1
De lesbrief Over de voorstelling Tips bij de voorstelling De mensen achter Beer is op Vlinder Thema’s in de voorstelling en lesbrief Verschillende handelingen in de voorstelling Spel- en lessugesties Voorbereiding Boek voor lezen (2+) Kring gesprek (4+) Non- verbale communicatie (2+) Verwerking Kring gesprek (4+) Emoties Emoties 1 met poppenspel (2+) Beer is bang Beer is blij Beer is verdrietig Beer is boos Emoties 2 op de foto (4+) Emotionele cadeautjes kring (4+) Versjes (2+) Doen alsof en spelen Toren bouwen (2+) Naspelen van het verhaal (2+) Knutselactiviteiten Maskers maken (2+) Poppetjes Beer en Vlinder maken (2+) Slinger maken (2+) Bewegingsopdrachten Vertel pantomime (4+) Beer en Vlinder dans (2+) Zintuigen Horen (2+) Voelen (2+) Zien (2+) Proeven (2+) Ruiken (2+) Literatuurlijst Evaluatie lesbrief
2
De lesbrief Het is voor kinderen vaak een heel nieuwe ervaring om naar een theatervoorstelling te gaan. Het is spannend, leuk en er worden veel nieuwe indrukken opgedaan. Juist omdat het nieuw is, is het goed om de kinderen hierop voor te bereiden. Deze lesbrief kan daarbij helpen. Hieronder volgt, hoe deze lesbrief het best kan worden gebruikt. Deze lesbrief is speciaal gemaakt voor de voorstelling Beer is op Vlinder, en kan gebruikt worden als voorbereiding op, en verwerking van het voorstellingsbezoek. Er worden verschillende spel- en lessuggesties gegeven en uitgelegd, die met de kinderen kunnen worden uitgevoerd. Deze kunnen zowel voor als na de voorstelling worden aangeboden. Het is een uitgebreide lesbrief waarin veel spel- en lessuggesties staan beschreven. Wees gerust, u hoeft niet alles uit te voeren! Het is de bedoeling dat u zelf kunt kiezen wat u wilt gaan doen. Uiteraard kunt u deze lesbrief gebruiken om later nog eens door te bladeren en er ideeën voor lessen uit te halen. De voorstelling is gemaakt voor peuters en kleuters - kinderen van 2 t/m 6 jaar – en de lesbrief probeert hierbij zo goed mogelijk aan te sluiten. Er zijn verschillende opdrachten samengesteld; als opdrachten vooral geschikt zijn voor kinderen vanaf de kleuterleeftijd, dan wordt dit aangegeven. Bij de meeste opdrachten staan onderaan tips en variaties, hierbij worden soms ook suggesties gedaan hoe de opdrachten eenvoudiger te maken. In de voorstelling komen verschillende thema’s aan bod. Deze thema’s zijn verwerkt in de lesbrief en in de opdrachten. Deze lesbrief bevat tevens een lijst met websites, boeken en andere tips die aansluiten op één van de thema’s uit de voorstelling. Op die manier kan er later in de klas nog worden doorgewerkt met een bepaald thema. Tot slot vindt u een vragenformulier over de lesbrief. Zou u zo vriendelijk willen zijn deze te beantwoorden op onze website? Op deze manier helpt u ons de lesbrieven zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de doelgroep. Namens alle medewerkers van Jeugdtheater Het Blauwe Huis wensen wij u en de kinderen veel plezier bij Beer is op Vlinder en met deze lesbrief! Vriendelijke groet, Jennifer Kerkvliet educatief medewerker
3
Over de voorstelling
Beer is verliefd op Vlinder. Hij vindt haar zo mooi als een uitgeknipt stukje hemel. Beer wil Vlinder graag vertellen wat hij voor haar voelt. Hij probeert dit op alle mogelijke manieren. Met tekeningen. Met bloemen. Met muziek. En zelfs met een zelfgebreide jas. Maar Vlinder begrijpt hem niet. En dan wordt Beer boos. Op zichzelf, en ook een beetje op Vlinder. Alles is kapot! Annemarie van Haeringen schreef het prentenboek ‘Beer is op Vlinder’ in 2004 in opdracht van het Museum voor Communicatie in Den Haag. De opdracht was een verhaal voor jonge kinderen te schrijven en te tekenen over verschillende vormen van communicatie. In 2005 verscheen een verkorte versie bij Uitgeverij Leopold. Deze is in datzelfde jaar onderscheiden met de Gouden Penseel.
Beer is op Vlinder wordt gespeeld op een vierkant spelvlak waar het publiek aan vier kanten op banken omheen zit.
Tips bij de voorstelling • Voordat de voorstelling begint is het handig om de kinderen eerst te laten plassen. • Er mogen geen jassen (en grote tassen) mee de zaal in, dit op verzoek van de brandweer. Deze kunnen in de garderobe gehangen worden, denk er aan om geen waardevolle spullen in uw zakken te laten zitten. • Een bezoekje aan een theater is iets anders dan een bezoekje aan de bioscoop, zo is het tijdens een theatervoorstelling niet toegestaan te eten of te drinken. • Tijdens de voorstelling is het de bedoeling dat iedereen op de plaats blijft zitten. • Er mag in principe niet worden gepraat tijdens een voorstelling, dus ook niet door de volwassenen. Dit is voor kleine kinderen moeilijk te realiseren, daar wordt in het maakproces volop rekening mee gehouden. Er mag door de kinderen natuurlijk wel gereageerd worden op de dingen die ze op het podium zien gebeuren! • Denk eraan om uw telefoon uit te zetten!
