Een goed milieurapport voor Vlaanderen? Feiten en cijfers over de milieutoestand in Vlaanderen, nu en in de toekomst Michiel Van Peteghem Afdelingshoofd ALMC Vlaams Milieuforum, Essenscia Vlaanderen/Voka 28 mei 2015
01/06/2015 4
Overzicht Introductie MIRA, milieurapportering in Vlaanderen Vinger aan de pols: toestand van leefmilieu Indicatoren en DPSIR-kader Een greep uit de brede waaier van milieu-indicatoren Vlaanderen binnen Europa Eco-efficiëntie van Vlaanderen Blik op de toekomst: toekomstverkenningen Scenario’s Vlaanderen is geen eiland: Megatrends Milieu-vooruitzichten voor Europa
Milieurapportering Sinds 1994
01/06/2015 6
MIRA: Milieurapportering Vlaanderen Sinds 1994, Vlaamse Milieumaatschappij Wetenschappelijke onderbouwing van het milieubeleid (‘evidence-based policy’) Decretale taakstelling in drie delen 1. Beschrijving, analyse en evaluatie van de toestand van het leefmilieu 2. Evaluatie van het gevoerde milieubeleid 3. Beschrijving van de verwachte ontwikkelingen van het milieu bij ongewijzigd en gewijzigd beleid Bovendien moet aan de milieurapporten een ruime bekendheid worden gegeven
7
8
“Vinger aan de pols” Indicatoren als meetinstrument Criteria: beleidsrelevant, doelbereiking, wetenschappelijke degelijkheid, databeschikbaarheid, gebiedsdekkend, continuïteit
9
“Vinger aan de pols” DPSIR-keten als analysekader
10
DPSIR-keten in close-up
01/06/2015
11
VINGER AAN DE POLS CAPITA SELECTA TOESTANDSINDICATOREN
Vinger aan de pols - toestand Klimaatverandering en energiegebruik Belang ontkoppeling Luchtkwaliteit Waterkwaliteit Bodemafdichting Bedrijfsafval Milieu en gezondheid Eco-efficiëntie
01/06/2015
13
Klimaat & energie
Klimaatverandering
Helft van de uitstoot afkomstig van industrie en energie(productie) Emissie van transport blijven stijgen
01/06/2015
15
Energiegebruik
Buitenklimaat en activiteitsniveau bepalende factoren Uiteenlopende evoluties per sector Impact van financieel-economische crisis 16
Belang van ontkoppeling
17
Energie- en koolstofintensiteit
Vlaamse economie een kwart minder koolstofintensief dan in 2000 Ondanks daling blijft Vlaanderen erg energie-intensief 18
Hernieuwbare energie
19
Hernieuwbare energie
20
Luchtkwaliteit
Impact luchtverontreiniging: gezondheid, natuur
Luchtkwaliteit: fijn stof
23
Luchtkwaliteit: NO2
Intens wegverkeer leidt tot verhoogde NO2-concentraties
24
Toetsing luchtkwaliteit Europese richtlijnen - 2014 2008/50/EG - grenswaarde
Gemiddelde op basis van
geldig uur
SO2 NO2 PM10 PM2,5 CO Pb benzeen 2008/50/EG - streefwaarde O3 2004/107/EG - streefwaarde As Cd Ni B(a)P
ja
V
ja 2015 ja 2015
V
jaar
V
V V O V V
V
V V V uur
8-uur
ja
V
langetermijn
O
geldig
dag
V
ja ja ja geldig
8-uur
alarmdrempel
uur
dag
jaar
alarmdrempel V
8-uur
ja ja ja ja
dag
jaar O O O V
25
alarmdrempel
Toetsing gezondheidsnormen WGO-richtlijnen - 2013 uur
Gemiddelde op basis van 8-uur dag
SO2 NO2
jaar
O (15/33) O (3/59)
O (2/59)
PM10
O (36/36)
O (36/36)
PM2,5
O (13/13)
O (13/13)
CO O3
V O (19/19)
Pb
V
Cd
O (1/16)
Hg
V
Mn
V
26
Toetsing normen vegetatie 2013 EU - 2008/50/EG SO2 - kritiek niveau NO2 - kritiek niveau O3 - streefwaarde O3 - langetermijndoelstelling VLAREM
Voldaan ? V O (1/9 meetstations) V O (14/19 meetstations) O (71% Vlaamse akkers) Voldaan ?
totale verzurende depositie
O (9/9 meetposten)
totale vermestende depositie
O (9/9 meetposten)
WGO ammoniak Wetenschappelijke aanbeveling ammoniak
Voldaan ? V Voldaan ? O (10/17 meetstations)
27
Luchtkwaliteit: Europa
28
Luchtkwaliteit: Europa
01/06/2015
29
Waterkwaliteit
Kwaliteit oppervlaktewater
Belasting oppervlaktewater door huishoudens blijft dalen Gunstige trend belasting oppervlaktewater door bedrijven zet zich opnieuw door Verliezen van stikstof en fosfor uit landbouw in mindere mate gedaald 31
Kwaliteit OW - Zuiveringsgraad
Sterke stijging zuiveringsgraad
01/06/2015
32
Kwaliteit oppervlaktewater
Goede ecologische toestand nog veraf 01/06/2015
33
Kwaliteit oppervlaktewater
01/06/2015
34
Bodem
Bodemafdichting
Vlaanderen voor 13 % afgedicht Na Malta de grootste graad van afdichting in Europa 01/06/2015
36
Bodemafdichting
01/06/2015
37
Afval
Bedrijfsafval
01/06/2015
39
Huishoudelijk afval hoeveelheid huishoudelijk afval (miljoen ton)
3,5 hergebruik
3,0 2,5
compostering/vergisting
2,0
recyclage
1,5
voorbehandeling (drogenscheiden)
1,0 verbranding
0,5 storten
0,0 2000
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
2000: exclusief klein gevaarlijk afval
01/06/2015
40
Huishoudelijk afval: recyclage
01/06/2015
41
Huishoudelijk afval: productie
01/06/2015
42
Milieu & gezondheid, eco-efficiëntie
Milieu & Gezondheid
Fijn stof en geluid hebben grootste gezondheidseffecten 01/06/2015
44
Eco-efficiëntie van Vlaanderen index (2000 = 100) 120 110
bruto binnenlands product (BBP) bruto binnenlands energiegebruik
100
waterverbruik (excl. koelwater) huishoudelijk afval
90
bedrijfsafval 80
emissie broeikasgassen emissie verzurende stoffen
70
emissie PM2,5 netto emissie N in oppervlaktewater
60
netto emissie CZV in oppervlaktewater 50 40 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
01/06/2015
45
BLIK OP DE TOEKOMST Milieutoekomstverkenningen - megatrends
01/06/2015 46
“Blik op de toekomst” Keuzes van vandaag bepalen mee de toekomst van (over)morgen Hoe zal milieu evolueren in de toekomst en welke impact kan het beleid hierop hebben? Scenariostudies: Scenario’s: plausibele beschrijvingen van de toekomst op basis van ‘als-dan’-veronderstellingen MIRA S 2000 Milieuverkenning 2030 (in 2009)
01/06/2015
47
Beleidsscenario’s Milieuverkenning 2030
01/06/2015
48
“Samenleving wordt complexer en verandert steeds sneller”*
* MIRA Milieuverkenning 2030 01/06/2015
49
Megatrends: ingrijpend maar ook ongrijpbaar? Hoe beïnvloeden ze het milieu in Vlaanderen?
Wat zijn megatrends • Tijdshorizon: over meerdere
decennia • Omvang: sociale, technologische, economische, milieu- en politieke dimensies • Intensiteit: ingrijpende gevolgen voor huidige organisatie en toekomstige veerkracht samenleving
Zes megatrends Veranderende demografische evenwichten Versnelde technologische ontwikkelingen Toenemende tekorten aan grondstoffen en hulpbronnen Toenemende multipolariteit in de samenleving Klimaatverandering Toenemende kwetsbaarheid van systemen
01/06/2015
54
01/06/2015
55
Vier hoofdboodschappen 1. Megatrends werken onvermijdelijk in op
Vlaanderen en bepalen mee de milieukwaliteit 2. De doorwerking van de zes megatrends op het milieu in Vlaanderen gebeurt vooral via vier belangrijke maatschappelijke systemen 3. Megatrends verhogen de noodzaak om de vier maatschappelijke systemen duurzamer, veerkrachtiger en dus toekomstbestendiger te maken 4. Het beleid speelt een belangrijke rol in het adequaat en succesvol omgaan met megatrends
Multifunctioneel ruimtegebruik
01/06/2015
59
Multifunctioneel ruimtegebruik
01/06/2015
60
01/06/2015
63
66
Kringloopeconomie
01/06/2015
69
01/06/2015
70
01/06/2015
71
Vooruitzichten Europa
01/06/2015 72
Toekomstvisie 7e MAP “In 2050 leiden we een goed leven, binnen de ecologische grenzen van
de planeet. Onze welvaart en onze gezonde natuurlijke omgeving zijn te danken aan een innovatieve kringloopeconomie waarin niets wordt verspild en waarin natuurlijke hulpbronnen duurzaam worden beheerd
en de biodiversiteit wordt beschermd, naar waarde geschat en hersteld op manieren die de veerkracht van onze samenleving versterken. Onze
koolstofarme groei is al lang losgekoppeld van het gebruik van hulpbronnen en geeft de toon aan voor een veilige en duurzame mondiale maatschappij.”
