Algemene Gegevensbank
ECONOMISCHE CLASSIFICATIE
Maart 2009 Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole Macrobudgettaire dienst
INHOUDSTAFEL
INLEIDING
5
DEEL I
Lijst van de economsiche codes voor de uitgaven en ontvangsten van de overheidssector
DEEL II
Commentaarfiches bij de economische codes
9
29
INLEIDING a. Basisbeginselen van de economische classificatie van maart 2009 De economische classificatie is bijzonder belangrijk voor de overheidsdiensten. Immers, de economische codes beïnvloeden de begrotingsstructuur van de verschillende entiteiten van de centrale overheid1. De classificatie is ook belangrijk voor de statistieken. De economische codes berusten inderdaad op een macro-economische structuur gebaseerd op het ESR95. Aan de hand hiervan kan het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) de begrotingsverrichtingen van de verschillende entiteiten van de centrale overheid inpassen in de overheidsrekening. De economische classificatie die tot en met de begroting 2009 werd gebruikt, dateert van oktober 2000. Samen met het Federaal Planbureau en het Instituut voor de Nationale Rekeningen was de Macrobudgettaire Dienst van mening dat het nodig was deze classificatie bij te werken. Bij deze bijwerking was het niet de bedoeling de economische classificatie helemaal te wijzigen maar wel ze aan te passen op basis van de huidige behoeften of de leemten die bij de commentaar op deze classificatie zijn vastgesteld. We zijn dan ook uitgegaan van volgende beginselen: -
De economische classificatie zo weinig mogelijk wijzigen om reeksen te behouden die vergelijkbaar zijn tussen de begrotingsgegevens opgesteld volgens de classificatie van oktober 2000 en die van maart 2009;
-
Over nauwkeuriger commentaar beschikken om aldus te komen tot een uniforme aanrekening van de uitgaven en de ontvangsten van de verschillende entiteiten van de centrale overheid, die zo dicht mogelijk aanleunt bij de voorschriften van het ESR95, om zoveel mogelijk te vermijden dat het INR nog correcties moet aanbrengen aan de economische hergroeperingen bij de opmaak van de overheidsrekeningen;
-
Werken met “levendige” commentaarfiches, die kunnen evolueren naargelang bijvoorbeeld van de aanbevelingen van Eurostat of van de evolutie van het ESR95;
-
De codes in verband met niet-verdeelde verrichtingen zoveel mogelijk afschaffen.
Naast een inleiding omvat dit document twee delen. Het eerste deel bestaat uit een lijst met de economische codes en het tweede deel uit de commentaarfiches bij deze codes. Net als de classificatie van oktober 2000 bevat deze van maart 2009 tien hoofdgroepen. Deze zijn onderverdeeld in groepen, subgroepen en uiteindelijk economische codes. De economische code is ontworpen volgens het decimaal stelsel en bevat vier cijfers. Het eerste cijfer duidt de hoofdgroep aan waartoe de verrichting behoort.
1
De centrale overheid bestaat uit de federale overheid, de gemeenschappen, de gewesten en de gemeenschapscommissies. 5
De classificatie bevat 10 hoofdgroepen: -
de hoofdgroepen 0 tot 4 betreffen de lopende verrichtingen; de hoofdgroepen 5 tot 8 betreffen de kapitaalverrichtingen; groep 9 betreft de verrichtingen inzake de overheidsschuld andere dan interestlasten.
Hoofdgroep
Uitgaven
Ontvangsten
0
NIET-VERDEELDE UITGAVEN
NIET-VERDEELDE ONTVANGSTEN
1
LOPENDE UITGAVEN VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN
LOPENDE ONTVANGSTEN VAN GOEDEREN EN DIENSTEN
2
RENTEN EN INKOMSTEN UIT EIGENDOM
RENTEN EN INKOMSTEN UIT EIGENDOM
3
INKOMENSOVERDRACHTEN AAN ANDERE SECTOREN
INKOMENSOVERDRACHTEN VAN ANDERE SECTOREN
4
INKOMENSOVERDRACHTEN BINNEN DE OVERHEIDSSECTOR
INKOMENSOVERDRACHTEN BINNEN DE OVERHEIDSSECTOR
5
KAPITAALOVERDRACHTEN AAN ANDERE SECTOREN
KAPITAALOVERDRACHTEN VAN ANDERE SECTOREN
6
KAPITAALOVERDRACHTEN BINNEN DE OVERHEIDSSECTOR
KAPITAALOVERDRACHTEN BINNEN DE OVERHEIDSSECTOR
7
INVESTERINGEN
DESINVESTERINGEN
8
KREDIETVERLENINGEN EN DEELNEMINGEN; ANDERE FINANCIËLE PRODUKTEN
KREDIETAFLOSSINGEN EN VEREFFENINGEN VAN DEELNEMINGEN; ANDERE FINANCIËLE PRODUKTEN
9
OVERHEIDSSCHULD
OVERHEIDSSCHULD
Het tweede cijfer duidt de groep aan. Als dit tweede cijfer lager is dan 6, betreft de begrotingsverrichting een uitgave. Is het gelijk aan of hoger dan 6, dan gaan het om een ontvangst. Het derde en vierde cijfer duiden de subgroep aan. Ze bieden meer gedetailleerde informatie die voor de statistieken interessant kan zijn.
b. Voornaamste wijzigingen in vergelijking met de classificatie van oktober 2000
-
Afschaffing van de meeste “niet-verdeelde”codes
De meeste codes in verband met niet-verdeelde verrichtingen zijn afgeschaft om zo nauwkeurig mogelijke aanrekeningen te krijgen. Voorbeeld: de code ‘11.10’ (eigenlijke lonen – niet verdeeld) werd afgeschaft. De aanrekening van het eigenlijke loon dient te gebeuren op de code ‘11.11’ (bezoldiging volgens weddeschalen) of ‘11.12’ (andere bezoldigingselementen).
6
-
Terugbetaling van de wedden voor gedetacheerd personeel
Conform de boekhoudregels wordt het gebruik door een overheidseenheid van gedetacheerd personeel van een andere overheidseenheid gelijkgesteld met een aankoop van een dienst. De loonlast wordt dus geboekt op het niveau van de entiteit die de oorspronkelijke wedde betaalt. Voorbeeld: gedetacheerd personeel van een overheidseenheid A naar een overheidseenheid B
-
loonlasten geboekt op het niveau van overheidseenheid A onder groep 11; de terugbetaling van de beloning door overheidseenheid B wordt gelijkgesteld met een aankoop van een dienst binnen de overheidssector: economische code 12.21 op het niveau van de overheidseenheid B; de ontvangst wordt geboekt op het niveau van eenheid A als een verkoop van een dienst: economische code 16.20 op niveau van eenheid A.
Herziening van de structuur van de groepen 41 en 61 (Overdrachten binnen een institutionele groep)
De groepen 41 en 61 zijn belangrijk voor de consolidatie binnen een institutionele groep. Ze werden herzien om de verrichtingen te kunnen boeken van de verschillende eenheden waarvan de begrotingen en de rekeningen zullen moeten worden gehergroepeerd met die van de institutionele overheid om de economische hergroepering van de betreffende institutionele groep te verkrijgen. Tot op heden bestond er geen specifieke economische code voor de consolidatie van vzw’s en andere eenheden (zoals bijvoorbeeld vennootschappen) die tot de consolidatieperimeter van een entiteit van de centrale overheid behoren. De codes 41.60 en 61.60 (overdrachten aan vzw’s van de overheid) alsook de codes 41.70 en 61.70 (overdrachten aan andere eenheden van de overheid) werden aldus toegevoegd om zo alle eenheden te kunnen consolideren die met een institutionele groep moeten worden geconsolideerd (cf. de lijst van eenheden van de overheidssector opgemaakt door het Instituut voor de Nationale Rekeningen en gepubliceerd in het jaarverslag van de Algemene Gegevensbank). De codes voor overeenkomstige ontvangsten werden aangemaakt in de groepen ‘46’ en ‘66’.
-
Herziening van de subgroepen 43.3 en 63.3 (lopende en kapitaaloverdrachten aan lokale overheden)
De subgroepen 43.3 en 63.3 worden gebruikt voor de bijdragen aan de lokale overheden waarvoor het niet mogelijk is het gedeelte van de bijdrage aan de provincies te onderscheiden van dat aan de gemeenten.
-
Financiële en niet-financiële verrichtingen
De grens tussen kapitaaloverdrachten (hoofdgroep 5) enerzijds en kredietverleningen en deelnemingen (hoofdgroep 8) anderzijds werd nauwkeuriger bepaald. Een goede codering van de kapitaalinbreng in een bedrijf of een internationale organisatie is heel belangrijk. Immers, overdrachten “om niet” (hoofdgroep 5) beïnvloeden het vorderingensaldo, terwijl kredietverleningen en deelnemingen (hoofdgroep 8) worden beschouwd als financiële verrichtingen zonder invloed op het vorderingensaldo.
7
-
Inhoud van de hoofdgroep 8
Hoofdgroep 8 betreft niet enkel meer kredietverleningen en deelnemingen maar ook andere financiële verrichtingen (hoofdzakelijk inzake beheer van de overheidsschuld). Voordien konden die niet worden geboekt onder een specifieke economische code. De economische codes 81.70 en 86.70 werden aangemaakt om deze verrichtingen te boeken.
-
Afschaffing van sommige economische codes
Sommige economische codes uit de economische classificatie van oktober 2000 werden niet of niet langer gebruikt. Deze codes hebben we “geërfd” uit de voorgaande Beneluxclassificaties. Er was geen enkele reden meer om ze te behouden. Volgende economische codes of groepen werden afgeschaft:
Code 12.30: specifieke aankopen bij andere sectoren dan de overheid Code 12.40: specifieke aankopen binnen de sector overheid Groep 15: toegerekende kosten Groep 19: toegerekende baten Groep 22: bijdragen in de toevallige exploitatieverliezen overheidsbedrijven Groep 23: toegerekende debetrente Groep 29: toegerekende creditrente Groep 75: voorraadvormingen Groep 78: voorraadverminderingen Groep 79: afschrijvingen (andere dan van de overheidsschuld) Groep 93: dotaties aan reservefondsen Groep 94: aflossingen van kortlopende schuld Groep 98: opnemingen uit reservefondsen Groep 99: opbrengsten van kortlopende leningen
van
8
9
DEEL I
LIJST VAN DE ECONOMISCHE CODES VOOR DE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR
0 NIET-VERDEELDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN UITGAVEN Groep/ Subgroep
Code
01 01.00 02 03 03.10 03.20 04 04.00
Omschrijving
Uitgaven te verdelen over de hoofdgroepen 1 tot en met 9 Niet verdeeld Niet gebruikt Interne verrichtingen Diverse interne verrichtingen Verrekeningen met andere dienstjaren Annuïteiten met betrekking tot financiële leasings Annuïteiten met betrekking tot financiële leasings ONTVANGSTEN
Groep/ Subgroep
Code
06 06.00 07 08 08.10 08.20
Omschrijving
Ontvangsten te verdelen over de hoofdgroepen 1 tot en met 9 Ontvangsten te verdelen over de hoofdgroepen 1 tot en met 9 Niet gebruikt Interne verrichtingen Diverse interne verrichtingen Verrekeningen met andere dienstjaren
13
1 LOPENDE UITGAVEN VOOR EN ONTVANGSTEN VAN GOEDEREN EN DIENSTEN UITGAVEN Groep/ Subgroep
Code
11 11.1 11.11 11.12 11.2 11.20 11.3 11.31 11.32 11.33 11.4 11.40 12 12.1 12.11 12.12 12.2 12.21 12.22 12.3 12.4 12.5 12.50 13 13.00 14 14.10 14.20
Omschrijving
Lonen en sociale lasten Eigenlijke lonen Bezoldiging volgens weddeschalen Overige bezoldigingselementen Sociale bijdragen ten laste van de werkgevers, afgedragen aan instellingen of fondsen Sociale bijdragen ten laste van de werkgevers, afgedragen aan instellingen of fondsen Overige sociale lasten van de werkgever Directe toelagen Doorbetaling van loon Pensioenen van overheidspersoneel Lonen in natura Lonen in natura Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten Algemene werkingskosten vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector Algemene werkingskosten Huurgelden van gebouwen Algemene werkingskosten vergoed binnen de overheidssector Algemene werkingskosten Huurgelden van gebouwen Niet gebruikt Niet gebruikt Indirecte belastingen betaald aan subsectoren van de overheidssector Indirecte belastingen betaald aan subsectoren van de overheidssector Aankoop van duurzame militaire goederen die niet behoren tot de bruto-investeringen in vaste activa (oorlogswapens en gelijkaardige) Aankoop van duurzame militaire goederen die niet behoren tot de bruto-investeringen in vaste activa (oorlogswapens en gelijkaardige) Herstel en niet-waardevermeerderend onderhoud van wegen- en waterbouwkundige werken Kosten vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector Kosten vergoed binnen de overheidssector ONTVANGSTEN
Groep/ Subgroep
Code
16 16.1 16.11 16.12 16.13 16.2 16.20 17 17.00 18 18.10 18.20
Omschrijving
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten aan andere sectoren dan de overheidssector Aan bedrijven Aan vzw's ten behoeve van de gezinnen en aan gezinnen Aan het buitenland Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten binnen de overheidssector Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten binnen de overheidssector Verkoop van duurzame militaire goederen die niet behoren tot de bruto-investeringen in vaste activa (oorlogswapens en gelijkaardige) Verkoop van duurzame militaire goederen die niet behoren tot de bruto-investeringen in vaste activa (oorlogswapens en gelijkaardige) Ontvangsten afkomstig van wegen- en waterbouwkundige werken Ontvangsten van andere sectoren dan de overheidssector Ontvangsten binnen de overheidssector
14
2 RENTEN EN INKOMSTEN UIT EIGENDOM UITGAVEN Groep/ Subgroep
Code
21 21.10 21.20 21.30 21.40 21.50 22 23 24 24.10 24.20
Omschrijving
Rente op overheidsschuld Rente op overheidsschuld in euro Rente op overheidsschuld in vreemde valuta Rente op schuld binnen de overheidssector Rente op commerciële schuld Rente op financiële leasings Niet gebruikt Niet gebruikt Huurgelden van gronden Betalingen aan andere sectoren dan de overheidssector Betalingen binnen de overheidssector ONTVANGSTEN
Groep/ Subgroep
Code
26 26.10 26.20 27 27.10 27.20 27.30 27.40 27.50 28 28.10 28.20 28.30
Omschrijving
Rente van overheidsvorderingen Rente-ontvangsten van andere sectoren dan de overheidssector Rente-ontvangsten binnen de overheidssector Exploitatiewinsten van overheidsbedrijven Niet-financiële overheidsbedrijven met rechtspersoonlijkheid Niet-financiële overheidsbedrijven zonder rechtspersoonlijkheid Overheidskredietinstellingen met rechtspersoonlijkheid Overheidskredietinstellingen zonder rechtspersoonlijkheid Overheidsverzekeringsmaatschappijen Overige opbrengsten uit vermogen Concessies Dividenden Huurgelden van gronden
15
3 INKOMENSOVERDRACHTEN AAN EN VAN ANDERE SECTOREN UITGAVEN Groep/ Subgroep
Code
31 31.1 31.11 31.12 31.2 31.21 31.22 31.3 31.31 31.32 32 32.00 33 33.00 34 34.1 34.10 34.2 34.20 34.3 34.31 34.32 34.4 34.41 34.42 34.5 34.50 35 35.10 35.20 35.30 35.40 35.50 35.60
Omschrijving
Exploitatiesubsidies Rentesubsidies Rentesubsidies aan overheidsbedrijven Rentesubsidies aan andere bedrijven Overige exploitatiesubsidies aan overheidsbedrijven Prijssubsidies aan overheidsbedrijven Overige exploitatiesubsidies aan overheidsbedrijven Overige exploitatiesubsidies aan andere producenten dan overheidsbedrijven Prijssubsidies aan andere producenten dan overheidsbedrijven Overige exploitatiesubsidies aan andere producenten dan overheidsbedrijven Inkomensoverdrachten, die geen exploitatiesubsidies zijn, aan bedrijven en financiële instellingen Inkomensoverdrachten, die geen exploitatiesubsidies zijn, aan bedrijven en financiële instellingen Inkomensoverdrachten aan vzw's ten behoeve van de gezinnen Inkomensoverdrachten aan vzw's ten behoeve van de gezinnen Inkomensoverdrachten aan gezinnen Weduwen- en wezenpensioenen van het overheidspersoneel Weduwen- en wezenpensioenen van het overheidspersoneel Oorlogspensioenen Oorlogspensioenen Overige sociale uitkeringen Geldelijke uitkeringen Uitkeringen in natura Overige uitkeringen aan gezinnen als verbruikers Geldelijke uitkeringen Uitkeringen in natura Overige uitkeringen aan gezinnen als producenten Overige uitkeringen aan gezinnen als producenten Inkomensoverdrachten aan het buitenland Aan EU-instellingen Aan lidstaten van de EU (overheden) Aan lidstaten van de EU (niet-overheden) Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden) Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden) ONTVANGSTEN
Groep/ Subgroep
Code
Omschrijving
36.10 36.20 36.30 36.40 36.50 36.60 36.70 36.80 36.90
Indirecte belastingen en heffingen Invoerrechten Accijnzen en andere verbruiksbelastingen Belasting op de toegevoegde waarde Registratierechten Winsten van fiscale overheidsmonopolies of van openbare bedrijven met een monopolistisch karakter Verkeersbelasting Milieuheffingen Heffingen en belastingen op onroerende goederen, met uitzondering van de onroerende voorheffing Diverse belastingen
36
16
ONTVANGSTEN Groep/ Subgroep
Code
37 37.10 37.20 37.30 37.40 37.50 37.60 37.70 38 38.10 38.20 38.30 38.40 38.50 39 39.10 39.20 39.30 39.40 39.50 39.60
Omschrijving
Directe belastingen en bijdragen gestort aan de socialezekerheidsinstellingen Directe belastingen ten laste van bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen Directe belastingen ten laste van gezinnen en vzw's ten behoeve van de gezinnen Socialezekerheidsbijdragen ten laste van werkgevers - overheid Socialezekerheidsbijdragen ten laste van andere werkgevers Socialezekerheidsbijdragen ten laste van werknemers Bijdragen voor het Fonds voor Overlevingspensioenen Andere verplichte bijdragen Overige inkomensoverdrachten van bedrijven, financiële instellingen, vzw's ten behoeve van de gezinnen en van gezinnen Van bedrijven Van kredietinstellingen Van verzekeringsmaatschappijen Van vzw's ten behoeve van de gezinnen Van gezinnen Inkomensoverdrachten van het buitenland Van EU-instellingen Van lidstaten van de EU (overheden) Van lidstaten van de EU (niet-overheden) Van internationale instellingen andere dan de EU-instellingen Van landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden) Van landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
17
4 INKOMENSOVERDRACHTEN BINNEN DE OVERHEIDSSECTOR UITGAVEN Groep/ Subgroep
Code
41 41.10 41.20 41.30 41.40 41.50 41.60 41.70 42 42.10 42.20 42.30 42.40 42.50 42.60 42.70 42.80 42.90 43 43.1 43.11 43.12 43.13 43.14 43.15 43.16 43.2 43.21 43.22 43.23 43.24 43.25 43.26 43.3 43.31 43.32 43.33 43.34 43.35 43.36 43.4 43.40 43.5 43.51 43.52 44 44.10 44.20 44.30 44.40
Omschrijving
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep Aan de institutionele overheid Aan niet-organieke begrotingsfondsen Aan administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA) Aan administratieve openbare instellingen (AOI) Aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid Aan vzw's van de overheid Aan andere eenheden van de overheid Inkomensoverdrachten aan de socialezekerheidsinstellingen Ouderdom, overlijden, nabestaanden Ziekte Invaliditeit en handicap Werkloosheid Gezinslasten Arbeidsongevallen en beroepsziekten Beroepsopleiding voor volwassenen Globale rijkstoelage aan de sociale zekerheid Overige inkomensoverdrachten aan de socialezekerheidsinstellingen Inkomensoverdrachten aan lokale overheden Aan provincies Algemene bijdragen Specifieke bijdragen Bijdragen voor rentelasten Bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel Bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel Bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs Aan gemeenten Algemene bijdragen Specifieke bijdragen Bijdragen voor rentelasten Bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel Bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel Bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs Aan provincies en gemeenten - niet verdeeld Algemene bijdragen Specifieke bijdragen Bijdragen voor rentelasten Bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel Bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel Bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs Aan vzw's van de lokale overheden Aan vzw's van de lokale overheden Aan overige lokale overheden Algemene bijdragen Specifieke bijdragen Inkomensoverdrachten aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs Bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel Bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel Bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs Bijdragen voor rentelasten van het onderwijs
18
UITGAVEN Groep/ Subgroep
Code
45 45.1 45.10 45.2 45.21 45.22 45.23 45.3 45.31 45.32 45.33 45.4 45.40
Omschrijving
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) Inkomensoverdrachten aan de gemeenschapscommissies Inkomensoverdrachten aan de gemeenschapscommissies Inkomensoverdrachten aan de gemeenschappen Dotaties Toegewezen gedeelten van belastingen en heffingen Overige inkomensoverdrachten aan de gemeenschappen Inkomensoverdrachten aan de gewesten Dotaties Toegewezen gedeelten van belastingen en heffingen Overige inkomensoverdrachten aan de gewesten Inkomensoverdrachten aan de federale overheid Inkomensoverdrachten aan de federale overheid ONTVANGSTEN
Groep/ Subgroep
Code
46 46.10 46.20 46.30 46.40 46.50 46.60 46.70 47 47.10 47.20 47.30 47.40 47.50 47.60 47.70 47.80 48 48.1 48.11 48.12 48.2 48.21 48.22 48.3 48.30 48.4 48.40 48.5 48.51 48.52
Omschrijving
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep Van de institutionele overheid Van niet-organieke begrotingsfondsen Van administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA) Van administratieve openbare instellingen (AOI) Van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid Van vzw's van de overheid Van andere eenheden van de overheid Inkomensoverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen Ouderdom, overlijden, nabestaanden Ziekte Invaliditeit en handicap Werkloosheid Gezinslasten Arbeidsongevallen en beroepsziekten Beroepsopleiding voor volwassenen Overige inkomenoverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen Inkomensoverdrachten van lokale overheden Van provincies Algemene bijdragen Specifieke bijdragen Van gemeenten Algemene bijdragen Specifieke bijdragen Van provincies en gemeenten - niet verdeeld Van provincies en gemeenten - niet verdeeld Van vzw's van de lokale overheden Van vzw's van de lokale overheden Van overige lokale overheden Algemene bijdragen Specifieke bijdragen
19
ONTVANGSTEN Groep/ Subgroep
Code
49 49.1 49.10 49.2 49.20 49.3 49.30 49.4 49.41 49.42 49.43
Omschrijving
Inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) Inkomensoverdrachten van de gemeenschapscommissies Inkomensoverdrachten van de gemeenschapscommissies Inkomensoverdrachten van de gemeenschappen Inkomensoverdrachten van de gemeenschappen Inkomensoverdrachten van de gewesten Inkomensoverdrachten van de gewesten Inkomensoverdrachten van de federale overheid Dotaties Toegewezen gedeelten van belastingen en heffingen Overige inkomensoverdrachten van de federale overheid
20
5 KAPITAALOVERDRACHTEN AAN EN VAN ANDERE SECTOREN UITGAVEN Groep/ Subgroep
Code
51 51.1 51.11 51.12 51.2 51.21 51.22 51.3 51.30 51.4 51.40 52 52.10 52.20 53 53.10 53.20 54 54.11 54.12 54.21 54.22 54.31 54.32 54.41 54.42 54.51 54.52 54.61 54.62
Omschrijving
Kapitaaloverdrachten aan bedrijven en financiële instellingen Investeringsbijdragen Investeringsbijdragen aan overheidsbedrijven Investeringsbijdragen aan privébedrijven Overige kapitaaloverdrachten aan bedrijven Overige kapitaaloverdrachten aan overheidsbedrijven Overige kapitaaloverdrachten aan privébedrijven Overige kapitaaloverdrachten aan kredietinstellingen Overige kapitaaloverdrachten aan kredietinstellingen Overige kapitaaloverdrachten aan verzekeringsmaatschappijen Overige kapitaaloverdrachten aan verzekeringsmaatschappijen Kapitaaloverdrachten aan vzw's ten behoeve van de gezinnen Investeringsbijdragen aan vzw's ten behoeve van de gezinnen Overige kapitaaloverdrachten aan vzw's ten behoeve van de gezinnen Kapitaaloverdrachten aan gezinnen Investeringsbijdragen aan gezinnen Overige kapitaaloverdrachten aan gezinnen Kapitaaloverdrachten aan het buitenland Aan EU-instellingen: investeringsbijdragen Aan EU-instellingen: overige kapitaaloverdrachten Aan lidstaten van de EU (overheden): investeringsbijdragen Aan lidstaten van de EU (overheden): overige kapitaaloverdrachten Aan lidstaten van de EU (niet-overheden): investeringsbijdragen Aan lidstaten van de EU (niet-overheden): overige kapitaaloverdrachten Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen: investeringsbijdragen Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen: overige kapitaaloverdrachten Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden): investeringsbijdragen Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden): overige kapitaaloverdrachten Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden): investeringsbijdragen Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden): overige kapitaaloverdrachten ONTVANGSTEN
Groep/ Subgroep
Code
56 56.10 56.20 56.30 56.40 56.50 57 57.10 57.20 57.30 57.40
Omschrijving
Vermogensheffingen Van bedrijven Van kredietinstellingen Van verzekeringsmaatschappijen Van vzw's ten behoeve van de gezinnen Van gezinnen Kapitaaloverdrachten van bedrijven en financiële instellingen (exclusief vermogensheffingen) Niet gebruikt Overige kapitaaloverdrachten van bedrijven Overige kapitaaloverdrachten van kredietinstellingen Overige kapitaaloverdrachten van verzekeringsmaatschappijen
21
ONTVANGSTEN Groep/ Subgroep
Code
58
Omschrijving
Kapitaaloverdrachten van vzw's ten behoeve van de gezinnen en van gezinnen (exclusief vermogensheffingen) 58.10 58.20
59 59.11 59.12 59.21 59.22 59.30 59.41 59.42 59.51 59.52 59.60
Van vzw's ten behoeve van de gezinnen Van gezinnen Kapitaaloverdrachten van het buitenland Van EU-instellingen: investeringsbijdragen Van EU-instellingen: overige kapitaaloverdrachten Van lidstaten van de EU (overheden): investeringsbijdragen Van lidstaten van de EU (overheden): overige kapitaaloverdrachten Van lidstaten van de EU (niet-overheden) Van internationale instellingen andere dan de EU-instellingen: investeringsbijdragen Van internationale instellingen andere dan de EU-instellingen: overige kapitaaloverdrachten Van landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden): investeringsbijdragen Van landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden): overige kapitaaloverdrachten Van landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
22
6 KAPITAALOVERDRACHTEN BINNEN DE OVERHEIDSSECTOR UITGAVEN Groep/ Subgroep
Code
61 61.11 61.12 61.21 61.22 61.31 61.32 61.41 61.42 61.51 61.52 61.61 61.62 61.71 61.72 62 62.10 62.20 63 63.11 63.12 63.21 63.22 63.31 63.32 63.41 63.42 63.51 63.52 64 64.10 64.20 65 65.10 65.21 65.22 65.23 65.31 65.32 65.33 65.40
Omschrijving
