Examen VMBO-GL
2013 1
tijdvak 1 woensdag 15 mei 9.00 uur - 11.00 uur
voertuigentechniek CSE GL
Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Dit examen bestaat uit 60 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 60 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden.
GL-0681-a-13-1-o
Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op.
1p
1
Bij een 4-cilinder 4-slagmotor is de ontstekingsvolgorde 1 - 2 - 4 - 3. 0° 1
180°
360°
540°
720°
A
2 3 4
Vul het arbeidsdiagram verder in. Gebruik de uitwerkbijlage. Noteer alleen de afkortingen: A (arbeidsslag), C (compressieslag), I (inlaatslag) en U (uitlaatslag). 1p
2
Een 4-cilinder vierslagmotor heeft een slag van 76 mm en een boring van 70 mm. Bereken de totale cilinderinhoud in cm3. Laat ook de berekening zien. (Rond af op een heel getal.)
1p
3
Een vierslagmotor heeft een slagvolume van 390 cm3 en een compressievolume van 50 cm 3. Bereken de compressieverhouding (Ԑ). Laat ook de berekening zien. (Rond af op één cijfer achter de komma.)
1p
4
Bij een onderhoudsbeurt moet je soms de kleppen van de motor afstellen. Wat kan een gevolg zijn als de kleppen niet worden gesteld? A een hoger olieverbruik B een te hoge compressie C koelvloeistofverbruik D verbrande kleppen
GL-0681-a-13-1-o
2 / 26
lees verder ►►►
1p
5
De klepspeling van de 4e cilinder van een motor kun je afstellen wanneer de kleppen van de 1e cilinder op ‘tuimelen’ staan. Wat wordt er bedoeld met het tuimelen van de kleppen? A De inlaatklep sluit en de uitlaatklep opent. B De inlaatklep sluit en de uitlaatklep sluit. C De uitlaatklep opent en de inlaatklep opent. D De uitlaatklep sluit en de inlaatklep opent.
1p
6
Voor het afstellen van de klepspeling gebruikt de fabrikant klepstelplaatjes. Gegeven: De dikte van een klepstelplaatje is: De gemeten klepspeling is: De voorgeschreven klepspeling is:
3,75 mm 0,20 mm 0,45 mm
Wat moet de dikte van een nieuw klepstelplaatje zijn? 1p
7
Welk soort brandstofsysteem zie je hier?
A B C D
GL-0681-a-13-1-o
een een een een
direct ingespoten benzinesysteem indirect ingespoten benzinesysteem direct ingespoten dieselsysteem indirect ingespoten dieselsysteem
3 / 26
lees verder ►►►
1p
8
Zijn de onderdelen hieronder actuatoren of sensoren van een elektronisch geregeld brandstofsysteem? Gebruik de uitwerkbijlage. actuator sensor luchtmassameter stationaire stelmotor lambdasonde injector
1p
9
In de tekening zie je een deel van een brandstofsysteem.
Wat is de functie van het onderdeel bij 1? A regelt extra luchttoevoer bij het stationair draaien B regelt de juiste brandstofdruk C zorgt voor het juiste motor-vacuüm D zorgt voor het terugpompen van de brandstof
GL-0681-a-13-1-o
4 / 26
lees verder ►►►
1p
10
Hier zie je onderdelen van een dieselinspuitsysteem.
Bij welk soort inspuitsysteem horen deze onderdelen? A bij een common-railsysteem B bij een pompverstuiversysteem C bij een systeem met lijnpomp D bij een systeem met verdelerpomp
GL-0681-a-13-1-o
5 / 26
lees verder ►►►
1p
11
Op deze tekening zie je een distributie.
Waarom hebben de nokkenas-tandwielen twee keer zoveel tanden als het krukas-tandwiel? A Dan draaien de nokkenassen twee keer sneller dan de krukas. B Dan draaien de nokkenassen twee keer langzamer dan de krukas. C Dan is een hoger motortoerental mogelijk. D Dan zullen de kleppen sneller geopend worden. 1p
12
Moderne auto’s hebben een uitlaatsysteem met katalysator. Welke omzetting is er in een katalysator? A van koolmonoxide naar kooldioxide B van kooldioxide naar koolwaterstof C van koolwaterstof naar zuurstof D van zuurstof naar koolmonoxide
GL-0681-a-13-1-o
6 / 26
lees verder ►►►
1p
13
Wat is de functie van dit onderdeel van een koelsysteem?
