Examen VMBO-GL
2010 tijdvak 1 woensdag 19 mei 13.30 - 15.30 uur
voertuigentechniek CSE GL
Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Dit examen bestaat uit 70 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 70 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden.
GL-0681-a-10-1-o
Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op.
1p
1
Hier is de aandrijving van de nokkenassen afgebeeld.
Waarom zijn de nokkenas-tandwielen tweemaal groter dan het krukas-tandwiel? De nokkenas moet 1 keer ronddraaien als de krukas 2 keer ronddraait. De nokkenas moet 2 keer ronddraaien als de krukas 1 keer ronddraait. Het nokkenas-tandwiel zorgt voor meer kracht bij de klep-bediening. Het nokkenas-tandwiel zorgt voor meer kracht bij de zuiger-beweging.
A B C D 1p
2
Hier is een deel van een nokkenas afgebeeld.
Æ Welke nok bedient de inlaatklep? Verklaar je antwoord.
GL-0681-a-10-1-o
2
lees verder ►►►
1p
3
Hier is een doorsnede getekend van een 4-slagmotor. De nokkenassen worden aangedreven door een distributieketting (die hier niet te zien is).
Wat is de stand van de zuiger en wat is de draairichting van de krukas? De zuiger is aan het einde van De krukas draait A de compressieslag linksom B de compressieslag rechtsom C de uitlaatslag linksom D de uitlaatslag rechtsom
GL-0681-a-10-1-o
3
lees verder ►►►
Hier is een doorsnede getekend van een 4-slagmotor. Beantwoord de vragen 4 en 5.
1p
4
Wat is de functie van het kruk-/drijfstangmechanisme (van onderdeel 1 en 2)?
1p
5
Kleur het kanaal van het inlaatspruitstuk. Gebruik hiervoor de uitwerkbijlage.
GL-0681-a-10-1-o
4
lees verder ►►►
1p
6
Hier is een onderdeel van een motormanagement-systeem afgebeeld.
Het motormanagement maakt gebruik van actuatoren en sensoren. Welke functie heeft de inductieve gever? A Dit is een actuator, die een signaal opneemt van de tandkrans. B Dit is een actuator, die een signaal opneemt van het vliegwiel. C Dit is een sensor, die een signaal opneemt van de tandkrans. D Dit is een sensor, die een signaal opneemt van het vliegwiel.
GL-0681-a-10-1-o
5
lees verder ►►►
Hier is het schema van een singlepoint inspuitsysteem afgebeeld. Beantwoord de vragen 7, 8 en 9.
1p
7
Wat is de naam van de A 2 = brandstoffilter B 2 = brandstoffilter C 2 = drukregelaar D 2 = drukregelaar
onderdelen 2 en 3? 3 = brandstof-injector 3 = drukregelaar 3 = brandstoffilter 3 = brandstof-injector
1p
8
Welk onderdeel van het inspuitsysteem wordt door het relais aangestuurd? A de BDP-sensor B de brandstofmeter C de brandstofpomp D de ECU
1p
9
Wanneer en op welke plaats wordt bij dit systeem de brandstof ingespoten? bij iedere arbeidsslag, in het inlaatspruitstuk bij iedere inlaatslag, in de cilinder continu als de motor draait, in het inlaatspruitstuk continu als de motor draait, op de inlaatklep
A B C D
GL-0681-a-10-1-o
6
lees verder ►►►
Hier is een dieselsysteem afgebeeld, dat met motormanagement geregeld is. Beantwoord de vragen 10, 11 en 12.
1p
10
Wat is de naam van de 3 = hogedrukpomp 3 = hogedrukpomp 3 = opvoerpomp 3 = opvoerpomp
A B C D
onderdelen 3 en 7? 7 = gaspedaal-sensor 7 = relais 7 = gaspedaal-sensor 7 = relais
1p
11
De ECU (8) stuurt een signaal naar de verstuivers. Wat wordt door dit signaal bij de verstuivers geregeld? A de inspuittijd en de inspuitdruk B de openingsdruk en de inspuitdruk C de openingsdruk en de inspuittijd D het inspuitmoment en de inspuittijd
1p
12
Kleur de hogedrukleidingen. Gebruik hiervoor de uitwerkbijlage.
