Nl
Draadloze transmitter
W T-3
Gebruikershandleiding
Handelsmerkinformatie Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Alle andere handelsnamen die in deze handleiding, of in andere bij dit Nikon-product geleverde informatie worden vermeld, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars. Apple Public Source-licentie Dit product bevat Apple mDNS-broncode die onderhavig is aan de voorwaarden van de Apple PublicSource-licentie, die u kunt vinden op http://developer.apple.com/darwin/. Gedeelten Copyright © 1999-2004 Apple Computer, Inc. Alle rechten voorbehouden. Dit bestand bevat Originele Code (Original Code) en/of Wijzigingen van Originele Code (Modifications of Original Code) zoals gedefinieerd in versie 2.0 van de Apple Public Source License (de ‘Licentie’). Deze Licentie is van toepassing op genoemde code. Het is u niet toegestaan dit bestand te gebruiken, behalve in zoverre dit krachtens de Licentie is toegestaan. Een exemplaar van deze Licentie kunt u vinden op http://www.opensource.apple.com/apsl/. Lees de Licentie voordat u dit bestand gebruikt. De Originele Code en alle software die onder de Licentie wordt gedistribueerd, worden gedistribueerd in de staat waarin ze op het moment van aankoop verkeren (op ‘AS-IS’-basis), ZONDER ENIGE GARANTIE, EXPLICIET OF IMPLICIET, EN APPLE SLUIT HIERBIJ UITDRUKKELIJK ALLE GARANTIES UIT, MET INBEGRIP VAN, MAAR NIET BEPERKT TOT ENIGE GARANTIE BETREFFENDE VERHANDELBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, ONGESTOORD GEBRUIK OF HET NIET SCHENDEN VAN RECHTEN VAN DERDEN. Lees de Licentie voor informatie over specifiek rechten en beperkingen met betrekking tot taalversies krachtens de Licentie.
Voor uw veiligheid Om schade aan het Nikon-product of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen, dient u de volgende veiligheidsvoorschriften goed te lezen alvorens het product te gebruiken. Bewaar deze veiligheidsvoorschriften op een plaats waar gebruikers van het product ze kunnen lezen. De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de in dit hoofdstuk vermelde veiligheidsvoorschriften worden door middel van het volgende symbool aangegeven: Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden gelezen voordat het Nikon-product wordt gebruikt om zo mogelijk letsel te voorkomen. WAARSCHUWINGEN Demonteer het apparaat niet Als u zich hier niet aan houdt, kan dit resulteren in brand, een elektrische schok of letsel. Als het product openbreekt als gevolg van een val of een ander ongeluk, koppelt u de voedingsbron van de camera los en brengt u het product voor onderzoek naar een door Nikon goedgekeurde servicedienst. Schakel het apparaat bij storing onmiddellijk uit Indien er rook of een ongewone geur uit het apparaat komt, koppel de lichtnetadapter dan los en verwijder de batterij onmiddellijk. Let hierbij op dat u geen brandwonden oploopt. Als u het apparaat blijft gebruiken, kan dit tot letsel leiden. Nadat de batterij is verwijderd, dient het apparaat door een door Nikon erkende servicedienst te worden nagekeken. Gebruik het apparaat niet in de buurt van ontvlambaar gas Als u zich hier niet aan houdt, kan dat resulteren in een explosie of brand. Droog houden Dompel het apparaat niet onder in water en stel het niet bloot aan regen. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot brand of een elektrische schok. Niet vastpakken met natte handen Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een elektrische schok. Buiten bereik van kinderen houden Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit tot verwondingen leiden.
Neem bij het gebruik van batterijen de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht Batterijen kunnen lekken of ontploffen wanneer ze verkeerd worden gebruikt. Let op de volgende punten bij het gebruik van de batterijen voor dit product: • Zorg dat het product is uitgeschakeld voordat u de batterij vervangt. Als u een lichtnetadapter gebruikt, zorg er dan voor dat de stekker uit het stopcontact is verwijderd. • Gebruik alleen batterijen die zijn goedgekeurd voor gebruik in dit apparaat. • Plaats batterijen niet ondersteboven of achterstevoren. • Sluit de batterijen niet kort en haal ze niet uit elkaar. • Stel batterijen niet bloot aan vlammen of hoge temperaturen. • Dompel de batterijen niet onder in water en stel ze niet bloot aan water. • Plaats het afdekkapje terug wanneer u de batterij vervoert. Vervoer of bewaar batterijen niet bij metalen voorwerpen, zoals halskettingen of haarspelden. • Volledig lege batterijen kunnen gaan lekken. Om schade aan het product te voorkomen, moet u de batterij verwijderen als deze leeg is. • Plaats het afdekkapje op de contactpunten en berg de batterij op een koele plaats op als de batterij niet in gebruik is. • Direct na gebruik of als het product gedurende langere tijd op batterijen is gebruikt, kan de batterij heet zijn. Zet de camera uit en laat de batterij afkoelen voordat u de batterij uit de camera verwijdert. • Stop onmiddellijk met het gebruik van een batterij als u veranderingen opmerkt, zoals verkleuring of vervorming.
i
Niet blootstellen aan hoge temperaturen Laat het apparaat niet achter in een gesloten voertuig in de zon of op andere plaatsen die onderhevig zijn aan extreem hoge temperaturen. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit resulteren in brand of schade aan de behuizing of de interne onderdelen.
Wees voorzichtig bij het gebruik van de WA-E1 Als u de WA-E1 antenne met extra groot bereik (apart verkrijgbaar) gebruikt, let dan goed op dat het uiteinde van de antenne niet per ongeluk in uw oog steekt. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot blindheid of andere schade aan het gezichtsvermogen.
Cd-roms De cd-roms waarop de software en de handleiding worden gedistribueerd mogen niet op audiocd-apparatuur worden afgespeeld. Het afspelen van cd-roms op een audio-cd-speler kan tot gehoorverlies of schade aan de apparatuur leiden. Volg de instructies van ziekenhuis- en vliegtuigpersoneel Dit apparaat geeft hoogfrequente straling af die storing in medische apparatuur of navigatie-apparatuur kan veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in een ziekenhuis of aan boord van een vliegtuig zonder vooraf toestemming te vragen aan het ziekenhuis- of vliegtuigpersoneel.
Opmerkingen • Geen enkel deel van de handleidingen die bij • Nikon is niet aansprakelijk voor schade die dit product worden geleverd mag worden voortkomt uit het gebruik van dit product. gereproduceerd, overgedragen, overgeschre- • Hoewel Nikon alles in het werk heeft geven, opgeslagen in een archiefsysteem of ver- steld om te zorgen dat de informatie in taald in enige taal in welke vorm dan ook, met deze handleidingen correct en compleet is, welk middel dan ook, zonder voorafgaande stellen we het zeer op prijs als u de Nikonschriftelijke toestemming van Nikon. vertegenwoordiging op de hoogte wilt stel• Nikon behoudt zich het recht voor de speci- len van eventuele onjuistheden of omissies ficaties van de hardware en de software die (adres aanwezig in de overige documentain deze handleidingen worden beschreven tie). op elk gewenst moment zonder voorafgaande aankondiging te wijzigen. Dit product bevat coderingssoftware die is ontwikkeld in de Verenigde Staten. Het product valt onder de United States Export Administration Regulations en mag niet (opnieuw) worden geëxporteerd naar een land waarvoor het embargo van de Verenigde Staten van toepassing is. Vanaf april 2006 geldt er een embargo voor de volgende landen: Cuba, Iran, Noord-Korea, Libië, Soedan en Syrië.
ii
Kennisgeving voor klanten in Europa Hierbij verklaart Nikon dat deze digitale camera in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Opmerking voor klanten in Frankrijk Gebruik van een draadloos zendontvangapparaat buitenshuis is in Frankrijk verboden. Symbool voor gescheiden inzameling in Europese landen Dit symbool geeft aan dat dit product via gescheiden inzameling moet worden afgevoerd. Het volgende is uitsluitend van toepassing voor gebruikers in Europese landen: • Dit product dient apart te worden ingeleverd bij een aangewezen inzamelingspunt. Werp dit product niet weg als huishoudelijk afval. • Neem voor meer informatie contact op met de verkoper of de lokale instellingen voor afvalbeheer.
iii
Inhoudsopgave
Basisconfiguratie............................................6 Een update van de camerafirmware uitvoeren .......... 6 De WT-3 Setup Utility installeren .............................. 7 Netwerkprofielen naar de camera kopiëren ............ 11 De WT-3 aansluiten ................................................. 18 De batterij plaatsen ................................................. 20
Menugids ..................................................... 34 Draadloos LAN......................................................... 34 Stand ...................................................................... 34 Profiel kiezen........................................................... 34 FTP-registratie (alleen voor verbinding met ftp-servers) ...................................................................................... 35 Ftp-profielen bewerken ................................................ 35 Instellingen (alleen overdrachtstand) ..................... 46 Autom. verzenden ......................................................... 46 Wis na verzenden? ........................................................ 46 Verzend bestand als ...................................................... 46 Verzend map.................................................................. 47 Alles deselecteren? ........................................................ 47 Printen (alleen printstand) ...................................... 47
Foto’s uploaden: Overdrachtstand .................. 21 Verbinding maken met de host of ftp-server........... 21 Foto’s uploaden ....................................................... 23 De overdracht onderbreken ........................................... 24 Overdrachtstatus............................................................ 24 Netwerkstatus ............................................................... 25
Bijlagen ....................................................... 48 Ftp-profielen maken met de cameramenu’s ............ 48 Problemen oplossen................................................ 51 Woordenlijst............................................................ 52 Specificaties ............................................................ 55 Index ....................................................................... 57
Voor uw veiligheid.............................................................i Opmerkingen....................................................................ii Inleiding ........................................................1 Ondersteunde standen .............................................. 2 De WT-3 Setup Utility CD ........................................... 2 Systeemvereisten ...................................................... 3 Onderdelen van de WT-3 ........................................... 4
De camera bedienen: PC-Stand ...................... 26 Verbinding maken met de computer ....................... 26 De camera bedienen met Nikon Capture 4 .............. 28 Netwerkstatus ............................................................... 29 Foto’s afdrukken: Printstand ......................... 30 Een printer selecteren ............................................. 30 Foto’s afdrukken ...................................................... 31 Foto’s afdrukken met de PD-10 draadloze printeradapter......................................................... 32
iv
Inleiding Gefeliciteerd met de aanschaf van een WT-3 of WT-3A draadloze transmitter voor Nikon-compatibele digitale camera's. De WT-3 is bestemd voor gebruik in het land van aankoop, de landen van de Europese Unie (EU) en de Europese Vrijhandelsassociatie (EFTA), Thailand, Japan en Hongkong. De WT-3A is bestemd voor gebruik in het land van aankoop, Canada en de Verenigde Staten. Het grootste verschil tussen de WT-3 en de WT-3A is het aantal ondersteunde kanalen ( 14, 36). Tenzij anders is aangegeven, is alle informatie over de WT-3 ook van toepassing op de WT-3A. In deze handleiding wordt beschreven hoe u de WT-3 aansluit, hoe u de camera bedient vanaf een computer en hoe u foto’s overzet naar een computer of printer. Voordat u de WT-3 gaat gebruiken, dient u de opmerkingen en waarschuwingen op de pagina’s i-iii te lezen. In deze handleiding worden de volgende symbolen en conventies gebruikt: Dit pictogram staat bij waarschuwingen. Deze informatie moet u vooraf lezen om schade aan het product te voorkomen.
Dit pictogram staat bij opmerkingen. Deze informatie moet u lezen voordat u het product gebruikt.
Dit pictogram staat bij tips. Deze aanvullende informatie kan van pas komen tijdens het gebruik van het product.
Dit pictogram geeft aan dat elders in deze handleiding meer informatie beschikbaar is.
Achtergrondkennis In deze handleiding wordt ervan uitgegaan dat u beschikt over basiskennis van ftp-servers en lokale netwerken (LAN). Voor meer informatie over installatie, configuratie en gebruik van apparaten in een netwerk neemt u contact op met de fabrikant of netwerkbeheerder. Permanente educatie Als onderdeel van Nikon’s streven naar permanente educatie via continue productondersteuning en -training wordt online voortdurend actuele informatie beschikbaar gesteld op de volgende websites: • Voor gebruikers in de V.S.: http://www.nikonusa.com/ • Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support • Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/ Bezoek deze sites voor de laatste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ’s) en voor algemeen advies over digitale beeldverwerking en fotografie. Raadpleeg voor meer informatie de dichtstbijzijnde Nikon-vertegenwoordiging. Bezoek de onderstaande URL voor de contactgegevens: http://nikonimaging.com/
1
Ondersteunde standen De WT-3 verbindt de camera met draadloze netwerken en Ethernet-netwerken. De camera kan vervolgens op afstand worden bediend vanaf een computer, terwijl foto’s vanuit de camera kunnen worden overgezet naar een ftp-server of printer. De WT-3 ondersteunt de volgende standen: Stand Overdrachtstand PC-stand
Host Computer of ftp-server Computer
Omschrijving Nieuwe of bestaande foto’s naar host uploaden. Camera vanuit computer bedienen. JPEG-foto’s printen met printer die is aangeComputer sloten op netwerkcomputer. Printstand JPEG-foto’s printen met PictBridge printer die PD-10 draadloze is aangesloten op optionele PD-10 draadloze printeradapter printeradapter.
