Eenvoudige bedieningshandleiding
INHOUDSOPGAVE Voor woord Handleidingen voor de machine ................. 1 Wat u met deze machine kunt doen ............ 3 Het bedieningspaneel ................................. 5 kopieer functies Gebruik van het Scherm met basisfuncties voor spoedkopieën ................................... 7 Een kopie maken ......................................... 9 Wat u met deze machine kunt doen (Scherm met basisfuncties voor normaal kopiëren) ........................... 11 Wat u met deze machine kunt doen (Scherm met speciale functies) ...... 13 Overzicht van kopieer functies ................. 21 Verzend-/Faxfuncties Verzenden van een document (E-mail, I-fax, File ser ver) ............... 23 Verzenden van een fax .............................. 25 Wat u met deze machine kunt doen (Adresboek/Scherm met basisfuncties voor verzending) ...... 27 Wat u met deze machine kunt doen (Scherm met scaninstellingen) ....... 31 Wat u met deze machine kunt doen (Scherm Verzendinstellingen) ........ 33 Overzicht van verzend-/faxfuncties ......... 35 Postbusfuncties Originelen opslaan in een postbus .......... 39 Afdrukken/verzenden van een document in een postbus ................................ 41 Wat u met deze machine kunt doen (Scanscherm) .................................. 43 Wat u met deze machine kunt doen (Scherm Wijzig afdrukinstellingen) ......................... 45 Mail Postbusfunctie Overzicht ................. 47 Annuleren van opdrachten Hoe u een opdracht kunt annuleren ......... 53 Extra functies
Bewaar deze handleiding bij de machine voor toekomstig gebruik.
Extra functies ........................................... 55
Handleidingen voor de machine De handleidingen voor de machine zijn als volgt verdeeld. Lees de handleidingen om optimaal gebruik te maken van de machine. *1 Geeft aan dat deze handleiding op de meegeleverde DVD-ROM staat. *2 Alleen verkrijgbaar in het Engels. *3 Alleen verkrijgbaar in het Engels, Duits, Spaans, Frans en Italiaans.
Lees meer over de handige functies van de machine. Tutorial CD
Een tutorial waarmee u aan de hand van voorbeelden leert hoe u de functies kunt gebruiken en actuele procedures kunt uitproberen met behulp van een simulator. De beheerder van de machine kan de Tutorial CD gebruiken om de functies en bedieningsprocedures van de machine via e-Learning aan een aantal gebruikers tegelijk uit te leggen.
Configuratie en onderhoud na installatie van de machine Aan de slag
Lees dit gedeelte voor de handelingen en instellingen die vereist zijn voor functies die u na installatie van de machine wilt gebruiken. Netwerk-instellingen Voordat u de faxfunctie gaat gebruiken Voordat u vanaf een computer gaat afdrukken
Voordat u vanaf een computer een fax gaat verzenden Beheren van de machine vanaf een computer
Hoe u de machine en het functie-overzicht kunt gebruiken (dit document) Eenvoudige bedieningshandleiding
Lees deze handleiding voor informatie over de basishandelingen van de machine, zorg dat u een beeld krijgt van hetgeen de machine kan doen of ontdek welke handige functies de machine heeft. Bewaar de handleiding bij de machine voor toekomstig gebruik. Het bedieningspaneel Een kopie maken Een fax verzenden Een bestand verzenden Opslaan in postbussen
Afdrukken/verzenden vanuit postbussen Gebruik van de kopieerfunctie Gebruik van de verzend-/faxfunctie Gebruik van de postbusfunctie. Overige handige informatie
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van deze machine Oplossen van problemen
Oplossen van problemen
1
Lees dit gedeelte met voorzorgsmaatregelen en basishandelingen voor het gebruik van de machine. Voordat u de machine gaat gebruiken Gebruik van het touch panel display Vervangen van tonercartridges Verwijderen van vastgelopen papier
Bijvullen van papier Technische gegevens Instellingen systeembeheerder
Handleidingen voor de machine
e-Manual (Vertaalde versies van de Naslaggids, Kopieer- en Postbushandleiding en de Verzend- en Faxhandleiding zijn verkrijgbaar.)
Met behulp van uw computer kunt u de volgende informatie op de meegeleverde DVD-ROM met handleidingen bekijken. Voordat u begint • Voordat u deze machine gaat gebruiken • Hoe u deze handleiding kunt gebruiken • Wat deze machine kan • Basishandelingen • Optionele apparatuur • Extra functies
Beschrijft wat u moet weten voordat u de machine gaat gebruiken. Beschrijft hoe u deze handleidingen kunt gebruiken en wat de systeemeisen voor de handleidingen zijn. Beschrijft de functies van de machine en de handelingen die u ermee kunt uitvoeren. Beschrijft de basishandelingen van de machine. Beschrijft de optionele apparatuur die u op de machine kunt aansluiten. Beschrijft het scherm Extra functies dat u conform uw wensen kunt instellen.
Help • Oplossen van problemen • Onderhoud
Kopie Verzenden/Faxen Postbus Afdrukken
Beschrijft de procedures voor het omgaan met papierstoringen en weergegeven foutmeldingen. Beschrijft het bijvullen van papier, het vervangen van verbruiksmaterialen en het uitvoeren van periodiek onderhoud. Web Access Netwerk UI op afstand MEAP/SSO
Beveiliging Software
Leer hoe u de stuurprogramma's voor de machine moet installeren Deze handleidingen bevinden zich op de Disc met gebruikerssoftware of de Disc met het faxstuurprogramma. Voor informatie over het selecteren van stuurprogramma's en het weergeven van de handleidingen, raadpleegt u hoofdstuk 10 t/m 12 in Aan de slag.
User Software Disc: • Printer Driver Installation Guide • Mac UFR II Driver Guide • Mac PS Driver Guide
Fax Driver Software Disc: • Fax Driver Installation Guide
User Software Disc: • Network ScanGear Installation Guide
Lees dit gedeelte om te leren hoe u de vereiste stuurprogramma's voor het afdrukken vanaf een computer moet installeren.
Lees dit gedeelte om te leren hoe u het vereiste stuurprogramma voor het verzenden van faxen vanaf een computer moet installeren. (Alleen Windows.)
Lees dit gedeelte om te leren hoe u het vereiste stuurprogramma voor het scannen van documenten vanaf de machine naar een computer moet installeren. (Alleen Windows.)
2
Voorwoord
Gebruiken en bedienen van de machine
Wat u met deze machine kunt doen
De iR3245/iR3245N/iR3235/iR3235N/iR3225/iR3225N heeft alles wat u nodig heeft in een digitale multitasking machine. De iR3245 /iR3245N /iR3235 /iR3235N /iR3225 /iR3225N biedt een omvangrijk assor timent in- en uitvoer functies die uw efficiency aanzienlijk kunnen verbeteren. Uitgerust met functies die aansluiten bij de eisen aan document workflow, vormt de iR3245 /iR3245N /iR3235 /iR3235N /iR3225 /iR3225N de absolute top onder de digitale multitasking machines. * Sommige functies die in deze handleiding zijn beschreven, vereisen optionele apparatuur. Verzenden buiten het bedrijf Fax Origineel
Kleurenscanfunctie Telefoonlijn Faxfunctie
1
2
3
I-Fax
Gegevens opslaan
4
Kopieerfunctie
Verzendfunctie
Internet
MEAP functie E-mail
Afdrukfunctie Kopiëren/afdrukken
1
LAN
UI op afstand 2
3
4
Bedrijfscomputer
3
File server
E-mail
Kopieerfunctie
Postbusfunctie
Afdrukfunctie
Stelt u in staat kosten te besparen met functies zoals het afdrukken van een 1-zijdig document op beide zijden van het papier of het afdrukken van twee pagina's van een document op elk vel papier. In combinatie met de modes Sorteren en Boekje is de kopieerfunctie perfect voor het samenstellen van materiaal voor vergaderingen.
Stelt u in staat gescande documenten, documenten die per fax zijn ontvangen en gegevens die vanaf een computer zijn verzonden op te slaan en ze vervolgens wanneer u dat wilt te verzenden of af te drukken.
Stelt u in staat op beide zijden van het papier af te drukken, sets af te drukken en diverse andere handige functies uit te voeren wanneer u documenten vanaf een computer afdrukt.
Wat u met deze machine kunt doen
Raadpleeg deze handleiding voor voorbeelden van de handige manieren waarop u deze machine kunt gebruiken.
Faxfunctie
Verzendfunctie
Kopieerfuncties
Met deze functie kunt u niet alleen gescande documenten faxen, maar ook documenten die tijdelijk in een gebruikerspostbus zijn opgeslagen of gegevens die vanaf een computer zijn verzonden. U kunt ook naar meerdere bestemmingen tegelijk verzenden en ontvangen faxen doorzenden.
Verzend-/Faxfuncties
Om veel gebruikte bestemmingen op te slaan .................. pag. 27 Om de meest recente instellingen op te roepen ............... pag. 27 Om een bestandsindeling aan te geven en een document te verzenden ........................................... pag. 28 Indien u hoofdzakelijk snelkiestoetsen gebruikt................ pag. 29 Om de verzendhistorie weer te geven bij het verzenden van faxen/I-faxen .................................................... pag. 29 Om ontvangen faxen/I-faxen automatisch door te zenden ................................................................. pag. 30 Om documenten met foto's duidelijk te verzenden ........... pag. 31 Om het formaat van het gescande document te wijzigen.... pag. 31 Om automatisch de zoom te wijzigen overeenkomstig een specifiek record formaat................................... pag. 32 Om tekst met kleine letters en gedetailleerde afbeeldingen duidelijk te verzenden ....................... pag. 32 Om separaat gescande documenten direct te verzenden .....pag. 32 Om de antwoordbestemming aan een te verzenden document toe te voegen .......................................... pag. 33 Om de tijd aan te geven waarop de verzending moet starten...................................................................... pag. 34 Om de melding Verzending voltooid te verzenden............ pag. 34 Om een document te bevestigen alvorens dit te verzenden ............................................................ pag. 34
Postbusfuncties
Stelt u in staat gescande documentgegevens en gegevens die in een gebruikerspostbus zijn opgeslagen niet alleen per fax te verzenden, maar ook per e-mail en I-fax. U kunt originelen ook converteren naar de bestandsformaten JPEG, TIFF, PDF of XPS en ze als aangehecht bestand verzenden.
Om een naam aan een document toe te voegen en op te slaan ............................................................... pag. 43 Om een dubbelzijdig document te scannen ...................... pag. 43 Om een voorbeeldafdruk te maken ................................... pag. 45 Om documentgegevens automatisch te wissen na het afdrukken ................................................................. pag. 46 Om meerdere documenten tegelijk af te drukken ............. pag. 46 Om afgedrukte documenten in sets uit te voeren ............. pag. 46 Om documenten die in een gebruikerspostbus zijn opgeslagen te bekijken ........................................... pag. 46
UI op afstand Voor het bedienen van de machine, het uitvoeren van opdrachten en het afdrukken van documentgegevens die in postbussen zijn opgeslagen via de web browser op een computer.
