bcm1089-9812
pagina 1 van 7
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1089: Oveneen
I. MELDING 1. Op 20 november 1998 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat (a) Oveneen B.V. i.o. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over: b. c. d. e. f. g. h. i. j. k.
Dominicus Beheer B.V., Beheermaatschappij Veenman Wateringen B.V., 'n Boosman Beheer B.V., Holdingmaatschappij Broekmans Bakkerijen B.V., Egberts & Co B.V., Enpe Holding B.V., De Graaf's Bakkerijgroep B.V., Holding Klootwijk B.V., Holding Welten B.V. en Smabo Holding B.V.
2. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 226 van 25 november 1998. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen.
II. PARTIJEN 3. Oveneen B.V. i.o. (hierna: Oveneen) is een onderneming die thans wordt opgericht met als doel het verkrijgen van de volledige zeggenschap in de in punt 1 genoemde bakkersbedrijven. Oveneen zal na de verwerving hun activiteiten voortzetten. De participatiemaatschappij Residentie Participatie IV C.V. (hierna: Residentie), dochteronderneming van de Achmea-groep, zal een minderheidsdeelneming in Oveneen hebben van maximaal 45 à 49%. Mogelijk zal dit minderheidsbelang tezamen met één of twee andere participatiemaatschappijen worden ingenomen. Momenteel heeft Residentie een minderheidsbelang van 44,6% in Bakkerij Van Dijk B.V. (hierna: Bakkerij Van Dijk). Bakkerij Van Dijk heeft zich gespecialiseerd in de productie van marsepein, crème, chocolade en koekachtige artikelen. 4. Dominicus Beheer B.V. (hierna: Dominicus of partij (b)) vormt met haar dochtermaatschappijen Holding Steketee B.V. en Bakkerij Dominicus B.V. een fiscale eenheid. De aandelen in Dominicus worden gehouden door de heren J.A. Dominicus, A. Dominicus en A.B. Dominicus. De feitelijke bakkerijwerkzaamheden worden verricht vanuit Bakkerij Dominicus B.V.. Holding Steketee B.V. verricht geen enkele activiteit. 5. Beheermaatschappij Veenman Wateringen B.V. (hierna: Veenman Wateringen of partij (c)) heeft een werkmaatschappij, Bakkerij Veenman B.V. De aandelen in Veenman Wateringen worden gehouden door Stichting
file://E:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1089-9812.htm
7-12-2006
bcm1089-9812
pagina 2 van 7
Administratiekantoor B.V.. Houders van de door Stichting Administratiekantoor Veenman uitgegeven certificaten zijn mevrouw N.B. Veenman en de heren J.A.L. Veenman en J.J. Veenman. Veenman Wateringen heeft buiten bakkerijactiviteiten geen andere activiteiten of participaties. 6. n' Boosman Beheer B.V. (hierna: Boosman of partij (d)) heeft vijf werkmaatschappijen, waarmee zij een fiscale eenheid vormt. Deze vijf werkmaatschappijen zijn: N.O.H. Bakkerijen B.V., Bakkerij Schipper B.V., Schipper Snacks B.V., Bakkerij Hans Schipper B.V. en Panino B.V. De aandeelhouders in Boosman zijn Rukebet B.V. en Arnimar B.V. . De aandelen in Rukebet B.V en in Arnimar B.V. worden gehouden door respectievelijk de heer J. Schipper en de heer A. Schipper. 7. Holdingmaatschappij Broekmans Bakkerijen B.V. (hierna: Broekmans of partij (e)) heeft één werkmaatschappij, Broekmans Bakkerijen B.V. De aandelen in de holdingmaatschappij worden gehouden door de heer J.A.A. Broekmans. 8. Egberts & Co B.V. (hierna: Egberts & Co of partij (f)) exploiteert een bakkerij, die zich geheel heeft toegelegd op de productie van brood en broodproducten (vruchtenbrood, brood voor hotdogs en hamburgers e.d.). De aandelen van Egberts & Co. worden gehouden door Hoogendoorn Beheer B.V. Het aandelenkapitaal van deze beheermaatschappij staat op naam van een Stichting Administratiekantoor waarvan het bestuur wordt gevormd door de heer R.H.J. Hoogendoorn, die tevens algemeen directeur is van Hoogendoorn Beheer B.V. en Egberts & Co. en houder van de certificaten voor aandelen in Hoogendoorn Beheer B.V. 9. Enpe Holding B.V. (hierna: Enpe of partij (g)) heeft vier (100%-) dochtermaatschappijen: Enpe Bakkerijen B.V., Enpe Transport B.V., Maxivlaai B.V. en Pilot Store V.O.F. De aandelen in Enpe worden gehouden door Tre Andel Beheer B.V. en de aandelen van Tre Andel Beheer worden weer gehouden door mevrouw A.N.E.J. Zeelen-Snertselaar, mevrouw M.W.D. Slijpen-Snertselaar en mevrouw C. Snertselaar. 