wijs arbeid dat a zorg onderwijs zekerheid et enschap org welzijn mobilit eit jn beleids-
Het ITSmaakt deel uit van de Radboud
Universiteit Nijmegen
evaluat ie, monit oring, t evr effect onderzoek en dat ave CE – Zintuiglijk Gehandicaptenzorg Resultaten oudervragenlijst ambulante zorg NSDSK Maart 2011
Projectnummer: 3400806 Opdrachtgever: SIAC/VIVIS
2011 ITS, Radboud Universiteit Nijmegen Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van het ITS van de Radboud Universiteit Nijmegen. No part of this book/publication may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
ii
Inhoud
1 Inleiding
1
2 Achtergrondkenmerken kind
3
3 Achtergrondkenmerken ouders
5
4 Zorg/ondersteuning aan het kind
7
5 Gebruik van hulpmiddelen en computer
9
6 Afspraken over zorg/ondersteuning
11
7 Informatievoorziening
13
8 Toegankelijkheid van locaties
15
9 De begeleiders
17
10 Samenhang in zorg en ondersteuning
19
11 Ondersteuning ouder/verzorger
21
12 Auditieve en communicatieve beperkingen
23
13 Visuele beperkingen
25
14 Algeheel oordeel
27
iii
iv
1 Inleiding
Achtergrond In opdracht van de werkgroep kwaliteitsbeleid ZG (SIAC/VIVIS) ontwikkelt het ITS een CQI-vragenlijst voor ouders van kinderen met een zintuiglijke beperking. Deze vragenlijst meet de ervaringen van ouders met de kwaliteit van de zorg die door instellingen binnen de gehandicaptenzorg wordt geleverd aan hun kind. De vragenlijst heeft alleen betrekking op ambulante zorg die in het kader van de AWBZ wordt geleverd. De vragenlijst wordt ontwikkeld in samenwerking met vijf instellingen die zorg bieden aan kinderen met een zintuiglijke beperking: Bartimeus, Visio, Auris, Kentalis en NSDSK. In het kader van de ontwikkeling van de CQI-vragenlijst, hebben ouders met een kind dat zorg ontvangt van deze instellingen een eerste versie van de vragenlijst ingevuld. Deze ouders kregen een vragenlijst thuis gestuurd, die zij terug konden sturen naar het ITS. De adressen van de ouders zijn geleverd door de instellingen. Zij hebben, op basis van een steekproefinstructie, een steekproef van ouders getrokken. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode november-december 2010. Resultaten van het onderzoek zullen worden gebruikt om de vragenlijst verder te verbeteren. Daarnaast zullen de resultaten worden gebruikt om instellingsspecifieke rapportages te genereren. Deze huidige rapportage is de instellingsspecifieke rapportage van NSDSK. Deze rapportage bevat geen spiegelinformatie (geen vergelijking met andere instellingen). Dat is pas mogelijk na verdere analyse van de vragenlijst. Een rapportage met spiegelinformatie volgt in het nieuwe jaar (2011).
Respons Tabel 1.1 geeft een overzicht van de respons van het onderzoek. NSDSK heeft 90 adressen geleverd. Uiteindelijk zijn er 30 ingevulde en bruikbare vragenlijsten binnen gekomen. Dat is een respons van 33%. Dit is een lage respons. De respons wordt waarschijnlijk negatief beïnvloed door de poststakingen eind november.
1
Tabel 1.1 – Respons NSDSK Gewenste omvang steekproef Aantal geleverde adressen Aantal binnen gekomen bruikbare vragenlijsten (25-01-2011) Respons %
90 90 30 33%
Voorbeeldtabel De resultaten van het onderzoek worden steeds per onderwerp gegeven. Tabel 1.2 is een voorbeeld van de standaardtabel die wordt gebruikt.
