ECOSHAPE, BUILDING WITH NATURE 1.
BUSINESS OPPORTUNITY
1.1. Samenwerken aan duurzame waterbouw De maatschappij vraagt om integrale en duurzame oplossingen, het kan niet meer anders. In die maatschappij wil de Nederlandse waterbouwsector concurrerend zijn en blijven. Dit kan door duurzame waterbouw te bedrijven. Door de mogelijkheden die het natuurlijke systeem biedt te kunnen beoordelen en in waterbouwkundige concepten en ontwerpen te integreren. Door natuurlijke processen in de inrichting van de ruimte te integreren. Door behoeften van mensen, natuur en leefomgeving op kosteneffectieve wijze op elkaar af te stemmen. Met de precompetitieve kennisontwikkeling en toepassing van Ecodynamisch Ontwikkelen en Ontwerpen laat een uniek samenwerkingsverband van bedrijfsleven, kenniswereld en overheid (Ecoshape) onder de noemer Building with Nature (BwN) zien dat het kan: waterbouw en ecologie, hand in hand voor veiligheid, economische ontwikkeling en leefomgeving. Building with Nature biedt de waterbouwsector de mogelijkheid concurrerend te zijn en te blijven en is een aansprekend voorbeeld van Nederlands innovatief vermogen. De ambitie is hoog: een paradigmaverandering in de vorm van een innovatief concept (Building with Nature) en toepassing daarvan (Ecodynamisch Ontwikkelen en Ontwerpen) door de samenwerkende instellingen in de wereldwijde waterbouwpraktijk. Naast de uitwerking van de filosofie, maken we dit concreet met voorbeelden in de praktijk, richtlijnen en kennis, om uiteindelijk een paradigma verandering teweeg te brengen. EcoShape ziet een business opportunity in het voortzetten en versterken van het Building with Nature programma. Een stevige basis voor de doorwerking van het BwN-concept is gelegd. Ideeën en principes worden onderzocht en toegepast in onderzoeks- en (pilot)projecten. Er is een netwerk tot stand gekomen waarin wordt samengewerkt tussen disciplines en binnen de ‘gouden driehoek’ van bedrijfsleven, kenniswereld en overheid. In een nieuw programma moet de volgende stap in het innovatietraject worden gezet: toepassing in de markt en brede, bestuurlijk en maatschappelijke adoptie van concept, principes en 1) 2) methoden. De focus van het programma zal, liggen op de verdere ontwikkeling van noodzakelijk kennis, de 3) doorstroming van de kennis en ervaring naar de (internationale) markt van de partners, de uitvoering van 4) internationaal aansprekende voorbeeldprojecten en de implementatie in beleidskaders en bestuurlijke processen, zodat de huidige vraag naar meer duurzame waterbouw ook gesteld kan worden aan de markt.
1.2. Relatie met andere topsectoren Bouwen met de natuur is onderdeel van de integrale oplossingen die nodig zijn in de dichtbevolkte kuststreken en rivierdelta’s van deze wereld. Daarin raken de deelsectoren Deltatechnologie, Watertechnologie en Maritiem elkaar. BwN concentreert zich op de integratie van waterbouw en ecologie, maar met het concept en de werkwijze is eenvoudig een verbreding naar de overige gebieden in de topsector water te realiseren. In de grote deltavraagstukken is een sterke relatie met de topsectoren Agrofood en Tuinbouw (in de grote vraagstukken in delta’s hebben waterbouwkundige oplossingen invloed op grondwaterstanden en de verzilting van (landbouw)gronden) en Energie (offshore windmolenparken, getijdecentrales, Blue Energy, algen als biobrandstof, energieopslag in water). Ook kan samengewerkt worden rond geavanceerde sensortechnologie.
Aanbieding Topsector Water 18 mei 2011
1
2.