A B C D 1p
14
de koelventilator aansturen de motor snel op bedrijfstemperatuur laten komen het interieur verwarmen zorgen dat de motortemperatuur niet te hoog oploopt
In een koelsysteem is overdruk. Welk onderdeel bepaalt de maximale overdruk? A de koelvloeistofpomp B de radiateurdop C de thermoschakelaar D het expansievat
GL-0681-a-13-1-o
7 / 26
lees verder ►►►
1p
15
Deze tekening laat een deel van een radiateur van een koelsysteem zien.
Waarvoor dienen de lamellen bij A? 1p
16
Hier zie je een tweeslagmotor.
De krukas draait rechtsom. Wat gebeurt er met het mengsel onder de zuiger? A Het mengsel stroomt de uitlaatpoort uit. B Het mengsel stroomt het carter in. C Het mengsel wordt samengeperst. D Het mengsel wordt verbrand.
GL-0681-a-13-1-o
8 / 26
lees verder ►►►
1p
17
Welk voordeel heeft een tweeslagmotor in vergelijking met een vierslagmotor (bij gelijk aantal cilinders en gelijke cilinderinhoud)? A een groter vermogen B een hoger rendement C een langere levensduur D een schonere verbranding
1p
18
Een belangrijke taak van motorolie is de wrijving verminderen. Noteer drie andere taken van motorolie.
1p
19
Hier zie je vier pompen.
1
2
3
4
Welke drie pompen worden in smeersystemen gebruikt? A 1, 2 en 3 B 1, 2 en 4 C 1, 3 en 4 D 2, 3 en 4
GL-0681-a-13-1-o
9 / 26
lees verder ►►►
1p
20
Welke afkorting geeft de kwaliteit van motorolie aan? A API SG/CD B ATF Dextron 2 C DOT 4 D SAE 5 W30
1p
21
Met welk gereedschap meet je nauwkeurig de diameter van een zuiger? A met een liniaal B met een meetklok C met een schroefmaat D met een schuifmaat
1p
22
Hier zie je vier gereedschappen.
1
2
3
4
Zijn deze gereedschappen bedoeld voor gebruik bij periodiek motoronderhoud? Geef steeds wel of niet aan. Gebruik de uitwerkbijlage.
GL-0681-a-13-1-o
10 / 26
lees verder ►►►
1p
23
Hier zie je de grafiek van een motor. kW
70 200 60
Nm
180 50
160 140
40
120
30
100 20 80 10
0
60
0
20
40
60
80
100 r/s
40
Bij welk toerental heeft de motor het hoogste draaimoment? A bij 42 r/s B bij 50 r/s C bij 77 r/s D bij 83 r/s
GL-0681-a-13-1-o
11 / 26
lees verder ►►►
1p
24
Hier zie je de selector van een multimeter.
In welke stand zet je de multimeter voor het meten van de accuspanning? A stand 1 B stand 2 C stand 3 D stand 4 1p
25
Een fabrikant geeft de volgende specificaties op van een auto. specificaties topsnelheid
177 km/u
acceleratie 0 - 100 km/u
15,0 s
verbruik binnen bebouwde kom
6,9 l /100 km (1 op 14,5)
verbruik buiten bebouwde kom
5,1 l /100 km (1 op 19,6)
verbruik gemiddeld
5,7 l /100 km (1 op 17,5)
CO2-uitstoot
132 g/km
energielabel
A
De prijs van euro-loodvrij is € 1,62 per liter. Deze auto rijdt een afstand van 29 kilometer binnen de bebouwde kom. Wat zijn de brandstofkosten van deze rit? Laat de berekening zien. (Rond af op twee decimalen.)
GL-0681-a-13-1-o
12 / 26
lees verder ►►►
Hier zie je een verlichtingsschema. Beantwoord de vragen 26, 27 en 28.
B1 E1 E2 E3 E4 E5 E6 E7 E8
= = = = = = = = =
claxon richtingaanwijzer richtingaanwijzer richtingaanwijzer richtingaanwijzer remlicht L. remlicht R. mistachterlicht mistlamp L.V.
L.V. L.A. R.V. R.A.
E9 E10 E11 E12 E13 E14 E15 E16 G1
= mistlamp R.V. = kleinlicht L. = achterlicht L. = kleinlicht R. = achterlicht R. = kentekenlicht = groot-dimlicht L. = groot-dimlicht R. = accu
1p
26
Wat is A K1 B K1 C K1 D K1
de functie van K1? geeft een pulserende gelijkspanning. geeft een pulserende wisselspanning. zet een gelijkstroom om in een wisselstroom. zet een gelijkspanning om in een wisselspanning.
