DRAADLOOS WEERSTATION Model: SM28 HANDLEIDING EIGENSCHAPPEN:
* * * *
Radiogestuurde klok met mogelijkheid om de tijd manueel in te stellen. Dagelijkse weergave van zon en maan opkomst/ondergang voor 24 Europese landen.
* * * * * * * * *
De weerman draagt aangepaste kledij voor de weersomstandigheden Meting van de luchtdruk Meting van absolute en relatieve luchtdruk, actueel en voor de afgelopen 12 uur Grafiek voor de luchtdruk
* * * * * * * * *
Min/max-geheugen voor luchtvochtigheid en voor binnen- en buitentemperaturen. Weergave resterende batterijvoeding voor de buitenunit met temperatuursensor.
Weersverwachting Weerstation met weergave Zonnig, Licht bewolkt, Bewolkt, Regenachtig en Neerslag
Weergave van de luchtdruk in mb/hPa of in inHg Transmissiefrequentie HF 433 MHz. Keuze uit max. 3 HF-kanalen (met draadloze temperatuursensor) Bereik: 30 meter in vrij veld (zonder obstakels). Meetbereik: Binnentemperatuur: 0 °C tot +50 °C Luchtvochtigheid: 20 % tot 99 % Buitentemperatuur: -50 °C tot +70 °C
Kalender tot 2099. Tijdweergave 12/24 uur (omschakelbaar). 2 alarmfuncties. Weergave van maanfasen. Weergave van de weekdag in 8 talen. Kan gehangen of neergezet worden. Batterijen: - Binnenunit: 3 AA-batterijen van 1,5 V CC - Buitenunit met temperatuursensor: 2 LR03 (AA)-batterijen van 1,5 V CC
* Afmetingen: - Binnenunit: 185 x 105 x 27 mm - Buitenunit met temperatuursensor: 98 x 58 x 26 mm 1
1
BINNENUNIT
Vooraanzicht
Achteraanzicht
Gedeelte A – LCD-scherm A1: symbool radiobesturing A2: radiogestuurde tijdsweergave A3: symbool alarm ingeschakeld/uitgeschakeld A4: datum en maand A5: weekdag A6: tijdstip zonsopgang A7: tijdstip opkomst maan A8: maanfase A9: tijdstip zonsondergang A10: tijdstip ondergang maan A11: gekozen land/stad A12: tendens van de barometrische druk A13: weersverwachting A14: de weerman A15: meting van absolute en relatieve barometrische druk A16: verlopen uren (drukhistoriek) A18: symbool resterende batterijvoeding A20: buitentemperatuur
A17: grafiek van de barometrische druk A19: geselecteerd kanaal A21: tendens van de buitentemperatuur
A22: binnentemperatuur A24: comfortsymbool
A23: luchtvochtigheid binnen 2
2
Gedeelte B – Knoppen B1: knop ALARM knop ▲ (omhoog) knop ▼ (omlaag)
B2: knop SNOOZE/LIGHT B3: B4: knop CHANNEL (kanaal) B5: B6: knop MODE
B7: knop SUN/MOON (zon/maan)
B8: knop HISTORY/ WEATHER (historiek/weer)
B9: knop MAX/MIN
B10: knop Absolute/Relative (absoluut/relatief)
B11: knop -
B12: knop + /°C/ °F
B13: knop RESET Gedeelte C – Behuizing C1: opening voor wandbevestiging
C2: batterijvak
C3 : steun (inklapbare voet)
3
3
BUITENUNIT MET TEMPERATUURSENSOR
Vooraanzicht
Achteraanzicht BUITENUNIT
D1: LED-weergave transmissie
D2: buitentemperatuur + kanaal
D3: opening voor wandbevestiging
D4: kanaalkiezer
D5: batterijvak
D6: knop °C /°F
D7: knop TX
D8 : voet
D9: aansluiting en stekker van de temperatuursensor (in optie)
4
4
INSTALLEREN VAN DE BINNENUNIT
* Plaats de batterijen. * Druk met een puntig voorwerp op de knop RESET (B12). Weersverwachting
* Wanneer u de batterijen hebt geplaatst of de knop WEATHER (B8) gedurende 3 seconden hebt ingedrukt, begint het symbool Weersverwachting (A13) te knipperen. Geef de actuele weersomstandigheden in door op de knoppen + (B12) of - (B11) te drukken. Druk op WEATHER om de instelling te bevestigen.