Tabel 1.2 – Voorbeeldtabel, in procenten Instelling X Helpen de begeleiders uw kind voldoende bij zijn/haar problemen/beperkingen? nooit soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
15 30 30 15 0 56
Resultaten worden per vraag gegeven, in procenten. De ‘N’ geeft aan hoeveel ouders een vraag hebben beantwoord. De percentages worden niet gegeven indien een ‘N’ kleiner is dan 15. Het laatste hoofdstuk bevat enkele samenvattende cijfers.
2
2 Achtergrondkenmerken kind
Tabel 2.1 – Achtergrondkenmerken van de kinderen, in procenten NSDSK Leeftijd kind 0 tot en met 5 jaar 6 tot en met 11 jaar 12 tot en met 17 jaar N
100 0 0 30
Geslacht kind man vrouw N
66 35 29
Aard van de beperking slechthorend doof slechtziend blind doofblind ernstige spraak- en taalontwikkelingsproblemen N
52 28 3 0 0 28 29
Aanvullende beperkingen nee ASS ADHD/ADD (ernstige gedragsproblemen) lichamelijke beperking verstandelijke beperking epilepsie N
79 7 3 0 7 3 0 29
Waar is het kind overdag thuis peutergroep/behandelgroep kinderopvang dagbesteding reguliere school speciaal onderwijs sociale werkvoorziening krijgt therapie/behandeling anders N
67 37 30 0 13 33 0 7 0 30
3
4
3 Achtergrondkenmerken ouders
Tabel 3.1 – Achtergrondkenmerken ouders/verzorgers, in procenten NSDSK Geslacht ouder/verzorger man vrouw N
17 83 30
Leeftijd ouder/verzorger 18 t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 t/m 64 jaar N
3 30 67 0 0 30
Hoogst voltooide opleiding ouder/verzorger geen opleiding lager of voorbereidend beroepsonderwijs middelbaar algemeen voortgezet onderwijs middelbaar beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs hoger beroepsonderwijs wetenschappelijk onderwijs anders N
0 0 17 27 0 20 37 0 30
Welke taal spreekt men thuis? Nederlands anders N
76 24 29
5
6
4 Zorg/ondersteuning aan het kind
Tabel 4.1 – Zorg/ondersteuning aan het kind, in procenten NSDSK Wat voor zorg/ondersteuning krijgt het kind? vroegbegeleiding/vroegbehandeling gezinsbegeleiding/opvoedingsondersteuning peutergroep/behandelgroep/peuterdagbehandeling hulp bij het gebruik van een hulpmiddel mobiliteitstraining/revalidatie activiteiten verpleging/verzorging op onderwijslocatie begeleid zelfstandig wonen ondersteuning bij het thuis wonen ergotherapie logopedie anders weet niet N
14 52 55 3 10 3 0 0 7 55 3 3 29
Hoe vaak krijgt uw kind zorg/ondersteuning van ......? minder dan een keer in de 2 weken een keer per 2 weken een keer per week 2 a 3 keren per week 4 of meerdere keren per week weet ik niet (meer) N
43 7 7 30 3 10 30
Helpen de begeleiders uw kind voldoende bij zijn/haar problemen/beperkingen? nooit soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
0 3 31 66 0 29
Kan uw kind met de zorg/ondersteuning die hij/zij krijgt, beter omgaan met zijn/haar problemen/beperkingen? nee, helemaal niet een beetje grotendeels ja, helemaal weet ik niet (meer) N
0 10 52 38 0 29
7
8
5 Gebruik van hulpmiddelen en computer
Tabel 5.1 - Gebruik van hulpmiddelen en computer, in procenten NSDSK Maakt uw kind gebruik van speciale hulpmiddelen? nee ja N
27 72 30
Vindt u dat begeleiders uw kind voldoende begeleiden bij het gebruik van deze hulpmiddelen? nooit soms meestal altijd N
5 18 41 36 22
Kan uw kind door deze begeleiding zelfstandig gebruik maken van het hulpmiddel? nee, helemaal niet een beetje grotendeels ja, helemaal N
33 29 29 10 21
Vindt u dat u voldoende wordt geadviseerd bij de keuze van hulpmiddelen? nooit soms meestal altijd N
0 23 27 50 22
Maakt uw kind gebruik van de computer en/of internet? nee ja n.v.t. kind is te jong N
57 13 30 30
Vindt u dat begeleiders uw kind voldoende helpen bij het computergebruik en/of internet nooit soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
