Stelt u zich voor dat licht, geluid, geur, temperatuur en andere onverwachte veranderingen uw leven beïnvloeden. Dat een object in de woning, verandering van schapindeling of onverwachte geluiden leiden tot stress, angst of fysieke pijn. Dit is de realiteit voor een persoon met een vorm van de Autisme spectrum Stoornissen (ASS), het continue gehinderd worden door storende omgevingsinvloeden. Hoe een persoon met ASS de wereld ervaart is soms onbegrijpelijk. De woonwensen zijn vertaald tot praktische handvatten, geselecteerd op basis van prikkelreductie, onderhoudsintensiteit, uitvoeringsgemak en financiële gevolgen. Middels het register, dat achterin de gids is opgenomen, wordt u geleid naar de passende oplossingen voor uw situatie. Of het nu gaat om leidraden voor dimensioneren gedurende het ontwerpproces, selectiecriteria tijdens de zoektocht naar een passende woonruimte of de handvatten die u nodig heeft tijdens een verbouwing of kleine aanpassing.
In samenwerking met:
Woonwensen Autisme
“Thuisvoelen is ontspannen’’
Praktijkgids ter bevordering voor het zelfstandig wonen voor personen met een vorm binnen de Autisme Spectrum Stoornissen.
2012
ONDERZOEKSVERSLAG WOONWENSEN AUTISME
MIKE WESTERDIJK & CHANTAL HOUWERS AFSTUDEERPROJECT: WOONWENSEN AUTISME 22-05-2012
TITELPAGINA Titel: Afstudeerproject Woonwensen Autisme Ondertitel: Bevordering van het zelfstandig wonen voor autisten. Naam en studentnummer: Chantal Houwers, 439670 Mike Westerdijk, 452446 Plaats en jaar van uitgave: Arnhem, 2012 Naam van de organisatie: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Lectoraat ZorgGericht Bouwen Eerste examinator: Ing. Leo van der Kooij Tweede examinator: Ir. Martin Bouwman Opdrachtgever: Mr. Tom Vroon Projectleider: Ir. Martin Bouwman
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Titelpagina
2
VOORWOORD Met trots presenteren wij, Chantal Houwers en Mike Westerdijk, dit afstudeerverslag. De afgelopen maanden hebben wij met passie en toewijding aan ons afstudeeronderzoek gewerkt, waarin wij het doel stelden om de leefomgeving van iemand met ASS positief te stimuleren middels het ontwikkelen van een praktijkgids. Als bouwkundestudenten hebben wij gedurende onze studie de afstudeerrichting Organisatie gekozen. Waar wij normaliter gewend zijn om zelf de hele uitvoering te organiseren, verstrekken wij in deze gids de benodigdheden aan de gebruiker. Met behulp van onze praktische invullingen wordt de benodigde kennis verstrekt om een gefundeerde keuze te maken die past binnen de specifieke situatie. Hiermee wordt geen ideale situatie geschetst maar een breed scala aan oplossingen geboden om de storende omgevingsinvloeden per individuele situatie op te lossen. Onze dank gaat uit naar: onze begeleiders Leo van der Kooij en Martin Bouwman, opdrachtgever en lector Tom Vroon en kenniskringleden vanuit het Lectoraat ZorgGericht Bouwen. Egbert Reijnen en Jeroen van Rooij, voor fundamentele kennis en inspiratie. Als laatste bedanken wij Janneke Vrancken en Erna Vaags voor hun taalkundige bijdragen. Wij wensen u veel leesplezier.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Voorwoord
3
INHOUD TITELPAGINA VOORWOORD INHOUD INLEIDING LEESWIJZER
2 3 4 5 6
PRAKTIJKGIDS LITERATUURSTUDIE PROCESVERSLAG SAMENVATTING SUMMARY CONCLUSIE NABESCHOUWING
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Inhoud
7 8 9 10
4
INLEIDING Overgevoeligheid voor alle mogelijke zintuiglijke prikkels, iets waar zo’n 1,5% (ca. 220.000 personen) van de Nederlandse bevolking last van heeft. Waar vele mensen spreken over autisme, is Autisme Spectrum Stoornissen sinds 1995 de correcte term. In deze gids zal deze benaming afgekort weergegeven worden als ASS. Klassiek autisme, het Syndroom van Asperger, PDD-NOS, Syndroom van Rett en het Syndroom van Heller, allemaal stoornissen die onder deze ‘paraplu’ van ASS vallen. Hoe iemand met ASS de wereld ervaart is soms onbegrijpelijk. Stelt u zich voor dat licht, geluid, geur, temperatuur en andere onverwachte veranderingen uw leven beïnvloeden. Dat een object in de woning, verandering van schapindeling of onverwachtse geluiden leiden tot stress, angst of fysieke pijn. Dit is de realiteit voor iemand met een vorm van ASS, het continue gehinderd worden door storende omgevingsinvloeden. In de afgelopen jaren is de gedachte ontstaan dat een omgeving kan bijdragen aan het reduceren van storende prikkels. Door middel van onderzoek is deze hypothese positief bevestigd. Er zijn mogelijke omgevingsinvloeden geïnventariseerd waarmee de onwetendheid van kwade bronnen is opgelost. Tevens bleek dat iedere individu met ASS andere aanpassingen, ofwel woonwensen verlangt om de optimale situatie te creëren. Hoe kunnen deze omgevingsinvloeden dan worden aangepast tot een prikkelarmere omgeving als er bekend is dat er geen standaard eisenpakket bestaat? In dit afstudeeronderzoek worden de oplossingen geboden voor het brede scala aan mogelijke prikkels die in en om de woning kunnen worden ervaren. Het doel hiervan is om het beperkende effect van de storende prikkels dermate te reduceren dat de zelfredzaamheid wordt vergroot. De doelgroep betreft mensen met ASS van normale verstandelijke niveaus, wat ongeveer 85% van alle geïndiceerden beslaat. De woonwensen zijn vertaald tot praktische handvatten, geselecteerd op basis van prikkelreductie, onderhoudsintensiteit, uitvoeringsgemak en financiële gevolgen. Middels het register, dat achterin de praktijkgids is opgenomen, wordt de gebruiker geleid naar de passende oplossingen voor zijn of haar situatie. Of het nu gaat om leidraden voor dimensioneren gedurende het ontwerpproces, selectiecriteria tijdens de zoektocht tot een passende woonruimte of de handvatten die benodigd zijn tijdens een verbouwing of kleine aanpassing. Voor de technische lezer is het van belang om te benadrukken dat de diversiteit aan mogelijke prikkels een universeel Programma van Eisen (PvE) onmogelijk maakt. In de huidige situatie worden sowieso geen aangepaste PvE’s gebruikt voor de specifieke ASS bouw. Door de noodzaak van individuele benodigdheden is het gebruik van de term ‘woonwens’ ontstaan. Waar een wens normaliter geen echte maatstaf is, zal dat in deze gids wel zo zijn. Na individuele afweging evenaren de specifieke woonwensen het totale eisenpakket voor die persoon. Primair is de praktijkgids geschreven voor ouders, verzorgers, begeleiders van; en mensen met ASS welke zelfstandig of onder begeleiding kunnen wonen. De secundaire doelgroep omvangt de belangstellenden vanuit de bouwsector.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Inleiding
5
LEESWIJZER Het onderzoeksverslag van ‘Woonwensen autisme’ geeft inzicht in het gehele onderzoekstraject, vanaf het moment dat de eerste initiatieven zijn ontstaan tot aan de nabeschouwing. Algemene onderdelen zijn de inleiding, samenvattingen, conclusie en nabeschouwing. Daarnaast bestaat dit onderzoeksverslag uit een drietal kerndelen: de praktijkgids, literatuurstudie en procesverslag. Binnen het algemene deel wordt in de inleiding een toelichting gegeven op de noodzaak van het onderzoek. De samenvatting verwoordt het gehele onderzoekstraject concreet. Tevens is een samenvatting geschreven in het Engels. Het eerste kerndeel is de praktijkgids. Deze vertaling van de woonwensen tot praktische handvatten is een document welke de oplossingen van het onderzoek bevat. Doordat deze gids opzichzelfstaand toepasbaar dient te zijn voor de gebruiker is deze voorzien van een inleiding, theoretisch gedeelte, diverse kerndelen met de daadwerkelijke oplossingen en een nabeschouwing. Hierdoor is het tevens mogelijk dat de algemene gedeelten herhalingen vertonen met de algemene delen van het afstudeeronderzoek. Het tweede kerndeel is de literatuurstudie. Dit is het theoretische gedeelte van het onderzoek en geeft antwoord op een aantal deelvragen. Het document is voorzien van een conclusie waarin de studenten een kritische beschouwing schrijven op de bestaande opvattingen en literatuur. Tevens worden hier de opgestelde deelvragen beantwoord. Het derde kerndeel is het proces verslag. Deze geeft inzicht in het verloop van de grote uitdaging die de studenten zijn aangegaan. Naast procesbewaking wordt een weerspiegeling tot het Plan van Aanpak gegeven middels een conclusie en vervulling van het competentieprofiel. Er is afgesloten met een nabeschouwing van het gehele proces door zowel een persoonlijke als gezamenlijke reflectie. Binnen het algemene gedeelte is bovendien de conclusie van het afstudeeronderzoek ondergebracht. Hierin is een weerspiegeling tot de gestelde hoofd- en deelvragen gegeven. Ten slotte wordt in de Nabeschouwing het geheel afgesloten met een reflectie op de diverse samenwerkingen binnen dit onderzoek en aanbevelingen tot vervolgonderzoeken. Verwijzingen naar de gebruikte literatuur is per kerndeel opgenomen middels een bronnenlijst.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Leeswijzer
6
2012
PRAKTIJKGIDS WOONWENSEN AUTISME
MIKE WESTERDIJK & CHANTAL HOUWERS AFSTUDEERPROJECT: WOONWENSEN AUTISME 22-05-2012
TITELPAGINA Titel: Afstudeerproject Woonwensen Autisme Ondertitel: Bevordering van het zelfstandig wonen voor personen met ASS (Autistische Spectrum Stoornissen). Naam en studentnummer: Chantal Houwers, 439670 Mike Westerdijk, 452446 Plaats en jaar van uitgave: Arnhem, 2012 Naam van de organisatie: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Lectoraat ZorgGericht Bouwen Eerste examinator: Ing. Leo van der Kooij Tweede examinator: Ir. Martin Bouwman Opdrachtgever: Mr. Tom Vroon Projectleider: Ir. Martin Bouwman
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Titelpagina
2
VOORWOORD Met trots presenteren wij, Chantal Houwers en Mike Westerdijk, u deze praktijkgids. De afgelopen maanden hebben wij met passie en toewijding aan ons afstudeeronderzoek gewerkt, waarin wij ons ten doel hadden gesteld om de leefomgeving van een persoon met ASS positief te kunnen beïnvloeden. Als bouwkundestudenten hebben wij gedurende onze studie de afstudeerrichting Organisatie gekozen. Waar wij normaliter gewend zijn om zelf de hele uitvoering te organiseren, verstrekken wij in deze gids de benodigdheden aan u. Met behulp van onze praktische invullingen wordt de benodigde kennis verstrekt om een gefundeerde keuze te maken die past bij uw situatie. Hiermee wordt geen ideale situatie geschetst, maar een breed scala aan oplossingen geboden om de storende omgevingsinvloeden per individuele situatie op te lossen. Onze dank gaat uit naar onze begeleiders Leo van der Kooij en Martin Bouwman, opdrachtgever en lector Tom Vroon en de kenniskring leden vanuit het Lectoraat ZorgGericht Bouwen. Egbert Reijnen en Jeroen van Rooij danken wij voor hun fundamentele kennis en inspiratie. Als laatste bedanken wij Janneke Vrancken en Erna Vaags voor hun taalkundige bijdragen.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Voorwoord
3
INHOUDSOPGAVE TITELPAGINA VOORWOORD INHOUDSOPGAVE LEESWIJZER & SAMENVATTING INLEIDING
2 3 4 6 8
0.
THEORIE 0.1 WAT IS ASS 0.2 WELKE DOELGROEP 0.3 FINANCIERING (PGB)
9 9 9 10
1.
DE OMGEVING 1.1 LOCATIE 1.1.1 GELUIDSHINDER 1.1.2VOORZIENINGEN 1.1.3 UITZICHT 1.1.4 NIVEAU VAN WOONRUIMTE 1.1.5 ADVIES LOCATIE 1.2 HUISVESTINGSVORM 1.3 BUITENRUIMTE 1.3.1 BALKON 1.3.2 OPLOSSINGEN 1.3.3 SAMENGEVAT
11 12 12 12 13 13 13 14 15 15 16 19
2.
IN DE WONING 2.1 DAK 2.1.1 DE VORM 2.1.2 GELUID 2.1.3 KOSTEN 2.1.4 ADVIES 2.2 VLOER 2.2.1 SOORTEN GELUID 2.2.3 MOGELIJKE OPLOSSINGEN 2.2.4 FINANCIEEL 2.2.5 HET ADVIES 2.3 WAND 2.3.1 NIEUWBOUW 2.3.2 VERBOUW & RENOVATIE 2.3.3 HET ADVIES 2.4 GEVELOPENINGEN 2.4.1 KEUZE VOOR HR++ GLAS MET KUNSTSTOF KOZIJNEN 2.4.2 ADVIES/CONCREET SAMENGEVAT 2.5 DEUREN 2.5.1 DICHTSLAAN 2.5.2 MODEL VAN DE DEUR 2.5.3 TOCHT 2.6 HANG EN SLUITWERK 2.6.1 VALDORPEL 2.6.2. RUBBER BUFFERTJES 2.6.3 DEUROPVANGERS 2.6.4 DEURDRANGERS 2.6.5 DOORSCOPE ®
20 21 21 21 22 22 24 24 25 27 27 28 28 31 33 34 35 36 37 37 38 39 40 40 41 41 41 42
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Inhoudsopgave
4
2.6.6 SLOTEN 2.6.8 ADVIES
42 43 44 44 46 46 47 47 48 48 50 51 51
2.7 INSTALLATIETECHNISCH 2.7.1 VERLICHTING 2.7.2 VERWARMING 2.7.3 VENTILATIE 2.7.4 E-INSTALLATIES 2.7.5 W-INSTALLATIES 2.8 RUIMTEN & INDELING 2.8.1 ÉÉN RUIMTE PER FUNCTIE 2.8.2 INWENDIGE HOEKEN 2.8.3 WOONWENSEN PER RUIMTE 2.8.4 HOOGTEVERSCHIL 3.0
4.
AFWERKING 3.1 KLEUR 3.1.1 UITGANGSPUNTEN VOOR KLEURGEBRUIK 3.1.2 VERDUIDELIJKING DOOR MIDDEL VAN KLEUR 3.1.3 WEGNEMEN VAN PRIKKELINGEN DOOR MIDDEL VAN KLEUR 3.2 AFWERKING PLAFOND 3.3 AFWERKING VLOER 3.3.1 EIGENSCHAPPEN EN AANDACHTSPUNTEN 3.3.2 FINANCIEN 3.3.3 AANPASSINGEN IN BESTAANDE SITUATIES 3.4 WANDAFWERKING 3.4.1 VENSTERBANKEN 3.4.2 KEUZE VOOR KURK 3.4.2 STRUCTUREN VERWIJDEREN 3.5 AKOESTIEK 3.5.1 AKOESTISCH PLAFOND 3.5.2 AKOESTISCHE WANDPANELEN 3.5.3 AKOESTISCHE ELEMENTEN 3.5.4 AKOESTISCH AFDICHTEN
52 53 54 55 55 56 57 58 60 61 62 62 63 64 65 65 66 66 66
INTERIEUR & APPARATEN 4.1 ZONWERING 4.2 INTERIEUR 4.2.1 MEUBILAIR INRICHTING 4.3 KEUKEN 4.3.1 APPARATUUR 4.3.2 AFWERKING 4.4 ACCESSOIRES 4.5 HUISHOUDELIJKE APPARATEN
67 68 69 69 70 70 71 72 73
SLOTWOORD VERKLARENDE WOORDEN LIJST AUTEURSLIJST BRONNENLIJST REGISTER
74 75 84 85 87
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Inhoudsopgave
5
LEESWIJZER & SAMENVATTING "Beschouw je huis als een persoonlijke schatkamer"1
Deze praktijkgids gaat verder waar andere studies omtrent Autisme Spectrum Stoornissen zijn gestopt. Voorgaande onderzoeken signaleren de storende omgevingsinvloeden van woonruimten en geven in enkele situaties ook oplossingen, maar zijn tot op de dag van schrijven niet praktisch uitgewerkt. In deze gids worden de woonwensen van personen met ASS concreet samengevat tot praktische handvatten om daadwerkelijke realisering en prikkelreductie mogelijk te maken. Per woonwens wordt een toelichting gegeven welke storende prikkels er zijn en welke oplossing(en) het meest geschikt zijn. Bij de bepaling/ afweging is rekening gehouden met betaalbaarheid, beheer aspecten, onderhoudsintensiteit en uitvoerbaarheid. De oplossing die geboden wordt kan bestaan uit een keuzeonderbouwing, praktisch handvat, uitvoeringsstappenplan of randvoorwaarden waaraan de woonwens dient te voldoen. De alternatieven worden gegeven op basis van de verschillende prikkels, dus één woonwens kan meerdere varianten hebben. Varianten dienen individueel bekeken te worden op basis van de gebruiksvraag; gehoor, geur, orde, tast of zicht. Achterin deze gids vindt u een register met alle gangbare storende prikkels voor mensen met een vorm van ASS en zijn gerangschikt op basis van de mogelijke gebruiksvraag. Wanneer u een specifieke oplossing voor een bepaalde prikkel zoekt dan kunt u deze hier eenvoudig opzoeken en wordt u genavigeerd/doorverwezen naar het bijbehorende praktische handvat. In de gids worden in een viertal hoofdstukken alle elementen van een woning en zijn directe omgeving behandeld. Deze zijn geordend op basis van grootte van elementen. Het eerste hoofdstuk zal bestaan uit omgevingsfactoren, waarna gevolgd wordt met bouwkundige elementen, afwerkingen en interieur aspecten. Daarnaast zal er in hoofdstuk 0 - Autisme in Nederland de benodigde achtergrondinformatie worden gegeven over ASS, over differentiatie binnen de doelgroep en budgettering.
Hoofdstuk 0 – Autisme in Nederland ASS is een verwerkingsstoornis is de hersenen en kan zich op vele manieren uiten. Elke geïndiceerde persoon is anders en heeft op zijn eigen manier last van een scala aan prikkels. In dit hoofdstuk word beknopt samengevat wat ASS inhoudt en wat de kenmerken zijn van de diverse diagnoses binnen ASS. Verder wordt diagnostisering middels de DSM, het ontstaan van ASS en de mogelijke oorzaken kort toegelicht. Hoofdstuk 1 – Omgeving Een passende leefomgeving bij een prikkelvrije woning is zeer belangrijk. De omgeving van de woning bepaalt de hoeveelheid prikkels welke de schil van de woning te verduren krijgt en dus uiteindelijk de bewoner. Binnen dit hoofdstuk zal de omgeving worden gesplitst in de locatie, huisvestingsvorm en de buitenruimte. Hoofdstuk 2 – De woning In dit hoofdstuk staan de bouwkundige elementen van een woning centraal. Naast praktische tips voor nieuwbouw komen ook prikkelarme verbouw- en renovatieadviezen naar voren. Logischerwijs zal begonnen worden met grote elementen als het dak, de vloer, de wand en gevels. Wanneer de hoofdelementen gedefinieerd zijn komen deuren, hang- en sluitwerk, installaties en ruimteindeling en woninginrichting aan bod. Aan het eind van dit hoofdstuk weet u precies hoe u een prikkelvrije woning kunt aanpassen of ontwerpen.
1
Le Corbusier Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Leeswijzer & samenvatting
6
Hoofdstuk 3 – Afwerking Naast de bouwkundige elementen zijn er ook prikkelreducerende woonwensen voor de afwerking van een woonruimte. In hoofdstuk 3 staat de wijze en niveau van de woningafwerking centraal. Prikkels door contrast, geur, structuur of tast worden toegelicht per element. Woonwensen op het gebied van kleuren, plafond-, wand- en vloerafwerking, maar ook akoestiek en nagalm komen aan bod. Naast het geven van praktische oplossingen en uitgangspunten om prikkels te reduceren, zijn ook materiaaleigenschappen vergeleken om u te ondersteunen bij het bepalen van de afwerking. Hoofdstuk 4 – Interieur & apparaten Naast bouwkundige- en afwerkingsaspecten kan ook een inrichting bijdragen aan het verlagen van storende omgevingsinvloeden. In dit hoofdstuk worden oplossingen geboden door toepassing van zonwering, meubilair, accessoires en huishoudelijke apparaten. Do’s en dont’s met betrekking tot aanschafkeuzes, aandachtspunten bij montage en andere woonwensenoplossingen die u dient te weten om storende prikkels te beperken.
Verklarende woordenlijst In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op schuingedrukte woorden om de lezer te voorzien van de benodigde betekenissen binnen het vakjargon van zowel zorg als bouw. Toelichtingen Enkele overzichten die worden weergegeven zijn de figurenindex, gebruikte figuren met toelichting en de Auteurslijst, auteurschap van de hoofdstukken. Tot slot zal een Literatuurlijst gepresenteerd worden. Register In het register vindt u een overzicht van de meest voorkomende prikkels voor personen met ASS. Elke prikkel, welke dikgedrukt geschreven is, zal hierbij een verwijzing hebben naar een specifiek hoofdstuk of hoofdstukken met de praktische vertaling van deze woonwens.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Leeswijzer & samenvatting
7
INLEIDING “Onwetendheid is de bron van al het kwaad”2
Overgevoeligheid voor alle mogelijke zintuiglijke prikkels, iets waar zo’n 1,5% (ca. 220.000 personen) van de Nederlandse bevolking last van heeft. Waar vele mensen spreken over autisme, is Autisme Spectrum Stoornissen sinds 1995 de correcte term. In deze gids zal deze benaming afgekort weergegeven worden als ASS. Klassiek autisme, het Syndroom van Asperger, PDD-NOS, Syndroom van Rett en het Syndroom van Heller, allemaal stoornissen die onder deze ‘paraplu’ van ASS vallen. Hoe een persoon met ASS de wereld ervaart is soms onbegrijpelijk. Stelt u zich voor dat licht, geluid, geur, temperatuur en andere onverwachte veranderingen uw leven beïnvloeden. Dat een object in de woning, verandering van schapindeling of onverwachte geluiden leiden tot stress, angst of fysieke pijn. Dit is de realiteit voor iemand met een vorm van ASS, het continue gehinderd worden door storende omgevingsinvloeden. In de afgelopen jaren is de gedachte ontstaan dat een omgeving kan bijdragen aan het reduceren van storende prikkels. Door middel van onderzoek is deze hypothese positief bevestigd. Er zijn mogelijke omgevingsinvloeden geïnventariseerd waarmee de onwetendheid van kwade bronnen is opgelost. Tevens bleek dat iedere individu met ASS andere aanpassingen, ofwel woonwensen verlangt om de optimale situatie te creëren. Hoe kunnen deze omgevingsinvloeden dan worden aangepast tot een prikkelarmere omgeving als er bekend is dat er geen standaard eisenpakket bestaat? In dit afstudeeronderzoek worden de oplossingen geboden voor het brede scala aan mogelijke prikkels die in en om de woning kunnen worden ervaren. Het doel hiervan is om het beperkende effect van de storende prikkels dermate te reduceren dat de zelfredzaamheid wordt vergroot. De doelgroep betreft mensen met ASS van normale verstandelijke niveaus, wat ongeveer 85% van alle geïndiceerden beslaat. De woonwensen zijn vertaald tot praktische handvatten, geselecteerd op basis van prikkelreductie, onderhoudsintensiteit, uitvoeringsgemak en financiële gevolgen. Middels het register, dat achterin de gids is opgenomen, wordt u geleid naar de passende oplossingen voor uw situatie. Of het nu gaat om leidraden voor dimensioneren gedurende het ontwerpproces, selectiecriteria tijdens de zoektocht naar een passende woonruimte of de handvatten die u nodig heeft tijdens een verbouwing of kleine aanpassing. Voor de technische lezer is het van belang om te benadrukken dat de diversiteit aan mogelijke prikkels een universeel Programma van Eisen (PvE) onmogelijk maakt. In de huidige situatie worden sowieso geen aangepaste PvE’s gebruikt voor de specifieke ASS bouw. Door de noodzaak van individuele benodigdheden is het gebruik van de term ‘woonwens’ ontstaan. Waar een wens normaliter geen echte maatstaf is, zal dat in deze gids wel zo zijn. Na individuele afweging evenaren de specifieke woonwensen het totale eisenpakket voor die persoon. Primair is deze gids geschreven voor ouders, verzorgers, begeleiders van en personen met ASS welke zelfstandig of onder begeleiding kunnen wonen.. De secundaire doelgroep omvat de belangstellenden vanuit de bouwsector.
2
Socrates Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | inleiding
8
0.
THEORIE
Om een goed beeld te kunnen vormen waarop de oplossingen in deze gids zijn gebaseerd is er voorafgaand een literatuurstudie uitgevoerd. In dit hoofdstuk zal beknopt worden ingegaan op deze theoretische achtergrond informatie3.
0.1
WAT IS ASS
Autisme kan worden omschreven als een informatieverwerkingsstoornis van de hersenen. De zintuiglijke waarnemingen (zien, voelen, horen, proeven en ruiken) worden anders verwerkt dan normaal. Het gevolg is dat iemand met autisme alle details die hij/zij waarneemt niet tot een geheel kan brengen. Hierdoor ontstaan er problemen met communicatie, sociale interactie en de verbeelding. Vanaf 1995 is de term autisme verbreed naar Autisme Spectrum Stoornissen, nader te noemen ASS. Een andere benaming voor ASS is de medische term pervasieve ontwikkelingsstoornis. Welke vormen zijn er binnen ASS? De pervasieve ontwikkelingsstoornissen worden geclassificeerd volgens de DSM-IV criteria welke onderscheid maakt tussen 5 subgroepen, zoals onderstaande beschreven: • (Klassiek) autisme • De stoornis van Asperger • PDD-nos • McDD • A-typisch • Rett syndroom • Desintegratiestoornis van de kindertijd (syndroom van Heller) Hoe ontstaat ASS? Autisme Spectrum Stoornissen ontstaan in 90% van alle gevallen door een genetische afwijking in de ontwikkeling van het ongeboren kind. Omgevingsinvloeden van zowel voor als na de geboorte zijn risicofactoren welke, wanneer er meerdere factoren samenvallen, kunnen bijdragen aan de doorontwikkeling van autisme. Wat zijn de specifieke kenmerken binnen ASS die leiden tot een afwijkende woonvorm? Doordat alle zintuiglijke prikkelingen in het autistische brein anders verwerkt worden, dienen er ook andere eisen gesteld te worden aan een woning. Aanpassingen op het gebied van interne en externe geluidsreductie, lichtinval, verlichtingssoort en -sterkte, technische installaties, muurafwerking, kleurgebruik, indeling en structuur in de woning zijn gewenst. Alhoewel niet iedere persoon met ASS gelijke wensen heeft, blijft het reduceren van de zintuiglijke prikkels een vereiste. De individuele aanpasbaarheid van een woning blijft belangrijk, maar hierin verschilt iemand met ASS niet veel van een niet-ASS persoon. “Gewoon zoals thuis” is wat altijd in gedachten gehouden dient te worden wanneer aanpassingen of ontwerpen gemaakt worden voor een huis, juist ook voor iemand met ASS.
0.2
WELKE DOELGROEP
Er kan gezegd worden dat er geen specifieke doelgroep binnen de Autistische Spectrum Stoornissen te bepalen is. In de nieuwe DSM-V - publicatiejaar 2013 - gaat gesproken worden over één doelgroep met diverse gradaties, niet meer over de vijf subgroepen. Overeenkomende woonwensen zijn er op het gebied van het remmen van de beperkende prikkels. Wanneer de zintuigen minder geprikkeld worden zal de persoon met ASS minder storende effecten ontvangen waardoor het beperkende effect van de prikkels zal worden gereduceerd. Echter is er geen standaard oplossing waarmee alle prikkels zullen worden verholpen voor alle personen met ASS, maar het merendeel kan verholpen worden met een greep van kleine en middelgrote aanpassingen. 3
Literatuur van hoofdstuk 0 is een samenvatting van de Literatuurstudie. Bronnen zijn in betreffende document opgenomen.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 0.
Theorie
9
0.3
FINANCIERING (PGB)
De collectieve zorgkosten nemen jaarlijks toe in Nederland. De overheid wil haar collectieve lasten verminderen door de zorglast te verschuiven. De kostenlast verschuift naar de individu en de resterende collectieve lasten decentraliseren. Het meerendeel van de individu met ASS zal geen budget meer ontvangen om zijn eigen zorg in te kopen, waardoor het uitgavenpatroon kritischer beoordeeld gaat worden. Om deze reden zijn woonwensen in deze gids praktisch maar voornamelijk ook betaalbaar vervuld. Vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wordt zorg gefinancierd voor langdurig zieken, mensen met een handicap of personen die (tijdelijk) niet in staat zijn om voor zichzelf te zorgen. Tot voor kort kon via deze regeling zorg, in natura of middels een Persoonsgebonden budget (PGB), worden vergoed. Met het PGB zijn er verschillende soorten hulp en begeleiding in te kopen, ook wel ‘zorgfuncties’ genoemd. Dit zijn: Huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging, verpleging, ondersteunende begeleiding, activerende begeleiding, kortdurend verblijf buitenshuis. Daarnaast wordt er onderscheid gemaakt in ‘zorg met verblijf’ (intramuraal) en ‘zorg zonder verblijf’ (extramuraal). Door de decentralisatie worden verantwoordelijkheden overgedragen aan gemeenten, middels de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dit budget staat per gemeente vastgesteld, waardoor deze de vrijheid krijgen om naar eigen inzien aangevraagde indicaties te beoordelen. Hierdoor kunnen differentiaties ontstaan in het vergoedingsniveau tussen gemeenten. Vanaf 2012 kan alleen een PGB aangevraagd worden wanneer men een indicatie heeft voor ‘zorg met verblijf’. Voor alle gevallen die geen indicatie voor verblijf hebben, vervalt het PGB. Door extramuralisering, het verschuiven van zorglevering naar de eigen woonruimte, wordt het aantal indicaties voor ‘zorg met verblijf’ beperkt door de overheid. Binnen de indicaties van ASS woont het meerendeel (67%) van de mensen in een huiselijke situatie, variërend tussen samenwonend met de partner, woonachtig bij de ouders of in een eenpersoonshuishouden. Dit betekent dat tweederde van de doelgroep een indicatie heeft voor een zorgfunctie ‘zorg zonder verblijf’ en zal deze groep géén aanspraak kunnen maken op het PGB. Wanneer een persoon een bijdrage of zelfs de hele investering uit eigen portemonnee dient te betalen, zal men kritischer worden op het uitgave patroon. De randvoorwaarden worden aangescherpt en men zal zich gaan afvragen of een investering daadwerkelijk wel nodig is. Om deze reden wordt er in de praktijkgids nadrukkelijk gekeken naar wat een financieel aantrekkelijke en dus betaalbare optie is om een bepaalde woonwens van mensen met ASS te kunnen vervullen.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 0.
Theorie
10
1.
DE OMGEVING
“Bij dezelfde omgeving leeft toch ieder in een andere wereld.”4 Wat zou een woning zijn zonder een passende omgeving voor zijn gebruiker? Voor een persoon met ASS is de omgeving van zijn of haar woonruimte bepalend voor de hoeveelheid prikkels die hij / zij te verwerken krijgt. Binnen dit hoofdstuk wordt de omgeving gesplitst in factoren die betrekking hebben op de locatie en huisvestingsvorm. Er wordt gewerkt van groot naar klein zodat u systematisch de beste keuze kunt maken.
4
A. Schopenhauer, 1788-1860. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
De omgeving
11
1.1 LOCATIE Domicilie is de oud Nederlandse vertaling voor de woon- of verblijfplaats van een persoon. Locatiebepaling is van groot belang om maximaal te genieten van de woonruimte. De ligging in de omgeving kan druk maar ook rustig zijn, met of zonder voorzieningen nabij en is alles bepalend voor het uitzicht vanuit de woning. Dit onderdeel is voornamelijk toepasbaar wanneer de woninglocatie nog bepaald dient te worden. Wanneer deze al vaststaat, wat in vele situaties het geval zal zijn, dan zal dit hoofdstuk minder van toepassing zijn. Echter, wanneer de overlast van de woonomgeving een dermate hoog niveau heeft bereikt, zou verhuizen naar een prikkel armere woonomgeving een overweging kunnen zijn. Indien dit niet tot uw mogelijkheden behoort, word u doorverwezen naar de hoofdstukken 2.0 Woning, waar praktische handvatten worden verstrekt die de omgevingsoverlast kunnen verlagen. Leven in een rustige omgeving, een prikkelarme omgeving, is voor een persoon met ASS meer dan wenselijk. Bij het kiezen van de locatie kan ervoor gekozen worden luidruchtige omgevingen, zoals een industriegebied of vluchthaven, te vermijden. Deze storende omgevingsfactoren veroorzaken geluiden, geuren en trillingen die voor een persoon met ASS op een andere wijze verwerkt worden dan bij een persoon zonder ASS. Zo kunnen voorbijgangers of het verkeer ondraaglijke pijn aan de oren of storende trillingen veroorzaken. Uitlaatgassen of natuur kunnen lijden tot geuroverlast. In dit hoofdstuk zullen wensen worden besproken om prikkels zoveel mogelijk te beperken.
1.1.1 GELUIDSHINDER In de Wet Geluidshinder (WGH) zijn maximaal toelaatbare waarden vastgesteld voor geluidsbelasting veroorzaakt door wegen, spoorwegen en industrieterreinen. In hoofdstuk 2.3 Wand worden geluidsbelastingen van gevels en het gereduceerde geluidsniveau in de woning verder behandeld. Geluidsbron Wegen Normaal Spoorwegen Industrieterrein
Maximaal toelaatbare geluidsbelasting dB(A) in WGH 48 50 55 50 (buiten zone)
Naast de wettelijk gestelde eisen zijn er aanvullende wensen voor personen met ASS. Door de overgevoeligheid voor geluiden en andere zintuiglijke prikkels zijn de wenselijke geluidsniveaus lager dan de wettelijk gestelde niveaus. Scholen, speeltuinen, kinderdagverblijven en uitgaansgelegenheden zijn faciliteiten die een verhoogde hoeveelheid geluid en verkeersbewegingen veroorzaken. Op bepaalde momenten van de dag, bijvoorbeeld in de speelpauze of aan het einde van de schooldag, zijn de intensiteiten op piekniveau. Door bij locatiekeuze rekening te houden met de afstanden tussen woonruimte en bepaalde faciliteiten, kan overprikkeling voorkomen worden. In de tabel op de volgende pagina zijn concrete afstanden weergegeven.
1.1.2VOORZIENINGEN Naast storende omgevingsinvloeden zijn er ook voorzieningen waarvan het wel wenselijk is dat ze nabij de woonruimte gesitueerd zijn. Mensen met ASS willen een zo normaal mogelijk leven leiden en hun eigen dagelijkse inkopen en boodschappen kunnen verzorgen. Doordat zij zich veelal ter voet of per fiets verplaatsen is het wenselijk dat deze voorzieningen nabij de woonruimte gelegen zijn om de zelfredzaamheid te stimuleren. Boodschappen doen kan een enorme opgave zijn, de vele gangpaden waar onnodig veel soorten suiker te koop zijn (“welke moet ik nu kiezen?”), waar het soms heel druk is (chaos), waardoor wachten in de lange rij bij de kassa noodzakelijk is (“wat moet ik nu doen tijdens het wachten, wat kijkt iedereen raar naar me?”). Maar nog veel erger is dat producten regelmatig van locatie veranderen waardoor de (aangeleerde) routine van het boodschappen doen volledig in de war geschopt wordt en bij thuiskomst geconstateerd kan worden dat de ingrediënten voor het avondeten niet compleet zijn. De zelfredzaamheid kan gestimuleerd worden wanneer de supermarkt op loop- of (geringe) fietsafstand is gelegen, zodat de dagelijkse boodschappen zelf gekocht kunnen worden. De drempel om inkopen te gaan doen wordt verlaagd door de geringe afstand en wanneer er iets mis gaat, is het slechts een korte weg terug. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
De omgeving
12
1.1.3 UITZICHT In de ideale situatie zal het uitzicht vanuit de woning bestaan uit wijd uitzicht op een rustig en natuurlijk geheel, wat betekent dat de woning in een groene omgeving gelegen is. Naast verkeer is ook een ‘blinde muur’ een storend aspect, deze kan een besloten gevoel veroorzaken. Een bosrijke omgeving oogt aangenaam, maar is veelal ver van de voorzieningen, zoals in voorgaande paragraaf beschreven. Een tuin met verscheidene bloemen en planten lijkt een goede optie, maar kan voor een alleenstaand persoon met ASS erg veel moeite kosten om te onderhouden. De keuze voor een buurt met veel groenvoorzieningen heeft wel het positieve uitzicht maar niet de negatieve onderhoudsaspecten en wordt daarom aangeraden voor personen met ASS. Voor aanpassingen van storend uitzicht wordt verwezen naar hoofdstuk 1.3.2.b voor het aanbrengen van plakfolie.
1.1.4 NIVEAU VAN WOONRUIMTE In Nederland zijn veel appartementencomplexen gelegen aan een grote invalsweg. Buiten het feit dat dit mogelijk niet het gewenste uitzicht geeft, kan men erge hinder ondervinden van het passerende verkeer. Indien u een keuzemogelijkheid heeft uit meerdere verdiepingen, kiest u dan voor een woonruimte gelegen vanaf woonniveau 3. De geluidsgolven van het verkeer zullen de woonruimte minder bereiken dan bij een lager gelegen woonruimte. Men moet zeker weten dat iemand zich goed voelt bij die hoogte, met name in de buitenruimte. Voorafgaande aan de niveau keuze wordt het ten zeerste aangeraden om de buitenruimte te betreden en beoordelen of de hoogte een storende prikkel kan zijn. Indien u meer wilt weten over het wegnemen van storende prikkels in buitenruimten, kijkt u dan in hoofdstuk 1.3 Buitenruimte.
1.1.5 ADVIES LOCATIE Bij locatiekeuze van de woonruimte wordt aangeraden om rekening te houden met kenmerken op het gebied van natuur, sociale interactie, uitzicht, verkeersintensiteit en voorzieningen. Onderstaand zijn wensen geformuleerd waardoor storende omgevingsinvloeden uit de omgeving worden gereduceerd en de zelfredzaamheid gestimuleerd. Omgevingsfactoren Gebied Wijk Uitzicht Sociaal contact met buren Leeftijdsgroepen in de buurt Supermarkt Apotheek en huisarts Openbaar vervoer Invalsweg Kinderdagverblijf Speeltuin School Autosnelweg Treinstation Spoorwegovergang Industrieterrein Luchthaven
Wens Binnen de bebouwde kom In een rustige woonwijk Groene, natuurrijke omgeving Juist wel gewenst Gemengde leeftijden Op loopafstand, 800 meter Op loopafstand, 800 meter Op loopafstand, 800 meter Appartementen > niveau 3 gelegen Minimaal 500 m vanaf woning Minimaal 500 m vanaf woning Minimaal 500 m vanaf woning Minimaal 1 km vanaf woning Minimaal 1 km vanaf woning Minimaal 1 km vanaf woning Minimaal 2 km vanaf woning Minimaal 25 km vanaf woning
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
De omgeving
13
1.2 HUISVESTINGSVORM Huizen zijn er in allerlei vormen, soorten en maten. De meest bekende zijn vrijstaande woning ofwel open bebouwing, twee onder één kap of halfopen bebouwing en rijtjeshuizen, ook wel gesloten woningen genoemd. De huisvestingsvorm draagt bij aan de beleving die de bewoner heeft van zijn of haar woonruimte. De keuze voor een bepaalde woonvorm kan gemaakt worden door te kiezen voor rust en comfort in tegelstelling tot financiële en sociale factoren. In de ideale situatie zou iemand met ASS in een huis wonen dat zeer prikkelarm is, echter is het lang niet altijd financieel mogelijk om dit te realiseren. Vrijstaande woningen in Nederland kostten gemiddeld €424.6005 en zijn niet voor een ieder betaalbaar. Daar waar een appartement betaalbaar is, gemiddeld €195.100. Is de sociale omgeving dermate dat er een groter risico is op overlast door buren. In de onderstaande figuur wordt weergegeven dat in de ideale situatie de vrijstaande woning op de eerste plaats staat, gevolgd door de halfopen en gesloten bebouwing. Deze gegevens zijn gebaseerd op het reduceren van de geluidsoverlast, zowel luchtgeluid als contactgeluid. Daarom staat de woonwagen op de laatste plaats, aangezien de woonruimte minder voorzien is van geluidsisolerende voorzieningen.
In deze praktijkgids zal niet verder ingegaan worden op de huisvestingsvorm, aangezien de woonvorm voor de doelgroep veelal is bepaald door de wooninstelling of de woning van de ouders. Aanpassingen die in een woning gedaan kunnen worden zodat de prikkelreductie gerealiseerd kan worden, zodat de persoon met ASS comfortabeler kan leven, zullen in de volgende hoofdstukken aan bod komen.
5
Analyse woningmarkt Nederland, 2009. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
De omgeving
14
1.3 BUITENRUIMTE De buitenruimte, een ruimte of oppervlak in de buitenlucht en aan de woning gelegen, kan in de vorm van een balkon, dakterras of tuin zijn. Nederlanders hebben de buitenruimte hoog aan hun wensenlijst staan, een kwart heeft een balkon en ruim 70% heeft een tuin, slechts 4% heeft er geen. 6 Net als “thuis”, is een veel gedane uitspraak die gebaseerd is op het feit dat mensen met ASS een zo gewoon mogelijke woonsituatie wensen. Daarom is een buitenruimte dus zeer gewenst. Wel zijn er een aantal aspecten waar rekening mee gehouden dient te worden, voornamelijk bij woonruimten met een balkon. In dit hoofdstuk worden opties gegeven om prikkels weg te nemen van verkeersoverlast en voorbijgangers, maar zullen daarbij mogelijkheid tot uitzicht behouden.
1.3.1 BALKON De buitenruimte met de meeste storende omgevingsgeluiden is het balkon doordat deze veelal aan de weg zijde is geleden, waardoor vele prikkels van verkeer of voorbijgangers in deze ruimte kunnen worden ervaren. Balkons kunnen voorzien zijn van diverse soorten vloerafscheidingen, beter bekend als balustrades, hekwerken of borstweringen. In deze paragraaf zal aandacht besteed worden aan bepaalde typen die de mogelijkheid bieden om omgevingsprikkels te reduceren. Een veelvoorkomende afscheiding is een metalen hekwerk met spijlen, welke overlast veroorzaakt doordat: • er een doorkijk is door de spijlen heen, welke uitzicht bied op een storende omgeving; • de temperatuur van het metaal wordt beïnvloed door weersinvloeden. Deze koude of warmte kan door personen met ASS als pijnlijk worden ervaren; • in sommige gevallen trillingen uit de omgeving worden opgenomen in de stalen profielen, waardoor extra sterke trillingen veroorzaakt worden. Waar deze vibraties normaliter niet opgemerkt worden, kunnen personen met ASS deze wel als storend ervaren. Door in plaats van een hekwerk te kiezen voor een dichte borstwering, ontstaat een bescherming tegen het ongewenste uitzicht. De hoogte van de afscheiding is op basis van een aantal menselijke afmetingen te bepalen, zie onderstaande tekening. De hoogte dient minimaal 900 mm te zijn om het storende uitzicht weg te nemen.
In de huidige regelgeving, het Bouwbesluit 2003, wordt aangegeven dat een balkon voorzien dient te zijn van een vaste vloerafscheiding met een hoogte van 1,0 meter. Wanneer de vloer van het balkon op een hoogte hoger dan 13,0 meter is gelegen, dan dient afscheiding verhoogd te worden naar 1,2 meter. Indien uw vloerafscheiding 1,2 meter hoog dient te zijn, zal de borstwering tevens verhoogd dienen te worden van 0,9 naar 1,2 meter. Aangeraden wordt om in deze situatie een hoger zitmeubilair te plaatsen zodat de gebruiker, ook op grote hoogte, wel zijn gewenste prikkel arme uitzicht behoud.
6
Analyse woningmarkt Nederland, 2009. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
De omgeving
15
1.3.2 OPLOSSINGEN Maar hoe bepaalt u nu de passende oplossing voor uw situatie? Het reduceren van de prikkels op het balkon kan middels vier manieren geschieden. In dit hoofdstuk wordt een splitsing gemaakt tussen twee nieuw- of verbouw varianten en twee aanpassingsopties voor bestaande bouw. Afhankelijk van de mate van de klachten kan de keuze gemaakt worden voor een kleine of grote aanpassing. Wanneer de woonwens het wegnemen van storend uitzicht is, kan gekozen worden voor optie a. b. of c., geordend van minst reducerend tot meest reducerend. Daarnaast zijn alternatieven c. en d. geluidsabsorberende afwerkingen waardoor omgevingsgeluiden sterk worden gereduceerd.
a. Decoratiemat voor spijlen balustrade De meest voorkomende balkonafscheiding is een metalen balustrade met spijlen. Dit element voelt in de winter erg koud aan en in de zomer juist erg warm, waardoor verwarring kan ontstaan bij personen met ASS. De storende doorkijk tussen deze spijlen kan weggenomen worden door materialen tegen de bestaande balustrade te plaatsen die niet transparant zijn. Bij de keuze voor het betreffende materiaal dient u erop te letten dat de persoon met ASS zich aangenaam voelt bij dit materiaal. Natuurlijke tinten en materialen worden over het algemeen niet als storend ervaren en zijn hierbij een goed uitgangspunt voor het balkon. Bij de gemiddelde bouwmarkt zijn verschillende soorten decoratiematten te verkrijgen. Matten van riet, bamboe of wilgentakken zijn in hoogten van om en nabij 1,0 meter ruimschoots verkrijgbaar. Let er hierbij wel op dat u een mat neemt die voor buitengebruik geschikt is. De rietenmat is ingebonden met een aantal vlechtdraden. Om de mat te bevestigen draait u een draad om de spijl van het hekwerk en de vlechtdraad van de mat heen. Het is verstandig om aan één van de uiteinden te beginnen, zodat de montage vanaf de binnenzijde van het balkon gedaan kan worden. We raden u aan om dit bij iedere spijl, zowel aan boven als onderzijde te doen om een stevig resultaat te krijgen. Het risico dat er nogmaals onderhoud gedaan moet worden doordat de matten losraken wordt hierdoor voorkomen. Dat oplossingen soms erg simpel kunnen zijn, wordt in deze optie aangetoond. Waar de metalen balustrade prikkels veroorzaakte door het materiaal wat niet prettig aanvoelde, geen huiselijke uitstraling gaf en het gevoel van ‘opgesloten zijn’ kon bezorgen, is de rieten mat het tegenovergestelde. Deze goedkope oplossing (slechts ca €10,- per meter) verminderd het storende uitzicht, oogt warm en natuurlijk en is ook nog eens eenvoudig te bevestigen.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
De omgeving
16
b. Folie voor glazen balustrade Een andere veelvoorkomende balustrade is de glazen balustrade. Deze balustrade veroorzaakt naast de storende doorkijkmogelijkheid ook een storende weerspiegeling van invallend zonlicht. Dit kan worden opgelost door het glas te voorzien van een niet-transparante folie aan de binnenzijde van het balkon. Dit is een eenvoudige oplossing die in eigen smaak uitgevoerd kan worden. Mogelijke printen variëren van een breed scala aan effen kleuren, tot natuurafbeeldingen en andere decoratieve printen. Let wel op dat mogelijk in uw contract van de Vereniging Van Eigenaren (VVE) is opgenomen dat u geen drastische veranderingen in het buitengevelvlak mag uitvoeren, bijvoorbeeld kleurveranderingen. In deze situatie is het aan te raden om in overleg te gaan met de VVE en bij hen aan te geven dat het mogelijk is om een folie te gebruiken die aan de straatzijde voorzien is van een uniseks kleur. Bij het bevestigen van de raamfolie zijn er wel een aantal zaken waar u op moet letten. Waar tegenwoordig binnenshuis veelal gebruik wordt gemaakt van elektrostatisch folie, is deze niet geschikt voor gebruik in buitenruimten. Geadviseerd wordt om folie te gebruiken welke voorzien is van een plaklaag en geschikt is voor toepassingen buitenshuis. Daarnaast zal de aansluiting van de glasplaat op het kozijnframe extra goed gereinigd en gedroogd moeten worden, om te voorkomen dat het folie los laat in de hoeken. Onzorgvuldige verwerkingen zorgen voor herstelwerkzaamheden of oneffenheden, wat wederom prikkels veroorzaakt. Om te voorkomen dat oneffenheden tijdens de verwerking ontstaan, wordt geadviseerd om volgens onderstaand stappenplan te werken: 1. ontvet het te behandelen oppervlak met een krachtig ontvettend middel en reinig met schoon water. 2. droog het gehele oppervlak en in het geval van een sponning, de naden erg goed met keukenpapier of een doek. Let hierbij op dat er geen pluisjes achterblijven. 3. meng in een plantenspuit een geringe hoeveelheid warm water met afwasmiddel en spray het mengsel over het te behandelen oppervlak. Let er hierbij op dat u geen afwasmiddel met citroen wordt gebruikt, deze beschadigd de lijmlaag waardoor de levensduur van de folie wordt verkort! 4. knip het product ruim op maat, minimaal 5-10 mm groter dan het werkelijke oppervlak. 5. maak de rug van de folie op een hoek los en verwijder langzaam de volledige rugzijde van het product. om het schutvel eenvoudig te verwijderen, gebruik gerust een stukje plakband. Wanneer dit erg stroef gaat is de folie mogelijk te koud en kunt u deze beter op kamertemperatuur losmaken. 6. pak het materiaal aan de buitenrand vast, zo voorkomt u dat er vingerafdrukken op de kleefzijde van de folie ontstaan die later zichtbaar blijven. 7. druk het materiaal vanuit het midden van de ruit naar buiten toe. Gebruik een raamtrekker om het materiaal eventuele luchtbellen te verwijderen. Prik géén gaatjes in het materiaal om bobbels te verwijderen, hierdoor kan de folie eerder los laten in buitensituaties. 8. na de droogperiode van 24 uur kan het overtollige materiaal worden bijgesneden om zo een perfecte pasvorm te genereren. Indien er sprake is van inwendige hoeken, dan dient het bijsnijden direct na het aanbrengen gedaan te worden. Met een stalen liniaal en een stanleymes kunnen randen nauwkeurig worden bijgesneden. 9. schrik niet als er een witte substantie onder het materiaal lijkt te zitten, dit is het zeepsop wat reageert met de lijmlaag en trekt na enkele dagen weg.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
De omgeving
17
c. Akoestische borstwering Wanneer de omgevingsgeluiden zo heftig worden ervaren dat u, of uw cliënt, de buitenruimte vermijdt is het mogelijk verstandig om een aanpassing te doen in de huidige balkonsituatie. Door een borstwering te creëren die voorzien is van akoestische isolatie(nr.4) en geperforeerde beplating(nr.1 en nr. 5), kan het omgevingsgeluid terug gebracht worden tot acceptabele niveaus.
In situaties waar de bestaande balustrade uit een klein constructief onderdeel bestaat, zoals de metalen spijlen balustrade, kan deze worden verwijderd om daaropvolgende de nieuwe borstwering te plaatsen. Voor deze verbouwing zal een vergunning aangevraagd dienen te worden, met bouwkundige tekeningen en constructie berekeningen. Doordat de vloerafscheiding een belangrijk onderdeel is op het gebied van veiligheid is het aan te raden om deze activiteit door een bouwkundig aannemer uit te laten voeren. In situaties waar de huidige borstwering een gemetselde variant betreft, is het niet verstandig dit onderdeel af te breken. In deze situatie kan een alternatief worden uitgevoerd door de binnenzijde van de balustrade af te werken met een akoestische isolatie en geperforeerd plaatmateriaal. Wanneer u een nieuwe woonruimte gaat realiseren of deze oplossing wilt laten uitvoeren, spelen financiën mogelijk een grote rol in het keuzeproces. In de onderstaande tabel zijn investeringskosten van traditionele oplossingen en de prikkelarme oplossing met elkaar vergeleken. Hierin is te zien dat de prikkelarme balustrade lagere investeringskosten heeft dan één van de traditionele oplossingen.
Metalen balustrade, Spijlen, incl. buitenschilderwerk Gemetselde balustrade, Baksteen, strengpers vol, halfsteensverband Akoestische balustrade Geperforeerde metalen beplating, d=1mm, 20% open Minerale wol 130 mm Stalen regelwerk Akoestische balustrade totaal, Geperforeerde platen, 130 mm minerale wol, stalen spijlen 120x60mm hoh 1875 *www.bouwkosten.nl
Prijs per m2
Hoogte [m]
Prijs per m1
€126,26
1,0
€126,26
€97,35
1,0
€97,35
€61,70
1,0
€61,70
€14,15 €40,50 €116,35
1,0 1,0 1,0
€14,15 €40,50 €116,35
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
De omgeving
18
Het is ook van belang om naast de investeringskosten de onderhoudskosten te vergelijken. In onderstaande tabel wordt duidelijk dat de onderhoudskosten van een spijlen balustrade verdubbelen in vergelijking tot de gemetselde balustrade met kunststof beglazing. Hierdoor komen de totale kosten over 30 jaar positief uit voor de aangepaste woonwens.
Levensduur
Metalen balustrade 50 jaar
Gemetselde balustrade 70 jaar
Akoestische balustrade 50 jaar
Investeringskosten [€/m1]
€126,-
€97,-
€116,-
Onderhoudsfrequentie
Periodiek
Lage frequentie
Schoonmaken
schilderen
reinigen
Kosten onderhoud per 30 jaar [€/m¹]
€300,-
€208,-
€140,-
Totale kosten over 30 jaar [€/m¹]
€426,-
€305,-
€256,-
Prikkelvermindering
Geen
Geen
Hoog
Veiligheid
Minimaal
Normaal
Hoog
28%
40%
Financieel voordeel t.o.v. metalen balustrade: * Beheerenonderhoudskosten.nl
Nu voorop staat dat de financiële effecten positief zijn, is het van belang om te benadrukken dat deze wens twee uiterst belangrijke prikkels reduceert, het drukke uitzicht en de storende omgevingsgeluiden. Hierdoor kan iemand met ASS die zich normaal gesproken niet op het balkon zal begeven, nu rustig op het balkon verblijven en van de buitenruimte genieten. d. Akoestisch plafond Naast het bekleden van balustrades is het mogelijk om andere bouwdelen te voorzien van akoestische isolatiematerialen. Bij een inpandig balkon kan de akoestische isolatie tegen de bovenliggende verdieping geplaatst worden zodat nog meer omgevingsgeluiden worden opgenomen in een plafondafwerking. Het materiaal is eenvoudig aan te brengen door kantlatten tegen het plafond te bevestigen, deze in te vullen met akoestische isolatie en dit af te werken met geperforeerde beplating. Let er bij uw materiaalkeuze goed op dat uw akoestische isolatiematerialen en beplating geschikt zijn voor buiten. In hoofdstuk 3.2 Plafond afwerking zal deze handeling verder worden toegelicht.
1.3.3 SAMENGEVAT In dit hoofdstuk worden oplossingen gegeven die op basis van de verschillende storende prikkels aangepast kunnen worden. Kort samengevat zijn de belangrijkste adviezen: • het dichtmaken van de balustrade tot 900 mm zorgt voor een prikkelarmer uitzicht, maar behoudt de mogelijkheid tot uitzicht over omgeving; • borstwering op 1,0 m vanaf onderliggende vloer biedt een veilige constructie; • storend uitzicht kan worden gereduceerd door toepassing van natuurlijke rietmatten of plakfolie; • storende omgevingsgeluiden kunnen worden gereduceerd met akoestische borstwering of plafondafwerking; • de onderhoudsintensiteit wordt verlaagd (in vergelijking metalen-akoestisch) waardoor er minder ‘vreemde mensen’ over de vloer komen.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
De omgeving
19
2.
IN DE WONING
Een woning biedt bescherming tegen weersinvloeden, regen en zonneschijn. De woonruimte biedt een dak boven het hoofd, letterlijk en figuurlijk gesproken. Hoofdstukgewijs wordt de woning per element behandeld op bouwkundig niveau, voor zowel nieuwbouw als verbouw. 2.1 Dak Welke typen daken zijn er en wat zijn de belangrijkste eigenschappen waar rekening mee dient te worden gehouden. Er kan hinder worden ondervonden van een slecht geïsoleerd dak of een schuin dak, in dit hoofdstuk wordt het dak verder toegelicht. 2.2 Vloer Kiest u voor een vloer met veel massa, een zwevende vloer of een verlaagd plafond? Contactgeluid en luchtgeluid zijn een vervelende prikkel in de woning, zeker wanneer de persoon met ASS in een appartementencomplex woont. Aan welke eisen dient de vloer te voldoen bij nieuwbouw en hoe kunt u ervoor zorgen dat zelfs bij overschrijding van de vastgestelde grens er geen prikkel is. 2.3 Wand Gevels, woningscheidende-, binnen-, en voorzet wanden. Wanden en muren maken de woning, maar kunnen de woning ook onleefbaar maken. Voor nieuwbouw en verbouw worden de meest gangbare wanden toegelicht en uitgelegd. 2.4 Gevelopeningen Naast de esthetische waarde van een gevelopening in de woning, hecht een persoon met ASS juist waarde aan andere kenmerken van de opening. Kritische aandachtspunten zijn bijvoorbeeld hoe groot de opening is en welk kozijn word erin geplaatst. 2.5 Deuren Doorkijkmogelijkheden, reliëf en dichtslaan zijn storende prikkels die veroorzaakt kunnen worden door deuren. Ze sluiten de een ruimte af en geven de achterliggende ruimte een eigen identiteit. Alles wat u zou moeten weten over deuren vindt u terug in dit hoofdstuk. 2.6 Hang en sluitwerk Dat deuren veel te verduren hebben is voor niemand een verassing, vooral tijdens een driftbui worden er nogal verhoogde krachten op het hang en sluitwerk uitgeoefend. Tocht en dichtslaande geluiden wekken prikkels op. Het vergroten van het veiligheidsgevoel kunnen deze prikkels juist verminderen. Om een lange prikkelarme levensduur van een deur te kunnen realiseren worden in dit hoofdstuk allerlei praktische handvatten gegeven om in uw situatie toe te passen. 2.7 Installatie technisch Woningen zitten tegenwoordig vol met diverse installaties om het leven te vergemakkelijken en te verbeteren. Denk hierbij aan de verlichting, verwarming, ventilatie, E-installaties en W-installaties. Al deze voorzieningen brengen geluiden, geuren en warmte met zich mee. In dit hoofdstuk zijn de handvatten beschreven om ervoor te zorgen dat de persoon met ASS hier geen of minimaal door geprikkeld word. 2.8 Ruimten(hoeveelheid) & indeling Elke ruimte zijn eigen functie, de context van de ruimte niet zien voor iemand met ASS komt namelijk vaak voor. Tevens zal er in dit hoofdstuk worden toegelicht waaraan de woning dient te voldoen om leefbaar te zijn.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
20
2.1 DAK Een dak is er in allerlei soorten en maten. Een aantal types zijn: zadeldak, schuindak, plat dak, mansardekap, wolfskap, tentdak, kegeldak en een ui-dak. Al deze daken worden op hun eigen manier toegepast, gespecificeerd en naar wens gebouwd met verschillende materialen. Een dak is voor iemand met autisme op twee vlakken bepalend: 1. De vorm aan de binnenzijde; 2. De geluidsreductie.
2.1.1 DE VORM U zult misschien denken: ‘’Waarom is de vorm belangrijk?’’ Iemand met autisme kan zich erg storen aan oneffenheden in een woning. Een opstapje, een boog of zelfs een los stukje behang kan zorgen voor een onaangename prikkel. Wanneer er een kamer direct onder de kap is gelegen, zullen er schuine wanden ontstaan wat kan zorgen voor het benauwende gevoel ‘de wanden komen op mij af’. Nu is het natuurlijk mogelijk om een autistisch persoon niet op de bovenste verdieping te laten komen, echter dan zal een bovenwoning nooit kunnen voldoen voor iemand met ASS. Dit zorgt echter voor minder efficiënt gebruik van de woning en doet psychologisch ook niet veel goeds voor de persoon met ASS. Hij/zij kan bang worden in de eigen woning, de hoeveelheid stress neemt toe. Om optimaal gebruik te kunnen maken van de woning ligt het toepassen van een plat dak meer voor de hand. Daarnaast is een schuindak vaak veel gehoriger dan een plat dak, wat komt doordat het kunststofschuim in de gebruikte panelen vaak weinig massa heeft. Om er zeker van te zijn dat een plat dak optimaal is in zijn efficiëntie tot gebruik, willen we u op de gebruiksoppervlakte (GO) attenderen. Voor de gebruiksoppervlaktebepaling dient er een vrije hoogte te zijn van tenminste 1500mm+, een schuin dak verkleint dus de GO van uw woning. Onderstaand zijn een tweetal schetsen (doorsnede en plattegrond) weergegeven van een zolderverdieping in een woning. Hierop is te zien dat de vloeroppervlakte onder de kap tot 1500+ niet gerekend word tot het GO van de woning.
2.1.2 GELUID Daken zorgen ervoor dat alle invloeden van buiten ook echt buiten blijven. Buiten het feit dat het alle narigheid tegenhoudt (regen, wind, zon, hagel, sneeuw, dieren, etc.) is het ook fijn als het geluid wordt gereduceerd tot minimaal. Het hedendaagse bouwen zorgt ervoor dat bijna elk dak optimaal te isoleren is en er een zeer hoge Rc-waarde te behalen is. Het bouwbesluit stelt deze Rc-waarde op 3,5 m² K/W. Hoe hoger deze Rc-waarde is, hoe hoger de warmteweerstand is.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
21
2.1.3 KOSTEN De kosten van een plat en een schuin dak zijn hieronder verder omschreven als element (inclusief arbeidskosten)
EPS sandwich element, Rc=3.5, Dikte=140mm. Onderhoudskosten p/j
Plat dak €40,- p/m²
Schuin dak €46,- p/m²
€0,95 p/m²
€0,06 p/m²
Uit bovenstaande tabel blijkt dat een plat dak veel duurder is in onderhoud, terwijl de aanschaf wel goedkoper is. De energiekosten zijn echter bij een slecht geïsoleerd schuin dak over het algemeen 30% hoger dan bij een plat dak. Dit heeft voornamelijk te maken met het feit dat de oppervlakte waardoor de warmte kan ontsnappen groter is.
2.1.4 ADVIES Wanneer er de mogelijkheid is om een plat dak toe te passen op uw woning dan is dit aan te raden. Het neemt onnodige prikkels weg voor de persoon met ASS. Indien er toch een schuindak geplaatst wordt of aanwezig is, creëer dan opbergruimte aan de kapzijde door er deurtjes of schotten voor te plaatsen. Er wordt dan opbergruimte gecreëerd, waarin de persoon met ASS structuur kan brengen en bovendien minder last ondervindt van de schuine wanden. Voldoende opbergruimte is een pre voor iemand met ASS, dus dubbel voordeel. Het maken van schotten langs de schuine kant is vrij eenvoudig te doen, er zijn bij de meeste bouwmarkten kant en klare pakketten te koop met zeer duidelijke handleiding. Wilt u niet gaan klussen dan zijn er ook nog leveranciers op de markt welke complete kastsystemen leveren, een voorbeeld is Plexat (zie fig.2.1.2) Daarnaast is het na-isoleren van het dak aan te raden. Dit kan al door een extra gipsplaat te bevestigen aan de onderzijde van het dak. Het is nog beter om een extra isolatielaag tussen het dak en de toegevoegde gipsplaat te plaatsen, ten behoeve van geluidsisolatie en thermisch comfort. Tevens word aangeraden niet één maar twee platen toe te passen, dit zorgt voor een hogere stootvastheid. De schets hiernaast geeft weer hoe u het beste het dak kunt na-isoleren. In het voorbeeld wordt er uitgegaan van de volgende materialen en gegevens: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Dakpan Tengel Panlat Dakbeschot Spoor Lat Gipsplaat Isolatie Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
22
N.B. 6: Het is ook toe te passen op een gordingenkap, draai dan de tekening 45° om; 7: Bij de keuze voor 1 of 2 gipsplaten: kies voor 2. Het is sterker en kan beter tegen een stootje (voor het geval dat de persoon met ASS driftbuien heeft). Wanneer u zelf uw dak wilt na-isoleren, denk dan altijd aan uw Persoonlijke Bescherming Middelen (PBM’s)! Isolatie materiaal kan op meerdere lichaamsdelen irritatie opwekken. (voor verder informatie over PBM’s zie: www.arboportaal.nl) Onderstaand is een praktisch stappenplan weergegeven waarmee u het beste uw schuine dak kunt naisoleren. 1. De na-isolatie van het dak gebeurd voornamelijk met glaswol of steenwol. De producten worden geleverd als losse isolatieplaten of als spijkerflensdekens (verpakt aan beide zijden met dik papier). De spijkerflensdekens zijn zo ontworpen dat aan beide zijde een strook papier uitsteekt waardoor de besvestiging tussen de balken vrij eenvoudig is. Naast dat de dekens eenvoudig en schoon verwerkt kunnen worden (geen last van vezels), veranderd het dakaanzicht aanzienlijk. 2.
Meet de lengtematen tussen de balken op.
3. Snijd de spijkerflensdeken of de isolatieplaten op maat met behulp van een broodmes.
4. Niet de spijkerflensdekens op de balken vast. Laat losse stroken goed op elkaar aansluiten en tape de naden af.
5. Maak isolatieplaten net iets breder dan de afstand tussen de balken. Klem ze daar tussen. Zet ze vast door latjes tegen de balken te spijkeren.
6. Dek het isolatiemateriaal geheel af met bouwfolie. Laat dit op de naden 10cm overlappen en tape de naden af. Als de isolatieplaten tussen de balken zijn aangebracht, kan het dak eenvoudig afgewerkt worden met gipsplaten.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
23
2.2 VLOER De vloer is een essentieel onderdeel in de woning voor iemand met een vorm van ASS. Een vloer kan namelijk op meerdere vlakken voor prikkels zorgen. Er is echter wel een verschil tussen een vloer in een appartementencomplex (woningscheidend) of een vloer in een huis (meerdere lagen). Harde muziek en contactgeluid staan bovenaan als het gaat om irritaties van buren en is een veel voorkomend probleem. Zeker bij de wat oudere woningen met een dunne houten balken vloer laat de isolatie vaak te wensen over. Onderstaand wordt u duidelijk gemaakt waar de problemen zitten bij lucht- en contactgeluid. In de schets hieronder (Fig.2.2.1) zijn de problemen visueel weergegeven voor personen in een onderliggende woning. In de schets onderstaand (Fig.2.2.2) zijn mogelijke oplossingen weergegeven om deze problemen te verhelpen.
2.2.1 SOORTEN GELUID a. Luchtgeluid Luchtgeluid vindt plaats door trillingen in de lucht. Deze trillingen brengen een constructieonderdeel in trilling, wat vervolgens hierna de lucht aan de andere zijde weer in beweging brengt (flankerend geluid). Oplossingen -Voldoende massa in de woning aanbrengen -Geluidslekken voorkomen -Vermijden van lichte bouwdelen die aansluiten op de zware scheidingsconstructie. (zie hoofdstuk 2.3 Wand)
b. Contact geluid Contactgeluid vindt plaats wanneer bijvoorbeeld uw bovenbuurman over het parket loopt. Door zijn stappen ontstaan er trillingen in de vloer welke in de onderliggende woning te horen zijn. Oplossingen - Plaatsen van voorzetwanden of zwevende vloeren. Hierdoor is er geen direct contact meer met de constructie (zie hoofdstuk 2.3 Wand); - Het toepassen van een verlaagd plafond in de ontvangstruimte (is ruimte waar de overlast wordt ondervonden) zie hoofdstuk 3.1 Plafond; - Het toepassen van twee afzonderlijke scheidingsconstructies (bijvoorbeeld een ankerloze spouwmuur) zie hoofdstuk 2.3 Wand.
Het is nu duidelijk welk soorten geluid een vloer kan doorlaten als prikkel en welke oplossingen er mogelijk zijn. Nu rest alleen nog de vraag welke is voor u de beste?
