Jaarrapportage
Energiemanagement plan Jos Scholman Holding BV
CO2 Prestatieladder trede 5
Gecontroleerd, 23-09-2015
H. ZONDAG JOS SCHOLMAN BEDRIJVEN, MARJAN KLOOS CO2 SEMINAR.NL
Namens de directie, 25-9-2015
R. SCHOLMAN
Energie managementplan INHOUDSOPGAVEN 1
Inleiding ................................................................................................................................................................ 1.1 Onderwerp en toepassingsgebied 1.2 Kruisverwijzing ISO norm 1.3 Bedrijfsprofiel 1.4 Beleid 1.5 Rechtspersoon en verantwoordelijkheden
2
Organisatorische grens ......................................................................................................................................... 2.1 Organisatie grenzen 2.2 Bedrijfsomvang CO2 uitstoot
3
CO2 prestatie niveau ............................................................................................................................................ 3.1 Invalshoek A (inzicht) 3.2 Invalshoek B (reductie) 3.3 Invalshoek C (communicatie) 3.4 Invalshoek D (participatie)
4
Inzicht CO2 emissie inventarisatie(1A/2A/3A/4A/5A) ......................................................................................... 4.1 Basisjaar en rapportage periode 4.2 onversie factoren 4.3 Afbakening emissies 4.4 Resultaat 4.5 Berekeningsmethode 4.5.1 Kantoren 4.5.2 Brandstofverbruik 4.6 Energie beoordeling 4.6.1 Energie beoordeling Brandstof 4.6.2 Reductie potentieel 4.7 Onzekerheden en uitsluitingen 4.8 Kwalitatieve scope 3 analyse 4.9 Kwantitatieve scope 3 analyse
5
Reductie (1B/2B/3B/4B/5B)................................................................................................................................... 5.1 Vaststelling reductiedoelstellingen 5.2 Referentie verbruik fossiele brandstoffen 5.3 Referentie elektriciteitsverbruik 5.4 Reductiemaatregelen 5.5 Verantwoording reductie doelstellingen 5.6 Bepalen strategie scope 3 emissies 5.7 Plan van aanpak scope 3 reductiedoelstellingen
6
Communicatie (1C/2C/3C/4C/5C) ........................................................................................................................ 6.1 Doelstelling 6.2 Belanghebbenden 6.3 Communicatiemiddelen 6.4 Planning 6.5 Risico`s 6.6 Budgetplan
7
Participaties (1D/2D/3D/4D/5D)............................................................................................................................ 7.1 Aktie E Sociale innovatie 7.2 VHG 7.3 Keten participatie
8
De uitvoering van de CO2 reductiedoelstellingen ................................................................................................ 8.1 Plan 8.2 Do 8.3 Check 8.4 Act
Pagina 2
Energie managementplan 1
INLEIDING
Jos Scholman is op 1 april 1976 opgericht door Jos Scholman als eenmanszaak in loonwerk en machineverhuur. Na jaren gestage groei is de eenmanszaak op 30 september 1985 overgegaan in een bv voor aanneming en cultuurtechnische werken. In 1993 heeft de overname van een aannemingsbedrijf in de wegenbouw ervoor gezorgd dat Jos Scholman ook in de grond- weg- en waterbouw werkzaam werd. Jos Scholman is in de loop der jaren sterk gegroeid en ons personeelsbestand is meegegroeid. Inmiddels hebben de verschillende werkmaatschappijen van Jos Scholman een totaal van 180 vaste medewerkers. Wij combineren ons geavanceerde machinepark met de kunde en vaardigheid van onze medewerkers en de zorgvuldige structurering van onze bedrijfsvoering om uw projecten tot een succes te maken. Van voorbereiding tot afronding heeft Jos Scholman het hele project in eigen beheer. Door de hoge mate van betrokkenheid is Jos Scholman een betrouwbare partner om samen met u het gewenste eindresultaat te behalen. Van opdracht tot de oplevering verzorgen wij het project voor onze partners. Op deze wijze voert Jos Scholman Groen en GWW-projecten uit en heeft veel projecten gerealiseerd tot volle tevredenheid van opdrachtgevers op lokaal, provinciaal en landelijk niveau. Met een inzichtelijke werkwijze en een representatieve aanpak werken de Jos Scholman aan projecten variërend van reconstructie tot aanleg en onderhoud van Groen en GWW. Jos Scholman heeft jarenlange ervaring op het gebied van (her-)inrichting en onderhoud van de openbare ruimte en infrastructuur en wil met haar diensten bijdragen aan een plezierige en uitdagende leef- en werkomgeving. Voor Jos Scholman is “Duurzaamheid en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen” een actueel thema. Dit komt onder meer tot uiting in de initiatieven die Jos Scholman bedrijven. onderneemt om zich te certificeren (CO2Prestatieladder). Middels deze rapportage wil Jos Scholman trede 5 “het CO2 bewust certificaat” certificeren. Jos Scholman is een prominente marktpartij en de innovatieve dienstverlener met de juiste mix tussen de sectoren Groen, Infra, Water en Sport. Jos Scholman neemt daartoe initiatieven om het elektriciteit en brandstofverbruik bij uitvoering van haar diensten en projecten te beperken en de CO2-bewust certificaat behouden en de uitstoot reduceren ten gunste van onze leef- en werkomgeving. Onze opdrachtgevers zijn : Rijksoverheid (Rijkswaterstaat) Provinciale Waterstaten Water-/Zuiveringsschappen Ministeries (Defensie, VROM) Provincies Gemeenten, Sportvereniging Bedrijven en Instellingen Vereniging van eigenaren Particulieren Jos Scholman wil daarnaast graag weten hoe haar activiteiten en diensten integraal scoren op klimaatvriendelijkheid. Dit kan inzichtelijk worden gemaakt met behulp van een CO2-footprint. Als eerste stap hiertoe hebben wij daarom de CO2-footprint over de periode 2014 berekend en vergeleken met het basisjaar 2013. De CO2-footprint geeft een inventarisatie van de totale hoeveelheid uitgestoten broeikasgassen, alsmede inzicht in de herkomst van deze emissies over de verschillende processen van Jos Scholman. Het nemen van onze maatschappelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van de negatieve impact die onze bedrijfsactiviteiten uitoefenen op het milieu is voor Jos Scholman van cruciaal belang. Hier wordt invulling aan gegeven door het voeren van een actief milieubeleid geënt op voortdurend verbeteren volgens het principe van de “PDCA methodiek”. Het reduceren van de uitstoot CO2 is hierbij van wezenlijk belang voor de organisatie. Onze maatschappelijke verantwoordelijkheid op dit gebied willen wij uitdragen aan de hand van de richtlijnen die de CO2 prestatieladder daarvoor aanreikt. Hiermee toont Jos Scholman aan gereed te zijn om certificatieniveau 5 te behalen.
Pagina 3
Energie managementplan 1.1
ONDERWERP EN TOEPASSINGSGEBIED
Het energiemanagement plan van Jos Scholman heeft het doel, te omschrijven hoe wij voldoen aan de certificatie voorwaarden niveau 5 van de CO2 prestatieladder, hoe wij dit aantonen en inzichtelijk maken. Het energiemanagement plan van Jos Scholman is geënt op het handboek CO2 prestatieladder versie 3.0 d.d. 10 juni 2015. De maatregelen van beleidsmatige, organisatorische en administratieve aard om te voldoen aan de CO2 prestatieladder worden binnen Jos Scholman tevens geborgd door gecertificeerde managementsystemen:
Kwaliteit : ISO 9001:2008 Veiligheid : VCA** BRL Groenvoorziening 2012 Milieu ISO 14001:2004 CO2 Bewust certificaat trede 3 BRL 7000 – protocol 7001 en 7003 BRL 9335 – protocol 1 ISA sport Nuon – Nederlandse Wind Certificaat Aequor erkend leerbedrijf Fundeon erkend leerbedrijf Kenteq erkend leerbedrijf Innovam erkend leerbedrijf
Om structureel monitoren en evaluaties van de CO2 inventarisatie en de reductie maatregelen volgens het principe van de “PDCA methodiek” te borgen zijn er sturende maatregelen omschreven. Het energiemanagement plan van Jos Scholman wordt via de website www.josscholman.nl en de site van SKAO openbaar gemaakt voor geïnteresseerden en belanghebbenden. Dit rapport is opgesteld overeenkomstig: - Handboek CO2-Prestatieladder 3.0, d.d. 10 juni 2015; - NEN-ISO 14064-1 Greenhouse gases – Pat 1: Specification with guidance at the organization lever for quantification and reporting of greenhouse gas emissions and removals, d.d. maart 2006, paragraaf 7.3.1. - Het data management opgenomen in Appendix C van de GHG Corporate Value Chain (scope 3) Accounting and Reporting Standard (WBCSD/WRI, september 2011) - NEN-EN ISO 50001 De CO2-Prestatieladder is gebaseerd op het GHG (Green House Gas)-protocol en is een instrument om bedrijven die deelnemen aan aanbestedingen te stimuleren tot CO2-bewust handelen in de eigen bedrijfsvoering en bij de uitvoering van projecten. Het gaat daarbij met name om: - energiebesparing; - efficiënt gebruik maken van materialen; - gebruik van duurzame energie.
Pagina 4
Energie managementplan 1.2
KRUISVERWIJZING ISO NORM
De CO2 inventarisatie van Jos Scholman bedrijven is opgesteld in overeenstemming met de eisen uit ISO 14064-1. In de bijlage van het bijlagenboek is hiervoor een kruisverwijzing opgenomen. ISO 14064-1
4.1 4.2.2 4.2.2 4.2.2 4.3.1 4.2.3 5.3.1 5.3.2 4.3.3 4.3.3 4.3.5 5.4
HFD 7.3 GHG report content
Omschrijving
Hoofdstuk onderhavig document
A B C D E F G H I J K L M N O P Q
Reporting organization Person resposible Reporting period
1
Organizational boundaries Direct GHG emissions Combustion of biomass GHG removals Exclusions of sources or sinks Indirecte GHG emissions Base year Changes of recalculations Methodologies Changes of methodologies Emissions or removal factors uncertainties Statement in accordance with ISO 14064 Statement of describing
2 4 en 5 n.v.t. n.v.t. n.v.t. 4 en 5
Overig
R. Scholman 01-01-14/31-12-14
2013 n.v.t 4.5 n.v.t. 4.2 4.6 8.4 8.4
Het doel van de CO2-Prestatieladder is bedrijven te stimuleren om de eigen CO2-emissie (en die van hun leveranciers) te kennen en permanent te zoeken naar mogelijkheden om de klimaatimpact van de eigen bedrijfsvoering en de eigen projecten terug te dringen. Het GHG-protocol werd gelanceerd met de dubbele doelstelling om een internationale standaard te ontwikkelen voor de verantwoording en de verslaggeving i.v.m. de uitstoot van broeikasgassen door bedrijven en om deze standaard zo breed mogelijk te verspreiden. Broeikasgassen zijn gassen die in onze atmosfeer de zonnestraling wel doorlaten naar het aardoppervlak, maar de terugkerende straling (warmte) tegenhouden (dit is vergelijkbaar met wat in een broeikas gebeurt vandaar de naam). Broeikasgassen werken dus als een soort deken voor de aarde. De belangrijkste broeikasgassen zijn koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4), lachgas (N2O) en waterdamp. Het Green House Gas Protocol maakt onderscheid in verschillende scopes op basis van de herkomst van het broeikasgas.
