Eindexamen m&o vwo 2001-II havovwo.nl
■■■■
Opgave 1 Frits werkt bij Wolters Kluwer en is door zijn chef uitgenodigd voor een beoordelingsgesprek. Vlak voor dit gesprek leest hij het hiernavolgende bericht uit de Volkskrant van 29 september 1998.
OR Wolters Kluwer wil mooiere winstdeling van onze verslaggever
AMSTERDAM Wolters Kluwer ligt met zijn ondernemingsraad overhoop over de winstdelingsregeling. Het conflict draait om de techniek van het boekhouden bij Wolters Kluwer. De winstdeling wordt niet berekend over de nettowinst van het concern, maar over de bedrijfsresultaten van de Nederlandse Wolters Kluwerbedrijven. Om precies te zijn: het uitkeringspercentage weerspiegelt de verhouding tussen het bedrijfsresultaat en de personeelskosten. Het bedrijfsresultaat is de winst, maar dan zonder buitengewone baten en lasten. En daar spitst het conflict zich op toe. In 1997 werden twee reorganisaties in gang gezet en daarvoor werd een voorziening getroffen van 25 miljoen gulden. Wolters Kluwer boekte de kosten als gewone kosten. Dat betekende dat de personeelskosten met 25 miljoen omhoog gingen, het bedrijfsresultaat met evenveel omlaag en dus daalde de winstdeling. Volgens de OR van Wolters Kluwer dienen de kosten van de reorganisatie opgevoerd te worden als buitengewone lasten. bron: de Volkskrant 29 september 1998 (gewijzigd) 1p
2p
1p
1 ■
2 ■
3 ■
Noem, naast de reorganisatiekosten, nog een voorbeeld van buitengewone baten of lasten. Frits is van mening dat zijn belang in het geding is en besluit daarom zijn onvrede over de uitvoering van de winstdelingsregeling aan de orde te stellen tijdens het beoordelingsgesprek. In hoeverre is het beoordelingsgesprek hiervoor een juiste gelegenheid? Motiveer het antwoord. De OR is van mening dat hij op het gebied van de (secundaire) arbeidsvoorwaarden zoals de winstdelingsregeling, arbeidsreglement, scholingsplan e.d., een bepaalde wettelijke bevoegdheid heeft. Welke wettelijke bevoegdheid heeft de ondernemingsraad ten aanzien van de genoemde (secundaire) arbeidsvoorwaarden?
www.havovwo.nl
-1-
Eindexamen m&o vwo 2001-II havovwo.nl
■■■■
Opgave 2 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 4 uit het informatieboekje. Informatiebron 1 omvat een korte beschrijving van de activiteiten van onderneming Koninklijke Boskalis Westminster NV (Boskalis), het voorgenomen beleid en het bericht van de raad van commissarissen betreffende het boekjaar 1997. In informatiebron 2 staat het vermogensoverzicht per 31 december van de jaren 1996, 1997 en 1998 en in informatiebron 3 staat het resultatenoverzicht van die jaren. In informatiebron 4 staan de door C. de Roi verzamelde en berekende kerncijfers van Boskalis voor de jaren 1996, 1997 en 1998. C. de Roi is binnen de beleggingsclub ’Longtime’ medeverantwoordelijk voor het beheer van de effectenportefeuille. C. de Roi moet onderzoeken welke beursgenoteerde ondernemingen in aanmerking komen om in deze portefeuille te worden opgenomen. Zij is gestart met het onderzoek of de aandelen van Boskalis in de effectenportefeuille kunnen worden opgenomen. Daartoe heeft C. de Roi een aantal kerncijfers verzameld en berekend. Deze zijn opgenomen in informatiebron 4. Voor het al of niet aankopen van aandelen heeft de beleggingsclub een aantal interne richtlijnen opgesteld. De interne richtlijnen luiden als volgt: Gedurende de onderzoeksperiode van drie aaneengesloten boekjaren: a mag het solvabiliteitspercentage, als verhouding tussen de waarde van de totale activa en het vreemd vermogen, van de onderneming niet beneden de 150% zijn geweest; b mag de liquiditeitspositie niet verslechterd zijn; c mag de cashflow per geplaatst aandeel niet gedaald zijn; d moet de rentabiliteit van het gemiddeld geïnvesteerd totaal vermogen voor belastingen in elk van de onderzochte boekjaren minimaal 6% geweest zijn; e moet het rendement op de belegging jaarlijks minimaal 10% geweest zijn. Voldoet de onderzochte onderneming aan alle interne richtlijnen dan komen de aandelen van deze onderneming in aanmerking om gekocht te worden. Voldoet de onderneming aan drie of vier richtlijnen dan dient C. de Roi aan de leden van de beleggingsclub een schriftelijk advies uit te brengen over het al of niet aankopen van de aandelen. Voldoet de onderneming aan minder dan drie van de interne richtlijnen dan worden de aandelen niet in de effectenportefeuille opgenomen.
