BelangenVereniging FunderingsProblematiek postbus 192 3300 AD Dordrecht e-mail:
[email protected] internet: www.platformfundering.nl Rabobank: 39.53.45.162 KvK 24320900
Een funderingsherstelplan Maar hoe nu verder? Wijziging A 2006.11.27 Wijziging B 2010.07.09 1
Voorwoord Naar aanleiding van een groeiend aantal vragen over hoe het verder moet nadat men een voorlopig ontwerp met kostenraming heeft ontvangen is deze brochure gemaakt. Dankzij de inzet van een groot aantal deskundigen uit de werkgroep techniek van de BVFP en de inmiddels opgedane ervaringen was het mogelijk deze publicatie zodanig op te zetten dat daarmee de meeste vragen worden beantwoord. We hopen dat met deze publicatie wat meer duidelijkheid geschapen wordt over de mogelijkheden. Deze publicatie gaat hoofdzakelijk in op de organisatorische aspecten. In een bijlage is uitgebreid aandacht besteed aan de funderingsherstelmethoden. Uiteraard is het ook van belang - voordat een bouwblok tot herstel beslist - of een en ander financieel haalbaar is. Of het de BVFP lukt om de overheid juridisch te verplichten tot vergoeding van de funderingsherstelkosten is op dit moment een open vraag. Het zijn namelijk niet de gedupeerden die maatregelen genomen hebben waardoor het grondwater is verlaagd. Toch hopen we dat gedupeerden met dit rapport in de hand een stap voorwaarts kunnen zetten op weg naar funderingsherstel. Wachten en uitstellen maakt de schade alleen maar groter. Tot slot nog een waarschuwing: Dit rapport is bedoeld om meer duidelijkheid te krijgen in de aanloop tot funderingsherstel en een naslagwerk om dingen op te zoeken. Dit rapport is geen handleiding waarmee u funderingsherstel zelf kan gaan regelen. Zorg altijd dat er een deskundige kijkt naar uw specifieke situatie. Aan adviezen uit deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend. Ing. Ad van Wensen Voorzitter BVFP Telefoon: 078-6140496 E-mail:
[email protected]
Dit is een groeidocument. Als u aanvullingen heeft verzoeken we u die door te geven aan de BVFP. Wellicht zijn anderen daarmee weer geholpen. Voorgaande edities zijn met deze publicatie vervallen.
Oorspronkelijke versie 19 maart 2004 Wijziging A 27 november 2006
2
Rotterdamse en Amsterdamse paalfunderingen kunnen voorkomen in een fundatie onder één gebouw of woning.
Overzicht van verschillende funderingstypen
3
Inhoudsopgave. 1.
Algemene informatie
2.
1e fase het onderzoek 2.A 2.B 2.C
3.
Uitkomst funderingsonderzoek 3.A 3.A.a 3.A.b 3.A.c 3.A.d 3.A.e
4.
Adviesmethode
Volgend adviesmethode Versnelde adviesmethode Inventariseren in zelfwerkzaamheid
Het traject van funderingsherstel 6.A 6.B
7.
2e fase het herstelplan Voorlopig herstelplan plus de voordelen ervan
Het traject van funderingsherstel 5.A 5.B 5.C.
6.
Geconstateerd is Fundering is goed Fundering is goed, grondwater niet. Monitoring grondwater Monitoring op scheefstand Monitoring op grondwater en scheefstand Bouwblok komt in aanmerking voor een herstelplan
2e fase het herstelplan 4.A 4.B
5.
1e fase De procedure Uitgesloten van het onderzoek zijn
Alternatieve methode
Volgens de alternatieve methode Inventariseren in zelfwerkzaamheid
Overzicht van onderdelen in het traject van funderingsherstel 7.A 7.A.a 7.A.b 7.A.c 7.A.d 7.B 7.B.a 7.B.a.1 7.B.a.2 7.B.a.3 7.B.a.4 7.B.a.5 7.B.a.6 7.B.a.7 7.B.a.8 7.B.a.9
Welke prijzen moeten worden aangevraagd Constructeur Aannemers Collectieve of eigen werkzaamheden Begeleidingsbureau Offertes aanvragen Het prijstechnische deel Prijs inclusief btw Prijs All in Geldigheidsduur prijs Prijs vast tot De prijs is gebaseerd op De prijs is inclusief Deelprijzen en stelpost Eenheidsprijzen Uitsluitingen 4
7.B.b 7.B.b.1 7.B.c 7.B.c.1 7.B.c.2 7.B.c.3 7.B.c.4 7.B.c.5 7.B.c.6 7.B.c.7 7.B.c.8 7.C. 7.C.a 7.C.b 7.C.c 7.C.d 7.C.e 7.C.f 7.C.g 7.C.h 7.D 7.E 7.F 7.G 7.H 7.H.a 7.H.b 7.I 7.J
Technische omschrijving Technisch deel of werkomschrijving Algemene zaken Betalingsvoorwaarden Garantiebepalingen Verzekeringen Algemene bepalingen Boeteclausule Planning Bedrijfsstructuur Bankgarantie Bijkomende kosten Uitsluitingen in de aannemersprijs De kosten van de constructeur Legeskosten Kosten van de Nutsbedrijven Kosten voor het straatwerk Kosten bouwopzichter Kosten juridisch advies Afvoer van grond en schoongrondverklaring Bouwvergunning Subsidieaanvraag Cascoschade Expertise rapport Vaste prijs of open begroting Vaste prijs Een open begroting Commissie taken Vrijblijvende adviezen
8.
Het begeleidingsbureau en de kosten
9
De eigenaren willen of kunnen (nog) niet herstellen
10
Aanschrijvingen
11
De financiën 11.A 11.B 11.C 11.D 11.E 11.F
Financiën SVN Vangnetregeling Overige financiële regelingen WOZ De verdeelsleutel
12
De BVFP helpt als daar om door u gevraagd wordt
13
Begrippen 5
14
Register
Bijlage A Typen funderingsherstel A.A A.B A.B.1.a A.B.1.b A.B.2 A.B.3 A.B.4 A.B.5 A.B.6 A.C A.D A.E A.F A.F.1 A.F.2 A.F.3
Paalkopverlaging Nieuwe fundering Nieuwe palen en een constructievloer aanbrengen Dezelfde methode zonder dat de beganegrondvloer gesloopt wordt. Van uit de muur weggedrukte palen Voorgespannen betonbalken Balkenrooster Combinatie van methoden Algemeen Rechtvijzelen Woningen op staal Aanbrengen van een kelder Cascoherstel Schimmelaantasting aan de houten vloer Metalen delen onder de houten vloer Goede ventilatie in kruipruimten
Bijlage B
protocol gemeente: paalkopverlaging
Bijlage C
bodemverontreiniging, sanering
6
1.
Algemene informatie.
De gemeente Dordrecht heeft in 2001 drie onderzoeksbureaus opdracht gegeven om bij ongeveer 3200 woningen funderingsonderzoek uit te voeren, te weten: Gebied A. Ingenieurs bureau Rotterdam met eigen constructiebureau. Gebied B. Fugro, zij hebben het constructiebureau Concretio gecontracteerd. Gebied C. Wareco Amsterdam bv. Met een eigen constructiebureau. Voor het onderzoekstraject heeft Geo-Delft de opdracht van de gemeente gekregen om te zorgen voor de kwaliteitsbewaking. De gemeente heeft het aandachtsgebied, waar funderingsproblemen zijn, ingedeeld in 3 sectoren. Zij heeft bepaald welk onderzoeksbureau welke sector mag onderzoeken.
Daarnaast heeft de gemeente twee begeleidingsbureaus opdracht gegeven tot procesbegeleiding te weten: - Bureau Bewoners Ondersteuning (BBO). Deelgebied B en het meest rechtse gedeelte van A - Bouwadvies bureau de Groene werf. Deelgebied C en het resterend deel van A Voor adressen zie paragraaf 14. Voor de financiële zaken heeft de gemeente een contract met het SVN. SVN=Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten.
7
2.
1e fase het onderzoek.
In de aanloop tot het definitief onderzoek zijn door Wareco indicatieve onderzoeken uitgevoerd. Deze zijn voor deze publicatie verder niet van belang. Het definitieve onderzoek bestaat uit twee fasen, zie paragraaf 2 t/m 4.
Het onderzoek is of wordt voor rekening van de gemeente Dordrecht uitgevoerd. De eigenaren van het bouwblok moesten daarvoor toestemming verlenen. De gemeente heeft het onderzoek intussen afgerond en accepteert geen nieuwe aanmeldingen meer voor funderingsonderzoek
2.A
1e fase.
De eerste fase bestaat uit: Het vaststellen van de mate, aard en omvang van de mogelijke schade aan de fundering. Het opstellen van het funderingonderzoeksrapport, met daarin de conclusie over het functioneren van de funderingen en een advies waaronder een funderingshandhavingstermijn. Het onderzoek wordt uitgevoerd volgens het VNG protocol. Zie www.platformfundering.nl Is deze termijn korter dan 25 jaar dan komt men in aanmerking voor fase 2: het herstelplan. Is er twijfel over de draagkracht of de hoogte van de grondwaterstand dan komt men voor een periode van 3 - 5 jaar )* in de monitoring. In de loop van de monitoring kan tussentijds blijken dat het noodzakelijk is om over te stappen naar fase 2 het maken van een funderingsherstelplan. De gemeente gaat uit van maximaal 3 jaar monitoring voor haar rekening.
2.B
De procedure
Het onderzoek begint met een lintvoegwaterpasmeting, een vloerwaterpasmeting en een opname. Aan de hand hiervan worden de funderings-inspectieputten bepaald. Als het funderings-onderzoeksrapport aan de eigenaren is verzonden worden zij uitgenodigd voor een toelichting. U kunt dan vragen stellen. Deze bijeenkomsten staan onder leiding van het door de gemeente aangewezen begeleidingsbureau. In deze of een daarop volgende vergadering wordt door het begeleidingsbureau gevraagd of men akkoord gaat met het laten opstellen van een Voorlopig Ontwerp herstelplan (2e fase). De BVFP adviseert dit altijd te laten doen. De kosten daarvan zijn voor rekening van de gemeente en er ontstaat meer duidelijkheid over de totale kosten van herstel. Probeer met de gezamenlijke bewoners wel op een lijn te komen over bepaalde uitgangspunten zoals: - wel/geen paalkopverlaging - de vloer mag eruit of niet - een kelder aanbrengen Als u hier later mee komt dan ontstaan onnodige kosten en vertragingen.
2.C
Uitgesloten van het onderzoek zijn:
a. Woningen op een staalfundering b. Woningen van woningbouwcorporaties c. Bedrijfs- en openbare gebouwen 8
d. Woningen waarvan de gemeente op basis van visuele inspectie heeft aangenomen dat er geen funderingsproblemen zijn. e. Woningen buiten het aandachtsgebied funderingen f. Woonblokken waarvan te weinig eigenaren toestemming hebben gegeven voor het onderzoek. De BVFP adviseert alsnog toestemming te geven voor het onderzoek! Naar de mening van de BVFP zijn de uitsluiting a t/m e door politiek-budgettaire en niet door technische maatstaven ingegeven. Uitgebreider funderingsonderzoek acht de BVFP noodzakelijk. Ook blijkt de conclusie “fundering op staal” niet altijd correct te zijn. Bij twijfel de BVFP om advies vragen. (
[email protected] of 0786140496)
Hou de BVFP op de hoogte van de ontwikkelingen Alleen zo kan zij zorgen voor een goede belangenbehartiging
3.
Uitkomst funderingsonderzoek.
3.A
Geconstateerd is:
a. b. c. d. e.
fundering is goed fundering is goed, grondwaterdekking niet. Gevolg: monitoring grondwater monitoring op scheefstand monitoring op scheefstand en grondwater komt in aanmerking voor een funderingsherstelplan.
Volgens de evaluatie van de gemeente Dordrecht van 1 juli 2006 de onderstaande overzichten:
9
3.A.a
Fundering is goed.
De fundering is goed volgens het funderingsonderzoeksrapport. Dat wil zeggen dat het onderzoeksbureau de bouweenheid waardeert met een funderingshandhavingstermijn van 25 jaar of meer. Dat wil niet zeggen dat het daarna ophoudt. Het is mogelijk dat over ongeveer 20 jaar weer een handhavingtermijn van 25 jaar gegeven kan worden. Bij de uitgangspunten geven de onderzoeksbureaus aan dat een grondwaterdekking van nul cm goed is. De BVFP is het hiermee niet eens. Funderingshout behoort ruim onder de laagst voorkomende grondwaterstand te staan. Dan wordt ook voorkomen dat in een droge zomer zoals in 2003 en 2006 funderingshout alsnog tijdelijk droog staat en bacteriën en schimmel actief worden. Bij de bouw werd door bouwtoezicht bovenkant funderingshout vastgesteld op enkele dm onder de op dat moment laagst bekende grondwaterstand. Funderingshout behoort in zuurstofarm grondwater te zitten. De maandelijkse metingen van de grondwaterstanden, van de peilbuizen, die in uw rapport staan zijn te volgen op de website van de BVFP: www.platformfundering.nl onder funderingsonderzoek. Vooralsnog is de gemeente van mening dat zij de keuze kan maken of in bepaalde situaties de kostprijs van grondwaterverhoging opweegt tegen funderingsherstel. Naar de mening van de BVFP zou dit geen discussiepunt mogen zijn, daar waar dat kan dient het te gebeuren.
In het geval de grondwaterdekking niet minstens 10 cm is, heeft u dus alle reden lid of donateur van de BVFP te worden of blijven.
