Dr. Dwight Akerman, Dr. Inma Pérez‐Gómez, Jonathon Bench Astigmaten kunnen nu genieten van knipperslag geactiveerde bevochtigingstechnologie – Introductie DAILIES® AquaComfort Plus® Toric contactlenzen Tot voor kort waren torische daglenzen beperkt beschikbaar. Hierdoor werden ze minder vaak geadviseerd en werd er wat geschipperd: consumenten kregen vaak sferische contactlenzen aangemeten, terwijl torische meer geschikt waren. Een nieuwkomer, de DAILIES® AquaComfort Plus® Toric contactlens vult dit tekort perfect aan en biedt een relevante optie voor astigmaten die daglenzen willen.
Het potentieel voor torische lenzen Ongecorrigeerd astigmatisme veroorzaakt asthenope symptomen en vermindert de productiviteit [1]. Dit werd gemeten via de mogelijkheid om visuele taken uit te voeren [2]. Tegenwoordig ook belangrijk: het verhoogt eveneens het visuele ongemak bij het werken met beeldschermen [3]. Het is gebleken dat torische contactlenzen met cilinder 0,75D en 1,00D, astigmaten een betere visus bieden bij hoog en laag contrast en een betere Snellen gezichtsscherpte [6] [7] dan sferische correcties. Een effect dat nog versterkt wordt bij groter wordende pupillen [4] [6] [7]. Negen van de tien potentiële dragers zijn bereid om torische contactlenzen te proberen op aanbeveling van de contactlensspecialist [8]. Visuele correctie van astigmatisme moet derhalve even belangrijk zijn bij het aanmeten van contactlenzen als bij de aflevering van een bril. Het voorkomen bij brildragers van astigmatisme van 0,75D of meer in minstens één oog, bleek 47,4%, en in beide ogen 24,1% [8]. Op basis hiervan wordt geschat dat ongeveer een derde van de potentiële lensdragers een astigmatische correctie nodig heeft. [8] In Europa wordt het aandeel van torische lensdragers geschat op 20% [9]. Het aanmeetgedrag , dat wereldwijd aanzienlijk varieert, is een belangrijke indicator voor hoe het aandeel lensdragers zich zal ontwikkelen. Uit een onderzoek uit 2013 blijkt dat de hoogste percentages torische lenzen worden aangemeten in Portugal (48%), Frankrijk en Zweden (43%) en Italië (42%), terwijl de laagste aantallen te vinden zijn in Qatar en Litouwen (10%), China (9%) en Rusland (6%). Het VK zit op 36% [10]. Tussen eind 1990 en 2008 steeg het aandeel van torische contactlenzen in het VK van 12% à 14% tot 29% [11]. Tweeënzestig procent van de aangemeten torische lenzen waren maandlenzen, en 12% waren daglenzen, in vergelijking met 47% maandlenzen en 36% daglenzen voor aangemeten sferische lenzen [11]. Er werd aangenomen dat dit lage aantal aanmetingen in torische daglenzen het gevolg was van een beperkt parameterbereik, waardoor astigmaten met lage cilindersterkten een sferische lens kregen indien daglenzen aangewezen waren.
