Eucharistieviering Parochie St. Jan de Doper Geloofsgemeenschap H.H. Cosmas en Damianus Abcoude
Voorganger : Dirigent :
H. Huisintveld o.p. D. de Bruijn
Met medewerking van St. Caeciliakoor – Loenen a.d. Vecht
1
OPENING
Welkom 2
Lezing uit het Heilig Evangelie van Marcus Door de voorganger (allen blijven zitten) Twee dagen later zou het Pasen zijn, het feest van de ongedesemde broden. De hogepriesters en schriftgeleerden zochten een gelegenheid om Hem met een list in handen te krijgen en ter dood te brengen. Want ze zeiden: ‘Niet op het feest, er moet een opschudding onder het volk ontstaan.’ Toen Hij in Betanië was in het huis van Simon de melaatse, en daar aanlag, kwam een vrouw met een albasten flesje echte, kostbare nardusbalsum. Ze brak het flesje en goot het leeg over zijn hoofd. Sommigen zeiden verontwaardigd tegen elkaar: ‘Waar was de verspilling van die balsem nu goed voor? Want die had voor meer dan driehonderd denariën verkocht en aan de armen gegeven kunnen worden.’ Ze voeren tegen haar uit. Maar Jezus zei: ‘Laat haar. Wat maken jullie het haar toch lastig? Ze heeft een goed werk gedaan aan Mij. Want de armen heb je altijd bij je en zo vaak je wilt, kun je hun goed doen, maar Mij heb je niet altijd bij je. Ze heeft gedaan wat zij kon. Bij voorbaat heeft ze mijn lichaam gezalfd met het oog op mijn begrafenis. Ik verzeker jullie, waar ook ter wereld de goede boodschap verkondigd wordt, daar zal ook ter herinnering aan haar verteld worden, wat zij heeft gedaan.’ Judas Iskariot, een van de twaalf, ging naar de hogepriesters om Hem over te leveren. Toen ze dat hoorden, waren ze daarmee ingenomen en ze beloofden hem geld te geven. Hij zocht naar een goede gelegenheid om Hem over te leveren. Stilte 3
4
Lezing door lector Op de eerste dag van het ongedesemde brood, de dag waarop men het paaslam slacht, zeiden zijn leerlingen tot Hem: ‘Waar wilt Gij dat wij voorbereidselen gaan treffen, zodat Gij het paasmaal kunt houden?’ Hij zond daarop twee van zijn leerlingen uit met de opdracht: ‘Gaat naar de stad en daar zult ge een man tegenkomen die een kruik water draagt; volgt hem en zegt aan de eigenaar van het huis waar hij binnen gaat: De Meester laat vragen: Waar is de zaal voor Mij waar Ik met Mijn leerlingen het paasmaal kan houden? Hij zal u dan een grote bovenzaal laten zien met rustbedden en van al het nodige voorzien; maakt daar alles voor ons klaar.’ De leerlingen vertrokken, gingen de stad binnen, en vonden alles zoals Hij het hun gezegd had en maakten het paasmaal gereed.
Bezinning
Klaarmaken van de tafel Het altaar wordt in gereedheid gebracht voor de eucharistie. De gaven, brood en wijn worden op het altaar geplaatst. Nu worden ook de gaven vanuit de diaconie van onze geloofsgemeenschap naar voren gebracht: een aantal fruitmanden. Zo willen wij delen met elkaar en aandacht schenken aan mensen door dit gebaar van attentie.
Intussen wordt gezongen:
5
Lied Hij brak het brood
Nu gaat zij dood als levensbrood van hand tot hand: zijn stervenspijn wordt vreugedewijn in ieders hand. Leven en dood zijn wijn en brood in onze hand: zo zal voortaan de dood een gaan ten leven zijn.
Lezing door voorganger (allen gaan knielen) Tegen de avond kwam Hij met het twaalftal. En terwijl ze aanlagen en aten, sprak Jezus: ’Voorwaar, Ik zeg u: één van u zal Mij verraden, één die met Mij eet.’ Nu werden ze bedroefd, en ze vroegen Hem de een na de ander: ‘Ben ik het?’ Hij sprak tot hen: Eén uit de twaalf, die met Mij in de schotel doopt. De Mensenzoon gaat wel heen, zoals van Hem geschreven staat; maar wee die mens, door wie de Mensenzoon verraden wordt. Het zou beter zijn, zo hij niet was geboren, die mens.’ 6
Terwijl zij nu aten, nam Jezus brood en zegende het, brak het en gaf het hun en zei: ‘Neemt, dit is Mijn lichaam.’ Daarna nam Hij de kelk, sprak een dankgebed uit en gaf hun de kelk; zij dronken er allen uit. En Hij zei tot hen: ‘Dit is Mijn bloed van het Verbond dat voor velen wordt vergoten. ‘Voorwaar Ik zeg u: Ik zal de vrucht van de wijnstok niet meer drinken tot op de dag, waarop Ik ze hernieuwd zal drinken in het Koninkrijk Gods.’