MARKT
2.1. Drivers De belangrijkste drivers zijn de wereldwijd snel toenemende behoefte aan energie en grondstoffen, de toenemende wereldhandel, de toenemende bevolkingsdruk op kustgebieden en klimaatverandering, in combinatie met het toenemend besef van de waarde van natuur. Ook de aanscherping van wet- en regelgeving op het gebied van milieu en ruimtegebruik dwingt tot duurzame oplossingen, bijvoorbeeld om de exploitatie van moeilijk toegankelijke gebieden mogelijk te maken, om snel nieuwe infrastructuur aan te leggen, de (water)veiligheid en natuurlijke veerkracht in kwetsbare gebieden te vergroten en nieuw land te creëren en te beschermen. Deze ontwikkelingen vragen op korte én lange termijn om slimme innovaties die waterbouwkundige oplossingen integreren met tal van andere functies. Building with Nature geeft deze innovaties (theoretisch) inhoud en (fysiek) vorm. 2.2.
Internationale markt 1
De totale internationale markt voor Deltatechnologie anno 2008 bedraagt € 120 miljard , waarvan de totale marktomvang van de waterbouw (aannemers en consultants) wordt geraamd op 12,3 miljard €. Hiervan wordt 2 de vrij toegankelijk markt voor Nederlandse bedrijven geschat op € 7 tot € 8 miljard . De omzet van Nederlandse partijen anno 2008 in de mondiale waterbouwmarkt is € 5 miljard, waarvan € 1,2 miljard in Nederland wordt omgezet. De verwachting is dat deze markt in de toekomst een impuls zal krijgen door klimaatverandering (stijging zeespiegel, adaptatiemaatregelen) en bevolkingsgroei (toenemende vraag naar duurzame en geïntegreerde oplossingen). Verwacht wordt dat de Deltatechnologiemarkt hierdoor een vraagimpuls van zo’n € 15 miljard per jaar zal krijgen, waarvan alleen al € 8,5 miljard voor adaptatie/kustverdediging. De wereldwijde waterbouwmarkt zal hierdoor in 2030 naar schatting € 35 miljard euro bedragen. Verwacht wordt dat in de waterbouwmarkt het aandeel milieugerelateerde projecten zal 3 toenemen van 20% (niveau 2008) en 30% (nabije toekomst) tot zelfs 50% in 2030 . Hier liggen de kansen voor Building with Nature type oplossingen. Een beperkt aantal grote bedrijven in Nederland (baggeraars en enkele grote ir. bureau’s) heeft een significant aandeel in deze omzet en speelt ook op wereldschaal een toonaangevende rol. Deze partners spelen een trekkende rol in Building with Nature. Dit initiatief is mede daarom kansrijk: de penetratie in de markt van de betrokken partijen is groot. 2.3.
Nationale markt
In de Nederlandse thuismarkt liggen met BwN-type maatregelen kansen voor de Nederlandse overheid om te komen tot duurzame, kosteneffectieve maatregelen. Een belangrijke partner, Rijkswaterstaat, onderschrijft dat belang en benadrukt dat alhoewel de opgaven groot zijn, de fysieke en financiële ruimte beperkt is. Tevens is de thuismarkt voor de ontwikkeling van innovatieve oplossingen van cruciaal belang. Daar moet het goede voorbeeld gegeven worden. De (pilots die leiden tot) grote projecten zijn hierin voor Building with Nature het meest kansrijk. Een deel van het geraamde investeringskosten voor het totale project zou kunnen worden aangewend voor de kennisontwikkeling en (praktijk)testen met BwN oplossingen. In de grote projecten in Nederland is de kans op de realisatie van een aantal specifieke, voor BwN oplossingen het grootst. Bouwen met de natuur moet leiden tot duurzamer oplossingen, planvorming, ontwerp en aanleg
1
Op basis van ‘Het Nederlandse Deltatechnologiecluster’’. Panteia en Blueconomy, 2010
2
Op basis van IADC Dredging in figures,2009.