Netwerktype 21 Draadloos 26 en Ethernet 30 Alleen 32 draadloos
De WT-3 Setup Utility CD De meegeleverde WT-3 Setup Utility CD bevat de volgende onderdelen: • WT-3 Setup Utility ( 7, 11): Gebruik deze software om hostprofielen naar de camera te kopiëren. • D200 A en B firmware versie 2.00 ( 6): Update naar deze versie van de camerafirmware voordat u de WT-3 gebruikt. • D200 firmware-update handleiding ( 6): In deze handleiding vindt u instructies voor de update van de camerafirmware.
Draadloze netwerken: Infrastructuur versus ad-hoc Draadloze netwerken kunnen werken volgens infrastructuur of ad-hoc. • Infrastructuur: Verbinding geschiedt via een • Ad-hoc: Een peer-to-peer draadloos netwerk, draadloos LAN-toegangspunt. bestaand uit uitsluitend de WT-3 en de host.
WT-3
2
Draadloos LANtoegangspunt
Host
WT-3
Host
Systeemvereisten Controleer voordat u de WT-3 of de WT-3 Setup Utility CD gaat gebruiken of uw systeem aan de volgende vereisten voldoet: • Model: Nikon D200 digitale spiegelreflexcamera. • Firmware: A en B versie 2.00 (op meegeleverde WT-3 Setup Utility CD) Een EN-EL3e oplaadbare Li-ion-batterij (meegeleverd met D200) of EH-6 lichtVoeding netadapter (apart verkrijgbaar). • Voor verbinding met een computer: Windows XP Service Pack 1 of hoger (Service Pack 2 aanbevolen) of Mac OS X versie 10.3 of hoger (alleen Power PC G4/G5 CPU’s). Verbinding met computers in andere netwerken via router wordt niet ondersteund. • Voor het uploaden van foto’s naar een ftp-server: werking is bevestigd voor Windows OS1 XP Professional en Mac OS X versie 10.3 of hoger. Onder deze besturingssystemen kunnen ftp-servers worden geconfigureerd met standaard ftp-diensten zoals IIS (Internet Information Services). Ftp-verbindingen via internet en ftpservers met software van andere fabrikanten worden niet ondersteund. • Draadloos: draadloos LAN-toegangspunt of computer met ingebouwde of externe draadloze LAN-adapter (IEEE 802.11b of 802.11g).2 Netwerk • Ethernet: Ethernet-kabel en computer met ingebouwde of externe Ethernetpoort (100 base-TX of 10 base-T). • WT-3 Setup Utility: vereist voor het kopiëren van computerprofielen naar de camera (camera kan worden geconfigureerd voor gebruik met ftp-servers via WT-3 Setup Utility of cameramenu’s). WT-3 Setup Utility kan niet worden gebruikt voor het configureren van camera voor gebruik met optionele PD-10 Diversen draadloze printeradapter. • CD-rom-station: vereist voor het installeren van WT-3 Setup Utility. • USB: UC-E4 USB-kabel (bij camera geleverd) en computer met ingebouwde USB-poort is vereist voor het kopiëren van netwerkprofielen naar de camera.3 1. Voor de meest recente informatie over ondersteunde besturingssystemen bezoekt u de Nikon-website voor uw regio ( 1). 2. Kijk voor informatie over de draadloos-netwerkinstellingen voor Windows XP Professional en Mac OS X in de online help van de WT-3 Setup Utility. 3. Sluit de camera rechtstreeks op de computer aan. De camera werkt mogelijk niet naar behoren als hij wordt aangesloten via een hub, verlengkabel of toetsenbord. Camera
De PD-10 draadloze printeradapter Een PictBridge-compatibele printer met een platte (type A) USB-aansluiting is vereist voor aansluiting op de PD-10. Een computer is niet vereist. Meerdere transmitters Simultaan gebruik van meerdere WT-3 draadloze transmitters met een enkele host geeft mogelijk onverwachte resultaten. Tracht niet meer dan één WT-3 per host te gebruiken.
3
Onderdelen van de WT-3 Klepje over voedingsaansluiting ( 18)
Signaalconnector Bevestigingsschroef (
18)
Houder voor klepje over batterijvak ( 18)
Draaiknop ( 18) Aansluiting voor antenne met extra groot bereik Kapje voor connector van antenne met extra groot bereik Ingebouwde antenne
Voedingsaansluiting Knop AF-ON ( Hoofdinstelschijf ( 5)
Klepje over aansluiting
USB-kabel ( DC-IN-aansluiting (
5)
18)
Vergrendeling klepje over batterijvak ( 20) Statuslampjes ( 25, 29, 31): POWER (groen), LINK (oranje), BUSY (groen)
20)
Statiefaansluiting Bedieningsvergrendeling ( 5, 19) Ontspanknop (
Ethernet-aansluiting ( 21, 26, 30)
Secundaire instelschijf (
5)
5)
De WA-E1 antenne met extra groot bereik (apart verkrijgbaar) De optionele WA-E1 antenne met extra groot bereik met statiefaansluiting kan worden gebruikt om het bereik van de draadloze transmitter te vergroten.
Verwijder bij gebruik van de WA-E1 het kapje (햲) van de antenneconnector en sluit de antenne aan zoals rechts afgebeeld (햳). Beperkingen van draadloze apparatuur De regels voor draadloze transmissie kunnen per land verschillen. Draadloze apparaten zijn alleen voor verkoop beschikbaar in de landen waar ze voor gebruik zijn gecertificeerd.
4
De bedieningsonderdelen van de WT-3 De WT-3 bevat een ontspanknop, de knop AF-ON en instelschijven voor extra gebruiksgemak wanneer u staande foto’s (portretstand) maakt. De ontspanknop en de instelschijven hebben dezelfde functie als de overeenkomstige bedieningsonderdelen op de camera. Raadpleeg de handleiding van de camera voor meer informatie. U kunt de bedieningsonderdelen van de WT-3 desgewenst uitschakelen door de bedieningsvergrendeling naar de stand L te draaien. De bedieningsvergrendeling kan niet worden gebruikt om de camera aan of uit te zetten. Secundaire instelschijf
Hoofdinstelschijf Ontspanknop
Bedieningsvergrendeling
De geselecteerde optie voor persoonlijke instelling f5 (De werking van de instelschijven aanpassen) geldt ook voor de instelschijven op de WT-3. Raadpleeg de handleiding van de camera voor meer informatie. De functie van de knop AF-ON op de WT-3 wordt bepaald door de geselecteerde optie voor persoonlijke instelling a10 (Functie van AF-ON knop op MBD200 battery pack). Optie Beschrijving AF-Aan + De knop AF-ON op de WT-3 heeft dezelfde functie als de knop AF-ON op de AF-veld camera. U kunt het scherpstelveld selecteren door de knop AF-ON op de WT-3 (standaardiningedrukt te houden en aan de secundaire instelschijf te draaien. stelling) De knop AF-ON op de WT-3 heeft dezelfde functie als de knop AF-ON op de AF-Aan camera. De knop AF-ON op de WT-3 heeft dezelfde functie als de knop AE-L/AF-L op de AE/AF-L + camera. U kunt het scherpstelveld selecteren door de knop AF-ON op de WT-3 AF-veld ingedrukt te houden en aan de secundaire instelschijf te draaien. De knop AF-ON op de WT-3 heeft dezelfde functie als de knop AE-L/AF-L op AE/AF-L de camera. U kunt het scherpstelveld selecteren door de knop AF-ON op de WT-3 ingeAF-veld drukt te houden en aan de secundaire instelschijf te draaien. De knop AF-ON op de WT-3 voert de functie uit die met persoonlijke instelZelfde als ling f4 (Toewijzing functie aan FUNC. knop) is toegewezen aan de knop FUNC-knop FUNC van de camera.
5
Basisconfiguratie Voer de onderstaande stappen uit op de WT-3 voor te bereiden op gebruik: Update van de camerafirmware uitvoeren: De WT-3 wordt ondersteund vanaf camerafirmware A versie 2.00 en B versie 2.00. Gebruikers van lagere versies moeten een update van de camerafirmware uitvoeren zoals wordt beschreven in de handleiding voor de firmware-update op de meegeleverde WT-3 Setup Utility CD. Kopieer netwerkprofielen naar de camera: Gebruikers van Windows XP Service Pack 1 of hoger of Mac OS X versie 10.3 of hoger kunnen computer- of printerprofielen naar de camera kopiëren met behulp van de meegeleverde WT-3 Setup Utility. Sla deze stap over als u in plaats van de computer de camera gebruikt om de instellingen voor verbinding met een ftp-server in de overdrachtstand aan te passen ( 48). Installeer de WT-3 Setup Utility ( 7) Kopieer netwerkprofielen naar de camera ( Sluit de WT-3 aan (
18)
Plaats de batterij (
20)
11)
Nadat u de WT-3 hebt geconfigureerd zoals op de volgende pagina’s wordt beschreven, gaat u verder met ‘Foto’s uploaden: Overdrachtstand’ ( 21), ‘De camera bedienen: PC-stand’ ( 26) of ‘Foto’s afdrukken: Printstand’ ( 30). Een update van de camerafirmware uitvoeren De WT-3 wordt ondersteund vanaf camerafirmware A versie 2.00 en B versie 2.00. Geef de firmwareversie van de camera weer zoals wordt beschreven in de camerahandleiding. Als eerdere versies zijn geïnstalleerd, voert u de update van de camerafirmware uit zoals wordt beschreven in de handleiding voor de firmware-update op de meegeleverde cd-rom met de WT-3 Setup Utility. U geeft de handleiding voor de firmware-update weer door het Installatiecentrum te starten, zoals wordt beschreven in de stappen 1-3 van ‘De WT-3 Setup Utility installeren’ op pagina 7 (Windows) of 9 (Macintosh), en te klikken op D200firmware om de map ‘D200 Firmware’ weer te geven. Door dubbel te klikken op INDEX.pdf verschijnt een lijst van talen; klik op een taal om de updatehandleiding te laten verD200-Firmware schijnen (Adobe Reader of Adobe Acrobat Reader 4.0 of hoger vereist). Aanvullende updates Nadat de camera is bijgewerkt voor gebruik met de WT-3 zoals hierboven is beschreven, moeten alle volgende updates worden uitgevoerd terwijl de WT-3 is aangesloten op de camera ( 18). Daarnaast moet in Draadloze Transmitter > Draadloos LAN de optie Uit zijn geselecteerd ( 34).
6
De WT-3 Setup Utility installeren De WT-3 Setup Utility wordt gebruikt om computer- en printerprofielen naar de camera te kopiëren. De WT-3 Setup Utility is vereist wanneer u de camera configureert voor aansluiting op een computer in de overdracht-, de PC- en de printstand. Voor verbinding met de ftp-servers in de overdrachtstand kan zowel gebruik worden gemaakt van de WT-3 Setup Utility als van de cameramenu’s ( 48). Voer de onderstaande stappen uit om de WT-3 te installeren onder Windows XP of Mac OS X. Ondersteunde besturingssystemen De WT-3 Setup Utility is compatibel met Mac OS X versie 10.3 of hoger (alleen Power PC G4/ G5 CPU’s) of een vooraf geïnstalleerde versie van Windows XP Service Pack 1 of hoger (Service Pack 2 wordt aanbevolen).
Windows XP Service Pack 1 of hoger
1 2
Start de computer op en meld u aan met een account met beheerdersrechten. Plaats de meegeleverde installatie-cd-rom in een cdrom-station. Het dialoogvenster Select Region wordt geopend. Selecteer een regio en klik op Next (Volgende). Als het dialoogvenster Select Region niet wordt weergegeven Als het dialoogvenster Select Region niet wordt weergegeven, selecteert u Deze computer in het menu Start en dubbelklikt u op het pictogram van het cd-rom-station met de installatie-cd.
3
Selecteer een taal en klik op Next (Volgende).
4
Klik op Eenvoudige installatie. Klantenondersteuning • Klantenondersteuning: Zie het Leesmij-bestand of bezoek Nikon-websites voor ondersteuning. * • D200-firmware: Voer de update van de camerafirmware uit ( 6). * Internetaansluiting vereist.
De WT-3 Setup Utility De WT-3 Setup Utility voorziet de computer van informatie over de camera en regelt de overdracht van de beelden. De Utility moet worden geïnstalleerd op elk van de hostcomputers die door de WT-3 worden gebruikt. De WT-3 Setup Utility is niet vereist voor het uploaden naar een ftp-server in de overdrachtstand.
7
5
Klik op Volgende.
6
Er wordt een licentieovereenkomst weergegeven. Selecteer Ik ga akkoord met de voorwaarden van de licentieovereenkomst nadat u de overeenkomst hebt gelezen en klik op Volgende om akkoord te gaan en de installatie te vervolgen.