2p
4 ■
3p
5 ■
1p
6 ■
3p
7 ■
2p
8 ■
3p
9 ■
Met behulp van informatiebron 2, 3 en 4 kunnen de ontbrekende kerncijfers van informatiebron 4 berekend worden. Bereken het solvabiliteitspercentage voor Boskalis op 31 december 1998 (zie formuleblad). Bereken de quick ratio voor Boskalis op 31 december 1998 (zie formuleblad). Volgens de door C. de Roi opgestelde kerncijfers is de working capital ratio op 31 december 1998 negatief. Wat betekent een negatieve working capital ratio voor de financiering van de vaste activa? Bereken de cashflow per geplaatst aandeel na aftrek van belastingen van Boskalis over 1998. Bereken het dividendrendement van Boskalis over 1998 uitgaande van de koerswaarde aan het begin van het boekjaar. C. de Roi gaat er bij de bepaling van de rentabiliteit van het gemiddeld geïnvesteerd totaal vermogen van uit dat de in het vermogensoverzicht gepubliceerde gegevens van informatiebron 2 als jaargemiddelden zijn aan te merken. Bereken de rentabiliteit van het gemiddeld geïnvesteerd totaal vermogen voor belastingen (=Rtv) over 1998 (zie formuleblad).
www.havovwo.nl
-2-
Eindexamen m&o vwo 2001-II havovwo.nl
2p
10 ■
1p
11 ■
4p
12 ■
3p 1p
13 ■ 14 ■
Aan de hand van de informatiebronnen moet C. de Roi onder andere de liquiditeitspositie van Boskalis beoordelen. C. de Roi neemt in haar aantekeningen op dat zij van mening is: „dat ondanks de negatieve ontwikkeling van de current ratio en de working capital ratio de liquiditeitspositie van Boskalis haar geen grote zorgen baart”. Noem twee argumenten die bovenstaande opmerking van C. de Roi ondersteunen. Bij de beoordeling van het rendement hecht de beleggingsclub minder waarde aan het „dividendrendement” dan aan het „rendementspercentage op de belegging”. Welk beleggingsresultaat zal bij het „rendementspercentage op de belegging” wel meetellen en bij het „dividendrendement” niet? Controleer of Boskalis in de jaren 1996, 1997 en 1998 voldeed aan de door beleggingsclub ’Longtime’ opgestelde interne richtlijnen a tot en met e. Geef bij elke richtlijn een motivatie. C. de Roi weet dat veel leden van de beleggingsclub bij de afweging of aandelen in portefeuille genomen moeten worden of niet, de positie die de onderneming op haar afzetmarkt heeft een belangrijke rol laten spelen. C. de Roi wil met behulp van het marktaandeel van Boskalis in 1997 de positie van Boskalis op haar afzetmarkt vaststellen. De activiteiten (zie informatiebron 1) worden door Boskalis onderscheiden in activiteiten op de vrije baggermarkt en op de niet-vrije baggermarkt. Bereken het marktaandeel van Boskalis in 1997 op de vrije baggermarkt. Neemt naar jouw mening Boskalis een vooraanstaande plaats in op de vrije baggermarkt? Motiveer het antwoord.
www.havovwo.nl
-3-
Eindexamen m&o vwo 2001-II havovwo.nl
■■■■
Opgave 3 Huismerken lopen terug
Klant let minder op kleintjes Van onze economische redactie
Amsterdam, woensdag. Nederlanders kopen in de supermarkt steeds vaker duurdere A-merken. Dit in tegenstelling tot de rest van Europa waar juist de goedkopere huismerken oprukken. Uit de nieuwste cijfers van de Merkenmonitor blijkt dat het marktaandeel van de A-merken vorig jaar 1,5 procent is gestegen terwijl het aandeel van de winkelmerken, de zogeheten private labels, met 1,8 procent ten opzichte van het vorig jaar is afgenomen. Volgens H. Eisma van onderzoeksbureau AC Nielsen, het bureau dat om de twee jaar de merkenmonitor presenteert, is de populariteit van de duurdere artikelen deels te danken aan de economische situatie in ons land. „De Nederlander heeft meer te besteden en geeft dat graag uit aan luxe producten in de supermarkt.” In Nederland is de opmars van het huismerk al in de jaren negentig praktisch tot stilstand gekomen. Enkele jaren geleden wonnen de goedkope merken even wat terrein, omdat de supermarktketens toen met eigen merken melk en yoghurt kwamen. bron: De Telegraaf
1p
15 ■
1p
16 ■
2p
17 ■
■■■■
In bovenstaand krantenartikeltje staat dat in Nederland in supermarkten steeds vaker duurdere A-merken worden gekocht in plaats van de goedkopere huismerken. Is er bij een A-merk sprake van een fabrikantenmerk of van een winkelmerk? Uit onderzoek blijkt dat supermarkten hun private labels een goede plaats op het schap geven, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de A-merken. Noem, naast een betere plek op het schap, nog een manier waarop supermarkten de verkoop van hun private labels kunnen vergroten. Motiveer het antwoord. Noem twee redenen waarom supermarkten een voorkeur hebben voor private labels in plaats van een A-merk of een B-merk.