3.A.b -
Fundering is goed, grondwaterdekking niet. Monitoring grondwater Verhoging grondwater 10
Als het goed is heeft u bericht gekregen of krijgt u nog bericht dat u opgenomen bent in de grondwatermonitoring. Maandelijks wordt door de gemeente het grondwater gemeten en in een Excel bestand gezet dat aan de BVFP ter beschikking wordt gesteld. De BVFP heeft altijd het laatste aan haar beschikbaar gestelde bestand op de website staan www.platformfundering.nl onder de rubriek funderingsonderzoek. Degenen die in de grondwatermonitoring zijn opgenomen behoren daar halfjaarlijks schriftelijk over geïnformeerd te worden door het onderzoeksbureau. Wat de grondwaterdekking betreft geldt hier hetzelfde als in het vorige artikel is aangegeven. Er is een grondwaterdekking nodig van minstens 10 cm! De gemeente Dordrecht heeft vanaf eind 2005 planvorming gereed liggen om middels een zogenaamde “robuuste maatregel” grondwaterinfiltratie aan te brengen. De gemeente wacht helaas op wetgeving waarin het “verbreed rioolrecht” is opgenomen om kosten door te kunnen berekenen aan de Dordtenaren. De wetgeving lag medio 2006 bij de Tweede Kamer, maar is gezien de verkiezingsperiode nog niet in behandeling genomen. Om deze reden en omdat volgens de gemeente de robuuste maatregel niet overal toepasbaar is heeft de BVFP een publicatie gemaakt “studie grondwaterinfiltratie” waarbij het voor particulieren mogelijk is zelf maatregelen te nemen met het hele bouwblok om het grondwater op het juiste niveau te brengen. De publicatie staat op de website www.platformfundering.nl
3.A.c
Monitoring op scheefstand
Als tijdens het onderzoek geconstateerd is dat er (mogelijk) zettingen plaats vinden, terwijl er geen aantasting van de palen aan ten grondslag ligt, worden deze woningen gedurende drie jaar in de gaten gehouden d.m.v. nauwkeurigheidswaterpasmetingen t.o.v. NAP. Deze metingen worden verricht door het betreffende onderzoeksbureau. In het bouwblok worden meetpunten aangebracht (boutjes). De eigenaren wordt hiervoor toestemming gevraagd en zij ontvangen ook het plan daarvoor, waarop aangegeven is waar de meetboutjes aangebracht worden. Elk half jaar wordt het bouwblok opnieuw ingemeten en de bewoners schriftelijk geïnformeerd. Door de eerste meting (de nulmeting) te vergelijken met de daarop volgende metingen kan nagegaan worden of al dan niet zettingen na de nulmeting hebben plaatsgevonden. Als uit de metingen blijkt dat er te grote verschillen ontstaan, wordt alsnog geadviseerd om een funderingsherstelplan te laten maken. Door de waterpasmetingen is men ook in staat om de absolute zetting te bepalen. Bij een absolute zetting zakt het bouwblok in zijn geheel gelijkmatig. De mogelijke oorzaken van het ontstaan van (ongelijkmatige) zettingen zijn o.a. te laag grondwater ontstane negatieve kleef )* door verlaging van de grondwaterstand (waardoor opwaartse kracht vermindert en verticale korrelspanning toeneemt) ontstane negatieve kleef )*door hoge belasting van de straat onvoldoende op stuit geheid)*. Dat wil zeggen dat de palen bij het heien onvoldoende diep in de dragende zandlaag zijn geslagen de woning is op positieve kleef)* geheid. Dat wil zeggen dat het nooit de bedoeling is geweest dat de paalpunt in de draagkrachtige zandlaag zou staan. de fundering is te licht voor het gewicht van het bouwblok eigenaren hebben aan het oorspronkelijke gewicht extra gewicht toegevoegd o.a. door verbouwingen en uitbreidingen. )* voor toelichting zie paragraaf 18 11
3.A.d.
Monitoring op grondwater en scheefstand
Vaak zal het een combinatie zijn van factoren en moet zowel op grondwater als scheefstand gemonitord worden. Voor monitoring grondwater zie onder 3.A.b Voor monitoring scheefstand zie onder 3.A.c
3.A.e
Bouwblok komt in aanmerking voor een funderings- of grondwaterherstelplan.
Ruim 1/3 van de onderzochte woningen komt in aanmerking voor een funderingsherstelplan. Dat wil zeggen dat de door het onderzoeksbureau afgegeven funderingshandhavingstermijn minder is dan 25 jaar. Uiteraard zijn daarin categorieën aangebracht. Zo komen handhavingtermijnen voor van 0 tot 5 jaar, 5 tot 10 jaar, 15 tot 20 jaar of 5, 10, 15, 20 jaar. Deze funderingshandhavingstermijnen zijn een indicatie voor de urgentie van herstel. De genoemde termijnen zijn niet absoluut. Er zijn factoren die de onderzoekbureaus niet kunnen schatten. B.v. het verloop van de grondwaterstand en de samenstelling van de grond onder het bouwblok. Deze factoren kunnen de urgentie vertragen of versnellen. Het advies van de BVFP is om altijd een Voorlopig Ontwerp herstelplan te laten maken, afgekort. V.O. De kosten hiervan zijn voor rekening van de gemeente.
Soms wordt gevraagd om een second opinie omdat er twijfels zijn ten aanzien van de conclusie(s). Dit is uiteraard mogelijk maar de kosten zijn wel voor uw rekening. Neem voor namen van bureaus die nog eens naar uw rapport kunnen kijken contact op met uw begeleidingsbureau of de BVFP email:
[email protected] of bel 078-6140496, (fax 078-6146616)
Bouweenheden met een funderingshandhavingstermijn van 15 jaar of meer komen volgens een politiek besluit in aanmerking voor een grondwaterherstelplan. Voor een fors aantal woningen liggen de plannen intussen vanaf 1995 gereed, maar de gemeente wacht met de uitvoering op wetgeving in de Tweede Kamer. De robuuste maatregel zoals ontworpen kan volgens Fugro en de gemeente niet bij alle bouwblokken uitgevoerd worden. Een particuliere maatregel is meestal wel mogelijk, zie hiervoor de publicatie “Studie grondwaterinfiltratie” welke staat op de website www.platformfundering.nl. of neem contact op met de BVFP
[email protected] telefonisch: 078-6140496 Voor het uitvoeren van een grondwaterherstelplan behoort de fundering nog voldoende draagvermogen te hebben.
12
4.
2e fase het herstelplan.
Het 2e fase herstelplan (Voorlopig Ontwerp met globale kostenraming) wordt voor rekening van de gemeente Dordrecht opgesteld. De BVFP adviseert dit altijd te laten maken als het wordt geadviseerd.
4.A
2e fase het herstelplan
De 2e fase bestaat uit: Opname van de bestaande situatie en het casco. Het maken van het funderingsherstelplan met keuze van de funderingsherstelmethode, soms met een alternatief. Dat wil zeggen dat naast de geadviseerde methode nog een alternatieve methode is uitgewerkt. Het opstellen van een kostenraming en het organiseren van de bijeenkomsten met de eigenaren. In de opdracht van de gemeente aan de onderzoeksbureaus is slechts voorzien in het maken van een Voorlopig Ontwerp (VO) d.w.z. funderingsherstelplan met een globale kostenraming. Tot en met het 1e funderingsherstelplan, de kostenraming en de toelichting hierop (1 a 2 bijeenkomsten) is een en ander voor rekening van de gemeente. Het Voorlopig Ontwerp funderingsherstelplan plus de kostenraming wordt gemaakt en in een bijeenkomst besproken. Het onderzoeksbureau geeft uitleg over de gekozen oplossing, de kosten en de vooren nadelen ervan. Het is dus zaak dat u zich verdiept heeft in het funderingsrapport, het VO herstelplan en de kosten. Bent u het niet eens met het type funderingsherstel, moet er een nieuw herstelplan gemaakt worden, aangepast aan uw eisen / wensen. De kosten zijn dan meestal voor rekening van de eigenaren. Het is dus zaak in een zo vroeg mogelijk stadium uw wensen kenbaar te maken.
Aandachtspunt is dat goed onderzocht moet worden wat de werkelijke bouwkundige eenheid is. Een verticale voeg is geen dilatatie! Veel woningen zijn bij de bouw ingekast of men heeft gebruik gemaakt van bestaande funderingen. In de praktijk blijkt dat bouwkundige eenheden vaak groter zijn dan bij aanvang van het onderzoek door de gemeente Dordrecht is aangenomen.
4.B
Voorlopig Ontwerp (VO) herstelplan en de voordelen ervan
Het VO herstelplan geeft u een inzicht in de werkzaamheden, de overlast, de planning en de kosten. Wanneer er gekozen is voor het “stripmodel” (begane grond vloer eruit) let u er dan goed op of alle kosten voor het ontmantelen van de begane grond vloer, als het in de oorspronkelijke staat terug brengen van trap, keuken, wc, 13
badkamer de betegelingen, vloeren evt. met vloerverwarming, de cv enz in de begroting zijn opgenomen. De ervaring heeft geleerd dat hiervoor nog wel eens te weinig voor begroot wordt. Vraag een bouwkundige hiernaar te kijken als u het zelf niet weet. Let bij de keuze van de funderingsherstelmethode op als de woning grenst aan en trottoir. Voor bepaalde funderingsherstelmethoden moeten deze omgelegd worden. Zie de publicatie: “Omlegen kabels en leidingen voor funderingsherstel” op de website www.platformfundering.nl Als u tegelijkertijd wilt verbouwen of moderniseren zijn de kosten hiervoor, uiteraard voor eigen rekening. Dit zijn dus extra kosten. Een voordeel van het hebben van een VO plan is dat u een indicatie heeft van de funderingsherstelkosten, wat vooral bij verkoop van de woning leidt tot betere afspraken over het uiteindelijke (ver)koopbedrag, in depotstelling of anderszins. Voor de voordelen t.o.v. de WOZ zie paragraaf 11.E
5.
Het traject van funderingsherstel Adviesmethode
Het traject van funderingsherstel is (buiten de subsidieregeling) voor rekening van de eigenaar. Tot en met het “voorlopig herstelplan” met de daarbij behorende globale kostenraming was de gemeente de opdrachtgever. Na het “voorlopig herstelplan” is de eigenaar opdrachtgever en ontstaat daardoor een wisseling van opdrachtgeverschap.
Alvorens het traject in te gaan is het verstandig de wensen in de bouwkundige eenheid te inventariseren: - begane vloer mag er wel/niet uit - wel/geen kelder - ……
Adviesmethode A. volgens de adviesmethode B. versnelde adviesmethode
5.A
Volgens adviesmethode
Met de advies methode wordt in dit geval de systematiek bedoeld zoals deze door adviesbureaus in het algemeen wordt toegepast. Dit houdt in dat u het begeleidingsbureau, dat door de gemeente is aangewezen, of een ander erkend bureau een opdracht geeft voor het begeleiden van het proces indien u besluit tot funderingsherstel. U tekent daarvoor een intentieverklaring. Op de intentieverklaring kunt u aangeven of u de procesbegeleiding wilt inhuren. Deze intentieverklaring leidt nog niet tot herstelverplichtingen. 14
Op de intentieverklaring de volgende tekst aangeven:
Met betrekking tot de eerder namens de Belangen Vereniging Funderings Problematiek Dordrecht en al haar leden, waaronder ondergetekende, verzonden aansprakelijkheidsstelling van de Gemeente Dordrecht, het waterschap en de Provincie, behoudt ondergetekende zich uitdrukkelijk het recht voor alle gemaakte kosten en overige schaden in het onderhavig funderingsherstel te verhalen op de Gemeente Dordrecht, het Waterschap en de Provincie.
De gemeente geeft € 1.815,- per woning subsidie voor deze begeleiding, nadat u de intentieverklaring getekend heeft. Het eventuele tekort vooral bij kleine bouwblokken moet u bijbetalen. Zie ook onder paragraaf 8 Begeleidingsbureau. De volgende stap is onder leiding van het begeleidingsbureau een constructeur of constructiebureau te zoeken. Dit hoeft niet hetzelfde bureau te zijn dat het Voorlopig Ontwerp herstelplan heeft gemaakt. U geeft opdracht om het type funderingsherstel, dat u gezamenlijk bepaald heeft, uit te werken. De constructeur ofwel het constructiebureau kan u hiervoor vooraf een kostenraming geven. Het constructiebureau maakt een begroting, een bestek, constructie berekeningen en tekeningen, werktekeningen en een planning. Een deel van dit pakket is tevens bedoeld voor de bouwaanvraag en voor het aanvragen van offertes. Een en ander geschiedt steeds in overleg met de eigenaren en onder begeleiding van het begeleidingsbureau. Noot: Het constructiebureau hoeft niet per definitie hetzelfde bureau te zijn dat het Voorlopig Ontwerp herstelplan opgesteld heeft. Het staat de bewoners van een bouwblok vrij te kiezen voor een andere constructiebureau. De opdracht aan de constructeur of procesbegeleider behelst verder.: - het selecteren van de aannemers - het offerte traject - de opdracht aan de aannemer - het begeleiden van de herstelwerkzaamheden tijdens de uitvoering namens de eigenaren en het toezicht houden tijdens de werkzaamheden. - het maken van de eindafrekening. De kosten voor het constructiebureau zijn voor rekening van de eigenaren.
5.B
Versnelde adviesmethode.
Deze versnelde adviesmethode is niet overal toepasbaar! Alleen als eigenaren nog voor het Voorlopig Ontwerp tot overeenstemming komen bestaat deze mogelijkheid. Deze methode levert een kostenbesparing op en een tijdwinst.
Er wordt dan gelijk gewerkt aan een definitief besteksplan. De kosten van (het VO deel) zijn voor rekening van de gemeente; het restant is voor rekening van de 15
eigenaar. Laat de constructeur van het ingenieursbureau in dergelijke gevallen een offerte maken.
16
Noot: Als aan een constructiebureau van een van de andere onderzoeksbureaus, een offerte vraagt heeft u ook recht op de subsidie voor het VO deel. Verrekening vindt dan plaats tussen de ingenieursbureaus.
5.C.
Inventariseren van de zelfwerkzaamheid.
Het is handig om met het hele bouwblok te bepalen of er zelfwerkzaamheid kan plaats vinden om de kosten te drukken. Te denken valt b.v. bij het “stripmodel” aan het slopen / herstellen van vloeren, cvleidingen, afvoerleidingen, grondwerk, het afwerken van de wanden, sierbestratingen, beplanting in de tuinen enz. Voorwaarde is wel dat u zich dan daarbij ook aan de verplichtingen, afspraken en de planning houdt. Doet u dit niet krijgt u meer kosten i.p.v. minder kosten. Heeft u twijfels over de eigen mogelijkheden doe het dan niet!
6.
Het traject van funderingsherstel Alternatieve methode
Ga met de alternatieve methode niet zelf aan de slag als u geen deskundige bent op dit gebied. Vraag begeleiding aan een van de begeleidingsbureaus of een andere deskundige.
6.A
Volgens de alternatieve methode.
