ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN 2016-2020 SPIE NEDERLAND BV
REVISIE 01 23 JUNI 2016 © SPIE NEDERLAND B.V. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN. DE DISTRIBUTIE EN VERMENIGVULDIGING VAN DIT DOCUMENT OF DELEN HIERVAN IS ALLEEN MET SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING VAN SPIE TOEGESTAAN. AFGEDRUKTE VERSIES VAN DIT DOCUMENT ZIJN ONBEWAAKTE EXEMPLAREN. VOORDE MEEST ACTUELE VERSIE DIENT ALTIJD SPIE INTRANET GERAADPLEEGD TE WORDEN.
ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN 2016-2020
DOCUMENT INFORMATIE VERSIE:
OPGESTELD DOOR:
01
M.A. van Dijck
VRIJGAVE DOOR:
DATUM:
WIJZIGINGEN:
23-06-2016
Eerste uitgave
02 03 04 05
Lei Ummels Algemeen Directeur
Datum: 23-06-2016
Pagina 2 /19
3.b.2 energiemanagement actieplan 2016-2020 v1.docx
ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN 2016-2020
INHOUDSOPGAVE Status van dit document ..................................................................................... 4 1.1 1.2
Doel van dit document ................................................................................................... 4 Geldigheid ...................................................................................................................... 4
2. Beschrijving van de organisatie .................................................................... 4 2.1 2.2
SPIE Nederland B.V. ...................................................................................................... 4 Organisatorische grenzen .............................................................................................. 5
3. Reductie doelstellingen en maatregelen ...................................................... 6 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Reductiedoelstellingen 2016-2020................................................................................. 6 Het nieuwe rijden – E-driver ........................................................................................... 7 Aankoop groene stroom ................................................................................................. 7 Eigen opwek met behulp van zonnepanelen ................................................................. 7 Reductie energieverbruik bedrijfspanden ...................................................................... 8 Duurzame diensten / producten (scope 3 downstream) ................................................ 8
4. Monitoren en rapporteren van de voortgang ................................................ 8 5. Verbeteren bepaling CO2 Footprint .............................................................. 9 5.1.1
Verbetermaatregelen ............................................................................................ 10
6. Dialoog, participaties en initiatieven ........................................................... 11 6.1
Verbeterpunten naar aanleiding van dialogen met NGO’s .......................................... 11 6.1.1 Dialoog MVO Nederland 28 augustus 2015 ......................................................... 11 6.1.2 Dialoog Gemeente Breda ..................................................................................... 11 6.1.3 Dialoog Monique Voogt 20 juni 2016 ................................................................... 11 6.1.4 Dialoog Annette Augustijn 20 juni 2016 ............................................................... 12
7. Participaties................................................................................................ 13 8. Initiatieven SPIE ......................................................................................... 15 8.1 8.2
Dubbel Duurzaam (WoonPlus) .................................................................................... 15 Wind Wheel .................................................................................................................. 15
Bijlage 1: Actielijst............................................................................................. 16
Datum: 23-06-2016
Pagina 3 /19
3.b.2 energiemanagement actieplan 2016-2020 v1.docx
ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN 2016-2020
Status van dit document 1.1
Doel van dit document
Dit document benoemt de CO2 reductiedoelstellingen van SPIE Nederland B.V. voor de periode 2016 2020 en beschrijft de wijze waarop deze reductiedoelstellingen zullen gaan worden behaald. De basis voor dit document is de Voortgangsrapportage Milieuzorg 2015 en het Energie audit verslag 2015.
1.2
Geldigheid
Dit energiemanagement actieplan is opgesteld voor de periode 2016-2020 en is overeenkomstig met ISO 50001.
2. Beschrijving van de organisatie 2.1
SPIE Nederland B.V.
SPIE Nederland B.V. is onderdeel van het Franse SPIE Operations. welke dochterondernemingen heeft in o.a. Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. SPIE is Europees leider wat betreft diensten op het gebied van elektriciteit, mechanica, HVAC, energie en communicatiesystemen. SPIE verbetert de kwaliteit van onze leefwereld en draagt bij aan de verdere ontwikkeling daarvan door overheden en ondernemingen te begeleiden bij het ontwerp, de realisatie, het gebruik en onderhoud van installaties die minder energie verbruiken. De gezamenlijke ambitie van SPIE is het ontwikkelen van een betere toekomst door het aanbieden van innoverende en duurzame oplossingen. Als leider op het gebied van Multi-technische dienstverlening willen wij doorgaan met onze Europese ontwikkeling op de markten van energie-efficiënte producten en diensten die steeds sneller zullen groeien om te kunnen voldoen aan de milieuproblematiek van vandaag en morgen. SPIE Nederland B.V. richt zich daarbij op:
E-fficient Buildings Smart City Industry Services Energies
SPIE Nederland B.V. heeft ongeveer 3400 Full Time Employees in dienst in 4 verschillende divisies op 39 verschillende locaties in Nederland (status per heden).
Datum: 23-06-2016
Pagina 4 /19
3.b.2 energiemanagement actieplan 2016-2020 v1.docx
ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN 2016-2020
2.2
Organisatorische grenzen
De uiteindelijke boundary waarvan de CO2-uitstoot over 2015 gerapporteerd is, wordt hierna beschreven. Reeds bestaande werkmaatschappijen: B.V.s SPIE Nederland B.V. Gebr. van der Donk Civiel B.V. SPIE Controlec Engineering B.V. Electric Engineering Installation B.V. Infrastructure Services & Projects B.V. Jansen Venneboer B.V. Jansen Venneboer Beheermaatschappij B.V. Jansen Venneboer Beheer & Onderhoud B.V. Jansen Venneboer Advies B.V. GPE Technical Services B.V.