3
Op basis van ‘Building with Nature, bijdrage aan Nederlandse economie, 2008
Aanbieding Topsector Water 18 mei 2011
2
versnellen en een groter maatschappelijk rendement bereiken. De omvang van deze investeringen bedraagt € 4,3 miljard voor de realisatie van deze projecten vanaf 2011: Hoog Water Beschermings Programma: € 2,3 miljard, Ruimte voor de Rivier: € 1,8 miljard en Maaswerken : € 250 miljoen). Op korte termijn lijkt er kans voor ‘showcases’ van BwN-oplossingen in het HWBP2 en eventueel nog in RvR. Grootschalige implementatie kan gerealiseerd worden in het HWPB 3 en het Deltaprogramma. 2.4. Potentiële klanten en interessante regio’s Binnen Nederland biedt Building with Nature kennis en voorbeelden van maatregelen voor de grote opgaves, zoals hiervoor benoemd. De rijksoverheid, waterschappen en provincies profiteren hier van. Rond specifieke opgaven zijn ook bedrijven zoals de havenbedrijven, Shell en Gasterra potentiële klanten. Op dit moment zien wij de volgende top 5 aan landen die voor onze consortiumpartners het meest kansrijk lijken te zijn, vooral vanwege hun bereidheid om in duurzame oplossingen te investeren voor de activiteiten die ze willen ontwikkelen: Verschillende West-Europese landen waar BwN-type innovaties nodig zijn om nieuwe ontwikkelingen te kunnen vormgeven (ten behoeve van olie en gaswinning, delfstoffenwinning en windparken op zee). Australië: diverse ontwikkelingen rond de aanleg van aan olie en gas gerelateerde infrastructuur. Brazilië, met zijn snel groeiende economie waarvoor veel nieuwe (haven)infrastructuur nodig is, bijvoorbeeld voor olie en gas. Diverse Aziatische landen waar een integrale aanpak voor ‘deltavraagstukken’ wordt gezocht, zoals in Singapore, Maleisië, India en Vietnam. Arctische gebieden, die als gevolg van de klimaatverandering bereikbaar worden en waar de aanleg van havens / LNG terminals overwogen wordt (Rusland/Noorwegen).
3.
CONCURRENTIEPOSITIE
3.1. Internationale concurrentie De internationale concurrentie die de Nederlandse waterbouwsector ondervindt wordt snel sterker. Bedrijven in landen als China en India leren en bouwen snel, mede ondersteund door de grote thuismarkt waarop ze zich kunnen ontwikkelen. Het is daarom cruciaal voor de Nederlandse waterbouwindustrie om de bestaande kennisvoorsprong te behouden en zo mogelijk uit te breiden. Alleen op die manier kan ook in de toekomst een concurrerend product worden geleverd aan opdrachtgevers die bereid zijn voor een kwalitatief hoogwaardig, tijdig geleverde en duurzame oplossing te betalen. 3.2. Rol in de waardeketen Duurzame waterbouw in de gehele keten is het streven, van initiatief tot en met uitvoering en benutting. Het huidige programma biedt voorbeelden van de rol van BwN in de waardeketen: -
Samenwerking en samenhang. Bedrijfsleven (aannemerij, advies- en ingenieursbureaus), kenniswereld en overheid zijn er in het BwN-consortium in geslaagd traditionele rollen te overstijgen en gezamenlijk, vanuit de eigen krachten en belangen, een innovatieve, een marktgerichte beweging in gang te zetten. In proefprojecten is intensieve samenwerking ontstaan met stakeholders, van bedrijven tot en met NGO’s.
-
Schakel tussen wetenschap en markt. Er is een duidelijke wisselwerking tussen kennisontwikkeling en praktijk. In onder meer zes pilotprojecten in de Zuidwestelijke Delta, de Hollandse kust, het IJsselmeer en
Aanbieding Topsector Water 18 mei 2011
3
de kustzone van Singapore worden innovatieve concepten beproefd en geanalyseerd. Deze aanpak mondt uit in nieuwe wetenschappelijke en praktische kennis die concepten met eindgebruikers verbindt. -
Versnelde ontwikkeling van kennis naar toepassing. Verschillende proefprojecten, zoals de aanleg van een ‘zachte zandmotor’ om natuurlijke versteviging van IJsselmeeroevers te stimuleren, de toepassing van oesterriffen in de Oosterschelde, een ecologische winput bij de Tweede Maasvlakte. Het zijn allemaal voorbeelden van een succesvolle, snelle opschaling van gloednieuwe ideeën en vers onderzoek, en van bestuurlijke samenhang en daadkracht. Een manual over BwN concepten op een digitale wiki-site slaat de brug tussen kennis en praktijk.