Wanneer u het begeleidingsbureau opdracht gegeven heeft voor de begeleiding van het proces, worden in de vervolgbijeenkomsten de wensen geïnventariseerd. Begane voer mag er wel/niet uit, wel/geen kelder etc. Er wordt voorlichting gegeven over de soorten systemen van funderingsherstel. Op basis van de summiere gegevens van het onderzoeksbureau worden een aantal aannemers gezocht, die met dit soort werk bekend zijn en een selectie gemaakt. Deze aannemers verzoekt u om een vrijblijvende offerte te maken. Nu selecteert u opnieuw op basis van prijs, volledigheid, tijdsduur enz. Het begeleidingsbureau nodigt namens u de geselecteerde aannemers apart uit voor een gesprek om eventuele onduidelijkheden of uitsluitingen toe te lichten. Na deze gesprekken kiest u een aannemer en nodigt hen uit voor en tweede gesprek. U vraagt de aannemer een definitieve prijs op te geven, eventueel aangevuld met nieuwe eisen. Tot zover heeft u geen kosten. U delegeert een en ander aan een vertegenwoordiging van het bouwblok. Deze commissie bestaat uit 3 a 4 personen onder leiding van het begeleidingsbureau. Om een definitieve prijs te kunnen maken moet de aannemer meer onderzoek doen. Hij maakt sonderingen, constructieberekeningen, tekeningen en makt een werkomschrijving, zodanig dat op dit pakket de bouwvergunning kan worden aangevraagd. De aannemer zal van u een principeopdracht vragen omdat hij nu kosten gaat maken. Bij de eerste aanbieding heeft de aannemer de kosten voor deze 17
werkzaamheden in de totaalprijs opgenomen, of heel duidelijk uitgesloten. Heeft hij ze uitgesloten dan zal hij er eerst een prijs voor op moeten geven waarvoor u dan opdracht geeft. Zijn deze kosten wel in zijn aanbieding opgenomen dient hij deze kosten separaat aan u op te geven, waarvoor u hem dan opdracht geeft. Mocht het zo zijn dat uit de berekeningen blijkt dat de definitieve prijs hoger uitvalt dan de eerdergenoemde prijs kunt u alsnog besluiten niet met deze aannemer verder te gaan. U bent dan wel verplicht de door u gegeven opdracht te betalen. Is de prijs goed dan krijgt de aannemer de definitieve opdracht nadat de bouwvergunning is verleend. Voordeel van deze methode is dat de aannemer de vrijheid heeft om zijn eigen specialisme en mogelijkheden in te zetten. Hij is verantwoordelijk voor zijn constructieberekeningen enz. Dit in tegenstelling met de constructeur / constructiebureau. Zij zijn namelijk als het mis gaat maar voor een deel aansprakelijk. Als de aannemer volgens bestek en tekeningen gewerkt heeft, is hij deels verantwoordelijk.
6.B.
Inventariseren van de zelfwerkzaamheid.
Het is handig om met het hele bouwblok te bepalen of er zelfwerkzaamheid kan plaats vinden om de kosten te drukken. Te denken valt b.v. bij het “stripmodel” aan het slopen / herstellen van vloeren, cvleidingen, afvoerleidingen, grondwerk, het afwerken van de wanden, sierbestratingen, beplanting in de tuinen enz. Voorwaarde is wel dat u zich dan daarbij ook aan de verplichtingen, afspraken en de planning houdt. Doet u dit niet krijgt u meer kosten i.p.v. minder kosten. Heeft u twijfels over de eigen mogelijkheden doe het dan niet!
7.
Overzicht van onderdelen in het traject van funderingsherstel
De bedoeling van deze paragraaf is meer inzicht te geven in de werkzaamheden die vastzitten aan de procedure tot funderingsherstel. Dit is geen handleiding waarmee u zonder deskundige hulp aan de slag kan.
7.A
Welke prijzen moeten worden aangevraagd?
a constructeur of constructie bureau 1 sonderingen b. aannemers c collectieve nevenwerkzaamheden d begeleidingsbureau (zie onder paragraaf 8)
18
7.A.a
Constructeur, constructiebureau
Om het funderingsherstel te kunnen uitvoeren dienen er constructietekeningen en berekeningen gemaakt te worden. Aan de hand hiervan kunnen aannemers hun begroting maken. Men kan ervoor kiezen om: a. Met het constructiebureau van het onderzoeksbureau door te gaan b. Een ander constructiebureau te consulteren c. De aannemer de constructieberekeningen etc te laten maken, zie alternatieve methode paragraaf 6.
7.A.a.1
Sonderingen
Als het niet in het pakket van de aannemer of constructeur zit, moet een offerte voor sonderingen worden gevraagd. Normaliter doet de constructeur dit voor u. Laat de constructeur/het constructiebureau de plaats van de sonderingen bepalen. Sonderingen zijn diepteboringen waarbij de weerstand en grondsoort wordt vastgesteld. Aan de hand hiervan wordt de heidiepte bepaald. Per bouwblok zijn meerdere sonderingen noodzakelijk. Op internet zijn onder www.goudengids.nl onder de rubriek bodemonderzoek diverse bedrijven te vinden die sonderingen uit kunnen voeren. Een offerte van Fugro staat op de website van de BVFP onder bedrijfsinformatie.
7.A.b.
Aannemers
Het begeleidingsbureau moet duidelijk omschrijven of de aannemer een prijs geeft op basis van een compleet bestek met tekeningen of dat de aannemer de constructieberekeningen en tekeningen etc zelf moet maken. Er kan gevraagd worden zijn prijs op te geven in onderdelen b.v. - de kosten van de constructieberekeningen en- tekeningen - aparte posten voor zelf werkzaamheden ( u kunt dan zelf beoordelen of de minder kosten de inspanning waard zijn) - de BTW apart te laten zien - cascoherstel Sommige funderingsherstelbedrijven doen geen cascoherstel. Dit dient daarom afzonderlijk opgevraagd te worden. Dit hoeft echter niet collectief.
7.A.c
Collectieve (of eigen) werkzaamheden
Prijs aanvragen voor collectieve (of eigen) werkzaamheden. Welke methode er ook voor het funderingsherstel gekozen wordt, er blijven altijd zaken die u niet wilt of kunt doen. Dan is het handig om met het hele blok prijzen op te vragen, (met een goede omschrijving) aan b.v. - de loodgieter om het water, gas, afvoer en cv leidingen weg te halen en te herstellen. - de elektricien voor het monteren en herstellen van de elektrische leidingen. Idem voor tv en PTT. - de tuinman voor het rooien en weer terugplaatsen van de beplanting en afscheidingen. - de straatmaker voor het verwijderen en herstellen van de sierbestrating in de tuin. 19
7.A.d
Begeleidingsbureau
Zie de omschrijving onder paragraaf 8
7.B
Offertes aanvragen.
Aandachtspunten voor het aanvragen van prijzen. Aan de hand van een goede aanvraag kan het begeleidingsbureau beoordelen of het aangebodene is, wat gevraagd is. Bedenk wel: wat niet gevraagd wordt, zal meestal ook niet worden aangeboden. Voordat een aannemer een offerte afgeeft zal hij/zij bij u in de woning komen kijken of in ieder geval een aantal woningen van het bouwblok dus ook in de kruipruimte als die er is. Het is daarom handig als er per bouwblok een contactpersoon is, die kan regelen dat er iemand thuis is of dat de sleutels beschikbaar zijn. De prijsaanvraag dient te bestaan uit: Een verzoek om prijs op te geven voor de werkzaamheden zoals omschreven in het bestek met bijbehorende tekeningen en berekeningen. De tekeningen enz. worden op een aparte lijst met titel, tekening nr. de laatste wijzigingsdatum vermeld en met de aanvraag mee gestuurd. U maakt ook uw wensen kenbaar: - wanneer u de prijs uiterlijk binnen wil hebben. - of de prijs gesplitst dient te worden in onderdelen b.v. in casco, de werkzaamheden die zelf gedaan kunnen worden - de BTW De meest eenvoudige manier is de aannemer een prijsopgave te vragen volgens het bestek met bijbehorende tekeningen. Het begeleidingsbureau met de bewonerscommissie al of niet in samenwerking met de constructeur beoordelen de aanbieding. Maakt de aannemer, die zelf de werkomschrijving, de constructie berekeningen en tekeningen gemaakt heeft een prijs is het zaak dat de eigenaren en het begeleidingsbureau een en ander goed lezen. Daarna volgt de beoordeling van de aanbieding. Dan is het handig dat men weet wat in een offerte zou moeten staan. Een prijsopgave dient te bestaan uit: a. Een prijstechnisch deel b. Een technisch deel of werkomschrijving c. Algemene zaken d. Bijkomende zaken
7.B.a
Het prijstechnische deel.
Hierin is opgenomen: 1. De totaal prijs incl. BTW. Daarnaast kan de BTW ook nog separaat genoemd worden. 2. De prijs dient “all in” te zijn. 3. De prijs is geldig t/m………… 20
4. De prijs is vast t/m………. 5. De prijs is gebaseerd op…………… 6. De prijs is inclusief het maken van bestek, constructieberekeningen en tekeningen. 7. De deelprijzen die u gevraagd heeft voor de zelfwerkzaamheid 8. Een aantal eenheidsprijzen voor verrekening van meer of minder werk enz. 9. De uitsluitingen.
7.B.a.1
Prijs inclusief BTW
De prijs dient inclusief BTW te zijn. Het wil nog wel eens voorkomen dat de prijs wordt genoemd en elders dat de prijs exclusief BTW is.
7.B.a.2
Prijs all in
“All in” betekent dat alle opslagen in de prijs zijn opgenomen zoals algemene kosten (soms gebeurt dit met een percentage b.v. 3%), winst en risico (resp. b.v. 4% en 3% of een totaal van b.v. 7%), de verzekering (CAR dekking = Construction All Risk). Er zou ook een post onvoorzien in de prijs opgenomen kunnen zijn. Dit bedrag dient wel apart genoemd te worden in de aanbieding.
7.B.a.3
Geldigheidsduur prijs
De geldigheidsduur moet er altijd in staan. Bijvoorbeeld 30 dagen. Na de 30 dagen heeft de aannemer dus het recht de prijs te herzien of de opdracht niet te aanvaarden omdat hij bijvoorbeeld inmiddels ander werk heeft aangenomen of als er een officiële prijswijziging is.
7.B.a.4
Prijs vast tot…
De prijs is meestal vast tot het einde van het werk. Wordt dit niet in de offerte genoemd dan moet er wel vermeld worden tot hoe lang de prijs vast is. De opdrachtgever weet dan dat er na die datum een prijswijziging kan komen. Voorwaarde is wel dat in de offerte beschreven is dat de prijs gebaseerd is op het huidige loon – en prijspeil en om dat vast te leggen een prijspeildatum genoemd wordt. Is dit niet genoemd, kan de opdrachtgever weigeren verhogingen te betalen.
7.B.a.5
De prijs is gebaseerd op
De aannemer dient te omschrijven waarop de prijs gebaseerd is, bijv. op bestek en tekeningen met nummers, schetsontwerp, nota van inlichtingen en/of toelichting ter plaatse.
7.B.a.6
De prijs is o.a. inclusief…..
De prijs is inclusief het maken van o.a. constructie tekeningen, constructieberekeningen, palenplan en bewapeningstekeningen. De nodige onderzoeken o.a. sonderingen en visueel onderzoek. Leveranties, het uitvoeren van de werkzaamheden etc.
7.B.a.7
Deelprijzen en stelpost 21
Deze deelprijzen heeft u gevraagd bijv. een prijs voor het ontmantelen en herstellen van de begane grondvloer, het grondwerk, het demonteren en monteren van de leidingen, het tegelwerk enz. Het kan ook zijn dat er een post onvoorzien = stelpost is opgenomen voor extra werkzaamheden. Een stelpost is een geraamd bedrag dat later verrekend wordt met de werkelijke kosten.
7.B.a.8
Eenheidsprijzen
Er is een aanname gedaan bijv. voor de lengte van de palen. Stel dat de paal langer of korter wordt, dan moet er verrekend worden tegen de opgegeven eenheidsprijs. Of een werkploeg komt stil te staan door uw schuld, dan moet u betalen. Dit is meestal een prijs per uur. Wilt u de aannemer iets laten doen wat niet bij zijn werk hoort, zou hij dit voor u kunnen doen op basis van “regie”, een prijs per manuur.
7.B.a.9
Uitsluitingen
De uitsluitingen dienen goed omschreven te worden. De genoemde prijs is bijvoorbeeld exclusief: - de legeskosten (kosten voor het verkrijgen van een bouwvergunning) - de precario rechten ( huur van de ruimte die op straat gebruikt wordt voor opslag etc) - het toezicht tijdens de bouw kunt u het beste aan een constructiebureau opdragen, zij hebben gespecialiseerde opzichters. Dit staat los van het bouwtoezicht van de gemeente, dat gebeurt steekproefsgewijs - het omleggen van kabels en leidingen - het straatwerk in openbare grond herstellen - het afvoeren van verontreinigde grond en het verkrijgen van een schoongrondverklaring, zie paragraaf 7.C.h en bijlage C. - het werk aan de diverse installaties, zowel binnen als buiten.(riool, gas, water, elektra, ptt, tv) - het verbruik van elektriciteit en water voor de machines - beplanting en bestrating in de tuinen. Ongetwijfeld zijn er nog vele zaken die uitgesloten kunnen worden.
7.B.b
Technische omschrijving.
De aannemer omschrijft globaal zijn werkzaamheden, de hoeveelheden en zegt dat de werkzaamheden gebaseerd zijn op bestek en tekeningen, die expliciet genoemd worden met naam nummers en de datum van de laatste wijzigingsdatum. Hij verklaart ook dat de werkzaamheden uitgevoerd worden volgens alle wetten en voorschriften zoals die gedurende de looptijd van het werk van kracht zijn.