Opgave 4 Fabrico NV produceert slechts één soort product. Op verzoek van de directie heeft de planningsafdeling het verloop van het verwachte verkoop- en het bezettingsresultaat voor 2001 in een grafiek weergegeven. Deze grafiek is weergegeven op een bijlage die bij deze opgave hoort. Naast het bezettingsresultaat en het verkoopresultaat hoeft men in de voorcalculatie niet met andere resultaten rekening te houden. Voorraadvorming is niet mogelijk. Ten aanzien van de productie en verkoop zijn de volgende gegevens bekend: – de maximale productiecapaciteit is 110.000 stuks per jaar; – de variabele kosten zijn proportioneel; – de verkoopprijs, inclusief 6% BTW, is 8,48 per stuk.
2p
18 ■
2p
19 ■
2p
20 ■
Teken in de grafiek op de bijlage de totale constante kostenlijn van Fabrico NV. Zet bij deze lijn de letters TCK. Bereken met behulp van de grafiek en bovenstaande gegevens de variabele kosten per product door uit te gaan van een verwachte productie (= verwachte afzet) van 80.000 stuks. Geef met q* op de horizontale as van de grafiek op de bijlage aan, waar voor de onderneming in 2001 sprake is van de break even-situatie.
www.havovwo.nl
-4-
Eindexamen m&o vwo 2001-II havovwo.nl
■■■■
Opgave 5 In deze opgave blijven de belastingen buiten beschouwing. Bij deze opgave horen de informatiebronnen 5 en 6 uit het informatieboekje en een bijlage die nodig is voor het beantwoorden van vraag 25. Informatiebron 5 geeft informatie over het beleggen in aandelen via Legio-Lease en in informatiebron 6 zijn twee tabellen opgenomen waarmee bepaald kan worden welk bedrag, volgens de richtlijnen van de lokale bank, opgenomen kan worden met een persoonlijke lening. Jan Gerritsen wil op 1 januari 2000 aandelen gaan kopen. Omdat hij niet over voldoende liquide middelen beschikt, zal hij het aankoopbedrag moeten lenen. Van zijn maandelijks netto-inkomen van P 2.800,– wil Jan Gerritsen elke maand P 250,– besteden voor de aankoop van aandelen. Met een maandelijkse betaling van P 250,– kan Jan Gerritsen via Legio-Lease een pakket aandelen ’leasen’ met een aankoopwaarde van P 21.400,63. Jan Gerritsen wil weten wat de kosten bij Legio-Lease zijn en onderzoeken of een andere financiering van dit aandelenpakket mogelijk en voordeliger is. De financieringswijze heeft geen enkele invloed op de beleggingsopbrengsten. Jan Gerritsen beperkt zijn onderzoek tot de volgende drie alternatieve financieringswijzen: a. het afsluiten van een tweede hypothecaire lening op zijn woning bij de Postbank; b. het afkopen van zijn levensverzekering; c. het afsluiten van een persoonlijke lening bij de lokale bank. Legio-Lease. Als Jan Gerritsen een pakket aandelen via Legio-Lease aanschaft (least) met een aankoopwaarde van P 21.400,63 dan leent hij van Legio-Lease hetzelfde bedrag. In verband met deze lening dient Jan Gerritsen maandelijks P 250,– aan Legio-Lease te betalen, voor het eerst bij het sluiten van de overeenkomst. Van dit bedrag wordt door Legio-Lease maandelijks P 44,40 op een spaarrekening gestort. Legio-Lease vergoedt op deze spaarrekening een interestpercentage van 0,96% per maand. Met het spaarbedrag kan, op het eind van de looptijd, de lening in een keer worden afgelost. De looptijd is 15 jaar. Het is mogelijk om eerder te stoppen maar niet binnen de eerste vijf jaar. Indien na vijf jaar tussentijds gestopt wordt is er een schuldrest, restant hoofdsom genoemd. Deze schuldrest wordt dan verrekend met de opbrengst die uit de verkoop van het aandelenpakket verkregen wordt.
2p
21 ■ 22 ■ 23 ■
2p
24 ■
1p 2p
Er zijn in het algemeen twee vormen van leasing. Welke twee vormen van leasing zijn er in het algemeen? Van welke vorm van leasing is er sprake bij Legio-Lease? Motiveer het antwoord. Bereken welk jaarpercentage op basis van samengestelde interest gelijk is aan een rente van 0,96% per maand (antwoord in tenminste twee decimalen). Bereken de schuldrest (restant hoofdsom) indien Jan Gerritsen bovenstaande leaseovereenkomst aangaat en na vijf jaar beëindigt (zie formuleblad). Tweede hypotheek. Ook zou Jan Gerritsen een tweede hypothecaire lening op zijn huis kunnen nemen. Hij informeert bij de bank naar de mogelijkheden. De bank stelt dat de tweede hypothecaire lening niet groter mag zijn dan de overwaarde van de woning. De overwaarde van de woning is het verschil tussen de marktwaarde van de woning en de daarop rustende hypotheekschuld. Bij de aankoop van het huis heeft Jan Gerritsen op 1 januari 1997 een 6% annuïteitenhypotheek afgesloten van P 200.000,– met een looptijd van 30 jaar. De jaarlijkse annuïteit bedraagt P 14.529,80 en wordt op 31 december achteraf betaald, voor het eerst op 31 december 1997. De marktwaarde van het huis bedraagt op 31 december 1999 P 215.000,–. De afsluitkosten van de tweede hypothecaire lening bedragen P 250,–.
