FD Henri Sijthoff-prijs 2014
Inhoudsopgave De FD Henri Sijthoff-prijs ............................................................................. 1 De jury ......................................................................................................... 2 Het juryrapport............................................................................................ 3 Het online onderzoek ................................................................................ 10 De criteria voor de beoordeling ................................................................ 16 Winnaars FD Henri Sijthoff-prijs (per jaar) ................................................ 23 Winnaars FD Henri Sijthoff-prijs (per bedrijf) ........................................... 26 Overig ........................................................................................................ 28
De FD Henri Sijthoff-prijs Sinds de oprichting in 1954 dient de FD Henri Sijthoff-prijs als een stimulans voor het Nederlandse bedrijfsleven om de verslaglegging te verbeteren. Dat wordt breed opgevat: er wordt naast het jaarverslag ook gekeken naar tussentijdse verslaggeving, (analisten)presentatie en de financiële website.
De prijs De FD Henri Sijthoff-prijs bestond aanvankelijk uit een bronzen plaquette, brons op hout, van kunstenares en beeldhoudster Gra Rueb. Sinds 1969 fungeert een replica van het beeldje van een krantlezende man van de beeldhouwer Pieter d’Hont als de FD Henri Sijthoff-prijs. Het originele beeldwerk heeft lange tijd aan de drukke zijde van het Amsterdamse Damrak gestaan. In 1969 werd dat aan de Gemeente Amsterdam aangeboden door Het Financieele Dagblad ter herinnering aan het feit dat 100 jaar daarvoor - in 1864 - de Dagelijksche Beurcourant werd opgericht, een van de bladen waaruit Het Financieele Dagblad is voortgekomen. Inmiddels is het beeldwerk te vinden aan de voorzijde van het gebouw aan de Prins Bernhardplein waar momenteel Het Financieele Dagblad is gevestigd. De FD Henri Sijthoff-prijs zelf is genoemd naar de vader van de heer H.A.H. Sijthoff, die op het moment van instelling van de prijs directeur was van de uitgeverij van Het Financieele Dagblad.
1
De jury Een jury beoordeelt welke ondernemingen op grond van hun financiële verslaggeving in aanmerking komen voor de FD Henri Sijthoff-prijs. De jury bestaat uit:
drs E.A.J. van de Merwe professioneel commissaris
Prof. dr. mr. F. van der Wel RA hoogleraar Externe Verslaggeving aan de Vrije Universiteit Amsterdam
drs R.M.S.M. Munsters MiF ceo van Robeco
Van links naar rechts: F. van der Wel, E. van de Merwe en R. Munsters
2
Het juryrapport Algemene bevindingen Er zijn dit jaar drie belangrijke bevindingen. De eerste is dat we eigenlijk geen (duidelijke) verbetering zien van de financiële verslaglegging dit jaar, met name niet bij de categorie ‘AEX-fondsen’. Er zijn wat bedrijven die juist goed scoren doordat zij helder en uitgebreid ingaan op de actuele ontwikkelingen, terwijl andere bedrijven – soms met doorgaans goede jaarverslagen – die daarbij volledig de plank misslaan door belangrijke zaken (vrijwel) niet te bespreken. Dit jaar zijn meer niet-beursgenoteerde beursfondsen naar de jury gestuurd. De lat is iets lager gelegd door de voorselectiecommissie van het FD. Enkele bedrijven scoren op een bepaald punt bovengemiddeld (vaak maatschappelijke verslaggeving), terwijl moet worden toegegeven dat die aan de andere kant wat tekortkomingen hebben (financiële toelichting). Ten slotte vinden we het verslag van de Raad van Commissarissen een zwak punt. Er is weliswaar een verbetering geweest in de afgelopen jaren, maar met het voorschrijdend inzicht – zie bijvoorbeeld het Imtech-debacle – is de lat wat hoger gelegd. Bij veel bedrijven hebben we geen gevoel over de wisselwerking die de RvC heeft met de directie. Er ontbreekt bijvoorbeeld inzicht in de afweging die de commissarissen maken bij hun besluitvorming en/of instemming. Immers, alleen dan kun je snappen waarom de RvC een bepaalde koers vaart. Nauwelijks kom je tegen dat de commissarissen op bepaalde punten van inzicht verschilt met de directie, zelfs niet bij wat kleinere puntjes. Een kritische blik vanuit de RvC op de Raad van Bestuur komt nauwelijks voor.
Nog steeds blijven veel RvC-verslagen steken op het niveau van aangeven hoe vaak ze bijeen komen, dat de strategie is besproken, dat er gepraat is over overnames, dat ze letten op diversiteit en wat andere agendapuntjes. Zo is het RvC-verslag van Fugro een goed voorbeeld. Daar is weinig gerept over het vertrek van commissaris Cremers en de achtergronden daarvan. Dat terwijl dit breeduit in het nieuws is geweest. Plus dat vervolgens ook nog eens de CFO vertrekt en achteraf blijkt dat de interne controle alsnog wordt aangescherpt. Dat hieraan nauwelijks een woord in het RvC-verslag wordt besteed is voor ons reden genoeg om het bedrijf te laten afvallen voor eventuele nominatie. Hoe goed de rest van het verslag ook is.
Overige bevindingen per thema Maar er is meer. Er zijn nogal wat vlakke teksten in jaarverslagen terug te vinden. Dat terwijl er toch het nodige is te vertellen over de (resultaten van) reorganisaties die zijn ingezet tijdens de ‘crisis’-tijd. Verder zou je ook wat meer gevoel willen krijgen over hoe bedrijven (willen) inspelen op het economisch herstel. Vaak zijn het obligate teksten. Bij enkele bedrijven is ook sprake van onstuimige – zo niet turbulente – ontwikkelingen in het afgelopen jaar. Je verwacht dat daarover ook verslag wordt gedaan, maar dat blijkt helaas niet altijd sprake van te zijn. Die vlakke teksten komen onder andere voor bij het voorwoord van de ceo. Over het algemeen tonen de ceo’s zich realistisch onder de marktontwikkelingen, maar ergens heerst het gevoel dat de stand iets té positief wordt voorgesteld dan dat het daadwerkelijk is. Er zijn overigens ook bedrijven die in het voorwoord belangrijke negatieve ontwikkelingen in 2013 slechts in de zijlijn bespreken.
3
En ook elders in het verslag worden evidente pijnpunten onaangeroerd gelaten. Het kan dan bijvoorbeeld gaan over een lid van de Raad van Bestuur die is vertrokken, wat veelal uitgebreid in de media is verschenen. Dit wordt dan afgedaan onder vertrek onder persoonlijke omstandigheden.
Duurzaamheid is een thema waar dit jaar veel vooruitgang werd verwacht. Dat valt helaas tegen, net als de ontwikkeling van integrated reporting. Je komt wel jaarverslagen tegen die zeggen op basis van integrated reporting te rapporteren, maar dat komt niet helemaal goed uit de verf. Het ontbreekt overigens nog een definitieve internationale blauwdruk.
Dat geldt bijvoorbeeld ook voor overnames en verkoop van bedrijfsactiviteiten. Bij overnames gaat het dan over het overnamebedrag dat vaak ontbreekt, maar ook hoe de overname is gefinancierd, in hoeverre deze bijdraagt aan de winst en zelfs hoe de integratie verloopt. Bij desinvesteringen is niet altijd duidelijk hoeveel aan omzet/winst wordt verkocht, wat het in totaal heeft opgebracht.
Het overzicht met kerncijfers ziet er doorgaans goed uit. Steeds vaker zijn ratios opgenomen over schuldverhoudingen (leverage ratio en soms ook rentedekking) en ook over relevante prestatie-indicatoren, zoals ROI (return on investments) en ROCE (return on capital employed).