V.O.F.s Combinatie Croon-SPIE (CCS) V.O.F. Combinatie Croon-Spie-Wolter&Dros V.O.F. (CSWE) Combinatie Hyacint V.O.F. Spie-Cegelec Maintenance V.O.F. DSC Maintenance VOF Gietwalsonderhoudcombinatie (GWOC) B.V. (50%) Ventus Zeewolde V.O.F. Combinatie Van Heteren - Jansen Venneboer
De SPIE Nederland organisatie bestaat uit de volgende operationele divisies:
SPIE Industry Services SPIE Building Systems SPIE Infra SPIE ICS
Datum: 23-06-2016
Pagina 5 /19
3.b.2 energiemanagement actieplan 2016-2020 v1.docx
ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN 2016-2020
3. Reductie doelstellingen en maatregelen Op basis van de analyse van de afgelopen periode (2011-2015) hebben we vastgesteld dat het uitdrukken van de reductiedoelstellingen in CO2 per FTE een slechte keuze is geweest. Het aantal FTE is geen goede representatie gebleken van de omvang van de activiteiten van de organisatie. Ook de omzet blijkt hiervoor geen goede indicator te zijn (zie Voortgangsrapportage 2015). Dit inzicht heeft geleid tot een nieuwe insteek bij het bepalen van de nieuwe reductiedoelstellingen. Daarnaast wijst de dominantieanalyse uit dat de scope 3 emissies van SPIE een veel grotere impact hebben dan de scope 1 en 2 emissies.
3.1
Reductiedoelstellingen 2016-2020
In onderstaande tabel zijn de reductiedoelstellingen voor de periode 2016-2020 samengevat. over de periode. In de onderliggende paragrafen worden deze nader uitgewerkt. CO2 reductie-doelstelling
Emissiestroom Maatregel Scope 1 Bedrijfsvervoer
Scope 2Elektriciteit Scope 2Elektriciteit Scope 2Elektriciteit
Scope 3 downstream duurzame producten / diensten
E-driver: Implementatie van een veiligheids- en duurzaamheidsprogramma voor het gebruik van leaseauto’s gebaseerd op “Het nieuwe rijden” (zie par. 3.2) Vergroening van grijze stroom door aanschaf van Nederlandse windstroom certificaten (GVO’s). (zie par. 3.3) Vergroening van grijze stroom door eigen opwek middels zonnepanelen op de bedrijfspanden van Breda en Elsloo
2% reductie per actieve deelnemer.
Velsertunnel project (zie par. 3.6)
33,6 ton CO2 + 50% besparing via LED lampen op normale verlichting. (zie par. 3.6)
40% van het in 2015 gemeten elektriciteitsverbruik is in 2020 groen. 1,5% van het totale elektraverbruik van SPIE Nederland.
(zie par. 3.4) Reductie energieverbruik bedrijfspanden 2 % reductie gas per m2 (nader te middels toepassen van nieuwe technologie bepalen zie par.3.5). Deze (zie par. 3.5) kwantificering is een schatting en dus geen harde doelstelling Aanbieden van duurzame diensten / In 20 % van onze aanbiedingen producten. nemen wij adviezen op met Stimuleren van innovaties binnen het betrekking tot duurzame oplossingen bedrijf middels een innovatie wedstrijd op Wij verwachten bij 20% van deze het gebied van duurzame oplossingen voor aanbiedingen de opdracht te onze klanten. (zie par. 3.6) verwerven. SMART Panels (zie par. 3.6) Minimaal 20% van de aanvragen voor besturingskasten van de komende 5 jaar zal geïnformeerd worden over de SMART Panel functionaliteit.
Datum: 23-06-2016
Pagina 6 /19
3.b.2 energiemanagement actieplan 2016-2020 v1.docx
ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN 2016-2020 Het nieuwe rijden – E-driver
3.2
Met behulp van het E-learning programma “E-driver” worden medewerkers aangeleerd hoe zij zuiniger en veiliger kunnen rijden. Dit programma is reeds bij veel bedrijven met succes toegepast waarbij de hierboven vermelde resultaten realistisch zijn gebleken. Het programma is begin 2016 uitgerold in de gehele SPIE organisatie. De Coördinator Milieu bewaakt het programma en rapporteert de resultaten aan de organisatie. Periodiek worden de best presterende medewerkers bekend gemaakt en ontvangen zij een beloning. In een tweede fase kan overwogen worden om deel te nemen aan de Greendriver Challange tussen bedrijven http://www.greendriverchallenge.nl/. Hiermee kan het programma een extra boost worden geven.
3.3
Aankoop groene stroom
Door SPIE worden groene stroom certificaten (Nederlandse Wind) aangeschaft volgens onderstaand schema. Dit moet er in resulteren dat eind 2020 50% van het in 2015 gemeten elektriciteitsverbruik uit groene stroom bestaat. Jaar
2016
2017
2018
2019
2020
% groene stroom t.o.v. referentiejaar 2015
20%
30%
40%
40%
50%
1050 MWh
1400 MWh
1750 MWh
2000 MWh
2350 MWh
€2,75
€2,95
€3,25
?
?
Groene stroom Kosten per MWh
Er is reeds tot en met 2018 een opdracht verstrekt voor de aanschaf van deze certificaten.
3.4
Eigen opwek met behulp van zonnepanelen
SPIE Nederland zal op een aantal daken van haar bedrijfspanden zonnepanelen te plaatsen. Als eerste zal hiervoor de bedrijfshal op de hoofdvestiging in Breda in aanmerking komen. De realisatie daarvan vindt plaats in 2017. Afhankelijk van de ervaringen van deze pilot zullen mogelijk ook andere locaties volgen. De kwantificering van deze maatregel is dus in eerste instantie gericht op deze pilot in Breda. Indicatie resultaten zonnepanelen:
Piekvermogen van één zonnepaneel: 250 W.