© 2015 Novartis. MR2015‐586 05/2015
Economie Efron et al. beschreven een correlatie tussen het bruto binnenlands product van een land, gemeten in koopkrachtpariteit, en het aandeel van aangemeten daglenzen [12], wat doet veronderstellen dat de prijs een belangrijke factor zou kunnen zijn in het dragen van daglenzen. Wat onbekend blijft, is de vraag in hoeverre dit afhangt van de werkelijke financiële beperkingen van de dragers dan wel van de door de contactlensspecialisten veronderstelde beperkingen en hun bereidheid om een duurder alternatief te bieden. Sommige mensen gebruiken hun contactlenzen zo nu en dan, als vervanging van hun bril. Uitgaande van een correct gebruik en vervanging, zijn torische daglenzen een goedkoper alternatief dan tweewekelijkse lenzen die tot vier dagen per week worden gedragen, en dan maandlenzen die tussen twee en drie dagen per week worden gedragen [13]. Internationaal worden daglenzen veel frequenter (38%) aanbevolen voor deeltijds dragen (willekeurig gedefinieerd als drie dagen of minder per week) dan week – of maandlenzen (6%), en dit aandeel is met name hoog in Australië (70%), Canada (58%) en het VK (58%) [14]. Indien men de daglenzen frequenter wil dragen, aanvaardt men vaak graag de hogere kost vanwege het extra gemak dat ze bieden. Met hun blisterverpakking met klein volume, voldoen daglenzen ook aan de veiligheidsvoorschriften van luchthavens en zijn ze dus een uitstekende keuze voor gebruik tijdens reizen en vakantie.
Stoppen met lensdragen en oorzaken Rumpakis [15] constateerde uitvalratio's tussen 16% en 30%, afhankelijk van de regio. De vaakst voorkomende redenen voor het stopzetten waren ongemak (42‐ 53%), slecht zien (4‐18%) en de kosten (12‐18%). Young et al. [16] stelden vast dat 51% van de dragers afviel vanwege het ongemak, en 40% hiervan vanwege droogte. Dumbleton et al. [17] kregen soortgelijke resultaten, maar zij beschouwden ongemak (24%) en droogte (20%) als afzonderlijke criteria. Het toenemende gebruik van beeldschermen voegt een extra stressfactor toe, aangezien de knipperfrequentie dan daalt [18] met toenemende kans op uitdroging van het oogoppervlak, een externe stressfactor bij het veroorzaken van asthenopie [1]. Contactlensdragers met droogtesymptomen vertoonden een deficiëntie van de waterlaag (30%), instabiliteit van de traanfilm veroorzaakt door zachte contactlenzen (25%) en dysfunctie van de Meibomkliertjes (14%). Asymptomatische dragers hadden een aanzienlijk langere pre‐lens traanfilm break up tijd (9,8 seconden tegen 6,6), betere lensbevochtiging (3,4 ten opzichte van 2,4 op een schaal van 0 tot 4), minder filmafzetting op hun lenzen (0,45 ten opzichte van 0,92 op een schaal van 0 tot 4) en lagere graden voor de meeste spleetlamp tekenen[19]. Op basis hiervan kan men stellen dat een succesvolle lens de pre‐lens traanfilm stabiel zal trachten te houden, opdat de bevochtigbaarheid van de lens zou worden gehandhaafd.
Oplossingen voor het ongemak en droogheid Tijdens het knipperen mucinen afscheiden vanaf het oppervlak van de conjunctiva en de slijmbekercellen, is het mechanisme dat het oog gebruikt om © 2015 Novartis. MR2015‐586 05/2015
de traanfilm stabiel te houden. De mucinen worden door het knipperen over het epitheeloppervlak verspreid om dit hydrofiel te maken, zodat er een regelmatige film van waterige tranen overheen kan liggen[20]. De lipidenlaag voorkomt dat de waterige tranen verdampen. In de lipidenlaag, verspreid door de Meibomkliertjes in de ooglidrand, zitten polaire lipiden die enerzijds de verbinding maken met de waterige laag van de tranen en anderzijds met de niet‐ polaire, hydrofobe lipiden die zich aan de luchtinterface bevinden[21]. Dit hele systeem werkt als een soort balsem opdat de oogleden makkelijk over de voorkant van het oog kunnen glijden tijdens het knipperen. Bevochtigingscomponenten worden tijdens de productie zowel in als op de lens (DAILIES® AquaComfort Plus® Toric) aangebracht, ofwel door deze toe te voegen in de zoutoplossing van de blister, ofwel tijdens het vormen van de lens in de mal. De bedoeling is te voorkomen dat het lensoppervlak (en de lens) zou uitdrogen tussen de knipperslagen door, door het gehydrateerd te houden en aldus in staat bij te dragen tot het comfort en de stabiliteit van de traanfilm. Bevochtigingscomponenten zijn stoffen zoals poloxamine, een oppervlakactieve stof en polyvinylpyrrolidon, een bevochtigingsmiddel dat is ingesloten in de lensmatrix [22].
