A4
Excel Building Supervisor (XBS) Werkstation PRODUCTINFORMATIE
KENMERKEN • Van standalone tot groot LAN netwerk systeem. • Open systeem architectuur - OpenLink onderstuening - DDE Interface • Netwerk technologie - Windows NT - TCP/IP - Ethernet/tokenring • Automatische dialin/dialout met meerdere installaties/gebouwen op afstand. • “Plug en play”: geen PC engineering vereist. • Eenvoudige gebruiker interface via menu’s en invulvensters. • Muisbediening voor eenvoudige bediening vanuit het beeldscherm. • Toegang tot puntinformatie via de puntnaam. • Wildcard opzoekfunctie voor puntnamen.
ALGEMEEN Het Excel Building Supervisor (XBS) workstation ondersteunt de gewenste gebouwmanagement functies binnen een breed spectrum van gebouwen. Het systeem is volledig te configureren zodat het aangepast wordt aan de elementaire eisen voor een gebouw. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor uitgebreide bediening, al dan niet met ondersteuning van systeemafbeeldingen en grafieken met trendgegevens. De bediening van de regelinstallaties gebeurt met het XBS werkstation, maar er kunnen ook meerdere gebouwen en installaties op afstand bediend worden. Elk gebouw of installatie beschikt over een Communicatie Bus (C-bus). Dit is de communicatieverbinding voor de XBS werkstations en het XM 100
9708R1-NE
modemapparaat, een netwerk van Excel 100, 500 en 600 DDC-regelaars en Zonemanagers voor XL10 . Elk werkstation kan een of meerdere interfacekaarten voor de C-busaansluiting bevatten. Op deze interface kaart kan eventueel een modem worden aangesloten, voor afstandcommunicatie tussen het werkstation en het XM 100 modemapparaat van een installatie. Door de universele structuur van de C-bus is het mogelijk om regelaars te bedienen vanaf elk workstation. De XBS werkt onder MS-Windows met de bekende menu-structuur en dialoogvensters. Hierdoor kan de operator punten selecteren met hun puntnaam. Door de wildcard opzoekfunctie krijgt de operator een uitgebreide interactiemogelijkheid om punten te vinden.
1
• PC platform voor: – puntinformatie en opdrachten; – historische trending; – alarmafhandeling; – rapportering; – systeemafbeeldingen van installaties (optioneel). • Operator activiteitenoverzicht. • Tekenen van de afbeelding. De optionele systeemafbeeldingen bieden de operator de mogelijkheid om punten en apparatuur te controleren en te bedienen via project-specifieke systeemafbeeldingen die via een hiërarchische penetratiestructuur op het beeldscherm verschijnen. Door het toepassen van kleuren wordt de bruikbaarheid van het systeem vergroot.
NL74-2033
EXCEL BUILDING SUPERVISOR
OMSCHRIJVING Het Excel Building Supervisor (XBS) werkstation ondersteunt de gewenste gebouwmanagement functies binnen een breed spectrum van gebouwen. Het systeem is volledig te configureren zodat het aangepast wordt aan de elementaire eisen voor een gebouw. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor uitgebreide bedieningsmogelijkheden, al dan niet met ondersteuning van een systeemafbeelding en grafieken met trendgegevens. De bediening van de regelinstallaties gebeurt met het XBS werkstation , maar er kunnen ook meerdere gebouwen en installaties op afstand bediend worden. De XBS kan in een scala van uitvoeringen geleverd worden, van standalone tot een local area netwerk (LAN) systeem. De XBS LAN ondersteunt de volgende PC configuratie's XBS LAN Server met max. drie interfacekaarten voor de C-busaansluiting. XBS LAN Terminal zonder interface kaarten die via het LAN met de rest van het systeem verbonden is. Een XBS systeem kan max. uit 32 werkstations bestaan, waarbij 24 XBS werkstations met interfacekaarten kunnen worden uitgerust. In totaal kunnen hierop 24 C-bussen worden aangesloten met 696 controlers en 80.000 punten.
