NIEUWSBRIEF
47
juli 2010
Jaa r v e r slag 2 0 0 9 v e r sc h e n e n O nlan g s b r ac h t S T O WA h e t j aa r v e r slag 2 0 0 9 u i t. V oo r h e t v e r slag v r o e g e n w e z e v e n ‘ dwa r s k i j k e r s ’ k r i t i sc h t e r e fl e ct e r e n op h e t doo r ons v e r r i c h t e w e r k i n h e t af g e lop e n j aa r . D at l e v e r d e l e u k e e n l e e r z am e stof tot nad e n k e n . U K u nt e e n pdf van ons j aa r v e r slag downloa d e n op www. stowa . nl . G e mal e ndag 2 010 :
Gemalen kunnen en moeten beter Bij stoomgemaal De Tuut in het Gelderse Appeltern vond op 23 juni jl. de eerste Nederlandse Gemalendag plaats, georga-
niseerd door STOWA en de Nederlandse Gemalenstichting. Tijdens deze dag werd het Nederlandse gemaal belicht in al zijn facetten: functioneel, cultuurhistorisch, architectonisch, maar ook vanuit ecologisch oogpunt. Conclusie: er valt nog een wereld te winnen.
Herman Pleij
Scheidend dijkgraaf Gerrit Kok van Waterschap Rivieren-
die oude gemalen zou moeten doen. Met de retorische
land, gastheer van deze dag, benadrukte het belang van
vraag ‘Waarom zou je lelijke dingen behouden?’ gooide
de Gemalendag. Waterschappen zijn volgens hem van
hij direct de spreekwoordelijke knuppel in het hoender-
oudsher geneigd naar voren te kijken en het verleden ach-
hok. Om daar vervolgens zelf het antwoord op te geven.
ter zich te laten. In de loop der tijden zijn daardoor veel
Mooi en lelijk zijn volgens hem relatieve begrippen. De
in onbruik geraakte stoom- en dieselgemalen verdwenen.
spaarzame windmolens die er nog zijn, beschouwen wij
Maar al zijn ze lang niet allemaal even mooi, het zijn wel
tegenwoordig als prachtige relicten van het oude Holland-
tasbare herinneringen aan het schier eindeloze gevecht
se landschap. Maar in de zeventiende eeuw vond men het
dat ons land tegen het water voert, aldus Kok. Hij pleit-
volgens Pleij maar lelijke obstakels. Datzelfde gaat vast
te er dan ook voor een aantal karakteristieke gemalen en
ook gelden voor de windparken waartegen veel mensen
aandrijftechnieken te behouden. Zeker met de toenemen-
nu ageren. Ooit zullen ze geroemd worden om ‘de prach-
de aandacht voor cultuurhistorie, kunnen waterschappen
tige ritmiek ervan in ons landschap’, knipoogde hij.
volgens Kok hun werk op deze manier goed onder de aandacht van het grote publiek brengen.
E i g e n smaa k
Gemalen zijn volgens de emeritus hoogleraar markante Leli jke dingen
lieux de mémoires, plekken die ons herinneren aan onze
Emeritus hoogleraar Historische Letterkunde Herman Ple-
eigen geschiedenis en ons daarmee houvast bieden. Daar
ij ging daarna dieper in op de vraag wat je eigenlijk met al
is in deze tijd veel behoefte aan, nu met het wegvallen van
In d e z e u i t g av e ond e r m e e r : h o g e r e g r ondwat e r stand e n , h o g e v e r wac h t i n g e n / k e nn i sdag r e g i onal e wat e r k e r i n g e n / S T O WA W O r k s h op ov e r sam e nw e r k i n g i n d e wat e r k e t e n / z e s n i e u w e wat e r mo z a ï e k p r o j e ct e n g e sta r t/ k an st e d e l i j k e wat e r b e r g i n g h e t da k op ? D e r w z i van d e to e k omst / stowa t e r i nfo ot j e s p u bl i cat i e s / ag e nda
g e mal e ndag 2 010
geloof en verzuiling de oude vertrouwde houvasten veel-
H e t wat e r d e baas
al zijn verdwenen. Behouden dus, restaureren. Maar wat
Tijdens de Gemalendag ontving Unievoorzitter Peter Glas
dan: de uiterlijke vorm, de werking? En hoe? Pleij toonde
het eerste exemplaar van ‘Het water de baas’ uit handen
aan dat we vaak geneigd zijn authenticiteit te herschep-
van dijkgraaf Michiel van Haersma Buma, voorzitter van
pen naar onze eigen smaak. Zo is van veel middeleeuwse
de Nederlandse Gemalenstichting. Auteur Rutger Pol-
huizen bij restauratie de oorspronkelijke pleistering ver-
derman vertelde daarna meer over deze geschiedschrij-
dwenen, omdat dat niet past in ons beeld van de middel-
ving van de mechanische bemaling in Nederland. Sinds
eeuwen. Ook zijn de meeste kerken vakkundig ontkleurd
de vroege eeuwen is bemaling onmisbaar voor ons land.
naar ‘stemmig’ grijs, terwijl daarbinnen vroeger aantoon-
Aanvankelijk betreft het vaak nog simpele instrumen-
baar veel kleur was (o.a. beschilderde beelden). ‘Restaure-
ten, maar vanaf 1750 worden aandrijving en opvoerwer-
ren is iets anders dan het opleuken van de geschiedenis,’
ken van gemalen steeds geavanceerder: windmolens,
sprak hij zijn gehoor streng toe. Kortom, voldoende stof
stoomgemalen, dieselgemalen en uiteindelijk volledig
tot nadenken.
geautomatiseerde elektrisch aangedreven installaties.
iel
Di j
kgr aa fM i
ch
U Buma en nievoorzitter sma Pet r e a er Gla nH va s
Het rijk geïllustreerde boek begint met een overzicht van de Nederlandse waterhuishouding door de eeuwen heen. Daarna volgt een uitgebreide beschrijving van de ontwikkeling van de technieken om het land met behulp van machines droog te maken en te houden. Daarbij wordt apart aandacht besteed aan belangrijke innovaties van Nederlandse ontwerpers en aan de fabrikanten, leveranciers en bouwers. Het boek wordt besloten met een blik in de toekomst. ‘Het water de baas’ werd mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van STOWA. Van harte aanbevolen voor iedereen met een liefde voor oude en nieuwe gemaaltechniek. H i sto r i sc h b e s e f
Jan Reijnen van de Gemalenstichting ging dieper in op de vraag hoe we omgaan met de gemalen die gebouwd zijn
STOWA TER INF o / 47
pagina
2
emaal ‘de Tuut’ Stoomg
Publiek in en voor de kerk te Appeltern, waar een deel van de dag plaatsvond.
in de periode van wederopbouw, grofweg van 1935 tot
land is uitgevoerd. Centrale vraag was hoe je bij de bouw
1980. Als we niet uitkijken, wacht veel van deze gemalen
van nieuwe gemalen op een eigentijdse manier kunt aan-
hetzelfde lot als de stoomgemalen uit de periode ervoor,
sluiten bij het rijke gemalenverleden.
aldus Reijnen. Van de zevenhonderd die er ooit zijn gebouwd, zijn slechts acht stoomgemalen over, waaron-
B lo k k e ndo z e n
der die in Appeltern. Veel waterschappen maken bij het
Tijdens de dag werd niet alleen teruggekeken, maar ook
vernieuwen en automatiseren vaak nog wel gebruik van
een blik in de toekomst geworpen. Gemalen moeten duur-
de oude gemaalgebouwen, maar de oorspronkelijke aan-
zamer, energiezuiniger en visvriendelijker worden. Boven-
drijftechnieken verdwijnen veelal op de schroothoop.
dien willen veel mensen af van de huidige, vaak land-
Zonde en onnodig, aldus Reijnen. Want vaak is er vol-
schapsontsierende blokkendozen. STOWA schreef er begin
doende ruimte om de oude aandrijving, of een deel ervan
dit jaar zelfs een prijsvraag voor uit onder studenten en
te laten staan. Reijnen wijt de vernieuwingdrift aan een
Young professionals. De uitdaging: ontwerp het gemaal van
gebrek aan historisch besef. Niemand haalt het in zijn
de toekomst. Dat leverde maar liefst 44 inzendingen op.
hoofd stoomgemaal De Cruquius uit 1849 te slopen, dat
Tijdens de Gemalendag kwamen de vijf genomineerden
samen met twee andere stoomgemalen het Haarlemmer-
hun inzendingen kort toelichten. Het betrof in alle geval-
meer leegpompte. Maar iedereen vergeet dat het dieselge-
len bypassvoorzieningen langs het gemaal. Het ging om
maal De Wortman uit 1967, net zo’n belangrijke rol heeft
een visgondel (vergelijkbaar met een skigondellift), Movis:
gespeeld bij de inpoldering van Flevoland, aldus Reijnen.
een draaideursysteem, De Bufferbak: een bufferconstruc-
Het had destijds zelfs de grootste pompcapaciteit in heel
tie, Ruim Baan: een sluisconstructie door de dijk en een
Europa (4 x 500 m3 per minuut).
visvariant op het Schotse Falkirkwheel. Hierbij overbruggen schepen via een enorm ronddraaiend rad met gro-
L andsc h app e l i j k e i npass i n g
te waterbakken in één keer een hoogteverschil van 24
Architecten Aletta van Aalst en Nol Molenaar gingen tij-
meter.
dens de Gemalendag in op de architectuur van gemalen
Jurylid Marianne Thieme, Tweede Kamerlid namens de
en de landschappelijke inpassing ervan. Molenaar consta-
Partij voor de Dieren, reikte een gedeelde eerste prijs uit
teerde dat er aan het eind van de jaren negentig bij water-
aan de bedenkers van Movis en Ruim Baan. Ze prees de
schappen meer oog kwam voor de architectuur en beeld-
ideeën om hun energiezuinigheid, uitvoerbaarheid, land-
kwaliteit van gemalen. Op dit ogenblik ziet hij tot zijn
schappelijke inpassing en het feit dat migratie in twee
spijt juist weer een afnemende aandacht. Volgens hem is
richtingen mogelijk was. De eerste jeugddijkgraaf van
dat een gevolg van complexe aanbestedingen, waardoor
Nederland, Laura Pierik, benadrukte naar aanleiding
de uiteindelijke verschijningsvorm vaak ondergesneeuwd
van de prijsvraag het belang om jonge mensen te betrek-
raakt. Architect Aletta van Aalst lichtte een onderzoek
ken bij het werk van de waterschappen, vanwege het gro-
toe dat in opdracht van Hoogheemraadschap van Rijn-
te maatschappelijke belang van goed regionaal waterbe-
STOWA TER INF o / 46
pagina
3
g e mal e ndag 2 010
heer. Zeker met het oog op toekomstige ontwikkelingen,
band gevonden tussen toerental en schade: hoe lager het
met name klimaatverandering.
toerental, hoe visvriendelijker het gemaal. Verder kwam naar voren dat de meeste schade ontstaat direct na het
F y s i e k e ba r r i è r e
aanslaan van de pomp. Dan hebben zich namelijk veel vis-
Het verbeteren van de visstand staat sinds de Kaderricht-
sen verzameld in de pompkelder. Daar kun je als beheer-
lijn Water volop in de belangstelling. Een belangrijke
der iets aan doen door minder vaak maar langer te draai-
manier om dat te doen, is het vergroten van de mogelijk-
en. Ook het installeren van een pomp die aan het begin
heden om te migreren, zodat vissen bij geschikte paai- en
omgekeerd kan draaien, kan soelaas bieden. Verheugend
leefplaatsen kunnen komen. Veel van de huidige genera-
was het feit dat alle visvriendelijke alternatieven het er in
tie gemalen beperken de trek- en migratiemogelijkheden
het onderzoek uitstekend vanaf brachten. Er valt dus vol-
van vissen echter flink. In stroomopwaartse richting vor-
doende te kiezen voor waterschappen, was de boodschap.
men de gemalen een directe, fysieke barrière; in stroomafwaarste richting moeten ze door het opvoerwerk van
Maar hoe visvriendelijk je gemalen ook maakt, ze blijven
het gemaal heen. En dat is niet zonder gevaar. STOWA
alleen in stroomafwaartse richting passeerbaar. Verder
heeft in dit kader praktijkonderzoek laten doen naar de
bleek uit bemonsteringen dat vooral kleine vis gemalen
schade die vissen kunnen oplopen bij het passeren van
passeert. Grotere vissen lijken de gemalen te mijden, wat
gemalen (i.c. de opvoerwerken zoals vijzels en pompen)
tot de conclusie kan leiden dat visvriendelijk iets anders
en de effectiviteit van visvriendelijke opvoerwerken. De
is als een migratievriendelijk gemaal: een gemaal waar
voorzitter van de begeleidingscommissie Arike Tomson
vissen niet alleen doorheen kunnen maar ook doorheen
van Waterschap Noorderzijlvest en projectleider Pui Mee
willen. Er valt dus nog wel het een en ander te onderzoe-
Chan lichtten tijdens de Gemalendag de resultaten van
ken, volgens Arike Tomson. Ze riep op om dat gezien het
het onderzoek kort toe.
gemeenschappelijke belang en de kosten als waterschappen gezamenlijk te doen, met een coördinerende rol voor
F l i n k e sc h ad e
STOWA.
