Zondag 41, Heidelbergse Catechismus Ds. C. Harinck. Gepreekt op zondag 23 Juni 2013 te Bodegraven. Vraag en antwoord 108 Wat leert ons het zevende gebod? Dat alle onkuisheid van God vervloekt is, en dat wij daarom, haar van harte vijand zijnde, kuis en ingetogen leven moeten, hetzij in den heiligen huwelijken staat of daarbuiten. Vraag en antwoord 109 Verbiedt God in dit gebod niet meer dan echtbreken en dergelijke schandelijkheden? Dewijl ons lichaam en ziel tempelen des Heiligen Geestes zijn, zo wil Hij, dat wij ze beide zuiver en heilig bewaren; daarom verbiedt Hij alle onkuise daden, gebaren, woorden, gedachten, lusten, en wat den mens daartoe trekken kan.
Zoon reinigt van alle zonde. Ik ben geen Roomse priester, ik kondig geen absolutie af. Maar ik ben wel geroepen een sleuteldrager te zijn van het Koninkrijk Gods en dat Koninkrijk toe te sluiten voor alle onboetvaardigen. Maar ook mag ik dat Koninkrijk openen voor allen die hartelijk leed dragen over hun zonden en zich tot God wensen te bekeren en hun zaligheid in Christus zoeken. Bekeer u van de kwade weg en geloof dit Evangelie: ”Christus Jezus is in de wereld gekomen om de zondaren zalig te maken”. Tot slot. Jonge mensen, doe als Izak: Zoek biddende naar een levenspartner. En doe vooral wat Rebecca deed. Want toen ze Rebecca vroegen Zult gij met deze man trekken? zei ze Ik zal trekken. En denk dan aan de allerbeste Man, aan Jezus Christus, Die zondaren in het Evangelie een huwelijksaanzoek doet en roept:”Mijn zoon, Mijn dochter, geef Mij uw hart!”. Amen
Het gaat in Zondag 41 over het huwelijk. We willen het deze keer anders doen dan alleen de Catechismus volgen. Ik wil stilstaan bij het huwelijk Ten eerste als een relatie die onder druk staat. Ten tweede als een relatie van vriendschap. Ten derde als een relatie van liefde. Ten vierde als een relatie die God beschermt. 1. Als een relatie die onder druk staat Het huwelijk is, op de zaligheid na, het belangrijkste aspect van ons leven. Jonge mensen, daarom is het ontzettend belangrijk wie je huwelijkspartner is. Dat zal voor een groot deel bepalen of je leven gezegend of ellendig verloopt. Daarom moeten we onze levenspartner met voorzichtigheid kiezen. En vooral God er in betrekken. We lezen van Izak, die wist dat Eliëzer een vrouw voor hem aan het zoeken was, dat hij in het veld ging, de eenzaamheid opzocht, om tot God te bidden. Onze levenspartner hoeft niet altijd rijk of knap te zijn maar moet wel iemand zijn waarmee wij samen de Heere kunnen dienen. In de kranten en allerlei andere bladen die over het huwelijk schrijven, lezen we over huwelijksproblemen, echtscheiding, overspel, huiselijk geweld, incest en nog zo veel meer zedelijke ontsporingen binnen het
2
15
Hij wil de christenen laten zien hoe belangrijk ook het lichaam is. Hij noemt het een tempel van de Heilige Geest. Hij zegt tegen de christenen in Korinthe: Mag je die tempel ontheiligen door gemeenschap te hebben met een hoer of met een andere vrouw? Het is een drangreden om het lichaam rein te bewaren. Het is een argument in het stuk van de dankbaarheid. De Heere wil dat Zijn kinderen er aan zullen denken, dat ze duur zijn gekocht en de de Heilige Geest in hen woont. De Catechismus gebruikt dit evenals Paulus als een opwekking voor de christen zichzelf heilig en rein bewaren. Nu zegt u misschien: Maar ik ben onbekeerd en ik mag dus met mijn lichaam doen wat ik wil. Maar zo liggen de zaken echt niet. Als je hier bij toeval was en niemand jou had geschapen, kon dat wel zo zijn. Maar God heeft ons allen geschapen en ons het leven gegeven. Hij is de Eigenaar van ons lichaam. Ons lichaam behoort aan God. Ons lichaam moet een tempel zijn waarin en waarmee wij Hem dienen. Ons lichaam is maar niet iets bijkomstigs. Het is Gods geschenk. En God wil ons helemaal bezitten, naar ziel én lichaam. Jonge mensen, je lichaam is als een tempel. Wees er zuinig op. Knoei niet met je lichaam. En geef je lichaam zomaar niet weg aan iemand. Ga niet met iedereen naar bed. Ontheilig Gods tempel niet. De Catechismus zegt: Daarom verbiedt God alle onkuise daden, gebaren, woorden, gedachten, lusten en wat de mens daar toe trekken kan. Gemeente, als we dat tot ons laten inwerken, stelt dit zevende gebod ons allemaal schuldig. Natuurlijk, we zijn schuldig aan al de geboden. Maar vooral dit zevende gebod