Certificaat minidrones. Examenreglement theorie examen

 

       

Certificaat minidrones   

 

 

   

Examenreglement theorie­examen                                                             

 

 

          

Inhoud        Inleiding  Introductie  Vaststelling  Algemeen  Wettelijk kader  Kosten  Kennis  Organisatie van de Examencommissie Theorie  De Examencommissie Theorie  Taak en doel  De toezichthouders  Organisatie van de theorie­examens  Theorie­examens  Bijzondere gevallen  Examen en slagingscriteria  Locatie en aantal examens  Locatie  Het samenstellen van vragen  Inschrijven voor het theorie­examen  Verhindering van kandidaten  Ander tijdstip en plaats  Niet doorgaan examen  Aanwezigheid kandidaat en controle identiteit  Examenopgaven  Niet toe staan van apparatuur  Gedrag van kandidaten  Verstrekken van onjuiste gegevens van kandidaat  Verlaten examenzaal  Beoordeling en mededeling resultaat  Beroep en bezwaar  Geldigheid van het resultaat     

Status van het document en versiebeheer  Versi e 

Datum 

Status / Opmerking / inhoud wijziging 

V1 

10­8­2016 

 

 

Versie 1.0

Pag. 2​ van 10 

        

Inleiding     

Introductie  In beleidsregel van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, nr. ILT­2016/16814, voor verlenen van  ontheffingen voor micro­ en minidrones zijn de besluiten opgenomen.  In de toelichting staat dat een certificaat ‘minidrone’ door DARPAS of KNVvL of door de minister erkende  organisatie die de opleiding verzorgt voor RPA­L afgegeven mag worden.    In de bijlage van de bovengenoemde beleidsregel zijn ook de kenniseisen voor voldoende bekwaamheid  voor het deelnemen aan het luchtverkeer met RPA’s van 1 tot en met 4 kilogram beschreven.  Deze kenniseisen zijn leidraad voor het vervaardigen van vragendatabase en de daadwerkelijke  examenvragen              

Vaststelling  De voorzitter van de KNVvL,     Besluit dat het volgende examenreglement voor de Theorie­Examens minidrones is vastgesteld en in  werking is getreden op 10­8­2016    Woerden,             R. Schnitker  Voorzitter KNVvL    

Versie 1.0

Pag. 3​ van 10 

      

Algemeen  Wettelijk kader  Dit examen reglement is bedoeld voor het examineren door het KEI voor certificaat minidrones.    Voor dronevliegers die beroepsmatig gebruik willen maken van drones, is per 1 juli 2016 de zogenoemde  Micro­ & Minidrones­regeling van kracht. Deze regeling geldt voor drones tot maximaal 4 kg. Voor  beroepsmatig gebruik heeft de dronevlieger een ROC­light vereist.     Voor het aanvragen van een ROC­light voor minidrones ­vanaf 1 kg tot en met 4 kg­ is een certificaat van  het met goed gevolg doorlopen van het theorie­examen nodig. Vliegers die een brevet hebben, zijn  vrijgesteld van de het theorie­examen.  De microdrones ­lichter dan 1 kg­ zijn vrijgesteld van het theorie­examen.    Om in aanmerking te komen voor een ROC­light dient de vlieger ­naast het al dan niet vereiste certificaat­  te zijn verzekerd voor schade aan derden conform de verzekeringseisen voor luchtvervoerders en  exploitanten van luchtvaartuigen. Ook dien je in het bezit te zijn van een Bewijs van Inschrijving van je  drone.    Meer informatie over het verlenen van ontheffing voor micro­ en minidrones:   Staatscourant, 30 mei 2016, nr. ILT­2016/16814   

Kosten  De diensten van het KEI zijn als vereniging vrijgesteld van BTW. Er is dus geen BTW toeslag of een BTW  vermelding op een factuur.   

Kennis  Het theorie­examen is gericht op het leren van de basiskennis voor het vliegen van een minidrone, voor  verantwoord ‘airmanship’ en bewustwording van de risico’s in het luchtruim.    Het theorie­examen voor het certificaat minidrones zijn schriftelijk, en uitgevoerd als zogenaamde  ‘multiple choice’ examens.    De volgende basis kenniseisen voor het theorie­examen zijn door het Ministerie Infrastructuur en Milieu  opgesteld. 