-
Etalage van de Nederlandse watersector. Doordat veelbelovende concepten een duw in de rug krijgen, zijn op goede voorbeelden van BwN te zien. Dit versterkt de positie en het profiel van belanghebbenden en trekt ook buitenlandse aandacht. Dit gebeurt op dit moment rond de Zandmotor Delfland.
-
Mentaliteitsverandering van waterbouwers en ecologen in BwN-projecten. In Nederland zijn inmiddels ook voorbeelden te vinden van waterbouw ‘met de natuur’, geïnspireerd door BwN-concepten en geïnitieerd door aannemers en ingenieurs. Natuurbeschermingsorganisaties tonen belangstelling voor BwN.
-
Gunstige beeldvorming.Resultaten uit proeven in de praktijk stralen af op het imago van deelnemers aan BwN-projecten. Zij gebruiken het innovatieve en ‘groene’ karakter van de beweging om zich (inter)nationaal te profileren. Een voorbeeld is het Havenbedrijf Rotterdam dat zijn betrokkenheid bij het onderzoek naar en ontwikkeling van een ‘ecologische’ zandwinput’ met enthousiasme uitvent.
-
BwN vindt zijn weg naar onderwijs. In de vorm van de cursus Building with Nature van de Stichting PostAcademisch Onderwijs (PAO) van de TU Delft en de onderzoeksgroep Building with Nature van Hogeschool Zeeland.
3.3.
Unique Selling Points
Het concept van Building with Nature, leidend tot innovatieve en duurzame oplossingen voor waterbouwkundige vraagstukken. Het consortium en de manier van werken. Ecoshape staat voor de actieve betrokkenheid van alle partners en een interdisciplinaire, interactieve manier van werken: in vraagarticulatie, programmering en uitvoering van innovatieprojecten. De bedrijven gaan voorop en voeren via Ecoshape het management. Tussen partners is begrip ontstaan voor ieders belang en werkwijze. De balans is gevonden tussen ‘snel gaan doen’ en ‘eerst meer studeren’. Het resultaat is uniek: partners bereiken samen méér dan ze alleen kunnen. Het resultaat hiervan is dat Ecoshape actief schakelt tussen kennisontwikkeling en praktijk. De private partners uit het consortium brengen de kennis naar de markt en brengen vragen uit de markt terug naar de kennispartners. Zo blijft het concept actueel en vernieuwend. De aanhaking van de eindgebruikers kan echter beter en is een belangrijk speerpunt voor dit programma.
Aanbieding Topsector Water 18 mei 2011
4
4.
AMBITIE
4.1. Lange termijn ambitie De lange termijn ambitie van Ecoshape is dat onder alle te onderscheiden groepen belanghebbenden het BwNgedachtegoed gemeengoed is geworden. Bij waterbouwkundige ontwikkelingen houdt de standaardpraktijk dan in dat alle partijen vanaf een vroeg stadium actief zijn om te komen tot oplossingen waarbij economie en ecologie in balans zijn. Dat toepassing van BwN-methoden aantoonbaar een duurzame omgang met de omgeving bevordert. Ecodynamisch ontwikkelen en ontwerpen wordt werkbare werkelijkheid, dat wil zeggen: aan het eind van de programmaperiode is kennis verwerkt in richtlijnen, gereedschappen, normen en ander juridisch en beleidsinstrumentarium. Het gedachtegoed is verankerd in het onderwijs en aanverwant onderzoek. Ecodynamisch werken is onderdeel geworden van reguliere werkprocessen van onze klanten; ecodynamische concepten vinden hun weg in MIRT verkenningen en worden gelijkwaardig afgewogen met traditionele waterbouw oplossingen. Het afweegkader is daarvoor geschikt gemaakt. 4.2. Economisch doel Werken met Building with Nature type oplossingen is de enige manier om betaalbare en duurzame oplossingen te realiseren voor de grote opgaven waar Nederland voor staat. De Nederlandse overheid heeft hier groot belang bij. Door met hen de thuismarkt te ontwikkelen komt het economisch doel in zicht: het vergroten van (internationale) omzet voor de Nederlandse watersector, met name de waterbouwers en de advies- en ingenieursbureaus. Op korte termijn kan dit doel worden bereikt door verkorting van de ontwikkelingstijd van complexe waterbouwkundige projecten, op langere termijn doordat projecten die voorheen niet duurzaam konden worden uitgevoerd, alsnog haalbaar zullen zijn door toepassing van BwN-concepten en -methoden. Doordat deze ontwikkelingen kunnen worden gestimuleerd met Nederlandse kennis en kunde heeft het Nederlandse bedrijfsleven een voordeel ten opzichte van internationale concurrentie. 4.3.