stelt ons schuldig. Vooral ook als we denken dat het hier ook gaat over gedachten en lusten. Gemeente, misschien zijn er hier die door dat zevende gebod stukgeslagen zijn, die gebukt gaan onder de overtreding van dit zevende gebod. Misschien zijn er dingen in je leven gebeurd, in je jonge leven, die overtredingen zijn van dit gebod Gods. De duivel zal dan tegen je zeggen: Voor zulke mensen is er geen heil bij God. Maar hoor het Evangelie van onze Heere Jezus Christus! Voor Hem ben je niet te slecht of te onrein. Hij heeft ze opgezocht: de hoeren en de tollenaren. Hij reisde opzettelijk door Samaria om met een overspelige vrouw te praten en haar tot bekering te brengen. Het is een scheldnaam van Jezus geworden: …een Vriend van de tollenaren en de zondaren. En dat is Hij. Indien de begane zonde u van harte leed is en u begeert uw leven te beteren, mag ik u verkondigen dat het bloed van Jezus Christus, Gods
huwelijk. Het huwelijk schijnt een hachelijke onderneming te zijn. Het schijnt vernedering, ruzie, geweld, ontrouw, incest en andere ontluisterende zaken met zich mee te brengen. In veel huwelijken verbijt en vereet men elkaar, is men ontrouw en eindigt het met echtscheiding en ruzie om de kinderen. Sommigen zien dat van heel dichtbij. Ze zien dat in het leven van hun eigen vader en moeder. Het maakt dat hun gedachten over het huwelijk niet al te best zijn. Het maakt sommige jonge mensen zelfs beducht voor het huwelijk. Toch zou ik wensen dat we het huwelijk zien als een grote schat, die God aan ons, mensen, heeft gegeven. We zeggen van het huwelijk dat het een bloem is, die afkomstig is uit het paradijs. Een goed en christelijk huwelijk is dan ook een rijke zegen. Gemeente, het zijn vooral de Puriteinen geweest, die zich met het huwelijk hebben bezig gehouden. Enkele Hollandse theologen ook wel, maar niet zo veel. De Puriteinen hebben dikwijls over het huwelijk gesproken. Eén van die Puriteinen zegt: Wanneer we op aarde iets zoeken wat het dichtst bij de hemel komt, moeten we denken aan het christelijk huwelijk en het christelijk gezin. Waar man en vrouw elkaar liefhebben en met hun kinderen in vrede en in liefde leven en hun leven inrichten naar Gods gebod. Maar diezelfde Puritein zegt: Wanneer we op aarde iets zoeken wat het dichtst bij de hel komt, dan moeten we denken aan een slecht en goddeloos huwelijk en aan een losbandig gezin, waar de ouders ruziën en elkander ontrouw zijn en de kinderen opgroeien voor misdaad en ongerechtigheid. De statistieken tonen een verontrustende toename aan van echtscheidingen. Eén op de twintig huwelijken sneuvelde, veertig jaar geleden. En nu eindigt één van de vier huwelijken in echtscheiding. Maar de statistieken vertellen ons nog niet eens de gehele waarheid. Duizenden mensen leven nog steeds samen als man en vrouw. Ze zijn nog wel gehuwd maar hun huwelijk is in werkelijkheid slechts vorm. Het is niet overdreven om te zeggen dat de meeste mensen zich niet gelukkig voelen in hun huwelijk. Ofschoon het scheidingspercentage onder de mensen van de kerk geringer is dan onder de mensen die niet naar de kerk gaan en zij dikwijls in een slecht huwelijk toch bij elkaar blijven, is hun leven geen samenleven in liefde en vrede. Het feit dat men binnen de muren van hetzelfde huis woont en hetzelfde bed deelt, wil dan nog niet zeggen dat men geluk gevonden heeft in het huwelijk. Het huwelijk staat dus onder druk. Dat is niet nieuw. Het staat reeds onder druk vanaf het Paradijs. Door de zonde is de relatie tussen man
14
3
en vrouw onder druk komen te staan. De profeet Jesaja doet een algemene belijdenis van zonde en zegt: Wij dwaalden allen als schapen. Hij zegt er nog iets meer bij. Hij zegt: Wij keerden ons een iegelijk naar zijn eigen weg. De zonde heeft ons niet alleen van God vervreemd maar de zonde heeft ook ons van elkaar vervreemd. Wij gaan onze eigen weg. Het is de weg van het ‘ik’. Het egoïsme drijft de mensen. Velen denken dat trouwen ‘nemen’ is terwijl trouwen ‘geven’ is. Nergens zijn de verwoestende gevolgen van de val in de zonde zo zichtbaar geworden dan in de relatie tussen man en tussen vrouw. Het schoonste van de schepping (want het huwelijk is het schoonste van de schepping) is door de zonde het lelijkste en het slechtste geworden. Dat bleek al direct na de zondeval. Adam had eerst zo verrukt