MAKING MODERN LIVING POSSIBLE
Installatiehandleiding
ECflex Verwarming Toepassingen EFSIC EFTPC
www.EH.danfoss.com
Danfoss A/S is niet aansprakelijk en niet gebonden aan de garantie als deze instructies niet worden gevolgd tijdens installatie of onderhoud. De oorspronkelijke instructies zijn geschreven in het Engels. Andere talen zijn een vertaling van de oorspronkelijke instructies. (Richtlijn 2006/42/EG) © 2012 Copyright Danfoss A/S
Installatiehandleiding
ECflex Verwarming Toepassingen
Index 1
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.1 Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2 Installatierichtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.3 Systeemoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.4 Functioneel overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
3 5 7 8 8
2
Stapsgwijze installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1 Bevestigingsmethoden . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2 De HoH-afstand berekenen . . . . . . . . . . . . . . . 2.3 De installatie plannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.4 Het installatieoppervlak voorbereiden . . . . . . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
9 9 10 11 11
3
Elementen installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1 Verwarmingselementen installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
11 12
4
Toepassingen binnenshuis . . . . . . . . . . . . . 4.1 Vloerverwarming in dunne onderlagen . . . 4.2 Vloerverwarming in balkenvloerconstructies 4.3 Vloerverwarming met EFCI DRY . . . . . . . 4.4 Vloerverwarming in betonvloeren . . . . . .
. . . . .
13 14 15 16 18
5
Toepassingen buitenshuis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.1 Het sneeuwvrij houden van grondoppervlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.2 Vorstbescherming voor leidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
19 20 22
6
De installatie voltooien
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
24
7
Optionele instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.1 Temperatuurinstellingen voor de vloer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
25 25
1
Inleiding
In deze installatiehandleiding verwijst het woord "element" naar verwarmingskabels.
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
Neem voor andere toepassingen contact op met een verkoopkantoor bij u in de buurt.
De beoogde toepassingen voor de verwarmingselementen die in deze installatiehandleiding worden besproken, worden hieronder beschreven.
Danfoss Heating Solutions
VIAMJ210
3
Installatiehandleiding
4
ECflex Verwarming Toepassingen
Vloerverwarming in dunne onderlaag (<3 cm) - zie hoofdstuk 4.1.
Vloerverwarming in balkenvloerconstructies - zie hoofdstuk 4.2.
Vloerverwarming met EFCI DRY - zie hoofdstuk 4.3.
Vloerverwarming in betonvloeren (> 3 cm) - zie hoofdstuk 4.4.
Het sneeuw- en ijsvrij houden van grondoppervlakken - zie hoofdstuk 5.1.
Vorstbescherming voor leidingsystemen - zie hoofdstuk 5.2.
VIAMJ210
Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding 1.1
ECflex Verwarming Toepassingen
Veiligheidsinstructies
U mag het verwarmingselement nooit doorsnijden of inkorten ▪ Als het verwarmingselement wordt doorgesneden, vervalt de garantie. ▪ Uitlopers kunnen alleen worden doorgesneden of ingekort om aan de eisen te voldoen.
Elementen moeten altijd worden aangesloten door een erkend elektricien, door middel van een vaste aansluiting. ▪ Onderbreek alle stroomkringen, voordat wordt begonnen met installatie en onderhoud. ▪ De aansluiting op de voedingsbron mag niet rechtstreeks toegankelijk zijn voor de eindgebruiker. ▪ De afscherming van elke verwarmingskabel moet worden geaard conform de plaatselijke elektriciteitsvoorschriften en worden aangesloten op een aardlekschakelaar (RCD). ▪ Het aanbevolen RCD-uitschakelvermogen is 30 mA, maar een waarde tot 300 mA is mogelijk in gevallen waarbij capacitieve lekstromen kunnen leiden tot hinderlijke uitschakeling. ▪ Verwarmingselementen moeten worden aangesloten via een schakelaar met meerpolige onderbreking. ▪ Het element moet worden voorzien van de juiste maat zekering of stroomonderbreker, bv. 10/13 A voor een 1,5 mm2 uitloper en 16/20 A voor een 2,5 mm2 uitloper.
Elementen moeten altijd worden geïnstalleerd conform de plaatselijke bouw- en bedradingsvoorschriften, en de richtlijnen in deze installatiehandleiding ▪ Installatie op enige andere wijze kan de functionaliteit van de elementen aantasten of een veiligheidsrisico vormen, waardoor de garantie vervalt. ▪ Zorg ervoor dat elementen, uitlopers, aansluitdozen en andere elektrische componenten tijdens of na de installatie niet in contact komen met chemicaliën of ontvlambare stoffen.