4
De mensen achter Beer is op Vlinder
Naast de acteurs, zijn er veel meer mensen nodig om een voorstelling te maken. Hieronder staan alle mensen die mee hebben gewerkt aan deze voorstelling: Spel: Paul Greidanus, Karen Bakker Regie en toneelbeeld: Gérard Pillen Regieassistentie: Nathalie Spaans Dramaturgie en script: Anna Bilker Onderzoek: Tosca Stordiau Lichtontwerp: MAER-producties Grafisch ontwerp: Yvon Koolen Uitvoering kostuums: Mija Theaterkostuums / Mia Schiffer Uitvoering decor: Hans de Moor en Allard Kaai Techniek: Laurens Schoonheim en Christiaan Vink Productie: Aranka Verheugd Productieassistentie: Marleen Lamers Publiciteit: Paulien Versluis Educatie: Jennifer Kerkvliet Website: Boy Hazes Fotografie: Gert Schutte Bureau: Vivian Goodett, Marjon den Engelsman
5
Thema’s in de voorstelling en in de lesbrief Communicatie • Het verhaal gaat over communicatie maar vooral over miscommunicatie. Het nonverbale communiceren, staat in deze voorstelling centraal. Er kan veel gezegd worden zonder woorden, maar juist door lichaamstaal en door handelingen. Emoties • Verschillende emoties komen aan bod zoals: verliefd, verlegen, blij, verdrietig, boos, stoer, schrik. Theater • Bij de voorstelling wordt er door de acteurs het verhaal van Beer is op Vlinder nagespeeld. Ze spelen eerst zichzelf maar kruipen in de rol van Beer en Vlinder om tot slot weer zichzelf te spelen. Dit is het thema ‘doen alsof’.
Verschillende handelingen in voorstellingen. Beer • Beer onderneemt verschillende acties om zijn verliefdheid te laten blijken, zoals: brief schrijven, slingers ophangen, taart bakken, muziek maken, toren bouwen. Vlinder • Vlinder onderneemt ook acties, ze doet dit wel subtieler dan Beer: tekening maken, armbandje maken, aardbei geven, muziekje laten horen en dansen.
6
Les en Spelsuggesties VOORBEREIDING Doel: Dit is belangrijk omdat de kinderen op deze manier nieuwsgierig worden naar de voorstelling. Ze zullen er met meer aandacht naar kijken.
• Boek voorlezen (2+)
Thema’s: communicatie en emoties Het is zinvol om van te voren het boek Beer is op Vlinder van Annemarie van Haeringen (Uitgeverij Leopold, ISBN 90 258 4255 0) voor te lezen aan de groep. Op die manier krijgen de kinderen een duidelijk beeld van het verhaal en de personages, en is de voorstelling herkenbaar voor ze. Vooral bij peuters is het belangrijk om vooraf, in het kort, te vertellen waar het verhaal over gaat, ze hebben er anders moeite mee om dit tijdens het verhaal te ‘ontdekken’.
• Kringgesprek (4+)
Thema’s: communicatie Voordat je de voorstelling bezoekt, is het verstandig om een kringgesprek te houden. Het is belangrijk voor de kinderen om te weten wat ze kunnen verwachten. Ze gaan naar theater, maar wat is dat eigenlijk? Wat mogen ze daar wel en niet doen? Ze gaan naar een voorstelling kijken, weet er iemand wat dat is? Wat is een acteur? Welk verhaal gaan ze zien?
• Non-verbale communicatie (2+)
Thema’s: communicatie, emoties en doen alsof
Doel: Kinderen leren bewust te kijken naar lichaamstaal, ze herkennen het en kunnen dit zelf na doen. Ze leren ‘doen alsof’, en dat de acteurs in de voorstelling zullen doen alsof ze Beer en Vlinder zijn. Uitleg: Leg de kinderen uit dat je, zonder woorden te gebruiken, kunt zeggen hoe je je voelt. Dit laten mensen zien met lichaamstaal, dat is de taal zonder woorden. Dit doe je met je lichaam en je gezicht. Als je boos bent, zie je er anders uit dan wanneer je blij bent, ook kun je het bijvoorbeeld aan iemand zien als hij heel nodig moet plassen. Tips en variatie: U kunt dit uitleggen met behulp van een handpop (bij gebrek hieraan, kunt u ook een knuffel gebruiken). Vertel dat de pop 4 tekeningen van Beer in verschillende emoties/gevoelens heeft meegenomen (deze zitten in de bijlage van deze lesbrief). Laat deze afbeeldingen aan de kinderen zien en laat ze vertellen welke emotie erbij hoort. Kunnen de kinderen dit zelf ook na doen? Laat de pop hierop reageren, bijvoorbeeld bang of verdrietig als alle kinderen boos zijn enz. Stel de pop gerust door te zeggen dat de kinderen ‘doen alsof’. Zo kunt u daarna gemakkelijk inhaken op het feit dat jullie naar een voorstelling gaan. Dat de toneelspelers ‘doen alsof’ ze Beer en Vlinder zijn en dat het niet écht is.
7
VERWERKING Doel: Dit is goed omdat de kinderen behoefte hebben om de opgedane ervaring een plaatsje te kunnen geven. Er worden hieronder verschillende lessuggesties gegeven waaruit gekozen kan worden. Kies er een aantal uit die het beste bij de groep past. Er zijn activiteiten die niet voor iedere groep geschikt zijn, omdat het te moeilijk is; hier staat een leeftijdsadvies achter en eventueel een aanpassingsuggestie om het simpeler te maken.
• Kringgesprek (4+) Thema: communicatie
Na de voorstelling is het ook verstandig om een kort kringgesprek te houden. Met peuters is dit erg lastig, maar met kleuters gaat dit beter. Wat vonden ze er van? Wat hebben ze gezien? Wat gebeurde er met Beer en Vlinder? Wat was leuk en waarom? Waren er ook dingen die niet leuk waren? Wat dan? Waren er ook spannende dingen? Zoals? Op welke momenten moest je lachen?
EMOTIES • Emotie 1: met poppenspel (2+)
Thema’s: communicatie, emoties en doen alsof Doel: De kinderen kunnen de emoties bang, blij, boos en verdrietig uitbeelden, en kunnen deze herkennen bij anderen. Benodigdheden: 2 handpoppen (bijvoorbeeld Beer en Vlinder, maar dit kunnen ook andere dieren of poppen zijn), speelgoedautootje, evt. bijpassende muziek. Uitleg: De volgorde van emoties kunt u zelf bepalen.
