Evaluatie van de implementatiefase van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, setting sport Resultaten proces- en effectevaluatie
Drs. L. Ooms Dr. C. Veenhof
Bijlage: Nederlandse Volleybal Bond (Nevobo), Beachvolleybal 1.1 Algemeen Sportbond : Nederlandse Volleybal Bond (Nevobo) Sportproject : Beachvolleybal Projectomschrijving (inhoud sportproject): Beachvolleybal is een jonge Olympische sport die juist in de zomermaanden, als andere (bal)sporten stil liggen, kan worden beoefend. De periode in het jaar, het bij de jeugd aansprekende imago en het bijzonder lage aantal blessures, maakt Beachvolleybal geschikt voor diverse doelgroepen. Er worden verschillende activiteiten georganiseerd, zoals Beachvolleybal promotieclinics en workshops bij o.a. scholen, bedrijven en evenementen, met als doel om zoveel mogelijk mensen kennis te laten maken met deze relatief nieuwe tak van sport. In aansluiting op deze kennismakingsactiviteiten worden verschillende Beachvolleybal wedstrijdvormen en competities opgezet. Ook wordt ondersteuning geboden aan bestaande zaalvolleybalverenigingen om een Beachvolleybal afdeling of vereniging op te zetten en Beachvolleybal accommodaties aan te leggen. Doelstellingen: Deelnemers kennis laten maken met Beachvolleybal en op deze manier meer leden werven voor de sportverenigingen/sportbond. Door het aanbieden van Beachvolleybal activiteiten in de zomermaanden, zullen meer mensen het gehele jaar actief zijn en meer mensen aan de beweegnorm voldoen. Doelgroep: Semi-actieven van 4 tot 45 jaar, die in de zomermaanden niet of nauwelijks sporten en inactieven en mensen die nog geen kennis gemaakt hebben met volleybal of Beachvolleybal. Totale duur (start-eind): De Beachvolleybal activiteiten vinden voornamelijk in de zomermaanden plaats, maar er is wel een aantal indoor Beachvolleybal accommodaties, waardoor eigenlijk het hele jaar door Beachvolleybal gespeeld kan worden. Er worden ook clinics gegeven in de winterperiode. Frequentie lessen (aantal lessen per week, totaal aantal lessen): De frequentie is voor de diverse activiteiten erg verschillend. Bij de volleybalverenigingen/Beachvolleybal scholen worden één tot twee keer per week lessen gegeven gedurende een periode van 10-12 weken. Elke les duurt ongeveer één tot anderhalf uur. De frequentie van de clinics is erg verschillend. Dit is o.a. afhankelijk van de vraag, de grootte van de groep en de duur van de clinic. Clinics kunnen bijvoorbeeld eenmalig worden gegeven, meerdere keren achter elkaar of jaarlijks. Cursussen om trainers op te leiden bestaan uit een dagdeel (workshop), twee avonden (clubcursus) of meerdere wekelijkse bijeenkomsten (VT2 en VT4 Beach trainerscursussen). Duur lessen: Dit verschilt per activiteit.
Evaluatie van de implementatiefase van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, setting sport, NIVEL 2011
281
Bereik per les/locatie (aantal deelnemers per les/locatie): Dit verschilt per activiteit en per locatie. Website: www.volleybal.nl
1.2 Doelstellingen van het sportproject Doelstellingen in het kader van de implementatiefase van het NASB, setting sport: Algemene doelstellingen: • 52 Nieuwe Beachvolleybal verenigingen. • In totaal 30.000 deelnemers. • 30.000 Nieuwe Beachvolleybal leden rekruteren (doorstroom naar de georganiseerde sport) uit de groep semi-actieven (met name de mensen die in de zomer beperkt aan sport deelnemen). • Het activeren van 22.800 deelnemers (3.000 inactief > semi-actief, 19.800 semi-actief > normactief). • Alle regio’s hebben een regionale Beachvolleybal competitie voor jeugd en/of senioren met minimaal 32 toernooien per competitie. Doelstellingen 2008: • 12 Nieuwe accommodaties met daaraan een vereniging of Beachvolleybal school verbonden. • Alle regio’s hebben een begin gemaakt met het opstarten van een regionale Beachvolleybal competitie voor jeugd en/of senioren. • Regionale competities eindigen in een nationale finale waarbij de regionale kampioenen met elkaar de strijd aanbinden. • Samenwerking met Free Time Promotion (FreeTime) afronden waardoor alle deelnemers aan hun Beachvolleybal circuit lid worden van de Nevobo. • Verzorgen van één VT4, drie VT2 cursussen. • Verzorgen van 12 clubcursussen en 24 gasttrainingen. • Verzorgen van 90 scholen clinics en 32 volwassenen clinics. Doelstellingen 2009: • 16 Nieuwe accommodaties (totaal 28 nieuwe sinds 2008) met daaraan een vereniging of Beachvolleybal school verbonden. • Alle regio’s hebben een regionale Beachvolleybal competitie voor jeugd en/of senioren. • Regionale competities eindigen in een nationale finale waarbij de regionale kampioenen met elkaar de strijd aanbinden. • Samenwerking met Free Time Promotion (FreeTime) afronden waardoor alle deelnemers aan hun Beachvolleybal circuit lid worden van de Nevobo. • Verzorgen van één VT4, vier VT2 cursussen. • Verzorgen van 16 clubcursussen en 32 gasttrainingen. • Verzorgen van 360 scholen of jeugd clinics en 200 volwassenen clinics. Doelstellingen 2010: • 24 Nieuwe accommodaties (totaal 52 nieuwe sinds 2008) met daaraan een vereniging of Beachvolleybal school verbonden.