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
24
c. Gestelde eisen Vanuit het bouwbesluit zijn de gestelde eisen als volgt: isolatie-index Ilu;k ≥ 0dB - Luchtgeluid - Contactgeluid isolatie-index Ico + 5dB De waarde van 0 dB houdt in dat er absolute stilte is (gehoordrempel), +5 betekent dat wanneer er een grotere geluidsbron is dan ‘normaal’, er alsnog wordt voldaan aan absolute stilte. Voor meer informatie verwijzen wij u naar NEN5077 geluidswering in woongebouwen. Voor iemand met ASS is het van belang dat óók de geluiden die buiten ‘normaal’ vallen niet gehoord worden, extra isoleren dus. +5dB is niet voldoende en aan te raden is om minstens een Ico ≥ 8dB toe te passen. In de komende paragraaf zullen diverse mogelijkheden aan bod komen om aan deze waarde te voldoen.
2.2.2 MOGELIJKE OPLOSSINGEN a. Toepassen Massa In onderstaande tabel is weergegeven welke minimalen er worden gesteld aan een verdiepingsvloer met behulp van massa (Kg/m2). (In dit overzicht wordt er uitgegaan van een appartementenvloer welke bestaat uit kanaalplaten. De keuze valt hierop om de volgende redenen: kanaalplaten wegen 20%-50% minder dan massieve vloeren, circa 50% minder wapening, mogelijkheid tot hergebruik, gebruiksvriendelijkheid op zowel bouwplaats als fabriek). Om nu de gestelde eis van Ico ≥ 8dB te verkrijgen kan er worden gekozen voor twee opties; een dikkere kanaalplaatvloer of een dikkere afwerklaag. Een dikkere afwerklaag wordt hierbij afgeraden, omdat dan de kosten veel hoger zijn. Een dikkere plaat bestellen is eenvoudiger en goedkoper (zowel in de voorbereiding als de uitvoering). Appartementenvloer (kanaalplaat) Appartementenvloer (kanaalplaat)
Eigenschappen Overspanning >7.5m, dikte 260mm Overspanning >7.5m, dikte 320mm
Prijs/m² 46.70
Kg/m² 505
50.32
705
Oplossing Cementdekvloer van 50mm dik, 95kg/m² Cementdekvloer van 50mm dik, 95kg/m²
Resultaat Ico ≥ 5dB Ico ≥ 8dB
b. Toepassen Zwevende dekvloer Wanneer er een zwevende dekvloer wordt toegepast, kan er worden gekozen uit onderstaande mogelijkheden. Ten allen tijde dient er wel op gelet te worden dat de zwevende dekvloer hoogwaardig en correct uitgevoerd wordt. Indien dit niet gebeurd kan het resultaat erg tegenvallen. Aangeraden wordt om een gerenommeerde aannemer in te schakelen bij klussen van dit kaliber. Om te voldoen aan de comfortklasse -ofwel een betere geluidsisolatie- is in onderstaande tabel optie 3 aan te raden. Deze oplossingen zijn zeer geschikt voor mensen met een vorm van ASS. Het biedt zekerheid dat ook juist de onverwachte (anders dan ‘normale’) geluiden vermeden worden. Eigenschappen Appartementenvloer (kanaalplaat) Appartementenvloer (kanaalplaat) Appartementenvloer (kanaalplaat)
Overspanning >7.5m, dikte 260mm Overspanning >7.5m, dikte 200mm Overspanning >7.5m, dikte 260mm
Prijs/m ² 46.70
Kg/m²
Oplossing
Resultaat
505
Ico ≥ 5dB
42.87
400
46.70
505
Zwevende dekvloer met Ilin > 11dB Zwevende dekvloer met Ilin > 14dB Zwevende dekvloer met Ilin > 14dB
Ico ≥ 5dB Ico ≥ 8dB
De onderstaande schets (Fig.2.2.3) geeft weer waaraan een zwevende dekvloer dient te voldoen. Het belangrijkste aandachtspunt voor de vloer is: de isolatie tussen dekvloer en de bouwmuur. Deze zorgt Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
25
ervoor dat er geen contactgeluid wordt doorgegeven. Indien deze aansluiting niet goed wordt gedetailleerd, levert de dekvloer amper voordeel m.b.t. contact- en luchtgeluid reductie op.
c. Toepassen Verlaagd plafond Voor de toepassing van een verlaagd plafond zijn er zeer veel oplossingen op de markt, waarbij vaak de esthetische waarde voorop staat. Voor mensen met ASS kan een verlaagd plafond een uitkomst zijn als er hinder is van contactgeluid van bovengelegen woning, luchtgeluid of galm. In hoofdstuk 3.2 Plafondafwerking zal er verder worden toegelicht hoe een verlaagd plafond het beste kan worden uitgevoerd. Verschillende adviezen met betrekking tot galm zullen in hoofdstuk 3.5 Akoestiek aan bod komen.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
26
2.2.3 FINANCIEEL Wat deze geluidreducerende aanpassingen kosten, is in onderstaande vergelijking verwerkt. Hierin zijn twee opties gegeven, verzwaren van massa en toepassen van een zwevende vloer. Massa Vloer type Afwerklaag Ico
‘normaal’ Kanaalplaat 260mm, 505kg/m² 50mm cementdekvloer, 95kg/m², klasse D-20 ≥ 5dB Totaal
Prijs/m² €46.70 €7.45
‘Optimaal’ Kanaalplaat 320mm, 705kg/m² 50mm cementdekvloer, 95kg/m²
Prijs m² €50.32 €7.45
€54.15
≥ 8dB Totaal
€57.77
‘normaal’
Prijs m² €42.87 €15.00
‘Optimaal’
Prijs m²
Kanaalplaat 260mm, 505kg/m² Zwevende dekvloer, Ilin > 14dB ≥ 8dB Totaal
€46.70 €15.00
Zwevend
Vloer type Afwerklaag Ico
Kanaalplaat 200mm, 400kg/m² Zwevende dekvloer, Ilin > 14dB ≥ 5dB Totaal
€57.87
€61.70
Wat opvalt is dat een ‘optimale’ vloer met massa ongeveer even duur is als een ‘normale’ zwevende vloer. (bij de keuze voor een zwevende vloer of massa dient er nog met één aspect rekening worden gehouden, namelijk een zwaardere vloer brengt ook een zwaardere fundering met zich mee waar uiteraard ook wederom hogere kosten bijhoren).
2.2.4 HET ADVIES Om optimale reductie te hebben van zowel contactgeluid en luchtgeluid is het aan te raden een zwevende dekvoer toe te passen met een isolatie index van ∆Ico > 14dB op een kanaalplaat van 260mm dik (505kg/m²). Dit zorgt voor een resultaat van Ico ≥ 8dB en Ilu;k ≥ 5 dB. De kosten van de vloer zullen dan +/- 7% duurder zijn, echter de funderingkosten vallen lager uit. Bovendien bespaart u in de toekomst op uw energierekening. Opmerking: Het is natuurlijk altijd mogelijk om zowel een zwevende dekvloer als een verlaagd plafond toe te passen.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
27
2.3 WAND Wanden zijn er in vele vormen en maten en hebben allemaal andere eigenschappen en mogelijkheden. Toch hebben al deze wanden wel één eigenschap gemeen, namelijk dat ze de ruimte bepalen. Voor iemand met een vorm van ASS is de ruimte zeer belangrijk zowel qua formaat, grootte, indeling, akoestiek, afwerking, als geluidisolatie, etc. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd welke typen wanden geschikt zijn voor iemand met ASS en waarop gelet dient te worden. Volgens het bouwbesluit en de NEN5077 dient de geluidsisolatie van een wand tenminste Ilu,k ≥ 0 dB en Ico ≥ +5 dB te hebben. Deze waarden zijn de minimale eisen welke gelden bij ‘normaal’, echter geven geen garantie bij uitschieters waarbij de geluidsbelasting overschreden wordt. Omdat juist deze momenten voor iemand met ASS een grote prikkel kunnen zijn, is het advies de eis te verhogen naar Ilu,k ≥ 5 dB en Ico ≥ +8 dB. Achtereenvolgens zullen nu de wandconstructies van de Gevel, Woningscheidende wand, lichte binnenwand, voorzetwand binnen & buiten en na-isolatie van de gevel worden behandeld.
2.3.1 NIEUWBOUW a. Gevel Voor de gevel geldt volgens het bouwbesluit 2012 de eis Rc ≥3,5 m² K/W bij nieuwbouw. Deze Rc-waarde geeft aan wat de warmteweerstand van de desbetreffende constructie is. Volgens het Bouwbesluit geldt er een maximale gevelbelasting van 50 dB(A), met vrijstelling zelfs tot 55dBa. Het geluidsniveau binnen in de woning mag maximaal 33dBa zijn voor wegverkeer- en railverkeerslawaai en 35dBa voor industrielawaai, echter kan dit alsnog als prikkel worden ervaren door een persoon met autisme. Een normale spouwmuur met een bakstenen buitenmuur, luchtspouw, RVS-spouwankers en kalkzandsteen binnenblad (zie schets hieronder Fig.2.3.1) geeft een Rc = 3.53 m² K/W, voldoende volgens het bouwbesluit.
De geluidsisolatie die deze constructie met zich meebrengt is tevens ruim voldoende voor personen met ASS. Tot 2012 was de Rc-waarde volgens het bouwbesluit 2,5 m² K/W. De verhoging in 2012 naar 3,5 m² K/W geeft al snel een Ilu,k ≥ 5 dB en Ico ≥ +8 dB. Bij de bouw wordt aangeraden goed te letten op de volgende punten: • kieren en naden goed afdichten tijdens de ruwbouwfase; • isolatiemateriaal strak tegen binnenblad plaatsen om condensvorming te voorkomen; • voldoende spouw houden en deze schoon houden. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
28
b. Woningscheidende wand Woningscheidende wanden worden vaak uitgevoerd in (giet)beton of kalkzandsteen. In de regel geldt dat wanden voldoen aan de gestelde eis volgens Bouwbesluit en NEN-normen. Bij woningscheidende wanden is er echter vaak overlast van contactgeluid. Geluidsreductie kan behaald worden in de woningbouw op verschillende manieren: 1. Door toepassing van zware, stijve constructies die trillingen tegenhouden (denk dan aan stapelbouw, gietbouw of prefab betonbouw) 2. Door toepassing van buigslappe constructies. Deze vangen de trillingen op (denk aan montagebouw of HSB-bouw) Naast bovengenoemde opties in de nieuwbouw kan er ook bij verbouw gebruik worden gemaakt van voorzetwanden of na-isolatie (of beide). In punt e en f worden de voorzetwanden binnen- en buitenhuis behandeld en in punt g het na-isoleren van de spouwmuur. c. Spouwwand Bij de nieuwbouw van een woning is het ten zeerste aan te raden om een spouwconstructie toe te passen in zowel beton, baksteen, kalkzandsteen en houtskeletbouw (HSB). Op deze manier is al snel een voordeel te behalen van Ilu;lab 10-16 dB in verhouding tot een spouwloze muur. Om deze stelling te onderbouwen is onderstaande tabel weergegeven. Er komt duidelijk naar voren dat er én minder massa nodig is én er een hogere geluidsreductie is. Bouwmethode Beton Beton met spouw Verschil
Dikte (mm) 200 90-20-90 0
Massa (kg/m²) 460 430 30
Ilu;lab (dB) +4 +16 +12
Kalkzandsteen Kalkzandsteen met spouw Verschil
300 120-50-120 10
525 425 100
+7 +13 +6
d. Wat is er verder voor voordeel? Zoals hierboven al naar voren kwam is er veel voordeel te halen in gewicht en geluidsreductie wanneer er een spouwmuur wordt toegepast. Nu rest de vraag of er nog meer voordeel is betreffende kosten en warmteverlies. Bouwmethode Beton Beton met spouw Verschil
Dikte (mm) 200 90-20-90
Kost (€/m²) 187.99 145.59 42.40 voordeliger
Kalkzandsteen Kalkzandsteen met spouw Verschil
300 120-50-120
85.31 152.24 66.93 duurder
Uit bovenstaande tabel blijkt dat een betonnen muur met spouw financieel voordeel oplevert en een kalkzandsteen muur juist niet. Echter is er naast bouwkundig voordeel ook fysisch voordeel te behalen. Warmteaccumulatie is de mate waarin warmte wordt opgenomen en afgegeven door het materiaal. Uit onderzoek blijkt dat mensen met ASS warmtewisselingen als prikkel kunnen ervaren, net als een koude/warme wand (tast). Materialen met een hoge volumieke massa (de massa per kubieke meter uitgedrukt in kg/m³) hebben de eigenschap beter warmte op te nemen en af te geven. Hoe hoger deze waarde is, hoe fijner het voor iemand met ASS is. In de zomer zal de wand langer koel zijn en in de winter juist langer warm, de behaaglijkheid van de woning neemt toe. Als we kijken naar de volumieke massa van kalkzandsteen, beton en HSB is de conclusie dat beton en kalkzandsteen de voorkeur hebben.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
29
Kalkzandsteen: Beton (gewapend met 20% granulaat): Hout:
1750 kg/m³ 2350 kg/m³ ca. 550 kg/m³ (afhankelijk van houtsoort en vochtgehalte)
Beton en kalkzandsteen scoren ongeveer gelijk als het gaat om duurzaamheid. Volgens onderzoek van Daniël Tulp BSc. Technische Universiteit Eindhoven 2009, scoort gewapend beton 51.4%, kalkzandsteen 59.7% en verlijmd hout (multiplex, OSB, gelamineerd) 41.0%.7 Wanneer we alle bovenstaande gegevens kritisch bekijken komt beton als beste keuze naar voren om toe te passen als wand met spouw. e Lichte scheidingswand Lichte scheidingswanden zijn eveneens in meerdere varianten toepasbaar. Wat belangrijk is bij de bepaling van de binnenwanden is de mogelijkheid tot verandering, denken aan de toekomst. De keuze van de binnenwand is afhankelijk van de ruimte. De CV-ruimte heeft een hogere geluidsisolatie eis dan bijvoorbeeld een opbergruimte. Daarom is het belangrijk de mate van isolatie per ruimte zeer goed onder de loep te nemen, voordat de keuze van de wand wordt bepaald. Pas geen togen binnenhuis toe bij een wanddoorbreking, de ronde vorm zorgt voor een vervelende prikkel. Onderstaand een tabel waarin de drie meest voorkomende binnenwanden zijn weergegeven met bijhorende voor- en nadelen. Materiaal
Type
Kost (€/m²) 60.23
metalstud (Fig.2.3.2)
Dubbel beplaat 2x gips 12,5mm isolatie 100mm dik, 2x gips 12.5mm
Hout Skelet Bouw (Fig.2.3.3)
OSB op regelwerk 110mm
67.59
Kalkzand steen
Vellingblok (V67/298)
61.88
Voordelen
Nadelen
Recycle baar X (staal skelet)
Herbruik baar X (staal skelet)
-Lichte constructie -Brandveilig -Hoge isolatiewaarde mogelijk -Herbruikbaar
- Gevoeliger voor beschadiging -Gipsplaten zijn belastend voor het milieu
-Volledig uit te voeren van duurzame materialen -Energiezuinig, er is minder energie nodig voor de productie -Weinig milieubelastend -Hoor warmteaccumulerend vermogen -Onbrandbaar -Snel te verwerken -Milieuvriendelijk
-Neemt temperatuur zeer snel op. Kan nadelig zijn in de winter -Onderhoudsgevoelig
-
+
-Slechte thermische isolatie door hoog gewicht
+
-
Het advies gaat uit naar de toepassing van een metal-stud systeem. De toepasbaarheid is groot en de te genereren isolatie eigenschappen eveneens.
7
Daniel Tulp, 2009 Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
30
2.3.2 VERBOUW & RENOVATIE a. Voorzetwand binnenhuis Voldoet uw bestaande wand niet, dan is er nog de mogelijkheid om een voorzetwand te plaatsen. Een voorzetwand wordt over het algemeen uitgevoerd in metal-stud vorm. De keuze hoe de metal-stud voorzetwand te plaatsen is zeer belangrijk. Een verkeerde plaatsing kan weinig tot geen geluidsreducerende effecten opleveren en dus geen voordeel creëren voor de persoon met ASS. Onderstaand is in Fig.2.3.4 een voorzetwand weergegeven waarop een aantal belangrijke factoren zijn aangegeven. 1.
2. 3.
4.
5.
De keuze van de plaat; bedenk dat een persoon met ASS last kan krijgen van driftaanvallen wanneer hij overprikkeld raakt, kies daarom liever voor twee platen of extra versterkte vezel platen; Dikte van isolatie; hoe dikker de isolatie hoe beter de wand geïsoleerd is voor luchtgeluid en warmte; Contactgeluid; zorg ervoor dat de wand ‘zwevend’ is geplaatst. Dit is te bereiken door de voorzetwand vrij te plaatsten van de bestaande wand en vloer. Er zijn op de markt meerdere aanbieders van oplossingen hiervoor (Gyproc, Rockwool, xellla, e.d.). De oplossingen zijn uiteenlopend van trillingsarme beugels, het klemmen van de voorzetwand tussen drukvaste isolatie tot minerale wol tussen staanders en wand plaatsen. Bedenk dat elke trilling gedempt of vermeden moet worden om optimaal resultaat te hebben; Kierdichting; belangrijk van kierdichting is om geen verlies te hebben van het resultaat. Door juiste toepassing van afdichtingband en (elastische)kit is dit te bereiken (pas elastische kit vooral toe op delen welke kunnen werken door vocht of warmte); Klankkast; voorkom dat de voorzetwand een klankkast wordt door voldoende isolatie toe te passen of de spouw klein te houden (niet breder dan het metal-stud profiel).
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
31
b. Voorzetwand buitenshuis Naast de mogelijkheid om binnenshuis een voorzetwand te plaatsen, is er ook de optie om buitenshuis een voorzetwand te plaatsen. Dit is een isolatiemethode waar u een isolatiepak tegen de gevel aanplakt en hierna afwerkt. Ook voor dit systeem zijn er meerdere aanbieders op de markt met elk hun eigen specifieke kenmerken en waarden. Onderstaand is een voorbeeld gegeven waarbij gebruik wordt gemaakt van regels met isolatiemateriaal ertussen, hierna word de wand afgewerkt naar keuze. Let op, indien u uw buitengevel veranderd krijgt u te maken met de welstandscommissie in uw gemeente. U gaat namelijk uw gevel aanpassen en dus het aangezicht. Vooraf een gesprek aanvragen bij de gemeente om uw plannen te bespreken wordt geadviseerd.
1. 2. 3. 4. 5.
Plaats houten regels op de buitenmuur, ideaal is ongeveer 600mm hoh (hart-op-hart afstand). Plaats een lucht of dampscherm indien de muur niet luchtdicht is. Plaats de isolatieplaten tussen de regels, zorg ervoor dat ze precies op maat zijn, er goed gekneld ertussen zitten. Breng een dampopen scherm aan, het beschermt tegen regendoorslag en vocht. Werk de muur af na keuze bijvoorbeeld; baksteen, keramische pannen, schroten, etc.
Naast bovenstaande optie zijn er ook producten op de markt welke een kant-en-klare schil aanbieden. Bij deze variant wordt er een pakket van drukvaste isolatie, wapeningsnetten en een afwerklaag tegen uw gevel geplakt.
Rechts in figuur 2.3.6, ziet u een doorsnede van het pakket voor buitengevelisolatie.
1. 2. 3. 4. 5.
verlijming van de drukvaste isolatie op de gevel; drukvaste isolatieplaat; wapeningsmortel; wapeningsnet; eindlaag, sierplijster.
c. Spouwmuurisolatie In voorgaande paragraaf is beschreven hoe een gevel of muur beter geïsoleerd kan worden met behulp van een voorzetwand. Deze optie is zeer geschikt als een wand niet voldoet aan de wens bij bestaande bouw. Uiteraard is het ook mogelijk dat men niet de ruimte heeft om binnenhuis te verbouwen. Men kan bijvoorbeeld de ruimte niet missen of heeft niet voldoende financiële middelen om een grote verbouwing te plegen. Om een woning dan toch thermisch en gedeeltelijk geluidswerend te verbeteren is er de mogelijkheid om de spouwmuur vol te laten spuiten of lopen met isolatiemateriaal, spouwmuurisolatie genaamd. Bij spouwmuurisolatie wordt de muur vooraf endoscopisch bekeken (soort kijkoperatie) om te bepalen welk vulmiddel het meest geschikt is. Wanneer duidelijk is welk materiaal geschikt is zal de aannemer een aantal gaten boven in de spouw boren om hier de vulling naar binnen te spuiten of te laten lopen. De kijkoperatie van de wand kost ongeveer een halve dag, Het daadwerkelijk volspuiten of -lopen een dag.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
32
Verschillende soorten spouwmuurvulling zijn o.a. steenwol, glaswol, polyurethaanschuim, gebonden polystyreenschuimparels (PS-korrels), perliet (wordt gegoten). Kies altijd voor een vochtwerend isolatiemateriaal om doorslaande muren (vocht aan binnenzijde) te voorkomen. Over het algemeen hebben de meeste aannemers een hun eigen vaste leverancier en staan achter hun product. Aangeraden word om meerdere aannemers om een offerte te vragen waarin duidelijk de verbetering staat vermeld. Probeer ook altijd een KOMO-procescertificaat te krijgen bij uw aannemer, dit certificaat zorgt voor een onafhankelijke controle op materiaal en uitvoering. Om een idee te geven van de investeringskosten is onderstaande tabel weergegeven. De tabel geeft de investeringskosten weer per materiaal per m². De terugverdientijd van het na-isoleren van een woning wordt momenteel erg aantrekkelijk gemaakt door energieleveranciers. Diverse leveranciers hebben promotieacties lopen waarbij men korting krijgt op een investering. Naast deze korting bespaart men bij een oppervlakte van 50m² (uitgaande van een tussenwoning) al snel €248,- per jaar op de energierekening8. Materiaal Glaswol
Gewicht vulling (kg/m³) 30
Werkhoogte (m¹) Tot 6 6 – 12
Kosten (€/m²) 11.55 13.50
Steenwol
70 – 100
Polyurethaanschuim
12
Gebonden polystyreenschuimparels (PS-korrels) *www.beheerenonderhoudskosten.nl
16
Tot 6 6 – 12 Tot 6 6 – 12 Tot 6 6 – 12
11.85 13.95 15.25 16.35 11.25 12.70
2.3.3 HET ADVIES Voorgaand is zeer veel informatie gegeven betreffende allerlei soorten wanden. Kort samengevat is het advies: • met een spouwmuur is op een economische, milieuvriendelijke en duurzame manier voldoende isolatie te behalen. Meer dan met een muur zonder spouw; • betonnen woningscheidende wanden worden bij voorkeur toegepast na kalkzandsteen wanden; • binnenwanden bij voorkeur toepassen in metal-stud. Er zijn grote isolerende waarde te behalen in zowel lucht- als contactgeluid; • flankerende constructies (denk aan plafonds, vloeren en gevels) akoestisch ontkoppelen; • samenstellende delen van een wand toepassen met ongeveer eenzelfde akoestische waarde; • let op de gevoeligheid van de wand, personen met ASS kunnen bij prikkels een driftbui krijgen; • een bestaande woning verbeteren? Pas na-isolatie van de spouwmuur toe; •
8
als laatste: er zijn vanuit de overheid diverse subsidies mogelijk wanneer een woning na-geïsoleerd wordt en de energieprestatienorm aantoonbaar wordt/is verbeterd. Hier onderzoek naar voor men aan de slag gaat. Op www.milieucentraal.nl kan veel informatie teruggevonden worden over deze subsidies en regelingen.
Nuon, 2012 Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
33
2.4 GEVELOPENINGEN Door de jaren heen is de functie van een gevelopening sterk veranderd. Rond 1500 werden ramen als schuttersgaten toegepast en waren deuren extreem zwaar, om als bescherming te dienen tegen vijanden. Rond 1700 kwam hier al verandering in en kwam er glas in een voordeur. Men toonde meer gastvrijheid. Nu, in de 21ste eeuw, heeft een gevelopening een zeer belangrijke plek gekregen in zowel het ontwerp als het gebruik.9 Voor een persoon met autisme dient er goed te worden gekeken naar de gevelopening, immers een gevelopening heeft invloed op het uitzicht, lichtinval, gevoel van veiligheid en geluidsoverlast. Uitzicht Zoals reeds eerder aan bod is gekomen in hoofdstuk 1 is het uitzicht erg belangrijk voor personen met autisme. Een persoon met ASS kan het erg vervelend vinden om uit te kijken op een (te) drukke weg. Daarnaast wordt in het algemeen het naar binnen kijken van voorbijgangers als een stressvolle prikkel ervaren. In dit hoofdstuk 4.1 Zonwering worden weringen van de gevelopening gegeven. Indien dit niet het juiste resultaat oplevert kunnen ook oplossingen uit hoofdstuk 1.3 Buitenruimte toegepast worden, waar bijvoorbeeld de optie voor plakfolie met een zeer handig stappenplan wordt gegeven. Hier is beschreven dat de borstweringshoogte van het kozijn geacht wordt om 1000mm hoogte te zijn vanaf het vloerpeil. Een kozijn tot op de vloer heeft namelijk het effect van verwarring ‘wat is binnen en wat is buiten?’ Daglicht Teveel daglicht kan als vervelend worden ervaren door personen met autisme. Daarom geld als regel dat een raamkozijn zo klein mogelijk dient gehouden te worden. Liever iets meer kleinere kozijnen dan één grotere. Het kozijn aan de rustige zijde van de woning kan echter wel wat groter zijn. Dit zorgt voor een gevoel van vrijheid. Om overmatige lichtinval tegen te gaan wordt aangeraden zonwering (zie hoofdstuk 4 zonwering) toe te passen op alle gevels gelegen aan de zuidkant. Naast zonwering kan er natuurlijk ook gekozen worden voor zonwerend glas, nadeel hiervan is dat u dan vastzit aan een bepaalde weerstand van de ruit. Mocht het teveel zon tegenhouden (bijvoorbeeld in de winter) dan zult u extra gebruik (= extra kosten) maken met normale binnenverlichting. Zomers is het daarnaast mogelijk dat de intensiteit van de zon feller is dan het raam aankan wat wederom ervoor zorgt dat het raam tekort schiet. Als laatste kan de persoon met ASS afwisselend wel of niet last hebben het invallend licht, daarom is zelf het ten zeerste aan te raden om voor een oplossing te kiezen welke op elk moment zelf te reguleren is. Glazen bouwstenen worden sterk afgeraden in een woning voor een persoon met ASS aangezien de stenen bij heftige regen erg veel geluid produceren. Toepassing binnenshuis is wel mogelijk. Geluidsoverlast De keuze voor het soort glas en type kozijn heeft invloed op de reductie van geluid van buitenaf. Een autistisch persoon hecht zeer veel waarde aan een stille omgeving. Hierom is de keuze zeer belangrijk. Volgens het bouwbesluit geldt een maximale gevelbelasting van 50 dB(A), met vrijstelling zelfs tot 55dBa. Het geluidsniveau binnen mag maximaal 33dBa zijn voor wegverkeer- en railverkeerslawaai en 35dBa voor industrielawaai, echter kan dit alsnog als prikkel worden ervaren door een persoon met autisme. Onderhoud Voor personen met ASS is onderhoud aan de woning een zeer stressvolle ervaring. Een onbekend persoon komt bij zijn of haar woning diverse werkzaamheden uitvoeren wat vaak gepaard gaat met ongewenste geluiden, geur en stof. Zorgen voor weinig onderhoud zal dus voor de hand liggen om de autistische persoon zo min mogelijk te belasten.
9
Neufert, 1995 Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
34
2.4.1 KEUZE VOOR HR++ GLAS MET KUNSTSTOF KOZIJNEN In deze paragraaf zal worden toegelicht waarom HR++ glas wordt aangeraden voor een persoon met ASS. Geluid Om de geluidsoverlast te verminderen wordt er aangeraden gebruik te maken van HR++ glas, in combinatie met kunststofkozijnen. Het voordeel dat HR++ glas heeft, is dat het zowel isolatietechnisch als geluidsreducerend optimaal is. Onderhoud Zoals reeds gezegd wordt er aangeraden om kunststof kozijnen toe te passen in combinatie met HR++ glas. Naast dat het zorgt voor een goede geluidsreducerende isolatiewaarde, heeft het ook voordelen betreffende onderhoud. Hardhouten kozijnen dienen elke 5 jaar geschilderd te worden en zachthouten kozijnen zelfs elke 2 jaar. Een onbekende schilder rondom het huis van een autistisch persoon kan leiden tot een storende prikkel en onnodige stress. Kunststof kozijnen kunnen dit voorkomen. Onderstaande tabel licht toe welke voordelen kunststof kozijnen hebben in combinatie met HR++ glas, ten opzichte van een hardhouten kozijn met dubbel glas. Bij de gegeven waarde dient er rekening te worden gehouden met verschillen in producent en leverancier. Geluidsreductie Allereerst de geluidsreductie van bubbel glas en HR++ glas. Type glas Dubbel glas (4-12-4) HR++ glas, energiebesparend glas (type –60), tevens reductie contactgeluid
Geluidsreductie Nihil 37 dB(A)10
Isolatiewaarde De eis die wordt gesteld aan de isolatiewaarde volgens het bouwbesluit bedraagt maximaal U= 4,2 W/m2K. W/m2K geeft de warmtecoëfficiënt weer wat betekent hoeveel Watt warmte-energie door een vierkante meter raam verloren gaat bij een temperatuurverschil van 1 graad Kelvin (binnen- en buitenkant van het raam). Hoe lager de U des te beter. Onderstaand is de vergelijking weergegeven van dubbelglas en HR++ glas. Tevens is het belangrijk om het kozijn op het raam af te stemmen. Wanneer er een te groot verschil zit in de U-waarde kan er condensatie ontstaan. Type glas Ugl Hout of kunststof kozijn met Ufr = 2,4 [W/m2K] Dubbel glas (4-12-4) 2,8 2,9 HR++-glas 1,2 1,8 *Termen uit de NEN: Ugl = U-waarde van de beglazing. gl staat voor Glazing Ufr = U-waarde van het kozijn. fr staat voor Frame Kosten Voor de kosten vergelijking is eerst uitgegaan van het plaatsen van beglazing. Type beglazing Plaatsen buitenbeglazing, isolerend glas, Droog system (5+4) (opp. +/- 1m²) Plaatsen buitenbeglazing HR++ glas, droog systeem (5+4) (opp. +/- 1m²) * www.bouwkosten.nl Daarnaast zijn er de kosten voor het kozijn inclusief de montage hiervan: Type kozijn Prijs m² incl. montage en belastingen Hardhouten kozijn €825,Kunststof kozijn 60x60 cm €720,-
10
Prijs m² €45,55 €54,75
Prijs onderhoud 30jaar €570,€275,-
Velux, 2012 Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
35
Financieel voordeel In de volgende tabel is het onderhoud weergegeven van de twee typen beglazing en kozijnen. Tevens geeft de tabel de energiebesparing per jaar weer. Hardhouten kozijn met dubbel glas Levensduur 40-75 jaar Onderhoud Periodiek schilderen Kosten onderhoud over 30jaar €570,- p/m² U-waarde 2,9 Gas besparing p/j p/m² glas* 0 m³ Kosten besparing p/j p/m² glas** Voordeel over 30 jaar * Bij een gasprijs van 0,54 euro per m3 (prijspeil 2010) via Milieucentraal
Kunststof kozijn met HR++ glas 25-50 jaar Schoonmaakkosten €275,- p/m² 1,8 11,1 m³ €5,40%
2.4.2 ADVIES/CONCREET SAMENGEVAT • • • • •
borstwering op tenminste 1000mm+ vloer; liever meerdere kleinere ramen dan één groot raam; uitzicht op drukte vermijden; inkijk in de woning door voorbijgangers voorkomen door de juiste keuze van de ligging van de woning of indien het treffen van benodigde maatregelen; toepassen HR++ glas in combinatie met kunststof kozijnen voor verbeterde isolatie, geluidsreductie en minder onderhoud.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
36
2.5 DEUREN Door een deur kan men een ruimte of woning betreden en verlaten. Waar een buitendeur bescherming biedt om ongewenste gasten te weren, verleent een binnendeur toegang tot een andere ruimte. In het onderstaande figuur is weergeven welke invloeden op een buitendeur of raam(kozijn) werken, invloeden die het element ook kunnen beschadigen.
Deuren kunnen op meerdere manieren storend zijn voor personen met ASS, ze veroorzaken piepende, luide of doffe geluiden bij het openen of dichtslaan. Daarnaast zorgen deuren ervoor dat twee ruimten van elkaar gescheiden worden, maar wanneer de verkeerde deur wordt gekozen kan dit zorgen voor een verwarring door een drempel of doorkijkmogelijkheid. Op het gebied van luchtstroming kunnen deuren storend zijn doordat er mogelijkheid is op tocht. Door de juiste deur te kiezen kan bijgedragen worden aan het verlagen van de te verwerken prikkels.
2.5.1 DICHTSLAAN a. Massa vergroten Het dichtslaan van deuren is een ergernis voor een persoon met ASS. Door de massa van een deur te vergroten, zal het geluid worden opgenomen in de massa, waardoor het geluidsniveau verlaagd wordt. Ondanks dat een persoon met ASS last kan hebben van de dichtslaande deur, kan agressiviteit (aanvallen) ervoor zorgen dat de deur meer te verduren heeft. Het gooien met deuren is slecht voor het gestel van dit element. Door voor een deur met een grotere massa te kiezen zal de verhoogde belasting op de deur beter opgenomen kunnen worden, wat enkel ten goede komt aan de levensduur. In onderstaand overzicht is weergegeven wat de verschillen in investeringskosten, levensduur en geluidsniveau is.
Investeringskosten Geluidreductie, dichtslaan Agressie bestendigheid * Bouwkosten.nl
Merbau achterdeur met 1 glasopening, 930 x 2.115 mm x 38 mm €655 Normaal
Merbau achterdeur met 1 glasopening, 930 x 2.115 mm x 54 mm €762 42% Verhoogd
Wanneer de investeringskosten vergeleken worden zal de keuze voor een verzwaarde deur snel gemaakt zijn. Echter, in een bestaande woning is het een omvangrijke ingreep om de deuren inclusief kozijnen te vervangen. Er zijn een aantal alternatieven op het gebied van kierafdichting, waardoor tevens een geluidsreductie tijdens het dichtslaan wordt behaald, zie hiervoor hoofdstuk 2.6 Hang&Sluitwerk.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
37
2.5.2 MODEL VAN DE DEUR Voor een persoon met ASS is het van belang dat ruimten een duidelijke functie hebben, het liefst ook maar één functie per ruimte. Bij de plaatsing van een deur dient deze gedachte in het achterhoofd gehouden worden. De keuze voor het type kan op basis van doorkijkmogelijkheden en reliëf gemaakt worden.
a. Keuze van het model Een reguliere deur als in situatie 1 is in vergelijking met de andere mogelijkheden de meest prikkelarme variant. Het is van belang dat deuren géén ramen bevatten, hierdoor kan teveel licht binnenvallen en men kan zien wat er achter de deur gebeurd. Dit kan beiden als zeer storend en/of verwarrend worden ervaren. Indien er toch daglicht rondom de deur binnen dient te vallen, dan kan gekozen worden voor situatie 2. Hier is geen doorkijkmogelijkheid, maar kan wel een geringe hoeveelheid daglicht de ruimte betreden. Situatie 3 en 4 zijn sterk af te raden vanwege de zijlichten. Indien een woonsituatie vergelijkbaar is met bovenstaande 3 of 4, dan is mogelijk een aanpassing als in volgende paragraaf aan te raden. b. Aanpassingen in bestaande situaties Wanneer er in een woonsituatie teveel prikkels worden opgewekt rondom deuren, dan kunnen een paar kleine aanpassingen hier het prikkelniveau verlagen. Zoals in bovenstaande paragraaf is vermeld kunnen doorkijkmogelijkheden erg storend zijn. Deze kunnen gereduceerd worden door het raam te verduisteren of af te werken met een materiaal wat de gehele doorkijk weg neemt. Een eerste optie is verduisteren van de ruit door middel van folie. Een folie kan in (bijna) ieder gewenst patroon of design worden uitgevoerd. Door een folie te kiezen in dezelfde kleur als de deur zelf, zal de folie het minst opvallen en nog de minste prikkels veroorzaken. Een folie met een hoge weerspiegeling wordt afgeraden. Aangezien het een binnen situatie betreft, kunt u gebruik maken van zowel elektrostatische- als plakfolies. Voor een uitgebreide beschrijving van de aangeraden bevestigingswijze kunt u gebruik maken van het stappenplan in hoofdstuk 1.3.2.b. Een tweede optie is het aanbrengen van een verflaag op de ruit. Let hierbij wel op dat dit voornamelijk geschikt is voor kleine oppervlakken en dat dit een (vrijwel) permanente oplossing is. In huurhuizen is dit dus af te raden. Een creatieve oplossing is het aanbrengen van schoolbord verf. Hierdoor kan het storende ruitje worden omgetoverd tot een notitiemogelijkheid voor bijvoorbeeld boodschappen of activiteiten die niet over het hoofd mogen worden gezien. Onderstaand stappenplan geeft aan hoe u een ruit het beste kunt schilderen zodat de verflaag dekkend aangebracht wordt en langdurig stand zal houden. 1. door de ruit licht op te schuren zal de verf beter hechten, let hierbij wel op dat u omliggend kozijn niet opschuurt; 2. plak de randen nauwkeurig af met schilders tape en druk deze goed aan; 3. breng een eerste laag schoolbord verf aan met een kwast en laat deze stofvrij opdrogen; 4. herhaal dit voor een tweede en derde laag; 5. verwijder voorzichtig de schilders tape en het ‘bord’ is klaar voor gebruik.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
38
2.5.3 TOCHT Kieren zijn een bron van geluidslekken en tochtmogelijkheden. Waar tocht voor een gemiddeld persoon als storend wordt ervaren, kan dit voor een persoon met ASS nog vele malen erger zijn. Om te bepalen of een aanpassing mogelijk aan te raden is kan men de mate van tocht meten. Dit kan door een brandende aansteker bij de diverse kozijnen te houden. Indien de vlam flakkert is tochtwering wenselijk. Toch kan het lastig zijn om te bepalen welke tochtwering bij de specifieke situatie past, een onderkant van een deur heeft immers meer slijtage te verdragen dan een kelderraam dat eens per jaar wordt geopend. Daarnaast moet de gekozen tochtbestrijding de opening goed afsluiten, maar mag het openen ervan niet vermoeilijken. Voor iedere situatie kan een zo goed mogelijke soort tochtwering worden uitgezocht, zie onderstaande tabel, zodat slijtage door gebruik of weersinvloeden zoveel mogelijk worden beperkt. Locatie Rondom kozijn Deurposten Zolderluiken Onderkant van deur Brievenbus Kieren in of langs houten kozijnen (niet bewegende delen)
Tochtwering EPDM rubber, polyurethaan schuimband
Valdorpel Brievenbus Tape, PUR schuim, kit.
De meest gebruikte tochtstrips zijn EPDM rubbers en polyurethaan schuimbanden. Dit materiaal heeft een lange levensduur wanneer deze goed wordt bevestigd. Daarnaast draagt een rubberen tochtstrip bij aan de geluidsreductie tijdens het sluiten van het desbetreffende raam-/ deurkozijn. Een variant die regulier wél toegepast wordt maar in een woonruimte voor personen met ASS liever niet, zijn tochtweringsborstels. Deze manier van tochtwering wordt nogal eens onderaan deuren bevestigd om de luchtstroom te verminderen. Naast het feit dat deze systemen uw vloer kunnen beschadigen, veroorzaken ze een vegend geluid. Dit geluid kan door personen met ASS als erg storend of pijnlijk worden ervaren. Indien er overlast is van tocht onder de deur, dan zou men beter een valdorpel toepassen. Dit alternatief wordt in hoofdstuk 2.6 Hang& Sluitwerk uitgebreid toegelicht. Wanneer de investeringskosten worden afgezet tegen de energiebesparing die deze oplossing teweeg brengt is te zien dat deze eenvoudige oplossing tevens een zeer rendabele oplossing is. Financiële aspecten
Tochtweringband
Brievenbusborstel
Investeringskosten [€/m ]
€0,50
€7,-
Besparing per deur per jaar
€15,-
€14,-
4 m3 gas
N.v.t.
€2,32
N.v.t.
4 maanden
6 maanden
1
Energiebesparing per jaar [€/m1] 1
Besparing per jaar [€/m ] Terugverdientijd
Nog wat praktische handvatten om de tochtwering goed uit te voeren: • om de juiste lengte van de strip te bepalen telt u de omtrek van het kozijn bij elkaar op, gemeten op de plek waar de tochtwering geplaatst wordt. Tel hierbij een factor van 5-10% bij op, zodat u iets speling heeft. Meet in lastige gevallen het oppervlak nogmaals na voordat u begint met snijden, iedere verkeerde snede kan immers een ‘lek’ vormen. • zorg dat u werkt op een droog en schoon oppervlak met temperaturen boven de 5 [˚C]. • het materiaal moeten aan beide oppervlakken strak bevestigd zitten en wanneer de deur gesloten wordt dan dient het materiaal licht ingedrukt te worden. Let erop dat hoeken niet onnodig veel materiaal bevatten, dit kan het dichtdoen vermoeilijken.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
39
2.6 HANG EN SLUITWERK “Ongeluk en geluk komen door dezelfde deur.”11
Het ophangen van de deur in zijn scharnieren, de mogelijkheid tot in het slot vallen en weren van ongewenste bezoekers. Al deze functies van hang en sluitwerk zijn nodig om een deur correct te laten functioneren. Voor personen met ASS spelen veiligheid, geluidsreductie en sluitingsmogelijkheden mee in de bepaling van het te gebruiken hang en sluitwerk. In dit hoofdstuk worden alternatieven vergeleken, oplossingen en onderhoudsvoorwaarden aangereikt, allemaal om de storende prikkels in een situatie te kunnen reduceren.
2.6.1 VALDORPEL Een onderdorpel heeft een constructieve en geluidswerende functie bij het sluiten van een deur. Deze lage drempel onder de deur kan door een persoon met ASS als storend worden ervaren doordat het een contrast geeft in de vloer en een (gering) struikelrisico teweeg brengt. Een alternatief voor de onderdorpel is een valdorpel, welke de deur sluit en bijdraagt aan sterke verbetering van geluidswering en tochtwering. Deze manier van kierafdichting wordt aan de onderzijde van een deur gerealiseerd. Er zijn twee hoofdvormen te onderscheiden, een opbouw en een inbouw systeem. De meest bekende is de inbouw variant waarbij aan de buitenzijde van de deur niet te zien is dat er een profiel ingebouwd zit. Het voordeel van deze variant is dat het profiel beter beschermd is, maar vooral ook niet opvalt voor de gebruiker. De aanpassing in de deur kan gedaan worden wanneer men een massief houten deur of een deur met een relatief dik frame heeft. Voor deze optie dient de bestaande deur verwijderd te worden, waarna er met een vreesmachine de benodigde hoeveelheid materiaal wordt weggevreesd. Het systeem wordt dan in de deur geplaatst en bevestigd met bijgeleverd bevestigingsmateriaal. De hoogte van de dorpel kan ingesteld worden middels een stelschroef waardoor toepassing in bijna alle situaties mogelijk is.
Wanneer het niet wenselijk of niet mogelijk is om een inbouw systeem toe te passen kan gekozen worden voor een opbouw valdorpel. Dit is een compleet systeem dat aan de bestaande deur bevestigd wordt, veelal door een schroefverbinding. Het voordeel van dit systeem is dat de deur in de scharnieren kan blijven hangen, waardoor opnieuw afhangen niet nodig zal zijn. Een nadeel van dit systeem kan zijn dat de zichtbaarheid ervan door de gebruiker als storend wordt ervaren, het is immers een opbouw systeem. Bij de diverse leveranciers zijn opbouw kapjes verkrijgbaar in diverse kleuren. Door de gebruiker te betrekken in het selectie proces wordt het mogelijke risico van irritatie veelal uitgesloten, men kan immers een eigen wens doorvoeren. Indien de persoon met ASS zelf geen voorkeur aangeeft dan worden natuurlijke (hout)tinten aangeraden, het liefst in de zelfde kleur als de deur waarop deze wordt bevestigd. Keuze voor reflecterende materialen worden afgeraden.
11
Wen-tse, Chinese oudheid Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
40
Onderstaand is een financieel overzicht gegeven van beide varianten. De investeringskosten zijn gering en doordat er een bijdrage wordt geleverd aan de tochtwering zal er tot 40 m3 gas bespaard worden bij een gemiddelde voordeur. Het is dus in het bijzonder bij buitendeuren ook een financieel aantrekkelijke oplossing. Deur van 93 cm Valdorpel Handelingen Afwerkingskosten Totale kosten Energiebesparing (voordeur) Terugverdientijd *http://www.luvema.nl
Inbouw systeem €24,Zelf invresen aan onderzijde deur n.v.t. €24,€23,20 +/- 1 jaar
Opbouw systeem €35,Zelf op de deur schroeven €11,- per opbouwkap €46,€23,20 +/- 2 jaar
2.6.2. RUBBER BUFFERTJES De hoge felle tonen die ontstaan bij het sluiten van een raam of deur kunnen gereduceerd worden middels een demper in de aanslag van kozijn. ‘Deurdempers’ of ‘rubber buffertjes’ worden ze ook wel genoemd. Wanneer er een klein gaatje geboord wordt in de aanslag van het deurkozijn ontstaat er een ruimte waar het rubberen dopje in aangebracht kan worden. Indien u te diep boort zal het rubber in het kozijn verdwijnen en zijn functie verliezen, waardoor de geluiden niet gereduceerd worden. Anderzijds, indien de boring niet diep genoeg is zal het deze te ver uit het kozijn steken en het openen en sluiten vermoeilijken, wat tevens weer prikkels (irritatie) opwekt. Let er bij uitvoering van op dat de correcte boordiepte aangehouden worden, deze zijn te vinden in de verwerkingsvoorschriften van de leverancier.
2.6.3 DEUROPVANGERS Een andere oplossing voor het wegnemen van dichtslaande deuren is het toepassen van een deuropvanger. Door een dergelijk systeem toe te passen kunnen geluiden worden gereduceerd tot een geruisloos sluitniveau niveau. Variërende deuropvangers zijn op de markt voor een voordeur, binnendeur, schuifdeur maar ook voor de buffetkast zijn er oplossingen. Echter is het bij aanschaf aan te raden om op te letten hoeveel kracht de deuropvanger op kan nemen, ofwel voor welk type deur hij geschikt is.
2.6.4 DEURDRANGERS Om de beweging van het openen en sluiten van deuren te reguleren zijn er deurdrangers op de markt. Hiermee is tijdens normale bewegingen nauwelijks weerstand merkbaar, echter wanneer er sprake is van een baldadigheid of windkrachten dan wordt de deur met de deurbegrenzer geremd. Door het hydraulische systeem kan een maximale openingshoek vastgesteld worden en wordt het dichtslaan gereduceerd. Hierdoor worden de storende geluiden gereduceerd. Ook het deurbeslag wordt hiermee gespaard, waardoor de levensduur van de deur en het hang en sluitwerk zal worden vergroot. Daarnaast levert het een gasbesparing op van 15 m3 per jaar waardoor de terugverdientijd rond de 2 jaar ligt. Wanneer regulier deurbeslag storende prikkels veroorzaakt door de structuur of temperatuur van de onderdelen, kan gekozen worden om naast een deurdranger een vaste knop of beugel toe te passen. Financiële aspecten Investeringskosten Besparing per deur per jaar
Deurdranger Variërend van 10-30,€9,-
Terugverdientijd
Gemiddeld genomen 2 jaar
* http://www.energiebespaarshop.nl Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
41
2.6.5 DOORSCOPE ® Doorkijkmogelijkheden worden over het algemeen afgeraden voor personen met ASS, vanwege het feit dat dit verwarring kan veroorzaken. Wanneer er aangebeld zou worden dan zijn er situaties waardoor het gebrek aan doorkijkmogelijkheid juist prikkels kan veroorzaken. Doordat niet gezien kan worden wie of wat zich aan de andere zijde van de deur bevindt, kunnen angst gevoelens ontstaan. Om het veiligheidsgevoel te vergroten kan een deurspion een goede oplossing zijn. Dit in tegenstelling tot de traditionele systemen die nogal te wensen overlaten doordat deze doorkijk van zowel binnen naar buiten als andersom mogelijk maakt. De doorscope is een kijkgat dat eenvoudig in de voordeur kan worden geplaatst. Vanaf drie meter afstand kan met de nieuwe Doorscope variant al een doorkijk gegenereerd worden. Hierdoor is deze uitermate geschikt voor slechtzienden, kinderen en minder validen. Een doorkijk van buiten naar binnen is met dit systeem niet meer mogelijk, wat een extra veiligheidsmaatregel is.
2.6.6 SLOTEN Buiten het toepassen voor sloten voor de veiligheid, kunnen sloten ook bijdragen aan het produceren van geluid. Voor iemand met ASS kunnen deze hoge tonen als erg storend worden ervaren, vooral in ruimten met een slechte akoestiek, veelal de natte ruimten van een woning. De haakjes op toiletvoorzieningen die een ‘klingel’ geluid veroorzaken wanneer deze zonder beleid bediend worden zijn een voorbeeld hiervan. Bij aanwezigheid van een dergelijk haakje kan men ervoor kiezen deze te vervangen door een inbouwslot. Onderstaand een stappenplan om deze handeling uit te voeren: 1. bepaal de plaats waar het slot moet komen en markeer deze; 2. haal de deur uit de scharnieren en zet deze klem (bijv. in een workmate) en teken de slotkast en de slotgleuf af. teken bij de laatste tevens de hartlijn van het midden van de gleuf. 3. gebruik een hulplatje dat, met een lijmtang, haaks tegen de deur bevestigd wordt. zo kan eenvoudig een haaks gat geboord worden met een platte houtboor; 4. boor zoveel mogelijk hout uit de gleuf weg. om te voorkomen dat men te diep boort, kan men een stukje schilders tape om de boorkop plakken. 5. maak de boring egaal door middel van een smalle beitel, zodat de slotplaat afgetekend kan worden. 6. met een brede beitel verzinkt u het slot, aan de kopse kant, in de deur. 7. het te boren sleutelgat bepaalt men door het slot tegen de deur te zetten en af te tekenen. 8. plaats het slot, schroef deze stevig aan en hang de deur terug in zijn scharnieren. 9. draai met de sleutel de pennen uit zodat de scherpe uiteinden afgevijld kunnen worden. door een ijzervijl te gebruiken reduceert men mogelijke verwondingrisico’s.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
42
2.6.7 ONDERHOUD VAN HANG&SLUITWERK Een geluid wat als storend wordt ervaren is het piepen van een deur. Dit wordt veelal veroorzaakt door deurscharnieren die van onvoldoende smeermiddel zijn voorzien. Wanneer er tijdens de draaiende beweging in het scharnier een geluid geproduceerd wordt dan kan dat door een persoon met ASS ervaren worden als pijnlijk of zorgen voor angst. Dit kan eenvoudig voorkomen worden door in de onderhoudsfase regelmatig de scharnieren te smeren met een smeermiddel. Binnendeuren zijn meestal voorzien van twee of drie scharnieren. Doordat buitendeuren zwaarder zijn uitgevoerd worden meer scharnieren toegepast, veelal drie tot vier per deur. De meest eenvoudige en veilige manier om een deur te smeren is één voor één de scharnieren te behandelen zodat het risico tot een uit het kozijn vallende deuren wordt ingeperkt. Geadviseerd word om minimaal eenmaal per jaar de deuren volgens onderstaande instructie te smeren: 1. het verwijderen van de scharnierpen kan op twee manieren. bij sommige scharnieren kan de pen eenvoudig verwijderd worden door met een hamer en spijker de scharnierpen vanaf de onderzijde los te tikken. bij het andere scharnier gaat dit niet goed en is het eenvoudiger om een platkop schroevendraaier net onder de kop van de scharnierpen te plaatsen waarna er met de hamer voorzichtig tikken kunnen worden gegeven op de schroevendraaier. 2. om het risico van vallende deuren in te perken dienen de net verwijderde scharnieren tijdelijk te worden gezekerd. dit kan door na het verwijderen van de scharnierpen een dikke spijker in het scharnier te plaatsen. 3. middels een schone zakdoek of keukenpapier de reguliere scharnierpen schoonmaken. 4. wanneer deze volledig gereinigd is kan een nieuwe laag smeermiddel aangebracht worden. het scharnier zelf hoeft niet te worden voorzien van smeermiddel, er komt dan onnodig veel smeermiddel in het scharnier waardoor de deur of het kozijn onnodig vervuild wordt. 5. herhaal dit bij alle scharnieren.
2.6.8 ADVIES In dit hoofdstuk is een breed scala aan oplossingen aan bod gekomen waarmee de storende omgevingsinvloeden gereduceerd kunnen worden. Onderstaand zijn de belangrijkste conclusies samengevat: • hang en sluitwerk dragen bij aan het reduceren van contactgeluid van dichtslaande deuren; • dit kan gerealiseerd worden door gebruik van deuropvangers, -drangers en deurbuffers; • valdorpels dragen bij aan geluidswering maar ook aan een dorpelvrij kozijn, wat struikelrisico reduceert; • deurspionnen vergroten het gevoel van veiligheid. de nieuwe doorscope is tevens voorzien van een extra beveiliging waardoor niet van buiten naar binnen gekeken kan worden; • sloten geven de voorkeur boven haakjes; • goed onderhouden deuren produceren minder storende prikkels.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
43
2.7 INSTALLATIETECHNISCH Binnen in de woning zijn er op installatietechnisch vlak een aantal prikkels weg te halen om het leven van een persoon met ASS te vergemakkelijken. Sommige oplossingen zijn vrij gemakkelijk toe te passen, voor andere zult u professioneel advies moeten vragen.
2.7.1 VERLICHTING a. Verlichtingssterkte Te fel licht kan als vervelende prikkel worden ervaren door een persoon met ASS. Hier zijn een aantal mogelijke oplossingen voor te geven: • Maak gebruik van lampenkappen. Op deze manier kijkt de persoon met ASS nooit onbewust in het licht. Daarnaast word het licht enigszins gedempt; • Kies voor lampen met een lager wattage, deze lampen zijn naast dat ze zuiniger zijn ook minder fel; • Kies voor lampen met een zachtere tint, in bijna alle winkels waar ze lampen verkopen zijn er lampen te vinden met een zachtere tint door middel van melkglas of een gekleurde bulb; • Dimmers, wellicht de beste oplossing. Een dimmer is te allen tijde zelf te regelen, zo kunt u nooit een verkeerde lamp kopen. Tevens geeft de dimmer de ruimte om op elk willekeurig moment de sterkte van het licht te bepalen. Naast de schrikreactie van felle lichtbronnen kunnen te donkere ruimten ook storende prikkers. Het aanschaffen van een nachtlampje is een eenvoudige oplossing om angsten te verminderen. b. Bedieningsgemak Iedere lamp een eigen lichtknop, op deze manier is elke lamp beter reguleerbaar en wordt de kans weggenomen op een schrikreactie als er bijvoorbeeld drie lampen tegelijk aanspringen bij het indrukken van één knop. Daarnaast wordt aangeraden om geen automatische verlichting toepassen (i.v.m. schrik reactie). c. Aandachtspunten bij aanschaf Bij bovengenoemde oplossingen dient de volgende kanttekeningen in acht te worden genomen: • Dimmers zijn er in veel soorten en maten, echter bij de koop van een dimmer hoort één goed advies: goedkoop is (vaak) duurkoop. Bovendien zijn niet alle dimmers toepasbaar op alle soorten verlichtingen (en andersom). Aan te raden is om zich goed te laten adviseren bij een speciaalzaak, of goed te lezen op de verpakking wat de mogelijkheden zijn van de dimmer. • Bij het gebruik van Tl-lichten of spaarlampen (geen LED), kunnen trillingen optreden (knipperende TL-verlichting). Door ze in 100Hz uit te voeren is dit niet meer zichtbaar voor de mens en ook voor personen met ASS. De felle kleur is te voorkomen door in plaats van de standaard kleur 33, de kleur 83 (kan ook kleur 830 zijn) toe te passen. Deze kleur zorgt voor een prettigere sfeer, en is bij kantoorwerkzaamheden geen belemmering.12 d. Uitvoeringsaspecten • Wanneer u een lamp, schakelaar, lampkap of ander object verandert schakel dan altijd eerst de groep uit in uw meterkast om een elektrische schok te voorkomen; • Bij het verwisselen van de lichtbulb moet u rekening houden dat deze warm kan zijn, gebruik dus een doek of schakel de betreffende lamp tijdig uit.
12
Lezer van het blad Engagement met autisme Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
44
e. Keuze voor Light Emitting Diode (LED) LED verlichting is momenteel een 'hot item', wat te danken is aan de energiezuinigheid. Als de diverse voorkomende verlichtingstypen vergeleken worden komt duidelijk naar voren waarom deze zoveel beter zijn dan andere verlichting. Onderstaand is de vergelijking gemaakt met als uitgangspunt het aantal lumen. Lumen is het aantal uitgestraalde licht (ongeacht de richting) en bepaalt de felheid van de lichtbron (verder uitleg over lumen, lux en candela staat onderaan deze pagina in het tekstvlak). Het rendement van een LED is ongeveer 50% tegenover een rendement van <5% van een gloeilamp. Concreet betekent dit dat u met led verlichting geld zult gaan besparen. Lumen* per Watt Gloeilamp 12-15 Halogeenspot Ca. 20 Moderne spaarlamp 55-60 Koelwitte LED’s 2011 Max 120 Tl-buizen Ca. 100 Natriumlampen 120-200 *De uitleg van lumen vindt u achteraan dit hoofdstuk.
Opmerking Afhankelijk van het vermogen 15W Type: Creetype XPEHEW Colour rendering index van 95 (Phillips) Straatverlichting
De besparing van traditioneel licht t.o.v. LED licht Lichtsterkte 50W Spot Garantie 1 jaar Branduren 1.000 Branduren Aanschafkosten 30 jaar 315€ (45x7€) Verbruik 30 jaar 2.250 Kilowattuur Energiekosten 30 jaar 450€ Totale besparing *Uitgaande van 1500 branduren per jaar via Aetec.be
= 9W LED spot 480 LM Minimaal 2 jaar 50.000 branduren 50€ 405 Kilowattuur 81€ 634€ voor 1 enkele lamp
Voor verdere informatie over het verminderen van storend licht, wordt u doorverwezen naar hoofdstuk 4.1 zonwering. In dit hoofdstuk worden extra adviezen gegeven betreffende binnenvallend licht van buitenaf. Wat is lumen? Lux? Candela?
1. Lumen (lm) is de som van al het uitgestraalde licht ongeacht de richting waarin het licht straalt. 2. Lux (lx) is de hoeveelheid licht (lumen) dat op een bepaald oppervlak komt. 1 Lux = 1 Lumen/m2 3. Candela (cd) is de hoeveelheid licht (lumen) in een bepaalde driedimensionale hoek (steradiaal). 1cd = 1 lumen in een ruimtehoek van 1 steradiaal
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
45
2.7.2 VERWARMING De verwarming binnen een woning dient te voldoen aan de volgende punten: • zorg voor een duidelijke thermostaat om de temperatuur te regelen in de woning; • plaats radiatoren met een afgeronde rand, dit voorkomt (bij driftbuien) gevaar voor de persoon met ASS (hiernaast Fig.2.7.2 een afbeelding van een veilige radiator, de randen zijn rond); • pas geen vloer- en/of wandverwarming of betonkern-activering toe. Betonkernactivering is een manier van koelen of verwarmen door gebruik te maken van de massa van het gebouw. Er liggen leidingen in de vloer welke verwarmd/gekoeld worden waardoor het gebouw zelf als verwarmingselement dient. Deze soorten verwarming hebben veel tijd nodig om te verwarmen of te koelen. Een normale radiator is daartegen snel te reguleren wat irritatie van de persoon met ASS voorkomt; • om tikkende buizen tegen te gaan zijn er een aantal bouwtechnische adviezen. Het tikken wordt in de regel veroorzaakt door het uitzetten/ krimpen van de leiding. Bij de beugels en/of doorvoeren geeft dit dat een tikkend geluid. De goedkoopste oplossing is een (oude) fietsband openknippen, de beugels losdraaien, het rubber om de buis doen, en de beugel weer vast draaien (niet te strak!). Men kan uiteraard ook de beugels vervangen door pijpbeugels met rubberen inlaag (zie foto rechts). Bij doorvoeren in de wand of vloer dient gezorgd te worden voor voldoende ruimte en bewegingsvrijheid (met voldoende wordt bedoeld dat de buis gemakkelijk heen en weer kan bewegen).
2.7.3 VENTILATIE In de meeste gevallen wordt een woning geventileerd door mechanische ventilatie (MV). Dit houdt in dat er door roosters in badkamer, toiletruimtes, keukens en/of bergingen mechanisch lucht wordt afgezogen. Door deze afzuiging ontstaat er onderdruk in de woning wat als gevolg heeft dat er verse lucht via raamroosters de woning binnenkomt. Naast deze vorm is er ook nog natuurlijke ventilatie, toevoer met ventilatoren, mechanische ventilatie vraaggestuurde- en balansventilatie. Bij de mechanische ventilatie bestaat de mogelijkheid dat er geluid vrij komt bij ofwel de motor of het einde van het kanaal (door de luchtstroom). Hieronder zijn diverse mogelijke oplossingen gegeven om dit te reduceren dan wel te weg te nemen. Waar dient men op te letten bij ventilatie: • de toevoer van de schone lucht via ventilatieroosters kan zorgen voor geluidsoverlast. Hierom wordt een goede suskast aangeraden met een hoge geluidsreductie. Een suskast is een unit welke op een raam of kozijn wordt geplaatst of in de spouw wordt weggewerkt. De suskast heeft de eigenschap dat hoe hoger de geluidswering is, hoe kleiner de spleet wordt en hoe lager de ventilatiecapaciteit is. Bij kleinere suskasten zullen dus ook meer suskasten moeten worden geplaatst (meer suskasten betekent meer kosten en wellicht een storend uitzicht). • bij de montage dient er veel aandacht te worden besteed aan het correct aansluiten van kanalen en roosters. Een geringe kier, scheur of opening kan al zorgen voor een ongewild geluid. • de binnenzijde van de mechanische ventilatiekast (MV-kast) bekleden met geluidsabsorberend materiaal; Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
46
•
• •
•
een geluidsdemper aan het einde van het kanaal plaatsen, voorbeeld is ‘inno’ (zie hiernaast). Een simpele oplossing welke in het kanaal wordt gedrukt en het geluid dempt; bij nieuwbouw bij voorkeur kiezen voor vooraf geïsoleerde kanalen; kies voor anemostaten (ook wel afzuigrooster of afzuigventiel) met regelbare lamellen, wanneer de anemostaat regelbaar is kan de geluidsprikkel worden weggenomen indien de persoon met ASS er last van heeft; plaats of hang de suskast aan een stabiele wand om trillingsgeluid te voorkomen.
2.7.4 E-INSTALLATIES Voor personen met ASS kunnen de elektrische installaties op een aantal vlakken worden verbeterd: • alle wandcontactdozen (WCD) op dezelfde hoogte om eenheid en overzicht te creëren; • wandschakelaars, dimmers, knoppen idem; • pas een videofoonsysteem toe, hierdoor weten ze wie er aan de deur staat en zal het veiligheidsgevoel vergroot worden; • plaats de meterkast buiten de woning, op deze manier heeft de persoon met ASS geen last van een monteur wanneer er bijvoorbeeld storing is. Verdere uitleg wordt in hoofdstuk 2.8.3 gegeven; • indien uw situatie verhoogde veiligheidsmaatregelen vereist, dan is het toepassen van kapjes over de WCD een optie.
2.7.5 W-INSTALLATIES Voor de W-installaties kan het volgende worden gezegd: • plaats liever een bad in de woning dan een douche. Een douche geeft namelijk veel meer geluid wanneer men eronder staat. Harde geluiden zijn één van de maatgevende prikkels voor mensen met een vorm van autisme, echter zal deze keuze wel afhankelijk zijn van de individuele persoon. Is het wegens omstandigheden niet mogelijk om een bad te plaatsen, kies dan voor een betegelde douchebak. De betegelde douchebak zal aanzienlijk minder geluid produceren dan een aluminium of kunststof douchebak; • plaats de Centrale ventilatie-installatie (CV) op een locatie die goed geïsoleerd is, uiteraard kan men de ruimte ook na-isoleren (voor meer informatie over na-isoleren zie hoofdstuk 2.3 Wand). Hang de CV aan een stabiele wand om trillingsgeluid te voorkomen; • maak gebruik van een spaarknop op het toilet om onnodig lang doorspoelen te voorkomen. Deze optie heeft niet alleen effect op het watergebruik, maar neemt ook een ernstige irritatie weg voor een persoon met ASS; • pas een gereguleerde kraan toe, ofwel een kraan waarbij de persoon zelf de hoeveelheid water en de temperatuur kan bepalen; • aanvullend op het vorige punt, pas een temperatuurbegrenzer toe op de kraan. De begrenzer zorgt ervoor dat de persoon met ASS nooit zichzelf kan branden of kan schrikken; • let op de locatie waar de leidingen in de muur worden aangebracht, een verkeerde plek geeft bij tast een prikkel voor een persoon met ASS. Werk de leidingen ofwel diep in de muur weg, of op plekken waar de persoon niet bij kan komen; • plaats voor grote stroomverbruikers een extra groep in de meterkast; denk aan de wasmachine, droger, koel- en vrieskast. Bij kortsluiting zullen niet alle apparaten in huis uitgaan maar alleen de wasmachine. Hierdoor zal schrikreactie en paniek worden voorkomen; • zoals al is benoemd in hoofdstuk 2.8 (indeling woning), gelieve geen wc in de badkamer plaatsen om verwarring van functie te voorkomen.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
47
2.8 RUIMTEN & INDELING Orde en structuur zijn woorden die men vaak hoort vallen als er over ASS wordt gesproken, twee kenmerken die prikkels kunnen verlagen. Dit geldt ook voor de indeling van de woning. Wanneer gekeken wordt naar woonruimten dan kan een onlogische indeling voor veel chaos zorgen. ‘Maar hoe kunnen ruimten dan het best ingedeeld worden zodat er zo min mogelijk verwarring ontstaat?’ Hier zal in dit hoofdstuk aandacht aan worden besteed door toelichtingen te geven op het gebied van ruimte en indeling.
2.8.1 ÉÉN RUIMTE PER FUNCTIE De ruimtebeleving hangt af van de aanwezige meubelen, gebruiksvoorwerpen, sfeer van de ruimte en andere onderdelen die men associeert met een bepaalde functie. Aangezien iemand met ASS vaak moeite heeft met het ervaren van contexten, is het van belang dat de context van een ruimte voor zichzelf spreekt. Wanneer een ruimte multifunctioneel is, kan deze verwarring en dwaalgedrag tot gevolg hebben. Door voor één ruimte niet meer dan één functie toe te passen wordt de hoeveelheid prikkels gereduceerd en kan de context van een ruimte sneller worden gezien. Hierdoor bestaat de ideale woning uit een aparte keuken, woon-, slaap-, eet-, hobbykamer, badkamer en toilet die allen vanuit de gang bereikbaar zijn, zie onderstaande illustratie.