www.havovwo.nl
-5-
Eindexamen m&o vwo 2001-II havovwo.nl 3p
25 ■
2p
26 ■
Bereken de schuldrest op 1 januari 2000 van de op 1 januari 1997 afgesloten hypothecaire lening. Vul hiervoor de tabel in die vermeld staat op de bijlage die bij deze opgave hoort. Laat door middel van een berekening zien of het sluiten van een tweede hypothecaire lening voldoende financiële middelen oplevert om eenzelfde aandelenpakket van 21.400,63 als aangeboden door Legio-Lease te kunnen kopen. Een eventueel af te sluiten tweede hypotheek bedraagt 22.000,–. Als Jan gedurende 5 jaar dezelfde maandtermijnen betaalt als bij Legio-Lease, bedraagt de schuldrest van deze tweede hypothecaire lening na 5 jaar 14.387,80
2p
Afkopen kapitaalverzekering Jan heeft in het verleden een kapitaalverzekering afgesloten. Voor deze verzekering is Jan geen premie meer verschuldigd. Volgens de polis dient de verzekeringsmaatschappij Jan op 1 januari 2020 een bedrag uit te keren van 60.000,–. De verzekeringsmaatschappij brengt bij vervroegde uitkering een rente van 7% per jaar, op basis van samengestelde interest, in rekening. Bereken de contante waarde van de kapitaalverzekering indien Jan op 1 januari 2000 de kapitaalverzekering vervroegd laat uitkeren.
27 ■
Persoonlijke lening Een alternatief voor de financiering van het aandelenpakket van 21.400,63 is een persoonlijke lening bij de lokale bank. De door de lokale bank verstrekte informatie is opgenomen in informatiebron 6.
3p
Jan Gerritsen wil voor de aankoop van het aandelenpakket van 21.400,63 uit de vier bovengenoemde financieringswijzen de goedkoopst mogelijke financieringswijze kiezen. Geef aan welke van de vier mogelijke financieringswijzen Jan zal kiezen. Geef aan waarom de overige niet in aanmerking komen.
28 ■
■■■■
Opgave 6 Van de industriële onderneming Faradol is gegeven dat zij uitsluitend het product Fadol op de markt brengt. Voor 2001 is de verkoopprijs als volgt samengesteld: Grondstoffen: 1,25 kg Gero à 5,– 6,25 Lonen: 0,5 arbeidsuur à 50,– 25,– Machinekosten: constant 37,50 Machinekosten: variabel 12,50 Standaard fabricagekostprijs 81,25 Winst per product 18,75 Verkoopprijs exclusief btw 100,– BTW 17,5 % 17,50 Verkoopprijs inclusief btw 117,50
• •
• •
2p
29 ■ 30 ■
4p
31 ■
2p
De normale productie en afzet per kwartaal zijn 22.500 stuks Fadol. Voor het eerste kwartaal van 2001 zijn de volgende nacalculatorische gegevens bekend: er zijn 22.100 stuks Fadol geproduceerd en verkocht; het grondstofverbruik is 28.730 kg Gero geweest met een totale inkoopwaarde van 146.523,– exclusief btw; de totale loonkosten zijn 563.040,–; de totale machinekosten zijn 1.082.150,–. Geef bij de hiernavolgende vragen steeds aan of het berekend resultaat voordelig of nadelig is. Bereken het bedrijfsresultaat voor Faradol voor het eerste kwartaal 2001. Bereken het bezettingsresultaat voor Faradol voor het eerste kwartaal van 2001 (zie formuleblad). Bereken het prijsverschil en het efficiencyverschil in euro’s op de grondstoffen voor Faradol voor het eerste kwartaal van 2001 (zie formuleblad). Geef daarbij aan of het verschil voordelig of nadelig is.