7
De standaardlocatie voor de installatie wordt weergegeven. Klik op Volgende om de software in deze map te installeren. Als u een andere map wilt kiezen, klikt u op Wijzigen... en gaat u naar de gewenste locatie.
8
Als u in stap 6 op Volgende klikt, verschijnt het dialoogvenster rechts. Klik op Installeren.
9
Klik op Voltooien.
10
Klik op Ja en verwijder de WT-3 Setup Utility CD uit het cd-rom-station. Als u wordt gevraagd de computer opnieuw op te starten dient u de instructies op het scherm te volgen.
8
Mac OS X versie 10.3 of hoger
1 2
Start de computer op en meld u aan met een account met beheerdersrechten.
3
Selecteer een taal en klik op Volgende.
4
Klik op Eenvoudige installatie.
5
Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en klik op OK.
6
Lees de licentieovereenkomst en klik op Ga door.
Plaats de meegeleverde installatie-cd-rom in een cd-rom-station. Dubbelklik op het pictogram van de installatie-cd-rom op het bureaublad en dubbelklik op het welkomstpictogram. Het dialoogvenster Regio selecteren wordt geopend. Selecteer een regio en klik op Volgende.
Klantenondersteuning • Klantenondersteuning: Zie het Leesmij-bestand of bezoek Nikon-websites voor ondersteuning. * • D200-firmware: Voer de update van de camerafirmware uit ( 6). * Internetaansluiting vereist.
Klik op Akkoord om u akkoord te verklaren met de licentieovereenkomst en verder te gaan met de installatie. 9
7
Klik op Installeer.
8
Klik op Sluit af.
9
Klik op OK en verwijder de WT-3 Setup Utility CD uit het cd-rom-station. Als u wordt gevraagd de computer opnieuw op te starten dient u de instructies op het scherm te volgen.
PictureProject installeren Installeer PictureProject voordat u de WT-3 Setup Utility installeert. De WT-3 Setup Utility moet opnieuw worden geïnstalleerd als PictureProject wordt geïnstalleerd na de WT-3 Setup Utility.
10
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren Met de WT-3 Setup Utility kunnen profielen voor netwerkcomputers, ftp-servers en printers naar de camera worden gekopieerd. De WT-3 Setup Utility is vereist voor aansluiting op een computer in de overdracht-, de PC- en de printstand. Voor verbinding met de ftp-servers in de overdrachtstand kan zowel gebruik worden gemaakt van de WT-3 Setup Utility als van de cameramenu’s ( 48). Ondersteunde besturingssystemen De WT-3 Setup Utility is compatibel met Mac OS X versie 10.3 of hoger (alleen Power PC G4/ G5 CPU’s) of een vooraf geïnstalleerde versie van Windows XP Service Pack 1 of hoger (Service Pack 2 wordt aanbevolen).
Controleer voordat u de WT-3 Setup Utility start of de camerabatterij volledig is opgeladen of dat de EH-6 lichtnetadapter is aangesloten.
1
Stel de optie USB op de camera in op PTP. 1.1 Zet de camera aan.
1.2 Selecteer USB in het setup-menu van de camera en kies PTP.
2
Sluit de UC-E4 USB-kabel aan die bij de camera is meegeleverd. 2.1 Zet de camera uit.
2.2 Sluit de UC-E4 aan zoals rechts wordt aangegeven.
De USB-kabel aansluiten De USB-kabel kan ook worden aangesloten wanneer de WT-3 is bevestigd. Verwijder de USBkabel van de WT-3 en sluit de UC-E4 aan op de camera zoals hierboven wordt beschreven.
11
3
Zet de camera aan.
4
Zet de computer aan en start de WT-3 Setup Utility. • Windows: Dubbelklik op het pictogram WT-3 Setup Utility op het bureaublad. • Macintosh: Klik op het pictogram van de WT-3 Setup Utility in het dock. Het rechts weergegeven dialoogvenster verschijnt; klik op Volgende.
5
Selecteer Profielen toevoegen/bewerken en klik op Volgende om netwerkprofielen voor de camera in de computer te laden. Voor meer informatie over de andere opties in het dialoogvenster Actie leest u de opmerking op de volgende pagina.
6
Als u een nieuw profiel wilt toevoegen, selecteert u Profiel toevoegen en klikt u op Volgende. Als u een bestaand profiel wilt bewerken, selecteert u het profiel en klikt u op Volgende. Als u een bestaand profiel wilt verwijderen, selecteert u het profiel en klikt u op Profiel verwijderen.
Andere manieren om de WT-3 Setup Utility te starten De WT-3 Setup Utility kan ook als volgt worden gestart: • Windows: Klik op Start en selecteer Alle programma’s > WT-3 Setup Utility > WT-3 Setup Utility. • Macintosh: Open de map ‘Programma’s: Nikon Software: WT-3 Setup Utility’ en dubbelklik op het pictogram WT-3 Setup Utility.
12
7
Voer de volgende gegevens in. • Profielnaam: Voer een naam van maximaal 16 tekens in. • Profieltype: Kies FTP-server om de camera te configureren voor ftp (alleen overdrachtstand), of Computer om de camera te configureren voor gebruik met een computer in de overdrachtstand ( 21), de PC-stand Helpknop ( 26) of de printstand ( 30). • Interfacetype: Kies Alleen Ethernet als het netwerk geen draadloze mogelijkheden biedt of kies Ethernet & Draadloos voor draadloze netwerken of voor gemengde draadloze en Ethernetnetwerken.
Klik op Volgende. Als u een nieuw profiel maakt onder Windows XP Service Pack 2, wordt het dialoogvenster uit stap 8 weergegeven. Als u gebruikmaakt van LANadapters van derden, vaste IP-adressen, of een profiel dat is gemaakt met Windows XP Service Pack 1 of MAC OS, gaat u verder met stap 9 als Ethernet & Draadloos is geselecteerd als interfacetype, of met stap 10 als Alleen Ethernet is geselecteerd. Help Klik op de knop Help voor online-hulp. Het dialoogvenster Actie selecteren De overige opties in het dialoogvenster Actie selecteren worden hieronder beschreven. Denk eraan dat de camera niet op een computer hoeft te zijn aangesloten om een printer te kiezen of de uploadmap te wijzigen. • Wachtwoord wijzigen: Het rechts weergegeven dialoogvenster verschijnt. Er is standaard geen wachtwoord vereist om apparaatprofielen te wijzigen met de WT-3 Setup Utility. Er kan een wachtwoord worden toegevoegd door Wachtwoord wijzigen te selecteren. Wordt de camera later met een andere computer verbonden, dan zal om het wachtwoord worden gevraagd. Is het juiste wachtwoord gegeven, dan zal er niet meer opnieuw naar worden gevraagd. Als u een bestaand wachtwoord wilt wijzigen, voert u het oude wachtwoord in voordat u het nieuwe wachtwoord typt. Om het wachtwoord te verwijderen selecteert u Wachtwoord herstellen (profielen gaan verloren) en klikt u op Volgende. Let op dat alle huidige apparaatprofielen uit de camera worden verwijderd als u het wachtwoord opnieuw instelt. Klik op Vorige om te stoppen zonder de wachtwoordinstellingen te wijzigen. • Draadloze printer instellen: De standaardprinter van de hostcomputer wordt standaard gebruikt wanneer foto’s worden afgedrukt. Als u een andere printer wilt kiezen, selecteert u Draadloze printer instellen ( 17). • Map voor beelden instellen: Het rechts weergegeven dialoogvenster verschijnt. Selecteer een bestemming voor overgebrachte foto’s uit de volgende opties en klik op Volgende: PictureProject-map gebruiken: Foto’s worden gecatalogiseerd in PictureProject versie 1.6.1 of hoger. Andere map opgeven: Om een map te kiezen klikt u op de knop. De standaardbestemming is de map “WT-3” in “Mijn afbeeldingen” (Windows) of “Afbeeldingen” (Macintosh).
13
8
Kies uit de volgende opties.
9
Voer de instellingen voor het draadloze netwerk in en klik op Volgende.
14
• Automatische configuratie (aanbevolen): Als er meer dan één netwerkadapter beschikbaar is, kiest u een adapter in de vervolgkeuzelijst (als Alleen Ethernet is geselecteerd in stap 7, bevat de lijst alleen Ethernet-adapters). Klik op Volgende. Als Ethernet & Draadloos is geselecteerd in stap 7 en de computer is geconfigureerd voor gebruik met een bestaand infrastructuurnetwerk, wordt u gevraagd om óf een bestaand infrastructuurnetwerk te kiezen óf een nieuw ad-hoc netwerk op te zetten voor gebruik met de camera. Selecteer de gewenste optie en klik op Volgende. Als FTP-server is geselecteerd in stap 7, gaat u verder met stap 11. Ga anders verder met stap 12. • Handmatige configuratie (voor ervaren gebruikers): Als u de instellingen handmatig wilt aanpassen, selecteert u deze optie en klikt u op Volgende. Als u in stap 7 Ethernet & Draadloos hebt geselecteerd, gaat u verder met stap 9. Als dit niet het geval is, gaat u verder met stap 10.
• Netwerknaam (SSID): Voer een netwerknaam in of kies een naam in een lijst met bestaande netwerken. Wijzig de naam niet als deze automatisch wordt opgegeven ( 36). • Netwerktype: Infrastructuur of ad-hoc ( 36). • Kanaal (alleen ad-hoc netwerken): Kies het kanaal (113) dat door de host wordt gebruikt. Is kanaal 12 of 13 geselecteerd voor de WT-3A, dan zal in plaats daarvan kanaal 11 worden gebruikt. • Verificatie: Kies het type verificatie dat wordt gebruikt door de computer of het toegangspunt. De camera ondersteunt WPA-PSK- en WPA2-PSK-verificatie, open systeemverificatie en verificatie met gedeelde sleutels. WPA-PSK en WPA2-PSK zijn alleen beschikbaar in de infrastructuurstand. • Encryptie: Kies het type codering dat door het netwerk wordt gebruikt. Afhankelijk van de gebruikte verificatie zijn de volgende soorten codering beschikbaar. Open: geen , 64-bits WEP, 128-bits WEP Gedeeld: 64-bits WEP, 128-bits WEP WPA-PSK: TKIP WPA2-PSK: AES • Encryptiesleutel: Als het netwerk encryptie gebruikt, voert u de netwerksleutel in. Het vereiste aantal tekens hangt af van het soort encryptie dat wordt gebruikt: WEP (64-bit) WEP (128-bit) TKIP, AES Aantal tekens (ASCII) 5 13 8–63 Aantal tekens (hexadecimaal) 10 26 64 • Sleutelindex: In infrastructuurnetwerken die WEP-codering gebruiken, voert u de sleutelindex van de host of het toegangspunt in. De standaardindex is 1.
10
Voer de TCP-IP-instellingen voor het netwerk in. • IP-adres automatisch verkrijgen: Selecteer deze optie als het netwerk IP-adressen automatisch aanlevert. Als het netwerk geen DHCP-server bevat, worden adressen geleverd via automatische IP ( 52). • IP-adres: Als het netwerk is geconfigureerd voor handmatige IP-adressering, voert u een IP-adres voor de WT3 in. • Subnetmasker: Als het netwerk is geconfigureerd voor handmatige IP-adressering, voert u een subnetmasker voor de WT-3 in. • Standaard gateway: Als het netwerk een gatewayadres vereist, selecteert u deze optie en voert u het adres in dat u van de netwerkbeheerder hebt gekregen. Deze optie is alleen van toepassing als FTP-server is geselecteerd voor Profieltype in stap 7. • DNS-server: Als er een domeinnaamserver (DNS) in het netwerk aanwezig is, selecteert u deze optie en voert u het adres in dat u van de netwerkbeheerder hebt gekregen. Deze optie is alleen van toepassing als OverFTP-server is geselecteerd voor Profieltype in stap 7.
Klik op Volgende. Als FTP-server is geselecteerd voor Profieltype in stap 7, wordt het dialoogvenster uit stap 11 weergegeven. Ga anders verder met stap 12.
11
Voer de ftp-instellingen in en klik op Volgende. • FTP-server: Voer de URL of het IP-adres van de ftp-server in. • FTP-serverpoort: Voer het poortnummer voor de ftp-server in. De standaardpoort is 21. • FTP-pad: Kies de map waarnaar foto’s worden geüpload. Als er geen pad is opgegeven, worden foto’s geüpload naar de hoofdmap. • Anoniem inloggen: Selecteer deze optie voor anonieme aanmelding of laat deze optie uitgeschakeld als een gebruikersnaam en wachtwoord moeten worden opgegeven. • FTP-server proxy gebruiken: Als een proxyserver is vereist voor ftp, selecteert u deze optie en voert u de servernaam en het poortnummer voor de proxyserver in. • Passieve stand: Selecteer deze optie voor het gebruik van de PASV-methode.
