector. Deze gesprekken dienen als input voor de Agenda Cultuurbeleid, die de commissie in 2010 zal voorbereiden.
De commissie Amateurkunst en Cultuureducatie heeft in 2009 het advies voorbereid over het Fonds Cultuurparticipatie, dat vorig jaar in januari van start is gegaan. De Raad was over het algemeen positief over de plannen van het fonds, maar stelde wel vragen bij de uitwerking van enkele onderdelen ervan. Dit gold in het bijzonder voor het stimuleringsprogramma Er zit muziek in ieder kind. De aandacht die het fonds aan muziekeducatie besteedt is positief, maar de keuzes die het fonds maakt zijn onvoldoende onderbouwd. Daarnaast is het fonds niet toegerust om alle ambities op het gebied van muziekeducatie waar te maken. De Raad pleitte er in het advies daarom voor dat het ministerie van OCW zich actiever gaat richten op het stimuleren en faciliteren van aandacht voor muziekeducatie. Naar aanleiding hiervan zal de commissie zich in 2010 actief buigen over de kansen en knelpunten rondom muziekeducatie in het onderwijs. Het is hierbij van belang dat muziekeducatie breder wordt getrokken dan cultuur; ook het onderwijs moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Ook in de amateurkunst en de cultuureducatie heeft de economische crisis in 2009 zijn sporen nagelaten. Gemeenten kondigden bezuinigingen aan in het cursorisch aanbod en voerden meer een ad hoc beleid op het gebied van subsidiëring. Verder zijn er sombere verwachtingen over de toeloop van cursisten in 2010 en 2011. De commissie heeft vorig jaar ook meegewerkt aan het advies Massa en Diepgang: een perspectief op talentontwikkeling in de kunsten, de evaluatie van de Basisinfrastructuur en het advies Eigen Inkomstennorm. Daarnaast heeft de commissie een bijdrage geleverd aan de verkenning Publiek Domein.
5. Activiteiten en adviezen
2010
31
Archieven
Wat kan men verwachten: __ Het Verzameladvies II, in het najaar van 2009 positief ontvangen door de Raad, kan een definitieve status krijgen; __ De resultaten worden bekend van de werk groepen bij Minjus die zich buigen over de voorstellen met betrek king tot TBS-dossiers ; __ De aanpak van AIVD en MIVD met betrekking tot de voorgestelde over dracht en openbaarma king van archieven; __ (Ongevraagd) advies over persoonsgegevens.
De commissie Archieven heeft in 2009 de meeste aandacht besteed aan de voorbereiding van het besteladvies. De noodzaak van een eigen besteladvies werd in 2009 onderstreept. Twee belangrijke organisaties, KVAN (Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland) en BRAIN (Branche Verenging van Archiefinstellingen in Nederland), hielden in het voorjaar namelijk discussiebijeenkomsten over de toekomst van het archiefbestel. Dat leidde uiteindelijk tot het gezamenlijke rapport Archiveren is vooruitzien, dat werd gepresenteerd in juni 2009. In diezelfde maand ontving de Raad de definitieve adviesaanvraag van de toenmalige minister. Met die aanvraag als uitgangspunt werden de beraadslagingen met grote voortvarendheid voortgezet. Het streven was namelijk om het advies nog tijdens de zittingsperiode van twee commissieleden (die in maart 2010 zou aflopen) uit te brengen. Er werd een expertmeeting in december gepland, die helaas niet doorging. De voortgang van het traject kreeg nog te kampen met meer tegenslag, maar met hulp van een externe adviseur is er toch op tijd een advies opgesteld dat in de lente van 2010 verschijnt. Studiedagen Verder werden er vorig jaar in de commissie uiteenlopende kwesties bespr0ken, zoals de eindrapportage en evaluatie van het project Wegwerken Archief Achterstanden, de rapportage Archiefselectie op Orde en de adviesaanvraag van de toenmalige minister van OCW over digitale cultuur en media. Er werd ook tweemaal gezamenlijk met de Bijzondere Commissie Archieven vergaderd. Tenslotte werden ook verschillende bijeenkomsten en studiedagen bijgewoond (Studie-dagen KVAN, Ketelaarlezing, gesprek met de Algemeen Rijksarchivaris).
5. Activiteiten en adviezen
2010
Bijzondere Commissie Archieven De Bijzondere Commissie Archieven (BCA) bereidt adviezen voor – die de Raad voor Cultuur op grond van artikel 5, lid 2, van de Archiefwet 1995 uitbrengt – over de vaststelling van selectielijsten voor overheidsarchieven. In 2009 is een groot aantal ontwerpen Basis Selectiedocumenten (BSD) beoordeeld en van een preadvies voorzien. De commissie heeft ook enkele malen overlegd met Algemeen Rijksarchivaris Martin Berendse en anderen die betrokken zijn bij het ontwikkelen van een nieuwe selectiemethodiek. Met leden van een interdepartementale werkgroep werd gediscussieerd over de risico’s voor de recht- en bewijszoekenden in selectiemethodieken. Daarnaast heeft BCA de commissie Archieven ondersteund bij haar werkzaamheden en de voorbereiding op adviezen en bijeenkomsten.
32
Architectuur, stedenbouw, monumenten, archeologie en landschapsarchitectuur
In 2010 staat voor de commissie een verkenning naar de stand van zaken in de archeologiesector op het programma. De commissie gaat op dit gebied samenwerken met de Bijzondere Commissie Monumenten en Archeologie (BCMA). Overige onderwerpen die dit jaar aan bod zullen komen: publiek opdrachtgeverschap en de rol van investeringsbudgetten om de culturele component in ruimtelijke ontwikkelingen te stimuleren.
Begin 2009 ontving de Raad voor Cultuur een adviesaanvraag over het visiedocument Een last, geen lust dat betrekking heeft op de modernisering van het stelsel monumentenzorg (MOMO). In hoofdlijnen adviseerde de Raad om artikel 3 niet uit de Monumentenwet 1988 te schrappen zolang er geen beeld is van de juridische middelen en routes die burgers ervoor in de plaats aangereikt krijgen. De Raad bepleitte dat geïntegreerde contextanalyses, waarvan cultuurhistorische waardenkaarten deel uitmaken, het uitgangspunt moeten vormen voor een projectbesluit of voor de wijziging van een bestemmingsplan. En om vastgestelde cultuurhistorische waarden goed te kunnen borgen, zou volgens de Raad een erfgoedtoets in het bestemmingsplan opgenomen moeten worden. De Beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg werd in september 2009 aangeboden aan de Tweede Kamer, ondertekend door de (toenmalige) ministers Plasterk, Cramer en Verburg. Cultuur van Ontwerpen Op de nota Een Cultuur van Ontwerpen, visie op Architectuur en Ruimtelijk ontwerp (juni 2008) had de Raad in zijn brief van oktober 2008 al positief gereageerd. De Raad stelde daarin voor om aanvullend onderzoek te doen naar de stedenbouwkundige discipline, omdat hierover geen consensus bestaat en de positie van de stedenbouw in hedendaagse ontwikkelprocessen is gemarginaliseerd. In 2009 werden de speerpunten van de nota uitgewerkt in de zogenaamde Vervolgbrieven. Het Stimuleringsfonds voor Architectuur heeft, zo bleek uit de brieven, de taak gekregen om het onderzoek naar en het debat over hedendaagse stedenbouw te entameren. Externe betrekkingen
5. Activiteiten en adviezen
2010
In maart 2009 presenteerde het nieuwe College van Rijksadviseurs (CvR) zijn werkprogramma. Naar aanleiding daarvan heeft de commissie in mei een gesprek gevoerd met het CvR over onder meer het actieplan voor jonge architecten om de gevolgen van de economische crisis op te vangen en het functioneren van de Basisinfrastructuur. In september is een gesprek gevoerd met het Stimuleringsfonds voor Architectuur naar aanleiding van de nota Een cultuur van ruimte maken, die het Fonds in juni 2009 heeft gepubliceerd. In december 2009 heeft de voorzitter van de Raad voor Cultuur, Els Swaab, in aanwezigheid van algemeen secretaris Kees Weeda een kennismakingsgesprek gehad met mevouw J. Tammenoms, beoogd voorzitter van de nieuwe Raad voor leefomgeving en Infrastructuur. Doel van dit gesprek was ook om een afstemmingscultuur op gang te brengen en onderlinge samenwerking te stimuleren. Nevenactiviteiten Commissielid Endry van Velzen heeft zitting genomen in een ad hoc commissie ten behoeve van de voorbereiding op het advies Massa en Diepgang: een perspectief op talentontwikkeling in de kunsten. Daarnaast heeft de commissie gereageerd
33
en/of input geleverd voor: het advies over de Eigen inkomstennorm voor instellingen in de Basisinfrastructuur, het advies over de Evaluatie van de totstandkoming van de Basisinfrastructuur en de monitor van de gevolgen van de kredietcrisis op de culturele sector. Nieuwe voorzitter In december 2008 maakte commissievoorzitter Noud de Vreeze bekend dat hij in verband met het aanvaarden van de positie van stadsarchitect van Amersfoort genoodzaakt werd het voorzitterschap van de commissie op te geven. In februari 2009 verwelkomde de commissie Maarten Schmitt als de nieuwe voorzitter. Bijzondere Commissie Monumenten en Archeologie
5. Activiteiten en adviezen
Speciale aandacht van de bijzondere commissie ging vorig jaar uit naar de adviezen in het kader van de Lijst met honderd wederopbouwmonumenten en het advies Nieuwe Hollandse Waterlinie.