Kapitaaloverdrachten binnen een institutionele groep Investeringsbijdragen aan de institutionele overheid Overige kapitaaloverdrachten aan de institutionele overheid Investeringsbijdragen aan niet-organieke begrotingsfondsen Overige kapitaaloverdrachten aan niet-organieke begrotingsfondsen Investeringsbijdragen aan administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA) Overige kapitaaloverdrachten aan administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA) Investeringsbijdragen aan administratieve openbare instellingen (AOI) Overige kapitaaloverdrachten aan administratieve openbare instellingen (AOI) Investeringsbijdragen aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid Overige kapitaaloverdrachten aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid Investeringsbijdragen aan vzw's van de overheid Overige kapitaaloverdrachten aan vzw's van de overheid Investeringsbijdragen aan andere eenheden van de overheid Overige kapitaaloverdrachten aan andere eenheden van de overheid Kapitaaloverdrachten aan de socialezekerheidsinstellingen Investeringsbijdragen Overige kapitaaloverdrachten Kapitaaloverdrachten aan lokale overheden Investeringsbijdragen aan provincies Overige kapitaaloverdrachten aan provincies Investeringsbijdragen aan gemeenten Overige kapitaaloverdrachten aan gemeenten Investeringsbijdragen aan provincies en gemeenten - niet verdeeld Overige kapitaaloverdrachten aan provincies en gemeenten - niet verdeeld Investeringsbijdragen aan vzw's van de lokale overheden Overige kapitaaloverdrachten aan vzw's van de lokale overheden Investeringsbijdragen aan overige lokale overheden Overige kapitaaloverdrachten aan overige lokale overheden Kapitaaloverdrachten aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs Investeringsbijdragen Overige kapitaaloverdrachten Kapitaaloverdrachten aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) Kapitaaloverdrachten aan de gemeenschapscommissies Kapitaaloverdrachten aan de gemeenschappen: dotaties Kapitaaloverdrachten aan de gemeenschappen: toegewezen gedeelten van belastingen en heffingen Overige kapitaaloverdrachten aan de gemeenschappen Kapitaaloverdrachten aan de gewesten: dotaties Kapitaaloverdrachten aan de gewesten: toegewezen gedeelten van belastingen en heffingen Overige kapitaaloverdrachten aan de gewesten Kapitaaloverdrachten aan de federale overheid ONTVANGSTEN
Groep/ Subgroep
Code
Omschrijving
66.11 66.12 66.21 66.22 66.31 66.32 66.41 66.42 66.51 66.52
Kapitaaloverdrachten binnen een institutionele groep Investeringsbijdragen van de institutionele overheid Overige kapitaaloverdrachten van de institutionele overheid Investeringsbijdragen van niet-organieke begrotingsfondsen Overige kapitaaloverdrachten van niet-organieke begrotingsfondsen Investeringsbijdragen van administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA) Overige kapitaaloverdrachten van administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA) Investeringsbijdragen van administratieve openbare instellingen (AOI) Overige kapitaaloverdrachten van administratieve openbare instellingen (AOI) Investeringsbijdragen van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid Overige kapitaaloverdrachten van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
66
23
ONTVANGSTEN Groep/ Subgroep
Code
Omschrijving
66.61 66.62 66.71 66.72
Investeringsbijdragen van vzw's van de overheid Overige kapitaaloverdrachten van vzw's van de overheid Investeringsbijdragen van andere eenheden van de overheid Overige kapitaaloverdrachten van andere eenheden van de overheid Kapitaaloverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen Kapitaaloverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen Kapitaaloverdrachten van lokale overheden Investeringsbijdragen van provincies Overige kapitaaloverdrachten van provincies Investeringsbijdragen van gemeenten Overige kapitaaloverdrachten van gemeenten Investeringsbijdragen van provincies en gemeenten - niet verdeeld Overige kapitaaloverdrachten van provincies en gemeenten - niet verdeeld Investeringsbijdragen van vzw's van de lokale overheden Overige kapitaaloverdrachten van vzw's van de lokale overheden Investeringsbijdragen van overige lokale overheden Overige kapitaaloverdrachten van overige lokale overheden Kapitaaloverdrachten van andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) Kapitaaloverdrachten van de gemeenschapscommissies Kapitaaloverdrachten van de gemeenschappen Kapitaaloverdrachten van de gewesten Kapitaaloverdrachten van de federale overheid: dotaties Kapitaaloverdrachten van de federale overheid: toegewezen gedeelten van belastingen en heffingen Overige kapitaaloverdrachten van de federale overheid
67 67.00 68 68.11 68.12 68.21 68.22 68.31 68.32 68.41 68.42 68.51 68.52 69 69.10 69.20 69.30 69.41 69.42 69.43
24
7 INVESTERINGEN EN DESINVESTERINGEN UITGAVEN Groep/ Subgroep
Code
71 71.1 71.11 71.12 71.2 71.21 71.22 71.3 71.31 71.32 72 72.00 73 73.10 73.20 73.30 73.40 74 74.1 74.10 74.2 74.21 74.22 74.3 74.30 74.4 74.40 74.5 74.50 74.6 74.60
Omschrijving
Aankoop van gronden en gebouwen in het binnenland Aankoop van gronden Binnen de overheidssector In andere sectoren dan de overheidssector Aankoop van bestaande wegen- en waterbouwkundige werken Binnen de overheidssector In andere sectoren dan de overheidssector Aankoop van bestaande gebouwen Binnen de overheidssector In andere sectoren dan de overheidssector Nieuwbouw van gebouwen Nieuwbouw van gebouwen Wegen- en waterbouwkundige werken Wegenbouwkundige werken Waterbouwkundige werken Pijplijnen Overige werken Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële goederen Aankoop van vervoermaterieel Aankoop van vervoermaterieel Verwerving van overig materieel Niet gebruikt Verwerving van overig materieel Overdrachtskosten bij aan- en verkoop van gronden en gebouwen Overdrachtskosten bij aan- en verkoop van gronden en gebouwen Verwerving van patenten, octrooien en andere immateriële goederen Verwerving van patenten, octrooien en andere immateriële goederen Verwerving van waardevolle voorwerpen Verwerving van waardevolle voorwerpen Verwerving van teeltgoederen (planten en dieren) Verwerving van teeltgoederen (planten en dieren) ONTVANGSTEN
Groep/ Subgroep
Code
76 76.1 76.11 76.12 76.2 76.21 76.22 76.3 76.31 76.32 77 77.10 77.20 77.30 77.40 77.50
Omschrijving
Verkoop van onroerende goederen in het binnenland Verkoop van gronden Binnen de overheidssector Aan andere sectoren dan de overheidssector Verkoop van bestaande wegen- en waterbouwkundige werken Binnen de overheidssector Aan andere sectoren dan de overheidssector Verkoop van bestaande gebouwen Binnen de overheidssector Aan andere sectoren dan de overheidssector Verkoop van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële goederen Verkoop van vervoermaterieel Verkoop van overig materieel Verkoop van patenten, octrooien en andere immateriële goederen Verkoop van waardevolle voorwerpen Verkoop van teeltgoederen (planten en dieren)
25
8 KREDIETVERLENINGEN EN KREDIETAFLOSSINGEN; DEELNEMINGEN EN VEREFFENINGEN VAN DEELNEMINGEN; ANDERE FINANCIËLE PRODUCTEN UITGAVEN Groep/ Subgroep
Code
81
Omschrijving
Kredietverleningen aan en deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen en andere financiële producten 81.11 81.12 81.21 81.22 81.31 81.32 81.41 81.42 81.51 81.52 81.61 81.62 81.70
82 82.00 83 83.00 84 84.1 84.11 84.12 84.13 84.14 84.15 84.16 84.2 84.21 84.22 84.23 84.24 85 85.1 85.11 85.12 85.13 85.14 85.15 85.16 85.17 85.2 85.20 85.3 85.31 85.32 85.33 85.34 85.35 85.4 85.40 85.5 85.50
Kredietverleningen aan overheidsbedrijven Kredietverleningen aan privébedrijven Kredietverleningen aan openbare kredietinstellingen Kredietverleningen aan privékredietinstellingen Kredietverleningen aan openbare verzekeringsmaatschappijen Kredietverleningen aan privéverzekeringsmaatschappijen Deelnemingen in overheidsbedrijven Deelnemingen in privébedrijven Deelnemingen in openbare kredietinstellingen Deelnemingen in privékredietinstellingen Deelnemingen in openbare verzekeringsmaatschappijen Deelnemingen in privéverzekeringsmaatschappijen Andere financiële producten Kredietverleningen aan vzw's ten behoeve van de gezinnen Kredietverleningen aan vzw's ten behoeve van de gezinnen Kredietverleningen aan gezinnen Kredietverleningen aan gezinnen Kredietverleningen aan en deelnemingen in het buitenland Kredietverleningen aan het buitenland Aan EU-instellingen Aan lidstaten van de EU (overheden) Aan lidstaten van de EU (niet-overheden) Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden) Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden) Deelnemingen in het buitenland In EU-instellingen In lidstaten van de EU (niet-overheden) In internationale instellingen andere dan de EU-instellingen In landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden) Kredietverleningen binnen de overheidssector Kredietverleningen binnen een institutionele groep Aan de institutionele overheid Aan niet-organieke begrotingsfondsen Aan administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA) Aan administratieve openbare instellingen (AOI) Aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid Aan vzw's van de overheid Aan andere eenheden van de overheid Kredietverleningen aan de socialezekerheidsinstellingen Kredietverleningen aan de socialezekerheidsinstellingen Kredietverleningen aan lokale overheden Aan provincies Aan gemeenten Aan provincies en gemeenten - niet verdeeld Aan vzw's van de lokale overheden Aan overige lokale overheden Kredietverleningen aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs Kredietverleningen aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs Kredietverleningen aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) Kredietverleningen aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
26
ONTVANGSTEN Groep/ Subgroep
Code
86 86.10 86.20 86.30 86.40 86.50 86.60 86.70 87 87.10 87.20 88 88.1 88.11 88.12 88.13 88.14 88.15 88.16 88.2 88.21 88.22 88.23 88.24 89 89.1 89.11 89.12 89.13 89.14 89.15 89.16 89.17 89.2 89.20 89.3 89.31 89.32 89.33 89.34 89.35 89.4 89.40 89.5 89.50
Omschrijving
Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen en andere financiële producten Kredietaflossingen door bedrijven Kredietaflossingen door kredietinstellingen Kredietaflossingen door verzekeringsmaatschappijen Vereffeningen van deelnemingen in bedrijven Vereffeningen van deelnemingen in kredietinstellingen Vereffeningen van deelnemingen in verzekeringsmaatschappijen Andere financiële producten Kredietaflossingen door vzw's ten behoeve van de gezinnen en door gezinnen Kredietaflossingen door vzw's ten behoeve van de gezinnen Kredietaflossingen door gezinnen Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in het buitenland Kredietaflossingen door het buitenland Door EU-instellingen Door lidstaten van de EU (overheden) Door lidstaten van de EU (niet-overheden) Door internationale instellingen andere dan de EU-instellingen Door landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden) Door landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden) Vereffeningen van deelnemingen in het buitenland In EU-instellingen In lidstaten van de EU (niet-overheden) In internationale instellingen andere dan de EU-instellingen In landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden) Kredietaflossingen binnen de overheidssector Kredietaflossingen binnen een institutionele groep Van de institutionele overheid Van niet-organieke begrotingsfondsen Van administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA) Van administratieve openbare instellingen (AOI) Van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid Van vzw's van de overheid Van andere eenheden van de overheid Kredietaflossingen door de socialezekerheidsinstellingen Kredietaflossingen door de socialezekerheidsinstellingen Kredietaflossingen door lokale overheden Door provincies Door gemeenten Door provincies en gemeenten - niet verdeeld Door vzw's van de lokale overheden Door overige lokale overheden Kredietaflossingen door het gesubsidieerd autonoom onderwijs Kredietaflossingen door het gesubsidieerd autonoom onderwijs Kredietaflossingen door andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) Kredietaflossingen door andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
27
9 OVERHEIDSSCHULD UITGAVEN Groep/ Subgroep
Code
91 91.10 91.20 91.30 91.70 92 92.00
Omschrijving
Aflossingen van leningen met een looptijd van meer dan één jaar Aflossingen van de schuld in euro Aflossingen van de schuld in vreemde valuta Aflossingen van de schuld binnen de overheidssector Aflossingen bij financiële leasings Ontmuntingen Ontmuntingen ONTVANGSTEN
Groep/ Subgroep
Code
96 96.10 96.20 96.30 96.70 97 97.00
Omschrijving
Opbrengst van leningen met een looptijd van meer dan één jaar Opbrengst van leningen in euro Opbrengst van leningen in vreemde valuta Opbrengst van leningen binnen de overheidssector Opbrengst van leningen inzake financiële leasings Aanmuntingen Aanmuntingen
28
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Definitie
Deze hoofdgroep betreft de niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten alsook de interne verrichtingen en de verrichtingen zonder financiële afwikkeling.
Inbegrepen
01: uitgaven te verdelen over de hoofdgroepen 1 tot en met 9 02: niet-gebruikte groep 03: interne verrichtingen 04: annuïteiten met betrekking tot financiële leasings 06: ontvangsten te verdelen over de hoofdgroepen 1 tot en met 9 07: niet-gebruikte groep 08: interne verrichtingen
Uitgesloten
OPMERKINGEN– AANTEKENINGEN
31
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
01
Uitgaven te verdelen over de hoofdgroepen 1 tot en met 9
Economische code
01.00
Niet verdeeld
Definitie
Deze groep omvat de uitgaven waarvoor men bij de opmaak van de begroting nog niet weet tot welke hoofdgroep ze behoren.
Inbegrepen indexprovisie interdepartementale provisie provisie voor de evolutie van de wisselkoersen, de energieprijzen, …
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN In principe zou deze economische code enkel in de begrotingen mogen worden gebruikt. Voor de verwezenlijkingen worden de betrokken uitgaven ondergebracht in de hoofdgroepen 1 tot en met 9. Het kan inderdaad voorvallen dat de begroting in een post voorziet vooraleer geweten is of, en in welke mate, de kredieten zullen mogen worden gebruikt om diensten aan te kopen, toelagen toe te kennen, overdrachten of investeringen uit te voeren, leningen toe te staan of schulden af te lossen. Deze economische code kan ook in de begroting worden gebruikt om onvoorziene uitgaven te coderen.
32
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
02
Niet gebruikt
33
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
03
Interne verrichtingen
Definitie
Als interne verrichtingen worden beschouwd: de verrichtingen uitgevoerd binnen eenzelfde administratieve eenheid; de verrichtingen zonder financiële afwikkeling; de verrekeningen met andere dienstjaren.
Inbegrepen 03.10: diverse interne verrichtingen 03.20: verrekeningen met andere dienstjaren
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN De interne verrichtingen, zowel aan de uitgaven- als aan de ontvangstenzijde, hebben geen invloed op het vorderingensaldo. De groepen 03 en 08 worden bijgevolg geneutraliseerd op het niveau van de economische hergroepering.
34
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
03
Interne verrichtingen
Economische code
03.10
Diverse interne verrichtingen
Definitie
Het betreft verrichtingen uitgevoerd binnen een administratieve eenheid alsook de verrichtingen zonder financiële afwikkeling.
Inbegrepen
provisie voor risico’s en lasten economische aflossing van vaste kapitaalgoederen kapitaalverliezen (verschil tussen de verkoopprijs en de uitgaande boekwaarde) herwaarderingsminwaarde
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Deze code wordt hoofdzakelijk gebruikt door de instellingen van openbaar nut. Hun begrotingsverrichtingen omvatten immers verrichtingen van “boekhoudkundige” aard zonder financiële afwikkeling, die geen invloed hebben op het vorderingensaldo.
35
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
03
Interne verrichtingen
Economische code
03.20
Verrekeningen met andere dienstjaren
Definitie
Als verrekeningen met andere dienstjaren worden beschouwd de uitgaven met betrekking tot andere dienstjaren.
Inbegrepen begrotingssaldo overgedragen van het ene naar het andere begrotingsjaar (doorgaans bij de begroting van de instellingen van openbaar nut) aanrekening ten laste van het lopende jaar van uitgaven die vooraf in de rekening van de overheidsdiensten zijn geboekt
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Wanneer de begroting van het jaar X van een instelling van openbaar nut in evenwicht wordt gebracht met behulp van het overgedragen saldo van het jaar X-1, is dat overgedragen saldo een uitgave van het jaar X-1 (code 03.20) zonder invloed op het vorderingensaldo. De overeenkomstige ontvangst van het jaar X wordt ingeschreven onder de economische code 08.20 en heeft evenmin invloed op het vorderingensaldo. Het kan voorvallen dat bepaalde uitgaven die voorafgaandelijk in de nationale rekeningen zijn geboekt (onder andere om rekening te houden met het boekingsmoment volgens het ESR95) achteraf in de begroting moeten worden geregulariseerd. Die regularisatie wordt dan onder de code 03.20 geboekt.
36
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
04
Annuïteiten met betrekking tot financiële leasings
Economische code
04.00
Annuïteiten met betrekking tot financiële leasings
Definitie
Inzake financiële leasing omvatten de annuïteiten een deel rentelasten en een deel kapitaalaflossing. Als het bij het opstellen van de begroting niet mogelijk is de gedeelten rente en kapitaalaflossing te onderscheiden, dient de code 04.00 te worden gebruikt. De uitsplitsing tussen de codes 21.50 (rente op financiële leasings) en 91.70 (aflossingen bij financiële leasings) wordt dan uitgevoerd op het niveau van de verwezenlijkingen.
Inbegrepen
Deze code wordt hoofdzakelijk gebruikt op het niveau van de begroting van de Regie der Gebouwen voor de annuïteiten met betrekking tot investeringen via alternatieve financiering.
Uitgesloten
37
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Inzake leasing voorziet het ESR95 in een verschillende boekhouding naargelang het een operationele of een financiële leasing betreft. Bij leasingoperaties horen de volgende codes:
04.00: annuïteiten met betrekking tot financiële leasings; 12.11: algemene werkingskosten – overige huurgelden; 12.12: huurgelden van gebouwen; 21.50: rente op financiële leasings; 91.70: aflossingen bij financiële leasings; 96.70: opbrengsten van leningen met betrekking tot financiële leasings.
A. OPERATIONELE LEASING (EENVOUDIGE HUUR) Operationele leasing komt overeen met een eenvoudige huur. Het gaat dus om een operatie waarbij de lessee het gebruiksrecht verwerft van een duurzaam goed gedurende een bepaalde periode. Er is geen koopoptie. De lessor blijft eigenaar van het goed en recupereert dit op het einde van de overeenkomst. B. FINANCIELE LEASING (HUURKREDIET) In het geval van huurkrediet verwerft de lessee het gebruiksrecht van een duurzaam goed gedurende een bepaalde periode in ruil voor de betaling van huurgelden. Op het einde van de huurperiode kan de lessee vaak kiezen of hij het goed koopt. In het algemeen is het de lessee die het goed kiest. Dat laatste wordt rechtstreeks geleverd door de producent of de verkoper. De lessor speelt dus een rol van louter financiële aard. Het ESR95 gaat er van uit dat de lessor een lening toekent aan de lessee. Deze laatste kan daardoor een duurzaam goed kopen en er eigenaar van worden vanaf het begin van de huurperiode. Bij het ter beschikking stellen van het goed beschouwt het ESR95 het dus zo dat de overheid een leningovereenkomst aangaat in ruil voor de verwerving van het goed. Deze verwerving wordt in de uitgaven aangerekend op de overeenkomende code 7xxx en in de ontvangsten onder de code 96.70. Elke leasingannuïteit zal dus een gedeelte rentelasten (code 21.50) en een gedeelte aflossingen (code 91.70) bevatten. Ingeval er een koopoptie bestaat op het einde van de leasingovereenkomst, kunnen twee gevallen zich voordoen: ofwel wordt de optie geheven: in dit geval wordt het restbedrag gelijkgesteld met een investering (code 7xxx). Het moet worden aangerekend, in vastlegging en in ordonnancering, op het ogenblik dat de optie wordt geheven; ofwel wordt de optie niet geheven: in dit geval zal de eventuele correctie worden aangebracht op het vlak van de nationale rekeningen.
38
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
06
Ontvangsten te verdelen over de hoofdgroepen 1 tot en met 9
Economische code
06.00
Ontvangsten te verdelen over de hoofdgroepen 1 tot en met 9
Definitie
Net als de groep 01, vindt deze groep slechts toepassing in de begrotingen. Hij wordt enkel gebruikt voor de voorlopige classificatie van de verschillende of onvoorziene ontvangsten. Bij de verwezenlijkingen zullen deze ontvangsten moeten worden verdeeld over de hoofdgroepen 1 tot en met 9.
Inbegrepen verschillende en toevallige ontvangsten
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Net als de economische code 01.00, moet het gebruik van code 06.00 zoveel mogelijk worden vermeden.
39
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
07
Niet gebruikt
40
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
08
Interne verrichtingen
Definitie
Als interne verrichtingen worden beschouwd: verrichtingen uitgevoerd binnen een administratieve eenheid; verrichtingen zonder financiële afwikkeling; verrekeningen met andere dienstjaren.
Inbegrepen 08.10: diverse interne verrichtingen 08.20: verrekeningen met andere dienstjaren
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN De interne verrichtingen, zowel aan de uitgaven- als aan de ontvangstenzijde, hebben geen invloed op het vorderingensaldo. De groepen 03 en 08 worden bijgevolg geneutraliseerd op het niveau van de economische hergroepering.
41
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
08
Interne verrichtingen
Economische code
08.10
Diverse interne verrichtingen
Definitie
Het betreft verrichtingen binnen een administratieve eenheid alsook verrichtingen zonder financiële afwikkeling.
Inbegrepen kapitaalwinsten (verschil tussen verkoopprijs en uitgaande boekwaarde) herwaarderingsmeerwaarde
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Deze code wordt hoofdzakelijk gebruikt door de instellingen van openbaar nut. Hun begrotingsverrichtingen omvatten immers verrichtingen van “boekhoudkundige” aard zonder financiële afwikkeling die geen invloed hebben op het vorderingensaldo.
42
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
08
Interne verrichtingen
Economische code
08.20
Verrekeningen met andere dienstjaren
Definitie
Als verrichtingen met andere dienstjaren worden beschouwd de ontvangsten met betrekking tot andere dienstjaren.
Inbegrepen begrotingssaldo afkomstig van het voorgaande begrotingsjaar (doorgaans bij de begroting van de instellingen van openbaar nut) aanrekening op de ontvangsten van het lopende jaar van ontvangsten die voorafgaandelijk zijn geboekt op de rekening van de overheidsdiensten
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Wanneer de begroting van het jaar X van een instelling van openbaar nut in evenwicht wordt gebracht via het overgedragen saldo van het jaar X-1, vormt dat overgedragen saldo een uitgave van het jaar X-1 (code 03.20) zonder invloed op het vorderingensaldo. De overeenstemmende ontvangst van het jaar X wordt ingeschreven onder de economische code 08.20 en heeft evenmin invloed op het vorderingensaldo. Het kan voorvallen dat bepaalde ontvangsten die voorafgaandelijk in de nationale rekeningen zijn geboekt (onder andere om rekening te houden met het boekingsmoment volgens het ESR95), achteraf in de begroting moeten worden geregulariseerd. Die regularisatie wordt dan onder de code 08.20 geboekt.
43
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Definitie
Inbegrepen 11: lonen en sociale lasten 12: aankoop van niet-duurzame goederen en diensten 13: aankoop van duurzame militaire goederen die niet behoren tot de bruto-investeringen in vaste activa (oorlogswapens en gelijkaardige) 14: herstelling en niet-waardevermeerderend onderhoud van wegen- en waterbouwkundige werken 16: verkoop van niet-duurzame goederen en diensten 17: verkoop van duurzame militaire goederen die niet behoren tot de bruto-investeringen in vaste activa (oorlogswapens en gelijkaardige) 18: ontvangsten afkomstig van wegen- en waterbouwkundige werken
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
44
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
11
Lonen en sociale lasten
Definitie
Deze groep omvat alle betalingen en voordelen (in speciën of in natura) die de overheid als werkgever aan zijn werknemers of ex-werknemers toekent als vergoeding van hun werk (met inbegrip van de bijdragen voor de kas van weduwen en wezen, de socialezekerheidsbijdragen en de fiscale afhoudingen), ongeacht of het gaat om vastbenoemden, contractuelen of gelijkgestelde personen. Er moet een dienstverband zijn. Als “dienstverband” geldt ook de uitvoering van politieke ambten (ministers, staatssecretarissen, volksvertegenwoordigers, schepenen, gemeenteraadsleden en parlementsleden). Ook de aan de bedienaars van erediensten uitgekeerde bezoldigingen, toelagen en pensioenen behoren tot de groep11. De Regie van de Gevangenisarbeid wordt als een bedrijf beschouwd; de aan de gevangenen betaalde lonen vallen bijgevolg buiten de overheidssector.
Inbegrepen
11.1: eigenlijke lonen 11.2: sociale bijdragen ten laste van de werkgevers 11.3: overige sociale lasten van de werkgever 11.4: lonen in natura
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Conform de boekhoudregels wordt het gebruik door een overheidseenheid van gedetacheerd personeel van een andere overheidseenheid gelijkgesteld met een aankoop van een dienst. De loonlast wordt dus geboekt op het niveau van de entiteit die de oorspronkelijke wedde betaalt. Voorbeeld: gedetacheerd personeel van een overheidseenheid A naar een overheidseenheid B: loonlasten geboekt op het niveau van overheidseenheid A onder groep 11 de terugbetaling van de beloning door overheidseenheid B wordt gelijkgesteld met een aankoop van een dienst binnen de overheidssector: economische code 12.21 op het niveau van de overheidseenheid B de ontvangst wordt geboekt op het niveau van eenheid A als een verkoop van een dienst: economische code 16.20 op niveau van eenheid A
45
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
11
Lonen en sociale lasten
Subgroep
11.1
Eigenlijke lonen
Definitie
Deze subgroep is als volgt uitgesplitst: 11.11: bezoldiging volgens weddeschalen; 11.12: overige bezoldigingselementen.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
46
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
11
Lonen en sociale lasten
Subgroep
11.1
Eigenlijke lonen
Economische code
11.11
Bezoldiging volgens weddeschalen
Definitie
Om een zicht te krijgen op de evolutie van de loonvoet in de overheidssector, is het van belang het eigenlijke loon zichtbaar te maken vóór verhoging ervan met diverse andere toelagen en vóór aftrek van inhoudingen voor sociale verzekering, pensioenverzekering, belastingen, enz.