www.havovwo.nl
-6-
Eindexamen m&o vwo 2001-II havovwo.nl
■■■■
Opgave 7 In deze opgave hoeft geen rekening te worden gehouden met BTW. Bontroal NV produceert diverse seizoengevoelige producten en levert deze aan detaillisten. De afdeling ’Beheer en financiën’ van Bontroal NV is bezig met het opstellen van de liquiditeitsbegroting voor het eerste kwartaal van 2001. Om de ontbrekende posten op de al gedeeltelijk ingevulde liquiditeitsbegroting in te vullen zijn de volgende gegevens verzameld:
Balans op 31 december 2000 van Bontroal NV Gebouwen 620.000,– Geplaatst aandelenvermogen Machines 380.000,– Agioreserve Voorraad grondstoffen 300.000,– Algemene reserve Voorraad goederen 180.000,– 8% Hypothecaire lening Debiteuren 270.000,– 6% Onderhandse lening Overige vlottende activa 230.000,– Crediteuren Liquide middelen 150.000,– Overige vlottende passiva 2.130.000,–
•
• • •
• •
•
•
•
•
•
•
8p
32 ■
100.000,– 500.000,– 580.000,– 400.000,– 250.000,– 70.000,– 230.000,– 2.130.000,–
De omzet voor 2001 wordt begroot op 1.800.000,–. De omzet is seizoengevoelig en in het eerste kwartaal zal deze 22% van de jaaromzet zijn. De omzet van het kwartaal is gelijkmatig over de maanden van het kwartaal verdeeld. Alle inkopen en verkopen vinden op rekening plaats. Aan debiteuren wordt twee maanden krediet verstrekt, van crediteuren wordt één maand krediet ontvangen. De productie is gelijkmatig over het jaar gespreid. De grondstofkosten per product bedragen 45% van de verkoopprijs. De verbruikte grondstoffen worden ingekocht in de maand waarin ze worden verwerkt. Op de 8% hypothecaire lening wordt elk jaar op 1 februari de interest over het afgelopen jaar betaald, tevens wordt op deze datum 50.000,– afgelost. De brutolonen bedragen elke maand 23.000,–, de ingehouden loonheffing en de ingehouden sociale lasten bedragen 3.000,–. De afdracht van de loonheffing en de sociale lasten vindt elk kwartaal bij achterafbetaling plaats. De loonheffing en sociale lasten van het vierde kwartaal 2000 zijn opgenomen onder de balanspost ’Overige vlottende passiva’. Een op 1 januari 2001 bestelde kantoormachine met een aanschafwaarde van 2.000,–, zal op 1 februari 2001 geleverd worden. De betaling vindt bij aflevering plaats. De afschrijvingen op de gebouwen en machines zijn 2% per kwartaal en worden berekend over de boekwaarde die deze activa hebben aan het begin van dat kwartaal. Stel met behulp van bovenstaande gegevens de (reeds gedeeltelijk ingevulde) liquiditeitsbegroting op voor Bontroal voor het eerste kwartaal van 2001. Gebruik daarvoor de bijlage die bij deze opgave hoort.
www.havovwo.nl
-7-
Eindexamen m&o vwo 2001-II havovwo.nl
Management & Organisatie (nieuwe stijl)
■■■■
Bijlage bij de vragen 18, 20, 25 en 32 Examen VWO 2001
Examennummer
Tijdvak 2 Woensdag 20 juni 13.30 – 16.30 uur
............................................................... Naam ...............................................................
Vragen 18 en 20
Verwachte bezettingsresultaat en verkoopresultaat voor Fabrico N.V. in 2001 4 bedragen van deelresultaten in euro's 3 (x 100.000)
Verkoopresultaat
2 Bezettingsresultaat 1
0
1
2
3
4
-1
-2
-3
-4
www.havovwo.nl
-8-
5
6
7 8 9 10 11 productie en afzet (x 10.000 stuks)
Eindexamen m&o vwo 2001-II havovwo.nl Bijlage bij de vragen 25 en 32 Vraag 25
Jaar
Schuld 1 januari
Interest 6%
Aflossing
1997 1998 1999 2000
Vraag 32
Liquiditeitsbegroting van Bontroal eerste kwartaal 2001 in euro's Ontvangsten: Debiteuren
Overige vlottende activa
70.000,-
Totaal
,-
Uitgaven:
Crediteuren
8% hypothecaire lening
Interest 8% hypothecaire lening
6% onderhandse lening
25.000,-
Interest 6% onderhandse lening
6.750,-
Lonen
Overige vlottende passiva
140.000,-
Overige bedrijfskosten
90.000,-
Machines
Totaal
Toe- of afname liquide middelen
Stand liquide middelen 1-1-2001
Stand liquide middelen 31-3-2001
www.havovwo.nl
-9-
,-
Eindexamen m&o vwo 2001-II havovwo.nl
■■■■
Formuleblad Te gebruiken formules voor de beantwoording van de vragen 4, 5, 9, 24, 30 en 31.