Draadloze ad-hoc netwerken In de ad-hoc stand worden IP-adressen gebruikt die beginnen met 169.254. Als de computer later deel gaat uitmaken van een infrastructuurnetwerk, moet deze opnieuw worden geconfigureerd voor automatische IP-adressering en moet het draadloze profiel voor de camera worden aangepast aan de nieuwe instellingen. Raadpleeg de netwerkbeheerder voor meer informatie.
15
12
De netwerkinstellingen worden weergegeven, zoals u hier rechts ziet. Klik op Volgende om verder te gaan met stap 13 of klik op Vorige om terug te gaan naar de vorige stap.
13
Het rechts weergegeven dialoogvenster verschijnt. Selecteer Wizard voltooien en klik op Volgende om de WT-3 Setup Utility af te sluiten en verder te gaan met stap 14. Kies Selecteer een andere actie die u wilt uitvoeren en klik op Volgende om terug te keren naar stap 5 ( 12) en profielen toe te voegen of te bewerken, het wachtwoord te wijzigen, een printer te kiezen of de uploadmap te wijzigen.
14
Schakel de camera uit en koppel de USB-kabel los.
MAC-adresfiltering Als het netwerk MAC-adresfiltering gebruikt, moet het MAC-adres van de WT-3 worden doorgegeven aan het filter. Nadat u de WT-3 op de camera hebt aangesloten, kiest u Firmware versie > MAC adres in het setup-menu van de camera en noteert u het draadloze- en Ethernet-MAC-adres. Firewallinstellingen De WT-3 gebruikt TCP-poorten 20 en 21 voor ftp, en TCP-poort 15740 en UDP-poort 5353 voor de verbinding met een computer. Computerfirewalls moeten zo worden geconfigureerd, dat toegang tot deze poorten is toegestaan. Zo niet, dan heeft de computer mogelijk geen toegang tot de WT-3. Profielen Er moet een apart profiel worden gemaakt voor elke host en ftp-server.
16
Een printerprofiel maken De standaard printer voor computerprofielen ( 13) is de systeemprinter voor de hostcomputer. Als u een andere printer wilt kiezen, start u de WT-3 Setup Utility zoals wordt beschreven in de stap 4 van ‘Netwerkprofielen naar de camera kopiëren’ ( 12; het is niet nodig de camera op de computer aan te sluiten). Voer daarna de volgende stappen uit. De PD-10 gebruiken Zie ‘Foto’s afdrukken met de PD-10 draadloze printeradapter’ ( over foto’s afdrukken met de PD-10.
1
Selecteer Draadloze printer instellen in het dialoogvenster Actie selecteren en klik op Volgende.
2
Kies een printer en klik op Volgende. • Windows: Selecteer een printer in de vervolgkeuzelijst. Printerinstellingen kunnen worden gewijzigd in het venster “Printers en faxapparaten” van Windows voordat u gaat printen.
32) voor meer informatie
• Macintosh: Klik op Printer selecteren... om een printer te selecteren en de printerinstellingen aan te passen. Klik op Print om terug te keren naar de WT-3 Setup Utility.
3
Sluit de WT-3 Setup Utility en koppel de camera los, zoals wordt beschreven in de stappen 13–14 van ‘Netwerkprofielen naar de camera kopiëren’ ( 16). 17
De WT-3 aansluiten
1
Zet de camera uit en draai de bedieningsvergrendeling op de WT-3 naar de stand L.
2
Verwijder het klepje over de voedingsaansluiting van de WT-3 en bevestig dit aan de camerariem of berg het op een veilige plaats op. Plaats het klepje terug als de WT-3 niet wordt gebruikt.
3
Open het klepje over het batterijvak van de camera en verwijder de batterij. Verwijder vervolgens het klepje over het batterijvak zoals rechts wordt aangegeven. Belangrijk: Om te voorkomen dat u het klepje kwijtraakt, plaatst u dit in de daarvoor bestemde houder van de WT-3.
4
Plaats de WT-3 in het batterijvak van de camera, zoals wordt aangegeven.
5
Draai de draaiknop in de aangegeven richting om de WT-3 stevig aan de camera te bevestigen.
6
Open het klepje over de USB-aansluiting van de camera en sluit de USB-kabel van de WT-3 aan op de USB-aansluiting van de camera.
18
PB-6 balgapparaat Voor gebruik van PB-6 balgapparaten met de WT-3 is de PK-13 automatische tussenring en de PB-6D balgverhoger vereist. De WT-3 verwijderen De WT-3 verwijderen: 1 Draai de bedieningsvergrendeling van de WT-3 naar de stand L en zet de camera uit.
2 Koppel de USB-kabel los. 3 Draai de knop rechtsom om de WT-3 los te schroeven van de statiefbevestiging van de camera en verwijder de WT-3 uit het batterijvak van de camera. 4 Plaats het klepje over het batterijvak terug.
De bedieningsvergrendeling Zet de camera uit en draai de bedieningsvergrendeling van de WT-3 naar de stand L wanneer u de WT-3 aansluit of verwijdert of de batterij plaatst of verwijdert.
19
De batterij plaatsen Om de camera van stroom te voorzien als de WT-3 is geplaatst, plaatst u de camerabatterij in het batterijvak van de WT-3. Er past één EN-EL3e oplaadbare Li-ion-batterij in de WT-3. Andere batterijen kunnen niet worden gebruikt. Houd er rekening mee dat het batterijverbruik toeneemt als de WT-3 is bevestigd.
1
Zet de camera uit en draai de bedieningsvergrendeling op de WT-3 naar de stand L.
2
Open het deksel van het batterijvak.
3
Plaats de batterij zoals dit wordt weergegeven op het deksel van het batterijvak. De batterijvergrendeling schuift tijdens het plaatsen opzij en komt weer omhoog om de batterij op zijn plek te vergrendelen zodra deze is geplaatst.
4
Sluit het deksel van het batterijvak. Controleer of het deksel goed is vergrendeld. De vergrendeling klikt vast als het deksel volledig is gesloten.
5
Zet de camera aan en controleer de batterijstatus op het LCD-venster, in de zoeker of via de optie Batterij informatie in het setup-menu van de camera.
Batterij verwijderen Open het batterijvak en verwijder de batterij zoals rechts wordt weergegeven. Zorg ervoor dat u de batterij niet laat vallen.
De EH-6 lichtnetadapter De optionele EH-6 lichtnetadapter kan ook worden gebruikt om de camera van stroom te voorzien terwijl de WT-3 is aangesloten. Sluit de gelijkstroomstekker van de lichtnetadapter aan op de DC-IN-aansluiting van de WT-3, niet op de camera.
20
Batterijvergrendeling
Foto’s uploaden: Overdrachtstand Kies de overdrachtstand als u foto’s wilt uploaden naar een computer of ftp-server. De belangrijkste stappen hiervoor zijn: Verbinding maken met de host of ftp-server.............................
21–22
Foto’s uploaden.....................................................................................
23–25
Voordat u verbinding maakt met de host dient u een hostprofiel te maken met de WT-3 Setup Utility ( 11–16) en dient u er zeker van te zijn dat de host draait. De instellingen voor verbinding met een ftp-server kunnen ook worden aangepast via de cameramenu’s ( 48–50). Verbinding maken met de host of ftp-server
1
Zet de camera uit en plaats de geheugenkaart met de foto’s die u wilt verzenden.
2
Als u via Ethernet toegang wilt tot een netwerk, sluit u de Ethernet-kabel aan ( 4). Draadloze overdracht is uitgeschakeld als een Ethernet-kabel is aangesloten. Koppel de Ethernet-kabel los voordat u toegang zoekt tot een draadloos netwerk. Zet de camera uit voordat u de Ethernet-kabel aansluit of loskoppelt.
3
Zet de camera aan.
4
Selecteer Overdrachtstand voor de optie Draadloze Transmitter > Stand in het setup-menu van de camera ( 34).
Voorzijde
Kies PTP Stel voordat u de camera aansluit de optie USB in het setup-menu van de camera in op PTP ( 11).
21
5
Er wordt een lijst met beschikbare verbindingsprofielen weergegeven. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om het gewenste profiel te markeren en duw naar rechts om het profiel te selecteren. Profielinformatie weergeven op de camera om informatie over Druk op de knop het geselecteerde profiel weer te geven.
Ftp-serverprofielen bewerken Als een profiel voor een ftp-server is geselecteerd, kunt u de ftp-instellingen handmatig bewerken door op de knop op de camera te drukken. Raadpleeg de menugids voor meer informatie ( 35).
6
Kies Instellingen in het menu Draadloze Transmitter om de volgende overdrachtsopties te bewerken: Optie
Beschrijving Uploadt foto’s terwijl ze worden gemaakt. Wist foto’s van de geheugenkaart in de Wis na verzenden? camera nadat ze zijn geüpload. Verzend bestand Verzendt bij NEF + JPEG-foto’s alleen als de JPEG of zowel de NEF als de JPEG. Uploadt alle foto’s in de geselecteerde Verzend map map. Deselecteert alle geselecteerde foto’s Alles deselecteren? voor de upload. Autom. verzenden
46 46 46 47 47
7
Selecteer Aan voor Draadloze Transmitter > Draadloos LAN ( 34).
8
Controleer of het geselecteerde profiel groen wordt weergegeven op het hoogste niveau van het menu voor de draadloze transmitter. Voor informatie over wat u moet doen als er een foutbericht wordt weergegeven, raadpleegt u ‘Problemen oplossen’ ( 51).
22
Foto’s uploaden
1
Druk op de knop om de foto’s op de geheugenkaart weer te geven. Geef de eerste foto die u wilt verzenden weer in de enkelvoudige weergave of markeer de foto in de lijst met miniaturen.
2
Druk op het midden van de multi-selector terwijl u de knop ingedrukt houdt. Het pictogram voor ‘verzenden’ wordt toegevoegd aan de foto en de foto wordt direct overgezet. Tijdens het uploaden worden foto’s aangeduid met een groen pictogram voor ‘bezig met verzenden’. Herhaal deze stap om nog meer foto’s te verzenden (foto’s worden verzonden in de volgorde waarin ze worden geselecteerd). Foto’s die zijn geüpload, worden aangeduid met een blauw pictogram voor ‘verzonden’. U kunt foto’s opnieuw verzenden door op het midden van de multi-selector te drukken terwijl u de knop ingedrukt houdt. Het blauwe pictogram voor ‘verzonden’ verandert in een wit pictogram voor ‘verzenden’.
Tijdens het uploaden Verwijder de geheugenkaart tijdens het uploaden niet uit de camera. Bestandsnamen Als de doelmap op de ftp-server bestanden bevat met dezelfde naam als de foto's die u hebt geselecteerd voor de upload, worden de bestanden op de server vervangen door de foto's die u uploadt vanaf de camera. Door bij het fotograferen Aan te selecteren voor Persoonlijke Instelling d6 (Opeenvolg. nummering van bestandsnamen) voorkomt u dat de camera bestanden met al gebruikte bestandsnamen aanmaakt. Gebruik bij het uploaden van bestanden vanuit verschillende camera’s naar dezelfde server voor elke camera een eigen map. Signaalverlies De overdracht kan worden onderbroken als het signaal wegvalt ( 25). U kunt de overdracht hervatten door de camera uit en weer aan te zetten, de belichtingsmeters van de camera te activeren of Aan te selecteren voor Draadloze Transmitter > Draadloos LAN zodra het signaal is hersteld.
23
De overdracht onderbreken Als u de overdracht van foto’s met het witte pictogram voor ‘verzenden’ of het groene pictogram voor ‘bezig met verzenden’ wilt annuleren, selecteert u de foto’s terwijl ze worden weergegeven en drukt u op het midden van de multi-selector ingedrukt houdt. Het pictogram wordt verwijderd. De overterwijl u de knop dracht wordt eveneens onderbroken in de volgende situaties: • De camera wordt uitgezet • U kiest Uit in het menu Draadloze Transmitter > Draadloos LAN • U selecteert Ja voor Draadloze Transmitter > Instellingen > Alles deselecteren? Overdrachtstatus Tijdens weergave verschijnt de status van de beelden die voor uploaden zijn geselecteerd als volgt: : ‘Verzenden’ Foto’s die voor uploaden zijn geselecteerd, worden aangeduid met een wit pictogram . : ‘Bezig met verzenden’ Een groen pictogram verschijnt tijdens het uploaden. : ‘Verzonden’ Foto’s die zijn geüpload, worden aangeduid met een blauw pictogram .
De camera uitschakelen De markering voor ‘verzenden’ wordt opgeslagen als u de camera uitschakelt of als u Uit selecteert voor Draadloze Transmitter > Draadloos LAN terwijl de overdracht plaatsvindt. De overdracht van foto’s met het pictogram voor ‘verzenden’ wordt hervat wanneer de camera wordt ingeschakeld, de ontspanknop half wordt ingedrukt of Aan wordt geselecteerd voor Draadloze Transmitter > Draadloos LAN. Pictogrammen voor ‘verzenden’, ‘Bezig met verzenden’’ en ‘verzonden’ verwijderen U kunt de pictogrammen voor ‘verzenden’, ‘bezig met verzenden’ en ‘verzonden’ uit alle foto’s verwijderen door Ja te selecteren voor Draadloze transmitter > Instellingen > Alles deselecteren? ( 47).