GL-0681-a-10-1-o
7
lees verder ►►►
1p
13
Dit is een sensor van een motormanagement-systeem.
Wat signaleert deze sensor? A de stand van de krukas B de temperatuur van de koelvloeistof C het pingelen van de motor D het toerental van de motor
GL-0681-a-10-1-o
8
lees verder ►►►
Hier zijn de onderdelen van een koelsysteem getekend. Beantwoord de vragen 14, 15 en 16.
1p
14
Wat is de naam van de onderdelen 5 en 7? A 5 = radiateur 7 = kachelradiateur B 5 = radiateur 7 = radiateur C 5 = reservoir 7 = kachelradiateur D 5 = reservoir 7 = radiateur
1p
15
De motor is op bedrijfstemperatuur. Æ Geef met pijlen de richting van de vloeistofstroom in de radiateurslangen aan. Gebruik hiervoor de uitwerkbijlage.
1p
16
Wat is de taak van de koelvloeistofpomp? A Deze begrenst de druk in het koelsysteem. B Deze bouwt de druk op in het koelsysteem. C Deze zorgt voor de circulatie van de koelvloeistof. D Deze zorgt voor het afvoeren van de koelvloeistof.
GL-0681-a-10-1-o
9
lees verder ►►►
Hier is de doorsnede van een aandrijfriem afgebeeld. Beantwoord de vragen 17 en 18.
1p
17
Welke soort aandrijfriem is dit? een distributieriem een getande riem een multi V-riem een V-riem
A B C D 1p
18
Van welk materiaal is het V-profiel van de riem gemaakt? van canvas van lichtmetaal van nylon van rubber
A B C D
GL-0681-a-10-1-o
10
lees verder ►►►
1p
19
Afgebeeld is een motor met koelsysteem.
Wat is A de B de C de D de 1p
20
onderdeel 1? kachelkraan koelvloeistof-temperatuursensor thermoschakelaar thermostaat
Hier is een meetopstelling afgebeeld.
Wat is de naam van het meetgereedschap bij 3? A ampèremeter B ohmmeter C thermometer D voltmeter
GL-0681-a-10-1-o
11
lees verder ►►►
1p
21
Dit is een tabel met de viscositeitsindex van smeermiddelen.
Welke multigrade-olie kan gebruikt worden bij een temperatuur lager dan -20 °C? A SAE-10W B SAE-20 C SAE-10W30 D SAE-20W40 1p
22
Afgebeeld is de meting van een motoronderdeel.
Wat wordt hier gemeten? A de speling tussen de draaiende delen B de speling tussen de draaiende delen en het deksel C de speling tussen de draaiende delen en het huis D de vlakheid van het huis
GL-0681-a-10-1-o
12
lees verder ►►►
Dit is een doorsnede van een oliepomp. Beantwoord de vragen 23 en 24.
1p
23
Welk type oliepomp is dit? A een centrifugaalpomp B een rotorpomp C een sikkelpomp D een tandwielpomp
1p
24
Kleur de zichtbare ruimten en kanalen waar olie is als de pomp werkt. Gebruik hiervoor de uitwerkbijlage.
GL-0681-a-10-1-o
13
lees verder ►►►
Aan het afgebeelde motoronderdeel wordt een meting verricht. Beantwoord de vragen 25 en 26.
1p
25
1p
26
Wat wordt hier gemeten? A de cilinder-slijtage B de drijfstanglager-speling C de zuigerveergroef-speling D de zuigerveerslot-speling Welk meetgereedschap wordt hierbij gebruikt? een maatlat een meetlint een schuifmaat een voelermaat
A B C D
GL-0681-a-10-1-o
14
lees verder ►►►
Met dit meetinstrument wordt een meting uitgevoerd. Beantwoord de vragen 27 en 28.
0 90
10
10
90
80
20
20
80
70
30
2 3
60
40
1p
27
1 10 9 4 5
6
30
70
8 7
50
40
60
Wat is de naam van dit meetinstrument? bandenspanningmeter meetklok micrometer profieldieptemeter
A B C D 1p
28
Wat is het maatverschil dat de meter aangeeft? A 0,26 mm B 0,74 mm C 10,26 mm D 10,74 mm
GL-0681-a-10-1-o
15
lees verder ►►►
Hier wordt de clinderslijtage van een motor gemeten. Beantwoord de vragen 29 en 30.