XL10 Zone Managers en controllers: De XBS wordt via de Zone Manager aan de XL10 gekoppeld. Deze XL10 communiceert via een Echelon bus waarop ook systemen van derden kunnen worden aangesloten. Deze punten kunnen via een zogenaamde ruimtegroep binnen de XBS zichtbaar worden gemaakt (ruimteconditie, verlichting en zonnewering). De XBS werkt onder MS-Windows 95 of NT met de bekende menu-structuur en dialoogvensters. Hierdoor kan de operator punten selecteren met hun puntnaam. Door de wildcard opzoekfunctie krijgt de operator een uitgebreide interactiemogelijkheid om punten te vinden. De optionele systeemafbeeldingen bieden de operator de mogelijkheid om punten en apparatuur te controleren en te bedienen via project-specifieke systeemafbeeldingen die via een hiërarchische penetratiestructuur op het beeldscherm verschijnen. Door het toepassen van kleuren wordt de bruikbaarheid van het systeem vergroot. Op een XBS werkstation kunnen 3 printers aangesloten worden. Normaal is dat de eerste printer alarmrapporten registreert, en de tweede printer alle systeeminformatie. Daarnaast kan er nog een netwerk kleurenprinter worden opgenomen.
De XBS kan in een standaard Ethernet of Tokenring netwerk worden opgenomen. Bij gebruik van de XBS LAN wordt er van een gemeenschappelijke database gebruik gemaakt voor plaatjes, trends, en historische gegevens.
9708R1-NE
2
NL74-2033
EXCEL BUILDING SUPERVISOR
OMSCHRIJVING Nederlandstalige buscommunicatie tussen alle C-bus deelnemers Door de peer-to-peer communicatie over de C-bus is er geen verschil in hierarchie tussen de afzonderlijke busdeelnemers. Deelnemers op de C-bussen in een XBS-systeem omvatten een scala van regelaars, modemapparaten, deelsystemen en XBS bedienstations. Elke deelnemer op de C-bus heeft gelijkwaardige toegang op de bus. Het netwerk van C-bus apparatuur voorziet voor de deelnemers in eenvoudige overdracht van gegevens zoals digitale status, analoge waarden en puntalarmen. Het uitwisselen van informatie stelt het hele systeem in staat om te werken met de benodigde gegevens van elke regelaar of deelsysteem. Als extra voorziet het bedienstation voor de gebruiker in een uniforme, interactieve Nederlandstalige dialoog om de gegevens van elke aangesloten installatie te bewaken en te presenteren.
Automatische dialin/dialout met meerdere installaties/gebouwen op afstand De centrale XBS kan gebruik maken van modems voor opbel en inbelcommunicatie (dialin, dialout) met afgelegen installaties en gebouwen. Opbellen naar afgelegen installaties kan automatisch of op verzoek van de operator gebeuren. Het centrale bedienstation kan dagelijks (bijv. na dagelijkse opstart) of periodiek (voor status controle) communiceren met de afgelegen installaties. Als het nodig is kan de operator handmatig opbellen naar een installatie of gebouw op afstand. Als er verbinding gemaakt is stuurt het modem apparaat van de afgelegen installatie de informatie naar de centrale XBS. Deze informatie omvat opgeslagen alarmmeldingen en trendgegevens, zoals door de operator gedefinieerd.
9708R1-NE
Als een alarmmelding met een hoge prioriteit in een afgelegen installatie optreedt, dan worden onmiddelijk de alarm of trendgegevens naar de centrale XBS gestuurd. Ook worden de meldingen en trendgegevens direct doorgestuurd als het geheugen van het modemapparaat bijna volraakt. Alarmen met hoge prioriteit worden direct op het beeldscherm van de centrale XBS in een alarmvenster getoond en opgeslagen in een alarm historie bestand en geregistreerd op de printer. Alarmen met lage prioriteit worden opgeslagen in het alarm historie bestand en uitgeprint op de printer.