10. De Graaf's Bakkerijgroep (hierna: De Graaf's of partij (h)) heeft drie (100%-) werkmaatschappijen: De Graaf's bakkerijen B.V., Do Schat Bakkerijen B.V. en Dutch Cake B.V. De aandelen in De Graaf's worden gehouden door de heren J.M. van Helden, H.J.J. Flinsenberg en J.B. Snoek. 11. Holding L. Klootwijk B.V. (hierna: Klootwijk of partij (i)) bestaat uit drie werkmaatschappijen: Bakkerij Klootwijk/Den Boer B.V., Bakkerij Den Boer Ridderkerk B.V. en KWB Filialenexploitatie B.V. De aandelen in Klootwijk worden gehouden door L. Klootwijk Vermogens Beheer B.V.. De aandelen hiervan worden gehouden door de heer L. Klootwijk in privé. 12. Holding Welten B.V. (hierna Welten of partij (j)) heeft twee (100%-) werkmaatschappijen: Bakker Welten B.V. en Bakewell B.V. De certificaten van Welten worden gehouden door Guust Welten B.V., de heer B.V.B. Welten en Stichting Fam Fonds. 13. Smabo Holding B.V. (hierna: Smabo of partij (k)) heeft twee subholdings: Ring Investments B.V. en Increda Holding B.V.. Increda Holding B.V. heeft twee werkmaatschappijen: Smarius Bakkerijen B.V. en De Korenaar B.V.. Smarius produceert en verkoopt broodartikelen (dagvers en voorgebakken) en banketartikelen, De Korenaar exploiteert op franchisebasis bakkerijwinkels. Ring Investment B.V heeft vier (100%-) ondernemingen: P&B Bakkerijen B.V. (productie van (zuurstofarm) verpakte broodproducten); Bakkerij J. Dekker B.V. (productie en verkoop van dagverse broodartikelen); Chez Louis B.V., die middels haar verkoopmaatschappij Easy B.V. actief is voor de groep in diepvries- en
file://E:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1089-9812.htm
7-12-2006
bcm1089-9812
pagina 3 van 7
zuurstofarm verpakte artikelen en middels Easy Bakproducten B.V. actief is in de productie van (zuurstofarm) verpakte saucijzenbroodjes, worstenbroodjes en croissants; Houtmolense Immobilien B.V. B.A. (een besloten vennootschap naar Belgisch recht), houdstermaatschappij voor Bakkerij Dorper Heide B.V. B.A. (een besloten vennootschap naar Belgisch recht), die actief is op het gebied van de productie van (zuurstofarm) verpakte broodartikelen. De aandelen van Smabo zijn in handen van familie Smarius en De Boer.
III. DE GEMELDE OPERATIE 14. Partijen hebben het voornemen gemeld dat Oveneen zal worden opgericht met geen ander doel dan zeggenschap te verkrijgen in de partijen (b) tot en met (k), die zich allen bezig houden met de exploitatie van bakkersbedrijven. Het voornemen is om op dezelfde dag het volledige aandelenkapitaal in partijen (b) tot en met (k) te verwerven. Na de verwerving zullen genoemde activiteiten door Oveneen worden voortgezet. 15. Partijen hebben bij de melding 9 Intentieverklaringen overgelegd tussen enerzijds Oveneen en anderzijds de verkopers van elk van de in punten 4 tot en met 13 genoemde partijen (b) tot en met (k) afzonderlijk, met uitzondering van partij (c). 16. Oveneen zal de aandelen in genoemde bakkersbedrijven verwerven deels door een betaling in contanten verkregen door verkoop van 45-49% van de aandelen in Oveneen aan de financier van de transactie, Residentie, deels door plaatsing van de resterende 51-55% van de aandelen bij de verkopers van de over te nemen bakkersbedrijven.
IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 17. Partijen hebben opgemerkt dat formeel gezien deze transacties zouden kunnen worden aangemerkt als een melding van de concentraties tussen Oveneen enerzijds en elk van de partijen (b) tot en met (k) anderzijds in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. Partijen hebben ook aangegeven dat deze transactie (die formeel gezien bestaat uit verschillende transacties) materieel kan worden gezien als een concentratie tussen partijen (b) tot en met (k) als bedoeld in artikel 27, onder a, van de Mededingingswet. 18. Partijen hebben desgevraagd geen overeenkomst, notulen of anderszins kunnen overleggen waaruit blijkt dat de onderhavige transacties, omschreven in punten 14 tot en met 16, onderling verbonden zijn. Integendeel, de overgelegde intentieverklaringen staan geheel los van elkaar. Het niet doorgaan van de ene transactie heeft geen gevolgen voor de doorgang van de andere transactie. Tevens is niet gebleken dat alle genoemde bakkersbedrijven onder een gemeenschappelijk (dagelijks) bestuur komen te staan. In het kader van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht moeten de aangemelde transacties derhalve worden beschouwd als separate overnames in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. 19. De uiteindelijke zeggenschap in de over te nemen ondernemingen zal berusten bij Oveneen. Residentie zal na de onderhavige transactie met een belang van 49% geen zeggenschap verkrijgen in Oveneen. Zij beschikt niet over strategische vetorechten (anders dan ter bescherming van haar financiële belangen). De overige 51% van de aandelen in Oveneen worden
file://E:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1089-9812.htm
7-12-2006
bcm1089-9812
pagina 4 van 7
gehouden door de verkopende partijen van de betrokken ondernemingen. Geen van deze aandeelhouders zal over vetorechten beschikken. Gezien het betrekkelijk groot aantal aandeelhouders met een betrekkelijk klein belang is nog nagegaan of het in de lijn der verwachtingen ligt dat Residentie de facto zeggenschap zal hebben. Dit lijkt niet het geval te zijn. Partijen hebben dit desgevraagd bevestigd. 20. Een en ander neemt overigens niet weg dat na het voltrekken van de eerder genoemde separate overnames er een situatie ontstaat waarin Oveneen uiteindelijk de uitsluitende zeggenschap heeft in alle overgenomen ondernemingen. 21. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), bij de verschillende overnames zijn enerzijds Oveneen en anderzijds respectievelijk partijen (b) tot en met (k). Hierbij zij opgemerkt dat de transactie die het eerste plaatsvindt geen concentratie is omdat daarbij dan nog slechts één onderneming betrokken is. Elke volgende transactie is dat wel. 22. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat hoe de transactie ook geconstrueerd wordt een aantal van de gemelde concentraties binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. Partijen hebben niet kunnen aangeven in welke volgorde de transacties zullen plaatsvinden. Bij de eerste transactie(s) zal nog niet voldaan zijn aan de omzetgrens van 250 miljoen gulden als bedoeld in artikel 29 van de Mededingingswet. Alle daarop volgende transacties zullen onder het concentratietoezicht vallen, althans voor zover de over te nemen betrokken onderneming een omzet heeft van méér dan 30 miljoen gulden. 23. Uit het bovenstaande blijkt dat in ieder geval een aantal van hierboven genoemde transacties onderworpen zullen zijn aan het concentratietoezicht. In overleg met partijen is besloten de gemelde transacties gecombineerd in één besluit te beoordelen op hun gezamenlijke gevolgen voor de mededinging in Nederland. Deze benadering doet in het onderhavige geval het meeste recht aan de economische realiteit. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten 24. Partijen hebben aangegeven dat de diverse over te nemen bakkersbedrijven actief zijn in de productie, verkoop en distributie van brood (zowel dagvers als voorgebakken), broodproducten, zoals broodsnacks, hartig stokbrood, pizza's e.d. en banketartikelen. Partijen hebben aangegeven dat tot de broodmarkt alle verschillende broodsoorten worden gerekend die met gist worden gebakken (groot- en kleinbrood, zowel dagvers als voorgebakken en overige broodproducten). Met betrekking tot de diverse categoriën is naar het oordeel van partijen geen sprake van afzonderlijke productmarkten. Voor wat betreft gebak en banket hebben partijen er op gewezen dat zij zich hoofdzakelijk hebben toegelegd op de productie van