MEAP functie Stekt u in staat nieuwe functies aan uw machine toe te voegen door applicaties te installeren die het MEAP applicatieplatform van de machine ondersteunen.
verschillende papierformaten te kopiëren................pag. 11 Om uitgevoerde sets aan elkaar te nieten ..........................pag. 11 Om een lange kopieeropdracht te onderbreken voor het maken van spoedkopieën ....................................... pag. 12 Om op afwijkende papierformaten te kopiëren ................. pag. 12 Om dubbelzijdige kopieën te maken ................................. pag. 12 Om originelen met verschillende papierformaten gelijktijdig te kopiëren.............................................. pag. 13 Om naast elkaar liggende pagina's in een boek te kopiëren ............................................................... pag. 13 Om meerdere originelen op één vel papier te kopiëren ............................................................... pag. 14 Om een boekje te maken ................................................... pag. 14 Om de donkere randen te verwijderen bij het kopiëren van een boek ........................................................... pag. 15 Om een marge toe te voegen ............................................ pag. 15 Om een omslag toe te voegen ........................................... pag. 16 Om veel gebruikte instellingen op te roepen ..................... pag. 16 Om batches originelen te scannen .................................... pag. 17 Om paginanummers aan de kopieën toe te voegen ......... pag. 18 Om een watermerk aan kopieën toe te voegen................. pag. 18 Om gescande originelen met kopieerinstellingen op te slaan ............................................................... pag. 19 Om verborgen tekst aan de achtergrond toe te voegen ................................................................. pag. 19 Om meerdere batches originelen te combineren met verschillende kopieerinstellingen ............................ pag. 20
4
Voorwoord
Om een afbeelding te vergroten/verkleinen en op
Het bedieningspaneel Om tussen functies te schakelen Gebruik deze toetsen om tussen functies te schakelen
Het bedieningspaneel bestaat uit een touch panel display voor het instellen van de diverse functies en fysieke toetsen, zoals de Start toets, Stop toets en de schakelaar voor het bedieningspaneel. Hieronder volgt een beschrijving van de toetsen die in deze handleiding worden gebruikt. Voor meer informatie raadpleegt u hoofdstuk 1 "Voordat u deze machine gaat gebruiken" in Oplossen van problemen.
Druk op de toetsen aan de bovenzijde van het touch panel display om tussen functies te schakelen
Reset toets Druk op deze toets om de machine terug te zetten naar de standaard instellingen.
Touch panel display Geeft het instelscherm voor elke functie weer.
Editingpen Gebruik deze pen wanneer u het touch panel display gebruikt.
Om de opdrachtstatus te bevestigen of te bewerken Druk op [Systeem monitor] om het scherm aan de linkerzijde weer te geven, zodat u de opdrachtstatus kunt bevestigen en afdrukopdrachten kunt annuleren. U kunt ook de status van de machine bekijken, zoals de hoeveelheid resterend papier. Het scherm Systeem monitor
5
Help toets Druk op deze toets om toelichtingen bij functies en informatie over het aangeven van instellingen op te roepen.
Het bedieningspaneel
Als het touch panel display is uitgeschakeld
Voorwoord
Als er niets op het touch panel display wordt weergegeven, zelfs niet wanneer de hoofdschakelaar in de Aan-stand staat, druk dan op de schakelaar voor het bedieningspaneel.
Ex. Scherm met basisfuncties voor verzending
Schakelaar voor bedieningspaneel Druk op deze schakelaar om het bedieningspaneel in of uit te schakelen.
Tellerstand toets Druk op deze toets om de kopieer- en afdruktotalen op het touch panel display weer te geven.
Stop toets Druk op deze toets om een opdracht te stoppen, zoals een scan- of kopieeropdracht. Log In/Out
Start toets Druk op deze toets om een activiteit te starten.
Wissen toets Extra functies toets
Druk op deze toets om ingevoerde waarden en tekens te wissen.
Druk op deze toets om Extra functies te selecteren.
Numerieke toetsen Faxvolume insteltoets Druk op deze toets om het scherm weer te geven voor het aanpassen van instellingen, zoals het verzendvolume en het alarmvolume bij faxverzending en faxontvangst.
Druk op deze toetsen om numerieke waarden in te voeren.
Inloggen/Uitloggen toets Druk op deze toets voor het instellen of activeren van Afdeling ID beheer.
Helderheidsinstelknop Gebruik deze knop om de helderheid van het touch panel display aan te passen.
6
Kopieerfuncties
Werken met het scherm met basisfuncties voor het verzenden van spoedkopieën Deze machine heeft een functie voor het maken van spoedkopieën. De functie Spoedkopie is handig voor ervaren gebruikers, omdat het u in staat stelt kopieermodes aan te geven in minder stappen dan met de functie Normale kopie. De functie helpt u ook om snel speciale functies van de machine in te stellen.
Scherm met basisfunct
Zoompercentage U kunt de machine het zoompercentage automatisch laten aanpassen of het percentage handmatig instellen.
Belichting/Automatische densiteit U kunt de belichting donkerder of lichter instellen. U kunt de belichting ook automatisch aanpassen.
Type origineelselectie U kunt het type origineel selecteren dat het meest met de kwaliteit van uw originelen overeenkomt.
U kunt speciale functies voor de machine instellen.
Scan originelen
Boek/Pag. Bew/Versch.
Verwerken/Layout
U kunt diverse instellingen aangeven voor het scannen van originelen. • Twee-pagina scheiding
U kunt boekjes maken, paginanummers toevoegen en afwerkfuncties voor gescande afbeeldingen instellen.
U kunt originele afbeeldingen verwerken en de layout van de originelen wijzigen.
• Verschillende origineelformaten
• Voorblad/Achterblad
• Beeldcombinatie
• Opdrachtsamenstelling
• Papier invoegen
• Formuliercompositie
• Controle scanbeeld
• Boekje
• Beveiligd watermerk
• Paginanummering
• Beeldherhaling
• Nummering sets kopieën
• Randverwijdering
• Watermerk
• Transparanten scheidingsblad
• Datum afdrukken
• Nega/Posi
• Beeldverschuiving
• Spiegelbeeld
• Marge
7
Werken met het scherm met basisfuncties voor het verzenden van spoedkopieën
Schakelen tussen het scherm met basisfuncties voor spoedkopieën en het scherm met basisfuncties voor kopiëren
Kopieerfuncties
U kunt aan de bovenzijde van het scherm met basisfuncties op [Kopie] of [Spoedkopie] drukken om tussen het standaard scherm met basisfuncties voor kopiëren en het scherm met basisfuncties voor spoedkopieën te schakelen.
ties voor spoedkopieën
Papierselectie U kunt de machine instellen het papierformaat te selecteren.
Dubbelzijdig kopiëren In deze mode kunt u dubbelzijdige kopieën maken van enkelzijdige of dubbelzijdige originelen, of enkelzijdige kopieën maken van dubbelzijdige originelen.
Sorteren van kopieën De mode Afwerken kan worden geselecteerd om de kopieën op diverse manieren te sorteren, per pagina of per set kopieën.
Standaard toetsinstellingen U kunt de kopieermodes opslaan die u heeft aangegeven als standaardtoetsen. Deze toets biedt snelle toegang tot de standaard toetsinstellingen.
Interruptie mode Met deze mode kunt u een gereserveerde of actuele opdracht onderbreken om spoedkopieën te maken.
Voorbeeldset Deze mode stelt u in staat de resultaten van het kopiëren te controleren voordat u meerdere kopieën laat maken.
Beeldaanpassing
Overige
Met deze mode kunt u de beeldscherpte en de belichting aanpassen.
U kunt andere speciale functies voor de machine instellen.
• Beeldscherpte
• Opslaan in gebruikerspostbus
• Beeldkwal. Aanpassing
• Melding opdracht voltooid
• Opdrachtblok combinatie
8
Kopieerfuncties
Een kopie maken Hieronder volgt een beschrijving van de basisprocedure voor het kopiëren van een document. Raadpleeg voor meer gedetailleerde procedures de verwijzingen in elke procedure.
Voorbereidingen
Plaats uw originelen In de aanvoer geplaatst
Scherm met basisfuncties voor normaal kopiëren Druk op [Kopie] om naar de kopieerfunctie te schakelen.
Als het volgende scherm wordt weergegeven, voer druk op dan het [Afd. ID] en [Wachtwoord] in (Inloggen/Uitloggen) op het touch panel.
Op de glasplaat geplaatst Plaats uw originelen.
Als u uw originelen op de glasplaat heeft geplaatst, sluit dan de aanvoer/het kopieerdeksel na het plaatsen van uw originelen. Stel indien nodig de kopieermodes in op het scherm met basisfuncties voor normaal kopiëren.
Voor meer informatie over de kopieermodes die u op het scherm met basisfuncties voor normaal kopiëren kunt instellen, raadpleegt u pag. 21 en 22.
Om de diverse kopieermodes in te stellen, drukt u op [Speciale functies]. Log In/Out
Voor meer informatie over de kopieermodes die u op het scherm met speciale functies, raadpleegt u pag. 21 en 22. Als Afdeling ID beheer of de SSO-H loginservice is ingesteld, is het noodzakelijk om een ID en wachtwoord in te voeren. (indien er een optionele kaartlezer is aangesloten, voer dan een controlekaart in.)
Voor meer informatie raadpleegt u e-Manual > Basishandelingen.
9
U kunt ook papier op de papiertafel plaatsen om te kopiëren. Voor meer informatie raadpleegt u e-Manual > Basishandelingen.
Een kopie maken
Start het kopiëren
Kopieerfuncties
Aangeven van het aantal kopieën
In/Out
Log In/Out
Voer het gewenste aantal kopieën in (1 t/m 99) met behulp van de numerieke toetsen.
Als u een vergissing maakt bij het invoeren van voer de juiste de waarden, druk dan op waarden in. Het aantal kopieën dat u aangeeft, wordt weergegeven aan de rechterzijde van het scherm met basisfuncties voor normaal kopiëren.
Druk op
.
Verwijder uw originelen zodra het kopiëren is uitgevoerd. Als het volgende scherm verschijnt, volgt u de instructies op het scherm en drukt u op voor elk origineel. Zodra het scannen van de originelen is voltooid, drukt u op [Gereed].
Als Afdeling ID beheer is ingesteld, drukt u op (Inloggen/Uitloggen).
Om het kopiëren te annuleren, onderbreken of te hervatten Om het kopiëren te annuleren Druk op
.
Om een andere kopie te maken tijdens het afdrukken Druk op [Gereed].
Om het kopiëren te onderbreken. Druk op [Interruptie]. (Raadpleeg e-Manual > Kopiëren.)
Plaats het volgende origineel. Druk op
.
10
Kopieerfuncties
Wat u met deze machine kunt doen (scherm met basisfuncties voor normaal kopiëren) Hieronder volgt een beschrijving van de functies die vaak worden gebruikt bij het kopiëren van een document. Voor meer informatie raadpleegt u e-Manual > Kopiëren. Om meer handige functies (speciale functies) te gebruiken, drukt u op [Speciale functies] om toegang te krijgen tot het scherm met speciale functies.
Scherm met basisfuncties voor normaal kopiëren
* De nummers in de illustraties verwijzen naar de uit te voeren handelingen.
Om een afbeelding te vergroten/verkleinen om deze op een ander papierformaat te kopiëren Handig bij het vergroten of verkleinen van een origineel van het ene standaard papierformaat naar het andere. Bijvoorbeeld het vergroten van een A4-formaat origineel naar A3 of het verkleinen van een A3-formaat origineel naar A4. Selecteer eenvoudig het gewenste papierformaat met behulp van de weergegeven toetsen om automatisch het optimale zoompercentage in te stellen.
Origineel
Kopie
1 1
2
Om de uitgevoerde sets te nieten Selecteer de mode Nieten om de kopieën te sorteren zoals in het schema aan de rechterzijde is weergegeven. Gesorteerde kopieën worden geniet op de plek die u aangeeft. Dit is handig voor het distribueren van materiaal dat ten behoeve van een vergadering etc. is gekopieerd.
Origineel
Kopie 1
1
1
2
1
1
4
1 4 5
11
Kopie 3
3
3
2
Kopie 2
3 kopieën ingesteld
Nadat u de nietpositie heeft ingesteld, is het van belang uw originelen met de juiste oriëntatie te plaatsen. Voor informatie over de relatie tussen de origineeloriëntatie, papieroriëntatie en nietpositie, raadpleegt u hoofdstuk 4 "Bijlage" in Oplossen van problemen.
Wat u met deze machine kunt doen (scherm met basisfuncties voor normaal kopiëren)
Om een lange kopieeropdracht te onderbreken voor het maken van een spoedkopie
Kopieerfuncties
Met deze mode kunt u de huidige kopieeropdracht of een gereserveerde opdracht onderbreken om een spoedkopie te maken. Zodra u de spoedkopie heeft gemaakt, wordt de onderbroken afdrukopdracht automatisch hervat. Deze mode is handig wanneer u dringend een kopie moet maken tijdens een lange kopieeropdracht.