“Plug and Play”: geen PC engineering vereist Het Excel Building Supervisor bedien station vereist geen specifieke engineering of voorbereidende ontwerpactiviteiten. Het installeren van de PC bestaat uit drie eenvoudig uit te voeren stappen: • Completeer de normale PC installatie met het aansluiten van de randapparatuur (monitor, printers, toetsenbord, muis en eventuele modems) en laad de Microsoft Windows en Excel Building Supervisor software;
Het midden van het beeldscherm toont dialoogvensters en de optionele systeemafbeeldingen. De dialoogvensters zijn on-line velden waar gegevens ingevoerd moeten worden. Bijvoorbeeld: om de systeemconfiguratie te definiëren moeten de operators gebruik maken van het Systeem Parameters dialoogvenster. Met dit dialoogvenster wordt de positie van de printerpoorten, bus communicatie, disk management en data base lokatie gerealiseerd. Voor systemen met regelinstallaties op afstand wordt in het dialoogvenster Gebouw definiering een installatie benoemd en worden de gegevens, zoals telefoonnummer, verbindingstijd, herkiestijd en het aantal maal voor herkiezen vastgelegd. Excel CARE is het ontwerpprogramma voor het samenstellen van de toepassingsprogramma’s voor de Excel regelaars. Om het installeren van de bestanden in de regelaar te realiseren importeert de XBS de CARE toepassingsbestanden en laad deze naar de betreffende regelaar. Als er lokaal wijzigingen in de gegevens van een regelaar plaatsvinden, worden deze terug geladen naar de XBS, zodat de bestanden up-to-date blijven.
• Definieer de lokale en op afstand gelegen installaties of gebouwen via de interactieve, invul, on-line velden of dialoogvensters; • Importeer de Excel CARE toepassingsprogramma’s en laad (download)deze in de betreffende regelaars. De XBS werkt met de Microsoft Windows (MS-Windows) beeldschermopbouw. Een menubalk aan de bovenzijde van het scherm bevat de inlog en help-menu’s. Nadat een geautoriseerde operator heeft ingelogd verschijnt de volledige menu-balk met de menu’s wijzigen, data, rapporten, afbeeldingen, applicaties, utilities, uitloggen en help. Na de selectie van een menu-onderdeel verschijnt een lijst met menuonderdelen van de betreffende functies. Operators kunnen hun selectie maken uit de menu-onderdelen met behulp van de muis of het toetsenbord.
3
NL74-2033
EXCEL BUILDING SUPERVISOR
OMSCHRIJVING
9708R1-NE
4
NL74-2033
EXCEL BUILDING SUPERVISOR
OMSCHRIJVING Eenvoudig bedieningsinterface via menu’s en invulvensters
Muisbediening voor eenvoudige bediening vanuit het beeldscherm
De Excel Building Supervisor werkt in de bekende Windows-omgeving met menu’s, dialoogvensters en toepassingsvensters. De menu-balk verschijnt boven in het beeldscherm nadat een geautoriseerde operator in het systeem heeft ingelogd. Dialoogvensters verschijnen als het systeem informatie nodig heeft om een geselecteerde functie uit te voeren. Wordt bijvoorbeeld Snelle toegangsgroep geselecteerd uit de Data menu-balk, dan wordt een dialoogvenster getoond met informatie over de punten die het meest opgeroepen zijn.
De Excel Building Supervisor wordt zowel via het toetsenbord als via de muis bediend. Door de muisbediening hoeft de operator geen toetsenbordfuncties te leren, die per toepassingsprogramma verschillend kunnen zijn.
In het algemeen werkt de operator zich van links boven naar rechts onder door een dialoogvenster, alsof het het lezen van een bladzijde uit een boek betreft. Operators kunnen gebruik maken van een muis of het toetsenbord (tab en pijltoetsen) om door het dialoogvenster te bewegen. Als een onderwerp geselecteerd wordt of er wordt een waarde ingevuld, is het mogelijk dat andere onderwerpen en functies zwart of grijs kleuren. Dit betekent dat de selectie van die opties en functies respectievelijk mogelijk of onmogelijk worden. De onderwerpen met grijze tekst zijn niet toegankelijk (dit kan afhankelijk zijn van de het bevoegdheidsniveau van de operator of niet belangrijk is voor geselecteerde punten ). Dialoogvensters kunnen rechthoekige keuzelijsten en invoegvensters bevatten. Keuzelijsten zijn herkenbaar aan de neerwaartse pijl, en geven de operator de mogelijkheid om uit een vaste lijst een selectie te maken. Invoervensters hebben geen neerwaartse pijl en stellen de operator in staat om gegevens te specificeren. Bijvoorbeeld: als een punt opgeroepen wordt, toont de “punt type” keuzelijst met de mogelijke punttypen (analoog in, analoog uit, digitaal in, digitaal uit), hieruit kan de operator de gewenste keuze maken. Als een punt via zijn naam opgeroepen wordt, gebeurt dit met het “zoek naar...” invoervenster. Hierin kan de operator een wildcardtekst of de exacte puntnaam invoeren.