* Latere weersverwachtingen zijn mogelijk niet correct wanneer u de actuele weersomstandigheden niet correct hebt ingevoerd.
* De actuele weersomstandigheden moeten opnieuw worden ingegeven wanneer het weerstation op een andere hoogte wordt gebruikt. (De barometrische druk is lager op grotere hoogte. Elk hoogteverschil heeft daarom gevolgen voor de weersverwachtingen.) Het weerstation bepaalt de eerste weersverwachting 6 uur nadat u de actuele weersomstandigheden hebt ingevoerd.
* De weersverwachting bestaat uit 5 verschillende weersomstandigheden.
betekent Zonnig.
betekent Licht bewolkt.
betekent Bewolkt.
betekent Regenachtig.
betekent Neerslag.
5
5
wordt weergegeven wanneer de weersverwachting Regenachtig of Neerslag is en de buitentemperatuur onder 0 °C ligt.
* Wanneer u een verschil opmerkt tussen de weersverwachtingen en die van een ander weerstation in de buurt hebben die laatste voorrang. Wij zijn niet verantwoordelijk voor verkeerde weersverwachtingen met dit apparaat.
* Het tendenssymbool (LCD A12) geeft de tendens van de barometrische druk weer. geeft aan dat de tendens van de barometrische druk stijgt. geeft aan dat de tendens van de barometrische druk stabiel is. geeft aan dat de tendens van de barometrische druk daalt. Meting van de barometrische druk
* Druk op de knop Absolute/Relative (B10) om over te schakelen tussen de weergave van de absolute of de relatieve druk. Abs geeft de absolute druk aan; Rel de relatieve druk.
* De absolute druk is de effectieve druk die is gemeten door de basisunit. * Wanneer u de knop Absolute/Relative (B10) gedurende 3 seconden ingedrukt houdt, wordt de relatieve druk teruggebracht tot de druk op zeeniveau. Druk op de knop + (B12) of - (B11) om de druk in te stellen en druk daarna op Absolute/Relative (B10) om de instelling te bevestigen. Om de druk op zeeniveau te bepalen moet u een weerstation in de buurt raadplegen.
* Druk op de knop HISTORY (B8) om de evolutie van de barometrische druk gedurende de afgelopen 12 uur weer te geven. Op het LCD-scherm wordt het uur weergegeven - A16. Druk op de knop HISTORY (B8).
6
6
* Druk op de knop HISTORY (B8) om de evolutie van de barometrische druk gedurende de afgelopen 12 uur weer te geven. Op het LCD-scherm wordt het uur weergegeven. 0 HR = waarde van de barometrische druk op dit moment -1 HR = waarde van de barometrische druk 1 uur geleden -2 HR = waarde van de barometrische druk 2 uur geleden,... enz.
* Houd de knop + (B12) gedurende drie seconden ingedrukt om de eenheid voor meting van de barometrische druk te selecteren (inHg of mb/hPa). Grafiek van de tendens van de barometrische druk.
* De meting van de barometrische druk op –2 uur, –4 uur, –8 uur en –12 uur wordt opgeslagen en weergegeven op de grafiek van de barometrische druk (A17). De grafiek wordt weergegeven in hPa en in inHg. De weerman
* De weerman (A14) draagt kleding die is aangepast aan de weersomstandigheden en aan de buitentemperatuur (in overeenstemming met het laagste kanaal). Hij herinnert u eraan dat u aangepaste kledij moet dragen of een paraplu moet meenemen wanneer u naar buiten gaat.
* Wanneer geen buitenunit met temperatuursensor in de binnenunit is geregistreerd, wordt op het LCD-scherm weergegeven: Thermometer
* Druk op de knop °C / °F om te selecteren of de temperatuur in graden Celsius of in graden Fahrenheit moet worden weergegeven.
* Wanneer de temperatuur buiten het meetbereik valt, wordt op het LCD-scherm LL.L (temperatuur lager dan de minimumtemperatuur) of HH.H (temperatuur hoger dan de maximumtemperatuur) weergegeven. Opslaan van de maximale/minimale luchtvochtigheid en temperatuur
* Druk op de knop MAX/MIN (B9) om de maximale/minimale buiten- of binnentemperatuur weer te geven. verschijnt op het scherm wanneer de maximale temperatuur/luchtvochtigheid wordt weergegeven. verschijnt op het scherm wanneer de minimale temperatuur/luchtvochtigheid wordt weergegeven.