Inbegrepen de bezoldiging volgens weddeschalen: - bevorderingen in graad - loonsverhogingen - kabinetsvergoedingen - aanwervingtoelagen - vergoedingen voor personeelsleden in mobiliteit de bezoldiging van studenten
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
47
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
11
Lonen en sociale lasten
Subroep
11.1
Eigenlijke lonen
Economische code
11.12
Overige bezoldigingselementen
Definitie
Hiertoe behoren onder meer de beloning voor overwerk, nachtdienst of onregelmatige werktijden, de productiviteitspremies, de presentiegelden van ambtenaren, de toelagen voor hogere functies, de gratificaties, het vakantiegeld.
Inbegrepen In het algemeen de niet -« ingeschaalde » bezoldigingselementen, meer bepaald: -
sociale abonnementen, dit wil zeggen de tegemoetkoming van de overheid in de prijs van de kaarten voor openbaar vervoer voor ambtenaren (woon-werkverkeer); fietsvergoedingen; vergoedingen voor hogere functies; vergoedingen voor bijzondere functies; vergoedingen voor overwerk; presentiegelden en diverse vergoedingen (belastbaar) toegekend aan personeelsleden of aan openbare ambtsdragers (volksvertegenwoordigers, senatoren, ...); vergoedingen voor chauffeurs; toelagen en premies voor de eindejaarsperiode; haard- en standplaatstoelagen; vakantiegeld; vakbondspremies; taalpremies; competentiepremies, -toelagen; forfaitaire vergoedingen voor huisvesting in het buitenland; terugbetaling voor installatiekosten in het buitenland; expatriëringsvergoeding; vergoedingen voor een post in het buitenland.
48
Uitgesloten vergoedingen of terugbetalingen voor reis-, verwijdering-, verhuizing- en representatiekosten die de loontrekkenden hebben gemaakt bij de uitoefening van hun functie (code 12.11) presentiegelden en diverse vergoedingen toegekend aan personen die geen deel uitmaken van het overheidspersoneel vergoedingen aan werknemers voor de aankoop van gereedschap, vervoermiddelen en bijzondere beroepskledij (als bescherming tegen gevaarlijke of verontreinigende stoffen) moeten worden beschouwd als aankopen van goederen en diensten (groep 12)
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
49
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
11
Lonen en sociale lasten
Subgroep
11.2
Sociale bijdragen ten laste van de werkgevers, afgedragen aan instellingen of fondsen
Economische code
11.20
Sociale bijdragen ten laste van de werkgevers, afgedragen aan instellingen of fondsen
Definitie
De sociale bijdragen omvatten de wettelijke, contractuele, conventionele of vrijwillige bijdragen die werkgevers betalen aan de verzekeringsinstellingen voor verzekering, onder meer tegen risico’s van afwezigheid door ziekte, ziektekosten, invaliditeit, ouderdom, werkloosheid, ongevallen en overlijden, alsook de bijdragen voor kinderbijslag. Hoewel de werkgevers deze bijdragen rechtstreeks aan de verzekeringsinstellingen betalen, worden ze beschouwd als een bestanddeel van de bezoldiging van de werknemers, dat deze laatsten aan de verzekeringsinstellingen dienen te betalen.
Inbegrepen de sociale bijdragen ten laste van de werkgevers afgedragen aan socialezekerheidsinstellingen de bijdragen van de instellingen van openbaar nut aan de pool der parastatalen voor de vereffening van de rustpensioenen de sociale bijdragen voor werkgevers afgedragen aan andere instellingen dan de socialezekerheidsinstellingen de solidariteitsbijdrage op bedrijfswagens de werkgeversbijdragen voor responsabilisering
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
50
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
11
Lonen en sociale lasten
Subgroep
11.3
Overige sociale lasten van de werkgever
Definitie
Deze subgroep is als volgt uitgesplitst: 11.31: directe toelagen; 11.32: doorbetaling van loon; 11.33: pensioenen van het overheidspersoneel.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
51
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
11
Lonen en sociale lasten
Subgroep
11.3
Overige sociale lasten van de werkgever
Economische code
11.31
Directe toelagen
Definitie
Ze omvatten onder meer kinderbijslag, geboortetoelagen, wachtgelden, uitkeringen tot dekking van de verzekering tegen ziektekosten, arbeidsongevallen en overlijden, alsook de directe uitkeringen terzake die de werknemers en hun familie gratis worden toegekend.
Inbegrepen
kinderbijslag schoolpremie geboortepremies vergoedingen voor arbeidsongevallen uitgekeerd aan ambtenaren (als de entiteit haar eigen verzekeraar is) (zie ESR-code 34.30 voor de andere gezinnen) kostenvergoeding voor laatste ziekte en begrafenis invaliditeitspensioenen rechtstreeks uitgekeerd aan de rechthebbenden sociale tegemoetkomingen “om niet” ten gunste van het personeel (andere dan voor maaltijden) in vredestijd uitgekeerde renten aan militairen en hun rechthebbenden renten, vergoedingen uitgekeerd aan slachtoffers van een werkongeval of van een ongeval op de weg naar het werk, van een beroepsziekte bij de overheid en aan hun rechthebbenden
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Onder code 11.31 worden de sociale uitkeringen geboekt die door de werkgevers rechtstreeks aan hun werknemers of ex-werknemers en hun rechthebbenden worden toegekend. Indien er geen verhouding werkgever/werknemer of ex-werknemer is, dient de sociale uitkering in de subgroep 34.3 te worden geboekt. Indien een sociale uitkering door een bepaalde eenheid wordt betaald voor rekening van een andere eenheid, dient die verrichting uitsluitend te worden geboekt in de rekeningen van de voornaamste partij bij die verrichting, namelijk de partij die er daadwerkelijk de last van draagt.
52
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
11
Lonen en sociale lasten
Subgroep
11.3
Overige sociale lasten van de werkgever
Economische code
11.32
Doorbetaling van loon
Definitie
Hieronder verstaat men het eigenlijke loon dat doorbetaald wordt gedurende de tijd dat de werknemer niet actief is wegens ziekte, werkongeval en ontslag.
Inbegrepen de ontslagvergoedingen uitgekeerd aan kabinetsmedewerkers (doorbetaling loon) de lasten voor disponibiliteit
Uitgesloten de oorlogspensioenen en de pensioenen voor burgerlijke oorlogsslachtoffers (code 34.20)
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
53
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
11
Lonen en sociale lasten
Subgroep
11.3
Overige sociale lasten van de werkgever
Economische code
11.33
Pensioenen van het overheidspersoneel
Definitie
Deze post omvat de pensioenen die de overheid rechtstreeks – dit wil zeggen buiten elk bijdragesysteem – uitkeert aan zijn personeel en/of hun rechthebbenden, alsook de pensioenen van voormalige politieke mandatarissen en/of hun rechthebbenden.
Inbegrepen de rustpensioenen die de overheid rechtstreeks betaalt aan zijn voormalige personeelsleden
Uitgesloten
Wat de parastatalen betreft, worden de uitkeringen aan de pool der parastatalen als 11.20 gecodeerd. Deze post omvat niet de pensioenen voor weduwen en wezen. (zie commentaar bij code 34.10)
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
54
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
11
Lonen en sociale lasten
Subgroep
11.4
Lonen in natura
Economische code
11.40
Lonen in natura
Definitie
Onder deze rubriek dienen de bezoldigingen in natura te worden geboekt die overeenkomen met goederen, diensten of andere voordelen die de boekhoudkundige entiteit gratis of tegen verminderde prijs levert aan haar personeelsleden en hun gezinsleden en die voor hen een bijkomend inkomen vormen. Immers, indien deze goederen en diensten, die niet onontbeerlijk zijn voor het eigenlijke werk, hun niet waren geleverd, dan zouden ze die zelf hebben moeten aanschaffen.
Inbegrepen bezoldigingen in natura diverse uitgaven van de sociale diensten (Sinterklaas, reizen, verliezen op maaltijden, enz.), die gelijkgesteld worden met bezoldigingen in natura (met uitzondering van de niet-terugvorderbare individuele steun; deze worden beschouwd als inkomensoverdrachten in speciën aan de gezinnen (code 34.41) maaltijden geheel of gedeeltelijk ten laste genomen ten laste genomen regelmatig vervoer met speciale pendeldienst voor het woon-werkverkeer van personeelsleden vrij biljet (verkeersfaciliteit) voor statutair personeel tegemoetkoming in de maaltijdcheques tegemoetkomingen voor burger- en militaire uniformen (andere dan werk- of dienstkledij) tegemoetkoming in hospitalisatieverzekering
Uitgesloten
Als materiële consumptie moeten daarentegen worden beschouwd uitrustingsstukken voor militairen, politielui en brandweerlieden, enz., die wellicht samen met de kleding worden verstrekt, maar die doorgaans buiten de uitoefening van de functie geen nut hebben (helmen, sabelriemen, identiteitsplaatjes). Het verstrekken van gratis maaltijden aan het personeel, bijvoorbeeld bij overwerk, wordt niet als loon in natura beschouwd maar als aankoop van niet-duurzame goederen en diensten door de overheid (code 12.11).
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
55
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
12
Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
Definitie
De aanschaf door de overheid van niet-duurzame goederen en diensten wordt onder groep 12 opgenomen.
Inbegrepen
Soms komt het voor dat gezinnen diensten verlenen tegen een vergoeding die niet als loon mag worden aangezien omdat er geen verhouding werkgever-werknemer is. Dergelijke diensten worden door de overheid geboekt als aankoop van niet-duurzame goederen en diensten. Presentiegelden betaald aan niet-ambtenaren in ambtelijke en bestuurlijke colleges en commissies worden eveneens in groep 12 opgenomen.
Uitgesloten
Wanneer de overheid aankopen doet die gewoonlijk gebeuren door de gezinnen, worden ze geboekt als overdracht in natura (34.32) aan de gezinnen (of als loon in natura zoals vermeld onder code 11.40). Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de overheid voedsel, kleding, geneesmiddelen, enz. aankoopt en gratis aan gezinnen uitdeelt. Dit geldt eveneens voor de kosten voor verpleging van zieken of het onderhoud van armen. Aankopen van niet-duurzame goederen en diensten bestemd om als gift te worden overgedragen aan het buitenland, worden als inkomensoverdrachten aan het buitenland geboekt (zie groep 35).
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Grens tussen aankoop van goederen en diensten en lopende overdrachten Een betaling van de overheid aan een vzw moet als een lopende aankoop van goederen en diensten worden behandeld indien de overheid als tegenprestatie iets ontvangt dat ze voor haar werking gebruikt (bijv.: papierwaren, klein kantoormaterieel, een wetenschappelijke studie, een technische analyse, advies en ondersteuning in een specifiek domein, …), tenzij het bedrag duidelijk niet in verhouding staat tot de betrokken levering. In dat geval dient het betaalde bedrag als een overdracht te worden beschouwd. De betalingen die deze voorwaarde niet vervullen dienen als lopende overdrachten zonder tegenprestatie te worden behandeld. Dit is specifiek het geval voor betalingen voor het ondersteunen van sociaal-culturele doelstellingen waarbij de vzw als enige voorwaarde wordt opgelegd dat ze bewijsstukken voorlegt omtrent de aanwending van de gelden die haar ter beschikking worden gesteld. Herhaaldelijke betalingen vanwege de administratie suggereren overdrachten zonder tegenprestatie. Idealiter zou men de zaak geval per geval moeten bekijken en de contractvoorwaarden tussen de overheid en de betrokken vzw moeten onderzoeken.
56
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
12
Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
12.1
Algemene werkingskosten vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector
Definitie
Deze subgroep is als volgt uitgesplitst: 12.11: algemene werkingskosten; 12.12: huurgelden van gebouwen.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Operationele leasing komt overeen met eenvoudige huur. Het gaat om een operatie waarbij de lessee het gebruiksrecht verwerft van een duurzaam goed gedurende een bepaalde periode. Er is geen koopoptie. De lessor blijft eigenaar van het goed en recupereert dit op het einde van de overeenkomst. Betalingen uitgevoerd in het kader van operationele leasings worden geboekt onder de code 12.12 (gebouwen) of 12.11 (andere dan gebouwen).
57
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
12
Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
12.1
Algemene werkingskosten vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector
Economische code
12.11
Algemene werkingskosten
Definitie
Onder code 12.11 wordt de aankoop van niet-duurzame goederen en diensten vergoed aan andere sectoren dan de overheid geboekt.
58
Inbegrepen Bureaukosten, zoals voor kantoor- en tekenmateriaal, hulpmiddelen voor reproductie, druk- en bindwerk, aankoop van boeken, tijdschriften en dagbladen, onderhoud, huur en herstelling van meubilair en bureaumaterieel, portkosten, kosten voor telefoon, telegrammen, verzending van dienststukken en kosten voor interdepartementale postdienst, bank- en accountantskosten, uitbesteding van computer-, type- en vertaalwerk en beloning van uitzendkrachten voor administratieve werkzaamheden. Andere huurgelden of operationele leasing dan van gebouwen (wagens, machines, …). Herstelling en niet-waardevermeerderend onderhoud van gebouwen, verplaatsing van tussenschotten, schoonmaak van gebouwen door gespecialiseerde firma’s, verf- en opknappingswerken, brandstoffen, elektriciteit, gas en water, verzekeringspremies, bewaking- en verhuizingkosten en kleine aanverwante kosten, zoals vervangingen van gloeilampen en vullingen van brandblusapparaten. Verblijf- en representatiekosten, ook wanneer ze door personeelsleden gemaakt worden en door de overheid worden terugbetaald. Onkostenvergoeding, honoraria en presentiegelden uitgekeerd aan personen die niet in dienstverband staan tot de overheid. Indien ze worden uitgekeerd aan personen die met overheidspersoneel worden gelijkgesteld, worden ze in groep 11 ondergebracht. Overige algemene kosten, zoals kosten voor de werving en opleiding van personeel, alsook publiciteitskosten. Als personeelsleden, die een cursus volgen op aanwijzing van de dienst waartoe zij behoren, een gehele of gedeeltelijke tegemoetkoming in de kosten krijgen, moet deze tegemoetkoming als overheidsverbruik worden beschouwd. Tot de publiciteitskosten kunnen behalve drukwerken ook films, radio- en televisie-uitzendingen of tentoonstellingskosten behoren. Goedkope kleine duurzame goederen gebruikt voor eerder eenvoudige werkzaamheden of verrichtingen (handgereedschap zoals zagen, hamers en schroevendraaiers) of klein bureaumateriaal zoals zakrekenmachines, GSM’s, fototoestellen, USB-sleutels, GPS-toestellen, …; vaatwasmachines, koffiethermossen,… Zoals voorgeschreven boekt het ESR als intermediair verbruik alle uitgaven voor de aanschaf van dergelijke duurzame goederen die niet meer dan 500 euro per artikel kosten (tegen de prijzen van 1995) (of waarvan de totale waarde ingeval er grote hoeveelheden worden aangekocht, dit plafond niet overstijgt). Deze limiet van 500 euro is slechts geldig voor dit soort goederen. Hij wordt geïndexeerd volgens de impliciete prijsindex van de investeringen voor het geheel van de Belgische economie. Betalingen om gebruik te kunnen maken van niet-geproduceerde immateriële activa, zoals gebrevetteerde activa, merken, enz. (met uitzondering van de betalingen voor de aankoop van dergelijke eigendomsrechten die geboekt worden als niet-geproduceerde immateriële activa - code 74.40-). Commissieloon voor beleggingen, beheer en andere op uitgegeven overheidsleningen en administratieve financiële kosten.
59
Uitgesloten Herstel en niet-waardevermeerderend onderhoud van wegen en waterbouwkundige werken; deze worden geklasseerd in groep 14. Grote verbeteringswerkzaamheden (zoals bijvoorbeeld renovatie, heropbouw of verruiming) die duidelijk het kader te buiten gaan van wat nodig is om eenvoudig de vaste activa in goede werkingsstaat te behouden. Aankopen of gebruikslicenties voor software worden opgenomen als investeringen voor zover beide volgende voorwaarden zijn vervuld: herhaaldelijk of ononderbroken gebruikt worden in het productieproces gedurende meer dan een jaar; de aankoopprijs (inclusief btw) moet hoger zijn dan 500 euro (tegen prijzen van 1995) per eenheid of per bestelling ingeval er grote hoeveelheden worden aangekocht. De ontwikkeling van software “op maat” volgt deze zelfde dubbele regel, ongeacht of ze worden ontwikkeld door een firma buitenhuis of voor eigen rekening. Als ze voor eigen rekening worden ontwikkeld, zullen ze tegen kostprijs worden gewaardeerd. De interesten op handelsschulden zijn uitgesloten uit groep 12 maar dienen onder code 21.40 te worden geboekt.
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
60
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
12
Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
12.1
Algemene werkingkosten vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector
Economische code
12.12
Huurgelden van gebouwen
Definitie
Het betreft de betaalde bedragen voor de huur van gebouwen waarvan de eigenaar niet tot de overheid behoort.
Inbegrepen gewone huur operationele leasing voor gebouwen
Uitgesloten huurgelden en betalingen in het kader van andere operationele leasings dan die voor gebouwen financiële leasings (zie commentaar groep 04) huurgelden van gronden (zie groep 24)
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
61
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
12
Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
12.2
Algemene werkingskosten vergoed binnen de overheidssector
Definitie
Deze subgroep is als volgt uitgesplitst: 12.21: algemene werkingskosten; 12.22: huurgelden van gebouwen.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
62
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
12
Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
12.2
Algemene werkingskosten vergoed binnen de overheidssector
Economische code
12.21
Algemene werkingskosten
Definitie
Onder code 12.21 worden de aankopen van niet-duurzame goederen en diensten binnen de overheidssector geboekt.
Inbegrepen
Zie code 12.11
Uitgesloten
Zie code 12.11
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Conform de boekhoudregels wordt het gebruik door een overheidseenheid van gedetacheerd personeel van een andere overheidseenheid gelijkgesteld met een aankoop van een dienst. De loonlast wordt dus geboekt op het niveau van de entiteit die de oorspronkelijke wedde betaalt. Voorbeeld: gedetacheerd personeel van een overheidseenheid A naar een overheidseenheid B loonlasten geboekt op het niveau van overheidseenheid A onder groep 11 de terugbetaling van de beloning door overheidseenheid B wordt gelijkgesteld met een aankoop van een dienst binnen de overheidssector: economische code 12.21 op het niveau van de overheidseenheid B de ontvangst wordt geboekt op het niveau van eenheid A als een verkoop van een dienst: economische code 16.20 op niveau van eenheid A
63
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
12
Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
12.2
Algemene werkingskosten vergoed binnen de overheidssector
Economische code
12.22
Huurgelden van gebouwen
Definitie
Het betreft de betaalde bedragen voor het huren van gebouwen waarvan de eigenaar tot de overheidssector behoort.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
64
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
12
Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
12.3
Niet gebruikt
Subgroep
12.4
Niet gebruikt
65
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
12
Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
12.5
Indirecte belastingen betaald aan subsectoren van de overheidssector
Economische code
12.50
Indirecte belastingen betaald aan subsectoren van de overheidssector
Definitie
Hieronder worden de directe en indirecte belastingen geboekt die een overheid aan een subsector van de overheid betaalt.
Inbegrepen
roerende voorheffing onroerende voorheffing gewestelijke belastingen btw
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
66
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
13
Aankoop van duurzame militaire goederen die niet behoren tot de bruto-investeringen in vaste activa (oorlogswapens en gelijkaardige)
Economische code
13.00
Aankoop van duurzame militaire goederen die niet behoren tot de bruto-investeringen in vaste activa (oorlogswapens en gelijkaardige)
Definitie
Aankopen van duurzame militaire goederen die niet behoren tot de bruto-investeringen in vaste activa worden aangerekend onder groep 13. Groep 13 betreft dus oorlogswapens en het materiaal om ze af te vuren (uitgezonderd lichte wapens of de gepantserde voertuigen voor de politie- of veiligheidsdiensten die geboekt worden als bruto-investeringen in vaste activa). Militaire goederen die behoren tot de bruto-investeringen in vaste activa worden aangerekend onder de overeenkomende code 7 (investeringen). Het gaat om de aankoop van gronden en gebouwen (71), de nieuwbouw van gebouwen (72), wegen- en waterbouwkundige werken (73), de verwerving van overige investeringsgoederen (74) die analoog zijn met deze uit de burgersector (bijvoorbeeld: luchthavens, wegen, ziekenhuizen, vrachtwagens, transportvliegtuigen, jeeps...).
Inbegrepen tanks fregatten kanonnen
Uitgesloten
a) aankopen van niet-duurzame goederen van Landsverdediging, ongeacht of ze van militaire aard zijn (kogels, …) of niet (traditionele werkingskosten), worden onder de code 12.11 of 12.21 geboekt b) aankopen van duurzame goederen die behoren tot de bruto-investeringen in vaste activa c) uitgaven voor bescherming van de burgerbevolking d) militie/kostwinnersvergoedingen (subgroep 34.3) e) de betaling van de oorlogspensioenen en soortgelijke uitkeringen, rekening houdend met wat is uitgelegd onder de code 34.20 f) giften in geld van het ene land aan het andere met algemene militaire doeleinden moeten worden aangerekend als inkomensoverdrachten (groep 35 of 39). Het gaat bijvoorbeeld om bijdragen tot gemeenschappelijke projecten, gemeenschappelijke infrastructuur of inzake de instandhouding van het bestuursapparaat van de NAVO g) verwerving/bouw van duurzame goederen analoog met die welke in het burgerleven worden gebruikt
67
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN In het kader van de procedure betreffende buitensporige tekorten heeft Eurostat op 9 maart 2006 een beslissing genomen omtrent de boeking van uitgaven voor militaire uitrusting. De beslissing bepaalt het boekingsmoment, volgens het ESR95, van de overheidsuitgaven voor militaire uitrusting die het voorwerp zijn van langetermijncontracten alsook voor de huur van militaire uitrusting. 1. Huur van militaire uitrusting Huur van militaire uitrusting wordt steeds gelijkgesteld met financiële leasingcontracten. Er zal dus een impact zijn op het overheidstekort en op de overheidsschuld op het ogenblik dat de uitrusting ter beschikking van de militaire autoriteiten wordt gesteld en niet op het moment dat de betalingen voor de huur worden uitgevoerd. 2. Langetermijncontracten Er kunnen zich meerdere gevallen voordoen: Langetermijncontracten die voorzien in over een lange periode gespreide leveringen van identieke elementen of in betalingen die tegelijk de levering van goederen en diensten dekken: Î boeking in de nationale rekeningen op het ogenblik van de effectieve levering van elk element van de uitrusting of op het ogenblik van de levering van een dienst Langetermijncontracten met betrekking tot complexe systemen: Î boeking op het ogenblik dat de individuele stukken die het systeem vormen, worden geleverd Militaire uitrusting die over talrijke jaren is gebouwd: Î boeking op het ogenblik dat het eindproduct daadwerkelijk fysiek wordt geleverd NB: De militaire uitgaven worden evenwel verder aangerekend op de begroting op basis van de ordonnanceringen/vereffeningen, wat Eurostat aanvaardt voor de kleine leveringen alsook voor militaire uitgaven waarvan de betaaldatum dicht aansluit bij het moment van levering (tot een jaar van de leveringsdatum). Voor veel belangrijkere langetermijncontracten bezorgt Landsverdediging de Macrobudgettaire dienst een interfacetabel op basis waarvan kan worden overgegaan van de kasbasis (ordonnancering/vereffening) naar een boeking op basis van vastgestelde rechten. Er wordt dan een correctie uitgevoerd in de economische hergroepering.
68
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
14
Herstel en niet-waardevermeerderend onderhoud van wegen- en waterbouwkundige werken
Economische code
14.10
Kosten vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector
Economische code
14.20
Kosten vergoed binnen de overheidssector
Definitie
Deze groep bevat de uitgaven voor werkzaamheden aan wegen, kanalen, bruggen, tunnels, havens, enz. voorzover ze niet als investeringen kunnen worden beschouwd (zie groep 73). Het gaat hier om uitgaven met als doel de waarde van de kapitaalgoederen te behouden. Het onderhoud betreft de regelmatige en permanente zorg voor de goede werking en de goede staat van de kapitaalgoederen te waarborgen.
Inbegrepen
Uitgesloten Belangrijke veranderingen aan bestaande kapitaalgoederen die een waardeverhoging meebrengen (bijvoorbeeld wegherstellingen die de betrokken wegen feitelijk volledig omvormen door het aanbrengen van een ander wegdek, een ander tracé, enz.) worden als investeringen geboekt (groep 73). Herstel van oorlogsschade en rampenschade wordt eveneens als investering beschouwd (hoofdgroep 7). Onderhoud en kleine herstelwerkzaamheden aan gebouwen (code 12.11).
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Groep 14 is verdeeld over de economische codes: 14.10 indien de betalingen een andere sector dan de overheid betreffen; 14.20 indien de betalingen binnen de overheidssector gebeuren.
69
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
16
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten
Definitie
Deze groep omvat de opbrengsten uit de verkoop van niet-duurzame goederen en diensten door de overheidssector, alsook de opbrengsten uit verhuur van gebouwen, lokalen, vervoermiddelen, technische apparatuur en andere goederen (de opbrengst uit verhuur van gronden wordt gecodeerd onder 28.3). Indien een subsector van de overheidssector bij de productie van “niet-verhandelbare” diensten eveneens op marginale, incidentele en bijkomende wijze goederen en verhandelbare diensten verkoopt, worden de ontvangsten uit deze verkopen geboekt onder groep 16.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Taksen die de gezinnen of bedrijven betalen voor het bezit of het gebruik van voertuigen, boten of vliegtuigen, voor een schietvergunning, een jacht- of een visverlof, enz., worden ofwel als belasting ofwel als aankoop van een dienst beschouwd. Het onderscheid tussen een belasting en een aankoop van een dienst bij een overheid is gebaseerd op het volgende criterium: als de machtiging automatisch gegeven wordt zodra het verschuldigd bedrag betaald is, wordt dit als een belasting beschouwd. Als de overheid echter gebruik maakt van de toekenningsprocedure voor om het even welke machtiging om een welbepaalde regulerende functie in te stellen (bijvoorbeeld de bevoegdheid of de kwalificaties nagaan van de betrokken persoon), zal de betaalde som niet worden beschouwd als een belasting maar als de betaling voor de aankoop van een dienst bij de overheid in kwestie, tenzij dit bedrag duidelijk buiten verhouding staat tot de kostprijs van de dienstlevering.
70
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
16
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
16.1
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten aan andere sectoren dan de overheidssector
Definitie
Deze subgroep is als volgt uitgesplitst: 16.11: aan de bedrijven; 16.12: aan gezinnen en vzw’s ten behoeve van de gezinnen; 16.13: aan het buitenland.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
71
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
16
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
16.1
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten aan andere sectoren dan de overheidssector
Economische code
16.11
Aan bedrijven
Definitie
Onder deze economische code wordt de verkoop geboekt van niet-duurzame goederen en diensten door de overheidssector aan bedrijven, kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappijen.