Ook bij aandelenemissie, al dan niet een claimemissie, wordt meer toelichting verwacht. De emissieopbrengst wordt meestal wel genoemd, het duidelijk waar dat voor wordt gebruikt, maar niet wat voor verwatering het oplevert voor bestaande aandeelhouders. Er worden in de jaarverslagen vele pagina’s besteed aan de beloningsparagraaf. Vooral bij AEX-fondsen is het naar ons idee te ver doorgeslagen. Zo heeft Unilever bijvoorbeeld 25 pagina’s met toelichting over het beloningsbeleid. Uit het jaarlijkse FD-beloningsonderzoek blijkt dat al die uitgebreide beloningsparagrafen onderling nog behoorlijk verschillen, ook de definities. Hoewel er veel pagina’s aan zijn besteed, is soms onduidelijk hoe de bonussen van de Raad van Bestuur tot stand komt. En wat de waarde is van de toegekende (voorwaardelijke) aandelen. De transparantie is toegenomen, maar toch bestaat het idee dat speelruimte wordt gebruikt om de beloningen gunstiger (dus lager dan feitelijk) te presenteren.
De informatie over schuldposities heeft geen verbetering doorgemaakt. Hierbij gaat het onder meer over de opbouw van de nettoschuld, het aflossingsschema, de rentepercentages van schulden die uitstaan en randvoorwaarden over bijvoorbeeld een vervroegde aflossing. Ook schuldenratios als leverage ratio en rentedekking worden steeds vaker genoemd als je meerdere jaren in ogenschouw neemt, maar lijkt niet beter te zijn dan vorig jaar. De post eigen vermogen wordt veelal zwaar gesteund door de goodwill. Daar staat tegenover dat bedrijven niet hoeven te af te boeken (op je goodwill en daarmee je eigen vermogen) zolang er geen reden voor is. Maar, weinig bedrijven schrijven daar iets over. Ten slotte is afgelopen jaar de trend dat bedrijven hun jaarverslag alleen in digitale vorm publiceren verder doorgezet. Het is niet mogelijk om een exact aantal te noemen, maar dit jaar sturen minstens vijftig beursbedrijven geen papieren exemplaar meer rond. Dat is een duidelijke stijging ten opzichte van voorgaande jaren (vorig jaar 31 bedrijf, het jaar daarvoor nog rond de 20 bedrijven). Of het een voor- of nadeel is, nemen we niet mee in de beoordeling. De meningen zijn wel sterk verdeeld.
4
Het uitblijven van de kwaliteitsverbetering heeft wellicht ook te maken met de aandacht voor de financiële websites. Volgens onderzoeksresultaten van Jungle Minds wordt hier wel het nodige geïnvesteerd. Namelijk in financiële websites met een responsive design. Dat betekent dat de website zich automatisch aanpast naar de grootte van het scherm en daardoor beter op mobiel is te bekijken. Vorig jaar was het aantal reponsive websites van beursfondsen op één hand te tellen, inmiddels is dat aantal gestegen tot 24. En al tijdens het onderzoek bleek dat dit aantal snel toeneemt. Door de snelle opkomst van responsive site is een jaarverslagen-app of een investor relations-app eigenlijk overbodig geworden.
Categorie AEX Voor het eerst in het bestaan van de FD Henri Sijthoff-prijs wordt geen prijs uitgereikt in de categorie AEX. De voornaamste reden is dat er geen verbetering plaatsvindt. Inmiddels scoren enkele mid- en smallcap-bedrijven beter, terwijl je juist van AEXbedrijven de betere verslagen zou verwachten. Zo komt de juridisering van het verslag de leesbaarheid van de financiële verslaggeving niet ten goede. Er wordt regelmatig gewerkt met tekstsjablonen. De beschreven toestand van het bedrijf en de markt is in veel gevallen niet een goede beschrijving van – minder florissante – werkelijkheid. Er zijn veel ronkende teksten. Risico's worden mechanisch beschreven. Naast het jaarverslag dienen stakeholders bijvoorbeeld ook te kijken naar analistenpresentaties en scripts van pers- en analistenbijeenkomsten. Daarbij is gesignaleerd dat analistenpresentaties veelal helderder zijn. Zo bieden deze vaak hele goede inzichten in de bedrijfseconomische ontwikkelingen. Dat kan het gevolg zijn dat het jaarverslag vaak de
verantwoordelijkheid is van de ceo, terwijl de voorlichting aan analisten – en daarmee ook de presentaties – wordt overgelaten aan de cfo. De jury is een voorstander om informatie uit analistenpresentaties ook op te nemen in het jaarverslag. Het vermoeden is dat bij de AEX het jaarverslagtraject verkeerd verloopt. Het is doorgaans de communicatieafdeling of investor relations-afdeling die het initiatief neemt, vervolgens kijkt de marketeers en bedrijfsjuristen meer en pas op het laatst de raad van bestuur. Dat zou juist andersom moeten zijn. De raad van bestuur laat hierdoor geen visie zien op wat het jaarverslag zou moeten brengen. Er is ook nog een vraag of het jaarverslag een soort vertaling is van het Rijnlandse model. Er lijkt spanning te bestaan met dit model. Een tweedeling lijkt te ontstaan, aangezien een groep verslagen is gericht aan aandeelhouders terwijl een andere groep verslagen juist lijkt te zijn geschreven voor alle belanghebbenden. De jury vindt dat enkele bedrijven hun doel voorbij schieten met een overdaad aan foto's, waardoor het jaarverslag als het ware wordt ingezet als marketinginstrument. De kwaliteit van financiële websites staat eveneens stil, terwijl die van kleinere beursfondsen wel verbeteringen doormaken. In de afgelopen jaren heeft de jury eerder zijn zorgen over deze ontwikkelingen uitgesproken. Vorig jaar nog meldde de jury dat het moeite kost om tot genomineerden te komen. ‘Hoewel op bepaalde onderdelen verbeteringen zijn doorgevoerd, is dit vaak niet voldoende om voor een nominatie in aanmerking te komen’, aldus het juryverslag.
5
Categorie Mid- en Smallcaps Nieuwe Steen Investments (NSI) is niet genomineerd, maar krijgt een eervolle vermelding omdat het bedrijf behoorlijke tegenslagen te verwerken heeft gehad en daar vervolgens helder over communiceert. Dat blijkt al op de eerste pagina van het verslag. Ze zijn er heel open over dat ze rechtszaken aan hun broek hebben hangen en dat ze aandeelhouders geschoffeerd hebben en snappen dat die boos zijn. Een verademing.
De jury heeft BinckBank als winnaar van de categorie ‘Mid- en smallcaps’ uitgeroepen.
De bevindingen van de jury per bedrijf: Arcadis Arcadis geeft op twee pagina's duidelijk aan wat voor bedrijf ze zijn en hoe het met hen gaat. Verder is er een mooi overzicht van de top-10 bedrijven in hun sector wereldwijd. De financiële prestaties worden vergeleken met hun doelstellingen (de key performance indicators). Er is een swot-analyse opgenomen en de resultaten zijn opgesplitst naar regio. De effecten van acquisities en valuta-effecten zijn goed weergegeven, zodat inzichtelijk is wat de groei op autonome basis is. Het risicomanagement is in relatie gelegd met de strategie. Er is een redelijke bedrijfseconomische analyse. Minpunten zijn dat de toelichting over de financiering beter kan. Zo is niet duidelijk wat de looptijden en rentevoorwaarden zijn van de leningen. Ook is niet duidelijk hoe de overnames zijn gefinancierd. De integratie van de overnames zijn niet helder, wat belangrijk is naar een reeks van overnames. Het verslag over maatschappelijk verantwoord ondernemen biedt ruimte voor verbetering, net als het verslag van de raad van commissarissen.
BinckBank BinckBank heeft een mooi overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in 2013. Er zijn strategische doelstellingen genoemd, ook voor de middellange termijn (eind 2015) en er is een swot-analyse opgenomen. Vermeldenswaardig is dat Binck zichzelf heeft afgezet tegenover de concurrentie met daarbij ook relevante invalshoeken: hoe presteert de concurrentie en hoe doet Binck het. Er is een goed overzicht die de verschillen aangeeft tussen IFRS en Basel 2. Het effect van Basel 3 wordt
6
eveneens gemeld. In de risicoparagraaf zijn ook de trends in de risico's opgenomen. Bijzonder is de berekening van de kapitaalseisen onder Solvency I en II, die je bij andere financiële instellingen weinig ziet. De resultaten van stresstesten zijn weergegeven. Maar er zijn ook kritiekpunten. Het belangrijkste is dat het vertrek van directieleden niet goed is toegelicht. Zelfs de raad van commissarissen heeft hierover geen toelichting gegeven. Verder is de bedrijfseconomische analyse matig te noemen.
