EXAMENREGLEMENT
HAVO-ATHENEUM-GYMNASIUM
LVO-WEERT versie 31 juli 2015
Inhoudsopgave
pagina
1. Begripsbepaling
2
2. Indeling examen
2
3. Organisatie van het examen
2
3.1. Schoolexamen
2
3.2. Centraal Schriftelijk Examen
3
3.3. Nadere aanwijzingen voor het Centraal Schriftelijk examen
4
3.4. Cijfergeving 3.4.6. Combinatiecijfer 3.4.7. Correctie Centraal Schriftelijk Examen 3.4.8. Slaag-/zakregeling 3.4.9. Uitslag 3.4.10. Herkansing 3.4.14. Diploma en cijferlijst 3.4.15. Certificaten 3.4.16. Gegevensverstrekking aan minister en inspecteur
5 5 6 7 7 7 7 8
3.5. Bewaarplicht examenwerk
8
4. Onregelmatigheden
8
4.1. Procedure onregelmatigheden
8
4.2. Geheimhouding
9
4.3. Commissie van beroep
9
5. Afwijkende wijze van examineren
10
6. Spreiding examen
11
7. Bijzondere bepalingen
11 1
EXAMENREGLEMENT HAVO-ATHENEUM-GYMNASIUM
LVO-WEERT versie 31 juli 2015
1. Begripsbepaling In dit reglement wordt verstaan onder ‘LVO’: stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs, gevestigd te Sittard; ‘het bevoegd gezag’: de centrale directie van LVO Weert namens het college van bestuur van LVO; ‘directeur’: de locatiedirecteur of degene aan wie hij de taak gedelegeerd heeft; ‘examinator’: degene die belast is met het afnemen van het examen; ‘kandidaat’: een ieder die door het bevoegd gezag tot het examen wordt toegelaten; ‘examenprogramma’: kennis, vaardigheden en inzicht die de kandidaat moet hebben om aan de exameneisen te voldoen; ‘PTA’: programma van toetsing en afsluiting; inhoud en organisatie van het schoolexamen; ‘schoolexamen’: SE; dat deel van het examen dat door de school zelf wordt afgenomen en wordt beoordeeld volgens de door de minister bepaalde voorschriften; ‘centraal examen’: CE; examen, afgenomen als onderdeel van het landelijk examen; CSE; schriftelijk examen, afgenomen als onderdeel van het landelijk examen; ‘CvTE’: College voor Toetsen en Examens; waarborgt de kwaliteit en de organisatie van de examens.
2. Indeling examen Het examen bestaat voor elk vak uit een schoolexamen, of uit een centraal examen, of uit een schoolexamen én een centraal examen. Het centraal examen bestaat, afhankelijk van het vak, uit een centraal schriftelijk examen, eventueel digitaal, al dan niet aangevuld met een centraal praktisch examen.
3. Organisatie van het examen 3.1. Schoolexamen (SE) 3.1.1. Het schoolexamen havo, atheneum en gymnasium bestaat uit een examendossier en omvat toetsen, praktische opdrachten*, handelingsdelen** en het profielwerkstuk***. De inhoud en organisatie van het schoolexamen staan in het reglement schoolexamen/programma van toetsing en afsluiting. *) Voor elke praktische opdracht geldt een uiterste inleverdatum. In overleg met de vakdocent kan uitstel verleend worden tot een maximum van 5 werkdagen. Een kandidaat die in gebreke blijft krijgt voor de betreffende opdracht het cijfer 1,0. 2
**) De beoordeling van een handelingsdeel wordt weergegeven in de kwalificaties ‘goed’, ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’. Vóór het begin van het CE dienen alle handelingsdelen ten minste ‘voldoende’ te zijn afgerond. Een kandidaat die in gebreke blijft, kan niet meer slagen en over het al of niet deelnemen aan een of meerdere vakken van het CSE beslist de directeur. De kandidaat en, indien deze minderjarig is zijn ouders/verzorgers of voogd, krijgt hierover schriftelijk bericht. ***) Uit het profielwerkstuk en de bijbehorende presentatie blijkt dat de kandidaat geïntegreerde kennis, vaardigheden en inzicht heeft die in het betreffende profiel van betekenis zijn. Het profielwerkstuk heeft minimaal betrekking op één vak uit het profiel van de kandidaat. 3.2. Centraal Schriftelijk Examen (CSE) 3.2.1. Het centraal schriftelijk examen wordt afgenomen op de door het CvTE vastgestelde data in de door de directeur aangewezen lokalen. 