34
Beeldende Kunst en Vormgeving
In 2010 zal de nieuwe commissie zich inwerken, onder meer aan de hand van monitorgesprekken met de ruim twintig instellingen die voor de sector Beeldende Kunst en Vormgeving deel uitmaken van de Basisinfrastructuur. In het najaar zal worden gewerkt aan de sectoragenda Beeldende Kunst en Vormgeving die in 2011 verschijnt.
In 2009 hield de commissie zich bezig met een beperkt aantal sectorale onderwerpen. Op verzoek van het ministerie van OCW werd gereageerd op het aangepaste beleidsplan van De Vleeshal in Middelburg. Ook besprak de commissie opnieuw de situatie van enkele tijdschriften die in zwaar weer verkeren. Sinds het ministerie heeft besloten om de ondersteuning van kunsttijdschriften over te laten aan de fondsen kan hierop niet direct invloed worden uitgeoefend. Dat betreurt de Raad, gelet op de belangrijke rol die tijdschriften hebben bij onderzoek, reflectie en communicatie. Periodiek werden, mede op basis van informatie van de fondsen, het sectorinstituut Vormgeving en enkele andere instellingen, de effecten in kaart gebracht van de economische recessie op de sector. Ook het voorbereiden van de werving van nieuwe commissieleden stond prominent op de agenda, vooral omdat de commissie in 2010 volledig wordt vernieuwd. Talentontwikkeling Wat betreft bovensectorale onderwerpen reflecteerde de commissie op een visiedocument over het publieke domein. Daarnaast kwam het onderwerp talentontwikkeling uitgebreid aan de orde. Verder evalueerde de commissie de totstandkoming van advisering in het kader van het advies Basisinfrastructuur 1.0. Zij besprak ook de Eigen inkomstennorm voor instellingen in de Basisinfrastructuur en evalueerde de regeling voor de Basisinfrastructuur als zodanig.
5. Activiteiten en adviezen
2010
35
Bibliotheken
Activiteiten van de commissie Bibliotheken in 2010: __ Advies over het Beleids plan van het Sector instituut Openbare Bibliotheken 2010 – 2012 __ Schrijven van de sector analyse
In 2008 werd besloten branche- en stelseltaken in de bibliotheeksector te splitsen; in 2009 is dit volbracht. Het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken brengt zijn plan voor de jaren 2010 – 2012 in april 2010 uit.
5. Activiteiten en adviezen
2010
36
E-Cultuur
Activiteiten van de commissie E-cultuur in 2010: __ Afronden advies over digitale cultuur en media __ Monitorgesprekken voeren met instellingen uit de Basisinfrastructuur __ Schrijven van de sector - analyse __ Informatiebijeenkomsten organiseren over het advies digitale cultuur en media: Netwerken van betekenis
In de lente van 2009 ontving de Raad voor Cultuur een adviesaanvraag over het gewenste beleid op het terrein van digitale cultuur en media. De snelle ontwikkelingen waren voor toenmalig minister Plasterk aanleiding te bezien of bijstelling van het huidige beleid aan de orde is. In verband met de omvang van de adviesaanvraag, met daarin vele specifieke vragen, brengt de Raad dit advies in 2010 uit.
5. Activiteiten en adviezen
2010
37
Film
De Raad voor Cultuur hoopt in 2010 het beleidsplan van de fusiepartners te ontvangen, waarbij de inhoudelijke vervlechting van bestaande en nieuwe taken beoordeeld kan worden en het gereserveerde budget beschikbaar kan komen.
In het laatste kwartaal van 2009 adviseerde de Raad voor Cultuur over het Filmsectorinstituut. De Filmbank, Holland Film, het Nederlands Filmmuseum en het Nederlands Instituut voor Filmeducatie hadden een fusieplan opgesteld waarin onder meer de missie, taken en positionering van het instituut werden beschreven. De Raad adviseerde de toenmalige minister van OCW vervolgens om in te zetten op een vlotte realisatie van dit sectorinstituut. Het achterliggende idee van een sectorinstituut omvat immers een bundeling van ondersteunende taken (zoals onderzoek, promotie en debat) voor de gehele sector, waardoor versnippering en overlap wordt tegengegaan. Kwaliteit en afstemming worden daarentegen bevorderd. Met een fusie van deze instellingen kan volgens de Raad een belangrijke eerste stap worden gezet naar het sectorinstituut Film. De volgende stap zou toetreding van nog enkele andere instellingen moeten zijn, zoals bijvoorbeeld de Mediadesk en stichting Filmonderzoek. De toenmalige minister van OCW heeft dit advies van de Raad overgenomen en heeft ook de aanbeveling opgevolgd een budget te reserveren voor de invulling van nieuwe taken. Daarnaast heeft de commissie Film in 2009 ook meegewerkt aan het advies over het Mediafonds (voorheen Stimuleringsfonds voor de publieke omroep). De commissie Media had daarin een voortrekkersrol.
5. Activiteiten en adviezen
2010
38
Internationaal en Intercultureel
In zijn advies Innoveren, Participeren! stelt de Raad dat het tijd is dat Nederland zich actiever mengt in het debat over de vraag hoe cultuur kan bijdragen aan het succes van de Europese samenwerking en gebruik gaat maken van de mogelijkheden en instrumenten die de Europese Unie biedt voor onderlinge culturele samenwerking. De Raad start in 2010 een verkenning naar de omgang met culturele vrijheid, identiteit en diversiteit in de Europese context. Een aspect dat aan de orde zal komen is een vergelijking naar de positie van de cultuur van nietwesterse ingezetenen van de Europese landen.
In 2009 zijn de commissies Intercultureel en Internationaal samengevoegd tot één commissie. De Raad wil daarmee aangeven dat culturele diversiteit niet als niche, maar als norm moet worden benaderd: een vanzelfsprekendheid die langzaam maar zeker in onze samenleving postvat en ook alle sectoren van kunst en cultuur aangaat. Steeds meer instellingen houden in hun activiteiten en publieksbeleid rekening met de diversiteit van de Nederlandse bevolking. De inbedding van culturele diversiteit in de gesubsidieerde kunst- en cultuursector is echter nog niet in de volle breedte een feit. De instellingen melden dat de sector onvoldoende in staat is om de kwaliteit van cultureel diverse uitingen goed in te schatten. Deze tekortkoming is het gevolg van gebrekkige kennis bij de beoordelaars en kan leiden tot subsidieafwijzingen die wellicht niet terecht zijn. De instellingen zien het aantrekken van specialistische externe deskundigen en verhogen van het aantal niet- westerse leden in commissies, raden en in besturen van instellingen als oplossing. De Raad is van mening dat op dit terrein nog winst valt te behalen. Stichting Kosmopolis Eind 2008 heeft de toenmalige minister van OCW de Raad verzocht om het functioneren van de Stichting Kosmopolis te evalueren en het beleidsplan 2009 – 2012 van de instelling te beoordelen. Het faillissement van de stichting in maart 2009 heeft tot een gewijzigde adviesaanvraag geleid, waarbij de beoordeling van het beleidsplan kwam te vervallen. Culturele vertegenwoordiging De Tweede Kamer heeft op 14 april 2009 besloten de Raad voor Cultuur advies te vragen over de wenselijkheid van alternatieve vormen van culturele vertegenwoordiging op specifieke locaties, met het verzoek de vorm van intendant daarbij te betrekken. Aanleiding voor de adviesvraag is de motie Van der Ham. Kernpunten uit deze motie zijn:
5. Activiteiten en adviezen
2010
__ De Nederlandse culturele vertegenwoordiging in het buitenland levert een belangrijke bijdrage aan culturele uitwisseling, het behoud van Nederlands erfgoed, Holland branding en ondernemerschap; __ Bij het benutten van de potenties van sommige buitenlandse locaties kan het mogelijk dienstig zijn een andersoortige Nederlandse vertegenwoordiging te kiezen dan alleen de klassieke vertegenwoordiging via de diplomatieke dienst; __ Binnen het internationale cultuurbeleid is eerder gebruikgemaakt van de intendant. Ter voorbereiding van het advies is een ad hoc commissie samengesteld, die in 2009 driemaal bijeenkwam. Bij de voorbereiding van het advies werd met een groot aantal betrokkenen en deskundigen gesproken. Tevens is een expertmeeting georganiseerd met de sector. Het advies zal in 2010 aan de voorzitter van de Tweede Kamer worden aangeboden.