  RPAS algemene kennis  ● De kandidaat weet de hoofdcomponenten van de 3 categorieën RPAS te noemen. Hij kan de functies van  deze componenten verklaren en globaal hun opbouw omschrijven.  ● De kandidaat kent de primaire stuurorganen, de werkwijze ervan en kan de effecten ervan op de  beweging van het onbemande luchtvaartuig verklaren.  ● De kandidaat kent de krachten die op een casco kunnen werken en hun invloed op dat casco voor de  categorie waarvoor hij opgeleid wordt. Hij kent de relatie tussen massa en kracht en kan het begrip  veiligheidsfactor verklaren.  ● De kandidaat kent de eigenschappen en beperkingen van de flightmodes in combinatie met  weersomstandigheden. 

Versie 1.0

Pag. 4​ van 10 

       ● De kandidaat is zich bewust van de procedures in noodsituaties, loss of sight, loss of communication en bij  bijna­botsing.    Elektrisch systeem  ● De kandidaat is zich bewust van de risico’s en de beperkingen van batterijgebruik.    Data link  ● De kandidaat kent de beperkingen en gevaren van de Command&Control (C2)­link.    Massa en zwaartepunt  ● De kandidaat is zich bewust van de limieten van de drone en het effect van de payload op de  stabiliteit. 

  Luchtvaartregelgeving 

● De kandidaat is bekend met de van toepassing zijnde Nederlandse voorschriften, waaronder:  ○ de Nederlandse regelingen voor de minidrone (Regeling op afstand bestuurde luchtvaartuigen  en de beleidsregel waar deze bijlage deel van uitmaakt; 

○ de artikelen 2.12, 3.8, 5.3 en 5.8 van de Wet luchtvaart aangaande de verboden betreffende:  ■ het op zodanige wijze aan het luchtverkeer deelnemen dat personen of zaken in  gevaar kunnen worden gebracht; 

■ het verrichten van werkzaamheden terwijl hij verkeert onder zodanige invloed van  een stof dat het gebruik daarvan de vaardigheid voor het verrichten van die  werkzaamheden kan verminderen; 

■ een vlucht uit te voeren zonder kennis te nemen van alle gegevens en inlichtingen die  voor de uitvoering van de vlucht van belang zijn; 

■ het verbod een vlucht uit te voeren met een drone die niet luchtwaardig is.  ■ de restricties met betrekking tot het gebruik van frequenties en vermogens (de  Telecommunicatiewetgeving). 

● De kandidaat is bekend met de Nederlandse voorschriften voor vluchtuitvoering, inclusief toezicht  en naleving. 

● De kandidaat is bekend met de luchtverkeers­ en voorrangsregels (SERA­rules of the air in class G,  C and D, see/detect and avoid, beperkte en verboden gebieden) en weet waar hij de juiste informatie  hierover kan vinden. 

  Meteorologie  ● De kandidaat is bekend met meteorologische fenomenen druk, wind, mist, ijs, onweer, stof,  temperatuur, thermiek en turbulentie en kan de invloed van deze fenomenen op een vlucht  beschrijven.  ● De kandidaat weet waar hij de juiste informatie hierover kan vinden en hoe hij deze moet  gebruiken. 

  Fit to fly  ● De kandidaat is zich bewust van het belang van ‘fit to fly’ en acht zich in staat met een RPA te  vliegen vanuit een oogpunt van gevoel, gedrag, gezondheid en het gebruik van middelen;  ● De kandidaat kan de belangrijkste risico’s en bijwerkingen noemen van het gebruik van:  ○ vrij verkrijgbare medicijnen tegen verkoudheid, griep, hooikoorts en andere allergieën, met de  nadruk op medicijnen die antihistaminepreparaten bevatten;  ○ alcohol, voorgeschreven medicijnen en drugs, zelfstandig of in combinatie, die van invloed  kunnen zijn op de besturing van een RPA. 

  Navigatie 

Versie 1.0

Pag. 5​ van 10 

       ● De kandidaat kan, met behulp van de ICAO­kaart 1:500.000 en andere beschikbare middelen  (bijvoorbeeld AIP, NOTAM (CTR/ATZ/EHR’s) en meteo) zijn vlucht op adequate wijze voorbereiden;  ● De kandidaat weet wat GNSS betekent, kent de basisprincipes en de limieten van GNSS. 