4 ■
solvabiliteitspercentage =
5 ■
quick ratio =
9 ■
Rtv =
24 ■
waarde activa ´ 100% vreemd vermogen
vlottende activa – voorraad kort vreemd vermogen
winst voor belasting + interest ´ 100% gemiddeld geïnvesteerd totaal vermogen
eindwaarde spaarbedrag = T ´
(1 + i) ´ ((1 + i)n – 1) i
T = termijnbedrag i=
interestpercentage 100
n = aantal termijnbedragen waarover interest berekend wordt constante kosten ´ (normale productie – werkelijke productie) normale productie
30 ■
bezettingsresultaat =
31 ■
prijsverschil = (standaard prijs – werkelijke prijs) ´ werkelijke hoeveelheid efficiencyverschil = (standaard hoeveelheid – werkelijke hoeveelheid) ´ standaard prijs
www.havovwo.nl
- 10 -
Eindexamen m&o vwo 2001-II havovwo.nl informatiebron 1
Tekst uit het jaarverslag van 1997 De onderneming Koninklijke Boskalis Westminster NV is een internationaal opererende baggermaatschappij waarvan de kernactiviteiten zich richten op het aanleggen en onderhouden van havens en waterwegen, het creëren van land in water en het beschermen van kusten en oevers. Sinds 1972 is de onderneming genoteerd aan de AEXEffectenbeurs in Amsterdam. Activiteiten De kernactiviteiten baggeren en kust- en oeverwerken dragen voor driekwart bij aan de omzet van Boskalis. De totale wereldbaggermarkt heeft een omvang van 11 miljard gulden, maar daarvan is slechts de helft vrij toegankelijk. De andere helft is vooralsnog gesloten voor buitenlandse aannemers. Op deze vrije baggermarkt (= baggeren, kust- en oeverwerken) neemt Boskalis een toonaangevende positie in. Daarnaast is het bedrijf vooral actief op tal van verwante werkterreinen, zoals droog grondverzet, dijkenbouw en zandwinning. Tevens kent Boskalis specialistische niche-activiteiten1) in het kader van de offshore-industrie, milieutechniek, munitieberging en tunnelbouw. Beleid De onderneming werkt door middel van gerichte groei en optimale dienstverlening, aan verdere versterking van haar prominente internationale positie op het gebied van baggeren en baggergerelateerde activiteiten. Groei kan autonoom en door acquisities2) plaatsvinden, zowel in huidige marktgebieden als in nieuwe marktgebieden. Daarbij wordt naar uitbreiding van het aantal thuismarkten gestreefd. Schaalgrootte levert belangrijke voordelen op voor de bedrijfsvoering. De hoofddoelstelling is om te excelleren in marktpositie en winstgevendheid. Het bieden van een aantrekkelijk rendement en een inspirerende werkomgeving voor medewerkers staan daarbij centraal.
Bericht van de Raad van Commissarissen De Raad van Bestuur heeft het jaarverslag aan onze Raad (van Commissarissen) voorgelegd, waarin is opgenomen de jaarrekening. De jaarrekening is door KPMG Accountants NV gecontroleerd en goedgekeurd. De goedkeurende verklaring is in het jaarverslag opgenomen. Wij stellen aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor: – de jaarrekening, waarin opgenomen het voorstel tot winstbestemming goed te keuren; – de leden van de Raad van Bestuur decharge te verlenen voor hun bestuur en de Commissarissen voor hun toezicht over het afgelopen jaar; – een dividend uit te keren aan de houders van (certificaten van) aandelen van ƒ 1,25 per (certificaat van) aandeel, naar keuze van de aandeelhouder (certificaathouder) uit te keren geheel in contanten dan wel ƒ 0,75 in contanten en ƒ 0,50 in (certificaten van) aandelen ten laste van de fiscaal vrije agioreserve of ten laste van de overige reserves. Een welgemeend woord van waardering gaat uit naar de medewerkers en de Raad van Bestuur voor het resultaat dat afgelopen jaar is bereikt. Papendrecht/Sliedrecht De Raad van Commissarissen noot 1
niche-activiteiten: specifieke diensten die men aan een branche-specifieke afnemersgroep levert
noot 2
acquisitie hier: dit is een bedrijfsovername
www.havovwo.nl
- 11 -
Eindexamen m&o vwo 2001-II havovwo.nl
informatiebron 2
Vermogensoverzicht na voorgestelde winstbestemming van Boskalis1) (getallen x 1 miljoen gulden, tenzij anders vermeld) 1998
1997
1996
Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
711,1 79,8
669,3 50,9
570,2 43,7
Som der vaste activa
790,9
720,2
613,9
Vlottende activa Voorraden Debiteuren Overige vorderingen Liquide middelen
30,3 91,6 137,0 308,7
28,3 168,0 159,3 279,1
22,4 149,8 189,7 230,3
Som der vlottende activa
567,6
634,7
592,2
Kortlopende schulden Crediteuren Bank Overige korte schulden
116,3 8,4 540,6
145,9 6,1 475,0
106,5 9,8 430,5
Som der vlottende passiva
665,3
627,0
546,8
Uitkomst van vlottende activa min vlottende passiva2)
( 97,7)
7,7
45,4
Uitkomst activa min vlottende passiva 693,2
727,9
659,3
Langlopende schulden Achtergestelde leningen Overige leningen Voorzieningen
175,6
79,9 20,7 161,5
80,0 34,3 125,4
Eigen vermogen
517,6
465,8
419,6
693,2
727,9
659,3
517,6
545,7
499,6
Garantievermogen
1) Ontleend aan de desbetreffende jaarrekeningen. 2) Tussen haakjes geplaatste getallen zijn negatief.