39
Letteren In december 2009 verscheen het advies over de Wet op de vaste boekenprijs. Daarin stelde de Raad voor Cultuur dat naar zijn mening de Wet op de vaste boekenprijs niet fundamenteel hoeft te worden aangepast. De Raad kon zich vinden in drie wetswijzigingen die de toenmalige minister van OCW heeft voorgesteld over een oplossing voor de toename van de buitenlandse internetverkoop, het herstellen van de auteurs- en werknemerskortingen en het uitsluiten van geïmporteerde bladmuziekuitgaven. Boekverkoop
5. Activiteiten en adviezen
Daarnaast pleitte de Raad voor een goed opgezet monitorsysteem waarbij bijvoorbeeld per kwartaal wordt gekeken naar een aantal parameters zoals boekverkoop, inkomsten van auteurs en het aanbod van uitgeverijen. Dit systeem verdient de voorkeur boven een eenmalig onderzoek, zoals de toenmalige minister heeft voorgesteld. Hij volgde deze laatste aanwijzing van de Raad echter niet op en zette in op een analytisch onderzoek. Wel beloofde hij de brancheorganisaties aan te spreken om voor beter en deugdelijker cijfermateriaal te zorgen.
40
Media
In 2010 zal de commissie Media onder andere adviezen voorbereiden over: __ De consultatie over de toekomstverkenning landelijke publieke omroep __ Het concessiebeleidsplan 2010 – 2016 Nederlandse Publieke Omroep __ Het beleidsplan van het Instituut voor Beeld en Geluid __ Het beleidsplan van de Wereldomroep __ Meerjarenbegroting 2011 – 2015 Nederlandse Publieke Omroep. Daarnaast zal de commissie de sectoranalyse schrijven.
Volgens de Mediawet dient het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties elke vier jaar geëvalueerd te worden. De Raad voor Cultuur heeft in het kader van het advies Basisinfrastructuur 1.0 het beleidsplan 2009 – 2012 van het Fonds al beoordeeld. Deze evaluatie was dan ook beknopt. In Basisinfrastructuur 1.0 oordeelde de Raad al dat het Fonds een heldere visie heeft en professioneel werkt. Met het oog op de nieuwe concessieperiode van de publieke omroep, die in 2010 begint, heeft de minister een aanvullende evaluatie gevraagd. De Raad heeft de evaluatie op 30 juni 2009 uitgebracht. Hierin concludeerde hij allereerst dat het Fonds in het algemeen subsidie verleent aan hoogwaardige artistieke producties die zonder deze steun niet tot stand waren gekomen. Daarnaast signaleert en pakt het Fonds nieuwe (cross)mediale ontwikkelingen op. De Raad constateerde echter een te grote afstand tussen het Fonds en de publieke omroep. De huidige, enge invulling van het begrip kwaliteit door het Fonds werkt belemmerend; het dreigt zichzelf hiermee te isoleren en bovendien wordt hierdoor de publieke omroep niet adequaat bediend. Hoge kwaliteit sluit een groter bereik niet uit. Bij de samenstelling van adviescommissies zou het Fonds hiermee rekening kunnen houden. Wil het Fonds meer worden dan een financieringsfonds en ook daadwerkelijk richting geven aan een innovatieve culturele programmering, dan vraagt dat niet alleen een andere insteek bij het Fonds zelf, maar ook bij de publieke omroep. De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) en het Stimuleringsfonds moeten gezamenlijk afspraken maken om tot een culturele programmering te komen. Daarnaast zou een van de drie zendercoördinatoren verantwoordelijk moeten worden gemaakt voor het cultuurbeleid van de publieke omroep. Erkenningen landelijke publieke omroep
5. Activiteiten en adviezen
2010
Om een erkenning en vervolgens geld en zendtijd te krijgen binnen de publieke omroep, moeten omroepverenigingen in ieder geval een minimum aantal leden hebben. Vervolgens wordt hun beleidsplan met de aanvraag voor een erkenning beoordeeld – onder meer op een aantal wettelijk vastgelegde voorwaarden – door de raad van bestuur van de NPO, het Commissariaat voor de Media en de Raad voor Cultuur. Op 30 september 2009 bracht de Raad zijn advies uit over de (voorlopige) erkenningen voor de landelijke publieke omroep, die ingaan op 1 september 2010. Meerjarenbegroting 2010 – 2014 Nederlandse Publieke Omroep De Raad voor Cultuur bracht op 19 oktober 2009 zijn jaarlijkse advies uit over de Meerjarenbegroting van de Nederlandse Publieke Omroep. In verband met vele activiteiten van en rondom de publieke omroep (visitatiecommissie, adviezen over erkenning, komst van het concessiebeleidsplan in 2010) beperkte de Raad zich in het advies slechts tot opmerkingen over enkele punten uit de Meerjarenbegroting 2010 – 2014. Daarnaast zag de Raad weinig reden voor een uitgebreid advies, omdat er geen grote (beleids)wijzigingen waren in de meerjarenbegroting. De Raad merkte in zijn advies op dat enkele veranderingen en aanscherpingen noodzakelijk zijn om de publieke omroep zijn rol en functie beter te laten
41
vervullen. In het advies over de vorige meerjarenbegroting pleitte de Raad voor een inhoudelijke slag van de publieke omroep: van kwantiteit naar kwaliteit. Tot tevredenheid van de Raad waren expressie en kunst nog altijd een speerpunt in het plan, maar de NPO moet inzichtelijker maken wat hij inhoudelijk wil met cultuur, kunst en expressie. De Raad miste, net als in het jaar daarvoor, een beleidsvisie. De Raad constateerde in de meerjarenbegroting met name een streven naar hogere luistertijdaandelen bij de radio. Bij Radio 1 stelt de NPO terecht de vraag hoe snelheid zich tot kwaliteit en verdieping verhoudt. De Raad wil deze vraag breder stellen: hoe verhoudt bij de publieke omroep het streven naar een jonger publiek zich tot kwaliteit en verdieping? De Raad is van mening dat kwaliteit het uitgangspunt moet zijn. Niet alleen het kijk- of luistertijdaandeel.
5. Activiteiten en adviezen
De Raad heeft zich in eerdere adviezen al uitgesproken over de themakanalen en de noodzaak van een evaluatie ervan op termijn. In het algemeen ondersteunt de Raad de keuze van de publieke omroep voor deze platforms. Maar ook in deze meerjarenbegroting miste de Raad een overzicht van het doel en gewenste bereik van deze kanalen.
42
Musea
In 2010 zal met het oog op het ontwikkelen van de sectoranalyses en de Agenda Cultuurbeleid een uitgebreide monitorronde worden gehouden langs de musea die deel uitmaken van de Basisinfrastructuur.