DAILIES® AquaComfort Plus® Toric contactlenzen DAILIES® AquaComfort Plus® Toric contactlenzen combineren een unieke benadering om langdurig draagcomfort te bereiken met een correctie voor astigmatisme. Het materiaal, nelfilcon A, bestaat uit polyvinylalcohol (PVA) en bevat de unieke knipperslag geactiveerde bevochtigingstechnologie. Met DAILIES® AquaComfort Plus® contactlenzen, worden bevochtigende componenten vrijgemaakt telkens wanneer men knippert, wat bijdraagt tot het stabiliseren van de traanfilm. Een stabiele traanfilm is belangrijk voor een scherpe visus, comfort en succesvol lensdragen. PVA is een bevochtigingscomponent die in uiteenlopende molecuulmassa's aanwezig is in de lensmatrix, om de afgifte ervan te verlengen gedurende de hele dag. PVA komt vrij door de knipperslag, waardoor het langzaam elueert uit het voor‐ en achteroppervlak van de lens [23]. Morris [24] stelt dat recent onderzoek het concept ondersteunt dat lubrificatie tijdens het knipperen de sleutel is voor een biomimetische lens en dat, om het biologische effect van het oog te imiteren, de contactlens moet bestaan uit materialen die zich op dezelfde manier gedragen als het cornea oppervlak: de traanfilm stabiliseren door het vasthouden van vocht en met bevochtigers die zich constant hernieuwen tijdens het knipperen. Als aanvulling op PVA, worden twee bevochtigingscomponenten, hydroxypropylmethylcellulose (HPMC) en polyethyleenglycol (PEG) toegevoegd aan de zoutoplossing in de blisterverpakking ‐ deze drie ingrediënten worden veel toegepast als oculaire lubrificatiemiddelen en bevochtigingsdruppels. HPMC heeft grote moleculen die niet in de lensmatrix dringen. Het is daarentegen viskeus en bedekt het lensoppervlak, zodat het verzachtend werkt, het comfort bij het aanbrengen verhoogt en daarna door de tranen wordt weggespoeld. PEG heeft kleinere moleculen die diffunderen in het lensmateriaal tijdens de opslag. © 2015 Novartis. MR2015‐586 05/2015
Het wordt passief afgegeven om de bevochtigbaarheid te behouden bij het begin van het lensdragen; PVA wordt langzaam afgegeven om de bevochtigbaarheid te behouden tot het einde van de dag. (Fig. 1) Figuur 1: Knipperslag geactiveerd bevochtigingssysteem met HPMC in de blisteroplossing, infusie en elutie van PEG en langzame knippergeactiveerde afgifte van PVA Klinische beoordeling van dit systeem geeft een aantoonbaar langere, niet‐ invasieve pre‐lens BUT, wat wijst op een stabielere traanfilm [25]. DAILIES® AquaComfort Plus® Toric contactlenzen hebben een PRECISION CURVE™ lens design voor een uitstekende rotatiestabiliteit en een constant scherp zicht. Het is een “thin‐zone” ontwerp, met twee gekromde vlakken met graduele verdunning aan de boven‐ en onderkant van de lens, die onder het ooglid draaien tijdens het knipperen en die de noodzakelijke oriëntatie geven aan