282
Evaluatie van de implementatiefase van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, setting sport, NIVEL 2011
• Alle regio’s hebben een regionale Beachvolleybal competitie voor jeugd en/of senioren met minimaal 32 toernooien per competitie. • Verzorgen van één VT4, vier VT2 cursussen. • Verzorgen van 32 clubcursussen, 64 gasttrainingen en 64 workshops. • Verzorgen van 300 scholen clinics en 148 volwassenen clinics. • Competities jeugd 160, competities volwassenen 160. • Omschakeling van behalen subsidiegelden van landelijk naar regio’s en dit integreren in de organisatiestructuur. Doelstellingen in het kader van de intensiveringsaanvraag van het NASB, setting sport: • Door extra kennismakingsactiviteiten 60.000 extra deelnemers. • Door extra kennismakingsactiviteiten 2.500 extra deelnemers die doorstromen naar de georganiseerde sport (ongeveer 4% van het extra aantal deelnemers). • Het activeren van 4.000 extra deelnemers (2.000 inactief > semi-actief, 2.000 semiactief > normactief). Bij de intensiveringsaanvraag richtte de Nevobo zich meer op de inactieven en op mensen die nog geen kennis hebben gemaakt met volleybal of Beachvolleybal. Er moesten extra leden geworven worden voor de verenigingen. Dit gebeurde door het intensiveren van bestaande activiteiten en daarnaast het aanbieden van extra kennismakingslessen/clinics Beachvolleybal bij scholen, bedrijven, tijdelijke Beachvolleybal evenementen/locaties, stranden, vakantieparken, campings en bestaande Beachvolleybal verenigingen. Het aantal extra kennismakingslessen/clinics is overigens al meegerekend in de doelstellingen van de normale aanvraag. Samenvatting van de doelstellingen: • In de periode 2008-2010 in totaal 90.000 deelnemers. • In totaal 32.500 deelnemers die doorstromen naar de georganiseerde sport. • Het activeren van in totaal 26.800 deelnemers (5.000 inactief > semi-actief, 21.800 semi-actief > normactief). 1.3 Procesevaluatie Hieronder worden de meningen en ervaringen van de geïnterviewden weergegeven: 1.3.1 Algemeen verloop van sportproject Het project is volgens de Nevobo erg goed verlopen. Er is een explosieve groei geweest van het “Beachvolleybal” wat betreft het aantal Beachvolleybal accommodaties, verenigingen met een Beachvolleybal afdeling, clinics, deelnemers aan clinics, Beachvolleybal leden, deelnemers aan competities en het aantal toernooien. De Nevobo ziet dat naast veel zaalvolleyballers ook niet-sporters zijn gaan Beachvolleyballen.
Evaluatie van de implementatiefase van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, setting sport, NIVEL 2011
283
1.3.2 Bevorderende en belemmerende factoren bij implementatie van het sportproject De belangrijkste bevorderende factoren die genoemd zijn: - De laagdrempeligheid van het Beachvolleybal: Men hoeft niet in een vast team op vaste dagen en tijden te trainen of wedstrijden te spelen. Men kan zelf bepalen wanneer er wordt gespeeld, waar, met wie, hoe vaak en op welk niveau. - Het imago van Beachvolleybal: Beachvolleybal wordt gespeeld op het strand. Dit maakt het zowel voor de sporter als niet-sporter laagdrempeliger en leuker om te sporten. - Het internationale succes van het Nederlandse Beachvolleybal team heeft bijgedragen aan de bekendheid van Beachvolleybal en heeft mensen gestimuleerd om te gaan Beachvolleyballen. - Veel gemeenten vinden het interessant om een Beachvolleybal accommodatie aan te leggen omdat het een relatief goedkope manier is om mensen in beweging te krijgen. - Er zijn weinig concurrerende zomersporten. - Het aantrekken van jongens: Beachvolleybal trekt in verhouding meer jongens aan dan het zaalvolleybal. Bij het zaalvolleybal neemt het aantal jongens zelfs af. Met Beachvolleybal worden dus ook de jongens behouden. De belangrijkste belemmerende factoren die genoemd zijn: - Er zijn nog onvoldoende Beachvolleybal accommodaties/locaties, vooral in woonwijken. Hierdoor is voor sommige mensen de afstand naar een Beachvolleybal accommodatie/locatie te groot, wat belemmerend werkt voor deelname. - De overlapping met de zaalsport: Men gaat nog niet volledig voor het Beachvolleybal, maar combineert het vaak met het zaalvolleybal. Een voordeel is dat men daardoor het hele jaar kan sporten (er wordt het hele jaar door volleybal aangeboden). Een nadeel is dat het topsportniveau in het algemeen lager is (men zal toch voor Beachvolleybal of zaalvolleybal moeten kiezen). - De financiële crisis: Door de financiële crisis hebben veel verenigingen en gemeenten hun plannen niet doorgezet om Beachvolleybal op te starten/een Beachvolleybal accommodatie aan te leggen. - De afhankelijkheid van het weer: Slecht weer kan belemmerend werken. 1.3.3 Deelnemers aan het sportproject Werving van deelnemers De deelnemers worden geworven via kennismakingslessen, clinics en tijdelijke evenementen op scholen, binnen bedrijven, op de stranden en in vakantieparken. Daarnaast wordt het Beachvolleybal veel gepromoot op de Beachvolleybal toernooien zelf middels flyers, folders en billboards. Er is een algemene website voor Beachvolleybal (www.beachvolleybal.nl) en er worden artikelen geplaatst in tijdschriften en kranten. Verder heeft de Nevobo volleybalconsulenten die het Beachvolleybal promoten bij (zaalvolleybal)verenigingen. In de loop van het project heeft de Nevobo meer ingezet op werving van deelnemers via verenigingen. Zij heeft verenigingen ondersteund in het hele traject, van het opzetten van een Beachvolleybal accommodatie/Beachvolleybal afdeling tot het werven van deelnemers. Zij is tevens bezig geweest om bestaande Beachvolleybal verenigingen te begeleiden, zodat zij sterker worden. Doordat er meer Beachvolleybal verenigingen/accommodaties zijn, zijn er meer plekken waar Beachvolleybal gespeeld kan worden. Potentiële deelnemers, zoals bijvoorbeeld scholieren, zijn hierdoor makkelijker te bereiken.