In 2009 heeft de toenmalige minister van OCW de Raad voor Cultuur gevraagd aanbevelingen te doen die meegenomen kunnen worden bij de conceptontwikkeling voor het nieuwe Nationaal Historisch Museum. Om niet te interfereren in deze conceptontwikkeling deed de Raad geen concrete aanbevelingen, maar noemde hij een aantal aandachtspunten. Hij formuleerde deze in de vorm van vragen die konden helpen bij de conceptontwikkeling en als toetssteen voor een uitgewerkt plan. Ook werd door de commissie Musea vorig jaar in kaart gebracht wat de gevolgen waren van de economische crisis. Daarbij was de verwachting dat op lange termijn de effecten sterker gevoeld zullen worden dan in 2009. Musea die afhankelijk waren van buitenlandse toeristen voelden de gevolgen al; zij werden geconfronteerd met een daling van bezoekers tussen 10% en 20%. Daarnaast droogde de geldstroom van private fondsen op. Het VSB Fonds trok daar consequenties uit en ook bij het Prins Bernhard Fonds en het SNS Reaalfonds werd men voorzichtiger. Vele musea zijn afhankelijk van sponsoring die langzaam opdroogde, met als gevolg dat tentoonstellingen werden uitgesteld, kleiner werden of langer doorgingen. Tegelijkertijd ging de innovatieregeling van start die instellingen een eigen inkomstennorm van 17% oplegt. De gevolgen hiervan voor de presentatie-instellingen zijn nog niet duidelijk. De commissie leverde een bijdrage aan een aantal bovensectorale onderwerpen, waaronder het publieke domein en digitale cultuur en media. De commissie besprak ook het advies Eigen Inkomstennorm voor instellingen in de Basisinfrastructuur. Verder werd de regeling voor de Basisinfrastructuur geëvalueerd. Daarbij constateerde de Raad dat de (pilot) visitaties van de musea die tot nu toe zijn uitgevoerd te weinig zicht geven op de uitwerking van de beleidsprioriteiten van het ministerie. Dat geldt met name voor collectiebeheer, uitvoeren van wetenschappelijke taken, culturele diversiteit en maatschappelijk belang.
5. Activiteiten en adviezen
2010
Aan het eind van 2009 was de blik vooral gericht op het werven van nieuwe commissieleden, omdat vier van de vijf leden aftraden. Bij het werven van de nieuwe commissieleden was van groot belang dat er geen relatie bestaat tussen de commissieleden en een instelling uit de Basisinfrastructuur, omdat men daarover zal moeten adviseren. Iedere schijn van belangenverstrengeling dient vermeden te worden.
43
Podiumkunsten
In 2010 zal een groot deel van de leden van de commissie Podiumkunsten vertrekken, onder wie de voorzitters van de commissies Muziek en Muziektheater en Theater. Vanaf het voorjaar worden monitorgesprekken gevoerd met de instellingen in de Basisinfrastructuur. Deze gesprekken dienen mede als basis voor de Agenda Cultuurbeleid die de Raad voor Cultuur in het najaar 2010 gaat voorbereiden. Daarnaast heeft de Raad in het werkprogramma 2010 aangekondigd een verkenning uit te brengen over het internationale speelveld in de podiumkunsten. Deze verkenning kan de Raad meer inzicht verschaffen in en kaders scheppen voor de rol die internationalisering in de podiumkunstensector speelt. De uitkomsten van deze verkenning kunnen ook dienen als voorbereiding voor de Agenda Cultuurbeleid.
Medio 2009 zijn de commissies Dans, Muziek en Muziektheater en Theater samengevoegd tot de commissie Podiumkunsten. De belangrijkste reden hiervoor is dat een gezamenlijke commissie beter in staat is om een samenhangende visie te ontwikkelen op en adviseren over brede onderwerpen die over podiumkunsten gaan, zoals talentontwikkeling, jeugdpodiumkunsten, het Fonds voor Podiumkunsten en festivals. Daarnaast moest de Raad als gevolg van een rijksbrede taakstelling bezuinigen op commissie- en secretariaatskosten; een fusie van de drie podiumkunstencommissies leverde een financiële besparing op. De fusie kon in 2009 gemakkelijker dan voorheen gerealiseerd worden doordat het aantal rijksgesubsidieerde instellingen in de podiumkunsten door de invoering van de Basisinfrastructuur flink is geslonken. De nieuwe commissie Podiumkunsten bestaat uit een kerncommissie en drie disciplinecommissies (Dans, Muziek en Muziektheater, Theater). De kerncommissie heeft één voorzitter en vier leden, van wie er drie ook voorzitter zijn van de verschillende disciplinecommissies. De kerncommissie brengt zaken die in de podiumkunstensector spelen in verband met het algemene cultuurbeleid. De commissie Podiumkunsten heeft in 2009 een bijdrage geleverd aan de voorbereiding van de adviezen Eigen Inkomsten, Evaluatie Basisinfrastructuur en Massa en Diepgang: een perspectief op talentontwikkeling in de kunsten. Deze onderwerpen zijn in de vergaderingen van de kerncommissie aan de orde gekomen, maar zijn ook door de drie disciplinecommissies geagendeerd. Disciplinecommissie Dans
5. Activiteiten en adviezen
2010
De disciplinecommissie Dans heeft in 2009 een reactie voorbereid op het herziene beleidsplan van de Noord Nederlandse Dans (NND). De Raad meldde dat hij op hoofdlijnen positief is over de koers die NND in de beleidsvisie uitzet. Hij was echter wel van mening dat in de artistieke visie van NND onvoldoende duidelijk is of deze bijdraagt aan de diversiteit van genres in de Nederlandse dans en dat er ook geen beleidsvoornemens worden geformuleerd die diversiteit ten goede komen. Disciplinecommissie Muziek en Muziektheater Vanaf de tweede helft van 2009 heeft de disciplinecommissie Muziek en Muziektheater zich gewijd aan de voorbereiding van het advies over de Nederlandse orkesten. De volledige commissie, aangevuld met een extern adviseur (dr. Philomeen Lelieveldt), voerde ongeveer dertig gesprekken met de orkesten en andere betrokken partijen, zoals omroepen, vakbonden en dans- en operagezelschappen. Daarnaast vond er een inventarisatie plaats van de stand van zaken door middel van een vragenlijst, gegevensanalyse en literatuurstudie. Eind december stelde de Raad het conceptadvies vast.
44
Behalve een voorstel voor een levendige symfonische traditie biedt het advies over de Nederlandse orkesten aanknopingspunten voor belangrijke onderwerpen waarover de Raad in 2010 gaat adviseren: talentontwikkeling, het muziekcentrum van de Omroep en een verkenning van muziek in het onderwijs. Disciplinecommissie Theater
5. Activiteiten en adviezen
In 2009 heeft de voormalige commissie Theater een reactie voorbereid op het herziene beleidsplan van Jeugdtheater Sonnevanck, dat de toenmalige minister van OCW op verzoek van de Raad had voorgelegd. De Raad stelde dat Sonnevanck beleidsmatig een goede richting is ingeslagen. Daarnaast heeft de voormalige commissie Theater een reactie voorbereid op het beleidsplan van het nieuwe poppenproductiehuis Feikes Huis. De Raad sprak in een brief het vertrouwen uit in de koers van de nieuwe instelling en had op basis van de plannen de indruk dat het productiehuis de hele breedte van het veelzijdige Nederlandse poppen- en objecttheater zal bestrijken. Op basis van het beleidsplan zal het ministerie van OCW Feikes Huis een projectsubsidie verstrekken, die tot 2013 verlengd kan worden.
45
Wet tot behoud van cultuurbezit De Wet tot behoud van cultuurbezit (Wbc) heeft als doel te voorkomen dat voorwerpen en verzamelingen die van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke waarde zijn, verloren gaan voor het Nederlandse cultuurbezit. Aan zulke voorwerpen wordt een beschermde status toegekend, waarna ze op een lijst worden geplaatst. Voorwerpen die op de Wbc-lijst staan, mogen niet zonder toestemming van de minister (of staatssecretaris) van Cultuur naar het buitenland worden uitgevoerd. Wanneer een eigenaar een beschermd voorwerp wil verkopen, moet hij het eerst ter verkoop aan de Nederlandse staat aanbieden. Eind 2009 heeft de Raad een verzoek ingediend om een inventaris van liturgische voorwerpen, nagelaten door Anna Paulowna, op de lijst Wbc te plaatsen. Effectiviteit
In 2009 vierde de commissie Wbc dat de wet 25 jaar in werking was. Ze heeft dit zilveren jubileum aangegrepen om de effectiviteit van de wet onder de loep te nemen en een visie op de komende tien jaar te formuleren. Hiertoe is uit de gelederen van de commissie een ad hoc commissie samengesteld. Deze is in 2009 tweemaal bijeengekomen. De commissie vat haar bevindingen samen in een advies dat in 2010 zal worden overhandigd. Om redenen van privacy worden de Wbc- adviezen niet op de website van de Raad geplaatst.