Delta Lloyd In de verslaggeving van Delta Lloyd wordt een swot-analyse toegelicht. De gerealiseerde prestaties worden vergeleken met de concrete doelstellingen. Er wordt ingegaan op enkele belangrijke dilemma's, wat in jaarverslaggeving nauwelijks wordt genoemd. De top-5 risico's zijn in beeld gebracht en er is een aparte paragraaf over klantbelang centraal. Duidelijk inzicht is er in de embedded value, een belangrijke indicator bij financiële instellingen. De raad van commissarissen is transparant over discussies die tijdens hun vergaderingen plaatsvinden, zoals over kapitaalallocatie, risicostructuur en over de rapportage door accountants. Veel nadruk wordt gelegd op Solvency 2 en de gevolgen daarvan. Er is een overzicht met de competenties van de commissarissen. Daartegenover staat dat het jaarverslag is gericht aan de aandeelhouder, in plaats van aan de stakeholder. Het voorwoord van de ceo is iets te positief ingestoken. Ook is Delta Lloyd nogal optimistisch over hun marktaandeel en groei in de pensioenmarkt. Het achterliggende verhaal is minimaal toegelicht. De afhankelijkheid van beleggingsinkomsten zou beter kunnen worden toegelicht (daarover zou gesprekken zijn gevoerd
met De Nederlandsche Bank). Jammer is dat het AFM-dashboard niet in de verslaggeving is opgenomen.
Kendrion Goed is dat Kendrion zijn woord richt tot aandeelhouders én andere stakeholders. Er is een goed overzicht met kerncijfers. De gerealiseerde prestaties zijn afgezet tegenover de doelstellingen. Er is een heldere strategieparagraaf en financiële doelstellingen worden weergegeven. Het verslag van de raad van commissarissen behandelt de evaluatie en doelstellingen voor de commissarissen voor 2014. Het is een goed inhoudelijk verslag met een goede bedrijfseconomische analyse. Verder zijn ze helder dat zij kampen met moeilijke marktomstandigheden en wijst daarbij tevens op de differentiatie tussen het eerste en tweede halfjaar en welke gevolgen de marktontwikkelingen hadden op de beide jaarhelften. Een prettig leesbaar verslag voor een technische onderneming. En er is een duurzaamheidsverslag. Een minpunt is dat het verslag van de auditcommissie matig is. Er wordt niet ingegaan over wat er in de management letter is beschreven. Dat terwijl de internal auditor wel enkele tekortkomingen beschrijft. Verder is er een beperkt afzonderlijk hoofdstuk over maatschappelijk ondernemen.
Sligro Food Group Sligro Food Group blinkt uit in de eenvoud. Het is een prettig leesbaar verslag, waardoor je blijft doorlezen. Dat is voor de meeste verslagen niet weggelegd. Het bedrijf blijft bij de realiteit en laat zich niet verleiden tot het schrijven van optimistische verhalen. Er is een goed overzicht van de concurrenten en de concurrentiepositie. De toelichting op maatschappelijk
7
ondernemen is goed, net als de personeelsparagraaf. Opmerkelijk is dat wordt gesproken over een bod op een andere onderneming, die niet is doorgegaan. Dat lees je zelden in andere verslagen. De raad van commissarissen hebben aandacht voor de management letter. De rol van e-commerce wordt goed beschreven. Er is een goede uiteenzetting van de bedrijfssegmenten, waarbij ook de onderlinge toegevoegde waarde is opgenomen. Bijzonder is dat Sligro over de beste financiële website beschikt, die zelfs beter is dan bij AEX-fondsen. Tot slot is het opmerkelijk dat zij duidelijk opschrijven dat zij waarde hechten aan het familiekarakter van de onderneming.
Categorie Niet-beursgenoteerd
De jury noemt Achmea als winnaar van de categorie ‘Niet-beursgenoteerd’.
Een kritische noot kan worden genoemd ten aanzien van de doelstellingen. Die zijn niet altijd kwantitatief.
8
De bevindingen van de jury per bedrijf: Achmea Achmea heeft een goed gebalanceerd verslag gemaakt. Er is een prima uiteenzetting over de strategie, een swot-analyse meegenomen en een mooi overzicht van de relevante ontwikkelingen in de maatschappij en de gevolgen daarvan op Achmea. De paragraaf over klantbenadering is helder en verdient lof met een kritische benadering over de brieven van Interpolis, die niet zo helder bleken te zijn dan zou moeten. Rating zijn opgenomen. Uitvoerig verslag van de raad van commissarissen, zelfs met een kritische bijsturing op gebied van compliance en ook een bespreking van het accountantsrapport. De materialiteitsmix met maatschappelijke ontwikkelingen is vermeldenswaardig. De toonzetting van het verslag sprak zeer aan en is toegankelijk te noemen. Maar in aanvulling zijn ook enkele kritiekpunten te noemen. De strategie van de verzekeraar te weinig onderscheidend en de afboeking Syntrus Achmea is significant, Wordt benoemd, maar dat had wel wat meer aandacht mogen krijgen.
Enexis Het is een maatschappelijk betrokken verslag. Er wordt goed inzicht geboden in tal van onderwerpen, zoals maatschappelijk ondernemen, service prestaties, de klanttevredenheid, de ontwikkelingen per provincie, de personeelsparagraaf en serviceprestaties. Er wordt ingegaan op de vernieuwingen in de infrastructuur. Daarmee is de toegevoegde waarde voor de breed georiënteerde lezer groot.
ongevallenratio. Er wordt helaas niet ingegaan op het vertrek van de ceo. En tot slot is het verslag van de raad van commissarissen wel erg politiek gekleurd.
Nederlandse Spoorwegen De Nederlandse Spoorwegen (NS) heeft een geïntegreerd verslag, waarbij financiële en maatschappelijke verslaggeving zijn geïntegreerd. Hierbij staat de klant duidelijk centraal, iets wat je niet bij veel bedrijven ziet met een openbaar belang. Er wordt bij het dialoog met de stakeholders is een helder overzicht. Er wordt bijvoorbeeld melding gemaakt van dilemma’s, zoals over de wenselijkheid van een dochterbedrijf die in Ierland belasting betaalt en niet in Nederland. Ook wordt sociale veiligheid genoemd als dilemma. De materialiteitsmatrix is helder weergegeven. Er is een uitgebreide vooruitblik 2014 en de NS rapporteert op basis van de richtlijnen van Global Reporting Innitiative. De financiële prestaties over2013 worden afgezet tegenover de doelstellingen en er is een paragraaf met prestaties in bredere context. Hierbij wordt onder meer de punctualiteit van de NS vergeleken met dat in een twintigtal andere landen. Inzichtelijk in de ontwikkeling van het energieverbruik en de CO2uitstoot is helder weergegeven. Maar er zijn ook paragrafen waarbij de toelichting matig is. Dan gaat het over het verslag van de raad van commissarissen en de financiële paragraaf.
Daarmee werpt zich meteen een kritiekpunten op. De financiële toelichting is matig. Ook de risicoparagraaf kan uitgebreider, zoals meer uitleg over de
9
Het online onderzoek De beste financiële website in 2014
De top 20 beste financiële websites is als volgt:
Met een nieuwe, volledig responsive website heeft Sligro Food Group dit jaar de beste online financiële communicatie.
Positie 2014 Positie 2013 1 16 2 1 3 40 4 17 5 10 6 3 7 25 8 5 9 19 10 12 11 23 12 nieuw 13 4 14 7 15 nieuw 16 27 17 14 18 33 19 37 20 nieuw
Bedrijfsnaam Sligro Food Group Heineken Fugro Nutreco KPN Royal Dutch Shell Aegon Randstad Delta Lloyd ING Groep Wessanen Ordina Unilever Wolters Kluwer Ziggo BAM Groep USG People Ten Cate Kendrion Telegraaf Media Groep
Totaalscore 73,1% 72,6% 71,5% 69,2% 69,2% 69,0% 66,7% 66,3% 64,5% 63,5% 62,0% 60,0% 59,5% 58,6% 55,8% 52,3% 52,0% 51,3% 49,5% 38,8%
10
Enkele bevindingen
Ruimte voor ontwikkeling
• Fugro en Sligro hebben onlangs een nieuwe responsive website gelanceerd. Doordat de content van beide websites ook nog eens bovengemiddeld compleet is, zijn deze bedrijven de grootste stijgers in 2014.