de cilinderas. De cilindersterkte zit aan de binnenzijde van de lens, essentieel voor een torische cornea, de sferische sterkte zit aan de frontzijde. Belangrijk is dat alle optische elementen in het centrum van de lens gelokaliseerd zijn en de stabiliserende elementen in de perifere zone, waar deze de grootste kans op werken hebben ‐ een effect vergelijkbaar met het ontwerp van een vleugelmoer, waar de afstand van de vleugels tot het rotatiecentrum zorgt voor extra hefboomeffect. Het ontwerp biedt uitzonderlijke stabiliteit: 99% van de lenzen vertoont ≤5° schommeling bij het knipperen, voor een stabiel, helder en scherp zicht. [25†, 26] De horizontale as van de lens wordt aangegeven met markeringen op 3 en 9 uur, duidelijk zichtbaar voor de aanpasser in de palpebrale opening en er is een binnenste buitenindicator, “OK”, die correct leesbaar moet zijn aan de buitenkant van de lens, wanneer deze op de vingertop wordt geplaatst voor het aanbrengen. Op het oog kan deze markering te zien zijn aan de boven‐ of de onderkant van de lens ‐ beide zijn correct aangezien ze geometrisch symmetrisch is. Alle markeringen zijn in groen en de lens heeft een lichtblauwe tint zodat deze gemakkelijker te hanteren is (Fig. 2). © 2015 Novartis. MR2015‐586 05/2015
Figuur 2: Ontwerp van de DAILIES® AquaComfort Plus® Toric contactlens.
De parameters voor DAILIES® AquaComfort Plus® Toric worden weergegeven in tabel 1 en tonen een stijging van 150% tov voorganger Focus® DAILIES® Toric. Er is een extra cilinder, met een geleidelijk verloop van 0,75, 1,25 en 1,75D (in vergelijking met voorganger Focus® DAILIES® Toric, met 0,75 en 1,50D). De asrichtingen werden uitgebreid door de 20° aan weerszijden van de horizontale en vertikale as nu per stap van 10° te nemen en de sferische sterkten gaan van ‐ 8,00 tot +4,00D. De basiscurve werd iets afgevlakt van 8,6 tot 8,8 mm en de diameter is toegenomen van 14,2 tot 14,4 mm, wat een enigszins verstrakkend effect heeft en de lens terugbrengt tot dezelfde sagittale diepte en compatibele pasvorm (Tabel 1). De pasvorm van de lens is compatibel met die van de Focus® DAILIES® Toric. Waar nodig kunnen kleine aanpassingen doorgevoerd worden om cilindersterkten en assen te perfectioneren. Tabel1: DAILIES® AquaComfort Plus® Toric specificaties
Conclusie DAILIES® AquaComfort Plus® Toric contactlenzen bieden een aanzienlijke aanvulling op de mogelijkheden van contactlensspecialisten om daglenzen aan te meten bij astigmaten. Ze combineren het beproefde materiaal en de knippergeactiveerde bevochtigingstechnologie van de DAILIES® AquaComfort Plus® lenzen met een geavanceerd lensontwerp en uitgebreide parameters. Contactlensspecialisten kunnen nu torische daglenzen aanbieden aan hun klanten op een innovatief niveau, vergelijkbaar met het bestaande aanbod aan astigmatische maandlenzen.