Helaas is deze situatie niet voor iedereen mogelijk en zijn er oplossingen om de context van ruimten te verduidelijken om de hoeveelheid prikkels te verminderen, zonder dat alle ruimten perse van elkaar gescheiden moeten worden.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
48
a. Eigen ruimte Het belangrijkst is dat een persoon met ASS een ruimte heeft om zichzelf terug te trekken, of dit nu in een huis is met meerdere jongeren of met het eigen gezin. Dit betekent dat de slaapkamer niet gedeeld zou moeten worden, zoals bij jongere kinderen nogal eens voorkomt. Een broer(tje) of zus(je) maakt rotzooi en verplaatst allerlei spullen van hun ‘vaste plekje’ naar een ongewenste andere plek. Hierdoor kan een persoon met ASS helemaal van slag raken met alle overprikkelingen van dien. Om deze ruimte als echte kalmeringsruimte te laten fungeren is het gewenst om de persoon met ASS te betrekken in het inrichten van deze ruimte, door spullen te gebruiken die hem of haar op het gemak stellen. Het scheiden van slaapvertrekken is voor samenwonende volwassenen minder van toepassing, deze delen immers hun slaapvertrek met een partner. In deze situatie is het aan te raden om een ruimte in huis in te richten als hobbykamer. In die ruimte kan dan alsnog een eigen plek worden gecreëerd met spullen of functies waar hij of zij zich prettig bij voelt. Dit kan variëren van een computerkamer tot simpelweg een leeshoek. Dit is echter heel erg persoonlijk en dient dan ook individueel bekeken te worden. De toegevoegde waarde van een eigen ruimte mag niet onderschat worden! Voor de eigen ruimte dient de hoogst mogelijke prikkelreductie aangehouden te worden. Dit betekent dat de slaapkamer altijd aan de meest rustige zijde van de woning gelegen dient te zijn. Daarnaast kan het inrichten en afwerken van de ruimte bijdragen aan het verlagen van de hoeveelheid prikkels. Om te zorgen dat de prikkelarme kamer daadwerkelijk zo prikkelarm mogelijk is dient men hier zorgvuldig aandacht aan te besteden. Betrek de persoon met ASS in het keuze proces om dit te bereiken. In hoofdstuk 3.0 Afwerking zal verder ingegaan worden op materialen en eigenschappen, zodat men een keuze kan maken voor de best toepasbare afwerking in uw situatie. b. Scheiden van toilet en badkamer Waar veel mensen het heel normaal vinden dat het toilet op de badkamer gelegen is, kan dit voor personen met ASS zeer storend zijn. Wanneer deze onderdelen in één ruimte zijn gelegen, komen de geuren van toiletbezoek in de doucheruimte terecht. Dit ruikt niet aangenaam maar is tevens erg verwarrend, want hoe kan men zich opfrissen in de doucheruimte als er geuren zijn die niet bij die functie passen? Dit kan voorkomen worden door ervoor te zorgen dat de woning is voorzien van een apart toilet. c. Scheiden van keuken en eethoek Een persoon met ASS wil het liefst zo normaal mogelijk functioneren. Koken kan een ingewikkelde opgave zijn doordat meerdere handelingen parallel of juist geschakeld uitgevoerd moeten worden. Daarnaast wordt er met kokend water gewerkt en uit veiligheidsoogpunt is het toch erg belangrijk om niet teveel afgeleid te worden tijdens het koken. Het wegnemen van storend uitzicht is reeds in hoofdstuk 2.4 Gevelopeningen aan bod gekomen en zal in hoofdstuk 4.3 Keuken verder behandeld worden. In een keuken wordt het eten bereid, in de eethoek wordt het eten gegeten. Door deze twee functies uit elkaar te halen wordt het prikkelniveau per ruimte gereduceerd en kunnen beide functies vervuld worden zonder dat men elkaar stoort (dit is vooral in meerpersoonshuishoudens van toepassing). Tevens wordt door scheiding van deze ruimten het risico tot geuroverlast beperkt. Het scheiden van deze functies kan met een schuifdeur gerealiseerd worden. Indien de vorm van uw keuken dit niet mogelijk maakt, dan is een van de onderstaande opties wellicht een beter alternatief: • bij kleine keukens kan een kleine eetkamertafel erg in de weg staan en ergernissen opwekken. Mogelijk kan deze tegen de wand aan staan die het verst van het keukenblok af is gelegen. • plaats bij L-vormige keukens de eethoek uit het zicht van het keukenblok in het andere gedeelte van de L. d. Voorkom grote ruimten Bij grote ruimten wordt het snel lastig voor een persoon met ASS om de functie te herkennen en zal overzicht verloren raken. Door ruimten van beperkte omvang te gebruiken wordt voorkomen dat mensen teveel prikkels te verwerken krijgen. In een bestaande situatie is dit lastig aan te passen, mogelijk kunt u met het interieur hier wel aan bijdragen. In hoofdstuk 4.2 Meubilair zal dit verder worden toegelicht.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
49
2.8.2 INWENDIGE HOEKEN Een tweede belangrijk onderdeel is het vermijden van teveel hoeken in een kamer met één functie. Voor personen met ASS kunnen deze benauwend overkomen en men raakt het overzicht kwijt door een overvloed aan hoeken. Erkers lijken bijvoorbeeld uitstulpingen aan een ruimte, een vreemde toevoeging van het oppervlak, waardoor verwarring kan ontstaan. In een nieuwbouwsituatie kan eenvoudiger wijs gekozen worden voor de optimale indeling door deze weg te laten, maar in een bestaande situatie is dit wat lastiger. a. Afschermen met stoffen Wanneer u een erker in huis heeft, dan zijn er meerdere oplossingen mogelijk. Indien u zich dermate stoort aan de erker dat u deze nu liever vermijdt dan is het te overwegen om de erker af te scheiden door middel van gordijnen. Semitransparante gordijnen verminderen de lichtinval, nemen storend uitzicht weg, zijn relatief goedkoop in de aanschaf en eenvoudig te bevestigen. Een kamerscherm wordt afgeraden, doordat er kieren zijn die licht doorlaten wat wederom prikkels veroorzaakt. b. Erkerbank Door een erkerbank te maken wordt het uitzicht op de inwendige hoeken weg genomen, waardoor de prikkel wordt gereduceerd. In de naastgelegen afbeelding ziet u een voorbeeld waarin de toelopende erker is opgevuld met een zitje. Door de afwerking en accessoires in een zelfde kleurenstelling te kiezen als de achterliggende wand (wat in de afbeelding zwart is zou allemaal wit moeten zijn) wordt een rustig beeld gecreëerd. Door de erker af te schermen, wordt het zicht op de inwendige hoeken weggenomen. Echter wordt hierdoor ook het bruikbare gebruiksoppervlak van de ruimte verkleind. Door de erker een duidelijke functie te geven binnen de ruimte, maar wel met dezelfde hoofdfunctie als de gehele ruimte, kan het ‘vreemde hoekje’ nu op overzichtelijke wijze bij het geheel betrokken worden. Let bij realisatie erop of er in de erker een radiator is geplaatst. Indien dit het geval is dan dient u voor voldoende doorvoeren te zorgen, zodat de verwarming kan blijven functioneren. Echter zullen deze doorvoeren (sleuven in het plaatmateriaal) mogelijke andere prikkels opleveren, namelijk warmte en contrast. In de onderstaande afbeelding is een voorbeeld gegeven van een erkerbank met doorvoeren gelegen aan de voorzijde, waarbij het contrast goed zichtbaar is. Indien deze prikkel als te heftig wordt ervaren dan zijn doorvoeren aan bovenzijde wellicht een betere oplossing. Het nadeel hiervan is echter dat de warmte aan de bovenzijde door de bank heen zal trekken, wat een storende prikkel kan zijn. Wanneer de gebruiker storende prikkels ervaart van zowel doorvoeren aan voor- als bovenzijde dan wordt toepassing afgeraden.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
50
2.8.3 WOONWENSEN PER RUIMTE a. Gang Het ophangen van de jas is een van de eerste handelingen die in een woonruimte plaatsvindt. Zorg voor een logische plek om een kapstok te plaatsen. Indien de woonruimte een grote gang heeft met een loze hoek, plaats dan daar een grote (staande) kapstok, hierdoor wordt de ruimte gevuld en krijgt deze een duidelijke functie. Hierdoor wordt overzicht geboden en loze ruimten vermeden. b. Bergruimte Een opbergmogelijkheid is noodzakelijk. Of dit nu in de vorm is van een trapkast, kelder of bergruimte dat maakt vrij weinig verschil. Wel is het van belang dat de ruimte is voorzien van voldoende schappen, zodat spullen niet op de grond hoeven te staan. Indien het een nieuwbouwsituatie betreft, dan is het wenselijk om de ruimte niet groter te maken dan 1,5 m2, zodat dan het overzicht het best bewaard blijft. Als er grotere oppervlakten in gedachten waren, kies dan voor 2 kleine bergruimten. c. Wasruimte Een wasmachine en eventueel aanwezige droger produceren veel geluid en trillingen wanneer zij in gebruik zijn. Deze storende prikkels zijn erg heftig, voornamelijk wanneer de locatie van de apparaten niet juist is bepaald. Geluidsbronnen dienen zo ver mogelijk van de slaapkamer verwijderd te zijn, zo ook de wasmachine en droger. Vooral wanneer deze op houten zoldervloeren geplaatst worden zullen de trillingen worden overgedragen naar de onderstaande constructie en zal het contactgeluid hevige prikkels veroorzaken. Zoals meermaals in deze praktijkgids is toegelicht kunnen trillingen opgenomen worden door het toepassen van massa. Bij het plaatsen van de apparaten op een vloer met een grote massa produceren deze de minste overlast. Verdere uitleg over het ‘massa-principe’ van vloeren wordt in 2.2.3 Vloeren verstrekt. Geadviseerd wordt om, indien mogelijk, een aparte wasruimte te realiseren. Hierdoor ontstaan mogelijkheden om extra isolerende voorzieningen te realiseren. Een wand kan worden voorzien van een voorzetwand, zie hiervoor het hoofdstuk 2.3 Wand. d. Meterkast In de ideale situatie zou een meterkast vanaf de buitenzijde van het huis bereikbaar zijn. Hierdoor kan onderhoud en het opnemen van de meterstanden plaatsvinden zonder dat de energieleverancier de woonruimte hoeft te betreden. In bestaande situaties is het vooral van belang dat meterkasten veilig zijn. Door de deur standaard op slot te doen nodigt het niet uit om deze deur ‘per ongeluk’ te openen.
2.8.4 HOOGTEVERSCHIL Trappen kunnen storende prikkels veroorzaken, doordat deze een scheiding in het vloeroppervlak veroorzaken. Door te kiezen voor een gelijkvloerse woning kan dit risico op prikkels worden beperkt. Echter geldt dit ook voor kleine varianten, met slechts een aantal treden. Kleine hoogteverschillen in een grote ruimte kunnen de grote ruimte als het ware splitsen. Dit is positief is voor de woonwens ‘een functie per ruimte’, maar slecht voor de hoogteverdeling. Indien men erg storende prikkels van deze hoogten ervaart wordt aangeraden om contact op te nemen met een bouwkundig aannemer om dit hoogteverschil te verwijderen en zo de storende prikkels te reduceren.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
In de woning
51
3.0 AFWERKING “Denk niet wit, denk niet zwart maar denk in de kleur van je hart.”13 De afwerking van alle elementen bepaalt de uitstraling van uw woning. Door een zorgvuldige keuze voor materialen en kleursamenstellingen te maken zal de gebruiker een aangename beleving van de woonruimte ervaren. Plafonds, wanden en vloeren kunnen op ontelbaar veel manieren worden afgewerkt, bijna te veel. Het is in deze gids al meermaals naar voren gekomen dat een persoon met ASS overgevoelig kan zijn voor licht, contrast, tast, geluiden en trillingen. Aangezien iedereen andere overgevoeligheden heeft, veranderen de woonwensen ook per persoon. In dit hoofdstuk zullen dan ook meerdere opties worden gegeven zodat men zelf een goed onderbouwde keuze kan maken. De opties die men heeft worden getoetst op alle mogelijke prikkels, financiën, veiligheidsaspecten en onderhoudsintensiteit. Hierbij zullen zowel nieuwbouw als verbouw opties worden behandeld. Nadat de voor- en nadelen zijn gegeven zullen de manier van bevestigen, uitvoeringsvoorschriften en andere praktische handvatten aan bod komen. De beleving van de gebruiker wordt bij sommige gevallen verduidelijkt met afbeeldingen, in andere gevallen met handgemaakte schetsen. In andere gevallen worden deze middelen gebruikt om teksten ruimtelijk toe te lichten of te detailleren. Achtereenvolgens zullen Kleuren, Plafondafwerking, Wandafwerking, Vloerafwerking en Akoestiek aan bod komen.
13
Frank Boeien, 1984. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3.0
Afwerking
52
3.1 KLEUR Kleur is een eigenschap van licht die wordt bepaald door de golflengtes waaruit dat licht is samengesteld. Zoals Isaac Newton in 1666 al ontdekte bestaan lichtstralen uit een zevental kleuren; rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. Deze worden ook wel ‘spectrum kleuren’ of ‘de kleuren van de regenboog’ genoemd. Het onderscheiden van kleuren gebeurt in het oog door een drietal verschillende lichtgevoelige cellen, ook wel kegeltjes genoemd. Deze kegeltjes zijn al dan niet gevoelig voor rood, groen of blauw. Omdat de kegeltjes samenwerken kunnen we meerdere kleuren ervaren. De kleuren die een mens kan ervaren, zijn kleuren met een golflengte tussen de 750 en 400 nanometer.
Tint, verzadiging en intensiteit zijn dimensies die een kleur vormen zoals deze wordt ervaren. Door hiermee te variëren kunnen diverse sferen aan een ruimte worden gegeven om zo de gewenste sfeerbeleving te creëren. Personen met ASS kunnen kleuren intenser ervaren, voornamelijk in geval van grote contrasten of verzadiging van de kleur. In de huidige regelgeving worden geen eisen gesteld aan kleurgebruik in de woning, dit is naar eigen smaak en wens in te vullen. Echter kan kleurgebruik opgenomen zijn in een huurcontract, VVE overeenkomst of in specifieke voorwaarden voor monumentale panden. Daarnaast heeft de welstandscommissie van de gemeente zeggenschap over het straatbeeld en bij aanpassing van de buitengevel kan dit weerstand opleveren. Het is dan ook wijs om voor aanpassing te informeren naar de mogelijkheden in een situatie. Op de volgende pagina worden uitgangspunten gegeven die als basis kunnen fungeren in de kleurkeuze. Daarnaast worden in de daarop volgende pagina’s oplossingen gegeven voor mogelijke storende aspecten in en om het huis, die door middel van kleurgebruik kunnen worden opgelost.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3.0
Afwerking
53
3.1.1 UITGANGSPUNTEN VOOR KLEURGEBRUIK Bij kleurkeuze zijn er een aantal basisonderdelen die als uitgangspunt genomen kunnen worden. Deze zijn onderstaand toegelicht en gesorteerd op volgorde van belangrijkheid. a. Betrekken in kleurkeuze Kleurgebruik is persoonlijk en kan ook verschillen per levensperiode. Een persoon met ASS wil zelf (mee) bepalen welke kleuren er gebruikt gaan worden. Enkele symptomen van ASS kunnen echter bijdragen aan versnelde aanpassingsdrang. Hierdoor kan men van de een op de andere dag graag een andere kleur in de woonruimte willen veranderen. b. Tinten Door zachte tinten, in de vorm van pastelkleuren, te gebruiken wordt de ervaring in het oog afgezwakt en wordt de kans op overprikkeling gereduceerd. Deze pasteltinten zijn er binnen iedere gewenste kleur. c. Effen Waar oneffenheden zorgen voor onrust, kan het tegenovergestelde behaald worden door effen afwerkingen te gebruiken. Door het kleurgebruik te beperken tot één tint per element worden onnodige prikkels voorkomen. d. Helderheid Verzadiging is de maat voor zuiverheid van een kleur. Felle, heldere en levendige kleuren zijn kleuren met een hoge verzadiging, met een lage verzadiging wordt gesproken van fletse of grauwe kleuren. Te heldere kleuren kunnen als pijnlijk worden ervaren. Een spierwitte afwerking bijvoorbeeld is dan ook ten zeerste af te raden. Daarnaast kunnen verzadigde kleuren als ‘felgeel’, ‘felrood’, enzovoort ervaren worden als alarmerende kleuren en daardoor paniek oproepen. Indien men een bepaalde tint wenst, zou gekozen moeten worden voor een lagere verzadiging en helderheid. e. Contrast Contrast tussen verschillende onderdelen kan onrust opwekken of juist verduidelijking bieden. Wanneer er sprake is van een groot contrast, bijvoorbeeld in kleurgebruik van zwart met wit, wordt extra duidelijk de nadruk gelegd op een splitsing. Hoe meer contrast een ruimte heeft hoe meer prikkels er binnenkomen, pas daarom erg op met het gebruik van contrast. Voor onderdelen die extra op moeten vallen, omdat ze anders over het hoofd worden gezien, kan contrast juist een toevoeging zijn. Zie hiervoor ook het onderdeel Functie van kleuren in hoofdstuk 3.1.2. f. Weerspiegeling en glans Tijdens het selecteren van de gewenste kleur dient ook de weerspiegeling te worden bekeken. De intensiteit van een kleurervaring wordt mede bepaald door de verlichting en weerspiegeling op het object. Een hoogglans verflaag oogt immers anders dan een matglans verflaag. Voor personen met ASS zijn weerspiegelingen en schitteringen een zintuiglijke prikkeling die kan worden versterkt. Hierdoor is het dus niet wenselijk om hoogglans materialen te gebruiken, maar te kiezen voor een mattere variant. Het is echter lastig om een groot oppervlak netjes afgewerkt te krijgen in een matte verf. Oneffenheden in een oppervlak kunnen op hun beurt ook prikkels veroorzaken, wat voorkomen kan worden door gebruik te maken van zijdeglans verf. Kleuren als goud en zilver zijn vaak voorzien van glinsteringen in de verf, waardoor deze beter niet toegepast kunnen worden. g. Natuurlijke tinten Een persoon met ASS voelt zich vaak op zijn gemak wanneer zijn omgeving met de natuur geassocieerd wordt. Door in de woning gebruik te maken van natuurlijke tinten wordt een afwerking gekozen die veelal een zachte tint heeft, warm aanvoelt en niet té helder is.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3.0
Afwerking
54
3.1.2 VERDUIDELIJKING DOOR MIDDEL VAN KLEUR Als functies van ruimten niet duidelijk overkomen en dus onrust veroorzaken, kan kleurgebruik hier mogelijk iets positiefs in bijdragen. Onderstaande voorbeelden betreffen het toevoegen van kleuren en contrasten, iets dat in de uitgangspunten 3.1.1. geadviseerd werd niet te doen. Het principe van accenten leggen kan in bepaalde situaties in huis echter een verduidelijking zijn. Hierbij dient erop gelet te worden dat het accenten blijven op een rustige basis. a. Sleutelkastje Bij het constant kwijtraken van sleutels kan het bevestigen van een sleutelkastje in een contrasterende kleur bijvoorbeeld een goede oplossing zijn. Indien een situatie vraagt om een visuele ondersteuning kan een symbool, in een wederom contrasterende kleur, mogelijk extra uitkomst bieden. b. Functie van ruimte Met de gedachte dat een kleur geassocieerd kan worden met een bepaald gevoel, kan ook de link gelegd worden naar een bepaalde functie. Door een ruimte te voorzien van een andere tint, wordt in één ogenblik de context van een ruimte duidelijk. Let er hierbij op dat dit in overleg met de gebruiker gebeurt. Wat voor de ene persoon namelijk met slapen geassocieerd wordt, kan voor de andere persoon een prettige hobbykamer kleur zijn.
3.1.3 WEGNEMEN VAN PRIKKELINGEN DOOR MIDDEL VAN KLEUR Binnen de woning zijn er vele objecten en elementen die storende prikkels kunnen opwekken. Wanneer elementen met verschillende kleuren dicht bij elkaar zijn gesitueerd kan dit contrast opleveren, wat onrust kan veroorzaken. Door middel van kleurgebruik kan dit worden gereduceerd naar veelal acceptabele niveaus. Onderstaande worden twee voorbeelden gegeven die men gemakkelijk zelf kan uitvoeren. a. Radiator Wanden worden geregeld voorzien van een bepaalde kleur, die al naar gelang wisselt in de loop der jaren. Hierdoor ontstaat een contrast met de daarop gemonteerde radiator. De witte, koude, metalen radiatoren kunnen visueel erg storend zijn voor een persoon met ASS doordat ze afsteken tegen de achterliggende wand. Door deze te voorzien van een verflaag in dezelfde kleur als de achterliggende wand, zal het storende contrast verdwijnen. Indien de verf niet in gelijke kleur verkrijgbaar is, kies dan een bijpassende variant om en nabij dezelfde tint. b. Garagevloer Ware het niet dat iemand met ASS weerspiegelingen niet kan waarderen. Betonnen vloeren kunnen glinsteringen veroorzaken. Het voorkomen van licht weerkaatsing op de onderdelen in betonvloeren, zoals de garagevloer, kan gerealiseerd door deze te voorzien van een afwerklaag. Hierbij dient u erop te letten dat de afwerking reukarm is. Toepassen van een waterverdunbare verf verkiest daarom de voorkeur boven een epoxy coating. Bij uitvoering dient men te werken met een aantal Persoonlijke Bescherming Middelen (PBM’s). Bij de meeste verfklussen zijn goede ventilatie en reukarme verfmiddelen een standaard uitgangspunt en zal een mondkap niet altijd noodzakelijk zijn. In situaties waar men werkt met oplosmiddelen houdende verven dan is het ten zeerste aan te raden om hiervan gebruik te maken.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3.0
Afwerking
55
3.2 AFWERKING PLAFOND Wanneer het plafond niet afgewerkt wordt kijkt men tegen het zogenoemde bouwplafond aan. Dit is een andere benaming voor de onderkant van de bovenliggende constructieve vloer. Een plafondafwerking heeft meerdere functies, van het verbergen van installatietechnische onderdelen, tot het verbeteren van behaaglijkheid en galm in een ruimte. Plafondafwerkingen in woonruimten van personen met ASS kunnen bijdragen aan het verbeteren van een viertal onderdelen, waardoor het beperkende effect van storende prikkels wordt beperkt. Deze woonwensen bestaan uit het reduceren van contactgeluid, geluidsoverlast van technische installaties en galm en het vergroten van de isolatiecapaciteit van een ruimte. Helaas werken de benodigde voorwaarden per wens elkaar op enkele vlakken tegen waardoor het verbeteren van galm en reduceren van contactgeluid niet gelijktijdig kan plaatsvinden. In onderstaande optie a. wordt ingegaan op plafondafwerkingen voor het reduceren van contact (voor uitleg zie hoofdstuk 2.2.1 Soorten geluid) en installatie geluidsoverlast. Voor reduceren van galm zal in hoofdstuk 3.5 Akoestiek de akoestische variant worden toegelicht. a. Toepassen vals plafond Doordat in bestaande woningen lang niet altijd vrije ruimte in overvloed aanwezig is, wordt men genoodzaakt een vals plafond toe te passen. Deze versie van een verlaagd plafond neemt minimale hoogte in beslag met een pakket van gipsplaten en soepele isolatie. Om optimale verhoging van de geluidswering (tot wel 35 dB(A)) te kunnen realiseren hieronder tips om het ‘massa-veer-massa’ principe uit te voeren: • het bovenliggende plafond dient als ‘massa’ en wordt voorzien van één gedeelte van de trilvaste bevestigingen of hangstaven (nr. 5). Volg bij montage altijd de voorschriften van de leverancier, zodat men de staven correct monteert aan de achterliggende constructie (nr.3). • de ‘veer’ laag dient te bestaan uit soepele isolatie(nr. 4), bijvoorbeeld glas- of steenwol. een isolatielaag van 50 mm voldoet, maar kan al naar gelang de overlastintensiteit verhoogd worden. Houd bij keuze van de isolatie rekening met de vrije hoogte die over dient te blijven. • de tweede ‘massa’ laag kan bestaan uit gipsplaten, gipsvezel of composiet platen (nr. 2). Om de benodigde hoeveelheid massa te creëren is het aan te raden om te kiezen voor een dubbele plaat, dit is tevens een oplossing die minder gevoelig is voor beschadigingen. LET OP: het betreft hier dichte platen, pas absoluut geen geperforeerde platen toe want deze laten juist het geluid door! In de doe-het-zelf-winkels worden geluidswerende plafondplaten aangeboden die geperforeerd zijn. Vraag bij twijfel nadrukkelijk naar niet geperforeerde gips(vezel)- of composiet platen. • alle aansluitingen rondom dienen vrij te zijn van de omliggende wand en opgevuld te worden met een tril vaste gladde lijst (nr. 1). Dit kan een pvc-schuim of polyethyleen met gesloten cellen zijn, wat verkocht wordt op rollen voor eenvoudige toepassing. • de afwerklaag dient luchtdicht te zijn voor een optimaal akoestisch resultaat. Daarnaast geeft dit een strakke afwerking die geen prikkels veroorzaakt. • naden rondom de gladde lijst en tussen de gipsplaten kunnen afgewerkt worden met siliconenverf of een blijvend elastische siliconen kit (polyurethaanmastiek) • realiseer u dat alle (slecht afgewerkte) doorboringen en plaatsing van materialen resulteren in een geluidslek, dit geldt ook voor verlichtingsspots. Goede geluidsdichte afwerking is van groot belang!
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3.0
Afwerking
56
3.3 AFWERKING VLOER Voor de vloerafwerking zijn vele mogelijkheden verkrijgbaar. Tegenwoordig wordt veelal tapijt, tegels, laminaat of linoleum toegepast, maar ook meer duurzame materialen zijn in opkomst. Voor een persoon met overgevoelige zintuigen kunnen de verschillende vloerafwerkingen erg storend zijn. Zo heeft het materiaal een bepaalde structuur die te ruw of juist te zacht kan zijn. Weerspiegeling, contrast, galm en vlakheid zijn andere prikkels die genoemd worden. Ondanks het brede scala aan storende factoren zal geprobeerd worden in dit hoofdstuk meerdere opties aan te dragen, om zo de passende oplossing voor een situatie te vinden. In de onderstaande tabel is een overzicht gegeven welke prikkels er mogelijk ontstaan bij gebruik van een bepaalde afwerking. Indien men een nieuwe vloerafwerking gaat uitzoeken is het raadzaam om op basis van de storende prikkel (tast, uitstraling, geluid, geur of onderhoudsintensiteit) te zoeken naar de best passende afwerking. Vervolgens kan men in paragraaf 3.3.1 de Eigenschappen en Aandachtspunten van het desbetreffende materiaal naslaan. Voor aanpassingen van een huidige situatie worden handvatten aangereikt in paragraaf 3.3.3 Aanpassingen in bestaande situaties. Vloerafwerking Tapijt
Oppervlak
Contrast
Tast, uitstraling Warm
Geluidabsorptie Goed
Geur
Onderhoud
Zacht, kriebelig, harig.
Hoogpolig, veel contrast
Houd geuren vast
Veel kans op vlekken, losrakende draden. Hoge schoonmaak intensiteit!
Tegels
Glad, voorzien van voegen
Voegen
Koud
Slecht
Niet storend
Voegen kunnen verkleuren. Dagelijkse schoonmaak is eenvoudig.
Laminaat
Glad, nerven voelbaar
Plinten
Natuurlijk
Slecht
Niet storend
Goed, enkel reguliere schoonmaak nodig.
Parket
Vlak, nerven voelbaar
Plinten
Natuurlijk
Normaal
Niet storend
Matig, vijfjaarlijks schuren en waxen. Niet water bestendig.
Linoleum (linoparket)
Vlak (nerven voelbaar)
Kan hoogglans weerspiegel ing geven!
Naar eigen wens, natuurlijke print
Goed
Niet storend
Goed, enkel reguliere schoonmaak nodig.
Kurk (laminaat)
Vlak, nerven voelbaar
Plinten
Naar eigen wens, natuurlijke print
Goed
Niet storend
Uitstekend, materiaal is antistatisch dus weinig schoonmaak nodig.
Rubber
Stroef
Donker
Goed
Storend
Vinyl / zeil
Vlak
Naden/ voegen Naden langs wand
Natuurlijk
Goed
Verspreid geuren
Continue ventilatie noodzakelijk! Goed, enkel reguliere schoonmaak nodig.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3.0
Afwerking
57
3.3.1 EIGENSCHAPPEN EN AANDACHTSPUNTEN a. Tapijt Een zachte vloerafwerking die warm aanvoelt en zowel hoog- als laagpolig verkrijgbaar is. De meeste tapijtsoorten hebben goede absorberende eigenschappen en kunnen zeker bijdragen aan het verbeteren van de akoestiek in een ruimte. De hoogpolige variant brengt veel prikkels met zich mee doordat de lange haren erg kunnen kriebelen en veel contrast in het materiaal aanbrengen, wat storende prikkels veroorzaakt. Echter, voor sommige mensen is tapijt juist een gewenste en positieve prikkel. Met het oog op een verhoogde kans op allergieën die personen met ASS hebben, lijken tapijten een minder goede oplossing. Het materiaal neemt geuren op uit zijn omgeving en is lastig schoon te maken. Voornamelijk lichte kleuren zijn dan ook ten sterkste af te raden omdat vlekken prikkels kunnen veroorzaken. Het gebruik van kortharig(e) tapijt(tegels) is mogelijk een oplossing wanneer in een situatie een warme vloerbedekking nodig is. Let er hierbij op dat, in het bijzonder bij tapijttegels, de vloerafwerking goed met de ondergrond verlijmd zit om struikelgevaar en storende prikkels door het loslaten te voorkomen. Doordat de structuur van het materiaal zo prikkelgevoelig kan zijn, is het van belang dat de persoon met ASS in de keuze voor het materiaal betrokken is. b. Tegels Keramische vloertegels zijn gemakkelijk te reinigen en behoeven zeer weinig onderhoud. Het grootste nadeel is dat ze koud aanvoelen. Voornamelijk in de winter kunnen tegels te koud zijn en dus storende prikkels veroorzaken. Daarnaast hebben steenachtige materialen een slechte geluidsabsorptie waardoor galm in een ruimte niet wordt gereduceerd maar juist versterkt. In natte ruimten is de tegel eenvoudig te verwerken en behoeft deze amper onderhoud, wat een positief punt is. Wanneer men kiest voor een steenachtige vloerafwerking dient men bij voorkeur niet te kiezen voor de hoogglans variant maar voor een matglans of natuursteen. De voegen moeten in dezelfde kleur als de tegel, om zoveel mogelijk contrast weg te nemen. In het bijzonder zijn spierwitte kleuren en grindtegels erg storend zijn. c. Laminaat Een natuurlijk ogende vloerafwerking is laminaat. Een relatief goedkope vloerafwerking die eenvoudig te plaatsen en reinigen is lijkt in eerste instantie niet verkeerd. Toch is laminaat een erg gehorig product met een uiterst slechte geluidsabsorptie welke contact geluid naar onderliggende verdiepingen versterkt. In gevallen waar de woonruimte bestaat uit één woonlaag is het minder bezwaarlijk om voor laminaat te kiezen, doordat contactgeluid naar onderliggende verdiepingen wordt overgedragen en voor de gebruiker zelf geen overlast levert. Indien men toch een laminaatvloer wil gebruiken, dan is het ten zeerste aan te raden te werken volgens een aantal uitvoeringsvoorschriften: • het is van belang om te zorgen dat de ondergrond egaal is, volledig waterpas en vuil vrij is; • er wordt ten zeerste aangeraden om de vloer zwevend te leggen over een verende ondervloer (polyfoam) heen, zodat contactgeluid wordt gereduceerd’’ • houd bij het plaatsen altijd de leginstructie van de leverancier bij de hand voor specifieke verwerkingsvoorschriften; • besteed extra aandacht aan het leggen van de eerste drie banen om storende naden en kieren te voorkomen. Wanneer deze correct geplaatst zijn dan is een goed eindresultaat vrijwel verzekerd; • om contactgeluid via de wanden te voorkomen, dient men minimaal 10-15 mm vrij te houden langs de wanden. d. Parket Een parketvloer is een massief houten vloer die zowel zevend, verlijmd als genageld gemonteerd kan worden. Houten vloeren hebben een lange levensduur, isoleren goed, hebben een lage energieproductie en zijn repareer- en recyclebaar. Let er bij keuze van de vloer op dat het hout slijtvast is en voorzien van het keurmerk ‘duurzaam bosbeheer’. Het zou een optie kunnen zijn om een tweedehands vloer aan te schaffen, wat milieubewust en financieel aantrekkelijk kan zijn. Het leggen van een dergelijke vloer is een vak en dient daarom aan de vakman te worden uitbesteed. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3.0
Afwerking
58
Gedurende de gebruiksfase van deze vloer is het van belang dat men de vloer reinigt met geringe hoeveelheden water. De naden zijn namelijk niet waterdicht afgewerkt waardoor vloeistoffen worden geabsorbeerd en verkleuringen veroorzaken. Het materiaal dient geregeld te worden behandeld met was of olie en eens per 3-5 jaar opnieuw geschuurd en gelakt te worden. De onderhoudsintensiteit van deze vloerafwerking is deswege mogelijk te hoog is voor een persoon met ASS. d. Linoleum Een slijtvaste vloerafwerking van merendeels natuurlijke producten is linoleum. Een onderlaag van kurk en lijnzaadolie vormen samen met een rug van juten de basisproducten voor deze vloerafwerking. De bovenzijde van het materiaal kan al naar gelang worden voorzien van een print, patroon of nerf. Op het gebied van hygiëne is dit een uitstekende keuze, micro organismen kunnen niet hechten aan het oppervlak. Het lijkt een ideaal product te zijn voor een persoon met ASS, vrij van geuren, geluidsarm en geen vervelende kriebelende texturen. Wanneer men de keuze voor een linoleum vloer overweegt, moet de onderlaag bestemd zijn tegen vocht. De afwerking is namelijk niet dampdoorlatend wat de vloer kan doen verstikken wanneer er vocht onder komt. Het plaatsen van een dergelijke vloer dient aan een vakman overgelaten te worden, hetzelfde geldt voor vijfjaarlijkse grote reinigingsbeurt. Let erop waxlagen, welke veelvuldig toegepast worden, een zeer hoge weerspiegeling hebben, wat uitermate storend kan zijn voor mensen met ASS. Een alternatief zijn de kliksystemen van linoleum, linoparket genaamd. Deze worden op dezelfde eenvoudige wijze gelegd als laminaat en brengt minder risico op oneffenheden met zicht mee. Let er bij de keuze op dat de toplaag van het materiaal geen hoogglans variant is, deze kan storende prikkels veroorzaken. Voor het verwerken gelden dezelfde uitvoeringsvoorschriften zoals op de vorige pagina bij c. Laminaat is beschreven. e. Kurk Er bestaan tegenwoordig klikvloersystemen gemaakt van het natuurlijke materiaal kurk. Een relatief nieuw product dat door geprefabriceerde behandelingen erg eenvoudig verwerkbaar is. Iedereen die een laminaatvloer kan plaatsen kan ook deze kurkvloer plaatsen. Het product heeft een hoge geluidsabsorptie waardoor contactgeluid en galm gereduceerd wordt, positief voor deze ruimte en omliggende ruimten. Daarnaast kan dit materiaal zwevend toegepast worden, waardoor contactgeluid nog meer wordt gereduceerd. Het product is afgewerkt met een slijtvaste toplaag zodat de platen bestand zijn tegen hoogwaardig gebruik en ruimten met hoge luchtvochtigheid, zoals keuken en badkamer. Een laatste positief punt is het feit dat dit materiaal antistatisch is, waardoor deze stofvrije afwerking geschikt is voor allergiegevoelige mensen.
De aandachtspunten voor de verwerking zijn gelijk als bij laminaat. Echter is hier een extra toevoeging: de ondervloer dient voorzien te worden van een dampwerende laag om alle kansen op optrekkend vocht uit te sluiten. De dikte van de panelen is 10,5 mm, dit is vrij dik. Hierdoor is het mogelijk dat deuren ingekort dienen te worden. Als extra aandachtspunt die vermeldt te worden dat het nodig is om de platen te laten wennen aan de luchtvochtigheid, plaats ze daarom 24 uur van tevoren in de ruimte waar deze verwerkt worden.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3.0
Afwerking
59
f. Rubber Wanneer gekeken wordt naar vloerafwerkingen met een goede geluidsabsorptie wordt al snel de link naar rubber gelegd. Dit materiaal kan uit zowel natuurlijke als synthetische rubbers bestaan, maar beide varianten zijn milieuvervuilend doordat de productieprocessen erg veel energie vragen. Daarnaast kunnen er uit het materiaal oplosmiddelen vrijkomen, waardoor een continue ventilatie noodzakelijk is. Op basis van deze gezondheidsoverwegingen wordt afgeraden deze optie toe te passen en zullen geen verdere verwerkingsvoorschriften en toelichtingen worden gegeven. g. Vinyl Zeil, vinyl of PVC, allemaal benamingen voor een veelvuldig toegepaste vloerafwerking in woningen. Er zijn twee basistypen te herleiden, één op rubberbasis en de ander is op PVC (polyvinylchloride) basis. Zoals bovenstaande is beschreven heeft rubber erg slechte geureigenschappen en is het erg milieubelastend. Daarom wordt aangeraden te kiezen voor een hoogwaardige vinyl variant, een product met een lage onderhoudsintensiteit. Het product is in allerlei verschillende dessins en glansniveaus verkrijgbaar, waardoor deze vloerafwerking uitermate geschikt is om toegepast te worden in woonruimten voor personen met ASS. Door bij de aanschaf te kiezen voor een hoog kwalitatief product voorkomt men onnodig onderhoud of vervanging. De dikte van de bovenlaag dient van voldoende dik te zijn en voorzien van een kras vaste toplaag. Een ander criterium is de stevigheid van de onder structuur. Door te kiezen voor een variant met een hoger soortelijk gewicht zal de geluidsreductie verhoogd worden en de levensduur verlengd. Een laatste aandachtspunt is het schoonmaken, gebruik hiervoor een speciaal vinyl reinigingsmiddel om de toplaag niet onnodig te beschadigen en het reinigingsgemak te vergroten.
3.3.2 FINANCIEN Buiten het vergelijken van materiaaleigenschappen is het van belang om investeringskosten te vergelijken. Hieruit blijkt dat parket veruit de duurste optie is, wat voornamelijk wordt veroorzaakt doordat het plaatsen erg arbeidsintensief is. Deze wordt gevolgd door tegels, die erg geschikt zijn voor gebruik in natte ruimten. Tapijt is daarentegen de goedkoopste variant, maar zal door de hoge onderhoudsintensiteit en korte levensduur eerder vervangen moeten worden. Vinyl, linoleum en laminaat zijn oplossingen van een gemiddeld prijsniveau die bij eigen plaatsing nog goedkoper uit kunnen vallen. Kurk is een duurzame variant, maar heeft wel een hogere investering. Doordat de materialen een hoge isolatiewaarde hebben kan gedurende de gebruiksfase bespaard worden op de energierekening. Vloerafwerking Tapijt Tegels Laminaat Parket Linoleum (linoparket) Kurk (klikparket) Vinyl
Investeringskosten 30,30 66,80 36,10 82,00 42,30 62,50 32,75
Levensduur 8-20 jaar 40-50 jaar 5-15 jaar 20-25 jaar 25-30 jaar 15-20 jaar 10-15 jaar
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3.0
Afwerking
60
3.3.3 AANPASSINGEN IN BESTAANDE SITUATIES a. Tegels verven Veroorzaken tegels storende prikkels, doordat zij bijvoorbeeld een te druk patroon hebben of dat kleuren zijn gaan vervagen? Dan is het overschilderen van deze tegels wellicht een passende oplossing. Hedendaagse tegelverven zijn verkrijgbaar voor zowel droge als natte ruimten, dus zelfs uw badkamer kan aangepast worden. Wel is het erg van belang om ervoor te zorgen dat het verwerken correct gebeurt, anders zal de verf gaan bladderen of beschadigen, wat juist weer prikkels veroorzaakt. Daarnaast kunnen willekeurig aangebrachte verfstreken chaotisch overkomen, in het bijzonder wanneer er verlichting op het te behandelen oppervlak gericht staat, waardoor tevens ongewenste prikkels kunnen worden opgewekt. Onderstaand een aantal aandachtspunten voor een optimaal resultaat: • gebruik een verf en primer op oliebasis, deze hecht beter, verspreid minder geur, heeft een langere levensduur en is milieuvriendelijker dan de latexbasis variant. Combineer dit met een schuimroller om de verf op te brengen; • indien men oppervlakten met een hoge intensiteit wil verven, dient men te kiezen voor 2 componenten lak. Dit betreft vloeren en oppervlakken die in contact komen met heet water, dus in uw douchecabine of badwand. Gebruik een 2 componenten roller om het loslaten van verfmaterieel te voorkomen; • werk enkel met een schone en vetvrije roller en kwast. • om een gezonde werkomgeving te garanderen dient men te werken in een goed geventileerde ruimte. In het bijzonder wanneer men een 2 componenten versie gebruikt dient u gebruik te maken van een mondkap en veiligheidsbril; • lees de instructies van met product om de droogtijd te bepalen, indien men te snel de volgende laag aanbrengt ontstaan ongewenste oneffenheden!; • kies een verfrichting om oneffenheden te voorkomen. verfrichting ‘boven beneden’ voor verticale oppervlakken die in de diepte benadrukt mogen worden zal in de komende stappen worden toegelicht. Indien men liggende tegeloppervlakken oppervlakken (keukenbladen) wil verven dient men van links rechts te schilderen; • na behandeling met 2 componenten lak dient u 10 dagen te wachten voordat u meubilair terugplaatst op de ondergrond, dit om verkleuringen(prikkels!) te voorkomen; • reinig de oppervlakten de eerste 10 dagen niet met schoonmaakmiddelen om afbreuk aan het product te voorkomen. Stappenplan voor verven van de tegels om een prikkelarm eindresultaat te genereren: 1. verwijder eventuele kitranden met een kitverwijderaar, de verf zal anders niet hechten; 2. ontvet de ondergrond zeer grondig, schrob voegen en tegels met een schone borstel, reinig vervolgens met water en droog het oppervlak grondig; 3. om storende kwastafdrukken en verflekken te voorkomen, plak de randen af met schilderstape; 4. gebruik een kwast om een dekkende laag primer op de voegen en hoeken aan te brengen; 5. breng één laag primer in de gekozen verfrichting aan, rol deze goed en gelijkmatig uit; 6. laat de primer drogen; 7. gebruik een smalle kwast om verf aan te brengen op voegen en lastig te bereiken plekken; 8. breng in één dekkende laag in de gekozen verfrichting (beneden boven) verf aan met de roller. 9. rol uit in de tegengestelde verfrichting (linksrechts) en rol na in de gekozen verfrichting(bb); 10. na de uithardingstijd kunt u nieuwe kitranden aanbrengen. het is ten zeerste aan te raden om hiervoor dezelfde tint als de geverfde tegels te gebruiken; 11. spatten gelijk verwijderen met terpentine. b. Voegen verven Grauwe en vlekkerige voegen ogen onhygiënisch, verspreiden nare geuren en kunnen slijmerig aanvoelen. Allen zijn storende prikkels. Goed reinigen met een ontvettende voegenreiniger is van groot belang. Wat nog storender is, zijn voegen in een andere kleur dan de omliggende tegel. Dit is op te lossen door een voegenverf aan te brengen in dezelfde kleur als de tegel. Let er bij het aanbrengen wel op dat de voegen uiterst zorgvuldig vetvrij zijn gemaakt, anders hecht de verf niet en zal deze tijdens gebruik (douchen, koken) los kunnen raken en op zijn beurt weer storende prikkels veroorzaken. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3.0
Afwerking
61
3.4 WANDAFWERKING Waar wandafwerking een ruimte positief kan aankleden, kan deze ook storende prikkels veroorzaken. Personen met ASS kunnen last hebben van contrasten, structuren (tast) en galm in een ruimte. Op basis van deze uitgangspunten en de mate van uitvoerbaarheid kunnen afwerkingen met elkaar vergeleken worden. De bovenste rand van de tabel geeft de mogelijke onderwerpen weer. Indien in een situatie behoefte is aan een afwerking met een bepaalde structuur of tast, kan gekeken worden naar de eerste en tweede kolom. Voor informatie over contrasten wordt in de gelijknamige kolom gesproken en voor verbetering van galm in een ruimte dan is de geluidsabsorptie van belang. Structuur oppervlak
Tast
Contrast
Geluidsab sorptie
Behang
Naar eigen wens
Warm
Normaal
Matig
Zelf te verwerk en? Ja
Onderhoud
Kosten [m2]
Vervangen 1x 10 jaar
€16,40
Cement/ Gipspleister
Glad
Koud
Geen
Nee
Nee
Verven of waxlaag (reflectie) Laag
€21,70
Granol (variant spagtelputz) Kurk
Variërende structuur
Koud
Groot contrast
Nee
Nee
Natuurlijke vezels
Warm
Normaal
Hoog
Ja
Vernis op waterbasis
Nee
Nee
Laag
€53,50 (€37,50 zelf ) €22,90
Spagtelputz (ook wel spagtelpoets) Tegels
Variërende structuur
Koud
Groot contrast
Glad
Verf
Glad, indien ondergrond gestuukt
Koud (vloerverwarming?) Koud
Naden door voegwerk Geen, mits goed verwerkt
Nee
Soms
Voegen
€39,45
Nee
Ja
Laag
€16,80
€25,40
Dat spagtelputz en granol geen gewenste wandafwerkingen zijn voor een persoon met ASS blijkt toch wel uit bovenstaande vergelijking. De structuren variëren, de materialen voelen koud aan, hebben een groot contrast en absorberen geen geluid, erg slecht dus! Indien een situatie een dergelijke afwerking betreft is dit een mogelijke bron voor prikkels. In hoofdstuk 3.4.2 Structuur verwijderen worden instructies gegeven hoe men op eenvoudige wijze zelf de storende wand kan aanpassen. Wanneer alleen gekeken wordt naar materialen die positief zijn op het gebied van contrast, dan komt stucwerk als beste oplossing naar voren. Echter heeft dit koude materiaal slechte akoestische eigenschappen en is deze eigenlijk niet zelf aan te brengen, waardoor de kostprijs per m2 stijgt.
3.4.1 VENSTERBANKEN Waar lichtinval de ruimte binnenvalt om deze van daglicht te voorzien, kunnen deze ook storende prikkels vormen in combinatie met vensterbanken. Hoogglans stenen varianten weerspiegelen erg veel licht. Dit kan voorkomen worden door te kiezen voor matte steenafwerking of een kunststof variant. Wanneer de bestaande situatie betegeld is kan deze geverfd worden met een matverf waardoor de weerspiegeling worden gereduceerd. Voor instructies zie hoofdstuk 3.3.3.a Tegels verven.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3.0
Afwerking
62
3.4.2 KEUZE VOOR KURK Een relatief onbekende manier van wanden afwerken is met kurktegels of platen. Zoals in het vorige hoofdstuk is weergegeven heeft dit materiaal goede akoestische eigenschappen waardoor de galm in een ruimte kan worden gereduceerd, zonder dat deze bestaat uit losse elementen. Bij combinatie van wensen op het gebied van akoestiek en contrast komt kurk als goede optie naar voren. Minder positief is dat deze 35% duurder is in vergelijking tot traditionele bouwmethoden, maar doordat deze oplossing erg prikkelarm, goed isolerend en duurzaam is lijkt het zeker het overwegen waard. Tips voor goede uitvoering Uitvoeringsadviezen voor toepassing van kurk als wandafwerking worden onderstaand gegeven om te voorkomen dat extra onderhoudsrisico ontstaat. Wanneer de ondergrond niet goed is bestaat er een risico dat het materiaal los laat, maar zullen ook akoestische eigenschappen verminderen. Onderstaand zal aandacht besteedt worden aan algemene verwerkingsvoorschriften, vochtproblemen en het soort ondergrond waar men de afwerking overheen wil plaatsen. Algemene voorschriften: • plaats de kurk, lijm en vernis minimaal 24 uur voor verwerking in de ruimte met een constante temperatuur van minimaal 18˚c; • verwijder de krimpfolie vlak voor gebruik. Voorkomen van vochtproblemen • wanden met tijdelijke vochtproblemen dienen eerst te drogen alvorens de wandafwerking wordt aangebracht. Dit kan men doen met een verfdroger, of reguliere haarföhn. nadeel hiervan is dat dan alleen de oppervlakte wordt gedroogd. Toepassen van een antivocht primer is een betere oplossing; • bij blijvende vochtproblematiek kan er sprake zijn van opstijgend vocht en dient de oorzaak gesignaleerd en aangepakt te worden. indien men zelf hier geen oplossing voor heeft is het verstandig om een bouwkundig aannemer in te schakelen om de vochtprobleem aan te pakken, om veelvuldige schimmelvorming en vocht in constructies te voorkomen. Soort en kwaliteit van de ondergrond • naast dat de ondergrond droog moet zijn, dient deze ook vlak te zijn. Gaten in bestaand pleisterwerk dienen eerst gevuld te worden zodat oneffenheden verdwijnen; • bij behangen ondergronden dient de oude behanglaag verwijderd te worden om te voorkomen dat deze loslaat (en zo ook de nieuwe afwerking loslaat); • wanneer de ondergrond niet van voldoende sterkte is zal deze afbrokkelen tijdens het aankloppen van de tegels. Voor poreuze ondergronden is het gebruik van een primer ten sterkste aan te raden, deze dunne lijmlaag zorgt ervoor dat de reguliere lijmlaag niet te veel wordt geabsorbeerd; • geverfde pleisterwerken zijn uitermate geschikt voor verwerking. Deze dienen eerst schoon gemaakt worden met ontvettend middel waarna droging uiterst van belang is; • onafgewerkte nieuwe gipswanden zijn poreus en dienen voorzien te worden van een primer. Tevens dienen naden en schroefgaten afgewerkt te worden.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3.0
Afwerking
63
3.4.3 STRUCTUREN VERWIJDEREN Twee storende structuren in huis zijn lambriseringen en andere oneffen wandafwerkingen. In dit onderdeel worden oplossingen aangereikt om de storende factoren weg te nemen en zo een optimaal afwerkingsniveau te realiseren. Bij het uitvoeren van de aanpassingen zijn echter wel een aantal veiligheidsaspecten die men zou moeten weten voordat men aan deze aanpassing begint. a. Lambrisering Een manier om de onderzijde van wanden af te werken is met lambrisering. Deze houten aankleding is er in diverse soorten en maten en levert een tweedeling in de wand op, een voorbeeld hiervan ziet u aan de rechterzijde. Dit is voor een persoon met ASS niet gewenst en al helemaal niet wanneer de lambrisering allerlei contrasten en houtbewerkingen bevat. Men raad dan ook aan om deze te verwijderen en de wand te voorzien van een effen wandafwerking. Bij het verwijderen zijn er echter een aantal aandachtspunten om oneffenheden te voorkomen, milieubewust te werken en de eigen gezondheid te waarborgen: • lambriseringen worden op twee manieren bevestigd, verlijmd of met bevestigingsmaterialen (schroeven, nagels, of spijkers). De platen zijn veelal afgewerkt waardoor u niet kunt zien welk systeem is gebruikt. om te voorkomen dat men zich verwond aan uitstekende spijkers, wordt ten zeerste aangeraden om gebruik te maken van werkhandschoenen; • na het verwijderen van de lambrisering is de ondergrond mogelijk nog voorzien van lijmresten. Om een prikkelarme muur op te leveren kan men lijmoplosser gebruiken, maar deze is zeer milieuonvriendelijk en kan erg stinken. Wegschrapen met een scherp plamuurmes is een betere oplossing, gebruik ook hier weer werkhandschoenen; • verwijderen van de oude wandafwerking kan de ondergrond beschadigen doordat deze poreus is of dat de verbinding in verhouding te sterk is. deze gaten kan men opvullen met een vulmiddel. let hierbij op dat de ondergrond vocht opneemt en dat vulmiddel krimpt tijdens het uitdrogen, waardoor men dit meerdere malen moet herhalen om het gewenste resultaat te krijgen. • in gevallen waarbij het gat te groot is voor een regulier gatenvulmiddel kijkt u dan bij optie b.
b. Wandafwerkingen Indien het probleem ligt bij de structuur van de bestaande wand dan zijn er tegenwoordig meerdere producten op de markt om dit op te lossen. Egalisatiemiddelen kunnen over structuurwanden, structuurverf, (glasvezel) behang, metselwerk, (sommige) tegelwerken en kale bouwmuren aangebracht worden. Men hoeft geen stukadoor meer in te huren maar men kan zelf op eenvoudige wijze de storende prikkels wegnemen. Enkele tips bij het uitvoeren om een optimaal resultaat te krijgen: • reinig voor gebruik het te behandelen oppervlak, loopt het water van de muur af? Dan is geen voorstrijkmiddel nodig. Droog vervolgens de muur goed na; • voorbehandelen van zuigende, poederende of zanderige ondergronden kan worden opgelost met een passend voorstrijkmiddel; • roer het egalisatiemiddel (bijv. muurglad van albastine) goed door voor gebruik; • gebruik een roller om de substantie over de muur te verspreiden, oefen hierbij een ruime hoeveelheid druk uit om te zorgen dat het middel goed hecht aan de ondergrond; • na 15 minuten uitharden haalt men de trekker van boven naar beneden over het materiaal waardoor er een glad oppervlak achterblijft; • voor een egaal geheel werkt men van één zijde naar de andere zijde; • verwerkingshoeveelheden met 10 liter egalisatiemiddel: 20 m2 glasvezelbehang, 18 m2 structuurverf, 10 m2 spagtelprutz; • prijzen liggen rond de 50 euro per 10 liter. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3.0
Afwerking
64
3.5 AKOESTIEK Galm in een ruimte is een van de storende prikkelingen voor een persoon met ASS. In dit hoofdstuk zal ingegaan worden op een aantal oplossingen die gerealiseerd kunnen worden om de akoestiek in een ruimte te verbeteren.
In de bovenstaande afbeelding wordt een idee geschetst hoe geluid zich verplaatst door een ruimte. Geluidsgolven worden ergens opgewerkt (nr. 3) en komen in contact met een oppervlak (splitsing van de pijl). Afhankelijk van het materiaal wordt een hoeveelheid opgenomen (2) ,doorgelaten (1) en weerkaatst (4). Om de galm in een ruimte te verlagen is het van belang dat een lagere hoeveelheid geluid wordt weerkaatst op het oppervlak en meer geluid wordt opgenomen in de achterliggende constructie. Door te kiezen voor materialen met een hogere geluidsabsorptiewaarde zal meer geluidsenergie worden opgenomen, wat de behaaglijkheid van een ruimte zal verbeteren. In dit hoofdstuk zullen oplossingen voor wand, plafond, afdichtingen en andere akoestische elementen aan bod komen.
3.5.1 AKOESTISCH PLAFOND In hoofdstuk 3.2 Plafond is een plafondafwerking geschetst om contactgeluid te weren door een vals plafond toe te passen. Deze vlakke en volledig dichte manier van na-isoleren is echter totaal niet geschikt voor akoestische plafonds. Hier is een totaal ander principe benodigd, de verschillen zullen in deze paragraaf worden toegelicht. Allereerst gaat het erom dat het plaatmateriaal geschikt is voor akoestische doeleinden. Veelal zijn dit minerale wollen platen die een geperforeerde structuur hebben zodat de geluidsgolven hierin geabsorbeerd worden. De platen kunnen aan het bouwkundig plafond gehangen worden met kabelhangers of ophangbeugels. Een tweede bevestigingswijze is middels een traditioneel systeemplafond, echter kan deze afwerking erg onrustig zijn voor een persoon met ASS doordat er teveel contrast wordt toegepast. Wanneer men al een contactgeluidsarm plafond heeft dan kan men niet beiden realiseren en dient het akoestisch plafond onder het valse plafond te worden bevestigd of zijn oplossingen op de volgende pagina’s wellicht een beter alternatief. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3.0
Afwerking
65
3.5.2 AKOESTISCHE WANDPANELEN Wanneer u in een ruimte erg last heeft van galm is het bekleden van wanden een goede optie, vooral in situaties waar plafondpanelen niet gewenst of niet mogelijk zijn. Een optie is wandpanelen welke eruit zien als prikborden en zelfs kunnen fungeren als een prikbord, waardoor deze een duidelijke functie krijgt. Montage kan met beugels gedaan worden en is vrij eenvoudig. Het beste kunt u deze platen monteren op locaties waar de galm opgenomen dient te worden. Om dit te bepalen is het verstandig om zelf in de desbetreffende ruimte te gaan staan en hier de geluidsbronnen te analyseren. Wanneer een luidspreker gericht is op een wand kan deze galm veroorzaken. Door een rechte lijn vanaf de geluidsbron te trekken kunt u bepalen op welke wand de geluidsgolven terecht komen. Dit is de aangewezen locatie voor het wandpaneel. Een aanrader is de productenserie van Ecophon van leverancier Saint Cobain, deze wordt als erg gebruiksvriendelijk ervaren door de eenvoudige bevestigingswijze. Indien in een situatie losse elementen niet gewenst zijn, kan wandafwerking over de volledige wand een betere oplossing zijn. Wandafwerking met positieve akoestische eigenschappen wordt beschreven in hoofdstuk 3.4.2 Keuze voor Kurk. Niet permanente varianten zijn zware gordijnen (hoofdstuk 4.1) of akoestische elementen.
3.5.3 AKOESTISCHE ELEMENTEN De meest eenvoudige oplossing kunt u zelf maken. Een jutezak is een natuurlijk product welke gevuld kan worden met minerale wol om zo een akoestisch absorberend element te creëren. Deze is te bevestigen aan plafonds, maar kan ook als los element in een ruimte worden geplaatst. Echter geeft juten een bepaalde geur die mogelijk niet door iedere met ASS kan worden verdragen. Het is dus verstandig om voor aanschaf te testen of men het kan verdragen. Creëren van een akoestisch element is erg eenvoudig, maar omdat men met minerale wol gaat werken dient men rekening te houden met het feit dat dit materiaal bestaat uit fijne vezels. Bij de verwerking dient men gebruik te maken van werkhandschoenen, een veiligheidsbril en een stofkapje om de luchtwegen en ogen te beschermen.
3.5.4 AKOESTISCH AFDICHTEN Naden en kieren veroorzaken geluidslekken. Om dit te voorkomen is het van belang dat alle doorboringen, gaten, randen en andere kieren worden afgewerkt met de daarvoor geschikte materialen. Zoals in hoofdstuk 3.2 Plafond al is toegelicht is het van belang om de rand van een plafond vrij te houden en hier een afdichtingband te plaatsen, bijvoorbeeld gebonden PUR-schuimvlokken. Dit geldt voor zowel vloer als plafondafwerkingen. Andere naden en kieren kunnen gedicht worden met akoestische tape of blijvendelastische kit.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3.0
Afwerking
66
4.
INTERIEUR & APPARATEN "Thuisvoelen is ontspannen"14
In dit hoofdstuk zullen alle praktische handvatten naar voren komen betreffende het interieur en apparaten. Tips en hints zullen aan bod komen om een prikkelarme omgeving te kunnen verwezenlijken. Voor mensen met een autistisch spectrum stoornis is het bekend dat deze gevoeliger zijn voor licht in hun woonomgeving. In hoofdstuk 2.4 gevelopeningen is reeds een hoop informatie aan bod gekomen betreffende de gevelopening en het lichtinval. Hierna is in paragraaf 2.7.1 de verlichting binnenshuis aan bod gekomen en waar op gelet dient te worden. Naast de oplossingen in de deze hoofdstukken is er nog een mogelijkheid, namelijk zonwering. Hier zal in hoofdstuk 4.1 verder op ingaan worden. “Net als thuis“, het interieur voor een persoon met ASS dient net als een normaal persoon aan te voelen als thuis. De persoon die leeft in de woning moet zich op zijn of haar gemak voelen en zal de woning ook graag inrichten naar eigen smaak. Uiteraard dient de persoon met ASS zelf de keuze te hebben voor zijn of haar inrichting, maar om te helpen zullen een divers aantal oplossingen en tips gegeven worden betreffende de inrichting en de accessoires in de woning. Een divers aantal do’s en dont’s welke apparaten maken en voor erg hinderlijke prikkels zorgen komen in dit hoofdstuk naar voren waar u zeker even aandacht aan dient te schenken. Tevens zal er een divers aantal praktische tips geven voor de keuken, welke een groot prikkelcentrum is indien er niet aan een aantal simpele oplossingen wordt gedacht.
14
Jan des Bouvrie, ontwerper Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 4.Interieur & apparaten
67
4.1 ZONWERING Al eerder in deze praktijkgids is naar voren gekomen dat licht een nare prikkel kan zijn voor personen met een vorm van het autistische spectrum stoornissen. Verlichting is reeds behandeld en in dit hoofdstuk zullen we het binnentredend licht toelichten. Binnendringend licht van straatverlichting, zon en/of maanlicht, verkeer en stoplichten kunnen als vervelend ervaren worden. Om deze prikkels te verminderen kan er bijvoorbeeld worden gekozen voor gordijnen. Wanneer er voor gordijnen wordt gekozen bespreek dit dan goed met de persoon met ASS. De kans is aanwezig dat de persoon met ASS ook een stofallergie heeft of zich snel gaat storen aan de gordijnen. Daarnaast laten gordijnen altijd nog enigszins licht door. Naast een gordijn kan er ook worden gekozen voor een rolgordijn. Dit is efficiënter dan een normaal gordijn en geeft vaak een betere verduistering. Luxaflex daarentegen word sterk afgeraden, onderzoek wijst uit dat het juist voor meer prikkels zorgt. Een nog betere oplossing is zonwering toe te passen, of nog beter rolluiken. Rolluiken toepassen is ideaal, de bewoner kan zich niet storen aan de luiken wanneer ze open zijn en ze zorgen tevens voor totale verduistering. Naast dat de rolluiken de diverse soorten van lichtinval kunnen tegenhouden, hebben ze de eigenschap dat ze voor veiligheid zorgen, extra geluidswerend en isolerend werken. Het toepassen van de rolluiken heeft hierom een zeer positief effect op mensen met ASS. De markt voor rolluiken is zeer groot in Nederland en de keuze bijna oneindig. Het advies: laat u adviseren of helpen door iemand met enige ervaring. Het plaatsen van het rolluik is niet al te moeilijk maar vergt toch enig technisch inzicht. Daarnaast is aan te raden te kiezen voor bediening van binnenuit de woning, en zeer goed na te denken over de keuze tot elektrische of handmatige bediening. Elektrische bediening is zeer gebruiksvriendelijk en eenvoudig, echter neemt het wel een gevaar mee tijdens brand. Bepaal dus de vluchtroute nauwkeurig en overweeg dan uw keuze. Een laatste keuze is raamfolie, waarmee u heel eenvoudig zelf het raam kunt voorzien van een ‘geblindeerde’ strook. Het zorgt voor een matglas look. Deze oplossing is zeer goedkoop, snel en eenvoudig. Het zorgt dat er zowel van binnen als van buiten niet door het raam gekeken kan worden (tot op zekere hoogte), maar laat wel voldoende licht door. Hiernaast is een gematteerd raam in een keuken weergegeven. In hoofdstuk 4.3 keuken zal hier nog verder op worden ingegaan en in hoofdstuk 1.3.2.b is een stappenplan weergegeven op welke manier er het beste raamfolie kan worden aangebracht.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 4.Interieur & apparaten
68
4.2 INTERIEUR Het interieur is voor mensen met autisme sterk afhankelijk van de persoon. Immers, smaken verschillen. Over de keuze van meubilair is dan ook weinig op te merken, behalve één belangrijk gegeven: Personen met een vorm van ASS houden van orde en netheid. Ze willen weten waar wat ligt, hoe het er ligt en elke plek heeft zijn eigen functie. Losliggende spullen op de grond zorgen voor verwarring. Verandering van deze ordening zorgt voor een prikkel, overleg daarom altijd met de persoon als er een verandering in de woning wordt aangebracht. Om terug te komen op het interieur; kies voor meubels met voldoende opbergruimte, vakjes en laatjes. Tevens is het van belang dat de kastjes ook dicht kunnen om zo de ruimte ordelijk en netjes te houden.
Als voorbeeld van een kast is hierboven een IKEA kast uit de LACK-serie weergegeven. Deze kast voldoet aan zeer veel criteria voor een persoon met ASS. De kleur is egaal, het heeft een gladde structuur en veel opbergvakken (zet deze wel vol met mandjes).
4.2.1 MEUBILAIR INRICHTING Over de inrichting van het meubilair zijn er een aantal dingen te melden: • plaats de meubels tegen de wanden en niet midden in de kamer om een overzichtelijk geheel te realiseren; • indien er een bureau in de kamer staat, plaats deze dan haaks op de gevelopeningen. Een persoon met ASS kan namelijk veel hinder hebben van het uitzicht wanneer de persoon zich wil concentreren. Daarnaast kan binnenvallend daglicht als te heftig worden ervaren; • plaats passende meubels op een geordende manier, eetkamer stoelen in de eetkamer en luie stoelen in de woonkamer, waardoor elke ruimte zijn eigen functie heeft; • kies voor stoffen meubels, lederen meubels voelen of koud of warm aan (denk aan schrikreactie); • om storende geluiden van schuivende meubels te voorkomen (contactgeluid) plak viltjes onder de poten van meubilair.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 4.Interieur & apparaten
69
4.3 KEUKEN De keuken wordt vaak gezien als een belangrijk en centraal punt in de woning. Zoals eerder in hoofdstuk 2.8 Ruimte naar voren is gekomen, dient de keuken niet al te groot te zijn om het overzichtelijk te houden. De positionering van het aanrechtblad dient het liefst niet tegen een raam te zijn, de persoon met ASS zal een te grote prikkel ondervinden door het raam en wat er buiten allemaal gebeurd. In hoofdstuk 4.1 Zonwering is al een oplossing weergegeven om raamfolie aan te brengen. Deze optie is zeer geschikt als er geen andere mogelijkheden zijn, of het budget het niet anders toelaat. Kies bij de raamfolie wel voor eenvoud, en geen figuurtjes. De figuurtjes zullen een negatief effect hebben op de werking van de folie. In hoofdstuk 1.3 Buitenruimte wordt raamfolie verder toegelicht met een duidelijke plakinstructie.
4.3.1 APPARATUUR De keuken kan verder worden uigevoerd als ‘normaal’, echter wel met de volgende aanpassingen: • kies voor een inductie kookplaat (let op dat niet alle pannen geschikt zijn voor inductie koken). Een gaskookplaat geeft een vervelend geluid; • kies voor een vaatwasmachine met timer, hij kan dan worden aangezet op momenten dat de persoon met ASS niet thuis is en de storende apparaten kunnen worden ingepland; • geluidsluwe koelkasten zijn er in de regel niet. De standaard koelkasten maken tussen de 35 en 40dB aan geluid, en ‘stillere’ koelkasten zijn erg uitzonderlijk. Kies wel voor een A-merk (denk aan: Bosch, Smeg, Siemens) koelkast, deze streven ernaar een zo stil mogelijke koelkast te produceren. Men raad u aan om voor u een koelkast (of ander huishoudelijk apparaat) gaat kopen, eerst zelf onderzoek te doen op internet. Bekijk vergelijkingsites als Kelkoo (www.kelkoo.nl), vergelijk (www.vergelijk.nl), kieskeurig (www.kiekeurig.nl) en de consumentenbond (mits u lid bent). Wanneer u een duidelijk beeld heeft van wat u wilt stapt u naar een gereformeerde elektronicazaak. Laat u hier nogmaals informeren over de producten en laat ze aanzetten om te luisteren (bedank daarbij dat u op het betreffende moment in een grote zaak staat met omgevingslawaai wat u thuis niet heeft); • de afzuigkap (wordt ook wel dampkap genoemd), dit is één van de grootste prikkel veroorzakers, maar kan ook prikkels reduceren. Allereerst is het van belang dat de kap alle nare luchtjes goed afzuigt. Een geur door het huis kan als zeer vervelend worden ervaren door een persoon met ASS. Ten tweede, het apparaat moet zo min mogelijk geluid maken aangezien geluid ook een grote prikkel is voor mensen met ASS. Dit is dus een vrij lastig apparaat aangezien vaak een betere afzuiging gepaard gaat met een betere/hardere afzuiging. Bij de keuze van de afzuigkap wordt aangeraden goed naar het geluidsniveau te informeren en kritisch te zijn. Afzuigkappen die op de centrale afzuiging zijn aangesloten produceren het minste geluid, omdat er geen motor in de kap hoeft te worden geplaatst. Tips: zorg dat de kanalen juist zijn aangesloten, zo kort mogelijk zijn, zo min mogelijk bochten heeft en voldoende diameter hebben. Kies voor een geïsoleerde kap, of isoleer hem zelf door bitumen aan de binnenkant te plakken. Ten slotte: Onderhoud de kap goed, schone roosters zorgen voor minder geluid. b. Onderhoudstip voor stankoverlast Reinig uw koelkast regelmatig om stank in uw koelkast te voorkomen. Neem met name ook de deurrubbers en de ruimte onder de kunststof beschermranden mee. Deze kunt u reinigen door de platen uit te koelkast te halen en de rubbers tijdelijk te verwijderen. Etensgeuren die in de koelkast blijven hangen kunnen verwijderd worden met een natuurlijke geurverwijderaar, zie hoofdstuk 4.4 Accessoires.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 4.Interieur & apparaten
70
4.3.2 AFWERKING a. Algemeen Op het gebied van keukenafwerking zijn er een aantal onderdelen welke u geadviseerd worden: • het aanrechtblad uitvoeren in een kunststof variant kan een prikkel wegnemen, stenen en metalen bladen voelen snel koud aan; • betegel de wanden in de keuken volledig om onderhoud te voorkomen. Iemand met ASS kan namelijk een schrikreactie hebben of een drift- en/of paniekaanval, het is dan niet uit te sluiten dat de muren schoon blijven. b. Kastjes Keukenkastjes krijgen in een normaal huishouden al veel te verduren. De uitstraling zal dan ook afnemen met de tijd, deurtjes gaan verhangen. Voor mensen met ASS is een juiste afwerking belangrijk en scheef hangende keukenkastjes horen daar niet bij. In hoofdstuk 2.5 zijn er al een tal van voorbeelden en adviezen naar voren gekomen waarin deuren centraal staan. Deze adviezen zijn ook toe te passen op de keukenkastjes: • versterkte scharnieren, hoe zwaarder hoe beter; • de uitvinder BLUM heeft in 1952 het nieuwe systeem ‘Blumotion’ op de markt gebracht waarbij lades en deurtjes zacht dichtvallen. Deze ontwikkeling spaart de kastjes op meerder manieren (nemen geluid en trillingen van dichtslaan weg) en hebben een zeer positieve invloed op mensen met ASS. Tevens is het systeem ook te monteren op bestaande keukens; • doorklap scharnieren zijn ook aan te raden. Wanneer een persoon met ASS een driftbui krijgt en het kastje opengooit (de verkeerde kant op) zal niet het hele deurtje afbreken.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 4.Interieur & apparaten
71
4.4 ACCESSOIRES Uiteraard zijn er naast allerlei bouwkundige oplossingen ook vrij eenvoudige en goedkope oplossingen op de markt welke het leven van een persoon met ASS net iets verbeteren. Onderstaand worden een aantal praktische en eenvoudige tips gegeven. • geef ruimtes aan d.m.v. bebording, zoals reeds benoemd in hoofdstuk 2.8 Ruimten (hoeveelheid) & indeling is het belangrijk dat elke ruimte zijn eigen functie heeft. Een simpel sjabloon of tekst op de deur van elke ruimte zorgt al snel voor veel duidelijkheid; • plaats in de douche een antislipmat, het voorkomt gevaarlijke situaties (overleg wel met de persoon met ASS of deze geen vervelende tast of zicht prikkels ervaart van de mat); • plaats een geurverwijderaar (geurloos) op natuurlijke basis in de woning. Kies voor een geluidsloze permanente variant om schrikreacties te voorkomen; • hang geen spiegels tegenover een gevelopening, de weerspiegeling van het licht zorgt voor een vervelende prikkel; • gelieve geen rubbermat bij de voordeur, de geur van rubber kan als storend worden ervaren; • het wordt sterk afgeraden in de badkamer en toiletruimte vloerkleedjes neer te leggen. De kleedjes nemen snel geur en vuil op en zorgen ook voor teveel contrast. Tevens is het gevoel wanneer de persoon eroverheen loopt op zijn blote voeten ook te verschillend; • vuil wasgoed verspreid vieze geuren en kan chaotisch ogen, door gebruik te maken van gesloten wasmanden worden beide prikkels verminderd; • wasmiddelen kunnen storende geuren verspreiden, maak gebruik van droogruimten buitenshuis door een droogpaal, wasrek of waslijn; • insecten zijn storende wezens doordat deze zoemende geluiden produceren, kunnen steken of zichtbaar aanwezig zijn. Door ramen en deuren te voorzien van horren kunnen deze op eenvoudige wijze worden geweerd; • laat personen altijd stapsgewijs kennismaken met apparaten en veranderingen in de woning, deze gewenning kan schrikreacties voorkomen.