7.B.b.1
Technisch deel of werkomschrijving
De werkzaamheden dienen uitgevoerd te worden volgens bestek en tekeningen, die met naam nummers en wijzigingsdatum genoemd worden en dienen aan alle wetten (normbladen) en voorschriften te voldoen zoals die gedurende de looptijd van het werk van kracht zijn. 22
De constructietekeningen en berekeningen worden, als deze door de aannemer gemaakt zijn met de offerte meegezonden. Er worden sonderingen gemaakt, zoveel als nodig is om goede berekeningen te kunnen maken en een goede uitvoering te waarborgen. De werkzaamheden zijn inclusief o.a: bronnering, grondwerk, scheurenherstel mits deze ontstaan zijn tijdens het funderingsherstel. Herstellen van de kassen, het uitbreken van de bestrating in openbare grond, enz. Een korte omschrijving van de werkzaamheden en werkwijze met daarin een opsomming van bijv: het aantal palen met lengte en diameter, de afmetingen van de funderingsbalken met de globale lengte. Bij het “stripmodel” de dikte van de constructievloer met de wapening. Dit is praktisch omdat je hieruit kunt aflezen of hij weet waar hij over praat en het geeft inzicht in wat er gaat gebeuren en hoe e.a. uitgevoerd gaat worden. Het is tevens een middel voor de bewoners om de werkzaamheden te controleren.
7.B.c 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Algemene zaken. Betalingsvoorwaarden Garantie bepalingen Verzekeringen Algemene bepalingen Boeteclausule Planning + aantal werkbare dagen Bedrijfsstructuur/organisatiediagram Bankgarantie
7.B.c.1
Betalingsvoorwaarden
In de offerte moeten de betalingsvoorwaarden worden vermeld. Bijv. een bepaald percentage bij opdracht. (Dit wordt meestal gedaan als er vooraf veel moet worden geïnvesteerd in materiaal dat nog bewerkt moet worden of als er ontwerp/onderzoekskosten zijn.) Het kan ook in termijnen van 3x30%, gebaseerd op de voortgang van het werk. De laatste 10%, bij de laatste oplevering wanneer de garantietermijn ingaat. Of in termijnen van 2x45% en 10%, 90% bij de eerste oplevering en 10% bij de laatste. De laatste 10% wordt ook wel gebruikt als stok achter de deur om te zorgen dat de aannemer zijn verplichtingen nakomt.
7.B.c.2
Garantiebepalingen
In de garantiebepalingen moet een tijdslimiet genoemd worden, hoe lang een aannemer aansprakelijk is voor zijn werkzaamheden.
7.B.c.3
Verzekeringen
In de offerte staat bij welke verzekeringsmaatschappij dit project is ondergebracht d.m.v. een aparte CAR (Constructie All Risk) verzekering, of dat het project mee loopt op de algemene bedrijfsverzekering van de aannemer. U hebt in de aanvraag gevraagd om een kopie van de verzekeringspolis. U kunt dan zien voor welke schades de aannemer gedekt is. U vraagt ook kopieën van de 23
betaalde verzekeringspremies (minimaal 1 jaar). De aannemer moet bewijzen dat hij bij opdracht nog verzekerd is. Laat ook een expertiserapport maken, zie verder onder zie paragraaf 7.G
7.B.c.4
Algemene bepalingen
Elk aannemingsbedrijf heeft zijn eigen algemene bepalingen/voorwaarden. In de offerte staat bij welke instanties ze zijn gedeponeerd. Als regel staan er geen rare dingen in, maar het is wel zaak ze op te laten vragen of met de offerte mee te laten sturen.
7.B.c.5
Boeteclausule
De aannemer geeft een planning. Lopen de werkzaamheden uit, zou men een boete bepaling kunnen opnemen. Deze bepaling wordt meestal gebruikt, als door het uitlopen van het werk financiële consequenties ontstaan bijv: langer tijdelijke opslag huren of een tijdelijke woning. In gezamenlijk overleg kan de hoogte van de boete bepaald worden.
7.B.c.6
Planning
De planning geeft aan, wanneer het werk begint en opgeleverd wordt. Er is rekening gehouden met vrije dagen en vakanties. De aannemer geeft aan op hoeveel werkbare dagen hij heeft gerekend. Dit is een gegeven voor een eventuele boete of claim. Loopt de aannemer uit de planning, omdat hij bijv: door een lange strenge vorstperiode niet heeft kunnen werken of door andere oorzaken buiten zijn schuld en de werkbare dagen zijn nog niet “verbruikt” dan kan de boeteclausule niet in werking treden.
7.B.c.7
Bedrijfsstructuur
Dit geeft inzicht in de bedrijfsstructuur. Wie is verantwoordelijk. En in het geval dat het bedrijf in gebreke blijft, wie aanspreekbaar is. Hangt het bedrijf onder een holding of is de eigenaar aanspreekbaar.
7.B.c.8
Bankgarantie
Bij de bank kan de aannemer een bankgarantie krijgen als dit door u wenselijk geacht wordt. Deze bankgarantie legt beslag op het krediet van de aannemer, dus zal hij het niet graag doen. Bovendien moet hij hiervoor rente betalen die hij aan u doorberekent. In de meeste gevallen wordt dit gedaan, als er sprake is van vooruitbetaling. Het is ook mogelijk dat de aannemer e opdrachtgever (eigenaar) om een bankgarantie vraagt.
7.C
Bijkomende kosten
Er zijn altijd bijkomende kosten. a. kosten die de aannemer uitsluit b. kosten voor de constructeur c. leges kosten 24
d. e. f. g. h. i. j. k.
7.C.a
kosten van de Nutsbedrijven kosten bestratingen in openbare grond kosten bouwopzichter kosten juridische bijstand/advies afvoer van grond en schoongrondverklaring begeleidingsbureau omleggen kabels en leidingen etc
Uitsluitingen in de aannemers prijs
De aannemer zal altijd een aantal zaken uitsluiten o.a: - Het opruimen van de kruipruimtes. (De spullen die de bewoners hierin opslaan) - Het indienen van de bouwaanvraag. Dit moeten de bewoners meestal zelf doen. Wanneer hij zelf de constructieberekening enz gemaakt heeft, zal hij wel bereid zijn om de bouwaanvraag namens de eigenaren in te dienen. - De legeskosten. Die moet de eigenaar altijd betalen. - De werkzaamheden in de openbare grond t.b.v. kabels en leidingen. Dit is voorbehouden aan div. nutsbedrijven - Het herstellen van de bestrating. Voorbehouden aan de gemeente.
7.C.b
De kosten van de constructeur.
De onderzoekbureaus hebben een opdracht om een funderingsonderzoeksrapport te maken met een voorlopig ontwerp funderingsherstelplan inclusief een kostenraming. Zij maken geen constructieberekeningen enz. die moet u zelf laten maken en betalen.
7.C.c
Legeskosten.
Dit zijn kosten die de gemeente vraagt voor de administratie, de gegevens opslaan en het afgeven van de bouwvergunning. De legeskosten worden door de gemeente aan de eigenaar van de woning in rekening gebracht.
7.C.d
Kosten van de Nutsbedrijven.
Afhankelijk van welk soort funderingsherstel er gekozen wordt moeten de nutsbedrijven er altijd aan te pas komen. De huisaansluitingen vervangen of tijdelijk uitschakelen/afkoppelen en later weer inschakelen/aankoppelen. Riolering verbreken, tijdelijke voorzieningen maken en later definitief weer aansluiten. Soms moeten de kabels en leidingen verlegd worden. Voor al deze zaken krijgt de eigenaar de rekening gepresenteerd van de diverse Nutsbedrijven.
7.C.e
Kosten voor het straatwerk. Indien er in de openbare grond gegraven moet worden voor het funderingsherstel mag de aannemer dit doen met toestemming van de gemeente. Het uitbreken van de 25
bestrating mag ook, maar het herstellen van de bestrating is voorbehouden aan de gemeente. In de gemeente Dordrecht is dit duur. Er worden pogingen ondernomen om dit bij de gemeente weg te halen zodat de bewoners onder begeleiding van het begeleidingsbureau dit zelf mogen uitbesteden.
7.C.f
Kosten bouwopzichter
Het begeleidingsbureau houdt geen direct toezicht op de uitvoering van het funderingsherstel. U kunt zich afvragen of er iemand namens u toezicht moet houden, die als contactpersoon namens de opdrachtgevers overleg voert met de aannemer, u belangen behartigt en meer/minder werk afrekent. De aannemer stelt het ook op prijs. Er is een aanspreekpunt voor alle eigenaren. De BVFP adviseert u een constructiebureau het toezicht uit te laten voeren..
7.C.g
Kosten juridisch advies
Indien zich problemen voordoen, die alleen via een gerechtelijke procedure kunnen worden opgelost, zijn de kosten voor rekening van de eigenaren. Uitwisselen van informatie hierover kunt u met de voorzitter van de BVFP.
7.C.h
Afvoer van grond en schoongrondverklaring
Voor het afvoeren van schone grond is een schoongrondverklaring noodzakelijk. Voor vervuilde grond zal afhankelijk van de mate van de vervuiling extra betaald moeten worden om deze afgevoerd en verwerkt te krijgen. Op diverse plaatsen in Dordrecht zijn vervuilde locaties aanwezig. Van sommige locaties is informatie bij de BVFP aanwezig Voor verdere toelichting van de milieudienst ZHZ zie bijlage C
De milieudienst ZHZ verleent zelf geen schoongrondverklaring. Hiervoor moet u zijn bij een milieutechnisch adviesbureau Zie in de gouden gids of www.goudengids.nl onder bodemonderzoek
7.D.
Bouwvergunning
Om het herstel uit te voeren is een bouwvergunning nodig van de gemeente. Deze vergunning moet de eigenaar zelf aanvragen middels een formulier bij de gemeente. Dit formulier met het bestek, de constructieberekeningen en- tekeningen, overzichts tekeningen en situatietekeningen dient u met een schrijven in bij de gemeente. Zij, de afdeling bouwen en wonen, controleren de berekeningen en tekeningen. De gemeente controleert wel maar is formeel niet aansprakelijk. U ontvangt een bouwvergunning waarvoor u legeskosten moet betalen. Daarna kunt u formeel de aannemer opdracht geven. In de praktijk komt het er op neer dat de constructeur of aannemer overleg gehad heeft over soort herstel en de berekeningen, zodat de kans op afkeuren zeer klein is. 26
Het begeleidingsbureau, de constructeur of de aannemer kunnen namens u de bouw aanvraag indienen. U blijft formeel de aanvrager, want u moet ook de legeskosten betalen. Het legesbedrag is afhankelijk van de herstelkosten.
Het aanvraagformulier en de legesverordening kunt u inzien en downloaden op de website van de gemeente www.dordrecht.nl. Bij zoeken “bouwvergunning” intypen.
7.E
Subsidie aanvraag
De aanvraag voor subsidie kan door het begeleidingsbureau namens u gedaan worden. Echter niet eerder dan dat u het contract voor begeleiding getekend heeft en er een overeenkomst met een aannemer is bereikt.
7.F.
Cascoschade
Cascoschade in de vorm van scheuren zowel binnen als buiten, klemmende deuren etc. adviseren we pas een half jaar na het funderingsherstel uit te (laten) voeren. De fundering heeft tijd nodig om zich te zetten. Als er gevelreparaties uitgevoerd moeten worden, wacht dan ook een half jaar na het funderingsherstel. Let daarbij op het volgende: Stenen uithaken en opnieuw inmetselen en plaatselijk opnieuw voegen is niet mooi. Overweeg om de gevel te laten reinigen, de voegen uit te laten slijpen, waar nodig nieuwe stenen erin en daarna het geheel opnieuw te voegen. Door dat ook per bouweenheid te doen ontstaat een veel mooiere straatwand en stijgt de waarde van de woningen.
7.G.
Expertise rapport
De BVFP adviseert u om, voordat met het funderingsherstel begonnen wordt, een rapport te laten maken van de bouwkundige staat van de bouwkundige eenheid en de aangrenzende bouwkundige eenheden. door een onafhankelijk erkend expertisebureau. Bij schade een tweede opname te maken en deze te vergelijken met de eerste opname. Mochten zich problemen voordoen met de verzekering van de aannemer dan heeft u een onafhankelijk rapport.
7.H.
Vaste prijs of open begroting
De aannemer kan op twee manieren een prijs aanbieden, indien u dit wenst. a. Een vaste prijs b. Een open begroting
7.H.a
Vaste prijs
De vaste prijs is gebaseerd op alle nodige informatie zoals bestek, tekeningen, constructieberekeningen, metingen, rapporten, memo’s, visuele waarnemingen de verklaring van de aannemer dat hij met de situatie op de hoogte is enz. Deze vaste prijs is waarschijnlijk gesplitst in een paar delen afhankelijk van wat het 27
begeleidingsbureau voor u gevraagd heeft. U weet daardoor waar u aan toe bent. Aan het eind van het werk wordt de aanneemsom verhoogd of verlaagd met het meer of minder werk.
7.H.b
Een open begroting
Een open begroting betekent dat u een volledig inzicht heeft in de opbouw van de prijs. Accepteert u deze begroting en geeft u de opdracht op basis van deze open begroting, dan mag de aannemer alles wat hij meer doet of levert in rekening brengen, bijv. elke spijker of m3 beton die hij meer levert. Natuurlijk ook omgekeerd. Dit vraagt een intensieve begeleiding/controle door de eigenaren of hun vertegenwoordiger. De BVFP raadt niet-deskundigen af om te gaan werken met een open begroting.
7.I
Commissie taken
Het is handig om een bouwblokvertegenwoordiging te benoemen. Een zogenaamde bewonerscommissie die de contacten onderhoudt met het begeleidingsbureau. De taken van de bewoners commissie zou kunnen bestaan uit: - Zoeken naar alternatieve funderingsherstelmethoden in overleg met begeleidingsbureau - Overleg met begeleidingsbureau - Met het begeleidingsbureau de aanvragen opstellen - Idem offertes beoordelen. - Zij houdt de vinger aan de pols De commissie wordt door de eigenaars benoemd en zou uit plusminus 3 personen kunnen bestaan. Tenslotte nog een paar aandachtspunten voor de commissie ter beoordeling van de offertes. - Opletten op eventuele uitsluitingen. - Van elke paal een kopie van de meetgegevens opvragen - Rapporten van diverse opleveringen opvragen - Zijn de kosten van het gebruik van elektriciteit en water in de prijs opgenomen. De te gebruiken machines hebben stroom en water nodig - Zijn er stelposten opgenomen voor de tijdelijke voorzieningen zoals elektra, gas, water en riolering? - Is er een post onvoorzien opgenomen in de prijs? Dit bedrag moet apart genoemd worden i.v.m. de verrekening en zichtbaar zijn in de offerte. - Kwaliteitsplan De aannemer maakt een prijs op een aantal aannames. Als men het eens is welke aannemer het wordt, zou deze een principe -opdracht kunnen krijgen. De aannemer gaat aan het werk. Hij laat sonderingen maken, maakt constructietekeningen en berekeningen. Daarna zal hij pas een definitieve prijs geven
7.J
Vrijblijvende adviezen
- Laat altijd een Voorlopig Ontwerp funderingsherstelplan maken - Bepaal met de eigenaren van een bouwblok, voordat een VO gemaakt wordt, wat u wilt en welk type funderingherstel - Laat u niet opjagen - Stel uit de eigenaren een commissie samen die de aanvragen en aanbiedingen 28
evalueert. Het werkt efficiënter - Het inhuren van een onafhankelijke bouwopzichter - Laat een expertiserapport maken. Zie paragraaf 7.G
29
8.