1
Beer is bang Zorg dat de kinderen u goed kunnen zien. U hebt Beer voor u en laat deze met het autootje spelen. Achter uw rug heeft u Vlinder. Terwijl Beer met de auto speelt, praat hij af en toe ook tegen de kinderen. Ondertussen komt Vlinder langzaam tevoorschijn en roept opeens BOE! Beer schrikt hiervan en zegt dat Vlinder hem bang maakt. Vlinder stelt voor dat Beer haar nu aan het schrikken mag laten maken. De rollen zijn nu omgekeerd. Vervolgens wijst u een kind aan dat u nu aan het schrikken mag maken. U staat met uw rug naar de groep iets anders te doen, en doet alsof u niets door heeft. U schrikt als het kind BOE roept. Herhaal dit 1 of 2 keer met een ander kind. Vervolgens laat u twee kinderen deze scène spelen, herhaal dit een aantal keer. Vraag iemand om voor te doen hoe je loopt als je bang bent. Doe zelf mee en laat de hele groep meedoen. Spreek met de kinderen af dat als u in uw handen klapt of hard BOE roept, de kinderen schrikken. Herhaal dit een aantal keer.
2
Beer is verdrietig U zegt dat de kinderen straks mogen kiezen wat ze gaan doen. Beer wil in de blokkenhoek, zegt hij. Dat mag niet van u omdat hij daar gister al twee keer heeft gespeeld. Beer moet huilen, hij wil zo graag in de blokkenhoek. Vlinder aait Beer en
8
vraagt of hij mee wil spelen in de poppenhoek. Ja, dat wil hij wel, u zet ze samen even in de poppenhoek. Speel deze scène met een aantal kinderen een paar keer na. Zet een treurig muziekje op en loop met de hele groep verdrietig door de ruimte.
3
Beer is boos Beer speelt met het autootje en Vlinder wil meedoen. Om de beurt neemt de een het autootje en dan speelt de ander de brug. Op een gegeven moment wil Vlinder het autootje niet meer terug geven. Beer wordt boos en zegt dat hij de auto terug wil! GEEF TERUG! Uiteindelijk geeft Vlinder de auto weer terug. Speel deze scène een aantal keer na met de kinderen. Loop met de kinderen boos door de ruimte. Let erop dat de kinderen niet fysiek boos naar elkaar gaan doen. Draai eventueel een muziekje.
4
Beer is Blij Beer zit op uw schoot. Vlinder verschijnt van achter uw rug en tikt Beer op de schouder. Beer schrikt even, dit verdwijnt snel als hij ziet dat Vlinder een cadeautje voor hem heeft. Hij is hier ontzettend blij mee, juicht en springt. Speel deze scène een aantal keer na. Loop vervolgens met de hele groep blij door het lokaal. Draai hier eventueel een vrolijk muziekje bij. Tips en variatie: Eindig deze oefening, voordat u weer verder gaat met een andere les, altijd met de emotie Blij. Op die manier gaan de kinderen weer in een positieve emotie verder. Niet alle kinderen spelen even uitbundig. Als het kind bijvoorbeeld zachtjes ‘Boe’ zegt tegen u, dan betekent dit dat het de oefening begrepen heeft. Reageert u hier dan op een positieve manier op, in dit geval: door te schrikken van het kind. De emoties: verliefd, verlegen kunnen ook uitgewerkt worden. Net als bijvoorbeeld de gemoedstoestanden: vermoeid, nodig moeten plassen, jeuk hebben. Deze kunnen allen goed met non-verbale communicatie, lichaamstaal, duidelijk gemaakt worden. Extra tip en informatie voor het spelen met handpoppen: - Het spelen met poppen stimuleert de mondelinge taalvaardigheid bij peuters en kleuters. Ze blijken vaak gemakkelijker te praten tegen een pop dan tegen een volwassene. - U legt met de handpop de opdracht uit. Denk hierbij dat, als de pop praat, u naar de pop kijkt, anders zullen de kinderen in de war raken en naar u kijken. Gebruik voor de pop een duidelijk andere stem dan uw eigen.
• Emotie 2: op de foto (4+)
Thema’s: communicatie, emoties en doen alsof Doel: De kinderen kunnen fysiek uitbeelden hoe ze boos, blij, verdrietig of bang zijn, ze kunnen daarbij stilstaan als een standbeeld. Ze herkennen de emoties bij anderen. Benodigdheden: fototoestel. Voorbereiding: Zorg dat er 1 wand rustig is, daar kunnen de foto’s voor gemaakt worden. Uitleg: Gebruik bij deze opdracht bijvoorbeeld de emotietekeningen van Beer. Doe alle emoties na met de kinderen. Vervolgens worden door een groepje kinderen de emoties
9
voorgedaan, ze laten zien hoe ze lopen in een bepaalde emotie, terwijl de rest kijkt. Spreek met de kinderen af dat als u in uw handen klapt, de kinderen op dat moment heel stil moeten blijven staan. Zo stil dat ze op een standbeeld lijken. Na een aantal keer oefenen kan deze oefening met de hele groep gedaan worden. Verdeel de groep in vier groepen. Geef iedere groep een emotie en zet ze op de foto. U kunt ook ieder groepje alle emoties laten doen, of een combinatie van emoties op een foto. Als de foto’s afgedrukt zijn en in het lokaal hangen kunt u een vervolg activiteit doen. U bespreekt de foto’s en de emoties die erop staan. Noem een emotie en laat de kinderen uitkiezen welke foto daar bij past. Vervolgens kunt u een kind een foto laten zien, zonder dat de andere kinderen het zien. Hij/zij moet de emotie van de foto overnemen en de klas mag raden welke emotie dit is. Tips en variatie: Ook bij deze opdracht kunnen andere emoties aanbod komen als: verliefd, verlegen, verbaast etc. Net als bijvoorbeeld de gemoedstoestanden: Vermoeid, nodig moeten plassen, jeuk hebben. Deze kunnen allen goed met non-verbale communicatie, lichaamstaal, duidelijk gemaakt worden.