N.B. deze bellen verduidelijking de badfunctie. Let er bij keuze op dat de gekozen variant niet storend is voor de gebruiker. Contrast of kleurgebruik kan een struikelblok zijn. Hier kan dan gekozen worden voor vereenvoudigde symbolen.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 4.Interieur & apparaten
72
4.5 HUISHOUDELIJKE APPARATEN Binnen het huis bevinden zich diverse apparaten en al deze apparaten hebben zo hun eigen eigenschappen. Vele van deze apparaten kunnen vervelende geluiden maken. Omdat er voor alle apparaten een zeer grote markt is, en deze markt ook zeer snel veranderd hieronder een aantal tips: De keuze van het apparaat • bepaal eerst wat u wilt, zo specificeert u uw opdracht; • doe eerst zelf onderzoek op internet. Bekijk vergelijkingsites als Kelkoo(www.kelkoo.nl), vergelijk (www.vergelijk.nl), kieskeurig (www.kiekeurig.nl) en de consumentenbond (mits u lid bent). Lees u tevens in op forums om gebruikerservaring op te doen; • wanneer u een duidelijk beeld heeft van wat u wilt stapt u naar een gereformeerde elektronica zaak. Laat u hier nogmaals infomeren over de producten en laat ze aanzetten om te luisteren (bedenk daarbij dat u op het betreffende moment in een grote zaak staat met omgevingslawaai wat thuis ontbreekt) geef tevens aan waarom (het gaat om een persoon met ASS) u specifieke eisen heeft; • voorkeur gaat uit naar een apparaat met een timer, op deze manier kan het apparaat worden ingeschakeld als de persoon met ASS niet thuis is (geen overlast) of kunnen de storende geluiden ingepland worden waardoor orde en structuur aangebracht wordt; • kies uw apparaat en vraag naar de mogelijkheden van de retourtermijn, hierdoor kunt u thuis eerst de geluiden testen of de geluiden niet te heftig zijn in uw thuissituatie. De aandachtspunten • zorg dat de apparaten juist worden aangesloten, zeker bij apparaten die op het luchtkanaal worden aangesloten; • plaats de apparaten op een solide ondergrond en stel ze vlak af, niets zo vervelend als een schommelend apparaat (tevens neemt de slijtage toe); • hang apparaten die opgehangen dienen te worden aan een stevige muur. Zeker als het apparaat trillingen teweeg brengt. Als de muur wat slapper is en het apparaat trilt, kan de wand gaan resoneren. In dit geval versterkt de wand de trilling; • plaats apparaten in gedempte afgesloten ruimtes (zie hoofdstuk 2.3 Wand en 3.0 Afwerking); De deurbel • plaats deze niet te dicht bij de slaapkamer, stel het geluid zacht af of plaats desnoods geluiddempend materiaal over de bel; • wanneer elektronische geluiden te heftig zijn, is het gebruik van een ouderwetse ‘deurklopper’ mogelijk een idee. Extra aandachtspunten • maak gebruik van een koptelefoon in plaats van boxen om storende geluiden van medebewoners/gezinsleden te voorkomen; • plak rubbertjes of viltjes onder apparaten welke mogelijk trillen, schuren of ander geluiden maken; • kies voor een elektrische waterkoker in plaats van een fluitketel. • een stand-by lampje kan prikkels veroorzaken, met name in de slaapkamer. Kies ervoor om deze uit te schakelen wanneer er geen gebruik van wordt gemaakt. Door middel van een stekkerdoos met schakelaar zijn meerdere apparaten in één handeling uit te schakelen. Deze oplossing is tevens goed voor het milieu en uw portemonnee.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 4.Interieur & apparaten
73
SLOTWOORD Individuele gradaties van de verschillende prikkels veroorzaken verschillende woonwensen, waardoor één ideale situatie niet definieerbaar is. In deze praktijkgids is een breed scala aan oplossingen gegeven voor de grote diversiteit aan woonwensen. Door middel van het Register is het mogelijk geworden om voor iedere persoon met ASS een zo passend mogelijk oplossingenpakket aan te bieden. Hierdoor worden beperkingen door het effect van storende prikkels gereduceerd. Tot slot willen wij een aantal aanbevelingen doen voor toekomstige onderzoeken. Hierdoor zal het bereik van woonwensen voor personen met ASS concreter en breder gespecificeerd kunnen worden. Het resultaat dient bij te dragen aan het streven om de individuele mate van zelfstandigheid te vergroten. • voorgaande woonwensonderzoeken zijn veelal gebaseerd op een beperkt aantal ondervraagden, kwalitatieve onderzoeken. Conclusies bestaan uit gesignaleerde problemen en woonwensen. Met welke mate de zelfstandigheid wordt vergroot is nog niet onderzocht. Wij adviseren om dit wetenschappelijk te onderzoeken. Wij verwachten echter wel dat de sterke differentiatie per individu mogelijk zal leiden tot beperkingen in het onderzoek; • domotica, ook wel huisautomatisering genoemd, heeft zich binnen de ouderenzorg bewezen als praktisch hulpmiddel. Deze integratie van technologie en diensten kunnen kwaliteit van wonen en leven verbeteren. Wij adviseren dan ook om toepassingsmogelijkheden van domotica voor de woonruimte van personen met ASS te onderzoeken; • bewust bouwen voor de gebruikers is een van de kernpunten van Healing Environment. In deze gids zijn de omgevingsinvloeden geïnterpreteerd om het welbevinden van de gebruiker te bevorderen, door de negatieve effecten te reduceren. Hier is echter geen rekening gehouden met de overige aspecten van het Healing Environment principe. Wij adviseren dan ook om te onderzoeken of keuzes voor bepaalde omgevingsfactoren het fysieke, mentale en sociale welbevinden kunnen stimuleren.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | slotwoord
74
VERKLARENDE WOORDEN LIJST
A
Aanslag (van een kozijn) Het gedeelte van een stijl en een dorpel waar een deur of (draaiend) raam tegenaan sluit. Een losse aanslaglijst wordt ook naald genoemd Afdichtingband Tochtband, vaak op een rol. Het materiaal zet uit na bevestiging en sluit de naad luchtdicht af Afhangen Het haaks afwerken en in de scharnieren hangen van een deur of raam Afwerklaag Akoestische Isolatie Anemostaten
B
Een laag afwerking (vaak stucwerk) op de ruwe ondergrond om tot een mooi eindresultaat te komen Isolatie in een gebouw die de doorgang van geluidsgolven tegengaat
Antistatisch
Een anemostaat is een vierkant of rond rooster dat wordt gebruikt voor toevoer en afzuiging van lucht Oplading tegengaand
Antivocht Primer
Vochtwerende primer of grondverf
Balansventilatie
Mechanisch ventilatiesysteem in woningen, waarbij de verse buitenlucht mechanisch wordt aangezogen, zodanig dat er voldoende verse lucht wordt ingeblazen en er een goede balans is met de afgezogen binnenlucht. Borstwering of afzetting van een balkon, trap, galerij, venster of brug, bestaande uit houten, stalen of stenen balusters, met een daarop rustende een balk of lijst. Ten onrechte wordt een galerij van een flat ook vaak balustrade genoemd Gevoel van welbevinden in een ruimte, het voelt er fijn aan
Balustrade
Behaaglijkheid Beton (giet)
Betonkern-Activering
Bitumen
Blinde muur Borstwering
Borstweringshoogte Bouwbesluit 2003
Bouwdeel Bouwfolie
Een kunstmatig steenachtig materiaal, dat als bouwmateriaal wordt gebruikt. Het moderne beton in Nederland is samengesteld uit het bindmiddel cement en uit een of meer toeslagmaterialen zoals zand, grind of steenslag. Cement heeft de eigenschap dat het door toevoeging van water verhardt Betonkernactivering is een verwarmings- cq. koelingssysteem dat gebruik maakt van de gebouwmassa, meestal toegepast in de utiliteitsbouw. In de kern van de vloer worden watervoerende leidingen aangebracht; deze houden de vloeren/plafonds op een constante temperatuur Bitumen is het residu van het distillatieproces van aardolie. Het is een waterdicht en plastisch product met een groot hechtend vermogen en wordt daarom gebruikt om daken waterdicht te maken Een gevel die helemaal dicht is, zonder ramen of andere openingen Gemetselde of getimmerde begrenzing van balkons aan buitenzijde of onder kozijnen tot een hoogte van ca. 90 cm., meestal ter beveiliging of als versterking De hoogte van de borstwering is volgens het bouwbesluit minimaal 1000mm+ vloerpeil, en 1200mm+ boven de 13meter Geeft de minimale technische eisen waaraan (nieuwe en bestaande) bouwwerken moeten voldoen. Het speelt onder andere een rol bij het verlenen van bouwvergunningen Een bouwwerk is de complete verzameling van functionele objecten en/of fysieke objecten benodigd aan een huisvestingsbehoefte te voldoen Damp-, lucht- en waterschermen, die ofwel dampopen zijn ofwel dampdicht. Daarnaast zijn er ook waterwerende folies Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | slotwoord
75
C
Cementdekvloer
Centrale Verwarming (CV)
Composiet platen
Condensvorming
Contactgeluid
Context
D
Dakbeschot
Een afwerklaag op de bouwvloer van vloeibaar cement. In de afwerkvloer worden vaak de leidingen en elektra weggewerkt. Tevens zorgt het ervoor dat de vloer waterpas word Een verwarmingssysteem, waarbij de warmte die nodig is voor de verwarming van de vertrekken van een gebouw, centraal wordt opgewekt en met behulp van een warmteoverbrengend medium (stoom, water of lucht) wordt Overgebracht naar deze vertrekken. Het meest bekend is het systeem waarbij radiatoren staan opgesteld die warmte krijgen toegevoerd via stoom- of warmwaterleidingen van een centraleverwarmingsketel. Warme lucht, ook via een Kanalenstelsel getransporteerd, wordt rechtstreeks in de vertrekken geblazen Een composiet is een materiaal dat is opgebouwd uit verschillende componenten. Vaak worden hiermee vezelversterkte kunststoffen bedoeld. De vezels zorgen voor de krachtsdoorleiding en de matrix (vaak kunststoffen) houden de vezels samen en zorgen voor het overbrengen van schuifspanningen Als de oppervlaktetemperatuur van een element lager is dan de luchttemperatuur in het vertrek en de relatieve vochtigheid in het vertrek hoog is, kan condensvorming optreden Contactgeluid is het geluid dat via bouwdelen - vloeren, buizen, muren et cetera - verspreid wordt. Contactgeluid ontstaat door contact tussen mens en materiaal of tussen materialen onderling; de trillingen vermenigvuldigen zich vervolgens in het materiaal. Oorzaken zijn bijvoorbeeld stampvoeten, het dichtslaan van deuren, het bespelen van een cello op een houten vloer, een luidsprekerkast op de kale muur, et cetera. Verzameling van omstandigheden en feiten die een bepaalde toestand definiëren
Dampdoorlatend
Winddichte betimmering of beplanting, al dan niet voorzien van isolatie. Hierop rust de dakbedekking of de pannenconstructie folie welke damp doorlaat
Dampopen Scherm
Zie dampdoorlatend
Dampscherm
Zie dampdoorlatend
dB(A)
De A-gewogen decibelwaarde dB(A) is de meest gangbare eenheid voor geluidbelasting. De A-weging houdt rekening met de gevoeligheid van het menselijk oor voor de toonhoogte van het geluid Hengsel
Deurbeslag Deurspion
Domotica
Doorklap scharnieren Driftbui Drukvaste isolatie
Een klein kijkertje in een massieve deur. Met een fish-eye lens kunt u zien wie er voor de deur staat. Houdt geen inbreker tegen, maar is handig bij ongewenst bezoek Verzamelbegrip voor een hoog niveau aan voorzieningen m.b.t. de elektrotechnische en data-installatie in gebouwen en het automatiseren van functies door middel van elektronica, zodat zaken als ventilatie, verwarming, verlichting, alarmbeveiliging, energiebesparing Scharnieren welke kunnen doorklappen, bereik van 180° Drift is een kortdurende, hevige en impulsieve vorm van woede die gepaard gaat met veel stress De isolatieplaten kunnen een druk opnemen Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | slotwoord
76
E
Egalisatiemiddelen
Een middel om een wand, vloer of plafond te egaliseren/ vlak te maken
E-installaties
Alle elektrische installaties in een gebouw
Elastische siliconen kit Endoscopisch
Siliconen kit welke elastisch is, de kit scheurt niet bij werking van de bouwdelen Binnenin kijken
Energieprestatienorm
Epn, geeft de energiezuinigheid van woningen aan
EPDM
EPDM staat voor Ethyleen Propyleen Dieen Monomeer en is een synthetisch rubber; ook de variant met terpolymeer ipv. monomeer wordt EPDM genoemd. Meestal worden extra stoffen toegevoegd om de karakteristieken te verbeteren, bv. roet en vulkaniseermiddelen Is een coatingvloer op basis van epoxyhars. Deze vloer is geschikt voor ruimten met een lage mechanische belasting, waar netheid uiterst belangrijk is. Hygiënische vloeren worden soms uitgerust met epoxycoating, maar ook archief- en technische ruimten, bedrijfshallen en kleedruimten moeten gemakkelijk stofvrij te houden zijn een ruimte als uitbreiding van een ruimte of ander vertrek in een gebouw, die buiten de gevel uitsteekt en in open verbinding staat met het bedoelde vertrek. De buitenzijde wordt begrensd door kozijnen Mooi, smaakvol, geraffineerd
Epoxy Coating
Erkers
Esthetische waarde
F
Extramuralisering
Is het streven om buiten de muren van een intramurale instelling (waar iemand opgenomen wordt) gelijkwaardige zorg te bieden
Flankerend geluid
Wordt overgedragen via de structuur van het gebouw. Wanneer er in een muur wordt geboord, geeft de muur de trillingen door aan aangrenzende bouwelementen zoals de vloer en het plafond. Ook wanden die door luchtgeluid aan het Trillen gebracht worden, geven de trillingen door aan aangrenzende constructies Constructies waar geluid kan flankeren, zie verder flankerend geluid
Flankerende Constructies Fysisch
G
Gebonden polystyreenschuimparels (Ps-Korrels) Gebruiksoppervlakte
Genageld
Natuurkundige eigenschappen, bijvoorbeeld vocht, temperatuur, galm, etc.
De schuimparels zijn vervaardigd van geëxpandeerd polystyreenschuim en worden door middel van luchtdruk in de spouwruimte gespoten. Dit gebeurt via kleine voorgeboorde gaten in de voegen De gebruiksoppervlakte van een ruimte of een groep van ruimten (bijv. een woning) is de oppervlakte, gemeten op vloerniveau tussen de opgaande scheidingsconstructies, die de ruimte of groep van ruimten omhullen Vastgespijkerd, geschoten
Geperforeerde Beplating Plaatmateriaal waarin een veelvoud van gaten zijn aangebracht om geluidsgolven beter te absorberen Gerenommeerde Erkende of bekende aannemer aannemer Gevelopening De opening die in de muur is uitgespaard om er een venster in te plaatsen
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | slotwoord
77
Gietbouw
Gipsplaat
Gipsvezel
Glaswol
Glazen Bouwstenen
Gording
Gordingenkap
Granol
H
Granulaat
Het materiaal in korrelvorm dat na granuleren (vermalen) ontstaan is, bv. betongranulaat, metselwerkgranulaat, metaalgranulaat, rubbergranulaat.
Healing Environment
HSB-bouw
We spreken van een healing environment als de gebouwde omgeving bijdraagt aan het fysiek, mentaal en sociaal welbevinden van gebruikers. Dit zijn de bewoners en bezoekers, maar ook de mensen die in het gebouw werken Bouwmethode waarbij de dragende delen van het gebouw gemaakt zijn van een houten skelet van balken, kolommen en platen Zie houtskeletbouw
Hydraulische systeem
Is een aandrijftechniek die gebruik maakt van vloeistof onder (hoge) druk
Hz
Hertz is de SI-eenheid van frequentie. De hertz wordt gebruikt bij periodieke (zich herhalende) verschijnselen. 1 Hz komt daarbij overeen met een periode van 1 seconde. Zou iemand regelmatig, éénmaal per seconde op een tafel tikken, dan heeft dat tikken een frequentie van 1 Hz. Tikt de persoon sneller, bijvoorbeeld tweemaal per seconde (de periode is dan 0,5 s), dan bedraagt de frequentie 2 Hz
Ico
Isolatie-index contactgeluid
Ilu
Isolatie-index luchtgeluid
Ilu;Lab
Isolatie-index luchtgeluid, labda waarde
Houtskeletbouw
I
Bouwmethode waarbij betonspecie op de bouwplaats in de bekisting wordt gestort met een kubel of een betonpomp waardoor, met wapening, vloeren en muren ontstaan. De gietbouwmethode wordt in alle bouwsectoren toegepast, dus in de woningbouw, utiliteitsbouw, agrarische bouw en infrastructurele bouw Gipskartonplaten: bestaan uit een kern van gips dat aan beide zijden is voorzien van karton, de hechting ontstaat tijdens de uitharding van het gips Gipsvezelplaten worden onder hoge druk geperst uit een mengsel van gips en papiervezels. Het grote voordeel van gipsvezelplaten is een hardere oppervlakte dan gipskartonplaten, hierdoor zijn deze stootvaster Glaswol is een silicaat dat gebruikt wordt als isolatiemateriaal. Het is een product dat vervaardigd wordt uit zand en gerecycleerd glas (geen post consumer). Het is niet brandbaar en niet oplosbaar in water, en daardoor erg geschikt als bouwmateriaal Ook wel bouwglas, glasblok, glassteen. Een glazen bouwsteen is een nietdragende steen van dubbelglas met een dikke spouw, meestal vierkant van vorm Houten ligger in de lengterichting van het dakvlak, waarbij twee zijden evenwijdig liggen aan het dakvlak. Bij een gordingenkap dragen de gordingen het dakpakket. De gordingen zelf zijn opgelegd op dragende muren of vormen een onderdeel van een dakspant Bij een gordingenkap worden de daksporen of het dakbeschot gedragen doorgordingen. Deze balken liggen evenwijdig aan de nok met één kant evenwijdig aan het dakschild. Wordt de gording op zijn beurt gedragen door een spant, dan is de oplegging vaak versterkt door een gordingklos. Pleisterwerk met over het algemeen een vrij grove structuur
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | slotwoord
78
Inductie Kookplaat
K
Intensiteit
Een type kookplaat dat gebruikmaakt van het principe van inductieverhitting. In een inductiekookplaat zijn elektrische spoelen geplaatst. Deze genereren onder de pan een magnetisch veld dat met een zeer hoge frequentie fluctueert, zo Tussen de 25 en 100 kilohertz. Hierdoor gaat een elektrische wervelstroom door de panbodem lopen die door de weerstand van de bodem wordt omgezet in hitte sterkte; kracht; hevigheid, de graad van spanning, kracht of activiteit
Invalsweg
Naar een stadskern leidende of uit een stadskern komende belangrijke weg
Isolatiecapaciteit
Capaciteit om te isoleren
Kanaalplaat
Grote prefab betonplaat van voorgespannen beton met kokervormige uitsparingen, opgelegd op dragende muren of balken Wordt toegepast om de hoeklijn strakker en makkelijk te kunnen bevestigen tegen wanden en verticale betimmeringen. Bij ondergronden die niet strak en vlak zijn (metselwerk) vangt de kantlat de onevenheden op en vooral de Zwarte kantlat maakt de kieren tussen wand en lat minder storend. Kantlatten zijn voorzien van een tape of verflaag welke in twee kleuren leverbaar is namelijk wit en zwart. Kantlatten zijn veelal uitgevoerd in vuren maar ook een Brandwerende uitvoering is leverbaar Constructie, dienend om de dakbedekking te dragen
Kantlatten
Kap
L
Komo-Procescertificaat
Een KOMO-procescertificaat is een kwaliteitsverklaring die duidelijk maakt dat een product, bouwdeel of installatie (na het uitvoeringsproces) overeenkomt met de productspecificaties en -prestaties die in de verklaring zijn vastgelegd. Ook geeft het procescertificaat aan dat het daarvoor benodigde proces overeenkomt met de processpecificaties die zijn vastgelegd in de verklaring
Lat
Smal, lang en dun stuk hout
Luchtgeluid
Luchtgeluid is een begrip uit de akoestiek dat verwijst naar geluid dat door de lucht wordt overgebracht. Door gaten en kieren kan luchtgeluid van de ene naar de andere ruimte overgebracht worden. Ook kan luchtgeluid wanden of glasplaten in trilling brengen, waardoor het geluid verder wordt overgebracht De hoeveelheid vocht die zich in de atmosfeer bevindt. We onderscheiden: 1. Absolute luchtvochtigheid. De hoeveelheid vocht die 1 kub.meter lucht van een bepaalde temperatuur op een bepaald moment bevat. 2. Relatieve luchtvochtigheid. De verhouding in % uitgedrukt tussen de absolute luchtvochtigheid en de verzadigingsvochtigheid (de bij een bepaalde temperatuur maximaal mogelijke)
Luchtvochtigheid
Gewicht, Kg/m³
M
Massa Mechanische ventilatie
Mechanische ventilatie is een geforceerde ventilatie die tegenwoordig overal wordt toegepast om "verbruikte" leeflucht naar buiten te brengen. Zowel in de woningbouw als de utiliteitsbouw wordt mechanisch geventileerd. Via een standenknop (2 tot 4 standen) kan de kracht van het systeem ingesteld worden; bij het 4-standen-systeem is stand 1 de Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | slotwoord
79
automatische en 2-3-4 zijn laag-midden-hoog. Bij centrale plaatsing van de aanzuig- en afvoerunits is kan radiografische besturing handig zijn
Minerale Wollen
Montagebouw
Monumentale panden
N
Na-isoleren Natte ruimten NEN-norm
O
Onderdorpel Onderhoudsfase
P
Panlat PBM's Perliet Persoonlijke Bescherming Middelen Polyfoam Polyurethaanschuim Polyvinylchloride
Is de algemene aanduiding van twee soorten isolatiemateriaal namelijk: glaswol en steenwol. Deze minerale wollen zijn gesponnen uit glas of steen. Het zijn duurzame materialen zonder chemische bestanddelen Ook wel montagebouw, systeembouw of unitbouw genoemd, is het bouwen uit prefab bouwonderdelen zoals vloeren wanden en daken. Hierbij worden de elementen op de bouwplaats samengevoegd tot een geheel De uitdrukking monumentaal pand hoeft alleen maar te betekenen dat degene die een pand monumentaal noemt, het een karakteristiek of authentiek gebouw vindt, zonder dat het geregistreerd is als monument
Materiaal zo aanbrengen dat kou, warmte of geluid minder goed naar binnen of naar buiten kunnen Ruimten binnen de woning waar veel vocht in voor komt, denk aan de douche en toiletruimte Door het Nederlands Normalisatie Instituut uitgegeven bladen waarin eisen, afmetingen en kwaliteiten ten behoeve van ondermeer de grafische industrie zijn aangegeven. NEN-normen zijn er voor alle takken van industrie
Horizontaal onderdeel onderaan raam- of deurkozijn, voorzien van sponning waarin de deur of het raam past en kan draaien of schuiven De tijd waarin een element onderhoud vereist, tot einde levensduur
Horizontale lat om de dakpannen te dragen. De latten zijn ca. 22x32 mm en op tengels vastgezet aan het dakbeschot; de tengels lopen verticaal Persoonlijke Bescherming Middelen Perliet is een kristalstructuur in staal en gietijzer en komt voor bij temperaturen beneden 727°C Uitrustingsstukken of -middelen die door een persoon gedragen of vastgehouden worden als bescherming tegen gevaren voor zijn gezondheid en veiligheid Geëxtrudeerd polystyreen Een belangrijke familie polymeren, die veel toepassingen kent, zo wordt het onder meer gebruikt als kunstmatig alternatief voorleder (pvc), chemische naam polychlooretheen (pce), is een veelvuldig toegepaste thermoplast die ontstaat na polymerisatie van het monomeer vinylchloride (vcm). Omdat pvc goedkoop en eenvoudig te bewerken is, wordt het veel toegepast in allerlei takken van de industrie ter vervanging van onder andere hout en beton
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | slotwoord
80
Poreus
Prefab betonbouw Primer
Pur-Schuimvlokken
Ander woord voor grondverf of eerste poedercoating die goed hecht op de ondergrond zodat de afwerklagen kunnen worden aangebracht Ander woord voor grondverf of eerste poedercoating die goed hecht op de ondergrond zodat de afwerklagen kunnen worden aangebracht. Zo wordt een primer gebruikt om metalen of gladde kunststof buizen van een normale laklaag te kunnen voorzien. Zie ook coating en verzinken Zie Polyurethaan
Rc-waarde
Warmteweerstand
Regels
Latten hout ca. 30x30mm
Reliëf
Oneffenheid van een oppervlak
Rendement
Opbrengst van een investering of belegging, uitgedrukt in een aantal geldeenheden per tijdeenheid Meetrillen, meeklinken
Primer
R
Resoneren Ruwbouwfase
S
Poreus wil zeggen dat er luchtbellen in het materiaal zitten. Doel van de luchtbellen kan zijn het gewicht te verkleinen of de warmte-isolatie te vergroten of beide Standaardisatie in betonnen elementen op de bouw
RVS-spouwankers
Fase van de bouw voorgaand aan de afbouw. Het skelet word gebouwd in dit traject Roestvrijstalen spouwankers
Scharnierpen
De pen die de paumelle verbind
Schil
Buitenste laag van een gebouw
Schuttersgaten Semitransparant
Gaten in een muur of toren om doorheen te schieten naar buitengelegen aanvallende troepen Half transparant/ doorzichtig
Sierplijster
Soort structuurverf
Slotkast
Hoofdonderdeel slot, de kast waarin het slot mechanisme zich bevind
Slotplaat
Plaat welke over de slotkast word geschroefd als afwerking
Sociale Interactie
Is de wijze waarop mensen en groepen ten opzichte van elkaar handelen, op elkaar reageren en elkaar proberen te beïnvloeden De hoeveelheid massa van een stof per eenheid van volume
Soortelijk gewicht Spagtelputz
Sponning Spoor Sporenkap
Spouw
Spachtelputz is een kunststof gebonden sierpleister voor muren en wanden. Het materiaal bestaat voor 80% uit witte gebroken marmerkorrels en voor 20% uit bindmiddelen (lijm) De uitsparing in de rand van de gevel voor het plaatsen van een bouwdeel of bouwelement Een spoor is een wat kleinere spant, dus een betrekkelijk dunne balk die van dakvoet tot nok loopt Ook wel spantenkap. Bij een sporenkap lopen de houten balken (de sporen) van de nok tot de dakvoet, dus verticaal, waarbij de horizontale en verticale krachten uit de kapconstructie worden opgevangen door de steunpunten op de vloer of muurplaat en nok of nokknooppunt Ruimte tussen twee muren
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | slotwoord
81
Spouwankers
Stapelbouw
Steenwol
Suskast
T
Tengel
Toog Traditionele bouwmethoden Trillingsarme beugels
V
Vereniging Van Eigenaren
Spouwankers worden op bepaalde regelmatige afstanden aangebracht om het buiten- en binnenblad van een spouwmuur met elkaar te verbinden, zodat een stabiele constructie ontstaat Bij de bouwmethode stapelbouw wordt steen na steen of blok na blok op elkaar gestapeld. Het stapelen gebeurt vaak met de hand, maar bij grotere blokken of muurelementen worden hulpmiddelen gebruikt Of rotswol genoemd, is een isolatiemateriaal dat wordt vervaardigd uit diabaas of basalt. Bij 1400°C wordt de steenmassa gesmolten en wordt vervolgens met een zogenaamde spinner weggeslingerd. Hierdoor stolt de vloeistof weer tot draden. Samen met een bindmiddel wordt dit in een verhardingsoven tot een mat gemaakt Ventilatierooster met omkasting ten behoeve van natuurlijke ventilatie waarin geluid van buiten wordt geabsorbeerd, zodat zowel voldoende ventilatiecapaciteit alsook afdoende geluidwering wordt gerealiseerd
Een lat die tussen het dakbeschot en de panlatten wordt aangebracht. Deze lat loopt van nok naar dakvoet en zorgt voor voldoende ventilatie onder de pannen Een boogvorm Onder traditionele bouw verstaan we de bouwmethode die in de loop van jaren is ontwikkeld en waarbij gebruik gemaakt wordt van lokaal gangbare materialen Beugels zorgen voor een ontkoppeling van het plafond of de wand. Hiermee wordt naast luchtgeluid (spraak) ook contactgeluid (zoals van lopen) geïsoleerd
Verlaagd plafond
Als u eigenaar bent van een appartementsrecht, bent u volgens de wet lid van de Vereniging van Eigenaren (VvE). Samen met de overige eigenaren behartigt de VvE de gemeenschappelijke belangen in en rond het appartementencomplex. In de splitsingsakte is aangegeven welk aandeel u als eigenaar hebt in het gehele gebouw Een plafond welke hangt onder het zogenoemde bouwplafond
Vezel Platen
Zie gipsvezelplaten
Videofoonsysteem
Vloerpeil
Een systeem waardoor men via een camera de persoon kan zien welke voor de deur staat Een vloerafscheiding is een afscheiding aan de randen van een (dak)vloer ter voorkoming van het van die vloer kunnen vallen en dienende als steunpunt voor personenverkeer Hoogte van de bovenkant vloer gemeten vanaf NAP niveau of maaiveld
Volumieke Massa
Dichtheid. Het verband tussen de massa en het volume, uitgedrukt in kg/m³
Voorstrijkmiddel
Laag die rechtstreeks op een absorberende drager wordt aangebracht
Vraaggestuurde Ventilatie Vrije Hoogte
Met vraaggestuurde ventilatie kunt u de ventilatiebehoefte afstemmen op de luchtkwaliteit De vrije hoogte wordt in het bouwbesluit gedefinieerd als "de verticale afstand tussen de bovenkant van een afgewerkte vloer of het maaiveld en de onderkant van het laagste, daarboven gelegen constructiedeel". In het bouwbesluit staat beschreven welke eis er aan de vrije hoogte wordt gesteld voor de verschillende soorten ruimte. Zie Vereniging van Eigenaren
Vloerafscheidingen
VvE
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | slotwoord
82
W
Warmteaccumulatie
Warmtecoëfficiënt Warmteweerstand Welstandscommissie
Wet geluidshinder (Wgh) W-Installaties
Z
Warmteaccumulatie is het, meestal langzaam, opslaan van energie ("warmte") in een medium, met het doel deze energie op een later tijdstip weer langzaam af te staan. Warmteaccumulatie is zowel het proces van opslaan en afstaan als de verschijnsel van het "opgeslagen zijn en afstaan" W/mK ook wel labda-waarde De warmteweerstand of Rc-waarde geeft het warmte-isolerend vermogen van een materiaallaag aan De Welstandscommissie is een adviesorgaan van de gemeente, het kan ook zijn dat er een stadsbouwmeester is. Die heeft dezelfde functie als een commissie. De commissie kijkt vooral naar de architectuur van uw woning en naar de manier waarop die in de omgeving past. Zij doet dit aan de hand van een door de gemeente geschreven welstandsnota. Regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder Werktuigbouwkundige installaties
Zijlicht
naast toegang geplaatste vensters
Zonwerend glas
dient voor een drastische beperking van de door de zonnestralen afgegeven warmte, terwijl het licht nog steeds wordt doorgelaten. Deze zonwering is te danken aan een vacuüm aangebrachte metaalcoating. Verschil in isolatie-index constructie
∆Ico
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | slotwoord
83
AUTEURSLIJST In dit overzicht wordt de auteursverklaring per hoofdstuk weergegeven. De algemene teksten zijn in coauteurschap geschreven en worden hier niet benoemd. 1.0 De omgeving is geschreven door Chantal Houwers 2.0 In de woning is een hoofdstuk welke bestaat uit co-auteurschap, verder gespecificeerd: 2.1 Dak - Mike Westerdijk 2.2 Vloer - Mike Westerdijk 2.3 Wand - Mike Westerdijk 2.4 Gevelopeningen- Mike Westerdijk 2.5 Deuren - Chantal Houwers 2.6 Hang en sluitwerk - Chantal Houwers 2.7 Installatie technisch - Mike Westerdijk 2.8 Ruimte en indeling - Chantal Houwers 3.0 Afwerking is geschreven door Chantal Houwers 4.0 Interieur en apparaten is geschreven door Mike Westerdijk
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Auteurslijst
84
BRONNENLIJST Bouwbesluit eisen energiezuinigheid2012-last update [Homepage of EKBouwadvies], [Online]. Available: http://www.ekbouwadvies.nl/bouwbesluit/energiezuinigheid/vervangenkozijnen.asp [05/09, 2012]. Energiebesparing per element binnenhuis2012-last update [Homepage of Energiebespaarshop], [Online]. Available: http://www.energiebespaarshop.nl/contentServlet/;jsessionid=4B8CBEF7217649A4A3811BDAF4EF246B.com piere [05/02, 2012]. BEHEERENONDERHOUDKOSTEN.NL, 2012-last update, Ruim 100.000 kosten gegevens voor begroten, calculeren en toetsen [Homepage of SDU Uitgevers], [Online]. Available: http://www.beheerenonderhoudkosten.nl/ [04/10 - 05/12, 2012]. BOOM, MAESSEN, NOY, RAADSCHELDERS, 2005. 8 Woningbouw. 2 edn. Utrecht, Nederland: Thieme Meulenhoff. BOUWKOSTEN.NL, 2012-last update, Ruim 100.000 kosten gegevens voor begroten, calculeren en toetsen [Homepage of SDU Uitgevers], [Online]. Available: http://www.bouwkosten.nl/ [04/10 - 05/05, 2012]. DERKSEN, E., WATERMAN, 2009. Handleiding Akoestisch Onderzoek Wegverkeer. DVS-2007-010. Den Haag, Nederland: Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart. DGMR RAADGEVENDE INGENIEURS BV, 2012-last update, Bouwdata binnenwanden [Homepage of Gezond Bouwen en Wonen], [Online]. Available: http://www.vwg.net/gbw/bouwdata/binnenwanden.html [05/02, 2012]. EUGEN BLEULER, 1983. Lehrbuch der Psychiatrie. 15 edn. Deutchland, Berlin: Springer-Verlag. FLIP SCHRAMEIJER, 2011. Samen verder met autisme. 1 edn. Doorwerth: Outhuis en Kemperman. GAMMA, 2012-last update, Doe Het Zelf Bouwmarkt [Homepage of GAMMA Bouwmarkt], [Online]. Available: http://www.gamma.com/doe-het-zelf/ [04/20, 2012]. HOMEPROTEC, 2012-last update, Gevelwerken renoveren en beschermen [Homepage of Homeprotec], [Online]. Available: http://www.homeprotec-gevelwerken.be/ [04/12, 2012]. HOUT VAN DEN, MAESSEN, QUIST, SALDEN, 2005. 4A Bouwtechniek, Omhulling. 2 edn. Utrecht, Netherlands: Thieme Meulenhoff. KARWEI, 2012-last update, De Decoratieve Bouwmarkt [Homepage of Karwei Bouwmarkt], [Online]. Available: http://www.karwei.nl/ [04/26, 2012]. KNAUF INSULATION, 2011. Heradesign Ceiling Systems. LAAN, SALDEN, DIEPEN, GEERKEN, LEMMENS, FLAPPER, DIJKSTRA, 2005. 5 Afbouw. 2 edn. Utrecht Nederland: Thieme Meulenhoff. MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID, 05-06-2012, 2012-last update, SZW Arboportaal.nl [Homepage of Ministerie van SZW], [Online]. Available: http://www.arboportaal.nl/ [04/21, 2012].
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bronnenlijst
85
MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, 2012. AWBZ zorg in 2012. DVC-nr. 00000-ma-2012. Den Haag, Nederland: Ministerie van VWS. Neufert. Architects' data. 3. ed. Germany: Neufert Stiftung; 1995. NUON, 2012-last update, Uw energieleverancier voor stroom & gas [Homepage of Vattenfall], [Online]. Available: http://www.nuon.nl/ [05/08, 2012]. RAAB KARCHER, 2011. Bouwshop Catalogus. 273. RIJKSOVERHEID, 2012. Bouwbesluit 2012. Nederland: Rijksoverheid. SPIERINGS, A.V., MILLEKAMP, 2004. Bouwtechniek, Draagstuctuur. 2 edn. Utrecht, Netherlands: Thieme Meulenhoff. TULP, 2009. De mogelijkheden voor het Cradle to Cradle concept in de Nederlandse woningbouw, Technische Universiteit Eindhoven. U. FRITH, 2009. Autisme : een korte inleiding. 2 edn. Amsterdam, Nederland: Nieuwezijds. VBI, 2012-last update, Denk je aan bouwen, dan denk je aan VBI [Homepage of VBI], [Online]. Available: http://www.vbi.nl/ [04/05, 2012]. VOLKMAR, F.R., PAUL, R., KLIN, A., COHEN, J.D., 2005. Handbook of Autism and Pervasive Developmental Disorders, Diagnoses, Devellopment, Neurobiology and Behaviour. Wiley: Hoboken.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bronnenlijst
86
REGISTER Deze praktijkgids biedt oplossingen voor de meest voorkomende storende prikkels. Doordat het individuele woonwensen pakket van personen met ASS sterk verschilt is er een breed scala aan oplossingen. Met dit register kan, ondanks de grote verscheidenheid, een passende oplossing per situatie geboden worden. Hierdoor is het mogelijk om via dit middel te navigeren naar de individuele benodigde handvatten welke in deze gids zijn aangereikt. Binnen het register zijn een vijftal hoofdcategorieën gevormd: gehoor, reuk, orde, tast en zicht. Deze corresponderen met omgevingsinvloeden van de zintuigen(m.u.v. smaak) en de contextblindheid die bij ASS een rol speelt. Per categorie toont de linker kolom de storende omgevingsinvloeden. Waar nodig, wordt de tweede kolom gebruikt voor extra aanvullingen, een splitsing of een verduidelijking van voorgaande gegevens. In de derde kolom staan een of meerdere hoofdstuknummers die corresponderen met de oplossingen van de storende omgevingsinvloeden. Wanneer de storende omgevingsinvloeden niet bekend zijn, kan er gebruik gemaakt worden van een checklist. Dit hulpmiddel is in 2008 door de Nederlandse Vereniging van Autisme opgesteld en vrij verkrijgbaar op www.nva.nl. Door middel van observatie kunnen de storende factoren worden gesignaleerd. Wanneer bekend is wat het persoonlijke woonwensen pakket is, kan middels deze praktijkgids gericht gezocht worden naar de passende oplossingen. Indien u de gids wilt gebruiken als basis voor het ontwerpen van een nieuwe woonruimte welke bestemd is voor personen met ASS, dan is het aan te raden om de gids door te nemen op basis van de algemene inhoudsopgave. Waar dit register bedoeld is voor het vinden van de specifieke gebruikersgerichte oplossingen, is de gids geschreven voor een zo breed mogelijk scala van oplossingen. Binnen hoofdstuk 2.0 in de woning zijn elementaire onderdelen van een woonruimte toegelicht, welke toepasselijk zijn voor het merendeel van de doelgroep.
Voorbeeld ‘Henk’ Henk heeft in zijn huidige woonruimte last van het sloffende geluid van zijn bovenburen. Wanneer zijn bovenbuurvrouw op haar naaldhakken loopt, ervaart Henk dit als pijnlijke steken in zijn oren en wordt hij erg angstig. Wat kan hier dan aan gedaan worden? Allereerst gaat het om een geluid, hierdoor wordt een beperking tot de hoofdcategorie ‘Gehoor’ ingesteld. Vervolgens wordt deze veroorzaakt door zijn buren, de bovenburen wel te verstaan. Achter ‘bovenburen’ zijn meerdere hoofdstukken genoteerd waar de mogelijke oplossingen worden gegeven, te weten: 2.2 Vloer, 2.2.3.a Zwevende dekvloer en 3.2 Plafondafwerking. Bij naslag uit deze vier hoofdstukken blijkt dat het algemene gedeelte van 2.2 Vloer hem basisinzicht verstrekt waarom de geluiden worden overgebracht naar zijn woonruimte. Vervolgens wordt in 2.2.3.a de oplossing voor het toepassen van de zwevende dekvloer voorgesteld, om contactgeluiden te voorkomen. Echter willen Henk zijn buren niet meewerken en is dit vloertype niet zelfstandig uitvoerbaar, waardoor de vloerafwerking afvalt. De aanpassing die Henk in eigen woonruimte kan doen wordt in hoofdstuk 3.2 Plafondafwerking gegeven. De benodigde praktische handvatten om een vals plafond te plaatsen worden in hier gegeven. Door deze aanpassing worden de storende prikkels gereduceerd en wordt de zelfredzaamheid van Henk gestimuleerd.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bronnenlijst
87
Gehoor geluiden binnen en buitenhuis buren bovenburen
algemeen voetstappen
deur
algemeen deurbel dichtslaan
galm
huisgenoten/gezinsleden
huishoudelijke apparaten
meubilair natuur
storende geluidsbronnen buitenhuis
kraken sloten algemeen in ruimte afdichten losse elementen plafond wand teveel geluid in ruimte storend gedrag eetkamer storende media geluiden algemeen, schrikreactie afzuigkap automatische luchtverfrisser fluitketel trillingen wasmachine schuivende meubels insecten natuurinvloeden (regen, wind) tegen het dak industrieterrein, kinderdagverblijf, luchthaven, school, speeltuin, treinstation, spoorwegovergang
voetgangers
verkeer
1.2 Huisvestingsvorm 2.2 Vloer, 2.2. b Zwevende dekvloer, 3.2 Plafondafwerking 2.5 Deuren, 2.6 Hang en sluitwerk 4.5 Huishoudelijke apparaten 2.5 Deur, 2.6 Hang&Sluitwerk 2.6.7 Onderhoud 2.6 Hang&Sluitwerk 3.5 Akoestiek 3.5.4 Akoestisch afdichten 3.5.3 Elementen 3.5.1 Akoestisch plafond 3.5.2 Akoestische wandpanelen 2.8.1 Eigen ruimte 2.8.1.c Scheiden keuken en eethoek
14 24, 25, 56 37, 40 73 37, 40 43 40 65 66 66 65 66 48 49
4.5 Apparaten
73
4.5 Apparaten
73
4.5 Apparaten 4.5 Apparaten
73 73
4.5 Apparaten 4.5 Apparaten 2.3.2 Wand, 2.8 Ruimte 4.2.1 Meubilair 4.4 Accessoires 2.1 Dak, 2.1.4 Na-isoleren
73 73 31, 48 69 72 21, 22
1.1.1 Geluidshinder, 1.1.1.5 Advies afstanden, 2.1 Dak, 2.1.4 Na-isoleren, 2.3 Wand, 2.3.2.a Voorzetwand buitenhuis, 2.3.2.b Voorzetwand binnenhuis, 2.3.2.c Na-isoleren spouw, 2.4 Gevelopeningen 1.1.4 Niveau appartement, 1.3 Buitenruimte, 2.4.1 HR++ glas 1.1.4 Niveau appartement, 1.3 Buitenruimte 2.4.1 HR++ glas
12, 13, 21, 22, 28, 31, 32, 32, 34 13, 15, 35 13, 15, 35
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bronnenlijst
88
apparaat zoemt trillende wanden tl-buizen, dimmers tikkende buizen geluidsproductie tijdens het lopen kraken douche(bak) doorspoelen toilet
ventilatiesysteem verlichting verwarming vloer
water
2.7.3 Ventilatie 2.7.3 Ventilatie 2.7.1 Verlichting 2.7.2 Verwarming 3.3 Afwerking vloer
46 46 44 46 57
3.3 Afwerking vloer 2.7.5 W-installaties 2.7.5 W-installaties
57 47 47
Geur etenswaar, mensen, natuur en voorwerpen algemeen eten huisdieren industrie
materialen
keuken
luchtverfrisser onderhoud wasgoed
toilet verf voegen vloerbedekking of tapijt voordeurmat
toepassen geurverwijderaar afzuigkap geurt trekt in vloerafwerking algemeen suskast juten rubber afzuigkap scheiden van ruimten ventilatie stankoverlast door luchtverfrisser zelf kozijnen drogend schoon wasgoed gesloten wasmanden stank van het toilet in de badkamer verfwerkzaamheden onhygiënische voegen geureigenschappen van het materiaal rubber (met name wanneer deze nat is)
4.4 Accessoires
72
4.3.1 Keuken apparatuur 3.3.3 Vloerafwerking, 4.4 Accessoires 1.1 Locatie, 1.1.5 Advies 2.7.3 Ventilatie 3.5.3 Akoestische elementen 3.3 Vloerafwerking, 4.3.1 Keuken apparatuur 4.3.1 Keuken apparatuur 2.8.1 Een functie per ruimte 2.7.3 Ventilatie 4.4 Accessoires
70 61, 72 12, 13 46 66 57, 70 70 48 46 72
2.4 Gevelopeningen 4.4 Accessoires
34 72
4.4 Accessoires 2.7.3 Ventilatie, 2.8.1 Een ruimte per functie 3.3.3 Tegels verven 3.3.3 Voegen verven 3.3 Afwerking vloer, 3.3.1 Eigenschappen en aandachtspunten 4.4 Accessoires
72 46, 48 61 61 57, 58 72
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bronnenlijst
89
Zicht contrast, kleuren, onderhoud, uitzicht, verlichting en weerspiegeling contrast
doorkijk door een deur
hoogteverschillen in een ruimte kleurgebruik
huidige wand huidige vloer print/figuren gebruik deurspion ramen traptreden storen algemeen felle kleuren garagevloer kleurcombinaties radiator
onderhoudsrisico/ onderhoudsintensiteit
spierwit agressiebestendigheid keukenkastjes balustrade keukenafwerking opname meterstanden raamfolie raam type tapijt vlekken
uitzicht
verlichting binnenhuis
verlichting vanuit omgeving buitenshuis weerspiegeling op oppervlak
vloerafwerking wandafwerking wand type vanaf buitenruimte vanuit raam in keuken bang in het donker felheid licht kleur/tint tl-verlichting type verlichting straatverlichting, koplampen auto’s, zonlicht, maanlicht betonnen vloeren spiegel vensterbanken
zicht in hoeken
vloerafwerking inwendige hoeken
3.4.2 Structuren verwijderen 3.3.1 Aanpassingen in bestaande situaties 4.4 Accessoires 2.6.5 Doorscope 2.5 Deuren, 2.5.2 Model van de deur 2.8.4 Hoogteverschil
63 58 72 42 37, 38 51
3.1.1 Uitganspunten kleurengebruik 3.1.1 Uitganspunten kleurengebruik 3.1.3 Wegnemen van prikkelingen d.m.v. kleur 3.1.1 Uitganspunten kleurengebruik 3.1.3 Wegnemen van prikkelingen d.m.v. kleur 3.1.1 Uitganspunten kleurengebruik 4.3.2.b Afwerking keuken, kastjes
54 54 55
1.3.2 Oplossingen buitenruimte 4.3.2.a Afwerking keuken, algemeen 2.8.3.d Woonwensen per ruimte, meterkast
16 71 51
1.3.2.b Plakinstructie 2.4 Gevelopeningen, 2.4.1 Keuze voor HR++ 3.3.1.a Eigenschappen en aandachtspunten, tapijt 3.3 Afwerking vloer 3.4 Afwerking wand 2.3.1.e Lichte scheidingswand 1.3 Buitenruimte 2.4 Gevelopeningen, 4.1 Zonwering 2.8.1.c Scheiden keuken en eethoek 2.7.1 Verlichting 2.7.1 Verlichting 2.7.1 Verlichting 2.7.1 Verlichting 2.7.1 Verlichting 2.4 Gevelopeningen, 1.3.2.b Folie,
17 34, 35 58
3.1.3 Wegnemen van prikkels d.m.v kleur
55
4.4 Accessoires 3.4.1 Vensterbanken, 3.3.3.a Aanpassing van bestaande situaties, tegels verven 3.3 Afwerking vloer zie hoofdstuk ‘Orde en veiligheid’
72 62, 61
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bronnenlijst
54 55 54 71
57 62 30 15 34, 68 49 44 44 44 44 44 34, 17
57
90
Orde en veiligheid dagindeling, overzicht, veilige omgeving en veiligheidsgevoel dagelijkse patronen
onoverzichtelijke ruimte
afstand tot voorzieningen afstand tot openbaar vervoer draaitijden apparaten inplannen verliezen van spullen (sleutels kwijt) erker
functie van de ruimte (verduidelijken) grootte hoogteverschil stoort inrichting inwendige hoeken L- vormen loze ruimten opbergmogelijkheden
veilige omgeving
veiligheidsgevoel
symbolen gebruik voorzieningen in wanden op ongelijke hoogten meterkast radiatoren wandcontactdozen allergie arme afwerkingen doorkijk deur doorkijk deur op afstand zonwering binnenhuis kunnen sluiten
1.1.2 Voorzieningen, 1.1.5 Advies 1.1.2 Voorzieningen, 1.1.5 Advies 4.5 Huishoudelijke apparaten
12, 13 12, 13 73
3.1.2 Verduidelijking door middel van kleur, 4.4 Accessoires 2.8.2. Inwendige hoeken, 2.8.2.a Afschermen met stoffen, 2.8.2.b Erkerbank 2.8.4 Hoogteverschil, 3.1.2 Verduidelijking d.m.v. kleur 2.8.1.d Voorkomen van grote ruimten 2.8.4 Hoogteverschil 4.2.2 Interieur 2.8.2 Inwendige hoeken 2.8.1 Een functie per ruimte 2.8.3.a Woonwensen per ruimte 2.1.4 Opbergmogelijkheden zolder, 2.8.3.b Opbergmogelijkheden in ruimten, 4.2 Interieur 4.4 Accessoires 2.7.4 E-installaties
55, 72 50, 50, 50 51, 55 49 51 69 50 48 51 22, 51, 69 72 47
2.8.3.d meterkast 2.7.2 Verwarming 2.7.4 E-installaties 3.3 Vloerafwerkingen, 4.1 Zonwering 2.6.5 Doorscope 2.7.4 E-installaties
51 46 47 57, 68 42 47
4.1 Zonwering
68
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bronnenlijst
91
Tast materialen, oppervlakken, temperatuur en luchtstromen luchtstroom structuren
temperatuur
luchtverfrisser onhygiënische voegen vloerafwerking (kriebelig, glad) wandafwerking (vezels, glad, patroon) balustrade na-isolatie
tocht
schommelingen in temperatuur vloerverwarming vloerafwerking wandafwerking wanden, temperatuur in/van deur
raam vocht
waterstralen
4.4 Accessoires 3.3.3.b Voegen verven 3.3 Afwerking vloer
72 61 57
3.4 Afwerking wand
62
1.3.1 Balkon, 1.3.2 Oplossingen 2.1 Dak, 2.2 Vloer, 2.3 Wand 2.7.2 Verwarming
15, 16 21, 24, 28 46
2.7.2 Verwarming 3.3 Afwerking vloer 3.4 Afwerking wand 2.3.1 Wand nieuwbouw, 2.7.5 W-installaties 2.5 Deuren, 2.5.3. Tochtwering, 2.6 Hang & Sluitwerk, 2.6.1 Valdorpel 2.4 Gevelopeningen, Keuze voor kunststofkozijnen met HR++ glas 2.7.5 W-installaties
46 57 62 28, 47 37, 39, 40, 40 35
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bronnenlijst
47
92
2012 LITERATUURSTUDIE WOONWENSEN AUTISME
MIKE WESTERDIJK & CHANTAL HOUWERS AFSTUDEERPROJECT: WOONWENSEN AUTISME 22-5-2012
TITELPAGINA Titel: Afstudeerproject Woonwensen Autisme Ondertitel: Bevordering van het zelfstandig wonen voor personen met ASS (Autistische Spectrum Stoornissen). Naam en studentnummer: Mike Westerdijk, 452446 Chantal Houwers, 439670 Plaats en jaar van uitgave: Arnhem, 2012 Naam van de organisatie: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Lectoraat ZorgGericht Bouwen Eerste examinator: Ing. Leo van der Kooij Tweede examinator: Ir. Martin Bouwman Opdrachtgever: Mr. Tom Vroon Projectleider: Ir. Martin Bouwman
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Titelpagina
2
INHOUD 1.
WAT IS AUTISME 1.1 60JAAR AUTISME 1.2 WAT IS AUTISME KLASSIEK AUTISME ASPERGER PDD-NOS MCDD ‘MEERVOUDIG COMPLEXE ONTWIKKELINGSSTOORNIS’ ATYPISCH AUTISME RETT SYNDROOM DESINTEGRATIESTOORNIS IN DE KINDERTIJD (SYNDROOM VAN HELLER) DE DSM
4 4 6 8 9 10 11 12 13 14 15
2.
ONTSTAAN 2.1 ETIOLOGIE 2.2 NEUROLOGIE 2.3 PSYCHOLOGIE
17 17 21 23
3.
OMGEVINGSINVLOEDEN 3.1 ONDERZOEKSGESCHIEDENIS ‘WOONWENSEN AUTISME’ 3.2 PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN
24 24 27
CONCLUSIE BIJLAGEN BIJLAGE I: UITGEBREIDE SAMENVATTING ONDERZOEKEN BIJLAGE II: FIGURENLIJST BIJLAGE III: LITERATUURLIJST
32 35 73 73 74
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Titelpagina
3
1.
WAT IS AUTISME
Om autisme beter te begrijpen zullen we in de volgende paragrafen dieper op autisme ingaan. Allereerst zal de geschiedenis van de aandoening worden toegelicht om vervolgens de diverse typen ASS te omschrijven en vergelijken.
1.1
60JAAR AUTISME
Autisme word voor het eerst beschreven in de geschiedenis in 1911 door de Zwitserse psychiater Eugen Bleuler (1857-1939). Hij introduceert de term in de psychiatrie om één symptoom aan te duiden: het teruggetrokken gedrag van patiënten. Eugen Bleuler is verder bekend geworden door zijn pionierswerk in de beschrijving van psychische aandoeningen, Bleuler introduceerde de term schizofrenie.1 Pas eind jaren ‘60 kwam de verdere ontwikkeling van autisme op gang, deskundigen en ouders begonnen autisme te herkennen bij kinderen. De naamgevers van de aandoening kinderpsychiater Leo Kanner (18941981) en psychiater Hans Asperger (1906-1980)) hadden zich tijdens de oorlog in de jaren ’40 er mee bezig gehouden, en kwamen vrijwel tegelijk met de benaming (autisme) naar buiten. Pas 30 jaar na dato kwam het grote publiek in aanmerking met autisme via de media. De eerste theoretische bevindingen van autisme door Leo Kanner en Hans Asperger waren totaal onafhankelijk, hierdoor is het toeval dat beide de term autisme gebruiken erg opmerkelijk. Beide doctoren omschrijven autisme als een aandoening vanaf de geboorte bij kinderen, welke zorgt voor bepaalde karakteristieke kenmerken. Het verschil in de omschrijving van beide doctoren zit in de begaafdheid, Kanner sprak over kinderen met een intelligentie met een IQ van minder dan 70, waar Asperger spreekt over normale tot hoogbegaafde kinderen. Kanner spreekt van ‘autistic disturbance of affective contact’ bij zijn onderzochte 11 kinderen, dit vanwege het feit dat alle kinderen geen contact wilden maken (extreme autistic aloneness) en een obsessief verlangen naar het handhaven van dezelfde toestand (disire for sameness) hadden. 2 Asperger spreekt van contactarme solisten, welke grammaticaal correct maar monotoon taalgebruik hebben.3
Fig 1. Dr. Leo Kanner
1 2 3
Fig 2. Dr. Hans Asperger
Bleuler, 1911. Kanner, 1943 Asperger, 1944
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
Wat is autisme
4
In 1967 komt er verandering in de omschrijving van autisme. De beroemde kinderpsychiater Rutter (Sir Michael L. Rutter geboren in 1934) omschrijft bij een groep van 63 autistische kinderen een drietal symptomen4: • stoornissen in het leggen van sociale contacten; • stoornissen in de ontwikkeling van spraak en taal; • abnormale rigiditeit. In 1979 stelden Lorna Wing (moeder van autistische dochter, geboren in 1928) en Dr. Judith Gould dat autisme niet een eenduidig af te bakenen begrip is. Het begrip brengt verscheidenheid doordat de contactstoornis zich kan uiten als: • een zich volledig afzijdig houden: ‘aloofness’; • een passieve opstelling: wel contact maken, maar alleen op initiatief van een ander; • grenzeloos en eenzijdig contact maken zonder respect voor gepaste distantie: ‘active but odd’. Personen met autistische stoornissen kunnen afhankelijk van de situatie ander gedrag vertonen.5 In 1986 beschrijft Simon Baron-Cohen en zijn medewerkers McDD ofwel ‘Multiple complex Developmental Disorder’. De term houdt in dat de ontwikkeling op meerdere fronten verstoord verloopt. McDD valt als subcategorie binnen de ‘restgroep’ PDD-NOS (Pervasieve ontwikkelingsstoornis Niet Anders Omschreven), de term restgroep komt voort uit het feit dat autisten hedendaags tegenwoordig bij een lastige diagnose vaak onder PDD-NOS worden gediagnosticeerd.6 In 1993 omschrijft R.J.Van der Gaag in zijn proefschrift Multiplex Developmental Disorder, an exploration if dorderlines on the autistic spectrum, dat aan zowel autisme als McDD een basale informatieverwerkingsstoornis ten grondslag ligt. Daarnaast maakt hij door onderzoek duidelijk dat autistische kinderen op volwassen leeftijd een grote kans hebben op het ontwikkelen van een schizofrene spectrumstoornis. Tevens zouden deze kinderen zich onderscheiden door een goede taalontwikkeling wat ze gemeen hebben met Asperger (echter is het angstniveau hoger in verhouding tot iemand met een Asperger stoornis).7
4 5 6 7
Rutter, 1967. Gould, Wing, 1979. Baron-Cohen 1986. Van der Gaag, 1993.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
Wat is autisme
5
1.2
WAT IS AUTISME
Autisme kan worden omschreven als een informatieverwerkingsstoornis van de hersenen. De zintuiglijke waarnemingen (zien, voelen, horen, proeven en ruiken) worden anders verwerkt dan bij personen zonder Autisme. Het gevolg is dat iemand met autisme alle details die hij/zij waarneemt niet tot een geheel kan brengen. Hierdoor ontstaan er problemen met communicatie, sociale interactie en de verbeelding. (Klassiek) Autisme wordt vaak verward met ASS (Autisme Spectrum Stoornissen). ASS is de verzamelnaam voor de verschillende vormen van autisme. Een andere benaming voor ASS is ook wel pervasieve ontwikkelingsstoornis. Onder ASS zijn de volgende vormen bekend8: • (Klassiek) autisme; • de stoornis van Asperger; • PDD-NOS; • McDD; • A-typisch; • Rett syndroom; • Desintegratiestoornis van de kindertijd (syndroom van Heller). De pervasieve ontwikkelingsstoornissen worden geclassificeerd volgens de criteria van de DSM-IV (hier komen we later op terug). Binnen deze criteria zijn vijf subgroepen van autisme te onderscheiden: 1. Klassiek autisme Deze vorm van autisme wordt ook wel het syndroom van Kanner genoemd. De aandoening openbaart zich voordat een kind drie jaar oud is. Het kenmerkt zich door een achterblijvende ontwikkeling op drie terreinen: sociale en empathische contacten, ontwikkeling van communicatie en taal en gedragsontwikkeling. Deze drie groepen worden samen ook wel de (autistische) triade genoemd. 2. Syndroom van Asperger Deze vorm wordt ook wel het hoog functionerend autisme genoemd. De intelligentie is vaak normaal en er is meestal een sterke interesse voor één bepaald onderwerp. Verder wijkt deze vorm qua kenmerken niet veel af van het Klassiek autisme. Fig 3. Paraplu ASS
3. PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified) Met deze vorm wordt een restcategorie aangeduid van kinderen die symptomen vertonen van klassiek autisme, maar niet voldoen aan alle kenmerken van de triade (zie klassiek autisme). Bij PDD-NOS zijn er vaak veel problemen met communicatie, sociale contacten- en interacties. Onder PDD-NOS valt ook de groep McDD (meervoudig complexe ontwikkelingsstoornis). Iemand met McDD heeft naast contactproblemen ook problemen met het reguleren van emoties en gedachten. 4. Syndroom van Rett Deze vorm is een ontwikkelingsstoornis van het zenuwstelsel en komt alleen voor bij meisjes. Deze stoornis komt naar voren na een in eerste instantie normale ontwikkeling van 6 tot 18 maanden, waarna er sprake is van een ontwikkelingsstilstand. Hierop volgt een periode van achteruitgang met verlies van communicatieve vaardigheden en handfuncties.
8
DSM-IV-TR, 2000.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
Wat is autisme
6
5. Desintegratiestoornis van de kinderleeftijd Deze vorm wordt ook wel het syndroom van Heller genoemd. Er is sprake van een normale ontwikkeling tot een leeftijd van 2 jaar. Hierna worden er autistische verschijnselen vertoond en er komt een plotselinge achteruitgang met verlies van diverse functies in de ontwikkeling. In de meeste gevallen ontstaat er een blijvende mentale retardatie. In sommige opzichten vertoont deze vorm overeenkomst met het syndroom van Rett. De diagnose wordt vastgesteld op de grond van gedragskenmerken. In Nederland is er geen onderzoek beschikbaar naar het voorkomen van ASS. Op basis van buitenlandse studies wordt geschat dat in Nederland momenteel ongeveer 1,5% (ongeveer 220.000 personen) gediagnosticeerd zijn met een van de Autisme Spectrum Stoornissen. Dit is ten opzicht van 30.000 personen in 1995 een extreme toename, die voornamelijk te wijten is aan de verbreding van de definitie va autisme spectrum stoornissen. PDD-NOS en Asperger zijn toegevoegd binnen ASS in deze tijd. 9 Van de gediagnosticeerden heeft ongeveer 14% klassiek autisme en 86% het syndroom van Asperger of PDDNOS.10 Onderstaand is een schema weergegeven van het aantal diagnoses binnen ASS in Nederland11 Jaartal Percentage Percentage Absolute Verstandelijke v.d. v.h. aantal aantallen beperking bevolking mensen met autisme 1943 - 1995 Klas. Autisme 0,04 -0,05% Totaal
0,1 – 0,15%
Klas. Autisme
0,04-0,05%
Asperger & PDD-NOS
0,2%
Totaal
0,25%
Klas. Autisme
0,08%
14%
± 80%
Asperger
0,38%
65%
0%
PDD-NOS
0,12%
21%
± 50%
Totaal
0,58%
100%
± 90.000
± 20%
2006
Totaal
1,16%
100%
± 190.000
± 15-20%
2012
Klas. Autisme
0,21%
14%
± 30.800
Asperger/ PDD-NOS Totaal
1,29% 1,5%
86% 10%
± 189.200 ± 220.000
v.a. 1995
2001
100%
±10.000 – 15.000
80%
± 30.000
In de volgende paragrafen zullen de diverse vormen binnen ASS verder worden omschreven met bijhorende kenmerken en kerngetallen. Tevens zal de systematiek van de DSM aan bod komen.
9
Schrameijer, 2011.
10 11
E-mail hersenstichting 15-02-2012 te vinden in procesmap. Nederlandse Vereniging van Autisme, 2006.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
Wat is autisme
7
KLASSIEK AUTISME Mensen met klassiek autisme (wordt ook wel kern-autisme genoemd) hebben een achterstand of functioneren niet normaal op één van de volgende gebieden: • Communicatie (in brede zin, dus verbaal en non-verbaal) Voorbeelden: o beperkte woordenschat; o onophoudelijk over hetzelfde onderwerp praten; o echolalie, letterlijk herhalen van woorden en zinnen (papegaaien); o zich moeilijk kunnen uitdrukken; o moeite met andere personen te begrijpen; o achterstand in of volledige afwezigheid van de ontwikkeling van de gesproken taal. • Sociaal begrip en interactie (omgaan met andere mensen) Voorbeelden: o moeilijk contact maken met andere personen; o afstand houden en niet aangeraakt willen worden; o empathie, gebrek aan inlevingsvermogen; o weinig interesse tonen in andere personen; o afwezigheid van sociale of emotionele wederkerigheid; o geen oogcontact maken / staren. • Stereotype gedragingen en interesses Voorbeelden: o stereotype en zich herhalend motorische maniërisme (bijvoorbeeld fladderen, draaien met hand of vingers of complexe bewegingen met het hele lichaam); o moeite met veranderingen; o weerstand tegen veranderingen (veroorzaakt vaak driftbuien); o veel dingen constant herhalen; o last van dwang en eigenaardige rituelen; o heel veel behoefte aan regelmaat en structuur.