24
Netwerkstatus De status van de verbinding tussen de server en de WT-3 wordt aangegeven door de statuslampjes en door de statusaanduiding in het hoogste menu voor de draadloze transmitter. De statuslampjes Het POWER-lampje brandt als de WT-3 is ingeschakeld. De signaalkwaliteit wordt aangegeven door het LINKlampje: hoe sneller dit lampje knippert, hoe beter het signaal is en hoe sneller gegevens kunnen worden verzonden. Het BUSY-lampje brandt terwijl gegevens worden verzonden. Status Camera of belichtingsmeters uit of Uit geselecteerd voor Draadloze Transmitter > Draadloos LAN Er wordt verbinding gemaakt met de hostcomputer of ftp-server Wachten om gegevens te verzenden Gegevens verzenden Verbindingsfout WT-3 hardwarestoring
POWER
LINK
BUSY
(uit)
(uit)
(uit)
(aan)
(aan)
(uit)
(aan) (aan) (knippert) (knippert)
(knippert) (knippert) (uit) (knippert)
(uit) (aan) (uit) (knippert)
De statusaanduiding De netwerkstatus wordt ook weergegeven op het hoogste niveau van het menu voor de draadloze transmitter. Statusgebied: De status van de verbinding met de host. De hostnaam wordt groen weergegeven wanneer een verbinding tot stand is gebracht. Terwijl bestanden worden overgezet, wordt de statusaanduiding ‘Verzenden:’ weergegeven, gevolgd door de naam van het bestand dat wordt verzonden. Eventuele fouten die tijdens de overdracht optreden, worden hier eveneens weergegeven.
, : De geschatte tijd die nodig is om de resterende foto’s te verzenden.
Signaalsterkte: Dit pictogram geeft de signaalsterkte in vijf niveaus weer. Het wordt rood als er geen signaal wordt waargenomen. Voor een maximale signaalsterkte zorgt u dat zich geen obstakels bevinden tussen de antenne van de WT-3 en de draadloze LAN-adapter of het toegangspunt. Het pictogram wordt weergegeven als de WT-3 verbinding heeft via Ethernet.
25
De camera bedienen: PC-Stand In de PC-stand kan een camera met een WT-3 via een draadloos netwerk worden bediend vanaf een computer met Nikon Capture 4 versie 4.4 of hoger (apart verkrijgbaar) en worden foto’s rechtstreeks opgeslagen op de harde schijf van de computer. De belangrijkste stappen hiervoor zijn: Verbinding maken met de computer ............................................
26–27
De camera bedienen met Nikon Capture 4 .................................
28–29
De WT-3 Setup Utility moet zijn geïnstalleerd op de hostcomputer. Voordat u verbinding maakt met de host dient u een hostprofiel te maken met de WT-3 Setup Utility ( 11–16) en dient u er zeker van te zijn dat de host draait. Verbinding maken met de computer
1
Als u via Ethernet toegang wilt tot een netwerk, sluit u de Ethernet-kabel aan ( 4). Draadloze overdracht is uitgeschakeld terwijl een Ethernet-kabel is aangesloten. Koppel de Ethernet-kabel los voordat u toegang zoekt tot een draadloos netwerk. Zet de camera uit voordat u de Ethernet-kabel aansluit of loskoppelt.
2
Zet de camera aan.
3
Selecteer PC-stand voor de optie Draadloze Transmitter > Stand in het setup-menu van de camera ( 34).
Kies PTP Stel voordat u de camera aansluit de optie USB in het setup-menu van de camera in op PTP ( 11). PictureProject versie 1.6.1 of hoger In de PC-stand kan PictureProject Transfer worden gebruikt om foto’s over te zetten naar de computer, waar ze worden gecatalogiseerd in de PictureProject-software die bij de camera wordt geleverd (versie 1.6.1 of hoger is vereist).
26
4
Er wordt een lijst met beschikbare verbindingsprofielen weergegeven. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om het gewenste profiel te markeren en duw naar rechts om het profiel te selecteren. Profielinformatie weergeven op de camera om informatie over Druk op de knop het geselecteerde profiel weer te geven.
5
Selecteer Aan voor Draadloze Transmitter > Draadloos LAN ( 34).
6
Controleer of ‘Verbonden in de PC-stand’ wordt weergegeven op het hoogste niveau van het menu voor de draadloze transmitter wanneer er een verbinding tot stand is gebracht. Voor informatie over wat u moet doen als er een foutbericht wordt weergegeven, raadpleegt u ‘Problemen oplossen’ ( 51).
27
De camera bedienen met Nikon Capture 4
1 2 3
Voer de stappen uit in ‘Verbinding maken met een computer’ (
26).
Start Nikon Capture 4 Camera Control op de hostcomputer en controleer of wordt weergegeven op het LCD-venster van de camera. Bedien de camera zoals wordt beschreven in de gebruikshandleiding van Nikon Capture 4. Foto’s die u met de camera maakt terwijl deze verbinding heeft, worden rechtstreeks op de harde schijf van de computer opgeslagen.
Ethernet-netwerken: koppel de Ethernet-kabel niet los Ontkoppel de Ethernet-kabel niet als de camera aan staat. Draadloze netwerken: signaalverlies tijdens de overdracht Bij signaalverlies kan de verbinding worden verbroken terwijl foto’s worden overgezet met Nikon Capture 4 Camera Control. Als het POWER-lampje op de WT-3 knippert ( 29), selecteert u Uit voor de optie Draadloze Transmitter > Draadloos LAN in het setup-menu van de camera en selecteert u daarna opnieuw Aan. De overdracht wordt hervat zodra de verbinding is hersteld. Zet de camera niet uit. De overdracht kan niet worden hervat als u de camera uitzet.
28
Netwerkstatus De status van de verbinding tussen de server en de WT-3 wordt aangegeven door de statuslampjes en door de statusaanduiding op het hoogste niveau van het menu voor de draadloze transmitter. De statuslampjes Het POWER-lampje brandt als de WT-3 is ingeschakeld. De signaalkwaliteit wordt aangegeven door het LINKlampje: hoe sneller dit lampje knippert, hoe beter het signaal is en hoe sneller gegevens kunnen worden verzonden. Het BUSY-lampje brandt terwijl gegevens worden verzonden. Status Camera of belichtingsmeters uit of Uit geselecteerd voor Draadloze Transmitter > Draadloos LAN Verbinden met computer Wacht op verbinding Verbonden; camerabesturing mogelijk Verbindingsfout WT-3 hardwarestoring
POWER
LINK
BUSY
(uit)
(uit)
(uit)
(aan) (aan) (aan) (knippert) (knippert)
(aan) (knippert) (knippert) (uit) (knippert)
(uit) (uit) (aan) (uit) (knippert)
De statusaanduiding De netwerkstatus wordt ook weergegeven op het hoogste niveau van het menu voor de draadloze transmitter. Statusgebied: De status van de verbinding met de host. De hostnaam wordt groen weergegeven wanneer een verbinding tot stand is gebracht. Eventuele fouten die verhinderen dat de camera verbinding maakt met de server worden hier eveneens weergegeven.
Signaalsterkte: Dit pictogram geeft de signaalsterkte in vijf niveaus weer. Het wordt rood als er geen signaal wordt waargenomen. Voor een maximale signaalsterkte zorgt u dat zich geen obstakels bevinden tussen de antenne van de WT-3 en de draadloze LAN-adapter of het toegangspunt. Het pictowordt weergegeven als de WT-3 verbinding heeft gram via Ethernet.
29
Foto’s afdrukken: Printstand Kies de printstand om JPEG-foto’s vanuit de camera af te drukken met een printer die is aangesloten op een netwerkcomputer of de optionele PD-10 draadloze printeradapater ( 32). RAW-beelden kunnen niet rechtstreeks uit de camera worden afgedrukt, maar ze kunnen worden afgedrukt via PictureProject of Nikon Capture versie 4.4 of hoger. Indexprints zijn alleen mogelijk met de PD-10. De belangrijkste stappen voor het afdrukken van JPEG-foto’s zijn: Een printer selecteren ........................................................................
30–31
Foto’s afdrukken ............................................................................................
Maak voordat u gaat afdrukken een hostbestand ( lingen aan ( 17).
31
11–16) aan en pas de printerinstel-
Een printer selecteren
1
Zet de camera uit en plaats de geheugenkaart met de foto’s die u wilt afdrukken.
2
Als u via Ethernet toegang wilt tot een netwerk, sluit u de Ethernet-kabel aan ( 4). Denk eraan dat draadloze overdracht is uitgeschakeld als een Ethernetkabel is aangesloten. Koppel de Ethernet-kabel los voordat u toegang zoekt tot een draadloos netwerk. Zet de camera uit voordat u de Ethernet-kabel aansluit of loskoppelt.
3
Zet de camera aan en verzeker u ervan dat de printer en de hostcomputer of de draadloze printeradapter ingeschakeld zijn.
4
Selecteer Printstand voor de optie Draadloze Transmitter > Stand in het setup-menu van de camera ( 34).
Kies PTP Stel voordat u de camera aansluit de optie USB in het setup-menu van de camera in op PTP (
11).
Gebruik een betrouwbare voedingsbron Zorg dat de camerabatterij volledig is opgeladen of gebruik een EH-6 lichtnetadapter (apart verkrijgbaar).
30
5
Er wordt een lijst met beschikbare printerprofielen weergegeven. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om het gewenste profiel te markeren en duw vervolgens naar rechts om het profiel te selecteren en terug te keren naar het hoogste niveau van het menu voor de draadloze transmitter. Profielinformatie weergeven op de camera om informatie over Druk op de knop het geselecteerde profiel weer te geven.
Foto’s afdrukken
1
Selecteer Aan voor Draadloze Transmitter > Draadloos LAN ( 34).
2
Selecteer Printen op het hoogste niveau van het menu voor de draadloze transmitter om verbinding te maken met de printer. De statuslampjes branden als er een verbinding met de printer tot stand wordt gebracht.
3
Druk foto’s af via het printmenu, zoals wordt beschreven in ‘Afdrukken via een directe USB-verbinding: meerdere foto’s afdrukken’ in de camerahandleiding. De optie voor indexprints is alleen beschikbaar bij gebruik van de optionele draadloze printeradapter PD-10.
De statuslampjes Het POWER-lampje brandt als de WT-3 is ingeschakeld. De signaalkwaliteit wordt aangegeven door het lampje LINK: hoe sneller het lampje knippert, des te beter is het signaal, en des te sneller kunnen de gegevens worden overgedragen. Het BUSY-lampje brandt als gegevens worden verzonden. Status Camera of lichtmeters uit, camera niet verbonden met printer, of transmissiefout Verbonden met printer; foto’s kunnen worden afgedrukt Storing bij verbinding met printer WT-3 hardwarestoring
POWER
LINK
BUSY
(uit)
(uit)
(uit)
(aan) (knippert) (knippert)
(knippert) (uit) (knippert)
(aan) (uit) (knippert)
31
Foto’s afdrukken met de PD-10 draadloze printeradapter Dankzij de optionele PD-10 draadloze printeradapter kunnen foto’s rechtstreeks vanaf de camera worden afgedrukt zonder gebruik van kabels of een computer. De belangrijkste stappen voor het gebruik van de PD-10 zijn: Een profiel maken voor de PD-10 ...................................................
32–33
Een printer selecteren ........................................................................
30–31
Foto’s afdrukken ............................................................................................
31
Raadpleeg de handleiding van de PD-10 voor meer informatie. Nadat u een profiel hebt gemaakt, kunt u de eerste stap overslaan. Een profiel maken voor de PD-10
1
Sluit de PD-10 aan op een PictBridge-compatibele printer, zoals wordt beschreven in de handleiding van de PD-10, en zet de PD-10 en de printer aan.
2
Zet de camera aan.
3
Selecteer Aan voor de optie Draadloze Transmitter > Draadloos LAN in het setup-menu van de camera ( 34).
4
Selecteer Printstand voor Draadloze Transmitter > Stand ( 34).
32
5
Selecteer Printerregistratie. Printerregistratie is niet beschikbaar als de camera negen profielen bevat. Verwijder zo nodig een profiel met de knop .
6
Het bericht dat u rechts ziet, wordt weergegeven op de cameramonitor. Druk gedurende circa twee seconden op de knop START op de draadloze printeradapter.
7
Er verschijnt een bericht waarin wordt gevraagd of u verbinding wilt maken met de printer. Selecteer Ja als u foto’s wilt afdrukken vanuit het printmenu ( 31) of Nee om terug te keren naar stap 5. De PD-10 kan nu worden geselecteerd in de lijst met profielen, zoals wordt beschreven in ‘Een printer selecteren’ ( 30).
33
Menugids In dit gedeelte worden de beschikbare instellingen beschreven voor de optie Draadloze Transmitter in het setup-menu van de camera wanneer de WT-3 is aangesloten.