www.havovwo.nl
- 12 -
Eindexamen m&o vwo 2001-II havovwo.nl
informatiebron 3
Resultatenoverzicht van Boskalis1) (getallen x 1 miljoen gulden, tenzij anders vermeld) 1998 1997 Omzet 1724,2 1403,6 Externe kosten2) Personeelskosten2) Afschrijvingen2)
1996 1146,4
(1198,8) ( 300,0) ( 100,2)
( 930,8) ( 276,2) ( 105,4)
( 721,8) ( 267,8) ( 93,8)
1599,0
1312,4
1083,4
Bedrijfsresultaat
125,2
91,2
63,0
Rentebaten Rentelasten2) Resultaat niet geconsolideerde deelnemingen
7,8 ( 7,9)
7,8 ( 9,4)
14,4 (11,9)
14,0
6,2
7, 6
13,9
4,6
10,1
139,1 ( 35,4)
95,8 ( 13,6)
73,1 ( 11,0)
103,7
82,2
62,1
Som der bedrijfslasten
Som der financiële baten en lasten
Belastingen2) Nettoresultaat
1) Ontleend aan de desbetreffende jaarrekeningen. 2) Tussen haakjes geplaatste getallen zijn negatief.
informatiebron 4
Kerncijfers van Boskalis (opgesteld door C. de Roi)
1998
1997
1996
...%1) 0,85
152% 1,01
153% 1,08
..
.. 1) (0,15)
0,97 0,01
1,04 0,08
25.941.000
25.788.000
25.650.000
Winst per aandeel
f ..
1) f 4,00
f 7,27 f 3,19
f 6,08 f 2,42
Dividend per aandeel
f 1,60
f 1,25
f 1,10
Koers begin van het jaar
f 36,00
f 35,00
f 22,90
Koers eind van het jaar
f 30,30
f 36,00
f 35,00
3,6%
4,8%
( 11,4%)
6,4%
57,6%
20,0%
17,6%
14,8%
7,8%
7,0%
Vermogenspositie Solvabiliteit Current ratio Quick ratio Working capital ratio
2)
Gegevens aandelen Aantal geplaatste aandelen per 31 december Cashflow per aandeel
Dividendrendement Rendementspercentage op belegging
..
.% 2)
Rentabiliteit Rentabiliteit gemiddeld eigen vermogen na belastingen Rentabiliteit gemiddeld totaal vermogen Voor belastingen )
.
..%
1) Dient nog berekend te worden. 2) Tussen haakjes geplaatste getallen zijn negatief.
www.havovwo.nl
- 13 -
1)
1)
Eindexamen m&o vwo 2001-II havovwo.nl
SpaarExtra
informatiebron 5
van Legio-Lease NIEUW! Laat uw spaargeld gigantisch groeien met SpaarExtra. U zult zien dat u eigenlijk nergens een hoger eindkapitaal kunt behalen. Een uitbetaling van ƒ 565.012,34 over 15 jaar is mogelijk. Volledig belastingvrij! Vergelijkt u dat eens met een renterekening of een spaarverzekering. Wat is SpaarExtra? SpaarExtra is het antwoord van LegioLease op de belastingplannen van staatssecretaris Vermeend. Een nieuw creatief product zoals u van ons gewend bent, waarin sparen en beleggen op een unieke manier wordt gecombineerd. SpaarExtra verslaat de gemiddelde spaarverzekering op alle fronten. Bovendien biedt SpaarExtra u veel meer flexibiliteit dan een spaarverzekering: vanaf 5 jaar kunt u elk gewenst moment stoppen. Zonder kosten en belastingvrij! Hoe werkt SpaarExtra precies? Met uw inleg vanaf ƒ 50,– per maand least u een legio AEX-plus Certificaat, dat u recht geeft op een belastingvrije uitbetaling die gelijk is aan het beleggingsresultaat van de AEX fondsen plus het extra resultaat dat ontstaat doordat de dividenden in de koers van het certificaat worden opgenomen. In de AEX zijn de 25 belangrijkste beursgenoteerde Nederlandse ondernemingen opgenomen, zoals ABN AMRO, AEGON, Ahold, Koninklijke Olie en Unilever. De AEX geeft dus een brede spreiding over diverse bedrijfstakken zoals banken en verzekeringen, voedingssector, chemie en automatisering. Hierdoor is het Legio AEX-plus Certificaat een uitstekende belegging. Hoe spaar ik extra? In plaats van een grote startinvestering betaalt u een bescheiden vast maandbedrag dat bestaat uit rente en aflossing. De rente (0,96% per maand; effectief) is de vergoeding voor het feit dat het certificaat al vanaf de eerste dag in zijn geheel voor u aan het werk is.