Fig 4. Beperkte verbeelding
Vaak is de stoornis al zichtbaar voor het derde levensjaar. Deze klassieke vorm wordt als één van de zwaarste gezien binnen ASS. Tevens ervaart iemand met autisme emoties en onverwachte gebeurtenissen als bedreigend en chaotisch, daarom sluit de persoon zich vaak op in zijn eigen wereld en vindt rust in repeterende bezigheden. 12
12
Kanner, 1943, 1946, 1956.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
Wat is autisme
8
ASPERGER De aandoening van Asperger is een minder sterke vorm binnen ASS dan klassiek autisme. Mensen met Asperger leren wat geraffineerder om te gaan met hun beperkingen, ze weten ze vaak goed te camoufleren. Door goed ontwikkelde verbale kwaliteiten onderdrukken ze de slechte eigenschappen. De sterke eigenschappen benutten ze des te meer. Tijdens de adolescentie leren de personen wat beter om te gaan met anderen. Echter wordt door een persoon met Asperger een drukke sociale aangelegenheid vaak als belastend en inspannend ervaren, hierdoor kunnen onzekerheid, stress en angst zich ontwikkelen. Door de negatieve ervaring op sociaal gebied ontstaat er al snel een barrière voor mensen met Asperger. 13 Preoccupatie kan intens door mensen met autisme worden gekoesterd. Het feit dat een persoon iets verzameld is niet erg vreemd, echter zal het bij een persoon met Asperger lijken op verzamelwoede. Er kan willekeurig wat worden verzameld: encyclopedische kennis, ventieldopjes of postzegels. Het gaat dus niet om de interesse, maar om de intensiviteit ervan wat opvalt. Tot de pubertijd kan de interesse nog veranderen, hierna zal de persoon zich vasthouden aan één interesse en zich hier in ‘specialiseren’. De interesses hebben over het algemeen veel te maken met technische, wetenschappelijke, systematische of bètavakgebied gerelateerde onderwerpen. Hans Asperger omschreef in zijn bevindingen al dat mensen met Asperger een soort ‘intelligentie-automaten’ zijn. Gevoelens worden weggedrukt bij een proces en er wordt gewerkt met een input en output. Op taalkundig niveau valt het volgende op: • spreken vaak erg formeel en barok, schrijfstijl is spreekstijl; • kunnen erg lang blijven praten over hun eigen specialisme (fiepen); • kunnen lezen en voorlezen als een kind dat veel ouder is terwijl de kans groot is dat ze niet eens weten wat ze voorlezen (hyperlexie); • kunnen moeite hebben om een gesprek op gang te houden ondanks dat ze vaak geen achterstand hebben in taal en spraak; • echolalie en palilalie kunnen voorkomen bij mensen met Asperger (eveneens bij andere autisme spectrum stoornissen), echter blijkt bij kinderen met het syndroom van Asperger dat hun taalkundig niveau hoger ligt dan bij anderen leeftijdsgenoten; • slechte motoriek; zowel kinderen als volwassen bewegen vaak traag en houterig, hebben een mindere gelaatsuitdrukking en een wat vlakkere stem (monotoon); • uiten gevoel en emotie lastig, gebrek aan empathie; • overgevoelig voor geluiden, geuren en aanrakingen. Tegenover al de beperkingen zijn er ook sterke punten: • een goed oog voor detail; • een goed, soms uitzonderlijk goed geheugen; • eerlijkheid; • encyclopedische kennis van bepaalde onderwerpen; • onafhankelijkheid in denken.
13
Asperger, 1944, 1968, 1979.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
Wat is autisme
9
PDD-NOS PDD-NOS is de afkorting van Pervasive Developmental Disorder - Not Otherwise Specified. Het valt eveneens onder ASS en wordt ook aangeduid met ‘atypische persoonlijkheidstoornis’, ‘atypische PDD’ of ‘atypisch autisme’. PDD-NOS is een ontwikkelingstoornis waarbij het kind of de volwassen grote moeite heeft met sociale interactie en communicatie met anderen. De kenmerken van iemand met PDD-NOS kunnen in verhouding met een klassieke autist soms heftiger, dan wel milder zijn. Tevens is het een restgroep voor symptomen die niet onder andere stoornissen te plaatsen zijn. Omdat de intensiteit van de criteria uiteenlopen, zijn er enige richtlijnen beschreven in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. De volgende kenmerken zijn typerend voor iemand met PDD-NOS:14 • inleven in de gevoelens van de ander gaat moeilijk; • reageren op de emoties van de ander is lastig; • moeite met het interpreteren van gezichtsuitdrukkingen van de ander; • onhandig gedrag in de omgang met anderen; • star en dwangmatig in gedrag; • moeilijk om kunnen gaan met veranderingen; • algemene achterstand in taal; • gevoel van eenzaamheid; • vaste structuren zijn belangrijk; • over- of ondergevoelig reageren op prikkels; • gedreven door angst, wat ook weer kan leiden tot extreme controle. Fig 5. Dwangmatig gedrag bij een kind
14
DSM-VI-TR, 2000.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
Wat is autisme
10
MCDD ‘MEERVOUDIG COMPLEXE ONTWIKKELINGSSTOORNIS’ Onder PDD-NOS viel voor 2007 ook McDD, een afkorting van de Engelse term ‘Multi-complex Development Disorder’. Wanneer iemand wordt gediagnosticeerd met McDD, heeft deze naast contactproblemen ook problemen met het reguleren van emoties en gedachten. Kenmerken van iemand met McDD zijn onder te verdelen in drie groepen: 1. Stoornissen in de regulatie van affecten (angst en agressie: angst schiet door in paniek, boosheid in woede) • intense angst of gespannenheid; • vreesachtigheid of fobie (ziekelijke vrees), meestal voor ongebruikelijke situaties of voorwerpen; • paniekaanvallen of 'overspoeld worden door primitieve angsten'; • momenten of periodes van gedragsmatige terugval met driftbuien of primitieve woedeaanvallen; • uitgesproken emotionele en stemmingsschommelingen zonder duidelijk aanwijsbare aanleiding; • frequente oninvoelbare, bizarre angstreacties.
Fig 6. Leven in je eigen wereld
2. Stoornissen in de gevoeligheid voor sociale signalen en stoornissen in het sociale gedrag in relatie tot leeftijdgenoten en volwassenen • sociale desinteresse, vermijding van sociale contacten of grenzeloos contactarm, ondanks aanwezige sociale vaardigheden; • ontbreken van bestendige relaties met leeftijdgenoten; • aanklampende 'haat-liefderelaties', met name met volwassenen (in het bijzonder ouders/primaire verzorgers); • diep gebrek aan empathie en het vermogen om zich te verplaatsen in de gedachten en gevoelens van anderen. 3. Stoornissen van het denken (Fantaseren, onnavolgbaar, werkelijkheidswaanzin) • onlogische gedachtengang of plotselinge onnavolgbare gedachtensprongen (magisch denken, neologismen, bizarre gedachten); • verwarring tussen fantasie en realiteit; • gemakkelijk verward raken (moeite met het begrijpen van wat er om hen heen gebeurt); • overwaardige gedachten (grootheidsideeën, verhoogde achterdocht, overgeïnvolveerd raken in fantasiefiguren, imaginaire vrienden).15
15
DMS-IV-TR, 2000.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
Wat is autisme
11
ATYPISCH AUTISME Atypisch autisme is een pervasieve ontwikkelingsstoornis welke in veel symptomen overeenkomt met Klassiek autisme. Het komt in een later stadium naar voren van de ontwikkeling van het kind, vaak na het derde levensjaar. Er is ook de mogelijkheid dat het niet voldoet aan de criteria voor sociale interactie, communicatie en verbeelding die voor ASS zijn gesteld. Atypische autisme komt vaak voor bij kinderen met ernstige retardatie (intellectuele stoornis, geestelijk/ verstandelijke handicap of mentale handicap) of met ernstige specifieke ontwikkelingsstoornis van het taalvermogen. In de DSM-IV wordt de aandoening beschreven onder de restgroep PDD-NOS, echter in de International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD), een classificatie lijst van de Wereld Gezondheidsorganisatie, wordt deze wel apart beschreven. 16
Fig. 7 Kind met verstandelijke beperking
16
ICD-10, 1999; DSM-IV-TR, 2000. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
Wat is autisme
12
RETT SYNDROOM Het syndroom van Rett (Rettsyndroom) is een vrij zeldzame vorm van ASS. Het syndroom valt onder de pervasieve ontwikkelingsstoornissen en komt voornamelijk voor bij meisjes. Het syndroom zorgt voor ernstige geestelijke en lichamelijke invaliditeit. Dat het alleen bij meisjes voorkomt is genetisch te verklaren door een X-gebonden dominante stoornis, welke letaal is bij jongens voor de geboorte. In Nederland komen er zo’n 10 gevallen voor per jaar waar het gen bij gevonden word (1:10.000 tot 1:23.000) hiervan blijkt bij 80% het betreffende gen gevonden. De stoornis komt hierbij voort uit een aantal neurologische stoornissen welke worden veroorzaakt door het niet-optreden van een bepaalde normale ontwikkelingsfase. Deze ontwikkelingsstoornis van het zenuwstelsel uit zich meestal in de hersenstam. De symptomen treden vaak op na een periode van normale ontwikkeling op, ca. 6 – 18 maanden. Hierna volgen er nog een drietal levensfases in het leven van de betreffende persoon: 1. ontwikkeling vertraagt en verlies motorische vaardigheid en communicatie (vrijwel altijd volledig verlies spraak en loopvermogen). Tevens treedt er vaak onregelmatigheid in de ademhaling op; 2. tussen het tweede en tiende levensjaar treed er een stabielere periode op. In deze periode gaan apraxie (het onvermogen te handelen), epilepsie en scoliose een grotere rol spelen. Tevens kan er verbetering plaatsvinden van motoriek en communicatie; 3. na het 10de levensjaar is er kans op terugvallen motoriek door spierzwakte, stijfheid en toenemende scoliose.17 De ziekte is al in de zestiger jaren van de vorige eeuw beschreven door de Oostenrijkse kinderarts Andreas Rett . Hij kreeg pas in 1983 meer bekendheid door een publicatie van Hagberg in de Annals of Neurologyin de Angelsaksische literatuur. In 1999 werd het oorzakelijke gen ontdekt en gepubliceerd in Nature genetics door dr. Huda Zoghbi en haar onderzoeksteam van het Baylor College of Medicine, Houston, Texas.18
17 18
DSM-IV-TR, 2000. Rett, 1966; Hagberg, 1983; Zoghbi, 1999
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
Wat is autisme
13
DESINTEGRATIESTOORNIS IN DE KINDERTIJD (SYNDROOM VAN HELLER) De desintegratiestoornis in de kindertijd (word ook Heller syndroom genoemd) is eveneens een pervasieve ontwikkelingsstoornis en lijkt op schizofrenie. Kinderen met deze aandoening ontwikkelen zich in hun eerste 2 levensjaren (of langer) normaal. Echter zal voor hun 10de levensjaar de opgedane vaardigheden betreffende taal, sociaal gedrag, communicatie en motoriek weer kwijtraken. Hiernaast gaan ze beperkt, repetitief of stereotiep gedrag vertonen. Het Heller syndroom heeft de volgende kenmerken19: • (schijnbaar) Normale ontwikkeling gedurende de eerste 2 levensjaren; • Hierna volgt duidelijk (klinisch) verlies op eerder opgedane vaardigheden: • taal (spreken of luisteren); • sociale vaardigheden of aanpassingsgedrag; • beheersing van darmen of blaas; • motoriek. • Afwijkend functioneren op minimaal twee van de volgende gebieden: • kwalitatieve tekortkomingen in de sociale interactie (bijvoorbeeld beperking in het non-verbaal gedrag, geen relaties met leeftijdsgenoten kunnen opbouwen, gebrek aan sociale of emotionele bereikbaarheid); • kwalitatieve tekortkomingen in de communicatie (bijvoorbeeld late of geen ontwikkeling van gesproken taal, onvermogen een gesprek te beginnen of te voeren, stereotiep of repetitief gebruik van taal, geen gevarieerde fantasiespelletjes); • beperkte, herhaalde en stereotiepe gedragspatronen, interesses en activiteiten, waaronder stereotiepe en repetitieve motoriek.
19
DSM-IV-TR, 2000.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
Wat is autisme
14
DE DSM Zoals eerder vermeld is ASS een andere naam voor pervasieve ontwikkelingsstoornissen. Pervasieve ontwikkelingsstoornissen is een term uit de psychiatrie welke onderscheid maakt tussen vier ontwikkelingsstoornis groepen en een restgroep. De groepen worden gevormd door een triade aan gemeenschappelijk kenmerken. De vier groepen zijn: • Klassiek Autisme; • Syndroom van Asperger; • Syndroom van Rett; • Desintegratiestoornis van de kinderleeftijd. •
Restgroep: PDD-NOS (waaronder MCDD);
Deze groepen zijn gevormd door de DSM-IV, Het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (kortweg DSM) is een Amerikaans handboek voor diagnose en statistiek van psychische aandoeningen dat in de meeste landen als standaard in de psychiatrische diagnostiek dient. Ter verduidelijking is onderstaand in tabel 1 de classificatie weergegeven volgens de DSM-IV van klassiek autisme, Syndroom van Asperger en PDD-NOS. Tabel 1. Classificatie van pervasieve ontwikkelingsstoornissen volgens DSM-IV Pervasieve Totaal aantal 1. Beperkingen in 2. Beperkingen in de ontwikkelingsstoornis symptomen de sociale communicatie en de interacties verbeelding Klassiek Autisme ≥6 ≥2 ≥1 Asperger Syndroom ≥3 ≥2 ≥0 PDD-NOS ≥ 3 en ≤ 5 ≥1 ≥0
3. Beperkte belangstelling en activiteiten ≥1 ≥1 ≥1
Volgens de DSM-IV zijn de volgende criteria bepalend voor de autistische stoornis (klassiek) Autisme20 (tabel 2): Tabel 2. Groep/ kenmerk I Kwalitatief tekortkoming in sociale wisselwerking A opvallende tekortkomingen in het gebruik van meerdere non-verbale gedragingen, zoals oogcontact, gezichtsuitdrukking, lichaamshouding en mimiek(welke sociale wisselwerking regelt) B tekortkoming in het ontwikkelen van vriendschappen met leeftijdgenoten in overeenstemming met ontwikkelingsniveau C een gebrek in het spontaan delen van plezier,interesses, of prestaties met andere mensen, (bv., door een tekortkoming in het verduidelijken van interesses naar anderen mensen) D een gebrek in sociale of emotionele wisselwerking II A B C D
20
beperkt en stereotype gedragspatroon, interesses en gedragingen overdreven in beslaggenomen zijn door een of meer stereotiepe en beperkte interessegebieden, welke abnormaal zijn in intensiteit of concentratie blijkbaar onverzettelijk ten opzichte van specifieke, niet functionele handelingen of rituelen stereotype en repeterende lichaamsbewegingen (zoals handflappen of draaien met de handen, of complexe bewegingen van het hele lichaam) hardnekkige preoccupatie met gedeeltes van objecten
DSM-IV-TR, 2000.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
Wat is autisme
15
De stoornis veroorzaakt klinisch veelbetekenende tekortkomingen in sociaal, beroepsmatig of andere belangrijke functioneringsgebieden. Er is geen betekenisvolle vertraging in taalontwikkeling (BV. enkele woordjes bij 2 jaar, communicatieve zinnetjes bij 3 jaar)
III IV
V
Er is geen betekenisvolle vertraging in de kennisontwikkeling of in de ontwikkeling van de leeftijdsafhankelijke zelfhulpvaardigheden (anders dan sociale wisselwerking) en de ontdekkingsdrift in de kinderjaren.
VI
Criteria zijn niet gelijk aan andere specifieke Pervasive Developmental Disorder of Schizofrenie
Momenteel word de DSM opnieuw heringedeeld en zal de DSM-V in 2013 worden geïntroduceerd. De nieuwe DSM zal ASS opnieuw indelen, er ontstaat één categorie Autisme Spectrum Stoornissen en de triade van kenmerken verdwijnt. Er zullen twee onafscheidelijke categorieën ontstaan waarop diagnosestelling zal worden getoetst: 1. sociaal/communicatieve gebreken; 2. gefixeerde interesses en herhaalde gedragingen. Verdere veranderingen en voordelen zijn: • er komt één categorie Autisme Spectrum Stoornis; • de triade van kenmerken verdwijnt; • taalachterstanden zijn geen uniek kenmerk meer binnen ASS, en worden niet meer als bepalende factor voor het stellen van de ASS-diagnose gezien; • er wordt in de toekomst onderscheid in mate van hevigheid van ASS gemaakt; • in de DSM-IV werden bij meerdere criteria dezelfde symptomen omschreven; • een historisch overzicht van preoccupaties, routines en rituelen (van de cliënt) vergroot de stabiliteit van ASS diagnoses en maakt een beter onderscheid met andere diagnoses mogelijk; •
belangrijk: De nieuwe DSM-V onderkent dat diagnoses ook op latere leeftijd gesteld kunnen worden (pubertijd, adolescentie, volwassenheid) omdat er voor die tijd minimale eisen op sociaal gebied en van begeleiding van ouders of verzorgende werd vereist.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1.
Wat is autisme
16
2.
ONTSTAAN
Om een goede inleving te kunnen maken in de woonwensen van personen met ASS is het belangrijk om het ontstaan ervan te onderzoeken. Dit is echter niet in één zin te omvatten vanwege het feit dat meerdere factoren bijdragen aan het ontstaan van deze neurologische ontwikkelingsstoornis. In dit hoofdstuk zullen mogelijke oorzaken, omgevingsinvloeden en andere risico’s worden toegelicht. Neurologie
Ontstaan Psychologie
Etiologie
Fig 1. Schematische weergave van ontstaan ASS
2.1
ETIOLOGIE
Genetische factoren prenatale fase Erfelijkheid is een grote factor welke bijdraagt aan het ontstaan van ASS. In 90% 21 van de gevallen ligt de oorzaak in een complexe interactie van verschillende genen. Echter, de vaststelling van de typerende genen is tot op heden nog onduidelijk. Wel is bekend dat wanneer iemand binnen het gezin een aan autisme verwante aandoening heeft, de kans op ASS voor andere gezinsleden vele malen groter is. 22 Afwijkingen in de genen ontstaan middels het meiose-proces, welke is toegelicht in het onderstaande kader. Autisme kan in twee varianten binnen dit proces ontstaan, spontane afwijking en dragerschap van één van de ouders. Bij de spontane afwijking gaan twee chromosomen samen waarvan één chromosoom een DNA afwijking heeft. Bepaalde stukken DNA zijn te veel of te weinig aanwezig waardoor een lengteverschil in chromosomen ontstaat, ook wel copynumbervariatie (CNV) genaamd. Bij de tweede variant is één van de ouders drager van een afwijkend CNV chromosoom en zal deze bij de bevruchting overdragen aan het kind. Hierbij heeft de ouder geen kennis vernomen van zijn eigen afwijkende chromosomen, maar zal bij het kind tot uiting komen in een vorm van ASS. Wanneer iemand in de familie autisme heeft bedraagt het risico tot CNV dragerschap 5-6% .23 Meiose is het proces van het delen van cellen bij mensen, er worden de chromosoomparen gesplitst en wel zo dat van ieder paar één vertegenwoordiger naar een dochtercel gaat. Hierdoor wordt, per cel, het aantal chromosomen gehalveerd, terwijl ieder kenmerk (gen) toch nog aanwezig blijft. Wat de informatie voor elk kenmerk inhoudt, wordt louter door het toeval bepaald. Naast het toevalsproces voor wat betreft de kenmerken, vindt er een tweede toevalsproces plaats. In dit tweede toevalsproces worden er in het DNA op een willekeurige manier stukjes DNA weggelaten (deletie), toegevoegd (duplicatie), verplaatst (translocatie) en omgedraaid (inversie). Dit proces leidt tot meer genetische verschillen tussen mensen, en verklaart waarom zelfs een eeneiige tweeling genetisch niet 100% gelijk is.
21 22 23
Muhles, 2004; Rutter, Folstein 2005; Rosenberg 2009. Leo Kannerhuis 2011, Samen verder met Autisme. Devriendt, Peeters, 2010.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
Ontstaan
17
Omgevingsfactoren prenatale fase Naast de genetische factoren spelen ook omgevingsfactoren een rol in de totstandkoming van ASS. Tijdens de zwangerschap kan de embryo, in later stadium de foetus, worden blootgesteld aan een aantal factoren via de bloedbanen van de dragende moeder. Het levenspatroon van de moeder beïnvloedt het gestel van de ongeborene en abrupte wisselingen in voeding, drank- drugs- en bepaald medicijnengebruik kunnen de kans op ASS verhogen. 24 Echter is dit niet diagnose specifiek, aangezien dit ook geldt voor andere stoornissen. 25 Gedurende de prenatale fase kan autisme worden veroorzaakt door omgevingsvariabelen die hieronder worden toegelicht: • leeftijd van de vader, hoe ouder de vader, hoe groter de kans op ASS. Vaders ouder dan veertig jaar hebben zes maal zoveel kans op een autistisch kind in vergelijking tot een vader jonger dan 30 jaar. Reden hiervoor is dat zaadcellen voortdurend delen, waardoor er een groter risico ontstaat op genetische mutaties; • leeftijd van de moeder, hoe ouder de moeder, hoe ouder de eicel. Hierdoor neemt het risico op complicaties of mutaties gedurende het meiose proces, tijdens en na de bevruchting toe waardoor het risico op ASS toeneemt; 26 • stress gedurende de zwangerschap zorgt voor een reeks aan chemische processen in de bloedbaan van de moeder. Hierdoor bestaat de kans dat de ongeborene bloot wordt gesteld aan meerdere risico’s 27. Met name de stress in de eerste drie maanden van de zwangerschap zorgen voor een verhoogde kans op ASS; 28
Fig 3. Visualisatie hersenen
• abnormaal hoge niveaus testosteron in het vruchtwater kan leiden tot een verhoogde kans op autisme. Deze theorie, “Extreme Male Brain (EMB)”, is gebaseerd op de hoge hoeveelheid testosteron welke aanwezig is bij personen met ASS.29 Perinatale risico’s In de laatste weken van de zwangerschap tot acht dagen na de bevalling spreekt men van perinatale risico´s. Binnen deze perinatale periode zijn er een tweetal factoren die bijdragen aan een verhoogd risico tot ASS en worden onderstaand toegelicht: • door zuurstoftekort voorafgaande, tijdens of vlak na de geboorte kan encefalopathie, een hersenaandoening, ontstaan. Ernstige hersenbeschadiging leidt tot stoornissen in de mentale functies, spasme of zintuiglijke afwijkingen. Recentelijk onderzoek heeft geleid tot conceptuele resultaten die de betrekking tot het ontstaan van autisme aantonen; 30 • daarnaast kan door nog onbekende oorzaak een langdurige gecompliceerde bevalling bijdragen aan het vergroten van het risico om in later stadium autisme te ontwikkelen. 31
24 25 26 27 28 29 30 31
Fombonne, 2002; Miles, Takahasi, Harber & Hadden, 2003. Hultman, Sparen & Cnattinhius, 2002. Leo Kannerhuis, Samen verder met Autisme. Hultman, Mulder, & Buitelaar, 2004. Bevensdorf, 2005. Baron-Cohen, Knickmeuer & Belmonte, 2005. Van Handel, 2007. Bolton, Murphy, Macdonald, Whitlock, Pickles & Rutter, 1997; Rutter, 2005.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
Ontstaan
18
Postnatale risico’s en doorontwikkeling van symptomen gedurende de kindertijd In de loop der jaren zijn tal van uitspraken gedaan over invloeden die bij kunnen dragen aan de ontwikkeling van autisme, zo ook over de periode na de bevalling. Omgevingsinvloeden vanuit de kindertijd zijn veelal een indirecte oorzaak van autisme waarbij complicaties ontstaan als gevolg van een opstapeling van tekortkomingen uit voorgaande levensfasen. Desalniettemin kunnen postnatale factoren bijdragen aan de motorische onderontwikkeling, taalkundige achterstanden en neurologische beschadigingen. 32 Onderstaand worden enkele achterhaalde standpunten en huidige bevindingen toegelicht. Familiehistorie Het meeste bekende familie verwijt is toch wel de koelkast- moeder oftewel de ”refrigerator mom”, die in de vorige eeuw geschetst werd. Een kille houding van de moeder, patriarchale houding van de vader of extreme geloofsovertuiging zou een ouder-kind wisselwerking veroorzaken waardoor de kenmerken van autisme zouden ontstaan. 33 Tegenwoordig is de link tussen de houding van de ouders en het ontstaan van ASS ontkracht en is er een einde gekomen aan deze bejegening. 34
Fig 4: Refrigerator mom?
In de hedendaagse bevindingen wordt gesproken van een verhoogd risico op ASS wanneer er binnen de familiehistorie sprake is van verstoorde immuun systemen. Dit kan een onderliggende oorzaak zijn van vatbaarheid voor genetische afwijkingen en abnormaal hoge hoeveelheden aan antistoffen, welke kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van autistische kenmerken.35 Diëten Aan het einde van de vorige eeuw is de suggestie ontstaan dat mensen met ASS overgevoelig zouden zijn voor gluten en caseïne. Deze plantaardige en dierlijke eiwitten zouden een reactie in de hersenen kunnen veroorzaken waardoor motivatie, emotie, hechting, reactie op stress en pijn en de controle van voedselinname verandert. 36 Al langere tijd waren onderzoekers het niet eens over de invloed van gluten/caseïne in de voeding. In 2008 heeft Cochrane een gezaghebbend wetenschappelijk onderzoek uitgebracht waarin werd ontkracht dat een gluten of caseïnevrij dieet effect zou hebben op het ontstaan van autisme. 37 Wel kan het toepassen van deze diëten effect hebben op de individuele gemoedstoestand38, maar wetenschappelijke onderbouwing ontbreekt. Virale infecties Een derde opvatting is dat virale infecties het centrale zenuwstelsel aantasten waardoor onherstelbare schade ontstaat en aan autisme verwante symptomen zich kunnen ontwikkelen. Echter, dit risico is enkel aanwezig wanneer meerdere risicofactoren samenvallen en langdurige infecties het geval zijn.39
32 33 34 35 36 37 38 39
Stromswold, 2006. Kanner, 1949, 1954; Eisenberg & Kanner, 1956; Bettelheim. 1955, 1956, 1967. Verheij, 1995; Delfos, 2001; Oosterhoff & Serra, 2001. Ashwood en van de Water, 2004 Klein, Cousino, 2001 Milward, Ferriter, Calver, 2008. Elder, Shankar, Shuster, 2006. Ghaziuddin, 1992; Libby 2005.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
Ontstaan
19
Vaccinaties Een ander discutabel punt is dat een defect in het metallothioneine systeem bij kan dragen aan het ontstaan van ASS. In de Verenigde Staten hebben biochemisch onderzoekers resultaten geleverd waarin zij zeggen de niet-biologische oorzaak van ASS te hebben gevonden. Zware metalen komen het lichaam binnen via vaccinaties, amalgaam tandvullingen en uitlaatgassen. Het menselijk lichaam heeft het essentiële eiwit metallothioneine nodig om zware metalen te kunnen verwerken. Dit eiwit komt voor in de darmen, maag, lever, alvleesklier, mond en de hersenen. Vermoedelijk treden er complicaties op wanneer het lichaam in een stress positie belandt en er een verstoring in het metallothioneine systeem is, waardoor zware metalen in de bloed-hersenbaan terecht komen. 40 De drievoudige Bof, Mazelen, Rode hond (BMR) vaccinatie bevat een hoge concentratie zware metalen en die mogelijk het metallothioneine systeem verstoord. Na uitvoerig onderzoek is echter gebleken dat vaccinatie niet een significante factor is in het ontwikkelen van autisme41, maar net het laatste risico kan zijn wat nodig is voor hersenbeschadiging waardoor autisme ontstaat. 42 Het onderzoek van de biochemici is echter nog niet ontkracht, hierdoor blijft dit onderdeel discutabel. Daarnaast is er nog de link naar andere syndromen. Er zijn nog weinig getallen en concrete onderzoeken naar deze factoren uitgebracht. Wel is bekend dat kinderen met Tubereuze Sclerose Complex een verhoogde kans hebben om gedurende de eerste vijf levensjaren een ASS te ontwikkelen. Van de TSC diagnosestellingen heeft 50% een ASS ontwikkeld en 25% Klassiek autisme. 43 De ernst waarin autisme wordt ontwikkeld wordt mede bepaald door de individuele kwetsbaarheid, (ontwikkelings-) leeftijd en omgevingsinvloeden vanuit de directe omgeving en maatschappij, maar is niet de oorzaak. Onomstotelijk staat vast dat autisme een neurobiologische aandoening is en dat deze niet wordt veroorzaakt door tekortkomingen in de opvoeding, maar door erfelijkheidsfactoren. Nu rest de vraag, wat gaat er dan mis in het autistische brein?
Fig 5: Informatieverwerking in het brein
40 41 42 43
Wakefield, Walsch, 2002, 2006. Chen, Ladau, Sham & Fombonne, 2004; Klein & Diehl, 2004; Doja & Roberts, 2006; Richler 2006; Uchiyama, Kurosawa & Inaba 2007. Frith, 2003; Boucher, 2009 Gunning, 2007; Numis AL, Major P, Montenegro MA, Muzykewicz DA, Pulsifer MB, Thiele EA., 2011.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
Ontstaan
20
2.2
NEUROLOGIE
Het menselijk brein bestaat uit miljoenen neuronen en verbindende vezels. Het is echter niet te definiëren wat de specifieke abnormaliteiten voor personen met ASS zijn, dit verschilt per patiënt. Het autistische brein bevat geen littekens, gaten en tumoren, maar afwijkingen in de zenuwcellen- en hersenen structuur.44 Bij één op de vier personen met autisme is sprake van een vergrootte hoofdomtrek, zij hebben in verhouding grotere hersenen in vergelijking tot een niet-autistisch persoon.45 Rond het eerste levensjaar is het verschil in hoofdomtrek van een autistisch en niet-autistisch kind het grootst. De hoofdomtrek van het autistische kind is gemiddeld 50 mm groter dan het niet-autistische kind. 46 Wanneer een mens iets waarneemt zijn er twee manieren om dit waar te nemen en hierop te reageren. Bij de eerste variant worden kleine stukjes informatie (kleur, richting, beweging, contour etc.) verwerkt tot steeds grotere stukken in de verschillende stations in de lagere hersenen (achterhoofdkwab, zie figuren 6&7 ) zodat uiteindelijk een geheel gevormd kan worden in de hogere hersenen (frontaal kwab). De waarnemingen worden vergeleken met de kennis welke opgeslagen zit in het brein, waarna een betekenis toegekend kan worden en een persoon kan reageren op de situatie. Deze manier van informatie verwerken wordt ook wel bottum-up sturing of stimulusgestuurd proces genoemd.47 De tweede manier om informatie te verwerken is middels conceptgestuurde processen. Hierbij zijn verwachtingen of ideeën de basis waarop waargenomen wordt. Een duidelijk voorbeeld is wanneer men een nieuwe auto heeft gekocht. Vanaf het moment dat de sterke interesse voor dat onderwerp is ontstaan zal men vele malen meer dezelfde auto zien rijden. Het brein gaat dus vanuit opgeslagen informatie in de hogere hersengedeelten (frontaal kwab) gericht op zoek naar stimulans voor de zintuigen waardoor de waarneming geregiseerd wordt door het brein. Deze manier van informatieverwerking wordt ook wel top-down sturing genoemd.
Fig 6: Visualisatie hersenen
Fig 7: Anatomie hersenen
De samenwerking tussen cellen, groepen cellen en hersenzones in het autistische brein is sterk verminderd in vergelijking tot het niet-autistische brein. 48 Dit kan worden verklaard doordat na de geboorte van een autistisch kind sprake is van een abnormaal selectie- en groeiproces van de hersenen. Er is een overgroei van lokale verbindingen en een tekort aan lange afstandsverbindingen, vooral met de frontale kwab.49
44 45 46 47 48 49
Frith, 2003; Minshew, Soulieres 2007. Lewis, Theilmann, Fonov, Bellec, Lincoln, Evans, Townsend, 2012. Kanner, 1976; Hobson, 1993; Frith, 2003. Neisser, 1976; Vermeulen 2003; Mitchell, Mottron, Soulières, Ropar, 2011. Belmonte, 2004; Frith 2006. Courchesne, Pierce, 2005; Courchesne, 2007.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
Ontstaan
21
Uit recentelijk onderzoek is gebleken dat de kwaliteit van de hersenbanen gedurende de kinderjaren afneemt. De hersenbanen behouden deze verslechterde kwaliteit in het volwassen brein. Deze verbindingen tussen hersenschors en dieper gelegen hersenkernen zijn verantwoordelijk voor planning, gedragsremming en selectie. 50
Fig 8: Visualisatie hersenbanen
In het autistische brein ontstaan gespecialiseerde zones maar deze blijven geïsoleerd van elkaar waardoor problemen met contact en communicatie ontstaan. Dit verklaart waarom een persoon met autisme vaak gefocust is op één onderdeel of detail, drang naar rituelen vertoont en moeite heeft met vaardigheden waarbij hersenzones moeten samenwerken. 51 Naast problemen op het gebied van context hebben personen met ASS problemen met het lezen van emoties uit hun omgeving. De amandelkwab, welke centraal gelegen is achter de slaapkwab (figuur 7), is verantwoordelijk voor de emotionele sturing van een mens. Bij volwassenen met autisme is deze verminderd, wat het lage empathisch vermogen van personen met ASS zou kunnen verklaren. 52 Zintuiglijke problemen als overgevoeligheid voor licht en geluid zijn welbekende symptomen binnen ASS. Bij een niet-autistisch persoon wordt geselecteerd op context en relativiteit, bij een autistisch persoon niet. Door de verminderde top-down sturing kunnen prikkels slecht gefilterd worden, zo ook licht en geluid. Hierdoor komen alle geluiden op dezelfde sterkte het brein binnen en worden ze niet gefilterd op context.53 Een voorbeeld hiervan is het volgen van een hoorcollege. Omgevingsgeluiden en de stem van de spreker kunnen van een gelijk geluidsniveau zijn maar als de spreker interessant is dan zal het nietautistische brein de omgevingsgeluiden weg filteren. Bij het autistische brein is dit echter niet het geval. Het gebruik van de zintuigen middels voelen, zien, horen en ruiken gebeurt net zoveel als bij ieder ander persoon, echter zijn mensen met ASS niet in staat om deze informatie op reguliere wijze te verwerken. Er is een verminderde top-down sturing waardoor zij vooral bottum-up waarnemen. Dit houdt in dat zij eerst details en later pas de context waarnemen. Daarnaast veroorzaakt het continue overprikkeld raken door van zintuiglijke waarnemigen een abnormale activiteit van het brein en kost veel energie.54 Het energiegebrek en de slechte samenwerking tussen hersenzones veroorzaken concentratiestoornissen en oververmoeidheid zijn twee veel voorkomende symptomen binnen ASS. 55 De omgeving kan bijdragen aan het versterken of afzwakken van de te verwerken prikkels, zowel in binnen als buitenruimten. In het paragraaf 4 zal dan ook beschreven worden welke onderdelen kunnen bijdragen aan een afzwakkingen van de te verwerken prikkels. 50 51 52 53 54 55
Langen, Schnack, Nederveen, Bos, Lahuis, de Jonge, van Engeland, Durston, 2009.
Brock, 2002. Mongillo, 2008; Cordon 2008. Iarocci & McDonald, 2006; Blakemore, 2006. Minshew, Soulieres 2007. Frith, 2003; Belmonte, 2004.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
Ontstaan
22
2.3
PSYCHOLOGIE
Inmiddels is gebleken dat het autistische brein informatie op een dezelfde wijze voelt en ervaart, maar dat de verwerking ervan niet verloopt als bij een niet-autistisch brein. Psychologisch gezien heeft de autistische psyche een kleine afwijking ten opzichte van de niet-autistische psyche. 56 Daarnaast kunnen omgevingsinvloeden en leefgewoonten bijdragen aan het doorontwikkelen van autisme, maar niet aan het ontstaan ervan. Wanneer de psyche wordt geteisterd door een ernstige psychische afwijking, ziekte of stoornis, kan een beschadiging ontstaan. Psychoses, depressies, schizofrenie en sociale gebreken kunnen leiden tot het verergeren van autistische klachten, maar zijn niet de werkelijke oorzaak van het ontstaan van autisme. 57 Ontwikkelingsstoornissen ontstaan zeker niet door psychologische trauma's als gevolg van een verkeerde opvoeding, kindermishandeling of incest. Zie hiervoor tevens het onderdeel over de familiehistorie op pagina 18. Op latere leeftijd bestaat er wel een groot risico om psychische klachten te krijgen, maar dat is omgekeerde redenering en zal hier dan ook buiten beschouwing worden gelaten. 58 Nu de opvattingen over het autistische brein uiteengezet zijn, zullen de storende omgevingsinvloeden onderzocht worden. Welke onderdelen en zintuiglijke prikkelingen veroorzaken de onrust in het autistische brein?
Fig 9: Het ‘verwarde’ autistische brein
56 57 58
Hobson, 1993; Frith, 2003. Bloemen, Deeley, Sundram, Daly, Barker, Jones, van Amelsvoort, Schmitz, Robertson, Murphy, Murphy, 2011. Frith, 2006; Bevan, Jones, Thapar, Lewis, Zammit, 2012.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2.
Ontstaan
23
3.
OMGEVINGSINVLOEDEN
De afgelopen jaren zijn er meerdere onderzoeken gedaan naar “Autisme & Wonen”. In dit gedeelte van het literatuuronderzoek zullen bevindingen uit voorgaande onderzoeken van de Nederlandse Vereniging Autisme (NVA) met elkaar worden vergeleken. Daarnaast heeft projectleider en senior adviseur Drs. Joke Visser meerdere artikelen geschreven, in het magazine Engagement met Autisme van de NVA, waarin huisvesting centraal staat. In de loop der jaren zijn de opvattingen mogelijk bijgesteld, dat zal uit deze deelvraag blijken. De bevindingen zijn in chronologische volgorde weergegeven, tenzij anders aangegeven. De gehele samenvattingen van de onderzoeken zijn opgenomen in Bijlage 1. Verdere verdieping betreffende tijdsbestek, onderzoeksmethodieken, onderzoeksresultaten en aanbevelingen kunnen in deze bijlage worden nageslagen.
3.1
ONDERZOEKSGESCHIEDENIS ‘WOONWENSEN AUTISME’
Afgelopen jaren zijn er meerdere onderzoeken gedaan naar ‘autisme & wonen’, welke passen bij het onderzoek ‘woonwensen autisme’. In juni 2008 werd door het eerste onderzoeksrapport uitgebracht van een reeks onderzoeken en artikelen. Dhr. Visser heeft als doel om een duidelijk Programma van Eisen op te stellen, waarin de wooneisen voor een personen met ASS duidelijk zijn omschreven. Om dit doel te verwezenlijken zijn de volgende onderzoeken uitgevoerd: 1. verkennend onderzoek (jun/jul 2008); 2. onderzoek naar storende prikkels in het interieur ( aug/sep 2008); 3. onderzoek naar indeling van de woning en prikkelgevoeligheid op het gebied van geluid, licht, geur en tast (okt/nov 2008); 4. onderzoek onder 55-plussers (dec 2008); 5. onderzoek onder gezinsleden (apr 2009); 6. checklist en onderzoek onder wooninitiatieven (jun 2009); 7. programma van Eisen (aug/sep 2009). Bovenstaande onderzoeken zijn gedurende het proces gepubliceerd in het blad Engagement met Autisme, een uitgave van de NVA welke 6 maal per jaar verschijnt. De publicaties bestaan uit een artikel van 1-3 pagina’s met de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen. Omdat tijdens het proces bepaalde standpunten en bevindingen veranderen, zijn onderstaand de belangrijkste veranderingen weergegeven. 1. Verkennend onderzoek Allereerst is er een onderzoek gedaan (op verkennend niveau) naar de wooneisen en –wensen betreffende het interieur van thuiswonende personen vanaf 12 jaar met een vorm van autisme. In dit onderzoek heeft er tevens een schriftelijke enquête plaatsgevonden onder de leden van de NVA, de respons was 150 ingevulde lijsten. Het betreffende onderzoek is geschreven door Ina van Doorn en Marcella Verheij (Hogeschool Utrecht) Belangrijkste bevindingen: • meeste lijsten zijn ingevuld door ouders/verzorgers van mensen met een vorm van autisme; • mensen met autisme hebben vooral last van (onverwachte) geluiden, temperaturen, geuren, licht en onoverzichtelijkheid. De gevolgen zijn veelal onrust, irritatie, boosheid, concentratieproblemen, overprikkeling, slaapproblemen en onoverzichtelijkheid; • oplossingen zijn het zorgen voor rust, ordelijkheid en structuur; • woningen van mensen moeten op maat worden gemaakt; • bij de inrichting moet men letten op structuur en een functionele indeling; • kleur- en materiaalgebruik zijn individueel bepaald. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3. Omgevingsinvloeden
24
2. Onderzoek naar storende prikkels in het interieur Onderzoeksrapport ‘Huis van Kees’ door: Pim van de Brule, Susanne Loeffen en Maddie Lubberink (Ergotherapie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen). De drie studenten hadden de vraagstelling: Welke wooneisen en –wensen hebben thuiswonende personen vanaf 12 jaar met een vorm van autisme met betrekking tot het interieur van de woning? Doelstelling: Op 20 juni 2008 zijn de wooneisen en –wensen van thuiswonende personen vanaf 12 jaar met een vorm van autisme met betrekking tot het interieur van de woning geïnventariseerd en vastgelegd in een onderzoeksrapport van de NVA. Tijdens het onderzoek zijn er drie (mondelinge) diepte interviews gehouden. Belangrijkste bevindingen: • twee thema’s handhaven: Een rustig interieur en invloed uitoefenen op het interieur; • in het artikel zijn een diverse handvatten weergegeven; • elke persoon met ASS is uniek; • tijdens bijeenkomstavonden van de NVA, aandacht besteden aan aanpassingen in de woning (ervaringen uitwisselen); • verhoogd risico voor stofallergie.
3.
Onderzoek naar indeling van de woning en prikkelgevoeligheid op het gebied van geluid, licht, geur en tast Verdiepend onderzoek genaamd ‘Thuis wil ik rust!’ Een afstudeerverslag van Nisette Huisman, opleiding Ergotherapie Hogeschool Utrecht. Nisette heeft als probleemstelling de vraag: Veel mensen met een Autisme Spectrum Stoornis, met een normale tot hoge intelligentie, hebben behoefte aan een woning die is afgestemd op hun specifieke behoefte. Welke adviezen met betrekking tot inrichting en omgeving zijn relevant? Uit deze probleemstelling volgt de onderzoeksvraag: Als genoemde doelgroep zelfstandig woont, waar moeten de inrichtings- en omgevingseisen van de woning dan aan voldoen? Uit het onderzoek blijkt het volgende: • de behoefte van mensen met ASS verschillen per persoon; • duidelijkheid en voorspelbaarheid bieden in en om de woning is vaak al voldoende; • groepswonen van mensen met ASS kan nadelig zijn. 4. Onderzoek onder 55-plussers Onderzoek bestaande uit een verkennend literatuuronderzoek en 10 diepte interviews door Tess Adelaar. De onderzochte doelgroep heeft een leeftijd tussen de 56 en 71 jaar. Alle deelnemers wonen, overwegend met partner, in een rijtjeshuis in een rustige wijk van een middelgrote stad. Belangrijkste aanbevelingen zijn: • bied wonen op maat aan; • onderzoek een omvangrijke en diverse doelgroep; • rust is een sleutelwoord; • alle ondervraagden hadden liever geen woonvorm voor senioren met autisme; • er moet nog meer onderzoek gedaan worden naar de woon- en zorgbehoefte van deze groep, voornamelijk voor de toekomst. 5. Onderzoek onder gezinsleden In dit onderzoek doet Jona Metz onderzoek bij gezinsleden. Jona Metz studeert aan de Hogeschool Utrecht MWD (Maatschappelijk Werk en Dienstverlening). Hij houdt eveneens 10 diepte interviews, echter dit maal bij gezinnen. Zijn hoofdvraag: ‘Waar moet een woning aan voldoen zodat verwanten –ouders, broers en zussen, partners en kinderen- zo gewoon mogelijk kunnen samenleven met een gezinslid met autisme en een normale of hoge begaafdheid’. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3. Omgevingsinvloeden
25
De belangrijkste bevindingen zijn: • creëer overzichtelijke ruimtes; • ruimtes moeten gescheiden functies hebben; • omgevingsgeluiden reduceren; • per leeftijdsfase een aparte ruimte creëren zodat het kind met autisme zich kan terugtrekken. De behoeften verschillen per fase (kindertijd, tienerleeftijd en latere tienerleeftijd). 6. Checklist en onderzoek onder wooninitiatieven Danielle Ultee, een student Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Hogeschool Utrecht in Amersfoort, heeft wooninitiatieven voor mensen met ASS onderzocht. In dit onderzoek staat de hoofdvraag: ‘Welke oplossingen hebben de diverse wooninitiatieven toegepast en hoe effectief zijn deze oplossingen?’. Het onderzoek is verricht onder wooninitiatieven voor mensen met autisme en een normaal en/of hoog IQ. Tevens heeft Danielle Ultee alle voorgaande onderzoeken samengebracht tot een checklist. De checklist geeft inzicht op de specifieke woonbehoefte van een autist. Op de checklist zijn alle hinderlijke prikkels weergegeven, een ingevulde lijst geeft grip op de belangrijkste (storende) prikkels voor de autist. Een ontwerpende partij kan deze lijst als houvast gebruiken voor het ontwerp. De opbouw van de checklist: • de woning en het interieur; • de omgeving van de woning. Belangrijkste bevindingen van Danielle: • bewoners moeten een kalmeringsruimte hebben waar ze zich veilig voelen, bijvoorbeeld een eigen slaapkamer of hobbyruimte. De aankleding van deze ruimte moet vrij zijn naar eigen wil; • eigen keuze kleur/geur/merk wasmiddel/parfums/shampoo/ed; • voorkomen stoten; • stress van warmtewisseling; • onvoorspelbaarheid voorkomen; • geuren, overlast en geluid van buiten de woning blijven storende prikkels; • nieuwbouw is vaak een betere oplossing om prikkels tegen te gaan, zowel technisch, bouwkundig als qua indeling. 7. Programma van Eisen Het laatste onderzoek is verricht door Nico van Beek, Bouwkunde student aan de Christelijke Hogeschool Windesheim. Zijn onderzoeksscriptie heet ‘huisvestingskaders Autisme’. In dit verslag komen alle voorgaande verslagen samen met toevoeging van vakinhoudelijke informatie. Zijn onderzoeksvraag luidde: ‘Welke eisen moeten worden opgenomen in een PvE, specifiek voor het bouwen of verbouwen van een woning voor mensen met een autisme, zodat deze als handvat kan worden gebruikt voor het ontwerpen/ontwikkelen van huisvesting voor deze doelgroep?’ Nico van Beek weet in het verslag alle eerdere bevindingen logisch te benoemen, hij maakt hierbij verschil tussen een eis en aanbevelingen/ opmerkingen/ motivaties. Doordat hij een bouwkunde student is komen er veel bouwkundige eisen naar boven, vooral de geluidsisolatie heeft hij grootschalig behandeld. Tevens beschrijft en werkt hij een ‘ideale’ woning uit in het verslag. In het nawoord geeft Nico van Beek de volgende opmerkingen: - Er is geen rekening gehouden met de kosten; - Iedere persoon met een vorm van ASS is uniek; - Alle eerdere onderzoeken zijn geen wetenschappelijke onderzoeken; - De afmetingen van de ruimtes zijn aannames.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3. Omgevingsinvloeden
26
3.2
PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN
In alle bovenstaande artikelen/onderzoeken worden uitspraken gedaan betreffende de woonwensen voor personen met autisme. Deze specifieke onderdelen zijn te onderscheiden in drie hoofdcategorieën: 1. In de omgeving van de woning; 2. De woning; 3. Interieur en afwerking. Binnen deze drie categorieën zijn diverse zintuiglijke prikkelingen, welke in en om de woonruimte als storend worden ervaren. Van langsrijdende auto’s en tikkende verwarmingsbuizen tot het overzicht verliezen in een woning doordat een ruimte meer dan één functie bevat. Naast prikkels vanuit geluid, geur, licht en tast, spelen functie en ruimte indeling een rol binnen de woning. Om een overzicht te genereren van de storende omgevingsinvloeden zijn alle onderzoeksresultaten in deze literatuurstudie vertaald tot een tabel, welke op volgende pagina’s is weergegeven. Het overzicht bevat naast de gesignaleerde problemen ook enkele oplossingen die worden aangedragen. Beiden zijn verdeeld over aparte kolommen om een duidelijke scheiding te creëren in problemen en oplossingen. In de laatste kolom is een zwaarteweging genoteerd. Deze duidt op het aantal vermeldingen van het specifieke probleem. Op basis van deze notering kan een korte beschouwing worden gevormd, zoals in de conclusie van deze literatuurstudie zal worden gedaan.
Fig 17: Autisme en wonen
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3. Omgevingsinvloeden
27
In de omgeving van de woning Categorie
Problemen
Oplossingen
Algemeen
Gevoel van speciaal/anders zijn Onrust wanneer iets ‘fout’ gaat
Gemengde leeftijd van leefomgeving Mogelijk om op iemand terug te vallen
1 4
Geluidsoverlast
Buren
Buitensluiten van geluiden Vrijstaande woning of hoekwoning Buitensluiten van geluiden
2 4 2 1 1 2 2 1 2 1 1 1 1 1
Huisgenoten Verkeer Voorbijgangers Verbouwingen in de buurt Blaffende honden / dieren Vuurwerk Gillende/ spelende kinderen Industrie Vliegtuigen Sirene geluiden 1ste v.d. maand Ambulance en politie
aantal keer benoemd
Geen speeltuin Geen school Geen industrie Geen luchthaven Niet plaatsen naast alarminstallatie Geen treinstation
Geuroverlast
Geuren uit de omgeving (bv brandlucht) Geur van de natuur Geur van voorbijgangers Geur van voorbijgaand verkeer Straatputten Buren Industrie
Ruimte voor afzondering
2 3 1 1 1 1 1
Locatie
Afstanden tot voorzieningen
Halte openbaarvervoer dichtbij Winkels en huisarts dichtbij Voorzieningen dichtbij Rustige groene omgeving Bos locatie, buiten bebouwde kom Geen drukke weg Tuin Wijd uitzicht Woning in nette buurt
3 2 2 5 4 3 1 1 1
Drukte Langsrijdend verkeer, trillingen Uitzicht veroorzaakt prikkels Afval op straat, afvalbakken Licht
Zon en maan licht Straat verlichting Verkeer Knipperend licht
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3. Omgevingsinvloeden
1 1 1 1
28
De woning Categorie
Problemen
Oplossingen
Algemeen
Lift of trap (verticale verplaatsing) Schuine wanden zijn benauwend Conflict met huisgenoten
Gelijkvloers Rechte wanden Eigen opgang
2 1 1
Gevelopeningen
Daglicht toetreding
Verminderen daglicht Zonwering/ rolluiken Zonwering van binnenuit te regelen Geen dakraam of lichtstraat Geen blinde muur als uitzicht Geen inkijk in de woning Ligging t.o.v. de straat Beglazing met hogere isolatiewaarde Insecten weren Weerspiegeling verminderen
6 4 1 1 4 1 2 4 4 1
Afgescheiden van ruimten Één functie per ruimte Geen hoeken in de ruimte Woonkamer in een L-vorm Eigen terugtrek ruimte Slaapkamer niet delen met broer/zus Slaapkamer op geluidsarme locatie
7 7 2 1 4 2 4
Meterkast buiten de woning Regelbare thermostaat Temperatuur wisselingen niet te heftig Verminderen van de storende effecten
2 3 3 3 2 3 1 1 1
Uitzicht Last van binnen schijnende koplompen 's Geluidsoverlast Insecten Glimmende/ weerspiegelende vensterbanken Functie/ indeling Verwarring van de ruimte welke functie erbij hoort
Eigen ruimte om terug te trekken Geluidsoverlast verkeer Geluidoverlast regen / natuur Installatie technisch
(Over)last van werkzaamheden Temperatuur in de woning Tikkende verwarmingsbuizen Water dat stroomt door leidingen Tocht in de woning Airco die suist Onrust door wanddozen Onoverzichtelijk/onveilig voelen over entree
Geluidsoverlast
Overlast buren
Jezelf Deuren/ kastjes veroorzaken geluiden tijdens het dichtslaan Badkamer
Toilet doorspoelen maakt geluid en deze spoelt te lang door Hang en sluitwerk maakt lawaai Krakende trap Plafond ventilator
aantal keer benoemd
Airco die niet suist Eenheid in de wandcontact dozen Toepassen videofoon systeem
Isolatie materiaal tussen de woningscheidende wand Toepassen ankerloze spouw Isolatie plafond Isolatie materiaal tussen de vloer Afdichten naden Geen gehorige vloer Geluid reduceren tijdens het sluiten
5
Keuze bad of douche op basis van individu Gereguleerde kraan toepassen Spaarknop, isolerende voorzieningen
2
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3. Omgevingsinvloeden
1 3 2 1 1 7
1 3 1 1 1
29
Interieur en afwerking Categorie
Problemen
Oplossingen
Algemeen
Onrustig bij veranderingen in interieur
Persoon met ASS betrekken in de keuzes Moment van verandering vertellen Verandering geleidelijk doorvoeren Eigen inbreng realiseren Materiaalgebruik aanpassen Afzonderingsmogelijkheden creëren Ventilatie via ramen of deuren
3 2 2 4 2 1 1 1
Gebrek aan eigen invloed Gevoelig voor allergieën Geluid medebewoners Geur overlast medebewoners of zichzelf Meer last van hoge tonen dan van lage tonen
aantal keer benoemd
Structuur
Rotzooi
Voldoende kastruimte Toepassen gesloten (inbouw) kasten Schappen Bureau met veel lades Geen voorwerpen op de grond plaatsen Vermijd overtollige voorwerpen Voorwerpen een vaste plaats
7 4 4 4 2 2 3
Indeling
Te druk interieur
Geen onnodig meubilair / rustig interieur Ruimtelijk en overzichtelijke indeling Meubilair niet verplaatsen Strakke indeling met meubels tegen muur
6 2 3 3
Per ruimte eigen (typerende) kleur Gebruik van visualisaties Één functie per voorwerp toepassen
2 1 2
Stillere apparatuur aanschaffen Geen fluitketel gebruiken Niet op gas koken Plaatsen in geïsoleerde ruimte Toepassen niet gehorige vloer Deurbel niet dicht bij slaapkamer plaatsen Geluid zachter afstellen, of ander geluidsoort toepassen Geluidsdempend materiaal over de deurbel plaatsen
5 3 2 1 3 1
Dimmers Zachtere tinten Lagere wattage Gebruik van lampenkappen Helder licht Toepassen andere verlichting
2 4 3 2 1 3 1 2 1
Antislipmatten Zo min mogelijk deuren met glas Extra sterke keuken inrichting
1 2 1
Stoten tegen meubilair
Functie
Functie van ruimte niet duidelijk Functie van voorwerpen niet duidelijk
Geluid
Huishoudelijke apparaten veroorzaken geluidsoverlast
Gehorige vloer Deurbel
Verlichting
Verlichting wordt als te fel ervaren
Zoemende TL-verlichting Gloeilampen Halogeen Spaarlampen Veiligheid
Uitglijden badkamer Verwondingmogelijkheden Kapotte keukenkastjes
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3. Omgevingsinvloeden
2 1
30
Categorie
Problemen
Oplossingen
Geur
Etensgeur Geur van roken Geur van vloerbedekking of tapijt Bloemen planten Persoonlijke verzorgingsmiddelen Geur van luchtverfrisser Geur kachel
Geur verwijderen
Kleur
Toegepaste kleuren veroorzaken onrust of Toepassen van natuurkleuren/tinten paniek Houttinten toepassen Lichte (effen)kleuren Soms kan het gebruik van sombere/donkere kleuren ook rust bieden Per individu eigen kleur bepalen Geen felle kleuren en donkere kleuren Geen spierwitte kleur Geen drukke patronen Geen weerspiegelde of glimmende materialen
2 4 4 1
Alle
4
Huishoudelijke apparaten
Wasmachine en droger Televisie en radio (van medebewoners) Afzuigkap (tocht en geluid) Vaatwasser Koelkast en vrieskist Magnetron en oven Stofzuiger Mixer Materiaal gebruik
Visuele overprikkeling Galm/ overprikkeling van de wand Leren meubelen voelen koud aan
Tast
Aanraken deurknoppen Wol Synthetische stof Koude leuningen Hout Kunstof Steen Beton Stucwerk Gladde verf Ruwe verf Katoen Badstof Leer Behang Vloerbedekking Vloerkleden Lichtknoppen Vochtige materialen
aantal keer benoemd 3 1 1 1 1 1 1
1 3 2 2 3
Adviseren over de geluidsproductie bij aanschaf In aparte ruimte
3 3 2 1 1 1 1
Eenvoud, prikkelarm materiaalgebruik Verminderen contrasten Natuurlijke materialen Gebruik van stof i.p.v. leer
1 1 1 1
Vaste knop of beugel
2 4 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3. Omgevingsinvloeden
31
CONCLUSIE Voorafgaand aan de literatuurstudie is de hoofdvraag “Welke groepen binnen ASS zijn op basis van overeenkomende woonwensen te definiëren? “ geformuleerd. Om hierop een correct antwoord te kunnen geven zijn een viertal deelvragen opgesteld, welke tevens dienen ter ondersteuning van verdieping in de doelgroep. Deelvragen die zijn onderzocht zijn: • Wat is autisme? • Welke vormen zijn er binnen ASS? • Hoe ontstaat ASS? • Wat zijn de specifieke kenmerken binnen ASS die leiden tot een afwijkende woonvorm? Wat is autisme? Autisme kan worden omschreven als een informatieverwerkingsstoornis van de hersenen. De zintuiglijke waarnemingen (zien, voelen, horen, proeven en ruiken) worden anders verwerkt dan normaal. Het gevolg is dat iemand met autisme alle details die hij/zij waarneemt niet tot een geheel kan brengen. Hierdoor ontstaan er problemen met communicatie, sociale interactie en de verbeelding. Vanaf 1995 is de term autisme verbreed naar Autisme Spectrum Stoornissen, nader te noemen ASS. Een andere benaming voor ASS is de medische term pervasieve ontwikkelingsstoornis. Welke vormen zijn er binnen ASS? De pervasieve ontwikkelingsstoornissen worden geclassificeerd volgens de criteria van de DSM-IV welke onderscheid maakt tussen 5 subgroepen. Onder ASS zijn de volgende vormen bekend: • (Klassiek) autisme • De stoornis van Asperger • PDD-NOS • McDD • A-typisch • Rett syndroom • Desintegratiestoornis van de kindertijd (syndroom van Heller) Hoe ontstaat ASS? Autisme Spectrum Stoornissen ontstaan in 90% van alle gevallen door een genetische afwijking in de ontwikkeling van het ongeboren kind. Omgevingsinvloeden van zowel voor als na de geboorte zijn risicofactoren welke, wanneer er meerdere factoren samenvallen, kunnen bijdragen aan de doorontwikkeling van autisme. Wat zijn de specifieke kenmerken binnen ASS die leiden tot een afwijkende woonvorm? Doordat alle zintuiglijke prikkelingen in het autistische brein anders verwerkt worden, dienen er ook andere eisen gesteld te worden aan een woning. Aanpassingen op het gebied van interne en externe geluidsreductie, lichtinval, verlichtingssoort en -sterkte, technische installaties, muurafwerking, kleurgebruik, indeling en structuur in de woning zijn gewenst. Alhoewel niet iedere persoon met ASS gelijke wensen heeft, blijft het reduceren van de zintuiglijke prikkels een vereiste. De individuele aanpasbaarheid van een woning blijft belangrijk, maar hierin verschilt iemand met ASS niet veel van een niet-ASS persoon. “Gewoon zoals thuis” is wat altijd in gedachten gehouden dient te worden wanneer aanpassingen of ontwerpen gemaakt worden voor een huis, juist ook voor iemand met ASS. In deze literatuurstudie zijn literaire werken, wetenschappelijke onderzoeken, niet-wetenschappelijke onderzoeken en internetsites geraadpleegd en met elkaar vergeleken. Uit voorgaande paragrafen blijkt dat er een aantal tegenstrijdigheden zitten in de bevindingen en de aanbevelingen van de onderzoeken. Er zijn drie tegenstrijdigheden welke nadrukkelijk toegelicht dienen te worden. • Misvatting over wat autisme is? • Misvatting over de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM)? • Misvattingen over het ontstaan van ASS? Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Conclusie
32
Misvatting over wat autisme is? In Nederland is er nog weinig tot zeer weinig onderzocht op het gebied van autisme. Er wordt aangenomen dat ongeveer 1,5% van de mensen in Nederland (is ongeveer 220.00 mensen) autisme hebben. Deze waarde wordt geschat aan de hand van buitenlandse aantallen (kengetallen). De vraag kan gesteld worden of het probleem dan niet groter of juist kleiner wordt gemaakt dan dat het is. Immers, hebben de afkomst en het leefmilieu geen invloed op de kans van autisme? Misvatting over de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM)? In 2013 word in de DSM-V de verschillende vormen van ASS opnieuw ingedeeld. Sinds dat er werd aangekondigd dat er een nieuwe DSM kwam, zijn deskundigen al in discussie. In de nieuwe versie gaat gesproken worden over één doelgroep met diverse gradaties, niet meer over de vijf subgroepen. In dit nieuwe model zal geen onderscheid meer worden gemaakt tussen de autistische stoornis, syndroom van Asperger, PDD-NOS en het sydroom van Heller; het syndroom van Rett is hier niet meer opgenomen. In de oude DSM was er veel overlapping, denk aan de autistische triade van symptomen. In de nieuwe DSMV zal dit verdwijnen waardoor verwarring wordt weggenomen voor zowel behandelend arts als patiënt. Misvattingen over het ontstaan van ASS? In de loop der jaren zijn er tal van opvattingen geweest over het ontstaan van autisme. De gedachte dat ouders verantwoordelijk zouden zijn voor ASS is inmiddels achterhaald. Bij de allereerste celdelingen van de mens kunnen genetische afwijkingen ontstaan, die het begin zijn van syndromen of stoornissen als ASS. Welke chromosomen en genetisch materiaal hiervoor verantwoordelijk zijn is echter nog niet bekend, maar wordt momenteel wereldwijd nog veelvuldig onderzocht. Omgevingsinvloeden kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van autistische symptomen, maar zullen niet de basis zijn voor het ontstaan van ASS, zij zijn slechts een risicofactor. Twee veelbesproken invloeden zijn de Bof, Mazelen, Rode hond (BMR) vaccinatie en het gluten- en caseïnevrije dieet. Beiden zijn veelvuldig getest op controlegroepen en hebben daar positieve resultaten laten zien. Echter is bij beiden door wetenschappelijke studies het tegenovergestelde aangetoond. Wellicht dat, met name op gebied van voeding, ASS hier inderdaad niet door ontstaat, maar dat de klachten wel verminderd kunnen worden door aanpassingen te doen in het voedingspatroon. Daarnaast is de informatie over het verergeren van ASS na een psychische verandering niet uitgebreid toegelicht in de literatuur. Wanneer er over de connectie wordt gesproken dan lijkt uiterste voorzichtigheid een pré voor de onderzoekers. Uit eigen ervaring en dus niet wetenschappelijk onderbouwd, vermeldt Chantal dat de autistische kenmerken van haar vader duidelijker naar voren kwamen nadat hij een psychose had doorgemaakt. Waar hij voorheen relatief normaal kon functioneren, heeft de psychische verandering zijn dagelijkse leven dermate beïnvloed dat dit niet meer mogelijk was. De autistische klachten werden dermate vergroot dat zij van mening is dat de connectie is aangetoond en hier vermeld dient te worden. In hoofdstuk 3.2 zijn problemen en oplossingen voor de storende omgevingsinvloeden in tabelvorm weergegeven. In deze tabel komen een beperkt aantal opvallende waarnemingen naar voren: 1. Donkere kleuren worden over het algemeen beschouwd als een slechte kleurkeuze, maar in één onderzoek kwamen deze positief naar voren in de onderzoeksresultaten. 2. Het gebruik van een trap is in meerdere onderzoek sterk negatief afgeraden. Deze geven aan dat een ruimte gelijkvloers dient te zijn. Echter zijn vele woonruimten van het Dr. Leo Kannerhuis voorzien van een reguliere trap. 3. Ligging van de woning binnen/ buiten bebouwde kom is ongelijk verdeeld over de onderzoeken. Wanneer een woonruimte buiten de bebouwde kom gelegen is zal deze niet per definitie in een rustige omgeving gelegen zijn. Daarnaast zijn voorzieningen vaak te ver van de woonruimte verwijderd. Het belangrijkste is dat de woonruimte op een rustige plek is gelegen. 4. Het materiaalgebruik binnen de woonruimte is erg persoonlijk. Van belang is dat de vele mogelijke opties worden gekozen op basis van de individuele prikkels, er is geen ideaal materiaal welke voor iedere persoon met ASS geschikt is. Daarnaast is de eigen keuze van groot belang.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Conclusie
33
Eindconclusie literatuurstudie Voorafgaande aan deze literatuurstudie is de hypothese gesteld dat middels vergelijkend theoretisch onderzoek één doelgroep binnen ASS gedefinieerd kon worden. Deze doelgroep zou overeenkomende voorwaarden stellen aan omgevingsfactoren in en om de woonruimte. Tevens zou deze gebruikt gaan worden voor het hoofdonderzoek. Concluderend kan gezegd worden dat er geen specifieke doelgroep binnen de Autistische Spectrum Stoornissen te bepalen is. In de nieuwe DSM-V gaat gesproken worden over één doelgroep met diverse gradaties, niet meer over de vijf subgroepen. De vernieuwde DSM-V zal naar onze mening zorgen voor meer duidelijkheid betreffende ASS. Tevens wordt met uitsluiting van het syndroom van Rett het aantal meervoudige diagnosestellingen en verstandelijke beperkingen gereduceerd, waardoor de nieuwe doelgroepsformulering specifieker wordt. De gehele doelgroep ASS heeft overeenkomende woonwensen op het gebied van prikkel reductie, zodat het risico op zintuigelijke overprikkeling wordt gereduceerd. Echter worden de woonwensen bepaald door individuele gradaties van deze storende prikkels, waardoor één ideale situatie niet bestaat.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Conclusie
34
BIJLAGEN Bijlage I Bijlage II Bijlage III
Uitgebreide Samenvatting Onderzoeken NVA Figurenlijst Literatuurlijst
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlagen
35
BIJLAGE I: UITGEBREIDE SAMENVATTING ONDERZOEKEN RESULTAAT UIT ONDERZOEKSRAPPORT HUIS VOOR KEES; Uitgegeven door: Tess Adelaar Door: Hogeschool Utrecht Amersfoort, oktober 2008. In juni 2008 hebben drie SPM Ergotherapie en Advies studenten van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen een onderzoek gedaan naar de wooneisen en woonwensen, met betrekking tot het interieur, van thuiswonende personen vanaf 12 jaar met een vorm van autisme. Zij hebben interviews afgenomen met de ouders van de personen met ASS om daaropvolgend de resultaten te analyseren aan de hand van thema’s. De onderstaande drie thema’s zijn gekozen: • Personen met ASS geven de voorkeur aan een rustig interieur; • Personen met ASS vinden het prettig om zelf invloed uit te kunnen oefenen op het interieur; • Het is onduidelijk of aspecten van het interieur invloed hebben op het functioneren van alle personen met ASS. Rustig interieur De interviews hebben data opgeleverd welke inzicht geven in welke aspecten bijdragen aan het rustiger overkomen van het interieur. In het eerste thema van dit onderzoek zijn de volgende aspecten besproken: • Indeling en structuur; • Functie; • Licht; • Geluid; • Kleur. Uit de gesprekken is gebleken dat bij meerdere respondenten rekening is gehouden met de indeling en structuur van de woonruimte. Men kan zelf veel rotzooi veroorzaken, verdwalen of spullen kwijt raken wanneer de directe omgeving niet gestructureerd genoeg is. Zo is gebleken dat een opgeruimde en geordende omgeving overzichtelijkheid bied en dat dit als prettig werd ervaren. Een ander veel terugkomend onderwerp is dat onrust wordt veroorzaakt door zowel natuurlijk als kunstmatig licht. Door middel van enkele kleine aanpassingen hebben de respondenten rust in hun thuissituatie terug weten te brengen. Ditzelfde geldt voor het kleurgebruik in de woning, wanneer kleuren of patronen onrust opleveren is dit eenvoudig aan te passen. Echter is niet iedere respondent gevoelig voor het kleurgebruik in de woning en zijn de genoemde oplossingen niet bij iedere individu toepasbaar. Geluid is een struikelblok voor velen. Schrikreactie, onrust of agressiviteit wordt veroorzaakt door geluiden veroorzaakt door anderen. Opmerkelijk is wel dat het geluid wat men zelf produceert als prettig wordt ervaren, waardoor men juist zelf lawaai gaat maken als de omgeving rumoerig is. In tabel…… op de volgende pagina is een overzicht gegeven met bevindingen vanuit thema 1.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
36
Onderwerp Indeling en structuur
Prikkel Rotzooi door diverse ruimten
Functie
Verwarring van ruimte en welke functie bij deze ruimte hoort; Verwarring doordat functie van voorwerpen niet duidelijk is.