1p
27
Wat is A S7 B S7 C S7 D S7
de functie van schakelaar S7? schakelt de kleinlichten. schakelt de groot-dimlichten. schakelt de mistlampen. schakelt het mistachterlicht.
1p
28
Welke lamp dient als controlelamp voor het grootlicht?
GL-0681-a-13-1-o
13 / 26
lees verder ►►►
1p
29
Voor het vervangen van de remblokken heb je gereedschappen nodig.
Welke van de gereedschappen hieronder heb je nodig bij het
vervangen van de remblokken? Geef steeds wel of niet aan. Gebruik de uitwerkbijlage. wel
niet
remzuiger-terugstelgereedschap leidingsleutel momentsleutel remontluchtingsset 1p
30
Bij dit voertuig zijn enkele maten aangegeven.
Wat is de wielbasis van deze auto in millimeters?
GL-0681-a-13-1-o
14 / 26
lees verder ►►►
1p
31
Dit is het symbool van een ventiel.
Welk soort ventiel is dit? A een 3/4-ventiel B een 4/3-ventiel C een 3/6-ventiel D een 6/3-ventiel 1p
32
Waaraan kun je zien dat de energiestroom in dit schema pneumatisch is?
1p
33
Welke waarheidstabel hoort bij dit symbool?
a 0 0 1 1
b 0 1 0 1 A
GL-0681-a-13-1-o
Z 0 0 0 1
a 0 0 1 1
b 0 1 0 1 B
Z 0 1 1 1
a 0 0 1 1
b 0 1 0 1
Z 1 0 0 0
C
15 / 26
a 0 0 1 1
b 0 1 0 1
Z 1 1 1 0
D
lees verder ►►►
1p
34
De naaf van deze koppelingsplaat heeft spiebanen (bij de pijl).
Wat is de functie van deze spiebanen? A de axiale schokken in de aandrijving opvangen B het schuiven over de primaire as mogelijk maken C het schuiven over de secundaire as mogelijk maken D voor het aangrijpen van de koppeling zorgen 1p
35
De koppeling kan gaan slippen door een versleten voering. Noteer één andere oorzaak van het slippen van de koppeling.
1p
36
Een voertuig heeft een mechanisch bediende koppeling. Wat gebeurt er met de koppelingsspeling als de koppelingsvoering slijt? A De speling blijft gelijk. B De speling wordt kleiner. C De speling wordt groter.
GL-0681-a-13-1-o
16 / 26
lees verder ►►►
Hieronder is schematisch een versnellingsbak afgebeeld. Beantwoord de vragen 37 en 38.
1p
37
Kleur de tandwielen van de 3e versnelling.
Gebruik de uitwerkbijlage. 1p
38
De 5e versnelling is ingeschakeld. De overbrengingsverhouding is 0,91. Bereken de totale overbrengingsverhouding (i) van de 5e versnelling met de eindvertraging. Laat de berekening zien. (Rond elk tussenantwoord af op twee decimalen.)
GL-0681-a-13-1-o
17 / 26
lees verder ►►►
1p
39
Hier zie je de onderdelen van een differentieel.
Wat zijn de nummers van de satellietwielen en van het kroonwiel?
Gebruik de uitwerkbijlage. 1p
40
De gevolgen van versleten schokdempers kunnen zijn: een slechte wegligging en het deinen van de auto. Noteer nog een gevolg van versleten schokdempers.
1p
41
Deze schokdemper wordt uitgetrokken.
In welk ruimte ontstaat verhoogde druk? A in ruimte 1 B in ruimte 2 C in ruimte 3 D in ruimte 4
GL-0681-a-13-1-o
18 / 26
lees verder ►►►
1p
42
Welke type wielophanging is dit?
A B C D
GL-0681-a-13-1-o
een een een een
afhankelijke achterwielophanging onafhankelijke achterwielophanging afhankelijke voorwielophanging onafhankelijke voorwielophanging
19 / 26
lees verder ►►►
1p
43
Hier is een wielophanging met stuurinrichting getekend.