3
9
10
6 Afspraken over zorg/ondersteuning
Tabel 6.1 – Afspraken over zorg/ondersteuning, in percentages NSDSK Heeft uw kind een behandel- of zorgplan? nee ja weet ik niet (meer) N
17 73 10 30
Wordt dit behandelplan met u besproken? nooit soms meestal altijd N
0 9 18 73 22
Mist u bepaalde afspraken of onderwerpen over de zorg/ondersteuning in het behandelplan? nee ja weet ik niet (meer) N
82 0 18 22
Wordt dit behandelplan met uw kind besproken? n.v.t. kind is jonger dan 12 jaar nooit soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
100 0 0 0 0 0 22
Mag uw kind meepraten over de afspraken die in het behandelplan staan? nooit soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
0
Wordt de zorg/ondersteuning ook daadwerkelijk volgens het behandelplan geboden? soms meestal altijd N
0
11
Vervolg Tabel 6.1 – Afspraken over zorg/ondersteuning, in percentages NSDSK Sluit de zorg/ondersteuning aan bij de behoeften van uw kind? nooit soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
0 0 59 41 0 29
Sluit de zorg/ondersteuning aan bij wat u vindt dat uw kind nodig heeft? nooit soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
0 7 59 35 0 29
12
7 Informatievoorziening
Tabel 7.1 - Informatievoorziening NSDSK Zijn er afspraken gemaakt over hoe u geïnformeerd wordt over de ontwikkeling van uw kind? nee ja weet ik niet (meer) N
10 83 7 30
Vindt u dat u voldoende geïnformeerd wordt over hoe het met uw kind gaat? nooit soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
0 0 50 50 0 30
Wordt u tijdig geïnformeerd over veranderingen in de zorg/ondersteuning? Bijvoorbeeld als uw kind een andere begeleide krijgt of op andere tijden. nooit soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
3 0 37 57 3 30
Geven begeleiders u tegenstrijdige informatie over de ontwikkeling van uw kind? n.v.t. ik heb maar 1 begeleider nooit soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
30 47 13 3 0 7 30
Is informatie van ,...... ook in aangepaste vorm aanwezig als dat nodig is voor u of uw kind? nooit soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
4 7 22 19 48 27
13
14
8 Toegankelijkheid van locaties
Tabel 8.1 – Toegankelijkheid van locaties, in procenten NSDSK Is de toegankelijkheid van de locaties van ,...... een probleem voor u of uw kind? groot probleem klein probleem geen probleem n.v.t. geen locatie bezocht in afgelopen jaar N
3 20 57 20 30
15
16
9 De begeleiders
Tabel 9.1 – de begeleiders, in procenten NSDSK Nemen de begeleiders uw kind serieus? soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
0 7 93 0 30
Zijn de begeleiders aardig tegen uw kind? soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
0 7 93 0 30
Luisteren de begeleiders aandachtig naar uw kind? soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
0 17 83 0 30
Hebben de begeleiders genoeg tijd voor uw kind? soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
0 10 87 3 30
Houden de begeleiders rekening met de wensen en behoeften van uw kind? soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
0 43 57 0 30
Houden de begeleiders zich aan de afspraken? soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
0 17 83 0 30
17
Vervolg Tabel 9.1 – de begeleiders, in procenten NSDSK Leggen de begeleiders uw kind dingen op een begrijpelijke manier uit? nooit soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
0 7 27 63 3 30
Hebben de begeleiders genoeg tijd voor u? soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
0 23 77 0 30
Zijn begeleiders beleefd tegen u? Soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
0 10 90 0 30