gesproken over zijn ‘manninne’ maar dan zegt hij: “De vrouw, die Gij mij gegeven hebt”, zij is de schuld, zij heeft mij bewogen van de boom te eten, waarvan U gezegd had: “Ten dage als u daarvan eet zult u de dood sterven”. Maar ondanks dit alles blijft God het huwelijk in stand houden. En dat niet alleen, God maakt gebruik van het huwelijk. In Zijn algemene goedheid, houdt de Heere het huwelijk in stand. Op het hoogtepunt van het communisme wilde men in Rusland het huwelijk uitbannen. Dat is echter niet gelukt en het zal nooit lukken. Ook in onze decadente maatschappij. God heeft het als een wet voor het mensdom afgekondigd: Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen. En zij zullen tot één vlees zijn. Dit is door geen communisme, geen socialisme, of welk ‘isme’ ook, uit te roeien. Maar we zien niet alleen dat God in Zijn algemene goedheid het huwelijk in stand houdt, we zien vooral dat God van het huwelijk gebruik maakt. Uit de huwelijken van de patriarchen, uit de huwelijken van de vromen, uit de christelijke gezinnen, bouwt de Heere Zijn Gemeente. Daarom heeft de Heere Jezus ook Zijn eerste wonder verricht op een bruiloft. Niet op een synode, niet tijdens een grote samenkomst in een stadion. Jezus is met Zijn werk begonnen op een bruiloft om daar mee te zeggen dat het huwelijk belangrijk is, dat het huwelijk (het gezin) een instrument van God is om aan Zijn Rijk te bouwen. Het christelijk huwelijk en het christelijk gezin vormen dan ook de kern van het Koninkrijk Gods. Zij zijn eigenlijk een klein kerkje in de grote Kerk. We zien, wat door de zonde is verwoest, herstelt de genade van God. En gemeente, wat is er nu meer verwoest door de zonde dan het
haat en vervloekt. En dat wil Hij ons laten weten. Daarom zegt ons hier de Catechismus dat alle onkuisheid van God vervloekt is. Maar dan komen we toe aan vraag 109. Daar lezen wij: Maar verbiedt God ons in dit gebod niet meer dan echtbreken en dergelijke schandelijkheden? Het antwoord is dan: Dewijl onze lichaam en ziel tempelen des Heiligen Geestes zijn, zo wil Hij dat wij ze beide zuiver en heilig bewaren en daarom verbiedt Hij alle onkuise daden, gebaren, woorden, gedachten, lusten en wat een mens daartoe trekken kan. Dat is een ander argument om het huwelijk rein en goed te houden. Het is een andere drangreden om je niet over te geven aan allerlei uitspattingen en onreinheden. En, gemeente, het is een sterke drangreden. Voor wie? Voor de christen! En daar hebben we toch in het stuk der dankbaarheid mee te maken, met een verloste zondaar. Een zondaar die zijn ellende leerde kennen en door Christus van zijn ellende is verlost en nu dankbaar voor God zoekt te leven. Deze verloste mens wijst de Catechismus op het feit dat zijn lichaam en zijn ziel tempelen van de Heilige Geest zijn. Een tempel van de Heilige Geest. Het brengt ons bij het verbazende leerstuk van de inwoning van de Heilige Geest. Ik noem het inderdaad een verbázend leerstuk. De inwoning van de Heilige Geest: …of weet gij niet dat gij Gods tempel zijt en dat de Heilige Geest in u woont? Dat wil Paulus dat de christenen zouden weten. Een verbazend leerstuk. Volk des Heeren, sta hier verbaasd dat de Heilige Geest in zo’n hart als het uwe woont. Dat Hij daar wilde komen om een tempel voor God op te richten. Hij vond er alleen maar onreinheid en verkeerdheid terwijl Hij de Heilige, de reine Geest is. Maar Hij nam Zijn intrek in uw hart. Er is over getwist, onder de theologen, wanneer dat gebeurt. Maar de beste theologen zeggen: bij de eerste ritseling van dat nieuwe leven, bij de eerste schreeuw uit je ziel tot de Levende God, bij dat eerste roepen O God, wees mij, zondaar, genadig! Dat is het bewijs dat de Geest Zijn intrek in je hart heeft genomen. Hij woont in de harten van de gelovigen en wil hun hart omvormen tot een tempel, waarin God wordt gediend, geliefd en aanbeden wordt. Hij wil het maken tot een tempel waarin de Heere offers van dankbaarheid, verwondering en toewijding worden gebracht. Op deze onbevattelijke genade wijst nu de Catechismus. In Korinthe werd hoererij niet zo zeer als een zonde gezien. Het hoorde bijna bij het leven van een man. Zij maakten ook een groot verschil tussen lichaam en geest. Hoererij betrof alleen het lichaam. De geest stond daarbuiten. Paulus doorbreekt deze verkeerde Griekse gedachte.