Uit het praktijkonderzoek kwam naar voren dat gemalen soms flinke schade kunnen veroorzaken aan passerende
Meer over de Gemalendag en gemalen kunt u vinden op het spe-
vissen. Maar lang niet altijd, want van de 24 onderzoch-
ciale You Tube themakanaal www.hollandsegemalen.nl. Van het
te gemalen hadden er vijftien een relatief laag schadeper-
onderzoek naar schade aan vissen door gemalen is een publieks-
centage (< 3,7 procent van de gepasseerde vis). De overige
samenvatting verschenen: ‘Worden vissen in de maling geno-
gemalen hadden schadepercentages variërend van zeven
men?’. Deze kunt u downloaden op stowa.nl / service / publicaties.
tot 79 procent (1 gemaal). De mate van visvriendelijkheid
Het boek ‘het water de baas’ is te bestellen bij uitgeverij Verloren
lijkt niet alleen te worden bepaald door het pomptype (vij-
(www.verloren.nl) of via de boekhandel (isbn 978.90.8704.147.2).
zel, schroefpomp, axiaalpomp etc.), maar ook door pomp-
Het boek kost 35 euro.
karakteristieken, zoals capaciteit, toerental en diameter van de pompwaaier. Er werd bijvoorbeeld een direct verMarianne Thieme reikt een gedeelde eerste prijs uit.
STOWA TER INF o / 47
pagina
4
S am e n g e st e ld e , p e i l g e st u u r d e d r a i nag e
Hogere grondwaterstanden, hoge verwachtingen Boeren, overheden, waterschappen, maar ook natuurorganisaties kijken reikhalzend uit naar de eerste resultaten van de mede door STOWA gefaciliteerde proeven met peilgestuurde drainage. Want met dit systeem kunnen hogere grondwaterpeilen worden gehandhaafd. De belangstelling voor peilgestuurde is groot, ondervond ook agrariër Martijn Tholen. Op zijn bedrijf vond op 25 mei een goed bezocht veldsymposium plaats over het drainagesysteem van de toekomst.
Martijn Tholen
‘Er is veel belangstelling voor het nieuwe systeem,’ aldus
H e e l g e woon
Martijn Tholen. ‘Het wordt bejubeld, maar er is ook nog
Lodewijk Stuyt van Alterra is als onderzoeker betrokken
altijd scepsis. Wat ik zie is dat er uitwisseling op gang
bij de proeven met het nieuwe drainagesysteem. Hoewel:
komt tussen boeren die het systeem toepassen. We leren
nieuw? ‘In het buitenland is samengestelde peilgestuurde
van elkaar en het systeem wordt daardoor steeds comple-
drainage heel gewoon. Daar zijn er veel goede ervaringen
ter. Het is in ieder geval wel duidelijk dat peilgestuurde
mee opgedaan. Wij zijn in Nederland van oudsher gewend
drainage maatwerk vereist: je kunt het niet altijd en over-
drainagewater direct af te voeren via open sloten. In het
al toepassen.’ Tholen liet op zijn percelen in het buitenge-
buitenland gebeurt dat veel minder. We zien nu in Neder-
bied van Veldhoven (Noord-Brabant) in oktober 2007 peil-
land een groep vooral jonge boeren die peilgestuurde
gestuurde drainage aanleggen. ‘Voorheen was het ene deel
drainage toepast. De nieuwe generatie is doorgaans posi-
van mijn percelen te nat en het andere deel te droog. Dit
tief, vooral omdat ze zelf het water kunnen sturen. Dat
kostte een snede gras op het natte stuk en veel werk met
spreekt ze erg aan.’
beregening op het droge gedeelte. Door de aanleg van een samengesteld drainagesysteem wordt het natte gedeelte
O v e r g an g sp e r i od e
nu goed ontwaterd. Het afgevoerde water wordt via verza-
Het Limburgse waterschap Peel en Maasvallei loopt in
meldrains en putten opgevangen en naar het droge stuk
Nederland voorop bij het (laten) toepassen van peilge-
gepompt, waar het grondwaterpeil via de samengestel-
stuurde drainage. Op de veelal droge zandgronden langs
de drainage wordt verhoogd. Deze koppeling van nat en
de Maas wordt het overtollige water nu vaak snel afge-
droog is nieuw. Op het nattere deel kan ik nu ook maïs en
voerd via klassieke drainage, met verdroging tot gevolg.
voederbieten telen. Op het droge deel is betere doorworte-
Er wordt daar dan ook op grote schaal beregend. Daar wil
ling. Ik ben dus zeer tevreden.’
het waterschap vanaf: met ingang van 2018 staat Peel en Maasvallei geen klassieke drainagesystemen meer toe.
STOWA TER INF o / 47
pagina
5
S am e n g e st e ld e , p e i l g e st u u r d e d r a i nag e
Wat is samengestelde, peilgestuurde drainage? Bij samengestelde peilgestuurde
ten goede. Bovendien is in beginsel
Proefperceel Ospel
drainage wateren drains niet direct
minder beregening nodig. Doordat
Het proefveld in Ospel ligt op de grens
af op het oppervlaktewater (sloten),
water langer in de bodem verblijft en
van het Limburgse en Brabantse deel
maar komt het terecht in een ver-
door de mogelijkheid de grondwa-
van de Peel. Hier zijn in 2008 drains
zameldrain. Het peil in deze verza-
terstand flexibel in te stellen, kan de
gelegd op een afstand van 6 meter (de
meldrain kan heel eenvoudig en
uitspoeling van nitraat en fosfaat in
helft van de gebruikelijke afstand)
flexibel worden ingesteld, zodat er
gunstige zin worden beïnvloed. Het
en op twee verschillende dieptes.
naar behoefte - mits er voldoende
systeem draagt hiermee bij aan een
Na het meten van drainafvoeren en
water beschikbaar is - hogere of lagere
goede waterkwaliteit.
waterkwaliteit om de uitgangssitu-
grondwaterstanden kunnen worden
atie in kaart te brengen, is het drai-
gehandhaafd. In drogere perioden
In het project ‘Peilgestuurde drainage’
nagestelsel onlangs omgebouwd tot
kunnen de drains worden gebruikt
wordt in het gebied van Waterschap
drie verschillende configuraties. In
voor infiltratie van (hemel)water: het
Peel en Maasvallei, van Waterschap
Ospel wordt vooral het veronderstelde
omgekeerde van drainage dus.
Brabantse Delta en in Zeeland op
positieve effect van peilgestuurde
enkele proefpercelen peilgestuurde
drainage op de uitspoeling van fosfaat
Door deze vorm van drainage kan
drainage aangelegd en gekeken hoe
en nitraat onderzocht. Volgend jaar
water langer op percelen worden
dit in de praktijk werkt. Het onder-
worden de uitkomsten verwacht.
vastgehouden, wat niet alleen gunstig
zoek wordt uitgevoerd door Alterra in
kan zijn voor de gewassen (meer water
samenwerking met de agrariërs in het
beschikbaar in de wortelzone), maar
gebied.
het komt ook de omringende natuur
‘Dat lijkt vrij rigide,’ beseft dijkgraaf Henk van Alderwe-
passen in het Brabantse deel van de Peel. Wij zien het als
gen, ‘maar er geldt een ruime overgangsperiode. Boven-
een veelbelovende techniek, die boeren op het gebied van
dien hebben we boeren ervan weten te overtuigen dat het
waterbeheer meer sturingsmogelijkheden biedt.’ Aa en
beleid om kan in hun eigen voordeel.’
Maas hoopt volgend voorjaar de eerste projecten te kunnen beginnen. ‘We zoeken nog wel financiële middelen
De dagvoorzitter van het veldsymposium zegt dat hij boe-
voor toepassing op grotere schaal.’ Met een gezamenlijk
ren al jaren hoort klagen over schade door wateroverlast,
symposium willen Aa en Maas en Peel en Maasvallei peil-
maar nooit over droogteschade. ‘Maar dat is ten minste
gestuurde drainage komend najaar bij een breed publiek
zo’n groot probleem. Door modellen voor oppervlakte-
onder de aandacht brengen.
water en grondwater te koppelen, hebben we een nieuwe aanpak kunnen ontwikkelen. We koppelen daarbij het
Volgens onderzoeker Lodewijk Stuyt dient peilgestuurde
Gewenste grond- en oppervlaktewaterregime aan maat-
drainage naast een direct agrarisch belang ook andere,
regelen met stuwen en peilgestuurde drainage. Het heeft
bredere belangen: ‘Peilgestuurde drainage levert een bij-
veel praten gekost, maar de boeren beseffen dat ze er voor-
drage aan de verbetering van de kwaliteit van oppervlak-
deel bij hebben: de landbouwgrond is beter te bewerken
tewateren (KRW), maar gaat door de ondiepere grondwa-
en de productie neemt toe,’ meent Van Alderwegen.
terstanden ook verdroging van omliggende natuur tegen. Het past bovendien binnen de doelen van een program-
Verdroging
ma als Deltaproof, dat kennis moet opleveren over de bij-
Collega-dijkgraaf Lambert Verheijen van het naastgele-
drage die regionale waterbeheerders kunnen leveren aan
gen Brabantse waterschap Aa en Maas ziet ook de grote
de deltaopgaven. Rijkswaterstaat wil dat waterschappen
voordelen die peilgestuurde drainage kan hebben in de
binnendijks efficiënter met het water omgaan, omdat de
zandgronden. ‘Wij kampen op onze hoge zandgronden
vraag naar zoetwater in de toekomst op landelijke schaal
met verdroging en werken aan een zogeheten Deltapro-
alleen maar zal toenemen. Dit nieuwe drainagesysteem
gramma Hoge Zandgronden (DHZ) om dit probleem aan
systeem maakt dat mede mogelijk.’
te pakken. Wij willen peilgestuurde drainage gaan toe-
STOWA TER INF o / 47
pagina
6
Proefperceel Haghorst
Proefperceel Rusthoeve
In Haghorst ten zuidoosten van
Op proefboerderij Rusthoeve bij
Tilburg is in mei van dit jaar een
Colijnsplaat (Noord-Beveland) begint
infiltratieproef begonnen. Op het
medio 2010 onderzoek naar de water-
deel van het perceel dat direct grenst
kwaliteitseffecten van peilgestuurde
aan het Wilhelminakanaal is sprake
drainage op kleigrond, die onder
van kwel. Verderaf gelegen gedeel-
invloed staat van zoute kwel. Het
ten van dit perceel zijn doorgaans
drainagesysteem moet zo worden
te droog. Door het wateroverschot
ontworpen en beheerd dat de zoetwa-
ondergronds naar het droge deel te
terbel groot genoeg blijft om te voor-
voeren, is beregening waarschijnlijk
komen dat de zoute kwel in de drains
niet of veel minder nodig. In deze
terecht komt.
proef wordt vooral nagegaan of het ingelaten water de wortelzone van de geteelde gewassen goed bereikt en hoe de verdeling van het water binnen de percelen is.
Waterschappen kunnen flink besparen op energieverbruik persleidingen De afvoercapaciteit van afvalwaterpersleidingen is vaak minder groot dan de ontwerpcapaciteit. Gas- en luchtbellen in de leidingen zorgen voor capaciteitsverlies, extra energieverbruik en riooloverstortingen. Dit blijkt uit het mede door STOWA gefinancierde CAPWAT-onderzoek: CAPaciteitsverliezen in afvalWATerpersleidingen.
Door anders te ontwerpen kan er volgens de studie flink
Uit de studie blijkt dat een ander ontwerp, waarbij flau-
worden bespaard op energie, beheer en onderhoud. De
we bochten worden vermeden, veel geld kan besparen.
ontwikkelde kennis wordt vastgelegd in een nieuw hand-
Bovendien kunnen in bestaande systemen ook de nodige
boek voor het ontwerp en beheer van afvalwaterperslei-
maatregelen worden genomen om belvorming te voorko-
dingen dat binnenkort verschijnt.
men. Bijvoorbeeld het plaatsen van deflectieplaten of valpijpen in pompkelders.
In totaal ligt er in Nederland ongeveer 13,5 duizend kilometer persleidingen onder de grond, waarvan 8 duizend
Om de kennis uit het nieuwe handboek te verspreiden
van de waterschappen. De onderzoekers hebben berekend
onder gemeenten en waterschappers en om kennis en
dat lucht- en gasophopingen in deze leidingen jaarlijks 19
ervaringen uit te wisselen, gaan STOWA, Deltares en TU
miljoen kWh extra energie kosten. Dat komt overeen met
Delft de komende tijd workshops organiseren. Kijk voor
drie miljoen euro per jaar en 10 duizend ton CO2 -uitstoot.
de data op www.stowa.nl | Agenda.
De lucht- en gasbellen verminderen de capaciteit van persleidingen, doordat ze de diameter van de leidingen ver-
Het CAPWAT-project is een langlopend samenwerkingsverband
kleinen. De bellen ontstaan veelal door luchtinname in
van TU Delft, WL/Delft Hydraulics, waterschappen, gemeenten en
de pompkelder en door chemische processen in het afval-
adviesbureaus. Rioned en STOWA leveren een financiële bijdragee
water.
aan het project.
STOWA TER INF o / 47
pagina
7
K e nn i sdag R e g i onal e Wat e r k e r i n g e n
Steeds scherper beeld veiligheid regionale waterkeringen
In het Provinciehuis van Zuid-Holland vond op dinsdag 8 juni de Kennisdag Regionale Waterkeringen plaats. Centraal stond de tussentijdse aanpassing van de door STOWA ontwikkelde Leidraad Toets op Veiligheid Regionale Waterkeringen (LTV), vastgelegd in een Addendum. Doel van de aanpassingen is om bij toetsing een scherper en realistischer beeld te krijgen van de veiligheid.