Pagina 5
Energie managementplan 1.3
BEDRIJFSPROFIEL
Jos Scholman richt zich op het inrichten en onderhouden van de buitenruimte. Daarnaast verrichten wij infra werken en diensten, aanleg en onderhoud van sportvelden, hulp bij calamiteiten en het verhuur van materieel binnen en buiten de organisatie. Onze jarenlange kennis en ervaring met groen en grijs in relatie tot de bebouwde omgeving zijn uniek, mede door de multidisciplinaire samenstelling van onze werkzaamheden. 1.4
BELEID
Dit energie management plan met emissiereductie verklaring is opgesteld door Jos Scholman en is opgenomen in het “Energie managementplan van de Onderneming”. Het emissiereductie beleid is er op gericht de emissies van onze bedrijfsactiviteiten inzichtelijk te maken, te registreren, monitoren en te beperken. Dit gebeurt door het opstellen van reductie doelstellingen waarin wij stellen het energiegebruik te reduceren met 5% Scope 1 en 5% in scope 2 in drie jaar gerekend vanaf het referentiejaar 2013. Wij streven erna dit resultaat te overtreffen zodat wij tot 10% besparing in drie jaar komen. Conform het principe van Plan, Do, Check, Act zullen wij ieder jaar de resultaten extern laten toetsen door een erkent CI waar nodig de doelstellingen aanpassen. In het onderhavige energiemanagement plan zijn de doelstellingen opgenomen die ons beleid onderstrepen. Door periodiek te rapporteren en publiceren zullen we vaststellen en communiceren in welke mate de doelstellingen behaald zijn. Wij streven erna om continu ons CO2-beleid te verbeteren. Op basis van dit document worden het personeel, personen die voor of namens ons bedrijf werkzaam zijn geïnformeerd omtrent de reductiedoelstellingen van Jos Scholman. Alsmede is na publicatie dit beleid openbaar toegankelijk voor alle opdrachtgevers en andere belanghebbenden. Toereikende middelen zullen door de directie ter beschikking worden gesteld om de intern gestelde CO2 doelstellingen te bereiken en aantoonbaar te kunnen participeren in de door de organisatie aangereikte initiatieven. Wij hanteren een bedrijfsvoering op certificatie niveau 5 van de CO2 prestatieladder, om vanaf dat vertrekpunt volgens de PDCA methodiek voortdurend onze CO2 emissies te analyseren en waar mogelijk te verminderen. Dit in combinatie met een toenemende bewustwording van ons personeel dient er voor te zorgen dat de reductie doelstellingen behaald worden. Deze verklaring is opgesteld en ondertekend door de directie van Jos Scholman. 1.5
RECHTSPERSOON EN VERANTWOORDELIJKHEDEN
Voor het voldoen aan het energiemanagement plan ligt de eindverantwoordelijkheid bij de directie van Jos Scholman in de persoon van de heer Jos Scholman. Verificatie van de footprint heeft plaats gevonden door SCM Diensten BV. De gedelegeerde eindverantwoordelijkheid voor de interne- en externe communicatie omtrent de CO2 prestatie is Herman Zondag (KAM). Hij wordt ondersteund door Linda van Schaik De gedelegeerde eindverantwoordelijkheid voor het opstellen van de CO2 plannen, kwartaal rapportages en communicatie is Herman Zondag. Bezoekadres: Jos Scholman Holding Morsebaan 1 3439 NA Nieuwegein Tel: 030 – 60 44 282
Postadres: Jos Scholman Holding Postbus 1458 3430 BL Nieuwegein Tel: 030 – 60 44 282
Planning: Jos Scholman Materieel Morsebaan 1 3439 NA Nieuwegein Tel: 030 – 60 44 282
www.josscholman.nl
www.josscholman.nl
www.josscholman.nl
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Pagina 6
Energie managementplan 2 2.1
ORGANISATORISCHE GRENS ORGANISATIE GRENZEN
Volgens het handboek CO2 prestatieladder dient de organisatorische grens voor het bepalen van de CO2 footprint vastgesteld te worden. Uitgangspunt hiervoor is de holding. De betreffende organisatie onderdelen zijn direct betrokken bij het veroorzaken van de CO2 emissies en activiteiten die daar mee gemoeid zijn behoren tot de core business. Deze uitgangspunten zorgen ervoor dat de grootste energiestromen in alle onderdelen meewegen voor de footprint. Conform GHG model en de SKAO handleiding is er sprake van optie 2. Hetgene geheel in lijn met het facility begrip uit de ISO 14064 vallen het aanbieden en inkopen tussen delen van een en dezelfde houdermaatschappij of vergelijkbare ondernemingsconstructies (intra company transacties) binnen de organisatorische grens van het bedrijf. Onderstaande organisatie onderdelen behoren tot de organisatorische grens of wel de “Organizational boundary”. Jos Scholman Beheer treedt als beheerder van aandelen op maar ontplooit geen activiteiten. Verder bestaat per werkmaatschappij een bestuurdersketen welke onder het gezag van Jos Scholman Holding B.V. vallen. Uit de AC analyse blijkt dat deze bestuurders geen activiteiten in de boundary ontplooien.
Figuur 1 Organogram Jos Scholman Holding BV
Jos Scholman Holding B.V.
Jos Scholman Beheer B.V.
Jos Scholman Handelsmaatschappij B.V.
Jos Scholman Materieel B.V.
Jos Scholman Groen B.V.
Jos Scholman Infra B.V.
Jos Scholman kent geen andere bedrijven in de organisatie waarin de activiteiten uitgevoerd worden. 2.2
BEDRIJFSOMVANG CO2 UITSTOOT
In het handboek van de CO2 prestatieladder, bijlage A staat een omschrijving van de bedrijfsomvang gerelateerd aan de omvang van de CO2 uitstoot. Aangezien de omvang van geïnventariseerd is op 6790 ton CO2 uitstoot kunnen we vaststellen dat de organisatie geclassificeerd is als middelgrote organisatie/bedrijf conform het overzicht op bladzijde 50 van het Handboek CO2 prestatieladder versie 3.0 d.d. 04-04-2014. Voor de categorie ‘middelgrote bedrijven’ gelden de eisen 4C, 4D,en 5D van het Handboek CO2-Prestatieladder versie 3.0 van SKAO niet. Aan deze eisen is dan derhalve (fictief) voldaan. Fictief voldoen levert een vaste score van 22,5 op.
Pagina 7
Energie managementplan 3
CO2 PRESTATIE NIVEAU
Hoofdstuk 3 van het energiemanagement plan brengt het CO2 prestatie niveau in beeld gerelateerd aan certificatieniveau 5 en de bijbehorende 4 invalshoeken. 3.1
INVALSHOEK A (INZICHT)
Om certificatie op niveau 3 mogelijk te maken dient er inzicht te zijn in de scope 1 en 2 emissies. Vanaf niveau 4 behoren de scope 3 emissies ook tot het criterium. In onderstaande tekst is de onderverdeling naar categorieën (scopes) weergegeven. De emissies van scope 1 en 2 zijn in dit plan omschreven. Voor Scope 3 is een analyse uitgevoerd welke apart is omschreven. De resultaten hiervan zijn opgenomen in dit plan SCOPE 1 Scope 1 omvat alle directe emissies, emissies die direct door de eigen organisatie worden uitgestoten. Het gaat hier bijvoorbeeld om het gasverbruik van het pand en het brandstofverbruik voor het wagenpark en het materieel. Een aparte groep in scope 1 zijn airco’s en koelingapparatuur. Zij stoten niet direct CO2 uit maar lekken wel koelvloeistoffen direct in de lucht die tot de broeikasgassen gerekend worden. SCOPE 2 Scope 2 omvat alle indirect emissies, emissies die al zijn uitgestoten voor een grondstof die door de organisatie wordt verbruikt. Voorbeelden hiervan zijn het elektriciteitsverbruik (op de centrale verbrand men fossiele brandstoffen om elektriciteit op te wekken), brandstofverbruik van zakenreizen met een privéauto of met het vliegtuig. SCOPE 3 Scope 3 omvat alle overige indirecte emissies. Hieronder vallen bijvoorbeeld de emissies die vrijkomen bij de afvalverwerking, papier, zakelijk openbaar vervoer, woon werk verkeer, elektra bij klanten, uitbesteed vervoer door leveranciers en overige uitstoot ten gevolge van het uitvoeren van de bedrijfsactiviteiten. 3.2
INVALSHOEK B (REDUCTIE)
De doelstelling omtrent CO2 reductie zijn beschreven in hoofdstuk 5 “reductieplan”. Wij willen hierbij wel laten optekenen dat een toenemend werkaanbod resulteert in een toename van het gas- en dieselolie gebruik en of de omvang van het wagenpark. De CO2 uitstoot relateren wij aan het aantal FTE/bedrijfsuren per 31-12-2014 binnen de grenzen van de organisatie, als referentie gebruiken wij de uitstoot per ingezet werkuur. Onderzoek moet uitwijzen of deze koppeling geschikt is om een causaal verband aan te tonen. 3.3
INVALSHOEK C (COMMUNICATIE)
Interne maar ook externe communicatie maakt een belangrijk deel uit van het energiemanagement plan. Deze communicatie behelst de volgende inhoudelijke onderdelen: CO2 procedure, CO2 registratie, reductiedoelstellingen en de realisatie daarvan. De uitwerking van dit onderwerp is omschreven in hoofdstuk 6 “communicatieplan”. 3.4
INVALSHOEK D (PARTICIPATIE)
Op de hoogte blijven van markt initiatieven omtrent CO2 reductie is onderdeel van de dagelijkse gang van zaken. Wij hebben het streven om meerdere optie tot CO2 reductie verder te onderzoeken. Om dit streven kracht bij te zetten participeren wij in netwerken en nemen deel aan branche verenigingen en initiatieven. Inhoudelijk wordt dit in hoofdstuk 7 besproken.