(uit folder van Legio-Lease)
www.havovwo.nl
- 14 -
Bij een spaarverzekering is dit niet het geval. En doordat de dividenden van de 25 AEX-fondsen in de koers van het certificaat worden opgenomen, is uw beleggingsresultaat gegarandeerd beter dan de AEX-koersindex. Deze steeg de afgelopen 15 jaar met gemiddeld 14,2% per jaar. SpaarExtra zou u over die periode ruim anderhalf keer meer hebben opgeleverd: bij een inleg van bijvoorbeeld ƒ 500,– per maand zou u een uitbetaling hebben ontvangen van maar liefst ƒ 565.012,34! Wat is de looptijd? Uw lease-overeenkomst heeft een minimale looptijd van vijf jaar. Vanaf dat moment kunt u op elk gewenst moment zonder kosten stoppen. Bij overlijden kunnen de erfgenamen (indien gewenst) ook binnen de eerste vijf jaar direct en zonder kosten stoppen. Hoe wordt de uitbetaling geregeld? De maximale looptijd is vijftien jaar. U heeft uw volledige certificaat dan bij elkaar gespaard en u kunt het natuurlijk kosteloos verzilveren. Stopt u op een eerder moment, dan wordt slechts het nog niet afgeloste deel van de aankoopsom in mindering gebracht op de opbrengst van uw Legio AEX-plus Certificaat. De opbrengst wordt binnen een week aan u uitbetaald. Geheel belastingvrij! Wat levert SpaarExtra op? Inclusief de dividendopname wordt uitgegaan van een gemiddelde stijging van de CBS-koersindex met 15,7% over de eerste 5 jaar. Voor 10 en 15 jaar was in het verleden dit percentage nog hoger. De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Eindexamen m&o vwo 2001-II havovwo.nl
informatiebron 6
Berekeningstabellen Persoonlijke Lening De Inkomenstabel toont u welk termijnbedrag in principe bij uw netto inkomen past. In de leningstabel is het bedrag dat u wilt lenen als uitgangspunt genomen.
Inkomenstabel Netto inkomen per maand 1.900,2.000,2.100,2.200,2.300,2.400,2.500,2.600,2.700,-
Termijnbedrag 100,180,200,250,300,350,400,450,500,-
Netto inkomen per maand 2.800,2.900,3.000,3.200,3.600,4.000,4.500,5.000,en meer
Termijnbedrag 550,600,700,800,900,1.0001.200,1.400,en hoger
Leningtabel persoonlijke Lening Leenbedrag in handen
Te betalen termijnbedragen per maand (m.i.v. 1-1-2000, wijzigingen voorbehouden) 6 mnd
12 mnd
24 mnd
36 mnd
3.000,517,06 265,99 140,67 99,08 3.500,603,23 310,32 164,11 115,59 4.000,689,41 354,65 187,56 132,10 4.500,775,59 398,99 211,148,61 5.000,855,94 437,81 228,97 159,56 6.000,1.027,12 525,38 274,77 191,47 7.000,1.198,31 612,94 320,56 223,38 8.000,1.369,50 700,50 366,36 255,29 9.000,1.540,68 788,07 412,15 287,20 10.000,1.710,04 873,90 456,24 317,38 11.000,1.881,04 961,29 501,87 349,12 12.000,2.052,05 1.048,68 547,49 380,86 13.000,2.223,05 1.136,07 593,11 412,60 14.000,2.394,06 1.223,46 638,74 444,34 15.000,2.560,99 1.307,02 680,57 472,24 16.000,2.731,72 1.394,15 725,94 503,72 17.000,2.902,45 1.481,29 771,32 535,20 18.000,3.073,18 1.568,42 816,69 566,68 19.000,3.243,92 1.655,56 862,06 598,16 20.000,3.414,65 1.742,69 907,43 629,65 21.000,3.585,38 1.829,83 952,80 661,13 22.000,3.756,11 1.916,96 998,17 692,61 23.000,3.926,85 2.004,10 1.043,55 724,09 24.000,4.097,58 2.091,23 1.088,92 755,58 25.000,4.262,71 2.173,09 1.129,09 781,80 26.000,4.433,22 2.260,02 1.174,25 813,07 27.000,4.603,72 2.346,94 1.219,41 844,34 28.000,4.774,23 2.433,86 1.264,58 875,61 29.000,4.944,74 2.520,79 1.309,74 906,88 30.000,5.115,25 2.607,71 1.354,90 938,15 Tussenliggende bedragen zijn ook mogelijk. Hogere bedragen op aanvraag. 1) De effectieve rente op jaarbasis is een prijsaanduiding voor de lening. Hierin komen alle kosten van de lening tot uitdrukking.
www.havovwo.nl
- 15 -
Effectieve rente op jaarbasis 1)
48 mnd 78,42 91,49 104,56 117,63 125,149,99 174,99 199,99 224,99 248,22 273,05 297,87 322,69 347,51 368,42 392,98 417,55 442,11 466,67 491,23 515,79 540,35 564,92 589,48 680,68 633,03 657,38 681,72 706,07 730,42
60 mnd 77,16 88,18 99,20 104,38 125,25 146,13 167,187,88 206,94 227,64 248,33 269,03 289,72 306,42 326,85 347,28 367,70 388,13 408,56 428,99 449,42 469,84 490,27 505,24 525,45 545,66 565,86 586,07 606,28
12,2% 12,2% 12,2% 12,2% 9,6% 9,6% 9,6% 9,6% 9,6% 9,2% 9,2% 9,2% 9,2% 9,2% 8,6% 8,6% 8,6% 8,6% 8,6% 8,6% 8,6% 8,6% 8,6% 8,6% 8,1% 8,1% 8,1% 8,1% 8,1% 8,1%