* Houd de knop MAX/MIN (B9) gedurende 3 seconden ingedrukt om de opgeslagen maximale en minimale waarden te wissen. 7
7
Procedure voor het registreren van de buitenunit met temperatuursensor
* Nadat u de actuele weersomstandigheden hebt bepaald, ontvangt de binnenunit automatisch de signalen die door de buitenunit met temperatuursensor worden uitgestuurd. De cijfers die de buitentemperatuur aangeven (A20) beginnen te knipperen.
* Plaats de batterijen in de buitenunit met temperatuursensor. De sensor stuurt automatisch de temperatuur naar de binnenunit. (Het batterijvak B5 van de buitenunit bevindt zich achter de afdekking aan de achterzijde die u moet losschroeven om te openen.)
* Wanneer u verschillende buitenunits met temperatuursensor heeft (maximaal 3), moet u kanaal CH1, CH2 of CH3 kiezen om te garanderen dat elke sensor de metingen op een ander kanaal doorstuurt. U moet dit doen voordat u de batterijen plaatst. De kanaalkiezer (D4) bevindt zich aan de achterzijde van de buitenunit.
* Druk op de knop TX (D7) van de buitenunit om manueel de temperatuur naar de binnenunit te sturen. De binnenunit geeft met een akoestisch signaal aan dat de doorgestuurde temperatuur werd ontvangen. Weergave van de buitentemperatuur * Druk op de toets CHANNEL (B4) om de temperatuur van de 3 kanalen weer te geven. De volgorde van weergave is als volgt: Druk op de
Druk op de
Druk op de
knop CHANNEL
knop CHANNEL
knop CHANNEL
Volgorde van weergave van de drie kanalen
* Houd de knop CHANNEL (B4) gedurende 3 seconden ingedrukt om een kanaal dat niet in gebruik is te annuleren. Wanneer de binnenunit een signaal van een nieuw kanaal ontvangt, wordt dit automatisch geregistreerd. Wanneer geen enkele temperatuur wordt weergegeven op het actuele kanaal (op het LCDscherm verschijnt - - .–), houd dan de knop CHANNEL (B4) gedurende 3 seconden ingedrukt om het kanaal te annuleren en opnieuw te registreren (u hoort een bieptoon op de binnenunit.) Druk daarna op de knop TX (D7) van de buitenunit om manueel het signaal naar de binnenunit te sturen.
8
8
* Het tendenssymbool (A21) geeft de tendens van de buitentemperatuur weer.
geeft aan dat de tendens van de buitentemperatuur stijgt. geeft aan dat de tendens van de buitentemperatuur stabiel is. geeft aan dat de tendens van de buitentemperatuur daalt.
* Druk op de knop °C /°F (D6) van de buitenunit om de temperatuur weer te geven in graden Celsius of graden Fahrenheit. Gebruik van de temperatuursensor met kabel van 1,5 m (Kabel in optie; afzonderlijk te bestellen)
* Steek de stekker van de sensor (D9) in de aansluiting aan de rechterzijde van de buitenunit. * Plaats de metalen box buiten en zet de buitenunit met temperatuursensor binnen om te vermijden dat de batterijen bevriezen bij temperaturen onder -20 °C.
* Gebruik steeds de temperatuursensor om de buitentemperatuur te meten wanneer die zich in het volgende meetbereik bevindt: - 50 °C ~ 0°C en + 50°C ~ + 70°C Radiogestuurde klok
* 2 minuten nadat u de batterijen heeft geplaatst begint de klok automatisch het DCFtijdsignaal te zoeken. knippert op het LCD-scherm om aan te geven dat de unit het DCF-tijdsignaal ontvangt. wordt continu op het scherm weergegeven om aan te geven dat de unit het signaal perfect heeft ontvangen. Wanneer de unit het signaal niet ontvangt, wordt het zoeken gestaakt ( verdwijnt van het LCD-scherm) en wordt een uur later opnieuw geprobeerd om het signaal te ontvangen. In totaal probeert de unit na het opstarten 4 keer om het signaal te ontvangen. Elke poging duurt ongeveer 10 minuten.
* De klok zoekt elke dag om 3:00 uur automatisch naar het tijdsignaal om steeds het juiste uur zo nauwkeurig mogelijk weer te geven. Wanneer de unit het signaal niet ontvangt, wordt het zoeken gestaakt ( verdwijnt van het LCD-scherm) en wordt het opnieuw geprobeerd om 4:00 uur, 5:00 uur en 6:00 uur.