Vuistregel gemiddeld vermogen: 250 * 0,85= 212,5 Wh/paneel
1000 volle zonuren per jaar (Nederland) geeft dus een gemiddelde opwek van 212,5 kW/jaar/paneel.
Op een dak van bijvoorbeeld 200 m2, zou met een gemiddelde bezettingsgraad van 0,75 dus 150 m2 gebruikt worden en dus +- 90 panelen geplaatst kunnen worden. Wat goed is voor 8437,5 kW/jaar.
1 dak vol zonnepanelen zorgt al voor een elektrareductie van 1,8% van het totaal elektraverbruik van SPIE Nederland.
Datum: 23-06-2016
Pagina 7 /19
3.b.2 energiemanagement actieplan 2016-2020 v1.docx
ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN 2016-2020
3.5
Reductie energieverbruik bedrijfspanden
In 2015 is de vergroening van het bedrijfspand in Schiedam geïnitieerd. Tevens is er LED verlichting aangebracht in het bedrijfspand in Arnhem. Andere maatregelen zijn:
Oude stookinstallaties vervangen met HR stookinstallaties Beïnvloeding van gedrag van medewerkers (b.v. niet stoken met open ramen) Verbeteren van de isolatie van panden
In 2014 zijn de toen aanwezige bedrijfspanden geïnventariseerd (zie Energiebeoordeling (Energie Audit Verslag)). Gedurende het jaar 2016 worden de installaties en verbruikers in de nieuwe bedrijfspanden in kaart gebracht. Daarmee is dan per pand de besparingspotenties vastgesteld. Omdat op één uitzondering na alle bedrijfspanden gehuurd worden, zijn deze besparingsmaatregelen niet met zekerheid overal door te voeren. Een harde doelstelling zal hier dus niet op kunnen worden gemaakt. De kwantificering van deze doelstelling is daarom een aanname.
3.6
Duurzame diensten / producten (scope 3 downstream)
In 20 % van onze aanbiedingen nemen wij adviezen op met betrekking tot duurzame oplossingen . Wij verwachten bij 20 % van deze aanbiedingen de opdracht verwerven. Deze doelstelling beschrijft daarmee een meetbare inspanning om CO2 emissie te reduceren in de keten. Dit zal worden gestimuleerd door middel van een innovatiewedstrijd binnen de organisatie voor duurzame producten / diensten. Smart Panels CO2 besparing door downtime reductie, energieverbruik per verkochte SMART panel & geen ongeplande en onnodige onderhoud aan besturingskasten zijn elementen waarin wij kwalitatief reductie in zien. Deze zaken worden gemonitord en zodoende gekwantificeerd. Er zijn nog geen kengetallen beschikbaar die een representatieve weergave bieden van de voordelen t.a.v. SMART panels. Velsertunnel project Besparing 7000 km vervoer t.b.v. onderhoud Rijkswaterstaat door functionaliteit waarbij is gekozen voor "Minder tunnel wassen". Dit staat gelijk aan 33,6 ton CO2 per jaar. LED verlichting levert een besparing op van 50% t.o.v. regulieren verlichting. Aangezien de tunnel momenteel in volledig aanbouw is, moet nog later gekwantificeerd worden hoeveel lampen er exact worden opgehangen vanuit het project management.
4. Monitoren en rapporteren van de voortgang Per doelstelling dan wel maatregel wordt een verantwoordelijke aangewezen. Per kwartaal wordt door hen de voortgang gerapporteerd en vervolgens besproken met de directie. Zo nodig worden er correctieve maatregelen getroffen. Daarnaast zal de voortgang half jaarlijks gerapporteerde worden aan de hand van de voortgangsrapportages. Deze worden gepubliceerd op de website van SPIE. Tevens worden de medewerkers van SPIE middels nieuwsbrief, poster en/of narrow casting geïnformeerd.
Datum: 23-06-2016
Pagina 8 /19
3.b.2 energiemanagement actieplan 2016-2020 v1.docx
ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN 2016-2020
5. Verbeteren bepaling CO2 Footprint Vanuit de CO2 prestatieladder wordt verwezen naar de ISO 14064-1 waarin is beschreven hoe de CO2 Footprint dient te worden opgesteld. Bij paragraaf 5.3.2 is daarin aangegeven dat minimaal de CO2 Footprint van het referentiejaar (2011 voor SPIE) dient te worden gecorrigeerd voor wijzigingen in de organisatie. Onder ander als gevolg hiervan bevat de huidige CO2 emissie inventarisatie de volgende belangrijke onzekerheden:
In de periode 2011-2015 zijn er een aantal grote bedrijfsovernames geweest. Om de voorgaande jaren en met name het basisjaar te kunnen corrigeren moeten diverse inschattingen worden gedaan omdat feitelijke meetgegevens van het nieuwe organisatiedeel ontbreken. Daarbij worden de ingeschatte energiestromen van deze organisaties in het jaar van overname ook nog constant verondersteld en op deze wijze geprojecteerd op het basisjaar. Er wordt dus gemakshalve vanuit gegaan dat het betreffende nieuwe organisatiedeel nooit reductie heeft gerealiseerd. Met andere woorden de correcties voor een bedrijf zijn eerder te laag dan te hoog.
Omdat er geen historische gegevens bekend zijn van SPIE ICS en Numac is aangenomen dat het energieverbruik en brandstofverbruik in 2011 voor ICS gelijk was aan het verbruik in 2014 en voor Numac aan die van 2015. Echter voor ICS is het energieverbruik (gas en elektriciteit) in 2014 ook een aanname omdat er geen meetgegevens bekend zijn m.b.t. het energieverbruik van de locaties van ICS (huurpanden). Er is voor het energieverbruik van deze locaties uitgegaan van kengetallen (voormalig SenterNovem). Deze kengetallen zijn gebaseerd op gemiddelden en zijn daardoor een grove benadering en wijken over het algemeen in ongunstige zin af van het werkelijke energieverbruik. Deze onnauwkeurigheid heeft daarmee ook zijn uitwerking op het referentiejaar 2011.