Om op papier met afwijkende formaten te kopiëren Om op niet-standaard papierformaten te kopiëren, stelt u eenvoudig het formaat en type (zoals normaal of dik) van het papier in en plaatst u het op de papiertafel.
Opvangblad papiertafel
Richting voor het plaatsen van het papier
2
1
4
3 5
Om 2-zijdige kopieën te maken Bij het kopiëren van een groot aantal 1-zijdige originelen kan het afdrukken op de voor- en achterzijde van het papier u helpen de helft van de papierkosten te besparen. Origineel
1
Kopie
Als u op het scherm aan de linkerzijde op [Optie] drukt, kunt u instellen dat de voor- en achterzijde van de kopieën dezelfde boven-onder oriëntatie hebben. Dit maakt het eenvoudiger om te kopieën te bekijken wanneer ze als een kalender worden geniet.
2
3
Voor meer informatie over speciale functies raadpleegt u pag. 13 t/m 20.
12
Kopieerfuncties
Wat u met deze machine kunt doen (scherm met speciale functies) Hieronder volgt een beschrijving van de functies die vaak worden gebruikt bij het kopiëren van een document. Voor meer informatie raadpleegt u e-Manual > Kopiëren. Het scherm met speciale functies bestaat uit twee schermen. Druk op [ ]/[ ] onderaan de linkerzijde van het scherm om tussen de schermen te schakelen.
Scherm met speciale functies (1/2) * De nummers in de illustraties verwijzen naar de uit te voeren handelingen.
Om originelen met verschillende formaten tegelijk te kopiëren Deze mode stelt u in staat originelen met verschillende formaten maar met dezelfde breedte, zoals A3 en A4, te kopiëren door ze als één groep in de aanvoer te plaatsen.
A3 origineel
A4 origineel
Richting voor het plaatsen van het papier
Om naast elkaar liggende pagina's uit een boek te kopiëren Als u deze mode gebruikt voor het kopiëren van naast elkaar liggende pagina's op twee aparte vellen papier, is het niet nodig om originelen te resetten bij het kopiëren van naast elkaar liggende pagina's uit een boek of ingebonden origineel. Origineel 1
13
Kopie 1
Wat u met deze machine kunt doen (scherm met speciale functies)
Om meerdere originelen op één vel papier te kopiëren Kopie
Met deze mode kunt u meerdere originelen of dubbelzijdige originelen verkleinen, zodat ze op één vel papier passen. Dit is handig voor het rangschikken van een aantal originelen op één vel papier, zodat u ze gemakkelijk kunt bekijken. Bovendien bespaart u zo op papier en opslagruimte wanneer u de afdrukken wilt bewaren.
1
of
2
3
Kopieerfuncties
Origineel
4
2 OP 1 (twee pagina's op één vel papier) 1
Kopie 1
2
1
2
3
4
4 OP 1 (vier pagina's op één vel papier)
1
5
3
2
4 6
Om een boekje te maken Deze mode stelt u in staat meerdere originelen zo te kopiëren, dat van de kopieën een boekje kan worden gemaakt. Dit is handig voor het rangschikken van materiaal dat moet worden gedistribueerd in een gemakkelijk te bekijken formaat. Origineel
Kopie
7
2
1
8
5 2
1 1
6 5
7 4
6
8
1
3
8
4
3
3
6
3 5 6
2 4
14
Kopieerfuncties
Wat u met deze machine kunt doen (scherm met speciale functies)
Scherm met speciale functies (1/2)
Scherm met speciale functies (2/2)
* De nummers in de illustraties verwijzen naar de uit te voeren handelingen.
Om de donkere rand bij het kopiëren van een boek te verwijderen Deze mode wist de donkere rand en de midden- en omtreklijnen die verschijnen wanneer u naast elkaar liggende pagina's uit een boek of ingebonden origineel op één vel papier kopieert.
Met randverwijdering Origineel
1
2
Kopie
Kopie
4
Zonder randverwijdering
5 3
Om een marge toe te voegen Dit stelt u in staat een marge aan een afdruk toe te voegen. De plaats van de marge kan worden geselecteerd aan de linker-, rechter-, boven- en onderzijde van het document. U kunt ook de breedte van de marge aangeven.
Origineel
1 2
3
15
Linkermarge
Rechtermarge
Bovenmarge
Ondermarge
Wat u met deze machine kunt doen (scherm met speciale functies)
Om een omslag toe te voegen
Origineel
Kopieerfuncties
Dit stelt u in staat papier plaatsen dat afwijkt van de kopieën op de papiertafel en dat als omslag wordt gebruikt. U kunt ook een achterblad, invoegbladen en hoofdstukpagina's toevoegen. Kopie Bedrukt voorblad
1 2
3
6
5
7
4
Om veel gebruikte instellingen op te roepen Veel gebruikte combinaties van modes kunnen worden opgeslagen in het programmageheugen en met één druk op een toets worden opgeroepen. Voor nog meer gemak kunt u Programmageheugen ook in combinatie met Standaard toets 1 en 2 gebruiken.
Om opgeslagen instellingen op te roepen, opent u het scherm dat u gebruikte om ze op te slaan en selecteert u de toets waaronder de druk instellingen zijn opgeslagen. op [OK].
2 1
3
1 2
16
Kopieerfuncties
Wat u met deze machine kunt doen (scherm met speciale functies)
Scherm met speciale functies (1/2)
Scherm met speciale functies (2/2)
* De nummers in de illustraties verwijzen naar de uit te voeren handelingen.
Om batches originelen te scannen Hiermee kunt u originelen scannen die niet in één keer kunnen worden geplaatst, door ze in meerdere batches te verdelen. Zodra alle originelen zijn gescand, kunnen er kopieën worden gemaakt. Dit is ook erg handig wanneer u zowel de aanvoer als de glasplaat gebruikt voor het scannen van originelen.
Nadat het volgende origineel is geplaatst, drukt u op .
17
Origineel
Kopie
Wat u met deze machine kunt doen (scherm met speciale functies)
Om paginanummers aan kopieën toe te voegen
Hiermee kunt u paginanummers aan kopieën toevoegen. Kopie
Kopieerfuncties
Origineel
1
5
2
7 3 4
8
6
Om een watermerk aan kopieën toe te voegen Hiermee kunt u een watermerk aan kopieën toevoegen. Origineel
Kopie CONFIDENTIAL
1
4 6
2
3
5
7
18
Kopieerfuncties
Wat u met deze machine kunt doen (scherm met speciale functies)
Scherm met speciale functies (1/2)
Scherm met speciale functies (2/2)
* De nummers in de illustraties verwijzen naar de uit te voeren handelingen.
Om gescande originelen met kopieerinstellingen op te slaan Deze mode stelt u in staat gescande originelen via het scherm met basisfuncties voor normaal kopiëren op te slaan in een gebruikerspostbus. De kopieerinstellingen worden samen met het document opgeslagen.
U kunt een naam aan het opgeslagen document toevoegen.
1
U kunt gescande originelen ook laten kopiëren terwijl ze in de gebruikerspostbus worden opgeslagen.
2
Om verborgen tekst in de achtergrond op te nemen Deze mode stelt u in staat verborgen tekst, zoals "VERTROUWELIJK" in de achtergrond van kopieën/ afdrukken op te nemen. De verborgen tekst verschijnt wanneer de kopieën worden gekopieerd.
Origineel
1
Kopie A (Beveiligd watermerk is geselecteerd)
Kopie B (Kopie van kopie A)
3
2 4
19
Wat u met deze machine kunt doen (scherm met speciale functies)
Om meerdere batches originelen met verschillende kopieerinstellingen te combineren Deze mode stelt u in staat meerdere batches originelen met verschillende kopieerinstellingen te scannen en ze als één document af te drukken.
1
2
Origineel
Batch
Kopieerfuncties
Voorbeeld · Gecombineerd document: Nieten mode (dubbel) Modes 2-Zijdig, Twee-pagina · Batches: Verschuiven, 1 scheiding, Beeldcombinatie (4 OP 1) · Omslag/Invoegblad: Omslag
Kopie
Geef de instellingen voor het gecombineerde document aan. Eerste batch: de mode Verschuiven is geselecteerd
3
Eerste batch Tweede batch Derde batch Vierde batch
Tweede batch: de mode 1 2-Zijdig is geselecteerd
Geef de kopieerinstellingen voor elke batch originelen aan.
1
1
2
3
4
1
1
Derde batch: de mode Twee-pagina scheiding is geselecteerd
1
2
3
4
1 2 3 4
Scan uw originelen via de aanvoer of de glasplaat.
Vierde batch: de mode Beeldcombinatie (4 OP 1) is geselecteerd
7
4
6
5
U kunt ook een voorbeeldafdruk maken van een geselecteerde batch originelen of het gecombineerde document.
8
Om de volgende batch originelen te scannen, drukt u op [Volgende blok] en herhaalt u de procedure vanaf 3 . Zodra u gereed bent met het scannen van al uw originelen, drukt u op [Alle blokken bev./combin.].
Om voor het gecombineerde document de Omslag/ Scheidingsblad mode te kunnen gebruiken, drukt u op [Omslag/Scheidingsblad]. Selecteer de batches originelen in de volgorde waarin u ze wilt combineren druk op [Start afdrukken].
20
Kopieerfuncties
Overzicht van de kopieerfuncties Gebruik het scherm met basisfuncties voor normaal kopiëren en het scherm met basisfuncties voor speciale functies om de verschillende kopieermodes in te stellen. Er zijn twee schermen met speciale functies, “1/2” en “2/2”. Voor meer informatie raadpleegt u e-Manual > Kopiëren.
Scherm met basisfuncties voor normaal kopiëren 1
Druk hierop om het zoompercentage te resetten naar 100%.
6
1
7
2
4
Zoompercentage (raadpleeg pag. 11) Druk hierop om het kopieformaat te verkleinen of te vergroten.
2 3
1:1
8 9 10
3
Afwerken (raadpleeg pag. 11) Druk op deze toets om Sorteren, Groeperen of Nieten te selecteren of te annuleren.
5
Scherm met speciale functies (1/2) 1
1
8 2
2 3
9 10
4
11
5 6
Omslag/Invoegblad (raadpleeg pag. 16) Druk hierop om omslagen, invoegbladen of hoofdstukpagina's tussen de aangegeven pagina's toe te voegen.
3
Boekje (raadpleeg pag. 14) Druk op deze toets als u verschillende originelen wilt kopiëren en van deze kopieën een boekje wilt maken.
12 13
7
Twee-pagina scheiding (raadpleeg pag. 13) Druk hierop om naast elkaar liggende pagina‘s uit een geopend boek op aparte vellen papier te kopiëren.
4
Transparanten scheidingsblad Druk tijdens het kopiëren van transparanten op deze toets om tussen elk transparant een blad in te voegen.
Scherm met speciale functies (2/2) 1
1 6 7 2 3 4 5
21
Beeldcreatie U kunt de afbeelding van een origineel rangschikken
2
8 9 10 11
Formuliercompositie Druk op deze toets om een in het geheugen opgeslagen afbeelding over de originele afbeelding te kopiëren.
3
Beveiligd watermerk (raadpleeg pag. 19) Druk op deze toets om verborgen tekst op te nemen in de achtergrond.
Overzicht van de kopieerfuncties
2-Zijdig (raadpleeg pag. 12)
8
Druk hierop om dubbelzijdige kopieën te maken. 5
9
Type origineelselectie Druk hierop om het type origineel te wijzigen wanneer de originelen foto's etc. bevatten.
Uitvoerapparaat selecteren Wordt weergegeven wanneer een printer voor kopiëren op afstand in een netwerk is opgenomen. Druk op deze toets om de afdrukbestemming te selecteren bij kopiëren op afstand of trapsgewijs kopiëren.
7
Druk hierop om de belichting handmatig te regelen. Druk op [A] om de automatische belichting te selecteren of te annuleren.