284
Evaluatie van de implementatiefase van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, setting sport, NIVEL 2011
Beoogde doelgroep bereikt? De leeftijdsgroep boven de 10 jaar is bereikt. Met de leeftijdsgroep 4-10 jaar gaat de Nevobo nu aan de slag. Zij heeft een spelmethodiek ontwikkeld voor Beachvolleybal, die gebaseerd is op het CMV. Er worden op dit moment verschillende pilots gedraaid met deze nieuwe spelmethodiek. De doelgroep semi-actieven bestaat vooral uit de zaalvolleyballers die in de zomer stoppen met sporten. Veel zaalvolleyballers zijn nu in de zomer gaan Beachvolleyballen (zowel in de nationale competitie van de Nevobo, als in het Palm Beach circuit). De semi-actieven zijn dus ook bereikt. De inactieven en mensen die nog geen kennis hebben gemaakt met Beachvolleybal zijn vooral bereikt via de volwassenen en scholen clinics. Daarnaast ziet de Nevobo veel oud-volleyballers (mensen die gestopt waren met volleybal en dus inactief of semi-actief waren) onder de Beachvolleyballers. Draagvlak bij de doelgroep Draagvlak wordt verkregen door deelname laagdrempelig te maken. Dit betekent dat er voldoende aanbod moet zijn en dat dit aanbod tevens dichtbij huis is (voldoende Beachvolleybal accomodaties/verenigingen in Nederland). De Nevobo is dan ook de afgelopen jaren druk bezig geweest verenigingen te ondersteunen met het opzetten van een Beachvolleybal afdeling/accommodatie. In het laatste jaar heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de tevredenheid van de gebruikers van de nationale competitie. De deelnemers waren tevreden over het product en men ervaart een verbetering door de jaren heen. In het onderzoek werd tevens gevraagd naar redenen om (eventueel) te stoppen. Belangrijke redenen om te stoppen bleken een baan, een baan in combinatie met kinderen en te hoge kosten doordat men op kamers ging. Op basis van dit onderzoek heeft de Nevobo acties ondernomen om te voorkomen dat deelnemers stoppen, zoals het aanbieden van toernooien op verschillende dagen/tijden in de week, de mogelijkheid voor kinderopvang en studentenkorting. Lidmaatschap De deelnemers kunnen lid worden van een Beachvolleybal school, een Beachvolleybal vereniging of een zaalvolleybalvereniging. Via een Beachvolleybal school, een Beachvolleybal vereniging of zaalvolleybalvereniging zijn de deelnemers lid van de Nevobo. De Nevobo heeft één algemeen volleyballidmaatschap, waardoor in het systeem van de bond niet altijd onderscheid te maken is tussen zaalvolleyballers, zaalvolleyballers die ook nog Beachvolleyballen, en mensen die alleen Beachvolleyballen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om Beachvolleybal te spelen in het Palm Beach circuit. Hiervoor is geen Nevobo lidmaatschap nodig. 1.3.4 Tijdsplanning Het project is volgens de Nevobo volgens tijdsplanning uitgevoerd. 1.3.5 Zijn de einddoelstellingen die in het projectplan zijn geformuleerd behaald? - Aantal Beachvolleybal verenigingen/accommodaties: Er zijn nu in totaal 154 vaste Beachvolleybal accommodaties. Aan 104 van de 154 Beachvolleybal accommodaties is een vereniging verbonden (de overige 50 accommodaties zijn niet verbonden aan een vereniging). De einddoelstelling was 52 Beachvolleybal accommodaties met daaraan een Beachvolleybal vereniging of school verbonden. Deze einddoelstelling is gehaald
Evaluatie van de implementatiefase van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, setting sport, NIVEL 2011
285
-
-
-
-
-
-
en zelfs ruim overtroffen. Hierbij opgemerkt dat dit de Beachvolleybal accommodaties zijn die de Nevobo in beeld heeft. Er zijn ook Beachvolleybal accommodaties aangelegd buiten de bond om, bijvoorbeeld door een gemeente. Aantal deelnemers: Er waren in totaal ongeveer 273.896 deelnemers aan verschillende Beachvolleybal activiteiten (deelnemers aan clinics, workshops, gasttrainingen, clubtrainingen, het Beachlife circuit, competities en deelnemers aan Beachvolleybal bij Beachvolleybal verenigingen, accommodaties en scholen). Hierbij opgemerkt dat dit aantal geen unieke deelnemers betreft. De einddoelstelling van 90.000 deelnemers is gehaald, zelfs als rekening wordt gehouden met dubbeltellingen. Doorstroom naar de georganiseerde sport: De einddoelstelling was 32.500 deelnemers die doorstromen naar de georganiseerde sport. Het is onbekend hoeveel deelnemers aan Beachvolleybal activiteiten zijn doorgestroomd naar de georganiseerde sport. Deze vraag is dus niet te beantwoorden. Op basis van de ledengegevens (176 Nevobo leden staan aangemerkt als Beachvolleybal lid) zou de einddoelstelling niet zijn gehaald. Er zijn echter veel meer Nevobo leden die Beachvolleyballen, maar die in het systeem van de Nevobo niet terug te vinden zijn (deze mensen staan aangemerkt als