Danfoss Heating Solutions
VIAMJ210
5
Installatiehandleiding
ECflex Verwarming Toepassingen
1. Verwarmingskabel 2. Thermostaat 3. Sensor 4. Afscherming 5. RCD 6. Meerpolige schakelaar 7. Zekering Aansluitingen ▪ Fase – zwart ▪ Nul – blauw ▪ Aarde – afscherming
De aanwezigheid van een verwarmingselement moet ▪ duidelijk worden aangegeven door het aanbrengen van waarschuwingstekens of -markeringen bij de aansluitfittingen en/of duidelijk zichtbaar zijn op regelmatige afstanden langs de stroomleiding. ▪ na installatie worden vermeld in alle documenten met elektrische gegevens. Overschrijd nooit de maximale warmtedichtheid (W/m)2voor de betreffende toepassing.
6
VIAMJ210
Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding 1.2
ECflex Verwarming Toepassingen
Installatierichtlijnen
▪ Let op! Gebruik elementen met M1-classificatie niet in ruimtes die worden blootgesteld aan ho-
ge mechanische belastingen of schokken. Zie sectie 1.3 voor de classificatie. ▪ Dit product bevat geen schadelijke stoffen. ▪ Bewaren op een droge, warme plaats bij een temperatuur tussen +5 °C en +30 °C.
Bereid de installatielocatie goed voor door het verwijderen van scherpe voorwerpen, vuil, enz.
Meet regelmatig de ohmse weerstand en de isolatieweerstand voor en tijdens de installatie.
Plaats geen verwarmingselementen onder muren en vaste obstakels. Min. 6 cm lucht is nodig.
Houd elementen uit de buurt van isolatiemateriaal, andere verwarmingsbronnen en uitzetvoegen.
Elementen mogen zichzelf of andere elementen niet raken of kruisen en moeten gelijkmatig over de ruimte verdeeld zijn.
De elementen, en met name de aansluiting hiervan, moeten worden beschermd tegen mechanische belastingen en spanningen.
Het element moet worden geregeld op basis van temperatuur en mag niet werken bij omgevingstemperaturen hoger dan 10 °C bij toepassingen buitenshuis.
Een vloersensor wordt geadviseerd in alle vloerverwarmingstoepassingen en is verplicht onder houten vloeren.
Danfoss Heating Solutions
VIAMJ210
7
Installatiehandleiding 1.3
ECflex Verwarming Toepassingen
Systeemoverzicht
ECflex
EFSIC
EFTPC
M2
C (IEC60800: 1992)
Vloerverwarming in dunne onderlaag (<3 cm)
D
D
Vloerverwarming in balkenvloerconstructies
-
P
Vloerverwarming met EFCI DRY
-
P
Vloerverwarming in betonvloeren (>3 cm)
D
P
Het sneeuw- en ijsvrij houden van grondoppervlakken
D
A
Vorstbescherming voor leidingsystemen
A
P
Mechanische klasse (IEC 60800)
M2, C P D
1.4
Voor gebruik in toepassingen met een groter risico op mechanische schade. Bij uitstek geschikt voor deze toepassing. Ontworpen en goedgekeurd voor deze toepassing.
A -
Toepasbaar, maar er zijn betere opties. Niet van toepassing! Niet gebruiken!
Functioneel overzicht 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
8
VIAMJ210
Element HoH-afstand Aansluiting uitloper Uitloper Aansluitdoos (indien aanwezig) Sensor Thermostaat
Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding 2
Stapsgwijze installatie
2.1
Bevestigingsmethoden
ECflex Verwarming Toepassingen
Danfoss TWISTCLIP Voor gebruik op wapeningsnet.
Danfoss CLIP HoH Voor het aanhouden van een exacte HoH-afstand (stappen van 1 cm) op vlakke oppervlakken, UV-bestendig.
EFCI Fast Voor het aanhouden van een exacte HoH-afstand (stappen van 2,5 cm) op vlakke oppervlakken.
Tape of hotmeltlijm Voor het bevestigen van elementen op harde, droge, vlakke oppervlakken.
Kabelbinders Voor gebruik op wapeningsnet. Zet de lus NIET vast. De kabel moet kunnen bewegen.
Danfoss Aluminium Tape Zorgt voor een efficiënte warmteoverdracht.
Danfoss Heating Solutions
VIAMJ210
9
Installatiehandleiding 2.2
ECflex Verwarming Toepassingen
De HoH-afstand berekenen
Voor oppervlakken op daken, terreinen en velden is de HoH-afstand de afstand in centimeters vanaf het midden van de ene kabel tot het midden van de volgende.
HoH [cm]
=
Oppervlak [m2]
x 100 cm
Kabellengte [m] of HoH [cm]
Houd bij het verwarmen van leidingen rekening met het aantal kabels per meter – zie hoofdstuk 5.2.