De muisbediening stelt de operator in staat om het systeem te bedienen terwijl hij alles op het beeldscherm in de gaten kan blijven houden. Hierdoor worden invoerfouten tot een minimum beperkt. De operator stuurt de cursor eenvoudig over het scherm naar het onderwerp in de menubalk dat hij wenst. Werken met de muis versnelt ook het werken met de dialoogvensters. De operator kan met de muis direct de selectie maken die hij wenst. Ook is het niet nodig om de velden van het dialoogvenster die niet gebruikt worden door te lopen, de operator kan direct naar het betreffende veld gaan. Om een of meerdere selecties te maken bij keuzelijsten kan de operator gewoon het gewenste onderwerp aanklikken. Om opdrachten in het dialoogvenster te activeren hoeft alleen maar de juiste opdrachtknop worden aangeklikt.
Toegang tot puntinformatie via de puntnaam Onderwerpen uit de Data menu-balk geven de operator de mogelijkheid om punten in te zien en opdrachten te geven. Er zijn een aantal manieren om puntinformatie te vinden, weer te geven en te wijzigen: • Toegang tot puntinformatie via de puntnaamDe operator kan de puntnaam
gebruiken om een punt te selecteren, te tonen en opdrachten te geven. Een puntnaam is opgebouwd uit 18 alfanumerieke karakters die een punt identificeren. Zo kan bijvoorbeeld “FLR3A_SPACE_TEMP” de ruimtetemperatuur van verdieping 3, sectie A zijn. In rapporten van de Excel Building Supervisor wordt de puntnaam vergezeld van een omschrijving van 32 karakters voor een nadere beschrijving van het punt. Bijvoorbeeld het punt FLR3A_SPACE_TEMP kan een omschrijving hebben LBK No.3, Zone 2, Regelaar B om de lokatie van het punt aan te duiden. Als de hele naam onbekend is kan de operator een deel van de naam invoeren en een zoekfunctie activeren. Deze functie zoekt dan alle punten die overeenkomen met de ingevoerde tekst. Als FLR3A* wordt ingevoerd zullen alle punten die beginnen met FLR3A getoond worden. Als al deze punten door de XBS gevonden zijn kan de operator elk van de punten selecteren en met de bijbehorende attributen inzien. Het daaruit geselecteerde punt kan dan bediend worden. Als meerdere punten geselecteerd worden, wordt tevens de bijbehorende waarde van die punten getoond.
• Snelle toegang tot puntgroepDe snelle toegangsfunctie biedt eenvoudige toegang tot 40 door de operator geselecteerde punten uit de regelaar van een regelinstallatie. Hiermee kan de operator punten die regelmatig worden bekeken en bediend eenvoudig oproepen. De informatie van deze punten in de lijst omvat de puntnaam, de omschrijving en de actuele status/waarde. De operator kan punten uit de lijst verwijderen en toevoegen. Met een printfunctie kan de hele lijst uitgedraaid worden.
Dialoogvensters kunnen ook opdrachtknoppen hebben. Hiermee worden toevoegingen, veranderingen, verwijderingen en andere mogelijkheden die geboden worden, uitgevoerd. Bekende opdrachtknoppen zijn OK, Annuleren, Print en Help. 9708R1-NE
5
NL74-2033
EXCEL BUILDING SUPERVISOR
OMSCHRIJVING onbekende deel van de puntomschrijving vervangen door een asterisk of een vraagteken(s). Ieder vraagteken vervangt een onbekend karakter . Een asterisk vervangt een of twee karakters. Bij de invoer van de wildcard zoekt XBS in de database naar de combinaties die overeenkomen met de ingevoerde combinatie. Hieronder volgen enkele voorbeelden van wildcard mogelijkheden voor het zoeken naar puntnamen. LBK1* Dit zoektype is handig voor het lokaliseren van alle punten die een relatie hebben met een bepaalde functie. Als de puntnamen van de LuchtBehandelingsKast 1 beginnen met LBK1, vindt de XBS al deze punten. B* Dit zoektype is bruikbaar voor alle punten van een bepaalde regelaar. Als alle punten van regelaar B beginnen met de letter B, vindt de XBS punten als B.BLTEMP, B.BLLKLP, B.RLLKLP en B.INBTEMP. B.LKLP* Dit zoektype wordt gebruikt om een speciaal punttype van een bepaalde regelaar te zoeken. De XBS vindt alle punten die beginnen met B.LKLP zoals B.LKLP. BUITENLU, B.LKLP.RETOORLU, B.LKLP.MENGLU en B.LKLP.AFVOER4A.