• Emotionele Cadeautjes: Kring (4+)
Thema’s: communicatie, emoties en doen alsof
In de voorstelling geven Beer en Vlinder elkaar cadeautjes omdat ze elkaar leuk vinden. Er komen gedurende de hele voorstelling verschillende emoties voorbij. Doel: De kinderen leren om verschillende emoties te spelen. Een emotie over te nemen van het ene kind en door te geven aan een ander kind. Uitleg: U kunt in de kring een denkbeeldig cadeautje rond laten gaan in een bepaalde emotie. Degene die het cadeautje geeft, heeft een bepaalde emotie, dit neemt de volgende - samen met het cadeautje - over. Ze kunnen later eventueel zelf een emotie verzinnen als ze het cadeautje krijgen.
VERSJES (2+) Thema’s: communicatie en doen alsof Hier onder staan een aantal versjes, deze kunnen voorgelezen worden of aan de kinderen geleerd worden. Verzin er bewegingen bij, dit maakt het voor de kinderen interessanter. • Ben je boos? Pluk een roos. Zet hem op je hoed, Dan is het morgen weer goed! • Vlindertje, vlindertje, kom nou eens hier Ik wil met jou spelen gaan Vriendelijk dier.
10
Maar het vlindertje vloog hene, En was opeens verdwenen. • In het diepste van zijn hol Slaapt grote beer de lange winter vol “Hij beweegt niet meer,” zegt de sluwe rat. “Knijp hem in zijn neus, ik bijt hem in zijn …” • Ik zag twee beren broodjes smeren O, het was een wonder Wat een wonder bovenwonder Dat die beren smeren konden Hi hi hi ha ha ha Ik stond erbij en ik keek ernaar.
DOEN ALSOF EN SPELEN • Toren Bouwen (2+)
Thema’s: doen alsof (handeling uit voorstelling na doen)
Doel: De kinderen kunnen samen een toren maken. Dit traint de coördinatie en concentratie. Uitleg: Beer bouwt in de voorstelling een hoge toren voor Vlinder. Bouw met de groep een toren. Dit kan met blokken of Duplo. Maar met welke dingen kunnen nog meer torens gebouwd worden? Denk hierbij aan lege doosjes en melk- en vruchtensappakken, bekertjes, knuffels, auto’s, boeken etc. Probeer de toren, met elkaar, zo hoog mogelijk te maken. Beer maakt de toren kapot, laat (om de beurt) een kind de toren omduwen.
• Naspelen van het verhaal (2+) Thema’s: doen alsof, communicatie
Doel: De kinderen kunnen na het horen van het boek en zien van de voorstelling het verhaal van Beer is op Vlinder naspelen. Om hier een extra leuke draai aan te geven, staat bij de knutselactiviteiten beschreven hoe je maskertjes van Beer en Vlinder kunt maken met de hele groep. Benodigdheden: Attributen voor de scène die u kiest. Uitleg: Na het zien van de voorstelling kunt u een scène uitkiezen die u leuk of interessant vindt. Eventueel kunt u het boek nog voorlezen aan de kinderen, u vertelt welke scène de kinderen gaan spelen. Eventueel kunnen de kinderen zelf een scène kiezen. Het boek is anders dan de voorstelling, weten de kinderen nog hoe die scène gespeeld werd? Een voorbeeld: in het boek gaat Beer zitten om een jas voor vlinder te breien, dit doet hij niet in de voorstelling, hier geeft hij zijn eigen jas waardoor Vlinder niet meer kan vliegen. Dit kunnen ze naspelen door bijvoorbeeld een grote jas van u zelf mee te nemen. Laat 2 kinderen dit naspelen, herhaal dit een aantal keer met andere kinderen. Tips en variatie:
11
Hier volgt een volgorde en korte beschrijving van de scènes om uw geheugen weer even op te frissen: 1 Lippenstift en ‘praten’: Beer struikelt over zijn woorden. Vlinder maakt zich met lippenstift op voor Beer. 2 Tekenen en ‘schrijven’: Vlinder maakt een tekening voor Beer, Beer schrijft Vlinder een liefdesbrief maar ze mag dit eerst nog niet zien. Als het af is slaat Beer per ongeluk Vlinder tegen haar hoofd. 3 Armband en ‘kijken’: Vlinder scheurt strookjes en maakt hier een armbandje van, Beer maakt slingers. Vlinder danst onder de slingers door, maar raakt hierin verstrikt. 4 Aardbei en ‘proeven’: Vlinder eet een aardbei, geeft er een aan Beer. Beer maakt een grote taart met slagroom en aardbeien voor haar. Vlinder heeft na een klein hapje al genoeg, Beer wil dat ze meer eet. 5 Muziekdoosje en ‘luisteren’: Vlinder speelt een liedje voor Beer op haar speeldoosje, Beer pakt de concertina en begint te spelen. Ze dansen allebei, Vlinder begint te huilen omdat ze het zo mooi vindt. 6 Bloem en ‘ruiken’: Vlinder geeft een bloemetje, voor op de hoed van Beer. Beer heeft een enorm boeket van bloemen voor Vlinder. Hij staat op haar tenen, hij kan haar niet zien door het grote boeket. Vlinder slaat per ongeluk het boeket uit zijn handen als ze onder zijn grote voet vandaan probeert te komen. 7 Sjaaltje en ‘Voelen’: Vlinder maakt zich mooi voor Beer met een sjaaltje. Beer geeft Vlinder zijn jas, dit is te zwaar en ze valt neer. Haar vleugeltje hangt er slap bij. Beer helpt met het opplakken van pleisters. 8 Balanceren en ‘bouwen’: Vlinder loopt balancerend van tafeltje naar tafeltje. Beer bouwt een toren voor Vlinder, Beer probeert haar hier op te krijgen maar ze durft niet. Vlinder valt uit de armen van Beer, ze valt en kruipt weg. 9 Crisis: Beer is boos en sloopt de hele toren. 10 Een onbedoeld teken: Beer loopt moedeloos rond. (In de vorm van een hart.) Zand loopt ongemerkt uit zijn jaszak, het vormt een hart op de grond. Vlinder is blij verrast en vliegt Beer om de hals. 10 De liefde bloeit: Beer en Vlinder leren elkaars en nieuwe woorden, Beer en Vlinder ontdekken elkaars bewegingen en dansen samen. 11 Beer en Vlinder liggen samen, tegen elkaar aan, op het blok.