Korte termijn resultaten Doorzetten van monitoring van bestaande pilots (beide zandmotoren, oesterriffen Oosterschelde, Zandwinput Maasvlakte II, mangroves Singapore). Dit is betrekkelijk eenvoudig en noodzakelijk om het volledige kennisrendement uit deze experimenten te halen. Identificatie van projecten waarin nieuwe, kleinschalige pilots kunnen worden gerealiseerd. Tussen BwN, het Deltaprogramma en het HWBP verkennen van kansen voor samenwerking. Inventarisatie van de juridische en procedurele randvoorwaarden voor ontwikkeling van BwN-projecten. Analyse van knelpunten en belemmeringen in werkprocessen eindgebruikers. Met RWS uitwerken van drie concrete producten: natuurlijk waterkering (zoet), natuurlijke waterkering (zout) en grootschalige zandwinning en suppletie.
5.
MAATREGELEN
5.1. Knelpunten Het belangrijkste knelpunt is de inpassing van BwN in bestaande kaders voor beleid en beheer. Maar ook ontbreekt het aan voldoende bestuurlijk draagvlak voor de implementatie. Een voorbeeld: in hoogwaterbescherming is de toetsingssystematiek uitgelegd op traditionele keringen en dijkverzwaringen. Innovatieve BwN-oplossingen, zoals ondiepe, golfremmende voorlanden, passen hier veelal niet in en vallen om die reden gemakkelijk af. Bovendien lijken BwN-oplossingen, meer dan traditionele engineeringAanbieding Topsector Water 18 mei 2011
5
oplossingen, gepaard te gaan met inherente onzekerheden. Er zijn manieren om hier mee om te gaan (bijv. via gericht ontwerp en adaptief management), maar het vergt bestuurlijke moed om hiervoor te kiezen. Daarnaast heeft een succesvolle implementatie van BwN-oplossingen baat bij een aanpassing van de aanbestedingsstrategie en wijze van samenwerking. De kans op acceptatie van BwN-oplossingen kan verder vergroot worden door in de voorbereiding van een project de private sector vroegtijdig te betrekken. Hierdoor worden kansen en onzekerheden beter in beeld gebracht, wat leidt tot een betere inschatting van risico’s en een lagere prijs. 5.2. Overheidsmaatregelen De overheid is in de gelegenheid om maatregelen te treffen om bovengenoemde knelpunten te verhelpen. Hierbij valt te denken aan een ruimhartiger interpretatie van (sectorale) wet- en regelgeving, waardoor de voordelen van BwN oplossingen voor mens en milieu beter verzilverd kunnen worden. We bevelen aan om bij de implementatie van Europese regelgeving ook te kijken naar de kaderrichtlijnen waarin sprake is van ecosystem based approach en de ontwikkeling richting ecosystem services. In het algemeen is het een kans om eerder en nadrukkelijker de markt te consulteren, om de impact van de wijze van implementatie in de Nederlandse wet te toetsen aan de uitvoerbaarheid van projecten. Verder biedt het faciliteren van publiek-private samenwerking gedurende de volledige levenscyclus van een project (ontwikkeling – ontwerp – realisatie – beheer) grote kansen. Het programma beoogt hier aan bij te dragen via de ontwikkeling van een daadwerkelijk innovatieve pilot PPS; de daadwerkelijke aanbesteding hiervan loopt uiteraard buiten het programma om. Tenslotte kan de overheid kan door het bieden van experimenteerruimte voor pilots, optreden als launching customer, of door het aanpassen van inkoopstrategieën en gebruik maken van lifecycle cost benaderingen de implementatie van BwN-oplossingen helpen te versnellen.