Dagvoorzitter Ludolph Wentholt zette aan het begin van de dag nog eens de belangrijkste redenen uiteen voor de tussentijdse aanpassing. Bij de eerste toetsronde regionale waterkeringen bleek een aantal kaden naar het oordeel van deskundigen ten onrechte onvoldoende te scoren. Vandaar dat STOWA besloot nog eens goed te kijken naar de bij de toets gehanteerde uitgangspunten. Op verzoek van enkele provincies gebeurde dat reeds voor aanvang van hun tweede toetsronde, zodat ze dan al met een aangepaste leidraad aan de slag konden. Wentholt noemde de totstandkoming van de LTV en het Addendum een geslaagde samenwerking van provincies en waterschappen. Ook prees hij de inzet van de individuele betrokkenen. Cons e r vat i e v e u i t g an g sp u nt e n
Projectleider Ontwikkelingsprogramma Regionale Waterkeringen Henk van Hemert (zie kader) lichtte hierna de
de gedachte dat deze aanpak met name voor (veen)kaden
belangrijkste aanpassingen kort toe. Het betreft onder
met een lage veiligheidsnorm negatief uitpakt. Vandaar
meer een normafhankelijke beoordeling van het faalme-
dat het Addendum een voorzet geeft de situatie droogte
chanisme droogte, het aanscherpen van de beoordeling
te normeren. Hoogleraar Fysische bodemkwaliteit Coen
van macrostabiliteit binnenwaarts, een betere beoorde-
Ritsema gaf aan dat dit zou kunnen door gebruik te
ling van de verkeersbelasting, een specifieke beoordeling
maken van de zogenoemde Standard Precipitation Index
van de veiligheid van bomen op kaden en het aanscher-
(SPI). Hierbij wordt de gemeten neerslag over een bepaal-
pen van de definitie van veenkaden. Hierdoor hoeft een
de tijdsperiode (bijv. 1, 3 of 6 maanden) afgezet tegen het
beheerder minder kaden te toetsen op het faalmechanis-
langjarige gemiddelde uit dezelfde periode. Hoe verder
me droogte.
de uitkomst afwijkt van dit gemiddelde, hoe extremer de
Henk van Hemert gaf toe dat het huidige toetsoordeel in
nattigheid of droogte. Uit onderzoek van Ritsema blijkt
een aantal gevallen ten onrechte negatief uitvalt door de
dat er een duidelijk verband bestaat tussen de SPI en de
gehanteerde, conservatieve uitgangspunten. Maar tegelij-
vocht- en grondwatertoestand in een dijk of kade. Ook
kertijd sprak hij de waterkeringbeheerders ook aan op de
blijkt de SPI regionaal onderscheidend te zijn. Het is daar-
manier waarop de toets soms wordt uitgevoerd: ‘Als je een
mee volgens hem een eenvoudige, regionaal onderschei-
kade volgens de leidraad niet mag goedkeuren, betekent
dende indicator voor (te) natte of (te) droge kaden.
dat nog niet dat die per definitie onveilig is. In zo’n geval is vaak een hoger detailniveau vereist. Je moet dan beter
Het team van Ritsema berekende vervolgens voor een der-
gaan kijken.’ Dat kost meer tijd, energie en geld, maar het
tigtal veenkadedoorbraken de SPI. relatief veel van de
levert volgens Van Hemert wel een realistischer beeld op
dijkdoorbraken leken zich te hebben voorgedaan in nat-
van de werkelijke veiligheid.
te perioden, na een extreem droge periode. De kaden zijn dan uitgedroogd, hebben volgens Ritsema nog veel krimp-
B e oo r d e l i n g d r oo g t e
scheuren en moeite om vocht op te nemen. Opletten dus!
Bij de huidige toets op veiligheid is de beoordeling van
Ritsema pleitte ervoor om zijn bevindingen verder te
het faalmechanisme droogte niet normafhankelijk. Dit
onderbouwen via langjarige meetsessies.
houdt in dat kaden met een veiligheidsnorm van 1/10 en 1/300 identiek worden beoordeeld. Algemeen overheerst
STOWA TER INF o / 47 46
pagina
8
Ludolph
lt ho
We nt
Henk v
an He m
e rt
R e stb r e e dt e b e nad e r i n g
moest vereisen van de locatie en afmetingen van bomen,
Martin van der Meer van Fugro presenteerde een metho-
maar dat geen specifieke bomenkennis dan wel aanvul-
de om de binnenwaartse stabiliteit (afschuiven) van een
lende kennis nodig is. Kwakman lichtte de methodiek van
kade te beoordelen. Tot nu toe werd bij deze beoordeling
de toets kort toe. Uit de reacties na afloop bleek dat er
geen rekening gehouden met de zogenoemde restbreed-
nog het nodige verschil van inzicht bestaat over de mate
te van de kadekruin, het gedeelte van de kruin dat blijft
waarin bomen nu eigenlijk een veiligheidsrisico vormen.
staan na afschuiven. De nieuwe methode houdt hier wel
Volgens dagvoorzitter Ludolph Wentholt is de bomentoets
rekening mee, hetgeen een scherpere beoordeling moge-
een goede eerste aanzet voor een onderbouwd oordeel
lijk maakt. Ook is gekeken naar de schematisering van de
over de veiligheid van bomen op kaden. Maar hij sloot niet
verkeersbelasting. Bij verkeersbelasting treedt zogenoem-
uit dat dit oordeel aan de conservatieve kant was. Momen-
de wateroverspanning op in de waterhoudende lagen, het-
teel wordt daarom gewerkt aan een database met gede-
geen betekent dat het water door het gewicht op de kade
tailleerde data van omgewaaide bomen, om de discussie
vanuit de laag naar buiten wil. Dit kan de macrostabili-
met feiten te staven en de toets aan te scherpen.
teit negatief beïnvloeden. De huidige leidraad gaat uit van honderd procent overspanning, Maar uit praktijkonder-
B e r e k e n e n e x t r e m e wat e r stand e n
zoek van STOWA is gebleken dat dit uitgangspunt erg con-
Andries Nederpel van HKV ging dieper in op de manier
servatief is. Je kunt met veel minder wateroverspanning
waarop je extreme waterstanden kunt afleiden voor het
rekening houden, hetgeen gunstiger uitpakt voor het uit-
toetsen van de hoogte van regionale keringen. Om te
eindelijke toetsoordeel.
weten wat de minimaal vereiste kruinhoogte is, moet je daarvan een goede inschatting kunnen maken. Op dit
B om e nto e ts
ogenblik wordt dat bepaald aan de hand van neerslag,
Leo Kwakman van Arcadis ontwikkelde in opdracht van
windsnelheid en windrichting. Dit leidt tot een bepaalde
STOWA een praktisch toepasbare ‘bomentoets’ om de aan-
hydraulische belasting, en combinatie van de hoogte van
wezigheid van bomen op kaden te kunnen beoordelen.
de waterstand, scheefstand van het water, dwarsopwaai-
Randvoorwaarde daarbij was dat de toets alleen kennis
ing van het water en golfoverslag. Deze effecten worden nu eenvoudig gezegd gestapeld. Maar hoe groot is de kans dat de combinatie van alle genoemde effecten tegelijkertijd voorkomt? Arcadis heeft in opdracht van de enkele provincies daarvoor Promotor ontwikkeld, een probabilistisch model voor het afleiden van extreme waterstanden dat daar wel rekening mee houdt. Op deze manier kun je scherper beoordelen en ook meer rekening houden met de veiligheidsnorm. Van g r o e n e naa r blau w e l e i d r aad
Ludolph Wentholt en Henk van Hemert gaven aan het einde van de ochtend de actuele stand van zaken weer met betrekking tot het Ontwikkelingsprogramma Regionale Waterkeringen (zie kader), in het bijzonder de Leidraad Toets op Veiligheid Regionale Keringen. Belangrijkste vraag: wat is er nodig om van de huidige ‘groene’, dat wil zeggen: voorlopige leidraad te komen tot een definitieve leidraad? Bij de start van het programma werd gekozen
STOWA TER INF o / 47
pagina
9
K e nn i sdag R e g i onal e Wat e r k e r i n g e n
zo snel mogelijk met een groene versie te komen, zodat
V e r b e t e r e n van k e r i n g e n
waterbeheerders die al bij de eerste toetsronde konden
Saekle Hoitinga van de provincie Zuid-Holland ging na de
gebruiken. Gevolg is wel dat er nog veel kennisleemten
lunch dieper in op de vraag hoe je in het uiteindelijke pro-
zijn, die hebben geleid tot conservatieve aannames, gaf
ces van ontwerpen en verbeteren van regionale keringen
hij aan. Inmiddels is er, onder meer via het uitgebrachte
snelheid kunt krijgen en houden. Geen overbodige luxe,
Addendum, al meer scherpte in de beoordeling gekomen.
want de ervaring leert dat een verbetertraject soms ellen-
Maar om tot een definitieve leidraad te komen, moet er
lang kan lopen. Gelukkig biedt de Waterwet uitkomst.
op het punt van kennis nog het een en ander gebeuren.
De provincie kan op verzoek van een waterschap volgens deze wet onder bepaalde voorwaarden namelijk een zoge-
B e h e e r d e r soo r d e e l
noemde projectprocedure starten voor het uitvoeren van
Op dit moment wijkt het technische LTV-oordeel nogal
projectplannen voor aanleg of verbetering van waterke-
eens af van het oordeel dat beheerders zelf hebben, op
ringen. Dat geeft Gedeputeerde Staten extra bevoegdhe-
basis van hun eigen ervaringen. Er wordt daarom druk
den.
nagedacht over een manier waarop dat beheerdersoordeel een grotere, maar wel onderbouwde rol kan spelen in de toetsing. Ook pleitte Wentholt in de definitieve versie voor een certificering van opdrachtnemers en opdrachtgevers bij het uitvoeren van toetsing en ontwerp, via een kwaliteitstoets, training en opleiding. Wentholt gaf verder aan dat er wat betreft de veiligheidsfilosofie van de leidraad mogelijk aanpassingen nodig zijn, zoals het herverdelen van de faalkans. Op dit moment is hoogte de belangrijkste factor (tweederde van de faalkans), maar de vraag is of de macrostabiliteit daarin geen groter aandeel moet hebben. Verder gaf hij aan dat er nog nader werk moet worden verzet om de in het Addendum voorgestelde veranderingen te onderbouwen.
STOWA TER INF o / 47
pagina
10
He t Ontw ik k el ing spro g r amma R eg ional e Wat er k er ing en
V e i l i g h e i d vs . L N C- waa r d e n
In 2 0 0 4 h e bb e n h e t I P O e n d e Un i e van Wat e r -
Aan het eind van de dag gingen Marjolein Groen (provin-
sc h app e n af g e sp r o k e n dat d e r e g i onal e wat e r -
cie Zuid-Holland) en Pim Beerling van de provincie Utrecht
k e r i n g e n i n 2 02 0 ‘ op o r d e ’ mo e t e n z i j n . D at w i l
met de aanwezigen in gesprek over de manier waarop je
z e g g e n dat z e mo e t e n voldo e n aan e e n voo r af
moet omgaan met de aanwezige landschappelijke, cul-
op g e st e ld e v e i l i g h e i dsno r m . O m d i t t e b e r e i k e n
tuurhistorische en natuurwaarden (LNC) bij werkzaam-
wo r dt g e b r u i k g e maa k t van d e s y st e mat i e k d i e
heden aan regionale keringen. Er zijn in ieder geval een
oo k b i j d e p r i ma i r e wat e r k e r i n g e n wo r dt to e g e -
heleboel wetten en regels waarmee je rekening te houden
past. D e z e s y st e mat i e k b e h e lst :
hebt, bleek uit een opsomming van Beerling. Denk aan de
1 . A anw i j z e n : w e l k e k e r i n g e n mo e t e n aan d e
Flora- en faunawet, de Boswet, de Natuurbeschermingswet
no r m voldo e n ?
en de Monumentenwet, maar ook aan provinciale Land-
2 . N o r m e r e n : h o e v e i l i g mo e t e n d e k e r i n g e n
schapsverordeningen. Een van de aanwezigen vertelde
kort over de manier waarop Waternet verbeterprojecten
3. T o e ts e n : voldo e nd e z e aan d e no r m
aanpakt. Het uitgangpunt bij een ontwerp voor verbete-
ring is altijd een veilige, robuuste kade. Waternet inventa-
4 . V e r b e t e r e n
riseert voorafgaande aan een verbeterontwerp de aanwe-
5 . B e h e e r & ond e r h o u d
zijn? ( h oo g e n st e r k g e no e g )?
zige LNC-waarden en neemt de belangrijkste waarden zo goed mogelijk mee in het ontwerp. Voor het bepalen van
I P O e n d e Un i e van Wat e r sc h app e n b e slot e n
LNC-waarden moeten vaak specialistische adviesbureaus
daa r op h e t ontw i k k e l i n g sp r o g r amma R e g i onal e
worden ingeschakeld. Daarbij had hij nog een belangrij-
Wat e r k e r i n g e n t e sta r t e n , O RK . D o e l van d i t
ke raad: kies je adviseurs goed. Ze moeten niet teveel van-
p r o g r amma i s h e t ontw i k k e l e n van p r a k t i sc h e
uit hun eigen specialisme denken, maar ook oog hebben
l e i d r ad e n e n h and r e i k i n g e n voo r to e z i c h t h o u -
voor andere belangen. Het is volgens hem lastig tegemoet
d e r s e n wat e r k e r i n g b e h e e r d e r s , b i j h e t u n i fo r m
te komen aan LNC-waarden zonder het uitgangspunt - een
to e pass e n van d e s y st e mat i e k . D e m e e st e h and r e i -
robuuste, veilige kade - uit het oog te verliezen. Dat kost
k i n g e n e n l e i d r ad e n z i j n i nm i dd e ls g e r e e d, z oals
tijd en geld, en van beide heb je meestal te weinig.
d e L e i d r aad T o e ts op V e i l i g h e i d R e g i onal e wa -
Een deelnemer van het Hoogheemraadschap van Delfland
t e r k e r i n g e n , waa r b i j r e c e nt al e e n add e nd u m i s
gaf aan dat zij het belangrijk vonden van omwonenden en
v e r sc h e n e n ( z i e t e k st ) . A an h e t ond e r d e e l b e h e e r
belanghebbenden te weten wat zij echt belangrijke waar-
& ond e r h o u d wo r dt no g g e w e r k t.
den vonden. Zijn devies: laat ook de dilemma’s zien waar je je als waterkeringbeheerder voor gesteld ziet bij kadeverbeteringen. Groen en Beerling hadden aan het eind nog een goede tip voor de waterkeringbeheerders. Probeer je verbeterplannen te koppelen aan het aanleggen van ecologische verbindingszones, een fietspad, o.i.d. Wellicht kun je er dan een combinatieproject van maken dat kan rekenen op provinciale ILG-subsidie (Investeringsbudget landelijk gebied) Het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) is een bundeling van verschillende rijksbudgetten voor inrichting en beheer van landelijke gebieden, vooral via het maken van slimme combinaties. Als je zaken combineert hoef je bovendien maar één keer in de slag met omwonenden en belanghebbenden, aldus Groen.