Inbegrepen opbrengst van de Regie van het Staatsblad opbrengst van de verhuring van een gebouw aan een onderneming
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
72
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
16
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
16.1
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten aan andere sectoren dan de overheidssector
Economische code
16.12
Aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen en aan gezinnen
Definitie
Onder deze economische code wordt de verkoop geboekt van niet-duurzame goederen en diensten door de overheidssector aan de gezinnen en vzw’s ten behoeve van de gezinnen.
Inbegrepen
opbrengst van kanselarijrechten, consulaire taksen, visa van paspoorten verkoop van kleding aan het politiepersoneel afgifte van uittreksels of andere kadastrale stukken verkoop van gepersonaliseerde nummerplaten opbrengst van de verhuring van woningen die aan personeelsleden ter beschikking worden gesteld inschrijvingsgeld (onderwijs, sportcentra, …) rechten inzake gelijkwaardigheid van diploma’s opbrengst van inschrijvingen voor colloquia, seminaries, stages, …
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
73
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
16
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
16.1
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten aan andere sectoren dan de overheidssector
Economische code
16.13
Aan het buitenland
Definitie
Onder deze economische code wordt de verkoop geboekt van niet-duurzame goederen en diensten door de overheid aan het buitenland.
Inbegrepen
terugbetaling door de Europese Unie van de kosten voor de inning van ontvangsten die de Belgische Staat voor rekening van de Unie int
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
74
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
16
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
16.2
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten binnen de overheidssector
Economische code
16.20
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten binnen de overheidssector
Definitie
Onder deze economische code wordt de verkoop geboekt van niet-duurzame goederen en diensten door een eenheid van de overheidssector aan een andere eenheid van de overheidssector.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Conform de boekhoudregels wordt het gebruik door een overheidseenheid van gedetacheerd personeel van een andere overheidseenheid gelijkgesteld met een aankoop van een dienst. De loonlast wordt dus geboekt op het niveau van de entiteit die de oorspronkelijke wedde betaalt. Voorbeeld: gedetacheerd personeel van een overheidseenheid A naar een overheidseenheid B loonlasten geboekt op het niveau van overheidseenheid A onder groep 11 de terugbetaling van de beloning door overheidseenheid B wordt gelijkgesteld met een aankoop van een dienst binnen de overheidssector: economische code 12.21 op het niveau van de overheidseenheid B de ontvangst wordt geboekt op het niveau van eenheid A als een verkoop van een dienst: economische code 16.20 op niveau van eenheid A
75
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
17
Verkoop van duurzame militaire goederen die niet behoren tot de bruto-investeringen in vaste activa (oorlogswapens en gelijkaardige)
Economische code
17.00
Verkoop van duurzame militaire goederen die niet behoren tot de bruto-investeringen in vaste activa (oorlogswapens en gelijkaardige)
Definitie
Onder groep 17 wordt de verkoop aangerekend van duurzame militaire goederen die niet behoren tot de bruto-investeringen in vaste activa zoals oorlogswapens en het materieel om ze af te vuren.
Inbegrepen
Hier wordt de verkoop geklasseerd van duurzame militaire goederen waarvan de aankoop in groep 13 is ondergebracht.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
76
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
18
Ontvangsten afkomstig van wegen- en waterbouwkundige werken
Economische Code
18.10
Ontvangsten van andere sectoren dan de overheidssector
Economische code
18.20
Ontvangsten binnen de overheidssector
Definitie
Deze groep heeft betrekking op werkzaamheden uitgevoerd door een subsector van de overheidssector ten behoeve van een andere subsector van de overheidssector dan wel ten behoeve van een andere sector. De werkzaamheden kunnen voor de subsector of de sector ten behoeve waarvan zij worden uitgevoerd, zowel investeringswerken (nieuwe aanleg of groot onderhoud) als onderhoudswerken zijn.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Groep 18 is verdeeld over de economische codes: • •
18.10 indien de betalingen afkomstig zijn van een andere sector dan de overheidssector; 18.20 indien de betalingen afkomstig zijn van een andere subsector van de overheidssector.
77
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Definitie
Inbegrepen
21: rente op overheidsschuld 22: deze groep wordt niet gebruikt 23: deze groep wordt niet gebruikt 24: huurgelden van gronden 26: rente-ontvangsten van overheidsvorderingen 27: exploitatiewinsten van overheidsbedrijven 28: overige opbrengsten uit vermogen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
78
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
21
Rente op overheidsschuld
Definitie
Deze groep omvat de rente en andere daarmee gelijkgestelde lasten op alle overheidsschulden, met inbegrip van de commerciële schulden. De uitgifteverschillen en de aflossingspremies ten laste van de emittent worden beschouwd als renten, net als de loten van lotenleningen worden gelijkgesteld met rentelasten.
Inbegrepen
21.1: rente op overheidsschuld in euro 21.2: rente op overheidsschuld in vreemde valuta 21.3: rente op schuld binnen de overheidssector 21.4: rente op commerciële schuld 21.5: rente op financiële leasings
Uitgesloten
Schulden van overheidsbedrijven maken geen deel uit van de overheidsschuld. Rente op (en aflossing van) deze schulden mogen dan ook niet worden opgenomen bij de rente op (en de aflossing van) overheidsschuld. Indien de overheid de rente op (en de aflossing van) die schulden voor haar rekening neemt, dan is dit een overdracht ten gunste van die bedrijven. De rente wordt dan geboekt onder de code 31.11 (en de aflossing onder de groep 51). Een analoge situatie kan zich voordoen binnen de overheidssector. Zo kan de centrale overheid de betaling van de rente (en de aflossing) voor haar rekening nemen van leningen aangegaan door lokale overheden en door socialezekerheidsinstellingen. De rente wordt dan geboekt onder de overeenstemmende hoofdgroep 4 (de aflossing onder hoofdgroep 6). De kosten voor uitgifte van leningen (commissielonen, enz.) worden geklasseerd als aankoop van goederen en diensten (code 12.11) en niet als rente.
REMARQUES – ANNOTATIONS Moment van boeking: Volgens het ESR95 worden de rentelasten van leningen van de overheidsschuld (groep 21) alsook de renten van schuldvorderingen van de overheid (groep 26) geboekt op basis van de vastgestelde rechten. Indien op het vlak van de begroting de aanrekening gebeurt op basis van de vervallen renten, zal vervolgens een correctie moeten worden uitgevoerd in de economische hergroepering via de extrabudgettaire verrichtingen, om rekening te houden met de vereisten van het ESR95.
79
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
21
Rente op overheidsschuld
Economische code
21.10
Rente op overheidsschuld in euro
Economische code
21.20
Rente op overheidsschuld in vreemde valuta
Economische code
21.30
Rente op schuld binnen de overheidssector
Definitie
Onder de codes 21.10 (euro) en 21.20 (vreemde valuta) worden de rentelasten geboekt op de leningen van de overheid en andere vergelijkbare lasten. De rentelasten op de schuld binnen de overheidssector worden geboekt onder de code 21.30.
Inbegrepen
de renten tegen nominale rentevoet van de lening de uitgifteverschillen de terugbetalingpremies, contractueel vastgelegd en niet gebonden aan opties de lotenleningen de ontvangen of betaalde premies bij de regeling van ‘forward rate agreements’ de annulatiepremies van renteswaps de uit de indexering voortvloeiende bijkomende vergoeding ten opzichte van de nominale rentevoet, in het geval van geïndexeerde leningen
Uitgesloten
de kosten voor uitgifte van leningen (code 12.11) de aflossingen van leningen (code 91.10) allerlei optiepremies (code 81.70 in geval van aankoop of code 86.70 in geval van verkoop) de premies voor annulatie van wisselswaps (code 81.70 indien negatief of code 86.70 indien positief) de terugbetalingpremies verbonden aan de uitoefening van opties (code 81.70) het verschil tussen de nominale waarde en de prijs van de verrichting (code 81.70 in geval van verlies en code 86.70 in geval van winst) voor: ‐ de terugkoop van effecten en andere terugbetalingen ‐ de aankoop van effecten om ze in portefeuille te houden ‐ de doorverkoop van effecten uit portefeuille OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
80
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
21
Rente op overheidsschuld
Economische code
21.40
Rente op commerciële schuld
Definitie
Onder de economische code 21.40 worden de renten geboekt op schulden in verband met de aankoop van goederen en diensten.
Inbegrepen verwijlinteresten
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
81
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
21
Rente op overheidsschuld
Economische code
21.50
Rente op financiële leasings
Definitie
Onder de economische code 21.50 (cf. code 04.00) worden de renten geboekt op schulden in verband met financiële leasings.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
82
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
22
Niet gebruikt
Groep
23
Niet gebruikt
83
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
24
Huurgelden van gronden
Economische code
24.10
Betalingen aan andere sectoren dan de overheidssector
Economische code
24.20
Betalingen binnen de overheidssector
Definitie
Onder de economische codes 24.10 (betalingen aan andere sectoren dan de overheidssector) of 24.20 (betalingen binnen de overheidssector) wordt de huur geboekt die betaald wordt voor gronden.
Inbegrepen huurgelden voor gronden huurgelden te betalen aan eigenaars van rivieren en watervlakten om het recht te krijgen deze te gebruiken voor recreatieve en andere doeleinden, waaronder de visvangst
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
84
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
26
Rente-ontvangsten van overheidsvorderingen
Economische code
26.10
Rente-ontvangsten van andere sectoren dan de overheidssector
Economische code
26.20
Rente-ontvangsten binnen de overheidssector
Definitie
De renten die een subsector van de overheid ontvangt op beleggingen, worden geboekt onder de code 26.10, als de interestopbrengst voortkomt uit een andere sector dan de overheidssector, en onder de code 26.2, als die voortkomt uit een subsector van de overheid.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
85
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
27
Exploitatiewinsten van overheidsbedrijven
Economische code
27.10
Niet-financiële overheidsbedrijven met rechtspersoonlijkheid
Economische code
27.20
Niet-financiële overheidsbedrijven zonder rechtspersoonlijkheid
Economische code
27.30
Overheidskredietinstellingen met rechtspersoonlijkheid
Economische code
27.40
Overheidskredietinstellingen zonder rechtspersoonlijkheid
Economische code
27.50
Overheidsverzekeringsmaatschappijen
Definitie
Onder groep 27 worden de winsten geboekt, met inbegrip van eventuele monopoliewinsten, die de overheden ontvangen ofwel als (mede-)eigenaars van een overheidsbedrijf, dan wel op grond van wettelijke of statutaire bepalingen.
Inbegrepen Belgacomdividend dividend NBB
Uitgesloten
Andere vermogensopbrengsten (groep 28) zoals concessies, verhuur van gronden of andere dividenden dan deze ontvangen als (mede-)eigenaars van een overheidsbedrijf, dan wel op grond van wettelijke of statutaire bepalingen.
86
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN De ontvangsten van dividenden geïnd door een overheid moeten worden geboekt onder: ‐ ‐
de groep 27 indien de dividenden worden geïnd als (mede-)eigenaar van een overheidsbedrijf of op grond van wettelijke of statutaire bepalingen; de economische code 28.20 indien zij worden geïnd door de overheid als aandeelhouder in bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen, ongeacht of de overheid al dan niet de meerderheid van de aandelen bezit.
Als het dividend uitgekeerd door een onderneming die behoort tot de overheidssector wordt geboekt in de uitgaven, zal dat onder de groep 27 zijn. Er bestaat inderdaad geen specifieke uitgavencode voor de betaling van dividenden. NB : Het is aanbevolen om te verifiëren of de betaling in kwestie wel degelijk dividenden betreft en geen financiële lasten. Indien het gaat om financiële lasten, zullen deze worden geboekt onder de groep 21.
87
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
28
Overige opbrengsten uit vermogen
Definitie
De andere opbrengsten uit vermogen zijn deze in verband met concessies (code 28.10), dividenden (code 28.20) en huurgelden van gronden (28.30).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
88
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
28
Overige opbrengsten uit vermogen
Economische code
28.10
Concessies
Definitie
Deze groep omvat de ontvangsten uit concessies. Het gaat bijvoorbeeld om concessies in verband met de winning van bodemschatten (kolen, erts, aardolie, aardgas, grind, zand, enz.)
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
89
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
28
Overige opbrengsten uit vermogen
Economische code
28.20
Dividenden
Definitie
Hieronder vallen de ontvangsten van de overheid als aandeelhouder in bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen, ongeacht of de overheid al dan niet de meerderheid van de aandelen bezit.
Inbegrepen
Uitgesloten
De inkomens die aan de overheid worden uitgekeerd door overheidsbedrijven met rechtspersoonlijkheid, maar die geen kapitaalvennootschap zijn, worden ondergebracht onder code 27.10.
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
90
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
28
Andere opbrengsten uit vermogen
Economische code
28.30
Huurgelden van gronden
Definitie
Tot deze ontvangstencategorie behoren onder meer: a) de huurgelden, eventueel de erfpacht van gronden die aan anderen in gebruik zijn gegeven als landbouwgronden, gronden voor de bouw van woningen en van bedrijfsgebouwen, enz. Om praktische redenen wordt de pacht bruto opgenomen, dit is inclusief belastingen en onderhoudskosten; b) de verhuur van grond, meestal van korte duur, ten behoeve van marktkraampjes enz.; c) de parkeervergunningen en -gelden; d) de toestemming aan openbare nuts- en transportbedrijven voor de aanleg van kabels, buizen, rails enz. in de openbare grond; e) de verhuur van wateren voor scheepvaart of visvangst; f) de verhuur van gronden voor de jacht; g) de vergunningen om openbare gronden te laten begrazen.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
91
Hoofdgroepen 3, 4, 5 en 6: Inkomens- en kapitaaloverdrachten
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Definitie
Overdrachten zijn betalingen “om niet", d.w.z. betalingen zonder rechtstreekse tegenprestatie. Aan de uitgavenzijde gaat het om allerlei subsidies, bijdragen, sociale uitkeringen en aan de ontvangstenzijde om belastingen, sociale bijdragen, taksen, heffingen, boeten en giften. De overdrachten worden in 4 hoofdgroepen ingedeeld: inkomensoverdrachten (hoofdgroep 3) en kapitaaloverdrachten (hoofdgroep 5) aan en van andere sectoren, inkomensoverdrachten (hoofdgroep 4) en kapitaaloverdrachten (hoofdgroep 6) binnen de overheidssector. Inkomensoverdrachten behoren tot de lopende verrichtingen en kapitaaloverdrachten tot de kapitaalverrichtingen. Definitie en toepassingsgebeid van de overheidssector De overheidssector (S.13) omvat alle institutionele eenheden die tot de "overige nietmarktproducenten" behoren en waarvan de output bestemd is voor individueel of collectief verbruik en die voornamelijk gefinancierd worden uit verplichte bijdragen van eenheden die tot de overige sectoren behoren en/of alle institutionele eenheden die zich in hoofdzaak bezighouden met de herverdeling van het nationale inkomen en vermogen (ESR95, §2.68). Tot sector S.13 behoren de volgende institutionele eenheden: - de overheidsinstellingen die een geheel van activiteiten, hoofdzakelijk bestaande uit de levering van niet-marktgoederen en –diensten aan de samenleving, beheren en financieren; - de instellingen zonder winstoogmerk met eigen rechtspersoonlijkheid die tot de "overige nietmarktproducenten" behoren en onder toezicht staan van en voornamelijk gefinancierd worden door de overheid; - de zelfstandige pensioenfondsen waaraan bepaalde bevolkingsgroepen krachtens wettelijke bepalingen verplicht deelnemen of premies betalen en waarvoor de overheid verantwoordelijk is voor de vaststelling of goedkeuring van de premies en uitkeringen, ongeacht haar rol als toezichthouder of werkgever. Bij deze definitie horen enkele preciseringen om de logische indeling van de institutionele eenheden in de overheidssector begrijpelijker te maken. Om een eenheid in de overheidssector onder te brengen, moet men achtereenvolgens de volgende vragen stellen en ze telkens bevestigend beantwoorden: -
Is de eenheid waarvan sprake een institutionele eenheid? Een eenheid wordt beschouwd als een institutionele eenheid wanneer zij bij de uitoefening van haar hoofdfunctie zelfstandig kan beslissen en wanneer zij over een volledige boekhouding beschikt of, als dat vanuit een economisch en juridisch oogpunt mogelijk en zinvol is, op verzoek een volledige boekhouding kan opstellen. Indien de betrokken eenheid geen institutionele eenheid is, moet ze worden ingedeeld bij de institutionele eenheid waarvan ze afhangt.
92
-
Is de eenheid in handen van de overheid? Volgens het ESR95 is een vennootschap in handen van de overheid indien deze laatste meer dan de helft van de stemgerechtigde aandelen bezit of op een andere manier zeggenschap heeft over meer dan de helft van de aan de aandeelhouders toegekende stemmen. Een overheid kan bovendien toezicht uitoefenen op een vennootschap op grond van wetteksten die haar de bevoegdheid verlenen het beleid van die vennootschap te bepalen of de bestuurders ervan aan te stellen. Naar analogie daarvan geldt deze redenering mutatis mutandis ook voor de instellingen zonder winstoogmerk.
-
Is de eenheid een niet-marktproducent? Als algemene regel geldt dat een eenheid een niet-marktproducent is indien de opbrengst van de verkopen minder dan 50% van de productiekosten dekt. De termen verkopen en productiekosten berusten uiteraard op de definitie die het ESR95 eraan geeft, en hebben niet hun gebruikelijke wettelijke of administratieve betekenis. Deze berekening kan enkel via de economische hergroepering worden uitgevoerd want de productiekosten in de betekenis van het ESR95 bevatten onder andere de brutovorming van vast kapitaal, informatie dat men niet heeft via de economische hergroepering.
Inbegrepen
Sommige uitgaven van de overheid worden in de begroting “voorschotten” genoemd. Indien het duidelijk is dat die voorschotten niet zullen worden terugbetaald, moeten deze meteen als overdrachten worden geclassificeerd. Indien later toch terugbetalingen zouden plaatsvinden, dan zullen deze ook bij de overdrachten worden geboekt.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
93
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
31
Exploitatiesubsidies
Definitie
Exploitatiesubsidies zijn inkomensoverdrachten uitgekeerd door de overheid in het kader van het economische en sociale beleid aan ingezeten eenheden die verhandelbare goederen en/of diensten voortbrengen. Exploitatiesubsidies uitgekeerd aan bedrijven door Europese communautaire instellingen moeten niet worden opgenomen in de economische hergroepering (zelfs als ze worden doorgevoerd via de rekening van een instelling opgenomen in de economische hergroepering). Zij maken het mogelijk eventueel de verkoopprijs, zoals die normaal gezien uit de werkelijke productiekosten voortvloeit, te verlagen. Het doel is dan ook de verkoopprijzen te beïnvloeden en/of een toereikende beloning van de productiefactoren mogelijk te maken. In principe is het effect van de subsidie tegenovergesteld aan dat van de indirecte belastingen, die kostprijsverhogend werken.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Investeringsbijdragen, herstel van rampenschade, schuldkwijtschelding en andere schadeloosstellingen behoren tot de kapitaaloverdrachten (hoofdgroep 5).
94
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
31
Exploitatiesubsidies
Subgroep
31.1
Rentesubsidies
Economische code
31.11
Rentesubsidies aan overheidsbedrijven
Economische code
31.12
Rentesubsidies aan andere bedrijven
Definitie
Rentesubsidies toegekend aan productie-eenheden moeten ook als exploitatiesubsidies worden geboekt, zelfs indien zij tot doel hebben de investering te vergemakkelijken. Deze vergoedingen vormen immers overdrachten die beogen de exploitatielasten van de producenten te verlichten. Zij worden geboekt als subsidies aan de begunstigde producenten, ook als het renteverschil in feite door de overheid rechtstreeks wordt uitgekeerd aan de kredietinstelling die de lening heeft verstrekt.
Inbegrepen
De subgroep 31.1 is onderverdeeld in 2 economische codes: 31.11: indien de begunstigde een overheidsbedrijf is; 31.12: indien de begunstigde een niet-overheidsbedrijf is.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
95
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
31
Exploitatiesubsidies
Subgroep
31.2
Overige exploitatiesubsidies aan overheidsbedrijven
Economische code
31.21
Prijssubsidies aan overheidsbedrijven
Economische code
31.22
Overige exploitatiesubsidies aan overheidsbedrijven
Definitie
Onder subgroep 31.2 boekt men de exploitatiesubsidies aan overheidsbedrijven andere dan rentesubsidies (subgroep 31.1).
Inbegrepen economische code 31.21: prijssubsidies aan overheidsbedrijven economische code 31.22: overige exploitatiesubsidies aan overheidsbedrijven
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Prijssubsidies zijn subsidies die per geproduceerde eenheid van goederen of diensten worden uitgekeerd. Onder code 31.22 horen bijvoorbeeld: - de exploitatiesubsidies die voorwaardelijk aan een overheidsbedrijf worden toegekend in samenhang met een programmacontract; - de subsidies aan overheidsbedrijven om de loonkosten te dekken.
96
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
31
Exploitatiesubsidies
Subgroep
31.3
Overige exploitatiesubsidies aan andere producenten dan overheidsbedrijven
Economische code
31.31
Prijssubsidies aan andere producenten dan overheidsbedrijven
Economische code
31.32
Overige exploitatiesubsidies aan andere producenten dan overheidsbedrijven
Definitie
Onder subgroep 31.3 registreert men de subsidies aan niet-overheidsbedrijven die geen rentesubsidies zijn (subgroep 31.1).
Inbegrepen economische code 31.31: prijssubsidies aan andere producenten dan overheidsbedrijven economische code 31.32: overige exploitatiesubsidies aan andere producenten overheidsbedrijven
dan
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Prijssubsidies zijn subsidies die per geproduceerde eenheid van goederen of diensten worden uitgekeerd. Onder code 31.32 horen bijvoorbeeld: - subsidies aan privébedrijven om de vervuiling tegen te gaan; - subsidies aan privébedrijven om de loonkosten te dekken.
97
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
32
Inkomensoverdrachten, die geen exploitatiesubsidies zijn, aan bedrijven en financiële instellingen
Economische code
32.00
Inkomensoverdrachten, die geen exploitatiesubsidies zijn, aan bedrijven en financiële instellingen
Definitie
Deze code is een restpost voor het registreren van de inkomensoverdrachten, die geen exploitatiesubsidies zijn, aan bedrijven en financiële instellingen.
Inbegrepen de overdrachten aan overheidsbedrijven bedoeld om een deel van de pensioenlasten te dekken van hun voormalige beambten in het kader van een rechtszaak, de gerechtskosten terugbetaald aan de winnende partij, indien deze een onderneming of een vzw ten behoeve van de ondernemingen is
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
98
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
33
Inkomensoverdrachten aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Economische code
33.00
Inkomensoverdrachten aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Definitie
Tot deze groep behoren de tegemoetkomingen in de lopende uitgaven van vzw’s met eigen rechtspersoonlijkheid ten behoeve van gezinnen.
Inbegrepen overdrachten naar stichtingen, verenigingen, enz. die werkzaam zijn op het gebied van cultuur, recreatie, toerisme, dierenbescherming, alcoholismebestrijding, sportbeoefening enz., alsook kerkgemeenschappen en andere levensbeschouwelijke verenigingen in het kader van een rechtszaak, de gerechtskosten terugbetaald aan de winnende partij, indien deze een vzw ten behoeve van de gezinnen is
Uitgesloten
Overdrachten naar vzw’s die als eenheden van de overheidssector worden beschouwd. Om als eenheid van de overheidssector te worden beschouwd, moet een vzw een nietmarktproducent zijn en tegelijkertijd door een overheidsinstelling worden gecontroleerd en door haar overwegend worden gefinancierd. Als algemene regel geldt dat een vzw een niet-marktproducent is indien de opbrengst van de verkopen minder dan 50% van de productiekosten dekt in de betekenis van het ESR95, welke overeenstemmen met de som van de beloningen, de aankopen van lopende goederen en diensten, de brutovastekapitaalvorming en de door de vzw gedragen indirecte belastingen. Een overheidsinstelling controleert een vzw wanneer zij een significante invloed kan uitoefenen op het beheer ervan. Meer bepaald kan een overheidsinstelling een vzw controleren indien er wetteksten bestaan die haar de bevoegdheid geven om het beleid te bepalen of de bestuurders ervan te benoemen. Een vzw die geen marktproducent is en door de overheid wordt gecontroleerd, wordt door de overheid overwegend gefinancierd wanneer het merendeel van de middelen afkomstig is van door de overheid toegestane lopende overdrachten (d.w.z. zonder rekening te houden met de overdrachten die specifiek bedoeld zijn om investeringsuitgaven te financieren).
99
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Grens tussen aankoop van goederen en diensten en lopende overdrachten Een betaling van de overheid aan een vzw moet als een lopende aankoop van goederen en diensten worden behandeld indien de overheid als tegenprestatie iets ontvangt dat ze voor haar werking gebruikt (bijv.: papierwaren, klein kantoormaterieel, een wetenschappelijke studie, een technische analyse, advies en ondersteuning in een specifiek domein, …), tenzij het bedrag duidelijk niet in verhouding staat tot de betrokken levering. In dat geval dient het betaalde bedrag als een overdracht te worden beschouwd. De betalingen die deze voorwaarde niet vervullen dienen als lopende overdrachten zonder tegenprestatie te worden behandeld. Dit is specifiek het geval voor betalingen voor het ondersteunen van sociaal-culturele doelstellingen waarbij de vzw als enige voorwaarde wordt opgelegd dat ze bewijsstukken voorlegt omtrent de aanwending van de gelden die haar ter beschikking worden gesteld. Herhaaldelijke betalingen vanwege de administratie suggereren overdrachten zonder tegenprestatie. Idealiter zou men de zaak geval per geval moeten bekijken en de contractvoorwaarden tussen de overheid en de betrokken vzw moeten onderzoeken.
100
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
34
Inkomensoverdrachten aan gezinnen
Definitie
Deze groep omvat de uitkeringen die aan gezinnen worden toegekend om de lasten te dekken die voortvloeien uit het bestaan van bepaalde risico’s of behoeften, zonder dat de begunstigden tegelijk een gelijkwaardige tegenprestatie leveren. Inkomensoverdrachten aan gezinnen komen vooral voor in de subsector socialezekerheidsinstellingen, waar zij betrekking hebben op de uitkeringen die deze instellingen doen ten behoeve van de gezinnen krachtens verzekeringsaanspraken. Het maakt geen verschil uit of die uitkeringen rechtstreeks aan de gezinnen dan wel aan de productie-eenheden (bijvoorbeeld verpleegen verzorgingstehuizen) plaatsvinden als gehele of gedeeltelijke betaling voor de diensten die zij aan de sociaal verzekerden verlenen. Naast de socialezekerheidsinstellingen doen ook de centrale en lokale overheden nog uitkeringen aan gezinnen die in omstandigheden zijn gekomen die bijstand van overheidswege noodzakelijk maken. De overlevingspensioenen van het overheidspersoneel en de oorlogspensioenen nemen in deze groep een bijzondere plaats in.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
101
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
34
Inkomensoverdrachten aan gezinnen
Subgroep
34.1
Weduwen- en wezenpensioenen van het overheidspersoneel
Economische code
34.10
Weduwen- en wezenpensioenen van het overheidspersoneel
Definitie
De weduwen- en wezenpensioenen van het overheidspersoneel worden onder code 34.10 geboekt.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN De brutobedragen van de uitgekeerde weduwen- en wezenpensioenen worden geboekt onder code 34.10. De inhoudingen op de wedden (begrepen in de brutolonen) worden als een ontvangst van de overheid onder de code 37.60 geboekt.