4
13
We letten er op in de laatste gedachte. 4. Een relatie die door God wordt beschermd. Gemeente, de Catechismus vraagt: Wat leert ons het zevende gebod? Dat alle onkuisheid van God vervloekt is en dat wij daarom, haar van harte vijand zijnde, kuis en ingetogen leven moeten, hetzij in de heilige huwelijken staat of daarbuiten. In een wereld die zich steeds meer verwijdert van de christelijke visie op de relatie tussen man en vrouw, in een wereld van samenwonen, van LAT-relaties, wisselende contacten en vrije seks… in zo’n wereld laat God Zijn gebod klinken: Gij zult niet echtbreken. God beschermt de unieke relatie tussen man en vrouw in het huwelijk met Zijn gebod. Wanneer naar de Catechismus luisteren, beschermt God het huwelijk met het uitspreken van een vloek. We lezen: dat alle onkuisheid van God vervloekt is. Onkuisheid is een Oudhollands woord. Een vrouw werd een kuise vrouw genoemd als haar woning netjes en op orde was. Onkuisheid, daarentegen, wijst op onreinheid, vuilheid, smerigheid. Wat is er een vuilheid en smerigheid op seksueel gebied in onze wereld. God vervloekt al die onreinheid en al die smerigheid. Dat deed de Heere ook ten tijde van het volk van Israël. In Leviticus 18-20 gaat het over allerlei seksuele ontsporingen: mannen die met mannen omgaan en vrouwen met vrouwen, mensen en dieren, vaders en kinderen, broers en zussen. Vreselijke dingen komen er in die hoofdstukken aan de orde. En dan zegt de Heere: Om al die zonde heb ik die Kanaänitische volkeren uitgeroeid en ook jullie zullen vervloekt zijn als je je aan die zonden overgeeft. In het Nieuwe Testament is het eigenlijk niet anders. Daar wordt ook het huwelijk beschermd met een dreiging. De jonge christengemeenten leefden ook middenin een wereld vol uitwassen op seksueel gebied. De apostel roept hun toe: Dwaalt niet. Noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch ontuchtigen, noch die bij mannen liggen, noch gierigaards, noch dronkaards, geen lasteraars, geen rovers zullen het Koninkrijk Gods beërven. 1 Kor. 6:10. De apostel zegt dat zulke mensen buiten het Koninkrijk gehouden zullen worden. Zij zullen geen deel zullen hebben aan het eeuwige Rijk van God. Zo wordt zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament het huwelijk beschermd met een vloek en een dreiging. Je zou zeggen: Dat is toch niet zo’n goede bescherming. Maar, we moeten ook weten dat de God van de Bijbel een God is Die het kwaad
12
huwelijk, dan de relatie tussen mannen en tussen vrouwen? Maar Gods genade brengt ook dáár genezing en herstel. De bekering tot God brengt bekering van het huwelijk met zich mee. De bekering tot God en het geloof in Jezus Christus toont zich in alle levensverbanden, maar vooral ook in het huwelijk. Wanneer iemand zegt dat hij of zij tot God bekeerd is en in Christus gelooft, zonder dat de huwelijkspartner daar iets van merkt. Zonder dat men merkt dat de partner lankmoediger is geworden, geduldiger is geworden in het verdragen van de gebreken, de ander met meer liefde omringt en het heil van de ander zoekt, klopt er iets niet. God herstelt dus het huwelijk als hij de mens bekeert. Via de vernieuwing van het persoonlijke hart, zien we die vernieuwing doorwerken in alle levensverbanden: in het huwelijk, in het gezin, op het werk en overal. En als de genade doorwerkt, moet ons huwelijk gaan lijken op de verhouding tussen Christus en tussen Zijn Gemeente. Zo wil God dat het onder christenen zal zijn. Hoewel het huwelijk dus onder druk staat, zien we dat God het huwelijk toch in stand houdt. Hij gebruikt het huwelijk voor de uitbreiding van Zijn gemeente. Maar wat is het huwelijk eigenlijk? Wat zijn nu de Bijbelse voorwaarden voor een goed huwelijk? We letten er op in de tweede gedachte. 