Noteer de nummers van de stuurkolom, de stuuras, de spoorstangkogel en de kruiskoppeling. Gebruik de uitwerkbijlage. 1p
44
Welk stuursysteem heeft een fiets? A een ackermannbesturing B een balhoofdbesturing C een fuseebesturing D een molenbesturing
GL-0681-a-13-1-o
20 / 26
lees verder ►►►
1p
45
Deze tekeningen laten de doorsnede van een stuurhuis zien.
Welke speling stel je af door het verdraaien van de stelmoer? A de speling van de geleider op de drukveer B de speling van de geleider op de tandheugel C de speling van de tandheugel op de spoorstang D de speling van de tandheugel op het rondsel 1p
46
Hier is een gedeelte van een stuurinrichting te zien.
Wat is de functie van onderdeel 1? A de overbrenging trillingvrij maken B de stuuroverbrenging vergroten C de veiligheid bij een botsing vergroten D het stuur onder een hoek plaatsen
GL-0681-a-13-1-o
21 / 26
lees verder ►►►
1p
47
Een auto met een hydraulisch bekrachtigd stuurhuis slaat links af. Kleur de ruimte waar bekrachtigingsdruk is. Gebruik hiervoor de uitwerkbijlage.
1p
48
Hier zie je een doorsnede van een vacuümpomp.
Welk type pomp is dit? A een centrifugaalpomp B een schottenpomp C een sikkelpomp D een tandwielpomp 1p
49
Van welk materiaal is een remzuiger gemaakt? A van koper B van kunststof C van lichtmetaal D van messing
GL-0681-a-13-1-o
22 / 26
lees verder ►►►
1p
50
Dit zijn onderdelen van een remsysteem.
Wat is de naam van het onderdeel bij 1? 1p
51
Hier zijn de onderdelen van een trommelrem getekend.
Wat is de functie van onderdeel 7? A bij het bedienen van de handrem de speling afstellen B bij het bedienen van de voetrem de speling afstellen C bij het remmen de wielremcilinder bedienen D bij het remmen het remsegment bedienen
GL-0681-a-13-1-o
23 / 26
lees verder ►►►
1p
52
Welke informatie is nodig voor de werking van een ABS-systeem? A de hoekverdraaiing van het stuurwiel B de verdraaiing om de verticale as van de auto C de versnelling of vertraging van de auto D het toerental van de wielen
1p
53
Waarom moet je de remvloeistof van een voertuig periodiek verversen? A De kooktemperatuur wordt hoger. B Er komt vocht in de remvloeistof. C Remvloeistof verdampt. D Remvloeistof wordt dikker.
1p
54
Waarvoor gebruik je dit gereedschap?
A B C D 1p
55
om om om om
de de de de
lagers uit de fusee te persen stuurkogels los te drukken remtrommel te verwijderen wielremzuigers terug te drukken
Dit is het logo van een vakgarage.
Wat voor garage of organisatie is een vakgarage? A een garage die niet aan een merk gebonden is B een garage voor schadeherstel C een organisatie die eigendom is van grossiers D een organisatie die geen lid is van de Bovag
GL-0681-a-13-1-o
24 / 26
lees verder ►►►
1p
56
Welke verplichting heeft de werkgever volgens de Arbowet bij het veilig werken? A de werknemer extra betalen als er bij het werk letsel kan ontstaan B de werknemer assisteren als bij het werk letsel kan ontstaan C alle werkzaamheden waarbij letsel kan ontstaan zelf uitvoeren D voor hulpmiddelen zorgen die letsel kunnen voorkomen
1p
57
In een garagebedrijf is een beginnende brand in een afvalbak. Welke volgorde van handelen is juist? A de brandweer bellen, om hulp roepen, de werkgever waarschuwen B de brandweer bellen, om hulp roepen, het gebouw ontruimen C een brandblusser pakken, om hulp roepen, de brand doven D om hulp roepen, een brandblusser pakken, de brand doven
1p
58
De overall van een collega heeft vlam gevat. Welk blusmiddel mag je niet gebruiken om de vlammen te doven? A een blusdeken B een brandslanghaspel C een koolzuurblusser D een sproeischuimblusser
1p
59
Welk pictogram geeft aan dat een stof oxiderend is?
GL-0681-a-13-1-o
A
B
C
D
25 / 26
lees verder ►►►
1p
60
Welke van deze persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) moet je gebruiken bij het doorslijpen van een uitlaatpijp?
PBM 1
PBM 2
PBM 3
PBM 4
Gebruik de uitwerkbijlage.
GL-0681-a-13-1-o
26 / 26
lees ve rdereinde ►►►