3.2.2. De kandidaten maken het examen onder toezicht van zoveel personeelsleden als voor een zorgvuldig verloop noodzakelijk is; de directeur regelt het toezichtrooster. 3.2.3. Over het verloop van elk examen wordt een proces-verbaal opgemaakt; elke toezichthouder ondertekent dit. In het proces-verbaal staan minstens de namen van de kandidaten; de namen van de toezichthouders; de datum, begin- en eindtijd van het examen; het examenvak; tijdstip van binnenkomst en vertrek, indien deze afwijken van de begin- en eindtijd van het examen; alle bijzonderheden die van belang zijn voor de vereiste zorgvuldigheid bij het afnemen van het examen. 3.2.4. Vóór de aanvang van elk examen leest een toezichthouder hardop de tekst voor op het schutblad van de examenopgaven. Bij aanvang verwijdert hij de verzegeling in aanwezigheid van alle kandidaten. Als een deel van de kandidaten in een ander lokaal is ondergebracht, en dit leidt tot oponthoud, kan de gemiste tijd aan het eind van de zitting worden ingehaald. 3.2.5. De opgaven worden onmiddellijk na verwijdering van de verzegeling in volkomen stilte uitgedeeld. 3.2.6. De aan de kandidaten voorgelegde opgaven voor een centraal examen blijven in het examenlokaal tot aan het einde van de zitting. 3.2.7. De kandidaten mogen vanaf één uur na aanvang van het examen het lokaal verlaten en vervolgens om het kwartier, op aangeven van één van de toezichthouders. Men kan ook ervoor kiezen de kandidaten tot het einde van de zitting in het examenlokaal te laten verblijven. 3.2.8. Tot een half uur na aanvang van de zitting mag een kandidaat die te laat komt in het lokaal worden toegelaten. Op de reguliere eindtijd levert hij zijn werk in. Een kandidaat die zonder geldige reden meer dan een half uur te laat komt, wordt van het examen in dat vak uitgesloten, krijgt daarvoor het cijfer 1,0 en wordt naar het tweede tijdvak verwezen om dat vak te herkansen en daarmee zijn examen compleet te maken. (Zie artikel 3.3.11., 3.3.12. en 3.3.13.) 3.2.9. Meteen na afloop van het examen levert een toezichthouder het examenwerk en het proces-verbaal in bij de examensecretaris.
3
3.3. Nadere aanwijzingen voor het Centraal Schriftelijk Examen 3.3.1. De toezichthouders ontvangen vóór het begin van het centraal schriftelijk examen duidelijke schriftelijke instructies. 3.3.2. De kandidaten ontvangen vóór het begin van het centraal schriftelijk examen duidelijke schriftelijke instructies. 3.3.3. De school verstrekt het examenpapier en kladpapier, tenzij dit papier door de commissie belast met de vaststelling van de opgaven is verstrekt. 3.3.4. De kandidaat plaatst zijn naam en examennummer op het examenpapier. 3.3.5. Omtrent de opgaven mag niemand mededelingen doen of inlichtingen verstrekken aan de kandidaten, behalve de officiële mededelingen van het CvTE. 3.3.6. De kandidaat mag geen boeken, logaritmetafels, tabellen of andere hulpmiddelen gebruiken, met uitzondering van de hulpmiddelen waarvan het gebruik is toegestaan door de commissie die belast is met de vaststelling van de opgaven. De toegestane hulpmiddelen worden in het examenlokaal door de toezichthouders gecontroleerd. 3.3.7. Het schrijven met potlood is niet toegestaan. De volgende zaken dienen buiten de examenzaal te blijven: tipp-ex(-pen), hoes van elektronische rekenapparaten, alle overige elektronische apparaten. 3.3.8. Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat het examenlokaal niet verlaten. Krijgt de kandidaat toestemming, dan dient een toezichthouder hem te begeleiden. 3.3.9. Een kandidaat die onwel wordt kan onder begeleiding van een toezichthouder het examenlokaal verlaten. Na overleg met de kandidaat beslist de directeur of de kandidaat het werk later kan hervatten. Wordt het werk hervat, dan kan de directeur toestaan dat de kandidaat de gemiste tijd inhaalt na het einde van de zitting. Hervat de kandidaat het werk niet, dan kan de directeur, indien mogelijk na overleg met de kandidaat, vóór het einde van de zitting het betreffende examenwerk ongeldig verklaren. De kandidaat wordt dan geacht met een geldige reden verhinderd te zijn om aan het betreffende examen deel te nemen. 