01/06/2015
73
EEA, SOER 2015 74
Energie: efficiëntie stijgt, maar verbruik
GDP
Energie verbruik Energieefficiëntie
Source: EEA (CSI 028)
Huizen energie-efficiënter, maar groter druk op land, water en materialen 1,3 Index 1990 = 1
Oppervlakte
1,2
1,1
Energie verbruik
1
Total energy consumption of housing stock for space heating
Energy consumption per dwelling for space heating Energy consumption per m2 for space heating
0,9
0,8
Efficiëntie 0,7
Source: SCP023 indicator (draft)
Growth in floor area of housing (19 EU countries)
Auto’s zijn efficiënter, maar grondstoffenverbruik toegenomen 160
Index, 1990 = 100 150
Groei GDP (fixed prices)
140 Total car km travelled
130 120 110
Grondstoffenverbruik
100
Specific fuel consumption of average car (litres/km) Total CO2 emissions of cars
90
Efficiëntie 80
Total fuel consumption of private cars
Stock of cars
Eco-industrie stijgt, ondanks recessie
170
Eco-industry value added
160
150
Eco-industry employment
140
130
120
Total EU GDP
© Daniel Danko, Environment & Me /EEA
110
Total EU employment
100
90 2000
2001
2002
Source: Eurostat, 2014.
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Dank voor uw aandacht www.milieurapport.be
[email protected]
MILIEUFORUM 28 MEI 2015
De Milieu-inspectie in Vlaanderen: organisatie, werking, resultaten, planning, nieuwe tendensen en uitdagingen
Paul Bernaert, afdelingshoofd Martine Blondeel, diensthoofd Hoofdbestuur
De afdeling Milieu-inspectie?
De afdeling Milieu-inspectie situeert zich binnen het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (dept LNE).
De afdeling Milieu-inspectie?
De afdeling Milieu-inspectie situeert zich binnen het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (dept LNE).
De afdeling Milieu-inspectie is in Vlaanderen het belangrijkste toezichts- en handhavingsorgaan voor de milieuhygiënewetgeving.
Handhaving Handhaving is het doen naleven van regels. Handhaving is het door toezicht en het toepassen van (of dreigen met) bestuursrechtelijke, strafrechtelijke of privaatrechtelijke middelen bereiken dat algemeen geldende rechtsregels en individueel geldende voorschriften worden nageleefd. Is toezicht onderdeel van handhaving?
Ja, in de brede definitie: handhaving begint met toezicht. Neen, in een nauwere definitie: handhaving volgt op toezicht. nadruk op preventieve karakter van toezicht Hoe dan ook, beide zijn deel van de ‘compliance assurance chain’.
Toezicht Toezicht is het verzamelen van informatie over de vraag of een handeling of zaak voldoet aan de daaraan gestelde eisen en het zich daarna vormen van een oordeel daarover.
Het uitoefenen van toezicht is een proactieve handeling met als eerste doel het nalevingsgedrag te verbeteren en schendingen van de regelgeving te voorkomen.
Handhaving: curatief of punitief?
Handhaving (in enge betekenis) is de naleving bereiken van algemeen geldende rechtsregels en individueel geldende voorschriften door de toepassing van (of de dreiging met) bestuursrechtelijke, strafrechtelijke of privaatrechtelijke middelen. Curatieve handhaving
heeft de terugkeer naar normconformiteit en de voorkoming van herhaling als finaliteit verloopt vooral via het bestuursrecht
Punitieve handhaving beoogt in essentie leedtoevoeging
kan verlopen via strafrecht en via bestuursrecht
Het milieuhandhavingsdecreet (MHD) regelt sinds 1 mei 2009 het toezicht op en de handhaving van zowat alle milieuhygiëne- en milieubeheerwetgeving
is titel XVI van het decreet algemene bepalingen inzake milieubeleid geeft verschillende categorieën van toezichthouders de algemene maar uitdrukkelijke opdracht toe te zien op de naleving van de milieuregelgeving
wijst via het milieuhandhavingsbesluit (MHB) toezichtopdrachten toe aan elke categorie van toezichthouders
Voor de milieuhygiënewetgeving kregen de toezichthouders van de afdeling Milieu-inspectie de ruimste toezichtopdrachten.
En de lijst blijft groeien…
De afdeling Milieu-inspectie?
De afdeling Milieu-inspectie situeert zich binnen het departement Leefmilieu, Natuur en Energie.
De afdeling Milieu-inspectie is in Vlaanderen het belangrijkste toezichts- en handhavingsorgaan voor de milieuhygiënewetgeving.
De afdeling Milieu-inspectie heeft haar organisatie en werking afgestemd op haar opdracht. tweeledige organisatie: verticaal en horizontaal
Organisatie Verticaal (hiërarchische structuur) afdelingshoofd en stafmedewerkers
hoofdbestuur: zorgt voor de opmaak van de jaarplanning, coördineert en ondersteunt via de werkgroepen de buitendiensten bij de uitvoering ervan, zorgt voor kennisbeheer en terugkoppeling naar beleid, … 5 buitendiensten: focus op uitvoeren van controles en nemen van maatregelen toezicht zwarerisicobedrijven: belangrijkste taak is planmatige en systematische controle van Seveso-inrichtingen
Horizontaal werkgroepen vertegenwoordigers van buitendiensten en hoofdbestuur garantie voor een gecoördineerde en uniforme aanpak
coördinatie van de GPBV-controles
Organisatie Afdelingshoofd
Toezicht zwarerisicobedrijven
BD Antwerpen
BD Limburg
BD Oost-Vlaanderen
BD Vlaams-Brabant
BD West-Vlaanderen
Hoofdbestuur Milieuthematische werkgroepen - sectoroverschrijdend • afval • ketenteam • dierlijke bijproducten • bodem en grondwater • geluid-, trillinghinder en windmolens • genetisch gemodificeerde organismen • lucht – geleide emissies • lucht – diffuse emissies • lucht – fugitieve emissies • ozonafbrekende stoffen + gefluoreerde broeikasgassen • water • energie • milieuzorgsystemen • IMJV GPBV- sectorale werking - milieuthemaoverschrijdend • GPBV industrie • GPBV landbouw Logistiek en financiën
Stafmedewerkers • personeel • ICT
De afdeling Milieu-inspectie?
De afdeling Milieu-inspectie situeert zich binnen het departement Leefmilieu, Natuur en Energie.
De afdeling Milieu-inspectie is in Vlaanderen het belangrijkste toezichts- en handhavingsorgaan voor de milieuhygiënewetgeving.
De afdeling Milieu-inspectie heeft haar organisatie en werking afgestemd op haar opdracht. tweeledige organisatie: verticaal en horizontaal werking: activiteiten uitgedrukt in processen milieuhygiëneregelgeving handhaven (toezicht houden, maatregelen nemen, melden en informeren i.f.v. sanctionering) verzekeren van permanentie en respons i.f.v. de handhaving bijdragen aan de voorbereiding en evaluatie van het beleid en de regelgeving m.b.t. milieuhygiëne voorbereiden en evalueren van het handhavingsbeleid en de handhavingsregelgeving m.b.t. milieuhygiëne ondersteunen van andere handhavingsactoren
MI-proces 1 in woorden Milieuhygiëneregelgeving handhaven Toezicht houden en maatregelen nemen focus op curatieve handhaving
(heeft de terugkeer naar normconformiteit en de voorkoming van herhaling als finaliteit)
Melden en informeren i.f.v. sanctionering ingang naar punitieve handhaving (beoogt in essentie leedtoevoeging)
MI-proces 1 in beeld voorschrift
dreigende schending voorschrift waarneming
vaststelling
aanmaning schending voorschrift
aanzienlijk risico voor mens of milieu veiligheidsmaatregel
raadgeving
milieumisdrijf milieu-inbreuk
bestuurshandeling met discretionaire bevoegdheid
bestuurlijke maatregel PV VvV
MI-proces 1 in cijfers Nadruk op (controle van) hinderlijke inrichtingen Aantal hinderlijke inrichtingen Klasse 1 20.000
Aantal GPBV-installaties industrie(1) – landbouw(2) Installaties met hoog risico
(1)
(2)
151
0
Installaties met middelhoog risico
168
8
Installaties met laag risico
434 791
Totaal
753 799
Klasse 2
50.000
Totaal
70.000
Aantal Seveso-inrichtingen
Hogedrempelinrichtingen
157
Lagedrempelinrichtingen Totaal
124 281
MI-proces 1 in cijfers Milieuklachten Milieuklachten per milieucompartiment
2014
2013
2012
2011
2010
Geur
1.325
1.143
1.151
1.250
967
674
742
530
512
388
397
288
279
186
221
267
Geluid Enkele
observaties
Exploitatie
•
637 726 veel milieuklachten over hinder (geur, geluid, …)
Lucht
•
189
175
aantal geregistreerde milieuklachten neemt toe over de jaren heen: Afval 171 160 182 159 151 minder goede leefomgeving? betere registratie? mondigere Lozingburgers? lagere tolerantie? lagere 367 176 180 door 129 nieuwe 107 drempels Bodem en grondwater 59 54 47 49 51 communicatiekanalen? Mest
20 21 17 27 aantal controles per milieuklacht neemt af:21 efficiëntere en Omgevingsveiligheid 17 26 23 25 15 effectievere aanpak?
•
Licht
30
12
20
24
7
Totaal aantal milieuklachten
3.489
3.235
2.737
1.912
2.199
Aantal daartoe uitgevoerde controles
2.906
2.745
2.714
2.826
2.580
MI-proces 1 in cijfers Milieuklachten MI behandelt alle milieuklachten
óf onmiddellijk doorsturen naar bevoegde instantie
óf eigen onderzoek naar gegrondheid
“onaanvaardbare hinder” of schending van milieuvoorschrift? ja MI doet al het nodige om zo snel mogelijk tot een oplossing te komen, volgens principes van beleidsnota: klantvriendelijk, evenwichtig en oplossingsgericht
ook bij milieuklachten ‘nadruk’ op hinderlijke inrichtingen?