© 2015 Novartis. MR2015‐586 05/2015
De auteurs zijn geassocieerd aan Alcon Vision Care. Dr. Dwight Akerman is Head of Global Professional Affairs, Dr. Inma Pérez‐Gómez is Head of Professional Affairs, EURMEA. Referenties: 1 Sheedy, J.E., J.N. Hayes, and J. Engle, Is all asthenopia the same? Optom Vis Sci, 2003. 80(11): p. 732-9. 2 Daum, K.M., et al., Productivity associated with visual status of computer users. Optometry, 2004. 75(1): p. 33-47. 3 Wiggins, N.P. and Daum K.M., Visual discomfort and astigmatic refractive errors in VDT use. J Am Optom Assoc, 1991. 62(9): p. 680-4. 4 Morgan, P.B., et al., Inefficacy of aspheric soft contact lenses for the correction of low levels of astigmatism. Optom Vis Sci, 2005. 82(9): p. 823-8. 5 Reindel, W. and Comstock, T., Correcting low amounts of astigmatism can improve outcomes for contact lens patients. Optometry, 2005. 76(6): p. 368 – 369. 6 Moody, K.J. and Hickson-Curran, S., Fitting Low Astigmats with a Soft Toric Contact Lens. Contact Lens Spectrum, 2001. 7 Ball, W.L. and LaBuz, J., A novel approach for data collection evaluating doctor and patient preferences for wearing a daily dispolble contact lens for astigmatism. ARVO Confernece, 2013. Presentation. 8 Young, G., Sulley, A., and Hunt, C., Prevalence of astigmatism in relation to soft contact lens fitting. Eye Contact Lens, 2011. 37(1): p. 20-5. 9 Alcon, Third party industry report for Europe, 12 months ending August 2013. Data on file, 2013. 10 Morgan, P.B., et al., An international survey of toric contact lens prescribing. Eye Contact Lens, 2013. 39(2): p. 132-7. 11 Morgan, P.B. and Efron, N., Prescribing soft contact lenses for astigmatism. Cont Lens Anterior Eye, 2009. 32(2): p. 97-8. 12 Efron, N., et al., An international survey of daily disposable contact lens prescribing. Clin Exp Optom, 2013. 96(1): p. 58-64. 13 Efron, S.E., et al., A theoretical model for comparing UK costs of contact lens replacement modalities. Cont Lens Anterior Eye, 2012. 35(1): p. 28-34. 14 Efron, N., et al., Daily disposable contact lens prescribing around the world. Cont Lens Anterior Eye, 2010. 33(5): p. 225-7. 15 Rumpakis, J., New data on contact lens dropouts: An international perspective. Review of Optometry, 2010. 16 Young, G., et al., A multi-centre study of lapsed contact lens wearers. Ophthalmic Physiol Opt, 2002. 22(6): p. 51627. 17 Dumbleton, K., et al., The impact of contemporary contact lenses on contact lens discontinuation. Eye Contact Lens, 2013. 39(1): p. 93-9. 18 Schlote, T., G. Kadner, and N. Freudenthaler, Marked reduction and distinct patterns of eye blinking in patients with moderately dry eyes during video display terminal use. Graefes Arch Clin Exp Ophthalmol, 2004. 242(4): p. 306-12. 19 Young, G., et al., Soft contact lens-related dryness with and without clinical signs. Optom Vis Sci, 2012. 89(8): p. 1125-32. 20 Hodges, R.R. and D.A. Dartt, Tear film mucins: Front line defenders of the ocular surface; comparison with airway and gastrointestinal tract mucins. Exp Eye Res, 2013. 21 McCulley, J.P. and W. Shine, A compositional based model for the tear film lipid layer. Tr Am Opth Soc, 1997. 95: p. 79-93. 22 Wolffsohn, J.S., O.A. Hunt, and A. Chowdhury, Objective clinical performance of ‘comfort-enhanced’ daily disposable soft contact lenses. Contact Lens Anterior Eye, 2010. 33(2): p. 88-92. 23 Mahomed, A.T., B., Contact lenses and comfort enhancers: in vivo and in vitro release of solubile PVA, in EVER – European Association for Vision and Eye Research. 2004. 24 Morris, C., High technology contact lens materials and their biomimetic properties – part 2. Optician, 2008. 235(6146): p. 14-16. 25 In a subject masked clinical trial (n=93); Alcon data on file, 2010. †Based on investigator assessment of lens rotation, at one week; using investigational lenses with -0.75, -1.50 cylinder powers (D). 26 In a clinical study with 54 patients; significance demonstrated at the 0.05 level; Alcon data on file, 2008.
Originally published on the Contact Lens Monthly section of Optician, 05.12.14
© 2015 Novartis. MR2015‐586 05/2015