Vindt u de begeleiders deskundig in hun werk? soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
3 27 70 0 30
Gaan de begeleiders gehaast te werk als ze met uw kind bezig zijn? nooit soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
90 10 0 0 0 30
Hoe vaak komt het voor dat uw kind te maken krijgt met een onbekende begeleider? Het gaat hierbij vooral om vervanging van de vaste begeleiders bij ziekte of verlof. nooit soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
50 43 0 0 7 30
18
10 Samenhang in zorg en ondersteuning
Tabel 10.1 – Samenhang in zorg en ondersteuning, in procenten NSDSK Heeft u een vaste contactpersoon binnen de locatie waar uw kind zorg/ondersteuning krijgt? nee ja weet ik niet N
7 60 13 30
Kunt u met uw vragen of opmerkingen over uw kind bij deze contactpersoon terecht? soms meestal altijd N
0 17 83 24
Krijgt uw kind ook zorg/ondersteuning van andere personen/afdelingen binnen ,......? nee ja weet ik niet (meer) N
50 40 10 30
Is de zorg/ondersteuning van de verschillende personen/afdelingen op elkaar afgestemd? nooit soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
12
Werken de verschillende begeleiders goed samen? nooit soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
12
Hoe vaak komt het voor dat er wat mis gaat omdat begeleiders niet op de hoogte zijn van de zorg/ondersteuning die uw kind nodig heeft? nooit soms meestal weet ik niet (meer) N
12
19
Vervolg Tabel 10.1 – Samenhang in zorg en ondersteuning, in procenten NSDSK Krijgt uw kind nog zorg/ondersteuning van een andere organisatie dan ......? nee ja weet ik niet (meer) N
23 73 3 30
Sluit de zorg/ondersteuning van de verschillende organisaties op elkaar aan? nooit soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
0 9 22 32 5 22
20
11 Ondersteuning ouder/verzorger
Tabel 11.1 – Ondersteuning van ouders/verzorgers NSDSK Bent u bekend met het ondersteuningsaanbod van ..... dat speciaal bedoeld is voor ouders/verzorgers? nee ja weet ik niet N
7 83 10 29
Heeft u in de laatste 12 maanden gebruik gemaakt van de dienstverlening van ...... gericht op ouders/verzorgers? nee ja weet ik niet (meer) N
18 77 5 22
Van wat voor ondersteuning heeft u gebruik gemaakt? ondersteuning bij de opvoeding groepsgesprekken ouders begeleiding broertjes/zussen trainingen, cursussen, workshops gebarentaalcursus gezinsdagen therapie voorlichtingsbijeenkomsten informatie-avonden anders N
50 11 0 22 83 22 0 11 6 6 18
Komt (kwam) die ondersteuning/informatie overeen met uw wensen en behoeften? nooit soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
6 6 72 17 0 18
Kunt u met de ondersteuning die u krijgt of gehad heeft, beter omgaan met de problemen/beperkingen van uw kind? een beetje grotendeels ja, helemaal weet ik niet (meer) N
17 56 28 0 18
21
22
12 Auditieve en communicatieve beperkingen
Tabel 12.1 – Auditieve en communicatieve beperkingen NSDSK Vindt u dat uw kind voldoende geholpen wordt bij zijn/haar taal- en spraakontwikkeling of communicatieve ontwikkeling? nooit soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
0 10 23 67 0 30
Vindt u dat u voldoende geïnformeerd wordt over de spraak- en taalontwikkeling of communicatieve ontwikkeling van uw kind? nooit soms meestal altijd weet ik niet (meer) N
0 13 27 60 0 30
23
24
13 Visuele beperkingen
n.v.t. NSDSK
25
26
14 Algeheel oordeel
Tabel 14.1 – Rapportcijfers NSDSK rapportcijfer voor de zorg/ondersteuning die het kind krijgt N
8,4 30
rapportcijfer voor NSDSK N
8,3 30
Tabel 14.2 – Zou u NSDSK bij anderen aanbevelen?, in procenten NSDSK Zou u ..... bij anderen aanbevelen? beslist niet waarschijnlijk niet waarschijnlijk wel beslist wel N
0 0 28 72 30
27
28