3.3.10. Vóór het verlaten van het examenlokaal levert de kandidaat zijn werk bij een toezichthouder in. 3.3.11. Indien een kandidaat verhinderd is aan een of meer onderdelen van het centraal schriftelijk examen deel te nemen, dient een ouder, verzorger of voogd de directeur binnen 48 uur een schriftelijke verklaring te overleggen, waaruit de reden van verhindering blijkt. Een meerderjarige kandidaat dient deze verklaring zelf in. De directeur bepaalt of de opgegeven redenen geldig zijn in de zin van artikel 45 van het ‘Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo’. 3.3.12. Een kandidaat die aan één of meer onderdelen van het centraal examen niet deelneemt, wordt verwezen naar het tweede of derde tijdvak. 3.3.13. Een kandidaat die verhinderd is aan één of meer onderdelen van het tweede tijdvak deel te nemen, wordt in de gelegenheid gesteld het centraal examen te voltooien in het derde tijdvak, ten overstaan van de staatsexamencommissie
4
3.4. Cijfergeving 3.4.1. Het eindcijfer voor een vak wordt bepaald door het gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen (SE) en het cijfer voor het centraal schriftelijk examen (CSE) en of het centraal praktisch examen (CPE). Dit eindcijfer is een geheel cijfer in de reeks 1 tot en met 10. 3.4.2. Het gemiddelde SE cijfer wordt berekend in de verhouding die in het reglement schoolexamen/PTA bij de afzonderlijke vakken staat aangegeven. Per vak moeten de cijfers op 1 decimaal nauwkeurig gegeven worden. Bij een vak met alleen een SE is het SE cijfer, uitgedrukt in een geheel cijfer, tevens het eindcijfer. 3.4.3. Indien een vak alleen een SE afneemt, worden de twee decimalen achter de komma lager dan 50 naar beneden afgerond; 50 of hoger naar boven (vb.: 6,49 wordt 6; 6,50 wordt 7). 3.4.4. Het SE cijfer van vakken met een CSE en/of CPE wordt tot op 1 decimaal afgerond; deze decimaal wordt met 1 verhoogd als de tweede decimaal 5 of hoger is (vb.: 5,44 wordt 5,4; 5,45 wordt 5,5; 5,46 wordt 5,5) 3.4.5. De examinator bepaalt het eindcijfer op het rekenkundig gemiddelde van het SE cijfer en het CE cijfer. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt, indien de cijfers achter de komma 45 of minder zijn, naar beneden afgerond; indien deze 50 of meer zijn, naar boven afgerond (vb: 6,45 wordt 6; 6,50 wordt 7). 3.4.6.
Combinatiecijfer het combinatiecijfer vwo bestaat uit het rekenkundig gemiddelde van het profielwerkstuk, maatschappijleer en algemene natuurwetenschappen. Het combinatiecijfer havo is het gemiddelde van het profielwerkstuk en maatschappijleer. Eerst wordt het cijfer van elk vak afgerond op een geheel getal; vervolgens wordt het gemiddelde berekend en dit gemiddelde wordt afgerond op een geheel getal. Daarmee is het combinatiecijfer bepaald. Geen van de cijfers voor het profielwerkstuk en de verschillende vakken mag afgerond lager zijn dan 4.
3.4.7.
Correctie centraal schriftelijk examen 3.4.7.1. De examensecretaris geeft het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, het door het CvTE voorgeschreven correctiemodel, de regels voor het bepalen van de score en het proces-verbaal aan de examinator. De examinator kijkt het werk na en geeft het met zijn beoordeling terug aan de examensecretaris. Bij zijn beoordeling past de examinator de CvTE-voorschriften enregels toe. 3.4.7.2. Aansluitend stuurt de examensecretaris de complete stukken naar de tweede corrector (gecommitteerde). 3.4.7.3. De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk; hij past de CvTE-voorschriften en –regels toe. 3.4.7.4. In onderling overleg stellen de gecommitteerde en de examinator de score voor het centraal examen vast. 5
3.4.7.5. 3.4.7.6.
3.4.7.7.
3.4.8.