Het begeleidingsbureau en de kosten
Tot het moment dat besloten wordt gezamenlijk tot herstel over te gaan werkt het begeleidingsbureau voor rekening van de gemeente. Als na het maken van het Voorlopig Ontwerp herstelplan duidelijk is dat 80% of meer eigenaren in het bouwblok meedoen met herstel tekent u de intentieverklaring met onderstaande aantekening en zijn de begeleidingskosten minus de subsidie voor rekening van de eigenaar. Met betrekking tot de eerder namens de Belangen Vereniging Funderings Problematiek Dordrecht en al haar leden, waaronder ondergetekende, verzonden aansprakelijkheidsstelling van de Gemeente Dordrecht, het waterschap en de Provincie, behoudt ondergetekende zich uitdrukkelijk het recht voor alle gemaakte kosten en overige schaden in het onderhavig funderingsherstel te verhalen op de Gemeente Dordrecht, het Waterschap en de Provincie. Belangrijkste taak van het begeleidingsbureau is om voor elke stap die gezet wordt in het herstelproces overeenstemming te bereiken in het bouwblok.
Het begeleidingsbureau is aangewezen door de gemeente voor de ontwerpfase. Voor de uitvoeringsfase kunt u of met hetzelfde begeleidingsbureau door gaan of een ander erkend bureau. U geeft dit aan in de intentieverklaring welke u van het begeleidingsbureau krijgt. Zij begeleiden het funderingsherstelproces, o.a. het mede verzorgen van de subsidie aanvraag, beleggen de contactavonden/informatieavonden. Met de ondertekening van de intentieverklaring verplicht u zich nog niet tot herstel, maar tekent u voor eventueel door u te betalen begeleidingskosten. Het begeleidingsbureau verzorgt de aanvraag naar het constructiebureau en de aannemer, geven individueel advies aan de eigenaren over financiële /sociale aspecten, (her) huisvesting, herstelvarianten en doen de procesbegeleiding. Begeleiden de opdracht aan het constructiebureau en de aannemer, behartigen de bijbehorende financiële zaken. In de offerte die door het begeleidingsbureau aan u gegeven is staan de werkzaamheden vermeld. Het bureau ontvangt hiervoor € 1.815,- uit de subsidiepot. De kosten boven dit bedrag vooral bij kleine bouweenheden zijn voor rekening van de woningeigenaar. Bouwblokken van 8 of meer woningen komen uit binnen het budget, kleinere bouwblokken moeten bijbetalen. Vraag het bureau wat uw begeleidingskosten zijn. De begeleidingsbureaus werken met twee termijnen te weten termijn A en B Termijn A bestrijkt de periode tot de aanbesteding Termijn B loopt tijdens de uitvoering Voor namen en adressen begeleidingsbureaus zie paragraaf 14
30
9.
De eigenaren willen of kunnen (nog) niet herstellen
Hiervoor zijn diverse argumenten aan te dragen: - Men wil gezamenlijk niet tot herstel overgaan - De handhavingstermijn is bijvoorbeeld 20 jaar dus er is geen directe urgentie - Men kan het niet betalen - Het zal onze tijd wel duren - Geen vertrouwen in het onderzoek en/of begeleidingsbureau en/of gemeente - De scheuren zitten er al zo lang ik hier woon. Het is uiteraard uw goed recht om als bouwblok ervoor te kiezen nog niet te herstellen. En misschien hebt u nog wel een andere reden om het niet te doen. Er is echter een rapport, waarin wordt aangegeven dat uw fundering een funderingshandhavingstermijn heeft variërend van 0 tot 20 jaar. In ieder geval minder dan 25 jaar. Als belangenvereniging raden we aan om in een dergelijke situatie duidelijk te krijgen waarom u stopt. Als er geen vertrouwen is in het funderingsonderzoek kunt u beter aanvullend onderzoek vragen en als u dat niet krijgt voor eigen rekening laten uitvoeren. De BVFP heeft al in meer blokken het advies gegeven extra onderzoek te doen als er verhoudingsgewijs erg weinig palen zijn onderzocht. Daar waar houten palen droog staan heeft u echt een probleem omdat de kwaliteit van de fundering hard achteruit gaat. Als u een funderingshandhavingstermijn heeft van 20 jaar en de palen vaak droog staan halveer deze termijn dan maar. Om de voortgang van het proces niet te laten stagneren is het mogelijk in overleg met het begeleidingsbureau te zoeken naar oplossingen. Wellicht kan er gebruik gemaakt worden van de vangnetconstructie )* van de gemeente. Lukt dit niet - al hopen we dat de gemeente mede op aandringen van de BVFP met een betere regeling komt - dan zijn er misschien andere opties mogelijk. Opties om over na te denken. - De eigenaar verkoopt het huis - De aannemer koopt het huis op, richt het tijdelijk in als werkruimte en verkoopt het huis als het bouwblok gereed is - De overige eigenaren van het bouwblok kopen het huis op en verhuren dat aan de gedupeerde. - Er wordt een woningbouwcorporatie of projectontwikkelaar benaderd, die de woning opkoopt en verhuurt. - Alle woningen worden in een bv gestopt en daarna verhuurd aan bewoners. - Nieuwe suggesties aub doorgeven aan de BVFP )* Een vangnetconstructie is een instrument waarmee het gemeentebestuur in bijzondere gevallen mensen financieel kunnen helpen die anders buiten de boot dreigen te vallen met funderingsherstel Zo nodig kan een beroep gedaan worden op de hardheidsclausule in de subsidieverordening.
31
10.
Aanschrijvingen
Soms willen/kunnen eigenaren niet meedoen met funderingsherstel. Dat houdt de voortgang van herstel in het bouwblok in ernstige mate op. Als er maar weinig overblijven die niet te overtuigen zijn of het niet op kunnen brengen, zal de gemeente deze eigenaren gaan aanschrijven. De BVFP heeft als belangenvereniging bij de aanschrijvingen een dubbel gevoel. Enerzijds is het goed voor de eigenaren die willen herstellen dat de gemeente een middel heeft om de eigenaren die niet willen/kunnen te dwingen tot funderingsherstel. Anderzijds ziet de BVFP de gemeente als schuldige van de te lage grondwaterstand die bewoners nu kan dwingen tot funderingsherstel. Voor de eigenaren die wel willen herstellen is het een goed middel. Zie ook de website onder aanschrijvingen www.platformfundering.nl
11.
De financiën
Zie ook de publicatie “Hoe financier ik funderingsherstel?” De publicatie is te vinden op de website www.platformfundering.nl
11.A
Financiën
Als het voor het bouwblok duidelijk is wat de totale funderingsherstelkosten zijn dan wordt het tijd om te bepalen of een en ander financieel haalbaar is. Hiertoe staan verschillende wegen open. u hebt voldoende eigen vermogen om funderingsherstel te betalen. u bespreekt dit met uw eigen bank. u valt onder de regeling voor rijksmonumenten u valt onder de regeling voor gemeentelijke monumenten cq beeldbepalende panden u maakt gebruik van de laagrentende lening van de gemeente. het is u volstrekt onduidelijk hoe herstel betaald moet worden. In de laatste twee gevallen is het verstandig deze paragraaf verder te lezen.
11.B
SVN
Het begeleidingsbureau regelt de betalingen in samenwerking met de eigenaars en de SVN. )* Er is een subsidie voor funderingsherstel van € 6.810 van de gemeente. Bij de SVN kunt u een lening afsluiten tegen een rente van 2% tot een maximaal bedrag van € 70.000 en een looptijd van 25 jaar, indien de funderingshandhavingstermijn 0-15 jaar is of een deel van de straatwand aan dit laatste criterium voldoet. Dit bedrag is soms niet genoeg om het herstel te betalen. Het verschil zal dus door de eigenaar(s) tegen marktrente moeten worden bijgeleend. Bij de SVN kunt u dit bedrag lenen of bij uw eigen bankrelatie. E.a. is afhankelijk van de voorwaarden. )* SVN = Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten Nadat een hypotheek is getekend bij de notaris komt het benodigde bedrag in depot. De termijnen worden daarvan afgeschreven. 32
11.C.
Vangnetregeling en hardheidsclausule
De gemeente heeft ook een vangnetregeling )* waarvan gebruik kan worden gemaakt. Laat u door het begeleidingsbureau informeren over de mogelijkheden. )* Een vangnetregeling is een instrument waarmee het gemeentebestuur in bijzondere gevallen mensen financieel kunnen helpen die anders buiten de boot dreigen te vallen met funderingsherstel In bijzondere gevallen kan een beroep gedaan worden op de zogenaamde “hardheidsclausule” in subsidieverordening.
11.D.
Overige financiële regelingen
Zie de meest recente financiële regelingen op de website van de BVFP www.platformfundering.nl of op de website van de gemeente www.dordrecht.nl/funderingen. Te denken valt o.a. aan subsidieregelingen voor rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten of beeldbepalende panden.
11.E.
WOZ
Een Voorlopig Ontwerp met globale kostenraming levert een besparing op van de WOZ. De kosten van het funderingsherstel minus de subsidie kunnen van de WOZ waarde worden afgetrokken met terugwerkende kracht tot 2001. Als de raming van de funderingsherstelkosten bekend is volgt automatisch een verlaging van de WOZ en de waterschapslasten. De doorwerking in de inkomstenbelastingaangiften heeft de gemeente toegezegd ook te regelen, maar hier lijkt vooralsnog weinig van terecht te komen. Over de regeling van de WOZ teruggave is altijd de meest recente informatie te vinden op de website www.platformfundering.nl
11.F.
De verdeelsleutel
Wanneer alle kosten van funderingsherstel van het bouwblok bekend zijn moeten deze verdeeld worden over de eigenaren. Dit kan soms problemen opleveren. Een mogelijkheid is hoofdelijk omslaan. Een andere mogelijkheid is de kosten per vierkante meter begane grondvloer omslaan. Of per strekkende meter fundering of per funderingspaal. Sommige constructiebureaus geven bij de kostenraming al mogelijkheden voor een verdeelsleutel. Variaties daarop zijn mogelijk. Doe dit wel in overleg met het begeleidingsbureau. In de verdeelsleutel zit ook de mogelijkheid om bijvoorbeeld iemand een beetje te helpen die het anders niet betalen kan. Laat het begeleidingsbureau u hierbij helpen.
11.G
Monumenten
Voor woningen die onder de Rijksmomunenten vallen zijn er afzonderlijke subsidieregelingen. Dit geldt niet voor gemeentelijke monumenten of zogenaamde beeldbepalende panden. Informatie is te krijgen bij of via het begeleidingsbureau of anders bij de afdeling monumentenzorg van de gemeente Dordrecht 078-6396402. Zie ook de publicatie “Hoe financier ik funderingsherstel?”op de website www.platformfundering.nl 33
12.
De BVFP helpt als daarom door u gevraagd wordt
Op verzoek is de BVFP bereid bewonersoverleg bij te wonen en waar nodig individueel overleg om te komen tot oplossingen in deze voor iedereen complexe materie. Over tal van zaken beschikken wij over de nodige informatie die u kunt vinden op onze website www.platfomfundering.nl - W.O.Z verlaging i.v.m. het palenprobleem - Belastingverlaging - De grondwaterstanden - Aanvraag subsidie De BVFP kan ook bemiddelen in het overleg tussen bewoners/ begeleidingsbureau/ constructiebureau en/of aannemer als dit dreigt vast te lopen. De ervaringen die op deze manier opgedaan worden, worden gebruikt in het overleg om te komen tot een betere aanpak, waar dat noodzakelijk is.
De BVFP is geen begeleidingsbureau maar een belangenorganisatie, de verantwoordelijkheid voor het proces ligt bij de begeleidingsbureaus. Hou de BVFP op de hoogte van ontwikkelingen. Alleen zo kan zij uw belangen behartigen.
13.