STOWA TER INF o / 47
pagina
11
S T O WA wo r k s h op ov e r sam e nw e r k i n g i n d e wat e r k e t e n :
Minder praten, meer doen Het afvalwaterketenbeheer kan beter en goedkoper. Een mogelijk middel daartoe is intensieve samenwerking tussen
gemeenten en waterschappen. Maar waterbeheerders kunnen het rioleringsbeheer ook geheel of gedeeltelijk van gemeenten overnemen. Eind april hield STOWA voor waterschappers een workshop om ervaringen op dit gebied met elkaar te delen.
Dagvoorzitter Rob van der Velde, die samen
hangend beheer en onderhoud van het riool succesvol is.
met Bert Palsma deze dag had voorbe-
De kracht van Aquario zit ‘m volgens Smit in de focus van
reid, maakte aan het begin van de
het bedrijf op de core business: excellent beheer en onder-
dag direct duidelijk dat rioleringsbe-
houd van de riolering. Die focus betaalt zich volgens hem
heer een veelomvattende, complexe
uit. In vier jaar tijd is het beheer en onderhoud van de rio-
taak is. Veel waterschappen onder-
lering meer dan twaalf procent goedkoper geworden voor
schatten deze taak en hebben er een
de deelnemende gemeenten, terwijl de toestand van het
te beperkt beeld van. Dat resulteert
riool stap voor stap beter wordt. Voor de echte klappers
erin dat ze bij het overnemen van de rio-
heb je echter nog meer massa (lees: deelnemende gemeen-
lering vaak maar aan een deel denken en niet
ten) nodig, zei Smit. Om die massa te krijgen en optimaal
alles overzien, aldus Rob. ‘Rioleringsbeheer is makkelij-
te kunnen profiteren van integratie in de afvalwaterke-
ker gezegd dan gedaan’, was zijn waarschuwende motto.
ten, moet je afvalwaterzuivering en rioleringsbeheer vol-
Toch zijn er volgens hem al veel inspirerende initiatieven
gens hem uit het politiek-bestuurlijke trekken. Het gaat
genomen om te komen tot beter en meer doelmatig afval-
in de afvalwaterketen immers om puur bedrijfsmatige
waterketenbeheer. Die kwamen volop aan bod tijdens het
processen. De politiek zit de gewenste bedrijfsmatigheid
vervolg van de bijeenkomst.
volgens hem alleen maar in de weg.
A fvalwat e r a k k oo r d
O nt z o r g e n
Waterschap Brabantse Delta werkt al jaren intensief
In Flevoland worden op dit ogenblik serieuze plannen
samen met gemeenten om het afvalwaterketenbeheer te
gesmeed voor het opzetten van een aparte organisatie
verbeteren. Programmamanager OAS-studies Ad Sweere
voor riolering en afvalwaterzuivering. Ambtelijk is er al
vertelde dat dit uiteindelijk heeft geleid tot een afvalwa-
draagvlak, maar het moet nog bestuurlijk worden doorge-
terakkoord, waarin het waterschap en alle 21 inliggende
sproken. Hoe die organisatie er precies uit komt te zien, is
gemeenten met elkaar hebben afgesproken te gaan samen-
volgen Ronald Kraaijestein van Waterschap Zuiderzeeland
werken op diverse terreinen, o.a. bij uitwisseling van ken-
nog niet duidelijk. Maar wat hem betreft ontzorgt de nieu-
nis en personeel. Het convenant vormt volgens Sweere een
we organisatie de deelnemende partijen volledig en doen
goed vertrekpunt om echt aan de slag te gaan. Al ging er
alle gemeenten in Zuiderzeeland mee om de benodigde
aan het akkoord wel een aantal jaren van praatwerk voor-
massa te krijgen. Een ambitieus plan, vonden de aanwe-
af, aldus Ad. Die tijd heb je volgens hem nodig om elkaars
zigen. Het betekent dat deze organisatie direct een enor-
vertrouwen te winnen, en om los te komen van het eigen belang ten gunste van het maatschappelijk belang. Niet alle aanwezigen waren zo enthousiast over deze zachte aanpak. Een convenant is leuk, maar het levert niet de veelbesproken 380 miljoen per jaar op, zo redeneerde een deelnemer. Een ander vond dat er minder gepraat en meer gedaan moest worden: ‘Een beetje politieke druk uit Den Haag zou daarvoor wel eens wonderen kunnen doen.’ C o r e b u s i n e ss
Directeur Theo Smit van het Friese waterketenbedrijf Aquario ging dieper in op de vraag hoeveel efficiencywinst er in de afvalwaterketen te halen is en hoe je die winst het best kunt pakken. Aquario doet voor zes gemeenten het beheer en onderhoud van de riolering en beheert 600 IBA’s. Volgens Theo Smit is zijn bedrijf het levende bewijs dat samen-
STOWA TER INF o / 47
pagina
12
Bert Pa
ls m a
me hap uit de waterschapsbegroting neemt, merkte een
eisen aan de waterketen, terwijl waterketenmensen heel
deelnemer terecht op. Om eraan toe te voegen: ‘Willen de
bedrijfsmatig zijn ingesteld: wat kost het en wat levert
bestuurders daar wel aan, want komt het bestaansrecht
het op? En rioleurs hebben volgens hem nog altijd moei-
van het waterschap daarmee niet in het geding?’ Tegelijk
te om verder te kijken dan hun eigen rioolpijp. Toch ziet
is dit precies het weerstandspunt voor veel gemeenten,
Voskamp weinig alternatieven: ‘Geef de samenwerking de
bracht Rob van der Velde in: ‘Willen de waterschappen
tijd om te groeien. Want het gras wordt niet langer als je
echt gelijkwaardig met ons (gemeenten red.) optrekken,
eraan trekt.’
of willen ze vooral taken afpakken?’ Flevoland wordt wellicht de lakmoesproef voor de houding van waterschap-
W i nn e t
pen.
Het optimaliseren van de afvalwaterketen begint met het goed meten en monitoren van de gedragingen ervan. Van-
A fvalwat e r a k k oo r d
uit die gedachte startte Hoogheemraadschap De Sticht-
Tom Voskamp van Waterschap Regge & Dinkel ging die-
se Rijnlanden enkele jaren geleden het project Meetnet.
per in op de relatie tussen afvalwaterzuivering en water-
Inmiddels doen twaalf gemeenten mee aan dit project,
systeem. Bij Regge en Dinkel heeft men bewust gekozen
waarbij 168 overstorten zijn voorzien van meetappara-
voor een brede doelstelling van afvalwaterzuivering. In
tuur. Er is sprake van centrale uitlezing, validatie, opslag,
Almelo hebben ze die als volgt geformuleerd: een waarde-
rapportage en ontsluiting van data. Het project vormde
volle publieke dienst die anticipeert op de behoeften van de maat-
de opmaat voor het Water Innovatie Netwerk (Winnet),
schappij. Dat doel is weliswaar niet erg SMART, gaf Vos-
een samenwerkingsverband van waterschap, provincie en
kamp toe. Maar de formulering zet afvalwaterzuivering
veertien gemeenten. Dit jaar starten de partijen met een
wel in het door het waterschap gewenste bredere perspec-
businesscase voor gezamenlijk databeheer, monitoring
tief. Vanuit deze doelstelling heeft Regge & Dinkel geke-
en storingsdiensten en modulaire samenwerking op ove-
ken hoe het in de keten anders en beter kan. Dat heeft
rige rioleringstaken. Achterliggend doel is om via schaal-
geleid tot een Twentse kansenkaart en uiteindelijk tot
vergroting de doelmatigheid en de kwaliteit van het rio-
een Twents afvalwaterakkoord met alle gemeenten. Bin-
leringsbeheer te verbeteren. Spreker Roel Bronda van het
nen dat alkoord is afgesproken om brede OAS-studies te
hoogheemraadschap zei blij te zijn met deze ontwikke-
gaan uitvoeren.
ling, maar bespeurde bij zijn eigen waterschap wel enige (politieke) angst dat het zuiveringsbeheer ‘gekaapt wordt
Zo’n breed gedragen akkoord is mooi, maar ook Voskamp
door de nieuwe organisatie’.
moest toegeven dat het akkoord zelf vooral mooie woorden bevat. Er is - op z’n Rotterdams gezegd– al veel geluld,
Zuiveringskring
maar nog weinig gepoetst. Hij gaf tot slot aan waar in zijn
Welke schaal van samenwerking past het best bij samen-
ogen de moeilijkheden zitten bij samenwerking. Water-
werking in de waterketen? Veel waterschappen en gemeen-
systeemmensen stellen volgens hem vooral kwalitatieve
ten kiezen voor een samenwerking op gemeentelijk of
STOWA TER INF o / 47
pagina
13
STOWA neemt themasites op de schop STOWA heeft de afgelopen maanden de inhoud van een groot aantal themasites aangepast, geactualiseerd en uitgebreid. Verder komen er nieuwe sites over vis & vismigratie, over Watermozaïek en over de gevolgen van EG-recht voor het regionale waterbeheer. STOWA steekt de themasites bovendien in een nieuw, overzichtelijker jasje.
regionaal niveau, met één of meerdere gemeenten. Water-
R i ol e r i n g s - e n w e g b e h e e r
schap Rijn en IJssel heeft daarentegen gekozen voor de zui-
Eilard Jacobs van Waternet ging dieper in op de relatie tus-
veringskring als samenwerkingseenheid. Een zuiverings-
sen rioleringszorg en wegbeheer. Het komt in de praktijk
kring is het samenhangende geheel van een rwzi met de
vaak voor dat rioleurs flink moeten meebetalen aan het
daarop aangesloten rioleringsstelsels. Dagvoorzitter Rob
wegbeheer, omdat er nu eenmaal geen beheer gepleegd
van der Velde poneerde de stelling dat dit de beste samen-
kan worden zonder de weg op te breken. Volgens Eilard
werkingsvorm is. Veel deelnemers waren het ermee eens,
Jacobs zijn het beheer van de riolering en de openbare
want ‘het gebeurt allemaal binnen de kring en er gaat
ruimte zo met elkaar verweven, dat je ze niet van elkaar
het meeste geld in om’. Maar het kan ook leiden tot veel
kunt scheiden. In Amsterdam is er een speciaal coördi-
bestuurlijke overlap, omdat een gemeente vaak in meer-
natiestelsel dat ervoor zorgt dat werken aan, op en in de
dere zuiveringskringen zit, merkte een deelnemer terecht
weg zoveel mogelijk met elkaar worden gecombineerd.
op. Hij was van mening dat de vorm en schaal van samen-
Dat werkt uitstekend, want volgens Jacobs kan Waternet
werking niet a priori vaststaan, maar afhankelijk moeten
meer dan 85 procent van haar werkzaamheden uitvoeren
zijn van het doel dat je met samenwerking voor ogen hebt.
binnen dit systeem. In al die gevallen hoeft de organisatie
Voor het watersysteem zijn bijvoorbeeld deelstroomgebie-
niet mee te betalen aan het wegbeheer. Dat scheelt heel
den of polders de beste schaal, beter dan zuiveringskrin-
veel geld!
gen. Voor de watertoets en veiligheid kun je het beste de schaal van de gemeente nemen, dus ook hier geen zuive-
G e e n blau wd r u k
ringskring.
Na afloop was de algemene conclusie dat er geen blauwdruk bestaat voor samenwerking in de waterketen, zo
G e woon do e n
bleek uit een evaluatieronde door Bert Palsma. Wel was
Van der Velde ging daarna kort in op de manier waarop
er consensus dat het beheer van riolering en zuivering
waterschap Groot Salland de samenwerking in de afval-
sterk bedrijfsmatige activiteiten zijn. Het samenwerken
waterketen aanpakt. Je zou kunnen zeggen: op zijn Sal-
kan op veel manieren, elk met zijn voors en tegens. En het
lands. Er lopen veel informele lijntjes tussen waterschap
gebeurt ook al op veel manieren, bleek tijdens de bijeen-
en gemeenten en op veel terreinen wordt er van onderaf
komst. Dat laatste zou meer over het voetlicht gebracht
samengewerkt. Een low profile aanpak, waarbij de kansen
kunnen worden, vonden de aanwezigen. Volgens Eilard
die zich voordoen, direct worden benut, zonder al te veel
Jacobs van Waternet moet er bij de samenwerking breder
bestuurlijke poeha eromheen. Veel deelnemers voelden
worden gekeken dan kostenbesparing alleen. Het gaat
wel voor zo’n aanpak, maar vroegen zich tegelijkertijd
volgens hem ook over extra kwaliteit, duurzaamheid en
af of je daarmee niet de echte winstpakkers laat liggen.
klanttevredenheid. Tot slot: het zou goed zijn als er amb-
Bovendien konden enkele deelnemers zich niet voorstel-
telijk en bestuurlijk minder zou worden gepraat en meer
len dat je deze nuchtere en bescheiden werkwijze - waar-
lef getoond zou worden.
bij bestuurders een beetje op de achterhand blijven - ook makkelijk in andere delen van Nederland kunt toepassen.