= Kabelvermogen [W/m] Warmtedichtheid
x 100 cm
[W/m]2]
Max. HoH- afstand Dunne onderlaag (<3 cm) Balkenvloerconstructies
10 cm 20 cm 20 cm
DEVIcellTM Droog Betonvloeren (>3 cm) Grondoppervlakken
15 cm 15 cm
W/m² @ 220V/380V HoH [cm]
6 W/m
10 W/m
15 W/m
17 W/m
18 W/m
20 W/m
5
110
183
274
311
-
-
7,5
73
122
183
207
220
244
10
55
91
137
156
165
183
12,5
44
73
110
124
132
146
15
37
61
91
104
110
122
HoH [cm]
6 W/m
10 W/m
15 W/m
17 W/m
18 W/m
20 W/m
5
120
200
300
340
-
-
7,5
80
133
200
227
240
267
W/m² @ 230V/400V
10
60
100
150
170
180
200
12,5
48
80
120
136
144
160
15
40
67
100
113
120
133
HoH [cm]
6 W/m
10 W/m
15 W/m
17 W/m
18 W/m
20 W/m
5
131
218
327
370
-
-
7,5
87
145
218
247
261
290
10
65
109
163
185
196
218
12,5
52
87
131
148
157
174
15
44
73
109
123
131
145
W/m² @ 240V/415V
10
VIAMJ210
Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding 2.3
ECflex Verwarming Toepassingen
De installatie plannen
Maak een tekening van de installatie met de ▪ elementindeling ▪ uitlopers en aansluitingen ▪ aftakdoos/kabelput (indien van toepassing) ▪ sensor ▪ aansluitdoos ▪ thermostaat
Sla de tekening op ▪ Wanneer de exacte locatie van deze onderdelen bekend is, is het een stuk eenvoudiger om problemen te verhelpen en defecte elementen te herstellen. 2.4
Houd rekening met het volgende: ▪ Volg alle richtlijnen in hoofdstuk 1.1 op. ▪ Neem de juiste HoH-afstand in acht (alleen verwarmingskabels) – zie hoofdstuk 2.2. ▪ Neem de vereiste installatiediepte en mogelijke mechanische bescherming van uitlopers in acht. ▪ Wanneer u meer dan één element installeert, mag u de elementen nooit in serie bekabelen. Alle uitlopers moeten parallel op de aansluitdoos worden aangesloten. ▪ In dezelfde kamer kunnen twee of meer elementen geïnstalleerd worden, maar één enkel element mag niet over twee of meer kamers worden geïnstalleerd. ▪ Alle verwarmingselementen in dezelfde kamer moeten dezelfde warmtedichtheid (W/m2) hebben, tenzij ze verbonden zijn met een afzonderlijke vloersensor en thermostaat. ▪ Voor enkele stroomkabels moeten beide uitlopers op de aansluitdoos worden aangesloten.
Het installatieoppervlak voorbereiden ▪ Verwijder alle sporen van oude installaties, indien van toepassing. ▪ Zorg ervoor dat het installatieoppervlak waterpas, stabiel, glad, droog en schoon is. ▪ Indien nodig, moet u gaten rondom leidingen, afvoerpijpen of muren opvullen of afdekken met folie ▪ Er mogen geen scherpe randen, bladeren, vuil of vreemde voorwerpen aanwezig zijn.
3
Elementen installeren
Het wordt afgeraden elementen te installeren bij temperaturen onder de -5 °C.
Danfoss Heating Solutions
Bij lage temperaturen kunnen de verwarmingskabels stijf worden. Nadat u het element uitgerold hebt, sluit u het kort aan op de netvoeding om de kabel zachter te maken alvorens hem vast te zetten.
VIAMJ210
11
Installatiehandleiding
ECflex Verwarming Toepassingen
Weerstand meten Meet, controleer en noteer de weerstand van het element tijdens de installatie. ▪ Na het uitpakken ▪ Na het vastzetten van de elementen ▪ Na afronding van de installatie Als de ohmse weerstand en de isolatieweerstand niet overeenstemmen met de informatie op het label, moet het element vervangen worden. ▪ De ohmse weerstand moet liggen tussen -5 en +10% van de waarde op het label. ▪ De isolatieweerstand moet > 20 MΩ bedragen bij min. 500 V, bij voorkeur 2,5 kV. 3.1
Verwarmingselementen installeren
Volg alle instructies en richtlijnen in hoofdstuk 1.1 en 1.2 op.
Verwarmingskabels ▪ Plaats het verwarmingselement zodanig dat de afstand tot obstakels minstens de helft van de HoH-afstand bedraagt. ▪ De elementen moeten altijd goed contact hebben met de warmteverspreider (dak, zand, grond, beton, leiding enz.) – zie hoofdstuk 4 en 5 voor meer informatie. ▪ Neem de juiste HoH-afstand in acht – zie hoofdstuk 2.2. ▪ Plaats de verwarmingskabel zodanig dat de afstand tot obstakels minimaal de helft van de HoH-afstand bedraagt. ▪ De buigdiameter van de verwarmingskabels moet minstens zes keer de kabeldoorsnede zijn. ▪ Verwarmingskabels zijn voorzien van metermarkeringen om u te helpen bij de installatie. ▪ De werkelijke kabellengte kan +/- 2% variëren.