* De klok kan worden ingesteld om het tijdsignaal manueel te zoeken door de knop ▼ (B5) gedurende 3 seconden ingedrukt te houden. Wanneer de unit het signaal niet ontvangt wordt het zoeken gestaakt. (
verdwijnt van het LCD-scherm). 9
9
* Houd de knop ▼ (B5) gedurende 3 seconden ingedrukt of ga naar de tijdinstelling om het zoeken naar het DCF-tijdsignaal te onderbreken.
* Tijdens het zoeken naar het DCF-tijdsignaal functioneren de knoppen niet tot het signaal correct wordt ontvangen of tot het zoeken naar het signaal manueel wordt onderbroken.
* Wanneer wordt overgeschakeld op het zomeruur verschijnt DST op het LCD-scherm. Manueel instellen van de tijd
* Houd de knop MODE (B6) gedurende 3 seconden ingedrukt om de klok en de kalender te kunnen instellen.
* Druk op de knop ▲ (B3) of ▼ (B5) om de datum en tijd in te stellen en druk daarna op de knop MODE/SET (B6) om de instellingen te bevestigen.
* De volgorde bij het instellen is steeds als volgt: Uren, minuten, seconden, jaar, maand, dag, taal van weergave voor de weekdag, land, stad en tijdzone.
* Er kunnen 8 talen worden geselecteerd voor de weergave van de weekdag: Duits, Engels, Russisch, Deens, Nederlands, Italiaans, Spaans en Frans. De talen en gekozen afkortingen voor de weekdagen worden in de volgende tabel opgesomd:
Taal
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag Vrijdag
Zaterdag
Duits, GE Engels, EN Russisch, RU
SO SU BC
MO MO NH
DI TU BT
MI WE CP
DO TH HT
FR FR NT
SA SA CY
Deens, DA Nederlands, NE Italiaans, IT
SO ZO DO
MA MA LU
TI DI MA
ON WO ME
TO DO GI
FR VR VE
LO ZA SA
Spaans, ES
DO
LU
MA
MI
JU
VI
SA
Frans, FR
DI
LU
MA
ME
JE
VE
SA
* De tijdzone is bedoeld voor landen waar het DCF-tijdsignaal kan worden ontvangen maar die zich in een andere tijdzone bevinden dan Duitsland.
* Wanneer de tijdzone in uw land een uur voorloopt op de Duitse tijdzone moet de tijdzone worden ingesteld op 1. De klok telt dan automatisch een uur bij op het tijdsignaal dat wordt ontvangen. 10
10
* Wanneer u niets instelt, verlaat de klok na 15 seconden automatisch de instelmodus. Weergave 12/24 uur
* Druk op de knop ▲ (B3) om de tijd weer te geven in 12- of 24-uren modus. 2 functies voor dagelijks alarm
* Druk op de knop MODE (B6) om te kiezen en weer te geven: Tijdstip scherm)
Tijdstip voor alarm 1 (
verschijnt op het scherm) Tijdstip voor alarm 2 (
op het
* Terwijl het tijdstip voor alarm 1 of 2 wordt weergegeven, moet u de knop MODE/SET (B1) gedurende 3 seconden ingedrukt houden om het alarm te kunnen instellen.
* Druk op de knop ▲ (B3) of ▼ (B5) om het tijdstip voor het alarm in te stellen. Druk op de knop MODE (B6) om elke instelling te bevestigen.
* Terwijl het tijdstip voor alarm 1 of 2 wordt weergegeven, moet u op de knop ALARM (B1) drukken om het alarm in of uit te schakelen. Wanneer een alarm is ingeschakeld wordt of op het LCD-scherm weergegeven. * Druk op de knop SNOOZE (B2) wanneer het alarm afgaat. Het alarm stopt, maar na 5 minuten wordt het opnieuw geactiveerd. Op die manier kan het alarm tot 7 keer opnieuw worden geactiveerd.
* Druk op de knoppen MODE (B6), ALARM (B1), ▲ (B3) of ▼ (B5) om het herhalen van het alarm te stoppen. Weergave van de opkomst/ondergang van de zon en de maan
* Nadat u de kalender, het land en de stad hebt ingevoerd, berekent de unit de uren van opkomst/ondergang van de zon en de maan. Tijdens het berekenen knipperen de cijfers die het uur van opkomst/ondergang van de zon en de maan aangeven.