102
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
34
Inkomensoverdrachten aan gezinnen
Subgroep
34.2
Oorlogspensioenen
Economische code
34.20
Oorlogspensioenen
Definitie
Het gaat hier om alle pensioenen, renten en gratificaties die de overheid uitkeert voor lichamelijke en psychische schade en gelopen risico’s die voortvloeien uit oorlogsomstandigheden.
Inbegrepen
De schadeloosstelling voor oorlogsinvaliditeit, begrepen in de militaire pensioenen, wordt niet als overdracht beschouwd maar als ouderdomspensioen (code 11.33) omdat zij niet kan worden afgezonderd.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
103
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
34
Inkomensoverdrachten aan gezinnen
Subgroep
34.3
Overige sociale uitkeringen
Economische code
34.31
Geldelijke uitkeringen
Economische code
34.32
Uitkeringen in natura
Definitie De sociale uitkeringen die tot deze groep behoren, worden opgesplitst in geldelijke uitkeringen (code 34.31) en uitkeringen in natura (code 34.32). De lijst van risico’s of behoeften die aanleiding kunnen geven tot sociale uitkeringen is zoals voorgeschreven als volgt vastgesteld: a) b) c) d) e) f) g) h) i) j) k) l)
ziekte; invaliditeit en handicap; arbeidsongeval en beroepsziekte; ouderdom; overleven; moederschap; gezin; tewerkstellingsbevordering; werkloosheid; huisvesting; opvoeding; armoede. Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN De meerderheid van de sociale uitkeringen gebeuren in speciën. Onder uitkeringen in natura vallen onder meer: rechtstreekse tegemoetkomingen: geneesmiddelen, prothesen, apparaten die rechtstreeks geleverd worden aan militaire en burgerlijke slachtoffers van oorlog en politieke evenementen; medische verzorging, chirurgische ingrepen en verzorging in ziekenhuizen rechtstreeks verstrekt aan gehandicapten, behoeftigen, vluchtelingen, ... de terugbetalingen aan gezinnen ten gevolge van aankopen van farmaceutische producten, medische verzorging, …
104
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
34
Inkomensoverdrachten aan gezinnen
Subgroep
34.4
Overige uitkeringen aan gezinnen als verbruikers
Economische code
34.41
Geldelijke uitkeringen
Economische code
34.42
Uitkeringen in natura
Definitie
Ook deze overige uitkeringen aan gezinnen als verbruikers worden opgesplitst in geldelijke uitkeringen (code 34.41) en uitkeringen in natura (code 34.42).
Inbegrepen
Zoals voorgeschreven behoren tot deze subgroep: reisbeurzen, prijzen; schadeloosstellingen voor het verlies van verbruiksgoederen (bijvoorbeeld verlies van meubilair ten gevolge van natuurrampen). Voor de niet-verbruiksgoederen, zie code 53.20; in het kader van een rechtszaak, de gerechtskosten terugbetaald aan de winnende partij, indien deze een gezin is.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
105
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
34
Inkomensoverdrachten aan gezinnen
Subgroep
34.5
Overige uitkeringen aan gezinnen als producenten
Economische code
34.50
Overige uitkeringen aan gezinnen als producenten
Definitie
Het betreft hier uitkeringen andere dan exploitatiesubsidies, zoals premies en prijzen in verband met kunstprestaties.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
106
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
35
Inkomensoverdrachten aan het buitenland
Definitie
Deze groep dekt alle overdrachtverrichtingen in speciën of in natura tussen nationale overheden en de rest van de wereld. Hij dekt de overdrachten aan internationale instellingen en de overdrachten aan vreemde landen (al dan niet overheden).
Inbegrepen
Uitgesloten de investeringsbijdragen en de kapitaaloverdrachten aan de rest van de wereld (groep 54)
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
107
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
35
Inkomensoverdrachten aan het buitenland
Economische code
35.10
Aan EU-instellingen
Definitie
Onder de code 35.10 worden de lopende bijdragen geboekt die worden gestort aan instellingen van de Europese Unie.
Inbegrepen de bni-bijdrage aan de Europese Unie
Uitgesloten belastingen verbonden aan het gemeenschappelijk landbouwbeleid afgestane douanerechten en btw
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
108
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
35
Inkomensoverdrachten aan het buitenland
Economische code
35.20
Aan lidstaten van de EU (overheden)
Economische code
35.30
Aan lidstaten van de EU (niet-overheden)
Definitie
De lopende overdrachten aan de lidstaten van de Europese Unie worden geboekt onder de code 35.20 als de begunstigde een overheidsinstelling is en 35.30 als de begunstigde geen overheidsinstelling is.
Inbegrepen hulp aan andere lidstaten van de Europese Unie (code 35.20) rechtstreekse hulp aan buitenlandse studenten uit een lidstaat van de Europese Unie (code 35.30)
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
109
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
35
Inkomensoverdrachten aan het buitenland
Economische code
35.40
Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen
Definitie
Onder de economische code 35.40 boekt men inkomensoverdrachten aan andere internationale instellingen dan de Europese Unie: het IMF, de UNO, de NATO, de OESO,...
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
110
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
35
Inkomensoverdracht aan het buitenland
Economische code
35.50
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden)
Economische code
35.60
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
Definitie
De lopende overdrachten aan niet-lidstaten van de Europese Unie worden geboekt onder de code 35.50 als de verkrijger een overheid is, en onder de code 35.60 als de verkrijger geen overheid is.
Inbegrepen hulp aan een buitenlandse Staat die geen lid is van de Europese Unie (code 35.50) rechtstreekse hulp aan ingezetenen van landen die geen lid zijn van de Europese Unie (code 35.60)
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
111
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
36
Indirecte belastingen en heffingen
Economische code
36.10
Invoerrechten
Economische code
36.20
Accijnzen en andere verbruiksbelastingen
Economische code
36.30
Belasting op de toegevoegde waarde
Economische code
36.40
Registratierechten
Economische code
36.50
Winsten van fiscale overheidsmonopolies of van openbare bedrijven met een monopolistisch karakter
Economische code
36.60
Verkeersbelasting
Economische code
36.70
Milieuheffingen
Economische code
36.80
Heffingen en belastingen op onroerende goederen, met uitzondering van de onroerende voorheffing
Economische code
36.90
Diverse belastingen
Definitie
Belastingen zijn verplichte heffingen zonder aanwijsbare tegenprestatie die volgens algemene regels worden geheven. Indirecte belastingen worden geboekt onder de groep 36, die wordt onderverdeeld volgens het soort belasting.
112
Inbegrepen
De code 36 wordt als volgt opgesplitst:
36.10: invoerrechten; 36.20: accijnzen en andere verbruiksbelastingen; 36.30: belasting op de toegevoegde waarde; 36.40: registratierechten; 36.50: winsten van fiscale overheidsmonopolies of van openbare bedrijven met een monopolistisch karakter; 36.60: verkeersbelasting; 36.70: milieuheffingen; 36.80: heffingen en belastingen op onroerende goederen, met uitzondering van de onroerende voorheffing; 36.90: diverse belastingen, waaronder de kansspelbelastingen, de uitvoerheffingen, de keuringsrechten en de vermakelijkheidsbelastingen.
Uitgesloten fiscale boeten (groep 38) behalve wanneer men ze niet kan scheiden van de overeenstemmende belasting verwijlinteresten (groep 26) tenzij ze niet te scheiden vallen van de overeenkomstige belasting
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
113
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
37
Directe belastingen en bijdragen gestort aan de socialezekerheidsinstellingen
Definitie
Deze groep omvat vooral de belastingen die regelmatig geheven worden op het inkomen of het kapitaal en waarvan de berekening gewoonlijk geschiedt met inachtneming van de individuele omstandigheden van de belastingplichtigen (gezinslasten, woonplaats, aard van de bedrijvigheid, enz.). Derhalve behoren tot de directe belastingen ook de roerende voorheffing, de dividendbelasting en de belasting op onroerend goed (aangezien deze, gelet op de criteria die worden toegepast bij aanslag en inning, moeten worden geacht deel uit te maken van de belasting op het inkomen).
Inbegrepen
Uitgesloten
Eenmalige belasting op het kapitaal, successierechten en andere soortgelijke buitengewone belastingen worden bij de kapitaaloverdrachten ingedeeld (groep 56).
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
114
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
37
Directe belastingen en bijdragen gestort aan de socialezekerheidsinstellingen
Economische code
37.10
Directe belastingen ten laste van bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen
Definitie
Onder de code 37.10 worden de directe belastingen geboekt afkomstig van bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen.
Inbegrepen
de onroerende voorheffing ten laste van bedrijven de roerende voorheffing ten laste van bedrijven de vennootschapsbelasting (inkohieringen en voorafbetalingen) belastingen ten laste van niet-ingezetenen (vennootschappen) de jaarlijkse taks op collectieve beleggingsinstellingen
Uitgesloten de onroerende en roerende voorheffing ten laste van natuurlijke personen (37.20) de belasting op niet-ingezetenen ten laste van natuurlijke personen (37.20)
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Sommige belastingen worden globaal aangerekend op een enkel ontvangstenartikel. Toch moet via een verschillende economische code een onderscheid worden gemaakt tussen het gedeelte “vennootschappen” (37.10) en het gedeelte “natuurlijke personen” (37.20).
115
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
37
Directe belastingen en bijdragen gestort aan de socialezekerheidsinstellingen
Economische code
37.20
Directe belastingen ten laste van gezinnen en vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Definitie
Onder de code 37.20 worden de directe belastingen geboekt ten laste van de gezinnen en vzw’s ten behoeve van de gezinnen.
Inbegrepen
de onroerende voorheffing ten laste van natuurlijke personen de roerende voorheffing (natuurlijke personen) de belasting ten laste van niet-ingezetenen (natuurlijke personen) personenbelasting (inkohieringen en bedrijfsvoorheffing) de belasting op de werkgeversparticipatie de belastingen op de vzw’s
Uitgesloten de onroerende en roerende voorheffing ten laste van vennootschappen (37.10) de belasting op niet-ingezetenen ten laste van vennootschappen (37.10)
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Sommige belastingen worden globaal aangerekend op een enkel ontvangstenartikel. Toch moet via een verschillende economische code een onderscheid worden gemaakt tussen het gedeelte “vennootschappen” (37.10) en het gedeelte “natuurlijke personen” (37.20).
116
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
37
Directe belastingen en bijdragen gestort aan de socialezekerheidsinstellingen
Economische code
37.30
Socialezekerheidsbijdragen ten laste van werkgevers – overheid
Definitie
Onder de code 37.30 worden de ontvangsten geboekt uit bijdragen voor de sociale zekerheid ten laste van de overheid als werkgever.
Inbegrepen de werkgeversbijdragen de responsabiliseringsbijdrage de werkgeversbijdragen van de instellingen aangesloten bij de pool der parastatalen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
117
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
37
Directe belastingen en bijdragen gestort aan de socialezekerheidsinstellingen
Economische code
37.40
Socialezekerheidsbijdragen ten laste van andere werkgevers
Definitie
Onder de code 37.40 worden de ontvangsten geboekt uit de socialezekerheidsbijdragen ten laste van andere werkgevers dan de overheid.
Inbegrepen de werkgeversbijdragen van overheidsbedrijven (de Post, Belgacom, Belgocontrol, BIAC, NMBS)
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
118
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
37
Directe belastingen en bijdragen gestort aan de socialezekerheidsinstellingen
Economische code
37.50
Socialezekerheidsbijdragen ten laste van werknemers
Definitie
Onder de code 37.50 worden de ontvangsten geboekt uit de socialezekerheidsbijdragen ten laste van de werknemers.
Inbegrepen
de solidariteitsbijdrage de persoonlijke bijdrage van de managers de afhouding op het vakantiegeld de persoonlijke bijdragen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
119
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
37
Directe belastingen en bijdragen gestort aan de socialezekerheidsinstellingen
Economische code
37.60
Bijdragen voor het Fonds voor Overlevingspensioenen
Definitie
De sociale bijdragen voor het Fonds voor Overlevingspensioenen worden geboekt onder de economische code 37.60.
Inbegrepen de persoonlijke bijdragen voor het pensioenfonds de bijdrage voor begrafeniskosten de emeritaatafhouding
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
120
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
37
Directe belastingen en bijdragen gestort aan de socialezekerheidsinstellingen
Economische code
37.70
Andere verplichte bijdragen
Definitie
Onder de code 37.70 worden de bijdragen of directe belastingen geboekt andere dan deze die vallen onder de economische codes 37.10 tot 37.60.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
121
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
38
Overige inkomensoverdrachten van bedrijven, financiële instellingen, vzw’s ten behoeve van de gezinnen en van gezinnen
Economische code
38.10
Van bedrijven
Economische code
38.20
Van kredietinstellingen
Economische code
38.30
Van verzekeringsmaatschappijen
Economische code
38.40
Van vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Economische code
38.50
Van gezinnen
Definitie
Tot deze groep behoren de overige inkomensoverdrachten en betalingen zonder tegenprestatie, andere dan die van de groepen 36 en 37. Voorbeelden zijn giften, inzamelingen voor de overheid, strafrechtelijke boeten, fiscale boeten, schadeloosstellingen door verzekeringsmaatschappijen, ...
Inbegrepen
belastingboeten opbrengsten van geschillen strafrechtelijke boetes ontvangsten uit effectisering van schuldvorderingen van de Staat giften en legaten van weinig belang schadeloosstellingen vanwege verzekeringsmaatschappijen verwijlinteresten
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN De andere inkomensoverdrachten worden opgesplitst tussen de codes 38.10 tot 38.50 naargelang de sector waar de overdracht vandaan komt.
122
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
39
Inkomensoverdrachten van het buitenland
Economische code
39.10
Van EU-instellingen
Economische code
39.20
Van lidstaten van de EU (overheden)
Economische code
39.30
Van lidstaten van de EU (niet-overheden)
Economische code
39.40
Van internationale instellingen andere dan de EU
Economische code
39.50
Van landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden)
Economische code
39.60
Van landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
Definitie
Onder deze groep 39 worden de inkomensoverdrachten van het buitenland geboekt. Net als de groep 35 moeten de inkomensoverdrachten uit het buitenland worden geboekt onder de codes 39.10 tot 39.60 naargelang van de herkomst van deze overdrachten.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
123
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Definitie
Hoofdgroep 4 betreft de inkomensoverdrachten binnen de overheidssector. De overheidssector omvat de volgende subsectoren: federale overheid; sociale zekerheid; lokale overheden; gemeenschappen; gewesten; gesubsidieerd autonoom onderwijs.
Inbegrepen
41: inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep (uitgaven) 42: inkomensoverdrachten aan de socialezekerheidsinstellingen 43: inkomensoverdrachten aan lokale overheden 44: inkomensoverdrachten aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs 45: inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen 46: inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep (ontvangsten) 47: inkomensoverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen 48: inkomensoverdrachten van lokale overheden 49: inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
124
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
41
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Definitie
Onder institutionele groep verstaat men de verschillende entiteiten die samen de centrale overheid vormen, namelijk de federale overheid, de gewesten, de gemeenschappen en de gemeenschapscommissies. Een institutionele groep is meestal samengesteld uit verschillende eenheden waarvan de begrotingen en de rekeningen met die van de institutionele overheid moeten worden samengevoegd om de economische hergroepering van de institutionele groep in kwestie te verkrijgen. De institutionele overheden zijn de Belgische Staat, de gewesten, de gemeenschappen en de gemeenschapscommissies. Om te weten welke eenheid bij welke institutionele overheid hoort, kan men teruggrijpen naar de lijst van de eenheden van de overheidssector opgesteld door het Instituut voor de Nationale Rekeningen en gepubliceerd in het jaarverslag van de Algemene Gegevensbank. De eenheden die bij de federale overheid horen, vallen onder sector S.1311 terwijl deze die met de verschillende gewesten, gemeenschappen of gemeenschapscommissies moeten worden samengevoegd, onder sector S.1312 vallen.
Inbegrepen
41.10: inkomensoverdrachten aan de institutionele overheid 41.20: inkomensoverdrachten aan niet-organieke begrotingsfondsen 41.30: inkomensoverdrachten aan administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie 41.40: inkomensoverdrachten aan administratieve openbare instellingen 41.50: inkomensoverdrachten aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid 41.60: inkomensoverdrachten aan vzw’s van de overheid 41.70: inkomensoverdrachten aan andere eenheden van de overheid
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
125
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
41
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische code
41.10
Aan de institutionele overheid
Definitie
Onder code 41.10 worden de inkomensoverdrachten geboekt van een eenheid naar de institutionele overheid waarmee die eenheid moet worden geconsolideerd volgens de lijst van de eenheden van de overheidssector.
Inbegrepen inkomensoverdracht van een ADBA (administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie) inkomensoverdracht van een AOI (administratieve openbare instelling) naar de institutionele overheid inkomensoverdracht van een onderwijsinstelling van de institutionele overheid inkomensoverdracht van een vzw van de overheid
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Als tegenboeking worden de ontvangsten geboekt op het niveau van de institutionele overheid onder de overeenkomstige code « 46xx ».
126
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
41
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische code
41.20
Aan niet-organieke begrotingsfondsen
Definitie
Onder code 41.20 worden de inkomensoverdrachten aan niet-organieke begrotingsfondsen geboekt. De niet-organieke begrotingsfondsen werden afgeschaft door de wet van 28 juni 1989. Die code zou dus in principe niet langer mogen worden gebruikt.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
127
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
41
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische code
41.30
Aan administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA)
Definitie
De overdrachten aan administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie worden geboekt onder code 41.30. Die overdrachten kunnen zowel door de institutionele overheid als door een andere eenheid (ADBA, AOI, …) worden uitgevoerd.
Inbegrepen
De lopende dotatie van de federale overheid: aan de Nationale Kas voor Rampenschade; aan Selor; aan de staatsdienst met afzonderlijk beheer voor het beheer van de identiteitskaarten en het Rijksregister; aan de culturele wetenschappelijke instellingen die niet als administratieve openbare instellingen worden beschouwd.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN De ontvangsten worden geboekt op het niveau van de ADBA onder de overeenkomstige code 46xx.
128
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
41
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische code
41.40
Aan administratieve openbare instellingen (AOI)
Definitie
Onder economische code 41.40 boekt men de lopende dotaties aan administratieve openbare instellingen die al dan niet onder de wet van 1954 vallen en die dienen te worden geconsolideerd op basis van de lijst van de eenheden van de overheidssector.
Inbegrepen lopende dotatie van de federale overheid aan het FAVV lopende dotatie van de federale overheid aan de Regie der Gebouwen lopende dotatie aan het Studiecentrum voor Kernenergie
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN De ontvangsten worden geboekt op het niveau van de AOI onder de overeenkomstige code 46xx.
129
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
41
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische code
41.50
Aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
Definitie
Onder code 41.50 boekt men de inkomensoverdrachten aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid.
Inbegrepen
scholen hogescholen universiteiten internaten
Uitgesloten
de inkomensoverdrachten aan instellingen van het gesubsidieerd autonoom onderwijs (cf. groep 44)
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
130
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
41
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische code
41.60
Aan vzw’s van de overheid
Definitie
Onder code 41.60 boekt men de overdrachten aan vzw’s van de overheid, namelijk deze opgenomen in de lijst van de eenheden van de overheidssector onder de sectoren S.1311 (federale overheid) of S.1312 (gewesten, gemeenschappen, gemeenschapscommissies).
Inbegrepen inkomensoverdracht van de FOD Volksgezondheid aan de vzw Sociale dienst
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
131
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
41
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische code
41.70
Aan andere eenheden van de overheid
Definitie
Onder code 41.70 boekt men de overdrachten aan andere overheidseenheden dan deze die vallen onder de economische codes 41.20 tot 41.60.
Inbegrepen de vennootschappen die binnen de consolidatieperimeter vallen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
132
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
42
Inkomensoverdrachten aan de socialezekerheidsinstellingen
Economische code
42.10
Ouderdom, overlijden, nabestaanden
Economische code
42.20
Ziekte
Economische code
42.30
Invaliditeit en handicap
Economische code
42.40
Werkloosheid
Economische code
42.50
Gezinslasten
Economische code
42.60
Arbeidsongevallen en beroepsziekten
Economische code
42.70
Beroepsopleiding voor volwassenen
Economische code
42.80
Globale rijkstoelage aan de sociale zekerheid
Economische code
42.90
Overige inkomensoverdrachten aan de socialezekerheidsinstellingen
Definitie
De inkomensoverdrachten van de federale overheid, de gemeenschappen, de gewesten en de gemeenschapscommissies aan de socialezekerheidsinstellingen (sector S. 1314 van de lijst van eenheden van de overheidssector) worden geboekt onder groep 42. Die inkomensoverdrachten zijn verdeeld over de economische codes 42.10 tot 42.90 volgens de aard van de overdracht.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
133
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
43
Inkomensoverdrachten aan lokale overheden
Definitie
De inkomensoverdrachten aan lokale overheden (sector S.1313) worden geboekt onder groep 43.
Inbegrepen
De inkomensoverdrachten aan lokale overheden zijn over de volgende subgroepen verdeeld:
43.1: aan provincies; 43.2: aan gemeenten; 43.3: aan provincies en gemeenten – niet verdeeld; 43.4: aan vzw’s van de lokale overheden; 43.5: aan overige lokale overheden.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
134
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
43
Inkomensoverdrachten aan lokale overheden
Subgroep
43.1
Aan provincies
Economische code
43.11
Algemene bijdragen
Economische code
43.12
Specifieke bijdragen
Economische code
43.13
Bijdragen voor rentelasten
Economische code
43.14
Bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel
Economische code
43.15
Bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel
Economische code
43.16
Bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs
Definitie
De inkomensoverdrachten aan provincies worden geboekt onder subgroep 43.1. Die subgroep is verdeeld over de economische codes 43.11 tot 43.16 volgens de aard van de overdrachten.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
135
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
43
Inkomensoverdrachten aan lokale overheden
Subgroep
43.2
Aan gemeenten
Economische code
43.21
Algemene bijdragen
Economische code
43.22
Specifieke bijdragen
Economische code
43.23
Bijdragen voor rentelasten
Economische code
43.24
Bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel
Economische code
43.25
Bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel
Economische code
43.26
Bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs
Definitie
De inkomensoverdrachten aan gemeenten worden geboekt onder subgroep 43.2. Die subgroep is verdeeld over de economische codes 43.21 tot 43.26 volgens de aard van die overdrachten.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
136
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
43
Inkomensoverdrachten aan lokale overheden
Subgroep
43.3
Aan provincies en gemeenten – niet verdeeld
Economische code
43.31
Algemene bijdragen
Economische code
43.32
Specifieke bijdragen
Economische code
43.33
Bijdragen voor rentelasten
Economische code
43.34
Bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel
Economische code
43.35
Bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel
Economische code
43.36
Bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs
Definitie
Indien het voor sommige bijdragen aan lokale overheden niet mogelijk is het gedeelte bijdragen aan de provincies te scheiden van het gedeelte bijdragen aan de gemeenten, dient de volledige bijdrage te worden geboekt onder subgroep 43.3, onder de economische codes 43.31 tot 43.36, overeenkomstig de aard van de bijdrage.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
137
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
43
Inkomensoverdrachten aan lokale overheden
Subgroep
43.4
Aan vzw’s van de lokale overheden
Economische code
43.40
Aan vzw’s van de lokale overheden
Definitie
De overdrachten aan vzw’s van de lokale overheden (vzw van sector S.1313) worden geboekt onder de economische code 43.40.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
138
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
43
Inkomensoverdrachten aan lokale overheden
Subgroep
43.5
Aan overige lokale overheden
Economische code
43.51
Algemene bijdragen
Economische code
43.52
Specifieke bijdragen
Definitie
De inkomensoverdrachten aan overige lokale overheden zijn verdeeld over de economische codes 43.51 (algemene bijdragen) en 43.52 (specifieke bijdragen).
Inbegrepen de dotatie aan de politiezones (43.51) de toelage aan de OCMW’s voor het leefloon (code 43.52) de toelage aan de OCMW’s voor de opvang van vluchtelingen (code 43.52)
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
139
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
44
Inkomensoverdrachten aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs
Economische code
44.10
Bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel
Economische code
44.20
Bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel
Economische code
44.30
Bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs
Economische code
44.40
Bijdragen voor rentelasten van het onderwijs
Definitie
De inkomensoverdrachten aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs worden geboekt onder groep 44. Groep 44 is verdeeld over de economische codes 44.10 tot 44.40 volgens de aard van de inkomensoverdracht.
Inbegrepen
Volgende economische codes:
44.10: bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel; 44.20: bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel; 44.30: bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs; 44.40: bijdragen voor rentelasten van het onderwijs.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN In deze groep worden niet enkel de overdrachten aan de instellingen zelf opgenomen, maar ook de lonen, pensioenen en wachtgelden die de betrokken eenheid rechtstreeks stort aan het onderwijzend personeel in actieve dienst of met pensioen.
140
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
45
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Definitie
Onder groep 45 worden de inkomensoverdrachten van een institutionele groep (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) aan een andere institutionele groep geboekt.
Inbegrepen
Groep 45 is verdeeld over de volgende subgroepen:
45.1: inkomensoverdrachten aan de gemeenschapscommissies; 45.2: inkomensoverdrachten aan de gemeenschappen; 45.3: inkomensoverdrachten aan de gewesten; 45.4: inkomensoverdrachten aan de federale overheid.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Als we het hebben over de overdracht van een institutionele groep aan een andere, bedoelen we een overdracht van gelijk welk onderdeel van een institutionele groep (institutionele overheid, AOI, ADBA, …) aan gelijk welk onderdeel van een andere institutionele groep (institutionele overheid, AOI, ADBA, …).
141
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
45
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
45.1
Inkomensoverdrachten aan de gemeenschapscommissies
Economische code
45.10
Inkomensoverdrachten aan de gemeenschapscommissies
Definitie
Onder de economische code 45.10 boekt men de inkomensoverdrachten van de federale overheid, gemeenschappen, gewesten of een gemeenschapscommissie aan de Franse, Vlaamse of Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
Inbegrepen dotatie van de federale overheid aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
142
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
45
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
45.2
Inkomensoverdrachten aan de gemeenschappen
Definitie
Onder subgroep 45.2 boekt men de inkomensoverdrachten van de federale overheid, de gewesten, een gemeenschap of de gemeenschapscommissies aan de gemeenschappen.