  Operationele procedures  De kandidaat kan een overzicht geven van de taken en verantwoordelijkheden van de bestuurder voor:  ● Het naleven van de regelgeving en procedures;  ● Het naleven van de technische en operationele limieten van de drone opgegeven door de  fabrikant;  ● De veiligheid van RPAS­bestuurders en hun omgeving;  ● Het melden van luchtvaartongevallen en incidenten bij het Analyse Bureau Luchtvaartvoorvallen  van de Inspectie Leefomgeving en Transport, de procedure: en telefoonnummers voor het melden  van incidenten en ongevallen; uitleg Just Culture (reden van meldingen en de vervolging bij  grove/nalatigheid/ roekeloosheid);  ● Het gebruik van alcohol, drugs en psychotrope geneesmiddelen;  ● De vluchtvoorbereiding;  ● De vluchtuitvoering met extra aandacht voor risico­analyse, mitigatie van risico’s en noodprocedures;  ● De documenten en handboeken (manuals) die tijdens alle vluchten aanwezig moeten zijn bij het  grondstation, (zoals kaart met gebieden waar gevlogen mag worden, laagvlieggebieden, de  weersverwachting, Notice to Airmen (NOTAM)1), toestemming van de eigenaar van de grond waar vanaf  wordt gestart en geland, verzekeringsdocumenten en het ROC­light met de ontheffingen van het verbod  om te vliegen zonder RPA­L en S­BVL. 

 

Organisatie van de Examencommissie Theorie   

De Examencommissie Theorie  De leden van de Examencommissie Theorie worden benoemd door het hoofdbestuur van de KNVvL,   Het bestuur benoemd tevens de voorzitter van de Examencommissie Theorie. De Examencommissie  Theorie zal tenminste bestaan uit:  ● Voorzitter;  ● Vice voorzitter;  ● Secretaris.    Bij de voordracht voor de benoeming tot lid van de examencommissie houdt de commissie er rekening  mee dat daartoe bij voorkeur een persoon wordt benoemd, die tenminste:  ● bekendheid met de ROC dan wel ROC­light;  ● een meer dan gebruikelijke affiniteit tot de theorie voor de betreffende bevoegdverklaring bezit;  ● te goeder naam en faam bekend staat als deskundige;  ● onafhankelijk is.    De Examencommissie Theorie wordt vertegenwoordigd door de voorzitter van de commissie of, bij diens  afwezigheid, door de vice­voorzitter.  

Taak en doel  De Examencommissie Theorie heeft tot taak vast te stellen of kandidaten voor een ROC­light certificaat  beschikken over voldoende theoretische kennis, voor het verkrijgen van de genoemde certificaat.    De Examencommissie Theorie is daartoe belast met: 

Versie 1.0

Pag. 6​ van 10 

       ­ het opstellen van examenvragen en borging van de kwaliteit ervan;  ­ het samenstellen van complete examens:  ­ het vaststellen van afname­data voor de examens;  ­ Het afnemen van theorie­examens voor het certificaat ROC­light;  ­ het vaststellen van het resultaat van de examens;  ­ behandelen van klachten en bezwaren en het nemen van maatregelen bij fraude (of het vermoeden  daarvan);   ­ het behandelen van ingediende bezwaren;  ­ het onderzoeken van aangemelde fraude tijdens het examen en het vaststellen van de sanctie daarop.   

De toezichthouders  Bij examens stelt de examencommissie toezichthouders aan. Het aantal toezichthouders is afhankelijk van  de grootte van de locatie en het aantal kandidaten, met een minimum van 1 per ruimte waar examen  wordt gehouden.  De toezichthouders behoeven geen examinatoren te zijn. Hun taak is het begeleiden van de kandidaten en  zorgen voor een ordelijk verloop van het examen. Zij zijn bevoegd een kandidaat van de deelname uit te  sluiten indien deze zich niet aan het examenreglement houdt.    De toezichthouders kunnen geen uitspraken doen over de juistheid van een antwoord en/of over het  behaald resultaat van een kandidaat. 

Organisatie van de theorie­examens  Theorie­examens  De theorie­examens voor het certificaat minidrones zijn schriftelijk, en uitgevoerd als zgn. “multiple  choice” examens. 

Bijzondere gevallen  In bijzondere gevallen kan de Examencommissie Theorie bepalen dat een theorie­examen mondeling  wordt afgenomen. In geval van Dyslexie kan er extra tijd voor het examen gebruikt worden. Er dient wel  een dyslexie verklaring getoond te kunnen worden. 