zaalvolleyballer). Daarnaast zijn er veel Beachvolleybal verenigingen en scholen die hun leden niet aanmelden bij de bond. Alle regio’s hebben een regionale Beachvolleybal competitie voor jeugd en/of senioren met minimaal 32 toernooien per competitie: Er zijn nu vier regio’s in plaats van acht regio’s. In alle regio’s is er een competitie voor volwassenen en in drie van de vier regio’s is er een competitie voor jeugd. Er is een nationale competitie voor de jeugd opgezet, zodat alle jongeren competitie kunnen spelen. De nationale competitie voor volwassenen bestond al en is uitgebreid. Doordat het aantal regio’s van acht naar vier is gegaan is het aantal toernooien per regio gehalveerd, maar het aantal deelnemers per toernooi is vele malen hoger. Daarnaast is de Nevobo bezig om de regionale competities op te heffen en de landelijke competitie naar de regio’s te brengen door de lagere klassen in de competitie op te nemen. Alhoewel het aantal toernooien per regio nu lager is dan beoogd (in 2010: in totaal 62 toernooien over vier regio’s, dat wil zeggen gemiddeld 16 toernooien per regio), worden de aantallen toernooien per regio wel gehaald met de toernooien van de landelijke (regionale) competitie erbij gerekend (in 2010: in totaal 135 toernooien verspreid over de regio’s). Regionale competities eindigen in een nationale finale waarbij de regionale kampioenen met elkaar de strijd aanbinden: Dit is gebeurd middels het organiseren van de Nederlandse kampioenschappen. Samenwerking met Free Time Promotion (FreeTime) afronden waardoor alle deelnemers aan hun Beachvolleybal circuit lid worden van de Nevobo: De Nevobo wilde dat alle deelnemers aan het Palm Beach Circuit lid zouden worden van de Nevobo. Dit is nog niet gelukt. Aantal VT4 en VT2 cursussen: In totaal zijn er negen VT2/VT3 en één VT4 cursus georganiseerd. Het einddoel was om in totaal elf VT2 en drie VT4 cursussen te organiseren. Dit einddoel is niet gehaald. Hierbij opgemerkt dat de Nevobo een VT3 cursus heeft opgezet, omdat de VT4 cursus te moeilijk bleek te zijn. De VT3 cursus is een aantal keer in plaats van de VT4 cursus georganiseerd. Daarnaast is de Nevobo op een gegeven moment overgestapt van de VT cursussen naar train-de-trainer cursussen (deze vallen onder workshops), waarbij een trainer voor een groep trainers verteld hoe hij in de praktijk Beachvolleybal geeft. Het bleek dat er meer behoefte was aan een dergelijke praktische cursus, dan aan de VT cursussen. Aantal clubcursussen, gasttrainingen en workshops: Er zijn in totaal 94 clubcursussen, 134 gasttrainingen en 32 workshops gegeven (in totaal 260 clubcursussen, gasttrainingen en workshops). De einddoelstelling was in totaal 60 clubcursussen, 120
286
Evaluatie van de implementatiefase van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, setting sport, NIVEL 2011
-
-
-
gasttrainingen en 64 workshops (in totaal 244 clubcursussen, gasttrainingen en workshops). De doelstelling is gehaald voor wat betreft het aantal clubcursussen, gasttrainingen en het overall beeld. De doelstelling is niet gehaald als het gaat om het aantal workshops. Hierbij opgemerkt dat in de praktijk verschillende benamingen worden gebruikt voor de clubcursussen, gastrainingen en workshops. Het was dus erg lastig voor de Nevobo om de verschillende activiteiten goed te onderscheiden. Aantal scholen clinics en volwassenen clinics: In totaal zijn er 1.820 scholen clinics en 432 volwassenen clinics georganiseerd. De einddoelstelling van in totaal 750 scholen clinics en 380 volwassenen clinics is ruim gehaald. Aantal deelnemers aan de competities voor jeugd/volwassenen (regionale competities): In 2010 waren er 1.020 deelnemers aan de regionale competities en 1.536 deelnemers aan de nationale competitie (verhouding jeugd/volwassenen is 50%/50%). Het einddoel van 160 jeugd competitiespelers en 160 volwassen competitiespelers is gehaald. Omschakeling van behalen subsidiegelden van landelijk naar regio’s en dit integreren in de organisatiestructuur: De Nevobo is druk bezig geweest om ervoor te zorgen dat verenigingen zelf clinics kunnen geven. Er zijn onder andere (informatie)materialen voor verenigingen ontwikkeld, er zijn (train-de-trainer) cursussen gegeven en verenigingen zijn betrokken bij de uitvoer van de clinics. Verenigingen zijn nu veel zelfstandiger en beschikken over de kennis om zelf clinics te organiseren. Er zullen waarschijnlijk nog wel (extra) financiële middelen nodig zijn voor het organiseren van clinics, bijvoorbeeld van gemeenten. Het activeren van in totaal 26.800 deelnemers (5.000 inactief > semi-actief, 21.800 semi-actief > normatief): Het is onbekend of de doelstelling is gehaald, omdat er van onvoldoende personen gegevens beschikbaar waren op de zes maanden meting.