Zij dienen er alles aan te doen om tot overeenstemming te komen; middelen is niet vanzelfsprekend. Komen zij niet tot overeenstemming, dan vindt op initiatief van het bevoegd gezag van de gecommitteerde overleg plaats tussen het bevoegd gezag van de eerste en de tweede corrector en daarna eventueel met de examinator en de gecommitteerde. Indien het geschil door het bevoegd gezag van beide scholen niet kan worden opgelost, wijst de inspectie een derde, onafhankelijke gecommitteerde aan. Het oordeel van deze gecommitteerde is bindend. De omrekening van score CE naar cijfer CE komt tot stand door toepassing van de normering van het CvTE.
Slaag-/zakregeling havo, atheneum, gymnasium Een kandidaat is geslaagd als: Er is voor alle vakken in het centraal schriftelijk examen (CSE) gemiddeld minstens 5,5 behaald. En: (Kernvakkenregeling: ) Er is voor Nederlandse taal en letterkunde, Engelse taal en letterkunde en Wiskunde hooguit 1x5 behaald en geen cijfer lager dan 5. o Wiskunde D blijft hierbij buiten beschouwing. o Het vak Rekenen wordt op termijn in de kernvakkenregeling opgenomen: Het rekenexamen is in 2013-2014 ingevoerd; voor alle leerlingen is deze dan een verplicht onderdeel van het examen. Er is een overgangsperiode t/m 2018-2019. De eisen staan in het onderstaande schema: 2015-2016 2016-2017 2017-2018 2018-2019 havo, vwo Minder dan 5% kernvakken- kernvakken- kernvakken5 extra gezakten: regeling regeling regeling Meer dan 5% kernvakken- kernvakken4 5 extra gezakten:* regeling regeling * Dit vangnet is er afzonderlijk voor de reguliere rekentoets en de ER-toets.
En:
Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV-1) en Lichamelijke Opvoeding moeten minstens zijn beoordeeld als “voldoende”.
En:
Alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of Er 1x5 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, of Er is 1x4 of 2x5 of 1x5 en 1x4 behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde ten minste 6 is. Geen enkel eindcijfer mag lager zijn dan 4.
6
3.4.9.
Uitslag Indien dat nodig is om een kandidaat in het vmbo te laten slagen, betrekken de directeur en de examensecretaris één of meer eindcijfers niet bij de bepaling van de definitieve uitslag; de overgebleven vakken dienen een volledig examenprogramma te vormen, als bedoeld in het Eindexamenbesluit. Een havoleerling heeft 8 eindcijfers die meewegen in de slaagzakregeling: Nederlandse taal en letterkunde, Engelse taal en letterkunde, 4 profielvakken, een vak in de vrije ruimte en het combinatiecijfer (zie 3.4.6.). Een atheneumleerling heeft 9 eindcijfers die meewegen in de slaagzakregeling: Nederlandse taal en letterkunde, Engelse taal en letterkunde, een tweede Moderne Vreemde Taal, 4 profielvakken, een vak in de vrije ruimte en het combinatiecijfer (zie 3.4.6.). Een gymnasium leerling heeft 9 eindcijfers die meewegen in de slaagzakregeling: Nederlandse taal en letterkunde, Engelse taal en letterkunde, een Klassieke Taal (Latijn, Grieks), 4 profielvakken, een vak in de vrije ruimte en het combinatiecijfer (zie 3.4.6.).
3.4.10. Herkansing De kandidaat die niet voldoet aan de in 3.4.8. genoemde voorwaarden is afgewezen, behoudens de mogelijkheid tot herkansing. 3.4.11. De kandidaat heeft, nadat de uitslag is vastgesteld, het recht om voor 1 vak van het eindexamen, waarin hij reeds centraal examen heeft afgelegd, in het tweede tijdvak of, indien artikel 45 eerste lid Eindexamenbesluit van toepassing is, in het derde tijdvak, opnieuw deel te nemen aan het centraal examen. 3.4.12. De directeur bepaalt uiterlijke dag en tijdstip, waarop de kandidaat hem schriftelijk meldt dat hij van de herkansing, bedoeld als in 3.4.10. gebruik maakt. 3.4.13. Het hoogste van de beide cijfers, behaald bij het eerder afgelegde centraal examen en bij de herkansing, geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. 3.4.14. Diploma en cijferlijst Op grond van de definitieve uitslag geeft de directeur elke kandidaat de lijst van het SE cijfers, CE cijfers en eindcijfers; de uitslag van het examen. Elke geslaagde kandidaat ontvangt één uniek exemplaar van zijn diploma. Heeft een kandidaat in meer vakken examen gedaan en deze vakken zijn niet bij de bepaling van de uitslag betrokken, dan bepaalt de kandidaat welke cijfers op de lijst worden opgenomen. De directeur en de examensecretaris ondertekenen elke cijferlijst en elk diploma. 3.4.15. Certificaten Een kandidaat die definitief is afgewezen en die de school verlaat, kan zijn cijferlijst als certificatenlijst gebruiken.