Pagina 8
Energie managementplan 4
INZICHT CO2 EMISSIE INVENTARISATIE(1A/2A/3A/4A/5A)
Om inzicht te verschaffen op certificatieniveau 5 van de CO2 prestatieladder heeft Jos Scholman de CO2 emissies van het kalenderjaar 2014 in kaart gebracht. De berekening die ten grondslag ligt aan de getoonde cijfers wordt vanaf 2013 elk afzonderlijk jaar verwerkt in een bijlagen boek. De onderverdeling die de basis voor de berekening vormt is opgedeeld in a) een beschrijving van de indeling van de berekening, b) de conversiefactoren, c) een Excel bestand met de berekeningen.(zie ook 4.5)
4.1
BASISJAAR EN RAPPORTAGE PERIODE
De CO2 emissie inventarisatie voor Jos Scholman wordt uitgevoerd over het kalenderjaar 2014, hieronder wordt verstaan van 01-01-2014 tot en met 31-12-2014. Er zijn historische gegevens bekend die verder terug in de tijd gaan. Het kalenderjaar 2013 is het basisjaar. Om een vergelijking te maken met het basisjaar zijn oude en nieuwe conversiefactoren gebruik om inzicht te geven in de wijzigingen in vergelijking met het basisjaar. 4.2
ONVERSIE FACTOREN
Om te komen tot de CO2 emissies dienen de verbruikte hoeveelheden fossiele brandstoffen en elektra omgerekend te worden naar een uitstoot in kg / ton CO2. Om dat te bewerkstelligen maken wij gebruik van de conversiefactoren uit http://co2emissiefactoren.nl/lijst-emissiefactoren van Januari 2015 (WTW) een overzicht van de conversiefactoren is opgenomen in onderstaande tabel. Conversiefactoren welke niet in de lijst zijn opgenomen komen uit het handboek van SKAO of zijn zelf berekend.
Pagina 9
Energie managementplan Grondstof benzine euro 95 NL diesel LPG Grijze stroom Groene stroom zonne energie Groene stroom waterkracht Petroleum Smeerolie overige olien propaan aardgas Aspen Alkylaat 2/4 T Menggas 20% co2 80 argon Vliegreizen Vliegreizen Vliegreizen Zakelijk verkeer privé auto Koudemiddel R 22 4.3
Eenheid Liter Liter Liter KW/uur KW/uur KW/uur Per KG/brandstof Per KG /brandstof Per KG/brandstof Liter Nm3 Liter Liter < 700 km 700 km - 2500 km > 2500 km Niet bekend KG
Factor KG/ CO2 2,741 3,232 1,805 0,526 0,080 0,012 3,099 3,035 2,947 1,725 1,884 2,150 0,072 0,297 0,200 0,147 0,218 1,810
AFBAKENING EMISSIES
Om de scope van de inventarisatie af te bakenen is er gebruik gemaakt van de scope indeling van het Green House Gas Protocol (GHG protocol) zoals opgenomen in het SKAO handboek. In het GHG protocol word er een onderscheid gemaakt tussen 3 bronnen van emissies in 2 categorieën, te weten: directe en indirecte emissies. Scope 1: Directe CO2 emissies door de eigen organisatie Scope 2: Indirecte CO2 emissies die ontstaan door de opwekking van elektriciteit Scope 3: Indirecte CO2 emissies die een gevolg zijn van de activiteiten van het bedrijf, maar voortkomen uit bronnen die geen eigendom van het bedrijf zijn noch beheerd worden door het bedrijf. SKAO rekent “Zaken reizen” en “Eigen vervoer voor zakelijke reizen” tot scope 2. gas (m3) propaangas (kg) benzine diesel mengsmering koudemiddel overige smeermiddelen TOTAAL Scope 1
4.4
grijze elektriciteit groene elektriciteit zakelijke vliegreizen zakelijk verkeer priveauto
TOTAAL Scope 2
afvalverwerking elektra bij klanten papier verbruik waterverbruik overige verbruik woon werk/ privé gebruik leveranciers Totaal Scope 3
RESULTAAT
Uit de CO2 inventarisatie over 2014 zijn de volgende resultaten berekend. De onderbouwing van de berekening is opgenomen in digitale overzichten en facturen. De conclusie en vergelijking is opgenomen bij de reductie doelstellingen. Het systeem van meten is verfijnt en de nauwkeurigheid verhoogd.
Pagina 10
Energie managementplan Eigen emissie fossiele stoffen Eigen indirecte emissie (elektra,)
1 2
6330 460 6790
Emissie per medewerker
Totaal ton CO2 per jaar Ton per jaar
Emissie per werkuur
KG per uur
13,82
36
Bron: Jos Scholman / Scope 1 en 2 analyse / versie: 3 / datum: 20-05-15 Basisjaar 2013
1ste halfjaar 2014
2014
Ton/CO2
Ton/CO2
Ton/CO2
benzine liter
171
143
151,66
diesel
4913
2994
5967,63
Grondstof
LPG
0,7
Groene/grijze stroom zonne energie
408
9
460
Smeerolie per kg brandstof
41,84
Overige oliën
21,4
Propaan
3
3
Koudemiddel
4,55 0,04
Aardgas
137
84
139,03
Aspen per liter
29
14
24,38
4.5
BEREKENINGSMETHODE
De verificatie van de Jos Scholman CO2 footprint analyse in het kader van de CO2 prestatieladder certificering zal geschieden door SCM Diensten. Deze verificatie zal plaatsvinden over het kalenderjaar 2014. De berekening die voor 2013 is gehanteerd is de basis voor de volgende berekeningen over de komende jaren en de halfjaarlijkse tussenmeting. De bronnen zijn terug te vinden in de financiële administratie, digitale monitoringssystemen, de site co2emissiefactoren.nl en zijn uitgewerkt in onderstaande tabel. De eerder toegepaste bronnen van SKAO zijn vervangen door de nieuwe publicaties van www.co2emissiefactoren.nl.
Pagina 11
Energie managementplan Scope 1
Personenvervoer conventionele personenauto
Specificatie
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
Benzine
Diesel Handgereedschap Aspen Overige energiedragers anders dan vervoer t.b.v. kantoor Aardgas Overige energiedragers anders dan vervoer Butaan / propaan LPG
Conversiefactor
Ton CO2
Percentage
Bron
28.964
Ltr brandstof
2.780
81
2,79%
DVG Olie
0
0
854.908
0
0
4.320
0
0
854.908 5.940
Ltr brandstof Ltr brandstof
3.135 2.780
2.680 17
92,83% 0,57%
DVG Olie Vos Capelle
48.035
10.582
0
0
58.617
Nm³ brandstof
1.825
107
3,71%
Nuon
1.407
210
0
0
1.617
Nm³ brandstof
1.765
3
0,10%
Prax Air
0
0
0
0
2.887
100%
0 1.620
Personenvervoer personenauto
Eenheid
14.709
14.254
Personenvervoer conventionele personenauto / vrachtwagen
Totaal
0
Airconditioning Smeer oliën/smeermiddelen Olie Lasgas Totaal scope 1 Scope 2
Elektriciteitsverbruik Elektriciteitsverbruik Zakelijkverkeer prive auto Personenvervoer vliegtuig Personenvervoer vliegtuig Personenvervoer vliegtuig
Specificatie
Grijze stroom Groene stroom Brandstof type niet bekend < 700 km 700 km - 2500 km > 2500 km
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
0 278.634 0 0 0 0
Totaal scope 2
0 262.829 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
Totaal
Eenheid
Conversiefactor
Ton CO2
Percentage
Bron
0 541.463 0 0 0 0
KWH KWH Voertuig km Reizigers km Reizigers km Reizigers km
526 0,0 210 270 200 135
0 0 0 0 0 0
0% 100% 0% 0% 0% 0%
Nuon
0
100%
4.5.1 Kantoren Jos Scholman beschikt in 2014 over 1 kantoorlocatie en 1 locatie t.b.v. onderhoud aan het materieel. De gegevens behorende bij het verbruik van 1 pand met onderverhuur, maar waar de huurders hun eigen energiemeters hebben en worden aangeleverd door Nuon energie. De door hun aangeleverde nota’s worden op de financiële administratie gearchiveerd. De hoofdcomponenten zijn aardgas en elektriciteit.
4.5.2 Brandstofverbruik De overgrote bijdrage aan de CO2 footprint wordt geleverd door het gebruik aan diesel, smeermiddelen en overige oliën en benzine. De verbruiksgegevens worden aangeleverd door de leverancier. De verbruikshoeveelheden worden op verzoek, maar minimaal eens per half kalenderjaar aangeleverd. Om meer inzicht te krijgen is een digitale bewaking opgezet zodat wij per maand kunnen zien wat het verbruik is. 4.6
ENERGIE BEOORDELING
Het doel van deze energie beoordeling is de huidige en de historische energieverbruiken in kaart te brengen van Jos Scholman. Deze beoordeling geeft minimaal 80% van de energie stromen weer. Zo zijn er door deze analyse de grootste verbruikers geïdentificeerd en kan daar individueel op gestuurd worden. Daarop kunnen de processen die voor de grootste energie stromen aangepakt worden. 4.6.1 Energie beoordeling Brandstof Voor Jos Scholman is Brandstof 92,24% van de totale CO2 footprint. Dit is heel duidelijk de grootste Energie stroom. De brandstof gegevens zijn op basis van de leverancier gegevens. Er is nog niet bekend wat de groot verbruikers binnen Jos Scholman zijn. In het vervolg zal een duidelijker registratie systeem komen om de individuele groot verbruikers van Jos Scholman te achterhalen. Voor de projecten met gunningsvoordeel zijn wel de draai uren van materieel bekend. Op basis daarvan is gekeken naar de grootverbruikers en zullen we in het vervolg onderzoeken of deze vervangen kunnen worden door ander materieel dat minder verbruikt. 4.6.2 Reductie potentieel Het reductie potentieel voor Jos Scholman kan nog verder worden aangescherpt door een beter registratie systeem aan te leggen en zo de grootverbruikers te achterhalen. In de toekomst kan dan op individueel basis aangestuurd worden.