STOWA TER INF o / 47
pagina
14
Zes nieuwe Watermozaïekprojecten gestart
STOWA is samen met een groot aantal andere partijen zes nieuwe kennisprojecten gestart in het kader van Watermozaïek. In dit programma wordt kennis ontwikkeld over de effecten van herstelmaatregelen op aquatische ecosystemen. De uitvoering van de projecten is mede mogelijk geworden door 13,5 miljoen euro subsidie vanuit het innovatieprogramma Kaderrichtlijn Water. Hieronder lichten we de projecten kort toe.
A . B ag g e r N U T
De KRW-doelen voor sloten, vaarten, meren en plassen worden vaak belemmerd door interne eutrofiëring: het vrijkomen van nutriënten uit bagger en waterbodem. In de huidige Stroomgebiedbeheerplannen zijn geen expliciete maatregelen opgenomen om dit tegen te gaan. Kwaliteitsbaggeren - baggeren met het oog op het verwijderen
In dit project wordt droogval als maatregel op verschil-
van verrijkte waterbodems - wordt wel gepland, maar het
lende locaties getest en worden de reacties van het water-
is nog onvoldoende duidelijk hoe deze maatregel precies
systeem op deze vorm van beheer in kaart gebracht. Daar-
moet worden uitgevoerd om maximaal effect te sorteren.
naast wordt laboratoriumonderzoek uitgevoerd om de resultaten te onderbouwen. Ook wordt in dit project de
In het project BaggerNUT wordt via een reeks praktijkex-
maatregel voor de eerste keer in de praktijk toegepast.
perimenten, in combinatie met wetenschappelijk onderzoek, een meet- en beoordelingssysteem ontwikkeld. Daar-
In het project werken Waterschap Hunze en Aa’s, enkele
mee kunnen waterbeheerders routinematig en op grote
kennisinstellingen, adviesbureaus, Staatsbosbeheer en
schaal de mate van interne eutrofiëring bepalen en bag-
STOWA samen. Het project moet eind 2011 zijn afgerond.
germaatregelen testen op hun effectiviteit. Dit systeem
De geraamde kosten bedragen 1,9 miljoen euro.
wordt tijdens het project op 24 locaties toegepast. C . KR W - maat r e g e l e n i n v e e n g e b i e d e n , op d e vo e t
BaggerNUT is een samenwerkingsverband van twaalf
g e vol g d
waterschappen, twee kennisinstellingen, enkele advies-
Het realiseren van een goede waterkwaliteit en een goede
bureaus en STOWA. Het project moet eind 2011 zijn afge-
ecologische toestand in veengebieden is, in vergelijking
rond. De geraamde kosten bedragen 2,5 miljoen euro.
tot de klei- en zandgebieden in Nederland, complex. Praktijkervaring heeft geleerd dat het uitvoeren van afzon-
B . T i j d e l i j k e d r oo g val als maat r e g e l t e r
derlijke maatregelen, zoals baggeren of het aanleggen
v e r b e t e r i n g van d e wat e r k wal i t e i t
van natuurvriendelijke oevers, vaak niet tot het gewens-
Veel Nederlandse meren en plassen hebben te maken
te resultaat leidt. Omdat in veengebieden alles met elkaar
met hardnekkige kwaliteitsproblemen, met name als
samenhangt, is voor het bereiken van een goede water-
gevolg van eutrofiëring. Kwaliteitsbaggeren is een moge-
kwaliteit een integraal maatregelpakket nodig dat álle
lijke oplossing, maar dit is een kostbare maatregel. Tijde-
onderliggende oorzaken aanpakt.
lijke droogval lijkt een goedkoop en effectief alternatief. Zowel experimenteel als veldonderzoek hebben laten zien
Het Hoogheemraadschap van Rijnland, het Hoogheem-
dat na een periode van droogval beduidend lagere nutri-
raadschap Hollands Noorderkwartier en Waternet gaan
ëntengehaltes in de waterkolom worden gemeten.
in dit project in drie veengebieden verschillende integrale maatregelenpakketten uitvoeren, waarin ook drie innovatieve maatregelen voor het eerst worden meegenomen: precisiebaggeren, aanleg van speciale natuurvriendelijke veenoevers en waterkwaliteitsbaggeren. De maatregelen worden gemonitord, zodat duidelijk wordt welk integraal pakket onder welke omstandigheden optimaal is. In dit project werken de drie eerder genoemde waterschappen en STOWA samen. Het project moet eind 2011 zijn afgerond. De geraamde kosten bedragen 7,6 miljoen euro.
STOWA TER INF o / 47
pagina
15
z e s n i e u w e wat e r mo z a ï e k p r o j e ct e n g e sta r t
D . F l e x i b e l p e i lb e h e e r : van d e n k e n naa r do e n
De HydroChip wordt door onderzoek op twintig loca-
Vaste waterpeilen vormen een knelpunt bij het behalen
ties ontwikkeld. Deze representeren een groot deel van
van ecologische oppervlaktewaterdoelstellingen. Door
de KRW watertypen. Op elke locatie wordt meermaals per
strak peilbeheer moet veel en vaak voedselrijk water wor-
jaar een diatomeeënmonster genomen en zowel op de klas-
den ingelaten. Tevens wordt de ontwikkeling van de oever-
sieke microscopische manier als met moleculaire technie-
vegetatie belemmerd, die gebaat is bij flexibelere peilen.
ken geanalyseerd.
Flexibel peilbeheer is een brongerichte maatregel, die ook op langere termijn tot toename van de duurzaamheid van
Deelnemers aan het project zijn naast STOWA, TNO,
het systeem leidt. Het wordt echter nog weinig in de prak-
Vitens, Waternet en Hoogheemraadschap Hollands Noor-
tijk toegepast door onzekerheden over de toepasbaarheid
derkwartier. Het project moet eind 2011 zijn afgerond. De
op specifieke locaties, met name in veengebieden.
geraamde kosten bedragen 1,4 miljoen euro.
In dit project wordt in meerdere gebieden op grote schaal
F. B e e k dalb r e e d h e r m e and e r e n
de waterhuishouding aangepast om een flexibel peil in te
Hermeandering is één van de meest uitgevoerde maatre-
stellen. De effecten van flexibel peil worden breed beke-
gelen voor ecologisch herstel van beken. De meeste her-
ken: van biogeochemie tot ecologie, en van maaiveldda-
meanderingsprojecten grijpen in op de morfologie of de
ling en grondwaterstanden tot de gevolgen ervan op land-
hydrologie van een beek, maar bijna nooit op beide tege-
bouw, recreatie, oevers, kades en woningen.
lijk. Dit lijkt een belangrijke oorzaak voor het feit dat ecologische kwaliteitsverbetering door beekherstel achter-
Deelnemers aan dit project zijn twee waterschappen, drie
blijft bij de verwachtingen.
natuurbeheerders, drie kennisinstellingen, een adviesbureau en STOWA. Het project moet eind 2011 zijn afgerond.
Dit project heeft als doel aan te tonen dat door het toe-
De geraamde kosten bedragen 8,6 miljoen euro.
voegen van een extra maatregel aan hermeanderingsprojecten de slagingskans van ecologisch herstel aanzienlijk
E . H y d r o C h i p. B i omon i to r i n g m e t D N A -t e c h nolo g i e
groter wordt. De maatregel heeft steeds als doel gedemp-
De klassieke manier om de ecologische kwaliteit van
te dynamiek in de afvoer (het door het jaar aanwezig zijn
wateren te beoordelen (via microscopische methoden) is
van redelijk constante stroming) van een beek te berei-
niet optimaal. Er is vaak onvoldoende analysecapaciteit
ken en tegelijk een grote morfologische variatie. Dit kan
en specialistische expertise aanwezig, er is sprake van
bereikt worden door het ruimte geven aan inundatie, het
lange doorlooptijden en van kans op foute diagnose. Bin-
omleiden van hoge afvoeren of het verbeteren van de mor-
nen watermozaïek wordt onder de naam HydroChip een
fologie in de beekbedding.
innovatief, moleculair meetsysteem ontwikkeld waarmee aan de hand van de samenstelling van de algenflora in
Deelnemers aan dit project zijn Waterschap Aa en Maas,
de toekomst snel en betrouwbaar de biodiversiteit en eco-
Waterschap Brabantse Delta, Waterschap Hunze en Aa’s,
logische kwaliteit van oppervlaktewateren kan worden
Waterschap Regge en Dinkel, Waterschap Rijn en IJssel,
vastgesteld. Dit als alternatief voor de klassieke waterkwa-
Waterschap Vallei en Eem, Waterschap Veluwe, Alterra,
liteitsbeoordeling. Dit zou de waterschappen en de over-
Universiteit Utrecht en STOWA. Het project moet begin
heid enorm helpen bij het beheer en de beleidsvorming
2012 zijn afgerond. De geraamde kosten bedragen 2,3 mil-
rondom oppervlaktewaterkwaliteit in het kader van Euro-
joen euro.
pese richtlijnen zoals de Kaderrichtlijn Water en Zwemwaterrichtlijn.
Op www.watermozïek.nl vindt u meer nieuws en achtergronden over het Watermozaïekprogramma en de projecten die in dit kader lopen.
STOWA TER INF o / 47
pagina
16
Kan stedelijke waterberging ‘het dak op’? Het vinden van voldoende ruimte voor (tijdelijke) waterberging in de stad wordt steeds lastiger. Een mogelijkheid is om
waterberging te realiseren via het aanleggen van ‘groene daken’. Op 1 juli jl. organiseerde STOWA in Rotterdam, de groenedakstad bij uitstek, een symposium over de voors en tegens van deze oplossing.
Frans van de Ven van de TU Delft benadrukte dat je de mogelijkheden van groene daken moet bekijken in het licht van het specifieke watersysteem waarin ze worden gerealiseerd. Hij plaatste een paar kritische kanttekeningen. Positieve effecten van groene daken als neerslagverlies en vertraging en demping van afvoerpieken, kunnen volgens hem negatief uitpakken als de afvoerpieken van groene daken meer gaan samenvallen met afvoerpieken van de rest van het watersysteem. Daarnaast moet je groene daken tijdens droogte voorzien van water om uitdroging te voorkomen en de verkoelende werking te handhaven. Is het gewenst om dit met leidingwater te doen? Je zult groene daken bovendien af en toe moeten voorzien van meststoffen. Deze zullen naar de omgeving uitspoelen. Is dat toelaatbaar in het watersysteem, vroeg Van der Ven zich openlijk af? Hij hield een pleidooi voor meer onderzoek naar groene daken en constateerde dat de realisatie nu (te ver) voorloopt op het onderzoek. G r o e n e - da k e np r o g r amma
Eén van die voorlopers is de gemeente Rotterdam. Daniël Goedbloed van de gemeente vertelde meer over hun ambiti-
punt een ‘stuw’ aan te brengen waarmee het water beter
euze Groene-dakenprogramma. De aanleiding voor dit pro-
kan worden vastgehouden. De experimenten met een der-
gramma zijn problemen met wateroverlast. De gemeente
gelijk dak zijn veelbelovend. Vergroessen combineerde
heeft relatief weinig oppervlaktewater en weinig extra
de dakexperimenten met een model van het omliggende
ruimte voor conventionele waterberging, en zet om die
watersysteem om effecten van groene daken op wijkni-
reden in op ondergrondse berging, waterpleinen en groe-
veau te kunnen demonstreren.
ne daken. Het heeft voor groene daken een subsidieprogramma opgezet en een groen infodak waar burgers voor-
Stef Janssen van adviesbureau Daklab brak een lans voor
beelden kunnen bekijken en vragen kunnen stellen aan
het zoveel mogelijk zelfvoorzienend maken van gebou-
specialisten van de gemeente. De gemeente geeft zelf het
wen en wijken en het verkleinen van de afstand tussen
goede voorbeeld door voor 2030 de helft van de gemeente-
gebouw en natuur. Groene daken kunnen daarin volgens
lijke panden van een groen dak te voorzien.
hem een belangrijke rol vervullen. Als drager van natuur, maar ook als natuurlijke isolatie voor gebouwen en als
P r omot i e ond e r z o e k
plaats voor het tijdelijk bergen van water.
TU-onderzoeker Toine Vergroessen presenteerde tijdens
Janssen gaf aan dat de grens tussen natuur en bebou-
de dag de resultaten van zijn promotieonderzoek naar de
wing alleen kan worden geslecht door de natuur in het
effectiviteit van groene daken op de vertraging en dem-
ontwerp van een gebouw en een wijk een centrale plaats
ping van afvoerpieken naar de omgeving. Hij deed hier-
te geven. Specialisten moeten daarvoor over de grenzen
voor in Singapore wetenschappelijke experimenten met
van hun specialisme kijken en samenwerken met andere
groene en conventionele daken. De belangrijkste conclu-
specialisten. Ontwerpers moeten gebaande paden met de
sie uit de experimenten is dat de jaarlijkse afvoer van
bijbehorende ontwerpprincipes verlaten en deze opnieuw
groene daken significant afneemt door het vasthouden
bezien vanuit het nieuwe concept van het gebouw of de
en verdampen van water. In extreem natte situaties is de
wijk, aldus Janssen. Hij werkt momenteel aan een experi-
vertraging en demping echter verwaarloosbaar. Hij liet
mentendak dat een landelijke broedplaats moet worden
tijdens het symposium zien dat de werking van groene
waar kennis van dakspecialisten, ecologen en hydrologen
daken flink kan worden verbeterd door bij het uitstroom-
samenkomt om tot innovaties te komen.