7
3.4.16. Gegevensverstrekking aan minister en inspecteur Na de vaststelling van de uitslag stuurt de directeur de minister en de inspecteur een volledige kandidatenlijst, waarop staan vermeld De vakken, waarin examen is afgelegd; De cijfers van het SE; De cijfers van het CE; De eindcijfers; De uitslag van het examen of deelexamen. 3.5. Bewaarplicht examenwerk De school bewaart het werk van het centraal schriftelijk examen en de in 3.4.14. genoemde lijsten minstens tot 1 januari van het jaar, volgend op de vaststelling van de uitslag. Inzage is alleen mogelijk voor de betreffende kandidaat in het bijzijn van de directeur, nadat de kandidaat de directeur schriftelijk hierom verzocht heeft. De school bewaart de PTA toetsen totdat de leerling zijn persoonlijk examendossier heeft geautoriseerd.
4. Onregelmatigheden 4.1. Procedure onregelmatigheden 4.1.1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen, dan wel ten aanzien van een aanspraak op vrijstelling, aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de directeur maatregelen nemen. 4.1.2. Indien de toezichthouder vermoedt dat een kandidaat zich schuldig maakt aan enige onregelmatigheid, stelt hij de kandidaat hiervan onmiddellijk in kennis. 4.1.3. Als het mogelijk is, wordt de kandidaat in staat gesteld het werk af te maken. In geval van schriftelijk werk, krijgt de kandidaat een nieuw antwoordblad. De toezichthouder tekent de onregelmatigheid op het oorspronkelijke antwoordblad aan en neemt dit in beslag. 4.1.4. De toezichthouder stelt de directeur in kennis van de geconstateerde onregelmatigheid. 4.1.5. De directeur stelt een onderzoek in, waarbij de betrokkenen gehoord worden. De kandidaat kan zich laten bijstaan door een door hem aan te wijzen meerderjarige. 4.1.6. Na het onderzoek kan de directeur beslissen over te gaan tot de volgende maatregelen, al dan niet in combinatie met elkaar: 4.1.6.1. Het toekennen van het cijfer 1,0 voor een toets of een praktische opdracht van het SE of het CE; 4.1.6.2. Het toekennen van het cijfer 1,0 voor een toets of een praktische opdracht van het SE of het CE, waarbij tevens het recht op herkansing van het betreffende onderdeel vervalt; 4.1.6.3. Het ontzeggen van deelname of verdere deelname aan één of meer zittingen van het SE of CE; 4.1.6.4. Het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het SE of CE;
8
4.1.6.5.
4.1.7.
4.1.8.
Het opleggen van een hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen, zoals bedoeld in de vorige volzin, betrekking heeft op één of meer onderdelen van het centraal examen, dan legt de kandidaat dat examen af in het volgende tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. De directeur deelt de kandidaat en bij minderjarigheid zijn ouders/ verzorgers of voogd deze beslissing schriftelijk mee en wijst op het bepaalde in 4.1.8. Een afschrift wordt de inspecteur van het voortgezet onderwijs toegestuurd. De kandidaat, of bij minderjarigheid diens ouders/verzorgers of voogd, kan tegen een beslissing van de directeur in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school in te stellen ‘Commissie van Beroep Eindexamenaangelegenheden’ (zie 4.3.1.). De voorzitter van de commissie van beroep is de directeur van een van de beide ander locaties van LVO-Weert. Naar gelang de klacht stelt de voorzitter een adequate commissie van beroep in van minstens drie leden. De kandidaat dient schriftelijk beroep aan te tekenen bij deze commissie binnen vijf werkdagen nadat hij de schriftelijke kennisgeving van de beslissing heeft ontvangen. De commissie van beroep neemt het beroep binnen 15 werkdagen in behandeling en stelt een onderzoek in. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid wordt gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen. De commissie van beroep deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de kandidaat; aan diens ouders/verzorgers of voogd indien de kandidaat minderjarig is; aan de voorzitter van de centrale directie en aan de inspecteur van het voortgezet onderwijs.