Pagina 12
Energie managementplan 4.7
ONZEKERHEDEN EN UITSLUITINGEN
Gezien de absolute waarden die wij hanteren voor de berekening is voor het kalenderjaar 2014 geen sprake van onzekerheden omtrent de CO2 emissie. Bij de berekening van de CO2 emissies zijn de volgende onderdelen uitgesloten: Zakelijk vliegverkeer, binnen Jos Scholman wordt er niet zakelijk gevlogen. Prive kilometers die met zakelijke voertuigen wordt gereden zijn te verwaarlozen, minder dan 1%. En met prive voertuigen zijn de zakelijk kilometers ook verwaarloosbaar, dit bedraagt ook minder als 1%. Scope 3 is na te lezen in de dominantie analyse scope 3 Lasgas, aspen gaat uit van een eigen berekening. Het gebruik van koudemiddel is een schatting, dit valt in scope 1. Dit is niet relevant voor de totale uitstoot. Andere gegevens zijn niet beschikbaar.
4.8
KWALITATIEVE SCOPE 3 ANALYSE
De bedrijfsactiviteiten van Jos Scholman zijn onderdeel van een keten van activiteiten. Zo moeten materialen die worden ingekocht eerst geproduceerd worden (upstream) en gaat het transporteren, gebruik en verwerken van opgeleverde “producten” of “werken” ook gepaard met energiegebruik en emissies (downstream). Voor versie 3.0 van de CO2 Prestatieladder dient volgens eis 4.A.1 een kwalitatieve inschatting gemaakt te worden van de emissies in de keten van Jos Scholman. Aan de hand van een indeling in Product-Markcombinaties wordt bepaald welke Product-Marktcombinatie het meest relevant is qua CO2 uitstoot en invloed van het bedrijf op deze emissies. Onderstaand is de tabel met Product-Marktcombinaties weergegeven: Producten/Markten Groen Infra Materieel
Overheid
Bedrijven
X X X
X X X
Pagina 13
Energie managementplan PMC’s
Omschrijving van een activiteit waarbij
Relatief belang van CO2-belasting van
Potentiele invloed van het
Rang-
Sectoren en
CO2 vrijkomt
de sector en invloed van de activiteiten
bureau op de CO2-uitstoot
orde
2
3 Sector
4 Activiteiten
5
6
Hier wordt benoemd welke CO2
Verhouding CO2
Schatting effect
Hoe groot is de invloed van
uitstotende activiteiten door de ontwerpen
uitstoot Jos Scholman
van innovatieve
het bedrijf om CO2-
of overige adviesdiensten van het bedrijf
tov. CO2 uitstoot
ontwerpen
reducerende mogelijkheden
worden beïnvloed.
sector (hoe groot is het
(g/mg/k/nvt)
door te voeren in de sector?
activiteiten 1
marktaandeel).
(g/mg/k/ nvt)
(g/mg/k/nvt) -
Ingekochte goederen
-
Transport
-
Installatiewerkzaamheden
-
Woon-werkverkeer medewerkers
-
Afval
-
Ingekochte goederen
-
Transport
-
Installatiewerkzaamheden
-
Woon-werkverkeer medewerkers
-
Afval
Overheid -
-
Ingekochte goederen
Materieel
-
Transport
-
Installatiewerkzaamheden
-
Woon-werkverkeer medewerkers
-
Afval
-
Verbruik van geleverde goederen
-
Ingekochte goederen
-
Transport
-
Installatiewerkzaamheden
-
Woon-werkverkeer medewerkers
-
Afval
-
Ingekochte goederen
-
Transport
-
Installatiewerkzaamheden
-
Woon-werkverkeer medewerkers
-
Afval
Bedrijven –
-
Ingekochte goederen
Materieel
-
Transport
-
Installatiewerkzaamheden
-
Woon-werkverkeer medewerkers
-
Afval
-
Verbruik van geleverde goederen
Overheid - Groen
Overheid – Infra
Bedrijven - Groen
Bedrijven - Infra
1 Klein
Middel
Middel
3. Klein
Klein
Middel
5. Klein
Klein
Middel
2. Klein
Middel
Middel
4. Klein
Klein
Middel
6. Klein
Klein
Middel
Uit deze Scope drie analyse komt naar voren dat niet een individuele Product-Marktcombinatie een representatieve rol heeft. Hoewel er wel meer invloed kan worden gemaakt door Jos Scholman op het verbruik van diesel in de transpoort en het woon-werkverkeer van werknemers. Naast deze invloed zijn er ook mogelijkheden om de afvalstromen van Jos Scholman te beïnvloeden. Op basis daarvan zijn de onderwerpen van ketenanalyses gemaakt. Zo worden de onderwerpen van de Ketenanalyses: Brandstof-Diesel en Afval. Deze zullen in aparte documenten worden uitgewerkt.
Pagina 14
Energie managementplan 4.9
KWANTITATIEVE SCOPE 3 ANALYSE
De berekening van de Kwantitatieve scope 3 analyse is gedaan in document: 5.A.1 Dominantieanalyse Scope 3. Deze is uitgevoerd om de scope 3 emissies van Jos Scholman BV te kwantificeren en de grootste stromen te bepalen zodat er een Strategisch reductie plan over deze stromen gemaakt kunnen worden. Hier onder de uitkomst van deze analyse: Scope 3 Analyse Jos Scholman BV Jos Scholman heeft van haar emissiestromen in de keten een inventarisatie gemaakt en geanalyseerd welke grootte de voor haar geldende emissiestromen hebben. 1. Categorie:
Purchased Goods & Services
6.874
2. Categorie:
Waste Generated in Operations
1.477
3. Categorie:
Employee Commuting
4. Categorie: Aanwezig binnen de keten (ja/n.v.t.)
Transportation & Distribution (Upstream) Afgedekt in Project Omvang scope 1 en geschat in gerelateerd /of 2 (ja/nee) CO2 (ton) (ja/nee)
641 388 Beïnvloedbaarheid (Ja, matig, nee)
Ranking
Purchased Goods & Services Transportation & Distribution (Upstream) Waste Generated in Operations
ja
nee
nee
6873,70
matig
1
ja
nee
ja
387,92
matig
4
ja
nee
ja
1476,95
ja
2
Employee Commuting
ja
nee
ja
641,27
matig
3
Pagina 15
Energie managementplan 5 5.1
REDUCTIE (1B/2B/3B/4B/5B) VASTSTELLING REDUCTIEDOELSTELLINGEN
De reductie doelstellingen van Jos Scholman hebben op dit moment betrekking op scope 1 en scope 2 gerelateerd aan certificatie niveau 3. Wij zijn voorzichtig in onze doelen omdat het inzicht in diepte voor het behalen van de doelen nog ontbreekt en mogelijk een grote investeringsbehoefte ontstaat. De overheid faciliteren MKB bedrijven hierin nog onvoldoende. Belangrijke uitgangspunten voor de reductiedoelstellingen zijn : 1. Realistisch van aard 2. Gericht op besparingen meer dan 10% in 3 jaar Scope 1 totaal 5% en meer als mogelijk. Door training, onderhoud, gedragsmodificatie, investeringen Scope 2 totaal 5% en meer als mogelijk. ICT 0,15%, gedragsmodificatie en groene stroom (Nederlandse wind van Nuon) 5.2
REFERENTIE VERBRUIK FOSSIELE BRANDSTOFFEN
De CO2 uitstoot ten gevolge van het gebruik van fossiele brandstoffen was in 2014 6330 ton. Dit is respectievelijk 92,24% van de totale CO2 uitstoot van Jos Scholman bedrijven binnen scope 1. De percentages boven 100% komen door afrondingsverschillen tot stand.
Totaal overzicht CO2 uitstoot 7,76%
Scope 1 92,24%
Scope 2
Reductie op het verbruik van fossiele brandstoffen is een meerjarige doelstelling. Echter kunnen we stellen dat de omzet in euro’s en de uitstoot van de CO2 gebonden zijn aan factoren die Jos Scholman niet kan beïnvloeden. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan: Vorst-, Regenval-, Droogte-, Recessie / werkgelegenheid/ productie waarbij meer zwaar materieel nodig is en een hogere bezettingsgraad op de machine uren. Verdeling Scope 1 : Hulpbronnen Benzine Diesel Smeerolie Propaan Aardgas Aspen Overige oliën LPG - correctie Totaal
Basisjaar 2013 % 3,26 93,53 0,0 0,06 2,4 0,54 0,0 0,0 - 0.00 99,79
1ste halfjaar 2014 % 3,81 87,78 1,09 0,00 5,40 1,31 0.00 0.00 +0.01
resultaat 2014 % 2,40 94,28 0,66 0,07 2,20 0,39 0,34 0,01 0,00 100,35
+0,86 -0,75 -0,66 +0,01 -0,2 +0,15 -0,34 -0,01 0,00 +0,56
Pagina 16
Energie managementplan Om te voorkomen dat de resultaten van de reductiedoelstellingen vertroebeld raken hierdoor heeft Jos Scholman bedrijven kengetallen ontwikkeld waarin de volgende punten zorgen voor een helder beeld van de voortgang van de doelstellingen. De punten zijn: Jaaromzet FTE’s in dienst per 31-12 van de desbetreffende jaargang inclusief inhuur Uitstoot CO2 in tonnen e.o. kilogram % Tijd ingezette uren medewerkers Draaiuren materieel Verdeling Scope 1 : Hulpbronnen Ton-CO2 /FTE KG-CO2 /werkuur
Basisjaar 2013 29 niet bekend
1ste halfjaar 2014 onbekend onbekend
2014 36 14,58
Resultaat Ton/% - 7 / -24,1
Het minder CO2 (kilometers) realiseren wordt bereikt door het inzetten van technische middelen als: Skype Videoconferencing Telefonie Thuis werken Als ook organisatorische maatregelen zoals: Voertuigen slimmer plannen, Samen rijden, carpooling en vertrek van verzamelplaatsen Investeren in Euro 5 en 6 motoren Investeren in elektrisch gedreven gereedschappen Gebruik vervangende brandstoffen De uitstoot is geverifieerd tijdens de interne audit en besproken met de directie. Vastgelegd in de systeembeoordeling en de interne audit. Het verificatiedocument is als digitale bijlage opgenomen.