Klasse 1-inrichtingen
Aantal milieuklachten 1.193
Klasse 2-inrichtingen
150
Klasse 3-inrichtingen
40
Niet-ingedeelde inrichtingen
136
Milieuklachten bij inrichtingen
MI-proces 1 in cijfers Toezicht Controles
2014
2013
2012
2011
2010
Uitgevoerde controles
12.015
11.914
11.909
12.593
11.630
Gecontroleerde bedrijven
4.902
4.791
4.598
4.486
4.404
116
105
96
99
100
Toezichthouders
Enkele observaties •
aantal controles al enkele jaren ongeveer stabiel
•
aantal gecontroleerde bedrijven neemt toe
•
aantal toezichthouders toegenomen n.a.v. nieuwe taken in het kader van de richtlijn Industriële emissies (GPBV)
MI-proces 1 in cijfers Toezicht Monsternames en metingen Afval Bodem
2014
2013
2012
2011
2010
662 10
588 18
631 9
727 13
865 23
1
4
0
20
54
Water
944
1962
1959
1895
2009
Lucht
139
119
128
112
135
Geluid
80
171
93
49
25
Grondwater
Enkele observaties
•
meeste monsternames bij afval en afvalwater
•
monsternames en metingen doen we zelf ofwel via erkende labo’s en deskundigen
•
invloed van probleem met gunning labocontract (water in 2014)
MI-proces 1 in cijfers Handhaving Processen-verbaal (punitief)
Totaal aantal Uitgevoerde controles
2014
2013
2012
2011
2010
475 426 451 548 500 12.015 11.914 11.909 12.593 11.630
Aantal prioritaire PV’s Aantal niet-prioritaire PV’s Geen of gedeeltelijke vergunning
200 275 290
171 255 166
214 237 184
216 332 263
178 322 219
Niet-naleven voorwaarden Andere wetgeving
235 72
260 28
312 46
349 87
354 62
Enkele observaties
•
iets meer PV’s in 2014 door meer gerichte controles
•
nadruk op hinderlijke inrichtingen blijkt ook hier
MI-proces 1 in cijfers Handhaving Bestuurlijke afhandeling (curatief)
2014
Uitgevoerde controles
12.015 11.914 11.909 12.593 11.630
Raadgevingen en aanmaningen
1.524
1.236
1.262
1.359
1.380
Bestuurlijke maatregel - stakingsbevel
8
14
6
15
17
Bestuurlijke maatregel - regularsatiebevel
13
3
15
23
37
Bestuurlijke maatregel - bestuursdwang
0
0
0
2
1
Bestuurlijke maatregel - combinatie
11
3
3
6
3
2013
2012
2011
2010
Enkele observaties
•
beginselen van behoorlijk bestuur zijn van toepassing, zeker het proportionaliteitsbeginsel (uitdrukkelijk vermeld in het MHD), maar ook redelijkheidsbeginsel, hoor- en motiveringsplicht, … zachte instrumenten (raadgevingen en aanmaningen) als dat kan en harde instrumenten (bestuurlijke maatregelen) als de omstandigheden dat vereisen
MI-proces 1 in cijfers Handhaving Bestuurlijke afhandeling (curatief) Raadgevingen en aanmaningen Terugkeer naar normconformiteit
2014 1.52 4 1.38 6
2013 2012 2011 2010 1.23 1.262 1.359 1.38 6 0 1.19 1.369 1.413 1.53 4 6
Enkele observaties •
de effectieve sanering op het terrein en de terugkeer naar normconformiteit zijn essentieel en prioritair = basisprincipe MI
•
de zogenaamde zachte aanpak is in het overgrote deel van de gevallen voldoende om de remediëring op relatief korte termijn te bewerkstelligen
•
in 2014 beduidend meer aanmaningen als gevolg van meer gerichte handhaving
Planning: context •
IAVA-audit Milieu-inspectie 2012 formuleert volgende aanbeveling: “De afdeling Milieu-inspectie onderbouwt de inspectiestrategie en –prioriteiten met een risicoanalyse en kadert die binnen een langetermijnperspectief.”
•
Milieuhandhavingsdecreet artikel 16.2.4: “De VHRM coördineert de opmaak van een vijfjaarlijks milieuhandhavingsprogramma dat de handhavingsprioriteiten van de handhavingsinstanties bundelt.”
•
Jaarlijks ondernemingsplan (JOP) van het Departement LNE: formuleert doelstellingen 2015 en ambities voor 2015-2019 < beleidsnota’s Omgeving en Energie
•
Europese tendens tot meer en meer plannen op basis van risicoanalyses Seveso-richtlijn, richtlijn Industriële Emissies, EVOA-verordening, REACHverordening… en de richtlijn Milieu-inspecties in wording (< Europese aanbeveling Minimumcriteria voor milieu-inspecties 2001)
Planning: basis • •
Regeerakkoord 2014-2019 Beleidsnota Omgeving 2014-2019 Beide geven krachtlijnen voor handhavingsprioriteiten in de brede zin (zowel voor het hoofdproces ‘handhaven milieuhygiëneregelgeving’ (in de vorm van te controleren topics, sectoren, …) als voor andere handhavingsprocessen (b.v. handhaafbaarheidstoets, digitalisering).
•
Europese regelgeving met verplichting tot risicogebaseerde planning (EVOA, REACH, Seveso, RIE) Deze regelgeving vereist specifieke handhavingsprogramma’s.
• •
Ervaring uit het veld van toezichthouders van Milieu-inspectie Bevraging van andere (handhavings)actoren Alle voorstellen worden samengebracht, synergieën worden gezocht, expert judgement, inpasbaarheid in algemeen beleid wordt geverifieerd, prioritering wordt gemaakt, haalbaarheid budgettair en qua VTE wordt ingeschat, definitieve prioritering.
Planning: soorten en onderdelen Meerjarenprogramma 2015-2019, volledig risicogebaseerd, met • Toezichts- en handhavingsprioriteiten 2015-2019 • Routinematige controles • Controleprogramma’s (GPBV, Seveso, EVOA, REACH) • Controlecampagnes rond specifieke thema’s en sectoren, invulling verschillende doelstellingen beleidsnota Omgeving 2014-2019 m.b.t. verbetering milieukwaliteit • Niet-routinematige controles of reactieve controles • Voortgangscontroles
• Beleidsmatige prioriteiten voor 2015-2019 • Specifieke doelstellingen i.f.v. operationele doelstelling 14 ‘Verdere uitbouw gericht handhavingsbeleid’ uit de beleidsnota Omgeving 20142019 • Goede voornemens (betere risicoanalyse, digitalisering eigen processen en informatiestromen overheid-bedrijfswereld, grotere transparantie, compliance promotion)
Planning: soorten en onderdelen Milieu-inspectieplan 2015, volledig risicogebaseerd, met • Routinematige controles • Controleprogramma’s •
Programma Ketentoezicht met controles op het wegtransport van afvalstromen op de uitvoer van afvalstoffen via zeehavens in het kader van ketentoezicht op de opmenging van afvalstoffen in bunkerolie
•
Programma REACH met controles in het kader van inspectiecampagnes aanbevolen door het ECHA Forum en door het FNR op de naleving van de verbodsbepalingen voorgeschreven door bijlage 17 REACH geldigheid intermediair voorwaarden polymeervrijstelling van registratie
Planning: soorten en onderdelen •
Programma Omgevingsveiligheid • Sevesoprogramma met controles van Sevesostatus beheerdomeinen: risico-identificatie en -evaluatie, operationele beheersing bij normale werking, monitoring, inspectie en onderhoud, noodplanning, onderzoek van ongevallen en incidenten, algemeen veiligheidsfuncties type-installaties of -activiteiten kennisgevings-, rapporterings-, en informatieplichten
•
Net-niet-Sevesoprogramma met controles van de opslag van gevaarlijke producten de risicobeheersing door de bedrijven
•
Campagnes met controles van de veiligheidsaspecten van koelinstallaties op ammoniak LPG-stations CNG-stations
Planning: soorten en onderdelen •
GPBV-handhavingsprogramma met 6 blokken algemene controletypes: milieuvergunning, energiemanagement, milieumanagement, preventie en bestrijding van hinder en ongevallen
controles compartiment Lucht: beperking emissies, zelfcontrole, IMJV, emissiemeting, end-ofpipe behandeling, VOS uit proces en opslag, stofactieplan, LDAR, VOS-boekhouding, koelinstallaties, bijzondere voorwaarden controles compartiment Water: beperking waterverbruik, duurzaam watergebruik, monstername en analyse op deelstromen en aan lozingspunt, beperking vuilvracht, afvalwaterbehandeling, zelfcontrole, IMJV, bijzondere voorwaarden
Planning: soorten en onderdelen •
GPBV-handhavingsprogramma met 6 blokken controles compartiment Materialen/Afval: duurzaam gebruik afval/materialen, materiaalstromen, administratief toezicht afvalverwerkers, beheer afval, afvalverwerking, afvalstoffenregister, IMJV, monstername en analyse, bijzondere voorwaarden controles compartiment Bodem/grondwater: duurzaam gebruik, grondwaterwinning, beheersing risico’s bodemverontreiniging, monstername en analyse, IMJV, zelfcontrole, bijzondere voorwaarden administratieve controletypes: actualisatie risicoscore, IMJV-plicht
Planning: soorten en onderdelen •
Controlecampagnes rond specifieke thema’s en sectoren Controles op vraag van VMM Voedingsbedrijven onder richtlijn 91/271 Lozing van gevaarlijke stoffen Geluid- en trillingsonderzoeken Controle van de zelfcontrole lucht Emissiemetingen bij biomassa- en houtafvalverbrandingsinstallaties Controle bij belangrijke emittoren van NOx Fijn stof (PM10): aanpak van diffuse emissies in 'hot spot'-gebieden Controle op de verplichting tot het opmaken van een stofdossier Beperking van de emissie van dioxineachtige PCB's (bij schrootverwerkende bedrijven) Acties ter beperking van de emissie en de verspreiding van zware metalen naar de lucht Controle toepassing LDAR-programma
Planning: soorten en onderdelen •
Controlecampagnes rond specifieke thema’s en sectoren Controle VOS-emissies bij solventverbruikende bedrijven Geuronderzoeken Controle op gefluoreerde ozonafbrekende stoffen en broeikasgassen Terugdringen van de lekverliezen van koelinstallaties in supermarkten Geïntegreerde controles bij biogasinstallaties Geïntegreerde controles bij puinbrekers Controle opslaghoeveelheden op de grondreinigingscentra Controles in het kader van de overeenkomst dierlijke bijproducten Controle van ingeperkt gebruik GGO's en pathogene organismen Controle energieplanning en energieaudit Controle groenestroomcertificaten bij biogasinstallaties Controle dierenaantallen nertsenkwekerijen
Planning: soorten en onderdelen •
Monitoring Routine- en ad hoc monsternames afvalwater Ad hoc geluids- en trillingsmetingen Routine-emissiemetingen lucht Ad hoc immissiemetingen lucht Routinemonsternemingen afval Controle van milieuvergunningen
•
Niet-routinematige controles of reactieve controles Behandeling van klachten Optreden bij voorvallen Rapportering n.a.v. kantschriften Opmaken van evaluatieverslagen Breedbandmetingen van elektromagnetische straling van zendantennes Lozingen silosappen uit voederkuilen bij veehouderijen
•
Voortgangscontroles
Nieuwe tendensen (1) Nog meer de weg op van een ZACHTE handhavingsaanpak… waar het KAN Meer en meer verlaten we het pad van het repressief optreden en slaan we verder de richting van een meer oplossingsgerichte en klantgerichte aanpak in, conform de beleidsnota Omgeving (OD 14).