Interruptie (raadpleeg pag. 12) Druk hierop om een kopieeropdracht te onderbreken als u tussendoor een spoedkopie wilt maken.
6
Contrast aanpassen
Kopieerfuncties
4
10
Speciale functies Druk op deze toets om een Speciale functies mode te selecteren.
Papierselectie (raadpleeg pag. 12) Druk op deze toets om het papierformaat, type papier en de papierbron te selecteren.
5
Verschillende origineelformaten (raadpleeg pag. 13)
9
Druk op deze toets om originelen met verschillende formaten in één groep te kopiëren, door ze in de aanvoer te plaatsen.
Druk op deze toets om twee, vier of acht originelen automatisch te verkleinen naar een enkel- of dubbelzijdig vel kopieerpapier. 10
6
11
8
Beeldverschuiving
12
Programmageheugen (raadpleeg pag. 16)
13
Oproepen
8
9
Beeldscherpte
U kunt de achtergrond van een origineel verwijderen.
Opslaan in gebruikerspostbus (raadpleeg pag. 19) Druk op deze toets om originelen die zijn gescand via het scherm met basisfuncties voor kopiëren als document op te slaan in een gebruikerspostbus.
Druk op deze toets om de afbeelding van het origineel op de kopie scherper te maken of te verzachten.
Beeldkwal. Aanpassing
Nummering pag. /sets kopieën (raadpleeg pag. 18) Druk op deze toets om pagina- en kopiesetnummers aan kopieën toe te voegen.
10
7
Watermerk/Datum afdrukken (raadpleeg pag. 18) Druk op deze toets om het watermerk en de datum toe te voegen aan de kopieën.
Druk op deze toets om eerder ingestelde kopieermodi op te roepen.
6
Controle scanbeeld U kunt elke afbeelding die u scant controleren wanneer u via de glasplaat scant.
Druk op deze toets om kopieermodi op te slaan of op te roepen.
5
Randverwijdering (raadpleeg pag. 15) Druk op deze toets om de donkere randen en strepen rond het gekopieerde origineel of schaduwen van inbindgaten te verwijderen.
Druk op deze toets om de positie van het origineel op het vel kopieerpapier te verschuiven.
4
Melding Opdracht voltooid Druk op deze toets om de machine een e-mailbericht te laten geven zodra de kopieeropdracht is uitgevoerd.
Schakelaar voor scherm met speciale functies Druk hierop om tussen Speciale functies 1/2 en Speciale functies 2/2 te schakelen.
Marge (raadpleeg pag. 15) Druk op deze toets om marges aan te brengen langs de randen van een vel kopieerpapier.
Opdrachtsamenstelling Druk hierop om de originelen in diverse delen te verdelen, ze te scannen en ze vervolgens allemaal tegelijk af te drukken.
7
Beeldcombinatie (raadpleeg pag. 14)
11
Combinatie opdrachtblok (raadpleeg pag. 20) Druk op deze toets om meerdere batches originelen met verschillende kopieerinstellingen te scannen en ze als één document af te drukken.
22
Verzend-/Faxfuncties
Een document verzenden (e-mail, I-fax, File server) Hieronder volgt een beschrijving van de basisprocedure voor het verzenden van een document. Raadpleeg voor meer gedetailleerde procedures de verwijzingen in elke procedure.
Voorbereidingen
Plaats uw originelen In de aanvoer geplaatst
Druk op [Verzenden] om over te schakelen naar de verzendfunctie.
Op de glasplaat geplaatst Plaats uw originelen.
De functietoets voor de verzend- en faxfuncties verschilt, afhankelijk van de geïnstalleerde opties. De toets kan worden weergegeven als [Verzenden] of [Faxen]. Voor meer informatie raadpleegt u e-Manual > Basishandelingen. Als het scherm Afdeling ID beheer wordt weergegeven, voer dan het [Afdeling ID] en het [Wachtwoord] in. Nadat u ze heeft ingevoerd, drukt u (Inloggen/Uitloggen) op het touch panel. op
Wanneer u originelen op de glasplaat plaatst, zorg dan dat u de aanvoer/het kopieerdeksel sluit nadat u uw originelen heeft geplaatst.
Als Afdeling ID beheer of de SSO-H loginservice is ingesteld, is het noodzakelijk om een ID en wachtwoord in te voeren. (indien er een optionele kaartlezer is aangesloten, voer dan een controlekaart in.)
Voor meer informatie raadpleegt u e-Manual > Basishandelingen.
Opslaan van bestemmingen Om een bestemming te kunnen selecteren met behulp van het adresboek, snelkiestoetsen of favorietenknoppen is het noodzakelijk om de bestemming vooraf op te slaan. Sla bestemmingen op via het scherm met extra functies.
De knop Opslaan op het scherm met basisfuncties voor verzenden en het scherm Adresboek geeft u snel toegang tot het scherm met extra functies om de bestemmingen op te slaan.
Voor meer informatie over het opslaan van bestemmingen in het adresboek, onder snelkiestoetsen of favorietenknoppen raadpleegt u pag. 37 en 38. [Opsl.] op het scherm met basisfuncties voor verzending.
23
[Opslaan] op het scherm Adresboek
Een document verzenden (e-mail, I-fax, File server)
Geef de bestemming aan
Starten van de verzending
2
Druk op [Adresboek] druk op [OK].
selecteer een bestemming
Verzend-/faxfuncties
1
Log In/Out
Druk op
.
Wanneer het verzenden is voltooid, verwijdert u uw originelen. Als het volgende scherm verschijnt, volgt u de instructies op dit scherm druk op voor elk origineel. Zodra het scannen van de originelen is voltooid, drukt u op [Gereed].
Als u een bestemming onder een snelkiestoets of een favorietenknop heeft opgeslagen, kunt u de bestemming ook met behulp van deze toets of knop aangeven. Om te verzenden naar een bestemming die niet in het adresboek etc. is opgeslagen, drukt u op [Nieuw adres] en voert u de bestemming in. Als Afdeling ID beheer is ingesteld, drukt u op (Inloggen/Uitloggen). Voor informatie over het aangeven van adressen raadpleegt u pag. 35 en 36.
Om de resolutie van het te verzenden document te wijzigen, gebruikt u de keuzelijst Scaninstellingen ( 1 ). Om de bestandsindeling van het te verzenden document te wijzigen, drukt u op [Bestandsindeling] ( 2 ). Op het scherm Scaninstellingen kunt u ook de scanmode en speciale functies instellen.
Voor meer informatie over de functies die u via het scherm Scaninstellingen kunt instellen, raadpleegt u pag. 35 en 36.
24
Verzend-/Faxfuncties
Verzenden van een fax Hieronder volgt een beschrijving van de basisprocedure voor het verzenden van een fax. Voor meer informatie over de instellingen raadpleegt u de verwijzingen in elke procedure.
Voorbereidingen
Plaats uw originelen In de aanvoer geplaatst
Druk op [Verzenden] om over te schakelen naar de faxmode. Begin in het bovenstaande scherm met behulp van de numerieke toetsen het faxnummer in te voeren om het scherm voor het invoeren van de bestemming automatisch weer te geven. Als Afdeling ID beheer of de SSO-H loginservice is ingesteld, is het noodzakelijk om een ID en wachtwoord in te voeren. (indien er een optionele kaartlezer is aangesloten, voer dan een controlekaart in.)
Op de glasplaat geplaatst Plaats uw originelen.
Wanneer u originelen op de glasplaat plaatst, zorg dan dat u de aanvoer/het kopieerdeksel sluit nadat u uw originelen heeft geplaatst.
Voor meer informatie raadpleegt u e-Manual > Basishandelingen.
Aangeven van het faxnummer met behulp van een snelkiestoets U kunt de faxbestemming ook aangeven met behulp van een snelkiestoets als u de bestemming vooraf onder een snelkiestoets heeft opgeslagen.
Voor meer informatie over het opslaan van bestemmingen onder snelkiestoetsen raadpleegt u pag. 37 en 38.
Opslaan van een bestemming Om een bestemming te kunnen selecteren met behulp van het adresboek, snelkiestoetsen of favorietenknoppen is het noodzakelijk om de bestemming vooraf op te slaan. Sla bestemmingen op via het scherm met extra functies.
De knop Opslaan op het scherm met basisfuncties voor verzenden en het scherm Adresboek geeft u snel toegang tot het scherm met extra functies om de bestemmingen op te slaan.
Voor meer informatie over het opslaan van bestemmingen in het adresboek, onder snelkiestoetsen of favorietenknoppen raadpleegt u pag. 37 en 38. [Opsl.] op het scherm met basisfuncties voor verzending.
25
[Opslaan] op het scherm Adresboek
Verzenden van een fax
Voer het faxnummer in
Start de faxverzending JKL
MNO
RS
TUV
WXYZ
Verzend-/faxfuncties
HI
Log In/Out
Voer het faxnummer in.
Druk op
Om een fax naar meerdere bestemmingen te verzenden, drukt u na het invoeren van het eerste en alle volgende bestemmingen op de toets [Volgende] of geeft u de bestemmingen aan met behulp van het adresboek.
.
Wanneer het faxen is voltooid, verwijdert u uw originelen. U kunt instellen of er een voorbeeld van de fax moet worden weergegeven voordat u deze gaat verzenden. Op het voorbeeldscherm kunt u ook het aantal te verzenden pagina's bevestigen.
U kunt ook bestemmingen aangeven met behulp van snelkiestoetsen of favorietenknoppen als u de bestemmingen hier vooraf onder heeft opgeslagen.
Voor meer informatie over het opslaan van faxbestemmingen raadpleegt u pag. 37 en 38. Om een duidelijke fax te verzenden, stelt u een hoge resolutie in. U kunt de resolutie instellen via de keuzelijst Scaninstellingen.
1 2
Log In/Out
Voor informatie over handige faxfuncties raadpleegt u pag. 31 t/m 38.
Als u op de faxvolume insteltoets drukt, verschijnt er een scherm voor het aanpassen van volume bij verzending en het faxalarmvolume bij verzending.
26
Verzend-/Faxfuncties
Wat u met deze machine kunt doen (scherm Adresboek/scherm met basisfuncties voor verzending) U kunt de verzendfunctie gebruiken om handgeschreven documenten naar een bestemming te verzenden. Documenten kunnen per e-mail, I-fax en fax worden verzonden, in een aantal verschillende bestandsindelingen. Hieronder volgt een introductie van de basisprocedure voor het verzenden van documenten. Voor meer informatie raadpleegt u e-Manual > Verzenden/ Fax.
Scherm met basisfuncties voor verzending
* De nummers in de illustraties verwijzen naar de uit te voeren handelingen.
Om veel gebruikte bestemmingen op te slaan
Selecteren uit het adresboek
Selecteren van een favorietenknop
Selecteren van een snelkiestoets
Onder favorietenknoppen kunt u een bestemming samen met andere instellingen opslaan. Dit is handig wanneer u meerdere keren documenten met dezelfde instellingen naar dezelfde bestemming verzendt. Met behulp van snelkiestoetsen kunt u sneller bestemmingen aangeven, indien u de bestemmingen vooraf onder de snelkiestoetsen opslaat.
Om de meest recente instellingen op te slaan
U kunt de laatste drie ingestelde adressen, scaninstellingen en verzendinstellingen oproepen en uw documenten vervolgens verzenden. 1 2
27
Wat u met deze machine kunt doen (scherm Adresboek/scherm met basisfuncties voor verzending)
Om een bestandsindeling aan te geven en een document te verzenden U kunt JPEG, TIFF, PDF of XPS als bestandsindeling selecteren voor het document dat u wilt verzenden. Als u PDF selecteert als de bestandsindeling kunt u ook de modes [Overtrekken & Gladmaken], [Compact], [OCR (Doorz. tekst)], [Encrypt] en/of [Dig. handtek. toevoegen] aangeven. Als u XPS selecteert als de bestandsindeling, kunt u ook de modes Compact, OCR (Doorz. tekst) en/of Dig. handtek. toevoegen aangeven.