12
VIAMJ210
Verlenging van uitlopers ▪ Vermijd het verlengen van uitlopers, indien mogelijk. Sluit uitlopers aan op bijvoorbeeld aftakdozen of kabelputten. ▪ Max. 5% verlies van mogelijk vermogen over de volle lengte van de uitloper. ▪ Door een extra lange uitloper zal de capacitieve lekstroom toenemen, wat betekent dat het RCD-uitschakelvermogen mogelijk hoger moet zijn. Sensoren ▪ Sensoren zijn componenten die onder spanning staan (230 V) en moeten daarom in de kunststof leiding worden bekabeld. ▪ Sensoren kunnen worden verlengd met behulp van installatiekabel. ▪ Zie hoofdstuk 4 voor specifieke toepassingen.
Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding
ECflex Verwarming Toepassingen ▪ Niet blootgesteld aan zonlicht of tocht via deuropeningen ▪ Tussen >2 cm vanaf twee verwarmingskabels ▪ De leiding moet gelijk zijn met het vloeroppervlak. ▪ Het kan nodig zijn hiertoe de leiding te verzinken. ▪ Sluit de leiding aan op de aansluitdoos.
Vloersensoren (alleen voor toepassingen binnenshuis) ▪ Verplicht onder houten vloeren of onder houten ondervloeren. ▪ Moeten op de juiste plek geplaatst worden.
4
Toepassingen binnenshuis
Ondervloerconstructie.
Dunne onderlaag* (<3 cm)
Balkenvloerconstructies
EFCI DRY
Hout
Max. 10 W/m en 100 W/m2
Beton
Max. 20 W/m en 225 W/m2
Betonvloeren (>3 cm)
Vloertype Hout, parket, laminaat
Max. 100 W/m2
Max. 80 W/m2
Max. 100 W/m2
Max. 150 W/m2
Tapijt, vinyl, linoleum, enz.
Max. 100 W/m2
-
-
Max. 150 W/m2
Tegelvloeren in ▪ badkamers, ▪ serres, ▪ kelders, enz.
100 - 200 W/m2
-
-
100 - 200 W/m2
Tegelvloeren in ▪ keukens, ▪ woonkamers, ▪ hallen, enz.
100 - 150 W/m2
-
-
100 - 150 W/m2
* Mogelijk tot 225 W/m2 in randzones, bijv. onder grote ramen ▪ Op betonnen ondervloeren en onder tegels, alleen ▪ indien aangesloten op een afzonderlijke vloersensor en thermostaat
Danfoss Heating Solutions
VIAMJ210
13
Installatiehandleiding
ECflex Verwarming Toepassingen ▪ Vermijd beuken- en esdoornhout in meerlaagse vloerbedekkingen tenzij onder druk gedroogd. ▪ Breng een dampwerende laag aan voor ondervloeren <95% RV en een vochtwerende folie >95%. ▪ Zorg voor 100% contact tussen element en vloermateriaal erboven (geen luchtzakken). ▪ Breng het verwarmingssysteem in de hele vloer aan bij 15°C oppervlaktetemperatuur. ▪ Installeer altijd een vloersensor om de vloertemperatuur te begrenzen. Zie hoofdstuk 7.1 voor meer informatie.
Houten vloerbedekkingen Hout krimpt en zet uit afhankelijk van de relatieve vochtigheid (RV) in de ruimte. Optimaal is een RV van 30-60%. 4.1
Vloerverwarming in dunne onderlagen
Nieuwe tegelvloer in natte ruimtes
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Nieuwe vloerbedekking in droge ruimtes
1. Nieuwe tegels, houten vloer, laminaat of tapijt 2. Dampwerende laag en geluidsabsorberende mat (houten vloer / laminaat) 3. Op latexbasis gietmortel/tegellijm 4. ECflex verwarmingskabel 5. Primer 6. Bestaande betonnen of houten vloer
Houten ondervloeren moeten juist bevestigd worden ▪ Breng, zo nodig, vloerpleister aan vóór het aanbrengen van het verwarmingselement. Aanvullende isolatie (bouwplaat voor tegels) ▪ Kan aangebracht worden tussen bestaande ondervloer en verwarmingselement.
14
VIAMJ210
Nieuwe tegels Tegellijm Vochtbestendig folie (in natte ruimtes) Zelfegaliserende gietmortel ECflex verwarmingskabel Primer Bestaande tegels of betonvloer
▪ Polystyreen (XPS) met hoge druksterkte >300 kN/m2. ▪ Beton of isolatiefolie zonder barsten. ▪ Aanbrengen zoals voorgeschreven door de fabrikant. ▪ Vloersensor moet worden geïnstalleerd boven de isolatie. ▪ Vermogen max. 10 W/m en 150 W/m2.
Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding
ECflex Verwarming Toepassingen
Vochtwerende folie ▪ Toepassen in natte ruimtes boven de verwarmingskabels. ▪ Alleen aanbrengen indien nog niet geïnstalleerd in bestaande vloer.
Benodigd gereedschap ▪ Hamer. ▪ Beitel. ▪ Lijmpistool.
Tegellijm of zelfegaliserende gietmortel ▪ Behandel de ondervloer zoals aangegeven door de leverancier. ▪ Het verwarmingselement moet vóór het aanbrengen stevig bevestigd zijn. ▪ Het verwarmingselement moet volledig bedekt zijn met een laag van minstens 5 mm dik.
Hak een uitsparing uit in de muur en bevestig kabelleidingen en aansluitdoos. Hak een uitsparing uit voor de sensorbuis en de uitloper. Bevestig de sensorbuis, bijv. met een lijmpistool.
4.2
Rol de kabel uit en bevestig deze aan de ondervloer door middel van Danfoss CLIP bevestigingsaccessoires of een vergelijkbaar product.
Gebruik flexibele zelfegaliserende gietmortel, vochtwerende folie en/of tegellijm, afhankelijk van de vloerafwerking.
Vloerverwarming in balkenvloerconstructies 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Danfoss Heating Solutions
Houten vloerbedekking. Balkenvloer. ECflex Verwarmingskabel. Kippengaas en/of aluminiumfolie. Isolatie. Ondervloerconstructie.
VIAMJ210
15
Installatiehandleiding
ECflex Verwarming Toepassingen
De ondervloerconstructie moet goed geïsoleerd worden. ▪ Isoleer koudebruggen en sluit luchtsleuven af, bijv. tussen de vloerconstructie en muren/ daken. De verwarmingskabels mogen niet in aanraking komen met de isolatie of het houtwerk. ▪ De afstand tussen de verwarmingskabel en de planken en vloerbalken moet minstens 30 mm bedragen. ▪ De optimale afstand tussen de verwarmingskabels en de vloerbedekking is 3-5 cm. ▪ De verwarmingskabel moet om de 30 cm aan het gaas of de folie worden bevestigd.
Breng kippengaas of een vergelijkbaar product aan op de isolatie.
4.3
Verwarmingskabels mogen een vloerbalk kruisen ▪ door middel van een uitsparing van 50 mm bekleed met aluminium tape. ▪ Zorg ervoor dat de kabel nooit in contact komt met de vloerbalk. ▪ Slechts één kabel in elke uitsparing. Benodigd gereedschap ▪ Schrobzaag. ▪ Aluminium tape. ▪ Danfoss TWISTCLIP of een vergelijkbaar product.
Maak een insnijding van 50 mm en dek af met aluminium tape op plaatsen waar de kabels een vloerbalk kruisen.
Vloerverwarming met EFCI DRY 1. 2. 3. 4. 5. 6.
16
Bevestig de kabel en sensor op de juiste wijze met Danfoss TWISTCLIP , kabelbinders of hittebestendig tape.
VIAMJ210
Hout / parket / laminaat. Geluidsabsorptie mat / teerpapier. ECflex EFTPC . EFCI Droog. Vochtbestendige folie. Bestaande vloerconstructie (bv. beton, gips, polystyreen)
Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding
ECflex Verwarming Toepassingen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Installatie onder tapijten, linoleum of vinyl ▪ Moet worden gescheiden van kabels door minimaal 5 mm drukverdeelbord. ▪ Let op de isolatiewaarde boven het drukverdeelbord. ▪ R < 0,10 m2K/W overeenkomend met 1 Tog of een dun tapijt.
Maak een gat voor de warm/koud kabelaansluiting en de doorvoerbuis van de vloersensor en vijl eventuele scherpe randen bij. Bevestig de doorvoerbuis aan de ondervloer met lijm of schroeven.
Linoleum / vinyl, tapijt. Drukverdeelbord (bv. triplex). Geluidsabsorptie mat / teerpapier. ECflex EFTPC . EFCI Droog. Vochtbestendige folie. Bestaande houten vloerconstructie.
Benodigd gereedschap ▪ Schrobzaag. ▪ Vijl. ▪ Lijmpistool. ▪ Aluminium tape.
Installeer de ECflex verwarmingskabel. Zorg dat de kabel, het uiteinde en de warm/koud kabelaansluiting steeds contact maken met de aluminium plaat of aluminium tape.
Zie de installatiehandleiding voor het EFCI product voor nadere inlichtingen.
Danfoss Heating Solutions
VIAMJ210
17
Installatiehandleiding 4.4
ECflex Verwarming Toepassingen
Vloerverwarming in betonvloeren Verwarmingstegels in badkamers
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Nieuwe tegels. Tegellijm. Vochtbestendige folie. Beton. ECflex verwarmingskabel. Netwapening. XPS-isolatie. Betonplaat.