Inbegrepen
Deze subgroep is over de volgende economische codes verdeeld: 45.21: dotaties; 45.22: toegewezen gedeelten van belastingen en heffingen; 45.23: overige inkomensoverdrachten aan de gemeenschappen.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
143
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
45
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
45.2
Inkomensoverdrachten aan de gemeenschappen
Economische code
45.21
Dotaties
Definitie
Onder code 45.21 boekt men de dotaties van de federale overheid aan de gemeenschappen zoals bepaald in de financieringswet van 16 januari 1989 en de latere wijzigingen ervan.
Inbegrepen dotatie van de federale overheid aan de Duitstalige Gemeenschap dotatie van de federale overheid aan de Franse en de Vlaamse Gemeenschap voor buitenlandse universiteitsstudenten
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
144
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
45
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
45.2
Inkomensoverdrachten aan de gemeenschappen
Economische code
45.22
Toegewezen gedeelten van belastingen en heffingen
Definitie
Code 45.22 betreft de toegewezen gedeelten van belastingen en heffingen door de federale overheid aan de Vlaamse, de Franse en de Duitstalige Gemeenschap.
Inbegrepen gedeelte van de btw door de federale overheid toegewezen aan de Vlaamse en de Franse Gemeenschap gedeelte van de personenbelasting door de federale overheid toegewezen aan de Vlaamse, de Franse en de Duitstalige Gemeenschap
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
145
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
45
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
45.2
Inkomensoverdrachten aan de gemeenschappen
Economische code
45.23
Overige inkomensoverdrachten aan de gemeenschappen
Definitie
De inkomensoverdrachten aan de gemeenschappen andere dan die onder code 45.21 en 45.22 worden onder 45.23 geboekt.
Inbegrepen overdracht van de federale overheid voor universitaire samenwerking
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
146
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
45
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
45.3
Inkomensoverdrachten aan de gewesten
Definitie
Onder subgroep 45.3 boekt men de inkomensoverdrachten van de federale overheid, de gemeenschappen, de gewesten of de gemeenschapscommissies aan de gewesten.
Inbegrepen
Deze subgroep is over de volgende economische codes verdeeld: 45.31: dotaties; 45.32: toegewezen gedeelten van belastingen en heffingen; 45.33: overige inkomensoverdrachten aan de gewesten.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
147
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
45
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
45.3
Inkomensoverdrachten aan de gewesten
Economische code
45.31
Dotaties
Definitie
Onder code 45.31 boekt men de dotaties van de federale overheid aan de gewesten zoals bepaald in de financieringswet van 16 januari 1989 en de latere wijzigingen ervan.
Inbegrepen dotatie van de federale overheid aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de « dode hand » dotatie van de federale overheid aan de gewesten in het kader van het tewerkstellingsprogramma van werklozen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
148
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
45
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
45.3
Inkomensoverdrachten aan de gewesten
Economische code
45.32
Toegewezen gedeelten van belastingen en heffingen
Definitie
Code 45.32 betreft de toegewezen gedeelten van belastingen en heffingen die de federale overheid aan de gewesten overdraagt.
Inbegrepen aan de gewesten overgedragen gedeelte van de personenbelasting
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
149
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
45
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
45.3
Inkomensoverdrachten aan de gewesten
Economische code
45.33
Overige inkomensoverdrachten aan de gewesten
Definitie
De inkomensoverdrachten aan de gewesten andere dan die vermeld in de codes 45.31 en 45.32 worden onder code 45.33 geboekt.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
150
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
45
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
45.4
Inkomensoverdrachten aan de federale overheid
Economische code
45.40
Inkomensoverdrachten aan de federale overheid
Definitie
Onder code 45.40 boekt men de inkomensoverdrachten van de gewesten, de gemeenschappen en de gemeenschapscommissies aan de federale overheid.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
151
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
46
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Definitie
Onder institutionele groep verstaat men de verschillende entiteiten die samen de centrale overheid vormen, namelijk de federale overheid, de gewesten, de gemeenschappen en de gemeenschapscommissies. Een institutionele groep is meestal samengesteld uit verschillende eenheden waarvan de begrotingen en de rekeningen met die van de institutionele overheid moeten worden samengevoegd om de economische hergroepering van de institutionele groep in kwestie te verkrijgen. Om te weten welke eenheid bij welke institutionele overheid hoort, kan men teruggrijpen naar de lijst van de eenheden van de overheidssector opgesteld door het Instituut voor de Nationale Rekeningen en gepubliceerd in het jaarverslag van de Algemene Gegevensbank. De eenheden die bij de federale overheid horen, vallen onder sector S.1311 terwijl deze die met de verschillende gewesten, gemeenschappen of gemeenschapscommissies moeten worden samengevoegd, onder sector S.1312 vallen.
Inbegrepen
46.1: inkomensoverdrachten van de institutionele overheid 46.2: inkomensoverdrachten van niet-organieke begrotingsfondsen 46.3: inkomensoverdrachten van administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie 46.4: inkomensoverdrachten van administratieve openbare instellingen 46.5: inkomensoverdrachten van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid 46.6: inkomensoverdrachten van vzw’s van de overheid 46.7: inkomensoverdrachten van andere eenheden van de overheid
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
152
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
46
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische code
46.10
Van de institutionele overheid
Definitie
Onder code 46.10 worden de lopende ontvangsten geboekt die worden geïnd door een ADBA, AOI, een overheids-vzw, een onderwijsinstelling of een andere overheidseenheid, komende van de institutionele overheid waarmee hij moet worden geconsolideerd volgens de lijst van eenheden van de overheidssector.
Inbegrepen lopende dotatie ontvangen door de Regie der Gebouwen lopende dotatie ontvangen door het FAVV lopende dotatie ontvangen door de Nationale Kas voor Rampenschade
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
153
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
46
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische code
46.20
Van niet-organieke begrotingsfondsen
Definitie
Onder code 46.20 worden de inkomensoverdrachten geboekt vanwege niet-organieke begrotingsfondsen. Deze fondsen werden bij de wet van 28 juni 1989 afgeschaft. Deze code mag dus in principe niet meer worden gebruikt.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
154
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
46
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische code
46.30
Van administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA)
Definitie
Onder code 46.30 worden de lopende ontvangsten geboekt die een eenheid (institutionele overheid, ADBA, AOI, onderwijsinstelling, overheids-vzw, andere overheidseenheid) krijgt van een ADBA die tot dezelfde institutionele groep behoort.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
155
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
46
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische code
46.40
Van administratieve openbare instellingen (AOI)
Definitie
Onder code 46.40 worden de lopende ontvangsten geboekt die een eenheid (institutionele overheid, ADBA, AOI, onderwijsinstelling, overheids-vzw, andere overheidseenheid) krijgt van een AOI die tot dezelfde institutionele groep behoort.
Inbegrepen ontvangst van de federale overheid komende van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
156
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
46
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische code
46.50
Van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
Definitie
Onder code 46.50 worden de lopende ontvangsten geboekt die een eenheid (institutionele overheid, ADBA, AOI, onderwijsinstelling, overheids-vzw, andere overheidseenheid) krijgt van een onderwijsinstelling die tot dezelfde institutionele groep behoort.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
157
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
46
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische code
46.60
Van vzw’s van de overheid
Definitie
Onder code 46.60 worden de lopende ontvangsten geboekt die een eenheid (institutionele overheid, ADBA, AOI, onderwijsinstelling, overheids-vzw, andere overheidseenheid) krijgt van een vzw die tot dezelfde institutionele groep behoort.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
158
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
46
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische code
46.70
Van andere eenheden van de overheid
Definitie
Onder code 46.70 worden de lopende ontvangsten geboekt die een overheidseenheid (institutionele overheid, ADBA, AOI, onderwijsinstelling, overheids-vzw, andere overheidseenheid) krijgt van andere overheidseenheden (dan deze onder codes 46.10 tot 46.60) die tot dezelfde institutionele groep behoren.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
159
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
47
Inkomensoverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen
Economische code
47.10
Ouderdom, overlijden, nabestaanden
Economische code
47.20
Ziekte
Economische code
47.30
Invaliditeit en handicap
Economische code
47.40
Werkloosheid
Economische code
47.50
Gezinslasten
Economische code
47.60
Arbeidsongevallen en beroepsziekten
Economische code
47.70
Beroepsopleiding voor volwassenen
Economische code
47.80
Overige inkomensoverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen
Definitie
De inkomensoverdrachten van de federale overheid, de gemeenschappen, de gewesten en de gemeenschapscommissies aan de socialezekerheidsinstellingen (sector S.1314) worden geboekt onder de groep 47. Deze inkomensoverdrachten zijn verdeeld over de economische codes 47.10 tot 47.80 naargelang van de aard van de overdracht.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
160
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
48
Inkomensoverdrachten van lokale overheden
Definitie
De lopende inkomensoverdrachten die de federale overheid, de gemeenschappen, de gewesten of de gemeenschapscommissies ontvangen van de lokale overheden worden geboekt onder de groep 48.
Inbegrepen
De groep 48 wordt onderverdeeld in subgroepen volgens de herkomst van de overdrachten:
48.1: van provincies; 48.2: van gemeenten; 48.3: van provincies en gemeenten– niet verdeeld; 48.4: van vzw’s van de lokale overheden; 48.5: van andere lokale overheden.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
161
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
48
Inkomensoverdrachten van lokale overheden
Subgroep
48.1
Van provincies
Economische code
48.11
Algemene bijdragen
Economische code
48.12
Specifieke bijdragen
Definitie
De inkomensoverdrachten van provincies worden geboekt in de subgroep 48.1. Deze subgroep is verdeeld over de economische codes 48.11 (algemene bijdragen) en 48.12 (specifieke bijdragen).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
162
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
48
Inkomensoverdrachten van lokale overheden
Subgroep
48.2
Van gemeenten
Economische code
48.21
Algemene bijdragen
Economische code
48.22
Specifieke bijdragen
Definitie
De inkomensoverdrachten van gemeenten worden geboekt in de subgroep 48.2. Deze subgroep is verdeeld over de economische codes 48.21 (algemene bijdragen) en 48.22 (specifieke bijdragen).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
163
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
48
Inkomensoverdrachten van lokale overheden
Subgroep
48.3
Van provincies en gemeenten – niet verdeeld
Economische code
48.30
Van provincies en gemeenten – niet verdeeld
Definitie
Bij sommige overdrachten vanwege de lokale overheden is het niet mogelijk het gedeelte dat van de provincies komt te onderscheiden van dat van de gemeenten. In dat geval wordt de hele overdracht geboekt onder de code 48.30.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
164
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
48
Inkomensoverdrachten van lokale overheden
Subgroep
48.4
Van vzw’s van de lokale overheden
Economische code
48.40
Van vzw’s van de lokale overheden
Definitie
Inkomensoverdrachten vanwege vzw’s van de lokale overheden (vzw’s die behoren tot de sector S.1313) worden geboekt onder de economische code 48.40.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
165
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
48
Inkomensoverdrachten van lokale overheden
Subgroep
48.5
Van overige lokale overheden
Economische code
48.51
Algemene bijdragen
Economische code
48.52
Specifieke bijdragen
Definitie
Inkomensoverdrachten vanwege overige lokale overheden zijn verdeeld over de economische codes 48.51 (algemene bijdragen) en 48.52 (specifieke bijdragen).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
166
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
49
Inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Definitie
Onder groep 49 boekt men de ontvangsten uit lopende overdrachten geïnd door een institutionele groep (federale overheid, gemeenschappen, gewesten of gemeenschapscommissies) en komende van een andere institutionele groep.
Inbegrepen
De groep 49 is over de volgende subgroepen verdeeld:
49.1: inkomensoverdrachten van de gemeenschapscommissies; 49.2: inkomensoverdrachten van de gemeenschappen; 49.3: inkomensoverdrachten van de gewesten; 49.4: inkomensoverdrachten van de federale overheid.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
167
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
49
Inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
49.1
Inkomensoverdrachten van de gemeenschapscommissies
Economische code
49.10
Inkomensoverdrachten van de gemeenschapscommissies
Definitie
Onder de economische code 49.10 boekt men de ontvangsten uit lopende overdrachten geïnd door de federale overheid, de gemeenschappen, de gewesten of een gemeenschapscommissie en komende van de Franse, de Vlaamse of de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
168
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
49
Inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
49.2
Inkomensoverdrachten van de gemeenschappen
Economische code
49.20
Inkomensoverdrachten van de gemeenschappen
Definitie
Onder de economische code 49.20 boekt men de ontvangsten uit lopende overdrachten geïnd door de federale overheid, de gemeenschappen, de gewesten of de gemeenschapscommissies, komende van de gemeenschappen.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
169
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
49
Inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
49.3
Inkomensoverdrachten van de gewesten
Economische code
49.30
Inkomensoverdrachten van de gewesten
Definitie
Onder de economische code 49.30 boekt men de ontvangsten uit lopende overdrachten geïnd door de federale overheid, de gemeenschappen, de gewesten of de gemeenschapscommissies, komende van de gewesten.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
170
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
49
Inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
49.4
Inkomensoverdrachten van de federale overheid
Definitie
Onder de subgroep 49.4 boekt men de ontvangsten uit lopende overdrachten geïnd door de gemeenschappen, de gewesten of de gemeenschapscommissies, komende van de federale overheid.
Inbegrepen
De subgroep 49.4 is over de volgende economische codes verdeeld: 49.41: dotaties; 49.42: toegewezen gedeelten van belastingen en heffingen; 49.43: andere inkomensoverdrachten van de federale overheid.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
171
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
49
Inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
49.4
Inkomensoverdrachten van de federale overheid
Economische code
49.41
Dotaties
Definitie
Onder code 49.41 boekt men de ontvangsten van lopende overdrachten geïnd door de gemeenschappen, de gewesten, de gemeenschapscommissies, zoals bepaald in de financieringswet van 16 januari 1989 en in de latere wijzigingen van deze wet.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
172
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
49
Inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
49.4
Inkomensoverdrachten van de federale overheid
Economische code
49.42
Toegewezen gedeelten van belastingen en heffingen
Definitie
Onder de code 49.42 boekt men de toegewezen gedeelten van belastingen en heffingen geïnd door de gemeenschappen, de gewesten en de gemeenschapscommissies.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
173
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
49
Inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
49.4
Inkomensoverdrachten van de federale overheid
Economische code
49.43
Overige inkomensoverdrachten van de federale overheid
Definitie
Onder de code 49.43 boekt men de andere inkomsten uit lopende overdrachten van de gemeenschappen, de gewesten en de gemeenschapscommissies dan deze die worden geboekt onder de codes 49.41 et 49.42, komende van de federale overheid.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
174
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Definitie
In de optiek van de nationale rekeningen worden kapitaaloverdrachten beschouwd als betalingen “om niet” aan en van de overheid, die de verwerving of de overdracht inhouden van een of meer activa door minstens een van de partijen betrokken bij de verrichting. In de praktijk rijst de volgende vraag: dient de inbreng door de overheid van kapitaal in een onderneming of in een internationale instelling in de nationale rekeningen te worden geboekt als: - een financiële verrichting (hoofdgroep 8): in deze veronderstelling is de storting door de overheid vergelijkbaar met een aandeelhoudershandeling in een handelscontext. De kapitaalinbreng kan slechts als financiële verrichting worden geboekt als de overheid in ruil een financieel actief krijgt van dezelfde waarde. Dit is een fundamenteel kenmerk van financiële verrichtingen. Door kapitaalaandelen in te brengen in een vennootschap, treedt de overheid op als aandeelhouder om in ruil dividenden te krijgen of een meerwaarde te verkrijgen. Daadwerkelijke storting van dividenden - of het realiseren van meerwaarden - is aldus een belangrijk criterium om de handelscontext van de verrichting te beoordelen en de inbreng van fondsen als een financiële verrichting te behandelen. Als deze voorwaarden vervuld zijn, wordt de kapitaalinbreng als kapitaalverhoging geanalyseerd en dus als financiële verrichting geboekt op het financiële instrument “aandelen en andere deelnemingen” en zal geen weerslag hebben op het vorderingensaldo van de overheid. Tijdens het onderzoek van de verwachte winst: moeten de toelagen en andere openbare overdrachten worden uitgesloten uit de berekening; moet de vergelijking worden gemaakt hetzij met de winst van de privébedrijven actief in dezelfde activiteitsector, hetzij met het rendement van de Staatsobligaties op lange termijn. - een niet-financiële verrichting (hoofdgroep 5): in deze veronderstelling is de storting van de overheid “om niet” en gebeurt die om algemene beleidsredenen en buiten een handelscontext. Er staat geen tegenprestatie tegenover en heeft geen automatisch effect (en voor eenzelfde bedrag) op de participatie van de Staat in het bedrijf. Het zal worden geanalyseerd en geboekt als kapitaaloverdracht. Door haar optreden verwacht de overheid geen dividend terug (meestal keert een onderneming die dergelijke overdracht geniet, geen dividend uit), maar enkel een verbetering van de financiële toestand van de onderneming en de voldoening van maatschappelijke noden (in termen van werkgelegenheid of overheidsinfrastructuur, ...).
Inbegrepen
Als een overheid kapitaal inbrengt in een bestaand bedrijf (zonder dat daardoor de hoofdactiviteit ervan radicaal wordt gewijzigd) dat verliezen heeft opgestapeld, en deze verliezen geboekt zijn volgens de gebruikelijke algemene boekhoudregels, zal in het algemeen de kapitaalinbreng in zijn geheel als niet-financiële verrichting worden behandeld (hoofdgroep 5).
175
Uitgesloten
Toch bestaan er enkele uitzonderingen: Wanneer tegelijk de kapitaalinbreng hoger is dan het bedrag van de opgestapelde verliezen en het duidelijk is dat het deel dat daarboven gaat uitsluitend bestemd is voor een investering in activiteiten van het bedrijf die reeds winstgevend zijn, wordt de kapitaalinbreng behandeld als nietfinanciële verrichting binnen de grenzen van het bedrag van de verliezen (hoofdgroep 5) en als financiële verrichting voor het deel dat daar boven gaat (hoofdgroep 8); Wanneer men besloten heeft tot een “grondige herstructurering” van het bedrijf om de rendabiliteit te herstellen. In dat geval: ¾
wordt de kapitaalinbreng in zijn geheel behandeld als financiële verrichting (hoofdgroep 8) als er een brede consensus bestaat over het feit dat het bedrijf door de herstructurering in de nabije toekomst naar alle waarschijnlijkheid opnieuw winstgevend wordt;
¾
als er echter onzekerheid is over de toekomstige gevolgen van de herstructurering, wordt de kapitaalinbreng behandeld als niet-financiële verrichting (hoofdgroep 5) binnen de grenzen van het bedrag van de opgestapelde verliezen en als financiële verrichting (hoofdgroep 8) voor het gedeelte daarbovenop.
Als een overheidsbedrijf verlieslatend is en particuliere investeerders (met inbegrip van nieuwe investeerders) substantieel deelnemen in de kapitaalinbreng, voorzover sommige voorwaarden inzake de particuliere investeerders zijn vervuld (onder meer voor wat betreft hun rechten en risico’s, die gelijkaardig zijn aan deze van de overheid), wordt de totale overheidsinbreng in het kapitaal als financiële verrichting behandeld (hoofdgroep 8). Wanneer een overheidsbedrijf tijdens de jongste boekjaren geen verliezen heeft opgestapeld, wordt de totale kapitaalinbreng geboekt als een financiële verrichting (hoofdgroep 8) in de rubriek “aandelen en andere deelnemingen” (of eventueel als leningen), behalve in de veronderstelling dat de door de overheid opgelegde activiteitsvoorwaarden van de onderneming zouden wijzigen en ernstige twijfels zouden doen ontstaan over de toekomstige winstgevendheid van het bedrijf. In dit geval dient de totale kapitaalinbreng als niet-financiële verrichting (hoofdgroep 5) te worden behandeld. In het geval van een nieuw overheidsbedrijf, opgericht op het moment van de kapitaalinbreng, of een bestaand bedrijf, dat een geheel nieuwe activiteit begint of nieuwe soorten activa worden verworven, en het duidelijk is dat de overheid niet de bedoeling heeft het bedrijf voor overheidsbeleiddoeleinden te gebruiken: als de analyse aantoont dat na een normale periode van verliezen (zoals men die vaststelt bij gelijkaardige investeringen) het bedrijf structureel winstgevend zou moeten zijn, wordt de totale kapitaalinbreng als financiële verrichting behandeld (hoofdgroep 8). Indien dit niet het geval is, wordt de totale kapitaalinbreng als niet-financiële verrichting behandeld (hoofdgroep 5).
176
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Elke inbreng van fondsen, die geheel of gedeeltelijk als niet-financiële verrichting wordt beschouwd, wordt op vlak van het ESR95 als overheidsuitgave geboekt. Daardoor heeft het een negatief effect op het vorderingensaldo. Zelfs indien de inbreng van de overheid wettelijk de vorm van aandelen (of andere deelnemingen) heeft aangenomen kan men een effect boeken op het vorderingensaldo wanneer aan voormelde voorwaarden niet is voldaan. In de economische classificatie worden kapitaaloverdrachten volgens hun aard opgesplitst. Men onderscheidt drie soorten: a) Investeringsbijdragen zijn stortingen “om niet” die de overheid of de rest van de wereld ten voordele van andere institutionele eenheden verricht en die bestemd zijn om de vastekapitaalvorming geheel of gedeeltelijk te financieren. Giften van kapitaalgoederen, zoals bij hulp aan ontwikkelingslanden, dienen eveneens als investeringsbijdragen te worden beschouwd. Woningbouwpremies worden beschouwd als investeringsbijdragen zowel voor de sector gezinnen als voor de andere sectoren. Jaarlijkse stortingen door de overheid aan andere (sub)sectoren voor het deel dat overeenstemt met de aflossingen van leningen die bedrijven hebben aangegaan om investeringen te doen, moeten ook als investeringsbijdragen worden beschouwd. In principe moeten deze bedragen onderscheiden worden van de rentesubsidies (subgroep 31.1). Wanneer een bijdrage beide elementen bevat, zonder dat een splitsing kan worden gemaakt, wordt de totale bijdrage als een investeringsbijdrage geboekt. b) Vermogensheffingen zijn verplichte, door de overheid ontvangen op niet-regelmatige basis, heffingen op het kapitaal of vermogen van institutionele eenheden. Ze worden geacht niet te worden aangerekend op het inkomen, maar op het vermogen. Zij omvatten onder meer successie- en schenkingsrechten en buitengewone heffingen op vermogen. c) De overige kapitaaloverdrachten omvatten onder meer: - schadeloosstellingen voor schade geleden tijdens de oorlog of als gevolg van een natuurramp; - dekking van opgestapelde verliezen van bedrijven; - verhoging van de mathematische reserve van de pensioenkassen; - schuldkwijtschelding en waarborgstortingen; - eenmalige spaarpremies toegekend aan gezinnen ter compensatie van spaarverrichtingen gedurende een aantal jaren; - legaten en belangrijke giften; - jaarlijkse stortingen van de overheid aan andere (sub)sectoren ter grootte van de aflossing (en de interesten, indien een splitsing niet mogelijk is) op de leningen aangegaan voor andere dan investeringsdoeleinden. Kapitaaloverdrachten behouden hun aard ongeacht of ze gebeuren met een eenmalige storting dan wel verspreid in de tijd. Kapitaaloverdrachten worden onderverdeeld in de hoofdgroepen 5 en 6 naargelang van de sector of subsector. Vervolgens wordt een onderscheid gemaakt tussen investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten.
177
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
51
Kapitaaloverdrachten aan bedrijven en financiële instellingen
Definitie
Kapitaaloverdrachten aan bedrijven en financiële instellingen (groep 51) zijn opgesplitst in de subgroepen 51.1 (investeringsbijdragen aan bedrijven en financiële instellingen) en 51.2 (overige kapitaaloverdrachten aan bedrijven en financiële instellingen).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
178
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
51
Kapitaaloverdrachten aan bedrijven en financiële instellingen
Subgroep
51.1
Investeringsbijdragen
Economische code
51.11
Investeringsbijdragen aan overheidsbedrijven
Economische code
51.12
Investeringsbijdragen aan privébedrijven
Definitie
In subgroep 51.1 boekt men de investeringsbijdragen, dit wil zeggen stortingen “om niet” uitgevoerd door de overheid en bestemd om de vastekapitaalvorming geheel of gedeeltelijk te financieren.
Inbegrepen
De investeringsbijdragen aan bedrijven worden opgesplitst in de economische codes 51.11 (aan overheidsbedrijven) en 51.12 (aan privébedrijven). Voorbeeld: dotatie van de federale overheid voor de investeringen van de NMBS (51.11)
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
179
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
51
Kapitaaloverdrachten aan bedrijven en financiële instellingen
Subgroep
51.2
Overige kapitaaloverdrachten aan bedrijven
Economische code
51.21
Overige kapitaaloverdrachten aan overheidsbedrijven
Economische code
51.22
Overige kapitaaloverdrachten aan privébedrijven
Definitie
In subgroep 51.2 worden de kapitaaloverdrachten “om niet”, andere dan investeringsbijdragen, aan (niet-financiële) bedrijven geboekt.
Inbegrepen
De andere kapitaaloverdrachten aan bedrijven zijn opgesplitst in de economische codes 51.21 (aan overheidsbedrijven) en 51.22 (aan privébedrijven). Voorbeelden:
oorlogschadevergoedingen schadevergoedingen ten gevolge van natuurrampen dekking van geaccumuleerde verliezen kwijtschelding van schulden schuldovername
Uitgesloten
Kapitaalinbrengen die de noodzakelijke voorwaarden vervullen om te worden geboekt in groep 8 (cf. uitsluiting uit groep 5).
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
180
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
51
Kapitaaloverdrachten aan bedrijven en financiële instellingen
Subgroep
51.3
Overige kapitaaloverdrachten aan kredietinstellingen
Economische code
51.30
Overige kapitaaloverdrachten aan kredietinstellingen
Definitie
Onder de code 51.30 worden de stortingen “om niet”, andere dan investeringsbijdragen, aan kredietinstellingen geboekt.
Inbegrepen
Voorbeelden:
oorlogschadevergoedingen schadevergoedingen ten gevolge van natuurrampen dekking van geaccumuleerde verliezen kwijtschelding van schulden schuldovername
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
181
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
51
Kapitaaloverdrachten aan bedrijven en financiële instellingen
Subgroep
51.4
Overige kapitaaloverdrachten aan verzekeringsmaatschappijen
Economische code
51.40
Overige kapitaaloverdrachten aan verzekeringsmaatschappijen
Definitie
Onder de code 51.40 worden de stortingen “om niet”, andere dan investeringsbijdragen, aan verzekeringsmaatschappijen geboekt.