De meeste doelstellingen zijn gehaald. Een lastig punt blijft het in kaart brengen van de Beachvolleyballers (de leden) en de doorstroom van deelnemers aan Beachvolleybal activiteiten naar de georganiseerde sport. De Nevobo gaat enquêtes uitzetten onder deelnemers van Beachvolleybal activiteiten om de doorstroom toch enigszins in kaart te brengen. 1.3.6 Ontwikkelde producten tijdens implementatiefase NASB, setting sport Er zijn (informatie)pakketten ontwikkeld voor verenigingen, gemeenten en onderwijsinstellingen. Verder zijn er folders, flyers, posters, instructiematerialen voor volleybalconsulenten, een Beachvolleybal spelmethodiek voor de leeftijdsgroep 4/5-10 jaar (gebaseerd op het CMV) en de websites www.beachvolleybal.nl en www.beachvolleybaltoernooien.nl. In het laatste jaar zijn een brondocument (hierin staat alle benodigde informatie voor het opzetten van een Beachvolleybal vereniging/ accommodatie) en een classificatiesysteem (hierin staat beschreven waaraan een Beachvolleybal accommodatie moet voldoen, met betrekking tot zandnormen, afmetingen, etc.) ontwikkeld. 1.3.7 Samenwerking met en betrokkenheid van sportverenigingen (indien van toepassing) De samenwerking met sportverenigingen was goed en de betrokkenheid van sportverenigingen groot. De ondersteuning vanuit de Nevobo was maatwerk en wisselde per vereniging en werd gegeven door verenigingsondersteuners en volleybalconsulenten. Er was in de loop van de projectperiode steeds meer een onderlinge wisselwerking tussen de Nevobo en de verenigingen. Er ging een informatiestroom (kennis) van de Nevobo naar
Evaluatie van de implementatiefase van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, setting sport, NIVEL 2011
287
de verenigingen en van de verenigingen naar de Nevobo. De Nevobo laat verenigingen nu ook nationale competities organiseren (bij de vereniging/Beachvolleybal accommodatie). Implementatie De Nevobo ziet dat de implementatie (van een Beachvolleybal afdeling/Beachvolleybal accommodatie) steeds makkelijker is gaan verlopen en gaandeweg zijn de verenigingen meer zelf gaan doen. In het begin bood de Nevobo hoofdzakelijk ondersteuning bij het opzetten van een Beachvolleybal afdeling/accommodatie en het werven en behouden van leden, nu zijn verenigingen in een fase beland waarin zij ondersteuning willen bij het kwalitatief beter maken van het sportaanbod. Beschikken sportverenigingen over voldoende middelen? Bij veel verenigingen was er een gebrek aan kader. De Nevobo is momenteel bezig om kader op te leiden, onder andere via de train-de-trainer cursussen. Daarnaast was er vaak een gebrek aan financiële middelen om Beachvolleybal op te zetten/te ontwikkelen. Als het Beachvolleybal eenmaal staat, dan kan een vereniging rondkomen van bijdragen van leden. Tenslotte beschikten niet alle verenigingen over een Beachvolleybal accommodatie. In de afgelopen jaren is het aantal Beachvolleybal accommodaties dan ook enorm toegenomen. 1.3.8 Samenwerking met andere partijen De belangrijkste partijen waarmee in het kader van het sportproject is samengewerkt zijn: - Gemeenten: Gemeenten waren betrokken bij Beachvolleybal projecten en hebben Beachvolleybal activiteiten, zoals clinics en toernooien (deels) gefinancierd. Daarnaast zijn kosten van materialen (zoals netsystemen) gedeeld met gemeenten. Verder zijn gemeenten betrokken geweest bij de aanleg van Beachvolleybal accommodaties. - Grontmij en Funtec: Deze instellingen zorgden voor de aanleg van Beachvolleybal accommodaties. - Basisonderwijs en voortgezet onderwijs: Hier zijn Beachvolleybal clinics gegeven. Daarnaast zijn lesprogramma’s beschikbaar gesteld aan het onderwijs. Soms kwam een docent met zijn leerlingen naar een Beachvolleybal accommodatie om daar gymles te geven (onder begeleiding van een Beachvolleybal trainer). - Onderwijsinstellingen HBO en MBO: De Nevobo heeft met verschillende HBO- en MBO-onderwijsinstellingen samengewerkt. Op de CALO in Zwolle zijn bijvoorbeeld de lesprogramma’s voor kinderen/scholen ontwikkeld en de VT3 cursus. Nu is de Nevobo bezig om Beachvolleybal op te laten nemen in de opleiding van sportdocenten. - Bedrijven: Hier zijn clinics gegeven. - Olympische Netwerken: De Nevobo heeft hiermee vooral op het gebied van topsport samengewerkt. - Proeftuinen Nieuwe Sportmogelijkheden: De Nevobo heeft intensief samengewerkt met een proeftuin in Zwolle. Hier is bijvoorbeeld het lesprogramma, dat door de CALO is ontwikkeld, uitgetest. Ook zijn netsystemen binnen de proeftuin uitgetest. - Andere sportbonden: De Nevobo heeft onder andere samengewerkt met de KNVB voor het Beachsoccer. Meestal waren meerdere Beach sporten betrokken bij het opzetten van een accommodatie, omdat het dan voor een gemeente interessanter was om een accommodatie op te zetten. Er is overigens meer met de verenigingen (van de sportbonden) samengewerkt, dan met de sportbonden zelf.
