bcm1069-9810
pagina 1 van 5
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1069/Low & Bonar-Waddington
I. MELDING 1. Op 11 september 1998 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Low & Bonar Plc. (hierna: Low & Bonar) voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Waddington Cartons Ltd. (hierna: Waddington Cartons) en Waddington Europe B.V. (hierna: Waddington Europe). Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 176 van 16 september 1998. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.
II. PARTIJEN 2. Low & Bonar is een vennootschap naar het recht van het Verenigd Koninkrijk en genoteerd aan de London Stock Exchange. Low & Bonar is houdstermaatschappij van een aantal dochterondernemingen. 3. Low & Bonar is een gediversifieerde groep die actief is in Europa en Noord-Amerika. De belangrijkste activiteiten van Low & Bonar omvatten de productie van plastics, de productie van polypropyleen-garen, -stoffen en vloerbedekking, alsmede van verpakkingen, waaronder het verzorgen van de verpakking van producten van derden ("contract packing") en de productie van vouwkartonverpakking en verpakkingsbenodigdheden. In Europa is Low & Bonar slechts actief ten aanzien van vouwkartonverpakking. 4. Waddington Cartons is een besloten vennootschap naar het recht van het Verenigd Koninkrijk. Waddington Europe is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Waddington Cartons en Waddington Europe behoren tot Waddington Plc., een beursgenoteerde onderneming aan de London Stock Exchange. 5. Waddington Cartons en Waddington Europe (via haar dochterondernemingen Waddington IMCA B.V. en Imperama N.V.) houden zich bezig met de productie en de verkoop van vouwkartonverpakking in België, Nederland, Luxemburg, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Polen en het Verenigd Koninkrijk. De activiteiten omvatten het ontwerp, de ontwikkeling en de productie van kartonverpakkingen, die voornamelijk geleverd worden aan grote producenten in de levensmiddelenindustrie.
III. DE GEMELDE OPERATIE 6. Blijkens de door partijen overgelegde Sale and Purchase Agreement d.d. 15 september 1998 zal Low & Bonar het volledig geplaatst
file://E:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1069-9810.htm
7-12-2006
bcm1069-9810
pagina 2 van 5
aandelenkapitaal van Waddington Cartons en Waddington Europe verwerven. De voorgenomen concentratie zal tot gevolg hebben dat Waddington Cartons en Waddington Europe volledige dochterondernemingen zijn van Low & Bonar.
IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 7. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven omschreven transactie leidt er toe dat Low & Bonar de uitsluitende zeggenschap verwerft in twee voorheen van die onderneming onafhankelijke ondernemingen. 8. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn Low & Bonar, Waddington Cartons en Waddington Europe. 9. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens van de betrokken ondernemingen blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.
V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkt Opvatting van partijen 10. Partijen zijn van oordeel dat de beïnvloede markt de Europese markt voor bedrukte vouwkartonverpakkingen is. Dergelijke vouwkartonverpakkingen worden in opdracht van afnemers rechtstreeks aan die afnemers geleverd. Partijen hebben daarbij aangegeven dat de productie van bedrukte vouwkartonverpakking op drie verschillende manieren kan plaatsvinden, waarbij het drukproces bepalend is. De drie verschillende drukprocessen (gravure, offset en flexo) verschillen volgens partijen onderling en normaliter, zo hebben partijen naar voren gebracht, zal een producent van vouwkartonverpakking slechts één van deze methodes hanteren. Partijen zelf gebruiken momenteel het offset-procédé. Beoordeling 11. Met partijen kan aangenomen worden dat de markt waartoe de productie en verkoop van bedrukte vouwkartonverpakkingen behoren, in het onderhavige geval de beïnvloede markt is. In het midden kan blijven of de markt breder gedefinieerd moet worden dan alleen de markt voor bedrukte vouwkartonverpakkingen en bijvoorbeeld ook andere verpakkingen omvat. Zelfs bij de meest enge marktafbakening - de markt is dan gedefinieerd als de markt voor bedrukte vouwkartonverpakkingen, geproduceerd met behulp van offset-techniek - zijn vanuit mededingingsrechtelijk oogpunt geen problemen te verwachten. Zie hiervoor punt 14 van het onderhavige besluit. Bovendien is bij een bredere marktafbakening geen sprake van overlap, omdat Waddington niet actief is ten aanzien van andere verpakkingen. Voorts kan in het midden blijven of afhankelijk van de aard van het drukproces - hierbij aparte markten moeten worden onderscheiden, of dat sprake is van één markt voor bedrukte vouwkartonverpakkingen, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wijzigt.