Over het algemeen valt er veel te winnen op het gebied van toegankelijkheid en personalisatie van de financiële website. Dan gaat het onder meer om de volgende punten:
• Ook Ziggo en Telegraaf Media Group hebben een nieuwe responsive website en zijn mede daarom genomineerd voor het hoofdonderzoek. De inhoud van de websites is echter nog niet volledig en daarom scoren zij binnen de top 20 nog niet erg hoog. • 11 van de 20 websites zijn dit jaar volledig responsive voor zowel mobiel als tablet. Opmerkelijk is dat er bij de top 5 van de Midkap slechts 1 bedrijf (Nutreco) een responsive design heeft, terwijl in de top 5 van de overige fondsen 4 bedrijven een responsive design hebben. • Opvallend is ook dat na het sturen van een vraag per e-mail er door de overige fondsen sneller en adequater gereageerd werd dan bij de AEX en Midkap. • De twee grootste dalers zijn Unilever en Wolters Kluwer. Zij dalen van een toppositie naar een krappe voldoende. Unilever laat vooral punten liggen op de toegankelijkheid en de financiële verslaggeving, terwijl Wolters Kluwer overall gemiddeld scoort.
• Zorg voor een duidelijke navigatie zowel op mobiel als desktop. • Verbeter de mobiele toegankelijkheid, vooral bij de Midkap bedrijven. Het valt op dat binnen de Midkap weinig websites een responsive design hebben, terwijl een responsive design de mobiele toegankelijkheid vergroot. • Locatie goed en duidelijk aangeven. Vooral AEX bedrijven laten hier punten liggen. Het is voor de gebruiker goed om te weten waar hij zich bevindt op de website. Dat kan door de hoofdnavigatie te highlighten en een kruimelspoor te tonen onder de hoofdnavigatie. • Verbeter de vindbaarheid van het meest recente jaarverslag (bijvoorbeeld door een link op de homepage). • Voeg een alert service toe voor persberichten die men kan personaliseren door middel van categorieën. • Bied de mogelijkheid om van een gewenste selectie van financiële gegevens een grafiek te maken. • Zorg ervoor dat alle financiële kerngegevens en koersgegevens ook in rauwe data vorm te downloaden zijn. • Breid de aandeelinformatie uit. Vooral voor Midkap en de overige bedrijven.
11
De top 10 van AEX-bedrijven
Positie 2014
Positie AEX 2013
Positie 2013
1
1
1
Heineken
72,6%
2
22
40
Fugro
71,5%
3
10
10
KPN
69,2%
4
3
3
Royal Dutch Shell
69,0%
5
16
25
Aegon
66,7%
6
5
5
Randstad
66,3%
7
12
12
ING Groep
63,5%
8
4
4
Unilever
59,5%
9
7
7
Wolters Kluwer
58,6%
10
nieuw
nieuw
Ziggo
55,8%
Bedrijfsnaam
Totaalscore
Heineken scoort vooral goed op toegankelijkheid, in tegenstelling tot de rest van de AEX. • De website van Heineken is zeer goed op mobiel en tablet te gebruiken. De navigatie is duidelijk en werkt prettig. Dit in tegenstelling tot veel andere websites, waarop de navigatie op mobiele devices nog niet optimaal werkt. • De website geeft duidelijk aan waar men zich op dat moment bevindt, zowel algemeen door middel van een highlight in de hoofdnavigatie als gedetailleerd met een kruimelspoor onder de hoofdnavigatie. Dit is op veel andere websites minder duidelijk aanwezig. • Het archief waar verslagen, presentaties en webcasts te vinden zijn, is goed gesorteerd en men kan daardoor duidelijk vinden wat men zoekt.
12
De top 5 van Midkap-bedrijven
Positie 2014
Posititie Midkap 2013
Positie 2013
1
2
17
Nutreco
69,2%
2
3
19
Delta Lloyd
64,5%
3
8
27
BAM Groep
52,3%
4
1
14
USG People
52,0%
5
11
33
Ten Cate
51,3%
Bedrijfsnaam
Totaalscore
Nutreco scoort vooral goed op toegankelijkheid en de financiële verslaggeving in tegenstelling tot de rest van de Midkap-fondsen. • Toegankelijkheid: Nutreco is de enige uit de Midkap top 5 met een responsive design voor smartphone en tablet. • Toegankelijkheid: De navigatie van Nutreco is door het responsive design goed bruikbaar en duidelijk op elk device. • Financiële verslaggeving: Nutreco onderscheidt zich van de rest door in de PDF van het integrated annual report een zoekfunctie en navigatie toe te voegen. Dit maakt het nog makkelijker om te vinden wat men zoekt
13
De top 5 van Smallcap-bedrijven
Positie 2014
Positie Overig 2013
Positie 2013
1
2
16
Sligro Food Group
73,1%
2
6*
23
Wessanen
62,0%
3
nieuw
nieuw
Ordina
60,0%
4
5
37
Kendrion
49,5%
5
nieuw
nieuw
Telegraaf Media Groep
38,8%
Bedrijfsnaam
Totaalscore
o De interactieve koersgrafieken bieden opties om te benchmarken met peers en verschillende indices over tijd. o Ook kan de bezoeker online een rendementsberekening doen. o De financiële kerngegevens en historische stockdata worden tevens aangeboden in rauwe data vorm.
*In 2013 viel Wessanen in de categorie Midkap.
Sligro Food Group is de overall winnaar van het online onderzoek. Het bedrijf scoort goed op veel fronten, maar vooral op toegankelijkheid, personalisatie en multimedialiteit. • De vijf bedrijven in de categorie overig scoren op toegankelijkheid allemaal goed. Op Wessanen na zijn alle websites bijvoorbeeld voorzien van een responsive design. • Sligro heeft een vernieuwde website en de aandachtspunten waarop de AEX goed scoort zijn daarin overgenomen. Op de website is bijvoorbeeld extra aandacht gegeven aan multimedialiteit. Er is veel gebruik gemaakt van visualisaties en er is een YouTube kanaal vol met videomateriaal. • Sligro biedt ook veel mogelijkheden voor de gebruiker om de website en content te personaliseren. o Zo is het mogelijk om de kalender te exporteren naar Outlook en een herinnering in te stellen per event.
14
Verantwoording online onderzoek
Wijzigingen van het online onderzoek in 2014
Jungle Minds heeft met Het Financieele Dagblad een gedragscode opgesteld.
Om de methodiek aan te laten sluiten op de laatste ontwikkelingen, zijn er enkele nieuwe variabelen toegevoegd. Deze hebben vooral betrekking op de toegankelijkheid van de informatie op tablet en smartphone. Het totaal aantal criteria is teruggebracht naar 50. Ook is de puntenverdeling binnen een aantal variabelen aangescherpt, zodat de lat voor de beste online financiële communicatie ook dit jaar weer iets hoger is gelegd.
Het Financieele Dagblad is van mening dat Jungle Minds onafhankelijk onderzoek kan doen aangezien het bureau zich houdt aan de volgende gedragsregels: 1. Het onderzoeksmodel is speciaal ontwikkeld ten behoeve van de FD Henri Sijthoff-Prijs, op basis van de gedeelde kennis van Het Financieele Dagblad en Jungle Minds. 2. De onderzoeksdimensies reflecteren de informatiebehoeften van de verschillende stakeholders. Deze kennis heeft Jungle Minds verkregen door vele diepgaande interviews onder de doelgroep. 3. De methodiek is transparant. Jungle Minds geeft iedereen inzage in de dimensies en de manier van beoordelen.
Over Jungle Minds
4. Jungle Minds bouwt geen websites. Het bureau geeft slechts advies. In dit opzicht kan het bureau de kwaliteit van de onderzochte websites niet direct beïnvloeden.
Jungle Minds maakt digitale oplossingen voor de klantbehoefte van morgen. We bedenken, maken en testen nieuwe digitale klantinterfaces die onze opdrachtgevers onderscheiden. Door strategisch inzicht te combineren met creatief en technisch vermogen helpen we bedrijven met het constant heruitvinden van hun bestaansrecht in een steeds sneller veranderende digitale wereld. Dat doen we onder meer voor top-200 merken als ABN Amro, TNT, Ohra en Schiphol.