2. Een relatie van vriendschap. Hoe heeft God het huwelijk eigenlijk bedoeld? We lezen dit in Genesis 1 en 2. Die hoofdstukken blijven voor het spreken over het huwelijk hoogst belangrijk. Daar vinden we Gods oorspronkelijk ontwerp voor de relatie tussen man en vrouw. Het laat ons zien hoe die verhouding was toen die nog niet door de zonde was verstoord. Daarom blijven de gegevens uit Genesis 1 en 2 fundament voor het spreken over het huwelijk. Het zal u opvallen dat in de brieven van de apostelen, maar ook door Jezus Zelf, steeds naar die eerste gegevens over de relatie tussen man en vrouw wordt teruggegrepen. Eén van de gegevens is: de mens wordt geschapen in twee seksen, namelijk mannelijk en vrouwelijk. Beide zijn ze naar Gods Beeld gemaakt maar de één is een mannelijke mens en de ander is een vrouwelijke mens. De Schrift zegt: “Man en vrouw schiep Hij hen”. Lichamelijk zijn ze verschillend, maar ook in aanleg, eigenschappen, gaven en gevoelswereld.
5
Het gelijkheidsdenken, het uitwissen van de verschillen tussen man en vrouw, dat zich zo sterk maakt de laatste honderd jaar, is dan ook tegen de aard en de natuur waarop God een mannelijke en een vrouwelijke mens heeft geschapen. God schiep man en vrouw, ieder met zijn eigen aard en aanleg en talenten. En juist in dat verschil ligt een bron van geluk. Het aanvullen van elkaar vermeerdert het geluk van de relatie tussen man en vrouw. Dit geluk zou er niet zijn als ze precies eender waren. Het toont ons hoe prachtig en rijk Gods bedoeling met het huwelijk is geweest. Onze tijd verliest dat helemaal uit het oog. Men wil de gelijkheid bevorderen en denkt dat dit vooral het geluk van de vrouw zal verhogen. De mens wil in zijn zondige opstandigheid het eigenlijk beter weten dan God. Zoals God het maakte en bedoelde, zó was het alleen maar goed. En wat wilde God nu? Wat is nu kenmerkend voor de oorspronkelijke relatie tussen man en tussen vrouw? Dan vallen er twee zaken op. Het was een relatie van vriendschap, kameraadschap, van hulp en van metgezel zijn. En, ten tweede, het was een relatie van liefde en seksualiteit, van één-vlees-zijn, van kinderen voortbrengen. Het was allereerst een relatie van vriendschap, van kameraadschap. Daar kijkt u misschien wat vreemd van op? Maar denk eens aan de bruid uit het Hooglied, wat ze zegt van haar bruidegom. Ze zegt: “Zulk één is mijn liefste, zulk één is mijn vriend”. Zij noemt haar bruidegom haar vriend, kameraad en metgezel. Genesis 2 toont ons dat Adam eerst alleen was. De lusthof, het paradijs, was wel bevolkt met allerlei dieren. En hoewel Adam in vrede leefde met die dieren, toch kon hij niet echt met die dieren contact hebben en een wederzijdse relatie hebben. Hij kon niet met hen spreken over wat er in zijn hart leefde. Zij konden hem ook niet helpen om zijn taak (om de hof te bewaren tegen vijanden en die hof te bebouwen en te ontwikkelen) te vervullen. Hij vond, zegt de Bijbel, onder die dieren niemand als tegenover hem, niemand van zijn eigen niveau. De dieren leidden een eigensoortig leven, verschillend van het leven van Adam. Zo stond de mens dus in het begin alleen. De dieren waren mannetje en vrouwtje maar Adam was alleen. Dat begon Adam vooral te merken toen de dieren allen langs hem kwamen en hij hun een naam moest geven. Hij begon naar een metgezel te verlangen. God heeft Adam toen een metgezel gegeven. We kunnen zeggen dat God dit verlangen eerst opgewekt heeft en daarna in Zijn goedheid heeft vervuld.