• Toegang tot puntgegevens via attributen van het puntDe operator kan informatie over een punt opvragen door het punttype en/of de bijbehorende waarde op te vragen. Er kan bijvoorbeeld gevraagd worden alle punten met analoge ingangen die in bedrijf zijn te tonen. Als XBS al die punten die hieraan voldoen heeft gevonden kan de operator ze selecteren, de betreffende attributen tonen en het
9708R1-NE
gekozen punt bedienen. Als meerdere punten geselecteerd worden, worden ze met hun waarde getoond.
Wildcard opzoekfunctie voor puntnamen
B.??TEMP Dit zoektype wordt gebruik voor een specifiek punttype waarvan 2 karakters onbekend zijn. De XBS vindt alle punten die beginnen met B en eindigen met TEMP zoals B. BLUTEMP, B.AFVOERLU en B.SPTEMP.
Als systeeminformatie nodig is en de exacte naam of onderwerp is onbekend kan de operator een wildcard invoeren. Bij een wildcard wordt het
6
NL74-2033
EXCEL BUILDING SUPERVISOR
OMSCHRIJVING Historische punttrending
Alarmafhandeling
Excel Building Supervisor heeft een aantal functies voor historische trendoverzichten, die toegankelijk zijn via een Historische Trend dialoogvenster in de Data menu-balk. Deze Historische trend functies omvatten:
De functie alarmafhandeling maakt de operator alert op uit te voeren serviceen onderhoudswerkzaamheden. Dit gebeurt op basis van bedrijfsuren, grenswaarde overschrijdingen, status veranderingen en systeemfouten. De operator definieert de meldingen met hoge of lage prioriteit. Hoge prioriteit alarmen hebben altijd voorrang bij rapportage. Systeem alarmen (uitgeputte batterij) hebben altijd lage prioriteit. Kenmerkende alarmen worden direct gemeld, hoewel de operator een vertragingstijd kan invoeren (in sec.). Een alarmsituatie moet een bepaalde tijd aanwezig zijn voordat een daadwerkelijk alarm gegeven wordt. Het is ook mogelijk om een alarm onderdrukking in te voeren voor een melding van een bepaald punt. Als de alarmen gerapporteerd worden, print de XBS alle berichten uit en slaat de gegevens (puntnaam, alarmomschrijving, datum en tijd) automatisch in een historisch alarmbestand op. Bij een alarm met hoge prioriteit geeft het systeem automatisch:
• Toevoegen en verwijderen van punten in de trendpuntenlijst; • Punten in de lijst actief of inactief maken; • Bepaling van het aantal gegevens (dag, week of maand ) van ieder trendpunt om op te slaan . De XBS beschikt over een actueel en een vorig bestand van ieder punt met trendfunctie; • Opgeven hoe de gegevens getoond of geprint moeten worden, inclusief een door de operator vastgestelde tijd-periode, aantal tijdstippen die getoond worden en berekeningen tussen 2 tijdstippen (werkelijke waarde per tijdstip en de gemiddelde waarde van een punt en de hoogste en laagste waarde tussen twee tijdstippen). Net als het trenden van een individueel punt kan ook van een groep punten een trendoverzicht bijgehouden worden. Voor gebouwen is het bijvoorbeeld handig om de ruimtetemperatuur van ruimten op het noorden en op het zuiden in twee groepen te verdelen. In dit geval zou een groep kunnen bestaan uit ruimte nummers 100, 101 en 102 en de andere groep uit 120, 121 en 122 .