KNUTSELACTIVITEITEN • Maskers maken (2+)
Thema’s: Beer en Vlinder, kan gekoppeld worden aan doen alsof
In bijlagen van deze lesbrief zijn voorbeelden toegevoegd van een Beer-, en een Vlindermasker. Het ligt aan de zelfstandigheid van de kinderen hoeveel werk u zelf moet verrichten. Denk hierbij aan het uitknippen van de maskers en het bevestigen van de elastiekjes. Doel: Dit oefent de ooghand coördinatie (en creativiteit) van het kind. Benodigdheden: Beer en Vlinder masker op stevig papier (160 gr), schaar, plakband, kleurpotloden o.i.d., 2 elastiekjes per masker.
12
Uitleg: Uitprinten en kopiëren op dik papier. Laat de kinderen het masker inkleuren. Laat ze het masker uitknippen of uitprikken, als ze dit niet kunnen knipt u het voor ze uit (denk hier aan het uitknippen van de gaten voor de ogen.). Prik gaatjes waar de elastiekjes in moeten. Plak plakband over de rand, tegen het uitscheuren. Doe de elastiekjes er aan. Het masker is klaar.
• Poppetjes Beer en Vlinder maken (2+)
Thema’s: Beer en Vlinder, kan gekoppeld worden aan doen alsof De kinderen zouden het verhaal ook na kunnen spelen met behulp van poppetjes. De voorbeelden zijn in bijlagen van deze lesbrief te vinden. Als ze niet worden gebruikt om te spelen of de kinderen uitgespeeld zijn, staan deze poppetjes altijd leuk als decoratie in bijvoorbeeld een plantenbak. Doel: Stimuleert de ooghand coördinatie. Benodigdheden: De Vlinder en Beer op papier, Plakband, Potloden, Per pop 1 rietje, Schaar. Uitleg: Laat ieder kind een Vlinder en een Beer inkleuren. Knip de figuren uit. Plak het rietje met een plakbandje op de achterkant van het plaatje. Zorg dat bij de Vlinder het rietje een stukje boven het hoofdje zit. Knip de rietjes een stukje in, dit zijn de voelsprieten. De poppetjes zijn klaar om mee te spelen.
• Slingers maken (2+)
Thema’s: een voorwerp uit de voorstelling na maken
Net als in de voorstelling kunt u voor in het lokaal slingers maken! Het ligt aan de zelfstandigheid van de kinderen of u hier extra werk aan heeft. Het scheelt als de kinderen zelf de ringen aan elkaar kunnen lijmen. Benodigdheden: Gekleurde papierstroken (+/- 20 tot 25 cm lang), Lijm. Uitleg: Maak van een strook een cirkel en lijm de uiteinden aan elkaar vast. Maak een nieuwe cirkel door de vorige cirkel heen en plak ook hiervan de uiteinden aan elkaar vast. Ga door totdat de slinger lang genoeg is om op te hangen. Tips en Variatie: Er kunnen stroken worden geknipt van papier dat door de kinderen aan beide kanten is ingekleurd of geverfd. U zou figuren die herkenbaar zijn in het verhaal in de slinger kunnen hangen. Denk hierbij aan: Beer, Vlinder, bloem, hart, aardbei, taart, concertina (muziekinstrument dat lijkt op accordeon).
BEWEGINGSOPDRACHTEN • Vertelpantomime (4+)
Thema’s: communicatie en doen alsof
Doel: De kinderen leren om uit te beelden wat er op dat moment verteld wordt. Ze kunnen dit uitbeelden met behulp van hun fantasie en door goed te luisteren. Benodigdheden: ruim lokaal, fantasie,
13
Uitleg: U vertelt een verhaal waarin de kinderen de hoofdrol spelen, zij doen alles na wat u zegt. U kunt het voorbeeld hieronder als leidraad gebruiken of zelf iets verzinnen. Leg uit dat zij naar het verhaal luisteren en moeten nadoen.
‘Het is heel vroeg in de ochtend en Beer ligt te slapen op de grond. Hij droomt over een mooie vlieger waar hij mee door de bloemenvelden rent, zijn benen doen net alsof hij rent terwijl hij blijft slapen. De zon komt op en langzaam wordt Beer wakker, hij wrijft de slaap uit zijn ogen en komt overeind. Hij zit op zijn billen en kijkt in het rond. “Dit wordt een mooie dag” zegt hij tegen zichzelf en hij staat op. Hij gaapt en rekt zich goed uit. Zijn maag knort, hij heeft een trek en wrijft over zijn buik. Het is tijd om naar buiten te gaan en iets te eten te zoeken. Hij pakt zijn sjaal van de kapstok en doet deze om. Hij loopt naar de deur, voordat hij naar buiten gaat, pakt hij snel zijn hoed van de kapstok en zet deze op zijn hoofd. Als hij buiten is, ademt hij diep door zijn neus in en door zijn mond blaast hij de lucht weer naar buiten. De vogeltjes fluiten naar Beer, hij is blij om alle vogeltjes weer te zien en springt van blijdschap in de lucht. Hij zwaait naar alle vogeltjes. Hij loopt naar de appelboom en raapt een appel op die op de grond ligt. Hij brengt de appel naar zijn mond en neemt er een grote hap van. Hmmm dat is lekker, hij lust er nog wel één! Hij kijkt naar boven en daar ziet hij dat de boom vol hangt met appels. Hij gaat op zijn tenen staan en probeert een appel te plukken, maar oei, die appels hangen wel hoog zeg! Hij probeert zich zo lang mogelijk te maken om bij de appels te kunnen. Het lukt hem, hij heeft een appel en eet hem op. Vanuit de boom komt een Vlinder naar hem toe gevlogen. Ze fluistert bij Beer in zijn oor, en Beer luistert aandachtig. Ze zegt dat ze een vanmiddag een feestje geeft en dat Beer ook is uitgenodigd. Beer is blij en springt in de lucht. Hij heeft wel zin in een feestje. Hij loopt terug naar huis. Thuis aangekomen hangt hij zijn hoed op de kapstok, doet zijn sjaal af en hangt deze ook op. Hij gaat in de badkamer voor de spiegel staan. In de wasbak maakt hij een sopje en begint zich te wassen. Eerst zijn gezicht, achter zijn oren, zijn nek en armen, zijn oksels en zijn buik. Hij probeert ook zijn rug te wassen, maar dat is altijd lastig. Hij wast zijn beide benen en voeten. Hij pakt zijn tandenborstel, doet hier tandpasta op en poetst zijn tanden. Zo, Beer is klaar om naar het feestje te gaan.’