4.2. Geheimhouding Iedereen die betrokken is bij de uitvoering van deze beslissing en die de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat deze vertrouwelijk zijn, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van deze gegevens, tenzij de wet hem tot bekendmaking verplicht ofwel bekendmaking van de gegevens noodzakelijk is bij het uitvoeren van de beslissing. 4.3. Commissie van beroep 4.3.1. De in 4.1.8. bedoelde commissie van beroep is door de directeur van de locatie ingestelde ‘Commissie van Beroep Eindexamenaangelegenheden’. Zij bestaat uit minstens 3 leden; de directeur maakt geen deel uit van deze commissie. 4.3.2. Een beroepschrift dient gericht te worden aan de voorzitter van de Commissie van Beroep Eindexamenaangelegenheden op het adres van de betreffende locatie: p/a Het College, Parklaan 1A, Postbus 69, 6000 AB Weert p/a Het Kwadrant, Thornstraat 7, Postbus 140, 6000 AC Weert p/a Philips van Horne, Wertastraat 1, Postbus 190, 6000 AD Weert p/a Het College Cranendonck, Jan v. Schoonvorststraat 1, 6021 BP Budel
9
5. Afwijkende wijze van examineren 5.1. De directeur kan toestaan dat een lichamelijk of geestelijk gehandicapte kandidaat het examen of het schoolexamen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van de kandidaat. In dat geval bepaalt de directeur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. De directeur meldt dit bij de inspectie. 5.1.1. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat: a. er een deskundigenverklaring is die door psycholoog of orthopedagoog is opgesteld, b. de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal examen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten, en c. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a. genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring. 5.1.2. De directeur kan toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt ten hoogste 6 jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, met betrekking tot het vak Nederlandse taal of tot enig vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is, wordt afgeweken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit. Voor zover wordt afgeweken van de voorschriften wordt deze afwijking meegedeeld aan de inspectie. De afwijking kan voor zover dit het centraal examen betreft slechts bestaan uit een verlenging van de duur van het examen met ten hoogste 30 minuten en het toestaan van het gebruik van een verklarend woordenboek van de eigen taal naar het Nederlands. 5.1.3. Voor kandidaten die door langdurige ziekte of overmacht belemmerd worden om zich voor te bereiden op een geheel eindexamen is het mogelijk om gespreid examen te doen. Zij zullen net zoals de kandidaten die in één jaar een geheel examen afleggen onvoldoendes mogen compenseren. (zie artikel 59, Eindexamenbesluit) 5.1.4. Indien een kandidaat meent in aanmerking te komen voor een regeling zoals vermeld in artikel 5, dient hij daarvoor zo spoedig mogelijk doch uiterlijk vóór 1 november een schriftelijk verzoek in bij de secretaris van het examen. De directeur beslist over dit verzoek.
10
6. Spreiding examen De directeur kan, de inspectie gehoord hebbende, toestaan dat kandidaten die tijdens het examenjaar langdurig ziek geweest zijn of die lange tijd buiten hun schuld niet in staat geweest zijn het onderwijs te volgen, het eindexamen gespreid over twee schooljaren afleggen. 7. Bijzondere bepalingen 7.1.1.
7.1.2. 7.1.3.
7.1.4. 7.1.5.
Elke kandidaat krijgt vóór 1 oktober van het examenjaar een exemplaar van dit examenreglement en het reglement schoolexamen/programma van toetsing en afsluiting. Iedere kandidaat, en bij minderjarigheid diens ouders/verzorgers of voogd, wordt geacht bekend te zijn met de inhoud van deze documenten. Dit examenreglement treedt in werking op 1 augustus 2015. Wijzigingen van dit reglement zijn eerst van toepassing op delen van het schoolexamen dat afgenomen wordt na 1 oktober, ingaande de wijzigingsdatum, tenzij de wijzigingen namens de minister met onmiddellijke ingang worden voorgeschreven. In alle gevallen waarin dit reglement niet of niet naar billijkheid voorziet, beslist de directeur van de betreffende locatie. Dit reglement kan geciteerd worden als ‘Examenreglement havo-atheneum-gymnasium LVO-Weert’. -
11