5. Jungle Minds heeft veel klanten en kan zo moeilijk iedereen bevoordelen. Daarnaast communiceert het bureau duidelijk wie de klanten zijn.
Voor meer informatie of vragen over het online onderzoek kunt u contact opnemen met; Bart ter Steege, managing partner Jungle Minds email:
[email protected].
6. De analisten van Jungle Minds, betrokken bij het Sijthoff-onderzoek, worden niet ingezet bij adviestrajecten. Onderzoek en advies zijn gescheiden. Amsterdam, 2014
Adres: Gebouw Metropool Weesperstraat 81 1018 VN Amsterdam Tel: (020) 514 14 14 Email:
[email protected]
15
De criteria voor de beoordeling 1. FD Henri Sijthoff-prijs De FD Henri Sijthoff-prijs wordt jaarlijks door Het Financieele Dagblad uitgereikt aan ondernemingen die zich gunstig onderscheiden door hun openbare informatie en financiële verslaggeving. De belangrijkste onderdelen die hiervoor worden beoordeeld zijn het jaarverslag en de verslaggeving via de websites. Ook worden kwartaalberichten, persberichten en presentaties in de beoordeling betrokken. In het bijzonder wordt aandacht geschonken aan verbetering van de informatieverstrekking. De beoordeling wordt door een onafhankelijke jury uitgevoerd. De jury kent jaarlijks drie prijzen toe: ● aan een onderneming in de categorie ‘AEX’; ● aan een onderneming die op de Amsterdamse effectenbeurs wordt verhandeld in de categorie ‘mid- en smallcap’ of ● aan een onderneming die ‘niet-beursgenoteerd’ is. Als peildatum voor deze categorieën wordt gekozen 31 december van het jaar waarover de prijs wordt toegekend. De beoordeelde periode loopt vanaf de publicatie van de eerstekwartaalcijfers tot en met de bekendmaking van de jaarcijfers en de publicatie van het jaarverslag en de daaropvolgende perspublicaties en eventuele analistenbijeenkomsten.
2. Welke ondernemingen komen in aanmerking voor de FD Henri Sijthoffprijs? Alle ondernemingen die onder het Nederlandse jaarrekeningenrecht vallen, te weten de naamloze vennootschap, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, de coöperatieve vereniging en de onderlinge waarborgmaatschappij, komen voor een beoordeling in aanmerking, voorzover zij hun activiteiten overwegend in de marktsector uitoefenen. Het eigen vermogen van de onderneming dient minimaal 10 miljoen euro te bedragen. e jury beoordeelt op eigen initiatief de kwaliteit van de financiële verslaggeving van alle ondernemingen waarvan de aandelen tot de notering aan de Amsterdamse beurs zijn toegelaten. Voor de categorie ‘niet-beursgenoteerd’ maakt de jury jaarlijks op eigen initiatief een selectie van circa twintig ondernemingen. Niet-beursgenoteerde ondernemingen die het initiatief nemen om mee te dingen naar de prijs worden ingedeeld in de categorie ‘niet-beursgenoteerd’. Ondernemingen die voor deze prijs in aanmerking willen komen, wordt verzocht dit vóór 1 juli kenbaar te maken aan de coördinator van de FD Henri Sijthoff-prijs-commissie, Het Financieele Dagblad, Postbus 216, 1000 AE Amsterdam, onder gelijktijdige toezending van vier exemplaren van het jaarverslag en van andere gepubliceerde financiële informatie die op het boekjaar betrekking heeft. Inzendingen die na 1 juli worden ontvangen, komen niet in aanmerking voor beoordeling.
De websites worden beoordeeld in de periode maart-september na het betreffende boekjaar.
16
3. Beoordelingsprocedure:
4. Criteria voor de beoordeling
De beoordeling van de kwaliteit van de financiële verslaggeving wordt door een onafhankelijke jury uitgevoerd. De beoordeling vindt plaats op basis van toetsing aan de ‘FD Henri Sijthoff-prijs-criteria voor de beoordeling’.
4.1. Algemeen
Deze criteria worden vastgesteld door de jury. De criteria zijn in te zien via het Sijthoff-dossier op www.fd.nl/Sijthoff óf op te vragen bij de coördinator van de FD Henri Sijthoff-prijs van Het Financieele Dagblad, Postbus 216, 1000 AE Amsterdam, 020-5928888 (
[email protected]) De jury wordt bijgestaan door een interne Henri Sijthoff-prijs-commissie van Het Financieele Dagblad (FD-Sijthoff-commissie). Vragen over de FD Henri Sijthoff-prijs kunnen via e-mail worden gesteld:
[email protected]. Bij de beoordeling van de financiële verslaggeving via internet wordt gekeken naar de kwaliteit van de ‘website content’ en de (technische) ‘kwaliteit van de website’ volgens bepalingen in paragraaf 4 van deze criteria. De jury behoudt zich het recht voor om voor inventarisering van de ‘website eigenschappen’ derden in te schakelen. De jury nomineert aan de hand van beoordelingscriteria maximaal vijf ondernemingen in alle prijscategorieën. De nominatie van de bedrijven wordt in de eerste week van oktober bekendgemaakt via publicatie in Het Financieele Dagblad, FD.nl en BNR Nieuwsradio. De jury kiest uit de genomineerde ondernemingen per categorie een onderneming die zich het meest onderscheidt in openbare informatie en verantwoording over de financiële gang van zaken. De jury brengt verslag uit via een juryrapport. Aan bekroonde ondernemingen wordt de eerstvolgende twee jaar geen prijs toegekend.
Onderstaande criteria gelden voor de financiële verslaggeving in gedrukte vorm of via de website. Hierbij hanteert de jury de volgende algemene uitgangspunten: ● De (jaar)verslaggeving zal ten minste moeten voldoen aan de wettelijke bepalingen. Beursgenoteerde ondernemingen dienen daartoe te rapporteren conform International Financing Reporting Standards (IFRS) en – indien van toepassing – de United States Generally Accepted Accounting Principles (US-Gaap). Voor de categorie ‘niet-beursgenoteerd’ is rapportage conform IFRS niet verplicht maar wel een aanbeveling. ● Indien de onderneming onder de verplichtingen van de Amerikaanse Security Exchange Commission (SEC) valt, dient in het Nederlandse (jaar)verslag een ‘reconciliatie’ naar IFRS te worden opgenomen. ● Wet- en regelgeving betreffende financiële rapportage is onderhevig aan wijzigingen. Ondernemingen dienen aan te geven welke rapportagestelsel is gevolgd. Indien het bedrijf stelselwijzigingen doorvoert en/of andere grondslagen wil gaan hanteren, dient aangegeven te worden wat de te verwachten effecten zijn op het vermogen en/of de resultaten. ● Het bestuursverslag en jaarrekening dienen te zijn goedgekeurd door de controlerende accountant. Op generlei wijze is de beoordeling van de kwaliteit van de financiële verslaggeving door de Henri Sijthoff-prijs-jury een waardeoordeel over de betrouwbaarheid hiervan. ● De verslaggeving dient voor de diverse doelgroepen, zoals investeerders, werknemers en overige belanghebbenden, zowel kwalitatief als kwantitatief een zo groot mogelijke transparantie te verschaffen over de
17
gang van zaken. In het algemeen geldt dat hiermee zo veel mogelijk inzicht geboden moet worden over de ‘kansen en risico’s’ voor de onderneming. ● Ondernemingen die activiteiten verrichten met een grote invloed op veiligheid en/of milieu, dienen in hun verslaggeving zowel kwantitatief als kwalitatief hierop een toelichting te geven. De jury hecht een groot belang aan onafhankelijke ‘auditing’ van de kwantitatieve informatie. ● Ondernemingen dienen inzicht te geven in het integriteitbeleid en de toetsing daarvan.