1p
29
In welke richting wordt de cilinderslijtage hier gemeten? A in axiale richting B in dwarsrichting C in langsrichting D in radiale richting
1p
30
Bij het aflezen wordt het meetgereedschap heen en weer bewogen (in de richting van de pijl). Æ Waarom wordt het meetgereedschap op deze manier bewogen?
1p
31
Welke onderdelen van een aandrijflijn zijn door de koppeling met elkaar verbonden? A de aandrijfas en de versnellingsbak B de aandrijfas en de wielen C de versnellingsbak en de eindaandrijving D de versnellingsbak en de motor
GL-0681-a-10-1-o
16
lees verder ►►►
Hier is een koppeling met bediening getekend. Beantwoord de vragen 32, 33 en 34.
1p
32
Op welke manier wordt de kracht overgebracht van het koppelingspedaal naar het druklager? A elektrisch B hydraulisch C mechanisch D pneumatisch
1p
33
Welke beweging maakt het druklager als het pedaal wordt ingetrapt? A naar beneden B naar boven C naar links D naar rechts
1p
34
Met welk onderdeel kan de speling van de koppeling afgesteld worden? A met onderdeel 1 B met onderdeel 4 C met onderdeel 6 D met onderdeel 7
GL-0681-a-10-1-o
17
lees verder ►►►
1p
35
Hier zijn de onderdelen van een koppeling getekend.
De motor van de auto draait en het koppelingspedaal is ingetrapt. Æ Kleur het deel van de koppeling dat stilstaat. Gebruik hiervoor de uitwerkbijlage. 1p
36
Waarvoor dient een versnellingsbak? A Deze maakt het mogelijk om vanuit stilstand weg te rijden. B Deze maakt sportief rijgedrag van de bestuurder mogelijk. C Deze zorgt bij iedere rijsnelheid voor een gunstig motortoerental. D Deze zorgt voor verschillende rijsnelheden bij een constant motortoerental.
GL-0681-a-10-1-o
18
lees verder ►►►
Hier is een versnellingsbak met eindaandrijving getekend. Beantwoord de vragen 37, 38 en 39.
1p
37
Bij een ingeschakelde versnelling gaat de energiestroom via tandwiel D en K. Welke versnelling is dit? A 1e versnelling B 2e versnelling C 3e versnelling D 4e versnelling
1p
38
Wat is de overbrengingsverhouding als de tandwielen C en L ingeschakeld zijn? Laat de berekening zien.
1p
39
Bij welk deel van de aandrijflijn horen de tandwielen G en H? bij de aandrijfas bij de achteras bij de eindaandrijving bij het differentieel
A B C D
GL-0681-a-10-1-o
19
lees verder ►►►
1p
40
Hier is een gedeelte van een autoband afgebeeld.
Wat geven de bruggetjes (in de witte cirkels) aan? A de scheuren in het loopvlak van de band B de toegestane slijtagegrens van het bandprofiel C een fabrieksfout in het profiel van de band D een ongelijk afgesleten loopvlak van de band 1p
41
Wat is de belangrijkste functie van het profiel op het loopvlak van een band? A Het profiel gaat de slijtage van de band tegen. B Het profiel geeft brede banden een mooi en stoer aanzien. C Het profiel vermindert het geluid van de band op het wegdek. D Het profiel voert het regenwater tussen band en wegdek af.
1p
42
Hier is een doorsnede van een velg met band getekend.
Op de band staan de gegevens 195 / 60 R 14. Bij welke maat in de tekening hoort het getal 14? A bij maat A B bij maat B C bij maat C D bij maat D
GL-0681-a-10-1-o
20
lees verder ►►►
1p
43
Waarin verschilt een winterband van een zomerband? A De bandenspanning bij lage temperaturen is anders. B De opbouw en het materiaal van de koordlagen is anders. C De samenstelling van het rubber van de band is anders. D De snelheid waarmee gereden mag worden is anders.
1p
44
Hier zijn onderdelen van een trommelrem getekend.