Verzend-/faxfuncties
* U kunt geen bestandsindeling selecteren wanneer u naar een fax, I-fax of gebruikerspostbus verzendt.
1
2
Om PDF-opties in te stellen in te stellen Om PDF-, XPS-opties Stelt u in staat de tekstdelen van een gescande afbeelding te converteren naar contourgegevens welke dan over de inhoud van de PDF worden geplaatst om de kwaliteit van de tekst te handhaven.
1
Stelt u in staat bestanden met originelen die tekst of tekst/foto's bevatten met een hogere compressie dan normale bestanden te verzenden.
2
Stelt u in staat de tekst van een gescand document doorzoekbaar te maken voordat u het verzendt.
Stelt u in staat een digitale handtekening aan een PDF of XPS bestand toe te voegen. U kunt uw documenten dan ongecodeerd verzenden door beveiligingsproblemen zoals imitatie en ongeoorloofd wijzigen van documenten te voorkomen. U kunt de volgende twee typen digitale handtekening toevoegen: • apparaathandtekening • gebruikershandtekening
Wanneer u een belangrijk document met vertrouwelijke informatie verzendt, kunt u een wachtwoord instellen om te voorkomen dat anderen het afdrukken of openen. De encryptiefunctie stelt u in staat een geëncrypt PDF aan te maken en te verzenden. De encryptie kan worden verwijderd met behulp van het ingestelde wachtwoord. * [Overtrekken & Gladmaken] en [Encrypt] kunnen alleen worden aangegeven bij PDF documenten.
28
Verzend-/Faxfuncties
Wat u met deze machine kunt doen (scherm Adresboek/scherm met basisfuncties voor verzending)
* De nummers in de illustraties verwijzen naar de uit te voeren handelingen.
Scherm met basisfuncties voor verzending
Als u hoofdzakelijk snelkiestoetsen gebruikt Om de snelkiestoetsen op het initiële scherm weer te geven. 1
2
3
Als u de machine zodanig instelt dat de snelkiestoetsen op het initiële scherm worden weergegeven, dan kunt u ze direct gebruiken.
Selecteer [Snelkiestoetsen] druk op [OK].
Selecteer [Standaard scherm bij verzending] in TX instellingen bij <Standaard instellingen> van de communicatie-instellingen op het scherm met aanvullende functies.
Om de afzenderhistorie weer te geven bij het verzenden van faxen/I-faxen 1
2
3
4
Selecteer [TX terminal ID] in TX instellingen bij <Standaard instellingen> van de communicatieinstellingen op het scherm met aanvullende functies.
29
Druk op [Aan]. Stel de instellingen voor TX terminal ID conform uw wensen in.
Wat u met deze machine kunt doen (scherm Adresboek/scherm met basisfuncties voor verzending)
Om ontvangen faxen/I-faxen automatisch door te zenden
Verzend-/faxfuncties
Door de doorzendcondities, die u vooraf heeft ingesteld, eenvoudig op 'Aan' te zetten, kunnen ontvangen faxen/ I-faxen automatisch naar het betreffende faxnummer worden doorgezonden.
Om doorzendcondities te activeren
1 2
Druk op [Doorzendinstellingen] in Systeeminstellingen op het scherm met aanvullende functies.
Stel de doorzendcondities in druk op [Geldig/Ongeldig].
Om doorzendcondities op te slaan
3 1 2 4
Druk op [Doorzendinstellingen] in Systeeminstellingen op het scherm met aanvullende functies.
Druk op [Opslaan].
Stel de doorzendcondities in druk op [OK]. Zorg dat u de bestemming voor het doorzenden van faxen/I-faxen in het adresboek opslaat.
30
Verzend-/Faxfuncties
Wat u met deze machine kunt doen (scherm Scaninstellingen) U kunt scaninstellingen aangeven om het uiterlijk van het te verzenden document te wijzigen. Hieronder volgt een beschrijving van de handige functies die u kunt gebruiken wanneer u een document voor verzending gaat scannen. Voor meer informatie raadpleegt u e-Manual > Verzenden/Fax.
Scherm Scaninstellingen
* De nummers in de illustraties verwijzen naar de uit te voeren handelingen.
Om documenten met foto's duidelijk te verzenden
Tekst mode
Tekst/Foto mode
Foto mode
Indien originelen niet correct worden gescand, probeer dan het type origineel uit de keuzelijst Beeldkwaliteit te selecteren. Foto's kunnen duidelijk worden gescand. Als er een glinsterend, golvend patroon (het moiré effect) op uw originelen verschijnt, gebruik dan de instelling [Beeldscherpte] op het scherm met speciale functies om dit tegen te gaan.
2
1
3
Om het formaat van gescande documenten te wijzigen Als de tekst aan de rand van een document wordt afgesneden, probeer dan het formaat van de gescande afbeelding een stap groter in te stellen.
1
2
31
Wat u met deze machine kunt doen (scherm Scaninstellingen)
Om het zoompercentage automatisch overeenkomstig een specifiek recordformaat te wijzigen Hiermee kunt u het verticale/horizontale zoompercentage automatisch op basis van het formaat van het origineel en het geselecteerde recordformaat wijzigen. Het zoompercentage is ingesteld tussen 50 en 200%.
2
Verzend-/faxfuncties
* U kunt de machine alleen instellen om het zoompercentage automatisch te wijzigen wanneer u de resolutie op 300 x 300 dpi of 600 x 600 dpi heeft ingesteld.
1 3
Om tekst met kleine letters en gedetailleerde afbeeldingen duidelijk te verzenden *U kunt geen kleuropties gebruiken voor fax en I-fax.
U kunt documenten met kleine letters duidelijker verzenden door een resolutie van 200 x 200 dpi ter wijzigen in een hogere resolutie van 300 x 300 dpi of 400 x 400 dpi. Houd er echter rekening mee dat de bestandsgrootte toeneemt als u de resolutie verhoogt.
Wanneer u een kleurendocument verzendt, selecteer dan [Autom.-kleur sel.] of [Auto-kleur].
Om een scan mode op te slaan
1
U kunt de resolutie ook uit de keuzelijst Scan mode selecteren. Dit is handig voor het opslaan van veel gebruikte resoluties.
Selecteer waar u de mode wilt opslaan druk op [Opslaan].
2
Om separaat gescande documenten tegelijk te verzenden
Druk op om het scherm voor het scannen van uw originelen weer te geven. Druk op om een ander origineel te scannen. Zodra het scannen van de originelen is voltooid, drukt u op [Gereed].
32
Verzend-/Faxfuncties
Wat u met deze machine kunt doen (scherm Verzendinstellingen) Op het scherm Verzendinstellingen kunt u aangeven wanneer een document moet worden verzonden en met welke instellingen. Daarnaast kunt u aangeven dat er een verzendbericht moet worden verzonden wanneer de verzending is voltooid. Hieronder volgt een beschrijving van de handige functies die u kunt gebruiken bij het verzenden van een document. Voor meer informatie raadpleegt u e-Manual > Verzenden/ Fax.
* De nummers in de illustraties verwijzen naar de uit te voeren handelingen.
Scherm Verzendinstellingen
Om de antwoordbestemming aan een te verzenden document toe te voegen Druk op [Antwoord naar] en selecteer de naam die als antwoordbestemming moet worden ingesteld. Het is nodig om het antwoordadres vooraf via het scherm met extra functies in de adresboekinstellingen aan te geven.
2 1 3
Afhankelijk of de te gebruiken verzendmethode e-mail, fax of I-fax is, kunt u ook een verzendnaam of een onderwerp aan de naam van het aangehechte bestand toevoegen. U kunt bevestigen of een bepaalde verzendinstelling kan worden aangegeven met de pictogrammen die aan de linkerzijde van elke verzendmethode vermeld staan.
Wanneer u een e-mail verzendt, kunt u ook de prioriteit hiervan instellen.
33
Wanneer [PDF (OCR)] of [XPS (OCR)] is ingesteld als de bestandsindeling, stel dan [DocNaam OCR] in om automatisch het eerste tekstblok te gebruiken als naam voor het bestand.
Wat u met deze machine kunt doen (scherm Verzendinstellingen)
Om de tijd voor het starten van de verzending aan te geven
1 2
Verzend-/faxfuncties
Gebruik voor het aangeven van de starttijd voor het verzenden van een document om dit de volgende morgen bijvoorbeeld als eerste te verzenden de functie Uitgestelde verzending. Het document wordt op het aangegeven tijdstip verzonden door eenvoudig dit tijdstip in te voeren.
Om een bericht te verzenden dat de verzending is voltooid Gebruik de functie Melding opdracht voltooid om een bevestiging te ontvangen dat de opdracht is voltooid. Wanneer de verzending is voltooid, krijgt u hiervan een bevestiging per e-mail.
1
2
Om een document te bevestigen alvorens dit te verzenden Stel Voorbeeld in op 'Aan' om een voorbeeld van het te verzenden document weer te geven. Het voorbeeld wordt weergegeven nadat u op [Gereed] heeft gedrukt. Dit stelt u in staat overbodige blanco pagina's te wissen voordat de verzending begint.
U kunt hier ook het aantal pagina's van het te verzenden document bevestigen.
34
Verzend-/Faxfuncties
Overzicht van verzend-/faxfuncties De verschillende verzend-/faxfuncties worden ingesteld op het verzendscherm en het scanscherm. Op het verzendscherm kunt u de bestemming aangeven alsmede instellingen zoals de bestandsindeling en of er een dubbelzijdig origineel moet worden verzonden. Op het scanscherm kunt u ook instellingen zoals het zoompercentage aangeven en speciale functies gebruiken. Voor meer informatie raadpleegt u e-Manual > Verzenden/Fax.
Verzendscherm 1
Geeft een lijst met bestemmingen weer. U kunt maximaal 256 bestemmingen tegelijk specificeren. (Van de 256 bestemmingen zijn 64 nieuwe adressen, inclusief die afkomstig zijn van een server, aan te geven.)
1 7 8
2 3
2
9
4 5
Lijst met bestemmingen
Adresboek (zie pag. 27) Druk hierop om een bestemming uit het adresboek te selecteren.
3
6
Netwerkadresboek Druk hierop om een bestemming op een LDAP server te zoeken.
4
Details Druk hierop om de in de lijst met bestemmingen geselecteerde bestemmingsinformatie te controleren of te wijzigen. U kunt ook adressen controleren of wijzigen die met behulp van de tab Nieuw adres zijn ingevoerd.
10 15
11
16 12 13 14
Scanscherm
1
6
2 7 3 4 5
35
8 9 10
Overzicht van verzend-/faxfuncties
Nieuw adres Druk hierop om de bestemming (zoals e-mail, fax, I-fax, File server, gebruikerspostbus of uzelf) aan te geven om een document naar te verzenden wanneer de adressen niet in het adresboek zijn opgeslagen.
6
Favorietenknoppen/Snelkiestoetsen (zie pag. 27) Druk hierop om over te schakelen naar favorietenknoppen of snelkiestoetsen. Favorietenknoppen of snelkiestoetsen moeten vooraf worden opgeslagen.
12
Bestandsindeling (zie pag. 28) Druk hierop om de bestandsindeling van het te verzenden document te selecteren wanneer u naar een bestemming zoals e-mail of File server verzendt. Als u PDF selecteert als de bestandsindeling kunt u ook de modes Overtrekken & Gladmaken, Compact, OCR Doorz. tekst), Encrypt en/of Dig. handtek. toevoegen aangeven. Als u XPS selecteert als de bestandsindeling, kunt u ook de modes Compact, OCR (Doorz. tekst) en/of Dig. handtek. toevoegen aangeven.
13 7
Oproepen (zie pag. 27) Druk hierop om de laatste drie ingestelde adressen, scaninstellingen en verzendinstellingen op te roepen en de documenten vervolgens te verzenden.
8
14
Opslaan Druk hierop om een bestemming onder een favorietenknop, snelkiestoets of in het adresboek op te slaan. Deze knop is een snelle manier om het scherm met extra functies voor het opslaan van bestemmingen op te roepen.