Bij de correctie betreffende de toetreding van SPIE ICS is geen aanpassing uitgevoerd voor vliegreizen en zakelijk verkeer met privé auto’s (scope 2), woon / werkverkeer en afval (scope 3). Hierdoor valt de gecorrigeerde footprint voor 2011 iets lager uit. De CO2 reductie is daardoor iets ongunstiger.
Van de locaties Assen, Apeldoorn, Eindhoven, Houten, Rotterdam en Zoetermeer (SPIE ICS) zijn geen gegevens beschikbaar, omdat de gas en elektra inclusief de huurprijs is en de verhuurder de gegevens niet beschikbaar stelt. Het verbruikte gas en elektra is berekend op basis van de kentallen die gebruikt zijn in de periode 2011-2015 (voormalig SenterNovem).
Van de locatie Delfzijl zijn geen gegevens beschikbaar, omdat de gas en elektra inclusief de huurprijs is en de verhuurder de gegevens niet beschikbaar stelt. Het verbruikte gas en elektra is berekend op basis van de kentallen die gebruikt zijn in de periode 2011-2015 (voormalig SenterNovem).
Van de locatie Terneuzen zijn geen gegevens beschikbaar, omdat de gas en elektra inclusief de huurprijs is, het pand gedeeld wordt met een ander bedrijf en de verhuurder de gegevens niet beschikbaar stelt. Het verbruikte gas en elektra is berekend op basis van de kentallen die gebruikt zijn in de periode 2011-2015.
Voor Numac zijn geen gegevens bekend met betrekking tot vliegverkeer. Gezien de activiteiten van Numac en het zeer beperkte gebruik van vliegreizen daarbij, is naar verwachting de uitstoot ten gevolge van vliegverkeer nihil. Bovendien is dit een scope 3 emissie die relatief klein is en dus geen effect heeft op de gedefinieerde doelstelling.
Het effect dat de bedrijfsovernames hebben op het basisjaar met betrekking tot het wagenpark is geschat met behulp van verhoudingsgetallen op basis van het aantal auto’s en de daarbij verbruikte liters brandstof (gereden kilometers zijn niet bekend). Dit is echter een grove benadering waarvan moeilijk is te zeggen of deze voldoende nauwkeurig is. Doordat brandstofverbruik het grootste deel van de emissie vertegenwoordigd zullen fouten in deze aannames een groot effect hebben op de totale emissie en dus de CO2 reductie.
Datum: 23-06-2016
Pagina 9 /19
3.b.2 energiemanagement actieplan 2016-2020 v1.docx
ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN 2016-2020
In de brandstof zijn ook de kilometers opgenomen die medewerkers privé rijden met hun leasewagen.
Gassen benodigd voor laswerkzaamheden zijn niet meegenomen in CO2 footprint. De CO2 uitstoot ten gevolge van het gebruik van gassen voor laswerkzaamheden is in 2011 slechts 0.3% van de totale CO2 uitstoot terwijl er onevenredig veel werkzaamheden verricht moeten worden om inzicht te krijgen in deze CO2 uitstoot.
Er kan op dit moment niet met zekerheid worden gezegd dat de rapportage van leveringen van energiedragers volledig is. Aankopen vanuit de vestigingen bij de niet reguliere leveranciers worden niet meegenomen. Schatting is dat dit zeker niet meer dan 0,1 % van het totale brandstofverbruik is.
SPIE Nederland B.V. en alle onderliggende entiteiten hebben één tankpasleverancier op basis waarvan de CO2 uitstoot wordt bepaald. In het geval dat er om één of andere reden een tijdelijke tankpas wordt toegekend aan een medewerker (b.v. tijdelijke huurauto’s), kan het daarom voorkomen dat deze niet meegenomen is in de rapportage. Het verwachte effect is zeer klein.
5.1.1
Verbetermaatregelen
De belangrijkste verbetermaatregel is het kiezen van een nieuw basisjaar. De organisatie is dusdanig ingrijpend veranderd dat 2011 als basisjaar niet meer representatief is als gevolg van alle doorgevoerde correcties. Het jaar 2015 zal als nieuwe basisjaar gaan dienen voor de periode 2016 tot 2020. Daarbij zal dit nieuwe basisjaar zo nauwkeurig mogelijk worden bepaald. Om de onzekerheden in de CO2 Footprint terug te dringen worden de volgende verbetermaatregelen genomen dan wel onderzocht:
Verfijnen van de registraties van brandstofverbruik, gereden kilometers en omvang van het wagenpark zodat betere analyses kunnen worden gemaakt. Met name het effect van bedrijfsovernames moet eenduidiger worden vastgelegd.
Meten van gereden kilometers naast brandstofverbruik.
Onderzoeken of het scheiden van privé kilometers en zakelijke kilometers meer inzicht oplevert
Gasmeting kleinverbruikers zelf nauwkeurig registreren of sluitende rapportage afdwingen bij de gasleverancier (vestigingen ICS, Delfzijl en Terneuzen)
Bij nieuwe bedrijfsonderdelen checklijst toepassen voor nulmeting energiestromen zoals woon/werk verkeer en gedeclareerde zakelijke km met privé auto’s, vliegreizen, etc..