* Druk op de knop SUN/MOON (B7) om het aantal uren daglicht op de gekozen dag weer te geven.
* Wanneer u de knop SUN/MOON (B7) gedurende 3 seconden ingedrukt houdt, kunt u het uur van opkomst/ondergang van de zon en de maan voor die dag controleren. De letters die de locatie (A11) aangeven knipperen.
* Voer Land, Stad, Jaar, Maand en Dag in die u wilt controleren. 11
11
* Druk op de knop ▲ (B3) of ▼ (B5) om in te stellen en druk daarna op de knop SUN/MOON (B7) om de instellingen te bevestigen.
* Tijdens het berekenen knipperen de cijfers die het uur van opkomst/ondergang van de zon en de maan aangeven. Wanneer de uren zijn berekend wordt het uur van opkomst/ondergang van de zon en de maan weergegeven. De letters die de locatie aangeven (A11) blijven knipperen om aan te geven dat de binnenunit zich nog steeds in controlemodus bevindt. Druk op de knop SUN/MOON (B7) of wacht 15 seconden om terug te keren naar de normale modus.
* Wanneer de opkomst of ondergang van de maan de volgende dag plaatsvindt, wordt de melding MOONRISE +1 of MOONSET +1 op het scherm weergegeven.
* Wanneer het uur van opkomst of ondergang van de maan niet is berekend, wordt op het LCD-scherm de melding
weergegeven.
* Het uur van opkomst/ondergang van de zon en de maan wordt enkel als referentie weergegeven. Om het correcte tijdstip te kennen moet u een weerstation in de buurt raadplegen. Weergave van maanfasen De actuele maanfase (A8) wordt op het LCD-scherm weergegeven.
A: Nieuwe maan D: Wassende maan G: Laatste kwartier
B: Jonge maansikkel E: Volle maan H: Asgrauwe maan
Symbool resterende batterijvoeding * Het symbool voor een zwakke batterij
C: Eerste kwartier F: Afnemende maan
(A18) verschijnt op de lijn waar normaal de
buitentemperatuur wordt weergegeven. Het geeft aan dat de batterijvoeding van de buitenunit zwak is. De batterijen moeten worden vervangen.
12
12
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ HET GEBRUIK VAN BATTERIJEN - Gebruik steeds het voorgeschreven type batterijen. Wij raden aan om alkalinebatterijen te gebruiken. - Wanneer u de batterijen plaatst, moet u rekening houden met de polariteit die is aangegeven op het apparaat en op de batterij. Wanneer u de batterijen verkeerd plaatst, kan dit leiden tot: - schade aan het apparaat, - lekkende batterijen, of - (in extreme gevallen) brand of exploderende batterijen. - Probeer nooit om niet-herlaadbare batterijen opnieuw op te laden. De batterijen zouden kunnen beginnen lekken, oververhit raken, een brand of een explosie veroorzaken. - Vervang steeds alle batterijen tegelijk; gebruik nooit oude en nieuwe batterijen door elkaar. - Gebruik nooit verschillende types van batterijen door elkaar (bijvoorbeeld: droge batterijen met alkalinebatterijen). - Verwijder lege batterijen onmiddellijk uit het apparaat. Verwijder de batterijen ook wanneer u het apparaat gedurende lage tijd niet meer gebruikt, om het risico op lekken of schade aan het apparaat te voorkomen. - Probeer nooit om de polen van een batterij kort te sluiten. - Batterijen nooit in het vuur werpen om explosiegevaar te vermijden. - Kinderen mogen de batterijen enkel vervangen onder toezicht van een volwassene die erop let dat de instructies strikt worden nageleefd. Een veiliger alternatief is dat de batterijen worden vervangen door een volwassene. - Lege of beschadigde batterijen moeten tot afval worden verwerkt in overeenstemming met de geldende milieuwetgeving.