Cc Bcc
Wissen Druk hierop om de bestemming die in de lijst wordt weergegeven te wissen.
10
Verzendinstellingen (zie pag. 33 en 34) Druk hierop om de functies op het verzendscherm te selecteren.
Druk hierop om meerdere e-mailadressen in te stellen voor de Cc en Bcc adressen. 9
Verzend-/faxfuncties
5
15
Optie (zie pag. 31 en 32) Druk hierop om een functie op het scherm Scaninstellingen te selecteren.
2-Zijdig origineel Druk hierop om beide zijden van een origineel te scannen.
11
Verschillende origineelformaten
16
Druk hierop om originelen met verschillende formaten samen te scannen.
1
Keuzelijst Kleurselectie (zie pag. 32) Druk hierop om te selecteren of het origineel in kleur of zwart-wit moet worden gescand. U kunt ook selecteren of er automatisch moet worden gedetecteerd of het een kleuren- of zwart-wit origineel is.
2
Keuzelijst Scaninstellingen Druk hierop om een opgeslagen Scan mode en resolutie te selecteren. De scan modes zijn standaard ingesteld, maar u kunt ze wel wijzigen.
6
Keuzelijst Resolutie (zie pag. 32) Druk hierop om de resolutie voor het te verzenden document in te stellen.
7
Documentformaat selecteren (zie pag. 31) Druk hierop om het formaat van het te scannen document te selecteren.
1:1 Druk hierop om het zoompercentage te resetten naar 100%. 8
3
Zoompercentage (zie pag. 32) Druk hierop om het scanformaat te vergroten of te verkleinen.
4
Keuzelijst Scan mode (zie pag. 32)
9
Druk hierop om de scan mode te selecteren. De scan modes zijn standaard ingesteld, maar kunnen wel worden gewijzigd. 5
Opslaan/Wissen Druk hierop om een Scan mode op te slaan of te wissen.
Contrast aanpassen Druk hierop om de belichting handmatig te regelen. Druk op [A] om de automatische belichting te selecteren of te annuleren.
Keuzelijst Type origineel (zie pag. 31) Druk hierop om het type origineel handmatig te selecteren voor het type afbeelding dat u wilt gaan scannen.
10
Speciale functies (zie pag. 32) Druk op deze toets om een Speciale functies mode te selecteren.
36
Verzend-/Faxfuncties
Overzicht van verzend-/faxfuncties Scherm Verzendinstellingen 3 1
4 5 6 7 8
2
Scherm Opslaan
4 2 3
5
1 6
7
8
10
Gegevens kunnen ook via het scherm met aanvullende functies worden opgeslagen. Voor meer informatie raadpleegt u e-Manual > Verzenden/Fax.
Adres opslaan: opslaan in de adresboekinstellingen via het scherm met aanvullende functies.
Snelkiestoets opslaan: opslaan in de adresboekinstellingen via het scherm met aanvullende functies.
Favorietenknop opslaan: opslaan in de communicatie-instellingen via het scherm met aanvullende functies.
37
9
Overzicht van verzend-/faxfuncties
Verzendinstellingen (zie pag. 33)
5
Stelt u in staat een onderwerp, een antwoordbestemming en een afzendernaam voor het te verzenden document in te stellen.
2
E-mail prioriteit (zie pag. 33)
Druk hierop om een bericht dat de opdracht is voltooid naar een bepaald e-mailadres te verzenden.
6
Druk hierop om de prioriteit van een e-mailbericht te wijzigen.
3
Voorbeeld (zie pag. 34) Druk hierop om afbeeldingen te controleren voordat ze worden verzonden.
DocNaam OCR (zie pag. 28 en 33) Druk hierop om tekst uit een bestand te gebruiken als naam voor het te verzenden document, wanneer u [PDF(OCR)] of [XPS(OCR)] als bestandsindeling heeft geselecteerd.
4
Melding opdracht voltooid (zie pag. 34)
Uitgestelde verzending (zie pag. 34)
7
Stempelen Druk hierop om gescande originelen te stempelen. Dit stelt u in staat gescande originelen te onderscheiden van niet-gescande.
8
Druk hierop om het document op een bepaald tijdstip te verzenden.
Verzend-/faxfuncties
1
Direct Druk hierop om het document via de mode Direct verzenden te verzenden in plaats van het geheugen van de fax te gebruiken.
11
1
Plaats voor het opslaan van de bestemming (zie pag. 27)
7
Selecteer de plaats waar de bestemming moet worden opgeslagen. Deze knoppen geven toegang tot het corresponderende opslagscherm op het scherm met aanvullende functies. 8
2
Wissen Druk hierop om een opgeslagen snelkiestoets te wissen.
Opslaan/ Bewerken Druk hierop om een favorietenknop op te slaan. Selecteer een favorietenknop voordat u hierop drukt om deze te bewerken.
Nieuw adres registreren Druk hierop om een bestemming in het adresboek op te slaan. 9
3
Wissen Druk hierop om een bestemming uit het adresboek te verwijderen.
4
Bewerken
10
Stapsgewijs Verfijnen van weergegeven bestemmingen
6
Opslaan/ Bewerken
Opmerkingen weergeven Druk op 'Aan' om opgeslagen opmerkingen weer te geven.
Druk hierop om een bestemming in het adresboek te bewerken.
5
Wissen Druk hierop om een opgeslagen favorietenknop te wissen.
11
Nieuw type bestemming Druk hierop om het type nieuwe bestemming te selecteren (verzendmethode). De items die u kunt invoeren, zijn afhankelijk van het type bestemming dat u selecteert. In het bovenstaande scherm is een faxbestemming ingesteld.
Druk hierop om een snelkiestoets op te slaan. Selecteer een snelkiestoets voordat u hierop drukt om deze te bewerken.
38
Postbusfuncties
Originelen opslaan in een postbus Er zijn verschillende manieren om afbeeldinggegevens in een postbus op te slaan. Dit gedeelte beschrijft de procedure voor het scannen van originelen die in de aanvoer of op de glasplaat zijn geplaatst. Voor meer informatie over de instellingen raadpleegt u de verwijzingen in elke procedure.
Voorbereidingen
Plaats uw originelen In de aanvoer geplaatst
Selectiescherm voor postbussen Druk op [Postbus] om over te schakelen naar de postbusfunctie.
Op de glasplaat geplaatst Plaats uw originelen.
Indien een scherm u vraagt een afdeling ID en een wachtwoord in te voeren, voer het ID en (ID) op het wachtwoord dan in en druk op bedieningspaneel.
Als u uw originelen op de glasplaat heeft geplaatst, sluit dan de aanvoer/het kopieerdeksel na het plaatsen van uw originelen.
Als Afdeling ID beheer of de SSO-H loginservice is ingesteld, is het noodzakelijk om een ID en wachtwoord in te voeren. (indien er een optionele kaartlezer is aangesloten, voer dan een controlekaart in.)
Voor meer informatie raadpleegt u e-Manual > Basishandelingen.
Wat is de postbusfunctie? De postbusfunctie is een functie die u in staat stelt met de machine gescande originelen en gegevens afkomstig van een computer tijdelijk op te slaan. Documenten (gegevens) die in postbussen zijn opgeslagen, kunnen indien gewenst worden afgedrukt of verzonden.
Afdrukken
Verzenden
NETWERK
39
Originelen opslaan in een postbus
Start het scannen
Postbusfuncties
Selecteer een postbus
Log In/Out
Selectiescherm voor postbussen Druk op het nummer van de postbus om het gescande document op te slaan.
Druk op
.
Als het volgende scherm verschijnt, volgt u de instructies op dit scherm druk op voor elk origineel. Druk op [Gereed] zodra alle originelen zijn gescand.
Druk op [Scannen].
Als u een gebruikerspostbus met een ingesteld wachtwoord selecteert, voer dan het wachtwoord druk op [OK]. in Voor informatie over postbuswachtwoorden raadpleegt u e-Manual > Postbus.
Als u op [Scannen] drukt, wordt het scanscherm weergegeven en kunt u de gewenste scan modes instellen.
Wanneer het scannen is voltooid, verwijdert u uw originelen.
De opgeslagen gegevens worden na 3 dagen automatisch gewist (standaardinstelling). Deze instelling kan worden uitgeschakeld of naar wens worden aangepast. (Raadpleeg e-Manual > Basishandelingen.)
Als Afdeling ID beheer is ingesteld, drukt u op (Inloggen/Uitloggen).
Voor meer informatie over scaninstellingen raadpleegt u pag. 49 en 50.
Voor informatie over de Geheugen RX postbus en de Vertrouwelijke fax postbus raadpleegt u pag. 48.
40
Postbusfuncties
Afdrukken/verzenden van een document dat in een gebruikerspostbus is opgeslagen. Hieronder volgt een beschrijving van de basisprocedure voor het afdrukken en verzenden van documenten die in een gebruikerspostbus zijn opgeslagen. Voor meer informatie over de instellingen raadpleegt u de verwijzingen in elke procedure.
Gebruikerspostbus aangeven Er zijn drie typen postbussen en in elke postbus worden verschillende typen documenten opgeslagen. De opgeslagen documenten kunnen indien gewenst worden afgedrukt/verzonden.
1 2
Afdrukken
Verzenden
NETWERK Hierin worden documenten opgeslagen die door de machine zijn gescand alsmede gegevens die door een computer zijn verzonden.
Om af te drukken
Gebruikerspostbussen
Druk op [Postbus] selecteer het nummer van de gewenste gebruikerspostbus. Als er een wachtwoord voor de geselecteerde gebruikerspostbus is ingesteld, voer het druk op [OK]. wachtwoord dan in.
Geheugen RX postbus
Voor informatie over postbuswachtwoorden raadpleegt u e-Manual > Postbus.
Afdrukken
Verzenden
Gebruikerspostbus aangeven Als u de mode Geheugenslot instelt, dan worden ontvangen fax-/I-faxdocumenten eerst in de geheugen RX postbus opgeslagen, zonder ze af te drukken.
Afdrukken
* Documenten in de vertrouwelijke faxpostbus kunnen niet worden verzonden. Als u de functie Doorzendcondities instelt, kunnen documenten die voldoen aan de condities eerst worden doorgezonden naar een vertrouwelijke faxpostbus, zonder ze af te drukken.
Voor meer informatie over elk type postbus raadpleegt u e-Manual > Postbus.
41
2
Om te verzenden
Vertrouwelijke faxpostbus
1
Druk op [Postbus] selecteer het nummer van de gewenste gebruikerspostbus. Als er een wachtwoord voor de geselecteerde gebruikerspostbus is ingesteld, voer het druk op [OK]. wachtwoord dan in. Voor informatie over postbuswachtwoorden raadpleegt u e-Manual > Postbus.
Afdrukken/verzenden van een document dat in een gebruikerspostbus is opgeslagen.
Af te drukken documenten aangeven
Start afdrukken
Postbusfuncties
1
2 Afdrukscherm Selecteer de documenten in de volgorde druk op waarin u ze wilt afdrukken [Afdrukken]. Indien gewenst, kunt u ook afdruk modes instellen op het afdrukscherm of het scherm Wijzig prioriteitsinstellingen. Druk op [Initiële instellingen] op het scherm Wijzig prioriteitsinstellingen om alle ingestelde afdruk modes te annuleren. Voor meer informatie over de functies die u via het afdrukscherm en het scherm Wijzig prioriteitsinstellingen kunt instellen, raadpleegt u pag. 51 en 52.
Scherm Wijzig prioriteitsinstellingen Druk op [Start afdrukken].