Heere. Maar zo hoeft dit niet te zijn. Wie wandelde er inniger met God dan Henoch? En toch lezen we in één adem: ”En Henoch wandelde met God en hij gewon zonen en dochteren” Gen. 5:22. De seksualiteit hoort er dus bij. En, gemeente, dan is er nog iets. Ik ga dat toch maar gewoon zeggen. Er mag in het huwelijk van de seksualiteit genoten worden. Dat zegt de Bijbel ook. De Bijbel verbiedt de seksualiteit niet en spreekt daar niet over als vleselijk en zondig. Binnen het huwelijk mag er van de seksualiteit genoten worden en is de seksualiteit niet alleen op het krijgen van kinderen gericht. Het is er op gericht om de innigste liefde te beleven. In Spreuken 5 kun je dat heel duidelijk lezen. Daar waarschuwt Salomo zijn zoon voor de vreemde vrouw. Hij waarschuwt hem helaas uit eigen ervaring. Salomo bezingt daarna prozaïsch de vreugde die de getrouwden in elkaar mogen vinden. Hij zegt in Spreuken 5 tegen zijn zoon: “Drink water uit uw eigen bak en vloeden uit het midden van uw bornput. Laat ze de uwe alleen zijn en van geen vreemde met u”. Hij wijst er met nadruk op dat de man en de vrouw elkaar met niemand anders mogen delen. En zegt dan vervolgens: Uw springader zij gezegend en verblijd u vanwege de huisvrouw uwer jeugd, een zeer liefelijke hinde en een aangenaam steengeitje. Laat u haar borsten ten allen tijd dronken maken en dool steeds in haar liefde. Wat is er veel kwaad gesticht door te zeggen dat de seksualiteit in het huwelijk zonde is. De Roomse leer stelt dat het ongehuwd zijn een hogere geestelijke staat is dan het gehuwd zijn. Maar dan verachten wij Gods gave. Paulus zegt terecht, dat dit een verkeerde vroomheid is.
6
11
Het christelijk huwelijk bestaat dus uit twee belangrijke aspecten. Het bestaat uit liefde en kameraadschap, die zich uit in een seksuele beleving, in het delen van leef, lief en leed. Zó heeft God het bedoeld. En zó wil de Heere nadrukkelijk dat het bij allen zijn zal, die zich naar de Naam van Christus noemen. Maar satan zoekt vanaf de val des mensen het werk Gods te vernietigen en te verstoren. Hij richt al zijn pijlen vooral op de seksualiteit, want hij weet dat dit een invalspoort is tot het hart van de gevallen mens. Hij bezit daarin een machtig wapen om mensen van God en van elkaar te vervreemden. Daarom heeft God een beschermende muur rondom het huwelijk opgetrokken. En die beschermende muur is Zijn gebod. Daar besteedt onze Catechismus de meeste aandacht aan.
3. Een relatie van liefde en van seksualiteit. De relatie tussen Adam en Eva was ook een relatie van liefde, lichamelijke eenheid en seksualiteit. Dat leren we ook uit Genesis 2. Nadat de Heere de vrouw tot Adam had gebracht, zei Adam: Deze is ditmaal been van mijn benen en vlees van mijn vlees. Men zal haar Maninne heten, omdat ze uit de man genomen is. Adam zag dat zij een vrouwelijke mens was. Wat zal Adam ontdekt hebben? Zonder onreine, lage of zedeloze gedachten ontdekte hij de vrouwelijkheid van Eva. Hij riep uit: “Manninne!”. En hij hoorde ook wat Gods bedoeling zou zijn, waarom ze in dit opzicht zo verschillend was van hem. God zei: Je zult tot één vlees zijn. Het is een duidelijke aanwijzing van lichamelijke eenheid. Jezus zegt zelfs: Alzo, dat zij niet meer twee zijn maar één vlees. Het ‘één-vlees-zijn’ wijst op seksuele intimiteit. Van het begin heeft God gewild dat het huwelijk een persoonlijke en seksuele vereniging zou zijn tussen man en vrouw. Eén zijn, dat was Gods opdracht, geestelijk maar ook lichamelijk. Wat is eigenlijk eenheid? Eenheid is een zodanige vereniging tussen twee personen dat er niets anders tussen kan komen. Dat is eenheid. En die eenheid bedoelde God als Hij zei: En zij zullen tot één vlees zijn. Daar mag niemand anders tussen komen. Seksualiteit is een gave en geschenk van God. Het is een deel van de scheppingsorde. Toen God de mens maakte, maakte Hij de mens mannelijk en vrouwelijk. Volgens de Schrift is de seksualiteit een belangrijk deel van het huwelijk. Hoe vreselijk de zonde de seksualiteit ook heeft misvormd, het is en blijft een gave van God. Het is en blijft de hoogste beleving van eenheid, de kroon op de liefdesrelatie. En het hoort bij het huwelijk. Daar spreekt ook de apostel Paulus over als hij het heeft over zich niet aan elkaar onttrekken. “Onttrekt u elkander niet, tenzij dan met beider toestemming voor een tijd, opdat gij u tot vasten en bidden moogt verledigen; en komt wederom bijeen, opdat u de satan niet verzoeke, omdat gij u niet kunt onthouden’. 