4.2. Website Content: aanvullende bepalingen Voor beoordeling van de kwaliteit van financiële verslaggeving in de websites gelden dezelfde criteria als voor gedrukte verslaggeving. De kwaliteit van de website wordt beter beoordeeld naarmate (1) de technische eigenschappen van de website in orde zijn (paragraaf 4.6) én (2) de inhoud van de informatiehoofstukken ‘best-practice’ zijn (paragraaf 4.1-4.5). De volgende informatiehoofdstukken dienen eenvoudig in de (hoofd)navigatie van de website gevonden te kunnen worden: ● activiteiten en bedrijfsstructuur; ● bestuurders, met korte cv’s, foto’s en eventueel overige relevante informatie; ● missie, strategie en (financiële) doelstellingen; ● kerncijfers; ● corporate governance; ● toekomstige (markt)ontwikkelingen en verwachtingen; ● risicoprofiel en gevoeligheidsanalyse; ● aandeelhoudersinformatie.
4.3. Bestuursverslag
● Een duidelijke formulering van missie en (financiële) doelstellingen op groepsniveau, alsmede een (onderbouwing van) de strategie om deze doelstelling te bereiken. Indien van toepassing ook voor de verschillende divisie(activiteiten). De (financiële) doelstellingen dienen zo veel mogelijk te worden gekwantificeerd. ● Bericht van de voorzitter. Hierin dient ten minste een reële schets van de afgelopen en komende ontwikkelingen te worden gegeven. ● Een helder verslag van de raad van commissarissen. In dit verslag dient verantwoording te worden afgelegd over het toezicht op het gevoerde beleid. Er dient een verslag gegeven te worden van de werkzaamheden van verschillende bestuurscommissies zoals de audit- en remuneratiecommissie. In de toelichting op het remuneratiebeleid wordt ingegaan op de relatie tussen beloning en prestatie. ● Een helder directieverslag, kwantitatief ondersteund. Dit verslag moet toelichting geven op de gebeurtenissen in het afgelopen jaar, met nadruk op de uitvoering van de strategie en doelstellingen, de ontwikkelingen in de markt, marktaandeel, concurrentieverhoudingen, acquisities, fusies en/of desinvesteringen, de financiële gang van zaken, eventuele stelselwijzigingen en de effecten daarvan, relevante aspecten van corporate governance, de risicoparagraaf, de toekomstige ontwikkelingen, vernieuwingen in de productportfolio en werkgelegenheidsbeleid. ● Wat betreft ontwikkelingen in de markt, marktaandeel en concurrentieverhoudingen: deze paragraaf dient inzicht te geven in de ontwikkelingen van de mark(ten) waarin de onderneming opereert, het marktaandeel dat de onderneming daarin heeft en hoe de onderneming
18
gepositioneerd is ten opzichte van de concurrentie. Deze onderwerpen kunnen ook worden behandeld in het verslag per divisie. ● Wat betreft de behandeling van fusies, overnames en (des)investeringen dient er een cijfermatige verwerking gegeven te worden met overnameprijs, financiering, datum van consolidatie en invloed op omzet, bedrijfsresultaat, personeel en investeringen.
onderdeel van deze paragraaf. De afhankelijkheid van bijvoorbeeld één product of van een grote cliënt op het bedrijfsresultaat dient te worden toegelicht. Een inzicht in verzekeringen wordt aanbevolen. ● Wat betreft de toelichting op de verwachtingen: er dient een goed beargumenteerde en zo kwantitatief mogelijke uitspraak gegeven te worden omtrent de gang van zaken in het nieuwe boekjaar.
● Wat betreft incidentele baten en lasten: een duidelijke toelichting op de aard, reden en omvang en de gevolgen voor onderneming, divisies etc. Indien mogelijk inzicht in de verwachte ontwikkelingen op dit gebied, zodat het effect van verrassingen geminimaliseerd wordt.
● Wat betreft personeel: adequate en relevante informatie over ontwikkelingen op personeelsgebied (o.a. ziekteverzuim, personeelsverloop, opleidingen, werkgelegenheid en verplaatsen van activiteiten).
● Wat betreft corporate governance: de onderneming dient verantwoording af te leggen hoe zij de richtlijnen van de commissie Corporate Governance uitvoert en uit te leggen waar en waarom men bepaalde onderdelen van de corporate governance-regels niet uitvoert (‘apply or explain’-principe).
● Een gedetailleerd verslag per divisie. De jury gaat ervan uit dat de onderneming hier kwantitatief en kwalitatief ingaat op de divisiestrategie, financiële doelstellingen, de uitvoering hiervan, toekomstige interne en externe ontwikkelingen, bedrijfsspecifieke elementen/situaties en verwachtingen. Het divisieverslag dient vergezeld te gaan van kwantitatieve gegevens van ten minste twee jaar, zodat de ontwikkeling van de omzet, winstgevendheid (bijvoorbeeld operationele marge, nettowinstmarge, rendement op geïnvesteerd vermogen, ‘economic value added’ etc.), kostenontwikkeling, investeringsniveaus, afschrijvingen, geïnvesteerd vermogen en personeel inzichtelijk worden. Het verdient aanbeveling relevante niet-financiële operationele en/of marktgegevens te verstrekken.
● Wat betreft de risicoparagraaf: deze dient de stakeholders een goed inzicht te bieden in het risicoprofiel van de onderneming. Onderscheid dient te worden gemaakt tussen marktrisico’s, operationele risico’s en overige voor het bedrijf van belang zijnde risico’s. De risico’s dienen voorzover mogelijk zowel kwalitatief te worden beschreven als kwantitatief te worden toegelicht. Tevens dient daarbij te worden aangegeven welke instrumenten worden gebruikt om de risico’s te beheersen. Dit kan door zowel het afdekken van marktrisico’s (bijvoorbeeld valutarisico’s, renterisico, wijzigingen in prijzen van grondstoffen etc.) als het verminderen van operationele risico’s door bijvoorbeeld interne controlemaatregelen en verzekeringen. Scenarioanalyses (bijvoorbeeld effecten van wijziging van rente, valuta, aandelenkoersen en andere factoren die voor het betreffende bedrijf van belang zijn) zijn hierbij essentieel. Ook de vermelding van de juridische claims vormt een
● Een overzicht van gegevens over het aandeel. Hierbij moet ten minste zijn opgenomen de nettowinst per aandeel, de nettowinst per aandeel ‘fully diluted’, de ontwikkeling van het aantal uitstaande aandelen, de ontwikkeling van het aantal aandelen fully diluted, de invloed van de eenmalige baten en lasten op de winst per aandeel (ook winst per aandeel fully diluted) en – vooruitlopend op verwachte nieuwe rapportagerichtlijnen – de kosten per aandeel van het gevoerde
19
optiebeloningsbeleid. Ook dient er een indicatie gegeven te worden van de verdeling van het aandelenbezit (inclusief een overzicht van gedane meldingen in het kader van de Wet Melding Zeggenschap) en overige relevante informatie die te maken heeft met het aandeel (bijvoorbeeld koersinformatie, beursomzet, koersgrafiek versus beursindex en sectorindex). ● Een aparte paragraaf met data die met name voor aandeelhouders en investeerders van belang zijn (met bijvoorbeeld contactpersoon binnen de organisatie, webadres, financiële agenda etc.). ● Een overzicht met relevante, zo nodig aan gewijzigde omstandigheden aangepaste kengetallen en kritische ratio’s over bedrijfsresultaten en financiële structuur over een reeks van minimaal vijf jaar, voorzover de onderneming over die gegevens beschikt. ● De vormgeving, grafieken, tabellen en illustraties dienen het inzicht in de onderneming te vereenvoudigen en zodoende het begrip te vergroten. ● Omschrijving van gebruikte begrippen en financiële ratio’s. De financiële ratio’s dienen herleidbaar te zijn uit de gegevens van de jaarrekening. ● Het bestuursverslag als geheel dient een toegankelijk en helder overzicht te bieden van de onderneming.