13
13
LANDEN EN STEDEN Wanneer u de tijd instelt heeft u de keuze tussen 24 verschillende landen. Alle landen worden in de volgende tabel opgesomd: Duitsland
GER
La Coruna
LAC
Manchester
MAN
Enschede
ENS
Luik
LIE
Aachen
AAC
Leon
LEO
Plymouth
PLY
Groningen
GRO
Berlijn
BER
Las Palmas
LPA
Hongarije
HUN
Den Haag
DHA
Zwitserland SWI Liechtenstein
Dusseldorf
DUS
Madrid
MAD
Budapest
BUD
Rotterdam
ROT
Basel
BAS
Dresden
DRE
Malaga
MAL
Kroatië
CRO
Portugal
POR
Bern
BER
Erfurt
ERF
Palma de Mallorca
PDM
Zagreb
ZAG
Evora
EVO
Chur
CHU
Frankfurt
FRA
Salamanca
SAL
Italië
ITA
Coimbra
COI
Geneva
GEN
Flensburg
FLE
Sevilla
SEV
Ancona
ANC
Faro
FAR
Locamo
LOC
Freiburg
FRE
Valencia
VAL
Bari
BAI
Leiria
LEI
Luzern
LUC
Hannover
HAN
Zaragoza
ZAR
Bologna
BOL
Lissabon
LIS
St Moritz
MOR
Bremen
BRE
Frankrijk
FRA
Cagliari
CAG
Porto
POR
St Gallen
GAL
Hamburg
HAM
Besancon
BES
Catania
CAT
Polen
POL
Sion
SIO
Rostock
ROS
Biarritz
BIA
Firenze
FIR
Gdansk
GDA
Vaduz
VAD
Stralsund
STR
Bordeaux
BOR
Foggia
FOG
Krakow
KRA
Koeln
KOE
Brest
BRE
Genova
GEN
Poznan
POZ
ZUE Zuerich Tsjechische republiek CZR
Kiel
KIE
Cherbourg
CHE
Lecce
LEC
Szczecin
SZC
Praag
Kassel
KAS
Lyon
LYO
Messina
MES
Warschau
WAR
Leipzig
LEI
Marseille
MAR
Milano
MIL
Rusland
RUS
Muenchen
MUE
Monaco
MON
Napoli
NAP
St.Petersburg
PET
Magdeburg
MAG
Metz
MET
Palermo
PAL
Zweden
SWE
Nuemberg
NUE
Nantes
NAN
Parma
PAR
Gothenburg
GOT
Regensburg
REG
Nice
NIC
Perugia
PER
Stockholm
STO
Stuttgart
STU
Orleans
ORL
Torino
TOR
Slovakije
SLK
Saarbruecken
SAA
Parijs
PAR
Trieste
TRI
Bratislava
BRA
Schwerin
SCH
Perpignan
PER
Venezia
VEN
Slovenië
SLO
Denemarken
DAN
Lille
LIL
Verona
VER
Ljubljana
LJU
Aalborg
ALB
Rouen
ROU
Ventimiglia
VTG
Joegoslavië
YUG
Arhus
ARH
Strasbourg
STR
Belgrado
BER
Kopenhagen
COP
Toulouse
TOU
Ierland
IRL
Oostenrijk
AUS
Odense Spanje, Andorra
ODE
Finland
FIN
Dublin
DUB
Graz
GRA
ESP
Helsinki
HEL
Luxemburg
LUX
Innsbruck
INN
Alicante
ALI
Groot-Brittannië
GB
Luxemburg
LUX
Linz
LIN
Andorra
AND
Aberdeen
ABD
Noorwegen
NOR
Salzburg
SAL
Badajoz
BAD
Belfast
BEL
Bergen
BER
Wenen
VIE
Barcelona
BAR
Birmingham
BIR
Oslo
OSL
België
BEL
Bilbao
BIL
Bristol
BRI
Stavanger
STA
Antwerpen
ANT
Cadiz
CAD
Edinburgh
EDI
Nederland
NET
Brugge
BRU
Cordoba
COR
Glasgow
GLA
AMS
Brussel
BRL
Ibiza
IBI
London
LON
Amsterdam Eindhoven 14
EIN
Charleroi
CHA
PRA
Opmerkingen:
* Wanneer de unit niet correct functioneert, moet u met een puntig voorwerp op de resetknop drukken (B13).
* Plaats de unit niet in de buurt van metalen voorwerpen en/of van stralingsbronnen, meer bepaald een computer of een tv-toestel.
* Het tijdstip verdwijnt van het scherm wanneer de batterijen worden weggenomen. * Tijdens het zoeken naar het DCF-tijdsignaal of naar het signaal van de buitenunit met temperatuursensor functioneren de knoppen niet zolang de informatie niet correct werd ontvangen of zolang de ontvangst van het signaal niet manueel werd onderbroken.
* Wanneer u niets instelt, verlaat het apparaat automatisch de instelmodus na 15 seconden.
15
15
16