1 Kor. 7:5. Hij ontmaskert bijvoorbeeld de verkeerde vroomheid van mensen die verbieden om te huwen en gebieden om zich van allerlei spijzen te onthouden.”Verbiedende te huwelijken, gebiedende van spijzen te onthouden, die God geschapen heeft tot nuttiging met dankzegging“ 1 Tim. 4:3. Reeds in Paulus’ dagen waren er mensen die, evenals later de Roomse kerk, de ongehuwde staat een hogere geestelijke staat vonden. Het huwelijk en vooral de seksualiteit in het huwelijk achtten zij maar vleselijk. Het was een verbintenis die aftrok van het dienen van de
De Bijbel vertelt ons hoe de Heere dat gedaan heeft. Hij deed een diepe slaap op Adam komen. Hij opende zijn zijde en nam één van zijn ribben en bouwde uit die rib van Adam een vrouw. Hij bracht haar daarna Zelf tot Adam. Adam heeft toen zijn eerste lied gezongen: Deze is ditmaal been van mijn benen en vlees van mijn vlees. Men zal haar Manninne heten omdat zij uit de man genomen is. Het zijn de eerste woorden die van Adam opgetekend staan. Zij klinken als een loflied. Hij jubelt van verrukking: Manninne, een vrouwelijke mens! Vlees van mijn vlees en been van mijn benen! Adam was verrukt over zijn manninne. Eva zal natuurlijk vrouwelijke schoonheid hebben uitgestraald want ze was in alle opzichten een volmaakte vrouw. Maar Adam was vooral verwonderd, dat hij nu iemand had die hem gelijk was. Hij had zich verdiept in de aard en het karakter van de dieren maar bij geen enkel schepsel had hij iemand gevonden die zijn gelijke was. En nu vond hij zo iemand: “vlees van zijn vlees, been van zijn been”. Dus een deel van hem en tegelijkertijd zo anders. Zijn andere helft, zijn wederhelft. De Heere schiep de vrouw om een hulp te zijn, tegenover Adam. Bij dat woord ‘hulp’ denken wij aan ondergeschiktheid, aan dienstbaarheid en minderwaardigheid. Maar in de Schrift is ‘iemand helpen’ echt niet iets minderwaardigs. Want wie is meer? zei Jezus. Wie is er nu meer? Die aanzit of die dient? En de Heere Zelf noemt Zich Helper. “Eben-haëzer”, zei Samuël, Steen der hulp. De Heere noemt Zich vele malen in de Bijbel de Helper van Zijn volk, Die krachtig bevonden is te zijn een Hulp in benauwdheden. Hulp zijn is dus niet iets minderwaardigs. Iemand helpen in de vervulling van een taak kan een rijke taak zijn. Het leert ons nog iets meer. God oordeelde: Het is niet goed dat de mens alleen zij. Ik zal hem een hulp maken, die als tegen hem over zij. De vrouw is dus nodig, geen overbodige luxe. Ze is noodzakelijk, ze is onmisbaar. Adam was zonder Eva niet compleet. Hij had de hulp van zijn vrouw nodig om zijn roeping te vervullen. Zo heeft de man de vrouw nodig om zijn roeping in de wereld te vervullen. Het woord ‘tegenover’ doet ons denken aan een klankbord, en vooral aan een ‘spiegelbeeld’. Dat was Eva. Je kijkt in de spiegel en dan is het net of er iemand tegenover je staat, die precies eender is als jij bent. Dat was Eva, een hulp als tegenover hem. Zij moet hem helpen. Zij moet Adam helpen in de taak die God op zijn schouders heeft gelegd, om Gods onderkoning te zijn in deze wereld, de hof te bewaren tegen gevaar en de hof te
10
7
bebouwen, de aarde tot ontwikkeling te brengen. Uit deze woorden van God over de relatie tussen Adam en Eva merken we dat het eerste huwelijk te maken heeft met ‘helpen’, met ‘vriendschap’, met ‘samenwerken’, met ‘metgezel zijn’. Zoals twee handen en twee ogen een paar vormen, zo moeten zij een paar vormen. Het is dan het eerste aspect van het huwelijk. Het huwelijk is geen dualisme waarin ieder zijn eigen weg gaat. Dat is de moderne opvatting. De één gaat die weg, en de ander deze weg. Dat geeft allemaal niets. Het Bijbelse element van ´hulp´ zijn en een ´tegenover´zijn van elkaar, wijst echter op verbondenheid en samen gaan. Men reist als metgezellen door het leven. Men