Reden steeds minder bedrijven met extreem slechte milieureputatie, dankzij: • gevoerde milieubeleid •
gevoerde milieuvergunningenbeleid
•
implementatie BBT/BREF/milieuzorg
•
milieucoördinatoren
•
toezicht en handhaving
Nieuwe tendensen (1) Visie •
Nog meer dan voorheen proactief en gericht handhaven versus repressief
•
Oplossingsgericht en klantgericht handhaven
•
Overleg exploitant-toezichthouder op professioneel niveau en op basis van gelijkwaardigheid
•
Meer aandacht voor ‘compliance promotion’
•
Nog meer voorkeur zachte handhaving (raadgevingen, aanmaningen) versus harde aanpak (bestuurlijke maatregelen, dwangsommen, schorsen/opheffen milieuvergunning)
•
Uitbreiding depenalisering van milieuschendingen
Nieuwe tendensen (2) Compliance promotion We exploreren nieuwe paden en andere manieren om het nalevingsgedrag te verbeteren waar mogelijk b.v. via ‘compliance promotion’, conform de visie van de EU Commissie op milieu-inspecties.
Nalevingsgedrag doen toenemen door o.a. • vereenvoudiging regelgeving • uitleg en toelichting verzorgen op maat aan diverse doelgroepen (sectorfederaties, ...) over • doel, belang en inhoud regelgeving • BBT/BREF’s • cruciale en minder cruciale voorschriften • hoe gaat inspectie te werk • gevolgen van non-conformiteiten
Nieuwe tendensen (3) Betere regelgeving Vanuit de handhaving willen we mee werk maken van een betere regelgeving.
Regelgeving moet begrijpbaar zijn voor zowel de exploitant, de burger en de overheid.
RECHTSZEKERHEID! Regelgeving moet eenvoudig, uitvoerbaar en handhaafbaar zijn. Rol van de Milieu-inspectie: continu evalueren van nieuwe en bestaande regelgeving • ex ante: handhavingstoets: checken of de regelgeving eenvoudig, uitvoerbaar en handhaafbaar is en terugkoppeling naar beleidsmakers • ex post: terugkoppeling van onze veldervaringen naar de beleidsmakers Niet handhaafbare regelgeving moet worden aangepast.
PARTICIPATIE BEDRIJFSWERELD IS CRUCIAAL!
Nieuwe tendensen (4) Openbaarheid van GPBV-monitoringgegevens Samen met jullie, leden van Voka en Essenscia, gaan we de uitdaging aan om de maatschappelijke vraag naar meer openheid en transparantie over emissies en milieuhinder en de aanpak ervan, maximaal in te vullen op een wijze waar elke partij mee kan leven, en we geven hierbij maximaal uitvoering aan de richtlijn Industriële emissies.
Principes • • •
Actief /passief ter beschikking stellen van milieu-informatie Eenmalige inzameling van milieu-informatie (MAGDA-principe) Informatiegaring met zo weinig mogelijk administratieve lasten voor bedrijfswereld
Voordelen •
•
Transparante informatie doet geloofwaardigheid bedrijf/overheid toenemen Transparante communicatie bedrijf/overheid doet vertrouwen van de omgeving toenemen
Nieuwe tendensen (5) Risicogebaseerde planning en aanpak We gaan steeds verder in de richting van een risicogebaseerde planning en aanpak, naarmate onze inzichten toenemen en de Europese regelgeving het van ons verwacht (richtlijn Industriële emissies, Seveso III-richtlijn, EVOAverordening, …) en naarmate de inhoudelijke afstemming met andere handhavingsactoren toeneemt o.a. via de VHRM.
Context • • •
Beperking van de middelen Vraag naar meer efficiëntie Vraag naar maximale milieuwinsten
Visie • • •
Verbeteren van huidige risicoanalyse Resultaten van verbeterde risicoanalyse gebruiken voor bijsturing meerjarenprogramma Doorwerking naar jaarlijkse milieu-inspectieplannen
Nieuwe tendensen (6) Toenemende Europese aandacht voor handhaving De EU Commissie stelt: • De EU-milieuregelgeving is goed en volledig afdekkend. • De implementatie van deze regelgeving is niet overal even consequent. Er is een ‘implementation gap’, zowel qua omzetting als qua handhaving. Dit zorgt voor concurrentievervalsing! EU wil daarom dat milieuregelgeving overal uniform en even consequent wordt toegepast. Streefdoel = LEVEL PLAYING FIELD Om dit te garanderen werkt de EU aan een richtlijn met een aantal minimumvereisten voor milieu-inspecties (momenteel is er slechts een aanbeveling met minimumcriteria voor milieu-inspecties). Deze richtlijn moet ook de geloofwaardigheid van bedrijven en publiek in de EU doen toenemen.
Uitdagingen (1) Inkanteling controle doorvoer afvalstoffen in de Milieuinspectie Ter uitvoering van de 6° staatshervorming: naast controle op in- en uitvoer van afvalstoffen, nu ook op doorvoer • 4 inspecteurs van FLI sinds 1/1/2015 werkzaam bij de Milieu-inspectie • Vooral in de zeehavens actief (AEEA, voertuigen, douanemeldingen) • Nog meer nadruk op samenwerking internationaal
Uitdagingen (2) Inkanteling inspectie RO en OE in het departement LNE •
1 augustus 2015?
•
59 personen (Brussel en buitendiensten)
•
Met geleidelijke uitwisseling van bevoegdheden m.b.t. toezicht/ handhaving/bestuurlijke sanctionering tussen milieu en RO
Uitdagingen (3) Omgevingsvergunning Het permanent karakter van de omgevingsvergunning stelt de verschillende taken binnen de reguleringsketen scherp, in het bijzonder voor: (periodieke integrale) evaluaties
inspecties
Evaluaties Het doel van een evaluatie is na te gaan of de vergunningsvoorwaarden moeten worden bijgesteld om onaanvaardbare hinder en risico’s te voorkomen. Inspecties Het doel van een inspectie is te controleren of de vergunningsvoorwaarden worden nageleefd. Er moet afstemming zijn tussen “de rollende meerjarenprogramma’s evaluatie omgevingsvergunning en de periodieke integrale GPBV-evaluaties” enerzijds en het “meerjarenhandhavingsprogramma” anderzijds.
Uitdagingen (4) Ondersteuning lokale overheden Door •
Uitdragen visie handhaving gewestelijke overheid
•
Uniformiteit in optreden na te streven
•
Kennisuitwisseling
•
Ervaringsuitwisseling
•
Uitwisseling van checklijsten en instrumenten
•
Ondersteunen van lokale handhavers in het veld
•
Nastreven van complementariteit i.p.v. overlapping/hiaten
Uitdagingen (5) Aandacht voor duurzaam gebruik van energie en grondstoffen Context •
BREF/BBT • •
• •
•
Specifieke BREF rond energie In ongeveer alle BREF/BBT-studies aspecten over duurzaam gebruik grondstoffen
Richtlijn energie-efficiëntie Samenwerking met VEA (controle op groenestroomcertificaten) Materialenbeleid
Aspecten •
•
Opleiding van enkele toezichthouders tot energiemanager en tot auditor ISO 14001 Opname controletypes duurzaam gebruik water, materialen, grondwater en controletype energiemanagement in GPBV-handhavingsprogramma
Uitdagingen (6) Altijd waakzaam blijven!