Op welke wijze wordt deze trommelrem bediend? alleen mechanisch alleen hydraulisch mechanisch en hydraulisch pneumatisch en hydraulisch
A B C D
GL-0681-a-10-1-o
21
lees verder ►►►
1p
45
Hier is een onderdeel van het remsysteem afgebeeld.
Wat is de functie van dit onderdeel? A Het verdeelt de remkracht. B Het vermindert de remkracht. C Het versterkt de rempedaalkracht. D Het zet de rempedaalkracht om in vloeistofdruk. 1p
46
Hier is een gescheiden remsysteem getekend.
Welk type gescheiden remsysteem is dit? A een diagonaal gescheiden remsysteem B een radiaal gescheiden remsysteem C een links en rechts gescheiden remsysteem D een voor en achter gescheiden remsysteem
GL-0681-a-10-1-o
22
lees verder ►►►
1p
47
Dit is een schematische tekening van de remzuiger in een remklauw.
Æ Kleur in de tekening de ruimte waarin remvloeistof komt. Gebruik hiervoor de uitwerkbijlage. 1p
48
Hier is een schijfrem met een zwevende remklauw afgebeeld.
Æ Kleur het zwevende gedeelte van de remklauw. Gebruik hiervoor de uitwerkbijlage.
GL-0681-a-10-1-o
23
lees verder ►►►
1p
49
Dit zijn drie schematische tekeningen van een voorwielophanging. Welke tekening is van een McPherson-wielophanging?
A
1p
50
B
C
Dit is een schematische tekening van een ABS-systeem.
Waarvoor dient onderdeel 1? A Dit meet de slijtage van het remblok. B Dit meet het toerental van het wiel. C Dit signaleert het afremmen van het wiel. D Dit vermindert de remdruk als het wiel slipt.
GL-0681-a-10-1-o
24
lees verder ►►►
1p
51
Hier is een voorwielophanging afgebeeld.
Æ Kleur in de tekening de stabilisatorstang. Gebruik hiervoor de uitwerkbijlage. 1p
52
Wat is een functie van een stabilisatorstang? A Deze beperkt het overhellen van de auto in een bocht. B Deze houdt de wielophanging stabiel. C Deze voorkomt dat de auto ‘duikt’ bij het remmen. D Deze zorgt voor richtingstabiliteit bij het rechtuit rijden.
1p
53
Van welk materiaal is de stabilisatorstang gemaakt? A van bimetaal B van lichtmetaal C van roestvast staal D van verenstaal
GL-0681-a-10-1-o
25
lees verder ►►►
Dit is een schematische tekening van een schokdemper. Beantwoord de vragen 54 en 55.
1p
54
Æ Wat is de functie van een schokdemper?
1p
55
Kleur de ruimte van de schokdemper waarin vloeistof zit. Gebruik hiervoor de uitwerkbijlage.
GL-0681-a-10-1-o
26
lees verder ►►►
Hier is schematisch een pneumatisch systeem afgebeeld. Beantwoord de vragen 56 en 57.
1p
56
Wat is de functie van onderdeel 1? A Dit laat lucht door als ventiel B en C ingedrukt worden. B Dit laat lucht door als ventiel B óf ventiel C ingedrukt wordt. C Dit regelt de snelheid waarmee de lucht naar de cilinder stroomt. D Dit voorkomt dat de lucht terugstroomt als ventiel A ingedrukt wordt.
1p
57
Vul de waarheidstabel van dit pneumatisch schema verder in. Gebruik hiervoor de uitwerkbijlage. a
b
c
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
1
1
1
0
0
1
0
1
1
1
0
1
1
1
GL-0681-a-10-1-o
b·c
Z
27
lees verder ►►►
Hier is een gedeelte van een stuurinrichting afgebeeld. Beantwoord de vragen 58 en 59.
1p
58
Welk type stuurinrichting is dit? A een direct stuurhuis met bekrachtiging door pomp 1 B een direct stuurhuis met bekrachtiging door pomp 5 C een indirect stuurhuis met bekrachtiging door pomp 1 D een indirect stuurhuis met bekrachtiging door pomp 5
1p
59
Kleur in de tekening de hogedrukleiding van de stuurinrichting. Gebruik hiervoor de uitwerkbijlage.