Begrippen
Aanwasboor. Holle boor, afkomstig uit de bosbouw, voor het nemen van monsters uit de kern van een houten paal. Absolute zetting. Zakking van een pand in zijn geheel. Dit kan gemeten worden ten opzichte van het N.A.P (Nieuw Amsterdams Peil). Actieve scheuren Scheuren die nog steeds in beweging zijn. Amsterdamse fundering. Zie figuur blad 2. Fundering bestaande uit paarsgewijs gelagen houten palen waarop een houten kesp rust (juk). De palenparen zijn onderling verbonden met langshout. Op het langshout zit nog een schuifhout om het metselwerk op zijn plaats te houden. Bacteriële aantasting = palenpest. Aantasting door bacteriën. Deze aantasting kan ook aanwezig zijn als geen droogstand aanwezig is. Voorwaarde is dat er zuurstof bij de palen komt dus een te lage grondwaterdekking en een voedingsbodem aanwezig is. Belending. Aangrenzend pand, bouwblok of terrein. Bel-etage. Eerste verdieping boven de begane grond of het souterrain. 34
Betonoplanger. Betonnen opzetstuk van 1 tot meer dan 3 meter op een houten paal, welke wordt gebruikt om de kop van een houten paal beneden het grondwater weg te heien. Borstwering. Metselwerk onder een raam of kozijn. Bouweenheid. Aantal woningen die constructief of bouwkundig een geheel vormen. Als geen duidelijke dilatatie aanwezig is hebben bouweenheden invloed op elkaar bij zettingen. Bouwmuur. Constructieve wand Bovenkant funderingshout. Hoogste punt van het funderingshout meestal aangegeven ten opzichte van NAP. Bovenste funderingshout is bij de Amsterdamse en Rotterdamse fundering bovenkant schuifhout. Hoogste punt van het funderingshout bij houten palen waarop een betonbalk rust een aantal cm boven onderkant balk. De paal steekt namelijk een aantal centimeters in de beton. Normaal 30 tot 50 mm. Capillaire werking. In poriën opgestegen grondwater. In klei is de capillaire werking vrij goed. In zand loopt het grondwater snel weg. Definitief onderzoek Een grootschalig opgezet en door de gemeente Dordrecht bekostigd onderzoek conform het VNG protocol. Dilatatie. Een constructieve naad in een bouwcomplex welke het mogelijk maakt dat de bouwdelen aan weerszijde van de dilatatie onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen. Dordtse fundering. Als een Rotterdamse fundering, muur met vertanding, schuifhout, langshout en houten paal. In afwijking van de Rotterdamse fundering zit bij de Dordtse fundering tussen langshout en paal een kesp. Droogstand. Situatie waarbij het grondwater (soms tijdelijk) beneden het niveau van het bovenste funderingshout staat. Eenheidsprijzen. De prijs die een element kost is een eenheidsprijs. Maar bijvoorbeeld ook 1000 stenen kosten € …… Erosiebacterie. Bepaalde soort(en) bacteriën die een aantasting gelijkend op erosie van het hout veroorzaakt. Freatisch grondwater. De waterspiegel in de bovenste bodemlagen. Funderingsbalk. Een betonbalk boven de palen waarop het metselwerk rust. Gewoonlijk staat hieronder een enkele rij palen. Fundering op staal. Fundering zonder palen die direct op de onderliggende grond rust. Funderingshout. Het geheel van alle houten onderdelen van een fundering op houten palen dus palen, kespen, langshout en schuifhout.
35
Funderingsherstel. Methodiek om de fundering voor lange tijd voldoende draagkracht terug te geven. Funderingstechnische handhavingstermijn. De periode waarop de fundering op de huidige wijze zal kunnen blijven functioneren zonder dat herstelmaatregelen nodig zijn. Grondwater/grondwaterpeil/grondwaterspiegel/grondwaterstand. Zie figuur blad 2. De waterspiegel in de bovenste bodemlagen. Ander woord hiervoor is freatisch grondwater Grondwateronttrekkingen. Onttrekkingen van grondwater door drinkwaterleidingbedrijf, industrie en op bouwlocaties, bij tunnels etc. Hakkelbout. IJzeren pen met weerhaken als verbindingspen van langshout aan de houten paal. Hardheidshamer/prikker/prikapparaat, pylodon/slaghamer. Apparaat waarmee op gestandaardiseerde wijze de indringingswaarde van houten palen wordt gemeten. h.o.h afstand. Hart op hart afstand = afstand tussen twee middens van twee elementen zoals bv palen. Indicatief onderzoek. Een globaal en indicatief onderzoek naar de fundering. Hier moet niet al te veel waarde aan worden gehecht. Indringingswaarde. De afstand in mm waarover de pen van de standaard prikker (hardheidshamer) het funderingshout binnendringt bij beproeving. Deze afstand is een maat voor de kwaliteit en aantasting van het funderingshout Infiltratiesysteem. Een systeem om grondwater toe te voegen. Inklinking. De grond wordt door druk en uitdroging in elkaar gedrukt. Hierdoor zakt het maaiveld. Instorting. Het aantal mm dat een houten paal is ingestort in een betonbalk. Kesp. Zie figuur blad 2. Verbindingshout tussen twee naast elkaar staande houten palen bij een Amsterdamse fundering, welke samen met de palen een zogenaamd juk vormt. Op de kespen wordt het langshout met het schuifhout aangebracht. Kespen kunnen ook voorkomen bij de Rotterdamse fundering, in dat geval staat er slechts één paal onder de kesp. Kilgoot. Een goot tussen twee dakvlakken. Kleefpaal. Korte funderingspaal, niet geslagen tot het diepe funderingszand, welke draagkracht genereert uit de wrijving (kleef) welke de paalschacht in omringende slappe grondlagen ondervindt. Langshout. Zie figuur blad 2. Houten balk, veelal gelegen onder een draagmuur welke het gewicht van de constructie (het bouwwerk) overbrengt op de palen of paaljukken. Langshout komt voor bij de Amsterdamse en Rotterdamse fundering. Latei. Horizontale overspanning boven een metselwerkopening. 36
Lintvoeg + lintvoegwaterpasmeting. Bij de bouw was dit altijd een horizontale voeg in het metselwerk in een bouweenheid. De metselaar spande een horizontale draad waarlangs hij de stenen neerlag. Door oude lintvoegen opnieuw te meten kan gezien worden of plaatselijk zakkingen zijn ontstaan. Maaiveld. Het vlak gevormd door de bovenkant van de grond of bestrating, met name rondom een gebouw of woning Maaiveldhoogte. De hoogte van het maaiveld t.o.v NAP mm. Millimeter Meetboutje. Een in een gevel vastgedraaid boutje voor het uitvoeren van een lintvoegwaterpasmeting. Ook wel nauwkeurigheidswaterpasmeting genoemd. Monitoring. Het gedurende 3 jaar of langer in de gaten houden van het bouwblok. Het kan hierbij gaan om 1. maandelijkse metingen grondwaterstand bij de fundering 2. metingen van zettingsverschillen middels meetboutjes in de gevel 3. scheurwijdtemeters 4. draagkrachtonderzoek N.A.P. (Normaal Amsterdams Peil) Referentieniveau van het Nederlands landmeetnet. Nauwkeurigheidswaterpasmeting Een waterpasmeting tot op 1/100 van een mm nauwkeurig meestal gebruikt in de monitoring van zettingen waarbij boutjes in de muur worden gezet welke gedurende 3 jaar of langer halfjaarlijks ten opzichte van elkaar worden gemeten. Negatieve kleef. Door inklinking en onder andere uitdroging van grondlagen gaan deze aan de paal hangen. Hierdoor worden palen extra belast. Als de paal niet voldoende weerstand heeft bij de punt dan kan de paal naar beneden worden getrokken. Er zijn situaties aangetroffen waarbij de paal los van de funderingsbalk kwam te staan. Nulmeting. De eerste meting waar de latere metingen mee worden vergeleken. Onderkant metselwerk of fundering. Het laagste niveau van het metselwerk of de betonbalk. Dit is niet gelijk aan bovenkant funderingshout. Bij metselwerk zit het schuifhout boven dit niveau en bij betonbalken zijn palen enkele cm ingestort (instorting). Op stuit geheid. Een funderingspaal is op stuit geheid als hij met de punt stevig in een diepere zandlaag staat. Overstek. Gedeelte van een constructie die slechts aan één zijde wordt ondersteund. OZB. Onroerend Zaak Belasting, een gemeentelijke belasting. Zie onze website www.platformfundering.nl voor de vigerende regeling. Paaljuk. Het geheel van een kesp met daaronder twee palen bij een Amsterdamse fundering. Paalkop. Zie figuur blad 2. Bovenste gedeelte van een funderingspaal. 37
Paalrot = Schimmelaantasting. Ten gevolge van droogstand van de palen ontstaat schimmelvorming die de palen aantast. Eenmaal weer onder water, stopt dit proces. Als de paal nog voldoende draagvermogen heeft en goed onder water staat is er niets aan de hand. Bij nieuwe droogstand gaat de cumulatieve droogstand werken en treedt verdere paalrot op. Paalschacht. Buitenkant van een funderingspaal, van paalkop tot paalvoet. Paalvoet. Onderkant van een funderingspaal. Palenpest = Bacteriële aantasting. Aantasting door bacteriën. Deze aantasting kan ook aanwezig zijn als geen droogstand aanwezig is. Voorwaarde is dat er zuurstof bij de palen komt, dus een te lage grondwaterdekking en een voedingsbodem aanwezig is. Palenplan. Plan waarop de plaats van de palen in bovenaanzicht staat aangegeven. Peil. Meestal bovenkant begane grondvloer. Peilbuis. Verticale meetbuis met filter, waarin de grondwaterspiegel met een peillood kan worden vastgesteld. Peilgebied. Gebied, veelal afgebakend door een watergang of dijk (polder) waarbinnen door het waterschap middels bemaling een stabiel open waterpeil gehandhaafd wordt. Penant. Metselwerk naast of tussen raam of deurkozijnen. Poer. Blokvormig deel van een fundering, meestal van beton. Meestal funderingen op staal, maar ook poeren met daaronder heipalen komen voor. Positieve kleef. Een funderingspaal is op positieve kleef geheid als de punt van de pal niet in de zandlaag staat. Door de wrijving met de omringende klei/veen is een kleefkracht ontstaan die positieve kleef wordt genoemd. Primaire net peilbuizen. Het grofmazig peilbuizenmeetnet dat vanaf 1994 maandelijks door de gemeente wordt gemeten. Raming. Een raming is een begroting van kosten op basis van eenheidsprijzen Rechtvijzelen. Het met behulp van vijzels rechtzetten van een woonblok. Revisietekeningen. Tekeningen waarop de wijzigingen in de bouw/tijdens de uitvoering zijn verwerkt. Rollaag. Een in het verband van een muur gemetselde laag van op zijn kant gemetselde stenen. Meestal boven kozijnen. Rotterdamse fundering. Zie figuur blad 2. Fundering bestaande uit een enkele rij houten palen, onderling verbonden door langshout. Op het langshout zit nog een schuifhout om het metselwerk op zijn plaats te houden. Soms zit tussen paal en langshout een kesp, in dit geval spreekt men ook wel van een Dordtse fundering. Zie figuur blad 2 Scheefstand. De scheefstand ten opzichte van het horizontale vlak. Scheurvorming. Het geheel (en het patroon) van de scheuren in het pand. 38
Schimmelaantasting = paalrot. Ten gevolge van droogstand van de palen ontstaat schimmelvorming die de palen aantast. Eenmaal weer onder water, stopt dit proces. Als de paal nog voldoende draagvermogen heeft en goed onder water staat is er niets aan de hand. Bij nieuwe droogstand gaat de cumulatieve droogstand werken en treedt verdere paalrot op. Schuifhout. Zie figuur blad 2. Houten balkje op het langshout bij een Amsterdamse of Rotterdamse houten paalfundering. Bedoeld om het metselwerk op zijn plaats te houden. Secundaire net peilbuizen. Het fijnmazige meetnet van de gemeente. Dat in 1999 een aantal keren is gemeten en waarvan de metingen in 2002 zijn hervat. Vooralsnog is dit net niet representatief voor de beoordeling van de grondwaterstand. Slaghamer. Meetinstrument dat middels een veer een stalen punt met vaste energie wegslaat. Uit de mate van indringing van de stalen punt kan de aantasting van de paal worden bepaald alsmede de restdraagkracht. Slangenwaterpas. Apparaat waarmee het hoogteverschil tussen twee punten kan worden gemeten. Sondering. Reguliere onderzoekmethode voor geotechnische doeleinden, waarbij een conus van 4-5 cm doorsnede vanuit een sondeerwagen de grond in wordt gedrukt. Uit de mate van weerstand tegen dit wegdrukken kan de vastheid van de grondlagen worden afgeleid. Trasraam. Onderste deel van de gevel, gemetseld van minder wateroptrekkende steen. Vangnetregeling. Een vangnetregeling is een instrument waarmee het gemeentebestuur in bijzondere gevallen mensen financieel kunnen helpen die anders buiten de boot dreigen te vallen met funderingsherstel Verkoopbrochure: te downloaden van www.platformfundering.nl VNG protocol. Een protocol voor het uitvoeren van funderingsonderzoek. Zie www.platformfundering.nl Voorlopig Ontwerp (VO). Een voorlopig ontwerp is een eerste opzet van een plan. Hiermee kan geen bouwvergunning worden aangevraagd of een offerte worden gevraagd. Waterpasinstrument. Een instrument waarmee hoogteverschillen t.o.v het horizontale vlak kunnen worden gemeten. Waterpassing. Nauwkeurige niveaubepaling. Zakking/zetting. Maat voor de afstand of hoogte waarover een pand of fundering (of een onderdeel daarvan) is gezakt ten opzichte van de oorspronkelijke positie. Zakking van het maaiveld komt ook voor; dit heet inklinking. Zettingsverschillen. Verschillen in zakking tussen twee of meerdere onderdelen van panden of funderingen. Zakkingen op zich hoeven niet tot schade te leiden. Zettingsverschillen leiden bij bepaalde grootte meestal wel tot schade.
39
14.