5. Activiteiten en adviezen
De toenmalige minister van OCW heeft de Raad vorig jaar advies gevraagd over de effectiviteit van de Wbc als instrument om een verzameling voor Nederland te beschermen en te behouden. Het advies Wbc-verzamelingen dat door een ad hoc commissie is voorbereid, is in 2009 naar de toenmalige minister gestuurd.
46
6
Beleids- en instellingsadviezen
47
Eigen inkomstennorm voor cultuurproducerende instellingen in de Basisinfrastructuur 30 oktober 2009
Meerjarenbegroting 2010 – 2014 Nederlandse Publieke Omroep 19 oktober 2009 Evaluatie Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties 30 juni 2009
Commissie Amateurkunst en Cultuureducatie
Commissie Musea
Advies beleidsplan Fonds voor Cultuurparticipatie 21 juli 2009
Nationaal Historisch Museum 26 mei 2009
Commissie Architectuur, Stedenbouw, Monumenten, Archeologie en Landschapsarchitectuur
Commissie Podiumkunsten
Modernisering van de Monumentenzorg 24 februari 2009 Commissie Film
Beleidsplan Feikes Huis 3 juni 2009 Beleidsvisie en plan van aanpak Noord Nederlandse Dans 29 oktober 2009 Herzien beleidsplan Sonnevank 29 mei 2009
6. Beleids- en instellingsadviezen
Algemeen
Advies Filmsectorinstituut 2 oktober 2009 Commissie Letteren Evaluatie Wet op de vaste boekenprijs 23 december 2009 Commissie Media Advies (voorlopige) erkenningen landelijke publieke omroep 30 september 2009 48
7
Uitvoeringsadviezen
49
Bijzondere Commissie Archieven
15 januari 2009 Medische beroepen en opleidingen vanaf 1932
28 oktober 2009 Media, Letteren en Bibliotheken (Mediafonds)
29 januari 2009 Algemene wetenschappelijke voorbereiding van het regeringsbeleid, coördinatie van het algemeen regeringsbeleid, toezicht op de volksgezondheid en gezondheid en goederenvervoer
28 oktober 2009
5 februari 2009 Milieubeheer vanaf 1945 26 februari 2009 Algemene wetenschappelijke voorbereiding van het regeringsbeleid 26 februari 2009 Notariaat en Gerechtsdeurwaarders
17 november 2009 Cultuurbeheer Rijksmuseum 17 november 2009 Volkshuisvesting 7 december 2009 Media, Letteren en Bibliotheken (Stimuleringsfonds voor de pers) 9 december 2009 Rijkscommissie en Dagelijkse commissie Export-, import- en investeringsgaranties 9 december 2009 Stichting Pensioen en Verzekeringskamer
7. Uitvoeringsadviezen
29 januari 2009 P-Direkt over de periode vanaf 1945
Stichting Toezicht Effectenverkeer
2 april 2009 Toelating Vreemdelingen 16 april 2009 Wetenschappelijk Onderwijs (Openbare en Bijzondere Universiteiten) 7 juni 2009 Media, letteren, bibliotheken en rechtsbijstand 25 juni 2009 Waterstaat 8 oktober 2009 Nederlands Forensisch Instituut 14 oktober 2009 Zorgonderzoek Nederland en Zorgonderzoek Nederland Medische Wetenschappen
50
Bijzondere Commissie Monumenten en Archeologie Subsector archeologie Aanwijzingen archeologische monumenten Heesch De Vorssel 21 september 2009 Lunteren Holboomsheitje 10 februari 2009 Laren
7. Uitvoeringsadviezen
Hilversumse Heide 10 februari 2009
51
Subsector monumenten Aanwijzingen gebouwde monumenten Amersfoort Daam Fockemalaan 10 – 12 7 december 2009
Bedum Boterdiep WZ 40 10 februari 2009 Bergeijk Riethovensedijk 20 7 december 2009
Amstelveen Boxmeer
Amstelveen Van der Veerelaan 30 november 2009 Amsterdam Dam 13 juli 2009 Derde Oosterparkstraat 44 – 46 3 augustus 2009 Erik de Roodestraat 14 e.a. 4 november 2009 Harry Koningsbergerstraat e.a. 30 november 2009 Nieuwezijds Armsteeg 2 – 4 4 november 2009 Rokin 75 – 79 25 juni 2009 Vrolikstraat 8 13 juli 2009 Weesperzijde 1046 a 30 november 2009 Wibautstraat 2 – 4 13 juli 2009
Oktoberplein 1 Overloon 16 december 2009 Breda Galderseweg 81 7 december 2009 Mgr. Nolensplein 1 7 december 2009 Breukelen Straatweg 192 25 juni 2009 Delfzijl
7. Uitvoeringsadviezen
Amsterdamseweg 204 16 december 2009
Johannes Kerkhovenpolder 1 – 3, 7 – 11 21 september 2009 Dwingeloo Oude Hoogeveensedijk bij 4 13 juli 2009 Den Bosch Zuid Willemsvaart bij 2 10 februari 2009
Arnhem Den Haag John Frostbrug 16 december 2009 Markt 11 16 december 2009
Churchillplein 1 – 4 Eisenhowerlaan 85 – 87 Johan de Wittlaan 52 – 54
52
Eindhoven Sint Claralaan 1 18 november 2009 Stationsplein 22 e.a. 21 september 2009
Katwijk Binnensluis 3 16 december 2009
Sint-Paulusstraat 4 e.a. 7 december 2009 Nieuwe Hollandse Waterlinie 8 juli 2009 Mariadorp-Eijsden
Goedereede Maastricht
Groningen Zaagmuldersweg e.a. 30 november 2009 Papiermolenlaan 22 18 november 2009 Turfsingel 16 18 november 2009
Van Schaikweg 22 juni 2009 Sint Servaasbolwerk 11 a t/m f 16 december 2009 Nunspeet Ds. Kalshovenweg 15 Elspeet 16 december 2009
Haarlem Philippine Prinsenbolwerk 5 13 juli 2009
Rosmalen
Philipsplein 10 13 juli 2009
Dorpstraat 69 4 november 2009
Putten Dorpstraat-Spoorstraat 16 december 2009
Zaandam Blaak 28 4 november 2009 Blaak 34 e.a. 4 november 2009 Blaak 40 7 december 2009 Coolsingel 105 7 december 2009 Goudsesingel 52 e.a. 18 november 2009 Hoogstraat 181 e.a. 4 november 2009 Kruiskade 55 e.a. 16 december 2009 Kruisplein 15 16 december 2009 Plein 1940 4 november 2009 Slaak 34 e.a. 18 november 2009 Stationsplein 45 e.a. 7 december 2009 Wilhelminakade 699 18 november 2009 Zuidplein 127 e.a. 16 december 2009 Utrecht Lucasbolwerk 24 4 november 2009 Vlissingen
Heerlen Rheden Bekkerveld 15 21 september 2009 Dr. Clemens Meulemanstraat 1 8 juli 2009
Den Bruyl 35 21 september 2009 Rhenen
Wûnseradiel 13 juli 2009
Rotterdam
Heemstede Camplaan 18 16 december 2009
Hesselink van Suchtelenweg 6 13 juli 2009 Wieringen
LeidschendamVoorburg
25 juni 2009
Ouddorp 18 november 2009
Kerkstraat 1 4 november 2009
Burg. Ter Laanplantsoen 21 4 november 2009 Zandvoort Gasthuishofje 1 18 november 2009 Zutphen Stationsplein 12 16 december 2009
Afvoeringen gebouwde monumenten
7. Uitvoeringsadviezen
21 september 2009 Leyweg 930 e.a. 16 december 2009 Rijswijkseweg 13 30 november 2009 Stadhoudersplantsoen 12 – 18 21 september 2009 Van Diepenburchstraat 3 30 november 2009
Eursinge Busselterweg 2 13 juli 2009 Middelburg Loskade 43 13 juli 2009 Apeldoorn Hoog Soeren 21 september 2009
Boulevard Bankert 13 juli 2009 Stationsplein 5 4 november 2009 Wageningen 53
Beschermingen stadsen dorpsgezichten Berkelland Gelselaar 21 september 2009
Rotterdam Heemraadsingel Mathenesserlaan 21 september 2009 Tuindorp Vreewijk 21 september 2009
Breda Tilburg
Haarlem Haarlem-Noord 21 september 2009 Het Bildt Oude en Nieuwe Bildtdijken 21 september 2009