6.
UITVOERING
6.1. Betrokken partijen Ecoshape, Building with Nature wordt in principe uitgevoerd door het consortium dat achter het huidige Ecoshape staat. Dat zijn de partners: Boskalis, Van Oord, Arcadis, DHV, Witteveen en Bos, Royal Haskoning, IHC Merwede, Vereniging van Waterbouwers, Deltares, Imares, Alterra, Technische Universiteit Delft, Wageningen Universiteit, Universiteit Twente, NIOZ, NIOO. De overheid is partner op lokaal niveau (gemeente Dordrecht; Havenbedrijf Rotterdam) en op nationaal niveau (I&M en RWS). In pilot-projecten is intensieve samenwerking ontstaan met een veelheid aan stakeholders: PUMA, Regionale directies van RWS, Provincies, It Fryske Gea, Wereld Nederlandse Fonds, Visserijsector, Coalitie Natuurlijke Klimaatbuffers en het Deltaprogramma. Als eindgebruiker heeft Rijkswaterstaat aangegeven grote interesse te hebben om in dit programma te participeren. RWS ziet veel kansen en legt de nadruk op de toepassing in projecten en het opschalen van pilots richting die projecten. In verder overleg tussen RWS en Ecoshape zal bekeken worden, in welke projecten precies en op welke wijze dit inhoudelijk dan verder vorm kan krijgen. Het RWS kennisveld Eco-Engineering en het cluster Waterveiligheid van het Corporate Innovatieprogramma RWS trekken hier samen op. De waterschappen zal met een vergelijkbare propositie gevraagd worden te participeren. Hiernaast bestaat de ruimte voor nieuwe partners om te participeren, wanneer dit rond concrete cases, of projecten toegevoegde waarde heeft.
Aanbieding Topsector Water 18 mei 2011
6
6.2. Uitvoering activiteiten In het nieuwe Building with Nature programma verschuift de nadruk van leren en experimenteren naar succesvolle toepassing van BwN-concepten. Activiteiten in het nieuwe programma zijn: De ontwikkeling van systeemkennis en bruikbare governance-inzichten met voortzetting van de huidige cases in ‘afgeslankte’ vorm als basis. Doorzetten van de monitoring en analyse van de huidige pilots. Kennis van de praktijk vormt immers de basis voor de onderbouwing van de lange termijn ontwikkeling. Dit is ook nodig voor effectief gebruik maken van (de ruimte in) vigerende wet- en regelgeving. Er zullen een beperkt aantal nieuwe cases opgestart worden, waar kennisontwikkeling en toepassing in pilots hand in hand gaan. Kansen / vragen uit de markt zijn leidend voor de keuze van cases. Er zal voldoende ruimte zijn om Building with Nature te implementeren in het onderwijs door samenwerkingsverbanden aan te gaan, c.q. te bestendigen met universiteiten en hogescholen. 6.3. Planning en werkwijze Het initiatief bouwt voort op het huidige innovatieprogramma Ecoshape, Building with Nature. Er wordt voorzien in overlap om door samenwerking en personele unies de overdracht van kennis efficiënt te laten verlopen. De start van de programmering van het nieuwe programma valt samen met de laatste fase van het eerste programma in de eerste helft van 2012. Het vervolgprogramma start vervolgens met de eerste werkzaamheden medio 2012 en loopt tot ultimo 2016. De partners voeren samen de projecten uit, met de Stichting Ecoshape als centraal programmamanager en penvoerder. Voor wat betreft de opzet en werkwijze wordt gedacht aan een aanpak vergelijkbaar met die van het huidige programma. Partners werken in deelconsortia samen aan projecten en wisselen actief kennis uit in ateliers. Er is ruimte voor onderzoek, maar de nadruk zal in deze fase liggen op de realisatie van praktijkprojecten en op de oplossingen/aanpak (governance) die hiervoor nodig is. Een actieve rol van de overheid in het consortium is hiervoor van groot belang. 