Examen en slagingscriteria  Alle examenvakken worden in één examen aangeboden. ​ Een kandidaat slaagt voor het examen wanneer  hij ten minste 75 % scoort van de punten die per examen kunnen worden behaald. 

Locatie en aantal examens  Er wordt verdeeld over het jaar in principe vier maal een theorie­examen georganiseerd.    De Examencommissie Theorie stelt uiteindelijk het aantal examens vast afhankelijk van de behoefte, met  datum, tijd, plaats en het maximum aantal deelnemers per locatie gepubliceerd op de website van het KEI  (http://www.brevet.aero). 

Locatie  De Examencommissie Theorie dient zich te overtuigen dat de locatie geschikt is voor het afnemen van  examens, rekening houdend met het aantal aangemelde kandidaten. Het examen zal zoveel mogelijk op  een centrale plek in Nederland georganiseerd worden. 

Versie 1.0

Pag. 7​ van 10 

      

Het samenstellen van vragen  De Examencommissie Theorie dient te beschikken over voldoende hoeveelheid vragen per vak, zodat  steeds een representatieve selectie van vragen kan worden gemaakt voor iedere examen. Een vraag en de  bijbehorende mogelijke antwoorden komen in de databank na goedkeuring van de Examencommissie  Theorie. De totale hoeveelheid vragen dient de gehele stof te dekken. De examenvragen moeten worden  gemaakt aan de hand van de verplichte syllabi.    De Examencommissie Theorie stelt de vragenlijst voor een examen vast. De examenopgaven worden  gesteld over een zo groot mogelijk gedeelte van de in de exameneisen vervatte leerstof, opdat een zo goed  mogelijk beeld wordt verkregen van de kennis van de kandidaat.  

Inschrijven voor het theorie­examen  Kandidaten geven zich op door middel van de website van het KEI. Zij worden genoteerd in volgorde van  binnenkomst.  Kandidaten maken het examengeld voor een examen over bij inschrijving mbv een Ideal­link. De  inschrijving krijgt een uniek examennummer. Daarmee hoeft op de examenlocatie alleen het nummer van  de kandidaat (en paspoort) te worden gecontroleerd op de presentielijst die is gemaakt door het KEI.    Het tarief voor een her­examen is 50% van het reguliere tarief.     

Verhindering van kandidaten  Tot de achtste dag voordat het examen plaatsvindt, is het mogelijk de aanmelding voor het examen te  annuleren. De annulering van een examen geschiedt per email naar ​[email protected]​. Als datum van  annulering geldt de datum van ontvangst van het e­mailbericht bij het KEI. KEI bevestigt de kandidaat de  annulering van het examen.  Bij annulering kan het examengeld kosteloos worden doorgeschoven naar een volgend examen. Eventueel  kan de kandidaat er voor kiezen het examengeld terug te laten storten met inhouding van 50% van het  examentarief.  Wanneer een kandidaat het examen niet tijdig heeft geannuleerd of wanneer een kandidaat niet op het  examen verschijnt, krijgt de kandidaat het examengeld niet gerestitueerd.  

Ander tijdstip en plaats  De plaats en het tijdstip voor een met het KEI afgesproken examen worden zoveel mogelijk aangehouden.  Bij een dringende aanleiding kan het KEI een ander tijdstip of een andere plaats aanwijzen. In dat verband  door de kandidaat gemaakte kosten of schade komen niet in aanmerking voor vergoeding. 

Niet doorgaan examen  Als een examen niet doorgaat vanwege een reden die het KEI niet kan worden toegerekend, wordt het  examengeld niet terugbetaald. De kandidaat krijgt dan op een ander moment en/of plaats de gelegenheid  om alsnog examen te doen.  Het KEI heeft de mogelijkheid het examen te annuleren. In dit geval wordt het inschrijfgeld terug betaald. 