Wilhelminapark Goirkestraat 21 september 2009 Vlaardingen Vlaardingen 21 september 2009
Verfijningsoperatie historische buitenplaatsen
Leerdam Kloetinge 21 september 2009 Maasdriel
Jachthuisstraat 15 13 juli 2009
7. Uitvoeringsadviezen
Breda (uitbreiding) 21 september 2009
Heerewaarden 21 september 2009 Meppel Oud-Zuid 21 september 2009 Nijmegen Negentiende-eeuwse stadsuitleg 21 september 2009 Radio Kootwijk 21 september 2009
54
55
Beleids- en instellingsadviezen commissies beleids- en instellingsadviezen
februari
mei
Commissie Amateurkunst en Cultuureducatie
juni
juli
Commissie Architectuur, Stedenbouw, Monumenten, Archeologie en Landschapsarchitectuur
Commissie Film
september
oktober
Commissie Letteren
Commissie Media
Commissie Musea
Commissie Podiumkunsten
december
Algemeen
6. Beleids- en instellingsadviezen
beleids- en instellingsadviezen 2009
56
57
6. Beleids- en instellingsadviezen
Uitvoeringsadviezen
aantal uitvoeringsadviezen
februari
april
mei
juni
juli
april
mei
augustus
september
oktober
juni
juli
november
december
januari
januari
februari
augustus
september
oktober
november
7. Uitvoeringsadviezen
uitvoeringsadviezen 2009
december
categorieën uitvoeringsadviezen
commissies
Aanwijzingen archeologische monumenten
Aanwijzingen gebouwde monumenten
Bijzondere Commissie Archieven
Afvoeringen gebouwde monumenten
Beschermingen stads- en dorpsgezichten
Bijzondere Commissie Monumenten en Archeologie Subsector archeologie
Bijzondere Commissie Monumenten en Archeologie Subsector monumenten
Verfijnings operatie historische buitenplaatsen
58
59
7. Uitvoeringsadviezen
Uitvoeringsadviezen aantal uitvoeringsadviezen per plaats
Amersfoort
Amstelveen
Amsterdam
Apeldoorn
Arnhem
Bedum
Bergeijk
Boxmeer
Breda
Breukelen
Delfzijl
Den Bosch
Den Haag
Dwingeloo
Eursinge
Eindhoven
Goedereede
Groningen
Haarlem
Heemstede
Heerlen
Heesch
Het Bildt
Katwijk
Kloetinge
Laren
Leerdam
Leidschendam Voorburg
Lunteren
Maasdriel
Maastricht
Mariadorp Eijsden
Meppel
Middelburg
Nieuwe Hollandse Waterlinie
Nijmegen
Nunspeet
Philippine
Putten
Rheden
Rosmalen
Rotterdam
Tilburg
Utrecht
Vlaardingen
Vlissingen
7. Uitvoeringsadviezen
Berkelland
Rhenen
Wageningen
Wieringen
Zaandam
Zandvoort
Zutphen
60
61
7. Uitvoeringsadviezen
8
Voorlopige jaarcijfers BIS-instellingen
62
Omzet BIS-instellingen totaal BIS-instellingen 129
Omzet subsidie OCW en overige inkomsten € 1.063.667.769
Jeugdgezelschappen aantal 13
Ontwikkelinstellingen aantal 13
Orkesten aantal 10
Productiehuizen aantal 18
Fondsen
Internationale festivals aantal 11
Dansgezelschappen aantal 7 € 42.195.214
Fondsen € 317.189.269
Internationale festivals aantal 11 € 30.571.914
Musea aantal 29
Operagezelschappen aantal 3
Presentatie instellingen beeldende kunst aantal 9
Toneelgezelschappen aantal 9
Jeugdgezelschappen aantal 13 € 15.540.708
Musea aantal 29 € 268.971.211
Operagezelschappen aantal 3 € 49.807.682
Orkesten (3) aantal 10 € 118.178.096
Postacademische instellingen € 1.338.031
Presentatie instellingen beeldende kunst aantal 9 € 11.010.759
Sectorinstituten € 34.524.935
Toneelgezelschappen aantal 9 € 43.409.647
Ontwikkelinstellingen aantal 13 € 673.071
(2)
Overige ondersteunende instellingen € 102.831.968
Productiehuizen aantal 18 € 673.071
8. Voorlopige jaarcijfers BIS-instellingen
Dansgezelschappen aantal 7
Overige onderstenende instellingen Postacademische instellingen Sectorinstituten
63 (2) (3)
Festivals die onder de functie ‘ontwikkelinstelling’ vallen zijn hier meegerekend. Exclusief schoolvoorstellingen (wijkt af van andere podiumkusnten) en exclusief begeleiding.
64
8. Voorlopige jaarcijfers BIS-instellingen
Subsidie OCW
Overige inkomsten
totaal subsidie OCW
totaal overige inkomsten € 482.562.364
Dansgezelschappen aantal 7 € 23.753.843
Fondsen € 178.200.000
Jeugdgezelschappen aantal 13 € 7.803.866
Musea aantal 29 € 155.560.890
Operagezelschappen aantal 3 € 35.881.528
Postacademische instellingen € 915.940
Sectorinstituten € 26.272.978
Orkesten aantal 10 € 66.087.942
Presentatie instellingen beeldende kunst aantal 9 € 3.811.342
Toneelgezelschappen aantal 9 € 21.111.720
Internationale festivals aantal 11 € 9.825.897
Dansgezelschappen aantal 7 € 18.441.371
Ontwikkelinstellingen aantal 13 € 544.761
Jeugdgezelschappen aantal 13 € 7.736.842
Overige ondersteunende instellingen € 39.580.336
Productiehuizen aantal 18 € 11.754.362
Fondsen € 138.989.269
Internationale festivals aantal 11 € 20.746.017
Musea aantal 29 € 113.410.321
Ontwikkelinstellingen aantal 13 € 128.310
Operagezelschappen aantal 3 € 13.926.154
Orkesten aantal 10 € 52.090.154
Overige ondersteunende instellingen € 63.251.632
Postacademische instellingen € 422.091
Presentatie instellingen beeldende kunst aantal 9 € 7.199.417
Sectorinstituten € 8.251.957
Productiehuizen aantal 18 € 15.670.902
8. Voorlopige jaarcijfers BIS-instellingen
€ 581.105.405
Toneelgezelschappen aantal 9 € 22.297.927
65
66
8. Voorlopige jaarcijfers BIS-instellingen
Publieksbereik Bezoeken en uitvoeringen totaal bezoeken 15.615.363
Internationale festivals aantal 11 3.356.896
Operagezelschappen aantal 3 213.027
Orkesten aantal 10 826.330
Jeugdgezelschappen aantal 13 289.308 Presentatie instellingen beeldende kunst aantal 9 186.389
totaal uitvoeringen 46.961
Dansgezelschappen aantal 7 737
Operagezelschappen aantal 3 226
Jeugdgezelschappen aantal 13 2.478 Orkesten aantal 10 766
Ontwikkelinstellingen aantal 13 36.242
Productiehuizen aantal 18 3.794
Musea aantal 29 5.472.197
Productiehuizen aantal 18 533.213
Ontwikkelinstellingen aantal 13 3.913.210 Toneelgezelschappen aantal 9 478.659
8. Voorlopige jaarcijfers BIS-instellingen
Dansgezelschappen aantal 7 346.134
Toneelgezelschappen aantal 9 2.718
67
68
8. Voorlopige jaarcijfers BIS-instellingen
Bezoeken binnenland
Bezoeken buitenland
totaal bezoeken binnenland
totaal bezoeken buitenland
Dansgezelschappen aantal 7 274.118
Jeugdgezelschappen aantal 13 245.923
Orkesten aantal 10 454.249
281.082
Operagezelschappen aantal 3 211.655
Toneelgezelschappen aantal 9 454.249
Dansgezelschappen aantal 7 72.016
Jeugdgezelschappen aantal 13 43.385
Orkesten aantal 10 139.899
Toneelgezelschappen aantal 9 24.410
Operagezelschappen aantal 3 1.372
Uitvoeringen buitenland
Uitvoeringen buitenland
totaal uitvoeringen binnenland
totaal uitvoeringen buitenland
6.310
Dansgezelschappen aantal 7 618
Jeugdgezelschappen aantal 13 2.209
615
Operagezelschappen aantal 3 224