Geef de te verzenden documenten aan
Start de verzending
1
1
2 2
Selecteer de gebruikerspostbus waarin de documenten die u wilt verzenden zich bevinden selecteer de documenten in de volgorde waarin u ze wilt verzenden druk op [Verzenden]
Geef de bestemmingen aan verzenden].
druk op [Start
U kunt de bestandsindeling voor het te verzenden document selecteren door op [Bestandsindeling] te drukken. Voor meer informatie over de instellingen voor de verzendfunctie raadpleegt u e-Manual > Verzenden/Faxen
42
Postbusfuncties
Wat u met deze machine kunt doen (scanscherm) Hieronder volgt een beschrijving van de basisprocedure voor het scannen van documenten naar gebruikerspostbussen. Voor meer informatie raadpleegt u e-Manual > Postbus. Om meer handige functies te gebruiken, drukt u op [Speciale functies] om toegang te krijgen tot het scherm met speciale functies.
Scanscherm
* De nummers in de illustraties verwijzen naar de uit te voeren handelingen.
Een naam aan een document toevoegen en opslaan
1
2
Wanneer u documenten zodanig wilt rangschikken dat u weet waar elk document over gaat, is het handig de documenten een naam te geven. Dit maakt het ook gemakkelijk te zien welk document u afdrukt. U kunt de naam van een document ook eenvoudig op een later tijdstip wijzigen.
Om een dubbelzijdig document te scannen
1
2
Selecteer het type origineel.
43
Plaats dubbelzijdige documenten in de aanvoer om te scannen.
Wat u met deze machine kunt doen (scanscherm)
Over documentpictogrammen Het pictogram aan de linkerzijde van elk document geeft aan op welke wijze het document was opgeslagen. Het controleren van deze pictogrammen stelt u in staat te bepalen hoe een document was opgeslagen.
‘Zwart’ CMYK
'Kleur’ of ‘Mixed’ CMYK
Postbusfuncties
Documenten zonder afdrukinstellingen Een document dat was gescand via het scanscherm van de functie Postbus of via het scherm met basisfuncties voor verzending en opgeslagen in een gebruikerspostbus. Als u afdrukinstellingen op het scherm Wijzig prioriteitsinstellingen opslaat, dan verandert dit pictogram bij documenten met het pictogram voor afdrukinstellingen.
‘Zwart’ of ‘Zwart ‘Kleur’ of ‘Mixed’ RGB en wit’ Documenten met afdrukinstellingen
‘Zwart’ CMYK
'Kleur’ of ‘Mixed’ CMYK
Een document dat in een gebruikerspostbus was opgeslagen met behulp van de kopieerfunctie of vanaf een computer. Als u de afdrukinstellingen van de "documenten zonder afdrukinstellingen" op het scherm Wijzig prioriteitsinstellingen wijzigt, verandert dit pictogram bij documenten met het pictogram voor documenten met afdrukinstellingen.
‘Zwart’ of ‘Zwart ‘Kleur’ of ‘Mixed’ RGB en wit’ Fax RX document Een faxdocument dat is doorgezonden naar of ontvangen in de geheugen RX postbus of de vertrouwelijke faxpostbus van de machine. Opgeslagen als “Fax RX document”.
I-fax RX document Een I-faxdocument dat is doorgezonden naar of ontvangen in de geheugen RX postbus of de vertrouwelijke faxpostbus van de machine. Opgeslagen als “I-fax RX document”.
44
Postbusfuncties
Wat u met deze machine kunt doen (scherm Wijzig afdrukinstellingen) Hieronder volgt een beschrijving van de handige functies die u kunt gebruiken bij het afdrukken van documenten. Voor meer informatie raadpleegt u e-Manual > Postbus. Om meer handige functies te gebruiken, drukt u op [Speciale functies] om toegang te krijgen tot het scherm met speciale functies.
Scherm Wijzig prioriteitsinstellingen
* De nummers in de illustraties verwijzen naar de uit te voeren handelingen.
Om een voorbeeldafdruk te maken * Wanneer u [Voorbeeldafdruk] instelt om een voorbeeld af te drukken voordat u meerdere documenten afdrukt, zorg dan dat u [Documenten samenvoegen] instelt.
1
2
3
Om één set af te drukken, drukt u op [Alle pagina‘s]. Om alleen de aangegeven pagina‘s af te drukken, drukt u op [Aangegeven pagina‘s].
Druk op [Start afdrukken] om één set of de aangegeven pagina‘s af instellingen af te drukken. Om de instellingen te wijzigen nadat u de voorbeeldafdruk heeft gecontroleerd, drukt u op [Wijzig instellingen].
4
Nadat u de instellingen heeft bewerkt, drukt u op [Gereed].
5
Om een ander voorbeeld af te drukken, drukt u op [Voorbeeldafdruk] Dit stelt u in staat de wijzigingen die u in de instellingen heeft aangegeven te bevestigen.
6
Om de resterende sets af te drukken, drukt u op [Start afdrukken].
45
Wat u met deze machine kunt doen (scherm Wijzig afdrukinstellingen)
Om een document automatisch te wissen nadat het is afgedrukt
[Wis doc. na afdrukken] geeft u de garantie dat belangrijke documenten niet in de machine achterblijven, door ze te wissen nadat ze zijn afgedrukt.
Selecteer [Documenten samenvoegen].
Dit stelt u in staat meerdere documenten als één document af te drukken, zelfs als ze met verschillende programma's zijn gemaakt. U kunt ook de documentlayout instellen wanneer u op beide zijden van het papier afdrukt.
2
1
Druk op [2-Zijdig afdrukken].
Postbusfuncties
Om meerdere documenten tegelijk af te drukken
3
Om afgedrukte documenten in sets uit te voeren Wanneer u materiaal naar meerdere mensen wilt versturen ten behoeve van presentaties etc., dan kunt u de machine zodanig instellen dat deze automatisch meerdere pagina's in sets uitvoert. U kunt ook de mode Nieten gebruiken om deze sets automatisch te nieten.
1 2
Om de sets te nieten, drukt u op [Nieten] en selecteert u de manier waarop het nieten moet worden uitgevoerd.
3
4 5
Om documenten die in een gebruikerspostbus zijn opgeslagen te bekijken
2
1
3
Dit stelt u in staat documenten die in een postbus zijn opgeslagen te bekijken. Wanneer een document uit meerdere pagina's bestaat, kunt u het pagina voor pagina bekijken. Om tekst met kleine letters te bekijken, gebruikt u om het beeld te vergroten. U kunt ook de UI op afstand van de machine gebruiken om documenten die in gebruikerspostbussen zijn opgeslagen te bekijken.
46
Postbusfuncties
Overzicht postbusfunctie Er zijn drie typen postbussen als u de postbusfunctie gebruikt: gebruikerspostbussen, vertrouwelijke faxpostbussen en de geheugen RX postbus. Voor meer informatie over de hier beschreven functies raadpleegt u e-Manual > Postbus, Fax verzenden.
Selectiescherm voor postbussen 1
Gebruikerspostbus Stelt u in staat gescande documenten op te slaan en ze vervolgens af te drukken of te verzenden.
1 2
Geheugen RX postbus 2
Stelt u in staat ontvangen fax- en I-faxdocumenten op te slaan en ze indien gewenst af te drukken of te verzenden. 3
3
Vertrouwelijke fax postbus Documenten die overeenkomen met de ingestelde doorzendcondities worden doorgezonden naar een vertrouwelijke faxpostbus. Opgeslagen documenten die overeenkomen met de ingestelde doorzendcondities worden doorgezonden naar een vertrouwelijke faxpostbus.
Selectiescherm voor documenten in de gebruikerspostbus 1
Wis selectie Druk hierop om uw selectie te annuleren en een ander document te selecteren. Wijzigt in [Alles selecteren (max. 100 doc.)] als u geen enkel document heeft geselecteerd.
2
Druk op deze toets om het geselecteerde document af te drukken. Gebruik het scherm Wijzig prioriteitsinstellingen om op beide zijden van het papier af te drukken, een boekje af te drukken, de layout te wijzigen of de afwerkopties te wijzigen.
3
6 7 8 9
Afdrukken 1 2 3
Verplaatsen/Dupliceren Druk hierop om het geselecteerde document te kopiëren of te verplaatsen naar een andere gebruikerspostbus.
4 6
5
Details Druk hierop voor informatie over het document.
4
Scannen Druk hierop om een document te scannen en op te slaan. U kunt ook de functies op het scanscherm gebruiken om het scannen te vergemakkelijken.
7
Druk hierop om een ongewenst document te wissen. 8
5
Wissen
Lijst afdrukken: Druk op deze toets om een lijst af te drukken van de in een gebruikerspostbus opgeslagen documenten.
Verzenden (zie pag. 41 en 42) Druk hierop om een gescand document te verzenden 9
Menu Bewerken Druk hierop om het geselecteerde document te bewerken (pagina bekijken, samenvoegen en opslaan, document invoegen of pagina wissen).
47
Overzicht postbusfunctie
Scherm Geheugen RX postbus/Selectiescherm voor documenten in de geheugen RX postbus Documenten die zijn ontvangen met ingesteld geheugenslot zijn opgeslagen in de geheugen RX postbus. Documenten die niet konden worden verzonden vanwege een fout worden ook hier opgeslagen.
1
Postbusfuncties
5 6
2 3 4 1
Wis selectie
3
4 2
Verzenden Druk hierop om een ontvangen document te verzenden.
I-fax geheugenslot/Fax geheugenslot Druk hierop om ontvangen fax- en I-faxdocumenten in de geheugen RX postbus op te slaan. U kunt ook separate instellingen (Geheugenslot) voor fax- en I-faxdocumenten aangeven.
Afdrukken Druk hierop om de ontvangen documenten af te drukken. Afgedrukte documenten worden automatisch gewist.
Druk hierop om uw selectie te annuleren en een ander document te selecteren. Wijzigt in [Alles selecteren (max. 32 doc.)] als u geen enkel document heeft geselecteerd.
5
Details Druk hierop voor informatie over het document.
6
Wissen Druk hierop om een ongewenst document te wissen.
Vertrouwelijke faxpostbus/Selectiescherm voor documenten in een vertrouwelijke faxpostbus Wanneer u een vertrouwelijke faxpostbus heeft aangegeven in de doorzendcondities, dan worden ontvangen faxen die overeenkomen met de condities doorgezonden naar en opgeslagen in die vertrouwelijke faxpostbus.
2 3 1
1
Afdrukken Druk hierop om een doorgezonden document dat in een vertrouwelijke faxpostbus is opgeslagen af te drukken.
2
3
Wissen Druk hierop om een document dat is opgeslagen in een vertrouwelijke faxpostbus te wissen.
Details Druk hierop voor informatie over een document dat is opgeslagen in een vertrouwelijke faxpostbus.
48
Postbusfuncties
Overzicht postbusfunctie
Documenten opslaan in een gebruikerspostbus Gebruik het scanscherm en het scherm met speciale functies voor het aan geven van scaninstellingen voor de postbusfunctie. Voor meer informatie raadpleegt u e-Manual > Postbus.
Selectiescherm voor documenten
Scanscherm 1
1
Keuzelijst Kleurselectie Druk hierop om te selecteren of het origineel in kleur of zwart-wit moet worden gescand. U kunt ook selecteren of er automatisch moet worden gedetecteerd of het een kleuren- of zwart-wit origineel betreft.
2 3 4 2
7
5
8 9
Selecteer documentformaat Druk hierop om het formaat van het originele document te selecteren.
3
6
Zoompercentage Druk hierop om het kopieformaat te verkleinen of te vergroten.
10
4
1:1 Druk hierop om het zoompercentage te resetten naar 100%.
Scherm met speciale functies 1
1
6
2
7 8
3 4 5
Twee-pagina scheiding Druk hierop om naast elkaar liggende pagina's uit een geopend boek te scannen en op separate vellen papier te plaatsen.
2
Boekje scannen Druk hierop om originelen zo te scannen dat de pagina's na te zijn afgedrukt kunnen worden gebruikt om een boekje te maken.
9 10 3
Verschillende origineelformaten Druk hierop om originelen met verschillende formaten te scannen.
49
Overzicht postbusfunctie
Er zijn diverse typen opgeslagen documenten: documenten die zijn gescand via de glasplaat, documenten die zijn opgeslagen via het verzendscherm en documenten die zijn verzonden vanaf computers. U kunt JPEG, TIFF, PDF of XPS als bestandsindeling selecteren voor het document dat u wilt verzenden. Als u PDF selecteert als de bestandsindeling, kunt u ook de OCR (Doorz. tekst), Encrypt en/of Dig. handtek. toevoegen modes aangeven.