6.4. Uitbouw van bestaande positie In een nieuw programma wordt de vertaling gemaakt van leren en experimenteren naar exportproduct en wordt ook de succesvolle samenwerking tussen partners, verenigd in Ecoshape, verder uitgebouwd en benut. Internationaal aansprekende voorbeeldprojecten komen tot stand komen en het BwN-gedachtegoed krijgt zijn beslag krijgt in bestuurlijke processen en beleidskaders. BwN zal zich in een de bredere maatschappelijke context ontwikkelen. Er wordt geïnvesteerd in samenwerkingsverbanden met relevante organisaties en innovatieprogramma’s, in internationale positionering en bewustwording. Zo is Ecoshape benaderd door diverse NGO’s voor samenwerking. Ook zij zien het nut van een pragmatische benadering, gericht op het parallel laten lopen van de belangen van economie en milieu. 6.5. Andere initiatieven In het huidige programma is binnen de casussen aansluiting gemaakt met diverse programma’s en onderzoeken, zoals ANT en MIRT Oosterschelde, ANT Markermeer-IJsselmeer en SDWA Singapore. Met de Coalitie Natuurlijke Klimaatbuffers wordt samengewerkt aan gezamenlijke pilots, ontwikkeling normen, indicatoren en kennisontsluiting. Parallel aan het huidige programma is een samenwerkingsverband opgestart met RWS Waterdienst en de Provincie Zuid Holland t.b.v. een impuls voor monitoring van de Zandmotor. We zoeken actief de samenwerking met het Water Governance Centre en we zien mogelijkheden voor samenwerking met Flood Control 2015 rond casussen op het gebied van toetsing. Aanbieding Topsector Water 18 mei 2011
7
7.
FINANCIEN
7.1. Kosten en opbrengsten De omvang en werkwijze in het huidige programma is effectief gebleken. Zowel qua aantal partners, aantal projecten en de mogelijkheid om toch de lijnen kort te kunnen houden. Besluitvaardigheid, snelle uitwisseling van kennis, elkaar kennen en co-creatie zijn cruciaal bij elke vorm van innovatie. De opgave waar we voor staan in deze fase is weliswaar anders qua focus, maar kan ons inziens met een vergelijkbare omvang en werkwijze aangepakt worden. We stellen daarom een programma voor met een vergelijkbare omvang met een totaal aan begrootte kosten van € 30 miljoen voor de duur van 5 jaar. De opbrengsten hiervan zijn duurzame oplossingen, die sneller en goedkoper kunnen worden geïmplementeerd in zowel Nederland als buitenland. De kosten van de ontwikkeling van deze maatregelen moeten afgezet worden tegen de beoogde investeringen waarvan ze onderdeel gaan uitmaken (zie par. 2.2). 7.2. Financiering initiatief De partners van Ecoshape investeren in het programma, in de vorm van eigen mensen, kennis en geld. De overheid zal participeren om projecten en pilots in de praktijk mogelijk te maken. RWS heeft toegezegd hier (pro)actief aan te zullen bijdragen, overleg volgt over de wijze waarop. Van het totale project investeren de Ecoshape partners net als in de eerste fase 50% en vragen de overheid hier een vergelijkbare investering tegenover te zetten. Het gaat daarbij dus om een overheidsinvestering van € 15 miljoen. 7.3. Andere bijdragen Het huidige programma wordt financieel gesteund door de gemeente Dordrecht, RWS DI, de Nederlandse Vereniging van Waterbouwers, IHC-Merwede en het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Verder zal het nieuwe programma bestaan in een netwerk van flankerende projecten, die inhoudelijk de uitwerking van het gedachtegoed verder vormgeven. Een eerste stap hierin zetten we rond de Monitoring Zandmotor Delfland.
Aanbieding Topsector Water 18 mei 2011
8