288
Evaluatie van de implementatiefase van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, setting sport, NIVEL 2011
- Bestaande Beachvolleybal scholen (en verenigingen): Hiermee is op verschillende gebieden samengewerkt. Zij zijn bijvoorbeeld betrokken geweest bij de organisatie van toernooien/evenementen en hebben kader geleverd. - Organisatoren van Beachvolleybal evenementen: Er is onder andere met FreeTime, de organisator van het Palm Beach circuit, samengewerkt. Tijdens Beachvolleybal evenementen zijn bijvoorbeeld clinics uitgevoerd. - Grote vakantieparken: Hier is tijdens de projectperiode op kleine schaal mee samengewerkt. Beachvolleybal is aangeboden op deze vakantieparken. De Nevobo heeft nu plannen om samen met FreeTime meer met vakantieparken samen te werken. Op de vakantieparken zullen Beachvolleybal toernooien worden georganiseerd en men kan zich in de week/weken voor het toernooi voorbereiden middels clinics en trainingen. - Lokale media: Als ergens Beachvolleybal werd opgezet, dan werd de lokale media erbij betrokken (voor de promotie). - De websites Sportatlas en www.beachvolleybaltoernooien.nl: Op Sportatlas konden nieuwe Beachvolleybal accommodaties aangemeld worden en op www.beachvolleybaltoernooien.nl konden verenigingen hun toernooien aanmelden. Omdat de beheerders van Sportatlas de website niet up-to-date hielden, maakt de Nevobo nu geen gebruik meer van deze website. - Unicum Media: Unicum Media zorgde voor de tv-reportages en leverde het beeldmateriaal voor de websites www.beachvolleybal.nl en www.volleybaltv.nl. - Tig marketing: Tig marketing zal de World Tour (toernooien voor topsporters en breedtesporters) in Scheveningen gaan organiseren. Zij is tevens bezig met het verbeteren van het imago van Beachvolleybal. - ISA Sport: ISA Sport controleerde of de Beachvolleybal accommodaties aan de normen voldeden (volgens het classificatieschema van de Nevobo). De samenwerkingsverbanden hebben bijgedragen tot een positief resultaat. 1.3.9 Uitgaven en inkomsten Er zijn nog geen exacte cijfers van de uitgaven en inkomsten bekend. Belangrijke uitgavenposten waren onder andere het organiseren van clinics, promotie, ontwikkeling van lesmaterialen en methodieken en personele kosten. De uitgaven zijn wel binnen het voorafgestelde budget gebleven. Inkomsten bestonden uit de NASB subsidie, sponsorgelden, inschrijfgelden van competities/toernooien en bijdragen van verenigingen en gemeenten voor het organiseren van clinics. Er zijn geen opbrengsten (de uitgaven en inkomsten zijn ongeveer gelijk). Voor de sportbond wegen alle uitgaven en inspanningen op tegen de behaalde resultaten in het algemeen. 1.3.10 Vervolgactiviteiten Bij clinics en toernooien zijn deelnemers geïnformeerd over Beachvolleybal verenigingen (in de buurt). Er zijn folders en flyers van Beachvolleybal verenigingen uitgedeeld. Soms bestond de mogelijkheid om gratis bij een Beachvolleybal vereniging lessen te volgen. Gedurende het project zijn clinics vaker regionaal/door een vereniging georganiseerd. Hierbij worden lokale trainers ingezet in plaats van landelijke trainers. Dit bevordert de doorstroom van deelnemers naar verenigingen.
Evaluatie van de implementatiefase van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, setting sport, NIVEL 2011
289
1.3.11 Ondersteuning van NOC*NSF aan de sportbond voor uitvoering van het sportproject NOC*NSF bood ondersteuning in de vorm van kennis(overdracht). Ook kon de Nevobo met vragen bij NOC*NSF terecht. De ondersteuning werd over het algemeen als positief ervaren, maar het was wel arbeidsintensief, omdat de Nevobo drie NASB projecten had. Op een gegeven moment is ervoor gekozen, om steeds maar één projectleider (van de drie projectleiders) naar de bijeenkomsten te sturen, die alle drie projecten vertegenwoordigde. De bondenbijeenkomsten waren over het algemeen erg waardevol, de algemene bijeenkomsten met onder andere sportraden waren minder relevant voor Beachvolleybal. De geboden ondersteuning was voldoende (de Nevobo kon altijd terecht bij NOC*NSF als zij vragen had) en er is geen specifieke ondersteuning gemist. 1.3.12 Continuïteit van het sportproject na beëindiging van de NASB subsidie De Nevobo gaat door met het Beachvolleybal en alles wat in de implementatiefase is ontwikkeld en opgezet. De basis is er en tot nu toe is alles redelijk geborgd (competities, methodieken, basisinformatie en materialen voor verenigingen, etc.). Het Beachvolleybal zal doorontwikkeld worden, maar zonder de NASB subsidie zal dit proces langzamer verlopen. Er liggen nog veel kansen bijvoorbeeld bij verenigingen (onder andere het ontwikkelen van een businessmodel) en andere doelgroepen. De clinics zullen na de implementatiefase bekostigd moeten worden door bijvoorbeeld gelden vanuit gemeenten. In het algemeen zal de omvang van het “project” afnemen, qua promotie, het aantal clinics, etc. Financiering Het Beachvolleybal zal de komende jaren één van de speerpunten zijn in het bondsbeleid. Er zullen dus binnen de bond financiële middelen worden vrijgemaakt voor het Beachvolleybal. Samenwerking met private partners In het kader van Beachvolleybal wordt er al samengewerkt met private partners, zoals FreeTime, Tig marketing, ISA Sport, Grontmij en Funtec. Continuering op lokaal niveau Als een vereniging een Beachvolleybal afdeling wil opzetten, dan zal zij daar tijd, mankracht en financiën (voor de aanleg van een Beachvolleybal accommodatie) in moeten steken. Met dit Beachvolleybal aanbod kan de vereniging leden/vrijwilligers behouden en nieuwe leden/vrijwilligers werven. Dit levert tevens (extra) inkomsten op (uit leden). Een vereniging kan ook besluiten om alleen beheerder te zijn van een Beachvolleybal accommodatie, waarbij externe partijen worden ingehuurd voor trainingen. Deze externe partijen betalen dan huur aan de vereniging. Wat betreft het aanbieden van clinics, moet een vereniging kader en tijd investeren. Clinics kunnen gefinancierd worden vanuit gemeentelijke subsidies en/of bijdragen van deelnemers.
290
Evaluatie van de implementatiefase van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, setting sport, NIVEL 2011
1.4 Effectevaluatie 1.4.1 Beachvolleybal deelnemers Voor het effectonderzoek zijn deelnemers aan Beachvolleybal activiteiten bij verenigingen benaderd. Het is niet bekend hoeveel deelnemers door de sportbond zijn benaderd om deel te nemen aan het onderzoek. Achtenzeventig mensen hebben gereageerd op de baseline meting, waarvan respectievelijk 32% en 27% reageerde na drie en zes maanden. Aangezien minder dan 25 personen na zes maanden een vragenlijst hebben ingevuld staan hieronder alleen de gegevens op baseline en na drie maanden weergegeven.