* Documenten die zijn opgeslagen in een postbus met een resolutie anders dan 600 x 600 dpi kunnen niet worden verzonden als in de bestemming een faxadres is opgenomen.
5
2-Zijdig origineel (zie pag. 43)
8
Druk hierop om dubbelzijdige originelen te scannen.
6
Documentnaam (zie pag. 43)
9
Druk hierop om een naam aan een document toe te voegen en op te slaan. Voer de documentnaam in met behulp van het touch panel display.
7
Contrast aanpassen
Opdrachtsamenstelling Druk hierop om originelen te scannen die niet in één keer kunnen worden geplaatst, door ze in meerdere batches te verdelen. Nadat alle batches zijn gescand, worden de originelen als één document opgeslagen.
Speciale functies Druk op deze toets om een Speciale functies mode te selecteren.
10
Initiële instellingen Druk hierop om alle instellingen tegelijk te annuleren. De machine herstelt de standaard lokale afdrukinstellingen
Druk hierop om de scanbelichting handmatig te regelen. Druk op [A] om de automatische belichting te selecteren of te annuleren.
4
Keuzelijst Type origineel Druk hierop om het type origineel handmatig te selecteren voor het type afbeelding dat u wilt gaan scannen.
7
Beeldcombinatie Druk hierop om twee, vier of acht originelen automatisch te verkleinen naar een enkel- of dubbelzijdig vel papier.
8
Beeldscherpte Druk hierop om originele afbeeldingen met een hoger of lager contrast te scannen.
5
Programmageheugen
9
Druk hierop om scanmodes op te slaan of op te roepen.
6
Randverwijdering Druk op deze toets om de donkere randen en strepen rond het gekopieerde origineel of schaduwen van inbindgaten te verwijderen.
Nega/Posi Druk hierop om de originele afbeelding op te slaan met alle zwarte en witte delen omgedraaid.
10
Beeldkwal. Aanpassing Druk hierop om kopieën te maken waarbij de achtergrondkleur van het origineel wordt gewist.
50
Postbusfuncties
Verzendscherm
Postbusfuncties
Overzicht postbusfunctie
Afdrukken van documenten die in een gebruikerspostbus zijn opgeslagen Gebruik het afdrukscherm, het scherm Wijzig afdrukinstellingen en het scherm met speciale functies wanneer u documenten die in een gebruikerspostbus zijn opgeslagen wilt afdrukken. Voor meer informatie raadpleegt u e-Manual > Postbus.
Selectiescherm voor documenten
Scherm voor wijzigen van afdrukinstellingen 1
Druk hierop om een voorbeeldset af te drukken voordat u meerdere sets documenten afdrukt.
6
1
Voorbeeldafdruk (zie pag. 45)
7 2
8
2
Papierselectie Druk hierop om het papierformaat te selecteren.
3 9
4 5
10
3
Afwerken (zie pag. 46) Druk hierop om de mode Sorteren, Groeperen of Nieten te selecteren.
Scherm met speciale functies 1
1 2 3 4 5
6 7 8 9
Omslag/opdrachtscheidingsblad Druk hierop om omslagen, invoegbladen of hoofdstukpagina's tussen de aangegeven pagina's toe te voegen. Weergegeven als [Omslag/Invoegblad] indien er slechts één document is geselecteerd.
2
Boekje Druk op deze toets als u verschillende originelen wilt kopiëren en van deze kopieën een boekje wilt maken.
3
Formuliercompositie Druk hierop om een in het geheugen opgeslagen afbeelding over de originele afbeelding af te drukken.
51
Overzicht postbusfunctie
Afdrukscherm
4
2-Zijdig afdrukken (zie pag. 46)
8
Druk hierop om op beide zijden van het papier af te drukken.
5
Postbusfuncties
Op het afdrukscherm kunt u instellingen aangeven voor het maken van een voorbeeldafdruk, het afdrukken van sets of het automatisch wissen een document nadat het is afgedrukt. Druk op [Wijzig prioriteitsinstellingen] om het scherm Wijzig prioriteitsinstellingen weer te geven. Gebruik het scherm Wijzig afdrukinstellingen wanneer u de layout van de afdrukken wilt wijzigen.
Documenten samenvoegen (zie pag. 46) Druk hierop om meerdere documenten als één document af te drukken. U kunt deze mode ook samen met de modes 2-Zijdig afdrukken en Omslag/Invoegblad gebruiken.
Opslaan prioriteits- Instellingen Druk hierop om de afdrukinstellingen voor een document op te slaan.
9
Initiële instellingen Druk hierop om alle instellingen te annuleren. De machine keert terug naar de standaard scan mode.
6
Origineelinstellingen Druk hierop om terug te keren naar het afdrukscherm. Alle instellingen worden eveneens geannuleerd.
7
10
Speciale functies Druk op deze toets om een Speciale functies mode te selecteren.
Wis doc. Na het afdrukken (zie pag. 46) Druk hierop om het document automatisch te wissen nadat het is afgedrukt.
4
Beveiligd watermerk
7
Druk hierop om verborgen tekst op te nemen in de achtergrond van een afdruk.
5
Programmageheugen
8
Druk op deze toets om kopieermodi op te slaan of op te roepen.
6
Marge Druk hierop om marges aan te brengen langs de randen van een afdruk.
Beeldverschuiving Druk hierop om de complete afbeelding naar een positie te verschuiven die u met behulp van de numerieke toetsen aangeeft. U kunt de verschuivingsrichting voor de voor- en achterzijde van de kopie aangeven.
Watermerk/Datum afdrukken Druk hierop om het watermerk en de datum aan een afdruk toe te voegen.
9
Pg. /Sets kop. nummering Druk hierop om pagina- en kopiesetnummers aan een afdruk toe te voegen.
52
Annuleren van opdrachten
Hoe annuleert u een opdracht
Typen opdrachten afgedrukt door de machine omvatten kopieergegevens, gegevens afkomstig van computers, postbusgegevens, ontvangen fax-/I-faxdocumenten en rapporten. Annuleer deze opdrachten via het weergegeven scherm indien u op [Systeem monitor] drukt. U kunt ook verzend-/ontvangstopdrachten via dat scherm annuleren. Afdrukopdrachten kunnen ook worden geannuleerd door op [Afdrukopdracht] aan de bovenzijde van het touch panel display te drukken.
* De nummers in de illustraties verwijzen naar de uit te voeren handelingen.
Om opdrachten te annuleren die worden afgedrukt/wachten om te worden afgedrukt ([Systeem monitor]) Om een opdracht te annuleren die wordt afgedrukt/wacht om te worden afgedrukt, selecteert u met behulp van de toetsen aan de onderzijde van het scherm Systeem monitor [Kopiëren] of [Afdrukken] en drukt u vervolgens op [Status].
2
Bij een kopieeropdracht kunt u het scannen of afdrukken annuleren door [Kopiëren] te selecteren.
1
Selecteer de opdracht die u wilt annuleren en druk op [Annuleren]. 3 * Het is niet mogelijk meerdere opdrachten tegelijk te selecteren en te annuleren. Annuleer de opdrachten één voor één.
4 Voor meer informatie over het annuleren van opdrachten via het scherm Systeem monitor raadpleegt u e-Manual > Basishandelingen.
53
Hoe annuleert u een opdracht
Om opdrachten te annuleren die worden afgedrukt/wachten om te worden afgedrukt ([Afdrukopdracht])
Als u een login service gebruikt, verschijnt [Mijn opdrachtstatus]. 2
1
3
4
Annuleren van opdrachten
U kunt ook opdrachten annuleren die worden afgedrukt of wachten om te worden afgedrukt door op het touch panel display op [Afdrukopdracht] te drukken. Druk op [Status] en selecteer uit de keuzelijst het type opdracht dat u wilt annuleren.
Voor meer informatie over het annuleren van opdrachten via het scherm [Afdrukopdracht] raadpleegt u e-Manual > Afdrukken.
Om opdrachten te annuleren die worden verzonden/ontvangen Om opdrachten te annuleren die worden verzonden/ontvangen, selecteert u met behulp van de toetsen aan de onderzijde van het scherm Systeem monitor [Verzenden] of [Faxen]. Bij een faxopdracht drukt u op [Status verzendopdr.] of [Status ontvangstopdr.]. Bij een verzendopdracht drukt u op [Status].
2 3
4 1 * Selecteer de opdracht die u wilt annuleren en druk op [Annuleren]. Het is niet mogelijk meerdere opdrachten tegelijk te selecteren en te annuleren. Annuleer de opdrachten één voor één.
5
Als een opdracht naar meerdere bestemmingen wordt verzonden, controleer de bestemmingen dan nadat u op [Annuleren] heeft gedrukt en selecteer vervolgens [Alles annuleren] of [Annul. huidige opdr]. Als u [Annul. huidige opdr] selecteert, worden de opdrachten die op dat moment worden verzonden geannuleerd.
Voor meer informatie over het annuleren van opdrachten die worden verzonden/ontvangen, raadpleegt u e-Manual > Verzenden/Faxen.
54
Extra functies Druk op op het bedieningspaneel om het scherm met aanvullende functies weer te geven. Op het scherm met aanvullende functies kunt u de diverse instellingen van de machine aanpassen. Voor meer informatie over de hier beschreven functies raadpleegt u de e-Manual. Houd er rekening mee dat het scherm met aanvullende functies uit diverse schermen is opgebouwd. Schakel tussen de schermen met behulp van de [ ] en [ ] knoppen.
2
Tijdinstellingen
Druk hierop om de diverse tijdgerelateerde instellingen voor de machine aan te geven, zoals de tijd die verstrijkt voordat de machine in de Sluimer mode gaat.
3
1
Standaard instellingen
Druk hierop om de instellingen aan te geven die gemeenschappelijk gelden voor de functies Kopiëren, Postbus, Verzenden en Fax.
Aanpassen/Reinigen
Druk hierop om fijnafstellingen voor de zoomfunctie aan te geven, het contrast aan te passen of de reinigingsprocedure voor de machine uit te voeren.
4
Rapportage-instellingen
Druk hierop om de afdrukcondities voor het afdrukken van een TX rapport en activiteitenrapport in te stellen of om de inhoud van het adresboek of aanvullende functies af te drukken.
55
5
Systeeminstellingen
Druk hierop om de systeeminstellingen, instellingen voor Afdeling ID beheer en netwerkinstellingen aan te geven.
Extra functies
Log In/Out
Bedieningspaneel
Kopieerinstellingen
Druk hierop om de instellingen voor de kopieerfunctie aan te geven.
7
Communicatie-instellingen
Aanvullende functies
6
Druk hierop om de standaard communicatie-instellingen conform uw wensen op te slaan of te bewerken.
8
Postbusinstellingen
Druk hierop om de instellingen voor de postbusfunctie te bewerken.
10
Adresboekinstellingen
Druk hierop om de instellingen voor het adresboek of snelkiestoetsen op te slaan of te bewerken.
9
Printerinstellingen
Druk hierop om de instellingen voor de afdrukfunctie aan te geven.
56
CANON INC. 30-2, Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan Europe, Africa and Middle East
CANON EUROPA N.V. Postbus 2262, 1180 EG Amstelveen, Nederland Nederland:
CANON NEDERLAND NV Neptunusstraat 1, 2132 JA Hoofddorp, Tel. 023 - 5670123, Fax 023 - 5670124 België:
CANON BELGIUM NV/SA Berkenlaan 3, B-1831 Diegem, Belgium, Tel. 02/722 04 11, Fax. 02/721 32 74 Groot-Hertogdom-Luxemburg:
CANON LUXEMBOURG SA 21, Rue des Joncs, 1818 Howald, Tel. 352/48 47 96 222, Fax. 352/48 99 76, E-mail:
[email protected]
USRM1-3373-00
© CANON INC. 2008