Vermijden van all-in huurcontracten waarbij er geen inzicht wordt verstrekt van het energieverbruik van de betreffende panden. Meting brandstofverbruik machines (LPG, diesel, etc.) Borgen van een volledige registratie elektriciteit en gasverbruik op projecten (ook gasflessen propaan voor stookdoeleinden) Op dit moment zijn een beperkt aantal elektrische bedrijfswagens. Indien het aantal elektrische voertuigen substantieel wordt, zal ook het elektriciteitsverbruik van deze voertuigen gerapporteerd moeten gaan worden. Er wordt incidenteel ook afval afgevoerd via andere partijen dan Van Gansewinkel. Ook deze afvalstromen moeten in kaart worden gebracht. Alternatief is dat geborgd wordt dat alle afvalstromen consequent via één partij gaan lopen. Onderzoeken op welke wijze bepaalde emissiebronnen beter gerelateerd kunnen worden aan bedrijfsonderdelen en project (allocatie van de footprint). Dit kan van belang zijn omdat de emissie voor projecten per definitie dynamisch is en direct is gekoppeld aan de omzet en de productie uren.
Datum: 23-06-2016
Pagina 10 /19
3.b.2 energiemanagement actieplan 2016-2020 v1.docx
ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN 2016-2020
6. Dialoog, participaties en initiatieven Verbeterpunten naar aanleiding van dialogen met NGO’s
6.1
Hierna wordt een samenvatting gegeven van de gevoerde dialogen met NGO’s. In deze adviezen is een zekere overlap te herkennen wat deze adviezen dus meer kracht bij zet. Hun adviezen komen reeds tot uiting in de nieuwe doelstellingen. Ander adviezen hebben meer betrekking op de wijze waarop deze doelstellingen in maatregelen worden vertaald en hoe deze geborgd gaan worden in de organisatie. In bijlage 1 is een actielijst opgenomen waarin deze adviezen deels reeds verwerkt zijn maar ook nog in een later stadium verder zullen worden uitgewerkt. 6.1.1
Dialoog MVO Nederland 28 augustus 2015
Het betreffende dialoog is vastgelegd in een separate notulen. Hieronder wordt een samenvatting geven van de belangrijkste adviezen.
Ambities en doelstellingen zijn nu gedefinieerd voor de korte termijn. Hoe zien die er voor de lange termijn uit?
Ambities voor langer termijn scherp stellen voor b.v. gewenste situatie in 2020.
6.1.2
Dialoog Gemeente Breda
Het betreffende dialoog is vastgelegd in een separate notulen. Hieronder wordt een samenvatting geven van de belangrijkste adviezen. De Gemeente Breda initieert of bevorderd diverse projecten op het gebied van plaatsing van windmolens en parken met zonnepanelen. SPIE zou kunnen participeren in deze projecten als afnemer of ondersteuning bij de realisatie. Gemeente Breda heeft het initiatief 'Slim samenwerken aan een CO2-neutraal Breda' opgezet die jaarlijkse bijeenkomsten organiseerde voor de regionale bedrijven waarbij de samenwerking op het gebied van duurzaamheid wordt bevorderd. SPIE heeft deelgenomen aan deze eerste bijeenkomst maar heeft helaas de bijeenkomst in de eerste helft van 2016 moeten missen. 6.1.3
Dialoog Monique Voogt 20 juni 2016
Het betreffende dialoog is vastgelegd in een separate notulen. Hieronder wordt een samenvatting geven van de belangrijkste adviezen.
De SPIE scope 1 en 2 emissies zijn in verhouding tot de scope 3 emissies niet significant. Focus voor ambities zou daarom meer op scope 3 kunnen komen te liggen. Aanvullende doelstellingen en acties voor scope 1 en 2 zijn wel nodig, vanuit perspectief “practice what you preach” en verder verhogen van de interne CO2-bewustzijn. Alle doelen Deze dienen echter wel gemonitord worden en verschillende acties (met name het op gebied van wagenpark, elektra en warmte) uitvoeren voor optimalisatie. De motivatie hiervoor is kostenbesparing om draagvlak te creëren.
Scope 3 maatregelen volledig integreren in het primaire proces. Hierbij kiezen voor een bottomup benadering (dus in de vier divisies van het bedrijf) waarbij potentiële besparingen in producten en diensten worden geïnventariseerd en gekwantificeren per product/markt combinatie.
Datum: 23-06-2016
Pagina 11 /19
3.b.2 energiemanagement actieplan 2016-2020 v1.docx
ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN 2016-2020
Doelstellingen dusdanig definiëren dat gedurende het proces nog keuzes kunnen worden gemaakt omdat veel Scope 3 doelstellingen afhankelijk zijn van klanten/leveranciers/ externe invloeden. Doelstellingen dus algemeen beschrijven en niet gericht op specifieke maatregelen. De doelstelling ‘X m2 zonnepanelen’ kan bijvoorbeeld worden vervangen door X% van het elektriciteitsverbruik in jaar XXXX wordt verkregen door eigen opwek of offtake van stroom van projecten voor/met klanten.
De input op de Scope 3 reductiemaatregelen was het vertalen van aanwezige duurzame product/markt combinaties richting duurzame, verkoopbare business cases. Wat levert het SPIE op? Wat levert het de klant op? Wat levert het op gebied van CO2 reductie. Op basis hiervan concrete doelen stellen en die vertalen naar specifieke acties/KPIs voor medewerkers.
Niet CO2 ladder vertalen naar de organisatie maar onze nieuwe (duurzame) marktstrategie vertalen naar de eisen in de CO2 ladder waarbij meer ruimte moet komen voor interpretatie van de ambities achter de CO2 ladder.
Overige adviezen:
Groene stroom doortrekken naar projecten
Terloops werd vermeld dat overheden verplicht worden geacht “near-zero buildings” neer te zetten. Dit is een kans voor SPIE E-Efficient buildings.