Tabel 1: Respons Aantal (N) Benaderd Baseline meting Nameting 1 (na 3 maanden) Nameting 2 (na 6 maanden)
? 78 25 21
In tabel 2 staan de kenmerken van alle deelnemers op baseline (n=78) weergegeven. Een kleine meerderheid van de deelnemers (53%) was vrouw, de gemiddelde leeftijd was 30 jaar en de gemiddelde Body Mass Index was 23. Een (ruime) meerderheid voldeed aan de NNGB (64%), Fitnorm (81%) en Combinorm (86%). Vier procent van de deelnemers was inactief en 10% semi-actief. Vrijwel alle deelnemers sportten reeds voor deelname aan Beachvolleybal en 87% was lid van een sportvereniging of sportbond. Na non-respons analyses bleek dat er geen verschillen waren tussen de groep die aan de baseline meting meedeed en de groep die na drie maanden overbleef.
Evaluatie van de implementatiefase van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, setting sport, NIVEL 2011
291
Tabel 2: Kenmerken deelnemers op baseline Baseline alle deelnemers
Baseline deelnemers na 3 maanden
Aantal (N)
78
25
Geslacht (%) Man Vrouw
47 53
48 52
30 ± 9 18-63
32 ± 9 20-52
Voldoen aan beweegnormen (%) NNGB Fitnorm Combinorm Inactief Semi-actief
64 81 86 4 10
52 84 84 4 12
Body Mass Index (BMI) (kg/m2) Gemiddelde ± SD Min-max
23 ± 2 18-28
23 ± 2 19-26
97 3 0
100 0 0
2 1.5 ± 0.7 1.0-2.0
0 -
87 13
80 20
Leeftijd (jaren) Gemiddelde ± SD Min-max
Sporten vóór deelname? (%) Ja Nee, maar in het verleden wel Nee, nooit actief gesport Indien in het verleden wel gesport, hoe lang is dat geleden? (jaren) Aantal (N) Gemiddelde ± SD Min-max Lid van een sportvereniging/sportbond? (%) Ja, van 1 of meerdere verenigingen/bonden Nee
Na drie maanden is aan de deelnemers een aantal extra kenmerken gevraagd. Driekwart van de deelnemers was hoog opgeleid en 84% was autochtoon. Een kleine groep (24%) had een chronische ziekte of aandoening.
292
Evaluatie van de implementatiefase van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, setting sport, NIVEL 2011
Tabel 3: Opleiding, etniciteit en chronische ziekten of aandoeningen (n=25) Na 3 maanden Opleiding (%) Laag Gemiddeld Hoog
0 24 76
Etniciteit (%) Autochtoon Westers allochtoon Niet-westers allochtoon
84 12 4
Chronische ziekten of aandoeningen? (%) Ja Nee
24 76
Indien ja chronische ziekten of aandoeningen, welke chronische ziekten of aandoeningen? (%) Aantal (N) Suikerziekte Hart- en vaatziekten Astma, COPD of CARA Reumatsiche aandoening Anders
6 0 0 33 0 67
1.4.2 Kennismaking met Beachvolleybal en redenen voor deelname De meeste deelnemers hebben met Beachvolleybal kennis gemaakt via vrienden of familie (40%) of via een sportvereniging (30%). Dertien procent had gehoord van Beachvolleybal via folders, flyers, posters en/of het internet. Redenen voor deelname aan Beachvolleybal waren heel divers. De meest voorkomende redenen waren dat men voor de gezelligheid meedeed (66%), de sport beter onder de knie wilde krijgen (58%), of voor de ontspanning meedeed (51%). 1.4.3 Mening deelnemers over Beachvolleybal Na drie maanden is aan de deelnemers gevraagd wat hun mening was ten aanzien van het project Beachvolleybal. Over het algemeen waren ze erg positief over het project, zoals in figuur 1 is weergegeven.
Evaluatie van de implementatiefase van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, setting sport, NIVEL 2011
293
Figuur 1: Mening deelnemers over Beachvolleybal (n=25) Voldaan aan verwachtingen Positieve groepssfeer Voldoende uitdagen d Duur sloot aan bij startniveau Intensiteit sloot aan bij startniveau Doo r deelname gezonder gaan leven Door deelname gezonder gaan voelen Leuke activiteiten Met veel plezier deelgenomen 0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Deeln emers (%) (Ab soluut) mee eens
Eens noch oneen s
(Absoluut) mee oneens
Niet van toepassing
Ook is de deelnemers gevraagd naar hun mening over de organisatie en het verloop van het sportproject. Ongeveer 90% van de deelnemers gaf een positief oordeel over de organisatie van het sportproject, de organiserende sportvereniging en de sporttrainer. Gemiddeld gaven de deelnemers een rapportcijfer van 8,4 (s.d. 1,0) aan het sportproject Beachvolleybal. 1.4.4 Effecten van Beachvolleybal op het beweeggedrag Effecten op het beweeggedrag na drie maanden Na drie maanden bleek het percentage deelnemers dat voldeed aan de NNGB (52% vs. 76%, p=0.03) significant te zijn gestegen ten op zichte van baseline. Er waren geen significante veranderingen in het percentage deelnemers dat voldeed aan de Fitnorm (84% vs. 80%) en Combinorm (84% vs. 84%) (zie figuur 2). Het percentage inactieven en semi-actieven bleef met respectievelijk 4% en 12% stabiel.
294
Evaluatie van de implementatiefase van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, setting sport, NIVEL 2011
Figuur 2: Percentage deelnemers aan Beachvolleybal dat voldoet aan de NNGB, Fitnorm en Combinorm, op baseline en na 3 maanden (n=25) 100 84
90 76*
Deelnemers (%)
80
84
80
84
70 60
52
50 40 30 20 10 0 NNGB
Fitnorm Baseline
Combinorm
Na 3 maanden
* Significante (p<0.05) verandering in het percentage deelnemers dat voldoet aan de beweegnorm ten opzichte van baseline.