Draadloos LAN Schakel de WT-3 in of uit. Selecteer Uit als u het batterijverbruik wilt verminderen. Is Aan geselecteerd, dan wordt het stroomverbruik verminderd als er geen geheugenkaart is geplaatst in de weergave- en printstand, of als er in de printstand geen gegevens worden overgedragen. Denk eraan dat in de overdrachtstand de overdracht direct wordt hervat wanneer de transceiver wordt ingeschakeld. Stand Maak een keuze uit Overdrachtstand ( 21), PC-stand ( 26) en Printstand ( 30). Nadat u een van deze opties hebt geselecteerd, wordt er een profielenlijst weergegeven met de beschikbare verbindingen in de geselecteerde stand. Profiel kiezen Nadat u een optie hebt geselecteerd in het menu Stand, wordt er een profielenlijst weergegeven met de beschikbare verbindingen in de geselecteerde stand. De WT-3 kan in totaal maximaal negen host-, server- en printerprofielen opslaan. Als u een profiel wilt verwijderen, markeert u dit in de lijst met profielen en drukt u op de knop . Als u het profiel van een ftp-server wilt bewerken, markeert u het profiel en drukt u op de knop
(
35).
Als u de profielinformatie wilt weergeven, markeert u het gewenste profiel en drukt u op de knop . De volgende informatie wordt weergegeven. Profielnaam (
SSID (
13, 49)
14, 36)
Apparaat (PC, ftp-server of printer) Soort interface (
34
13, 49)
FTP-registratie (alleen voor verbinding met ftp-servers) In de overdrachtstand kunt u ftp-profielen maken zonder de WT-3 Setup Utility te gebruiken. Raadpleeg de bijlage voor meer informatie ( 48). Ftp-profielen bewerken Als u het profiel van een ftp-server wilt bewerken, markeert u dit in de profielenlijst in de overdrachtstand en drukt u op de knop . Kies de instellingen die u wilt bewerken voor Draadloos, TCP/IP en FTP of selecteer Gereed om de wijzigingen op te slaan en terug te keren naar de profielenlijst. Alleen profielen van ftp-servers kunnen op deze manier worden bewerkt. Als u andere profielen wilt bewerken, moet u de WT-3 Setup Utility gebruiken. Draadloos Deze optie biedt instellingen voor verbinding met een draadloos netwerk en wordt alleen weergegeven als het interfacetype voor het geselecteerde profiel Draadloos & Ethernet is. Het menu Draadloos bestaat uit twee pagina’s met opties. U schakelt tussen de pagina’s door de multi-selector omhoog of omlaag te duwen.
Tekst invoeren Het volgende dialoogvenster wordt weergegeven wanneer u tekst moet invoeren. Toetsenbordgebied: Markeer letters met de multi-selector en druk op het midden om de letters te selecteren.
Tekstweergavegebied: Tekst wordt weergegeven in dit gebied. U inverplaatst de cursor door gedrukt te houden terwijl u de multi-selector omhoog, omlaag, naar links of naar rechts duwt.
Gebruik de multi-selector om het gewenste teken te selecteren in het toetsenbordgebied en druk op het midden van de multi-selector om het gemarkeerde teken in te voegen op de huidige positie van de cursor. (Als dat teken wordt ingevoerd terwijl het veld vol is, wordt het laatste teken in het veld verwijderd.) U verwijdert het teken onder de cursor door op de knop te drukken. U verplaatst de cursor naar een nieuwe positie door de knop ingedrukt te houden terwijl u op de multi-selector duwt. Klik op de knop om de invoer te voltooien en terug te keren naar het vorige menu. Klik op de knop om terug te keren naar het setup-menu zonder de ingevoerde tekst toe te passen.
35
Het menu Draadloos, pagina 1/2 SSID: Een BSS- of ESS-ID is vereist voor verbindingen met een draadloos LAN-adapter of toegangspunt. Als u de BSS- of ESSID wilt wijzigen, markeert u de huidige ID, duwt u de multiselector naar rechts en voert u een nieuwe ID in zoals wordt beschreven in de opmerking op de vorige pagina. Druk op om terug te keren naar het menu Draadloos (1/2). Communicatiestand: Kies een stand op basis van de structuur van het draadloze netwerk. Optie Beschrijving Infrastructuur De verbinding met het draadloze netwerk verloopt via (standaard) een toegangspunt. Rechtstreekse draadloze peer-to-peer verbinding met Ad hoc een host.
Kanaal*
1
2 Kies een kanaal.†
Keer terug naar het menu Draadloos (1/2).
* Niet vereist als Infrastructuur is geselecteerd voor Communicatiestand. †De WT-3 biedt de keuze uit dertien kanalen (1-13), terwijl de WT-3A elf kanalen biedt (1-11).
Het menu Draadloos, pagina 2/2 Verificatie: Kies het type verificatie dat door de computer of het toegangspunt gebruikt wordt. De camera ondersteunt WPA-PSK, WPA2-PSK, open systeem en shared key-verificatie. WPA-PSK en WPA2-PSK zijn alleen beschikbaar in infrastructuurmodus.
De menu’s gebruiken Als de ontspanknop op de camera of de WT-3 wordt ingedrukt terwijl de menu’s worden weergegeven, wordt de monitor uitgeschakeld en gaan wijzigingen in het huidige profiel verloren. Druk niet op de ontspanknop terwijl u profielen bewerkt.
36
Encryptie
1
2
Markeer de encryptie- of coderingsmethode.
Keer terug naar het menu Draadloos (2/2).
3
Markeer de coderingssleutel. Sla de stappen 3-5 over als Geen encryptie was geselecteerd in de stappen 1-2.
4
Bewerk de encryptiesleutel: • Base 16: duw de multi-selector naar links of naar rechts om een teken te selecteren, duw de multi-selector omhoog of omlaag om het teken te wijzigen. 64-bit sleutels vereisen 10 tekens, 128-bit sleutels 26 tekens, TKIP en AES sleutels 64 tekens. • ASCII: voer de sleutel in zoals wordt beschreven op pagina 26. 64-bits sleutels zijn 5 tekens lang, 128-bits sleutels zijn 13 tekens lang en TKIP-en AES-sleutels zijn 8 tot 63 tekens lang.
5
Keer terug naar het menu Draadloos (2/2).
Encryptie Welk soort encryptie beschikbaar is, hangt af van de optie die is geselecteerd voor Verificatie ( 14, 36): • Open: geen, Wep: 64-bit,base 16, Wep: 64-bit,ASCII, Wep: 128-bit, base 16, Wep: 128-bit,ASCII • Gedeeld: Wep: 64-bit,base 16, Wep: 64-bit,ASCII, Wep: 128-bit,base 16, Wep: 128-bit,ASCII • WPA-PSK: TKIP, AES • WPA2-PSK: AES
37
Sleutelindex: In infrastructuurnetwerken die WEP-codering gebruiken, kiest u de sleutelindex die wordt gebruikt door de host of het toegangspunt.
1
2 Kies de index.
Keer terug naar het menu Draadloos (1/2).
TCP/IP Pas de TCP/IP-instellingen aan zoals wordt beschreven op de volgende pagina’s. Het menu TCP/IP bestaat uit twee pagina’s met opties. U schakelt tussen de pagina’s door de multi-selector omhoog of omlaag te duwen. Het menu TCP/IP, pagina 1/2 Verkrijg automatisch: Markeer deze optie en duw de multi-selector naar rechts om de optie in (✔) of uit te schakelen. Schakel deze optie uit als het draadloze netwerk zo is geconfigureerd dat automatisch een IP-adres wordt toegekend door een DHCP-server of via automatische IP ( 52). Zo niet, schakel de optie dan uit en voer het adres en subnetmasker in dat u van de netwerkbeheerder hebt gekregen, zoals wordt beschreven op de volgende pagina.
38
1
2 Markeer Adres.
Activeer de bewerkingsmodus.
3
4
Duw de multi-selector naar links of naar rechts om een item te selecteren en duw de multi-selector omhoog of omlaag om dit te wijzigen.
Keer terug naar het menu TCP/IP (1/2). Als een subnetmasker is vereist, gaat u verder naar stap 5.
5
6 Markeer Masker.
7
Activeer de bewerkingsmodus.
8 Kies het subnetmasker.
Keer terug naar het menu TCP/IP (1/2).
39
Het menu TCP/IP, pagina 2/2 Gebruik gateway: Markeer deze optie en duw de multi-selector naar rechts om de optie in (✔) of uit te schakelen. Als het netwerk een gatewayadres vereist, schakelt u deze optie in en voert u het adres in dat u van de netwerkbeheerder hebt gekregen, zoals hierna wordt beschreven.
1
2 Markeer Adres.
3 Duw de multi-selector naar links of naar rechts om een item te selecteren en duw de multi-selector omhoog of omlaag om dit te wijzigen.
40
Activeer de bewerkingsmodus.
4 Keer terug naar het menu TCP/IP (2/2).
DNS inschakelen: Markeer deze optie en duw de multi-selector naar rechts om de optie in (✔) of uit te schakelen. Als er een domeinnaamserver (DNS) in het netwerk aanwezig is, schakelt u deze optie in en voert u het adres in dat u van de netwerkbeheerder hebt gekregen, zoals hierna wordt beschreven.
1
2 Markeer Adres.
3 Duw de multi-selector naar links of naar rechts om een item te selecteren en duw de multi-selector omhoog of omlaag om dit te wijzigen.
Activeer de bewerkingsmodus.
4 Keer terug naar het menu TCP/IP (2/2).
41
FTP Pas de ftp-instellingen aan zoals wordt beschreven op de volgende pagina’s. Het menu FTP bestaat uit drie pagina’s met opties. U schakelt tussen de pagina’s door de multi-selector omhoog of omlaag te duwen. Het menu FTP, pagina 1/3 Server
1
2 Markeer Adres.
Geef het tekstinvoervenster weer.
3
4
Voer het serveradres in (vereist;
35).
5
Keer terug naar het menu FTP (1/3).
6 Markeer Map.
Geef het tekstinvoervenster weer.
7 Voer de naam van de doelmap in (
42
8 35).
Keer terug naar het menu FTP (1/3).
9
10 Markeer Poort.
11 Duw de multi-selector naar links of naar rechts om een item te selecteren en duw de multi-selector omhoog of omlaag om dit te wijzigen.
Activeer de bewerkingsmodus.
12 Keer terug naar het menu FTP (1/3).
PASV stand: Markeer deze optie en duw de multi-selector naar rechts om de PASV-stand in (✔) of uit te schakelen. Schakel deze optie uit als u de normale stand (PORT) wilt gebruiken. Controleer of de server de PASV-stand ondersteunt voordat u deze optie inschakelt.
43
Het menu FTP, pagina 2/3 Anoniem inloggen: Markeer deze optie en duw de multi-selector naar rechts om de optie in (✔) of uit te schakelen. Schakel deze optie in voor anonieme aanmelding. Schakel de optie uit als u een gebruikersnaam en wachtwoord moet invoeren, zoals hieronder wordt beschreven.
1
2 Markeer Gebruikers ID.
Geef het tekstinvoervenster weer.
3
4 Voer de gebruikersnaam in (
35).
5
Keer terug naar het menu FTP (2/3).
6 Markeer Wachtwoord.
Geef het tekstinvoervenster weer.
7
8 Voer het wachtwoord in (
44
35).
Keer terug naar het menu FTP (2/3). Het wachtwoord wordt weergegeven als een reeks punten.
Het menu FTP, pagina 3/3 Gebruik proxyserver: Markeer deze optie en duw de multi-selector naar rechts om de optie in (✔) of uit te schakelen. Als een proxyserver is vereist voor ftp, schakelt u deze optie in en voert u een adres en een poortnummer in, zoals hierna wordt beschreven.
1
2 Markeer Adres.
Geef het tekstinvoervenster weer.
3
4
Voer het adres van de proxyserver in (
35).
5
Keer terug naar het menu FTP (3/3).
6 Markeer Poort.
7 Duw de multi-selector naar links of naar rechts om een item te selecteren en duw de multi-selector omhoog of omlaag om dit te wijzigen.
Activeer de bewerkingsmodus.
8 Keer terug naar het menu FTP (3/3).
45
Instellingen (alleen overdrachtstand) De volgende instellingen zijn beschikbaar in de overdrachtstand:
Autom. verzenden Geef aan of foto’s direct naar de server moeten worden geupload nadat ze zijn gemaakt. Optie
Beschrijving Foto’s worden niet automatisch geüpload wanneer ze Uit worden gemaakt. U kunt foto’s selecteren voor overdracht (standaard) wanneer de camera in de weergavestand staat. Foto’s worden direct geüpload nadat ze op de geheugenAan kaart in de camera zijn opgeslagen.* Zorg dat de camera een geheugenkaart bevat voordat u gaat fotograferen. * Foto’s worden niet geüpload naar de server als Uit is geselecteerd in het menu Draadloze Transmitter > Draadloos LAN. Foto’s worden in plaats daarvan gemarkeerd met een aanduiding voor ‘verzenden’ terwijl ze op de geheugenkaart worden opgeslagen.