• Beer en Vlinder dans (2+)
Thema’s: Doen alsof, communicatie In de voorstelling wordt er veel gedanst door Beer en Vlinder. Dit gebeurt op muziek. Vlinder danst soms zelfs zonder muziek! Beer maakt muziek met het instrument concertina, dit is een soort accordeon. Doel: Kinderen gebruiken hun lichaam om als Beer en Vlinder te bewegen. Uitleg: Iedereen zit in een kring, vraag naar de verschillen tussen een Beer en een Vlinder. Ga staan en maak van uw handen een vlinder (door de duimen in elkaar te haken), vlieg hiermee hoog/laag, heen en weer. Blijf staan op de plaats. Maak nu met je hele lijf een vlinder en vlieg met vleugels op de plaats, soms laag en dan weer hoog. Laat om de beurt een kind een rondje in de kring vliegen. Vlinder staat op een bloem, ze is moe en valt daar in slaap. De kinderen gaan op de grond liggen. Even later worden de tenen
14
langzaam wakker en beginnen te wiebelen. Nu de benen. Nu de vingers, en de Vlinder wordt langzaam wakker en beweegt haar vleugels en staat weer op. Ga op de plaats als Beer staan, zonder geluid. (Stevig en breed staan.) Beer heeft honger, in de boom hangt een bijenkorf met honing. De Beer probeert het te pakken, maar het is moeilijk. Hij maakt zich zo lang mogelijk. Hij eet het op en wuift de bijen met zijn poten weg. Er is 1 Beer die voor op mag lopen, de andere Beren volgen hem in een lange slinger de ruimte rond. De Beer heeft jeuk op zijn rug, de hele rij gaat naar de muur om - alsof het een boom is – hun rug er tegen te krabben. Het achterste kind in de rij mag nu voorop, ze vliegen als vlinders in een lange slinger het lokaal rond. Tips en variatie: Leg hoepels op de grond, dit stellen stenen in het water voor of bloemen in het gras. Laat ze van steen naar steen springen (bloem naar bloem vliegen). Zet een zet bank neer, laat de Beer en Vlinder hier over heen lopen. Kies – als u muziek gebruikt - voor instrumentale muziek, bijvoorbeeld: Soundtrack van de film ‘Le Fabuleux Destin d’Amélie Poulin’ door componist Yann Tiersen, hier staat o.a. liedjes op die in de voorstelling gebruikt wordt. Op soundtracks van (Disney)films staan vaak ook bruikbare instrumentale nummers. Laat bij de peutergroep, ieder kind een stickertje uitkiezen. Deze plakt u in een cirkel op de grond. Laat de kinderen hun eigen sticker verstoppen met hun voet, hand, elleboog en billen. Op het moment dat de kinderen overal en nergens zijn, zegt u dat de kinderen hun sticker met hun billen moeten verstoppen. Dit verzekert u van een mooie vlotte kring.
ZINTUIGEN Peuters zijn erg zintuiglijk ingesteld. Daarom speciaal een opdracht om de zintuigen te prikkelen. In de voorstelling zijn er verschillende scènes waarin dit voor komt. Denk hierbij aan: Horen – de muziek. Zien – de slingers. Ruiken – de bloemen. Proeven – de taart slagroom en aardbeien. Voelen – de zware jas van Beer.
• Horen (2+)
Doel: De kinderen leren gericht te luisteren en geluiden te herkennen. Benodigdheden: 3 verschillende muziekinstrumenten Uitleg: Laat de kinderen hun handen voor de ogen doen en zo stil mogelijk zijn (als je je ogen dicht hebt, dan kun je je beter concentreren op geluiden.) Laat ze hun ogen weer open doen en vertellen welke geluiden ze hebben gehoord. (auto’s, blaffende hond, stem op de gang) Doe je vingers in je oren, kun je nog iets horen? Hoor je het ruisen van je bloed? U kunt de kinderen in een schelp de zee laten horen. Laat de kinderen een zinnetje zeggen en ze goed naar hun eigen stem luisteren, vervolgens zeggen ze dezelfde zin met hun oren dicht. Klinkt dit anders? (hier over praten 4+).
15
Laat de kinderen goed luisteren naar de 3 instrumenten die u om de beurt laat horen. De kinderen doen hun ogen dicht, laat een instrument horen en vraag aan de kinderen welke het was. Herhaal dit een aantal keer. Laat 1 van de kinderen het zelfde geluid als het instrument maken. De kinderen staan in een kring. Als u ‘Beer’ zegt stampen de kinderen op de grond, als u ‘Vlinder’ zegt vliegen ze met hun armen. Dit kunt u doen door de woorden in een verhaaltje te verwerken. Tips en Variatie: Laat de kinderen de ogen dicht doen. Maak een geluidje en laat de kinderen wijzen waar het geluid vandaan kwam. In de bibliotheek zijn er verschillende cd’s te krijgen waar geluidseffecten op staan. Zo kunnen er huis, tuin en keuken geluiden gehoord laten worden en raden wat het is. Eventueel kunnen de handelingen erbij gemaakt worden. Laat de kinderen geluiden horen en nadoen. Dit kan bijvoorbeeld ook met dierengeluiden. Vervolgens kan er een verhaal vertelt worden waar heel veel dieren in voorkomen, zodra er een dier genoemd wordt, maken de kinderen het geluid. (bijvoorbeeld: De haan kraait…, de dieren worden wakker, de kip kakelt… en het varken knort…, de kuikentjes piepen…, het is bijna tijd om te eten, etc.)