STOWA TER INF o / 47
pagina
17
De rwzi van de toekomst: nutriënten-, energie- & waterfabriek Traditionele afvalwaterverwerking heeft zijn langste tijd gehad. Afvalwaterzuiveringen worden producenten van meststoffen, energie en water. Dat is de uitkomst van twee studies naar de toekomst van afvalwaterzuivering in Nederland. Op dinsdagmiddag 27 april presenteerden STOWA, De Unie van Waterschappen en Agentschap NL (v.h. SenterNovem) in het Arnhemse Watermuseum de resultaten van deze studies.
Afvalwatersysteemcoördinator Cora Uijterlinde van STO-
procent energie-zelfvoorzienend moeten zijn, via eigen
WA gaf het begin van de middag kort de context weer
duurzame productie. Tevens moet de emissie van broei-
waarin de beide studies hebben plaatsgevonden. De eco-
kasgassen in 2020 met dertig procent zijn verminderd ten
logische doelen van de KRW nopen waterbeheerders
opzichte van 1990. Al met al pittige opgaven, want volgens
ertoe hun afvalwater nog beter te zuiveren. Rijk en water-
Cora moet er nog veel onderzoekswerk worden verzet en
schappen hebben daarnaast meerjarenafspraken (MJA-3)
maatregelen worden genomen, met name om de emissie-
gemaakt over het verbeteren van de energie-efficiency met
reductiedoelen te halen. Ook de zelfvoorzienendheid ligt
dertig procent in 2020 ten opzichte van 2005. Rijk en Unie
bij de meeste waterschappen momenteel beduidend lager
hebben bovendien een klimaatakkoord gesloten. Hierin
(10-20 procent) dan de beoogde veertig procent.
is vastgelegd dat de waterschappen in 2020 voor veertig B oom van d e to e k omst
Directeur Aa en Maas Renze van Houten, gaf tekst en uitleg bij de ‘Voorstudie Afvalwaterketen’ die de Unie van Waterschappen heeft laten uitvoeren. De studie bevat een overkoepelende visie op de afvalwaterketen van de toekomst en geeft een duidelijke omschrijving van de gewenste prestaties in 2030, alsook een indicatie van maatregelen om de prestaties van rwzi’s te verbeteren. De studie vormt het vertrekpunt voor het onderzoeken en in kaart brengen van concrete maatregelen om de MJA-3 doelen te halen, aldus Van Houten. In de voorstudie speelt scenarioplanning een belangrijke rol. Renze van Houten omschreef dat treffend als ‘schudden aan de boom van de toekomst en kijken welke appeltjes eraf vallen’. Dat schudden heeft niets te maken met het voorspellen van de toekomst, legde hij uit. Het gaat er bij scenarioplanning om toekomstige ontwikkelingen
STOWA TER INF o / 47
pagina
18
Renze van Houten
Cora Uij t er li n d
ketenbedrijf Maxsus (Maximum Sustainability) richt zich via slimme, innovatieve technieken op duurzame water-
e
zuivering en de productie dan wel terugwinning van grondstoffen. In het bedrijf - dat nauw samenwerkt met haar omgeving - werken verantwoordelijke, creatieve en communicatief vaardige medewerkers. O ld T i m e r
In het derde scenario van Van Houten, ‘Zuinigheid met vlijt’, draait het vooral om goed (genoeg), maar vooral goedkoop. De technologische innovatie is beperkt. Het waterketenbedrijf 2urocontrol heeft een beperkte taakopvatting (zuiveren afvalwater) en richt zich op een standaardproduct van gemiddelde kwaliteit. De nadruk ligt op procesoptimalisering. Als vierde en laatste scenario noemde Van Houten ‘Solitair en sober’, Sleutelwoorden & trends op te sporen en te kijken hoe die uitwerken op
daarbij zijn individualisering, een hoog kostenbewustzijn
maatschappij, klant en in dit geval op de inrichting van
en een kwakkelende economie. Het bijpassende bedrijf Old
de afvalwaterketen. Als uitgangspunt is in de studie voor
Timer is een hiërarchische organisatie waar het draait om
vier scenario’s1 gekozen. Van Houten omschreef ze als
no nonsense taakuitoefening met de goedkoopst beschik-
‘samenhangende beschrijvingen van de toekomst in eco-
bare technologie.
nomisch, politiek, sociaal-cultureel, ecologisch en technologisch opzicht.’
Rob u u st e st r at e g i e
Welke kant het precies opgaat, is afhankelijk van een S c e na r i o ’ s
groot aantal ontwikkelingen, aldus Renze van Houten.
Als eerste scenario noemde hij ‘Leven is beleven’. Een ster-
Hij noemde als belangrijke globalisering & marktwer-
ke economie, individualisme en consumentisme zijn daar-
king, schaarste aan grondstoffen, klimaatverandering,
in sleutelwoorden. Innovatieve technologie staat in dienst
individualisering, mondige burger, vergrijzing, ketensa-
van individu, gemak en vermaak. Het bijbehorende denk-
menwerking, snelle technologische ontwikkeling, duur-
beeldige afvalwaterketenbedrijf Youtility.com is een hip,
zaamheid, ruimte(gebrek) en doelmatigheid. De studie
dynamisch, servicegericht en multifunctioneel bedrijf
heeft voor ieder van deze ontwikkelingen gekeken hoe
dat allerlei nutsdiensten levert. Het bedrijf richt zich het
ze scoorden binnen de vier genoemde scenario’s. Daarbij
vervullen van individuele wensen en heeft flexibele, ser-
hebben de onderzoekers gefocust op de overeenkomsten:
vice- en klantgerichte medewerkers in dienst.
welke ontwikkelingen zijn voor het merendeel/alle scena-
‘Duurzaam samenleven’ was het tweede scenario. Bepa-
rio’s van belang? Op basis daarvan hebben de onderzoe-
lende factoren in dit scenario zijn collectiviteit, duur-
kers een robuuste strategie ontwikkeld voor de afvalwa-
zaamheid en transparantie. De technologie staat in dienst
terketen van de toekomst zoals Van Houten het noemde.
van duurzame oplossingen. Het bijbehorende afvalwater-
De basis van de afvalwaterketen blijft volgens hem goede afvalwaterzuivering ten behoeve van volksgezondheid
1 De scenario’s zijn gebaseerd op de scenario’s die zijn ontwikkeld in het water-
en waterkwaliteit. Daarbovenop gaan de huidige rwzi’s in
keten innovatie Programma (Waterkip) van STOWA, Rioned en Kiwa, en aangevuld met actuele gegevens uit andere recente studies zoals het visiedocument waterketen van VROM.
toenemende mate een functie vervullen als leveranciers van schoon (drink- of proces)water, energie en grondstoffen.
STOWA TER INF o / 47
pagina
19
d e R W ZI van d e to e k omst
O x i dat i e sloot
Merle de Kreuk, innovatietechnoloog bij Waterschap Hollandse Delta, gaf een toelichting op de tweede studie ‘Op weg naar de rwzi 2030’. In deze STOWA-studie heeft de sector de rol, taak en bijbehorende inrichting van een toekomstige afvalwaterzuiveringsinstallatie nader ver-
Merle de Kreuk
kend. Merle bracht de toehoorders in herinnering hoe afvalwaterzuivering ooit begon: de bekende oxidatiesloot. Ze vroeg zich daarna hardop af welke kant het vanaf hier opgaat: krijgen we effluent van drinkwaterkwali-
zich focust op effluentkwaliteit zal vooral een Waterfa-
teit? Worden afvalwaterzuiveraars energieproducenten?
briek worden, een rwzi die energieneutraal wil worden
Grondstoffenleveranciers? Worden afval- en afvalwater-
energiefabriek, aldus Merle. Afhankelijk daarvan richt je
bedrijven geïntegreerde ondernemingen? Het antwoord
je de verschillende procesonderdelen van een rwzi anders
daarop moest zij schuldig blijven. Maar ze veronderstelde
in: voorbehandeling, nabehandeling, basiszuivering, deel-
wel, net als Renze van Houten, dat goede afvalwaterzui-
stromen, slib.
vering ten behoeve van volksgezondheid en waterkwaliteit de basistaak van rwzi’s blijft. Daarbij was zij, net als
Merle de Kreuk constateerde dat er momenteel veel draag-
het merendeel van de aanwezigen, van mening dat rwzi’s
vlak is voor de geschetste ontwikkeling. Denk aan het
een ontwikkeling gaan maken naar het Maxsus-model (zie
enthousiasme waarmee het project ‘De Energiefabriek’
boven), als producenten van nutriënten, energie en water.
wordt omgeven. Maar om de omslag naar NEWaterfabriek te maken, is volgens haar nog wel het een en ander nodig
N E Wat e r fab r i e k
aan kennisvergaring en -ontwikkeling. Zij bepleitte het
De studie spreekt van een NEWaterfabriek. In welke rich-
inventariseren van nieuwe technologieën en daarmee
ting een rwzi zich precies ontwikkelt - richting N, E, W of
opgedane ervaringen. Maar ook het uitwerken van busi-
een combinatie - hangt af van een groot aantal factoren.
nesscases, het opzetten van aparte N-, E- en W-onderzoeks-
Als belangrijke factoren noemde Merle de Kreuk onder
lijnen en het uitwerken van integrale NEW-concepten.
meer: effluentkwaliteit, nutriëntterugwinning, kostenni-
Dagvoorzitter Stefan Kuks voegde daar nog enkele pran-
veau, energie(neutraliteit), waterbehoefte (in omgeving),
gende vragen aan toe: wat is de ideale schaalgrootte van
aanwezige ruimte en afzetmogelijkheden. Een rwzi die
een NEWaterfabriek en hoe kun je interessante verbin-
STOWA TER INF o / 47
pagina
20
Het voorbeeld laat zien dat je rwzi-effluent uitstekend kunt gebruiken voor diverse industriële toepassingen, en dat synergie kan leiden tot flinke kostenbesparingen. Terneuzen is een mooi voorbeeld waar vraag en aanbod bij elkaar zijn gekomen, hetgeen een klassieke win-win situatie oplevert. Het geeft ook aan dat het niet overal zomaar Dagvoor zitt e
kan. Maar daar waar kansen zijn, moet je ze volgens MulrS tef an
der pakken.
ks Ku
D u u r z am e e n e r g i e
Aan het einde van de middag vertelde Douwe Jan Tilkema van Waterschap Veluwe een inspirerend verhaal over rwzi Apeldoorn, een zuivering die samen met Essent duurzame energie levert aan bijna 4000 huishoudens in de omgeving. De rwzi is daarmee een echte energiefabriek. Dat gebeurt via gecentraliseerde slibvergisting op de rwzi, in combinatie met vergisting van andere organische stromen. Het toeval heeft daarbij wel een handje geholpen. Eind jaren negentig moest een frisdrankenfabriek miljoenen liters frisdrank kwijt. Uiteindelijk belandde de frisdingen leggen met de rest van de waterketen, riolering en
drank op rwzi Apeldoorn, waar al het gistende suiker veel
huishoudens?
geld bleek op te leveren.
D O W C h e m i cals
N e g e n tot v i j f m e ntal i t e i t
De toekomst is dichterbij dan je denkt, bleek tijdens deze
Anno 2010 is rwzi Apeldoorn, dankzij een uit 2005 stam-
middag. In Terneuzen staat al een waterfabriek: rwzi De
mende samenwerkingsovereenkomst met Essent en de
Drie Ambachten. De plaatselijke huishoudelijke-afval-
gemeente Apeldoorn om duurzame energie te leveren, uit-
waterzuivering levert dagelijks duizenden kuubs proces-
gegroeid tot een echt energiebedrijf. Dat vereist volgens
water aan chemiegigant Dow Chemicals als bron voor
Douwe Jan Tilkema wel het een en ander: ‘De bedrijfs-
gedemineraliseerd-waterbereiding. Voorheen maakte het
voering op deze rwzi is heel anders. Je hebt medewerkers
bedrijf gebruik van zeewater dat via omgekeerde osmose
nodig die meer bedrijfsmatig kunnen en willen denken
werd opgewerkt. Maar deze techniek verbruikt veel ener-
en geen last hebben van een negen tot vijf mentaliteit.’ Hij
gie en van elke kuub water is de recovery rate maximaal 55
gaf ook aan dat de huidige wet- en regelgeving een poten-
procent. Bovendien waren er corrosieproblemen en vari-
tieel struikelblok vormt voor de ontwikkeling van een
atie in kwaliteit. Uiteindelijk besloot DOW in 2007 efflu-
rwzi tot NEWaterfabriek. Maar daar is volgens hem wel
ent te gaan gebruiken als waterbron, vertelde Jan Willem
een mouw aan te passen: ‘Je moet om de tafel gaan zitten
Mulder van Evides. Dat leidde tot flinke besparingen op
met vergunningverlenende en toezichthoudende instan-
water, energie, CO2 en chemicaliën.
ties om je plannen uiteen te zetten. Dan is er een hoop mogelijk.’