Meer… http://www.lne.be/themas/handhaving
of http://www.milieu-inspectie.be Contact Milieu-inspectie Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel Tel.: 02-553 81 83 Fax: 02 553 80 85 E-mail:
[email protected]
Dank voor jullie aandacht
Wat brengt ons de nieuwe VLAREM-trein? Vlaams Milieuforum Donderdag 28 mei 2015 Annelies Faelens
VLAREM-trein 2015
Wijziging VLAREM III TAN, CLM, CAK
4 Zomertrein
Wijziging VLAREM III PP en REF
VLAREM-trein 2015 Wijziging VLAREM III – TAN, CLM en CAK
2/15 Publieke consultatie
6/15 1ste princ. goedkeuring
Septembe r 2015? Def. goedkeuring Pub. BS VLAREM III SERV/Mina
Zomertrein Wijziging VLAREM III – PP en REF
Mei/juni ‘15 Publieke consultatie
Juli ’15 1ste princ. goedkeuring
Oktober 2015? Def. goedkeuring Pub. BS VLAREM III SERV/Mina
VLAREM-trein 2015
BBT-studies
Verf-, lak-, drukinkten lijmproductie
Grafische sector
Sectorale lozingsnormen VOS-documenten
EGW ethanol
Asfaltcentrales
• Diffuse VOSemissies • EGW’s CO
NOx en SO2
PAS Nieuw hoofdstuk 2.17 “Beleidstaken mbt inrichtingen waarvan de N-depositie volgens de depositiescan een risico inhoudt op een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een SBZ”
Normen hanteren bij het plannen en realiseren van beleid
KAPSTOK
VR stelt regels vast voor emissiereductie van N Significantiekader V-PAS Minister kan lijst vaststellen met NH3emissie-reducerende technieken + regels voor gebruik van lijst
Duurzaam beheer van materialen en afvalstoffen Verankeren in VLAREM cfr. beleidsnota Wijzigingen deel 4, incl. nieuw hoofdstuk 4.11 Ook in Zomertrein! (4.11.2 – 4.11.6) Voor de voorlopige opslag van afvalstoffen ifv een georganiseerde regelmatige afvoer die niet is ingedeeld onder de rubriek 2 • Vermijden van overvulling van containers e.d. Vloeistofdichte • Vloeistofdichte vloer + afwateringssysteem container • Inkuiping
Schutterijen Schieten met zware buks Nieuwe subafdeling 5.32.8.3 Naast kleiduifschieten Soepelere geluidsvoorwaarden + voorwaarden ivm veiligheid en inrichting kogelvanger
Opslagplaatsen voor granen en groenvoeders in kader van mest(co)vergistingsinstallaties Nieuwe afdeling 5.45.7 Lozing van silosappen! ~ Kuilplaten bij veeteeltbedrijven Enkel van toepassing voor nieuwe inrichtingen Vloeistofdichte vloer Helling en afvloeirichting weg van oppervlaktewater
Beheersing van niet-geleide stofemissies bij bouw- en sloopwerken Nieuw hoofdstuk 6.12 Fijn stof problematiek Enkel voor aannemers, niet voor particulieren Verneveling of bevochtiging Snelheidsbeperking voertuigen Vanaf 1/1/2017 Sensibilisatiecampagne
Opmerkingen publieke consultatie Algemene voorwaarden Definitie inkuiping (mobiele barrières) Metingen afvalstoffen en andere materialen door erkend deskundige Extra taak MC: toezien bodemverplichtingen Controle-inrichting voor bedrijven; koelwater > 2 m³/h Schriftelijke toelating lozen HA publieke inrichting Beheersing luchtverontreiniging: metingen inlaat naverbranders Afgassen naverbrander: afschaffen ref. O2-gehalte 18% MV: wijze van bepaling emissiewaarden SO3 Beheersing niet-geleide stofemissies: stofrapport Webapplicatie energieplan/energieaudit
Opmerkingen publieke consultatie Sectorale voorwaarden Verwerking afvalstoffen: wijziging afvalstoffenaanvoer CvGP kwaliteitsborging van vast opgestelde emissiemeettoestellen Toelating uitharden poederlakken in SBZ en waterwingebieden Labels opslag gevaarlijke vloeistoffen Schrappen “in afwijking van hoofdstuk 4.4” Controle meetresultaten bedrijfsafvalwater en koelwater Wijzigingen algemene EGW lucht en meetfrequenties
VLAREL VLAREL = erkenningen mbt leefmilieu
Invoering erkenning voor MER-coördinator
MAAR! uitgezonderd de 13 erkenningen ivm F-BKG of ozonlaagafbrekende stoffen technici examencentra, bedrijven Retributie technicus Keuringsinstellingen motorvoertuigen Cfr. EU-verordening: certificaat vereist!
Zomertrein
PIEK-project Laden en lossen van vrachtwagens bij grootwarenhuizen Rubriek 16.3.1 Koelinstallaties Met een bedrijfseigen laad- en losplaats Stille en duurzame belevering
Belevering mogelijk in dagrand!
Nieuw geluidskader Uitvoeren van manoeuvres Laden en lossen Code van goede praktijk
Afstandsregel als dichtste woning gelegen is in gebied type 2° Geluidsstudie
Procedure Vlaamse BBT-studies Nieuwe afdeling 2.8.2. Vaste werkwijze om de Vlaamse BBT-studies op te maken Cfr. Richtsnoeren BREF’s
Eenvormig
Transparanti e
Voldoende inspraak
BBT-studies
Verwerking van externe bedrijfsafvalwaters VOS Geur
Oppervlaktebehandeling van metalen en kunststoffen Sectorale lozingsnormen
KWS-afscheiders Nieuwe afdeling 4.2.3bis “Werking en onderhoud van een koolwaterstofafscheider” Uniforme aanpak blijkt noodzakelijk uit de huidige vergunningverlening coalescentiefilter Ook op andere plaatsen in VLAREM II, waar nu sprake is van een koolwaterstofafscheider, wordt verwezen naar deze nieuwe afdeling Overgangstermijnen
LDAR Wijzigen afdeling 4.4.6 “Meten en beheersen van fugitieve VOS-emissies” Nieuwe subafdeling 5.17.4.5 “Beheersing van de uitstoot van • raffinaderijen VOS door lekverliezen in bovengrondse houders” BAT-conclusie REF:
• chemische installaties • onafhankelijke opslagdepots
combinatie van klassieke LDAR (met FID/PID meter) én gebruik van de IR-camera voor opsporen van VOS-lekken
Droogkuis Wijzigingen aan afdeling 5.41.2: “Inrichtingen voor het chemisch reinigen van textiel” Gebruik van PER 80% van het PER-verbruik gaat verloren als emissies naar de lucht Obv van metingen door VITO Gebaseerd op Duitse regelgeving
Norm 2000 mg/Nm³ Overgangstermijnen
Wijziging VLAREM III het looien van huiden en vellen de productie van cement, kalk en magnesiumoxide de productie van chlooralkali
productie van pulp, papier en karton het raffineren van aardolie en gas
Wijzigingsbesluit TAN, CLM, CAK
Leerlooierijen
Cement, kalk, MgO
Chlooralkali
Hoofdstuk 3.3
Hoofdstuk 3.4
Hoofdstuk 3.5
16/02/2013
26/03/2013
11/12/2013
Wijzigingsbesluit PP en REF
Pulp, papier en karton
Raffinaderijen
Hoofdstuk 3.6
Hoofdstuk 3.7
30/09/2014
28/10/2014
Departement Leefmilieu, Natuur en Energie
Afdeling Milieuvergunningen Annelies Faelens 02/553.79.97
[email protected]
http://www.lne.be/themas/vergunningen
Omgevingsvergunning
Omgevingsvergunning: wetgevingstraject Niveau decreet • Op 23 april 2014 keurde het Vlaams Parlement het decreet betreffende de omgevingsvergunning goed. Op 25 april 2014 werd dit decreet bekrachtigd en afgekondigd door de Vlaamse Regering. • Op 3 april 2015 keurde de Vlaamse Regering het voorontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake omgeving, natuur en landbouw en energie, een tweede maal principieel goed. Het verzameldecreet bevat een aantal relevante wijzigingen van het decreet betreffende de omgevingsvergunning. Niveau uitvoeringsbesluit • Besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten ter uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. • Op 24 april 2015 keurde de Vlaamse Regering een tweede maal het voorontwerp van besluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning principieel goed.
Omgevingsvergunning: nieuw wetgevingslandschap
OMGEVINGSVERGUNNINGSDECREET “INTEGRATIE PROCEDURES”
VCRO Titel IV – Vergunningen
DABM
Titel V: Exploitatie van inrichtingen en activiteiten en erkenningen
Omgevingsvergunning: doelstelling
“Eenvoudige en snelle vergunningverlening met een minimum aan lasten voor de burgers en de bedrijven in functie van een beter investeringsklimaat”
Omgevingsvergunning – Krachtlijnen Integratie: stedenbouwkundige vergunning en milieuvergunning Vergunningen van onbepaalde duur Eenvoudige procedures, beperkt in aantal en op maat van het project Korte en gesanctioneerde beslissingstermijnen Vergunningverlening op basis van overleg Bestuurlijke lus
Omgevingsvergunning: toepassingsgebied Vergunningsplicht: • stedenbouwkundige handelingen (artikel 4.2.1 VCRO); • verkavelingen (artikel 4.2.15 VCRO); • exploitatie van ingedeelde inrichtingen en activiteiten 1ste en 2de klasse (gewijzigde indelingslijst = nieuwe bijlage 1 van titel II Vlarem). Meldingsplicht: • stedenbouwkundige handelingen (artikel 4.2.2 VCRO); • exploitatie van ingedeelde inrichtingen en activiteiten 3de klasse (gewijzigde indelingslijst: nieuwe bijlage 1 van titel II Vlarem). Toekomst: uitbreiding v/h toepassingsgebied • Socio – economische vergunning •…
Omgevingsvergunning: toepassingsgebied Aandachtspunten gewijzigde indelingslijst:
•
•
Declassering van klasse 1- inrichtingen naar klasse 2 (A) inrichtingen: circa 5000 - inrichtingen met beperkte complexiteit en beperkte hinder met lokaal karakter worden gedeclasseerd Milieucoördinator ook voor bepaalde klasse 2- inrichtingen of activiteiten
Toekomst: TWOL-studie: nieuwe declassering na praktijkervaring met OV?