brood. De behaalde omzet met gebak en banket is volgens partijen te verwaarlozen. Een groot deel hiervan betreft de verkoop van bij derden ingekochte artikelen. Slechts enkele van de over te nemen ondernemingen hebben zich toegelegd op de productie van gebak- of banketproducten. In deze context menen zij dat het niet relevant is een nader onderscheid te maken. De markt voor dagvers brood en de markt voor voorgebakken brood 25. In het besluit Quality Bakers - Erkens Bakkerijen is in het midden gelaten of sprake is van te onderscheiden markten met betrekking tot dagvers brood en voorgebakken brood. Op grond van het feit dat de geografische markt voor voorgebakken brood ruimer lijkt dan die voor
file://E:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1089-9812.htm
7-12-2006
bcm1089-9812
pagina 5 van 7
dagvers brood is het aannemelijk dat sprake is van aparte markten. In het onderhavige besluit maakt het niet uit of wordt uitgegaan van een markt voor brood, dan wel van een markt voor dagvers brood en een markt voor voorgebakken brood (zie punt 32). De markt voor grootafnemers van broodproducten 26. Tevens kan de vraag gesteld worden of onderscheid gemaakt dient te worden al naar gelang geleverd wordt aan groot-afnemers, dan wel aan consumenten en klein-afnemers. Partijen zetten hun producten overwegend af aan groot-afnemers, zoals supermarktketens. Hun voornaamste concurrenten doen dat ook. Anderen hebben zich juist gespecialiseerd in het via eigen filialen of via franchise-filialen rechtstreeks aan de consument leveren van broodproducten. In het onderhavige geval kan echter in het midden blijven of sprake is van aparte markten al naar gelang het distributiekanaal omdat de beoordeling er niet door wordt beïnvloed (zie punt 34). Banket en gebak 27. Onder banket wordt verstaan de aan brood gerelateerde producten als donuts, muffins, bolussen, eierkoeken, oliebollen, koekjes e.d. Volgens het Studiecentrum snacks en zoetwaren vertegenwoordigt deze markt (in termen van omzet) een waarde van ca. 600 miljoen gulden. Het marktaandeel van partijen met betrekking tot banket is ca. 3% (in Nederland). Gezien het geringe marktaandeel van partijen kunnen deze activiteiten verder buiten beschouwing blijven. 28. Onder gebak plegen te worden gerekend vers gebak (dagverse taart, gebakjes en schnitten), diepgevroren gebak, cake en vlaaien. Indien gebak van banket onderscheiden dient te worden bedraagt het marktaandeel na de concentratie ca. 9%. Volgens partijen is dit marktaandeel op de Nederlandse markt in feite nog kleiner, omdat 30% van de door De Graaf's geproduceerde cake wordt geëxporteerd. Genoemd marktaandeel komt overwegend voor rekening van De Graaf's, die zich via Dutch Cake B.V., heeft toegelegd op de productie van cake en EnPe die vooral vlaaien produceert. Derhalve kan ook deze activiteit verder buiten beschouwing blijven. 29. Ook indien geen onderscheid gemaakt dient te worden tussen banket en gebak en deze tot één productmarkt dienen te worden gerekend, kan deze markt buiten beschouwing blijven. Het marktaandeel na de concentratie bedraagt in dat geval ca. 6%. Relevante geografische markten 30. Naar het oordeel van de meldende partijen dienen de transacties vanuit de nationale broodmarkt te worden beoordeeld. Volgens partijen ligt een afzonderlijk onderzoek naar regionale of locale markten niet voor de hand omdat de door Oveneen over te nemen bakkersbedrijven (juist om landelijke dekking te bereiken) in verschillende regio's van Nederland zijn gelegen en er dus geen of nauwelijks sprake is van overlap. 31. Met partijen kan worden aangenomen dat in het onderhavige geval de concentraties beoordeeld dienen te worden vanuit nationaal perspectief. Partijen leveren overwegend brood aan het supermarktkanaal. De inkoop van het broodassortiment door de supermarktketens vindt overwegend gecentraliseerd plaats. Ook de belangrijkste concurrenten zijn landelijk actief.B. Gevolgen van de concentratie 32. Op basis van gegevens overgelegd door partijen, vertegenwoordigt de totale broodmarkt (dagvers brood, voorgebakken brood en broodproducten)
file://E:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1089-9812.htm
7-12-2006
bcm1089-9812
pagina 6 van 7