Nieuwe vloer in droge ruimtes
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Houten vloer, laminaat of tapijt. Geluidsabsorptie mat / teerpapier (onder hout). Dampwerende laag. Beton. ECflex verwarmingskabel. Betonplaat of folie. XPS-isolatie. Zand en grond.
Andere combinaties van vloerbedekking en bestaande vloerconstructie zijn ook mogelijk. De verwarmingskabels mogen de isolatie niet raken ▪ De verwarmingskabel moet door netwapening, betonplaat of folie gescheiden zijn. Inbedden in beton, mortel of dekvloer ▪ De bedding mag geen scherpe stenen bevatten ▪ De bedding moet voldoende nat, homogeen en vrij van luchtbellen zijn
18
VIAMJ210
▪ Giet met matige snelheid om te voorkomen dat het element verschuift ▪ Vermijd overmatig gebruik van harken, spaden, trilstampers en walsen ▪ Het verwarmingselement moet volledig bedekt zijn met een laag van minstens 5 mm dik ▪ Houd rekening met een droogtijd van ongeveer 30 dagen voor beton en 7 dagen voor gietmortel.
Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding
Bevestig netwapening, betonplaat of folie op de Isolatie.
5
ECflex Verwarming Toepassingen
Rol de kabel uit en bevestig deze aan de ondervloer of netwapening door middel van Danfoss CLIP bevestigingsaccessories of een soortgelijk product.
Giet met matige snelheid om verschuiving van het element te voorkomen.
Toepassingen buitenshuis
Neem de volgende warmtedichtheden (W/m2) in acht voor de betreffende toepassing.
Ontwerptemperatuur [°C]
Het sneeuw- en ijsvrij houden van grondoppervlakken areas [W/m2]
Vorstbescherming voor leidingsystemen systemen [W/m2]
0 tot -5
200
Zie onderstaande tabel.
-6 tot -15
300
-16 tot -25
400
-26 tot -35
500
Danfoss Heating Solutions
VIAMJ210
19
Installatiehandleiding
ECflex Verwarming Toepassingen
Vorstbescherming voor leidingsystemen [W/m] Δt [K] Isolatie [mm] 15 20 25 32
5.1
125
150
200
20
10 20 30 40 50
8 5 4 4 3
9 6 5 4 4
11 7 5 5 4
14 8 6 5 5
16 9 7 6 5
19 11 8 7 6
24 14 10 8 7
29 16 12 9 8
36 19 14 11 9
44 24 17 13 11
28 19 15 13
36 25 19 16
30
10 20 30 40 50
12 8 6 5 5
14 9 7 6 6
17 10 8 7 6
20 12 9 8 7
24 14 11 9 8
29 17 12 10 9
37 20 15 12 11
44 24 18 14 12
29 21 17 14
35 25 20 17
42 29 23 19
37 29 24
40
10 20 30 40 50
15 10 8 7 6
19 12 9 8 7
22 14 11 9 8
27 16 12 10 9
32 19 14 12 10
39 22 17 14 12
49 27 20 16 14
32 23 19 16
39 28 22 19
47 33 26 22
39 31 26
50 39 32
Het sneeuwvrij houden van grondoppervlakken
Vrije constructies zoals platforms, trappen, bruggen en terrassen
20
Buisdiameter DN [mm] 40 50 65 80 100
VIAMJ210
1. Bovenlaag van betonplaat. 2. ECflex verwarmingskabel. 3. Danfoss CLIP bevestigingsaccessoire of netwapening. 4. Onderliggende vrije constructie. 5. Isolatie
Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding
ECflex Verwarming Toepassingen
Grondoppervlakken zoals hellingen en parkeerterreinen
1. 2. 3. 4.
Grondoppervlakken zoals opritten, voetpaden en bestrating
1. 2. 3. 4.
Bodemthermostaat is verplicht ▪ In zandbed: matvermogen vanaf 250 W/m2 en kabelvermogen vanaf 25 W/m. ▪ In betonbed: kabelvermogen vanaf 30 W/m met een warmtedichtheid van > 500 W/m2 (HoH < 6 cm).
Bovenlaag van betonplaat of asfaltbeton. Zandbed of beton. ECflex verwarmingskabel. Danfoss CLIP bevestigingsaccessoire of netwapening. 5. Draaglaag van steenslag/beton/gebruikt asfalt. 6. Isolatie (optioneel, zorg ervoor dat de draaglaag geschikt is). 7. Aarde.
Bovenlaag van bestratingsblokken of betonplaat Zandbed ECflex verwarmingskabel Danfoss CLIP bevestigingsaccessoire of netwapening 5. Draaglaag van steenslag 6. Isolatie (optioneel, zorg ervoor dat de draaglaag geschikt is). 7. Aarde
Installeer geen kabels in alleen zand ▪ De verwarmingskabels moeten worden beschermd door een harde toplaag. ▪ Neem voor andere toepassingen contact op met een verkoopkantoor bij u in de buurt.