Inbegrepen
Voorbeelden:
oorlogschadevergoedingen schadevergoedingen ten gevolge van natuurrampen dekking van geaccumuleerde verliezen kwijtschelding van schulden schuldovername
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
182
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
52
Kapitaaloverdrachten aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Economische code
52.10
Investeringsbijdragen aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Economische code
52.20
Overige kapitaaloverdrachten aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Definitie
Kapitaaloverdrachten “om niet” aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen worden in groep 52 geboekt.
Inbegrepen
De groep 52 is opgesplitst in de economische codes 52.10 (investeringsbijdragen) en 52.20 (overige kapitaaloverdrachten).
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
183
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
53
Kapitaaloverdrachten aan gezinnen
Economische code
53.10
Investeringsbijdragen aan gezinnen
Economische code
53.20
Overige kapitaaloverdrachten aan gezinnen
Definitie
In groep 53 worden de kapitaaloverdrachten “om niet” aan de gezinnen geboekt.
Inbegrepen
De groep 53 is opgesplitst in de economische codes 53.10 (investeringsbijdragen) en 53.20 (andere kapitaaloverdrachten). Voorbeelden: bijdragen in de investeringen van eenmanszaken en personenvennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid (53.10) woningbouwpremies voor gezinnen (53.10) oorlog- en rampschadevergoeding (53.20)
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
184
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
54
Aan het buitenland
Economische code
54.11
Aan EU-instellingen: investeringsbijdragen
Economische code
54.12
Aan EU-instellingen: overige kapitaaloverdrachten
Economische code
54.21
Aan lidstaten van de EU (overheden): investeringsbijdragen
Economische code
54.22
Aan lidstaten van de EU (overheden): overige kapitaaloverdrachten
Economische code
54.31
Aan lidstaten van de EU (niet-overheden): investeringsbijdragen
Economische code
54.32
Aan lidstaten van de EU (niet-overheden): overige kapitaaloverdrachten
Economische code
54.41
Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen: investeringsbijdragen
Economische code
54.42
Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen: overige kapitaaloverdrachten
Economische code
54.51
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden): investeringsbijdragen
Economische code
54.52
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden): overige kapitaaloverdrachten
Economische code
54.61
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden): investeringsbijdragen
Economische code
54.62
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden): overige kapitaaloverdrachten
185
Definitie
Onder de groep 54 worden de kapitaalverrichtingen “om niet” geboekt alsook de giften in de vorm van kapitaalgoederen ten voordele van de rest van de wereld, met inbegrip van de internationale instellingen. Voor de groep 54 wordt een dubbel onderscheid gemaakt. Het buitenland wordt vooreerst opgesplitst overeenkomstig groep 35 en vervolgens worden de investeringsbijdragen gescheiden van de overige kapitaaloverdrachten.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN In geval van twijfel tussen een kapitaal- en inkomensoverdracht aan de rest van de wereld, wordt in het algemeen een inkomensoverdracht geboekt. Giften van militair materieel zijn altijd inkomensoverdrachten (code 35.20 of 35.50).
186
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
56
Vermogensheffingen
Economische code
56.10
Van bedrijven
Economische code
56.20
Van kredietinstellingen
Economische code
56.30
Van verzekeringsmaatschappijen
Economische code
56.40
Van vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Economische code
56.50
Van gezinnen
Definitie
Onder de codes 56.10 tot 56.40 worden de vermogensheffingen geboekt betaald door bedrijven, kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappijen en vzw’s ten behoeve van de gezinnen die in uitzonderlijke omstandigheden worden geheven. Onder de code 56.50 (vermogensheffingen van gezinnen) boekt men hoofdzakelijk successierechten, schenkingsrechten en de heffing op het langetermijnsparen.
Inbegrepen successierechten schenkingsrechten heffing op het langetermijnsparen
Uitgesloten
Periodieke vermogensheffingen worden verondersteld aangerekend te worden op het inkomen en worden dus beschouwd als inkomensoverdracht (groep 37).
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
187
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
57
Kapitaaloverdrachten van bedrijven en financiële instellingen (exclusief vermogensheffingen)
Economische code
57.10
Niet gebruikt
Economische code
57.20
Overige kapitaaloverdrachten van bedrijven
Economische code
57.30
Overige kapitaaloverdrachten van kredietinstellingen
Economische code
57.40
Overige kapitaaloverdrachten van verzekeringsmaatschappijen
Definitie
In groep 57 boekt men de kapitaaloverdrachten andere dan vermogensheffingen (groep 56) afkomstig van bedrijven (57.20), kredietinstellingen (57.30) en verzekeringsmaatschappijen (57.40).
Inbegrepen inkomsten van de overheid voor stortingen van vroegere waarborgen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
188
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
58
Kapitaaloverdrachten van vzw’s ten behoeve van de gezinnen en van gezinnen (exclusief vermogensheffingen)
Economische code
58.10
Van vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Economische code
58.20
Van gezinnen
Definitie
In groep 58 worden de kapitaaloverdrachten geboekt andere dan vermogensheffingen (groep 56) vanwege vzw’s (58.10) en gezinnen (58.20).
Inbegrepen legaten aan de overheid erfenissen die de overheid toekomen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
189
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
59
Kapitaaloverdrachten van het buitenland
Economische code
59.11
Van EU-instellingen: investeringsbijdragen
Economische code
59.12
Van EU-instellingen: overige kapitaaloverdrachten
Economische code
59.21
Van lidstaten van de EU (overheden): investeringsbijdragen
Economische code
59.22
Van lidstaten van de EU (overheden): overige kapitaaloverdrachten
Economische code
59.30
Van lidstaten van de EU (niet-overheden)
Economische code
59.41
Van internationale instellingen andere dan de EU-instellingen: investeringsbijdragen
Economische code
59.42
Van internationale instellingen andere dan de EU-instellingen: overige kapitaaloverdrachten
Economische code
59.51
Van landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden): investeringsbijdragen
Economische code
59.52
Van landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden): overige kapitaaloverdrachten
Economische code
59.60
Van landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
Definitie
In groep 59 worden de kapitaaloverdrachten uit het buitenland geboekt. Net als in groep 54 onderscheidt men investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
190
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Definitie
De samenstelling van de hoofdgroep 6 inzake kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector komt overeen met die van hoofdgroep 4 (inkomensoverdrachten binnen de overheidssector). Er wordt een onderscheid gemaakt tussen kapitaaloverdrachten die “investeringsbijdragen” vormen voor de begunstigde en “overige kapitaaloverdrachten”.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
191
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Groep
61
Kapitaaloverdrachten binnen een institutionele groep
Economische code
61.11
Investeringsbijdragen aan de institutionele overheid
Economische code
1.12
Overige kapitaaloverdrachten aan de institutionele overheid
Economische code
61.21
Investeringsbijdragen aan niet-organieke begrotingsfondsen
Economische code
61.22
Overige kapitaaloverdrachten aan niet-organieke begrotingsfondsen
Economische code
61.31
Investeringsbijdragen aan administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA)
Economische code
61.32
Overige kapitaaloverdrachten aan administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA)
Economische code
61.41
Investeringsbijdragen aan administratieve openbare instellingen (AOI)
Economische code
61.42
Overige kapitaaloverdrachten aan administratieve openbare instellingen (AOI)
Economische code
61.51
Investeringsbijdragen aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
Economische code
61.52
Overige kapitaaloverdrachten aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
Economische code
61.61
Investeringsbijdragen aan vzw’s van de overheid
Economische code
61.62
Overige kapitaaloverdrachten aan vzw’s van de overheid
Economische code
61.71
Investeringsbijdragen aan andere eenheden van de overheid
Economische code
61.72
Overige kapitaaloverdrachten aan andere eenheden van de overheid
192
Definitie
Kapitaaloverdrachten binnen eenzelfde institutionele groep worden geboekt in groep 61. Onder institutionele groep verstaat men de verschillende entiteiten die samen de centrale overheid vormen, namelijk de federale overheid, de gewesten, de gemeenschappen en de gemeenschapscommissies. Een institutionele groep is meestal samengesteld uit verschillende eenheden waarvan de begrotingen en de rekeningen met die van de institutionele overheid moeten worden samengevoegd om de economische hergroepering van de institutionele groep in kwestie te verkrijgen. De institutionele overheden zijn de Belgische Staat, de gewesten, de gemeenschappen en de gemeenschapscommissies. Om te weten welke eenheid bij welke institutionele overheid hoort, kan men teruggrijpen naar de lijst van de eenheden van de overheidssector opgesteld door het Instituut voor de Nationale Rekeningen en gepubliceerd in het jaarverslag van de Algemene Gegevensbank. De eenheden die bij de federale overheid horen, vallen onder sector S.1311 terwijl deze die met de verschillende gewesten, gemeenschappen of gemeenschapscommissies moeten worden samengevoegd, onder sector S.1312 vallen.
Inbegrepen
De structuur van de groep 61 is gelijk aan die van groep 41. Er wordt evenwel een onderscheid gemaakt tussen investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
193
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Groep
62
Kapitaaloverdrachten aan de socialezekerheidsinstellingen
Economische code
62.10
Investeringsbijdragen
Economische code
62.20
Overige kapitaaloverdrachten
Definitie
Kapitaaloverdrachten aan de socialezekerheidsinstellingen worden geboekt in groep 62 waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen investeringsbijdragen (code 62.10) en overige kapitaaloverdrachten (code 62.20).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
194
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Groep
63
Kapitaaloverdrachten aan lokale overheden
Economische code
63.11
Investeringsbijdragen aan provincies
Economische code
63.12
Overige kapitaaloverdrachten aan provincies
Economische code
63.21
Investeringsbijdragen aan gemeenten
Economische code
63.22
Overige kapitaaloverdrachten aan gemeenten
Economische code
63.31
Investeringsbijdragen aan provincies en gemeenten – niet verdeeld
Economische code
63.32
Overige kapitaaloverdrachten aan provincies en gemeenten – niet verdeeld
Economische code
63.41
Investeringsbijdragen aan vzw’s van de lokale overheden
Economische code
63.42
Overige kapitaaloverdrachten aan vzw’s van de lokale overheden
Economische code
63.51
Investeringsbijdragen aan overige lokale overheden
Economische code
63.52
Overige kapitaaloverdrachten aan overige lokale overheden
Definitie
Kapitaaloverdrachten aan lokale overheden worden geboekt in groep 63. De structuur van de groep 63 is gelijk aan die van groep 43. Er wordt evenwel een onderscheid gemaakt tussen investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
195
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Groep
64
Kapitaaloverdrachten aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs
Economische code
64.10
Investeringsbijdragen
Economische code
64.20
Overige kapitaaloverdrachten
Definitie
Kapitaaloverdrachten aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs worden geboekt in groep 64 waarbij investeringsbijdragen (code 64.10) onderscheiden worden van overige kapitaaloverdrachten (code 64.20).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
196
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Groep
65
Kapitaaloverdrachten aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Economische code
65.10
Kapitaaloverdrachten aan de gemeenschapscommissies
Economische code
65.21
Kapitaaloverdrachten aan de gemeenschappen: dotaties
Economische code
65.22
Kapitaaloverdrachten aan de gemeenschappen: toegewezen gedeelten van belastingen en heffingen
Economische code
65.23
Overige kapitaaloverdrachten aan de gemeenschappen
Economische code
65.31
Kapitaaloverdrachten aan de gewesten: dotaties
Economische code
65.32
Kapitaaloverdrachten aan de gewesten: toegewezen gedeelten van belastingen en heffingen
Economische code
65.33
Overige kapitaaloverdrachten aan de gewesten
Economische code
65.40
Kapitaaloverdrachten aan de federale overheid
Definitie
Kapitaaloverdrachten van een institutionele groep (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) aan een andere institutionele groep worden geboekt in groep 65. De structuur van de groep 65 is gelijk aan die van de groep 45.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
197
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Groep
66
Kapitaaloverdrachten binnen een institutionele groep
Economische code
66.11
Investeringsbijdragen van de institutionele overheid
Economische code
66.12
Overige kapitaaloverdrachten van de institutionele overheid
Economische code
66.21
Investeringsbijdragen van niet-organieke begrotingsfondsen
Economische code
66.22
Overige kapitaaloverdrachten van niet-organieke begrotingsfondsen
Economische code
66.31
Investeringsbijdragen van administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA)
Economische code
66.32
Overige kapitaaloverdrachten van administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA)
Economische code
66.41
Investeringsbijdragen van administratieve openbare instellingen (AOI)
Economische code
66.42
Overige kapitaaloverdrachten van administratieve openbare instellingen (AOI)
Economische code
66.51
Investeringsbijdragen van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
Economische code
66.52
Overige kapitaaloverdrachten van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
Economische code
66.61
Investeringsbijdragen van vzw’s van de overheid
Economische code
66.62
Overige kapitaaloverdrachten van vzw’s van de overheid
Economische code
66.71
Investeringsbijdragen van andere eenheden van de overheid
Economische code
66.72
Overige kapitaaloverdrachten van andere eenheden van de overheid
198
Definitie
Ontvangsten komende uit een kapitaaloverdracht binnen een institutionele groep worden geboekt in groep 66. De structuur van de groep 66 is gelijk aan die van de groep 61.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
199
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Groep
67
Kapitaaloverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen
Economische code
67.00
Kapitaaloverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen
Definitie
Ontvangsten komende uit een kapitaaloverdracht van de socialezekerheidsinstellingen worden geboekt onder de economische code 67.00.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
200
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Groep
68
Kapitaaloverdrachten van lokale overheden
Economische code
68.11
Investeringsbijdragen van provincies
Economische code
68.12
Overige kapitaaloverdrachten van provincies
Economische code
68.21
Investeringsbijdragen van gemeenten
Economische code
68.22
Overige kapitaaloverdrachten van gemeenten
Economische code
68.31
Investeringsbijdragen van provincies en gemeenten – niet verdeeld
Economische code
68.32
Overige kapitaaloverdrachten van provincies en gemeenten – niet verdeeld
Economische code
68.41
Investeringsbijdragen van vzw’s van de lokale overheden
Economische code
68.42
Overige kapitaaloverdrachten van vzw’s van de lokale overheden
Economische code
68.51
Investeringsbijdragen van overige lokale overheden
Economische code
68.52
Overige kapitaaloverdrachten van overige lokale overheden
201
Definitie
Ontvangsten komende uit een kapitaaloverdracht van de lokale overheden worden geboekt in groep 68. De structuur van de groep 68 is gelijk aan die van de groep 63.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
202
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Groep
69
Kapitaaloverdrachten van andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Economische code
69.10
Kapitaaloverdrachten van de gemeenschapscommissies
Economische code
69.20
Kapitaaloverdrachten van de gemeenschappen
Economische code
69.30
Kapitaaloverdrachten van de gewesten
Economische code
69.41
Kapitaaloverdrachten van de federale overheid: dotaties
Economische code
69.42
Kapitaaloverdrachten van de federale overheid: toegewezen gedeelten van belastingen en heffingen
Economische code
69.43
Overige kapitaaloverdrachten van de federale overheid
Definitie
Ontvangsten komende uit kapitaaloverdrachten van andere institutionele groepen worden geboekt in groep 69. De structuur van deze groep is gelijk aan die van de groep 65.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
203
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Definitie
In deze hoofdgroep worden de verrichtingen gerangschikt in verband met de bruto-investeringen in vaste activa door de overheid, met uitsluiting van de zuiver militaire investeringen (zie groep 13). Deze investeringen hebben zowel betrekking op aankopen als op productie van kapitaalgoederen. Ook de bijkomende kosten (onder meer registratiekosten bij aankoop van vaste activa en immateriële activa, architectenhonoraria, enz.) en de herstellingskosten met betrekking tot vaste activa, voor zover deze kosten de waarde vermeerderen, worden beschouwd als investeringen.
Inbegrepen
De volgende grensgevallen worden als investeringen beschouwd: militaire infrastructuur en uitrusting gelijkaardig als deze gebruikt door burgerlijke producenten: vliegvelden, haveninstallaties, wegen, ziekenhuizen, enz.; lichte wapens en gepantserde voertuigen gebruikt door niet-militaire eenheden; dieren gedurende verschillende jaren voor productiedoeleinden gebruikt: kweekdieren, melkvee, schapen gekweekt voor de wol en trekdieren; planten met permanente productie: fruitbomen, wijngaarden, palmbomen, enz.; verbeteringen aan bestaande vaste activa die het kader van courante onderhouds- en herstellingswerkzaamheden te buiten gaan; vaste activa verworven via financiële leasing; letterkundige werken en originele kunstwerken; aankopen of gebruikslicenties voor software worden opgenomen als investeringen voor zover beide volgende voorwaarden zijn vervuld: herhaaldelijk of ononderbroken gebruikt worden in het productieproces gedurende meer dan een jaar; de aankoopprijs (inclusief btw) moet hoger zijn dan 500 euro (tegen prijzen van 1995) per eenheid of per bestelling ingeval er grote hoeveelheden worden aangekocht. De ontwikkeling van software “op maat” volgt deze zelfde dubbele regel, ongeacht of ze worden ontwikkeld door een firma buitenhuis of voor eigen rekening. Als ze voor eigen rekening worden ontwikkeld, zullen ze tegen kostprijs worden gewaardeerd.
Uitgesloten goedkope kleine duurzame goederen gebruikt voor eerder eenvoudige werkzaamheden of verrichtingen (handgereedschap zoals zagen, hamers en schroevendraaiers) of klein bureaumateriaal zoals zakrekenmachines, GSM’s, fototoestellen, USB-sleutels, GPS-toestellen, …; vaatwasmachines, koffiethermossen,… Zoals voorgeschreven boekt het ESR als intermediair verbruik alle uitgaven voor de aanschaf van dergelijke duurzame goederen die niet meer dan 500 euro per artikel kosten (tegen de prijzen van 1995) (of waarvan de totale waarde ingeval er grote hoeveelheden worden aangekocht, dit plafond niet overstijgt). Deze limiet van 500 euro is slechts geldig voor dit soort goederen. Hij wordt geïndexeerd volgens de impliciete prijsindex van de investeringen voor het geheel van de Belgische economie; courante onderhouds- en herstellingswerkzaamheden; aankopen van oorlogswapens en de bijbehorende uitrustingen.
204
OPMERKINGEN – AANMERINGEN De aankoop en verkoop door de overheid van onroerende goederen in het buitenland, alsook de bouw buiten de territoriale enclaves worden niet geklasseerd in hoofdgroep 7, maar in de groepen 84 en 88, deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen in het buitenland. De bouw binnen deze territoriale enclaves (bijvoorbeeld van ambassadegebouwen) wordt dan weer wel beschouwd als investering.
205
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
71
Aankoop van gronden en gebouwen in het binnenland
Definitie
In groep 71 boekt men de aankoop van gronden en gebouwen in het binnenland.
Inbegrepen
Deze groep wordt onderverdeeld in volgende subgroepen: 71.1: aankoop van gronden; 71.2: aankoop van bestaande werken inzake wegen- en waterbouwkundige werken; 71.3: aankoop van bestaande gebouwen.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
206
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
71
Aankoop van gronden en gebouwen in het binnenland
Subgroep
71.1
Aankoop van gronden
Economische code
71.11
Binnen de overheidssector
Economische code
71.12
In andere sectoren dan de overheidssector
Definitie
Onder subgroep 71.1 boekt men de aankoop van gronden in het binnenland. Deze subgroep wordt onderverdeeld in de economische codes 71.11 (aankoop van gronden binnen de overheidssector) en 71.12 (aankoop van gronden in andere sectoren dan de overheidssector).
Inbegrepen
Onder aankoop van gronden worden ook deze geklasseerd die aangekocht worden om gebouwen op te bouwen of voor wegenbouwkundige werken, voor zover men beide verrichtingen kan onderscheiden.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Als de bijkomende kosten kunnen worden afgezonderd van de aankoopprijs, zullen deze worden geboekt onder de code 74.30.
207
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
71
Aankoop van gronden en gebouwen in het binnenland
Subgroep
71.2
Aankoop van bestaande wegen- en waterbouwkundige werken
Economische code
71.21
Binnen de overheidssector
Economische code
71.22
In andere sectoren dan de overheidssector
Definitie
Onder subgroep 71.2 boekt men de aankopen van bestaande werken inzake wegen- en waterbouwkundige werken. Deze subgroep wordt onderverdeeld in de economische codes 71.21 (aankoop van bestaande werken inzake wegen- en waterbouwkundige werken binnen de overheidssector) en 71.22 (aankoop van bestaande werken inzake wegen- en waterbouwkundige werken in andere sectoren dan de overheidssector).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
208
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
71
Aankoop van gronden en gebouwen in het binnenland
Subgroep
71.3
Aankoop van bestaande gebouwen
Economische code
71.31
Binnen de overheidssector
Economische code
71.32
In andere sectoren dan de overheidssector
Definitie
Onder subgroep 71.3 wordt de aankoop van bestaande gebouwen in het binnenland geboekt. Deze subgroep wordt onderverdeeld onder de economische codes 71.31 (aankoop van bestaande gebouwen binnen de overheidssector) en 71.32 (aankoop van bestaande gebouwen in andere sectoren dan de overheidssector).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Als de bijkomende kosten kunnen worden afgezonderd van de aankoopprijs, zullen deze worden geboekt onder de code 74.30.
209
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
72
Nieuwbouw van gebouwen
Economische code
72.00
Nieuwbouw van gebouwen
Definitie
Onder de economische code 72.00 wordt de nieuwbouw van gebouwen geboekt, ongeacht of deze wordt uitgevoerd door privébedrijven, overheidsbedrijven, overheden, …. Het betreft hier vooral burgerlijke dienstgebouwen en scholen. Ook andere burgerlijke gebouwen gebouwd door de overheid, zoals laboratoria, musea en dienstwoningen worden hieronder begrepen. Tot de nieuwbouw worden eveneens de eventuele sloopwerkzaamheden gerekend.
Inbegrepen Alles wat integraal deel uitmaakt van gebouwen (centrale verwarming, sanitaire voorzieningen, liften, airconditioning, enz.) wordt inbegrepen in de rubriek nieuwbouw van gebouwen. Voor zover werken aan bestaande gebouwen de waarde ervan verhogen of voor groot onderhoud bestemd zijn, worden die eveneens als investeringen behandeld, of men al dan niet eigenaar van het gebouw is Voorbeeld: plaatsing van een ingerichte keuken
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Herstel van schade als gevolg van oorlog of natuurrampen wordt beschouwd als nieuwbouw.
210
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
73
Wegen- en waterbouwkundige werken
Definitie
Deze groep omvat de aanleg van wegen, straten, havens, kanalen, dijken, waterontruimingsinstallaties, waterzuiveringstations, andere waterbouwkundige werken, grondverbeteringwerken en alle constructies en technische installaties die bij de aanleg worden geplaatst, zoals bruggen, tunnels, viaducten, stuwdammen, sluizen, bebakeningen, wegsignalisatie, wegverlichting en groenvoorzieningen. Tot groep 73 behoren ook de eventuele sloopwerkzaamheden en de uitgaven voor herstel van oorlogs- en natuurrampenschade. Groep 73 omvat zowel de werken uitgevoerd in eigen beheer als deze uitgevoerd door derden (andere overheden en andere sectoren).
Inbegrepen
Groep 73 wordt onderverdeeld in volgende economische codes:
73.10: wegenwerken; 73.20: waterbouwkundige werken; 73.30: pijplijnen; 73.40: overige werken.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Herstellingen en onderhoud van wegen- en waterbouwkundige werken die de waarde ervan niet verhogen, worden geboekt in groep 14.
211
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
73
Wegen- en waterbouwkundige werken
Economische code
73.10
Wegenbouwkundige werken
Definitie
Hiertoe behoren de landwegen (van autosnelwegen tot fietspaden) met de daarin gelegen burgerlijke bouwwerken (viaducten, tunnels, bruggen, kanaliseringen en verschillende mechanische en elektrotechnische uitrustingen) en groenvoorzieningen. Ook parkeerterreinen worden tot de economische code 73.10 gerekend, voor zover zij niet door een bedrijf worden uitgebaat.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
212
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
73
Wegen- en waterbouwkundige werken
Economische code
73.20
Waterbouwkundige werken
Definitie
Hieronder moeten worden geklasseerd de aanleg van havens, kanalen, vaarwaters, voorzieningen voor ponten, dijken en andere waterbouwkundige werken, alsook de bouw van waterzuiveringstations en systemen van waterverbeteringen van natuurlijke waterwegen (bijvoorbeeld kanaliseringen). Bijkomende werken als groenvoorzieningen en de mechanische en elektrotechnische uitrusting, voor zover deze laatste niet bedrijfsmatig wordt uitgebaat, worden eveneens onder deze code geboekt.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
213
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
73
Wegen- en waterbouwkundige werken
Economische code
73.30
Pijplijnen
Definitie
De investeringen in verband met pijplijnen worden geboekt onder de code 73.30.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
214
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
73
Wegen- en waterbouwkundige werken
Economische code
73.40
Overige werken
Definitie
De overige werken omvatten onder meer de voorbereiding en het egaliseren van gronden en het uitvoeren van grondverbeteringwerken (verkaveling, drainage, enz.) voor het bouwen en de aanleg van sportterreinen. Ook het uitvoeren van sloopwerkzaamheden voorafgaand aan werken genoemd onder 73.10 tot en met 73.30 moet tot deze code worden geklasseerd.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
215
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
74
Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële goederen
Definitie
Onder de groep 74 boekt men de verwerving van investeringsgoederen andere dan onroerende goederen. De verwerving van immateriële goederen behoort eveneens tot deze groep.
Inbegrepen
Deze groep wordt onderverdeeld in volgende economische codes:
74.10: aankoop van vervoermaterieel; 74.22: verwerving van overig materieel; 74.30: overdrachtskosten bij aan- en verkoop van gronden en gebouwen; 74.40: verwerving van patenten, octrooien en andere immateriële goederen; 74.50: verwerving van waardevolle voorwerpen; 74.60: verwerving van teeltgoederen (planten en dieren).
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
216
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
74
Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële goederen
Subgroep
74.1
Aankoop van vervoermaterieel
Economische code
74.10
Aankoop van vervoermaterieel
Definitie
Onder de code 74.10 boekt men de aankoop van materieel bestemd voor het vervoer van personen of goederen.
Inbegrepen
autovoertuigen aanhangwagens, opleggers vaartuigen locomotieven, elektrische treinstellen en ander rollend spoorwegmaterieel vlieg- en ruimtetuigen motorfietsen fietsen
Uitgesloten aankoop van specifiek militair vervoermateriaal (cf. code 13.00)
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
217
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
74
Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële goederen
Subgroep
74.2
Verwerving van overig materieel
Economische code
74.21
Niet gebruikt
Economische code
74.22
Verwerving van overig materieel
Definitie
De verwerving van materieel andere dan vervoermaterieel wordt geboekt onder de economische code 74.22, ongeacht de sector van fabricage van het materieel.
Inbegrepen
machines computers printers kantoormeubelen stoelen, zetels rolgordijnen systemen van videoparlofonie faxtoestellen koelkasten microgolfovens tafellakens, stoffen servetten stofzuigers ….