Aanwezigheid kandidaat en controle identiteit  Het KEI stelt de deelnemerslijst voor een examen op en controleert de ingangseisen. Het KEI stuurt de  deelnemerslijst door naar de toezichthouder en verstuurt de uitnodigingen naar de kandidaten.   Versie 1.0

Pag. 8​ van 10 

         Uiterlijk 15 minuten voor aanvang van het theorie­examen meldt de kandidaat zich bij de toezichthouder.  Bij het examen moeten kandidaten zich kunnen identificeren met een geldig identiteitsbewijs (paspoort,  identiteitskaart, rijbewijs of vreemdelingendocument). De toezichthouder controleert de personalia van de  kandidaat en vergelijk die met de gegevens op de aanmelding.  De toezichthouder  controleert het uniek examennummer van de kandidaat (en paspoort) met behulp van  de presentielijst die is gemaakt door het KEI. 

Examenopgaven  Het KEI stuurt vooraf de voor het examen benodigde multiple choice examenvragen naar de  toezichthouder.      De kandidaten beantwoorden de opgaven uitsluitend op daarvoor aan hen uitgereikt antwoordformulier.  De kandidaten mogen op hun tafel slechts die zaken hebben, welke door de Examencommissie Theorie  als  noodzakelijk worden geacht. De voorzitter van de examencommissie kan nadere aanwijzingen geven ten  aanzien van toegestane hulpmiddelen. Uitlenen van deze noodzakelijke zaken zonder toestemming van de  toezichthouders is niet toegestaan.  De examenopgaven mogen onder geen beding schriftelijk worden overgenomen, gekopieerd,  gefotografeerd of anderszins worden vermenigvuldigd. Bij overtreding door de kandidaat volgt uitsluiting  van het examen. 

Niet toe staan van apparatuur  Het is de kandidaten niet toegestaan in de examenruimte gebruik te maken van in werking zijnde  GSM­apparatuur, zend­ en/of ontvangstapparatuur of opname­ en/of registratieapparatuur. 

Gedrag van kandidaten  Gedurende het examen is het de kandidaten niet toegestaan:  ● Het lokaal te verlaten.  ● Met elkaar of personen buiten het lokaal contact te houden op welke manier dan ook.  ● Het werk van andere kandidaten in te zien.  ● Een ingeschakelde mobiele telefoon of ander elektronisch apparaat bij zich te hebben.    Als dat toch gebeurt, leidt dit tot het direct inleveren van het examenwerk en verdere uitsluiting van het  examen voor dat vak. De Examencommissie Theorie kan verdere consequenties verbinden aan het zich  niet houden aan deze regels door de examenkandidaat. 

Verstrekken van onjuiste gegevens van kandidaat  Als op enigerlei wijze onjuiste gegevens zijn verstrekt door of namens de kandidaat, wordt er geen  examenuitslag afgegeven en vindt er geen teruggave van het examengeld plaats. 

Verlaten examenzaal  De kandidaat blijft op zijn/haar plaats zitten tot de examenbescheiden zijn ingenomen. Wanneer aan het  einde van het examen de examenbescheiden niet worden aangetroffen, wordt aangenomen dat deze niet  zijn ingeleverd. 

Beoordeling en mededeling resultaat  De kandidaten beantwoorden de opgaven uitsluitend op daarvoor aan hen uitgereikt  antwoordformulieren.    

Versie 1.0

Pag. 9​ van 10 

       Na de beëindiging van het theorie examen worden opgaven en antwoordformulier door de aan het  toezicht deelnemende personen ingenomen. De opgaven worden vernietigd. De antwoordformulieren  worden de digitaal vastgelegd. De toezichthouder  houdt controle op het verzamelen inscannen en  verzenden van de antwoordformulieren.     De toezichthouder  stelt na afloop van het examen een proces verbaal op, met daarin alle relevante  bijzonderheden en een overzicht lijst van de deelnemende toezichthouders. De antwoordformulieren en  het proces verbaal worden opgestuurd naar het KEI. De examencommissie stelt aan de hand van die  formulieren de (voorlopige) uitslag vast. Het KEI bericht de kandidaten zo spoedig mogelijk, doch niet  langer dan 4 weken na de examendatum, per (elektronische) post over de uitslag. Bij goed gevolg is het  certificaat ROC­light bijgevoegd. De antwoordformulieren en het proces verbaal, worden gearchiveerd en  minimaal 5 jaar bewaard. 

Beroep en bezwaar  Beroep tegen een uitslag is mogelijk bij de Voorzitter van de Examen Commissie. 

Geldigheid van het resultaat  Een positieve uitslag van het totale theorie­examen is 24 maanden geldig. 

Versie 1.0

Pag. 10​ van 10