Beperkt vermogen ▪ Verklein het te verwarmen oppervlak, bijv. alleen de bandensporen verwarmen in plaats van de hele oprit. ▪ Verdeel en prioriteer het oppervlak in twee zones met behulp van ECtemp 850 . ▪ Installeer minder W/m² dan aanbevolen. De prestaties voor het sneeuwvrij houden zullen afnemen. Installeer niet minder W/m2 dan aanbevolen in waterafvoergebieden, bijv. vóór verwarmde trappen. Danfoss Heating Solutions
VIAMJ210
21
Installatiehandleiding
ECflex Verwarming Toepassingen ▪ Het verwarmingselement moet volledig bedekt zijn met een laag van minstens 5 mm dik. ▪ Houd rekening met een droogtijd van ongeveer 30 dagen voor beton en 7 dagen voor gietmortel.
Inbedden in beton, mortel of dekvloer ▪ De bedding mag geen scherpe stenen bevatten. ▪ De bedding moet voldoende nat, homogeen en vrij van luchtbellen zijn: ▪ Giet met matige snelheid om te voorkomen dat het element verschuift. ▪ Vermijd overmatig gebruik van harken, spaden, trilstampers en walsen.
Bereid het installatieoppervlak voor met Danfoss CLIP bevestigingsaccessoires en/of netwapening. Bevestig de leiding voor de sensorkabel en de sensorbuis/-dummy voor de ECtemp 850 sensor, indien aanwezig.
5.2
Verleng de uitlopers met krimpkousen en leg de aansluitingen op een droge plaats. Dicht alle doorvoeringen door muren of vergelijkbare constructies af. Breng waarschuwingslint aan boven de uitlopers.
Nadat u blokken hebt gelegd of beton/asfalt hebt gegoten, installeert u de externe sensor(en) en verlengt u de sensorkabel(s) overeenkomstig de instructies in de sensorhandleiding.
Vorstbescherming voor leidingen
Leidingverwarming 1. 2. 3. 4. 5.
22
VIAMJ210
Sensor. ECflex verwarmingskabel. Isolatie. Fitting. Afsluiter.
Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding
ECflex Verwarming Toepassingen
Ondergrondse leidingverwarming
1. Gasbetonblok (optioneel) en/of XPS-isolatie (optioneel). 2. ECflex verwarmingskabel. 3. Zandbed. 4. Aarde. 5. Sensor (niet afgebeeld).
Het vereiste vermogen [W/m] staat aangegeven in de tabel op pagina 20 en hangt af van: λ W/mK Warmtegeleiding voor isolatie ≈ 0,04 gebruikt in tabel Δt K Temp.verschil tussen media/omgeving D mm Buitendiameter isolatie d mm Buitendiameter leiding
Het aantal kabels n ▪ Relatie tussen vereist vermogen en kabelvermogen ▪ Aantal kabels per meter in de lengterichting ▪ Min. 2 voor DN125-200 ▪ Geheel getal = rechte kabels (vereenvoudigde installatie) ▪ Decimaal = gewikkeld rond leiding
Voor kunststof leidingen: ▪ Kabelvermogen max. 10 W/m. ▪ Breng aluminium tape aan onder en op de leiding over de volle lengte van de kabel.
Danfoss Heating Solutions
VIAMJ210
23
Installatiehandleiding
ECflex Verwarming Toepassingen
Kabels gewikkeld rond leidingen moeten, zoals afgebeeld, om de 20-30 cm met aluminium tape worden bevestigd. Rechte kabels moeten, zoals afgebeeld, op 5 of 7 uur worden bevestigd. Kabels in leidingen moeten rechtstreeks met een drukpakking in de leiding worden bevestigd.
6
Breng aluminium tape aan onder (verplicht voor kunststof leidingen) en op de leiding over de volle lengte van de kabel.
De installatie voltooien
Kabels aansluiten Sluit alle uitlopers en de sensor aan op de aansluitdoos. ▪ Zie de installatiehandleiding voor de thermostaat. ▪ Zie het bedradingsschema en andere belangrijke informatie in hoofdstuk 1.1. ▪ Zie erop toe dat de totale stroomsterkte niet hoger is dan de capaciteit van de thermostaat. Installeer anders een contactgever.
▪
▪ ▪ ▪ Eindcontrole en documentatie ▪ Zorg dat de warmteverspreider (bv. vloer, leiding) bestand is tegen de warmte van het element. Dit is met name belangrijk als het element wordt aangesloten op een thermostaat
24
Verleng uitlopers/sluit kabels af, en leg aansluitingen op een droge plaats. Monteer de aansluitdoos op of in de buurt van de leiding en installeer de thermostaat in de buurt van de leiding.