Stimulans: duurzaamheidsdenken meenemen in beoordeling/beloning van medewerkers.
Formuleer visie en strategie lange termijn doelstellingen (na 2020).
Formuleer de reductiedoelstelling voor E-driver zodanig dat er een directe relatie is met de omvang van het wagenpark of het aantal leasewagen rijders. Per FTE is hier geen goede eenheid
SER energie akkoord als ambitie niveau hanteren voor bepalen reductie percentages.
Met zonnepanelen projecten (en eventueel in de toekomst andere duurzame energieprojecten) meteen kijken of wij een aandeel van de opgeleverde stroom kunnen nemen.
Verbind het aanbod van energiebesparende of milieuvriendelijke oplossingen aan drivers voor de specifieke klantgroep. Bij industrie is dit vooral kostenbesparing en verminderen van risico op onzekerheid van energie/CO2 prijzen. Bij overheidspartijen is dit bijvoorbeeld een bewustzijn van de milieudoelstellingen en eigen verplichtingen (zoals de verplichtingen uit de EPBD)
Reductiedoelstelling voorbeelden: “40% van mijn huidige elektrische stroom wordt groen”. “20% van mijn hudige gesprekken die ik voer met klanten in een gekozen sector komt CO2 besparende maatregelen die SPIE aanlevert ter sprake”.
6.1.4
Dialoog Annette Augustijn 20 juni 2016
Het betreffende dialoog is vastgelegd in een separate notulen. Hieronder wordt een samenvatting geven van de belangrijkste adviezen.
Er werd bevestigd dat de reductiedoelstelling 2011/2015 CO2 per FTE een slechte keuze was. Reductie op scope 1 en 2 is “een deuk in pakje boter slaan”. Scope 3 meest significant. Daar kan SPIE het beste bijdrage aan CO2 reductie. Uit dominantie analyse volgt CO2 reductie strategie. Daar kan de aannemerswereld in scoren. Interpretatie van de CO2 prestatieladder ten aanzien van doelstellingen richting scope 3, biedt hier ruimte voor.
Datum: 23-06-2016
Pagina 12 /19
3.b.2 energiemanagement actieplan 2016-2020 v1.docx
ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN 2016-2020
Vertaalslag ambities organisatie naar resultaten binnen projecten. Stel eigenaren van product/markt combinaties de vraag welke doelstellingen zijn willen halen (meetbaar). MOVE overleg kan daar een platform voor zijn. Daarbij communiceren van best practice voorbeelden aan de hand van de nieuwe Scope 3 strategie. CO2 ladder niet leidend, maar de business moet leidend zijn (niet top down maar bottom-up). Hierdoor laat SPIE zich niet leiden door de prestatieladder, maar implementeert zelf een milieusysteem. Beperkt aantal scope 3 doelstellingen concreet maken (aantoonbaar) conform ladder. Echter totale ambities van SPIE kunnen breder zijn dan dat wat voorgedragen wordt voor toetsing in kader CO2 prestatieladder. Niet alles wat SPIE doet op gebied van duurzaamheid willen vertalen naar doelstellingen. Opdrachtgevers zijn terughoudend in het overnemen van duurzame verbetervoorstellen binnen het project (geen budget). SPIE kan hier in de acquisitiefase mogelijk meer de lead in nemen. Ervaring van bedrijven met de CO2 ladder is belangrijk voor SKAO om de ladder te verbeteren. SPIE kan hier een actieve rol in spelen via brancheorganisaties zoals UNETO VNI en MVO (brief "niet vinken maar vonken") en bij manager overleggen.
Overige adviezen:
"Belonen" van de organisatie voor duurzaam gedrag. (b.v. aandacht). Initiatieven vanuit de organisatie koppelen aan Green awards en innovation contest. Exposure van initiatieven en resultaten op narrow casting, intranet en nieuwsbrief. Deelname Green Deals "bouw logistiek"? Praten met de branche. Wat en hoe doen onze branche genoten het?
7. Participaties MVO Platform UNETO-VNI: Dialoog SPIE Nederland B.V. is deelnemer van het MVO platform van brancheorganisatie UNETO-VNI. De deelname aan dit MVO platform behelst het leveren van commentaar en input op bestaande en nieuwe plannen die te maken hebben met Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Ook wordt vanuit dit platform feedback gegeven aan SKAO (“niet vinken maar vonken”). Nederland CO2 Neutraal: Deelname aan initiatief Nederland CO2 neutraal is een initiatief ten doel bedrijven in staat te stellen om CO2 neutraal te kunnen ondernemen. SPIE Nederland B.V. neemt deel aan dit initiatief en betaalt een vergoeding voor deze deelname. De deelname behelst het bijwonen van seminars, in discussie gaan met andere collega’s en middels werkgroepen samen komen tot maatregelen om CO2 neutraal te ondernemen. SPIE neemt deel aan de werkgroep “Wagenpark”. Voor de het komende periode 2016-2017 zal opnieuw bekeken worden welke werkgroep voor SPIE van toegevoegde waarde is. Eventueel kan deelgenomen gaan worden aan een nieuwe werkgroep of zelfs het initiatief genomen worden om een nieuwe werkgroep in te richten. Informatie uit de bijeenkomsten wordt meegenomen bij het maken van keuzes.