Overprikkeling
Licht
Verlichting is te fel
Binnenvallend licht
Kleur
Toegepaste kleuren in interieur veroorzaken onrust
Overzicht kwijt of onduidelijke ruimte/product/volgorde
Geluid
Deurbel
Geluid veroorzaakt door huishoudelijke apparaten
Oplossing Voldoende organisatie mogelijkheden bieden door bijvoorbeeld kastruimte, schappen aan de wand en bureau met veel lades te plaatsen. Aparte functie per ruimte; Slaapkamer, WC, douche, Afgescheiden ruimten. Duidelijkheid creëren, oftewel één functie per voorwerp toepassen. Zo kan een handdoek in diverse functies voorkomen, op het toilet, de douche en in de keuken. Gebruik voor iedere ruimte een ander soort handdoek. Terugtrek mogelijkheid ‘veilige haven’. Dit kan in de meeste gevallen gewoon hun eigen kamer zijn met wat eigen spulletjes. Dimmers op de verlichting aansluiten Zachtere tinten in de lampen Lagere wattages toepassen Lampenkappen gebruiken voor gelijkmatige verdeling van het licht en het afzwakken van lichtsterkte. Zonlicht weren door middel van zonwering of volluiken Gordijnen voor de ramen dicht doen Rolgordijnen toepassen, geen luxaflex in verband met (teveel) doorvallende lichtstralen. Toepassen van kleuren waar de persoon met ASS rustig van wordt. Bij de meerderheid is dit het van natuurkleuren, houttinten en lichte effen kleuren. Echter, sombere donkere kleuren kunnen ook rust bieden, maar kleuren als alarmrood of kanariegeel zijn vaak te fel. Kleurgebruik kan bijdragen aan het verduidelijken van een ruimte, functie of uitvoeringsvolgorde. Door iedere ruimte een kleur te geven kan de functie herkend worden. De deurbel niet dichtbij de slaapkamer plaatsen, het geluid zachter stellen. Wanneer dit niet mogelijk is kan een geluidsdempend materiaal over de bel worden geplaatst. De kinderen waarschuwen wanneer deze worden gebruikt. Bouw het gebruik van de apparaten stapsgewijs op, na gewenning neemt de gevoeligheid voor de geluiden af.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
37
Eigen invloed In het tweede thema is onderzocht of personen met ASS het prettig vinden om zelf invloed uit te kunnen oefenen op het interieur van hun woonruimte. Wanneer ouders of andere medebewoners een plotselinge verandering in het interieur aanbrengen kan dit hele heftige reacties opleveren. Zo kan een nieuwe felrode bank zo’n grote angst opleveren dat men de woonkamer niet meer in durft. Reacties op veranderingen kunnen worden verzacht door voorafgaande een toelichting te geven dat er iets gaat veranderen. Nog beter is om de persoon met ASS te betrekken in de verandering. De nieuwe kleur op de wand of een nieuw meubelstuk kan samen uitgezocht worden. Met name de eigen slaapkamer wil men graag zelf inrichten, zodat de kleur van de wand en decoraties aansluiten bij specifieke interesses en dat opbergmogelijkheden ingedeeld zijn zoals men zelf wil. Orde, netheid en overzicht zijn hierbij wederom onderdelen die terugkomen. Onduidelijkheden Uit de interviews blijkt dat het niet altijd duidelijk welke invloeden interieur kan hebben op het functioneren van personen met ASS. In dit derde thema wordt gesproken over dat het niet altijd duidelijk is of personen met ASS überhaupt de behoefte hebben dat hun interieur aangepast wordt. Een aantal redenen die hiervoor worden gegeven zijn: • De respondenten, vaak de ouders van de personen met ASS, weten niet precies hoe de invloeden vanuit het interieur worden ervaren. Zij zijn, in dit onderzoek, zelf niet gediagnosticeerd met ASS en hebben dus een andere belevingswereld. • Personen met ASS kunnen hun voorkeuren mogelijk niet ter woorden brengen en nemen zelf geen initiatief tot verandering. • Personen met ASS hebben mogelijk geen interesse voor hun fysieke omgeving en vinden andere dingen belangrijker. Een van de onderdelen welke ter sprake komt is het materiaal gebruik in de woning, in dit onderzoek is gebleken dat materialen niet bewust gekozen zijn voor personen met ASS. Keuzen worden gemaakt op basis van allergieën, zoals een laminaat vloer in plaats van tapijt, maar niet op basis van de autistische stoornis. Door de respondenten wordt aangegeven dat uitproberen en afwachten de beste manier is om te ondervinden of interieuraspecten bij kunnen dragen aan het verminderen van de onrust. Tot slot blijkt dat reacties op de vormgeving of het veranderen van de inrichting kunnen afzwakken door gewenning. Een van de respondenten is kunstenares en heeft een onrustige inrichting welke vaak wisselt, maar wanneer zij tijdig aangeeft wat er gaat veranderen dan zijn er niet of nauwelijks veranderingen in de onrust van haar kind met ASS. De ideale situatie blijft echter onduidelijk en dient per individu nogmaals bekeken te worden.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
38
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK NAAR OMGEVINGSINVLOEDEN (1) Uitgegeven in het blad Engagement, Juni/Juli 2008 Door: Joke Visser en Marcella Verheij Het artikel is ontstaan na opdracht vanuit het NVA (Nederlands Vereniging Autisme) om onderzoek te doen naar omgevingsinvloeden die storend zijn voor mensen met een normale of hoge begaafdheid. Deze onderzoeken zijn uitgevoerd door studenten van de Hogescholen Utrecht, Arnhem en Nijmegen. Van belang in deze onderzoeken is om te weten te komen waar woningen voor mensen met een normale/ hoge begaafdheid aan moeten voldoen, zodat zij een zo normaal mogelijk leven kunnen leiden. Om tot concrete antwoorden te komen werden de volgende vragen gesteld: 1. Van welke omgevingsinvloeden hebben mensen met autisme last? 2. Wat zijn de gevolgen daarvan voor hun functioneren? 3. Welke oplossingen zijn er bedacht om de invloeden te beperken? 4. Wat waren de effecten van deze oplossingen? De studenten Ina van Doorn en Marcella Verheij (Hogeschool Utrecht) hebben een vragenlijst verspreid onder de leden van de NVA, 150 ingevulde vragenlijsten kregen zij retour. Voor een autist zijn er een scala aan omgevingsinvloeden welke zorgen voor prikkels. Al deze prikkels kunnen zorgen voor: onrust, irritatie, boosheid, concentratieproblemen, overprikkeling, slaapproblemen en onoverzichtelijkheid. Ina en Marcella stelden als aanbeveling om de mensen welke schriftelijk de enquête ingevuld hebben, aan een diepte interview te onderwerpen. Tevens omschrijven ze een tiental punten die in een PvE opgenomen kunnen worden. Onderstaand zijn de prikkels weergegeven in drie categorieën: In de woning, in de omgeving van de woning en in het interieur. Tevens zijn er oplossingen per categorie vermeld.
In de woning:
In de omgeving van de woning:
Prikkels
Oplossingen
Gedrag huisgenoten
Zorgen voor rust door afzonderen, vermijden, rekening houden met elkaar, begrip tonen, afspraken maken, gordijnen dicht doen Bij last van temperatuur: warme kleren aantrekken of juiste ramen en deuren openzetten
Temperatuur (warmte, koude) Geuren zoals sigarettenrook, etenswaren (uien, knoflook, vis), transpiratiegeuren en parfum Omgevingsgeluiden zoals tikkende verwarmingsbuizen, water dat stroomt door leidingen en klussende buren Licht (zonlicht, daglicht en kunstlicht) Uitzicht (bijvoorbeeld blinde muur, maar ook langsrijdend verkeer, koplampen die ’s avonds naar binnen schijnen of mensen die langslopen en naar binnen kijken Als men geen eigen ruimte heeft om zich terug te trekken Geluiden van buren, verkeer
Buitensluiten van geluiden: extra isolatie, gordijnen en/of ramen dichtdoen
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
39
In het interieur:
Herrie op straat, zoals spelende/ schreeuwende kinderen, blaffende honden Licht: zonlicht, fel licht Geuren, zoals brandlucht Alles wat rondslingert
Huishoudelijke apparatuur, zoals wasmachines, stofzuigers en vaatwasmachines Televisie en radio Teveel spullen, dingen niet kunnen vinden, geen overzicht hebben Wanneer er nieuwe spullen worden aangeschaft of spullen worden verplaatst of geen vaste plaats hebben Kleuren: felle kleuren of juist donkere kleuren
Onderhandelen met buren of andere personen in de omgeving Zorgen voor rust door afzonderen of vermijden Ordelijkheid: opruimen, eigen opbergruimte creëren voor de persoon, overbodige spullen wegdoen Structuur: regels opstellen, vaste plaats van de meubels Zorgen voor rust: door huishoudelijke apparaten te gebruiken in afwezigheid van de persoon of in een geïsoleerde ruimte, d een rustig kleurgebruik (bijvoorbeeld één kleur) en door de persoon in te stellen zich in een andere ruimte af te zonderen
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
40
THUIS WIL IK RUST Afstudeerproject in opdracht van de NVA, Hogeschool Rotterdam 2007-2008 Door: Nisette Huisman, onder begeleiding van Joke Visser Het afstudeeronderzoek is uitgevoerd door de student in opdracht van het NVA. Nisette Huisman wilde antwoord op de volgende probleemstelling: Veel mensen met een Autisme Spectrum Stoornis, met een normale tot hoge intelligentie, hebben behoefte aan een woning die is afgestemd op hun specifieke behoefte. Welke adviezen met betrekking tot inrichting en omgeving zijn relevant? De vraag die hierbij word gesteld is: Als genoemde doelgroep zelfstandig woont, waar moeten de inrichtings- en omgevingseisen van de woning dan aan voldoen? Om tot een antwoord te komen heeft ze en literatuurstudie gedaan en 10 diepte interviews. Het verslag is opgebouwd uit zes hoofdstukken. Hoofdstuk 1 In dit hoofdstuk wordt autisme omschreven aan de hand van de DSM- IV, ze geeft de criteria en classificatieregels en tevens omschrijft ze McDD. Daarnaast omschrijft ze kort de verklaringstheorieën van autisme (Tehory of mind, centrale coherentie, executief functioneren). Als laatste komt etiologie en terminologie aan bod. De prevalentie in de wereld is op het moment van uitbrengen: • 0,58% heeft autisme 0,08% Klassiek autisme 0,38% Het syndroom van Asperger 0,12% PDD-NOS Preventie McDD is niet bekend Hoofdstuk 2 In dit hoofdstuk word de relatie met ergotherapie gelegd. Ergotherapie heeft als doel het verminderen en/of oplossen van problemen die mensen ondervinden bij het uitvoeren van de dagelijkse handelingen als het gevolg van een ziekte, trauma, over- of onderbelasting, of een onvolledige of vertraagde ontwikkeling. Binnen de ergotherapie staan de handelingsgebieden zelfredzaamheid, productiviteit en ontspanning centraal. Een ergotherapeut kan zich onderscheiden als behandelaar, adviseur of onderzoeker. Bij iemand met ASS kan het dagelijks handelen verstoord zijn door geassocieerde symptomen, wat kan leiden tot klachten. Een ergotherapeut kan betekenisvol zijn voor iemand met ASS om deze klachten op te lossen of te verminderen. Hoofdstuk 3 Wonen staat centraal in dit hoofdstuk, de samenvatting geeft kort en bondig weer wat van belang is. Nisette Huisman schrijft op pagina 15/16: ‘’Wonen is gekoppeld aan de rol van een bewoner, van wie vervolgens in het kader van de rolvervulling een complex van handelingen word verwacht. Al sinds lange tijd geven ergotherapeuten advies over aanpassingen in de woon- en leefomgeving van cliënten. Zowel vanuit de behandelsector als vanuit de beroepsrol ergotherapeutadviseur wordt de ergotherapeut gezien als deskundige op het gebied van wonen en zorg.’’
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
41
Hoofdstuk 4 De projectopzet komt hier duidelijk naar voren. Studenten van de Hogeschool Utrecht (opleiding Maatschappelijk werk en Dienst verlening) hebben eerder een kwantitatieve enquête opgesteld voor de NVA, hieruit kwamen storende omgevingsinvloeden. Hierna doen drie studenten van de opleiding ergotherapie (HAN) 10 diepte interviews over een nader te bepalen thema. Één student Sociaal Pedagogische hulpverlening (Hogeschool Utrecht) kiest een aspect waarna ze onderzoek gaat doen, Nisette Huisman kiest voor het thema sensorische problemen in de woning en woonomgeving. Belangrijke inclusiecriteria van Nisette zijn bij het kiezen van 10-respondenten welke eerder een kwantitatieve enquête hebben ingevuld: • De respondenten zijn gediagnosticeerd met ASS; • De respondenten wonen zelfstandig of bij hun ouders; • De respondenten zijn normaal of hoogbegaafd; • De respondenten hebben last van sensorische problemen en/of hebben gebrek aan overzicht en structuur. De gegevens worden per diagnosegroep geordend op de aspecten: geluid, licht, geur, tast, overzicht en structuur. De gegevens uit de interviews worden vergeleken met de literatuurstudie en hieruit zal een conclusie worden geschreven. Hoofdstuk 5 Dit hoofdstuk geeft antwoord op de sensorische problemen in relatie tot ASS en wonen, tevens komt het gevolg aan bod, welke strategieën er toegepast worden en of groepswonen meerwaarde heeft. Zie pagina 19/20 voor meer informatie. De resultaten van de prikkelopwekkende onderdelen in en om de woning van personen met ASS uit de interviews zijn hieronder vermeld. Algemeen
Geluid
Licht 100% 100% 100% 100%
Klassiek Autisme PDD-nos Asperger McDD
Tast 100% 25% 50% 0%
Geur 0% 50% 50% 100%
100% 25% 25% 100%
Indeling van de woning 100% 100% 25% 100%
Geluid Huishoudelijke Pratende apparatuur mensen 100% 25% 75% 100%
Klassiek Autisme PDD-nos Asperger McDD
Dieren geluiden
100% 75% 50% 0%
Muziek 0% 50% 0% 0%
Verkeer 100% 25% 50% 100%
100% 0% 25% 0%
Licht Fel zonlicht Klassiek Autisme PDD-nos Asperger McDD
? 25% 25% 0%
Fel licht
Invallend daglicht 100% ? 0% 50% 0%
25% 0% 0%
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
42
Geur Natuur Klassiek Autisme PDD-nos Asperger McDD
Koken 0% 25% 0% 0%
Mensen 0% 0% 25% 100%
100% 0% 0% 0%
Tast Aanrakingen Klassiek Autisme PDD-nos Asperger McDD
0% 25% 0% 100%
Plastisch materiaal
Interne materialen 0% 25% 25% 0%
Indeling woning, overzicht en structuur Moeite om Moeite met alles te rommel vinden veroorzaakt door anderen Klassiek Autisme PDD-nos Asperger McDD
100% 100% 25% 100%
0% 50% 0% 100%
0% 0% 25% 0%
Moeite met Moeite met veranderingen hoeveelheid in interieur spullen 0% 0% 0% 100%
0% 0% 0% 100%
Tevredenheid m.b.t. woonomgeving Rustige buurt Bereikbaarheid Speelplaats in winkels en OV de buurt Klassiek Autisme PDD-nos Asperger McDD
100% 0% 25% 100%
100% 25% 25% 0%
0% 0% 25% 0%
Hoofdstuk 6 Het antwoord van de probleemstelling in het onderzoek is volgens Nisette Huisman: ‘’Op basis van de in het vorige hoofdstuk beschreven onderzoeksresultaten is gebleken, dat het niet mogelijk is een eenduidig antwoord te geven op de hierboven gestelde probleemstelling en onderzoeksvraag. De behoeften van mensen met ASS verschillen per persoon en voor de meeste mensen met ASS is het voldoende om duidelijkheid en voorspelbaarheid te bieden in hun woning en woonomgeving, zonder dat dit ingrijpende aanpassingen vergt (Attwood, 2007). Hieruit blijkt dat de relevantie van bovengenoemde probleem- en vraagstelling niet geheel evident is: de problemen spelen inderdaad, maar deze zijn door middel van kleine aanpassingen in en om de woning op te lossen ( Johansson et al, 2008). Bieden bovengenoemde kleine aanpassingen echter onvoldoende ondersteuning, dan kan in overleg met de desbetreffende persoon voor een woning en woonomgeving worden gekozen, die afgestemd is op de individuele behoefte van de gebruiker. In de ondersoeks en adviesrapportage die in de bijlage is opgenomen, is een aanbeveling geschreven voor een programma van eisen dat dient voor een eventueel te realiseren Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
43
voorbeeldwoning.’’Pagina 24 Uit de bevindingen van Nisette Huisman volgen aanbevelingen betreffende een Programma van Eisen (afgestemd op de individuele behoefte van een persoon met ASS). In dit stuk komen de onderwerpen per gebruiksruimte naar voren: Algemeen, woonkamer, keuken, slaapkamer, badkamer, toilet, hobby of werkkamer, woonomgeving, aanschaf huishoudelijke apparaten, aanbevelingen overzichtelijke indeling van de woning. De betreffende aanbevelingen zijn hieronder weergegeven. Algemeen • Een vrijstaande woning of een hoekwoning voorkomt geluid van de buren; • Het is belangrijk dat er een aparte ruimte aanwezig is met de mogelijkheid tot het aansluiten van een wasmachine en/of wasdroger; • Het is belangrijk dat er minimaal vier afgescheiden ruimtes in de woning aanwezig zijn; • Aanbevelingen per gebruiksruimte. Woonkamer • Als het een tussenwoning of een hoekwoning betreft is het noodzakelijk isolatiemateriaal aan te brengen tussen de muren i.v.m. geluidsoverlast van de buren; • Zonwering om invallend daglicht en invallend zonlicht tegen te gaan. Hierbij is van belang dat de zonwering niet wappert i.v.m. geluid. Opties hierbij zijn bijv. rolgordijnen, of rolluiken; • Een vloer die niet gehorig is bijv. tapijt of vloerbedekking i.p.v. een houten vloer of parketvloer; • Rustige vloerbedekking zodat visuele overprikkeling wordt voorkomen. Bijv. vloerbedekking of tapijt dat uit één kleur bestaat; • Spaarlampen of gloeilampen geven minder hinderlijk licht dan bijv. TL buizen; • Ramen die geen geluid van buiten doorlaten. Bijv. dubbel glas, of voorzetramen; • Schuifdeuren of het aanbrengen van een deurveer voorkomen klapperende deuren. Keuken • M.b.t. ramen, wanden en gordijnen zijn de aanbevelingen genoemd onder het kopje woonkamer van toepassing; • Elektrisch koken is minder gehorig dan koken op gas; • Een waterkoker is minder gehorig dan een fluitketel; • Een geur verwijderaar op natuurlijke basis voorkomt dat etensgeuren blijven hangen; • Een gazendeur voorkomt binnenkomende insecten. Slaapkamer • De ligging slaapkamer (s) dient zich bij voorkeur aan de achterzijde van de woning te bevinden, zodat geluid van verkeer wordt voorkomen; • M.b.t. ramen, wanden, gordijnen en vloerbedekking, zijn de aanbevelingen genoemd onder het kopje woonkamer van toepassing; • Een hor voor het raam voorkomt binnenkomende insecten. Badkamer • Matten op de vloer houden geluid tegen, maar dienen voorzien te zijn van antislipmateriaal i.v.m. uitglijden; • Vermijd overbodige voorwerpen i.v.m. structuur en overzicht. Bijv. één fles badschuim i.p.v. twee verschillende flessen badschuim; • Een bad is minder gehorig dan een douche en badwater is tactiel aangenamer dan water vanuit de straal van de douche; • Geluid van water kan worden gereguleerd door het aanbrengen van hendelkranen. Door de hendel te verschuiven wordt loopt de kraan zachter en wordt het geluid gereguleerd.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
44
Toilet •
Een toilet met een spaarknop voorkomt dat het toilet lang doorspoelt en is daardoor minder gehorig; • Voor matjes geldt het zelfde als beschreven onder het kopje badkamer; • Een slot d.m.v. een haakje is minder gehorig dan een ander slot op de deur; • Een geur verwijderaar op natuurlijke basis geeft minder prikkeling van geur dan een luchtverfrisser; • Een klein plankje bevestigd aan de muur in het toilet voorkomt dat spullen opgestapeld staan op de grond Hobby of werkkamer • Het is noodzakelijk om het bureau of de tafel haaks op het licht te plaatsen i.v.m. invallend daglicht; • Het bureau of de tafel kan het beste tegen de muur worden geplaatst i.v.m. het aanbrengen van structuur; • Plaats bij voorkeur geen voorwerpen op de grond i.v.m. overzicht en structuur; • Een geur verwijderaar op natuurlijke basis is zinvol om eventuele geuren van verf, lijm etc. te verwijderen. Woonomgeving • Een rustige buurt; • Een halte voor bus, metro of tram op maximaal 800 meter afstand van de woning; • Voorzieningen zoals winkels en huisarts op maximaal 800 meter afstand van de woning. Aanbeveling voor de aanschaf van huishoudelijke apparaten • In huishoudelijke apparaten zit veel verschil m.b.t. het geluid; • Uit onderzoek is gebleken dat mensen met ASS meer last hebben van hoge tonen dan van lage tonen. Het is daarom aan te bevelen op de apparatuur eerst te laten demonstreren wanneer het wordt gekocht, zodat een juiste afweging kan worden gemaakt. Dit geldt voor alle huishoudelijke apparatuur. Aanbevelingen voor een overzichtelijke indeling van de woning • Een strakke indeling van de ruimten in de woning bijv. het bankstel met de rug tegen de muur aan plaatsen, zorgt voor overzicht en rust in de ruimte; • Vermijd overtollige voorwerpen zoals onnodige prullen in ruimten; • Plaats bij voorkeur geen voorwerpen op de grond; • Maak de functie van de ruimten kenbaar d.m.v. bordjes op de deur. Bijv. een bordje met daarop geschreven toilet op de deur van het toilet; • Gesloten kasten met afgescheiden vakken of laden maken het overzichtelijk; • Plaats de voorwerpen op een vaste plaats, hierdoor wordt de omgeving voorspelbaar en dat geeft rust.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
45
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK NAAR OMGEVINGSINVLOEDEN (2) Uitgegeven in het blad Engagement, Augustus/September 2008 Door: Joke Visser In dit artikel de resultaten van het vervolgonderzoek naar storende prikkels in het interieur. Allereerst wordt er terug gewezen op het vorige artikel en de aanbevelingen van Ina van Doorn en Marcella Verheij. Er vinden op het desbetreffende moment de volgende onderzoeken plaats: 1. Onderzoek naar storende prikkels in het interieur; 2. Onderzoek naar de indeling van de woning en naar prikkelgevoeligheid op het gebied van geluid, licht, geur en tast; 3. Onderzoek naar de woonwensen en –eisen onder 55-plussers. De resultaten van het onderzoek naar storende prikkels in het interieur worden in dit artikel omschreven. Een drietal studenten ergotherapie (HAN) hebben onderzoek gedaan naar storende prikkels in het interieur (Pim van den Brule, Susanne Loeffen en Maddie Lubberink). De drie studenten hebben bij ouders van jongeren en jongvolwassenen met autisme met een normale of hoge begaafdheid een 10-tal interviews afgenomen. Deze groep was tussen de 12 en 23 jaar. Aanbevolen word nader onderzoek tot: - De persoon in relatie tot zijn/haar omgeving (observatie als onderzoeksmethode); - Onderzoek naar autisme en stofallergie. De bevindingen zijn in onderstaande tabellen weergegeven:
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
46
Tips betreffende: Geluidsvermindering
Geordend en opgeruimd interieur
Eigen ruimte
Bij veranderingen
Tips betreffende: Gedimd licht
Verduisteren
Kleurgebruik
Adequate isolatie van ruimten in de woning door het weren van geluiden van buitenaf; hierbij valt te denken aan isolatie van muren en plafonds Laten adviseren over geluidsproductie bij aanschaf van elektrische apparaten zodat vóór aanschaf bepaald kan worden of een elektrisch apparaat te veel geluid produceert Aanschaffen van deurveer of deurrubbers waardoor kan worden voorkomen dat een deur hard dichtslaat Vloerbedekking of vloerkleden in plaats van bijvoorbeeld parket zijn minder gehorig in de woning Het aanbieden van een koptelefoon voor gebruik van multimedia, zodat andere geluiden kunnen worden buitengesloten Geluidisolatie van eigen ruimte, zodat geluiden uit andere ruimten minder zullen doordringen tot de eigen ruimte Voorkeur aan een vrijstaand huis, hier wordt minder hinder ondervonden van omgevingsgeluiden van bijvoorbeeld buren Aparte, afgesloten ruimten met ieder een eigen functie, bijvoorbeeld een gesloten keuken om in te koken Dichte kasten om voorwerpen in op te bergen Veel laden en bakjes voor het ordenen van spullen Rekening houden met alle hiervoor genoemde tips Eigen slaapkamer (niet delen met broer/zus) Eigen ruimte moet voldoende mogelijkheden bieden voor het opbergen van eigen spullen, zodat eigen identiteit kan worden gegeven aan de ruimte. Hierdoor wordt het gevoel van veiligheid vergroot Overleg met de jongere/jongvolwassene over veranderingen, zodat deze zijn/ haar mening kan geven en eventueel kan meebeslissen over de verandering Vertel de jongere/jongvolwassene op welk moment de verandering plaats gaat vinden Als de nieuwe situatie waarschijnlijk als prettiger ervaren gaat worden, kan de vernieuwing geleidelijk worden toegepast of kan men de verandering in één keer doorvoeren (Delfos, 2001) Als de nieuwe situatie waarschijnlijk als onprettiger ervaren gaat worden, moet de vernieuwing geleidelijk worden toegepast en wordt sterk afgeraden in één keer de verandering door te voeren (Delfos, 2001)
Gloei- en spaarlampen gebruiken met een laag wattage, dit geeft minder fel licht Lichtschakelaar met dimmer gebruiken, op die manier is de intensiteit van het licht regelbaar Lampenkappen zorgen voor een gelijkmatige verdeling van het licht en maken het licht minder fel (Verduisterende) rolgordijnen Dikke gordijnen Rolluiken Zonnescherm Lichte tinten Effen kleuren (geen tierelantijnen) Hout en natuurtinten
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
47
RESULTATEN UIT `RUIM WONEN IN APELDOORN´ Uitgegeven in het blad Engagement, nummer 5 Oktober-November 2008. Ernst is een 20 jarige jongen welke woonachtig was in Groesbeek, op het Werkenrode-terrein. Sinds twee jaar woont hij zelfstandig in Apeldoorn. In het artikel worden zijn ervaringen en verschillen tussen de woonfaciliteiten beschreven. “ Ik woon op een prima plek. Er is een bushalte voor de deur en het winkelcentrum is aan de overkant. Twee keer in de week doe ik mijn boodschappen,” zo vertelt de tevreden Ernst. Zijn huidige woonruimte verschilt sterk van zijn oude woonruimte. Voorheen woonde hij met een groep leeftijdsgenoten in een gebied ver buiten de bewoonde wereld. “Ik woonde er in een groep met jongeren van mijn leeftijd, ver van de bewoonde wereld” . Financiering, dagindeling en begeleiding wordt besproken in het artikel, echter is dit voor de literatuurstudie minder relevant. Wat betreft zijn woonwensen is te concluderen dat Ernst het prettig vind om dichtbij faciliteiten als een winkelcentrum en openbaarvervoersmogelijkheden te wonen.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
48
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK NAAR OMGEVINGSINVLOEDEN (3) Uitgegeven in het blad Engagement, Oktober/ november 2008 Door: Nisette Huisman In dit artikel de resultaten van het onderzoek naar indeling van de woning en prikkelgevoeligheid op het gebied van geluid, licht, geur en tast. Dit Artikel is geschreven adv het onderzoeksrapport ‘thuis wil ik rust’. Eerder zijn we hier al diep op in gegaan vandaar dat we het nu kort houden en alleen kort toelichten. Onderzoek opgebouwd uit drie thema’s: 1. Het reduceren of reguleren van storende prikkels; 2. Een overzichtelijke indeling van de woning; 3. De voor- en nadelen van groepswonen. Wat nog niet eerder is genoemd: Een kind of jongvolwassene dient pas zelfstandig/ onder begeleiding te gaan wonen als deze er zelf klaar voor is. Voor iedereen is zelfstandig wonen een groeiproces, echter voor iemand met autisme nog meer. Een lezer van het blad engagement stuurde het volgende in: Bij het gebruik van TL-lichten of spaarlampen (geen LED), kunnen trillingen optreden. Door ze in 100Hz uit te voeren is dit niet meer zichtbaar voor de mens. De felle kleur is te voorkomen door in plaats van de standaard kleur 33, de kleur 83 (kan ook kleur 830 zijn) toe te passen. Deze kleur zorgt voor een prettigere sfeer, en is bij kantoorwerkzaamheden geen belemmering.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
49
RESULTATEN “ OVERGEVOELIGE ZINTUIGEN” Uitgegeven in het blad Engagement, nummer 6 December 2008. Hedwig is een vrouw met overgevoelige zintuigen. Ze heeft erg veel last van prikkelingen die via haar zintuigen binnenkomen,geluiden veroorzaken fysieke pijn en sterke geuren leiden tot paniek. Eigenlijk zou zij in een vrijstaande woning moeten wonen, zoals ze acht jaar lang heeft gedaan in een zorgboerderij in Brabant. Nu woont zij in een hoekwoning binnen de bebouwde kom, een plek met stadse geluiden en andere zintuiglijke prikkels. Er zijn in haar stadswoning teveel prikkels, maar doordat ze zelfstandig wil zijn probeert ze hier elke keer een oplossing te vinden. “Het is hier heel erg gehorig: de auto’s door de straat, urenlange bladblazers, vogels in volières, van alles.” Ondanks dat Hedwig de beste oordoppen heeft hoort zij alle activiteiten in het huis van haar buren, “ Alles hoor ik en dat vind ik vreselijk” . Door de overgevoeligheid van haar huid kan ze lang niet alle materialen verdragen, zo ook haar oordoppen waardoor ze deze niet langer dan een half uur in kan hebben. In het artikel worden voorbeelden gegeven welke onderdelen binnen haar woning te niet kan verdragen en hoe ze dit heeft opgelost. Onderstaande tabel geeft de eigenschappen weer die de ideale woning van Hedwig bevat. Onderdeel Ligging en omgeving
Tuin Indeling
Geluid
Licht
Interieur & Kleur
Typering van Hedwig haar ideaal beeld Gelegen in een zeer rustige en groene omgeving, bijvoorbeeld in het bos of anders in een rustige landelijke omgeving met veel groen . De woning staat los van andere woningen, dus niet geschakeld, eventuele andere woningen staan een stuk verderop. Mijn woning staat niet in het centrum van een dorp en zeker niet in een stad. Ik heb een tuin met veel bomen, struiken, planten, gras en een paddenpoel. Een plek in de tuin om in de zomer in de schaduw te zitten. Het huis heeft geen bovenverdieping, alles is gelijkvloers. Er is een woonkamer in de vorm van een L of met meerdere andere hoeken. De woonkamer is voldoende groot voor een piano, grote eettafel, 3zitsbank, lekkere stoel, tafel voor computer, brede vensterbanken voor mijn natuurverzameling, plaats voor een ligbed voor mijn hond. Een ruime slaapkamer en een logeerkamer, ruime badkamer (bad hoeft niet per se), voldoende inbouwkasten, ruime schuur, ruimte waar de wasmachine kan staan, opslagruimte voor spullen die ik niet direct nodig heb. Een keuken met gasfornuis, geen elektrisch fornuis, stille afzuigkap en koelkast. Dubbel glas voor de ramen. Een vriendelijk zacht klinkende deurbel De muren zijn recht en zeer goed geïsoleerd tegen geluid van buiten af. De ligging is zo, dat in de zomer de warme middagen avondzon niet in de woning kan schijnen. Alle ramen kunnen goed verduisterd worden, vooral die van de slaapkamer. Op de vloer liggen houten planken en op sommige plaatsen een kleed. Er is veel hout aanwezig in het interieur. De muren zijn van binnen niet spierwit , maar gebroken wit.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
50
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK NAAR OMGEVINGSINVLOEDEN (4) Uitgegeven in het blad Engagement, December 2008 Door: Tess Adelaar en Joke Visser In dit artikel komen de onderzoeksresultaten naar voren van Tess Adelaar welke het deelonderzoek gedaan heeft naar de wooneisen en –wensen van mensen met autisme van 55 jaar en ouder. Centraal staat het interieur, de woning en de omgeving van de woning. Eveneens bestaat dit onderzoek uit 10 diepte interviews, echter nu in de leeftijdsgroep 56 – 71 jaar. Tevens wonen alle ondervraagde (zonder/met partner) in een rijtjeshuis in een rustige wijk van een middelgrote stad. De belangrijkste bevinden uit het onderzoek zijn: 1. De ondervraagde hebben weinig tot geen idee wat er allemaal aan aanbod is voor senioren (tevens hebben ze een verkeerd beeld van woonvormen). Ze zullen beter geïnformeerd dienen te worden. 2. Bied woonvormen op maat aan. 3. Rust is een sleutelwoord voor ouderen 4. De ouderen wensen graag onder diverse leeftijdsgenoten en achtergronden.
Interieur
Storend Rommel Druk interieur Onoverzichtelijkheid Verplaatsing meubilair Onnatuurlijk materiaal Donker meubilair Massief meubilair, hiermee wordt groot, massief meubilair bedoeld, zoals eikenhouten kasten die een hele muur beslaan. Glimmende materialen Drukke kleurpatronen Felle kleuren
Donkere kleuren Huishoudelijke apparatuur, met name keukenapparatuur, wasmachine Geluid van huishoudelijke apparatuur en audio tijdens bezigheden Fel licht, zoals tl-licht
Gewenst Inrichting naar persoonlijke smaak Ruimtelijkheid Knus/ geborgen Praktische indeling meubilair Ordelijkheid Overzichtelijk opgesteld meubilair Alleen elementair (het hoognodige) meubilair
Comfort Rustige kleuren Kleuraccenten. Hiermee wordt bedoeld dat fellere kleuren wel aanwezig mogen zijn in de woning maar met mate, bijvoorbeeld in kleurvlakken, het meubilair of accessoires Natuurmaterialen Lichte (kleur) materialen Vaste plaats meubilair Een pc Helder licht Zacht licht
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
51
In de woning
Storend Ontbreken van terugtrek/hobbyruimte Boven- en benedenverdieping om lichamelijke redenen of vanwege het overzicht Geen gescheiden functies leefruimten Open keuken Gesloten keuken. De mening over een open of gesloten keuken is erg verdeeld Kleine woonkamer. Hiermee worden specifiek klein aanvoelende woonkamers bedoeld, waarin men zich opgesloten kan voelen, dus het tegenovergestelde van het hebben van een ruimtelijk gevoel Hoeken in ruimten. Hiermee wordt bijvoorbeeld een l-vorm of een andere hoek in de woning bedoeld die deze onoverzichtelijk maakt Medebewoners Onbehaaglijke temperatuur Etensgeuren Weinig daglicht/donkere hoeken
Omgeving van de woning
Storend Weinig groen Druk centrum Geluidsoverlast van drukke wegen Onvoldoende faciliteiten, met name voor alledaagse boodschappen Beperkt uitzicht, zoals uitkijken op muren of een te druk uitzicht Mogelijkheid tot inkijk in de woning Buren. Wegens ongewenst contact of (geluid)overlast.
Gewenst Aanwezigheid van een terugtrek/hobbyruimte Gelijkvloers Gescheiden functies leefruimten Open keuken of juist gesloten keuken Ruim opgezette woonkamer (mogelijkheid tot) veel daglicht
Makkelijk te onderhouden huis en tuin
Mogelijkheden voor ouderdomsaanpassingen Voldoende ruimte voor bezoek/logés Bungalow Vrijstaande woning Apart bad en douche Goede geluidsisolatie Gewenst Natuurrijke omgeving Buitenwijk van een stad Voorzieningen nabij Rustige omgeving Weids uitzicht
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
52
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK NAAR OMGEVINGSINVLOEDEN (5) Uitgegeven door NVA in Engagement nummer… Door Joke Visser Begin 2008 is het initiatief naar omgevingsinvloeden van personen met ASS ontstaan. De Nederlandse Vereniging voor Autisme heeft senior adviseur Joke Visser aangesteld als projectleider voor de onderzoeken welke door studenten van diverse hogescholen worden uitgevoerd. In dit artikel wordt het verloop van de onderzoeken weergegeven. Eerste verkennend onderzoek – (eng. Jun/jul 2008) Onderzoek naar storende prikkels in het interieur (eng aug/sep 2008) Onderzoek naar indeling van de woning en prikkelgevoeligheid op het gebied van geluid, licht, geur en tast (eng. Okt/nov 2008) Onderzoek onder 55-plussers (eng. Dec 2008) Onderzoek onder gezinsleden Jona Metz (eng. Apr 2009) Checklist en onderzoek onder wooninitiatieven Daniëlle Ultee (juni 2009) Programma van Eisen (eng. Aug/sep 2009) De onderzoeksfase is na afronding van de zeven bovenstaande onderzoeken afgerond. Wat de daaropvolgende fase zal worden is nog niet duidelijk.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
53
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK NAAR OMGEVINGSINVLOEDEN (6) Uitgegeven door NVA in Engagement nummer… datum.. Door Jona Metz Jona Metz heeft een onderzoek gedaan naar omgevingsinvloeden voor gezinsleden van personen met ASS. Hij heeft tien moeders geïnterviewd over de vraag: “waar moet een woning aan voldoen zodat de overige gezinsleden zo gewoon mogelijk kunnen samenleven met de persoon met autisme”. Meerdere respondenten gaven aan dat zij nauwelijks aanpassingen deden voor hun kind met ASS. Echter, bleek dit niet zo te zijn. Moeders die hun eigen carrière stopten, het interieur aanpassen of het sociale leven drastisch aanpassen, het kwam in dit onderzoek allemaal ter sprake. Onderstaande worden de bevindingen in tabelvorm weergegeven. Aanpassingen Woning Algemeen
Aparte wensen kindertijd
Aparte wensen tienerleeftijd Latere tienerleeftijd en twintigerjaren
Het creëren van overzichtelijke ruimten, waarin niet te veel spullen staan; Zoveel mogelijk scheiden van verschillende functies in verschillende ruimten; Omgevingsgeluiden reduceren door geluiddemping of isolatie. Een eigen speelruimte, een erkertje of half-open ruimte dichtbij de woonkamer zodat men eigen ruimte heeft maar toch de in de buurt van de ouders is. Er ontstaat behoefte naar een ruimt waar de jongere zich kan terugtrekken. Dit is een ruimte die met een deur kan worden afgesloten. Wanneer het kind thuis blijft wonen dan ontstaat de behoefte naar zelfstandigheid. Deze kan gegeven worden door een aparte woonruimte met eigen opgang te realiseren.
De meeste respondenten zijn tevreden met de woonsituatie, ondanks de ‘extra last’ die hun kind met ASS kan meebrengen. Dit is anders voor broers en zussen, zij hebben geen grip op hun thuissituatie. Om een volledig beeld naar de invloeden op gezinsleden te kunnen vormen dient een vervolgonderzoek gedaan te worden naar woonwensen van broers en zussen.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
54
HUIS VOOR KEES Afstudeerproject in opdracht van de NVA, Hogeschool Utrecht maart 2009 Door: Daniëlle Ultee, onderbegeleiding van Joke Visser. Daniëlle schrijft: • ‘prikkelbaar’ • ‘Hoe kunnen de storende omgevingsinvloeden van de woonomgeving van een persoon met autisme, worden gereduceerd?’ • Welke aanpassingen er zijn gedaan in wooninitiatieven voor mensen met autisme om de storende omgevingsinvloeden en prikkels zoveel mogelijk te reduceren • Ontwerp van een checklist voor het in kaart brengen van storende omgevingsinvloeden en prikkels voor de persoon met autisme. Deze punten zijn de verkorte samenvatting waar het verslag over gaat. Daniëlle heeft een checklist ontwikkeld waarin een persoon met autisme, of de begeleider/ ouder, kan aangeven voor welke prikkels de persoon gevoelig is. Deze checklist is een lijst met meest voorkomende prikkels bij mensen met autisme. De ingevulde checklist zorgt voor een houvast bij het opstellen van een PvE. ‘’Uit eerder onderzoek waren vele storende omgevingsinvloeden geïnventariseerd, maar uit onderzoek bleek tevens dat alle mensen met autisme andere storende omgevingsinvloeden ervaren.’’ Pagina 8, paragraaf 2.7 Autisme komt van het Griekse woord ‘autos’ dat ‘zelf’ betekend. ‘Autos’ verwijst naar de in zichzelf gekeerde indruk die mensen met autisme soms maken.
Daniëlle heeft de volgende omgevingsinvloeden in haar literatuuronderzoek gevonden: Categorie Prikkel Geluid - onverwachte geluiden; - harde geluiden; - geluiden van buiten op straat; - geluiden van buren; - geluiden van huisgenoten; - geluiden van (ver)bouwen in de buurt. Huishoudelijke apparaten - het geluid van een stofzuiger; - het geluid van een wasmachine; - het geluid van een koelkast; - het geluid van een telefoon; - het geluid van een mixer; - het geluid van een afzuigkap; - het belletje van een magnetron; - het geluid van een vaatwasser. Overige apparatuur - het geluid van een radio; - het geluid van een televisie; - het geluid van een telefoon; - het geluid van een klok. Woonomgeving - het geluid van klussen in de buurt; - het geluid van verkeer; - het geluid van blaffende honden en andere dieren; - het geluid van (gillende) kinderen; - het geluid van buren; - het geluid van harde muziek; - het geluid van tikkende verwarmingsbuizen; - het geluid van water dat stroomt door leidingen. Licht - (fel) lamplicht; Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
55
Tast
Geuren
Visueel
- (fel) zonlicht; - invallend daglicht. - het aanraken van vuil bestek; - het aanraken van vuil in het algemeen; - het aanraken van tuinaarde en moeite met het kneden van deeg; - het aanraken van anderen; - zelf niet aangeraakt willen worden; - het aanraken van wollen dekens. - geuren van mensen (transpiratie, lichaamsgeuren); - geuren van koken en bakken; - geuren van de natuur (regen, sneeuw, hagel, zon etc.); - geuren van sigarettenrook; - geuren van etenswaren; - geuren van parfums, wasmiddelen etc. - het terugvinden van voorwerpen binnen hun woning; - de rommel die veroorzaakt is door anderen; - een open en/of gesloten keuken; - een toilet in de badkamer; - het uitzicht op een blinde muur; - langsrijdend verkeer; - koplampen die ‟s avonds naar binnen schijnen; - mensen die langslopen en naar binnen kijken; - alles wat rondslingert.
Wat Daniëlle ook toelicht is haar begripsverklaringen, wat nog niet eerder in onderzoek is gedaan. Onderstaand de begripsverklaringen volgens Daniëlle Ultee. Begrip Verklaring Geluid Alle geluiden die in en om het huis hoorbaar zijn. Te denken valt aan geluid van apparatuur binnen de woning: televisie, wasmachine, magnetron en dergelijke. Ook geluiden van buren, voorbijgangers, hangjongeren en dergelijke. Geuren Alle geuren die in en om het huis kunnen worden waargenomen. Te denken valt aan geuren van koken en bakken van bewoners zelf, of van buren. Geuren van buiten, geuren van natuur en dergelijke. Kleur Alle kleuren in de woning. Kleuren van alle meubels, muren, vloeren, plafonds en dergelijke. Licht Alle natuurlijke en kunstmatige vormen van licht in en rondom de woning. Temperatuur Alle temperaturen waar de persoon met autisme last van kan hebben, te denken valt aan: kou, warmte, regelbare of niet regelbare temperatuur en dergelijke. Indeling De indeling van de woning. Te denken valt aan een vaste indeling zoals open of gesloten keuken en ook de indeling van meubilair. Materiaal Alle gebruikte materialen in de woning. Materiaal van de banken, stoelen, vloeren en dergelijke. Ordelijkheid De mate van structuur in de woning. Hoe worden objecten geplaatst in de woning, zit hier een ordeningssysteem in. Hoe wordt er omgegaan met het opbergen van spullen. Als eindproduct heeft Daniëlle Ultee de checklist gemaakt welke bestaat uit diverse tabellen met prikkels. Deze prikkels zijn voor ons ook van belang daarom zijn onderstaand deze tabellen weergegeven.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
56
1. 1 Geluiden in de woning Van welke geluiden heeft de persoon met autisme last en hoe vaak per maand komt dit voor? Indien van toepassing kan ook voor een andere frequentie worden gekozen, bijvoorbeeld dagelijks of wekelijks. Geluiden: Frequentie per maand: Geluiden van huisgenoten (praten, neuriën, smakken, kraken met chips, neus ophalen, zingen, praten, muziek, etc.) Geluid van de deurbel Geluiden van dieren in de woning Geluid van stromend water (kranen, bad, douche, (te) lang doorlopend toilet) Geluiden van telefoons Geluiden van deuren die in het slot vallen Geluiden van slaande deuren Geluiden van krakende trap Geluiden van tl buizen (zoemen) Overige lampen of dimmers (zoemen) Geluiden van schuivende meubels Geluiden van houtenvloer Geluiden van tikkende verwarmingsbuizen Geluiden van afzuigkap / ventilatoren Geluiden van stofzuiger Geluiden van droger Geluiden van vaatwasser Geluiden van waterkoker Geluiden van koelkast Geluiden van vriezer Geluiden van mixer Geluiden van magnetron Geluiden van oven Geluiden van muziek Geluiden van televisie en radio Andere geluiden:…………………………………………………………
…. x per maand
…. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand …. x per maand
1. 2 Het voorkomen van geluiden in de woning Wanneer zijn geluiden voor de persoon met autisme het meest storend? (Omcirkelen welk antwoord van toepassing is, meerdere antwoorden mogelijk) A B C D E F G
als het geluid onverwacht is wanneer het geluid aangekondigd wordt zowel wanneer het geluid onverwacht is als wanneer het geluid aangekondigd wordt als de geluiden lang aanhouden als de geluiden kort aanhouden als onduidelijk is hoe lang de geluiden aanhouden andere geluiden, namelijk ………………………………………………………………………….……………………… …………………………………………………………………………………………………
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
57
1.3 Geuren in de woning Van welke geuren heeft de persoon met autisme last en hoe vaak per maand komt dit voor? A B C D E F G H I J K L M N O P
geur van sigaretten / sigaren / andere rookwaar geuren van koken / bakken / etenswaren geur van transpiratie geur van eau de toilette / parfum / shampoo geur van douche gel / luchtverfrisser / wc verfrisser geuren van schoonmaakmiddelen geuren van wasmiddelen / wasverzachter geuren van huisdieren geuren van buiten geuren van de wc geuren van kachels geuren van wasgoed in huis geuren van meubels in huis geuren van vloerbedekking / tapijt / parket geuren van bloemen en planten andere geuren:……………………………………………………… ……………………………………………………………………… .............................................................................. .......... .......... .......
…… x per maand …… x per maand …… x per maand ........ x per maand ........ x per maand ........ x per maand ..….. x per maand …… x per maand …… x per maand …… x per maand …… x per maand …… x per maand …… x per maand …… x per maand …… x per maand
…… x per maand
1.4 Licht in de woning Van welk vormen van licht heeft de persoon met autisme last? Licht in de woning Wanneer: ’s ochtends, ‘s middags, ’s avonds, altijd Seizoen: in de winter, lente, zomer, herfst, altijd Kunstlicht Daglicht Invallend zonlicht, bijvoorbeeld weerspiegeld op glimmende oppervlakken (bijvoorbeeld vensterbanken) Tl lampen Gloeilampen Halogeen lampen Spaarlampen Schittering, weerkaatsing van licht Andere vormen van licht, namelijk: …………………………………………… 1.5 Donker in de woning Heeft de persoon met autisme last van gebrek aan licht en wanneer doet dit zich voor? Donker in de woning Wanneer: ’s ochtends, ‘s middags, ’s avonds, altijd Seizoen: in de winter, lente, zomer, herfst, altijd Gebrek aan licht (bijvoorbeeld bang in het donker)
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
58
1.6 Kleuren Van welke kleuren en/of kleuren associaties heeft de persoon met autisme last en wanneer doet zich dit voor? Kleuren Wanneer Felle kleuren, indien relevant welke kleuren: Donkere kleuren, indien relevant welke kleuren: Bepaalde kleurencombinaties / associaties namelijk: Andere kleuren:
1.7 Temperatuur in de woning Van welke vormen van temperatuur heeft de persoon met autisme last en bij welke aantal graden? (Omcirkelen welk antwoord van toepassing is, meerdere antwoorden mogelijk) A B C D E F
warmte, vanaf: …. °C kou, vanaf: …. °C temperatuurswisselingen temperatuur niet (goed) kunnen regelen vocht / tocht andere vormen van temperatuur namelijk:……………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
1.8 De indeling van de woning Van welke manieren van indelen en orde heeft de persoon met autisme last? (Omcirkelen welk antwoord van toepassing is, meerdere antwoorden mogelijk) A B C D E F G H I J K
er is geen ruimte om zich terug te trekken er is één ruimte met twee of meer functies bijvoorbeeld een douche en een toilet in één ruimte, of een keuken en een woonkamer in één ruimte er is geen duidelijke scheiding tussen de verschillende ruimtes (keuken, woonkamer, etc.) er is geen / niet voldoende opbergruimte moeite met het terugvinden van voorwerpen in de woning problemen met rommel in de woning veroorzaakt door zichzelf problemen met rommel in de woning veroorzaakt door anderen (te)veel spullen in de woning / geen overzicht hebben moeite met plaatsing van nieuwe spullen in het interieur moeite met verplaatsen van spullen in de woning andere veranderingen in de woning:…………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
59
1.9 Materialen in de woning Van welke afwerkingen / materialen in een woning heeft de persoon met autisme last? (Omcirkel van welk antwoord de persoon met autisme last heeft, meerdere antwoorden mogelijk) A B C D E F G
hout / kunststof / steen / beton / stucwerk verf: glad / ruw / etc. synthetische stoffen / katoen / wol / badstof/ ruwe stof / gladde stof / leer behang / vloerbedekking / vloerkleden combinaties van materialen:…………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………….. combinaties van kleuren:……………………………………………………………………........ …………………………………………………………………………………………………….. andere materialen:……………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………..
1.10 Tactiele prikkels Van welke tactiele prikkels heeft de persoon met autisme last in de woning? (Omcirkelen welk antwoord van toepassing is, meerdere antwoorden mogelijk) A B C D E F G H I J K
moeite met het aanraken van vuil bestek moeite met het aanraken van bestek in het algemeen moeite met het aanraken van bedmateriaal / bedlinnen / kussens / dekens / etc. moeite met het aanraken van vuil in het algemeen moeite met het aanraken van katoenen stoffen / wollen stoffen / handdoeken moeite met het aanraken van deurknoppen moeite met het aanraken van lichtknopjes moeite met het aanraken van (arm)leuningen (bijvoorbeeld koude leuningen) moeite met aanraken van vochtige materialen, zoals natte vaatdoek / handdoeken moeite met stoten tegen meubilair/ deurposten /etc. moeite met andere aanrakingen:…………………………………………………….................... ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
1.11 Verplaatsen Van welke wijze van verplaatsen heeft de persoon met autisme last in de woning? (Omcirkelen welk antwoord van toepassing is, meerdere antwoorden mogelijk) A B C
bij gebruik van de lift bij gebruik van de trap andere wijze van verplaatsen, namelijk ……………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………
1.12 Overige prikkels in de woning Van welke andere prikkels heeft de persoon met autisme last in de woning? A B C
…………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ………….………………………………………………………………………………………... ……………………………………………………………………………………………………
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
60
2 De omgeving van de woning De volgende vragen gaan over prikkels in de omgeving van de woning waar de persoon met autisme zodanig last van kan hebben dat het hem/haar belemmert in het functioneren. De volgende prikkels komen aan de orde: geluiden, geuren, licht en overige prikkels. 2.1 Geluiden in de omgeving van de woning Van welke geluiden heeft de persoon met autisme in de directe omgeving van de woning last? Omcirkelen welk antwoord van toepassing is, meerdere antwoorden mogelijk) A B C D E F G H I J
geluiden van voorbijkomend verkeer, zoals auto’s / fietsers / brommers / scooters geluid van vuurwerk geluid van de natuur, zoals regen / wind / sneeuw / hagel / storm / ruisende bomen geluiden van dieren geluiden van buren geluiden van voorbijgangers / spelende kinderen geluiden van klussen in de buurt / verbouwing / industrie / bedrijven geluiden van vliegtuigen / helikopters / straaljagers geluiden van sirenes van ambulances, politie etc. / sirene alarm van de 1e van de maand andere geluiden:…………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………
2. 2 Geuren in de omgeving van de woning Van welke geuren heeft de persoon met autisme in de directe omgeving van de woning last? (Omcirkelen welk antwoord van toepassing is, meerdere antwoorden mogelijk) A B C D E F G H
geuren van bloemen en planten geuren van voorbijgangers (sigarettenrook, parfum) geuren van voorbijgaand verkeer (uitlaatgassen) geuren van straatputten / riolering geuren van buren (koken, bakken) geuren van industrie / bedrijven geuren van het weer / regen / sneeuw / hagel andere geuren:…………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………..
2.3 Licht in omgeving van de woning Van welk licht heeft de persoon met autisme last? (Omcirkelen welk antwoord van toepassing is, meerdere antwoorden mogelijk) A B C D
kunstlicht (straatverlichting) / knippert licht / onstabiel licht / fel licht licht van voorbijrijdende auto’s / brommers / scooters / bussen / fietsers maanlicht / zonlicht andere vormen van licht:………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………..
2.4 Overige prikkels in de omgeving van de woning Van welke overige prikkels de persoon met autisme binnen de omgeving van de woning last? (Omcirkelen welk antwoord van toepassing is, meerdere antwoorden mogelijk) A B C D
uitzicht vanuit de woning, bijvoorbeeld blinde muur afval op straat trillingen van langsrijdende vrachtauto’s / bussen / treinen / schepen e.d. andere prikkels:………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………..
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
61
Overzicht In dit schema kunt u alle prikkels die u eerder heeft aangekruist of ingevuld nog eens invullen. U krijgt dan een overzicht van de prikkels waar de persoon met autisme last van heeft. Invulschema prikkels 1. De woning en de inrichting van de woning Last van: 1.1. Geluiden 1.2 De aanwezigheid van geluiden 1.3. Geuren 1.4 Licht 1.5 Donker 1.6 Kleuren 1.7 Temperatuur 1.8 Indeling 1.9 Materialen 1.10 Tactiele prikkel 1.11 Beweging 1.12 Overige
2 De omgeving Last van: 2.1 Geluiden 2.2 Geuren 2.3 Licht 2.4 Overige prikkels
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
62
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK NAAR OMGEVINGSINVLOEDEN (7) Uitgegeven in het blad Engagement, Juni/ Juli 2009 Door: Joke Visser en Daniëlle Ultee Dit Artikel omschrijft hoe de eerdere vijf onderzoeken vertaald zijn naar een concrete checklist en welke oplossingen er door wooninitiatieven zijn bedacht om storende prikkels te voorkomen. Het onderzoek van Daniëlle Ultee (student Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Hogeschool Utrecht) word toegelicht in dit artikel. (zie de samenvatting van ‘Huis voor Kees’ voor verdere informatie) Het onderzoek is verricht voor mensen met autisme en een normaal en/of hoog IQ. Er waren 5 wooninitiatieven waarvan er 2 tijdens de bouw rekening hebben gehouden met mogelijke prikkels, en hebben hiervoor maatregelen genomen. Wat wel nog word gegeven in het artikel en niet in het verslag stond is onderstaande tabel met oplossingen van wooninitiatieven om storende prikkels te voorkomen. • Isolerende wanden tussen de woningen • Geluiddichte vloeren • Ramen met dikkere beglazing • Meterkast buiten de woning (zodat bewoners niet gestoord worden bij werkzaamheden) • Kasten en deuren voorzien van rubberen dopjes (tegen geklapper van kasten en deuren) • Op laden in de keuken rails plaatsen (deze zorgen ervoor dat de laden zachter dichtgaan) • Scanbehang op de muren (is dik van structuur,zorgt voor rust en is geluiddempend) • Lichte kleuren behang of verf op de muren (voor rust) • Inbetween gordijnen (dikke stof) • De magnetron in een kast in de keuken (tegen geluidsoverlast) • Leren banken met leuningen van stof (de banken en leuningen voelen dan niet koud aan) • Warmtewerende zonneschermen (zorgt wel voor lichtinval maar niet voor zoninval) • Keuze voor airco voor koude of warme lucht
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
63
‘HUISVESTINGSKADERS AUTISME’ Afstudeeronderzoek ‘Huisvestingskamers autisme’ - Hogeschool Windesheim 8 juni 2009 Nico van der Beek De hoofdvraag van dit onderzoek is: “Welke eisen moeten worden opgenomen in een Programma van Eisen, specifiek voor het bouwen of verbouwen van een woning voor mensen met ASS, zodat deze als handvat kan worden gebruikt voor het ontwerpen/ontwikkelen van huisvesting voor deze doelgroep?” De NVA heeft in 2007/2008 een enquête gehouden naar de manier van wonen, waarop 2227 leden reageerden. Hieruit bleek dat 94% van de jeugd tot 23 jaar bij hun ouders woont. Voor de personen vanaf 23 jaar woont een opmerkelijk groot gedeelte tevens bij de ouders in huis, dit kan mogelijk komen doordat geen passende woonruimte gevonden kan worden. In onderstaande grafiek wordt toegelicht op welke wijze volwassenen met ASS woonachtig zijn. Tevens bleek uit deze enquete dat 85% van de leden een IQ hebben van 90 of hoger. Dit betekend dat 15% een verstandelijke beperking heeft.
Binnen het project ‘Huis voor Kees’ is gebleken dat de groep volwassenen vanaf 23 jaar het liefst zelfstandig zouden willen wonen, mits de woonruimte geschikt is. Daarnaast is het van belang dat een vertrouwenspersoon, ouder of begeleider oproepbaar is om op terug te kunnen vallen. “Huisvestingskaders” is verdeeld in een aantal hoofdstukken: omgeving, functioneel en ruimtelijk programma, bouwkundige eisen, installatietechnische eisen, afwerkingsniveau en interieur. Op de volgende pagina’s zullen deze stukken aan de orde komen.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
64
Omgeving Woning
Minimale eisen In een straal van 2 kilometer dient zich een persoon te bevinden/wonen waarop een bewoner met een ASS terug kan vallen. Hij/zij moet het vertrouwen genieten. De woning moet gesitueerd zijn in een rustige omgeving. De woning mag niet gesitueerd zijn aan een drukke weg. In de omgeving dienen groenvoorzieningen te zijn. In een straal van 1 kilometer dient zich een openbaar vervoer voorziening te bevinden. Een (winkel)centrum dient zich op ca. 2 kilometer van de woning te bevinden. Wonen buiten de bebouwde kom aan de rand van de bebouwde kom. De tuin van de woning moet groot zijn minimaal 400 m2. Afstand woning tot de erfscheiding rondom minimaal 4 meter. In een straal van 1 kilometer mag zich, in de omgeving van de woning, geen speeltuin bevinden. In een straal van 1 kilometer mag zich, in de omgeving van de woning, geen school bevinden. In een straal van 2 kilometer mag zich, in de omgeving van de woning, geen industrieterrein bevinden. In een straal van 1 kilometer mag zich, in de omgeving van de woning, geen spoor, station of rangeerterrein bevinden. In een straal van 25 kilometer mag zich in de omgeving van de woning, geen luchthaven bevinden.
Opmerkingen Eisen zijn op volgorde van belangrijkheid weergegeven. In verband met financiele situatie is het vaak niet mogelijk om aan de ideale eis te voldoen. De essentie van de eis dient dan bewaakt te worden, bijvoorbeeld een tuin <400 m². Tevens zijn enkele omgevingsfactoren persoonsafhankelijk.
Geluidshinder veroorzaakt prikkels en is dus niet gewenst. Op 1 meter afstand vanaf de gevel mag geluidsniveau mag niet hoger zijn dan 60 DBa.
In het onderzoek worden idealen geschetst, echter is de Inkomsten generatie van personen met ASS beperkt. In 2005 is door de Ombudsman onderzocht dat 48% gebruik maakt van een WAJONG uitkering en 32% een inkomen uit arbeid heeft. Overige personen hebben financiering middels WAO, studiefinanciering, AWBZ, Bijstand of WW.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
65
Functioneel en ruimtelijk programma
Minimale eisen Slaapkamer mag niet gedeeld worden met een van de gezinsleden Niet meer dan vier inwendige hoeken in een ruimte, met uitzondering van de slaapkamer. Slaapkamer mag wel L-vormig, wanneer er geen aparte tweede kamer is. Slaapkamer dient zich te bevinden aan rustigste/stilste zijde van het gebouw. Keuken in aparte ruimte
Aan de zijde van de woonkamer, het balkon en de slaapkamer (bedzijde) is geen straat. Positie keukenblok: In de wand(en) waarop het werkblad van het keukenblok geplaatst is mogen zich geen ramen bevinden om zicht op straatzijde weg te nemen. Alle raamkozijnen en deuren met glasopeningen moeten een minimale borstwering van 900mm + peil vloer hebben. Hoogte baluster balkon 1300mm, uitvoeren in glas. Elke ruimte heeft een aparte functie
Badkamer en toilet zijn gescheiden. Verhoogde isolatie in wanden toilet Meterkast aan buitenzijde van het complex te bereiken. Wasmachine en droger ruimte toepassen
Opmerkingen Eigen ruimte is erg van belang. Overzicht kan beter bewaard worden bij minder hoeken. Twee functies in één ruimte kan enkel in L-vormige ruimte. In het slaapvertrek moet het prikkelniveau zo laag mogelijk zijn. Prikkels als geuren en geluiden tijdens het koken worden meer afgeschermd in een aparte keuken. Verminderen van straat prikkels als straatverlichting en verkeersgeluiden. De keuken of badkamer wordt bij voorkeur aan straatzijde geplaatst, men verblijft hier het minst op een dag. Personen met ASS hebben veel last van licht inval, maar de ideale indeling van glasopeningen is persoonsgebonden. Behoefte aan buitenruimte, wegnemen van wind. Er mogen geen ruimten zijn met meerdere functies om structuur te behouden. Geur verspreiding beperken. Geluid van doorspoelen wordt als erg vervelend ervaren. Indien meterstanden worden opgenomen hoeft men niet de woning in. Geluidsreductie
Bovenstaande eisen streven naar verlaging van de prikkels. Een van de veel voorkomende veroorzaker is geluid. Volgens de NEN-normen moet een woonruimte voldoen aan een bepaald minimumniveau wat betreft geluidswering. Onderstaande figuur geeft de geluidsweringklassen uit NEN 1070 weer. Woonruimten voor een persoon met ASS die gebouwd is in een drukke omgeving zou een geluidsweringsklassen ‘uitstekend’ gehaald moeten worden. Voor woonruimten in een rustige omgeving volstaat geluidsweringsklassen ‘goed’. Uitstekend Een hoge mate van bescherming en rust. Geluiden van buiten zijn nauwelijks waarneembaar. Zeer luide spraak is in het algemeen niet verstaanbaar; gewone spraak en muziek niet hoorbaar; luide muziek en feestjes wel hoorbaar doch nauwelijks hinderlijk. Loopgeluiden zijn niet storend waarneembaar en installatiegeluid slechts zelden storend. Goed Onder normale omstandigheden een goede bescherming zonder al te veel beperkingen aan bewonersgedrag. Gewone spraak niet hoorbaar; hardere spraak en muziek soms hoorbaar doch niet verstaanbaar. Zeer luide spraak en muziek, feestjes duidelijk hoorbaar, doch spraak niet verstaanbaar. Loopgeluiden in het algemeen niet storend hoorbaar. Installatiegeluiden soms storend. Voldoende (bij voldoen aan minimum eisen van het Bouwbesluit) Bescherming tegen ontoelaatbare storing, uitgaande van een gedrags-/leefpatroon waarbij men rekening houdt met elkaar. Spraak soms waarneembaar, harde muziek goed hoorbaar. Zeer luide spraak verstaanbaar, harde muziek goed hoorbaar. Loopgeluiden e.d. soms storend. Ontoelaatbare storing door installatiegeluid wordt in het algemeen voorkomen. Onvoldoende Ook bij gelijksoortige leefpatronen en aangepast gedrag, zal regelmatig storing optreden. Spraak en muziek is vaak hoorbaar. Zeer luide spraak goed verstaanbaar en muziek storend. Loopgeluiden zijn veelal hinderlijk. Regelmatig storing van installatiegeluiden. Slecht Er wordt feitelijk geen bescherming geboden tegen geluiden. Gewone spraak is vaak verstaanbaar, muziek en luide spraak, loopgeluiden en installatiegeluid veelvuldig hinderlijk.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
66
Vanuit de overheid zijn een aantal eisen gesteld in de regelgeving. In de normeringen wordt gesproken over een tweetal geluidsniveaus, het equivalente geluidsniveau (Laeq) en geluidsniveau binnen in de woning (Lbin). Het equivalente geluidniveau wordt gemeten op 1 meter afstand vanaf de buitengevel. De eisen uit regelgeving zijn in onderstaande tabel samengevat. Onderwerp/Norm Geluidswering van buiten NEN 5077
Geluidswering tussen twee ruimten Geluidswering riolering
Eis Zowel voor nieuwbouw als voor bestaande bouw geldt een maximaal toegestane binnengeluidsniveau (Lbin) van 30 dB(A)*etmaalwaarde. In alle gevallen is het maximaal vereiste geluidsniveau binnen in de woning (Lbin) van 30 dB(A) leidend. Wanneer het equivalente geluidsniveau (Laeq) in de omgeving hoger ligt dan de maximaal vereiste 60 dB(A), dient de uitwendige scheidingsconstructie hierop te worden aangepast. Het equivalente geluidsniveau (Laeq) dient op alle moment van de dag niet groter te zijn dan 60 dB(A). De minimaal vereiste geluidsisolatie tussen de woningen is tenminste een isolatieindex voor: luchtgeluid I-lu (Index lucht) van + 5 dB (A) contactgeluid I-co (Index contact) van + 10 dB (A) De NEN 1070 stelt ook eisen aan de geluidswering van het rioleringsstelsel. Bij de uitvoering van het rioleringstelsel, moet een minimale geluidsweringsklasse van goed tot uitstekend worden behaald.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
67
Bouwkundige Eis eisen Gevel
Kozijnen en deuren
Zonwering
Het toegepaste materiaal voor de buitengevel moet onderhoudsarm zijn. De totale gevelconstructie moet voldoende geluidswerend zijn conform vereiste binnengeluidsniveau. De totale gevelconstructie moet voldoende warmte-isolerend zijn conform bouwbesluit. Het toegepaste materiaal aan de buitenzijde (buitenspouwblad) van de gevelconstructie mag geen materiaal zijn dat contactgeluid verstrekt. Contactgeluid dat bijvoorbeeld veroorzaakt wordt door het neerkomen (kletteren) van regen. Het mag ook geen materiaal zijn dat onder invloed van de wind kan gaan klapperen. Pas daarom zo veel mogelijk steenachtige materialen toe met voldoende massa. Materialen als houten gevelbeschieting of aluminium golfplaat kunnen meer (contact)geluidsoverlast binnen in de woning veroorzaken. Het binnenspouwblad moet vervaardigd zijn uit een steenachtig materiaal met voldoende massa. Bouwsystemen als houtskeletbouw zijn in de meeste gevallen veel geluidsgevoeliger en komen de geluidsreducerende eigenschappen van het casco van de woning niet ten goede. Zorg ook bij het ontwerpen en vervaardigen van de gevelconstructie voor voldoende kierdichting. Op deze manier wordt de geluidsreductie van de gevel zo optimaal mogelijk. Pas massieve hardhouten kozijnen toe. Indien er wordt gekozen voor onderhoudsarmere kunststoffen of stalen kozijnen let dan goed op de thermische en geluidsreducerende eigenschappen van deze kozijnen. Zorg voor goede kierdichting, met name bij draaiende delen. Zorg dat de tochtafdichting of aanslag in het kozijn zich in één vlak bevindt. Pas indien mogelijk een dubbele aanslag toe. (afbeelding 13) Wanneer een deur niet goed aan kan sluiten op de onderdorpel dient een valdorpel te worden toegepast. Zorg voor een goede afstelling van het hang en sluitwerk (licht knevelend). De voorkeur gaat uit naar driepuntssluitingen. Zorg bij het toepassen van hang en sluitwerk op de raamkozijnen ervoor dat wanneer een raam op de kierstand worden gezet deze niet kan gaan klapperen. De massieve buitendeuren die toegepast worden moeten een soortelijk gewicht hebben van 25 kg/m2. (Deze zwaardere deur geeft een betere geluidswering.) Alle toegangsdeuren van een woning moeten voorzien worden van een deurspion. (Een persoon met een ASS moet zich veilig voelen in zijn woning.) Het gebouw moet voorzien worden van het politiekeurmerk veilig wonen. (Een persoon met een ASS moet zich veilig voelen in zijn woning.) Pas op alle naar binnen draaiende buitendeuren een dictator toe. Deze zorgt ervoor dat de deur geleidelijk in de sponning sluit. Pas op alle openslaande ramen een insectenhor toe. Alle glasoppervlakken niet gesitueerd op het noorden, noordwesten en noordoosten moeten worden voorzien van zonwering. Het systeem dat wordt toepast mag in geen geval gaan klapperen en/of rammelen onder
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
68
Dak
Vloeren
Wanden
invloed van bijvoorbeeld luchtverplaatsing in huis, de wind of het open of dichtdoen van een raamkozijn. Het zonweringsysteem moet binnen in de woning te regelen zijn. Buitenshuis is de lichtsterkte te hoog. Invallend daglicht via dak is niet gewenst, pas geen lichtstraten of dakramen toe. Dakconstructies dienen te worden uitgevoerd met een RA vanaf 45 DBa om aan geluidniveau binnen de woning te voldoen. Een draagconstructie van een plat dak, uitgevoerd in een steenachtig materiaal met voldoende massa, veroorzaakt zo min mogelijk geluidsoverlast. De woon en/of slaapkamer van een persoon met een ASS mag zich niet bevinden op een zolderkamer onder een hellend dak. Hellende daken hebben een hoger contact geluid door neerslag. Voor het realiseren van geluidreductie is voldoende massa het uitgangspunt, pas daarom een steenachtige vloer toe met voldoende massa. Zwevende dekvloeren verminderen contactoverdracht. Vloeren moeten voorzien zijn van onderbrekingen en akoestisch oplegmateriaal. Een akoestisch geïsoleerd plafond zorgt voor geluidsabsorptie. Voor het verminderen van contact geluid is toepassen van ankerloze spouw aangeraden.