VIAMJ210
waarbij de maximumtemperatuur niet kan worden geconfigureerd. Zie hoofdstuk 4 voor meer informatie. ▪ Dit is met name belangrijk, als het element wordt aangesloten op een thermostaat waarbij de maximumtemperatuur niet kan worden geconfigureerd. Documenteer het volgende met tekst, tekeningen of foto's: ▪ kabeltype, afstand, diepte, indeling, circuit-ID, sensoren. ▪ locatie van aansluitingen tussen uitlopers en het verwarmingselement. ▪ locatie van eindkappen (alleen bij dubbele geleiders). ▪ locatie van uitzetvoegen, indien aanwezig. Vul het garantieformulier in. Geef de eindgebruiker of de dagelijkse toezichthouder instructies over het gebruik en onderhoud van het verwarmingssysteem. Controleer voorafgaand aan elke periode van continu gebruik op fouten in het verdeelbord, de thermostaat en de sensoren. ▪ Controlleer nogmaals en vergelijk de ohmse waarde en de isolatieweerstand.
Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding 7
ECflex Verwarming Toepassingen
Optionele instellingen
Als het element wordt aangesloten op een thermostaat, bijvoorbeeld een ECtemp , moet u de basisinstellingen configureren overeenkomstig onderstaande tabel en de installatiehandleiding van de thermostaat.
Vloerverwarming in het algemeen
Het sneeuw- en ijsvrij houden van grondoppervlakken
Vorstbescherming voor leidingsystemen
16 A
Kamertemp. 20-22 °C
-
-
ECtemp 330/610
16/10 A
Vloertemp.: zie hoofdstuk 7.1
Aan < +3 °C
Aan < +5 °C
ECtemp 53x
15A
-
-
ECtemp 550
16A
-
-
Danfoss LINK
15A (FT)
-
-
ECtemp 850
2 x 15A
Smelten < +3 °C, Standby < -3 °C
-
Thermostaat
Max. belasting
ECtemp 13x
-
Stel indien van toepassing de temperatuurlimiet in volgens de aanbevelingen van de fabrikant om schade aan bijv. de vloer of de leiding te voorkomen. 7.1
▪ Voor de meeste houtenvloerproducten is de temperatuur meestal rond 27 °C.
Temperatuurinstellingen voor de vloer
Volgens ISO 13732-2 hangt een aangename vloertemperatuur af van de gebruikte vloerbedekking.
Betonvloer (tegels)
26 - 28,5 °C
Zachthoud (grenen)
22,5 - 28 °C
Hardhout (eiken)
24,5 - 28 °C
Textiel (vloerkleden, tapijten)
21 - 28 °C
Danfoss Heating Solutions
Alle vloertemperatuurinstellingen moeten een paar graden hoger zijn om te compenseren voor de thermische weerstand van de vloerbedekking.
VIAMJ210
25
Installatiehandleiding Thermische weerstand [m2K/W]
ECflex Verwarming Toepassingen
Voorbeelden van vloermateriaal
0,02
15 mm tegel
0,05
8 mm HDF-laminaat
0,10
14 mm beukenparket
0,13
22 mm massief eiken planken
<0,17 0,18
Details
Geschatte instelling voor vloertemperatuur van 25 °C temperatuur
Steen of keramiek
26 °C
>800 kg/m3
28 °C
650 - 800
kg/m3
31 °C
>800 kg/m3
32 °C
Max. tapijtdikte geschikt voor vloerverwarming
volgens EN 1307
34 °C
22 mm massief grenen planken
450 - 650 kg/m3
35 °C
De vloertemperatuur moet tijdens de eerste week langzaam worden verhoogd, zodat de nieuwe vloer kan acclimatiseren. Dit wordt ook aanbevolen aan het begin van een stookseizoen.
26
VIAMJ210
Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding
Danfoss Heating Solutions
ECflex Verwarming Toepassingen
VIAMJ210
27
Installatiehandleiding
ECflex Verwarming Toepassingen
Danfoss A/S Electric Heating Systems Ulvehavevej 61 7100 Vejle Denmark Phone:+45 7488 8500 Fax: +45 7488 8501 Email:
[email protected] www.EH.danfoss.com
Danfoss kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor mogelijke fouten in catalogi, handboeken en andere documentatie. Danfoss behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving haar producten te wijzigen. Dit geldt eveneens voor reeds bestelde producten, mits zulke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder dat veranderingen in reeds overeengekomen specificaties noodzakelijk zijn. Alle in deze publicatie genoemde handelsmerken zijn eigendom van de respectievelijke bedrijven. Danfoss Heating Solutions en het Danfoss Heating Solutions logo zijn handelsmerken van Danfoss A/S. Alle rechte voorbehouden.
088L0802 & VIAMJ210
Produced by Danfoss Heating Solutions © 01/2012