Voelen (2+) Doel: De kinderen leren door middel van voelen verschillende materialen kennen en benoemen. Benodigdheden: Teddybeer, een tas, een steentje en een watje voor ieder kind. Uitleg: Iedereen zit in de kring. Maak een zacht, bedrukt ‘help’ geluid. Het komt uit de tas, Beer zit daar opgesloten en is een beetje boos omdat hij daar zo lang moest zitten. U aait hem om het weer goed te maken. Vertel de Beer dat u een les over ‘voelen’ wilt geven. Weet hij nog een leuke oefening? Beer is zacht, laat iedereen hem even aaien. Beer zag in de tas watjes en steentjes liggen, hij weet daar wel iets mee. Laat de kinderen het steentje zien, weten ze wat het is? Hoe denken ze dat het voelt? Hard, zacht, warm of koud? Geef ieder kind een steen en laat het ze voelen. Vervolgens leggen ze het voor zich neer. Stel dezelfde vraag als u het watje laat zien en geef iedereen een watje. Ga met een veertje langs ieder kind, aai ze daar mee over hun wang. Neem de watjes en steentjes weer in en laat de kinderen de handen op de rug doen, leg bij ieder kindje een watje óf steentje. Ze mogen niets zeggen, maar alleen voelen. Vraag of degene die denken een watje te hebben deze op schoot te leggen. Vervolgens leggen degene die denken een steentje te hebben deze op schoot. Hoe wisten de kinderen wat ze vast hadden? (hier over praten 2+, peuters ervaren vooral.) Beer weet nog een spel om te doen. Er worden verschillende voorwerpen uit het lokaal gepakt. De kinderen mogen raden of het hard of zacht, warm of koud voelt. Laat het
16
voorwerp de kring rond gaan. Weten de kinderen nog meer harde of zachte voorwerpen in het lokaal te vinden? Tips en variatie: Om nat en droog te voelen zijn er een paar natte watjes nodig (of bijvoorbeeld een nat washandje) Laat dit de kring rondgaan. Laat de kinderen ook op de wang het verschil voelen. Zo kunt u ook het verschil laten voelen tussen glad en ruw/bobbelig. Warm en koud.
Zien (2+) Doel: De kinderen kunnen gericht kijken of met de ogen zoeken naar een voorwerp. Benodigdheden: handpop (Beer), verschillende voorwerpen. Uitleg: Iedereen zit in een kring. Uit de tas wilt u Beer tevoorschijn halen, maar hij zit er helemaal niet in. (Zorg dat deze voor de les verstopt is, maar wel dat er nog een klein stukje van te zien is.) Laat de kinderen Beer vanaf hun plek zoeken. Beer heeft wel een paar opdrachten. Hij gaat een voorwerp verstoppen, de kinderen moeten het straks vanaf hun plaats zoeken door goed te kijken. De kinderen doen hun ogen dicht terwijl het voorwerp verstopt wordt, zorg dat er een stukje zichtbaar blijft! Doe dit een aantal keer. Pak een aantal voorwerpen uit het lokaal, laat de kinderen beschrijven hoe het eruit ziet. Stel hier vragen bij: welke kleur heeft het? Hoeveel gaten zitten erin? Hoeveel hoeken heeft het? Etc. Pas je vragen aan op het voorwerp. (4+) Laat de kinderen groepjes maken naar aanleiding van uiterlijke kenmerken. Iedereen met een groen shirt, een bril, spijkerbroek, blond haar etc. Dit kan ook zonder het maken van groepjes. Alle kinderen die kort haar hebben mogen nu in hun handen klappen. Iedereen die oorbellen draagt, mag gaan staan. (4+) De kinderen moeten goed naar u kijken, naar uw kleren, sieraden en gezicht. Nu doen ze hun ogen dicht, u draait zich om en verandert iets aan uzelf. Begin eerst met duidelijke veranderingen en kijk aan de hand van de groep hoe subtiel de veranderingen kunnen worden. Tips en variatie: Er kan ook een verandering bij een van de kinderen gedaan worden. U helpt daarbij en de andere kinderen raden wat het is. Pak een aantal verschillende kleuren papier, of teken gekleurde vakken op het schoolbord. Laat de kinderen voorwerpen uit het lokaal zoeken die hier bij passen.
Proeven (2+) Doel: De kinderen worden geconfronteerd met verschillende smaken (zoet, bitter, zuur en zout).
17
Benodigdheden: voedingsmiddelen voor de verschillende smaken (vb zuur: stukjes citroen of snoep ‘zure matten’, bitter: koffie of grapefruit, zout: chips, zoet: limonade.) Uitleg: De smaken bitter en zuur zijn niet zo populair, het is verstandig om die dan ook niet tot het laatste te bewaren. Gebruik de zoete smaak als afsluiter. Als de kinderen echt niet willen proeven (omdat ze bijvoorbeeld de vieze gezichten van de anderen al hebben gezien) dwing ze dan niet. Bespreek de smaken en vraag wat ze lekker vonden en wat niet. Je proeft met je tong, laat ze in een spiegel hun tong bekijken. Tips en variatie: U kunt met iets oudere kinderen een proef opdracht doen waarbij ze moeten raden wat het is. Ogen dicht en proeven. Kies voor herkenbare dingen als: mandarijn, appel, rozijn, chocola, vanillevla etc.