Conclusie Scope 1: Door het toenemende werkaanbod en de inzet van meer materieel is het verbruik relatief gezien toegenomen. Maar kwantitatief lijkt een vergelijking per soort uitstoot toepasselijker waarbij wij uitgaan van een verdeling in %. In scope 1 hebben we door alle maatregelen een besparing gerealiseerd van 3,22% Door onze investeringen zal in de komende jaren een verschuiving plaats vinden van diesel naar elektra mogelijk biogas. Door materieel duurzaam in te kopen en te onderhouden heeft dit een positieve werking op onze uitstoot. Ook heeft vervangende brandstof en aanvullingen zoals aspen/ad blue een positieve invloed op onze balans. Als wij de uitstoot Scope 1 in % kwantitatief beoordelen zien wij een beloning van onze inspanningen. Scope 1 is met 3,22 % punt gedaald. Een beter reductiebeeld ontstaat als wij naar de werkuren kijken. Voor 2014 hebben we de uitstoot per werkuur gespecificeerd, dit geeft een gedetailleerder beeld over de gehele uitstoot. Een vergelijking van de relatieve getallen lijkt ons niet zinvol omdat wij weinig invloed hebben op weersomstandigheden, productievolume en wij niet helder ziend zijn voor het komend jaar. Vooral de materiële bezetting is hier van belang. Positief is dat wij een aanvulling op het kansenschema introduceren namelijk “het rijden met hybride voertuigen”. 5.3
REFERENTIE ELEKTRICITEITSVERBRUIK
De CO2 uitstoot ten gevolge van het elektriciteitsverbruik bedraagt in 2014 460 ton. Dit is respectievelijk 6,78% van de totale CO2 uitstoot van Jos Scholman en 100% van de CO2 uitstoot binnen scope 2. Reductie op de CO2 uitstoot door het gebruik van groene elektriciteit leek reeds behaald. Tijdens de interne audit kon ondanks een jaar onderzoek, niet aangetoond worden dat deze groene stroom in Nederland opgewekt is. Voor de toekomst kunnen wij rekenen met ons Nuon Wind Energie certificaat, wat dit wel garandeert. Derhalve wij nu, met voortschrijdend inzicht, de stroom niet als groen kwalificeren. Ondanks de summiere bijdrage aan de totale CO2 uitstoot voor scope 2 is een mogelijke reductie voor Scope 2 meegenomen in het kansenschema.
Pagina 17
Energie managementplan Verdeling Scope 2: Hulpbronnen Groene/Grijze stroom
Basisjaar 2013 % 7%
1ste halfjaar 2014 % 0%
Resultaat % 2014 % 6,78
+ 3,14
Elektriciteitsverbruik bevindt zich voornamelijk in: ICT middelen; Machinepark; Verlichting. Verlichting Het verbruik door verlichting is een grote verbruikspost van elektriciteit. Het besparen op verlichting kan op verschillende manieren: 1. Alleen verlichten van werkplekken die worden gebruikt; 2. Meer gebruik maken van daglicht; 3. Toepassen van technische verbeteringen in de verlichtingsmarkt. Besparing door gedragsaanpassing Door mensen bewust te laten zijn van het aan- en uit doen van verlichting is het mogelijk te besparen. Hierbij zou zo goed als mogelijk gebruik kunnen worden gemaakt van daglicht als de werkplek wordt gebruikt. Verder als werkplekken niet worden gebruikt, zal de verlichting actief worden uitgezet. De mensen worden hierop actief gewezen. Gedacht wordt voor het toepassen van actief belichtingsbeleid en bewust omgaan van het aan- en uitzetten van verlichting, dat er een besparing van 1% op het energieverbruik kan worden gerealiseerd. Toepassen van technische verbeteringen Volgende technische verbeteringen in het toepassen van verbeterde technologie op het gebied van verlichting zijn mogelijk. De mogelijkheden tot reductie zullen nader worden onderzocht. Aspecten die hierbij van belang zijn hebben te maken met de investeringen, technische mogelijkheden en “volwassenheid” van de technologieën. Op basis van opgedane ervaringen is het mogelijk om 20% op jaarbasis te reduceren op die plaatsen waar nog verouderde verlichting wordt toegepast. ICT Het besparingspotentieel op ICT ligt vooral op het gebruik van desktop pc’s. Desktop pc’s worden steeds meer vervangen door laptops. Laptops hebben een veel lager energieverbruik. Het gebruik van desktop pc’s gebeurt voor zware toepassingen, zoals dtp werk, foto- en video bewerking. Het aantal desktop pc’s is op dit moment op een juist niveau. Verder zijn er mogelijkheden op het gebied van aantal printers per pc. Door uitzetten in plaats van op standby laten staan van apparatuur is een besparing van ongeveer 0,15% te realiseren. Verdeling Scope 2: Hulpbronnen Ton-CO2 /FTE KG-CO2 /werkuur
Basisjaar 2013 2,34 niet bekend
1ste halfjaar 2014
2014 2,44 0,93
Resultaat Ton/% - 0,10 /-4,27
Conclusie Scope 2: Door het niet kwantificeren van de groene stroom als “GROEN” is de scope 2 uitstoot toegenomen. Wij kijken nu naar 2014. Uit bovenstaande tabel blijkt dat maatregelen zoals de training bewust met CO2 een positieve invloed hebben op de totale balans van uitstoot. Door onze investeringen zal in de komende jaren een verschuiving plaats vinden van conventionele brandstoffen naar elektra. Dit kan de balans tussen scope 1 en 2 laten verschuiven. Door deze duurzaam in te kopen heeft dit wel een positieve uitwerking op onze Co2 uitstoot. De scope 2 reductie ligt vooral bij de inkoop van groene stroom. Wij moeten wel in Scope 2 rekening houden met het rijden/werken op elektriciteit hetgeen een hoger verbruik aan kW/uur tot gevolg zou hebben. Het kansenschema kan uitkomst bieden voor het beoordelen van mogelijke besparingen en kansen. Mogelijk toename is te verklaren door nauwkeurigere metingen.
Pagina 18
Energie managementplan 5.4
REDUCTIEMAATREGELEN
Binnen de score business van Jos Scholman zijn meerdere aanknooppunten om CO2 reductie doelstellingen op te stellen en door te voeren. Een overzicht van het kansenschema waarvan wij achten dat het een reële kansen betreft is opgenomen in onderstaande tabel. Besparingsmogelijkheden/relatief kwantitatief Nr.
Omschrijving
Verantwoo rding
Betrokkenen
Directie
Management team
2015
10%
Directie Directie
KAM KAM
2015 2015
7% 5%
Directie
KAM/Planning
2015
2%
Directie
Planning personeel
2015
1%
6
Introductie van een nieuwe planningsformule, teneinde een efficiëntere routing te bereiken Optimalisatie ploegenindelingen voor een efficiëntere route-indeling waardoor aantal gereden km’s verminderd wordt. Rijden op alternatieve brandstoffen (voertuigen)
Directie
2020
50%
7
Waar mogelijk elektrisch materieel en voertuigen.
Directie
2017
15%
8
Bestaande materieel planning op vermogen zodat motoren tijdens het belast draaien niet op hoge toeren moeten werken Carpoolen Training medewerkers Juiste bandenspanning
Planner
Medewerkers met bedrijfsvoertuig Medewerkers met bedrijfsvoertuigen medewerkers
Per direct
3%
directie P&O Chef werkplaats
medewerkers medewerkers medewerkers
Per direct Per direct Per direct
3% 10% 3%
Directie
KAM
2015
85%
Directie
2016
5%
Directie Directie Directie
Planning personeel KAM KAM KAM
2015 2018 2016
100% 15% 5%
Kam
participanten
2020
8%
Scope 1 (2014/2020 op 6 jaar) 1 Ontwikkelen stimuleringsbeleid voor keuze auto, bijv. aanschaf beperken van nieuwe personenauto’s kiezen voor een A of B label. 2 Het nieuwe rijden invoeren. 3 Digitaal onderhouden van draaiuren en motor kwaliteit 4 5
9 10 11
Scope 2 (2014/2020 op 6 jaar) 1 Omzetten leveringscontracten naar groene stroom t.b.v. verlaging CO2 uitstoot. 2 Aanschaffen LED verlichting of zuinige TL lampen 3 4 5
Zelf energie opwekken zonnepanelen Versterken spouw, dak, glasisolatie Promotiecampagne opzetten t.b.v. Good housekeeping, d.w.z. verwarming, verlichting uitdoen in ruimtes waar niemand is, etc; Concrete maatregelen invoeren in dit kader: - Dubbelzijdig printen - Digitalisering van loonstroken e.d. - Energiescan ondergaan en acties uitvoeren
Scope 3 (2015/2020 op 6 jaar) 1 Geen meting Initiatief slimme reistijden 1 Slimme reistijden
Datum aanpak
besparing
Pagina 19
Energie managementplan 5.5
VERANTWOORDING REDUCTIE DOELSTELLINGEN
Voor elke reductie doelstelling zoals genoemd in het kansen schema is de verantwoordelijke vastgesteld. De verantwoordelijke draagt er zorg voor dat er eens per half jaar gerapporteerd wordt over de voort gang en de resultaten per reductie doelstelling. Ieder rapportage moment wordt voor verspreiding voorgelegd aan de directie. Onderstaande tabel geeft het totaal van bereikte reductie op de totale uitstoot. Hulpbronnen Ton-CO2 /FTE KG-CO2 /werkuur
Basisjaar 2013 32 niet bekend
2014 36 14,58
Resultaat Ton/% - 4/-12,50%
Conclusie m.b.t. kansenschema en totaal aan reductie: Wij kijken nu naar het totaal van 2014. Uit bovenstaande tabel blijkt dat maatregelen zoals de training bewustwording een positieve invloed hebben op de totale balans van uitstoot. Door onze investeringen zal in de komende jaren een verschuiving plaats vinden van Diesel naar elektra. Dit kan emissie naar scope 2 laten verschuiven. Door deze duurzaam in te kopen mogelijk zelf op te wekken, heeft dit wel een positieve uitwerking op onze Co2 uitstoot.. Als wij de uitstoot in % kwantitatief beoordelen zien wij een beloning van onze inspanningen per kengetal. Verder zien wij dat er een verschil ontstaat tussen uren en medewerkers. Onderzoeken moeten uitwijzen of wij ingehuurde krachten welke gebruik maken van onze diesel volledig meegenomen hebben. Mogelijk zijn er nog meer uren gemaakt maar niet meegenomen in de uren. De registratie bij zwaar materieel op draaiuren en motor label kan hier uitkomst bieden. Dit gaan wij ook in 2015 bijhouden en onderzoeken.