Omgevingsvergunning: soorten vergunningsprocedures. Gewone vergunningsprocedure: openbaar onderzoek Vereenvoudigde vergunningsprocedure: geen openbaar onderzoek, bijvoorbeeld voor: • beperkte veranderingen van ingedeelde inrichtingen die geen betekenisvol bijkomend risico voor de mens en het milieu inhouden en de hinder niet significant vergroten; • vergunningsplicht na wijziging indelingslijst; • tijdelijke inrichtingen of activiteiten; • handelingen in overeenstemming met gemeentelijk of provinciaal RUP, BPA of niet vervallen verkaveling; • bepaalde verkavelingen; • …. Beroepsprocedure.
Omgevingsvergunning: bevoegde overheid Algemene principes • decentralisatie van beslissingsbevoegdheden van provincies naar gemeenten door declassering; • niet de aanvrager, maar de aard en de omvang van het project zijn de bepalende factoren bij toewijzing van bevoegdheden; • de Vlaamse Regering en de deputaties worden exclusief bevoegd voor respectievelijk de Vlaamse en de provinciale projecten op gesloten lijsten (goedgekeurd VR 13/2/2015).
Omgevingsvergunning: bevoegde overheid Bevoegde overheid in eerste administratieve aanleg de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar: • Vlaamse projecten (gesloten lijst); • projecten gelegen op twee of meer provincies; de Deputatie: • 1ste klasse inrichtingen of activiteiten die niet voorkomen op de gesloten lijst van Vlaamse projecten noch er een onderdeel van zijn; • provinciale projecten (gesloten lijst); • projecten gelegen op twee of meer gemeenten;
Omgevingsvergunning: bevoegde overheid het College van Burgemeester en Schepenen: • gemeentelijke projecten; • alle andere gevallen dan deze waarvoor de VR of de deputatie bevoegd is.
Bevoegde overheid in laatste administratieve aanleg. de Vlaamse Regering is bevoegd voor beroepen tegen beslissingen die de deputatie in eerste aanleg neemt; de deputatie is bevoegd voor beroepen tegen beslissingen die het college van burgemeester en schepenen in eerste aanleg neemt.
Omgevingsvergunning: vooroverleg met de bevoegde overheid verzoek tot vooroverleg en projectvergadering voor projecten of veranderingen aan projecten waarvoor de vergunningsaanvraag wordt onderworpen aan het advies van de POVC en de GOVC (met uitzondering van de klasse 2A-inrichtingen); onverminderd informeel overleg; de projectvergadering beoogt de procedurele afstemming tussen de betrokken overheden en de eventueel nodig geachte bijsturingen van het project; verslag projectvergadering: richtinggevend, niet bindend
Omgevingsvergunning: de vergunningsaanvraag Verplichte geïntegreerde vergunningsaanvraag voor gemengde projecten: belet niet dat voor een multifunctioneel gebouw waarvan de eindbestemming nog niet is gekend geen aanvraag om een omgevingsvergunning kan worden ingediend voor het bouwen; Integratie MER/OVR: • als de vergunningsaanvraag een milieueffectrapport of een omgevingsveiligheidsrapport omvat, behandelt het openbaar onderzoek de inhoud van die rapporten; • de afdeling bevoegd voor milieueffectrapportage en omgevingsveiligheidsrapportage beslist over de goed- of afkeuring van het MER/OVR tijdens de vergunningsprocedure. Bij afkeuring betekent dit het definitieve einde van de vergunningsprocedure;
Omgevingsvergunning: de vergunningsaanvraag MER niet vereist voor de loutere verderzetting van bestaande activiteiten, tenzij deze betrekking hebben op activiteiten die fysieke ingrepen in het leefmilieu tot gevolg hebben; OVR niet vereist voor loutere verderzetting van bestaande activiteiten; Passende beoordeling niet vereist voor de loutere verderzetting van bestaande activiteiten, tenzij deze betrekking hebben op activiteiten die fysieke ingrepen in het leefmilieu vereisen.
Omgevingsvergunning: wijziging vergunningsaanvraag mogelijk tijdens lopende procedure Wijzigingen die geen nieuw openbaar onderzoek vereisen: • de wijzigingen doen geen afbreuk aan de bescherming van de mens of het milieu of de goede ruimtelijke ordening; • de wijzigingen komen tegemoet aan de adviezen of aan de standpunten, opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek zijn ingediend; • de wijzigingen brengen geen schending van de rechten van derden met zich mee. Wijzigingen van het voorwerp van de aanvraag die niet voldoen aan de voormelde voorwaarden: de bevoegde overheid kan een tweede openbaar onderzoek organiseren waarbij ze de adviezen een tweede keer inwint.
Omgevingsvergunning: toepassing van de bestuurlijke lus als de bevoegde overheid vaststelt dat een onregelmatigheid werd begaan die kan leiden tot een vernietiging van de beslissing, kan ze de onregelmatigheid herstellen. Ze kan in voorkomend geval een tweede openbaar onderzoek organiseren of de adviezen een tweede keer inwinnen; zowel in eerste als tweede aanleg.
Omgevingsvergunning: adviesverlening Kenmerken • geen advies = gunstig advies • VR bepaalt wie, hoe en binnen welke termijn advies wordt verstrekt. Adviesinstanties • klassieke adviesorganen: AMV, RO, OVAM, VMM,.. • CBS of gemeentelijk omgevingsambtenaar. Omgevingsvergunningscommissies (complexe projecten) • 5 provinciale omgevingsvergunningscommissies (POVC); • 1 gewestelijke omgevingsvergunningscommissie (GOVC).
Omgevingsvergunning: adviesverlening Waarom advies omgevingsvergunningscommissies? • Bestendiging goed werkende milieuvergunningscommissies die worden uitgebreid naar omgevingsvergunningscommissies • Voordelen: ‐ multidisciplinaire aanpak; ‐ integrale afweging; ‐ horen van partijen, in beroep ook derde belanghebbenden ‐ verhoogde openbaarheid en participatie; ‐ betere en meer gedragen besluitvorming → aantal beroepen daalt.
Omgevingsvergunning: adviesverlening
Samenstelling omgevingsvergunningscommissies •
voorzitter
•
secretaris
•
2 deskundigen
•
vertegenwoordiger van college van burgemeester en schepenen of gemeentelijke omgevingsambtenaar (raadgevende stem)
•
adviesverlenende instantie(s)
Omgevingsvergunning: beslissingstermijnen Kenmerken Gesanctioneerde beslissingstermijnen, indien geen beslissing: • eerste aanleg → weigering van de vergunning; • tweede aanleg → beroep afgewezen, beslissing eerste aanleg is definitief.
Omgevingsvergunning: beslissingstermijnen Gewone vergunningsprocedure
Vereenvoudigde vergunningsprocedure
Beroepsprocedure
Geen advies POVC/GOVC: 105 dagen
60 dagen
Beroep tegen beslissing gewone vergunningsprocedure: 120 dagen
Advies POVC/GOVC: 120 dagen
Termijnverlenging: 60 dagen: van rechtswege: • tweede openbaar onderzoek • administratieve lus • wegenwerken
Beroep tegen beslissing vereenvoudigde vergunningsprocedure: 60 dagen Termijnverlenging: 60 dagen: van rechtswege: • tweede openbaar onderzoek • administratieve lus • wegenwerken op verzoek exploitant
Omgevingsvergunning: vergunningstermijn Bestaande situatie: milieuvergunning voor maximaal 20 jaar; stedenbouwkundige vergunning in principe van onbeperkte duur. Situatie omgevingsvergunningsdecreet: algemene regel: vergunning van onbepaalde duur uitzonderingsregel: vergunning van bepaalde duur omwille van: − afstemming duur bouw- en milieuvergunning; − level playing field; − vermindering van de administratieve lasten; − financieel voordeel; − grotere rechtszekerheid.
Omgevingsvergunning: vergunningstermijn Vergunning van bepaalde duur alleen mogelijk op basis van limitatieve lijst, omwille van: voorkomen dat afbreuk wordt gedaan aan de algemene regel; voorkomen van een divergerend vergunningenbeleid; meer rechtszekerheid voor de bedrijven. Limitatieve lijst: (o.a. in de volgende gevallen) op verzoek van de vergunningsaanvrager; voor projecten die uitsluitend tijdelijke inrichtingen of activiteiten uit de indelingslijst omvatten, bv: betoncentrale, opslagplaatsen dierlijke mest, e.d.; als de exploitatie betrekking heeft op een eindig of beperkt gebruik: ontginning, grondwaterwinning, containerklassen, e.d.
Omgevingsvergunning: vergunningstermijn als een omgevingsvergunning op proef noodzakelijk is; met het oog op de herlocalisatie van de exploitatie van de inrichting of activiteit als die niet verenigbaar is met de ruimtelijke bestemming; om rekening te kunnen houden met localiseerbare gebiedsspecifieke ontwikkelingsperspectieven van een definitief vastgesteld ruimtelijk structuurplan. Indien bij het verstrijken van de termijn de ontwikkelingsperspectieven niet zijn verankerd in een definitief vastgesteld RUP wordt de vergunning geacht van onbepaalde duur te zijn; veranderingen van inrichtingen zijn beperkt tot einde duur basisvergunning.