Naast functionele eisen zijn er aanpassingen nodig op het gebied van installatietechniek. De verwarming, ventilatie, riolering en andere elektrische installaties kunnen zowel prikkels reduceren als opwekken. Zo ook het ‘ tikken’ van de verwarming, een bekende irritatie. Voor iemand met ASS veroorzaakt dit angst en schrik reacties. In de onderstaande tabel zijn een aantal eisen opgesteld om dit fenomeen te reduceren. Daarnaast zijn het ‘ te lang’ doorlopen, het niet makkelijk de temperatuur kunnen regelen in een vertrek en het ruiken van etensluchten tijdens het koken, grote ergernissen voor personen met ASS. Installatietechnische eisen t.b.v hard tikken Boor de gaten voor het doorvoeren van leidingen door wanden of vloeren altijd groot genoeg. Breng de leidingen door deze gaten zo aan dat deze niet de randen het gat raken. Dicht deze gaten af met pur. Het te grote’ gat kan eenvoudig worden afgewerkt met een rozet. Breng de leidingen zoveel mogelijk in de vloeren en in de wanden aan. Pas zo weinig mogelijk opbouw toe. Door flexibele leidingen te gebruiken kunnen deze in vloeren en wanden worden weggewerkt. Pas hierbij wel een buis van kunststof toe. Indien er een metalen buis wordt toegepast dient deze te worden voorzien van een mantel. Wanneer er wel opbouwleidingen worden toepast, zorg er dan voor dat de beugels waarmee de buizen aan de muur zijn gemonteerd voorzien zijn van een rubberen overgang tussen de buizen en de beugels. Op deze manier kunnen de verwarmingsbuizen vrij uitzetten in de beugels. Beugel radiatoren en leidingen alleen op zware bouwmuren. Zorg voor goede stroming van het cv-water over de radiatoren. Regel de installatie water tijdig in. Dit betekent, dat bij elke radiator de doorstroming zo vergroot of verkleind wordt dat de radiator de optimale hoeveelheid warmte afgeeft. Zo wordt elk vertrek gelijkmatig verwarmd. Deze vorm van verwarmen bespaard tevens op de stookkosten. Ontlucht de cv-installatie tijdig om hinderlijk tikken te voorkomen.
Verwarming
Ventilatie
Minimale eis De luchttemperatuur dient tussen de 18o tot 25o C te zijn. De schommelingen mogen maximaal 1,5o C zijn. Luchtvochtigheid: bedraagt tussen de 50 en 70%. Alle radiatoren voorzien van een thermosstatische regelknop. Een verwarmingsysteem moet snel kunnen reageren op thermostaat naar een warmere of koudere ruimteverwarming. Sluit nooit een afzuigkap aan op de centrale mechanische ventilatie. De etensluchten worden
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
69
Elektrische installatie
Riolering
door een afzuigkap met een eigen motor en een directe afvoer naar buiten zuigt veel beter afgezogen. Luchtroosters dienen zo klein mogelijk gehouden te worden. Echter kan bij te kleine openingen tocht ontstaan wat tevens niet de bedoeling is. Luchtsnelheid: Moet minder zijn dan 0,15 m/s. Bij de keuze van het ventilatiesysteem is het van belang om het al eerder gestelde minimale toegestane binnengeluidsniveau in acht te nemen. Vooral bij de keuze van de roosters voor de natuurlijke toevoer van ventilatie is dit van belang. Gebruik altijd een zo stil mogelijke en trillingsvrije mechanische ventilatie-unit. Een gelijkstroom motor heeft de voorkeur, omdat deze weinig energie verbruikt. Over het algemeen is een zo laag mogelijke onderhoudsbehoefte een eis. Echter kan dit door financiële middelen beïnvloed worden. Luchtzuiverheid: Ventilatie moet het inademen van fijnstof minimaliseren. Schakel alle lichtpunten in de woning van een persoon met een ASS op een dimmer. Pas bij de positionering van het schakelmateriaal maximaal twee hoogten toe. 1050mm + peil vloer voor al het schakelmateriaal en 300mm + peil vloer voor al de wandcontactdozen. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat alle stopcontacten zo worden aangebracht dat de meeste achter meubels verdwijnen. Het aanhouden van één hoogte geeft orde en rust. Pas een videofoonsysteem toe in een appartementencomplex. Dit geeft de bewoner een veilig gevoel als er iemand aan de deur staat. Standleidingen en schachten uitvoeren in steenachtige materialen. Niet in verblijfsruimten, maar liever in natte ruimten. Standleidingen flexibel aansluiten op toiletpotten. Standleiding en schachten voorzien van minimaal 50mm minerale wol. Standleiding en schachten mag alleen aan een zware bouwmuur worden gebeugeld. Geluidsdempers in ventilatiesystemen Zorg ervoor dat het stelsel op voldoende plaatsen is belucht, zodat hinderlijk ‘borrelen’ wordt voorkomen.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
70
Massieve lichte binnenwanden Frame wanden
Binnenwandopeningen
Kleurgebruik Gewenst
Kleurgebruik Niet gewenst
Materiaal gebruik
Interieur
Eisen op het gebied van afwerkingsniveau en interieur Hoe dikker de wand, des te beter de geluidswering. Wanneer gekozen wordt voor cellenbeton dan dient de keuze te vallen op minimaal 10 mm dikte en een soortelijk gewicht van 720 kg/m³. Randen, naden en boorgaten dienen akoestisch afgedicht te worden. Toepassen van rubberbanden en andere akoestische oplossingen op aansluitingsplekken van bijvoorbeeld een wand, vloer of kozijn. Zware voorwerpen kunnen met speciale gipspluggen worden bevestigd om valrisico te beperken. Er dient voorkomen te worden dat elementen in woning in contact staan met scheidingswanden. Zo dient de wasmachine van de wand af te staan om trillingen te voorkomen. Wanneer een ruimte geluidswerend moet worden uitgevoerd pas hier dan een dichte deur toe met een soortelijk gewicht van minimaal 25 kg/m2. Dit kan bijvoorbeeld massief multiplex zijn. Pas een sponning toe met een dubbele aanslag. (zie afbeelding 7) Pas een valdorpel toe. (Zie afbeelding 7) Pas op alle deur een deurdictator toe. (Zie afbeelding 14) Pas geen traditioneel slot, deurkruk en schild toe. Laat de deurdictator het werk overnemen. Pas alleen een deur met glas toe als deze niet geluidswerend behoefd te zijn Pas alleen (hard)houten kozijnen toe en geen stalen. Breng in alle sluitsponningen een rubberen strip aan. Monteer een vaste knop op de deur, om deze open en dicht te kunnen doen. Plaats rubbers in de sponning. Zo is het dichtvallen van een deur minder hoorbaar. Pas geen drempels toe, ivm. rolstoeltoegankelijkheid. (levensloopbestendigheid) Gebruik één kleur Gebruik een effen kleur Gebruik lichte tinten Gebruik hout- en natuurtinten Gebruik geen glimmende materialen Gebruik geen drukke patronen Gebruik geen felle kleuren Gebruik geen donkere kleuren Gebruik geen spierwitte muren Harde afwerking veroorzaakt galm en contactgeluid. Pas geluidabsorberende muur afwerkingen toe. Gebruik natuurlijke materialen Gebruik geen reflecterende glimmende afwerkingen Sommige materialen hebben invloed op de tactiele afweer. Het is van belang om per individu te onderzoeken van welke materialen zij last hebben Hoe leger het interieur en overzichtelijker de inrichting, hoe beter. Lampenkappen zorgen voor diffuus licht. Gebruik dichte kasten. Gebruik lades en bakjes voor het ordenen van spullen. Maak een strakke indeling en plaats het bankstel tegen de muur. Plaats geen voorwerpen los op de grond. Wanneer een bureau of tafel haaks op binnenvallend licht wordt geplaatst geeft dit een prettige belichting. Geen wollen dekens.
Naast bouwkundige eisen spelen andere zaken binnen de woning tevens een grote rol. Zo kan interieur, licht, materiaal en kleurgebruik bijdragen aan het verlichten van de hoeveelheid te verwerken prikkels. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
71
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK NAAR OMGEVINGSINVLOEDEN (8) Uitgegeven in het blad Engagement, Augustus/ September 2009 Door: Nico van Beek Na 7 eerdere deelonderzoeken heeft Nico van Beek het laatste onderzoek verricht. Hij combineert de deelonderzoeken tot een programma van eisen met functionele wooneisen voor mensen met autisme. Doel van de opdracht: Het creeren van een doelmatig, breed toepasbaar Programma van Eisen voor het huisveten van mensen met autisme met een normale of hoge begaafdheid. Dit moet zo exact mogelijk worden omschreven. De kaders volgen in het onderzoek een chronologische verloop; bepaling doelgroep, locatie, bouwkundig en inrichting. Het onderzoek toont aan, met onderbouwing van voorgaande onderzoeken, dat geen één autist hetzelfde is. Dit gegeven geeft als resultaat dat er niet een standaard pakket is te omschrijven voor een groep autisten, maar er alleen aanbevelingen bij bepaalde hinderlijke prikkels kunnen worden omschreven. Elk individu zal zelf moeten bepalen wat voor hem/haar van toepassing is. Het verslag ‘huisvestigingskaders voor autisme’ dient als onderlegger voor bijvoorbeeld een architect, op deze manier kan deze feeling krijgen met de doelgroep. Voor verdere informatie zie het artikel.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken
72
BIJLAGE II: FIGURENLIJST Onderstaand het overzicht betreffende alle gebruikte figuren inclusief bronvermelding. Figuur
Naam
Bron
1 2 3 4
http://unstrange.com/kanner.html http://www.autismeweb.nl/?tag=hans-Asperger http://www.iksnoezel.nl/vormen http://www.autivision.nl/website/images/stories/tommy%20met%20beperk te%20verbeelding.png http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/d/d1/Autism-stackingcans_2nd_edit.jpg http://gedragsproblemen33.wordpress.com/autisme/
10
Dr. Leo Kanner Dr. Hans Asperger Paraplu ASS Tommy met beperkte verbeelding Dwangmatig gedrag bij een kind Leven in je eigen wereld Kind met verstandelijke beperking Systematische weergave ontstaan van ASS Transmitted CopyNumber Variation in ASD. Stress tekst
11
Refrigerator mom?
12
Informatieverwerking in het brein Visualisatie hersenen
5 6 7
8
9
13 14 15 16
Anatomie hersenen Visualisatie hersenbanen Verwarde autistische brein
http://www.nkvbo.nl
N.v.t. is een eigen creatie
http://download.cell.com/neuron/pdf/PIIS0896627311003965.pdf
http://www.medicalfacts.nl/2009/03/18/relatie-stress-depressie-nader-inkaart/ http://childcaretutorials.com/i-am-becoming-angry-mother-how-do-icontrol-myself/ Figuur http://www.xead.nl/enkele-zaken-die-je-brein-niet-vertelt-heeftover-zichzelf http://www.medicalfacts.nl/2009/11/29/hersenontwikkeling-verandert-bijautisme/ http://mariellekok.blogs.dmci.hva.nl/contact/epilepsie/ http://www.xead.nl/enkele-zaken-die-je-brein-niet-vertelt-heeft-overzichzelf http://www.tekstblog.nl/de-psychologie-van-structuur/
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage II: Figurenlijst
73
BIJLAGE III: LITERATUURLIJST ASHWOOD P, VAN DE WATER J., 2004. Is autism an autoimmune disease? Autoimmunity review, 577(3), pp. 62. ASPERGER, 1979. Communication. Problems of Infantile Autism. pp. 45-52. ASPERGER, 1944. Die 'Autistischen Psychopathen' im Kindesalter. ASPERGER-SYNDROOM, 2012-last update, Een beetje anders dan anderen. Available: http://www.Aspergersyndroom.nl/ [02/13, 2012]. AUTISMEWAT, , Autisme beperk de beperking, versterk het talent! [Homepage of Nederlandse Vereniging van Autisme], [Online]. Available: http://www.autismewat.nl/ [02/10, 2012]. AUTIVISION, 2012-last update, Autisme in beeld. Available: www.autivision.nl [2/8, 2012]. BAIRD, G., SIMONOFF, E., PICKLES, A., CHANDLER, S., LOUCAS, T., MELDRUM, D., CHARMAN, T., 2006. Prevalence of Disorders of the autistic spectrum in a popolationcohort of children in South Thames: The Special Needs and Autism Project. 368. Lancet. BALANS DIGITAAL, 2012-last update, Oorzaak McDD. Available: www.balansdigitaal.nl/stoornissen/mcdd [02/15, 2012]. BARON-COHEN, S., WHEELWRIGHT, S., SKINNER, R., MARTIN, J., CLUBLEY, E., 2001. The autism spectrum quotient: evidence from Asperger syndrome/high-functioning autism, males and females, scientists and mathematicians. (31), pp. 5-17. BAUMAN, M. L., KEMPER, T. L., 1994. The Neurobiology of Autism. Baltimore: John Hopkins University Press. BELMONTE, M. K., ALLEN, G., BECKEL-MITCHENER, A., BOULANGER, L. M., CARPER, R. A., WEBB, S. J., 2004. Autism and abnormal development of brain connectivity. The Journal of Neuroscience: the official journal of the Society for Neuroscience, 228(42), pp. 31. BETTELHEIM, B., SYLVESTER, E., 1955. Notes on the impact of parental occupations: some cultural determinants of symptom choice in emotionally disturbed children. The American Journal of Orthopsychiatry. BEVAN JONES, R., THAPAR, A., LEWIS, G., ZAMMIT, S., 2012. The association between early autistic traits and psychotic experiences in adolescence. Schizofrenia Research, 165(135), pp. 9. BLOEMEN, O. J., DEELEY, Q., SUNDRAM, F., DALY, E. M., BARKER, G. J., JONES, D. K., VAN AMELSVOORT, T. A., SCHMITZ, N., ROBERTSON, D., MURPHY, K. C., MURPHY, D. G., 2011. White matter integrity in Asperger syndrome: a preliminary diffusion tensor magnetic resonance imaging study in adults. Autism research: official journal of the International Sociaty for Autism Research, 203(5), pp. 13. BOLTON, P.F., MURPHY, M., MACDONALD, H., WHITLOCK, B., PICKLES, A., RUTTER, M., 1997. Obstetric complications in autism: consequences or causes of the condition? Journal of the American of Child and Adolecent Psychiatry, 2(36), pp. 81-272. BOUCHER, J., MAYES, A., 2012. Memory in ASD: have we been barking up the wrong tree? http://aut.sagepub.com/content/early/2012/02/13/1362361311417738.long edn. London: Autism, the international journal of research and practice. BOUCHER, J., PONS, F., LIND, S., WILLIAMS, D., 2007. Temporal cognition in children with autistic spectrum disorders: tests of diachronic thinking. Journal of Autism and Developmental Disorders, 413(37), pp. 29. CHARMAN, T., STONE, W., 2006. Social and Communication Development in Autism Spectrum Disorders: Early Identification, Diagnoses and Intervention. New York: Guildford Press.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage III: Literatuurlijst
74
CHEN, W., LANDAU, S., SHAM, P., FOMBONNE, E., 2004. No evidence for links between autism, MMR and measles virus. Psychological Medicine, 543(43), pp. 53. CORDEN, B., CHILVERS, R., SKUSE, D., 2006. Emotional modulation of perception in Asperger's syndrome. Journal of Autism and Developmental Disorders, 1078(38), pp. 80. COURCHESNE, E., 2004. Brain development in Autism: early overgrowth followed by premature arrest of growth. Mental Retardation and Developmental Disabilities Research Reviews, (10), pp. 106-111. COURCHESNE, E., PIERCE, K., 2005. Why the frontal cortex in autism might be talking only to itself: local overconnectivity but long-distance disconnection. Current opinion in Neurobiology, 225(15), pp. 30. CUSMAI, R., MOAVERO, R., BOMBARDIERI, R., VIGEVANO, F., CURATOLO, P., 2011. Long-term neurological outcome in children with early-onset epilepsy associated with tuberous sclerosis. Epilepsy & Behaviour, 135(22), pp. 9. DEVRIENDT, P., 2010-last update, Structurele chromosoomherschikkingen in autisme spectrum stoornissen [Homepage of Katholieke Universiteit Leuven], [Online]. Available: http://www.kuleuven.be/doctoraatsverdediging/cm/3M05/3M050203.htm [03/06, 2012]. DIAGNOSTIC AND STATISTICAL MANUAL OF MENTAL DISORDERS, 2000. DMS-IV-TR. United States of America: American Psychiatric Association. ELDER, J.H., SHANKAR, M., SHUSTER, J., THERIAQUE, D., BURNS, S., SHERRILL, L., 2006. The gluten-free, casein-free diet in autism: results of a preliminary double blind clinical trial. Journal of Autism and Developmental Disorders, 413(36), pp. 20. EUGEN BLEULER, 1983. Lehrbuch der Psychiatrie. 15 edn. Deutchland, Berlin: Springer-Verlag. FLIP SCHRAMEIJER, 2011. Samen verder met autisme. 1 edn. Doorwerth: Outhuis en Kemperman. FRITH, U., HILL, E., 2003. Autism: Brain and Mind. Oxford: Oxford University Press. GHAZIUDDIN, M., TSAI, L., ALESSI, N., 1992. ADHD and PDD. Journal of the American of Child and Adolecent Psychiatry, 187(3), pp. 31. HANDBOEK PDD-NOS, 27-03-2012, 2012-last update, de meest complete, nederlandstalige informatie bron. Available: http://PDD-NOS.nl/intro.html [02/12, 2012]. HUIZINK, A.C., MULDER, E.J., BUITELAAR, J.K., 2004. Prenatal stress and risk for psychopathology: specific effects or induction of general susceptibility? Psychological Bulletin, 115(130), pp. 42. HULTMAN, C.M., SPARÉN, P., CNATTINGIUS, S., 2002. Perinatal risk factors for infantile autism. Epidemiology, 417(13), pp. 23. IAROCCI G, M.J., 2006. Sensory integration and the perceptual experience of persons with autism. Journal of Autism and Developmental Disorders, 177(36), pp. 90. J. BOUCHER, 2009. The autistic spectrum : characteristics, causes and practical issues. Great Britain: SAGE Publications. J. HAARTMANS, Nederland: Pobos B.V. KANNER, 1944. Autistic Disturbances of Affective Contact. KANNER, E., 1956. Early Infantile Autism. 1 edn. Unites States of America: American Journal of Orthopsychiatry. KLEIN KC, D.E., 2004. Relationship between MMR vaccine and autism. The Annals of Pharmacotherapy, 1297(38), pp. 300.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage III: Literatuurlijst
75
KUPFER, R., 2012-last update, DSM-V, the Future of Psychiatric Diagnoses [Homepage of American Psychiatric Association], [Online]. Available: http://www.dsm5.org/Pages/Default.aspx [03/05, 2012]. LANGEN, M., SCHNACK, H. G., NEDERVEEN, H., BOS, D., LAHUIS, B. E., DE JONGE, M. V., VAN ENGELAND, H., DURSTON, S., 2009. Changes in the developmental trajectories of striatum in autism. Biological Psychiatry, 317(66), pp. 33. LEWIS JD, THEILMANN RJ, FONOV V, BELLEC P, LINCOLN A, EVANS AC, TOWNSEND J., 2012. Callosal fiber length and interhemispheric connectivity in adults with autism: Brain overgrowth and underconnectivity. http://onlinelibrary.wiley.com/journal/10.1002/(ISSN)1097-0193/earlyview edn. Montreal, Canada: Wiley. MARLIS ORTHOPEDAGOGISCHE PRAKTIJK, , Oorzaak Asperger. Available: http://gedragsproblemenkinderen.info/Asperger.htm [02/13, 2012]. MEDISCH SNOEZELEN, 2011-last update, Professionele begeleiding voor kinderen met autisme [Homepage of IntraTeach], [Online]. Available: http://www.iksnoezel.nl/vormen [02/15, 2012]. MILES J. H., TAKAHASHI N. T., HABER, A., HADDEN, A., 2003. Autism Families with a High Incidence of Alcoholism. 33(4),. MILLWARD, C., FERRITER, M., CALVER, S., CONNELL-JONES, G., 2008. Gluten- and casein-free diets for autistic spectrum disorder. Cochrane Database of Systematic Reviews, (16), pp. 2. MITCHELL, P., MOTTRON, L., SOULIÈRES, I., ROPAR, D., 2011. Susceptibility to the Shepard illusion in participants with autism: reduced top-down influences within perception? Autism research: official journal of the International Sociaty for Autism Research, 113(3), pp. 9. NEDERLANDS RETT SYNDROOM VERENIGING, 21-02-2012, 2012-last update, Over Rett Syndroom [Homepage of NRSV], [Online]. Available: http://www.rett.nl/over-rett-syndroom.html [15/02, 2012]. NEDERLANDSE VERENIGING VAN AUTISME, 2012-last update, Prevalentiecijfers Autisme [Homepage of NVA], [Online]. Available: http://www.autisme.nl/Prevalentiecijfers%20Autisme.html?mnu=tmain100:shome&s=1&l=nl [02/16, 2012]. NUMIS, A. L., MAJOR, P., MONTENEGRO, M. A., MUZYKEWICZ, D. A., PULSIFER, M. B., THIELE, E. A., 2011. Identification of risk factors for autism spectrum disorders in tuberous sclerosis complex. Neurology, 981(76), pp. 11. P. VERMEULEN, 2003. Autisme als contextblindheid. Nederland: Centraal Boekhuis. ROBERTS W, H.M., 2002. Immunization and children at risk for autism. Paedriatrics & Child Health, 623(7), pp. 32. ROPAR, D., MITCHELL, P., 2002. Shape constancy in autism: the role of prior knowledge and perspective cues. Journal of child psychology and psychiatry, 647(43), pp. 53. RUTTER, M., 2005. Aetiology of autism: findings and questions. Journal of Interlectual Disabilitie Research., (49), pp. 8. SERRA, M., MINDERAA, R.B., VAN GEERT, P.L., JACKSON, A.E., 1999. Social-cognitive abilities in children with lesser variants of autism: skill deficits or failure to apply skills? European Child and Adolecent Psychiatry, 311(8), pp. 21. STROMSWOLD, K., 2006. Why aren't identical twins linguistically identical? Genetic, prenatal and postnatal factors. Cognition, 333(101), pp. 84. U. FRITH, 2009. Autisme : een korte inleiding. 2 edn. Amsterdam, Nederland: Nieuwezijds. UCHIYAMA, T., KUROSAWA, M., INABA, Y., 2007. MMR-vaccine and regression in autism spectrum disorders: negative results presented from Japan. Journal of Autism and Developmental Disorders, 210(37), pp. 7. VAN DER GAAG, 1993. Multiplex Developmental Disorder, an exploration if dorderlines on the autistic spectrum. Nederland: .
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage III: Literatuurlijst
76
VOLKMAR, F.R., PAUL, R., KLIN, A., COHEN, J.D., 2005. Handbook of Autism and Pervasive Developmental Disorders, Diagnoses, Devellopment, Neurobiology and Behaviour. Wiley: Hoboken. WAKEFIELD AJ., 2002. Enterocolitis, autism and measles virus. Molecular Psychiatry, 144(7), pp. 6. WHO COLLABORATING CENTRE FOR THE FAMILY OF INTERNATIONAL CLASSIFICATIONS, 1999. International Classification of Diseases - 10th edition. World Health Organization. WING, L., POTTER, D., 2002. The epidemiology of autistic spectrum disorders: is the prevalence rising? Mental Retardation and Developmental Disabilities Research Reviews, (8), pp. 61-151.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage III: Literatuurlijst
77
2012 PROCESVERSLAG WOONWENSEN AUTISME
MIKE WESTERDIJK & CHANTAL HOUWERS AFSTUDEERPROJECT: WOONWENSEN AUTISME
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Inhoudsopgave
22-05-2012
1
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE INLEIDING LEESWIJZER
2 3 4
PROCESBEWAKING BESLISMOMENTEN NOTULEN PLANNING URENVERANTWOORDING
5 6 8 9 35
NABESCHOUWING REFLECTIE MIKE TOV COMPETENTIEPROFIEL BEROEPSCOMPETENTIES ALGEMENE HBO COMPETENTIES REFLECTIE CHANTAL TOV COMPETENTIEPROFIEL BEROEPSCOMPETENTIES ALGEMENE HBO COMPETENTIES
37 38 38 40 42 42 44
BIJLAGE 1 PLAN VAN AANPAK
21
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Inhoudsopgave
2
INLEIDING In het procesverslag zal een toelichting gegeven worden op het afstudeerproces van de studenten Mike Westerdijk en Chantal Houwers. Als laatstejaars Organisatie studenten zijn zij gewend aan het sturen van organisatorische processen om wensen van de opdrachtgever te vervullen. Bij het afstuderen bij het Lectoraat ZorgGericht Bouwen wordt echter gebruikersgericht gebouwd, wat een totaal andere werkwijze benodigd. De doelgroep van dit onderzoek ervaart beperkende effecten van storende omgevingsinvloeden. Door zaken als licht, geluid, geur, temperatuur en andere onverwachte veranderingen wordt het leven van deze mensen beïnvloed. Helaas hebben deze invloeden een negatief effect op hun welzijn en zelfredzaamheid. Het ongrijpbare van deze doelgroep is de diversiteit van de storende omgevingsinvloeden. Iedere individu heeft een ander pakket met prikkels waar zij door beperkt worden, een ideale situatie bestaat dus niet voor de gehele doelgroep. De uitdaging in dit onderzoek was het bieden van prikkelarme oplossingen die universeel toepasbaar zijn en in de individuele situatie de benodigde prikkels reduceren, zonder dat er maar één pakket met oplossingen geboden wordt.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Inleiding
3
LEESWIJZER In dit proces verslag wordt inzicht gegeven op het verloop van deze grote uitdaging die de studenten zijn aangegaan. Naast procesbewaking wordt een weerspiegeling tot het Plan van Aanpak gegeven middels een conclusie en vervulling van het competentieprofiel. Er wordt afgesloten met een nabeschouwing van het gehele proces door zowel een persoonlijke als gezamenlijke reflectie. In hoofdstuk Procesbewaking zijn onderdelen opgenomen die het zelfstandig sturen van de studenten weerspiegeld. Alle ingrijpende beslissingen die zijn genomen om de rode draad van het onderzoek te bewaken zijn opgenomen in het beslismomenten overzicht. Daarnaast zijn Notulen, van zowel interne als externe besprekingen, Planning en Urenverantwoording in dit hoofdstuk ondergebracht. In de Nabeschouwing zal het geheel worden afgesloten met een reflectie op de diverse samenwerkingen binnen dit onderzoek. De reflectie ten opzichte van het competentieprofiel wordt per student toegelicht met verwoording van behaalde resultaten.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Leeswijzer
4
PROCESBEWAKING In dit hoofdstuk zijn onderdelen opgenomen die het zelfstandig sturen van de studenten weerspiegeld. Alle ingrijpende beslissingen die zijn genomen om de rode draad van het onderzoek te bewaken zijn opgenomen in het beslismomenten overzicht. Daarnaast zijn Notulen, van zowel interne als externe besprekingen, Planning en Urenverantwoording in dit hoofdstuk ondergebracht.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Procesbewaking
5
BESLISMOMENTEN Het nemen van beslissingen kan kleine of grote gevolgen hebben. Door deze beslismomenten vast te leggen wordt voorkomen dat onenigheden ontstaan tussen de studenten. Het proces van het onderzoek wordt. Onderstaande lijst geeft de gemaakte beslissingen van afstudeerproject weer. Datum 26-2
Welke beslissing Deelvraag 1&2 op 28 februari concept af
27-2 6-3
Literatuurstudie i.p.v. literatuuronderzoek DSM-V criteria worden gevolgd, vervallen van de losse diagnoses, we behandelen de doelgroep als één groep, dus gehele ASS. Lezers doelgroep van de gids: ouders, begeleiders, aannemer, schoolhoofd etc.
7-3
10-3
Praktijkgids Skelet opbouw
14-3
Wens in plaats van eis
20-3
ASS doelgroep: iemand met ASS met IQ > 85.
26-3
Splitsing in 4 hoofdcategorieën: Omgeving, de Woning, Afwerking en Interieur
29-3
10-4 13-4
Geen Healing Environment in praktijkgids onderzoeken. Tab in koptekst handmatig aanpassen Oplossingen voor zowel nieuwebouw als verbouw geven Planning in MS Project verwerken Urenstaat (twee)dagelijks invullen
13-4
Geen windstudie doen met proefmodellen
16-4
Wekelijks standlijn tekenen
17-4 18-4
Stijl voor schetsen: gebruik 0,9 voor hoofdlijnen, 0,5 voor arcering (zie bijlage) Primaire en secundaire doelgroep
18-4
PGB globaal uitzoeken om kader te schetsen
24-4
Check met gesignaleerde problemen zoals in literatuurstudie Concept kern van praktijkgids klaar Concept praktijkgids klaar, incl inleidingen per hoofdstuk. Externe taalkundige controle starten
4-4 9-04
2-5 7-5 8-5
Argumentatie beslissing Bewaken voortgang, mogelijkheid tot evalueren van andermans werk. Eenheid creëren in stukken In PvA is geschreven dat binnen de doelgroep ASS één groep afgebakend zou worden vanuit literatuurstudie. Door de doelgroep zo breed mogelijk te houden --> breed scala aan oplossingen --> vergelijkingsmogelijkheden. Vaststellen inhoud gids, invullen van de hoofdfase, aanvulling doen zoals beschreven in PvA. Aanpassen aan jargon van de zorg, het is geen wettelijk bepaalde eis, dus toepassen van term woonwens Uitsluiten verstandelijke beperking (vaker meerdere en complexe diagnoses) Overzicht bewaken, afwerking meer bouwkundig dan interieur dus daarom scheiden. Bewaken van de voortgang, bereik is in PvA gezet en dit valt daarbuiten. Overzichtelijke inhoudsopgave creëren Vergroten van behalen doelstelling Overzicht gespecificeerde activiteiten Het tempo ligt hoger, dus moeten vaker dan 1x per week invullen om activiteiten bij te kunnen houden. Niet genoeg toegevoegde waarde naar mogelijkheid in planning Bewaken planning, vroegtijdig signaleren van onderdelen die meer tijd gaan kosten Consequentie in lay-out van schetsen Doelgroep van gids definiëren, schrijven zal effectiever gebeuren. Volledig PGB toelichten is van te grote omvang en zal vanwege de actuele discussies snel achterhaald zijn. Compleetheid controle, waar mogelijk nog extra oplossingen nodig. Taalkundige controle Begeleiders inhoudelijke controle mogelijk maken Taalkundig niveau controleren, tijd nodig voor aanpassen, zelf zie je de onregelmatigheden niet meer.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Procesbewaking
6
9-5
Datum printen vrijdag 18 mei
11-5 13-5
Datum printen woensdag 16 mei Register dikgedrukt, termen schuingedrukt
13-5
Verwijderen details, vervangen door 3D beelden
Speling in planning houden, één dag van tevoren is te kortdag Copyshop vrijdag dicht! Overzicht, leesbaarheid vergroten Illustraties gebruiken voor de essentie van het verhaal, dat is de opbouw en niet de bouwkundige detaillering
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Procesbewaking
7
NOTULEN Besprekingen met opdrachtgever, externe deskundigen en begeleiders zijn in dit hoofdstuk schriftelijk vastgelegd in de vorm van Notulen. Interne besprekingen van de studenten zijn geformuleerd in de vorm van Memo’s. Daarnaast zijn enkele conversaties via het digitale communicatieverkeer opgenomen wanneer deze dermate van belang waren om het proces te bewaken. Communicatie overzicht 20120109 Notulen Welkomstgesprek lectoraat 20120118 Notulen Gesprek Leo Kannerhuis 20120215 Email Hersenstichting - Kerngetallen 20120215 Email Dr. Leo Kannerhuis – Egbert Reijnen – DSM 20120216 Email Nederlandse Vereniging van Autisme - Kerngetallen 20120227 Memo Voortgang Literatuurstudie 20120306 Notulen Gesprek 1e Begeleider 20120307 Memo Inhoud Praktijkgids 20120319 Notulen bezoek Dr. Leo Kannerhuis – Egbert Reijnen 20120321 Notulen bezoek Jeroen van Rooij – architect en autismebouwspecialist 20120328 Notulen bespreking ZGB lector en projectleider - vorderingen 20120402 Memo Publieksdag Autisme Nijmegen 20120416 Notulen Tussenbeoordeling
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Procesbewaking
8
NOTULEN Nummer:
20120109
Datum:
09-01- 2012
Tijd:
13.00 uur
Locatie:
Ruitenberglaan 26, F310
Aanwezige projectleden:
MW, CH
Externe Organisatie:
Lectoraat ZorgGericht Bouwen
Gesproken met:
Tom Vroon, Dort Spierings en Martin Bouwman.
Onderwerp:
Inhoudelijke afstemming woonwensen autisme
INTRODUCTIE • • •
Tom Vroon heet allen hartelijk welkom en opent het gesprek om 13.00 uur; Introductie door alle partijen; Toelichting visie en activiteiten Lectoraat.
BESPREKEN A4 PROJECTVOORSTEL (ZIE VOLGENDE PAGINA’S) • •
Aandachtspunt voor competentieprofiel; Literatuurstudie mag basis zijn voor hoofdonderzoek.
BRONVERSTREKKING • •
Kenniscentrum Aedes-Actiz raadplegen; Gesprek Kannerhuis gewenst, samenwerkingsmogelijkheden onderzoeken, Dort zoekt contact.
AFSPRAKEN • • •
Start afstuderen 30 januari 2012; Gesprek Leo Kannerhuis inplannen, datum volgt per mail; Martin Bouwman wordt projectleider vanuit Lectoraat ZGB.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Notulen
9
AFSTUDEER VOORSTEL 09-01-2012 In deze bijlage is het A4tje Afstudeervoorstel verder uitgewerkt tot een globale indeling van het project met de bijbehorende op te leveren producten en planning.
GROEPSLEDEN Student 1: Studentnummer: Afstudeerrichting: Telefoon: E-mail:
Mike Westerdijk 452446 Organisatie 0647190953
[email protected]
Student 2: Studentnummer: Afstudeerrichting: Telefoon: E-mail:
Chantal Houwers 439670 Organisatie 0648739647
[email protected]
VOORSTEL AFSTUDEREN Woonwensen van mensen met autistische spectrum stoornis.
VERDERE OMSCHRIJVING Verdieping in de diverse vormen en soorten van autisme, onderzoek welke eisen en behoeften de diverse groepen binnen dit spectrum hebben betreffende huisvesting. Uit deze gegevens zullen we hierna één groep kiezen waarvoor we de praktische handvatten zullen vastleggen in een praktijkgids. Er zal nauwe samenwerking plaats vinden met de faculteit GGM en met het Leo Kannerhuis om het eindproduct aan marktconforme eisen en huidige regelgeving te laten voldoen.
BEGELEIDERS Lector: Projectleider: 1e Begeleider: 2e Begeleider:
Tom Vroon Martin Bouwman Leo van der Kooij Eric Schilp
LITERATUURSTUDIE Week 1-4, Aanvang 30 januari 2012. • Onderzoek naar vormen binnen Autistische Spectrum Stoornissen (ASS) 1. Autistische stoornis (klassiek/ syndroom Kanner) Hoog functionerend Autisme 2. Syndroom van Asperger 3. Pervasieve ontwikkelingsstoornis, niet anders omschreven (PPD NOS), Meervoudig complexe ontwikkelingsstoornis (McDD) en Atypisch Autisme 4. En eventuele andere aanverwanten (nog te onderzoeken) • Onderzoek naar kenmerken van alle vormen, welke zijn uniform en welke divers per groep. • In welke gevallen lijdt dit tot een afwijkende woonvorm • Lijden deze verschillen tot meerdere benodigde alternatieven? • Wat is de hoogte van het begeleidingsniveau per categorie. • Bepaling voor in/uit sluiting van verstandelijke beperking onderzoek in literatuur, niet insluiten tenzij er grote behoefte naar is (vanuit literatuur/Kannerhuis). Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Afstudeer voorstel 09-01-2012
10
LITERATUUR BRONNEN Leo Kannerhuis Work-homes Deventer Kenniscentrum Aedes-Actiz studie naar woonwensen
PLAN VAN AANPAK Week 1 Opzet maken (a.d.h.v. Projectmanagement boek) • Hoofdvraag/ deelvragen • Afbakenen projectgrenzen • Methodiek • Planning Week 5 Definitief maken aan de hand van: • Behoeften Leo Kannerhuis • Bevindingen Literatuurstudie
HOOFDONDERZOEK Week 5-15 Hoofdvraag: Wat zijn de afwijkende woonwensen van mensen met ASS? Studies: 1. Materialen • Kleuren • Structuur • Glans 2. Vormgebruik 3. Indeling (Herhaling?) 4. Hoogteverschillen 5. Functies in huisvesting • Creativiteit, Sport/beweging • Buitenruimte, tuin/balkon/bos/meer etc • Prikkelvrije kamer? 6. Locatie van woonruimten, dichtbij werk- en leerruimten / zorgboerderij, binnen/buiten centrum 7. Veiligheidsaspecten 8. Kosten 9. Samenvoegen tot praktijkgids en ontwerp (varianten)
AFRONDING Procesverslag en samenvoegen: week 16-17 Inleveren Hoofdverslag met bijlagen: week 17
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Afstudeer voorstel 09-01-2012
11
NOTULEN LEO KANNERHUIS Nummer:
20120118
Datum:
18-01-2012
Tijd:
09.30
Locatie:
Doorwerth
Aanwezige projectleden:
Mike Westerdijk, Chantal Houwers, Martin Bouwman, Tom Vroon
Externe Organisatie:
Leo Kannerhuis
Gesproken met:
Egbert Reijnen
Onderwerp:
Samenwerkingsmogelijkheden
INTRODUCTIE • • •
Tom Vroon opent het gesprek met een hartelijk welkom om 09.45; Korte persoonlijke introductie door alle aanwezigen; Toelichting werkveld, visie en ontstaan Dr. Leo Kannerhuis.
PROBLEEMSTELLING EN BEVINDINGEN VANUIT DR. LEO KANNERHUIS: • • • •
• •
Zelfstandigheid van autisten op dit moment niet optimaal benut wordt; Leefgebied in instellingen in groepen van 8-10, is niet vergelijkbaar met moderne gezinsgrootte; Omgeving van cliënten is vaak niet op wensen van cliënt afgestemd, hierbij te denken aan rumoer, snelheden, sterke individualisering en andere “prikkelveroorzakers”; Domotica kan wellicht bijdragen in zaken als persoonlijke hygiëne, zelfstandig voortbewegen in supermarkt of eigen woonruimte, ontwikkelen zekerheid van zichzelf, motorische en intelligentie ontwikkeling; Instelling van werkgevers tegenover werknemers met autisme dient te veranderen; Ontwikkelingen van woonruimten, voorzieningen en overige activiteiten dienen naar hulpvraag worden afgestemd, echter zijn huidige gezinssituaties hier niet op ingesteld en is aanvullende ondersteuning benodigd.
BRONVERSTREKKING • • • • •
Nota, convenant autisme paragraaf wonen; Work homes in Oosterbeek, Jan Pieter Teunissen; Jeroen van Rooij, architect; Literatuur: Samen verder met Autisme; Agenda Dr. Leo Kannerhuis.
AFSPRAKEN •
Contactgegevens uitgewisseld en vervolgafspraak volgt met schrijvers publicatie, nadere bekendmaking datum.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Notulen Leo Kannerhuis
12
MEMO Datum:
27-02-2012
Tijd:
10.00
Locatie:
Intern, Lectoraat 3.11a
Aanwezige projectleden:
Mike Westerdijk, Chantal Houwers
Onderwerp:
Voortgang
VOORTGANG LITERATUURSTUDIE Deelvraag 1 • Geschiedenis • Wat is autisme? • Vormen binnen ASS Bovenstaande onderdelen gereed. •
Kerngetallen Verkregen informatie verwerken tot geschreven stuk.
Deelvraag 2 • Ontstaan • Erfelijkheid • Invloeden in jeugdperiode • Biologische afwijkingen Bovenstaande onderdelen gereed. •
Prikkelverwerking Neurobioloog benaderd voor versimpelde toelichting op “hoe onstaan prikkels en wat gaat er bij een autist mis bij de prikkel verwerking?” Bij reactie kan informatie worden uitgewerkt.
•
Deelvraag 3 Toespitsing op ruimtelijke aspecten nu nog lastig. Contact met Kannerhuis leggen voor literatuur en informatie verstrekking.
Aanvulling door Martin • Afspraak inplannen met begeleiders • Afspraak inplannen met lector • Concept stukken afronden voor contact Leo Kannerhuis • LKH benaderen voor onderwerpen waar onderzoek op gedaan kan worden, wat interessant is om te onderzoeken. Korte aanvulling door Tom • Concept literatuurstudie mailen, reactie volgt.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Memo
13
Actielijst 27ste mailen: Begeleiders Mindmap maken Teambespreking Actielijst maken 28ste deelvraag 1 en 2 gereed, van elkaar het stuk doorlezen en controleren adv ‘kwaliteitscontrole document’ 28ste Deelvraag 3 uitvogelen en plan opzet maken Start deelvraag 3 29ste Excursie Utrecht 1ste Tom mailen met deelvragen tot dusver Kannerhuis mailen betreffende ruimtelijke informatie en interessante onderwerpen 2de Thuiswerkdag
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Memo
14
MEMO Datum:
06-03-2012
Tijd:
13.45
Locatie:
Intern, Lectoraat F 312b
Aanwezigen:
Leo van der Kooij, Mike Westerdijk, Chantal Houwers
Afwezigen:
Martin Bouwman
Onderwerp:
Eerste gesprek begeleider.
Ontstaan opdracht • Bij toeval elkaar gevonden nadat voormalige afstudeeropdracht/partner verviel. • Gesprek met Lectoraat ZGB aangevraagd. • Motivatie Mike, interesse voor verbreding van kennis op gebied van zorggericht bouwen. • Motivatie Chantal, vader had Asperger dus van dichtbij meegemaakt wat de gevolgen en kenmerken zijn van ASS binnen huiselijke sferen. • Samenwerking met Leo Kannerhuis opgestart. Begeleiders • Martin afwezig i.v.m. ziekte • Vanaf start afstuderen nog geen duidelijk beeld gehad, dit is erg storend voor studenten. • Leo neemt dit actiepunt tot zich en zal studenten nader op de hoogte houden. Literatuurstudie • Theoretisch onderzoek naar Autisme o Geschiedenis o Vormen met bijbehorende kenmerken o Oorzaak o Afwijkende woonkenmerken • Literatuurstudie is controversieel • Meningen van vroeger en nu vergelijken • Verschillen van meningen/opvattingen vergelijken • Eventueel een eigen mening vormen waar mogelijk. Praktijkgids • Opzet o Theorie van de “eis” o Uitvoering van de “eis” o Financiële gevolgen van de “eis” • Doelgroep, voor wie wordt de gids? • Wat is ons uiteindelijke doel? • Inhoud van de gids is nog niet tastbaar. • Mogelijkheid voor Case Study via Dr. Leo Kannerhuis? Actielijst Studenten: Leo van der Kooij:
Plan van Aanpak, Competentie overzicht en memo verzenden naar begeleider. Onderzoeken hoe het zit met de begeleiding.
Volgende gesprek zal plaatsvinden na gesprek bij Dr. Leo Kannerhuis. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Memo
15
MEMO Datum:
07-03-2012
Tijd:
11.15
Locatie:
Intern, Lectoraat F 311a
Aanwezigen:
Mike Westerdijk, Chantal Houwers
Onderwerp:
Inhoud praktijkgids
PRAKTIJKGIDS Voorwoord Algemene Inleiding • Toelichten doelgroep volgens DSM-V • Toelichting doelgroep voor ouders • Wat is ASS? • Kort en bondig Leeswijzer en Samenvatting • Verwoorden wat de reguliere/standaard is (kerngetallen) Kern •
Opzet per eis o Wat is de “eis” o Theorie van de “eis” (Waarom?) o Uitvoering en alternatieve methoden Toelichtende schetsen Ruimtelijke verduidelijking o Financieel (regulier/ASS) Investering Onderhoud Tabel (meerjaren overzicht) o Bestekstekst verwijzen naar bijlage
Samenvatting/Conclusie • Overzicht van randvoorwaarden woonwensen • Kostenvergelijking • Beheer en onderhoud overzicht • Toelichting noodzaak bekijken per individu • Onze aanbevelingen Bijlage • • • • • •
Bestek posten (indien te technische onderdelen in gids niet lekker lezen dan hier in bijlagen opnemen) Terminologie Figuren lijst Register Bronvermelding Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Memo
16
NOTULEN Datum:
19-03-2012
Tijd:
14.00
Locatie:
Doorwerth
Aanwezigen:
Mike Westerdijk, Chantal Houwers
Externe Organisatie:
Leo Kannerhuis
Gesproken met:
Egbert Reijnen
Onderwerp:
Programma van Eisen
STAND VAN ZAKEN Studenten hebben stand van zaken toegelicht: • Literatuurstudie is afgerond over het ontstaan, mogelijke oorzaken en diagnose kenmerken. • Huidige studies van NVA doorgenomen en vergeleken. Deze studies hebben veelal optimale eisen gesteld die onbetaalbaar en dus niet haalbaar zijn. • Idee over vorm praktijkgids besproken (checklist met een verwijzing naar praktische oplossingen). • Doelgroep (jong)volwassenen die zelfstandig willen wonen Knelpunten: • Praktijkgerichte informatie als een Programma van Eisen van gerealiseerde projecten o Verstrekking van drie PvE’s (behandelen als vertrouwlijk). • Wat zijn de onderdelen waar het fout is gegaan of is het gerealiseerde niet optimaal? o Contact gelegd met Jeroen van Rooij, architect op gebied van ASS bouw. o Contact gelegd met Bert Sauers van SNH partners, huisvestingsadviseurs (PvE). • Wat is de behoefte vanuit het huidige cliëntenbestand (doelgroep check). o De doelgroep die nu op de rand balanceert van wel/niet zelfstandig kunnen wonen en net wel/niet een bijdrage kan leveren aan de maatschappij is erg interessant om te onderzoeken. Ideaal zou zijn wanneer middels de praktijkgids handvatten kunnen worden aangereikt om de zorgvraag van cliënten te verlagen. Aandachtspunten • Vandaalbestendigheid van de woning. • Probeer de doelgroep zo breed mogelijk te houden. • Maak voor jezelf duidelijk wat je doelgroep is. • Individuele aanpassing wordt (bijna) altijd gedaan, maar dit is niet vreemd aangezien niet-autisten ook graag wanden van een ander kleurtje voorzien bij een verhuizing. • Hou de oplossingen praktisch en betaalbaar! • Probeer integraal toepasbaar te maken. Mogelijkheden voor netwerken/kennis vertrekken. • Bezoek aan het ‘Hoofdkwartier’ tijdens autisme dagen in Nijmegen, om te ervaren hoe het hoofd van een autist eruit ziet. • Bezoek aan symposium op donderdag 5 april.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Notulen
17
•
• • • •
Contact met een aantal jongeren in diverse woonvoorzieningen. Contact RIBW Arnhem, mevr. Kranendonk. Het is mogelijk om met deze jongeren in gesprek te gaan over hun wensen en knelpunten omtrent het wonen, eventueel interviewen kan ook erg interessant zijn. Dorothee Braam is een van de mede schrijfsters aan de nieuwe woonpublicatie van Kannerhuis. Zij zou toelichtingen kunnen geven op vragen omtrent woonwensen. Jan Pieter Teunissen, Autisme lector van de HAN, is aangesloten met LKH en zou waardevolle informatie kunnen verstrekken. Checklist VG Sector voor autisme is aanwezig, wellicht dat deze gebruikt kant worden in de praktijkgids? College Bouw zorginstellingen, Nota Logeerhuis en WWA publicatie.
Ontvangen literatuur/informatie: • Werken aan je toekomst – DVD over de jongeren kliniek van het Dr. Leo Kannerhuis; • Wonen met Autisme – Werkboek met DVD voor begeleiders; • Alle ontwerpers gebruiken onderzoek – Evidence Based Design in de praktijk; • Programma van Eisen LLA 24 plaatsen Nijmegen; • Programma van Eisen Nieuwbouw WWA 24 plaatsen Ermelo; • Businessplan en financiële doorrekening uitbreiding 12 plaatsen Zwolle; • Verslag presentatie ‘Wonen voor mensen met autisme, probleem of kans?’. Afspraken • Indien er vragen zijn kan contact opgenomen worden met Egbert. • Wanneer studenten aanwezig willen zijn bij het symposium dan dient aanmelding te geschieden via LKH.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Notulen
18
NOTULEN Datum:
21-03-2012
Tijd:
14:00 tot 15:45 uur
Locatie:
Velp
Aanwezige projectleden:
Chantal Houwers & Mike Westerdijk
Externe Organisatie:
Architectenbureau Jeroen van Rooij
Gesproken met:
Jeroen van Rooij
Onderwerp:
Autisme en ontwerpen
Het Gesprek met Jeroen van Rooij was erg verhelderend en zeer positief. Na een korte inleiding wie wij zijn en waar we mee bezig zijn haakt Jeroen van Rooij in. Belangrijkste verandering in zijn tijd als architect voor het Dr. Leo Kannerhuis. De verschuiving van de ruimte behoefte, Vroeger diende een zit/slaap kamer een oppervlakte te hebben van 8-10m2. Hedendaags is dit ongeveer 21-22 m2 inclusief een eigen douche cel. Waar vroeger groepen waren van 6 personen, is dit nu veranderd in 2x3 personen. Centraal staat dan de keuken en gezamenlijke ruimte. De verandering komt mede doordat tegenwoordig niet een persoon ‘’simpel’’ autisme heeft maar vaak een vorm van ASS met nog iets erbij (denk aan ADHD bijvoorbeeld). Door deze verandering is er intensievere behandeling nodig. Wanden tussen zit/slaap kamers dienen minstens 20cm dik te wezen ivm geluid. Gewenst is 1. Behandelbaar en 2. Wonen/ verblijf. Maar de vraag rust dan: ‘Hoe specifiek moet het dan?’ Antwoord: Zo gewoon en normaal mogelijk als thuis! ‘Maar waar wijkt het dan af?’ Deze kleine afwijkingen zijn juist de belangrijke voor iemand met autisme om goed en zelfstandig te kunnen wonen (prikkelarm). -
Flip Schameier : boekje over autisme in workhome in Wolfheze.
Wat is het ontwerp proces: 1. Er ontstaat een initiatief (bijvoorbeeld een ouderinitiatief) 2. Boekwerkje gaat naar VWS ‘aanvraag verklaring’ de minister geeft dan toestemming/ goedkeuring 3. PvE dit gebeurd vaak extern Waarom de zorgvraag Ruimte gebruik Financiële plaatje 4.PvE gaat naar het CollegeBouw ??? ter goedkeuring 5. Het PvE gaat naar een deskundig team welke de desbetreffende eisen hebben om prikkels te reduceren voor de nieuwe bewoners. 6. Het goedgekeurd PvE gaat naar de architect en de architect zal in samenwerkingsverband met het deskundige team allereerst een vlekkenplan maken, hierna volgen de normale stappen VO, DO, bouwaanvraag, ed. (in samenwerking met het deskundige team) De locatie van het nieuwe plan word bepaald door de opdrachtgever.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Notulen
19
Over de locatie bepaling kunnen we meer vragen aan Egbert Reijnen. Dorethe Braam kunnen wij contacten als gespecialiseerd deskundige, zij is tevens bezig met een exact de zelfde studie als ons. Het lijkt Jeroen van Rooij beter als we in een later traject Dorethe Braam benaderen. Belangrijke ontwerp punten: Akoestiek zeer belangrijk Materiaal studie!!! Huiselijk Vloerverwarming: Is erg nadelig en word weinig toegepast omdat: Slecht individueel te regelen, traag, economisch (duur). Wand: Hufterproof, de wandafwerking dient zo te zijn dat je je er niet aan kunt bezeren, normaal schoon te houden, de kleur moet zacht zijn. Plafond: Geluidsabsorberend, akoestisch materiaal aan of in het plafond, ook hufterproof. Technische installaties: hedendaags wel internet, radio, televisie, telefoon Het internetgebruik is per zorgaanbieder in hun protocol vastgelegd Verwarming: Ofwel afgeschermd of met ronde hoeken. Ventilatie: Via rooster in raam naar binnen en centraal in de badkamer afgezogen. De afzuiging dient geen ruis ed te maken. Water: Alleen veiligheid op de warmwater leiding (centraal geregeld). Van belang is dat Alle patiënten tegelijk kunnen douche. Deuren: Dienen zwaar te zijn, deur dispensator Gezamenlijke keuken: Helemaal compleet met alles erop, de kastjes zijn extreem stevig er moet aan gehangen kunnen worden. De eetkamer is gescheiden van de keuken, heeft te maken met een gescheiden activiteit (therapeutisch). Een autist leert een handeling, geen/weinig verantwoordelijkheidsbesef -
-
Bij het LKH is er nooit een kind/ patiënt achter slot, er is alleen een ruimte om tot rust te komen. Deze ruimte is zo ingericht dat er zeer weinig prikkels zijn, de patiënt zich nergens aan kan verwonden, er is vloerverwarming aanwezig, een zitzak, de ruimte is nog zachter. Er heerst een hoogste staat van veiligheid. Als laatste de ruimte om tot rust te komen kan nooit op slot!
Bij het LKH is het protocol aanwezig betreffende de kalmeringsruimte.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Notulen
20
NOTULEN Datum:
21-03-2012
Tijd:
14:00 tot 15:45 uur
Locatie:
Velp
Aanwezige projectleden:
Chantal Houwers & Mike Westerdijk
Externe Organisatie:
Architectenbureau Jeroen van Rooij
Gesproken met:
Jeroen van Rooij
Onderwerp:
Autisme en ontwerpen
Het Gesprek met Jeroen van Rooij was erg verhelderend en zeer positief. Na een korte inleiding wie wij zijn en waar we mee bezig zijn haakt Jeroen van Rooij in. Belangrijkste verandering in zijn tijd als architect voor het Dr. Leo Kannerhuis. De verschuiving van de ruimte behoefte, Vroeger diende een zit/slaap kamer een oppervlakte te hebben van 8-10m2. Hedendaags is dit ongeveer 21-22 m2 inclusief een eigen douche cel. Waar vroeger groepen waren van 6 personen, is dit nu veranderd in 2x3 personen. Centraal staat dan de keuken en gezamenlijke ruimte. De verandering komt mede doordat tegenwoordig niet een persoon ‘’simpel’’ autisme heeft maar vaak een vorm van ASS met nog iets erbij (denk aan ADHD bijvoorbeeld). Door deze verandering is er intensievere behandeling nodig. Wanden tussen zit/slaap kamers dienen minstens 20cm dik te wezen ivm geluid. Gewenst is 1. Behandelbaar en 2. Wonen/ verblijf. Maar de vraag rust dan: ‘Hoe specifiek moet het dan?’ Antwoord: Zo gewoon en normaal mogelijk als thuis! ‘Maar waar wijkt het dan af?’ Deze kleine afwijkingen zijn juist de belangrijke voor iemand met autisme om goed en zelfstandig te kunnen wonen (prikkelarm). -
Flip Schameier : boekje over autisme in workhome in Wolfheze.
Wat is het ontwerp proces: 1. Er ontstaat een initiatief (bijvoorbeeld een ouderinitiatief) 2. Boekwerkje gaat naar ministerie Volksgezondheid (VWS) ‘aanvraag verklaring’ de minister geeft dan toestemming/ goedkeuring 3. PvE schrijven, wordt vaak uitbesteed aan extern bureau als SHN partners. Waarom de zorgvraag Ruimte gebruik Financiële plaatje 4.PvE gaat naar het CollegeBouw ??? ter goedkeuring 5. Het PvE gaat naar een deskundig team welke de desbetreffende eisen hebben om prikkels te reduceren voor de nieuwe bewoners. 6. Het goedgekeurd PvE gaat naar de architect en de architect zal in samenwerkingsverband met het deskundige team allereerst een vlekkenplan maken, hierna volgen de normale stappen VO, DO, bouwaanvraag, ed. (in samenwerking met het deskundige team) De locatie van het nieuwe plan word bepaald door de opdrachtgever. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Notulen
21
Over de locatie bepaling kunnen we meer vragen aan Egbert Reijnen. Dorethe Braam kunnen wij contacten als gespecialiseerd deskundige, zij is tevens bezig met een exact de zelfde studie als ons. Het lijkt Jeroen van Rooij beter als we in een later traject Dorethe Braam benaderen. Belangrijke ontwerp punten: Akoestiek zeer belangrijk Materiaal studie!!! Huiselijk Vloerverwarming: Is erg nadelig en word weinig toegepast omdat: Slecht individueel te regelen, traag, economisch (duur). Wand: Hufterproof, de wandafwerking dient zo te zijn dat je je er niet aan kunt bezeren, normaal schoon te houden, de kleur moet zacht zijn. Plafond: Geluidsabsorberend, akoestisch materiaal aan of in het plafond, ook hufterproof. Technische installaties: hedendaags wel internet, radio, televisie, telefoon Het internetgebruik is per zorgaanbieder in hun protocol vastgelegd Verwarming: Ofwel afgeschermd of met ronde hoeken. Ventilatie: Via rooster in raam naar binnen en centraal in de badkamer afgezogen. De afzuiging dient geen ruis ed te maken. Water: Alleen veiligheid op de warmwater leiding (centraal geregeld). Van belang is dat Alle patiënten tegelijk kunnen douche. Deuren: Dienen zwaar te zijn, deur dispensator Gezamenlijke keuken: Helemaal compleet met alles erop, de kastjes zijn extreem stevig er moet aan gehangen kunnen worden. De eetkamer is gescheiden van de keuken, heeft te maken met een gescheiden activiteit (therapeutisch). Een autist leert een handeling, geen/weinig verantwoordelijkheidsbesef -
-
Bij het LKH is er nooit een kind/ patiënt achter slot, er is alleen een ruimte om tot rust te komen. Deze ruimte is zo ingericht dat er zeer weinig prikkels zijn, de patiënt zich nergens aan kan verwonden, er is vloerverwarming aanwezig, een zitzak, de ruimte is nog zachter. Er heerst een hoogste staat van veiligheid. Als laatste de ruimte om tot rust te komen kan nooit op slot!
Bij het LKH is het protocol aanwezig betreffende de kalmeringsruimte.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Notulen
22
NOTULEN Datum:
28-03-2012
Tijd:
15.00 uur
Locatie:
Lectoraat ZGB, F3.10
Aanwezigen:
Tom Vroon, Martin Bouwman, Chantal Houwers en Mike Westerdijk.
Onderwerp:
Vorderingen Woonwensen
Opening om 15.00 uur, vaststellen agenda niet van toepassing. Literatuurstudie • Deelvraag 1 en 2 zijn afgerond. • Deelvraag 3 is een samenvatting van alle voorgaande onderzoeken naar autisme&wonen. • Het samenvatten van omgevingsinvloeden bleek meer tijd te kosten dan verwacht. • Versie 1 was naar mening van studenten erg onoverzichtelijk en bevatte veel herhaling. • Versie 2 is een samengevatte versie van de kern, bevindingen, tekortkomingen en andere typerende onderdelen van de desbetreffende onderzoeken. • Tom en Martin zien versie 1 als een goede bijlage in de literatuurstudie. • Conclusie met beantwoording van de hoofdvraag nog invoegen. • Eventuele afwegingen en eigen meningen kunnen ingevoegd worden in de conclusie. • Aanpak is goed, inhoudelijk moet nog gecontroleerd worden. • Check doen bij Leo van der Kooij of hij content is met de literatuurstudie. Gesprek Jeroen van Rooij • Uiterst interessant gesprek gehad. • Hij heeft het ontwerp proces uitgelegd, de manier van denken en heeft waardevolle contactpersonen benoemd. • Verslag van dit gesprek is per email verzonden naar alle betrokkenen. Gesprek Egbert Reijnen • Tevens een zeer waardevol gesprek. • Nieuwe literatuur verstrekt. • Contacten met de RIBW en intern bij LKH zijn gelegd. • Uitgenodigd voor een bezoek aan de Autismedag en een symposium. • Dit contact is zeer waardevol, uitnodiging naar Egbert zal voor eindpresentatie verzonden worden, tussenpresentatie nog niet. Praktijkgids Het skelet voor de gids is opgezet, met een opbouw per eis en het aantal eisen. Enkele opmerkingen worden door lector en projectleider gegeven: • Verhouding van de ruimten tot elkaar? • Bereikbaarheid van onderlinge ruimten? • Wenselijke grootte van kamer/ruimte? • Beschouwing vanuit Healing Environment kan gedaan worden, maar dient door de studenten te worden beschouwd of dit verstandig en/of noodzakelijk is. • Wat voor functies dienen er in de woning te zijn? Mike en Chantal benadrukken dat het “gewoon zoals thuis” zou moeten zijn. Dit is in alle gesprek met zowel Leo Kannerhuis als Jeroen van Rooij naar voren gekomen. Indien per eis meerdere alternatieven Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Notulen
23
mogelijk zijn worden deze vergeleken op gebied van kosten, beheer en onderhoud en eenvoudigheid van toepassing. Tussenpresentatie Tussenpresentatie is op 11 april en hiervoor zal een rooster worden aangeleverd door Toine van Lieshout. De studenten dienen op deze dag de tussenstand te laten zien, waar staan ze, wat gaan ze nog doen en hoe gaat het eindproduct eruit zien? Afsluiting Goedkeuring om boekje “Een wankele wereld” te bestellen. Vorderingen zien er goed uit, literatuurstudie lijkt zeer compleet, skelet heeft een logische opbouw. Projectleider en Lector zijn erg benieuwd naar het eindresultaat.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Notulen
24
MEMO 20120402 Datum:
02-04-2012
Tijd: Locatie:
10:00 – 16:00 uur Nijmegen, concertgebouw de vereniging
Aanwezige projectleden:
Mike Westerdijk, Chantal Houwers
Externe Organisatie:
Leo Kannerhuis
Onderwerp:
Publieksdag over autisme ‘de kracht van autisme’.
Maandag zijn projectleden bij de publieksdag geweest over autisme om meer gevoel te krijgen, en willicht informatie over autisme in te winnen. Ondernomen activiteiten: 1. BBox Hier kon men luisteren naar 5 fragmenten ingesproken door iemand met autisme, elk fragment had betrekking op een kunst voorwerp. De fragmenten waren kort en bondig, elk fragment zorgde voor een prikkeling tot nadenken over wat er in een autist omgaat. 2. NVA stand Stand met diverse literatuur over autisme. Hier een contact gekregen van het Stumass huis (RIBWneerbosch oost) ‘Marie louise’. Hier wellicht een bezichtiging doen bij de bouw van een nieuw project. Tevens een uitgave van Engagement meegekregen. 3. Kunst hal Hal met diverse kunst van autisten bekeken. 4. Theater voorstelling Theater voorstelling bezocht van theaterwerkgroep Kazou en Theatergroep Drift. 5. Het hoofdkwartier 1 Het hoofdkwartier was de voornaamste reden om naar de publieksdag te gaan. Het hoofdkwartier is een kunstzinnig object waar men in kan ervaren hoe iemand met autisme prikkels ervaart. In de kooi doet men een hoofdtelefoon op en kijkt naar 3 schermen tegelijk. De ervaring is vrij heftig, de film duurt 7 minuten en hierna vraag je jezelf echt af wat je nou hebt gezien. De beelden en geluid zijn erg chaotisch en geven te veel informatie om je op te focussen op het verhaal. Het hoofdkwartier zal eerst 1 jaar rondreizen, echter heeft het 3 jaar rondgereisd in Nederland en dit was voorlopig zijn laatste verschijning.
Het Hoofdkwartier
6. Informatie over digitale vormen van behandeling en ondersteuning Hier konden autisten terecht om informatie te krijgen over de laatste ontwikkelingen betreffende applicaties en digitale programma’s. 1
http://autinijmegen.blogspot.com/2008/07/expositie-het-hoofdkwartier.html Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Memo 20120402
25
7. Doorlopende filmvoorstelling De doorlopende filmvoorstelling liet fragmenten zien van autistische jongeren in een huis, en een autistische jongen in Engeland op een speciale school. De beelden waren op sommige momenten vrij emotioneel en confronterend. Als bijlage: 1. Stap in de wereld van… 2. De kracht van autisme films over autisme
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Memo 20120402
26
NOTULEN Datum:
16-04-2012
Tijd:
14.30 uur
Locatie:
Lectoraat ZGB, F3.12b
Aanwezige begeleiders:
Leo van der Kooij en Martin Bouwman
Aanwezige studenten:
Mike Westerdijk en Chantal Houwers
Onderwerp:
Tussenbeoordeling
Opening om 14.30 uur, vaststellen agenda niet van toepassing. Het formulier voor de tussenbeoordeling wordt ten einde van het gesprek afgerond, allereerst worden inhoudelijke punten, vorderingen en verloop van het afstudeerproces besproken.
INHOUDELIJK Woonwensen / Eisen? Door Leo wordt een opmerking geplaatst dat de titel verwarrend is. Wensen zijn verlangens voor mensen, terwijl eisen worden gekend als het minimaal vereiste binnen een oplossing. Er wordt dan ook de vraag gesteld naar hoe concreet de oplossingen zullen zijn die in de praktijkgids gegeven worden? In de bouw is men immers bekend met het Programma van Eisen, niet van wensen. Mike en Chantal geven aan dat het niet de bedoeling is om één PvE te schrijven. Bij het bezoek aan Jeroen van Rooij is gebleken dat de PvE’s voor speficieke ASS bouw eigenlijk helemaal niet specifiek zijn. Deze bevatten geen concrete eisen voor bijvoorbeeld muurafwerking of beperking in de grootte van gevelopeningen. Daarnaast is het zo dat een PvE situatie gebonden is, wat juist niet de bedoeling is van dit afstudeeronderzoek. Uit onze literatuurstudie, die op 5 april jl., is verzonden naar begeleiders en lector, hebben we geconcludeerd dat de doelgroep heel breed is en dat iedere persoon eigen wensen heeft. Het merendeel van de problemen wordt door velen binnen de doelgroep ervaren, echter bestaat er niet één perfect huis. Juist een variatie aan oplossingen voor het brede scala aan problemen is het doel van deze gids. Daarbij is het van belang dat de oplossingen praktisch en betaalbaar zijn, zowel bij realisatie als in de onderhoudsfase. Met name ook het gevolg voor beperking van onderhoud, wat gelijk prikkelreductie is, achten de studenten van belang. Door de Nederlandse Vereniging van Autisme is een checklist verstrekt op het gebied van storende prikkelmogelijkheden in en om de woning. Met die lijst kan geïnventariseerd worden welke prikkels te heftig worden ervaren, waardoor een beeld kan ontstaan wat het probleem is. In de praktijkgids worden deze problemen in het register verwerkt, waar tevens de verwijzing staat naar het hoofdstuk waar de oplossingen te vinden zijn. De kern van de gids is opgebouwd uit vier hoofdcategorieën, De Omgeving, De Woning, Afwerking en Interieur, in bouwelementen zoals in de eerder verstrekte inhoudsopgave Martin voegt eraan toe dat waar in de bouw vaak van eisen wordt gesproken, dit in de zorg niet wordt gedaan. Men is terughoudend in het gebruiken van het woord ‘eis’ vanwege het feit dat dit discussies teweeg brengt, of het nou echt wel een eis is. Er zijn er geen wetenschappelijke onderzoeken gedaan naar wat de ASS eisen zijn, waardoor niet wetenschappelijk bewezen is wat nu werkelijk de eisen zijn. Dit kan volgens de studenten wederom te maken hebben met de diversiteit en heftigheid van de beleving van storende woononderdelen, maar ook met het feit dat pas sinds 2008 bekend is geworden dat er de woning bij kan dragen in het verstoren en verbeteren van iemand zijn ASS symptomen. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Notulen
27
In het begin van het afstudeeronderzoek hebben Mike en Chantal vele malen het woord eis gebruikt, maar zij zijn hier inmiddels van terug gekomen en zijn ook de zorggerichte term ‘wens’ gaan gebruiken. Afsluitende aan dit onderwerp wordt besproken dat het wellicht aan te raden is om dit (voor de technische lezer) in de inleiding toe te lichten, zodat duidelijk is waar de term ‘wens’ in de gids voor staat.