5.6 BEPALEN STRATEGIE SCOPE 3 EMISSIES In dit hoofdstuk wordt de strategie per scope 3 emissie bepaald aan de hand van de kwantitatieve dominantie analyse. Deze strategie is gebaseerd op de belangrijkste ketenpartners. Deze zijn bepaald voor Jos Scholman als onderstaande: A-Leveranciers Opdrachtgevers
Scope 3 emissie
Omvang in ton CO2
Purchased Goods & Services
6873,70
Transportation & Distribution
387,92
Waste Generated in Operations
1476,95
Employee Commuting
641,27
strategie Het maken van afspraken met A-leveranciers, en trachten zoveel mogelijk A-leveranciers met Certificaat in te huren Het verminderen van de CO2-uitstoot van het transport Reductie in de bewerking van afval stromen. Deze zijn aan de hand van de Keten analyse Groen Aval bevonden Verminderen van de hoeveelheid woon-werk kilometers.
Pagina 20
Energie managementplan 5.7 PLAN VAN AANPAK SCOPE 3 REDUCTIEDOELSTELLINGEN In dit hoofdstuk wordt de bepaalde strategie uitgewerkt in concrete doelstellingen en bijbehorende maatregelen. De voortgang van de reductiedoelstellingen wordt in de voortgangsrapportages beschreven. In de lijst van A-Leveranciers is er al een inventarisatie gemaakt van de A-leveranciers met een CO2-Prestatieladder certificaat. Bij deze zitten ook al een aantal onderaannemers. Onderstaande A-leveranciers hebben een Certificaat. In de aankomende jaren zullen we trachten samen te werken met A-leveranciers die een certificaat hebben of vragen om CO2 gegevens van relevante goederen. Aannemingsbedrijf Gebr. van ’t Hek BV N3 Antea Realisatie BV N5 Beelen Group N5 Den Hartog Bouwmateriaal BV N3 Heras Nederland N5 Insituform Rioolrenovatietechnieken BV N3 Meijerink Wegenbouw BV N3 Nijmeegse Betonindustie De Hamer BV N3 Pilkes Infra N5 Strabag BV N5 Theo Pouw BV N3 Van Oord Handel en Transport BV N5 Visscher BV N3 Wim van Breda BV N3 ZUIT BV N4 Strategie
Reductiedoelstelling
Plan van aanpak maatregelen
Het maken van bindende afspraken met Aleveranciers
5% CO2 reductie realiseren in de keten
Q1-2016: inventariseren van het aantal Certificaten bij de onderaannemers. Q3-2016: maken van adviserende afspraken met onderaannemers om Co2 reducerende maatregelen in te voeren.
Het verminderen van de CO2-uitstoot van het transport
Reductie in de bewerking van afval stromen. Deze zijn aan de hand van de Keten analyse Groen Aval bevonden
Verminderen van de hoeveelheid woonwerk kilometers.
5% CO2 reductie realiseren t.b.v. het transport van de leverancier
5% CO2 reductie van verwerkingsmogelijkheden van groen afval.
Hier wordt geen concrete doelstelling aan gekoppeld.
Q1-2016: De werkelijke hoeveelheid afval in kaart brengen (in overleg met de afvalverwerker). Q2-2016: Op basis van het daadwerkelijke verbruik acties inzetten om de hoeveelheid afval anders te verwerken. Q1-2016: De werkelijke hoeveelheid afval in kaart brengen. Q2-2016: Op basis van het daadwerkelijke verbruik acties inzetten om de hoeveelheid afval anders te verwerken. Continu: Medewerkers stimuleren om te carpoolen of om lopend met de fiets naar het werk te komen.
Pagina 21
Energie managementplan 6
COMMUNICATIE (1C/2C/3C/4C/5C)
Het opstellen van een energiemanagement plan en reductiedoelstellingen is een stap in de goede richting van het daadwerkelijk reduceren van onze CO2 uitstoot. Communicatie omtrent ons doel, onze ingeslagen weg en de behaalde resultaten is echter net zo belangrijk. Transparant en open communiceren zijn hier de sleutelwoorden om het draagvlak bij het personeel te creëren en te vergroten. Eén ieder is van belang voor het te behalen resultaat. Naast interne transparantie en openheid in de communicatie hanteren wij de zelfde normen voor de externe communicatie. Hiermee tonen wij onze maatschappelijke verantwoording voor onze bedrijfsactiviteiten en de wil om de activiteiten met zo min mogelijk belasting voor mens en milieu te volbrengen. Naast het milieu aspect heeft het terug dringen van ons energiegebruik een bedrijfseconomisch aspect in het verlagen van onze energierekeningen. Onderstaand hoofdstuk behandeld de interne en externe communicatie omtrent de CO2 prestatieladder in 2014/2015 alsmede de doelstellingen die wij na streven en de resultaten die wij behalen. 6.1
DOELSTELLING
Het doel van onze communicatie is middelen en momenten van onze communicatie omtrent de CO2-Prestatieladder vast te leggen. Zo kunnen wij onze interne en externe belanghebbenden informeren en stimuleren rondom de CO2 prestaties, resultaten en reductie doelen van Jos Scholman. Naast het algemene doel van informeren betreft het hier ook specifiek het doel om bewustzijn omtrent CO2 uitstoot te bewerkstelligen. CO2-initiatieven stimuleren om met ideeën, voorstellen en maatregelen het energieverbruik verder te reduceren. Het kan hierbij zowel gaan om mogelijkheden voor persoonlijke bijdragen alsook optimalisaties binnen het bedrijf, aangedragen van zowel interne als externe belanghebbenden. 6.2
BELANGHEBBENDEN
Alvorens wij als Jos Scholman naar buiten treden met informatie omtrent de CO2-Prestatieladder en de daarbij inherent zijnde CO2 reductiedoelstellingen is het wezenlijk belang dat we weten wie we willen bereiken. Het belang van dit feit zit verscholen in de kans en of het risico van het wel of niet slagen in onze doelstellingen. Onderstaand gaan wij kort in op de voor ons van belang zijnde belanghebbenden:
6.3
Interne belanghebbenden Directie Kantoor personeel Uitvoerend personeel Opdrachtgevers RWS Provincie Lokale overheden Waterschappen Overigen Leveranciers Transporteurs Onderaannemers Arbeidsmarkt
COMMUNICATIEMIDDELEN
Voor het bereiken van de verschillende groepen belanghebbenden heeft Jos Scholman diverse typen media geselecteerd. De selectie is gebaseerd op de onderverdeling in interne en externe belanghebbenden. Onderstaand wordt voor de twee verschillende groepen separaat besproken hoe Jos Scholman bedrijven de communicatie gaat opzetten. De onderstaande middelen gebruiken wij voor de Interne communicatie:
Pagina 22
Energie managementplan Interne communicatie : Managementoverleg Tijdens het management overleg zal 4 keer per jaar de voortgang en de resultaten van de CO2 reductiedoelstellingen worden beoordeelt tijdens het zogenoemde management review. Tijdens deze review wordt er ook bepaald of bepaalde documenten / procedures / doelstellingen aangepast dienen te worden op basis van de resultaten. De hieruit volgende management rapportage is de basis voor alle overige communicatie middelen / momenten. Uitvoerders overleg Tijdens het uitvoerders overleg wordt door de KAM-coördinator een update gegeven van de stand van zaken omtrent ongevallen, bijna ongevallen, toolboxmeeting en eventueel belangrijke onderwerpen voor dat moment. Hierin wordt meegenomen de halfjaarlijkse update omtrent onze CO2 footprint. Dit overleg met verslag legging, vind tweewekelijks plaats, hierbij zijn aanwezig: • Projectleiders • Uitvoerders • Planners • Werkvoorbereiders • Acquisitie • Afvaardiging directie Toolboxmeeting Eén van de speerpunten van ons VGM beleid is het uitvoeren van de toolboxmeeting. Hierin zullen wij in gaan op de voordelen van energiebesparing / brandstof besparing en wat het de samenleving oplevert. Personeelsbijeenkomst Tweemaal per jaar organiseert het bedrijf een personeelsbijeenkomst om het voorjaar en het kalenderjaar af te sluiten. Tijdens deze bijeenkomsten zal de directie de voortgang omtrent de CO2 reductie doelstellingen mededelen. Nieuwsbrief Het kantoorpersoneel van Jos Scholman heeft de mogelijkheid om via intranet nieuws te volgen. Net als op de website zal ook hier een link naar de CO2 prestaties van Jos Scholman bedrijven bekend gemaakt zijn. Deze mail is voornamelijk voor het bedrijfsbureau, het magazijn en de werkplaatsmedewerkers de plek om op de hoogte te blijven van CO2 gerelateerd nieuws.
Externe communicatie : De communicatiedoelstellingen met de externe doelgroep omvatten de volgende acties: De beleidsverklaring op de website van Jos Scholman bedrijven Specifieke aandacht voor CO2 -emissie (footprint) op de website Deelnemerschap aan de CO2 Prestatieladder Website De externe transparantie (lees communicatie) komt voornamelijk tot stand via de website www.josscholman.nl. Om deze transparantie te kunnen realiseren is op de website het kopje Duurzaam en CO2 (onder kopje over Jos Scholman) aangemaakt worden met gerelateerde onderwerpen en rapporten worden ondergebracht. Eens per kwartaal zal de CO2 rapportage hier openbaar gemaakt worden. Financiën Kosten gerelateerd aan het energiemanagement plan en alle bijbehorende facetten c.q. bijlagen worden separaat geboekt op de kostenplaats voor de certificeringen. Jaarlijks wordt voor deze kostenplaats door de directie het budget vast gesteld.