Omgevingsvergunning: flankerende maatregelen permanente vergunning Doel: Geen afbreuk bestaand beschermingsniveau! Omgevingsvergunning van onbepaalde duur
Evaluaties
Bijstelling milieuvoorwaarden OV
Inspraakmoment na 20 j
Bijstelling duur en voorwerp OV
Omgevingsvergunning: flankerende maatregelen permanente vergunning Eerste flankerende maatregel: de evaluaties Algemene evaluatie Gerichte evaluatie doel: onderzoek milieuvoorwaarden
noodzaak
tot
bijstelling
van
de
Omgevingsvergunning: flankerende maatregelen algemene evaluatie Uitsluitend voor GPBV-installaties • binnen de twee jaar na de bekendmaking in het publicatieblad van de Europese Unie van de door de Europese Commissie aangenomen nieuwe of bijgewerkte BBT-conclusies betreffende de hoofdactiviteit van de GPBVinstallatie; • voor zover er geen BBT-conclusies van toepassing zijn, als ontwikkelingen op het gebied van de BBT een significante vermindering van de emissies mogelijk maken; • als de veroorzaakte verontreiniging van die aard is dat de bestaande emissiegrenswaarden in de vergunning moeten worden gewijzigd of nieuwe emissiegrenswaarden moeten worden opgenomen; • als de bedrijfsveiligheid van het proces of de activiteit de toepassing van andere technieken vereist; • als aan een nieuwe of bijgewerkte milieukwaliteitsnorm moet worden voldaan; • als voor een GPBV-installatie geen evaluatie in een voorafgaande periode van vijftien jaar werd uitgevoerd, kan, rekening houdende met het tijdstip waarop de milieuvoorwaarden zijn aangepast ingevolge een vergunningsaanvraag of ingevolge de toepassing van artikel 82, een algemene evaluatie worden gepland.
Omgevingsvergunning: flankerende maatregelen gerichte evaluatie Van toepassing op: • de gevallen en aspecten bepaald in de richtlijnen over bijzondere milieuvoorwaarden; • voor zover in een voorafgaande periode van vijftien jaar de te evalueren milieuvoorwaarden bij de beslissing over een vergunningsaanvraag of met toepassing van artikel 82 niet op relevante wijze zijn aangepast, de hierna vermelde gevallen: a) inrichtingen of activiteiten, vermeld in indelingsrubriek 2.3.11, met uitzondering van wat betrekking heeft op het inert afval, afval uit de winning, de behandeling en de opslag van turf en het niet–gevaarlijk nietinert afval, tenzij deze worden gestort in een afvalvoorziening van categorie A, en met uitzondering van de afvalvoorzieningen, vermeld in artikel 5.2.6.10.1, §3; b) afval (mee)verbrandingsinstallaties, vermeld in de indelingsrubrieken 2.3.4.1, b, c, e, f, g, h, j, k, l, m; 2.3.4.2, b, c, d, e, f, g en 2.3.5; c) het lozen in gewone oppervlaktewateren, openbare riolen of kunstmatige afvoerwegen voor regenwater, van gevaarlijke stoffen als vermeld in bijlage 2C, in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom “indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)” van artikel 3 van bijlage 2.3.1; d) de directe of indirecte lozing in grondwater van gevaarlijke stoffen als vermeld in bijlage 2B.
Omgevingsvergunning: richtlijnen over toepassing milieuvoorwaarden NIEUW: Artikel 5.4.6/1 DABM (art. 24 verzameldecreet) : TER VERVANGING VAN GEMEENTELIJKE MEERJARENPROGRAMMA’S • Keuze milieuvoorwaarden: de omzetting van BBT en BBT-conclusies, Europese richtlijnen en door de VR goedgekeurde plannen en programma’s gebeurt waar mogelijk en bij voorrang via algemene en sectorale milieuvoorwaarden of andere sectorale regelgeving. • Richtlijnen inzake het opleggen van milieuvoorwaarden de Vlaamse Regering stelt voor de betrokken overheden beleidstaken en richtlijnen vast die aanwijzen welke voorschriften en normen hetzij via algemene of sectorale milieuvoorwaarden hetzij via bijzondere milieuvoorwaarden in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit worden opgelegd.
Omgevingsvergunning: meerjarenprogramma’s Meerjarenprogramma evaluaties? Uitsluitend voor GPBV-installaties en als gevolg van: • Ontwikkelingen op het gebied van BBT; • Bekendmaking van nieuwe of bijgewerkte BBT-conclusies. Bevoegde overheid? • Afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning, na raadpleging adviesinstanties. Inhoud ? Het voortschrijdend meerjarenprogramma bevat minstens de volgende gegevens: • een plan van aanpak voor het uitvoeren van de evaluaties voor de eerstkomende vijf jaar; • een nominatieve lijst van ingedeelde inrichtingen of activiteiten waarvoor in de loop van de komende twee jaar een evaluatie gepland is, met een concrete timing voor het eerstkomende jaar. Geldigheidsduur? • vijf jaar; • jaarlijks te actualiseren.
Omgevingsvergunning: meerjarenprogramma’s Bekendmaking meerjarenprogramma? Jaarlijks voor 1 oktober: • online op de website van de afdeling Milieuvergunningen; • ter inzage bij de afdeling Milieuvergunningen; • ter beschikking van de omgevingsvergunningscommissies en afdeling bevoegd voor de milieuhandhaving. Rapportage over de uitvoering van het meerjarenprogramma • uiterlijk 30 juni van elk jaar wordt een rapport opgesteld over de mate waarin uitvoering is gegeven aan het meerjarenprogramma van het vorige jaar;
Omgevingsvergunning: meerjarenprogramma’s evaluatie • het rapport omvat: ‐ het bij het begin van het beschouwd jaar voorziene aantal evaluaties; ‐ het aantal uitgevoerde evaluaties; ‐ in voorkomend geval een toelichting waarom het aantal evaluaties niet werd gehaald. Bekendmaking van het rapport • binnen de 30 dagen na de vaststelling van het rapport; • op dezelfde wijze als het meerjarenprogramma.
Omgevingsvergunning: uitvoering evaluaties Coördinatie en uitvoering door? • de bevoegde dienst van de gemeente voor ingedeelde inrichtingen of activiteiten die behoren tot projecten waarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd is om in eerste administratieve aanleg over de vergunningsaanvraag een beslissing te nemen; • de POVC voor ingedeelde inrichtingen of activiteiten die behoren tot projecten waarvoor de deputatie bevoegd is om in eerste administratieve aanleg over de vergunningsaanvraag een beslissing te nemen; • de GOVC voor ingedeelde inrichtingen of activiteiten die behoren tot projecten waarvoor de Vlaamse Regering bevoegd is om in eerste administratieve aanleg over de vergunningsaanvraag een beslissing te nemen.
Omgevingsvergunning: uitvoering evaluaties Evaluatie op basis van ? • in eerste instantie: de bij de overheid beschikbare informatie; • de evaluerende instantie kan de exploitant om bijkomende gegevens vragen, voor zover deze nog niet in het bezit van de overheid zijn en betrekking hebben op: ‐ de maatregelen die de exploitant voorstelt naar aanleiding van de redenen die aanleiding hebben geven tot het opstarten van de evaluatie; ‐ in het geval de aanstelling van een milieucoördinator verplicht is: de visie van de milieucoördinator over de maatregelen die de exploitant voorstelt; ‐ als het een GPBV-installatie betreft: de resultaten van de monitoring van emissies en andere gegevens die een vergelijking mogelijk maken van de werking van de installatie met de BBT zoals beschreven in de toepasselijke BBT-conclusies en met de BBT-GEN; • de exploitant bezorgt de informatie binnen een termijn van vijftig dagen. Als de exploitant nalaat om de gevraagde gegevens te bezorgen, kan de instantie beslissen om de evaluatie te laten doorgaan.
Omgevingsvergunning : uitvoering evaluaties Ondersteuning van gemeenten bij uitvoering v/e evaluatie? • klasse 2A-inrichting of activiteit: verplicht advies POVC; • klasse 2-inrichting of activiteit: de bevoegde dienst van de gemeente “kan” een advies vragen aan de adviesinstanties. Uitvoeringstermijn evaluatie? • de bevoegde dienst van de gemeente of de POVC of de GOVC stelt binnen een termijn van 150 dagen het evaluatieverslag op.
Inwerkingtreding evaluatieregeling? • 1 januari van het tweede kalenderjaar dat volgt op de datum van publicatie van het uitvoeringsbesluit in het Belgisch Staatsblad
Omgevingsvergunning: bijstelling van de milieuvoorwaarden v/d omgevingsvergunning Initiatiefrecht: 1) na evaluatie: • de evaluerende instanties (bevoegde dienst van de gemeente, POVC, GOVC) als gevolg van een evaluatie die zij hebben uitgevoerd; 2) maar ook op permanente basis: • ambtshalve (VVO); • de exploitant; • de afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning; • de leidend ambtenaar van de adviesinstanties; • het betrokken publiek; • de toezichthouder. Procedure: vergelijkbaar met de gewone vergunningsprocedure (inclusief openbaar onderzoek)
Omgevingsvergunning: flankerende maatregelen – bijstelling voorwerp en duur v/d omgevingsvergunning Tweede flankerende maatregel: inspraakmoment na 20 jaar over het voorwerp en de duur van de exploitatie wanneer? • binnen de dertig dagen na de bekendmaking van het verstrijken van elke exploitatieperiode van 20 jaar; • deze bekendmaking gebeurt in de periode van 6 maanden vóór de datum van verstrijken van de exploitatietermijn; wie kan inspreken (= bezwaar indienen)? • ambtshalve; • het betrokken publiek; • de leidend ambtenaar van de bevoegde adviesinstanties.
Omgevingsvergunning: flankerende maatregelen – bijstelling voorwerp en duur v/d omgevingsvergunning Procedure? • De motieven van het ambtshalve initiatief of verzoek worden door de bevoegde vergunningscommissie onderzocht op kennelijke ongegrondheid (ook voor klasse 2-inrichtingen en activiteiten); • motieven kennelijk ongegrond: de procedure tot bijstelling wordt stopgezet; • motieven gegrond: procedure ten gronde, nagenoeg identiek aan gewone vergunningsprocedure.