4.4. Jaarrekening Naast de algemene voorwaarden die van toepassing zijn voor de jaarrekening, hanteert de jury de volgende aandachtspunten: ● Een duidelijke uiteenzetting van de algemene grondslagen waarop de opstelling van de jaarrekening berust. Indien de onderneming een
stelselwijziging heeft doorgevoerd, dan dienen de effecten daarvan zowel in het bestuursverslag als in de jaarrekening toegelicht te worden. ● Een kasstroomoverzicht conform de hiervoor geldende richtlijnen. ● Naast de wettelijke specificaties die gelden voor de winst-enverliesrekening en de balans, een duidelijke – bij voorkeur genummerde – toelichting op individuele posten, zodat hierin het grootst mogelijke inzicht wordt geboden. Daar waar mogelijk deze posten uitsplitsen naar activiteitensegment. ● Een kwantitatieve waardering van immateriële activa (waaronder de goodwill), met een uitgebreide toelichting. ● Inzicht in de ‘off balance’ posten. ● Duidelijke informatie over de pensioenvoorzieningen, financiering en uitgangspunten (zoals de gehanteerde rekenrente). Inzicht in de relatie tussen pensioenfonds en de onderneming. Het verdient aanbeveling inzicht te geven in het effect op de voorziening ofwel de noodzakelijke voorziening indien één of meerdere gehanteerde veronderstellingen worden veranderd (bijvoorbeeld de rekenrente). ● Duidelijke informatie over beloning van directie en commissarissen, gespecificeerd per bestuurslid. Duidelijke toelichting op de optiestructuur met – indien van toepassing – specificatie per bestuurslid. Uitwerking van totale kosten van het gevoerde optieremuneratiebeleid. ● Duidelijke toelichting op voorzieningen (en de mutaties daarin) en reserves (met gehanteerde waardebepalingsmethodieken). ● Toelichting op ingehuurde accountancy- en adviesdiensten en -kosten. ● Overzicht met kwartaalcijfers (indien van toepassing).
20
4.5. Tussentijdse verslaggeving ● De onderneming dient het Fondsenreglement wat betreft de tussentijdse verslaggeving na te komen. ● De halfjaarcijfers en/of de kwartaalcijfers dienen aan te sluiten bij de gehanteerde methodiek van de jaarverslaggeving en dienen voldoende informatief en transparant te zijn. ● Wat betreft belangrijke gebeurtenissen zal een kwantificering van de invloeden van deze gebeurtenissen op het resultaat, voorzover van toepassing, positief worden gewaardeerd.
4.6. Website-eigenschappen Hierin wordt gekeken naar (1) de kwaliteit van de website als geheel en (2) de toegankelijkheid van specifieke content. Voor het beoordelen van de website-eigenschappen worden onderstaande aspecten geïnventariseerd: a. De websitekwaliteit, de mate waarin de website: ● toegankelijk is; ● interactie biedt; ● multimedia bevat; ● personaliseert. b. Contenttoegankelijkheid, de mate waarin informatie op de website: ● toegankelijk is; ● geschikt is gemaakt voor het web; ● beschikbaar is.
c. Algemene bedrijfsinformatie ● bedrijfsprofiel; ● corporate Governance. d. Financiële informatie: ● actuele informatie; ● historische informatie; ● financiële verslaggeving; ● financiële kerngegevens; ● informatie voor investeerders; ● toekomstinformatie. Er wordt bij de presentatie van deze officiële bedrijfsoverzichten gelet op de tijdigheid van presentatie, de archieffunctie, het gebruikersgemak (navigatie, zoekfunctionaliteit, print- en kopieerfaciliteiten en bewaaropties). Ten aanzien van presentaties kan men gebruikmaken van audio- en videofunctionaliteiten voor berichtgeving rondom aandeelhoudersvergaderingen, presentaties van kwartaal- en jaarcijfers en analistenbijeenkomsten. Ook wordt gekeken naar de servicegerichtheid en interactiviteit zoals respons op e-mailberichten, persoonlijke nieuwsbrieven, interactieve grafieken en analytische hulpmiddelen.
5. Historie ontwikkeling FD Henri Sijthoff-prijs criteria: De normen die gelden voor de Henri Sijthoff-prijs werden vastgesteld in 1956, aangevuld in 1969 en in 1974, en in 1983 opnieuw geformuleerd. In 1995 zijn de normen opnieuw geformuleerd en aangevuld.
De toegankelijkheid van de content wordt op de volgende onderdelen vastgesteld:
21
In 2001 zijn de normen gemoderniseerd. De periode van uitsluiting van prijswinnaars is ingekort van vijf naar twee jaar; de jury benoemt genomineerde bedrijven voorafgaande aan de prijsuitreiking. In 2003 zijn de criteria uitgebreid, aangepast aan nieuwe ontwikkelingen als IFRS, corporate governance en aangevuld met criteria voor toetsing van de kwaliteit van financiële websites. In 2007 is een derde prijscategorie voor niet-beursgenoteerde ondernemingen ingesteld en vindt de beoordeling plaats op gelijkwaardige basis van het gedrukte verslag en de kwaliteit van de websites. Het aantal genomineerden per prijscategorie is gemaximeerd op vijf.
22
Winnaars FD Henri Sijthoff-prijs (per jaar) Over de financiële verslaggeving van…
1953 de Algemene Kunstzijde Unie NV te Arnhem, de Nieuwe Rotterdamse Courant te Rotterdam en de Nederlandsche Middenstandsbank te Amsterdam. 1954 de NV Philips’ Gloeilampenfabrieken te Eindhoven, de Koninklijke Papierfabrieken van Gelder Zonen NV te Amsterdam en de Amsterdamsche Bank NV te Amsterdam. 1955 de Koninklijke Fabrieken Diepenbrock & Reigers te Ulft, de Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie te Hengelo en Proost en Brandt NV te Amsterdam. 1956 de NV Koninklijke Nederlandse Petroleum Maatschappij te Den Haag, de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’ te Amsterdam en NV Berghuizer Papierfabriek v.h. B. Cramer te Wapenveld. 1957 de Algemene Kunstzijde Unie NV te Arnhem, de Gelderse Tramweg Maatschappij te Doetinchem en Key & Kramer Asphalt Ruberoid NV te Maassluis. 1958 de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij NV te Den Haag, de NV Ingenieursbureau voor de Bouwnijverheid te Oegstgeest en het Algemeen Fondsenbezit te Amsterdam. 1959 de Indola NV te Rijswijk, Mees’ Bouwmaterialen NV te Groningen en de NV Philips‘ Gloeilampenfabrieken te Eindhoven. 1960 de Twentsche Bank NV te Amsterdam, Koninklijke Nederlandsche Hoogovens en Staalfabrieken NV te IJmuiden en Sikkens Groep NV te Sassenheim. 1961 de Amsterdamsche Bank NV te Amsterdam, de NV Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij te Den Haag en Thomassen & Drijver Blikemballagefabrieken NV te Deventer. 1962 de Algemene Kunstzijde Unie NV te Arnhem, de Heineken’s Bierbrouwerijen Mij. NV te Amsterdam en de Nieuwe Rotterdamse Courant NV te Rotterdam.
1963 de NV Koninklijke Zwanenberg-Organon te Oss, NV Ned.-Amerikaansche StoomvaartMaatschappij Holland-Amerika Lijn te Rotterdam en NV Verenigde Industrie- en Handelsmaatschappij Vihamij te Arnhem. 1964 de Koninklijke Zout-Ketjen NV te Hengelo, de Nationale-Nederlanden NV te Delft en de Apeldoornse Nettenfabriek von Zeppelin & Co. NV te Apeldoorn. 1965 de Koninklijke Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek NV te Delft, Blaauwhoed NV te Amsterdam en NV Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap te Groenlo. 1966 de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij NV te Den Haag, H.J. Reesink & Co. NV te Zutphen en Assurantieconcern Stad Rotterdam Anno 1720 NV te Rotterdam. 1967 Thomassen & Drijver-Verblifa NV te Deventer, Key & Kramer te Maassluis en NV Amev te Utrecht. 1968 Albert Heijn NV te Zaandam, NV Industrieele Handelscombinatie Holland IHC Holland te Rotterdam, Interlas NV te Soesterberg en Verenigde Nederlandse Uitgeversbedrijven NV (VNU) te Haarlem. 1969 de NV Chemische Fabriek ‘Naarden’ te Naarden, Crane Nederland NV te Deventer, NV Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij te Den Haag en Océ-van der Grinten NV te Venlo. 1970 ACF Amsterdam Chemie Farmacie NV te Maarssen, Kon. Textielfabrieken Nijverdal-ten Cate NV te Almelo en Unilever NV te Rotterdam. 1971 de NV Uitgeversmaatschappij Æ. E. Kluwer te Deventer, de NV Philips’ Gloeilampenfabrieken te Eindhoven en de NV Gebr. Schuitema te Amersfoort. 1972 Akzo NV te Arnhem, Koninklijke Wessanen NV te Wormerveer en Landré & Glinderman NV te Diemen. 1973 NV Audet te Nijmegen, Koninklijke Luchtvaart Maatschappij NV te Amstelveen en Pakhoed Holding NV te Rotterdam.