Uitgesloten
218
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Goedkope kleine duurzame goederen gebruikt voor eerder eenvoudige werkzaamheden of verrichtingen (handgereedschap zoals zagen, hamers en schroevendraaiers) of klein bureaumateriaal zoals zakrekenmachines, GSM’s, fototoestellen, USB-sleutels, GPS-toestellen, …; vaatwasmachines, koffiethermossen,… Zoals voorgeschreven boekt het ESR als intermediair verbruik alle uitgaven voor de aanschaf van dergelijke duurzame goederen die niet meer dan 500 euro per artikel kosten (tegen de prijzen van 1995) (of waarvan de totale waarde ingeval er grote hoeveelheden worden aangekocht, dit plafond niet overstijgt). Deze limiet van 500 euro is slechts geldig voor dit soort goederen. Hij wordt geïndexeerd volgens de impliciete prijsindex van de investeringen voor het geheel van de Belgische economie. Aankopen of gebruikslicenties voor software worden opgenomen als investeringen voor zover beide volgende voorwaarden zijn vervuld: herhaaldelijk of ononderbroken gebruikt worden in het productieproces gedurende meer dan een jaar; de aankoopprijs (inclusief btw) moet hoger zijn dan 500 euro (tegen prijzen van 1995) per eenheid of per bestelling ingeval er grote hoeveelheden worden aangekocht.
219
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
74
Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële goederen
Subgroep
74.3
Overdrachtskosten bij aan- en verkoop van gronden en gebouwen
Economische code
74.30
Overdrachtskosten bij aan- en verkoop van gronden en gebouwen
Definitie
De overdrachtskosten bij aan- en verkoop van gronden en gebouwen dienen te worden geboekt onder de code 74.30.
Inbegrepen notariskosten heffingen en andere rechten bij eigendomsoverdracht erelonen voor vastgoeddeskundigen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Indien de overdrachtskosten bij aan- en verkoop van gronden en gebouwen niet kunnen worden gescheiden van de hoofdverrichting, dienen ze te worden geboekt onder de code die overeenkomt met de aankoop- of verkoopverrichting.
220
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
74
Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële goederen
Subgroep
74.4
Verwerving van patenten, octrooien en andere immateriële goederen
Economische code
74.40
Verwerving van patenten, octrooien en andere immateriële goederen
Definitie
De verwerving van patenten, octrooien en andere immateriële goederen worden geboekt onder de code 74.40.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
221
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
74
Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële goederen
Subgroep
74.5
Verwerving van waardevolle voorwerpen
Economische code
74.50
Verwerving van waardevolle voorwerpen
Definitie
Onder de code 74.50 boekt men de verwerving van waardevolle voorwerpen.
Inbegrepen edelstenen en edele metalen antieke voorwerpen kunstvoorwerpen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN Waardevolle voorwerpen zijn niet-financiële goederen die niet hoofdzakelijk voor productie- of consumptiedoeleinden worden gebruikt, die onder normale omstandigheden niet aan slijtage onderhevig zijn en die vooral als beleggingsobject worden verworven en bewaard.
222
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
74
Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële goederen
Subgroep
74.6
Verwerving van teeltgoederen (planten en dieren)
Economische code
74.60
Verwerving van teeltgoederen (planten en dieren)
Definitie
De verwerving van teeltgoederen die rechtstreeks onder het toezicht en de verantwoordelijkheid van de institutionele eenheid worden geplaatst en door deze laatste worden beheerd, worden geboekt onder de code 74.60.
Inbegrepen kweekvee melkvee en trekdieren wijngaarden, boomgaarden of duurzame aanplantingen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
223
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
76
Verkoop van onroerende goederen in het binnenland
Definitie
De verkoop van onroerende goederen in het binnenland wordt geboekt in groep 76.
Inbegrepen
De groep 76 wordt onderverdeeld in volgende subgroepen: 76.1: verkoop van gronden; 76.2: verkoop van bestaande werken inzake wegen- en waterbouwkundige werken; 76.3: verkoop van bestaande gebouwen.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
224
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
76
Verkoop van onroerende goederen in het binnenland
Subgroep
76.1
Verkoop van gronden
Economische code
76.11
Binnen de overheidssector
Economische code
76.12
Aan andere sectoren dan de overheidssector
Definitie
De verkoop van gronden in het binnenland worden geboekt in subgroep 76.1. Deze subgroep wordt opgesplitst onder de codes 76.11 (binnen de overheidssector) en 76.12 (aan andere sectoren dan de overheidssector).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
225
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
76
Verkoop van onroerende goederen in het binnenland
Subgroep
76.2
Verkoop van bestaande wegen- en waterbouwkundige werken
Economische code
76.21
Binnen de overheidssector
Economische code
76.22
Aan andere sectoren dan de overheidssector
Definitie
De verkoop van bestaande werken inzake wegen- en waterbouwkundige werken worden geboekt in subgroep 76.2. Deze subgroep wordt opgesplitst onder de codes 76.21 (binnen de overheidssector) en 76.22 (aan andere sectoren dan de overheidssector).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
226
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
76
Verkoop van onroerende goederen in het binnenland
Subgroep
76.3
Verkoop van bestaande gebouwen
Economische code
76.31
Binnen de overheidssector
Economische code
76.32
Aan andere sectoren dan de overheidssector
Definitie
De verkoop van bestaande gebouwen in het binnenland wordt geboekt in subgroep 76.3. Deze subgroep wordt onderverdeeld in de codes 76.31 (binnen de overheidssector) en 76.32 (aan andere sectoren dan de overheidssector).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
227
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
77
Verkoop van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële goederen
Economische code
77.10
Verkoop van vervoermaterieel
Economische code
77.20
Verkoop van overig materieel
Economische code
77.30
Verkoop van patenten, octrooien en andere immateriële goederen
Economische code
77.40
Verkoop van waardevolle voorwerpen
Economische code
77.50
Verkoop van teeltgoederen (planten en dieren)
Definitie
De verkoop van roerende investeringsgoederen wordt geboekt in groep 77. Deze groep wordt opgesplitst volgens de aard van het goed (cf. groep 74).
Inbegrepen
De groep 77 wordt onderverdeeld onder de volgende economische codes:
77.10: verkoop van vervoermaterieel; 77.20: verkoop van overig materieel; 77.30: verkoop van patenten, octrooien en andere immateriële goederen; 77.40: verkoop van waardevolle voorwerpen; 77.50: verkoop van teeltgoederen (planten en dieren).
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
228
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Definitie
Deze hoofdgroep omvat aan de uitgavenzijde de diverse vormen van kapitaalverstrekkingen door de overheid aan andere sectoren, met uitsluiting van de kapitaaloverdrachten, en aan de ontvangstenzijde de terugbetalingen daarvan. Ook de aan- en verkopen van aandelen en obligaties zijn hieronder begrepen. Al deze verrichtingen worden opgenomen tegen aan- en verkoopprijs. Voor het onderscheid tussen kapitaaloverdrachten en kredietverleningen en deelnemingen, zie het commentaar bij de hoofdgroep 5.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN De voorschotten die klaarblijkelijk niet zullen worden terugbetaald, moeten niet worden geklasseerd als kredietverlening maar als overdracht (hoofdgroep 5).
229
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
81
Kredietverleningen aan en deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen en andere financiële producten
Definitie
Groep 81 heeft betrekking op kredietverleningen en deelnemingen in bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen, alsook op andere verrichtingen in verband met financiële producten.
Inbegrepen
Groep 81 wordt onderverdeeld in de volgende subgroepen:
81.1: kredietverleningen aan bedrijven; 81.2: kredietverleningen aan kredietinstellingen; 81.3: kredietverleningen aan verzekeringsmaatschappijen; 81.4: deelnemingen in bedrijven; 81.5: deelnemingen in kredietinstellingen; 81.6: deelnemingen in verzekeringsmaatschappijen; 81.7: andere financiële producten.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
230
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
81
Kredietverleningen aan en deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen en andere financiële producten
Economische code
81.11
Kredietverleningen aan overheidsbedrijven
Economische code
81.12
Kredietverleningen aan privébedrijven
Economische code
81.21
Kredietverleningen aan openbare kredietinstellingen
Economische code
81.22
Kredietverleningen aan privékredietinstellingen
Economische code
81.31
Kredietverleningen aan openbare verzekeringsmaatschappijen
Economische code
81.32
Kredietverleningen aan privéverzekeringsmaatschappijen
Economische code
81.41
Deelnemingen in overheidsbedrijven
Economische code
81.42
Deelnemingen in privébedrijven
Economische code
81.51
Deelnemingen in openbare kredietinstellingen
Economische code
81.52
Deelnemingen in privékredietinstellingen
Economische code
81.61
Deelnemingen in openbare verzekeringsmaatschappijen
Economische code
81.62
Deelnemingen in privéverzekeringsmaatschappijen
231
Definitie
In de kredietverleningen en deelnemingen wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds kredietverleningen (waarbij de overheid als bankier of als obligatiehouder optreedt, subgroepen 81.1 tot 81.3) en anderzijds deelnemingen en kapitaalverstrekkingen die met deelnemingen kunnen worden gelijkgesteld (waarbij de overheid optreedt als aandeelhouder of als enige eigenaar, subgroepen 81.4 tot 81.6). Bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen worden onderverdeeld in privébedrijven enerzijds en in overheidsbedrijven, al dan niet met rechtspersoonlijkheid, anderzijds.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
232
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
81
Kredietverleningen aan en deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen en andere financiële producten
Economische code
81.70
Andere financiële producten
Definitie
Onder de code 81.70 worden de verrichtingen in verband met financiële producten geboekt die niet elders worden geboekt.
Inbegrepen •
de aankoop van eigen effecten om ze in portefeuille te houden allerlei optiepremies (aankopen) negatieve premies voor annulatie van wisselswaps het verschil (verlies) tussen de nominale waarde en de prijs van de verrichting voor: - de terugkoop van effecten en andere terugbetalingen - de aankoop van effecten om ze in portefeuille te houden - de doorverkoop van effecten uit portefeuille
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
233
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
82
Kredietverleningen aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Economische code
82.00
Kredietverleningen aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Definitie
Onder de code 82.00 boekt men de kredietverleningen aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
234
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
83
Kredietverleningen aan gezinnen
Economische code
83.00
Kredietverleningen aan gezinnen
Definitie
Onder de economische code 83.00 boekt men de kredietverleningen aan gezinnen.
Inbegrepen leningen, renteloze voorschotten toegekend aan het personeel
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
235
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
84
Kredietverleningen aan en deelnemingen in het buitenland
Definitie
Onder groep 84 boekt men de kredietverleningen aan en deelnemingen in het buitenland.
Inbegrepen
Groep 84 bevat volgende subgroepen: 84.1: kredietverleningen aan het buitenland; 84.2: deelnemingen in het buitenland.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
236
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
84
Kredietverleningen aan en deelnemingen in het buitenland
Subgroep
84.1
Kredietverleningen aan het buitenland
Economische code
84.11
Aan EU-instellingen
Economische code
84.12
Aan lidstaten van de EU (overheden)
Economische code
84.13
Aan lidstaten van de EU (niet-overheden)
Economische code
84.14
Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen
Economische code
84.15
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden)
Economische code
84.16
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
Definitie
Onder subgroep 84.1 boekt men kredietverleningen aan het buitenland.
Inbegrepen
Deze subgroep wordt onderverdeeld in de economische codes 84.11 tot 84.16 naargelang van de aard van de verkrijger.
84.11: aan EU-instellingen 84.12: aan EU-lidstaten (overheden) 84.13: aan EU-lidstaten (niet-overheden) 84.14: aan andere internationale dan EU-instellingen 84.15: aan andere landen dan EU-lidstaten (overheden) 84.16: aan andere landen dan EU-lidstaten (niet-overheden)
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
237
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
84
Kredietverleningen aan en deelnemingen in het buitenland
Subgroep
84.2
Deelnemingen in het buitenland
Economische code
84.21
In EU-instellingen
Economische code
84.22
In lidstaten van de EU (niet-overheden)
Economische code
84.23
In internationale instellingen andere dan de EU-instellingen
Economische code
84.24
In landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
Definitie
Deelnemingen in het buitenland worden geboekt in de subgroep 84.2. Deze subgroep wordt onderverdeeld onder de economische codes 84.21 tot 84.24 volgens de aard van de verkrijger.
Inbegrepen
Volgende economische codes zijn inbegrepen:
84.21: in EU-instellingen; 84.22: in EU-lidstaten (niet-overheden); 84.23: in andere internationale dan EU-instellingen; 84.24: in andere landen dan EU-lidstaten (niet-overheden).
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
238
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
85
Kredietverleningen binnen de overheidssector
Definitie
De kredietverleningen binnen de overheidssector worden onderverdeeld onder de subgroepen 85.1 tot 85.5 volgens dezelfde structuur als de hoofdgroepen 4 en 6.
Inbegrepen
De groep 85 wordt onderverdeeld onder volgende subgroepen:
85.1: kredietverleningen binnen een institutionele groep; 85.2: aan socialezekerheidsinstellingen; 85.3: aan lokale overheden; 85.4: aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs; 85.5: aan een andere institutionele groep.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
239
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
85
Kredietverleningen binnen de overheidssector
Subgroep
85.1
Kredietverleningen binnen een institutionele groep
Economische code
85.11
Aan de institutionele overheid
Economische code
85.12
Aan niet-organieke begrotingsfondsen
Economische code
85.13
Aan administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA)
Economische code
85.14
Aan administratieve openbare instellingen (AOI)
Economische code
85.15
Aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
Economische code
85.16
Aan vzw’s van de overheid
Economische code
85.17
Aan andere eenheden van de overheid
Definitie
Kredietverleningen binnen een institutionele groep worden verdeeld over de economische codes 85.11 tot 85.17 volgens dezelfde structuur als de groepen 41 en 61.
Inbegrepen
Kredietverleningen binnen een institutionele groep worden verdeeld over de volgende economische codes:
85.11: kredietverleningen aan de institutionele overheid; 85.12: kredietverleningen aan niet-organieke begrotingsfondsen; 85.13: kredietverleningen aan administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie; 85.14: kredietverleningen aan administratieve openbare instellingen; 85.15: kredietverleningen aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid; 85.16: kredietverleningen aan vzw’s van de overheid; 85.17: kredietverleningen aan andere overheidseenheden.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
240
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
85
Kredietverleningen binnen de overheidssector
Subgroep
85.2
Kredietverleningen aan de socialezekerheidsinstellingen
Economische code
85.20
Kredietverleningen aan de socialezekerheidsinstellingen
Definitie
Kredietverleningen aan de socialezekerheidsinstellingen worden geboekt onder de economische code 85.20.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
241
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
85
Kredietverleningen binnen de overheidssector
Subgroep
85.3
Kredietverleningen aan lokale overheden
Economische code
85.31
Aan provincies
Economische code
85.32
Aan gemeenten
Economische code
85.33
Aan provincies en gemeenten– niet verdeeld
Economische code
85.34
Aan vzw’s van de lokale overheden
Economische code
85.35
Aan overige lokale overheden
Definitie
Kredietverleningen aan lokale overheden worden geboekt in de subgroep 85.3.
Inbegrepen
Kredietverleningen aan lokale overheden worden verdeeld over de volgende economische codes:
85.31: kredietverleningen aan de provincies; 85.32: kredietverleningen aan de gemeenten; 85.33: kredietverleningen aan de provincies en gemeenten - niet verdeeld; 85.34: kredietverleningen aan vzw’s van de lokale overheden; 85.35: kredietverleningen aan overige lokale overheden.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
242
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
85
Kredietverleningen binnen de overheidssector
Subgroep
85.4
Kredietverleningen aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs
Economische code
85.40
Kredietverleningen aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs
Definitie
Onder de economische code 85.40 boekt men de kredietverleningen aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
243
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
85
Kredietverleningen binnen de overheidssector
Subgroep
85.5
Kredietverleningen aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Economische code
85.50
Kredietverleningen aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Definitie
Onder de economische code 85.50 boekt men kredietverleningen van een institutionele groep (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) naar een andere institutionele groep.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
244
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
86
Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen en andere financiële producten
Definitie
Groep 86 heeft betrekking op kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen, alsook op andere verrichtingen in verband met financiële producten.
Inbegrepen
Groep 86 is onderverdeeld in de volgende economische codes:
86.10: kredietaflossingen door bedrijven; 86.20: kredietaflossingen door kredietinstellingen; 86.30: kredietaflossingen door verzekeringsmaatschappijen; 86.40: vereffeningen van deelnemingen in bedrijven; 86.50: vereffeningen van deelnemingen in kredietinstellingen; 86.60: vereffeningen van deelnemingen in verzekeringsmaatschappijen; 86.70: andere financiële producten.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
245
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
86
Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen en andere financiële producten
Economische code
86.10
Kredietaflossingen door bedrijven
Economische code
86.20
Kredietaflossingen door kredietinstellingen
Economische code
86.30
Kredietaflossingen door verzekeringsmaatschappijen
Economische code
86.40
Vereffeningen van deelnemingen in bedrijven
Economische code
86.50
Vereffeningen van deelnemingen in kredietinstellingen
Economische code
86.60
Vereffeningen van deelnemingen in verzekeringsmaatschappijen
Definitie
Kredietaflossingen en vereffeningen van deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen worden geboekt onder de economische codes 86.10 tot 86.60.
Inbegrepen
Volgende economische codes zijn inbegrepen:
86.10: kredietaflossingen door bedrijven; 86.20: kredietaflossingen door kredietinstellingen; 86.30: kredietaflossingen door verzekeringsmaatschappijen; 86.40: vereffeningen van deelnemingen in bedrijven; 86.50: vereffeningen van deelnemingen in kredietinstellingen; 86.60: vereffeningen van deelnemingen in verzekeringsmaatschappijen.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
246
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
86
Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen en andere financiële producten
Economische code
86.70
Andere financiële producten
Definitie
Onder de code 86.70 worden de ontvangsten geboekt die betrekking hebben op verrichtingen in verband met financiële producten die niet elders zijn geboekt.
Inbegrepen •
de doorverkoop van eigen effecten uit portefeuille allerlei optiepremies (verkopen) positieve premies voor annulatie van wisselswaps het verschil (winst) tussen de nominale waarde en de prijs van de verrichting voor: - de terugkoop van effecten en andere terugbetalingen - de aankoop van effecten om ze in portefeuille te houden - de doorverkoop van effecten uit portefeuille
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
247
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
87
Kredietaflossingen door vzw’s ten behoeve van de gezinnen en door gezinnen
Economische code
87.10
Kredietaflossingen door vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Economische code
87.20
Kredietaflossingen door gezinnen
Definitie
Onder de groep 87 boekt men kredietaflossingen door vzw’s ten behoeve van de gezinnen (code 87.10) en door gezinnen (code 87.20).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
248
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
88
Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in het buitenland
Definitie
Onder de groep 88 boekt men kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in het buitenland.
Inbegrepen
De groep 88 omvat de volgende subgroepen: 88.1: kredietaflossingen door het buitenland; 88.2: vereffeningen van deelnemingen in het buitenland.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
249
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
88
Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in het buitenland
Subgroep
88.1
Kredietaflossingen door het buitenland
Economische code
88.11
Door EU-instellingen
Economische code
88.12
Door lidstaten van de EU (overheden)
Economische code
88.13
Door lidstaten van de EU (niet-overheden)
Economische code
88.14
Door internationale instellingen andere dan de EU-instellingen
Economische code
88.15
Door landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden)
Economische code
88.16
Door landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
Definitie
Onder subgroep 88.1 boekt men kredietaflossingen door het buitenland.
Inbegrepen
Deze groep wordt opgesplitst over de economische codes 88.11 tot 88.16:
88.11: door EU-instellingen; 88.12: door EU-lidstaten (overheden); 88.13: door EU-lidstaten (niet-overheden); 88.14: door andere internationale dan EU instellingen; 88.15: door andere landen dan EU-lidstaten (overheden); 88.16: door andere landen dan EU-lidstaten (niet-overheden).
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
250
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
88
Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in het buitenland
Subgroep
88.2
Vereffeningen van deelnemingen in het buitenland
Economische code
88.21
In EU-instellingen
Economische code
88.22
In lidstaten van de EU (niet-overheden)
Economische code
88.23
In internationale instellingen andere dan de EU-instellingen
Economische code
88.24
In landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
Definitie
Onder subgroep 88.2 boekt men vereffeningen van deelnemingen in het buitenland.
Inbegrepen
Deze subgroep wordt opgesplitst onder de economische codes:
88.21: in EU-instellingen; 88.22: in EU-lidstaten (niet-overheden); 88.23: in andere internationale dan EU-instellingen; 88.24: in andere landen dan EU-lidstaten (niet-overheden).
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
251
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
89
Kredietaflossingen binnen de overheidssector
Definitie
De kredietaflossingen binnen de overheidssector worden opgedeeld onder de subgroepen 89.1 tot 89.5 volgens dezelfde structuur als de hoofdgroepen 4 en 6.
Inbegrepen
De groep 89 wordt opgesplitst onder volgende subgroepen:
89.1: kredietaflossingen binnen een institutionele groep; 89.2: kredietaflossingen door de socialezekerheidsinstellingen; 89.3: kredietaflossingen door de lokale overheden; 89.4: kredietaflossingen door het gesubsidieerd autonoom onderwijs; 89.5: kredietaflossingen door een andere institutionele groep.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
252
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
89
Kredietaflossingen binnen de overheidssector
Subgroep
89.1
Kredietaflossingen binnen een institutionele groep
Economische code
89.11
Van de institutionele overheid
Economische code
89.12
Van niet-organieke begrotingsfondsen
Economische code
89.13
Van administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA)
Economische code
89.14
Van administratieve openbare instellingen (AOI)
Economische code
89.15
Van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
Economische code
89.16
Van vzw’s van de overheid
Economische code
89.17
Van andere eenheden van de overheid
Definitie
Kredietaflossingen binnen een institutionele groep worden opgesplitst tussen de economische codes 89.11 tot 89.17 volgens dezelfde structuur als de groepen 46 en 66.
Inbegrepen
Kredietaflossingen binnen een institutionele groep worden opgesplitst tussen de volgende economische codes:
89.11: kredietaflossingen van de institutionele overheid; 89.12: kredietaflossingen van niet-organieke begrotingsfondsen; 89.13: kredietaflossingen van de administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie; 89.14: kredietaflossingen van de administratieve openbare instellingen; 89.15: kredietaflossingen van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid; 89.16: kredietaflossingen van vzw’s van de overheid; 89.17: kredietaflossingen van andere overheidseenheden.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
253
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
89
Kredietaflossingen binnen de overheidssector
Subgroep
89.2
Kredietaflossingen door de socialezekerheidsinstellingen
Economische code
89.20
Kredietaflossingen door de socialezekerheidsinstellingen
Definitie
Kredietaflossingen door de socialezekerheidsinstellingen worden geboekt onder de economische code 89.20.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
254
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
89
Kredietaflossingen binnen de overheidssector
Subgroep
89.3
Kredietaflossingen door de lokale overheden
Economische code
89.31
Door provincies
Economische code
89.32
Door gemeenten
Economische code
89.33
Door provincies en gemeenten– niet verdeeld
Economische code
89.34
Door vzw’s van de lokale overheden
Economische code
89.35
Door overige lokale overheden
Definitie
Kredietaflossingen door lokale overheden worden geboekt in de subgroep 89.3.
Inbegrepen
De kredietaflossingen door lokale overheden worden opgesplitst onder de volgende economische codes:
89.31: kredietaflossingen door de provincies; 89.32: kredietaflossingen door de gemeenten; 89.33: kredietaflossingen door provincies en gemeenten – niet verdeeld; 89.34: kredietaflossingen door vzw’s van de lokale overheden; 89.35: kredietaflossingen door overige lokale overheden.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
255
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
89
Kredietaflossingen binnen de overheidssector
Subgroep
89.4
Kredietaflossingen door het gesubsidieerd autonoom onderwijs
Economische code
89.40
Kredietaflossingen door het gesubsidieerd autonoom onderwijs
Definitie
Onder de economische code 89.40 boekt men kredietaflossingen komende van het gesubsidieerd autonoom onderwijs.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
256
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
89
Kredietaflossingen binnen de overheidssector
Subgroep
89.5
Kredietaflossingen door andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Economische code
89.50
Kredietaflossingen door andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Definitie
Onder de economische code 89.50 boekt men kredietaflossingen door een andere institutionele groep.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
257
Hoofdgroep
9
Overheidsschuld
Definitie
Deze hoofdgroep 9 betreft verrichtingen die in het ESR95 worden beschouwd als financiële verrichtingen andere dan de verrichtingen uit de hoofdgroep 8.
Inbegrepen
Volgende groepen behoren tot de hoofdgroep 9:
91: 92: 96: 97:
aflossingen van leningen met een looptijd van meer dan één jaar; ontmuntingen; opbrengst van leningen met een looptijd van meer dan één jaar; aanmuntingen.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
258
Hoofdgroep
9
Overheidsschuld
Groep
91
Aflossingen van leningen met een looptijd van meer dan één jaar
Economische code
91.10
Aflossingen van de schuld in euro
Economische code
91.20
Aflossingen van de schuld in vreemde valuta
Economische code
91.30
Aflossingen van de schuld binnen de overheidssector
Economische code
91.70
Aflossingen bij financiële leasings
Definitie
De groep 91 betreft aflossingen/terugbetalingen van leningen met een looptijd van meer dan één jaar. Tot deze groep behoren ook aflossingen bij financiële leasings.
Inbegrepen
Volgende economische codes zijn in groep 91 inbegrepen:
91.10: 91.20: 91.30: 91.70:
terugbetalingen van de schuld in euro; terugbetalingen van de schuld in vreemde valuta; terugbetalingen van de schuld binnen de overheidssector; aflossingen bij financiële leasings (cf. opmerking bij economische code 04.00).
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
259
Hoofdgroep
9
Overheidsschuld
Groep
92
Ontmuntingen
Economische code
92.00
Ontmuntingen
Definitie
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
260
Hoofdgroep
9
Overheidsschuld
Groep
96
Opbrengst van leningen met een looptijd van meer dan één jaar
Economische code
96.10
Opbrengst van leningen in euro
Economische code
96.20
Opbrengst van leningen in vreemde valuta
Economische code
96.30
Opbrengst van leningen binnen de overheidssector
Economische code
96.70
Opbrengst van leningen inzake financiële leasings
Definitie
De groep 96 betreft de opbrengst van leningen met een looptijd van meer dan één jaar. De opbrengsten van leningen inzake financiële leasings behoren eveneens tot deze groep.
Inbegrepen
In groep 96 zijn volgende economische codes inbegrepen:
96.10: 96.20: 96.30: 96.70:
opbrengst van leningen in euro; opbrengst van leningen in vreemde valuta; opbrengst van leningen binnen de overheidssector; opbrengst van leningen inzake financiële leasings.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
261
Hoofdgroep
9
Overheidsschuld
Groep
97
Aanmuntingen
Economische code
97.00
Aanmuntingen
Definitie
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
262