Omgevingsvergunning: vergunningstermijn
milieuvergunning – omzetting naar onbepaalde duur Welke vergunningen komen in aanmerking? • milieuvergunningen verleend voor 20 jaar op basis van een aanvraag ingediend vanaf 10 september 2002 ; • met inbegrip van milieuvergunningen voor de verandering verleend tot einddatum van de 20 jaar durende basisvergunning. Wanneer? • vraag tot omzetting via meldingsformulier moet worden ingediend in de periode gelegen tussen de vier en de drie jaar vóór einddatum van de bestaande milieuvergunning
Omgevingsvergunning: vergunningstermijn milieuvergunning - omzetting naar onbepaalde duur Hoe? Van rechtswege omzetting, indien cumulatief aan de hierna vermelde voorwaarden is voldaan: • het betrokken publiek of een adviesinstantie dient geen bezwaar in tijdens het openbaar onderzoek; • de inrichting is hoofdzakelijk stedenbouwkundig vergund; • de vraag tot omzetting vereist geen MER of passende beoordeling.
Omgevingsvergunning: vergunningstermijn milieuvergunning - omzetting naar onbepaalde duur MER niet vereist, tenzij de exploitatie fysieke ingrepen in het leefmilieu tot gevolg heeft; Passende beoordeling niet vereist, tenzij de exploitatie fysieke ingrepen in het leefmilieu tot gevolg heeft of ANB ambtshalve dan wel op verzoek van het betrokken publiek oordeelt dat een passende beoordeling moet worden opgesteld. Indien oorspronkelijk een passende beoordeling werd uitgevoerd of een advies werd gegeven dat geen passende beoordeling moet worden uitgevoerd is steeds voldaan aan de verplichtingen van artikel 36ter, §3, van het natuurdecreet.
Omgevingsvergunning: vergunningstermijn milieuvergunning – omzetting naar onbepaalde duur Procedure? 1° Indienen van de mededeling met de vraag tot omzetting bij middel van het meldingsformulier. 2° Onderzoek naar de ontvankelijkheid en volledigheid (30 dagen). 3° Onderzoek naar de vereiste van een milieueffectrapport. 4° Organisatie van het openbaar onderzoek. 5° Raadpleging van de adviesinstanties • de adviesinstanties worden verzocht om binnen een termijn van 30 dagen hun eventuele bezwaren tegen de omzetting mee te delen; • het adviserend schepencollege, wordt verzocht om binnen een termijn van 30 dagen mee te delen of de ingedeelde inrichting of activiteit stedenbouwkundig hoofdzakelijk is vergund als vermeld in artikel 4.1.1, 7, a), van de VCRO. Als het adviserend schepencollege nalaat om binnen een termijn van dertig dagen de gevraagde informatie te verstrekken, wordt voor de toepassing van artikel 390, §1, van het decreet aangenomen dat de ingedeelde inrichting of activiteit stedenbouwkundig hoofdzakelijk vergund is.
Omgevingsvergunning: vergunningstermijn
milieuvergunning – omzetting naar onbepaalde duur 6° In voorkomend geval beslissing van het Agentschap voor Natuur en Bos over verzoek van het publiek tot het opstellen van een passende beoordeling. 7° Aktename Binnen een termijn van 8 maanden: • indien aan de voorwaarden, vermeld in artikel 390, §1, van het decreet van 25 april 2014, is voldaan, neemt de bevoegde overheid akte van de mededeling met de vraag tot omzetting; of • indien niet aan de voorwaarden is voldaan, zal het bevoegde bestuur met een beveiligde zending, de redenen daarvan aan de aanvrager meedelen.
Omgevingsvergunning: vergunningstermijn
milieuvergunning – omzetting naar onbepaalde duur 8° Behandeling van de mededeling met de vraag tot omzetting volgens de gewone vergunningsprocedure Als aan de voorwaarden vermeld artikel 390, §1 van het decreet van 25 april 2014, niet is voldaan, wordt de exploitant gevraagd om het dossier aan te vullen met: • de overige gegevens en de bijlagen vermeld in het vergunningsaanvraagformulier; • het milieueffectrapport of de passende beoordeling als dat vereist is. • in voorkomend geval de beslissing tot afwijking van algemene of sectorale milieuvoorwaarden. De vraag tot omzetting wordt in dit geval behandeld overeenkomstig de gewone vergunningsprocedure.
Omgevingsvergunning: timing
Uitvoeringsbesluit, vervolgtraject: •
Onderhandelingen Vlaamse overheid - sectorcomité C1/ Sectorcomité XVIII over aanduiding omgevingsambtenaren
•
Raad van State: 60 dagen om advies te geven
•
Definitieve goedkeuring in juli 2015?
Het decreet treedt in werking 1 jaar na de publicatie van het uitvoeringsbesluit in het Belgisch Staatsblad
Omgevingsvergunning: timing
Tijd is nodig voor: •
digitalisering van het hele proces;
•
verschillende instanties moeten de nieuwe regeling leren kennen en zich eigen maken.
Omgevingsvergunning: Voorbereiding van de praktische invoering Vorming voor ambtenaren leefmilieu en ruimtelijke ordening Infodagen over de omgevingsvergunning Permanente vorming •
Infodagen met algemene info
•
Intervisiemomenten rond concrete thema’s
Omgevingsvergunning: overgangsmaatregelen voor lopende aanvragen Bestaande vergunningen, erkenningen, meldingen, afwijkingen, .. blijven geldig Lopende aanvragen:
•
worden afgehandeld conform bestaande regelgeving;
•
vergunningen voor exploitatie kunnen onmiddellijk voor onbepaalde duur worden verleend
De milieuzorg in de chemische industrie en life sciences: inspanningen, uitdagingen en aandachtspunten
Frank Beckx gedelegeerd bestuurder essenscia vlaanderen
205
Thema’s
1. Lucht 2. Water 3. Vergunningenbeleid 4. Level Playing Field
206
1. Lucht
207
Nog minder dan 5% verzurende emissies Evolutie van verzurende emissies (NOx, SOx en NH3) Miljoenen zuurequivalenten (M Aeq)
2000
120
1878
1800 100
1600 1400
80
1200 1000
60
800
663 40
600
478
507
431
17,4
400
9,7
200
9,1
7,2
313
333
5,9
5,1
327
319
302
4,7
4,7
4,2
20
0
0
1987
2001
2004
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Verzurende emissies NOx, SOx en NH3 (M Aeq) Specifieke verzurende emissies (per eenheid geproduceerd, index 198=100)
208
Bronnen: E-PRTR, Responsible Care gegevens 1987, DG Statistics
Sector doet beter dan wettelijke norm • Milieubeleidsovereenkomst (MBO) 2009-2013 • Uitstoot NOx 25% beter dan vooropgestelde plafond
209
Maar proportionaliteit gevraagd • Voorstel EU-richtlijn Middelgrote Stookinstallaties (MCP) • Lidstaten kunnen strengere emissiewaarden opleggen in zones met verhoogde milieudruk • Chemische industrie is medestander in milieuzorg, geen tegenstander
• We rekenen er op dat Belgische stellingname tegen deze bepalingen wordt aangehouden
210
Stookinstallaties zijn niet de oorzaak
211
Reductiepotentieel MCP is erg beperkt Reductiepotentieel MCP
212 Bronnen: europa.eu, Vleva, essenscia
2. Water
213
Duurzaam waterbeheer Sector doet heel wat inspanningen om waterverbruik te verminderen:
BASF Antwerpen: jaarlijks 10 miljoen m³ drinkwater vervangen door oppervlaktewater Monsanto: eerste bedrijf in Vlaanderen met gouden certificaat European Water Stewardship
214
Harmonisatie van de waterfactuur • Huidige facturatie is complex • • • •
Saneringsbijdragen en -vergoedingen Gemeentelijk en bovengemeentelijk Kleine en grote lozingen Drink-, oppervlakte-, grond-, hemel-, en ander water
• Harmonisatie is een goede zaak …
• … maar mag niet leiden tot verhoging waterkost
215
Hogere waterprijs = concurrentienadeel
Energie
Water Chemie
216
3. Vergunningenbeleid
217
Omgevingsvergunning: sneller en beter • Positief dat Vlaamse regering werkt maakt van snellere procedures met invoering omgevingsvergunning • Voortraject geïntegreerd met vergunningstraject • MER-OVR-projecten kunnen zo 5 tot 6 maanden sneller
218
Investeerders kijken naar ‘time to permit’ • Uitvoeringsbesluiten en implementatie door de bevoegde administraties zullen de mate van versnelling bepalen • Beleid moet leiden tot daadwerkelijke versnelling • Nulmeting nodig voor objectieve monitoring
• ‘Time to permit’ is namelijk cruciaal bij het aantrekken van investeringen
219
4. Level Playing Field
220
Implementatie EU-regelgeving • Waardering voor overleg bij totstandkoming van regelgeving • Publieke consultatie bij Vlarem-treinen is een goed voorbeeld
221
Respecteer Level Playing Field • Vlaams regeerakkoord benadrukt correcte implementatie van EU-regelgeving met respect voor Level Playing Field (LPF) • Uitdrukkelijke vraag voor strikte hantering LPF en vermijden van overbodige Gold Plating • Drie voorbeelden van toepassingsgebieden: • Vlaamse emissiegrenswaarden voor lucht • Milieukwaliteitsnormen voor water • Meetverplichtingen voor fugitieve emissies
222
Conclusies 1. Lucht • Industrie heeft verzurende emissies fors teruggedrongen • Voorstel EU-richtlijn MCP is niet de juiste oplossing
2. Water • Inspanningen voor efficiënt en duurzaam waterbeheer • Toename waterfactuur is concurrentienadeel
3. Vergunningenbeleid • Potentiële versnelling van 5 tot 6 maanden • Nulmeting nodig van ‘time to permit’
4. Level Playing Field • Waardering voor overleg en consultatierondes • Respecteer principe van LPF in de praktijk 223