Datum: 23-06-2016
Pagina 13 /19
3.b.2 energiemanagement actieplan 2016-2020 v1.docx
ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN 2016-2020
Werkgroep wagenpark; Deelname aan initiatief SPIE neemt per 5 juni 2015 deel aan deze werkgroep dat onderdeel uit maakt van het initiatief Nederland CO2 Neutraal. SPIE heeft hier actief aan deelgenomen door het delen van haar ervaringen met betrekking tot E-driver (Het nieuwe rijden) middels dialoog en het geven van een presentatie. Nederlandse Klimaat Coalitie; Deelname aan initiatief Alle partijen in de Nederlandse Klimaatcoalitie nemen hun eigen verantwoordelijkheid. Dit betekent dat zij:
zich committeren aan een klimaat-neutrale bedrijfsvoering zo snel als mogelijk, maar uiterlijk in 2050;
de huidige CO2-footprint inzichtelijk maken;
aannemelijk maken dat de weg naar klimaatneutraliteit is ingezet, bijvoorbeeld door eigen tussentijdse doelen (2020) vast te stellen;
als ambassadeur dit initiatief actief promoten binnen de eigen keten, branche en/of sector;
indien gewenst en mogelijk een rol spelen tijdens de Klimaattop in Parijs (COP 21).
Tegelijk biedt de coalitie voor diegenen die een rol willen spelen in de emissiereductie van anderen een platform van uitwisseling en een denktank voor de noodzakelijke innovaties en samenwerkingsverbanden. Het is voor deelnemers een coalitie dat hen de ruimte biedt zich te profileren naar een nationaal en mondiaal platform, zich te verbinden met de koplopers in transitie. Overheden (nationaal, provinciaal, lokaal), bedrijven (van grote spelers tot het MKB) én maatschappelijke organisaties (zoals milieuorganisaties en de netwerken van energiecoöperaties) en kennisplatforms verbinden zich in een productieve coalitie.
Datum: 23-06-2016
Pagina 14 /19
3.b.2 energiemanagement actieplan 2016-2020 v1.docx
ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN 2016-2020
8. Initiatieven SPIE 8.1
Dubbel Duurzaam (WoonPlus)
Dubbel Duurzaam is een project dat in eerste instantie is geïnitieerd door de gemeente Sittard-Geleen in samenwerking met de Natuur- en Milieufederatie Limburg en de Stichting Huiszorg Het doel is het stimuleren van energiebesparing en het verbeteren van de levensloopbestendigheid van de woning van particuliere woningeigenaar. Voor de voortgang wordt verwezen naar de separate voortgangsrapportage.
8.2
Wind Wheel
In het kader van haar E-nitiative Buildings programma is SPIE in samenwerking met diverse partijen het nieuw initiatief “Wind Wheel” gestart. Het behelst de ontwikkeling van een volledig energie neutraal gebouw dat gerealiseerd moet gaan worden in Rotterdam. De deelnemende partijen brengen hun expertise in op hun vakgebied en realiseren gezamenlijke een energie neutraal gebouw met toepassing van de nieuwste technologie. Voor een nadere beschrijving en voortgang wordt verwezen naar de publicaties op de SPIE website.
Datum: 23-06-2016
Pagina 15 /19
3.b.2 energiemanagement actieplan 2016-2020 v1.docx
ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN 2016-2020
BIJLAGE 1: ACTIELIJST Het Nieuwe Rijden Actie Brandstof en wagenpark mutaties aanleveren aan E-driver
Rapportage deelname en resultaten E-driver
Per kwartaal communicatie naar medewerkers over resultaten en bekendmaking winnaars cadeaubon
Termijn Verantwoordelijke Middelen Maandelijks Wagenpark Total mutatierapport Wagenpark mutatierapport Per E-Driver Kwartaal kwartaal rapportage
Q2-2015
Wagenparkbeheer; 40 uren Marketing en communicatie
Status Onvoldoende geborgd
Achterstand a.g.v. bovenstaande actie Eind 2015 gedaan. Achterstand in 2016
Vergroening grijze stroom middels aanschaf GVO’s Actie
GVO’s 2019-2020 aankopen
Termijn 2016
Verantwoordelijke Inkoop
Middelen Kosten nader te bepalen
Status Nog starten
Middelen
Vergroening grijze stroom middels eigen opwek met zonnepanelen Actie
Pand(en) selecteren Business Case opstellen voor Breda Realisatie
Termijn Q4 2015
Verantwoordelijke Marco Feijen
Q4 2015
Marco Feijen
Status Gereed (Breda) Gereed
2016
Marco Feijen
Loopt
Reductie energieverbruik bedrijfspanden middels toepassen van nieuwe technologie Activiteit LED verlichting Arnhem
Termijn Q4-2015
Verduurzaming locatie Schiedam (o.a. LED) Inventarisatie nieuwe bedrijfspanden
Q4-2014
Aanpassen Energie auditverslag op basis van recente inventarisaties Onderzoek met welke verhuurders afspraken gemaakt kunnen worden m.b.t. de realiseren van de mogelijke verbetermaatregelen die geïdentificeerd zijn Realisatie overeengekomen verbeteringen Datum: 23-06-2016
20152016 2016 2016
20172020
Pagina 16 /19
Verantwoordelijke Facility Management Facility management Coördinator milieuzorg Coördinator milieuzorg Facility management
Facility management
Middelen
Status Gereed Loopt Loopt (b.v. Schiedam) Nog starten Nog starten
Nog starten
3.b.2 energiemanagement actieplan 2016-2020 v1.docx
ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN 2016-2020
Reductie energieverbruik bedrijfspanden middels toepassen van nieuwe technologie Activiteit
Termijn
Verantwoordelijke
Middelen
Status
Scope 3 Aanbieden van duurzame diensten / producten. Activiteit Eigenaren van product/markt combinaties de vraag stellen welke duurzame oplossingen zij zien en welke doelstellingen zij zich daarbij willen stellen (meetbaar). MOVE overleg kan daar een platform voor zijn. Daarbij communiceren van best practices voorbeelden aan de hand van de nieuwe Scope 3 strategie. Bovenstaande actie aanmoedigen middels innovatie wedstrijd op het gebied van duurzame oplossingen voor onze klanten.