Dansgezelschappen aantal 7 119
Jeugdgezelschappen aantal 13 269
Operagezelschappen aantal 3 2
8. Voorlopige jaarcijfers BIS-instellingen
1.872.376
Orkesten aantal 10 689
Toneelgezelschappen aantal 9 2.570
Orkesten aantal 10 77
Toneelgezelschappen aantal 9 148
69
70
8. Voorlopige jaarcijfers BIS-instellingen
Samenstelling Raad voor Cultuur Commissie totaal commissie
Raad voor Cultuur
Bijzondere Commissie Monumenten en Archeologie
Commissie Amateurkunst en Cultuureducatie
Commissie Beeldende Kunst en Vormgeving
Commissie Archieven
Bijzondere Commissie Archieven
Commissie Architectuur, Stedenbouw, Monumenten Archeologie en Landschapsarchitectuur
Commissie Bibliotheken
Commissie E-cultuur
externe adviseurs Commissie E-cultuur
ad hoc Commissie evaluatie Kosmopolis
Commissie Letteren
Commissie Film
Commissie Internationaal en Intercultureel
ad hoc Commissie Culturele vertegenwoordiging in het buitenland
Commissie Media
externe adviseurs Commissie Media
Commissie Musea Commissie Podiumkunsten
Disciplinecommissie Dans
Disciplinecommissie Muziek en Muziektheater
Discipline commissie Theater
ad hoc Commissie Talentontwikkeling
Bijzondere Commissie Wet tot behoud van Cultuurbezit
9. Samenstelling Raad voor Cultuur
158
Externe adviseurs
71
Vergaderingen totaal vergaderingen 111
Commissie Archieven
Bijzondere Commissie Archieven
Bijzondere Commissie Monumenten en Archeologie
Commissie Beeldende Kunst en Vormgeving
Commissie Bibliotheken
Commissie E-cultuur
Commissie Letteren
Commissie Media
Commissie Musea
Commissie Podiumkunsten
Disciplinecommissie Muziek en Muziektheater
Disciplinecommissie Theater
Bijzondere Commissie Wet tot behoud van Cultuurbezit
Commissie Architectuur, Stedenbouw, Monumenten, Archeologie en Landschapsarchitectuur
externe adviseurs Commissie E-cultuur
Disciplinecommissie Dans 9. Samenstelling Raad voor Cultuur
Commissie Amateurkunst en Cultuureducatie
Raad voor Cultuur
72
73
9. Samenstelling Raad voor Cultuur
9
Samenstelling Raad voor Cultuur
74
Commissies
mr. Els Swaab voorzitter Tessa Boerman prof. dr. René Boomkens drs. Melle Daamen Gerard Hulshof drs. Mirjam de Meijer dr. Caroline Nevejan prof. dr. Gerard Rooijakkers mr. Huub Smeets
Commissie Amateurkunst en Cultuureducatie Gerdie Klaassen voorzitter Appie Alferink vanaf 1 juni 2009 Christie Arends tot 1 september 2009 Melissa Bremmer Hildegard Draaijer vanaf 1 juni 2009 Theo Ham tot 1 maart 2009 Bianca Janssen-Groesbeek tot 1 maart 2009
Kees Weeda algemeen secretaris aantal vergaderingen 12
Lotte Ravenhorst secretaris aantal vergaderingen 3
Commissie Archieven Prof. Dr. Frank Keverling Buisman dr. Nanci Adler André Dijkhuis drs. Chris Baljé
9. Samenstelling Raad voor Cultuur
Raad voor Cultuur
Anne Weyers-de Ruiter secretaris aantal vergaderingen 12
Bijzondere Commissie Archieven drs. Chris Baljé voorzitter dr. Jan Willem Brouwer Rienk Jonker drs. Bernard Mantel Jan van der Meer extern adviseur tot 1 mei 2009
75
aantal vergaderingen 10
prof. dr. Kitty Zijlmans Madeleine van Lennep secretaris
Commissie Architectuur, Stedenbouw, Monumenten, Archeologie en Landschapsarchitectuur ir. Maarten Schmitt voorzitter drs. Reneé Magendans ir. Annette Marx drs. Jeroen Schilt ir. Maike van Stiphout ir. Endry van Velzen
aantal vergaderingen 4
drs. Klazien van Brummel secretaris
drs. Jaap Visser secretaris
aantal vergaderingen 9
aantal vergaderingen 3
expertmeeting
Commissie Bibliotheken drs. Bas Savenije voorzitter tot 1 juni 2009 Huub Leenen plv. voorzitter vanaf 1 juni 2009 Tineke van Ham MBA drs. Anne Rube
1
Bijzondere Commissie Monumenten en Archeologie dr. Gerrie Andela voorzitter drs. Willem Jan Hogestijn ir. Jan van der Hoeve mr. drs. Erik Mattie
Commissie E-cultuur drs. Dick Rijken voorzitter drs. Marianne van den Boomen drs. Carla Hoekendijk drs. Nat Muller drs. Taco Stolk
drs. Annet Pasveer secretaris
drs. Jaap Visser secretaris
aantal vergaderingen 9
aantal vergaderingen 5
Commissie Beeldende Kunst en Vormgeving mr. Lily van Ginneken voorzitter dr. Timo de Rijk Gert Staal Alex de Vries
Voor het advies over digitale cultuur en media is de commissie bijgestaan door: C. Hoekendijk extern adviseur
N. Muller extern adviseur Commissie Film drs. Ruud Visschedijk voorzitter Bruno Felix Ilona van Heeckeren drs. Dominique van Ratingen drs. Anita Németh secretaris aantal vergaderingen 5
Commissie Internationaal en Intercultureel Tessa Boerman waarnemend voorzitter drs. Jeanneke den Boer drs. Hedwig Fijen Marijke Hoogenboom drs. Mohammed Essafi drs. Yolanda Ezendam secretaris Ad hoc commissie culturele vertegenwoordiging in het buitenland Han Bakker voorzitter cultureel adviseur en intendant drs. Jeanneke den Boer dB Consult, lid commissie Internati0naal en Intercultureel drs. Hedwig Fijen directeur Manifesta, lid commissie Internationaal en Intercultureel
9. Samenstelling Raad voor Cultuur
Anne Weyers-de Ruiter secretaris
76
Commissie Letteren prof. dr. Ruud Frans-Willem Korsten voorzitter Tsead Bruinja Carola Hageman Henk Kraima
drs. Yolanda Ezendam secretaris
Commissie Media prof. dr. Jo Bardoel voorzitter drs. Fred Bakker drs. Julius Minnaar vanaf 1 april 2009 drs. Peter Schrurs vanaf 1 april 2009
Ad hoc commissie evaluatie Kosmopolis prof. dr. Frans-Willem Korsten voorzitter commissie Letteren Pablo Cabenda commissie Podiumkunsten, disciplinecommissie Muziek en Muziektheater drs. Mohammed Essafi commissie Internationaal en Intercultureel Marijke Hoogenboom commissie Internationaal en Intercultureel prof. dr. Kitty Zijlmans commissie Beeldende Kunst en Vormgeving drs. Eltje Bos Rien Springer drs. Pieter Bots secretaris
drs. Anita Németh secretaris aantal vergaderingen 4
drs. Jaap Visser secretaris aantal vergaderingen 5
Voor de evaluatie van het Mediafonds en het advies over de omroeperkenningen is de commissie in 2009 acht keer bijeen geweest. Voor de evaluatie van het Mediafonds is de commissie bijgestaan door: H. van der Meulen extern adviseur Commissie Musea drs. Marjan Scharloo voorzitter
drs. Charlotte Huygens Henk van der Meulen drs. Michel van Maarseveen Paul Mosterd drs. Elke Pluijmen Madeleine van Lennep secretaris aantal vergaderingen 6
Commissie Podiumkunsten Kerncommissie Freek van Duijn voorzitter vanaf 1 juni 2009 Casper Vogel vanaf 1 juni 2009 mr. Beppie Blankert voorzitter disciplinecommissie Dans vanaf 1 juni 2009 ir. Gabriël Oostvogel voorzitter disciplinecommissie Muziek en Muziektheater Jacques van Veen voorzitter disciplinecommissie Theater