9708R1-NE
• Op de statusregel onder in het scherm een alarmicoon weer. Het icoon blijft in de statusregel totdat de alarmmelding geaccepteerd is;
Een Alarm Historie dialoogvenster toont de alarmen die ontvangen en opgeslagen zijn in het alarm historiebestand. Het dialoogvenster toont de alarmen die opgetreden zijn binnen een tijdsperiode die door de operator opgegeven is. De operator kan alarmmeldingen uitprinten en daarna desgewenst verwijderen.
Operator activiteiten overzicht Als de operator een systeemtaak uitvoert, wordt dit opgeslagen in een operator activiteiten bestand. Een Operator Activiteiten overzicht dialoogvenster toont de acties van een operator (tijd van in- en uitloggen en opbelacties naar op afstand gelegen gebouwen of installaties) die opgeslagen zijn in het operator activiteiten bestand. Elke operator actie bestaat uit drie regels. De eerste regel geeft datum, tijd, naam van de operator, gebouw/installatie en regelaar. De tweede regel geeft een algemene omschrijving van de actie en de derde regel geeft (indien aanwezig) verder informatie over de actie. De gebruiker kan operatoracties uitprinten en verwijderen.
• Een alarmvenster weer met een alarmbericht van 18 karakters. De operator kan een uitgebreide omschrijving zichtbaar maken en uitprinten. De uitgebreide alarmomschrijving kan uit maximaal 6 regels met informatie bestaan; • Een akoestisch signaal weer via de PC.
7
NL74-2033
EXCEL BUILDING SUPERVISOR
OMSCHRIJVING Uitgebreide rapportage Met de Rapporten menu balk krijgt de operator op de volgende manieren toegang tot standaardrapporten en rapporten op maat over systeemgegevens:
Alarm Historie- Toont de alarmen die ontvangen en opgeslagen zijn in het alarm historie bestand. De operator bepaalt de tijdsperiode van de rapportage; Operator Activiteiten overzichtToont de acties van de operator die opgeslagen zijn in het operator activiteiten-bestand. De operator bepaalt de tijdsperiode van de rapportage; Regelaar Alarm Historie- Inladen, tonen en uitprinten van alarmen in een geselecteerd alarm historie geheugen; Huidige Regelaar Alarm- Inladen en tonen van actuele bestaande alarmmeldingen van een geselecteerde regelaar. Als toevoeging op deze rapportagemogelijkheden hebben veel dialoogvensters een printknop om een vormgegeven rapport van de opgeslagen gegevens uit te printen. Bijvoorbeeld: het operators dialoogvenster kan een lijst printen met alle operators en hun bevoegdheden. Ook kunnen rapporten op maat gemaakt worden die het een operator mogelijk maken om een MS-Excel macro, DOS toepassing of een MS-Windows toepassing te benoemen. De operator kan een rapport op maat selecteren of opdracht geven om het te gebruiken op een later tijdstip.
9708R1-NE
Systeemafbeeldingen van installaties (optioneel) In systemen met systeemafbeeldingsmogelijkheden worden tekeningen of afbeeldingen van gebouwen, plattegronden en LBK-schema’s op de XBS weergegeven. De Afbeeldingen menubalk geeft toegang tot de Excel Building Supervisor afbeeldingen en methoden om bepaalde afbeeldingen te lokaliseren en af te drukken. Dit gebeurt als volgt: • Eerste Gebouw Afbeelding toont de eerste afbeelding van een geselecteerd gebouw/installatie; • Directe Toegang door Afbeeldingnaam toont de namen van afbeeldingen van de gekozen installatie. De operator selecteert de gewenste naam om de betreffende afbeelding weer te geven;
een logische structuur zodat de operator de informatie van een gebouw of installatie van bovenaf penetreert naar het niveau van de verwarmings- en luchtbehandelingsapparatuur. Om een punt te vinden en informatie te tonen in een afbeelding gaat de operator door de hierarchische structuur om de betreffende afbeelding te vinden en klikt dan met de muis het gewenste punt aan. Afbeeldingssymbolen corresponderen met puntcondities. Symbolen worden gekleurd om hun status of waarde aan te geven. Blauw betekent een te lage temperatuur terwijl rood een hogere temperatuur inhoudt. Ook de kleur van een kader rond een symbool geeft de status van het punt aan. Bij alarmen met hoge prioriteit trekt een knipperend kader nog eens extra de aandacht van de operator. Als de status van een punt verandert, past XBS dit direct aan in de afbeelding.