Onze Vader Onze Vader, die in de hemel zijt, uw naam worde geheiligd. Uw rijk kome. Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood, en vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven. En leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen.
Vredewens Ubi caritas et amor. Ubi caritas Deus ibi est. (Taizé) (Waar vriendschap heerst en liefde, daar is God)
7
Communie uitreiking Tijdens de communie uitreiking wordt gezongen: OVERDENKING
Jezus, mijn Verlosser, kwam op aard' voor mij Bron van Gods genade, stierf aan 't kruis voor mij. Vrede zonder einde vind ik in Gods Zoon: liefde puur, oneindig: Jezus overwon! Heer, o Heer, zie mij aan, ‘k wil U te volgen, met alles wat ik ben. Want Heer, o Heer, ik geloof dat u mij bevrijden zal. Hoor naar mij Heer Jezus, leid mij op Uw weg. Ik wil niet meer dwalen, hoor mij als ik zeg: maak mij vrij van duister, reinig mij van schuld. Schenk mij Uw genade, die mijn hart vervuld. Heer, o Heer, zie mij aan, ‘k wil U te volgen, met alles wat ik ben. Want Heer, o Heer, ik geloof dat u mij bevrijden zal. Heer, o Heer, zie mij aan, ‘k wil U te volgen, met alles wat ik ben. Want Heer, o Heer, ik geloof dat u mij bevrijden zal. Amen, amen, amen.
8
Lezing door lector En na dat zij de lofzang hadden gezongen, gingen zij naar de Olijfberg. Toen sprak Jezus tot hen: ‘Deze nacht zult gij allen aan Mij worden geërgerd. Want er staat geschreven: “Ik zal den herder slaan, en de schapen zullen worden verstrooid.” Maar wanneer Ik verrezen zal zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea.’ Petrus zei tot Hem: ‘Al werden ook allen aan U geërgerd, ik niet.’ Jezus sprak tot hem: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Heden nog in deze nacht, eer de haan tweemaal heeft gekraaid, zult ge Mij driemaal verloochenen. ‘ Maar nog krachtiger zei hij: ‘Al moet ik zelfs met U sterven, verloochenen zal ik U niet.’ Zo spraken ook allen, Altaarontbloting Tantum ergo (22b) Tantum ergo Sacramentum Veneremur cernui: Et antiquum documentum Novo cedat ritui: Praestet fides supplementum Sensuum defectui. Genitori, Genitoque Laus et iubilatio, Salus, honor, virtus quoque Sit et benedictio: Procedenti ab utroque Compar sit laudatio. Amen. 9
Lezing door Pastor Toen kwamen zij aan een landgoed Getsemani genaamd. Nu zei Hij tot zijn leerlingen: ‘Zet u hier neer, terwijl Ik ga bidden.’ Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met Zich mee, en begon ontroerd en angstig te worden. Hij sprak tot hen: ‘Mijn ziel is dodelijk bedroefd; blijft hier en waakt!’ Hij ging nog een weinig verder, viel neer ter aarde, en bad, dat dit uur, zo het mogelijk was, Hem voorbij mocht gaan. Hij sprak: ‘Abba, Vader; alles is mogelijk bij U; neem deze kelk van Mij weg. Maar niet wat Ik wil, maar wat Gij wilt.’ Nu ging Hij terug, en vond hen in slaap. Hij sprak tot Petrus: ‘Simon, slaapt ge? Kunt ge dan niet één uur waken? Waakt en bidt, opdat gij niet in bekoring komt. De geest is gewillig, maar het vlees is zwak.’ En weer ging Hij heen, en bad met dezelfde woorden. Hij keerde terug, en vond hen opnieuw in slaap; want hun ogen vielen toe. Ze wisten niet, wat ze Hem zouden antwoorden. Toen kwam Hij voor de derde maal, en sprak tot hen: ‘Slaapt nu voort, en rust uit, het is beslist, het uur is gekomen; de Mensenzoon wordt overgeleverd in de handen van de zondaars. Staat op en laat ons gaan; die mij verraadt is nabij.’ Allen gaan staan.
In stilte verlaten wij de kerk.
10
De kaartjes die bij de fruitmanden horen, liggen achter in de kerk. U wordt vriendelijk verzocht de fruitmanden, als het kan, deze avond nog bij de betreffende medeparochianen te brengen.
11