GL-0681-a-10-1-o
28
lees verder ►►►
Dit is een schematische tekening van de vier wielen van een auto in een bocht naar rechts. Beantwoord de vragen 60 en 61.
M 1p
60
Wat is een kenmerk van deze besturing? A De wielen hebben een afzonderlijk draaipunt. B De wielen hebben een gezamenlijk draaipunt. C De wielen hebben molenbesturing. D De wielen hebben vierwielbesturing.
1p
61
Welk wiel maakt bij deze besturing de grootste draaicirkel? A het linker-voorwiel B het rechter-voorwiel C het linker-achterwiel D het rechter-achterwiel
1p
62
Waarvoor kan dit gereedschap gebruikt worden?
A B C D
GL-0681-a-10-1-o
voor voor voor voor
het het het het
(de-)monteren van balanceergewichten (de-)monteren van remveren verwijderen van spijkers uit banden verwijderen van zuigerveren
29
lees verder ►►►
1p
63
B14 B15
Hier is een verlichtingsschema afgebeeld.
claxon met luide toon claxon met luide toon
Hoe kun A door B door C door D door
GL-0681-a-10-1-o
S22 S23
omschakelaar voor claxon drukknop voor claxon
je de claxons B14 en B15 laten werken? het contact aan te zetten en alleen S23 te bedienen het contact aan te zetten en S22 en S23 te bedienen het contact uit te zetten en alleen S23 bedienen het contact uit te zetten en S22 en S23 te bedienen
30
lees verder ►►►
Hier zijn enkele bestelnummers van een Ford Fiesta afgebeeld. Beantwoord de vragen 64 en 65.
1p
64
Van een Ford Fiesta 1.4i bouwjaar 2004 moeten de laatste twee dempers vervangen worden. Æ Welke uitlaatnummers moeten besteld worden?
1p
65
Voor de demontage en montage van de uitlaat wordt 1,5 uur arbeidstijd in rekening gebracht. Het uurtarief is € 54,- exclusief btw; het btw-tarief is 19%. Æ Wat zijn de montagekosten inclusief btw? Laat ook de berekening zien.
GL-0681-a-10-1-o
31
lees verder ►►►
1p
66
Hier zijn de onderdelen van een wielophanging afgebeeld.
1
Wielbout (110 Nm)
12
Handremkabelsteun
2
Wiellager
13
Bout
3
Bout (60 Nm)
14
Kabelgoot (ABS)
4
Schotelveer
15
Lagersteun achteras
5
Geleidingsstuk voor handremkabel
16
Inbusbout (10 Nm)
6
Bout (60 Nm)
17
Wielsensor (ABS)
7
Handremkabelsteun
18
Bout
8
Handremkabel
19
Schokdemper
9
Moer (65 Nm)
20
Moer (55 Nm)
10
Rubber/metaalsteun
21
Astap
11
Achteraslichaam
22
Remankerplaat met remvoeringen
Met hoeveel Nm moet de bevestiging van de schokdemper aan de achteras worden vastgezet? A met 10 Nm B met 55 Nm C met 60 Nm D met 65 Nm
GL-0681-a-10-1-o
32
lees verder ►►►
1p
67
Wat moet je als eerste doen bij een brandwond? A de brandwond behandelen met brandzalf B de brandwond koelen met water C de brandwond schoonmaken D de brandwond steriel afdekken
1p
68
Je collega is aan het werk onder een auto, die alleen op een hydraulische krik steunt. Wat moet je doen? A Je bespreekt de situatie in het eerstvolgende werkoverleg. B Je doet niets, want je collega is daar zelf verantwoordelijk voor. C Je meldt deze situatie nog dezelfde dag aan de chef werkplaats. D Je waarschuwt je collega dat deze situatie niet veilig is.
1p
69
Een voertuig rijdt een afstand van 130 km en verbruikt hierbij 7,7 liter brandstof. De brandstof kost € 1,62 per liter. Æ Hoeveel kilometer legt deze auto af met 1 liter brandstof? Laat ook de berekening zien.
1p
70
In welke wet staan de voorschriften voor het veilig werken door werknemers? A in de Arbowet B in de afvalstoffenwet C in de milieuwet D in de ziektewet
GL-0681-a-10-1-o GL-0681-a-10-1-o*
33
lees verdereinde ►►►