Wanneer gekeken wordt naar het aantal minuten dat bewogen wordt, blijkt er na drie maanden een significante toename te zijn in de totale tijd die werd besteed aan bewegen (1987 ± 1097 min/week vs. 2639 ± 1017 min/week, p=0.02) (zie tabel 4).
Tabel 4: Beachvolleybal groep: Bewegen per intensiteitscategorie en de totale tijd besteed aan bewegen, op baseline en na 3 maanden (n=25) Baseline Bewegen per intensiteitscategorie, gemiddelde ± SD (min/week) Licht intensieve activiteiten 1277 ± 1082 Matig intensieve activiteiten 366 ± 625 Zwaar intensieve activiteiten 344 ± 203
Na 3 maanden
P-waarde
1705 ± 998 391 ± 562 542 ± 565
0.13 0.86 0.06
1987 ± 1097
2639 ± 1017
0.02*
Totale tijd besteed aan bewegen, gemiddelde ± SD (min/week)
* Significante (p<0.05) verandering in het aantal minuten dat per week wordt besteed aan bewegen ten opzichte van baseline.
1.4.5 Mening deelnemers over veranderingen in sport- en beweeggedrag Na drie maanden is aan de deelnemers gevraagd naar hun mening over veranderingen in hun sport- en beweeggedrag door deelname aan Beachvolleybal. Het blijkt dat ongeveer een derde van de deelnemers van mening is dat deelname aan Beachvolleybal hun sporten beweeggedrag heeft beïnvloed, terwijl ook ongeveer een kwart van mening is dat dit niet het geval is (zie figuur 3).
Evaluatie van de implementatiefase van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, setting sport, NIVEL 2011
295
Figuur 3: Mening deelnemers over veranderingen in sport- en beweeggedrag na 3 maanden (n=25)
Bewegen leuker gaan vinden
Sporten leuker gaan vinden M eer/intensiever gaan bewegen in vrije tijd/buiten sportvereniging M eer/intensiever gaan sporten in vrije tijd/buiten sportvereniging M eer/intensiever gaan sporten binnen sportvereniging
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Deelnemers (%) (Absoluut) mee eens
Eens noch oneens
(Absoluut) mee oneens
Niet van toepassing
1.5 Conclusies Uit bovenstaande onderzoek kan geconcludeerd worden dat het project Beachvolleybal, qua proces, goed is verlopen. Vrijwel alle vooraf gestelde doelstellingen zijn gehaald, waarvan enkele zeer ruim. Zo hebben ongeveer 273.896 deelnemers aan verschillende Beachvolleybal activiteiten deelgenomen. Hierbij moet wel de kanttekening worden gemaakt dat dit geen unieke deelnemers betreft en dat het een diversiteit van Beachvolleybal activiteiten betrof, variërend van cursussen en workshops tot eendaagse wedstrijden. Een doelstelling die niet is gehaald is de beoogde samenwerking met Free Time Promotion waardoor nu niet alle deelnemers aan hun Beachvolleybal circuit automatisch lid zijn geworden van de Nevobo. Verder is het aantal cursussen voor trainers niet helemaal gehaald, maar daar moet de kanttekening worden gemaakt dat in de loop van de tijd bleek dat er meer behoefte was aan een andere vorm van cursus zodat het accent meer op deze nieuwe vorm is gelegd. Tenslotte is het onbekend of de doelstelling over de doorstroom naar de georganiseerde sport is gehaald. Doordat het huidige registratiesysteem van de Nevobo daartoe niet ingericht is, is niet bekend of er 32.500 deelnemers aan Beachvolleybal lid zijn geworden. Van 176 leden is het wel zeker dat dit is gebeurd. Wat betreft het effect van deelname aan Beachvolleybal op het beweeggedrag van de deelnemers zijn alleen resultaten na drie maanden bekend. Na drie maanden blijkt het beweeggedrag significant te zijn verbeterd, wat zichtbaar is in een significant hoger percentage deelnemers dat aan de NNGB voldoet en een significant langere tijd dat men besteed aan bewegen. Op de overige normen zijn geen verschillen gevonden. De resul-
296
Evaluatie van de implementatiefase van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, setting sport, NIVEL 2011
taten na zes maanden zijn, door een te lage respons, echter niet bekend. Hierdoor was het ook niet mogelijk de effecten van deelname aan Beachvolleybal te vergelijken met een controle groep. Er is dan ook geen sterk bewijs dat Beachvolleybal effectief is voor verbetering van het beweeggedrag. Er dient opgemerkt te worden dat de mate waarin de verschillende Beachvolleybal activiteiten effectief zijn in het (positief) beïnvloeden van het beweeggedrag, waarschijnlijk sterk varieert. Zo is de verwachting dat met name de meerdaagse activiteiten zullen leiden tot een verbetering van het beweeggedrag en een doorstroom naar de georganiseerde sport. Verder blijkt dat van de huidige deelnemers reeds 86% voldoet aan de Combinorm en 97% bij aanvang van de studie reeds sportte. Wanneer de Nevobo erin zou slagen meer inactieve en semi-actieve mensen te werven voor Beachvolleybal valt er ook meer winst te behalen. De Nevobo geeft overigens zelf aan dat de samenstelling van de deelnemers erg divers is en dat naar haar mening ook veel inactieve en semi-actieve mensen deelnemen aan de Beachvolleybal activiteiten. Ondanks dat er geen sterk bewijs is voor effecten van Beachvolleybal op het beweeggedrag van de deelnemers, is er tijdens de implementatiefase van het NASB, setting sport veel bereikt waar de komende jaren op voortborduurt kan worden. Voorbeelden hiervan zijn de Beachvolleybal accommodaties, de competities die opgezet zijn en de hoeveelheid mensen dat bereikt is. Voor de Nevobo genoeg redenen om de komende jaren hun activiteiten in het kader van Beachvolleybal voort te zetten.
Evaluatie van de implementatiefase van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, setting sport, NIVEL 2011
297