Wis na verzenden? Selecteer Ja als u foto’s automatisch van de geheugenkaart wilt verwijderen nadat de upload is voltooid (de standaardoptie is Nee). Dit is niet van invloed op bestanden die zijn geüpload voordat deze optie werd geselecteerd. Foto’s worden niet verwijderd als ze worden weergegeven in een diapresentatie of in de menu’s voor verwijderen, afdrukken en vooringestelde witbalans. Bestanden worden oplopend genummerd wanneer deze optie is ingeschakeld, ongeacht de gekozen optie voor persoonlijke instelling d6 (Opeenvolg. numm.). Verzend bestand als Als u NEF+JPEG-foto’s naar een ftp-server uploadt, geeft u aan of zowel de NEF- (RAW) als de JPEG-bestanden of alleen de JPEG-bestanden moeten worden verzonden. Optie Beschrijving NEF (Raw) + JPEG Hiermee uploadt u zowel NEF (RAW)- als JPEG-be(standaard) standen. JPEG-bestanden worden eerst verzonden. Alleen JPEG Hiermee uploadt u alleen JPEG-bestanden.
46
Verzend map Alle bestanden in de geselecteerde map (met inbegrip van bestanden die al zijn gemarkeerd als ‘verzonden’) worden in oplopende volgorde op bestandsnummer geüpload. De upload wordt gestart zodra u de map selecteert. De map zelf wordt niet geüpload. Deze optie is niet beschikbaar als de geheugenkaart geen mappen bevat. Alles deselecteren? Selecteer Ja om de markering voor ‘verzenden’, ‘bezig met verzenden’ en ‘verzonden’ voor alle foto’s op de geheugenkaart te verwijderen. De upload van foto’s met de markering voor ‘bezig met verzenden’ wordt onmiddellijk beëindigd. Printen (alleen printstand) Kies een printer in de lijst met profielen. Nadat een verbinding tot stand is gebracht, worden foto’s afgedrukt zoals wordt beschreven in ‘Afdrukken via een directe USB-verbinding: meerdere foto’s afdrukken’ in de camerahandleiding. Deze optie is alleen beschikbaar als Aan is geselecteerd voor Draadloze Transmitter > Draadloos LAN in het setup-menu van de camera. De optie voor indexprints is alleen beschikbaar bij gebruik van de optionele draadloze printeradapter.
47
Bijlagen Ftp-profielen maken met de cameramenu’s In de overdrachtstand kunnen ftp-profielen worden gemaakt via de cameramenu’s in plaats van de WT-3 Setup Utility. Voordat u een ftp-profiel maakt met de cameramenu’s, stelt u de optie USB van de camera in op PTP en sluit u de WT-3 aan. Om onverwacht stroomverlies te voorkomen dient u ervoor te zorgen dat de batterij volledig is opgeladen of een optionele EH-6 lichtnetadapter te gebruiken. U kunt het batterijverbruik verminderen door Uit te selecteren voor de optie Draadloze transmitter > Draadloos LAN in het setup-menu van de camera voordat u de ftp-instellingen aanpast.
1
Zet de camera aan.
2
Selecteer Overdrachtstand voor Draadloze Transmitter > Stand ( 34).
3
Er wordt een profielenlijst weergegeven met de beschikbare verbindingen in de overdrachtstand. Markeer FTP-registratie en duw de multi-selector naar rechts. U kunt geen nieuw ftp-profiel maken als de camera al negen profielen bevat. Verwijder zo nodig een profiel met de knop .
Firewalls De WT-3 gebruikt TCP-poorten 20 en 21 voor ftp. Mogelijk moet u de firewallinstellingen aanpassen voordat u verbinding maakt met een server achter een firewall ( 16). De menu’s gebruiken Als de ontspanknop op de camera of de WT-3 wordt ingedrukt terwijl de menu’s worden weergegeven, wordt de monitor uitgeschakeld en gaan wijzigingen in het huidige profiel verloren. Druk niet op de ontspanknop terwijl u profielen bewerkt. Bestaande ftp-profielen bewerken Raadpleeg de menugids voor informatie over het gebruik van de cameramenu’s om bestaande ftp-profielen te bewerken ( 35).
48
4
Het registratiedialoogvenster dat u hier rechts ziet, wordt weergegeven. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren en duw vervolgens naar rechts om de selectie te bevestigen. Selecteer Gereed om verder te gaan met stap 5 wanneer de instellingen voltooid zijn. Hernoemen: Het dialoogvenster dat u hier rechts ziet, wordt weergegeven. Voer een profielnaam van maximaal 16 tekens in, zoals wordt beschreven in ‘Tekst invoeren’ ( 35) en druk op de knop om terug te keren naar het registratiedialoogvenster. Soort interface: Het dialoogvenster dat u hier rechts ziet, wordt weergegeven. Markeer een van de volgende opties en duw de multi-selector naar rechts om terug te keren naar het registratiedialoogvenster. Optie Beschrijving Draadloos & Ethernet Maakt draadloos en/of via Ethernet (standaard) verbinding. Alleen Ethernet Maakt alleen verbinding via Ethernet.
Draadloos: Als Draadloos & Ethernet is geselecteerd voor Soort interface, selecteert u deze optie om de draadloze instellingen aan te passen, zoals wordt beschreven in de menugids ( 35–38). Duw de multi-selector naar links om terug te keren naar het registratiedialoogvenster nadat de instellingen zijn voltooid. TCP/IP: Pas de TCP/IP-instellingen aan zoals wordt beschreven in de menugids ( 38–41). Duw de multi-selector naar links om terug te keren naar het registratiedialoogvenster nadat de instellingen zijn voltooid. FTP: Pas de ftp-instellingen aan zoals wordt beschreven in de menugids ( 42–45). Duw de multi-selector naar links om terug te keren naar het registratiedialoogvenster nadat de instellingen zijn voltooid.
49
5
Is Aan geselecteerd voor Draadloze Transmitter > Draadloos LAN, dan verschijnt een bevestigingsscherm. Kies uit de volgende opties: • Ja: Open een verbinding met de nieuwe server en keer terug naar het bovenste niveau van het menu van de draadloze transmitter. • Nee: Keer terug naar stap 3 zonder verbinding met de server te maken. Is de draadloze transmitter uitgeschakeld, dan verschijnt het dialoogvenster dat bij stap 3 wordt weergegeven en zal de WT-3 geen verbinding met de nieuwe server openen.
Foutberichten Er wordt een foutbericht weergegeven als het nieuwe profiel niet overeenkomst met de serverinstellingen. Pas de instellingen voor draadloos, TCP/IP en ftp aan zoals wordt beschreven in de menugids ( 35).
50
Problemen oplossen Probleem
Oplossing 20 • Controleer of de batterij volledig in de WT-3 is geplaatst en volledig is opgeladen. 18 • Sluit de WT-3 opnieuw aan. • Plaats een geheugenkaart (alleen overdracht- en print- 21, 30 stand). — POWER-lampje brandt niet. • Zet de camera aan. — • Druk de ontspanknop half in om de belichtingsmeters te activeren. 34 • Selecteer Aan voor de optie Draadloze Transmitter > Draadloos LAN in het setup-menu van de camera. • Open verbinding met printer (alleen printstand). 31 Alle lampjes knipperen tege- Hardwarefout met de WT-3. Neem contact op met een door 25, 29, lijk. Nikon goedgekeurde servicedienst. 31 18 • Sluit de WT-3 opnieuw aan. De optie Draadloze Trans11 • Selecteer PTP voor de optie USB in het setup-menu van mitter is niet beschikbaar de camera. Overmatige radio-interferenWijzig de richting van de camera of de antenne. 4 tie. Het bericht ‘Netwerkkabel is Sluit de netwerkkabel aan of wijzig de interface-instelling in 4, 13, niet aangesloten’ wordt weerDraadloos & Ethernet. 49 gegeven op de camera. — • Controleer of de host en de draadloze LAN-adapter zijn inEr wordt een foutbericht geschakeld. — over de draadloze verbin- • Controleer of zich geen obstakels bevinden tussen de WT-3 en de draadloze LAN-adapter. ding weergegeven op de • Controleer de instellingen voor de host en/of de draadloze 14, 35 camera. LAN-adapter en pas de camera-instellingen aan. • Controleer de instellingen voor de host en/of de draadloze 14, 35 Camera geeft foutmelding LAN-adapter en pas de camera-instellingen aan. over TCP/IP of FTP. • Controleer firewall-instellingen. 16, 48 Foutmelding geheugenkaart Controleer of geheugenkaart correct is geplaatst. 21, 30 verschijnt. Foto’s kunnen niet worden • Verkeerde versie PictureProject. Update naar nieuwste verovergespeeld naar computer sie of installeer versie die met D200 werd meegeleverd. — waarop PictureProject is ge- • Macintosh: Werd PictureProject na WT-3 Setup Utility geïnstalleerd, installeer WT-3 Setup Utility dan opnieuw. installeerd. De overdracht wordt hervat als u de camera uit- en weer De overdracht wordt afgeinschakelt, als u de belichtingsmeters activeert of als u Aan 34 broken voordat alle foto’s zijn selecteert voor de optie Draadloze Transmitter > Draadverzonden. loos LAN in het setup-menu van de camera. Foutmelding verschijnt dat Alleen JPEG-beelden kunnen vanuit de camera worden geer geen foto’s voor afdrukken print. Speel RAW-beelden (NEF) over naar de computer en print — beschikbaar zijn. ze vanuit PictureProject of Nikon Capture versie 4.4 of hoger.
51
Woordenlijst AES (Advanced Encryption Standard): een encryptiestandaard ontwikkeld voor gebruik door de Amerikaanse regering. AES is geprezen vanwege de combinatie van krachtige encryptie en snelle verwerking. Ad-hoc: apparaten in een draadloos ad-hoc netwerk communiceren rechtstreeks (‘peer-topeer’) zonder een draadloos toegangspunt. Automatische IP (APIPA—Automatic Private IP Addressing): Deze functie maakt het mogelijk dat apparaten in een netwerk zichzelf automatisch een uniek IP-adres toewijzen als er geen DHCP-server in het netwerk wordt gevonden. Automatische IP gebruikt adressen tussen 169.254.1.0 en 169.254.254.255 en het subnetmasker 255.255.0.0. Deze adressen zijn niet globaal of persoonlijk, maar zijn gereserveerd voor automatische IP. BSS-ID (Basic Service Set ID): Alle draadloze apparaten in een draadloos ad-hoc netwerk gebruiken dezelfde BSS-ID. De BSS-ID kan maximaal 32 tekens lang zijn en is hoofdlettergevoelig. Zie ook Ad-hoc. DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol): elk apparaat in een TCP/IP-netwerk vereist een IP-adres. Als een DHCP-server aanwezig is in het netwerk, worden IP-adressen automatisch toegewezen. DNS (domeinnaamserver): Een server die een database bevat met IP-adressen en hostnamen voor de computers die de server beheert en die hostnamen omzet in IP-adressen in reactie op verzoeken van clients. Elke DNS kan ook andere domeinnaamservers raadplegen voor adressen die niet in de database staan. Draadloos LAN-toegangspunt: Een draadloze transceiver die fungeert als verbinding tussen draadloze apparaten en een draadloos netwerk. ESS-ID (Extended Service Set ID): Er kunnen meerdere BSS’en worden geconfigureerd die samen een ESS vormen. Zo kunnen gebruikers wisselen tussen draadloze toegangspunten. Alleen apparaten met dezelfde ESS-ID als een bepaald toegangspunt kunnen communiceren met dat toegangspunt. De ESS-ID kan maximaal 32 tekens lang zijn en is hoofdlettergevoelig. Ethernet: De naam van de LAN-standaard IEEE 802.3. Apparaten in een Ethernet-netwerk zijn aangesloten via UTP-kabels voor overdrachtssnelheden van maximaal 10 Mbps (10 base-T) of 100 Mbps (100 base-TX). Gateway: Een netwerkknooppunt dat fungeert als toegang tot een ander netwerk, bijvoorbeeld tussen een bedrijf en internet. Gedeelde sleutel: een authenticatiesysteem waarin WEP-sleutels worden gebruikt om vast te stellen of een cliënt toegang heeft tot het netwerk. Communicatie is beperkt tot apparaten met dezelfde WEP-sleutel. IIS (Internet Information Services): De naam van de webserversoftware van Microsoft. IIS werkt nauw samen met Windows-systemen via ASP’s (Active Server Pages). Als IIS wordt geïnstalleerd als onderdeel van het besturingssysteem, kan relatief eenvoudig een webserver worden gebouwd.