9. Samenstelling Raad voor Cultuur
directeur Koninklijk Conservatorium Den Haag Henk Pröpper directeur Nederlands Fonds voor de Letteren, voormalig directeur Institut Néerlandais Parijs Jacques van Veen voormalig directeur Holland Festival, lid commissie Podiumkunsten
aantal vergaderingen 2
Disciplinecommissie Dans mr. Beppie Blankert voorzitter vanaf 1 juni 2009 Bruno Barat tot 1 oktober 2009 Hildegard Draaijer Gary Feingold aantal vergaderingen 2
77
aantal vergaderingen algemeen
2
advies orkesten
13
Disciplinecommissie Theater Jacques van Veen voorzitter Thom van der Goot drs. Dennis Meijer tot 1 maart 2009 drs. Laura Minderhoud Lisia Pires tot 1 maart 2009 Jörgen Tjon a Fong vanaf 1 juni 2009 Marijke van der Woude vanaf 1 juni 2009 drs. Pieter Bots secretaris disciplinecommissie Theater, disciplinecommissie Dans drs. Lonneke Regter secretaris disciplinecommissie Muziek en Muziektheater vanaf 1 augustus 2009 aantal vergaderingen 2
Ad hoc commissie drs. Yolanda Ezendam secretaris Talentontwikkeling Hans Esmeijer aantal vergaderingen 2 voorzitter gedeputeerde Cultuur provincie Gelderland Hildegard Draaijer commissie Podiumkunsten, disciplinecommissie Dans, commissie Amateurkunst, en Cultuureducatie Geurt Grosfeld commissie Podiumkunsten, disciplinecommissie Muziek en Muziektheater drs. Laura Minderhoud commissie Podiumkunsten, disciplinecommissie Theater Gert Staal commissie Beeldende Kunst en Vormgeving ir. Endry van Velzen commissie Architectuur, stedenbouw, monumenten, archeologie en landschaps architectuur
9. Samenstelling Raad voor Cultuur
Disciplinecommissie Muziek en Muziektheater ir. Gabriël Oostvogel voorzitter Pablo Cabenda Geurt Grosfeld Dick Kuijs Rob Overman vanaf 1 juni 2009 dr. Philomeen Lelieveldt extern adviseur vanaf 30 juni 2009
Madeleine van Lennep secretaris Lotte Ravenhorst secretaris Bijzondere commissie Wet tot behoud van cultuurbezit prof. mr. Inge van der Vlies voorzitter prof. dr. Frank Keverling Buisman mr. drs. Erik Mattie drs. Elke Pluijmen 78
drs. Paul le Blanc drs. Flip Bool dr. Martin Bossenbroek drs. Antoinette Gerhartl-Witteveen dr. Jeroen Giltaij prof. dr. Willem van Gulik ook ad hoc commissie Effectiviteit Wbc dr. Peter van Helsdingen prof. dr. Ad de Jong prof. dr. Jos Koldeweij ook ad hoc commissie Effectiviteit Wbc prof. dr. Johan ter Molen onderzoek inventaris liturgische voorwerpen Anna Paulowna drs. Robbert-Jan de Neeve dr. Alied Ottevanger ook ad hoc commissie Effectiviteit Wbc J.P. Puype drs. Charlotte van Rappard-Boon ook ad hoc commissie Wbc-verzamelingen drs. Peter Schatborn drs. Coen baron Schimmelpennick van der Oije drs. Ewald van Voolen dr. Lodewijk Wagenaar drs. Clemens de Wolff ook ad hoc commissie Wbc-verzamelingen
9. Samenstelling Raad voor Cultuur
Externe adviseurs
79
Secretariaat
drs. Rob Berends plaatsvervangend algemeen secretaris, domeincoördinator commissie Podiumkunsten tot 1 juli 2009 Margriet Bokhorst voorlichter drs. Pieter Bots secretaris commissie Podiumkunsten, disciplinecommissie Theater, disciplinecommissie Dans drs. Klazien Brummel secretaris commissie Architectuur, Stedenbouw, Monumenten, Archeologie en Landschapsarchitectuur drs. Bram Buijze secretaris commissie Intercultureel en Internationaal tot 1 maart 2009 drs. Gerlien van Dalen secretaris commissie Letteren tot 15 augustus 2009 drs. Yolanda Ezendam secretaris commissie Wet tot Behoud van Cultuurbezit vanaf 1 maart 2009 commissie Intercultureel en Internationaal drs. Caspar Laffree plaatsvervangend
algemeen secretaris vanaf 15 augustus 2009 Madeleine van Lennep domeincoördinator commissie Erfgoed, secretaris commissie Beeldende Kunst en Vormgeving vanaf 1 februari 2009 commissie Musea mr. Lieuwe Lieuwes juridische en organisatorische zaken
disciplinecommissie Muziek en Muziektheater vanaf 1 augustus 2009 Geert ter Steeg financieel adviseur drs. Willemijn in ’t Veld secretaris commissie Amateurkunst en Cultuureducatie tot 15 januari 2009
Eelco Mersch wnd. hoofd bedrijfsvoering
drs. Jaap Visser secretaris commissie Media, commissie E-cultuur, commissie Bibliotheken
drs. Anita Németh secretaris commissie Film, commissie Letteren
Kees Weeda algemeen secretaris
drs. Hans van Nieuwpoort onderzoeksmedewerker commissie Media, commissie E-cultuur tot 15 oktober 2009
drs. Anne Weyersde Ruiter secretaris commissie Archieven
9. Samenstelling Raad voor Cultuur
Staf
drs. Annet Pasveer secretaris bijzondere commissie Monumenten en Archeologie mr. drs. Jelmer Prins secretaris commissie Musea tot 1 februari 2009 Lotte Ravenhorst secretaris commissie Amateurkunst en Cultuureducatie drs. Lonneke Regter secretaris
80
Karima Abdalas, beleidsondersteunend medewerker vanaf 15 september 2009 Carla Breitbarth-Feldmann, managementassistent van de algemeen secretaris en de voorzitter tot 15 november 2009 José Brussee-van Leeuwen, beleidsondersteunend medewerker vanaf 19 oktober 2009 Concetta Di Lella-Chiaramonte, secretarieel medewerker Rob Harms, ICT-manager vanaf 1 november 2009 Fleur Kortenbach, communicatiemedewerker vanaf 15 september 2009 Ingrid Maulabux, huishoudelijke dienst René van der Meer, facilitaire dienst Anjenie Noerkhan, stagiaire 9 februari 2009 – 19 juni 2009 Hilda van der Poll, financiën en P&O Leo Timmers, archief Trix de Vos, telefoniste, receptioniste Cocky Vrolijk, bedrijfsvoering Madelon van Wandelen-Giezenaar, managementassistent van de algemeen secretaris en de voorzitter vanaf 15 november 2009
9. Samenstelling Raad voor Cultuur
Bedrijfsvoering
81
Dit jaarverslag is een uitgave van de Raad voor Cultuur Raad voor Cultuur R.J. Schimmelpennincklaan 3 Postbus 61243 2506 AE Den Haag telefoon 070 – 3106686 fax 070 – 3614727
[email protected] www.cultuur.nl Eindredactie René van Geffen Ontwerp Daphne Heemskerk Programmering visualisaties Pascal de Man
Bindwerk Epping
Colofon
Druk Veenman Drukkers
Papier Munken print white (115 g/m3) Promail recycled (120 g/m3) Prolitho (100 g/m3) Maine green (115 g/m3) Idem superior (60 g/m3) Lettertype Calluna (FontShop) Geometric 706 (FontShop) Copyright september 2010 Aan de inhoud van dit jaarverslag kunnen geen rechten worden ontleend.
82
Raad voor Cultuur R.J. Schimmelpennincklaan 3 Postbus 61243 2506 AE Den Haag t 070 – 3106686 f 070 – 3614727
[email protected] www.cultuur.nl
83