Pagina 23
Energie managementplan 6.4
PLANNING
Per jaar wordt door KAM voor de CO2-Prestatieladder in samenspraak met de directie een jaarplanning communicatie opgesteld. Deze planning is gebaseerd op reeds bekende vergaderpatronen die zowel intern als extern vastgelegd zijn. Aansluitend wordt er per communicatie moment aangegeven wat, hoe en door wie er gecommuniceerd wordt alsmede wie er verantwoordelijk is voor de input. Tijdens de jaarlijkse evaluatie van het energiemanagement plan van Jos Scholman worden ook de resultaten van de communicatie matrix besproken en waar nodig bijgesteld. Voor de communicatiematrix van 2014 verwijs ik u naar onderstaande tabel. Doelgroep Medewerkers
Instrument Interne nieuwsbrief
Inhoud Vermelden CO gerelateerde nieuwsitems Activiteiten/lopende zaken en initiatieven vermelden Activiteiten/lopende zaken en initiatieven vermelden CO2 nieuwsitems
Doel Informeren & kennis delen
Streefwaarde Iedere 6 maanden
Actiehouder KAM en MC
Informeren, bewustzijn kweken
Waar mogelijk
KAM
Informeren & draagvlak creëren
Minimaal 2 x per vestiging
KAM
Informeren/kennis delen/draagvlak creëren
2 keer per jaar
KAM/directie
Speciaal ingericht CO2 -blad CO2 footprint/ CO2 reductiedoelstellingen en maatregelen Reductie en doelstellingen
Informeren & kennis delen Informeren/kennis delen/draagvlak creëren
Continu
KAM
2 keer per jaar
KAM
Informeren & kennis delen
Max 4 keer per jaar
Directie
Leveranciers/ beoordeling
milieubelasting
1 keer per jaar
KAM/directie
www.josscholman.nl
Speciaal ingericht CO2 -site
Informeren/kennis delen/draagvlak creëren Informeren & kennis delen
2 keer per jaar
KAM/directie
Informeren/kennis delen/draagvlak creëren
2 keer per jaar
KAM
Posters en flyer
Toolboxmeeting
Medewerkers/ Opdrachtgevers/ Zakenpartners
Kennisdeling bijeenkomsten
www.josscholman.nl
www.josscholman.nl
Werk (Aktie) groepen Onderaannemers Leveranciers Transporteur
verslagen
www.josscholman.nl
CO2 footprint/ CO2 reductiedoelstellingen en maatregelen
Voor de nieuwe projecten met CO2-gerelateerde gunningsvoordeel is er een bijeenkomst georganiseerd voor de werknemers om te communiceren dat deze nieuw gestarte projecten zijn met een CO2-gerelateerde gunningsvoordeel waardoor deze meer onder doe loep worden genomen en dat voor deze projecten een aparte CO2 footprint is berekend. 6.5
RISICO`S
Zoals bij het opstellen van ieder communicatiebeleid moet Jos Scholman ook hier rekening houden met de mogelijke risico´s. De volgende risico´s zouden een mogelijk scenario kunnen zijn: Medewerkers krijgen te veel informatie waardoor ze CO2 moe kunnen worden en daardoor geen bijdrage leveren aan het te creëren draagvlak. Te weinig communicatie tussen de afdelingen KAM en Marketing en waardoor de uit te dragen boodschap niet eenduidig, helder en actueel is. Beëindiging arbeidsovereenkomst van sleutelpersonen. Te weinig medewerking vanuit de vestiging die moet zorgen voor de benodigde input. Deze risico´s denken wij op de volgende manieren te ondervangen: -
Ook aandacht voor nieuws wat een meerwaarde heeft en niet beperken tot zaken die verplicht zijn. Maandelijks één moment prikken om de CO2 /energiereductie gerelateerde zaken te bespreken en zo op de hoogte te blijven. In diverse overleg structuren (waaronder MT-overleg en vestigingsoverleg) CO2/MVO als vast agendapunt opnemen. Pagina 24
Energie managementplan -
Controle op de realisatie van het communicatieplan vindt bij de kwartaal evaluatie plaats aan de hand van prestatie-indicatoren. Deze stuurcyclus wordt standaard elk kwartaal uitgevoerd in het kader van het KAM- systeem.
Conclusie m.b.t. communicatie Medewerkers zijn geïnformeerd en op de hoogte gebracht van de prestaties en maatregelen. De interne nieuwsbrief is terug gebracht naar 2 keer per jaar. Dit voldoet aan de gerezen informatie behoefde. Externe communicatie verloopt direct of via de CO2 adviseur van Co2seminar.nl. Kennisdeling vindt plaats in de werkgroep ‘bedrijfsmiddelen groot’ van NLco2Neutraal waarin branche genoten participeren. Tevens nemen wij deel op de website van de Nederlandse klimaatcoalitie. En er is deelname aan de BAC (Bouwend Nederland Adviescommissie). 6.6
BUDGETPLAN
Door het Managementteam van Jos Scholman werd in 2014 besloten om over te gaan tot certificering van de CO2Prestatieladder. Daarmee werd impliciet het benodigde budget beschikbaar gesteld voor het behalen en behouden van het CO2-bewust certificaat niveau 5. Dit houdt in dat de interne werkzaamheden en verantwoordelijkheden voor de CO2-Prestatieladder deel zullen uitmaken van het takenpakket van de KAM- coördinator. In het bedrijfshandboek is het onderdeel Organisatiestructuur hierop aangepast. Specifieke begroting van de tijdbesteding voor de CO2 -Prestatieladder vindt verder niet plaats. Bestedingen met betrekking tot ingekochte goederen en diensten in het kader van de CO2 certificering zijn wel in de budgetplanning opgenomen. Het budgetplan is opgesteld conform de eis 3.D.2. van het handboek CO2-Prestatieladder versie 3.0 van SKAO. In de volgende tabel is het besteedbare budget voor de CO2-Prestatieladder niveau 5 als volgt gespecificeerd. Budgetplan Besteedbaar budget CO2-prestatieladder 2014 tot 2017 Certificatie Implementatie-audit certificatie ladderniveau 5 € Opvolgingsaudit 1 € Opvolgingsaudit 2 € Hercertificeringsaudit € Evaluatie carbon footprint gegevens € Inrichten en beheer Co2 portfolio € Participatie Tarief SKAO - CO2-Prestatieladder € Cumela Nederland - branchevereniging € NL Co2 Neutraal € MKB infra € Publicatie Aanmaken websitepagina CO2-prestatieladder € Aanpassen website tekst € Communicatie Media, magazines en brochures € Interne en externe nieuwsberichten € CO2-reductie Installeren energiezuinige maatregelen € Uitvoeren energie management plan € Totaal €
3595 2958 2958 3755 1550 4000 2000 1000 1000 1200 750 250 600 600 5500 2500 34216
Pagina 25
Energie managementplan 7
PARTICIPATIES (1D/2D/3D/4D/5D)
Dit hoofdstuk heeft betrekking op invalshoek D, te weten “Participatie”, zoals omschreven in het Handboek CO2 prestatieladder d.d. 04-04-2014. Onderdeel van het energiemanagement plan is dat wij pro actief bezig zijn met de markt ontwikkelingen omtrent CO2 reductie. Sinds enkele jaren word er door Jos Scholman bedrijven actief een milieu beleid uitgezet om milieu besparende maatregelen toe te passen. Momenteel zijn wij lid van onderstaande branche verenigingen c.q. initiatieven: • Cumela • Werkgroep ‘verbruiksmiddelen groot’ van NL co2 Neutraal • Deelname aan de Nederlandse klimaatcoalitie • BAC Nederland • VHG • CROW SKAO MKB infra Deze lidmaatschappen zijn van wezenlijk belang om de nieuwste ontwikkelingen qua CO2 reductie te volgen. In paragraaf 7.2 en 7.3 zullen wij twee branche verenigingen verder inhoudelijk toelichten. 7.1
STICHTING NL CO2 NEUTRAAL
Stichting Nederland CO2 Neutraal heeft als doel bedrijven en organisaties te stimuleren en te ondersteunen om toe te groeien naar een klimaatneutrale onderneming. Dit doen we omdat we erin geloven dat we op deze manier een betere toekomst kunnen creëren voor nu maar zeker ook voor later. Wij gaan voor schonere bedrijven en minder afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Daarnaast willen we bedrijven die deelnemen aan de CO2-Prestatieladder de kans bieden om te voldoen aan twee eisen 3.D.1 en 5.C.1. Deelname aan Stichting Nederland CO2 Neutraal betekent dat je actief deelneemt aan een initiatief en dat je deelneemt aan een CO2 reductieprogramma. In de werkgroep ‘verbruiksmiddelen groot’, word kennis gedeeld om duurzame en Co2 beperkende maatregelen in te zetten binnen ieders bedrijf. 7.2
KETEN PARTICIPATIE
Met belangrijke opdrachtgevers, combinanten en andere netwerkorganisaties (MKB infra) worden contacten onderhouden (o.a. in bouwvergaderingen en landelijke bijeenkomsten) waarin ad hoc wordt gecommuniceerd over het energie reductiebeleid. Gezocht wordt naar mogelijkheden om met een of meer partner(s) samen te werken in een project waarbij het terugdringen van de CO2-emissie tot één van de doelstellingen behoort. Groenafval (snoeihout)wordt afgezet naar een erkend groenrecycling bedrijf. Het aangaan van de dialoog met de partners (onderaannemers) en toeleveranciers ten aanzien van het energieverbruik, en de CO2-emissies als gevolg daarvan, voortvloeiend uit de producten en diensten die zij leveren, bevindt zich in het beginstadium.
Pagina 26
Energie managementplan Conclusie m.b.t. participatie In het afgelopen jaar zijn er 3 bijeenkomsten geweest van Stichting NL CO2 Neutraal. Binnen het platform is vooral aandacht geweest voor het bezetten van plaatsen voor de beoogde besparingen (3.D.1).De komende jaren gaan wij ons richten op kennisdeling. Onderstaand participatie schema is toegevoegd. Participatie Verbruiksmiddelen groot
SKAO Werkgroep duurzame grondstoffen sportvelden Scholman sport promotie De Nederlandse Klimaatcoalitie
Inhoud CO2 reductiebeleid, doelstellingen en maatregelen, sociale innovatie (zie 3D1) Vermelden CO2 gerelateerde nieuwsitems Activiteiten/lopende zaken en initiatieven vermelden
Doel Informeren/kennis delen/draagvlak creëren en initiatief nemen
Streefwaarde 4x per jaar naar behoefde
Actiehouder KAM tevens initiatiefnemer
Informeren & kennis delen Informeren & draagvlak creëren
Iedere 6 maanden Minimaal 2 x per jaar
KAM
Sponsoring niet gemotoriseerde bewegingsactiviteiten Een coalitie die samen werkt aan een CO2 neutrale bedrijfsvoering.