Register
1e fase het onderzoek 2e fase het herstelplan Aannemer Aanschrijvingen Aanwasboor Absolute zetting Actieve scheuren Adressen Adviesmethode Afvoer grond Afwerkvloer Afzaaghoogte Algemene bepalingen Algemene informatie Algemene zaken All in Alternatieve methode Amsterdamse fundering Bacteriële aantasting Balkenrooster Bankgarantie Bedrijfsgebouwen Bedrijfsstructuur Beganegrondvloer Begeleidingsbureau Begeleidingsbureaus adressen Begrippen Belastingaangifte Belending Bel-etage Betalingsvoorwaarden Boeteclausule Betonoplanger/opzetter Bodemverontreiniging- sanering Boeteclausule Borstwering Bouwaanvraag Bouweenheid Bouwmuur Bouwkundige eenheid Bouwopzichter kosten Bouwvergunning Bovenkant funderingshout Bijkomende kosten BVFP helpt CAR Capillaire werking Cascoschade Cascoherstel
paragraaf 2 paragraaf 4 paragraaf 7.A.b paragraaf 10 paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 14 paragraaf 5.A paragraaf 7.C.h bijlage A.B.1.a bijlage AA paragraaf 7.B.c.4 paragraaf 1 paragraaf 7.B.c paragraaf 7.B.a.2 paragraaf 6 paragraaf 13 begrippen + figuur blad 3. paragraaf 13 begrippen bijlage A.B.4 paragraaf 7.B.c.8 paragraaf 2.C paragraaf 7.B.c.7 bijlage A.B.1.a paragraaf 8 paragraaf 14 paragraaf 13 paragraaf 11.E paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 7.B.c.1 paragraaf 7.B.c.5 paragraaf 13 begrippen + figuur blad 3 bijlage C paragraaf 7.B.c.6 paragraaf 13 begrippen paragraaf 7.D paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 4.C paragraaf 7.C.f paragraaf 7.D paragraaf 13 begrippen paragraaf 7.C paragraaf 12 paragraaf 7.B.c.3 paragraaf 13 begrippen paragraaf 7.F bijlage A.F 40
Collectieve werkzaamheden Commissie taken Constructie All Risk verzekering Constructeur Constructeur kosten Constructieberekeningen Constructievloer Contactpersoon Deelprijzen Definitief onderzoek Dilatatie Dordtse fundering Droogstand Eenheidsprijzen Erosiebacterie Expertise rapport Financiën Freatisch grondwater Fundering is goed Fundering is goed, grondwater niet Fundering op grondverbetering Fundering op pijlers Fundering op putten Fundering op staal Fundering op zandstorting Funderingsbalk Funderingsherstel, typen Funderingsherstelplan Funderingshout Funderingsonderzoek procedure Funderingsonderzoeksrapport Funderingshandhavingstermijn Garantiebepalingen Garantietermijn Geldigheidsduur prijs Gemeente adres Gevelreparatie Gevelreiniging Grondwater Grondwaterstandsmetingen Grondwatermonitoring Grondwateronttrekkingen Grondwaterpeil Handhavingstermijn fundering Hardheidshamer Herstelplan voorlopig H.o.h. Houtspanning Houtworm Indicatief onderzoek Indringingswaarde Infiltratiesysteem
paragraaf 7.A.c paragraaf 7.I paragraaf 7.B.c.3 paragraaf 7.A.a paragraaf 7.C.b paragraaf 7.A.a bijlage A.B paragraaf 7.B paragraaf 7.B.a.7 paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen + paragraaf 4.C paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 7.B.a.9 paragraaf 13 begrippen paragraaf 7.G + 7.B.c.3 paragraaf 11 paragraaf 13 begrippen paragraaf 3.A.a paragraaf 3.A.b figuur blad 3 figuur blad 3 figuur blad 3 paragraaf 13 begrippen figuur blad 3 paragraaf 13 begrippen bijlage A paragraaf 4 paragraaf 13 begrippen paragraaf 2 paragraaf 2 paragraaf 13 begrippen paragraaf 7.B.c.2 paragraaf 7.B.c.1 paragraaf 7.B.a.3 paragraaf 14 bijlage A.F bijlage A.F paragraaf 13 begrippen www.platformfundering.nl paragraaf 3.A.b paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 4 = Hart op hart Bijlage B (memo) paragraaf paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen 41
Ingekast Inhoudsopgave Inklinking Instorting Juridisch advies Kabels en leidingen Kelder Kesp Kilgoot Kleefpaal Langshout Latei Legeskosten Lintvoeg Lintvoegwaterpasmeting Maaiveld Maaiveldhoogte Meetboutje Metaal onder vloer Milieudienst Monitoring Monitoring op grondwater Monitoring op scheefstand Monitoring water en scheefstand Monumenten NAP Nauwkeurigheidswaterpasmetingen Negatieve kleef Nieuwe fundering Nieuwe palen/constructievloer Nog niet herstellen Nulmeting Nutsbedrijven Nutsbedrijven kosten Onderkant metselwerk/fundering Offertes Onderzoek Onderzoek 1e fase Onderzoek 2e fase Onderzoeksbureaus Ongediertebestrijding Opdrachtgeverschap wisseling Openbare gebouwen Open begroting Opslagen Overige financiele regelingen Overstek OZB Paaljuk Paalkop Paalkopbelasting Paalkopverlaging
paragraaf 4.C blad 3 paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 7.C.g paragraaf 7.C.a bijlage A.E paragraaf 13 begrippen + figuur blad 3. paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen + figuur blad 3. paragraaf 13 begrippen paragraaf 7.C.c paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen bijlage A.F.2 bijlage C paragraaf 13 begrippen paragraaf 3.A.b paragraaf 3.A.c paragraaf 3.A.d paragraaf 11.G paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen + 3.A.c bijlage A.B bijlage A.B.1.a paragraaf 9 paragraaf 3.A.c paragraaf 7.C.a paragraaf 7.C.d paragraaf 13 begrippen paragraaf 7.B paragraaf 2,3 en 4 paragraaf 2 paragraaf 4 paragraaf 14 bijlage A.F.1 paragraaf 5 paragraaf 2.C paragraaf 7.H.b paragraaf 7.B.a.2 paragraaf 11.D paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen + figuur blad 3. bijlage B (memo) bijlage A.A 42
Paalkopverlaging protocol Paalkopverlaging met Azobe Paalrot Paalschacht Paalvoet Palenpest Peil Peilbuis Peilgebied Penant Planning Poer Positieve kleef Post onvoorzien = stelpost Precario Primaire net peilbuizen Protocol paalkopverlaging Prijs aannemers Prijsaanvraag Prijs All in Prijs constructeur Prijs gebaseerd op… Prijs geldigheidsduur Prijs inclusief btw Prijs is inclusief Prijstechnisch deel Prijs vast tot Prijzen aanvragen Rechtvijzelen Regie Register Resterende paaldiameter Revisietekeningen Rollaag Rotterdamse fundering Sanering bodemverontreiniging Scheefstand Scheurvorming Schimmelaantasting Schimmelaantasting vloer Schoongrondverklaring Schuifhout Secundaire net peilbuizen Slaghamer Slangenwaterpas Sondering Staalfundering Stelpost Straatwerk Stripmodel Subsidieaanvraag SVN
bijlage B bijlage AA (NIET TOEGESTAAN!) paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 7.B.c.6 paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 7.B.a.7 paragraaf 7.B.a.9 paragraaf 13 begrippen bijlage B paragraaf 7.B paragraaf 7.B paragraaf 7.B.a.2 paragraaf 7.A.a paragraaf 7.B.a.5 paragraaf 7.B.a.3 paragraaf 7.B.a.1 paragraaf 7.B.a.6 paragraaf 7.B.a paragraf 7.B.a.4 paragraaf Bijlage A.C paragraaf 7.B.a.8 paragraaf 15 bijlage B (memo) paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen + figuur blad 3. bijlage C paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen bijlage A.F.1 paragraaf 7.C.h paragraaf 13 begrippen + figuur blad 3. paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen figuur blad 3 + bijlage A.D paragraaf 7.B.a.7 paragraaf 7.C.e bijlage A.B paragraaf 7.E paragraaf 11.B 43
Technische omschrijving Toezicht Traject funderingsherstel Trasraam Typen funderingsherstel Uitgesloten van onderzoek Uitkomst funderingsonderzoek Uitsluitingen Vangnetregeling Vanuit muur gedrukte palen Vaste prijs Ventilatie kruipruimte Verdeelsleutel Verhoging grondwater Verkoopbrochure Versnelde adviesmethode Verzekeringen VNG protocol Voorgespannen betonbalken Voorlopig herstelplan Voorwoord Vorstperiode Vrijblijvende adviezen Waterpasinstrument Waterpassing Waterschapslasten Werkomschrijving Wet bodembescherming Winst en risico WOZ Zakking/zetting Zelfwerkzaamheid inventariseren Zettingsverschillen Zwambestrijding
paragraaf 7.B.b paragraaf 7.C.f paragraaf 5, 6 en 7 paragraaf 13 begrippen bijlage A paragraaf 2.C paragraaf 3 paragraaf 7.B.a.9 + 7.C.a paragraaf 11.C bijlage A.B.2 paragraaf 7.H.a paragraaf A.F.1 en A.F.3 paragraaf 11.F paragraaf 3.A.a en b www.platformfundering.nl paragraaf 5.B paragraaf 7.B.c.3 www.platformfundering.nl + par 13 begrippen bijlage A.B.3 paragraaf 4 blad 2 paragraaf 7.B.c.6 paragraaf 7.J paragraaf 13 begrippen paragraaf 13 begrippen paragraaf 11.E paragraaf 7.B.b.1 bijlage C paragraaf 7.B.a.2 paragraaf 11.E paragraaf 13 begrippen paragraaf 5.C en 6.B paragraaf 13 begrippen bijlage A.F.1
44
Bijlage A Typen funderingsherstel en cascoherstel Er zijn diverse mogelijkheden om funderingsherstel uit te voeren, grofweg zijn deze onder te verdelen in de volgende hoofdgroepen. A.A Paalkopverlaging A.B Nieuwe fundering A.B.1.a Nieuwe palen en een constructievloer aanbrengen A.B.1.b Dezelfde methode zonder dat de beganegrondvloer gesloopt wordt A.B.2 Van uit de muur weggedrukte palen A.B.3 Voorgespannen betonbalken A.B.4 Balkenrooster A.B.5 Combinatie van methoden A.B.6 Algemeen A.C Rechtvijzelen A.D Woningen op staal A.E Aanbrengen van een kelder A.F Cascoherstel
A.A.
Paalkopverlaging
Zie verder fotogalerij www.platformfundering.nl
45
Paalkopverlaging wordt vrij incidenteel geadviseerd. De houten palen worden beoordeeld op kwaliteit, draagkracht en houtsoort.
Paalkopverlagingen met Azobe zijn niet toegestaan, zie bijlage B, 2e blad. Er wordt hiervoor geen bouwvergunning verleend.
De palen die gehandhaafd kunnen blijven worden afgezaagd op het door de gemeente aangegeven niveau. Naar de mening van de BVFP dient de afzaaghoogte aan onderstaande voorwaarden te voldoen: - Minstens 50cm onder de laagst bekende grondwaterstand. Dit is een eis uit het bouwbesluit. - De afzaaghoogte kan mede bepaald worden door de diepte ligging van het riool, te weten: onder het laagste niveau gemeten vanuit de binnen onderkant van de rioolbuis in een straal van ongeveer 200 meter, dit i.v.m. eventuele lekkages in de toekomst via gedempte sloten en rioolcunetten. - 50cm onder het toekomstige laagst te handhaven bemalingniveau van het open water. Bij de beoordeling van de afzaaghoogte dient altijd naar de locale omstandigheden te worden gekeken. Bij paalkopverlaging worden de palen onder de fundering met een paar tegelijk ontgraven. De paalkoppen worden op de aangegeven diepte afgezaagd. Daarna wordt er een vijzel tussen gezet om de fundering op te vangen. De afgezaagde palen worden getest. Nadat de bekisting en de wapening is aangebracht wordt deze volgestort met beton. Als het beton is uitgehard, wordt de paal aangewerkt, zodat de belasting weer volledig op de resterende houten paal komt. Bij paalkopverlaging dienen alle palen te voldoen aan het “protocol” van de gemeente. Het Protocol van de gemeente is opgenomen in bijlage 1 paragraaf 22 Geeft de drukproef aan dat het draagvermogen van een paal te gering is dan moet de paal alsnog vervangen worden door een stalen buis paal. De extra kosten hiervan zijn voor rekening van de woningeigenaar die opdracht heeft gegeven voor herstel. Grenen palen moeten altijd vervangen worden. door een nieuwe stalen buis paal. Het is dus aan te raden een stelpost op te nemen voor een bepaald aantal vervangingspalen waarvan de kosten verrekend kunnen worden. Reken op minstens 4 stuks palen per woning.
A.B.
Nieuwe fundering
Zie ook de publicatie funderingsherstelmethoden op de website www.platformfundering.nl
Vervanging van de fundering komt het meest voor. 46
Er zijn een aantal mogelijkheden te weten: 1 Nieuwe palen en een constructievloer aanbrengen. Dit kan op twee manieren: a. De begane grondvloer wordt gesloopt. (stripmodel) b. De begane grond vloer wordt deels gesloopt c. De begane grondvloer blijft zitten. Er wordt ruimte gemaakt onder de beganegrondvloer d.m.v. ontgraven, zodat er voldoende werkhoogte ontstaat. 2. Vanuit de muur weggedrukte palen. 3. Buiten de gevels heipalen aanbrengen waarop voorgespannen funderingsbalken die worden voorgespannen. 4. Een balkenrooster. 5. Een combinatie van deze mogelijkheden.
A.B.1.a
Nieuwe palen en een constructievloer aanbrengen
Zie verder fotogalerij www.platformfundering.nl Bij deze methode wordt de beganegrondvloer volledig gesloopt. Het z.g.n. stripmodel. De vloer, vloerbedekking alles wat op de vloer staat en aan de muur hangt moet weg bijv: keuken, wc, badkamer enz. De trap wordt met een noodconstructie opgevangen. In de nu ontstane vrije werkruimte worden de nodige stalen buispalen geheid. Hierop wordt een constructievloer gestort. De vloer wordt middels inkassingen (gaten) in de dragende muren verankerd zodanig dat de nieuwe vloer de volledige belasting van de dragende muren overneemt. Op deze constructievloer kan nu de nieuwe beganegrondvloer worden aangebracht. De ruimte tussen de constructievloer en de nieuwe beganegrondvloer kan worden opgevuld met schuimbeton, die dienst doet als isolerende vloer, afgewerkt met een afwerkvloer. Let er dan wel op dat ventilatie 47
aan de voor- en achtergevel aangebracht wordt! Uiteraard is het soms ook mogelijk een houten vloer terug te brengen en een kruipruimte te maken.
Opmerking! Een alternatieve oplossing is dat eerst de betonvloer gestort wordt en dat via gaten in deze vloer de stalen buispalen naar beneden worden gedrukt. Zie figuur bij A.B.1.c
Opmerkingen! a. Let op dat geen koudebrug gemaakt wordt waardoor een koudegeleiding ontstaat. b. Let op dat als de constructievloer alleen een afwerking krijgt deze goed is geïsoleerd aan de onderzijde! c. Let ook op dat geen optrekking van vocht ontstaat na het aanbrengen van de betonvloer. Laat het constructiebureau hiernaar kijken!
In geval er gekozen wordt voor het opvullen met schuimbeton dient vooraf goed aangegeven te worden waar de eventuele sparingen komen voor de ventilatie van de muren, elektra, cv, tv, gas, water en afvoerleidingen. Op deze vloer kan ook vloerverwarming geïnstalleerd worden. Hierna dient alles in dezelfde staat teruggebracht te worden. Bij de herinrichting dient men ook de afwerking van de wanden goed in de gaten te houden. Als er te gelijkertijd gemoderniseerd of verbouwd wordt houdt dan rekening met de daaraan verbonden extra kosten. Deze methode werkt voor de aannemer het gemakkelijkst. Voor de bewoners geeft het veel overlast. De kosten van het “strippen” en in de oorspronkelijke staat herstellen kost veel geld en wordt nog al eens onderschat. De schade aan het interieur van de begane grond wordt vaak onderschat.