deelt lief en leed. Man en vrouw spreken samen, werken samen, slapen samen, vormen samen een gezin. Het is op de aarde de hoogste vorm van gemeenschappelijkheid, vriendschap en kameraadschap. Het is een vriendschapsband die alle andere vriendschappen overstijgt. Je kunt nauw met iemand samenwerken en met iemand vanaf je jeugd bevriend zijn, maar je bent met niemand nauwer verbonden dan met je man en met je vrouw. Het stijgt boven alle relaties uit. Het huwelijk brengt dus verbondenheid, kameraadschap en vriendschap met zich mee. De Puriteinen spreken daar dikwijls over. Richard Baxter wijst op de zegen van vriendschap in het huwelijk en zegt daarvan: Het is een genade om in je man of vrouw een goede vriend te hebben, die je volkomen liefheeft en je trouw is om wat je bent, voor wie je je hart kunt openen, die bereid is je te sterken en de zorgen te delen, je helpt om de lasten te dragen, je troost in je verdriet en een dagelijkse metgezel is in je leven, een deelgenoot van je vreugden en van je verdriet. De Puritein Thomas Gataker zegt: Er is geen relatie die hechter, warmer, vreugdevoller en meer noodzakelijk is dan de band van vriendschap in het huwelijk. Gemeente, weet je wat het ergste is van het moderne huwelijk? De eenzaamheid in het huwelijk. Vele mensen zijn in hun huwelijk diep eenzaam. Daarom is de vriendschap en de kameraadschap, het metgezel zijn en het delen in een huwelijk zo belangrijk. Je begrijpt wel dat dit natuurlijk tijd en groei nodig heeft. Als je trouwt, brengt ieder zijn eigen individualiteit en persoonlijkheid met zich mee. In een goed huwelijk groei je echter naar elkaar toe, niet in het minst door kruis, zorgen en tegenspoed. De liefde bewerkt dat je steeds nauwer aan elkaar wordt verbonden. En tenslotte, zeiden sommige oude mensen weleens, pas je zo bij elkaar als ‘een paar oude schoenen’.
We moeten deze verbodenheid in ons huwelijk zoeken te ontwikkelen en te bevorderen. Jonggehuwden, daar moet je aan werken. En dat kost een prijs, dat gaat niet zonder moeite en strijd. Ik wil enkele raadgevingen doorgeven uit oude Puriteinse geschriften. Uit die geschriften blijkt dat samen groeien een offer kost. Het kost tijd. Je moet tijd met elkaar doorbrengen. Wanneer je zo druk bent met je werk en met het huishouden dat je nauwelijks met elkaar kunt spreken, groeit de band van vriendschap niet. Je moet met elkaar spreken, de dingen samen doen en er voor elkaar zijn. Het kost belangstelling. De beste vriendschappen verschralen als je elkaar niet meer ontmoet en nooit meer spreekt. Je moet je voor elkaar openstellen, belangstelling hebben en naar elkaar luisteren. Vooral luisteren. Een goede luisteraar zijn, weten wat de ander bezig houdt. Het kost trouw. Je moet elkaar kunnen vertrouwen. Het schenden van elkaars vertrouwen, ondermijnt de vriendschapsband in het huwelijk. Indien je huwelijkspartner jouw geheimen niet bewaart maar anderen vertelt, zal dit de band van de vriendschap schaden. Indien één van de partners makkelijk met andere mannen of vrouwen flirt, of wat nog veel erger is ‘vreemd-gaat’, is dat verwoestend voor de band van vriendschap. Het kost privacy. In een goede vriendschap heb je geen geheimen voor elkaar. Zo moet je je voor elkaar openstellen: je kwetsbaarheid aan elkaar laten zien, de ander laten mededelen in je zorgen en ook in de vreugde van je hart. Het betekent vooral ook van elkaar weten hoe je tegenover God staat. Het belangrijkste deel van je leven is toch je verhouding tot God. En het mag toch niet zó zijn in het huwelijk dat je huwelijkspartner met wie je eet en slaapt niet weet hoe of jij tegenover God staat. Wat is het erg, ik ben het helaas teveel tegengekomen, dat wanneer je na het sterven van één van de huwelijkspartners aan de man of vrouw vroeg: wat voor iemand was je man of vrouw? Hoe was zijn of haar verhouding was tot God? En dan zei men: “Wij spraken daar nooit over”. Daar moet je juist over spreken. Wat kan dat samenbinden, om samen te spreken over de dingen van Gods Koninkrijk. Dus: een band van vriendschap. Het is tenslotte ook een relatie van liefde. We letten er op in de derde gedachte:
8
9