Active mensen
jaarlijks
Directie
Externe bedrijfsvoering
jaarlijks
KAM
Directie
Pagina 27
Energie managementplan 8
DE UITVOERING VAN DE CO2 REDUCTIEDOELSTELLINGEN
Het principe van de CO2-Prestatieladder is gebaseerd op de Plan, Do, Check, Act cyclus: 1. Plan:beleid en doelstellingen 2. DO: implementatie en uitvoering 3. CHECK: monitoren en controle 4. ACT: continue verbetering Doelstellingen vastleggen, werkzaamheden plannen en uitvoeren, voortgang en resultaten monitoren en op basis van de resultaten het bijstellen van de doelstellingen of het genereren van nieuwe. Deze norm, in combinatie met de SMART methodiek voor het opstellen van de doelstellingen vormt de basis voor de CO2 reductie. 8.1
PLAN
De analyse van het energieverbruik en het opstellen van de energie reductiedoelstellingen, vormen samen de plan fase. In hoofdstuk 5 worden de reductiedoelstellingen inhoudelijk omschreven. Alle reductie kansen zijn opgenomen in het kansenschema. Het kansenschema wordt ieder half jaar herzien m.b.t. nieuwe kansen en behaalde resultaten. Op deze manier blijft het schema actueel. Onderstaande nieuwe kansen wachten op implementatie:
Aankoop van bedrijfswagens met schonere Euro 5 respectievelijk Euro 6 motoren Aankoop van personenauto’s met energielabel A, dan wel minimaal een groen label Gebruik minder schadelijke Aspen brandstof voor apparatuur Stimuleren inzet accuheggenschaar in plaats van motorheggenschaar Inkoop groene stroom windenergie Aanpassingsplan zuiniger verlichting bedrijfspand met 2% elektriciteitsreductie in 2015 Registratie en evaluatie van de verschillende energiestromen Uitvoeren van de CO2-emissie inventaris en het opstellen van de CO2- footprint Invoeren van het Nieuwe draaien Gebruik van FSC hout Afvalscheiding ten behoeve van afvoer naar erkende recyclingbedrijven Levering groenafval voor productie van biomassa (certificaat CO2 reductie)
Doel In de planningsfase worden taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de GHG inventarisatie belegd. Resultaat De (hoofd) resultaten van de planningsfase zijn: Taken en verantwoordelijkheden belegd Activiteiten De volgende stap worden tenminste jaarlijks doorlopen: Beleid bepalen mbt inventarisatie De stap word in de volgende subparagrafen uitgewerkt. Beleid bepalen mbt inventarisatie Het effect van de maatregelen ter verbetering van de inventarisatie worden beoordeeld. Dit wordt gedaan aan de hand van het inventarisatierapport van de KAM coördinator en de voorgestelde maatregelen. Over de voorgestelde maatregelen wordt besloten voor uitvoering. Daartoe wordt budget vrijgemaakt en activiteiten ingepland en toebedeeld. (zie EMP en participatie) Documenten: Managementreview, Kwartaalrapportage Functieomschrijvingen: MT, bestaande uit: Directie, bedrijfsleider.
Pagina 28
Energie managementplan 8.2
DO
Doel In de do-fase, implementatie en uitvoeringsfase, wordt de inventarisatie uitgevoerd. Resultaat De (hoofd) resultaten van de implementatie- en uitvoeringsfase zijn: - Verzamelen energie verbruiken over periode Procesoverzicht De implementatie- en uitvoeringsfase betreft de volgende onderdelen: 1. Registreren energie hoeveelheden De verschillende onderdelen van de implementatie- en uitvoeringsfase worden in de volgende paragrafen uitgewerkt. Registreren energie hoeveelheden De registraties worden per energieaspect geregistreerd. Conform de volgende instructie. Energieaspect Aardgas gebouwen
Frequentie Per dag
Uitvoering door Medewerker
Registratiedocument Stedin e-portal
Elektriciteit gebouwen Brandstoffen wagenpark
Per dag Per dag
Zakelijk gebruik OV Zakelijk gebruik vliegreizen Woon werkverkeer
n.v.t. n.v.t. Half jaarlijks
Medewerker Medewerker planning n.v.t. n.v.t. KAM iom P&O
Stedin e-portal Excel document met registratie alle tankingen n.v.t. n.v.t. Lijst personeelsbestand P&O
Afval hoeveelheden
Jaarlijks
KAM i.o.m. inkoop
Grootboekrekeningen financiële adm. / onderliggende facturen
Waterverbruik Papierverbruik
Per half jaar Half jaarlijks
medewerker KAM i.o.m. inkoop
Watermeter Ricoh portal
Documenten: CO2 footprint (jaar/halfjaar).xls CO2-Emissieverantwoording (jaar) (halfjaar) Functieomschrijvingen: Financieel Administratief Medewerker KAM coördinator
Pagina 29
Energie managementplan 8.3
CHECK
Doel Doel is om de uitgevoerde registratie te controleren op fouten, omissies, onvolledigheden, inschattingen, gebruik van formules en conversiefactoren. Resultaat De (hoofd) resultaten van de controlefase zijn: Gecontroleerde registratie Actuele conversiefactoren CO2 footprint Activiteiten De controlefase betreft de volgende onderdelen: Beoordelen registraties; Bijwerken / controleren conversiefactoren; Opstellen CO2 footprint. De verschillende onderdelen van de controlefase worden in de volgende paragrafen uitgewerkt. Beoordelen registraties Norm Appendix C van de GHG Corporate Value Chain (scope 3) Accounting and Reporting Standard (WBCSD/WRI, september 2011) Proces De KAM coördinator beoordeeld de registratie op de volgende punten: Is de boundary nog toereikend? (zijn er organisatiedelen bijgekomen?) Zijn er nieuwe energie aspecten bijgekomen (moet administratie worden uitgebreid) Zijn de registraties accuraatheid, zonder afwijkingen, fouten, en zaken hiaten, zijn de juiste bronnen gebruikt, zijn de juiste formules gebruikt? etc. Inschattingen worden gemaakt, daar waar registratie niet toereikend is Documenten: CO2-Emissieverantwoording (jaar/halfjaar} Functieomschrijvingen: KAM coördinator Bijwerken conversiefactoren Norm Handboek CO2-Prestatieladder Diverse bronnen: Ecoinvent database, Nationale Milieu Database Proces De KAM coördinator controleert de wijzigingen op de conversiefactoren en voert die in het rekenblad voor de CO2 footprint berekening: CO2 footprint (jaar/halfjaar) .xls
Pagina 30
Energie managementplan Documenten: CO2 footprint (jaar/halfjaar).xls Functieomschrijvingen: KAM coördinator Opstellen CO2 footprint Norm ISO14064-1: 2006 Greenhouse gases – Part1 Proces De gegevens uit de registratie en de conversiefactoren vormen de basis voor de Co2 footprint berekening. De berekening wordt automatisch gemaakt in de Excel Inventarisatie Co2 footprint.xls. De Co2 footprint wordt halfjaarlijs opgesteld door de KAM coördinator. Documenten: Co2 footprint (jaar/halfjaar).xls Co2-Emissieverantwoording (jaar/halfjaar).xls Functieomschrijvingen: KAM coördinator
Pagina 31
Energie managementplan 8.4
ACT
Doel In de act fase wordt op basis van de inventarisaties maatregelen vastgesteld om de inventarisatie te verbeteren. Resultaat De (hoofd) resultaten van de planningsfase zijn: Vaststelling compleetheid GHG inventarisatie; Vaststelling nauwkeurigheid GHG inventarisatie; Vaststelling verbeterpunten GHG inventarisatie; Vaststelling maatregelen GHG inventarisatie; Activiteiten De volgende stappen worden tenminste jaarlijks doorlopen: Beoordelen compleetheid GHG inventarisatie; Beoordelen nauwkeurigheid GHG inventarisatie; Definitie maatregelen aan de hand van resultaten compleetheid en nauwkeurigheid; De stappen worden in de volgende subparagrafen uitgewerkt. Beoordelen GHG inventarisatie: compleetheid, nauwkeurigheid en evt. maatregelen Norm Appendix C van de GHG Corporate Value Chain (scope 3) Accounting and Reporting Standard (WBCSD/WRI, september 2011) Proces In dit proces wordt per kwartaal gekeken t.a.v. fouten, omissies, inschattingen, consistentie, juist gebruik formules en conversiefactoren. Vastgesteld wordt welke delen van de inventarisatie verbeterd moet worden. Gelet wordt op verbeteringen op het gebied van registraties, instructies, trainingen, meetinstrumenten, controles, formules en nieuwe conversiefactoren. Verantwoordelijk is de directie. Aan de hand van de beoordeelde compleetheid en nauwkeurigheid worden maatregelen voorgesteld. Verantwoordelijken worden benoemd voor de uitvoering. De maatregelen worden opgenomen in MT-overleg. Verantwoordelijk is de directie. Milieuaspect Gas (m3) Elektraverbruik (kWh) Water (m3) Brandstofverbruik (l) Gereden km’s Papierverbruik (pak 500 vel) Ingekochte materialen
Boundary toereikend Ja Ja Ja Ja Nee Ja
Registratie accuraat Ja Ja Ja Ja Nee Ja
Gebruik van aannames/ inschattingen/verdeelsleutels
Nee
Ja
Niet altijd juiste CO2 conversiefactor, benadering / ketenanalyses / dominantieanalyse Zie opmerking
Bedrijfsafval (l) Ja Nee Zijn er nieuwe milieu/energie-aspecten bijgekomen? Nee Opmerkingen
Privé niet in beeld derhalve aanname Inkoop administratie
Het bedrijfsafval wordt geregistreerd aan de hand van ledigingen van containers met een bepaalde literinhoud. Waarschijnlijk zijn de containers niet altijd vol maar wordt wel de maximale capaciteit geregistreerd. De brandstofregistratie daarentegen is wel volledig. Verbruik Aspen, olie en papier is bepaald o.b.v. inkoop. Voorraad is hierin niet afgetrokken zodat daadwerkelijke verbruik niet in beeld is c.q. wordt toegeschreven aan juiste tijdsinterval.
Documenten: MT- verslage(half) jaarrapportages (half) jaarrapportages Pagina 32
Energie managementplan
Dit energie managementplan is opgesteld conform de energienorm NEN-ISO 50001/EN 16001 en wordt door de directie onderschreven. Bewaking van de realisatie van dit plan is geborgd door de opneming ervan in de Monitor verbeteringen van het KAM- systeem.
Pagina 33