Ruiken (2+) Doel: De kinderen leren bewust om geuren in zich op te nemen. Benodigdheden: Verschillende dingen om te ruiken. (vb: parfum op een papiertje gespoten, een appel, bloemen, kaneel, ui, een lucifer die al verbrand is etc) Uitleg: Wat vinden kinderen lekker ruiken? Wat vinden ze stinken? Laat de kinderen een aantal verschillende luchtjes ruiken. Je neus kan nooit teveel verschillende luchtjes achter elkaar verdragen. Omdat het dan de geuren op een gegeven moment niet meer kan onderscheiden. Zorg dus dat er pauzes tussen zitten of dat u het combineert met bijvoorbeeld de activiteit voor het proeven
Literatuurlijst Internet • Website van Het Blauwe Huis www.hetblauwehuis.nl • Website www.mibepa.info Op deze site vind je alles over beroemde beren. Je kunt hier spelletjes doen en kleurplaten maken. Ook vind je hier ideeën voor brooddeeg en breipatronen van beren. • Op www.baldo.nl jeugdboek over Beer Baldo die gaat kamperen. (4-9 jaar) Op deze site vind je kleurplaten van Baldo. • Op www.Vlinderskijken.nl en www.Vlinderstichting kun je allerlei informatie over Vlinders vinden. • Op www.hco.nl kun je via de webwinkel een emotieposter bestellen. Er staan foto’s van kinderen in allerlei emoties op met de benaming erbij. Op de achterkant staan diverse opdrachten en verhaaltjes die in een les verwerkt kunnen worden. • De website www.paulgreidanus.nl is van de acteur die Beer speelt: Paul Greidanus.
18
Museum • Museum voor Communicatie Zeestraat 82, 2518 AD Den Haag, tel: 070-3307500 www.muscom.nl/educatie In dit museum is o.a. een interactieve tentoonstelling over de het boek Beer is op Vlinder.
Boeken Liefde: • ‘Ik val op jou’ door Rebecca Dautremer. Uitgeverij Davidsfonds/Infodok, 2004. Salomé probeert erachter te komen wat 'op iemand vallen' eigenlijk is. Zelf is ze al vaak van haar fiets gevallen. Maar nog nooit op iemand. • ‘Meneer Trol is verliefd’ door Brigitte Minne. Uitgeverij de Eenhoorn, 2006. De illustraties zijn bijzonder vorm gegeven door figuren van fimoklei, wol en takjes. Meneer Trol is een pestkop, hij stopt een spin in de broek van Kabouter. Maar als hij eenmaal verliefd wordt, dan probeert hij zich zo goed mogelijk voor te doen. • ‘Mag ik van jou een kusje?’ door Marianne Busser en Ron Schröder. Uitgeverij Unieboek BV. Over een muis die op zoek is naar degene die haar op het verkleed feest het liefste kusje ooit gaf. • ‘Lieve Woordjes’ en ‘Je bent mijn lieve schattebout!’ door Carl Norac en illustraties van Claude K. Dubois. Uitgeverij Gottmer, Haarlem. Over een klein hamstertje dat haar lieve woordjes met iemand wil delen maar daar de kans niet voor krijgt. Beren: • In de bundel ‘Het grote boek van Beer en Egel’ zijn de volgende verhalen gebundeld: ‘Dat komt er nou van…’, ‘Een gat in mijn emmer’, ‘Samen kunnen we alles aan’ en ‘Er kan nog meer bij’ door Ingrid en Dieter Schubert. Uitgeverij Lemniscaat • ‘De verhalen van kleine Beer’ door Martin Wadell Uitgeverij Lemniscaat, 2001. Verzamel bundel met de avonturen van kleine Beer. • ‘Ik.’ door Philip Waechter Uitgeverij Lemniscaat, 2004. Over een Beer die blij is met zichzelf maar soms ook behoefte heeft aan een vriendje. Vlinders: • ‘Rupsje Nooitgenoeg’ door Eric Carle. Het wereldberoemde boek over de rups die in een prachtige Vlinder verandert.
19
• ‘Bloem en Vlinder’ door Coby Hol Uitgeverij de Eenhoorn, 2002. Over Bloem die avonturen wil beleven maar dit niet kan omdat ze in de grond staat. Vlinder belooft haar iedere dag haar avontuur te komen vertellen. • ‘Vlinder en Vlieg verliefd’ door André Nuyens en Gerda Westerink. Uitgeverij Christofoor, 2000. Over Vlinder en Vlieg die vrienden zijn. Op een dag voelt vlieg vlinders in zijn buik, zou hij verliefd zijn? Communicatie: • ‘Kikker vindt een vriendje’ door Max Velthuijs. Uitgeverij Leopold, 2001. Kikker vindt een lief beertje in het bos. Hij neemt hem mee naar huis, zorgt goed voor hem en leert hem praten. Ze worden de beste vrienden. • ‘Van mij!’ door Mathilde Stein Uitgeverij: Lemniscaat, 2006. Merel heeft een spookje onder haar bed, het spookje wil alles voor zichzelf. Merel is het zat en negeert het spookje. Spookje vindt dit niet leuk en wil leren samen te spelen. Overig: • ‘Ik vind jou lief’ door Sanderijn van der Doef Uitgeverij: Ploegsma, 1997. Informatief prentenboek voor peuters en kleuters.
Evaluatie lesbrief -
Wat is de gemiddelde leeftijd van de kinderen waarmee u naar de voorstelling bent geweest?
-
Waar en wanneer hebt u de voorstelling gezien?
-
Welke activiteiten en spellen uit de lesbrief heeft u gebruikt?
-
Hoe was hierop de reactie van de kinderen?
-
Voegde de lesbrief iets toe aan de voorstelling? Zo ja: wat precies?
-
Welke onderdelen van de lesbrief sloten aan bij doelgroep?
-
Wat sloot niet aan? Zou u dit door kleine aanpassing aan kunnen passen?
-
Wat zou u anders willen doen?
-
Wat zou u absoluut zo willen laten?
20
-
Hebt u nog andere tips voor de volgende lesbrief?
-
Wat vindt u vooraf van belang dat er aan informatie komt over de voorstelling? (Praktisch? Inhoudelijk? Hoe lang van te voren? Hoe uitgebreid?)
-
En wat vindt u van belang om aan handvatten hebben om naderhand nog door te kunnen gaan met onderwerpen uit inhoud of vorm van de voorstelling?
Op onze site vindt u deze evaluatie, die kunt u online invullen. Mocht u leuke reacties van kinderen hebben, dan zijn deze ook hartelijk welkom!
[email protected] Alvast hartelijk bedankt!
21
22