23
1974 Koninklijke Nederlandse Papierfabrieken NV te Maastricht en NV Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap te Groenlo. 1975 NV Nederlandsche Scheepvaart Unie te Rijswijk. 1976 NV ICU/Informatie en Communicatie Unie te Zwolle en Ballast Nedam Groep NV te Amsterdam.
1988 Pakhoed Holding NV te Rotterdam en Otra NV te Amstelveen. 1989 Koninklijke Nederlandsche Hoogovens en Staalfabrieken NV te IJmuiden en Geveke NV te Amsterdam. 1990 Océ-van der Grinten NV te Venlo en NV IHC Caland te Schiedam. 1991 Koninklijke Ahold NV te Zaandam en Wegener NV te Apeldoorn.
1977 NV v.h. Van Dorp & Co te ’s-Hertogenbosch en NV Uitgeversmaatschappij Elsevier te Amsterdam.
1992 Akzo NV te Arnhem en Holland Colours NV te Apeldoorn.
1978 NV Koninklijke Bijenkorf Beheer KBB te Amsterdam en Furness NV te Rotterdam.
1993 VNU NV te Haarlem en Atag Holding NV te Ulft.
1979 Douwe Egberts Koninklijke Tabaksfabriek – Koffiebranderijen – Theehandel NV te Utrecht en Samas-Groep NV te Maarssenbroek.
1994 NV Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij te Den Haag en NV Hagemeyer te Naarden.
1980 Unilever NV te Rotterdam en VRG-Groep te Diemen.
1995 Koninklijke PTT Nederland NV te Den Haag/Groningen en Koninklijke Ten Cate te Almelo.
1981 Ahold NV te Zaandam en Norit NV te Amersfoort. 1996 DSM NV te Heerlen en Heijmans NV te Rosmalen. 1982 de NV Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij te Den Haag en de NV Amsterdamse Rijtuigmaatschappij te Amsterdam. 1983 de Koninklijke Emballage Industrie van Leer BV in Amstelveen en NV Verenigde Bedrijven Nutricia in Zoetermeer.
1997 ABN Amro NV te Amsterdam en Internatio-Müller NV te Rotterdam. 1998 Koninklijke Philips Electronics NV te Eindhoven en Nutreco Holding NV te Boxmeer. 1999 Burhmann NV te Amsterdam en Geveke NV te Naarden
1984 Akzo NV te Arnhem en Grasso’s Koninklijke Machinefabrieken NV te ’sHertogenbosch. 1985 Bürhmann-Tetterode NV te Amsterdam en de NV Verenigde Instrumentenfabrieken Enraf- Nonius te Delft. 1986 NV Philips’ Gloeilampenfabrieken te Eindhoven en NV Koninklijke Sphinx te Maastricht.
2000 NV Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij te Den Haag en Libertel NV te Maastricht 2001 Unilever NV te Rotterdam en Heijmans NV te Rosmalen 2002 DSM NV te Heerlen en Sligro Food Group NV te Veghel 2003 TPG NV te Amsterdam en Océ NV te Venlo
1987 Koninklijke Nederlandse Papierfabrieken NV te Maastricht en NV Gemeenschappelijk Bezit VRG te Amsterdam.
2004 ABN Amro Holding NV te Amsterdam en Fugro NV te Leidschendam
24
2005 Koninklijke Philips Electronics NV te Amsterdam en Nutreco Holding NV te Amersfoort 2006 ING Groep NV te Amsterdam, Eriks Groep NV te Alkmaar en NV Luchthaven Schiphol te Luchthaven Schiphol 2007 Heineken NV te Amsterdam, Fugro NV te Leidschendam en NV Nuon te Amsterdam 2008 TNT NV te Hoofddorp, Arcadis NV te Arnhem en NV Nederlandse Spoorwegen te Utrecht 2009 Randstad Holding NV te Diemen, Mediq NV te Utrecht en Vesteda Groep BV te Maastricht 2010 AkzoNobel NV te Amsterdam, BinckBank NV te Amsterdam en Eureko BV te Zeist 2011 Koninklijke DSM NV te Heerlen, Macintosh Retail Group NV te Maastricht en NV Luchthaven Schiphol te Luchthaven Schiphol 2012 Randstad Holding N.V., Nutreco N.V. en ABN Amro Group N.V. 2013 BinckBank N.V.en Achmea B.V.
25
Winnaars FD Henri Sijthoff-prijs (per bedrijf) Alfabetisch, overgenomen bedrijven zijn onder de naam van de moeder opgenomen.
Douwe Egberts 1979 DRU 1955
ACF 1970
DSM: Gist en Spiritus 1965, 1996, 2002, 2011
Achmea; Eureko 2010, Achmea 2013
Enraf-Nonius 1985
Ahold: Albert Heijn 1968, Ahold 1981, 1991
Eriks 2006
Air France-KLM: KLM 1958, 1966, 1973
Fortis: Amev 1967
Akzo Nobel: AKU 1953, 1957, 1962, Kon. Zout 1955, Sikkens 1960, Zwanenberg-Organon 1963, Kon. Zout-Ketjen 1964, Akzo 1972, 1984, 1992, 2010
Fugro 2004, 2007
Algemeen Fondsenbezit 1958
Van Gelder 1954
ABN Amro: Amsterdamsche Bank 1954, 1961, ABN Amro 1997, 2004, 2012
Geldersche Tram 1957
Apeldoornse Netten 1964
Geveke 1989, 1999
ARM 1982
Grasso 1984
Arcadis 2008
Hagemeyer 1994
Atag 1993
HAL 1963
Audet 1973
Heijmans 1996, 2001
Ballast Nedam 1976
Heineken 1962, 2007
Berghuizer Papier 1956
Holland Colours 1992
BinckBank 2010, 2013
Hoogovens 1960, 1989
Bührmann: Proost en Brandt 1955, Bührmann Tetterode 1985, KNP 1974, 1987, VRG 1980 1987, Bührmann 1999
IHC Caland 1968, 1990
Ten Cate 1970, 1995 Crane Nederland 1969 Van Dorp 1977
Furness 1978
Imtech: Internatio-Müller 1997 Indola 1959 ING: NMB 1953, Nationale-Nederlanden 1964, 2006 Ingenieursbureau Bouwnijverheid 1958
26
Interlas 1968
Samas 1979
KBB 1978
Schiphol 2006, 2011
Key & Kramer 1957, 1967
Schuitema 1971
Koninklijke Shell: Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij 1956, 1961, 1969, 1982, 1994, 2000
Sligro Food Group 2002
KPN: Koninklijke PTT Nederland 1995 Landré & Glinderman 1972 Van Leer 1983 Macintosh 2011 Mees’ Bouwmaterialen 1959 Mediq 2009 Nedap 1965, 1974 Norit 1981 NRC 1953, 1962 NSU 1975 NS 2008 Nuon 2007
Sphinx 1986 Stad Rotterdam 1966 Stoomvaart Mij Nederland 1956 TNT: TPG 2003, TNT 2008 Twentsche Bank 1960 Thomassen & Drijver 1961, 1967 Unilever: Naarden 1969, Unilever 1970, 1980, 2001 Vihamij 1963 VNU 1968, 1993 Vesteda 2009 Wegener 1991 Wessanen: BolsWessanen 1972 Wolters Kluwer: ICU/Informatie en Communicatie Unie 1976, Kluwer 1971
Nutreco 1998, 2005, 2012 Nutricia 1983 Océ 1969, 1990, 2003 Otra 1988 Pakhoed: Blauwhoed 1965, Pakhoed 1973, 1988 Philips 1954, 1959, 1971, 1986, 1998, 2005 Randstad 2009, 2012 Reed Elsevier: Elsevier 1977 Reesink 1966
27
Overig Het secretariaat van de jury wordt gevoerd door de redactie van Het Financieele Dagblad. Voor meer informatie: Pim Kakebeeke (T) 020-592 88 53 (E)
[email protected]
28