M B R - i nstallat i e
In de nabije toekomst wordt de samenwerking tussen rwzi
De beide voorbeelden lieten zien dat de toekomst van de
en Dow nog inniger. De rwzi moet namelijk uitbreiden,
rwzi als NEWaterfabriek niet alleen gebaseerd is op wen-
terwijl de microfiltratie-installatie van de DOW-fabriek
sen en verlangens. Het is voor een deel al realiteit. Daar-
voor gedemineraliseerd water het einde van de levens-
mee is bewezen dat het geen droom is van idealisten,
duur heeft bereikt. Daarom is besloten de rwzi niet con-
maar het wel degelijke tot de concrete mogelijkheden
ventioneel uit te breiden, maar dit te doen met een MBR-
behoort.
installatie. Het MBR-effluent vormt de grondstof voor de fabriek. Dit behoeft geen microfiltratie meer, vanwege de
Het rapport ‘Op weg naar de rwzi 2030’ kunt u downloaden van-
uitstekende kwaliteit van MBR-effluent.
af onze website, onder publicaties, nr. 2010-11.
STOWA TER INF o / 47
pagina
21
STOWA crowdsourcet naar ideeën voor gemaal van de toekomst
Onlangs werd de prijsvraag ‘Ontwerp het gemaal van de toekomst ‘ afgerond. In de prijsvraag daagde STOWA HBO’ers, studenten en Young professionals (tot dertig jaar) uit om met nieuwe ideeën te komen voor een visvriendelijk, energiezuinig en landschappelijk goed inpasbaar gemaal. Tijdens de Gemalendag (zie elders) werden de winnaars van de wedstrijd bekend gemaakt.
Michiel
van
H ae ma a Bu rsm
Grote bedrijven doen het al veel langer: het inschakelen
Haersma Buma, tevens voorzitter van de Nederlandse
van de samenleving bij het zoeken en vinden van oplos-
Gemalenstichting. De jury bestond verder uit Tweede-
singen voor een bepaald probleem, veelal via het internet.
kamerlid Marianne Thieme, architect Jón Kristinsson en
Crowdsourcen heet dat met een mooie term. Voor STOWA
prof. dr. Henk Moll, hoogleraar Natuurlijke hulpbronnen
was het de eerste keer. Met de prijsvraag hoopte STOWA
in relatie tot duurzame productie en consumptie. Uit de
niet alleen op een paar goede ideeën, het wilde daarmee
inzendingen werden de twintig beste gekozen.
ook het onderwerp extra onder de aandacht brengen en jongeren interesseren voor werk bij waterschappen. Dat
In de tweede ronde bepaalde de jury uit deze twintig eerst
lijkt uitstekend gelukt. Niet alleen kwamen er veel inzen-
een top vijf. Deze vijf genomineerden werden gevraagd
dingen binnen (44 in totaal), er bleek ook van buiten de
teams te vormen en vooral mensen aan hun team toe te
nodige belangstelling voor. STOWA organiseerde de prijs-
voegen die hen konden helpen met de aspecten die vol-
vraag samen met communicatiebureau TACCT, webbou-
gens de jury nog verbeteringen nodig hadden. De vijf
wer Digibiz en Battle of Concepts dat veel ervaring heeft
teams werden uitgenodigd voor een speciale business
met het uitzetten van prijsvragen. Voor de prijsvraag werd
course, om hun concepten te verbeteren. Daarbij konden
een speciale website gelanceerd, www.visvriendelijkge-
ze gebruik maken van experts die hen konden adviseren
maal.nl.
over vissen en visgedrag, landschappelijke inpassing, techniek, waterverplaatsing, communicatie en modelbouw.
T w e e r ond e n
Dat laatste was nodig omdat ze ook een fysiek model van
De prijsvraag werd gehouden in twee ronden. Belangstel-
hun concept moesten maken.
lenden kregen voor de eerste ronde een document met een beschrijving van het probleem en een bijpassende
C at e g o r i e ë n
opdracht: bedenk een gemaal dat visveilig en vispasseerbaar is
De inzendingen konden worden ingedeeld in een aantal
en daarnaast energiezuinig, passend in het Nederlandse land-
categorieën: het betrof varianten op het scheprad (vaak
schap en haalbaar, dat wil zeggen dat het concept te realiseren
gebaseerd op het Falkirk Wheel, een scheepslift in Schot-
moet zijn en dat het gemaal de functie van waterverplaatsing
land), bypasses (langs het gemaal), zuigersystemen, klep-
goed blijft vervullen. Alle inzendingen werden beoordeeld
systemen (bloedvaten en hartkleppen), visweringen, en in
door een jury onder leiding van dijkgraaf Michiel van
een enkel geval aanpassing van bestaande gemalen.
STOWA TER INF o / 47
pagina
22
STOWA en de jury waren bijzonder tevreden over het aantal en de kwaliteit van de inzendingen. Er zat vaak het nodige denkwerk achter en de voorstellen waren meestal goed uitgewerkt. De jury vond het wel jammer dat veel inzenders in hun ontwerp de opgestelde criteria niet allemaal even duidelijk hadden meegenomen. Er waren kortom weinig integrale voorstellen, waarin naast visvriendelijkheid ook nadrukkelijk naar landschappelijke inpassing en duurzaamheid was gekeken. Op basis van de gehanteerde criteria besloot de jury twee winnaars aan te wijzen. ‘Ruim baan voor vis’ en ‘Movis’
‘Ruim baan voor vis’
deelden uiteindelijk de eerste prijs van 3200 euro. Het Team ‘Ruim baan voor vis’ bedacht een soort sluizensysteem. Het principe zelf was niet heel innovatief, de inpassing in het landschap en het creëren van een publieksfunctie waren dat zeker wel. Team ‘Movis’ kwam op de proppen met een soort draaideur waar vissen in kunnen zwemmen en die ze van de ene naar de andere kant van de dijk brengt: een volstrekt nieuw en daarmee zeer origineel en visvriendelijk idee. Men had ook goed nagedacht over de viswering, een leuk innovatief concept met fiberscherm.
‘Movis’
STOWA TER INF o / 47
pagina
23
A ter infootjes STOWA ter infootjes STOWA ter infootjes STOwa N i e u wsb r i e f p e i l g e st u u r d e
P r a k t i j k ond e r z o e k nag e sc h a -
d r a i nag e v e r sc h e n e n
k e ld e z u i v e r i n g st e c h n i e k e n i n
Onlangs verscheen de tweede nieuws-
de prijzen
brief van het Praktijkonderzoek Plant
Het praktijkonderzoek van STOWA
en Omgeving over samengestelde
en het Hoogeemraadschap van Rijn-
peilgestuurde drainage. Dit innova-
land naar de mogelijkheden van
tieve drainagesysteem staat op dit
nageschakelde adsorptie- en oxida-
moment volop in de belangstelling.
tietechnieken voor het verwijderen
Naast voordelen voor telers, zoals
van nutriënten, prioritaire stoffen en
het zelf op perceelsniveau kunnen
medicijnresten is gekozen tot één van
regelen van het grondwaterpeil, ver-
de vijf beste LIFE environment pro-
mindert het systeem de emissie van
jecten van 2009. Het EU-programma
stikstof ten opzichte van conventio-
LIFE verstrekt subsidies aan innova-
nele drainage. Bij een diepere ligging
tieve projecten die bijdragen aan het
energiebesparende zuiveringstech-
van de drains vermindert waarschijn-
verbeteren van de leefomgeving van
nologie die met magnesiumammo-
lijk ook de fosfaatuitspoeling. STOWA
mensen.
niumfosfaatkristallen fosfaat en
draagt financieel bij aan een veldon-
stikstof uit het afvalwater haalt en
derzoek waarbij op verschillende per-
De interesse voor nageschakelde tech-
hergebruik van deze stoffen mogelijk
celen dit systeem wordt aangelegd en
nieken voor vergaande zuivering van
maakt. STOWA was één van de mede-
de werking ervan wordt onderzocht.
afvalwater is de afgelopen jaren in
inzenders.
Op stowa.nl onder nieuws vindt u een
een stroomversnelling terechtgeko-
pdf van de nieuwsbrief.
men, vooral na de inwerkingtreding
Conventionele waterzuiveringsinstal-
van de KRW. Op deze manier kan de
laties gebruiken veel energie om stik-
bijdrage van rwzi’s aan de veront-
stof en fosfaat uit het afvalwater te
reiniging van ontvangende opper-
verwijderen, zonder deze stoffen een
vlaktewateren verder worden terug-
nieuwe toepassing te geven. De nieu-
gedrongen. De uitkomsten van het
we technologie maakt hergebruik
praktijkproject geven een goed beeld
wel mogelijk en is bovendien kos-
van de mogelijkheden en beperkin-
ten- en energiebesparend. Het verwij-
gen van deze technieken. De prijs
derde stikstof komt vrij in de vorm
is te beschouwen als een postuum
van gasvormig ammoniak. Dit dient
eerbetoon aan een van de drijvende
als brandstof voor een brandstofcel
krachten achter het project, Wouter
waarmee stroom en warmte worden
Dijksma van het Hoogheemraadschap
opgewekt. Het via de technologie
van Rijnland. Hij overleed eind 2009
teruggewonnen fosfaat is geschikt als
op 32-jarige leeftijd aan de gevolgen
hoogwaardige grondstof voor onder
V e r vol g st u d i e sl i b k e t e n
van kanker.
andere de productie van voedings-
STOWA liet enkele jaren geleden
De eindrapporten over het onderzoek
middelen.
onderzoek doen naar de mogelijkhe-
(met nummers 2009-32 en 2009-33)
den om de verwerkingskosten voor
zijn te downloaden vanaf stowa.nl |
De nieuw ontwikkelde technologie
zuiveringsslib terug te brengen en
Publicaties.
sluit probleemloos aan op het gang-
meer energie uit het geproduceerde
bare zuiveringsproces van afvalwater
slib te winnen. Inmiddels is een ver-
S T O WA m e d e - i n z e nd e r w i nn e nd e
en is daarmee direct op grote schaal
volgstudie gestart waarin een over-
i n z e nd i n g V e r n u ft e l i n g 2 010
toepasbaar. Het zuiveringsprincipe
zicht wordt gegeven van nieuwe tech-
DHV heeft zowel de juryprijs als de
leent zich ook om apart ingezamelde
nieken en de invloed die ze hebben
publieksprijs gewonnen met haar
urine en mest uit veestallen te behan-
op de productie van slib, het energie-
inzending voor de Vernufteling 2010,
delen, dus voordat het riool of opper-
verbruik en de inzet van chemicaliën
de prijs voor het meest innovatieve
vlaktewater met stikstof en fosfaten
bij afvalwaterzuivering.
project van een Nederlands ingeni-
wordt belast.
eursbureau. Het betreft een nieuwe,
STOWA TER INF o / 47
pagina
24
ter infootjes STOWA ter infootjes STOWA ter infootjes STOWA te T o e n e m e nd e b e lan g st e ll i n g
en baten. Dat vereist nader onder-
zoeksvragen voor de komende jaren.
voo r r and e n e n b u ff e r st r o k e n
zoek. Tijdens de dag werden twee pro-
De onderzoekers gaan ervan uit dat
Op 3 juni vond in Amersfoort de bij-
jecten toegelicht die een beeld gaven
de rwzi 2030 een NEWaterfabriek zal
eenkomst Randenbeheer & Buffer-
van bufferstrokenprojecten in Neder-
zijn, waarbij de N staat voor nutriën-
stroken plaats, georganiseerd door
land. Ook werden de eerste resulta-
ten, de E voor energie en de W voor
STOWA en Projecten van LTO Noord.
ten van het STOWA-onderzoek naar
water.
Tijdens de bijeenkomst stonden de
bufferstroken gepresenteerd, dat na
Kijk op stowa.nl | publicaties | 2010-
ervaringen met, en het beleid rond
de zomer gereed is. Een uitgebreider
11 voor een pdf van beide rapporten.
randenbeheer en bufferstroken cen-
verslag van deze dag vindt u op onze
traal.
website, onder Nieuws.