• Afbeelding Opnieuw Tonen geeft de voorstaande afbeelding zoals het voor het eerste werd gepresenteerd (voor bewerking of inzoomen); • Afb. Weergave Modus geeft aan of een afbeelding volledig op het scherm of als een serie van gestapelde afbeeldingen getoond wordt. Bij volledige weergave wordt de laatste afbeelding geheel op het scherm getoond. Bij een gestapelde weergave worden maximaal 4 afbeeldingen verkleind in gedeeltelijke overlap op elkaar weergegeven; • Print Afbeelding print de actuele afbeelding uit. De XBS verbindt de afbeeldingen in
8
NL74-2033
EXCEL BUILDING SUPERVISOR
OMSCHRIJVING Tekenen van afbeeldingen (optioneel) De Excel Building Supervisor ondersteunt kleuren afbeeldingen die aangemaakt zijn in Micrografx DesignerTM Designer afbeeldingen worden gecreëerd met standaard computer tekentechnieken of door gescande beelden of gedigitaliseerde videobeelden. Nadat een beeld gescand of een videobeeld gedigitaliseerd is, wordt
het als binair afbeeldingenbestand opgeslagen. Designer heeft de mogelijkheid om bestanden van bekende tekenprogramma’s te importeren. De onderstaande tabel toont deze formaten en enkele van de programma’s waarmee ze gecreëerd worden. Als de afbeelding bestaat, past de gebruiker hem aan met teksten, omschrijvingen en puntID’s (voor dynamische gegevens) om de bruikbaarheid te vergroten.
Resolutie onafhankelijke beeldschermen De XBS gebruikt een VGA-videokaart met een kleurenmonitor. Excel Building Supervisor ondersteunt een standaard VGA (640x480 pixels), Super VGA (800x600) of een hoge resolutie (1024x768) mode.
Formaat
Omschrijving
Programmatuur
.DXF Data Exchange Format
AutoCAD's drawing file
AutoCAD ean andere met AutoCAD compatibele programma's
.PIC MGX – PICT
Formaat Micrografx afbeeldingen
Windows Draw, In*a*Vision en Windows Graph
.TIF Tag Image File Format
Industriële standaard voor het binair overzetten van afbeeldingen
Scannersoftware en veel bitmap tekenprogramma's
.WMF Windows Metafile
Standaard formaat voor het uitwisselen tussen Windows toepassingen
Designer en andere Windowstoepassingen
Centrale hardware Een PC met toetsenbord, monitor en muis.
NL74-2036 Excel I2RC Systeem overzicht EN0C-0542
Microsoft Windows versie 95 of NT
Interfacekaart voor buscommunicatie Voor werking met 9600 baud of 1M-bit (921.6 K.baud). Gebruikt een van de 16-bit insteekposities van de pc. Vereist een C-busaansluiting (2-draads, RS-485 aansluiting)
Bedieningspanelen voor de regelaars Zie de volgende literatuur voor nadere informatie: Excel XI581/582 bedieningspanelen NL74-3551 Excel XI584 draagbaar Operator Terminal Toebehoren XM100 modemapparaat Modems
TECHNISCHE GEGEVENS
Regelaars en deelsystemen Zie de volgende literatuur voor nadere informatie: Excel 100 regelaars NL74-2035 Excel 500 en Excel 600 regelaars
9708R1-NE
Software licentie Voor aflevering moet de gebruiker een softwarelicentie afsluiten Software opties Micrografx DesignerTM van Microsoft Inc. versie 3.1 Microsoft Excel versie 5.0 of hoger
Software (standaard) ExcelBuilding Supervisor software
9
NL74-2033
EXCEL BUILDING SUPERVISOR
Honeywell… perfect geregeld!
A4
Honeywell B.V. Postbus 12683 1100 AR Amsterdam Z.O. Telefoon : (020) 5656 911 Telefax : (020) 5656 600
9708R1-NE Wijzigingen voorbehouden.
10
NL74-2033