in Nederland ten minste een consumentenwaarde van 2,86 miljard gulden. Indien de totale broodmarkt als uitgangspunt wordt genomen, bedraagt hun gezamenlijk marktaandeel na de concentratie ca. [15-25]%. Indien een nader onderscheid gemaakt wordt in dagvers brood, voorgebakken brood en broodsnacks bedraagt het marktaandeel respectievelijk [15-25]%, [2535]% en [20-30]%. 33. Indien het marktaandeel wordt afgeleid van het totale meelverbruik van Nederlandse bakkersbedrijven bedraagt het marktaandeel van Oveneen ca. [20-30]%. 34. Indien het leveren van brood aan het supermarktkanaal als een afzonderlijke markt aangemerkt zou worden, zou het marktaandeel van Oveneen ca. [25-35]% bedragen. Indien een nader onderscheid gemaakt moet worden tussen dagvers brood, voorgebakken brood en broodsnacks/deeg dat wordt afgezet in het supermarktkanaal, bedraagt het gezamenlijke marktaandeel wat betreft dagvers brood ca. [25-35]%, wat betreft voorgebakken brood ca. [25-35]% en wat betreft broodsnacks ca. [30-40]%. 35. Op bedoelde markten zijn andere grote spelers actief, bijv. Quality Bakers, onderdeel van het Maxeres-concern, en het samenwerkingsverband Bake Five. Al deze spelers richten zich mede op het supermarktkanaal. Volgens diverse marktpartijen zijn deze spelers qua marktaandeel met elkaar vergelijkbaar. Daarnaast geldt dat er vanuit de afnemerszijde sprake is van een zekere inkoopmacht. Ook aan leverancierszijde bevinden zich een aantal grote partijen, zoals Meneba B.V. (de meeldivisie van het Maxeres-concern); Gist Brocades (gist); GistBrocades, Zeelandia en Sonneveld (enzymen, puratos, e.d.) en Cito (verpakkingsmateriaal). Derhalve zal Oveneen niet in staat zijn zich in belangrijke mate onafhankelijk van leveranciers of afnemers te gedragen. 36. Mocht een of meerdere van de gemelde transacties tussen Oveneen en haar wederpartij geen doorgang vinden dan kan dit besluit in stand blijven voor de overige gemelde transacties, omdat dit geen gevolgen zal hebben voor de marktpositie van Oveneen, in die zin dat hierdoor een machtspositie kan ontstaan of worden versterkt.
VI. NEVENRESTRICTIES 37. Partijen hebben aangegeven dat in de respectievelijke koopovereenkomsten tussen Oveneen en de verkopende aandeelhouders van de betrokken bakkersbedrijven een concurrentiebeding wordt opgenomen, inhoudende dat de verkopende partij zich van de betrokken markt terugtrekt en daarop niet langer actief zal zijn tot het moment dat deze partij ophoudt aandelen te houden in Oveneen of, indien dit later is, vijf jaar na de overdrachtsdatum. 38. Met partijen kan worden aangenomen dat koper, Oveneen, tot op zekere hoogte beschermd dient te worden tegen concurrerend handelen van de aan de verkoopzijde van de gemelde operaties betrokken partijen en dat het concurrentiebeding derhalve rechtstreeks is verbonden aan en noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de concentratie. 39. Het geografisch toepassingsgebied en de activiteiten zijn in het concurrentiebeding niet ruimer gedefinieerd dan het werkgebied en de bedrijfsactiviteiten van de verkopende partijen en gaat derhalve niet verder dan wat redelijkerwijs nodig kan worden geacht voor de verwezenlijking van de concentratie. De duur van het concurrentiebeding gaat echter wel verder dan hetgeen
file://E:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1089-9812.htm
7-12-2006
bcm1089-9812
pagina 7 van 7
noodzakelijk kan worden geacht voor de verwezenlijking van de concentratie. In het onderhavige geval is maximaal een duur van 5 jaar na voltrekking van de concentratie acceptabel omdat de overname zowel know-how als de klantenkring omvat.
VII. CONCLUSIE 40. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat een groot aantal van de gemelde operaties binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de concentraties tussen Oveneen enerzijds en partij (b), partij (d), partij (e), partij (f), partij (g), partij (h), partij (i), partij (j) en partij (k) anderzijds een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 41. Ten aanzien van de gemelde voorgenomen overname tussen Oveneen en Veenman Wateringen moest ten tijde van het onderhavige besluit nog nadere informatie worden overgelegd. 42. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentraties genoemd in punt 40 geen vergunning is vereist. 43. Gelet op de overwegingen 37 tot en met 39 is de directeur-generaal van oordeel dat, voorzover de in punt 37 omschreven clausule een overeenkomst vormt als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet en met in achtneming van het bepaalde in punt 39, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomst. Datum: 21 december 1998
w.g. A.W. Kist Directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam. terug
Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.
file://E:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1089-9812.htm
7-12-2006