De laatste jaren is sprake van groeien-
O p w e g naa r d e r w z i 2 030 ’
de belangstelling voor randen en buf-
op z ’ n En g e ls
ferstroken. Niet alleen als bufferzone
Onder de titel ‘NEWs: the Dutch road-
tussen landbouw en water, maar ook
map for the wwtp of 2030’ is een
als drager van uiteenlopende func-
Engelse vertaling verschenen van
ties, zoals biodiversiteit, waterber-
‘Op weg naar de rwzi 2030’. Dit is
ging, recreatie, landschappelijke kwa-
een studie naar de afvalwaterzuive-
liteit en onderhoud van watergangen.
ringsinstallatie van de toekomst. De
Er bestaat echter nog veel onzeker-
antwoorden op deze vragen dicteren
heid over effectiviteit, aanleg, kosten
voor een belangrijk deel de onder-
Kennisprogramma Deltaproof krijgt vorm
De contouren van het Kennisprogramma Deltaproof worden steeds duidelijker. Via verschillende routes zijn vragen rond regionaal waterbeheer en de Delta-opgaven boven tafel gekomen. Er is een interviewronde gehouden met de waterschappen, evenals twee workshops gericht op klimaat, duurzaamheid en energie. Het programma wordt in september voorgelegd aan de programmacommissies. Hierin zijn de projecten voor 2010 benoemd en is ruimte opengehouden voor verder invulling. De belangrijkste vragen die naar voren kwamen in de aan-
de waterbeheerder met het oog hierop moet spelen in het
loop naar het programma, hebben betrekking op de zoet-
proces van ruimtelijke ordening. Een van de uitgangspun-
waterverdeling en de aansluiting van het hoofdsysteem
ten van Deltaproof is dat de te ontwikkelen kennis prak-
op het regionale watersysteem. Verder waren er veel vra-
tisch toepasbaar is. Om deze reden gaat Deltaproof wer-
gen rond de veranderende waterbalans - te veel water, te
ken met proeftuinen en sluit daarbij zo veel mogelijk aan
zout en te vies - en de mogelijke oplossingen, zoals her-
bij kansen in de regio.
gebruik van effluent, efficiënte waterinlaat, de mogelijkheden van zouttolerante gewassen en de zelfvoorziening
De komende periode steekt Deltaproof tijd in het toetsen
van (landbouw)bedrijven, maar ook de (on)mogelijkheden
van het Nationaal Hydrologisch instrumentatrium (NHI).
voor zelfvoorzienendheid in de stad op het gebied van
Het NHI wordt getoetst in Noord-Nederland, IJsselmeerge-
water. Deze vragen dragen bij aan de zelfvoorzienendheid
bied, Het Groene Hart, Het Rivierengebied, Zuidwestelij-
in de regio.
ke Delta Deltaplan Hoge Zandgronden en Oost-Nederland. De inliggende waterbeheerders zijn hiervoor benaderd
Op het gebied van waterveiligheid zijn er veel vragen
om de eigen wensen en mogelijkheden voor toetsing aan
over de wijze waarop de toetssystematiek doorwerkt in
te geven. Daarnaast wordt het concreet invullen van de
de regio, hoe de meerlaagse veiligheid vorm krijgt en
proeftuinen voor de meerlaagse veiligheid en de zelfvoor-
hoe je tot innovatieve dijken komt. Een specifieke vraag
zienendheid opgepakt.
bij de veiligheid was hoe de vitale infrastructuur, zoals transformatorhuisjes e.d., geborgd wordt bij de ruimte-
Voor meer specifieke informatie kunt u contact opnemen
lijke processen. Zowel bij zoetwatervoorziening als de
met programmasecretaris Rob Ruijtenberg, 033 460 32 00,
waterveiligheid zijn er verder veel vragen over de rol die
[email protected].
STOWA TER INF o / 47
pagina
25
V e r vol g van pa g i na 9
Vers van de STOWA-pers
Hieronder treft u een overzicht aan van recent verschenen STOWA-publicaties. De publicaties zijn te bestellen via onze website www.stowa.nl, onder de knop Services | Publicaties. U kunt de meeste publicaties tevens als pdf downloaden. T itel
N u mm e r I S B N
3
Worden vissen in de maling genomen? (brochure)
2010-21
978.90.5773.480.9
0
de woonomgeving
2010-20
978.90.5773.483.0
25
Influent fijnzeven in rwzi’s
2010-19
978.90.5773.477.9
25
giftige blauwalgen
2010-18
978.90.5773.474.8
Perspectievennota Nieuwe Sanitatie
2010-NS
geen
Fosfaat: van leegloop naar kringloop
2010-12
978.90.5773.476.2
25
Op weg naar de rwzi 2030
2010-11
978.90.5773.473.1
25
Blauwalgen in stadswater. Verkennend onderzoek naar blauwalgenbloei in
Toepassing van fluorescentiemetingen bij de beoordeling van de risico’s van 25 pdf
Nieuwe sanitatie Westland
2010-10
978.90.5773.467.0
25
Slibafbraak door oligochaeten
2010-09
978.90.5773.464.9
25
Emissies van broeikasgassen van rwzi’s
2010-08
90.5773.461.8
25
Verkenning afleidingsmethodiek en doelstellingen nutriënten in sterk veranderde regionale wateren
2010-07
90.5773.468.7
25
Pilotonderzoek bewegend bed adsorptie
2010-05
90.5773.457.1
25
Bescherming van de bodem op rwzi’s
2010-04
90.5773.472.4
25
Uniformeren van meten, bemonsteren en dataverwerking van rwzi’s
2010-03
90.5773.479.03
25
W e r k r appo r t e n
Aanleghoogte van nieuwe woningen in relatie tot wateroverlast
2010-W-01 geen
pdf
p u bl i cat i e s U i t g e l i c h t : 2 010 -21, W o r d e n v i ss e n i n d e mal i n g g e nom e n ?
STOWA heeft praktijkonderzoek uit laten voeren om meer inzicht te krijgen in de mate waarin stroomafwaartse vismigratie mogelijk is door de opvoerwerken van gemalen en de schade die individuele vissen kunnen oplopen bij het passeren van die gemalen. Met de resultaten van dit onderzoek biedt STOWA waterbeheerders handvatten bij het op visvriendelijke wijze vernieuwen of aanpassen van gemalen. In deze brochure leest u meer over de opzet, uitvoering, achtergronden en voorlopige resultaten van dit onderzoeksproject. Het definitieve rapport verschijnt in het najaar van 2010. 2 010 -2 0, B lau wal g e n i n stadswat e r
Dit rapport vormt de weerslag van een verkennend onderzoek naar blauwalgenbloei in stadswateren. Hiervoor werden vijftig verschillende stadswateren bemonsterd. Twintig ervan hadden een drijflaag en veelal hoge concentraties cyanobacteriën. Stadswateren kunnen door verschillende oorzaken aanzienlijk vermest raken. Hierdoor kunnen cyanobacteriën zich tot hoge dichtheden vermenigvuldigen. De gifstoffen die de bacteriën produceren en de drijflagen die ze vormen (stankoverlast) leiden tot onwenselijke situaties met mogelijk schadelijke effecten voor mens en dier. 2 010 -19 Infl u e nt f i j n z e v e n i n r w z i ’ s
In het STOWA-rapport ‘Influent fijnzeven in rwzi’s’ worden de resultaten beschreven van een studie om de economische en praktische haalbaarheid te bepalen van het behandelen van influent met fijnzeven, als alternatief voor het gangbaar toegepaste voorbezinken van afvalwater. Dit met name met het oog op het effectief en doelmatig verwijderen van toiletpapier (papiervezels) uit het afvalwater.
STOWA TER INF o / 47
pagina
26
2 010 -18 , T o e pass i n g van fl u o r e sc e nt i e m e t i n g e n b i j d e b e oo r d e l i n g van d e r i s i co ’ s van g i ft i g e blau wal g e n
Het monitoren van de risico’s van giftige blauwalgen is complex. Waterbeheerders kunnen niet volstaan met een eenvoudige chemische analyse, omdat verschillende soorten blauwalgen een zeer groot aantal gifstoffen kunnen produceren, waarvan de toxiciteit nog voor een groot deel onbekend is. De werkgroep Cyanobacteriën heeft daarom een alternatieve risicoanalyse voorgesteld op basis van het aantal aanwezige blauwalgen waarboven nadelige effecten voor zwemmers kunnen optreden. Omdat bepaling via microscopische celteling hiervoor een tijdrovende en dure methode is, heeft STOWA onderzoek laten uitvoeren naar zogenoemde fluorescentiemetingen als sneller en goedkoper alternatief. Dit rapport is de weerslag van dit onderzoek. 2 010 - W - 01, A anl e g h oo g t e van n i e u w e won i n g e n i n r e lat i e tot wat e r ov e r last
Veel waterschapsinvesteringen in de stedelijke omgeving hebben tot doel de kans op wateroverlast te beperken. Desondanks komt geregeld wateroverlast voor, onder meer door te lage aanleghoogtes van woningen en andere gebouwen. Dit werkrapport bevat de uitkomsten van verkennend onderzoek naar mogelijke maatregelen om het te laag bouwen van woningen tegen te gaan. 2 010 - N S , P e r sp e ct i e v e nnota N i e u w e S an i tat i e
De Perspectievennota Nieuwe Sanitatie gaat dieper in op de bijdrage die nieuwe sanitatie kan leveren aan de verdere ontwikkeling van de waterketen. Er wordt gekeken naar toekomstige trends en ontwikkelingen in de waterketen, welke nieuwe doelen daaruit voortvloeien en hoe nieuwe sanitatie aan het realiseren van die doelen bij zou kunnen dragen. Ook wordt aandacht besteed aan de vraag tot welke ontwikkelconcepten dit reeds op korte termijn zou kunnen leiden. 2 010 -12 , F osfaat : van l e e g loop naa r k r i n g loop
De voorraden fosfaaterts, de grondstof voor fosfaatkunstmest, worden steeds schaarser. STOWA en Grontmij hebben vorig jaar een workshop gehouden met ‘vragers’ en ‘aanbieders’ van fosfaat (onder meer rwzi’s) om te komen tot mogelijkheden voor een nieuwe duurzame aanpak van de fosfaatkringloop in Nederland. In dit rapport leest u het verslag van deze workshop en de achtergronden over de fosfaatproblematiek. 2 010 -11, O p w e g naa r d e r w z i 2 030
Deze publicatie is de weerslag van een scenariostudie naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie van de toekomst: hoe ziet die eruit en wat zijn daarbij de bepalende factoren? De onderzoekers gaan ervan uit dat de rwzi 2030 een NEWaterfabriek zal zijn, waarbij de N staat voor nutriënten, de E voor energie en de W voor water. De precieze procestechnologische invulling hangt af van de prioriteiten die worden gelegd. 2 010 -10, N i e u w e san i tat i e W e stland
STOWA en enkele andere partijen hebben de mogelijkheden onderzocht voor het realiseren van het Zonneterp-concept: een combinatie van een woonwijk (1200 woningen) met tuinbouwkas. De kas fungeert hierin als energie- en watervoorziening voor de woningen; de woningen leveren biogas en meststoffen aan de kas via aparte inzameling en verwerking van zwart water en etensresten.
STOWA TER INF o / 47
pagina
27
[email protected] www.stowa.nl
TEL 033 460 32 00 FAX 033 460 32 01
Stationsplein 89
POSTBUS 2180 3800 CD AMERSFOORT
Activiteiten najaar 2010
COLOFON
Deze nieuwsbrief informeert u over het
16 -17 s e pt e mb e r ,
lenden kennis kunnen nemen van
T h e ma -tw e e daag s e b i olo g i sc h e
toepassingen van NVO’s in de prak-
beleid van de Stichting Toegepast Onder-
b e monst e r i n g & p r e s e ntat i e
tijk. De excursies vinden plaats op 14,
zoek Waterbeheer (STOWA) en de onder-
Handbo e k H y d r ob i olo g i e
21 en 30 september, in verschillende
zoeken die STOWA laat uitvoeren. Deze
Op 16 en 17 september vindt bij het
delen van het land. Op 14 september
nieuwsbrief verschijnt viermaal per jaar.
NIOZ op Texel een speciale thema-
vindt een veldbezoek plaats aan pro-
Voor algemene informatie kunt u contact
tweedaagse plaats over biologische
jectonderdelen van de Landinrich-
opnemen met het STOWA-secretariaat.
bemonstering. Aanleiding is het ver-
ting Baarle-Nassau. Op 21 september
schijnen van het STOWA Handboek
is er een vaartocht langs de Lemmer
Adreswijzigingen, aan- en afmeldingen
Hydrobiologie. De bijeenkomst is
en het Prinses Margrietkanaal. Op
kunt u emailen naar
[email protected].
bedoeld voor iedereen die betrok-
30 september ten slotte vindt een
ken is bij hydrobiologisch onderzoek
bezoek plaats aan natuurvriendelijke
T e k st e n
voor het waterbeheer. De eerste dag
oevers langs de Reeuwijkse Plassen.
Eric Boekel, Bert-Jan van Weeren,
staat geheel in het teken van de kwa-
Voor meer informatie en aanmelding
Bertus de Graaff
liteit van ecologische monitoring. Er
ga naar stowa.nl | Agenda.
zijn inleidingen over kwaliteitszorg,
E i nd r e dact i e
Bert-Jan van Weeren, Jacques Leenen
werken in het veld en in het labora-
D ond e r dag 2 3 s e pt e mb e r , v i e r d e
torium, en over statistiek. Ook wordt
N at i onal e S l u i z e ndag
het handboek gepresenteerd en toe-
Op 23 september vindt voor de vierde
F oto g r af i e
gelicht. Op de tweede dag leren de
keer de Nationale Sluizendag plaats,
Brabander fotografie, Casper Cammeraat,
deelnemers fytoplankton, sieralgen,
georganiseerd door de stichting His-
Istockphoto, bvBeeld/stichting Rioned
vegetatie, macrofauna en vis bemon-
torische Sluizen en Stuwen Neder-
steren volgens de voorschriften van
land en STOWA. Waterschap Rivie-
B as i s O N T W ER P
het handboek, conform de eisen van
renland is gastheer. Tijdens de dag
MADE OF MAN,
de KRW. Voor meer informatie en
wordt volop aandacht besteed aan de
visual identity under construction,
aanmelding ga naar stowa.nl | Agen-
Nieuwe Hollandse Waterlinie en de
Rotterdam
da.
plaats die de monumentale sluizen innemen in de herontwikkeling van
V O R M GE V I N G
Studio B, Nieuwkoop
14 , 21 e n 30 S e pt e mb e r ,
deze historische verdedigingslinie.
d e r d e P latfo r mb i j e e n k omst
’s Middags kunt u een bezoek bren-
N at u u r v r i e nd e l i j k e O e v e r s
gen aan de Asperense waaiersluizen.
Druk
De derde Platformbijeenkomst
Voor meer informatie en aanmelding
Drukkerij Uleman-De Residentie,
Natuurvriendelijke Oevers bestaat
ga naar stowa.nl | Agenda.
Zoetermeer
uit drie excursies waarop belangstelI S S N - n u mm e r
0929-6220
STOWA TER INF o / 47
pagina pagina
28 30