file://E:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1069-9810.htm
7-12-2006
bcm1069-9810
pagina 3 van 5
Relevante geografische markt Opvatting van partijen 12. Low & Bonar produceert en verkoopt haar producten nagenoeg uitsluitend in het Verenigd Koninkrijk, terwijl de activiteiten van Waddington Cartons en Waddington Europe geconcentreerd zijn in België, Nederland en Luxemburg. Partijen hebben opgemerkt dat de grotere producenten van vouwkartonverpakking met elkaar concurreren op een pan-Europese basis (EU-lidstaten, Tsjechië, Hongarije en Polen). Grote afnemers bevinden zich volgens partijen in geheel Europa en voorzien meer en meer op Europees niveau in hun verpakkingenbehoefte. Dit blijkt naar opvatting van partijen onder andere uit het feit dat Waddington IMCA B.V. twee-derde van haar omzet buiten Nederland genereert. Kleinere producenten zijn actief op nationale en regionale schaal. Beoordeling 13. In het onderhavige geval is niet van belang of de markt tot Nederland beperkt wordt, dan wel een groter gebied dan Nederland omvat, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed. Zie de punten 14 en 15 van dit besluit. B. Gevolgen van de concentratie 14. Indien niet wordt onderscheiden naar drukprocédé (gravure, offset of flexo), behalen partijen ten gevolge van de voorgenomen concentratie een gecombineerd marktaandeel van [1% tot 15%], in geval wordt uitgegaan van een Europese markt. Indien de markt wordt afgebakend als de Europese markt voor bedrukte kartonverpakkingen, geproduceerd met behulp van de offset-techniek, dan bedraagt het gecombineerde marktaandeel van partijen ongeveer [1% tot 15%]. 15. Indien uitgegaan wordt van een Nederlandse markt, dient overwogen te worden dat ten gevolge van de voorgenomen concentratie geen toename in het marktaandeel plaatsvindt, omdat Low & Bonar tot op heden niet actief is in Nederland ter zake van bedrukte vouwkartonverpakkingen. In dat geval is er dus geen sprake van een beïnvloede markt in de zin van het Besluit gegevensverstrekking Mededingingswet (Stb. 1997, 485). 16. Op grond van voorgaande overwegingen behoeft in het onderhavige geval niet gevreesd te worden dat de voorgenomen concentratie tot gevolg heeft dat een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt wordt belemmerd.
VI. NEVENRESTRICTIES 17. Verkopende partijen zijn op grond van artikel 6 van de Sale and Purchase Agreement gehouden aan een non-concurrentiebeding. Het nonconcurrentiebeding heeft betrekking op eventuele toekomstige betrokkenheid van de verkopers terzake van vouwkartonverpakking. Zij dienen zich gedurende vijf jaren na de totstandkoming van de voorgenomen concentratie in Europa te onthouden van de productie, ontwikkeling en verkoop van vouwkartonverpakking. 18. Voorts zijn partijen in artikel 6 van voornoemde Sale and Purchase
file://E:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1069-9810.htm
7-12-2006
bcm1069-9810
pagina 4 van 5
Agreement als uitzondering op het geformuleerde non-concurrentiebeding overeengekomen dat Waddington Plc. haar belang van 75% in Cartonmaster Ltd. thans nog mag behouden. Cartonmaster Ltd. is een onderneming die zich eveneens bezighoudt met de productie en verkoop van vouwkartonverpakking. Waddington Plc. verplicht zich er op grond van artikel 6 van voornoemde Sale and Purchase Agreement echter toe om inspanningen te verrichten die redelijkerwijs noodzakelijk zijn om haar belang in Cartonmaster Ltd. af te stoten. 19. Ten slotte is het verkopende partijen op grond van hetzelfde artikel van voornoemde Sale and Purchase Agreement niet toegestaan gedurende een periode van twee jaren na de totstandkoming van de voorgenomen concentratie enig agent, distributeur, werknemer of (ex-)adviseur van Waddington Cartons en Waddington Europe te benaderen met als doel indiensttreding of het laten verrichten van werkzaamheden, noch daartoe pogingen te ondernemen. 20. Redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de genoemde periode van respectievelijk vijf en twee jaren aanvaardbaar zijn om Low & Bonar te verzekeren van de waarde van de overgenomen aandelen, know-how en klantenkring. Omdat de genoemde clausules zich beperken tot de activiteiten die verkopende partijen thans verrichten, gaat het voorwerp van de clausules niet verder dan wat redelijkerwijs noodzakelijk kan worden geacht voor de verwezenlijking van de concentratie. 21. Ten aanzien van het geografisch toepassingsgebied zij opgemerkt dat dit gebied groter is dan het gebied waar Waddington Cartons en Waddington Europe thans hun producten verkopen. Niettemin hebben partijen in aanvulling op hun melding aannemelijk gemaakt dat zij bij hun activiteiten concurrentiedruk ondervinden van ondernemingen, gevestigd in landen waar Waddington Cartons en Waddington Europe thans niet actief zijn ter zake van bedrukte vouwkartonverpakkingen. Die ondernemingen zouden blijkens door partijen gegeven praktijkvoorbeelden eenvoudig in staat zijn klanten uit de landen waar Waddington Cartons en Waddington Europe thans wel actief zijn, weg te lokken. Aannemelijk is derhalve dat wanneer het geografische toepassingsgebied van de bedoelde clausules beperkt blijft tot de landen waar Waddington Cartons en Waddington Europe thans hun producten afzetten, de concentratie in het onderhavige geval tot stand zou komen op een minder hechte grondslag c.q. met minder kans van slagen. In dat licht is een geografisch toepassingsgebied dat betrekking heeft op Europa aanvaardbaar. 22. Gezien het voorgaande wordt in het onderhavige geval geconcludeerd dat genoemde clausules gelet op de duur, de personele en materiële draagwijdte en het territoriale toepassingsgebied niet verder gaan dan wat redelijkerwijs als noodzakelijk kan worden beschouwd. Zo beschouwd, kunnen de clausules naar hun aard geacht worden rechtstreeks verbonden te zijn aan de voorgenomen concentratie en noodzakelijk voor de verwezenlijking daarvan, omdat op die wijze gewaarborgd wordt dat de volle waarde van de ondernemingen die het voorwerp zijn van de voorgenomen transactie wordt overgedragen.
VII. CONCLUSIE 23. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan
file://E:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1069-9810.htm
7-12-2006
bcm1069-9810
pagina 5 van 5
op significante wijze wordt belemmerd. 24. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. 25. Gelet op de punten 17 tot en met 22 is de directeur-generaal van oordeel dat, voorzover de in punten 17 tot en met 19 omschreven clausules overeenkomsten vormen als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomsten. Datum: 09.10.1998
w.g. A.W. Kist Directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam. terug
Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.
file://E:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1069-9810.htm
7-12-2006