52
Infrastructuur: apparaten in een infrastructuurnetwerk communiceren via draadloze toegangspunten die kunnen worden verbonden met een Ethernet-netwerk, waardoor draadloze en Ethernet-apparaten in een enkel netwerk samen kunnen worden gebruikt. IP-adres: adres dat wordt gegeven aan elk knooppunt in een TCP/IP-netwerk. Alle knooppunten in een TCP/IP-netwerk moeten een uniek IP-adres hebben. Persoonlijke IP-adressen worden aanbevolen voor knooppunten die deel uitmaken van een lokaal netwerk. Kanaal: Als meerdere draadloze LAN’s met verschillende ESS-ID’s werken op één frequentie binnen een bepaald gebied, neemt de overdrachtssnelheid af. Door een apart kanaal (frequentie) op te geven voor elk netwerk, kunt u interferentie voorkomen en de overdrachtssnelheid verhogen. (Let erop dat alle apparaten in hetzelfde netwerk moeten zijn ingesteld op hetzelfde kanaal.) Bij de IEEE 802.11b/g-standaard is de 2,4-GHz band verdeeld in 14 kanalen, elk gescheiden door 4 MHz. LAN (Local Area Network): Een netwerk van computers op relatief korte afstand van elkaar. LAN’s ondersteunen gewoonlijk overdrachtssnelheden van 10–100 Mbps. MAC-adres (Media Access Control): Een uniek hardware-adres voor elk apparaat in een netwerk dat is vereist voor het verzenden en ontvangen van pakketten. Open systeem: De naam voor een draadloos netwerk dat geen verificatie gebruikt (open verificatie). Open systemen zijn relatief onveilig, aangezien geen wachtwoord is vereist om toegang te krijgen tot de server. PASV-stand: De PASV-stand wordt gebruikt door clients achter een firewall, waarbij de ftp-server het poortnummer levert. Persoonlijk IP-adres: Een IP-adres dat alleen zichtbaar is binnen een lokaal netwerk. Aangezien pakketten die een persoonlijk IP-adres gebruiken niet naar een ander netwerk kunnen worden verzonden, worden ze gewoonlijk tussen netwerken verzonden via een proxyserver of NAT. Persoonlijke IP-adressen in het bereik 10.0.0.0–10.255.255.255 worden ‘klasse A’-adressen genoemd. Klasse B-adressen liggen in het bereik 172.16.0.0–172.31.255.255 en klasse Cadressen in het bereik 192.168.0.0–192.168.255.255. De gebruikte adresklasse hangt af van de grootte van het netwerk. Klasse C-adressen worden vaak gebruikt voor kleine netwerken. Protocol: Een reeks regels voor het doorgeven van informatie tussen apparaten in een netwerk. Doordat een protocol onderdelen van de communicatie definieert, zoals de manier waarop koppelingen tot stand worden gebracht, hoe de ontvangst van een signaal wordt bevestigd, hoe gegevens worden gecodeerd en hoe fouten worden afgehandeld, zorgt een protocol ervoor dat gegevens zonder verlies worden verzonden. Proxy: Een server die zich bevindt tussen grote netwerken en lokale netwerken of computers, gewoonlijk ter beveiliging. Een onderdeel van een firewall. PTP-IP (Picture Transfer Protocol over Internet Protocol): een algemeen gebruikte naam voor het CIPA DC-005-2005 beeldoverdrachtprotocol voor beeldtransmissie via LAN’s. Dit is een uitbreiding van PTP (Picture Transfer Protocol) dat wordt gebruikt om beelden over te zetten tussen camera’s en computers die zijn aangesloten via een USB-kabel. De WT-3 gebruikt PTPIP om te communiceren met hostcomputers.
53
Sleutelindex: een getal dat aangeeft welke WEP-sleutel moet worden gebruikt voor encryptie wanneer er wordt gecommuniceerd via een toegangspunt met meer dan een WEP-sleutel. Alle apparaten in het netwerk moeten dezelfde sleutelindex gebruiken. SS-ID (Service Set ID): een SS-ID voorkomt interferentie tussen apparaten in verschillende netwerken door uitsluitend communicatie toe te staan tussen apparaten die een SS-ID delen. Zie BSS-ID, ESS-ID. Subnetmasker: Een masker dat een netwerk verdeelt in subnetten. TCP/IP (Transmission Control Protocol/Internet Protocol): Een dubbel protocol bestaande uit een transportprotocol (TCP), dat gegevens in pakketten verdeelt die later worden samengevoegd, en een netwerkprotocol (IP), dat de verzending van de pakketten tussen punten in het netwerk afhandelt. Dit protocol kan worden geïmplementeerd op verschillende platformen, zodat gegevens kunnen worden verzonden tussen computers met verschillende besturingssystemen. TKIP (Temporal Key Integrity Protocol): Een coderingsstandaard die dynamische WPA-PSK-sleutels gebruikt die periodiek veranderen of nadat een bepaalde hoeveelheid gegevens is verzonden. Daardoor is de veiligheid hoger dan WEP, dat vaste sleutels gebruikt. UDP (User Datagram Protocol): een snel, maar onbetrouwbaar overdrachtsprotocol in de transportlaag dat het OSI-model gebruikt. USB (Universal Serial Bus): Een standaard voor verbindingen met randapparaten. USB ondersteunt gegevensoverdrachtssnelheden van maximaal 480 Mbps (USB 2.0). Apparaten die zijn aangesloten via USB kunnen worden aangesloten en verwijderd terwijl de computer aanstaat (‘hot plug’) en vereisen geen aparte IRQ-nummers (Interrupt Request), waardoor conflicten met andere apparaten worden voorkomen. WAN (Wide Area Network): Een netwerk dat computers of LAN’s op locaties op grote afstand van elkaar verbindt. Internet is een voorbeeld van een WAN. WPA-PSK (WiFi Protected Access with Pre-Shared Key): Aeen type authenticatie voor draadloze netwerken dat gebruik maakt van eerder vastgestelde (pre-shared) TKIP- of AES-sleutels. Draadloze apparaten die deze vorm van authenticatie gebruiken, kunnen alleen communiceren met apparaten met dezelfde pre-shared sleutel. WEP (Wired Equivalent Privacy): coderingsmethode waarin de tussen de apparaten overgedragen gegevens worden gecodeerd met een gedeelde encryptiesleutel (WEP-sleutel).
54
Specificaties Draadloos Standaards IEEE 802.11b/g (standaard draadloos LAN protocol), ARIB STD-T66 (standaard voor laagvermogen-datacommunicatiesystemen) Communicatie- IEEE 802.11g: OFDM protocollen IEEE 802.11b: DBPSK, DQPSK, CCK Werkingsfrequentie WT-3: 2412-2472 MHz (13 kanalen) WT-3A: 2412-2462 MHz (11 kanalen) Bereik (hemelsbreed) Circa 80 m met ingebouwde antenne Circa 280 m met WA-E1 antenne met vergroot bereik en grote antenne bij draadloos LAN-toegangspunt Overdrachtssnelheden * IEEE 802.11g: 6, 9, 12, 18, 24, 36, 48 en 54 Mbps IEEE 802.11b: 1, 2, 5,5 en 11 Mbps Beveiliging TKIP, AES, 128/64-bit (104/40-bit) WEP Toegangsprotocollen Infrastructuur/ad-hoc Ethernet Standaards IEEE 802.3u (100 base-TX)/IEEE 802.3 (10 base-T) Overdrachtssnelheden 10/100 Mbps met autodetectie Poort 100 base-TX/10 base-T (AUTO-MDIX) Protocollen voor PTP-IP, ftp gegevensoverdracht Energieverbruik 3,5 W maximaal Voeding Oplaadbare EN-EL3e Li-ion-batterij (meegeleverd met D200) of EH-6 lichtnetadapter (apart verkrijgbaar) Gebruiksomstandigheden Temperatuur: 0-40 °C Luchtvochtigheid: minder dan 85% (geen condens) Gewicht WT-3: 295 g WT-3A: 295 g Afmetingen (B x H x D) 152 mm × 110 mm × 72,5 mm * Maximale logische gegevenssnelheden volgens de IEEE-norm. Werkelijke waarden kunnen afwijken.
55
Gebruiksduur batterij Het aantal opnamen dat kan worden gemakt met een volledig opgeladen EN-EL3e batterij (1500 mAh) varieert met de conditie van de batterij, de temperatuur en de manier waarop de camera en de WT-3 worden gebruikt. De volgende metingen werden uitgevoerd bij een temperatuur van 20 °C, zowel met uitgeschakelde WT-3 als bij het uploaden van foto’s naar een Windows XP Professional SP2 computer met gebruik van automatische verzending. Voorbeeld 1 Geen Draadloos Ethernet (WT-3 uit) (802.11g, infrastructuurmethode) (100 base-TX) Aantal opnamen 1600 1000 1100 Camera- Zoom Nikkor AF-S VR 70–200 mm f/2.8G IF ED objectief (VR uit); continu highinstellingen speed opnamestand; continu autofocus; beeldkwaliteit ingesteld op JPEG Basis; beeldgrootte ingesteld op M; sluitertijd ½50 s; ontspanknop drie seconden half ingedrukt en scherpstelling per opname driemaal versteld van oneindig naar kortste scherpstelafstand; na zes opnamen monitor vijf seconden ingeschakeld en dan uitgeschakeld; cyclus herhaald na acht seconden. Netwerk
Voorbeeld 2 Geen Draadloos Ethernet (WT-3 uit) (802.11g, infrastructuurmethode) (100 base-TX) 95% 300 200 210 Camera- Zoom Nikkor AF-S VR 24–120 mm f/3.5–5.6G IF ED objectief (VR uit); enkelinstellingen beeld-opnamestand; enkelvoudige autofocus; beeldkwaliteit ingesteld op JPEG Normaal; beeldgrootte ingesteld op L; sluitertijd ½50 s; ontspanknop vijf seconden half ingedrukt en scherpstelling per opname eenmaal versteld van oneindig naar kortste scherpstelafstand; ingebouwde flitser om de opname ontstoken, volle lichtopbrengst; AF-hulpverlichting brandt bij gebruik van de flitser; cyclus herhaald na acht seconden; camera een minuut uitgeschakeld nadat tien foto’s zijn overgespeeld. Netwerk
Oorzaken van een verkorte gebruiksduur van de batterij: • Gebruik van de monitor • RAW-foto’s (NEF) maken • Half ingedrukt houden van de ontspanknop • Lange sluitertijden • Herhaalde autofocus-acties Zo haalt u het maximum uit de batterij: • Houd de batterijcontacten schoon. Vervuilde contacten kunnen de batterijprestaties verminderen. • Gebruik EN-EL3e batterijen direct na het opladen. Batterijen verliezen hun lading als ze ongebruikt worden gelaten. De aanduiding voor de batterijconditie van de camera kan onder invloed van de temperatuur variëren.
56
Index Symbolen , ,
, 24
A Aansluiten van de WT-3, 18 Ad-hoc, 2, 14, 36, 52 Afdrukken, 30 Alles deselecteren?, 47 Antenne, 4 Automatisch verzenden, 46 B Bestandsnamen, 23, 24, 25 BSS-ID, 36, 52 BUSY. Zie Statuslampjes C Codering, 14, 37 sleutel, 14, 37, 54
I Infrastructuur, 2, 14, 36, 53 Instellingen, 46 IP-adres, 15, 38, 53 K Kanaal, 14, 36, 52 L LAN. Zie Draadloos LAN, Ethernet Lampje. Zie Statuslampjes Lichtnetadapter, 20 LINK. Zie Statuslampjes M MAC-adres, 16 Geheugenkaarten, 21, 30 Mappen, 15, 42. Zie ook Verzend map Menu’s, 34–47, 48–50 tekst invoeren in, 35
D DHCP-server, 15, 38, 52 N Domeinnaamserver (DNS), 15, Nikon Capture 4, 26, 28 41, 52 Draadloos, 35, 49 O Draadloos LAN, 2, 14, 35, 49 Overdrachtstand, 2, 21, 35, 46, 48 toegangspunt, 2, 54 Draadloos LAN, 22, 27, 31, 32, 34 P PASV-stand, 15, 43, 53 Draadloze Transmitter, 34 PC-stand, 2, 26 E PictureProject, 13, 26 ESS-ID, 36, 52 Poort, 16, 48 Ethernet, 2, 4, 21, 26, 30, 52 POWER. Zie Statuslampjes Printstand, 2, 30 F Proxy, 15, 45, 53 Fouten, 51 PTP/IP, 53, 55 ftp, 51 TCP/IP, 51 S draadloos, 51 Server. Zie ftp, server FTP, 42, 49 Stand, 2, 21, 26, 30, 34 ftp SS-ID, 14, 36, 53 foutberichten. Zie Foutberich- Status. Zie Verbindingskwaliteit; ten, ftp Statuslampjes server, 2, 3, 15, 21, 35, 48 Statuslampjes, 4, 25, 29, 31 FTP-fout. Zie Foutberichten, ftp Symbolen
T TCP/IP, 38, 49 TCP/IP, 15, 38, 49, 54 Toegangspunt. Zie Draadloos LAN, toegangspunt U Uploaden, 21, 23 foto’s verwijderen na, 46 onderbreken, 24 foto’s selecteren voor, 23 USB, 11 V Verzend bestand als, 46 Verzend map, 47 W Wachtwoord, 13 Wis na verzenden?, 46 WT-3 Setup Utility, 2, 3, 7, 11
G Gateway, 15, 40, 52 Gebruikers-ID, 44
57