A.B.1.b
De beganegrondvloer wordt deels gesloopt of om het andere huis
Indien de constructie van de bouwkundige eenheid het toelaat kan ervoor gekozen worden om de vloeren deels of in sommige situaties een vloer deels te slopen. De dragende constructie wordt dan bijvoorbeeld gemaakt in de gesloopte vloervelden en de rest wordt met balken opgevangen. Een veel toegepaste variant is waarbij de woonkamervloer eruit gaat en het gang en keukengedeelte blijft zitten.
A.B.1.c.
Dezelfde methode zonder dat de begane grondvloer gesloopt wordt.
Als er voldoende werkhoogte onder de vloer is of deze kan worden afgegraven tot de gewenste werkhoogte ( plusminus 1.80 meter i.v.m de ARBO eisen ) dan is het vaak mogelijk om de operatie onder de begane grond vloer uit te voeren. Er worden gaten gegraven aan de voor- of achterkant van de woning en gaten in de gevel gemaakt om eventueel grond af te voeren en om de nodige materialen en gereedschap aan en af te voeren. 48
Werken onder de vloer is voor de aannemer arbeidsintensiever en dus kostbaarder dan werken in een situatie waar de vloer gesloopt is. Bovendien is afvoeren van grond behoorlijk kostbaar i.v.m de daarvoor benodigde schoongrondverklaringen. Het is echter de vraag of dit duurder is dan “strippen” en herstellen. Het geeft binnen geen overlast. Men hoeft zijn huis niet uit, geen opslag of verhuiskosten. Er zijn geen noodvoorzieningen nodig. De overlast is buitenshuis, op straat of in de tuin.
Toelichting op tekening. Hier is de betonvloer het eerst gestort met sparingen daarin. Bij de sparingen zijn trekstangen ingestort. Aan deze trekstangen wordt de kracht ontleend om de palen de grond in te drukken.
49
A.B.2.
Van uit de muur weggedrukte palen
Zie verder fotogalerij www.platformfundering.nl Bij deze methode worden in de dragende muren nissen gezaagd van plusminus 200 mm diep, 300 mm breed en 1200 mm hoog. De nissen kunnen waar dat binnen lastig is ook in de buitengevel aangebracht worden. Vanuit deze nissen worden gaten geboord in het hart van de fundering. In de nis wordt een stalen frame gemonteerd en verankerd aan de muur. De stalen buizen plusminus 70 mm doorsnede worden in stukken van ongeveer 500 mm, die aan elkaar gelast worden, naar beneden gedrukt tot de vereiste diepte. Daarna wordt de paal en de ruimte rond om de paal volgestort met mortel en verankerd in de muur. De muur geeft voldoende tegendruk tijdens het persen. Is dit niet mogelijk, om dat de muur te dun is of er een raam zit, wordt het perstoestel verankerd aan de fundering. 50
Omdat de nieuwe paal een kleinere diameter heeft dan een normale heipaal, zijn er meer palen nodig om de draagkracht over te nemen. Ten slotte worden de nissen weer dicht gezet en afgewerkt. Bij deze methode is er ook overlast. Stof van het zagen, deels ontruimen van de begane grondvloer, de vloer bedekking moet plusminus 1,20 meter uit de muur weggehaald worden. Blijft er nog een stuk vloerbedekking liggen dan deze goed inpakken om te voorkomen dat stof er in kruipt. De muren vrij van alles wat er tegen aan staat of hangt. Later de muren in de oude staat terug brengen. Soms vanuit de kruipruimte of kelder Als er voldoende ruimte in de kruipruimte aanwezig is of gemaakt kan worden kunnen deze nissen waarin de palen gedrukt worden onder de begane grondvloer gemaakt worden en is de overlast aanmerkelijk minder. Ook in kelders kan deze constructie soms uitgevoerd worden.
A.B.3.
Voorgespannen betonbalken
Zie verder fotogalerij www.platformfundering.nl Voorwaarde voor deze methode is dat er voldoende vrije ruimte onder de begane grond vloer aanwezig is. Bij deze methode worden aan de buiten kant van de voor en achtergevel heipalen aangebracht. Bij elke dragende muur voor en achter worden 2 zware stalen buispalen gedrukt. De paaldiameter is afhankelijk van de belasting. Onder de begane grondvloer worden balken gestort aan beide zijden van de bestaande fundering die d.m.v. inkassingen met elkaar verbonden worden en gekoppeld aan de heipalen.
51
De balken worden gespannen met stalen kabels (z.g. voorspannen). Voor de vooren achtergevels geldt dezelfde werkwijze. Soms kan worden volstaan met een balk aan de buitenkant of binnenkant van de bestaande fundering. Het totale gewicht van de woning wordt overgebracht op een beperkt aantal palen. Geen overlast binnen. Aan de voor en achterkant worden de bestaande funderingen vrij gegraven. De grond die vrij komt om voldoende werkruimte te creëren plus de grond van de ontgraven funderingsbalken wordt in de tuin opgeslagen of afgevoerd. De overlast blijft beperkt tot de tuin, die na afloop weer hersteld dient te worden. Soms, afhankelijk van de omstandigheden (constructieve opbouw van de woning), moeten er dwarsbalken aangebracht worden.
De lengte van een voorgespannen balk is normaliter maximaal 10-11mtr. Is de overspanning langer dan moet er, liefst in het midden, door de begane grondvloer een extra paal aangebracht worden. In de vloerbedekking of parket dient dan een gat uitgespaard te worden op een zo gunstig mogelijk plaats voor de bewoner. Spreek van te voren af dat de aannemer alle maatregelen treft om schade aan het interieur te voorkomen en dat hij herstelt wat wordt beschadigd.
A.B.4.
Balkenrooster.
Deze methode lijkt veel op de voorgespannen betonbalken methode. Er worden echter geen voorspankabels gebruikt maar er worden meer palen aangebracht. Voorwaarde voor deze methode is dat er voldoende vrije ruimte onder de begane grond vloer aanwezig is. Bij een vrijstaande woning kan het balkenrooster grotendeels langs de buitengevels aangebracht worden. Hierbij worden langs alle dragende wanden aan weerszijden van de fundering onder de beganegrondvloer betonnen balken aangebracht die d.m.v. inkassingen met elkaar verbonden worden. Onder deze balken worden stalen buispalen aangebracht.
A.B.5.
Combinatie van methoden
Uiteraard zijn er voor bovengenoemde methodes varianten mogelijk en zijn soms, gezien de bouw of constructie, combinaties noodzakelijk. Kelders en niveauverschillen in de woning maar ook daarbuiten beperken de keuze mogelijkheden.
A.B.6.
Algemeen
Het zal duidelijk zijn dat de bereikbaarheid, de ruimte om de woning en de eisen van de bewoners, wel of geen overlast, belangrijke kostenfactoren zijn of de keuze beperken.
A.C.
Rechtvijzelen
Als de zettingen in het bouwblok esthetische- en gebruiksschade hebben veroorzaakt is het aan te raden bij het funderingsherstel de mogelijkheden van rechtvijzelen na te gaan. Weliswaar een extra kostenpost maar de waarde van de woning wordt daardoor hoger na herstel. Later rechtvijzelen is problematisch tot onmogelijk. 52
Rechtvijzelen is ook niet bij alle funderingsherstelmethoden mogelijk. Laat u vooraf goed informeren door de constructeur en later de aannemer.
Zie verder fotogalerij www.platformfundering.nl
53
A.D
Woningen op staal
Woningen op staal zijn niet in het funderingsonderzoek betrokken. Voor woningen op staal zijn er vanuit de subsidieregeling voor de funderingsproblematiek geen subsidies beschikbaar. Panden die een Rijksmonument, een gemeentelijk monument of beeldbepalend zijn kunnen gebruik maken van de daarvoor geldende subsidies.
Een fundering op staal is een fundering zonder houten of betonnen palen. Door een verbrede muurvoet wordt draagkracht ontleend aan de ondergrond. Woningen op staal zijn onterecht door de gemeente Dordrecht (nog) niet in het funderingsonderzoek betrokken. Bij zettingen van woonblokken op staal kan ervoor gekozen worden een van de onder 5B omschreven funderingsherstelmethoden toe te passen, dus alsnog een paalfundering aan te brengen Op zandgronden is het mogelijk de ondergrond te injecteren. Op kleigronden zoals in Dordrecht biedt dit geen uitkomst.
54
Andere bekende methoden om funderingen op staal te verbeteren zijn hieronder aangegeven.
Dergelijke constructies kunnen ook gemaakt worden om daaronder palen te drukken, meestal naast de muur.
A.E
Aanbrengen van een kelder
Uiteraard is het technisch mogelijk een souterrain of kelder te laten maken als men funderingsherstel uitvoert. De extra kosten hiervan zijn fors. Als er voor gekozen wordt om een souterrain of kelder te laten maken, bent u zeer beperkt in het aantal funderingsherstelmethoden. De betonplaat met daaronder stalen buis palen is normaliter de beste optie in deze. Door het maken van een kelder ontstaat meer grondwerk en meer betonwerk omdat ook de wanden waterdicht gemaakt moeten worden. Er zijn extra palen noodzakelijk. Bovendien moet erop gelet worden dat in het resterende bouwblok geen zettingen ontstaan. Met andere woorden het herstel van het hele bouwblok bij één constructeur onderbrengen. Zie ook de publicatie “lekke kelder?” op de website www.platformfundering.nl
A.F
Cascoherstel
Cascoherstel aan gevels en scheuren in muren adviseren we een half jaar na het funderingsherstel uit te (laten) voeren. De fundering moet eerst haar zetting hervinden. In de funderingsherstelrapporten en ook de meeste offertes wordt uitgegaan van gevelreparaties. Vrijwel elke reparatie blijft echter min of meer zichtbaar. Ter overweging geven we aan om als de gevel toch een opknapbeurt nodig heeft, de gevel te laten reinigen, alle voegen uit te laten slijpen en de gevel opnieuw te laten voegen. Uiteraard een extra kostenpost maar de esthetische waarde van de woning neemt zienderogen toe evenals de verkoopwaarde.
55
Cascoherstel hoeft per definitie niet altijd uitgevoerd te worden door het funderingsherstelbedrijf. Sommige eigenaren kunnen veel zelf doen, anderen niets of weinig. Een aantal van deze klussen zijn echter bij kleinere onderhoudsbedrijven soms goedkoop onder te brengen. Maak echter wel goede afspraken.
A.F.1
Schimmelaantasting aan de houten vloer
In een aantal gevallen is het mogelijk dat de bestaande houten vloer door houtworm of schimmels is aangetast. Vaak blijkt dit als men al bezig is met het herstel van de fundering. Op internet zijn diverse bedrijven te vinden voor houtwormongediertebestrijding, zwam en schimmelaantasting. Zorg om te voorkomen dat zwam en schimmelaantasting ontstaat of vochtproblemen ontstaan voor een goede ventilatie onder de houten vloer. Vooral als onder de vloer beton gestort wordt zal extra vocht vrijkomen!
A.F.2
Metalen delen onder houten vloeren
Metalen delen onder houten vloeren altijd goed in de menie zetten om te voorkomen dat roestvorming ontstaat en op termijn vermindering van draagvermogen.
A.F.3.
Goede ventilatie
Zorg altijd voor een goede ventilatie in kruipruimten.
56
Bijlage B
57
58
59
Bijlage C bodemverontreiniging, sanering Wat houdt het product in?
Een bodemsanering dient uitgevoerd te worden wanneer uit bodemonderzoek blijkt dat er sprake is van ernstige bodemverontreiniging. Vaak kan met de daadwerkelijke sanering worden gewacht tot een gunstig moment (bijvoorbeeld bij nieuwbouw of herinrichting), maar soms zijn de risico’s voor mens en/of milieu zo groot dat binnen enkele jaren moet worden gesaneerd.
Iedereen die een bouwvergunning aanvraagt voor een huis of een bedrijfspand dient bodemonderzoek te laten uitvoeren. Dit geldt ook als er bijvoorbeeld grote graafwerkzaamheden in de grond verricht gaan worden, of als ergens bodembedreigende activiteiten zijn of zullen worden uitgevoerd. Als uit het onderzoek blijkt dat sprake is van ernstig verontreinigde grond, dient de bodem voor of tijdens de bouwof graafwerkzaamheden gesaneerd te worden. Per verontreinigingsgeval moet vooraf een saneringsplan worden opgesteld, waarbij met name naar de functie van de grond gekeken zal worden. Zo zijn de eisen voor de grond voor industrieterreinen anders dan voor woonwijken. Dit functioneel saneren kan dus eventueel ook betekenen dat de verontreiniging blijft zitten, maar dat er maatregelen worden genomen om contact met de verontreiniging of verdere verspreiding van de verontreiniging te voorkomen.
Wat zijn de voorwaarden?
Als u uw grond gaat saneren heeft u toestemming nodig van het bevoegd gezag. Zij beoordelen of uw saneringsplan voldoet en controleren of de sanering volgens dit plan wordt uitgevoerd. Sinds 1 januari 2003 wordt de toetsing van saneringsplannen binnen de gemeentegrenzen van Dordrecht uitgevoerd door de Milieudienst Zuid-Holland Zuid.
Hoe kunt u het product aanvragen?
Saneringplannen, voorzien van diverse stukken, dienen ingediend te worden bij de Milieudienst Zuid-Holland Zuid, postbus 550 3300 AN Dordrecht.
Levering
Via Milieudienst Zuid-Holland Zuid
Resultaat
Voorlichting
Wetgeving
Wet Bodembescherming 60
Bevoegd Gezag
Gemeente
Meer info bij
Milieudienst ZHZ: 078-6480500 of www.milieudienstzhz.nl (zie verwijzing hieronder) 1. Melding
Printbare Formulier(en)
2. Toelichting 3. Verkorte procedure 4. Machtiging 5. Start sanering
Verwijzingen
www.milieudienstzhz.nl
De milieudienst ZHZ verleent zelf geen schoongrondverklaring. Hiervoor moet u zijn bij een milieutechnisch adviesbureau Zie in de gouden gids of www.goudengids.nl onder bodemonderzoek
61