Termijn 2016
Verantwoordelijke Middelen Directie Discussie platform
Status Nog starten
2016
Directie
Nog starten
Opstellen van nieuwe duurzame business modellen
2017
Directie
Opdrachtgevers uitdagen op het gebied van duurzaamheid op management niveau in acquisitie fase. Dit kan b.v. middels het opstellen van een portfolio van successen op het gebied van duurzaamheid (integreren in commerciële presentaties)
20172020
Directie
Termijn 2016
Verantwoordelijke Middelen n.t.b. n.t.b.
Status Nog starten
2016 2016 2017 2017 2017 20172020
n.t.b. n.t.b. n.t.b. n.t.b. n.t.b. n.t.b.
Nog starten Nog starten Nog starten Nog starten Nog starten Nog starten
Termijn Half jaarlijks
Verantwoordelijke Middelen Combinatie Hyacint
Inschrijf procedure, regels en afspraken, promotie. Ideeën uit de voorgaande acties Integratie nieuwe business modellen in commerciële presentaties
Nog starten
Nog starten
Scope 3 SMART Panels Activiteit Potentiële CO2 reductie / kosten reductie berekenen Basis kostencalculatie opstellen Business plan opstellen Productpresentatie maken Aanbiedingstekst opstellen Basis calculatie opstellen Acquisitie uitvoeren
n.t.b. n.t.b. n.t.b. n.t.b. n.t.b. n.t.b.
Scope 3 Project Velsertunnel Activiteit Voortgangsrapportage
Datum: 23-06-2016
Pagina 17 /19
Status Loopt
3.b.2 energiemanagement actieplan 2016-2020 v1.docx
ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN 2016-2020
Keten analyse bruggen en sluizen PPU-Nat Activiteit Uitvoeren ketenanalyse Inventarisering reductiemaatregelen
Termijn Q2-2014 Q2-2014
Uitvoeren maatregelen
Q4-2014
Benoemen verdere maatregelen
Q4-2015
Voortgangsrapportage per half jaar
20162017 2016
Projecteren van best practices op project Noordzeekanaal
Verantwoordelijke Middelen Herman van Walree Herman van Walree; Coördinator duurzaamheid Martin van der Zie voorstellen Weijden RWS Martin van der Weijden Martin van der Weijden Herman van Walree?
Status Gereed Gereed
Gereed Loopt Loopt Loopt
Keten analyse ontwerpproces Controlec Engineering Maatregel
Termijn
Verantwoordelijke
Middelen
Status
Inzicht krijgen in hoe vaak de 3D scanner nu gebruikt wordt
Q3-2014
Wilco Baaij
Gereed
Inzicht krijgen in wanneer de 3D scanner gebruikt kan worden en reductie effect bepalen.
Q3-2014
Wilco Baaij
Gereed
Nieuwe technologie warmtescan en 2016 drones technische verder ontwikkelen
?
Loopt
Basiscalculaties opstellen
2017
?
Nog starten
Potentie CO2 reductie bepalen
2017
?
Nog starten
Business cases opstellen en integreren in acquisitie en aanbiedingsproces
2017
?
Nog starten
Termijn Q3 2015
Verantwoordelijke Facility management Facility management
Verbeteren van meting CO2 emissie Actie Plaatsing intelligente meters (ook gas)
Q3 2015 Per vestigingslocatie vastleggen welke delen van het gebouw in eigen gebruik zijn. Op basis daarvan een verdeelsleutel bepalen voor gemeten E&G verbruik. Borgen dat bij toekomstige nieuwe Q3 2015 panden (huur of koop) het op afstand meten van E & G verbruik mogelijk is. Datum: 23-06-2016
Pagina 18 /19
Facility management
Middelen Contract
Status Gereed Gereed
Gereed
3.b.2 energiemanagement actieplan 2016-2020 v1.docx
ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN 2016-2020
Verbeteren van meting CO2 emissie Actie
Termijn
Verantwoordelijke
Brandstof rapportages beter borgen 2016 m.b.t. kwantiteit en kwaliteit Verfijnen van de registraties van 2016 brandstofverbruik, gereden kilometers en omvang van het wagenpark zodat betere analyses kunnen worden gemaakt. Met name het effect van bedrijfsovernames moet eenduidiger worden vastgelegd.
Wagenpark
Onderzoeken of het scheiden van privé kilometers en zakelijke kilometers meer inzicht oplevert
2016
Coördinator milieuzorg
Bij nieuwe bedrijfsonderdelen checklijst toepassen voor nulmeting energiestromen zoals woon/werk verkeer en gedeclareerde zakelijke km met privé auto’s, vliegreizen, etc.
2016
Coördinator milieuzorg
Gasmeting kleinverbruikers zelf nauwkeurig registreren of sluitende rapportage afdwingen bij de gasleverancier (vestigingen ICS, Delfzijl en Terneuzen)
2016
Facility management
Onderzoeken of brandstofverbruik machines (LPG, diesel, etc.) significant is.
2016
Coördinator milieuzorg
Borgen dat alle afvalstromen via Van Gansewinkel lopen zodat de afvalrapportage volledig is.
2016
Inkoop
Borgen van een volledige registratie elektriciteit en gasverbruik op projecten (ook gasflessen propaan voor stookdoeleinden)
2016
Inkoop
Onderzoeken op welke wijze bepaalde emissiebronnen beter gerelateerd kunnen worden aan bedrijfsonderdelen en project (allocatie van de footprint). Dit kan van belang zijn omdat de emissie voor projecten per definitie dynamisch is en direct is gekoppeld aan de omzet en de productie uren.
2016
Coördinator milieuzorg
Datum: 23-06-2016
Pagina 19 /19
Middelen
Status Nog starten
Wagenpark
3.b.2 energiemanagement actieplan 2016-2020 v1.docx