DOELGROEP Een tweede onderwerp welke aan bod kom is de doelgroep van de gids. Voor wie wordt de gids geschreven? Mike licht toe dat zowel ouders, begeleiders als een aannemer die meer van deze specifieke bouw te weten willen komen, mogelijke lezers zijn. Het gevolg van een brede doelgroep is dat je schrijfwijze, opbouw en uitleg maar vooral het uiteindelijke doel van de specifieke oplossing voor alle partijen leesbaar en duidelijk dient te zijn. Daarnaast is het zo dat de vraag rest, wie gaat de oplossing betalen? Wanneer je voor een ouder schrijft(niet technisch) dient de oplossing praktisch en betaalbaar te zijn, voor een aannemer of woningcorporatie (beschikken van technische kennis) zal het gaan om het verstrekken van een idee van de oplossing en zal eenvoudigheid van de uitvoering en het budget minder een rol spelen. In het Plan van Aanpak heeft Leo een opmerking gemaakt over PGB, het Persoonsgebonden Budget. De studenten dienen te beslissen of zij gaan onderzoeken of er nog subsidie mogelijkheden zijn. Het doel van de gids volgens Mike en Chantal meer gericht op ouders en begeleiders dan op de uitvoerende tak. Wel is het zo dat de gids een goede aanvulleng dient te zijn voor de technische geïnteresseerden die meer over bouwen voor mensen met ASS willen weten. Martin voegt hieraan toe dat het wellicht een idee is om een primaire en secundaire doelgroep aan te stellen en dit in de inleiding te beschrijven.
LITERATUURSTUDIE In de literatuurstudie zijn bevindingen van afgelopen onderzoekstrajecten op het gebied van wonen en ASS in verwerkt. Overeenkomsten zijn verwerkt in een tabel, zodat vergeleken kon worden welke problemen veelvuldig worden gesignaleerd en welke wat minder vaak. Leo geeft aan dat ook tegenstrijdigheden en het formuleren van eigen meningen in een literatuurstudie thuishoren. Mike geeft aan dat dit is opgenomen in het conclusie deel van de literatuurstudie, en stelt tevens de vraag of de begeleiders het verstrekte stuk hebben gelezen? Beiden geven aan dit niet te hebben gedaan. Chantal overhandigd het de uitgeprinte Literatuurstudie en toont de conclusie, met daarin de tegenstrijdigheden en verwerkte eigen mening. De begeleiders zullen inhoudelijk nog op de literatuurstudie terugkomen wanneer zij deze hebben doorgenomen. Enkele bevindingen in de onderzoeken zijn erg tegenstrijdig, de kleurkeuze bijvoorbeeld. Hierdoor is niet één concrete ideale woning te bedenken op basis van de bestaande literatuur. Behalve het feit dat wanneer prikkels zoveel mogelijk gereduceerd worden, is de specifieke invulling van de woning per persoon verschillend. Met name op detail niveau kannen dwangmatige gedragingen van iemand met ASS het verschil maken. De keuze voor bad/douche, alle schroeven in dezelfde stand of wandcontactdozen op gelijke hoogte plaatsen zijn enkele voorbeelden van mogelijke gedetailleerde individuele wensen.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Notulen
28
PRAKTIJKGIDS In de praktijkgids zijn zowel grote/nieuwbouw oplossingen als kleine aanpassingen gegeven. Wanneer het een grote ingreep betreft worden varianten besproken met bijbehorende financiële- en/of beheer en onderhoud gevolgen. Indien het een omvangrijke ingreep betreft wordt aangeraden om een aannemer of andere technische instantie te benaderen. Bij kleine aanpassingen in de woning wordt toegelicht op welke wijze en met welke randvoorwaarden de oplossing uitgevoerd dient te worden. Daarnaast zijn er activiteiten in de onderhoudsfase die bijdragen in het reduceren van de storende prikkel, hier wordt dan een instructie gegeven hoe de activiteit uit te voeren en met eventuele benodigde materialen. Een positief punt in de tussenpresentatie was volgens Leo dat duidelijk gemaakt werd dat de onderhoudsaspecten zo storend kunnen zijn voor iemand met ASS dat kiezen voor een onderhoudsvrije oplossing zwaarder weegt dan de financiële gevolgen.
INVULLEN VAN DE BEOORDELING Proces Martin heeft tot op heden meer zicht op het proces dan Leo, dit vanwege het feit dat Martin meermaals de studenten spreekt binnen de ruimten van het lectoraat. Positieve punten zijn het uitermate zelfstandig kunnen werken, het zelf bijsturen van de gemaakte planning. Echter heeft dit gelijk een keerzijde, iets meer rugspraak naar de begeleiders is zeer wenselijk. Inhoudelijk kunnen de begeleiders nog geen concrete uitspraken doen over de kwaliteit van het werk, de studenten zullen vaker terugkoppelen naar de begeleiders zodat dit gaat veranderen. Het aantal behaalde credits van beide studenten voldoet aan de eis > 195 ETC. Mike heeft echter nog geen credits toegekend gekregen voor zijn minor Ondernemerschap terwijl wel alle vakken naar behoren zijn afgesloten. Hij regelt dit deze week. Chantal heeft een achterstand van 7,5 ETC door mechanica, maar volgt lessen om dit binnen dit blok de vakken te halen. Het competentieprofiel dient nog wel aangepast te worden, dit hoort per student te worden opgesteld. Hier zal nog eens kritisch naar worden gekeken en individueel gemaakt worden door Mike en Chantal. Docenten van de HAN hebben volgende week een bijeenkomst over het nieuwe afstudeerprotocol en bijbehorende competentie invulling/voorwaarden, hierna zal een gesprek plaatsvinden met Leo en de studenten. Ter afsluiting wordt er een verzoek gesteld aan Leo om in het vervolg iets eerder op emails te reageren, die worden verzonden door Mike en Chantal, waarop hij heermee akkoord gaat. Er is in de tussentijdse beoordeling getekend door alle partijen voor de eerste afstudeerzitting in Juni 2012. Afsluitende wordt uitgesproken dat dit akkoord geen toezegging is tot het behalen van een voldoende, er zal nog hard gewerkt moeten worden om het geheel tot het beoogde eindresultaat te brengen, wat volgens beide studenten “toch logisch” is.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Notulen
29
NOTULEN Datum:
16-04-2012
Tijd:
14.30 uur
Locatie:
Lectoraat ZGB, F3.12b
Aanwezige begeleiders:
Leo van der Kooij en Martin Bouwman
Aanwezige studenten:
Mike Westerdijk en Chantal Houwers
Onderwerp:
Tussenbeoordeling
Opening om 14.30 uur, vaststellen agenda niet van toepassing. Het formulier voor de tussenbeoordeling wordt ten einde van het gesprek afgerond, allereerst worden inhoudelijke punten, vorderingen en verloop van het afstudeerproces besproken.
INHOUDELIJK Woonwensen / Eisen? Door Leo wordt een opmerking geplaatst dat de titel verwarrend is. Wensen zijn verlangens voor mensen, terwijl eisen worden gekend als het minimaal vereiste binnen een oplossing. Er wordt dan ook de vraag gesteld naar hoe concreet de oplossingen zullen zijn die in de praktijkgids gegeven worden? In de bouw is men immers bekend met het Programma van Eisen, niet van wensen. Mike en Chantal geven aan dat het niet de bedoeling is om één PvE te schrijven. Bij het bezoek aan Jeroen van Rooij is gebleken dat de PvE’s voor speficieke ASS bouw eigenlijk helemaal niet specifiek is. Zij bevatten geen concrete eisen voor bijvoorbeeld muurafwerking of beperking in de grootte van gevelopeningen. Daarnaast is het zo dat een PvE situatie gebonden is, wat juist niet de bedoeling is van dit afstudeeronderzoek. Uit onze literatuurstudie, die twee weken geleden is verstuurd naar begeleiders en lector, hebben we geconcludeerd dat de doelgroep heel breed is en dat iedere persoon eigen wensen heeft. Het merendeel van de problemen wordt door velen binnen de doelgroep ervaren, echter bestaat er niet één perfect huis. Juist een variatie aan oplossingen voor het brede scala aan problemen is het doel van deze gids. Daarbij is het van belang dat de oplossingen praktisch en betaalbaar zijn, zowel bij realisatie als in de onderhoudsfase. Met name ook het gevolg voor beperking van onderhoud, wat gelijk prikkelreductie is, achten de studenten van belang. Bij de Nederlandse Vereniging van Autisme is een checklist verstrekt op het gebied van storende prikkelmogelijkheden in en om de woning. Met die lijst kan geïnventariseerd worden welke prikkels te heftig worden ervaren, waardoor een beeld kan ontstaan wat het probleem is. In de praktijkgids worden deze problemen in het register verwerkt, waar tevens de verwijzing staat naar het hoofdstuk waar de oplossingen te vinden zijn. De kern van de gids is opgebouwd uit vier hoofdcategorieën, De Omgeving, De Woning, Afwerking en Interieur, in bouwelementen zoals in de eerder verstrekte inhoudsopgave Martin voegt eraan toe dat waar in de bouw vaak van eisen wordt gesproken, dit in de zorg niet wordt gedaan. Men is terughouden in het gebruiken van het woord ‘eis’ vanwege het feit dat dit discussies teweeg brengt, of het nou echt wel een eis is. Er zijn er geen wetenschappelijke onderzoeken gedaan naar wat de ASS eisen zijn, dus er is niet wetenschappelijk bewezen wat nu werkelijk de eisen zijn. Dit kan volgens de studenten wederom te maken hebben met de diversiteit en heftigheid van de beleving van storende woononderdelen, maar ook met het feit dat pas sinds 2008 bekend is geworden dat er de woning bij kan dragen in het verstoren en verbeteren van iemand zijn ASS symptomen. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Notulen
30
In het begin van het afstudeeronderzoek hebben Mike en Chantal vele malen het woord eis gebruikt, maar zij zijn hier inmiddels van terug gekomen en zijn ook de zorggerichte term ‘wens’ gaan gebruiken. Afsluitende aan dit onderwerp wordt besproken dat het wellicht aan te raden is om dit (voor de technische lezer) in de inleiding toe te lichten, zodat duidelijk is waar de term ‘wens’ in de gids voor staat.
DOELGROEP Een tweede onderwerp welke aan bod kom is de doelgroep van de gids. Voor wie wordt de gids geschreven? Mike licht toe dat zowel ouders, begeleiders als een aannemer die meer van deze specifieke bouw te weten willen komen, mogelijke lezers zijn. Het gevolg van een brede doelgroep is dat je schrijfwijze, opbouw en uitleg maar vooral het uiteindelijke doel van de specifieke oplossing voor alle partijen leesbaar en duidelijk dient te zijn. Daarnaast is het zo dat de vraag rest, wie gaat de oplossing betalen? Wanneer je voor een ouder schrijft(niet technisch) dient de oplossing praktisch en betaalbaar te zijn, voor een aannemer of woningcorporatie (beschikken van technische kennis) zal het gaan om het verstrekken van een idee van de oplossing en zal eenvoudigheid van de uitvoering en het budget minder een rol spelen. In het Plan van Aanpak heeft Leo een opmerking gemaakt over PGB, het Persoonsgebonden Budget. De studenten dienen te beslissen of zij gaan onderzoeken of er nog subsidie mogelijkheden zijn. Het doel van de gids volgens Mike en Chantal meer gericht op ouders en begeleiders dan op de uitvoerende tak. Wel is het zo dat de gids een goede aanvulleng dient te zijn voor de technische geïnteresseerden die meer over bouwen voor mensen met ASS willen weten. Martin voegt hieraan toe dat het wellicht een idee is om een primaire en secundaire doelgroep aan te stellen en dit in de inleiding te beschrijven.
LITERATUURSTUDIE In de literatuurstudie zijn bevindingen van afgelopen onderzoekstrajecten op het gebied van wonen en ASS in verwerkt. Overeenkomsten zijn verwerkt in een tabel, zodat vergeleken kan worden welke problemen veelvuldig worden gesignaleerd en welke wat minder vaak. Leo geeft aan dat ook tegenstrijdigheden en het formuleren van eigen meningen in een literatuurstudie thuishoren. Mike geeft aan dat dit is opgenomen in het conclusie deel van de literatuurstudie, met de vraag of de begeleiders het verstrekte stuk hebben gelezen? Beiden geven aan dit niet te hebben gedaan. Chantal overhandigd het de uitgeprinte Literatuurstudie en toont de conclusie, met daarin de tegenstrijdigheden en verwerkte eigen mening. De begeleiders zullen inhoudelijk nog op de literatuurstudie terugkomen wanneer zij deze hebben doorgenomen. Enkele bevindingen in de onderzoeken zijn erg tegenstrijdig, de kleurkeuze bijvoorbeeld. Hierdoor is niet één concrete ideale woning te bedenken op basis van de bestaande literatuur. Behalve het feit dat wanneer prikkels zoveel mogelijk gereduceerd worden, is de specifieke invulling van de woning per persoon verschillend. Met name op detail niveau kannen dwangmatige gedragingen van iemand met ASS het verschil maken. De keuze voor bad/douche, alle schroeven in dezelfde stand of wandcontactdozen op gelijke hoogte plaatsen zijn enkele voorbeelden van gedetailleerde individuele wensen.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Notulen
31
PRAKTIJKGIDS In de praktijkgids zijn zowel grote/nieuwbouw oplossingen als kleine aanpassingen gegeven. Wanneer het een grote ingreep betreft worden varianten besproken met bijbehorende financiële- en/of beheer en onderhoud gevolgen. Indien het een omvangrijke ingreep betreft wordt aangeraden om een aannemer of andere technische instantie te benaderen. Bij kleine aanpassingen in de woning wordt toegelicht op welke wijze en met welke randvoorwaarden de oplossing uitgevoerd dient te worden. Daarnaast zijn er activiteiten in de onderhoudsfase die bijdragen in het reduceren van de storende prikkel, hier wordt dan een instructie gegeven hoe de activiteit uit te voeren en met eventuele benodigde materialen. Een positief punt in de tussenpresentatie was duidelijk maken dat onderhoudsaspecten zo storend kunnen zijn voor iemand met ASS dat kiezen voor een onderhoudsvrije oplossing dan zwaarder weegt dan de financiële gevolgen.
INVULLEN VAN DE BEOORDELING Proces Martin heeft tot op heden meer zicht op het proces dan Leo, dit vanwege het feit dat Martin meermaals de studenten spreekt binnen de ruimten van het lectoraat. Positieve punten zijn het uitermate zelfstandig kunnen werken, het zelf bijsturen van de gemaakte planning. Echter heeft dit gelijk een keerzijde, iets meer rugspraak naar de begeleiders is zeer wenselijk. Inhoudelijk kunnen de begeleiders nog geen concrete uitspraken doen over de kwaliteit van het werk, de studenten zullen vaker terugkoppelen naar de begeleiders zodat dit gaat veranderen. Het aantal behaalde credits van beide studenten voldoet aan de eis > 195 ETC. Mike heeft echter nog geen credits toegekend gekregen voor zijn minor Ondernemerschap terwijl wel alle vakken naar behoren zijn afgesloten. Hij regelt dit deze week. Chantal heeft een achterstand van 7,5 ETC door mechanica, maar volgt lessen om dit binnen dit blok de vakken te halen. Het competentieprofiel dient nog wel aangepast te worden, dit hoort per student te worden opgesteld. Hier zal nog eens kritisch naar worden gekeken en individueel gemaakt worden door Mike en Chantal. Docenten van de HAN hebben volgende week een bijeenkomst over het nieuwe afstudeerprotocol en bijbehorende competentie invulling/voorwaarden, hierna zal een gesprek plaatsvinden met Leo en de studenten. Ter afsluiting wordt er een verzoek gesteld aan Leo om in het vervolg iets eerder op emails te reageren, die worden verzonden door Mike en Chantal, waarop hij heermee akkoord gaat. Er is in de tussentijdse beoordeling getekend door alle partijen voor de eerste afstudeerzitting in Juni 2012. Afsluitende wordt uitgesproken dat dit akkoord geen toezegging is tot het behalen van een voldoende, er zal nog hard gewerkt moeten worden om het geheel tot het beoogde eindresultaat te brengen, wat volgens beide studenten “toch logisch” is.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Notulen
32
PLANNING Voorafgaande aan het onderzoek is een planning opgesteld in het programma MS Project. Naarmate het theoretisch onderzoek vorderde werd de doelgroep en de opbouw van het eindproduct geformuleerd. De invulling van het hoofdonderzoek zijn na gedurende een brainstorm sessie tot stand gekomen en verwerkt in het programma Excel. Het hoofdstuknummer is gekoppeld aan het benodigde aantal dagen, de werklast, en aan de uitvoerende student. Deze planning is als basis gebruikt voor aanvullingen in de algehele planning van het onderzoek. In dit procesverslag zijn deze planningen achtereenvolgens opgenomen zoals voorgaande beschreven.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Notulen
33
DEELPLANNING
Wat
Wie
Voorwoord
Inhoudsopgave
Mike 0,5 dag Mike 0,5 dag Mike 0,5 dag Chantal 0,5 dag Chantal 0,5 dag Chantal Mike 0,5 dag Mike -
1-mei
Planning t.b.v. hoofdonderzoek
1. Omgeving
Chantal 2 dagen
9-apr
Samenvatting Leeswijzer Inleiding Doelgroep Kenmerk soorten (zintuiglijke overprikkeling) Waarom dit boekje Nut van dit boekje
Benodigde tijd
Start datum
2.8 Ruimten(hoeveelheid) & indeling
Mike 1 dag Mike 1 dag Mike 1 dag Mike 1 dag Chantal 0,5 dag Chantal 0,5 dag Mike 2 dagen Chantal 0,5 dag
3.0 Afwerking
Chantal 3 dagen
4.0 Interieur&apparaten
Mike
2.1 Dak 2.2 Vloer 2.3 Wand 2.4 Gevelopeningen 2.5 Deuren 2.6 Hang en sluitwerk 2.7 Installatie technisch
11-apr
2.0 De woning
3 dagen
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Deelplanning
34
URENVERANTWOORDING De studenten hebben voor aanvang aan het project een urenverantwoording format opgezet. Deze is in het begin van het proces wekelijks ingevoerd, naarmate het project vorderde bleek dit onvoldoende te zijn en is dit minimaal 3 maal per week gebeurt. Onderaan de tweede pagina is weergegeven dat beide studenten de genormeerde uren hebben volbracht.
Uren verantwoording Project: Projectleden: Opleiding: Afstudeerichting: Datum
Woonwensen Autisme Mike Westerdijk (MW) Chantal Houwers (CH) Bouwkunde Organisatie
Jaar: Hogeschool: Faculteit: Course: OWE:
Activiteit Voorbereidingstraject
MW / Uren
2011/2012 HAN BE 15-16 Afstuderen
40
CH / Uren 40
WEEK 5 30-jan 31-jan 1-feb 2-feb 3-feb
Concept versie PvA Concept versie PvA Concept versie PvA/ vitruvius lezing Inlevermoment PvA/ start litertuurstudie opzet thuiswerk literatuurstudie deelvragen 1&2/ radboud
8 8 8 8 8
8 8 8 8 8
6-feb 7-feb 8-feb 9-feb 10-feb
Onderzoeksworkshop Literatuurstudie deelvragen 1&2 Literatuurstudie deelvragen 1&2/ Vitruvius lezing Thuiswerk Literatuurstudie deelvragen 1&2 Thuiswerk Literatuurstudie deelvragen 1&2
8 8 8 8 8
8 8 8 8 8
13-feb 14-feb 15-feb 16-feb 17-feb
Onderzoeksworkshop Literatuurstudie deelvragen 1&2 / Radboud Literatuurstudie deelvragen 1&2/ Vitruvius lezing Global Enterprise Project in Den Haag Thuiswerk Literatuurstudie deelvragen 1&2
8 8 8 8 8
8 8 8 8 8
Inlezen tbv literatuurstudie
20
20
Literatuurstudie deelvragen 1&2/ mindmap/ vergadering Kwaliteitscontrole deelvraag 1&2 radboud Excursie Utrecht Aanpassen deelvraag 1 & 2 Thuiswerkdag Aanpassen deelvraag 1 & 2
8 8 13 8 8
8 8 13 8 8
Afronding deelvraag 1 & 2 (voorbereiden) gesprek begeleiders, eisenlijst opgesteld, brainstorm deelvraag 3 Inhoud praktijkgids bepaald, afspraak Kannerhuis gemaakt, procesmap inrichting Inlezen deelvraag 3 Inlezen deelvraag 3
8 8 8 8 8
8 8 8 8 8
Deelvraag 3, artikelen lezen/samenvatten Deelvraag 3, artikelen lezen/samenvatten/ gesprek PvA Martin Vitruvius lezing demotica/ Deelvraag 3, artikelen lezen/samenvatten Deelvraag 3, artikelen lezen/samenvatten Deelvraag 3, artikelen lezen/samenvatten
8 8 8 8 8
8 8 8 8 8
Gesprek kannerhuis/ Deelvraag 3, artikelen lezen/samenvatten Deelvraag 3, artikelen lezen/samenvatten Gesprek Jeroen van Rooij, eindpresenatatie bijwonen Deelvraag 3, wooneisen in tabel zetten Deelvraag 3, wooneisen in tabel zetten/ essentie uit artikelen halen
8 8 8 8 8
8 8 8 8 8
Deelvraag 3 (samenvatting artikelen essentie eruit halen) inhoudsopgave praktijkgids/ brainstorm inhoud Deelvraag 3 (samenvatting artikelen essentie eruit halen) inhoudsopgave praktijkgids Controle literatuurstudie Bronvermelding, figurenlijst, samenvoegen literatuurstudie Bronvermelding, figurenlijst, samenvoegen literatuurstudie
8 8 8 8 8
8 8 8 8 8
8 8 8 8 8
8 8 8 8 8
8 8 8 8
8 8 8 8
WEEK 6
WEEK 7
WEEK 8 20 t/m 24 feb WEEK 9 27-feb 28-feb 29-feb 1-mrt 2-mrt WEEK 10 5-mrt 6-mrt 7-mrt 8-mrt 9-mrt WEEK 11 12-mrt 13-mrt 14-mrt 15-mrt 16-mrt WEEK 12 19-mrt 20-mrt 21-mrt 22-mrt 23-mrt WEEK 13 26-mrt 27-mrt 28-mrt 29-mrt 30-mrt WEEK 14
2-apr Autisme dag Nijmegen 3-apr Controle en afronding literatuurstudie 4-apr Afronding literatuurstudie, vituvius lezing 5-apr PvA laatste aanpassingen, start praktijkgids, planning bijstellen 6-apr Voorbereiding tussentijdse presentatie (goede vrijdag) WEEK 15 9-apr Pasen 10-apr Praktijkgids hst 1/2,1/2,4 11-apr (Voorbereiding) tussentijdse presentatie 12-apr Praktijkgids hst 1/2,2 13-apr Praktijkgids hst 1/2,3/2,5
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Deelplanning
35
Uren verantwoording Project: Projectleden: Opleiding: Afstudeerichting: Datum WEEK 16
WEEK
WEEK
WEEK
WEEK
WEEK
WEEK
WEEK
Woonwensen Autisme Mike Westerdijk (MW) Chantal Houwers (CH) Bouwkunde Organisatie
Jaar: Hogeschool: Faculteit: Course: OWE:
2011/2012 HAN BE 15-16 Afstuderen
Activiteit
MW / Uren
CH / Uren
Tussentijdse beoordeling, Praktijkgids hst 2,3/2,5/2,6 16-apr Avond gewerkt aan hst 2,3/2,5/2,6 Praktijkgids hst 2,3/2,5/2,6 17-apr Avond gewerkt aan hst 2,3/2,5/2,6 Praktijkgids hst 2,7/2,8 18-apr Avond gewerkt aan hst 2,7/2,8 19-apr Mike Parijs, Chantal fysio almere 20-apr Mike Parijs Chantal hst 2,6 Weekend Mike gewerkt aan schetsen hst2 17 23-apr Workshop rapporteren, praktijdgids hst 3,4 24-apr Praktijkgids hst 3, 4, controle compleetheid van oplossingen 25-apr Excursie breda 26-apr Excursie breda 27-apr Praktijkgids hst 3, 4 Weekend Schetsen, aanvulling hfst 3 en 4 18 30-apr Koninginnedag 1-mei Controle gemaakte werk mede afstudeerder 2-mei Controle gemaakte werk mede afstudeerder, aanvullingen eigen werk 3-mei Controle gemaakte werk mede afstudeerder, aanvullingen eigen werk 4-mei Controle gemaakte werk mede afstudeerder, competentieprofiel Weekend Controle gemaakte werk mede afstudeerder, aanpassen competentieprofiel, herformuleren eigen werk 19 7-mei Workshop voorzieningenspel, laatste aanpassingen praktijkgids 8-mei Inleidingen per hoofdstuk, laatste aanpassingen gids 9-mei Schrijven conclusie, voorwoord, lezing processen van operatiekamers 10-mei Schrijven inleiding, opbouw, aanbevelingen, register 11-mei Taalkundige correcties literatuurstudie, procesverslag Weekend Taalkundige correcties literatuurstudie, procesverslag 20 14-mei Taalkundige correcties Praktijkgids, register, auteurslijst 15-mei Taalkundige correcties Praktijkgids, terminologie, figurenlijst 16-mei Taalkundige correcties Praktijkgids, conclusie, bronnen invoegen 17-mei Hemelvaart 18-mei Taalkundige correcties Praktijkgids Weekend Taalkundige correcties, procesverslag 21 21-mei Inbinden, laatste controles 22-mei Inleveren 23-mei Voorbereiden presentatie 24-mei Voorbereiden presentatie 25-mei Voorbereiden presentatie 22 28-mei Voorbereiden presentatie 29-mei Voorbereiden presentatie 30-mei Voorbereiden presentatie 31-mei Voorbereiden presentatie 1-jun Voorbereiden presentatie 23 4-jun Voorbereiden presentatie 5-jun Voorbereiden presentatie 6-jun Presentatie 7-jun 8-jun -
Eind saldo
Totaal
8 4 8 4 8 4
8 4 8 4 8 4 8
8 8 8 8 8 8 12
8 8 8 8 8 12
4 8 8 8 12
4 8 8 8 12
12 8 8 8 8 12
12 8 8 8 8 12
12 12 8 6 8 12
12 12 8 6 8 12
8 4 8 8 8
8 4 8 8 8
8 8 8 8 8
8 8 8 8 8
8 8 8
8 8 8
807
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Deelplanning
807
36
NABESCHOUWING Als team hebben wij het proces als zeer goed ervaren en doorlopen. We kenden elkaar al vooraf en hadden een zeer goede impressie van elkaars werkwijze. Na het besluit om te starten bij het lectoraat ZorgGericht Bouwen verliep het afstudeerproces zeer voorspoedig. Omdat we beide organisatie doen verliep het proces geordend en gepland, binnen no-time hing er een planning aan de muur en notulen en memos lieten niet op zich wachten. In eerste instantie verliepen wij het traject zeer zelfstandig en vergaten hierbij de ruggespraak naar onze begeleiders. Na de tussentijdse beoordeling werden wij ons hier bewust van en veranderde dit. De afwijking van het maken van een ontwerp naar juist een organisatorisch onderzoek beviel ons zeer goed. Waarschijnlijk zorgde deze vorm voor een vloeiende vorm van samenwerken. Onze zelfstandigheid was niet alleen duidelijk door het zelfstandig doorlopen van het proces, maar ook door het extern contact leggen. Na introductie bij het Dr. Leo Kannerhuis, centrum voor autisme, werden er meer stappen gemaakt naar professionals. De samenwerking met het lectoraat was zeer prettig, de sfeer en het persoonlijke contact zorgen voor een aangename werkomgeving. Zelf zijn wij zeer tevreden met het resultaat, en hopen dat onze praktijkgids mensen daadwerkelijk gaat helpen.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | nabeschouwing
37
REFLECTIE MIKE TOV COMPETENTIEPROFIEL Onderstaand wordt het behalen van de beroepscompetenties(BWK-cijfer) en algemene HBO competenties op het vereiste niveau aangetoond. Chantal zal een persoonlijke toelichting geven ter onderbouwing.
BEROEPSCOMPETENTIES BWK01 Ontwikkelen projectdefinitie Deze competentie is uitgevoerd door het maken van het Plan van Aanpak. Het maken was niet iets nieuws voor mij, maar wel op dit niveau. Tijdens het afstuderen terugkoppelen en het PvA als leidraad gebruiken was noodzakelijk, omdat hier de projectgrenzen, de planning en het uiteindelijke doel in staan beschreven van het onderzoek. Het zelfstandig verwerven van informatie was een must om mij te verdiepen in de stof. Ik had voor het afstuderen minimale kennis van autisme hoewel ik wel veel kennis nodig had om randvoorwaarden van de doelgroep op het gebied van techniek, esthetica, economie en milieu te kunnen formuleren. In de gids is de kennis vertaald tot praktische oplossingen waarmee ontwerp initiatieven worden beïnvloed of begeleid. Bewijslast documenten: • PvA • Literatuurstudie; Hst. 1 Wat is autisme, Hst.3 Omgevingsinvloeden; Hst. 3.1 Onderzoeksgeschiedenis ''woonwensen autisme''; Opstellen tabel met prikkels; Conclusie trekken • Procesverslag; Deelplanning Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
BK02 Alternatieven en varianten opstellen. Reeds behaalt op niveau 2
BWK03 Bestek- en indieningsgereed maken projectdefinitie Deze competentie heb ik bewezen door in de praktijkgids de praktische handvatten terug te koppelen aan de regelgeving (NEN-normen en Bouwbesluit) In hoofdstuk 2.0 Woning; 2.1.1 Vorm komt de gebruiksoppervlakte bijvoorbeeld naar voren. Daarnaast zijn er bij de diverse wensen gekeken naar de financiering en terugverdientijd. De conclusie van het onderzoek, het Persoon Gebonden Budget (PGB), onderbouwd de keuze hiervan. Omdat we als doel hadden om een toekomstgerichte gids te schrijven, hebben we breed gedacht. Varianten zijn zowel in nieuwbouw als verbouw als alternatief gegeven. Als laatste heb ik rekening gehouden met de toekomstige gebruiker en milieu-invloeden bij het opstellen van varianten. Bewijslast documenten: • Praktijkgids; Hst. 2 In de woning: 2.1 Dak; 2.2 Vloer; 2.3 Wand; 2.4 Gevelopeningen; 2.7 Installatie technisch, Hst 4. Interieur & apparaten Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
BK04 Organiseren van contractvorming Reeds behaalt op niveau 2
BWK05 Voorbereiding van de realisering Voor de praktijkgids heb ik diverse varianten uitgezocht en beoordeelt op relevante criteria voor de doelgroep. Zoals bijvoorbeeld in de praktijkgids Hst. 2.3 Wand de diverse varianten van type wanden en isolatiemethoden aan bod komen. In de gids zijn bij diverse woonwensen praktische stappenplannen omschreven hoe de lezer zelf actie kan ondernemen, in bijvoorbeeld Hst. 2.1 Dak word een stappenplan Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | nabeschouwing
38
omschreven hoe men een schuin dak kan na-isoleren. Uiteraard is er ook bij diverse wensen het advies gegeven om een professional in te schakelen. Omdat de doelgroep een verhoogd agressiviteitrisico heeft staat de veiligheid voorop in alle diverse aangegeven handvatten. Tevens zijn voor de lezer bij de vergelijking tussen ‘normaal’ en een persoon met ASS de investeringskosten vergelijkt en onderbouwd. Als laatste heb ik met passie gewerkt aan deze gids. Ik vind dat er voor deze kwetsbare groep nog weinig actie is ondernomen en hoop dan ook zeer dat deze gids zal bijdragen aan het verbeteren van de woonvoorzieningen. Bewijslast documenten: • Praktijkgids; Hst. 2 In de woning: 2.1 Dak; 2.2 Vloer; 2.3 Wand; 2.4 Gevelopeningen; 2.7 Installatie technisch, Hst 4. Interieur & apparaten • Procesverslag; Urenverantwoording Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
BK06 Handhaven, bewaken en bijsturen van het uitvoeringsplan Ik heb bij diverse woonwensen een stappenplan of uitvoeringsvoorschrift omschreven met betreffende randvoorwaarden hoe men de gewenste aanpassing dient uit te voeren. Ik heb bijvoorbeeld in Hst. 2.7 Installatietechnisch; 2.7.2 Verwarming, praktische uitvoeringsvoorwaarden gegeven hoe het tikken van verwarmingsbuizen tegen word gegaan. In dit zelfde hoofdstuk installatietechnisch komen ook uitvoeringsvoorwaarden naar voren om de veiligheid te waarboren (eerst de stroom uitschakelen alvorens een lamp te vervangen). Omdat de kwaliteit van afwerken de prikkelreductie sterk beïnvloed, komt dit meermaals aan bod bij de woonwensen. Naast het instrueren van de lezer over kwaliteit hebben wij zelf ook onze kwaliteit tijdens het afstudeerproject gewaarborgd. Bij aanvang van het project is er een format opgesteld om elkaar op kwaliteit te controleren. Deze format heeft tijdens het project gediend als controlemoment en terugkoppelpunt om de afstudeerpartner indien nodig te sturen. Als laatste kan ik zeggen dat ik de juiste keuzes op het juiste tijdstip heb gemaakt. Bewijslast documenten: • PvA; Hst. 4.4 Kwaliteitsbewaking • Praktijkgids; Hst. 2 In de woning: 2.1 Dak; 2.2 Vloer; 2.3 Wand; 2.4 Gevelopeningen; 2.7 Installatie technisch, Hst 4. Interieur & apparaten • Procesverslag; Procesbewaking, Notulen, Memo’s Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
BWK07 Evalueren en terugkoppelen van de projectgegevens In de procesmap word het groepsproces geëvalueerd, tevens in dit bestand. Daarnaast hebben wij tijdens de tussentijdse presentatie terug geblikt op het gemaakte werk en de behaalde resultaten tot op dat moment. Tijdens de presentatie heb ik mijn steentje bijgedragen naar behoren. In de literatuurstudie ben ik bezig geweest met onderscheid te maken tussen feiten en meningen. De betreffende informatie diende te worden gecontroleerd en geëvalueerd op waarheid. Ik heb mijn eigen handelen kritisch geëvalueerd. In de conclusie van de literatuurstudie zijn de belangrijkste discussie meningen weergegeven. Naast dat de uitgewerkte woonwensen gekoppeld zijn aan de financiële gevolgen in de toekomst, is er ook toekomstgericht gedacht m.b.t. onderhoud en financiering. In Hst. 2.4 Gevelopening; 2.4.1 De keuze HR++ glas heb ik duidelijk financiële gevolgen naar voren laten komen van de gemaakte keuze, tevens is de impact van onderhoud voor de persoon met ASS een duidelijk aandachtspunt. Bewijslast documenten: • Praktijkgids; Hst. 2 In de woning: 2.1 Dak; 2.2 Vloer; 2.3 Wand; 2.4 Gevelopeningen; 2.7 Installatie technisch, Hst 4. Interieur & apparaten, Slotwoord • Literatuurstudie; Hst 1 Wat is autisme; Hst. 3.1 Onderzoeksgeschiedenis ''woonwensen autisme''; Opstellen tabel met prikkels; Conclusie trekken • Procesverslag; Nabeschouwing, Competentieprofiel • Onderzoeksverslag; Samenvatting, Summary, Nabeschouwing Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | nabeschouwing
39
BWK08 Beheren van gebouwen Deze competentie komt sterk naar voren in de woonwensen waarbij een onderhoudsarme ingrijp gedaan dient te worden. Bijvoorbeeld in Hst. 2.4 Gevelopening geeft ik het verschil in onderhoud van kunststof kozijnen ten opzichte van hardhouten kozijnen. Naast dat de onderhoudsfrequentie afneemt, neemt het ook een prikkel af voor de betreffende bewoner. Een persoon met ASS ervaart een grote prikkel als er vreemde mensen over de vloer komen, door dit te voorkomen verbeterd de onderhoudsperiode. Driftbuien komen bij personen met ASS ook regelmatig voor, praktische oplossingen als een dubbele gipsplaat toepassen om stevigheid te verbeteren, is geen uitzondering in mijn gemaakte werk. Uiteraard heb ik bij elke oplossing de vergelijking gemaakt met betrekking tot de onderhoudskosten.
Bewijslast documenten: • Praktijkgids; Hst. 2 In de woning: 2.1 Dak; 2.2 Vloer; 2.3 Wand; 2.4 Gevelopeningen; 2.7 Installatie technisch, Hst 4. Interieur & apparaten Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
ALGEMENE HBO COMPETENTIES Algemene Hbo Competentie 13 Planmatig en projectmatig werken Tijdens het proces heb ik actief deelgenomen om het projectplan tot stand te laten komen en te laten slagen. Het plan van Aanpak is hiervan het belangrijkste bewijsstuk. Daarnaast heb ik om deze competentie te behalen actief deelgenomen aan vergaderingen door te notuleren of als woordvoerder. Ik heb rekening gehouden met de belangen van mijn collega en haar werkwijze, wat heeft gezorgd voor een uniforme schrijfwijze en tijdige afronding onderzoek. Het plan kon daarnaast niet slagen door de vooraf opgestelde planning. Chantal heeft in eerste instantie de hoofdplanning opgesteld waarna ik de tussentijdse planningen opstelde. In het procesverslag is één planning weergegeven van mij. Bewijslast documenten: • Projectplan; afstudeervoorstel • PvA; Doelstelling project, Probleemstelling, Opstellen onderzoeksvragen • Procesverslag; Procesbewaking, Nabeschouwing • Onderzoeksverslag; Samenvatting, Summary, Nabeschouwing Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
Algemene Hbo Competentie 14 (Multi) disiplinair samenwerken Ik heb de waarde van mijn collega Chantal Houwers erkend en gewaardeerd. Haar geschiedenis kan als een zware last worden beschouwd, waar nodig heb ik hier rekening mee gehouden en gesteund. Naast het samenwerken met Chantal heb ik ook goed samengewerkt met het Lectoraat ZorgGericht Bouwen, het Dr. Leo Kannerhuis, begeleiders vanuit de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en andere afstudeerders. Bewijslast documenten: • Werkwijze Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
Algemene Hbo Competentie 15 Communiceren
Communicatie stond centraal tijdens het afstuderen. Om ervoor te zorgen dat Ik Chantal haar werk snap en zij mijn werk overlegde wij regelmatig. Door deze open communicatie naar elkaar toe wisten we wat er werd verwacht van elkaar en waar ons doel was. Daarnaast heb ik tijdens de tussentijdse presentatie aangetoond dat ik kan presenteren en heb ik schriftelijk en mondeling goed
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | nabeschouwing
40
gecommuniceerd met begeleiders en externe professionals. Als laatste wil ik benadrukken dat ik met relevante partijen om de tafel heb gezeten om tot een geschikt uitvoeringsplan te komen. Bewijslast documenten: • Presentaties; Tussentijdse presentatie, Eindpresentatie • Procesverslag; Notulen, Memo’s • Alle opgeleverde producten Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
Algemene Hbo Competentie 16 Leiding en begeleiding geven Tijdens het proces heb ik besluiten genomen om tot concrete antwoorden te komen. Daarnaast heb ik Chantal gestuurd waar nodig was om tot ons gezamenlijke doel te komen. Bewijslast documenten: • Procesverslag; Kwaliteitscontroles Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
Algemene Hbo Competentie 17 Sturen van de eigen professionele ontwikkeling Tijdens het gehele afstudeertraject heb ik toekomstgericht gedacht en heb ik onderscheid gemaakt tussen de lange en korte termijn. Om de professionaliteit te waarborgen van het projectteam heb ik geregeld verantwoordelijk afgelegd aan Chantal. Bewijslast documenten: • Procesverslag; Procesbewaking, Nabeschouwing Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3
Onderzoeksvaardigheden Zelf onderzocht wat de gebruiksvraag is en de problemen gesignaleerd. Zelfstandig het onderzoek vorm gegeven, gecoördineerd en bijgestuurd. Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | nabeschouwing
41
REFLECTIE CHANTAL TOV COMPETENTIEPROFIEL Onderstaand wordt het behalen van de beroepscompetenties(BWK-cijfer) en algemene HBO competenties op het vereiste niveau aangetoond. Chantal zal een persoonlijke toelichting geven ter onderbouwing.
BEROEPSCOMPETENTIES BWK01 Ontwikkelen projectdefinitie Deze competentie heb ik vervuld door het opstellen van een Plan van Aanpak en Literatuurstudie. Het schrijven van een PvA en opstellen van een planning was geen onbekende handeling, dit heb ik immers gedurende mijn studie veelvuldig uitgevoerd. Maar het zelfstandig uitvoeren van een onderzoek met formuleren van onderzoeksvragen gespecificeerd op de doelgroep bleek een grotere uitdaging dan verwacht. Gedurende de literatuurstudie heb ik zelfstandig informatie verworven door mij te verdiepen in de doelgroep, de oorzaak van ASS en welke mogelijke (rand)voorwaarden zij aan een woonruimte zouden kunnen stellen. De uitkomst dat de veelzijdigheid van de doelgroep individuele afweging noodzakelijk maakt was een uitkomst die ik heb gebruikt om de onderzoeksvraag verder te definiëren. Gestelde voorwaarden op het gebied van techniek, esthetica, economie en milieu heb ik vertaalt tot praktische oplossingen ter begeleiding van ontwerp initiatieven. Bewijslast documenten:
• • •
PvA; Literatuurstudie: Hst. 2 Ontstaan, Hst. 3.2 Problemen en oplossingen, Opstellen tabel met storende omgevingsinvloeden, Conclusie; Procesverslag: Onderzoeksplanning MS Project versie 1, versie 2.
Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
BK02 Alternatieven en varianten opstellen Competentie is reeds behaald op HBO niveau 2.
BWK03 Bestek- en indieningsgereed maken projectdefinitie Deze competentie heb ik vervuld door financieringsmogelijkheden(PGB) en regelgeving (Bouwbesluit) te integreren in de praktijkgids. Geschreven vertalingen van de woonwensen zijn vanuit een zo breed mogelijk perspectief geschreven waardoor ik zowel nieuwbouw als verbouw oplossingen heb aangedragen. Hierdoor is het mogelijk geworden om het ontwikkelde middel, de praktijkgids, voor een zo breed mogelijke doelgroep toepasbaar te maken. Bij het uitwerken van de woonwensen heb ik consequenties aangedragen, voor zowel de gebruiker als het milieu. Waar het ene alternatief geschikt is voor contactgeluidreductie is deze niet geschikt voor reduceren van akoestiek. Door het benoemen van de consequenties en verwijzen naar de passende oplossingen heb ik voldaan aan de vraag vanuit de huidige, maar ook toekomstige gebruiker. Bewijslast documenten: • Praktijkgids: Hst. 1 Omgeving, Hst. 2 In de woning; 2.5 Deuren, 2.6 Hang&Sluitwerk, 2.8
Ruimten & indeling, Hst. 3 Afwerking. Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
BK04 Organiseren van contractvorming Competentie is reeds behaald op HBO niveau 2.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | nabeschouwing
42
BWK05 Voorbereiding van de realisering Deze competentie heb ik vervuld door constante beoordeling van de oplossingen op basis van de diverse criteria van de gebruiker. Oplossingen zijn gegeven op het brede gebied van de mogelijke storende omgevingsinvloeden (licht, geluid, geur, tast, overzicht). Waar het ene alternatief geschikt was voor een gedeelte van de doelgroep was een ander alternatief beter geschikt voor een ander gedeelte van de doelgroep, dit heb ik veelvuldig behandeld in hoofdstuk 3.0 Afwerking. Door het ontwikkelen van dit middel, de praktijkgids en het register, heb ik het mogelijk gemaakt om de specifieke gebruikersvraag te vertalen naar de benodigde oplossing in een bepaald hoofdstuk. Bij het ontwikkelen van de oplossingen heb ik vergelijkingen opgesteld zodat de gebruiker zelf zijn of haar keuze voor de definitieve uitvoering kan maken. Ter voorbereiding aan de realisatie heb ik stappenplannen, zoals 3.2 Vals plafond, opgesteld waarmee de gebruiker zelf zijn de werkzaamheden uit kan voeren. Waar de complexiteit of gevolgen van de ingreep van dermate niveau zijn heb ik adviezen verstrekt voor het inschakelen van professionele hulp, zoals in hoofdstuk 1.3 Balkon. Veiligheidsaspecten om de gebruiker te beschermen in zijn of haar agressiviteitsaanvallen heb ik in de praktijkgids vertaald tot eenvoudige oplossingen, o.a. in 2.6 Hang en Sluitwerk. Om financiële haalbaarheid van een woonwens te toetsen heb ik investeringskosten, beheer en onderhoudskosten en terugverdientijd uitgezet in kostenvergelijkingen in de hoofdstukken 1.3 Balkon en de afwerkingen van hoofdstuk 3.0. Als laatste is de duurzame competentie voor persoonlijke inzet nadrukkelijk vervuld doordat ik mijn passie, het realiseren van een leefbare omgeving van personen met ASS, heb kunnen vervullen. Bewijslast documenten:
•
Praktijkgids: Hst. 1 Omgeving, Hst. 2 In de woning; 2.5 Deuren, 2.6 Hang&Sluitwerk, 2.8 Ruimten & indeling, Hst. 3 Afwerking, Register.
Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
BK06 Handhaven, bewaken en bijsturen van het uitvoeringsplan Deze competentie heb ik vervuld door de gebruiker de benodigde kennis te verschaffen zodat correcte uitvoering en benodigde kwaliteit wordt behaald. Uit het theoretisch onderzoek is gebleken dat slechte kwaliteit en uitvoering kan leiden tot storende prikkels door oneffenheden en verhoogde onderhoudsintensiteit. Verwerkingsvoorschriften om deze te voorkomen heb ik gegeven in 1.3.2 Oplossingen, 3.2 Plafondafwerking en 3.4.2 Keuze voor kurk. Naast de kwaliteit dient de veiligheid van de uitvoerende partij voorop te staan, hier heb ik in mijn adviezen ter vervulling van de woonwensen op gecoördineerd in o.a. hoofdstukken 3.0, 3.4.2 Lambrisering en 3.5 Akoestiek. Naast het sturen van de gebruiker is sturen van het hoofdonderzoek een van mijn taken geweest. Om de kwaliteit van het onderzoek te bewaren heb ik de producten van mijn afstudeerpartner inhoudelijk gecontroleerd en beslismomenten van het proces vastgelegd in een beslismomenten overzicht. De tevredenheid van de opdrachtgever heb ik bewaakt door regelmatige besprekingen te organiseren en deze middels Notulen vast te leggen. Afsluitende kan ik stellen dat ik op de benodigde momenten de juiste knopen heb doorgehakt om het gewenste eindresultaat te realiseren.
Bewijslast documenten:
• • •
PvA: Hfst 4.4 Kwalliteitsbewaking; Praktijkgids: Hst. 1 Omgeving, Hst. 2 In de woning; 2.5 Deuren, 2.6 Hang&Sluitwerk, 2.8 Ruimten & indeling, Hst. 3 Afwerking, Register; Procesverslag: Beslismomenten overzicht, Notulen.
Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | nabeschouwing
43
BWK07 Evalueren en terugkoppelen van de projectgegevens Deze competentie heb ik vervuld door het groepsproces en de projectgegevens vast te leggen en te evalueren in het procesverslag. Gedurende het onderzoekstraject heb ik een tussenpresentatie gehouden waarin ik de vorderingen van de projectgegevens heb toegelicht. Financiële gevolgen zijn van groot belang aangezien is gebleken dat de gebruiker de woonwensen zelf dient te financieren. Toekomstgericht denken heb ik aangetoond door energiebesparing van woonwensen en de besparingen in de gebruiksfase te onderzoeken welke zijn uitgewerkt in de hoofdstukken 2.5 Deur en 2.6 Hang&Sluitwerk. Een ander duurzaam aspect wat ik heb vervult is het onderscheid maken tussen feiten, meningen en vermoedens in de literatuurstudie. Het kritisch evalueren van mijn eigen handelingen heb ik gedaan gedurende het hele groepsproces en zal tijdens de eindpresentatie behandeld worden. Bewijslast documenten:
• • • • •
Literatuurstudie: Hst. 2 Ontstaan, Hst. 3.2 Problemen en oplossingen, Opstellen tabel met prikkels, Conclusie; Presentatie: Tussen- en eindpresentatie; Praktijkgids: Hst. 1 Omgeving, Hst. 2 In de woning; 2.5 Deuren, 2.6 Hang&Sluitwerk, 2.8 Ruimten & indeling, Hst. 3 Afwerking, Slotwoord; Procesverslag: Voorwoord, Inleiding, Samenvatting, Beslismomenten overzicht, Notulen en Reflectie; Onderzoeksverslag: Voorwoord, Inleiding, Samenvatting, Summary en Nabeschouwing.
Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
BWK08 Beheren van gebouwen Deze competentie heb ik vervuld door beheeraspecten te integreren in de woonwensen. Doordat onderhoudswerkzaamheden zijn erg storend voor iemand met ASS, is deze noodzaak ontstaan. Binnen mijn adviezen heb ik mij uitgesproken over de onderhoudsintensiteit en of deze wel of de desbetreffende oplossing een wijze keuze zou zijn. In hoofdstuk 3.0 Afwerking heb ik dit voor de vele afwerkingen gedaan. Daarnaast heb ik in hoofdstuk 2.6.7 een onderhoudsinstructie verstrekt om storende prikkels te voorkomen. Bewijslast documenten:
•
Praktijkgids: Hst. 1 Omgeving, Hst. 2 In de woning; 2.5 Deuren; 2.6 hang & sluitwerk; 2.8 Ruimten & indeling, Hst. 3 Afwerking.
Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
ALGEMENE HBO COMPETENTIES Algemene Hbo Competentie 13 Planmatig en projectmatig werken Deze competentie heb ik vervuld door mijn bijdrage te leveren aan de totstandkoming van het projectplan.
Ik heb actief deelgenomen aan overleggen als spreker of notulist binnen zowel intern als externe besprekingen. Ik heb rekening gehouden met de belangen van de gebruiker, mijn opdrachtgever en mijn afstudeerpartner. Door mijn bijdrage te leveren aan de vooraf opgestelde planning en Plan van Aanpak heb ik zelfstandig mijn afstudeeronderzoek gestuurd. Bewijslast documenten:
• • •
PvA: Afstudeervoorstel, Doelstelling, Probleemstelling en opstellen onderzoeksvragen; Procesverslag: Procesbewaking, Planning; Onderzoeksverslag: Inleiding, Samenvatting, Summary, Nabeschouwing.
Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | nabeschouwing
44
Algemene Hbo Competentie 14 (Multi) disiplinair samenwerken Deze competentie heb ik vervuld door mijn afstudeerpartner Mike Westerdijk met respect te behandelen, te erkennen en waarderen. Waar mensen samenwerken zijn verschillen in werkwijze, zo ook bij ons. Naast deze samenwerking heb ik op correcte wijze samengewerkt met het Lectoraat ZGB, de opdrachtgever. Externe contacten waarmee ik heb samengewerkt zijn Egbert Reijnen (voorzitter van de Raad van Bestuur Dr. Leo Kannerhuis), Jeroen van Rooij (architect en ASS deskundige), mijn begeleiders van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen en andere afstudeerders. Bewijslast documenten: • Mijn werkwijze. Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
Algemene Hbo Competentie 15 Communiceren Deze competentie heb ik vervuld met mijn communicatieve vaardigheden, op zowel schriftelijke als mondelinge wijze. In het procesverslag zijn mijn schriftelijke uitwerkingen opgenomen van gesprekken die ik met relevante partijen als Dr. Leo Kannerhuis, Jeroen van Rooij, lector en begeleiders heb gevoerd om tot een geschikt eindproduct te komen. Mijn mondelinge communicatievaardigheden heb ik aangetoond tijdens de tussen- en eindpresentatie van het onderzoek. Bewijslast documenten: • Presenteren: Tussen- en eindpresentatie; • Procesverslag: Notulen en Memo’s. Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
Algemene Hbo Competentie 16 Leiding en begeleiding geven Deze competentie heb ik vervuld door middel van sturing op het werk van mijn afstudeerpartner Mike om een correct eindproduct op te leveren. Ik heb besluiten durven nemen die betrekking hebben op de vorm van het onderzoeksverlag, praktijkgids, PvA en procesverslag, ofwel het gehele onderzoekstraject. Bewijslast documenten: • Presenteren: Tussen- en eindpresentatie; • Procesverslag: Procesbewaking, Notulen en Memo’s. Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
Algemene Hbo Competentie 17 Sturen van de eigen professionele ontwikkeling Deze competentie heb ik vervuld door te sturen op mijn eigen ontwikkeling, door mijn eigen sterke en zwakke punten te herkennen en te accepteren. Onze manieren van werken kunnen nogal eens verschillen, voor mij is het afstudeeronderzoek meer dan alleen ‘een onderzoek’. Door mijn emotionele betrokkenheid is het onderzoek een deel geworden van mijn verwerkingsproces binnen het overlijden van mijn vader en heb ik een sterke eigen wil en werkwijze ontwikkeld. Ik heb leren accepteren dat mijn manier werken verschild dan die van mijn afstudeerpartner, waardoor ik zorg heb gedragen voor een positieve samenwerking en mijn eigen ontwikkeling heb gestuurd en gereflecteerd. Bewijslast documenten: • Mijn eigen werkwijze; • Procesverslag: Reflectie. Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3.
Onderzoeksvaardigheden Deze competentie heb ik vervuld door zelfstandig te onderzoeken wat de gebruiksvraag is en problemen gesignaleerd. Zelfstandig het onderzoek vorm gegeven, gecoördineerd en bijgestuurd. Competentie is uitgevoerd op HBO niveau 3. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | nabeschouwing
45
BIJLAGE 1, PLAN VAN AANPAK Op de volgende pagina is het vooraf opgestelde Plan van Aanpak bijgevoegd.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage 1, Plan van AANpak
46
2012 PLAN VAN AANPAK WOONWENSEN AUTISME
MIKE WESTERDIJK & CHANTAL HOUWERS AFSTUDEERPROJECT: WOONWENSEN AUTISME 04-04-2012
TITELPAGINA Titel: Afstudeerproject Woonwensen Autisme Ondertitel: Bevordering van het zelfstandig wonen voor autisten. Naam en studentnummer: Mike Westerdijk, 452446 Chantal Houwers, 439670 Plaats en jaar van uitgave: Arnhem, 2012 Naam van de organisatie: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Lectoraat ZorgGericht Bouwen Eerste examinator: Ir. Leo van der Kooij Tweede examinator: Ir. Martin Bouwman Opdrachtgever: Mr. Tom Vroon Projectleider: Ir. Martin Bouwman
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Titelpagina
2
INHOUDHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1 OPDRACHTGEVER 1.2 PROBLEEMSTELLING 1.3 DOELSTELLING VAN HET PROJECT 1.4 HOOFD EN DEELVRAGEN ONDERZOEK 1.5 WORK BREAKDOWN STRUCTURE 1.6 LEESWIJZER
4 4 4 5 5 5 5
2. AANPAK VAN DE LITERATUURSTUDIE 2.1 OVERZICHT HOOFD- EN DEELVRAGEN 2.2 DOELSTELLING LITERATUURSTUDIE 2.3 ZOEKMETHODE 2.4 METHODE VAN ANALYSEREN 2.5 OVERZICHT VAN EERSTE BEVINDINGEN
7 7 7 7 8 8
3. AANPAK PRAKTIJKGIDS 3.1 OVERZICHT HOOFD EN DEELVRAGEN GEBASEERD OP LITERATUURSTUDIE 3.2 DOELSTELLING PRAKTIJKGIDS 3.3 ONDERZOEKSTRATEGIE 3.4 ONDERZOEKSMETHODE 3.5 ANALYSETECHNIEKEN 3.6 ADVISERINGSVORMEN
9 9 9 9 10 10 10
4. PROJECTORGANISATIE 4.1 PROJECTLEDEN 4.2 PROJECTBEGELEIDING 4.2.1 LECTORAAT ZORGGERICHT BOUWEN 4.2.2 HOGESCHOOL VAN ARNHEM EN NIJMEGEN 4.2.3 DR. LEO KANNERHUIS 4.3 PROJECTVOORWAARDEN 4.4 KWALITEITSBEWAKING
11 11 11 11 12 12 13 13
5. PLANNING 5.1 OVERZICHT OP TE LEVEREN PRODUCTEN IN RELATIE TOT HET COMPETENTIEPROFIELBOUWKUNDE 5.2 WORK BREAKDOWN STRUCTURE 5.3 TIJDSPLANNING
14 14 14 14
BIJLAGEN BIJLAGE 1 BEVINDINGEN EERSTE GESPREKKEN BIJLAGE 1.1: AFSTUDEER VOORSTEL BIJLAGE 2 COMPETENTIEOVERZICHT BIJLAGE 3 KWALITEITSCONTROLE PRODUCTEN BIJLAGE 4 BESLISMOMENTEN BIJLAGE 5 PLANNING BIJLAGE 6 LITERATUURLIJST
15 16 17 21 22 23 24 25
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Inhoudhoudsopgave
3
1. INLEIDING ‘Woonwensen voor autisten’ is het afstudeeronderzoek van het tweekoppige afstudeergenootschap Chantal Houwers en Mike Westerdijk. Zij verdiepen zich in de diverse vormen van autisme, onderzoeken welke eisen en behoeften de diverse groepen binnen dit spectrum hebben betreffende huisvesting. Aan de hand van resultaten uit de literatuurstudie zal een beslissing worden genomen over doelgroepspecificatie en de benodigde aanpassingen, om uiteindelijke afstemming van het woonconcept te kunnen optimaliseren. Er zal nauwe samenwerking plaats vinden met het Lectoraat ZorgGericht Bouwen, Faculteit Gedrag, Gezondheid en Maatschappij en het Dr. Leo Kannerhuis om het eindproduct aan marktconforme eisen en huidige regelgeving te laten voldoen.
1.1 OPDRACHTGEVER Het Lectoraat ZorgGericht Bouwen is in 2008 in het leven geroepen door de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en heeft als missie “Het aanleren van een gebruikersgerichte aanpak aan alle technici die opgeleid zijn via de HAN faculteit Techniek binnen een zorg en techniek gerelateerde context”.1 Dit kenniscentrum sluit aan bij ontwikkelingen die zich in Nederland voordoen en die verreikende betekenis hebben voor de bouw van de infrastructuur in de gezondheidszorg. Soms gaat het om veranderingen die hun oorzaak vinden in politieke keuzes, soms betreft het niet of nauwelijks te beïnvloeden omstandigheden betreffende (beroeps) bevolking. In andere gevallen valt samenhang te ontdekken met bredere ontwikkelingen in de samenleving, zoals de toegenomen aandacht voor kwaliteit en voor nieuwe technologische mogelijkheden. Als gevolg hiervan bestaat een meer dan tot nu toe gebruikelijke behoefte aan vernieuwing van de infrastructuur. Tegelijkertijd roepen de ontwikkelingen een zodanige onzekerheid op dat vernieuwing dreigt te stagneren. Patiënten en cliënten zijn daar dan de dupe van. "Onze onderzoeken kenmerken zich door een multidisciplinaire aanpak op het gebied van bouw en gezondheidszorg."
1.2 PROBLEEMSTELLING Het aantal diagnosestellingen van de Autisme Spectrum Stoornis is in de afgelopen decennia explosief gestegen, geschat wordt van 30.000 in 1995 naar 150.000 in 2005, dien ten gevolge is de vraag naar zorgverlening en begeleiding dermate gestegen dat deze niet kan worden beantwoord. Extramuralisering, de verschuiving van behandeling naar eigen woonruimte, is tevens een gevolg maar voldoet (nog) niet aan de woonbehoeften van iedere individu met ASS, waardoor optimale zelfstandigheid niet wordt behaald.2 Dus het ligt voor de hand dat inrichting kan bijdragen aan verbetering van de individuele zelfstandigheid. De term Autisme Spectrum Stoornissen zal in dit verslag verder worden omschreven met de afkorting ASS. 1 2
www.han.nl/onderzoek/kennismaken/technologie-en-samenleving/lectoraat/zorggerichtbouwen Samen verder met autisme, 2011, Flip Schrameijer, Doorwerth
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1. Inleiding
4
1.3 DOELSTELLING VAN HET PROJECT Het doel van het project is kennis te verzamelen betreffende woonwensen van mensen met ASS om een praktijkgids te kunnen ontwikkelen. Deze gids dient bij te dragen aan het vergroten van mogelijkheden tot zelfstandig wonen.
1.4 HOOFD EN DEELVRAGEN ONDERZOEK Voorafgaande aan het onderzoek zijn er hoofd- en deelvragen opgesteld om gestructureerd verloop te kunnen waarborgen. De hoofdvraag zal grotendeels afhangen van de uitkomsten uit de literatuurstudie. Deze studie dient uitkomst te geven welke groep/type aparte woonwensen heeft. Tevens zal naar voren komen welke woonwensen bijdragen aan verbetering betreffende het zelfstandig wonen. Voorlopig kan de hoofdvraag worden gesteld op: Aan welke voorwaarden dient een woonruimte van een persoon met ASS te voldoen om zijn of haar mate van zelfstandigheid te kunnen vergroten? Binnen deze hoofdvraag worden de volgende deelvragen uitgewerkt, die tevens afhankelijk zijn van de vraag die voortvloeit uit de literatuurstudie en betrekking heeft op de drie hoofdstukken van de praktijkgids. 1. Algemeen: Hoe ontstaat ASS?, wat zijn de typerende kenmerken?, etc. 2. Kern: Welke specifieke woonwensen zijn er?, hoe kunnen deze worden vertaald naar praktische handvatten?, wat zijn de financiële gevolgen?, etc. 3. Slot: Hoe kan het geheel samengevat worden tot een conclusie van de kern?, Samenvattende conclusie van de kern
1.5 WORK BREAKDOWN STRUCTURE
1.6 LEESWIJZER De volgende hoofdstukken worden onderstaand toegelicht in een beknopte leeswijzer. In hoofdstuk 2 wordt de aanpak van de literatuurstudie beschreven. Hierbij is een overzicht opgesteld van de hoofd- en deelvragen die beantwoord worden met behulp van de literatuurstudie. Daarnaast is de doelstelling van de literatuurstudie geformuleerd. Deze is zover mogelijk concreet gemaakt door de te gebruiken zoekmethoden en de manier van analyseren toe Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1. Inleiding
5
te lichten. De eerste zoekresultaten zijn weergegeven in de vorm van notulen en te vinden in de bijlage 1. In hoofdstuk 3 staat de aanpak van het hoofdonderzoek centraal. Eveneens is hierbij aangegeven wat de hoofd- en deelvragen zijn, die afhankelijk zijn van de literatuurstudie. Daarnaast is de doelstelling van het onderzoek geformuleerd. Deze is nog niet volledig concreet, dien ten gevolge het hoofdonderzoek volledig afhangt van de literatuurstudie. Verder wordt er in dit hoofdstuk beschreven welke vorm en inhoud de praktijkgids, volgend uit de literatuurstudie, dient te krijgen. In hoofdstuk 5, het laatste hoofdstuk, ligt de focus op de plannen en de organisatie van het project. Een overzicht van de concreet op te leveren producten staat hierin vermeld. De globale work breakdown structure uit de inleiding is uitgewerkt in een gedetailleerde versie waar ook de activiteiten worden benoemd. Deze is vertaald naar een tijdsplanning in MS-project. In de bijlagen staan de diverse kwaliteitsdocumenten waar het project aan dient te voldoen. Daarnaast zijn de notulen van de eerste gesprekken met de opdrachtgever weergegeven, het competentieprofiel en de planning.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 1. Inleiding
6
2. AANPAK VAN DE LITERATUURSTUDIE Voor de literatuurstudie zal er worden gekeken naar de verschillende vormen van ASS. Naar voren dient te komen welke afwijkende eisen er zijn per type of vorm. Belangrijk tijdens de literatuurstudie is om bevindingen te koppelen aan de praktijkgids, met andere woorden; wat zijn de gevolgen die vanuit bevonden kenmerken betrekking hebben op de woonvorm. Tevens is als uitgangspunt genomen dat de individuele zelfstandigheid gestimuleerd dient te worden.
2.1 OVERZICHT HOOFD- EN DEELVRAGEN De volgende hoofdvraag wordt tijdens de literatuurstudie als leidraad gebruikt: Welke groepen binnen ASS zijn op basis van overeenkomende woonwensen te definiëren? Deelvragen die onderzocht dienen te worden om tot dit antwoord te komen: • Wat is autisme? • Welke vormen zijn er binnen ASS? • Hoe ontstaat ASS? • Wat zijn de specifieke kenmerken binnen ASS die leiden tot een afwijkende woonvorm.
2.2 DOELSTELLING LITERATUURSTUDIE Het doel van de literatuurstudie is om kennis te vergaren waarmee een basis wordt gevormd voor de praktijkgids. Uit de literatuurstudie dient een groep of groepering naar voren te komen welke overeenkomende voorwaarden hebben betreffende hun woonwensen en naar welke onderdelen verder onderzoek gewenst is.
2.3 ZOEKMETHODE Om optimaal resultaat van de literatuurstudie te behalen zal er gebruik gemaakt worden van de volgende onderzoeksbronnen. • Kenniscentra: o Lectoraat ZorgGericht Bouwen; o Dr. Leo Kannerhuis; o Aedes-Actiz; o Faculteit GGM; o Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. • Literaire werken: o Vaktijdschriften; o Zorgpublicaties. • Digitale databanken: o http://www.hbo-kennisbank.nl/nl; o www.scholar.google.nl. • Bibliotheken: o Radboud Universiteit; o Hogeschool van Arnhem en Nijmegen; o Centrale Bibliotheek Apeldoorn, CODA. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2. Aanpak van de literatuurstudie
7
2.4 METHODE VAN ANALYSEREN Middels de zoekresultaten van de literatuurstudie worden de deelvragen paragraaf 2.1 beantwoord. Het is dus duidelijk welke voorwaarden er gesteld dienen te worden. Bij het zoeken van informatie zal zeer waarschijnlijk veel overlappende informatie worden gevonden. De analyse van de onderzoeksresultaten zal in eerste instantie globaal gebeuren, waarna gescand op dubbele informatie, geselecteerd worden op relevantie en de meest betrouwbare bron. Uiteindelijk zullen enkel de beste en meest bruikbare resultaten overblijven om de deelvragen stap voor stap te beantwoorden.
2.5 OVERZICHT VAN EERSTE BEVINDINGEN In de bijlage 1 zijn de bevindingen van het eerste gesprek met het Lectoraat ZGB en het Dr. Leo Kannerhuis weergegeven.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 2. Aanpak van de literatuurstudie
8
3. AANPAK PRAKTIJKGIDS Het projectteam heeft als doel om een praktische gids uit te brengen waarin de woonwensen van een specifieke groep, welke voortgekomen is uit de literatuurstudie. De gids dient als handleiding voor bouwend Nederland, welke binnen het ontwerpproces voor nieuwe woonruimten gebruikt kan worden. De gids dient toegankelijk te zijn voor alle betrokkenen, geïnteresseerden en belanghebbenden.
3.1 OVERZICHT HOOFD EN DEELVRAGEN GEBASEERD OP LITERATUURSTUDIE Zoals eerder is toegelicht, zal uit de literatuurstudie een specifieke doelgroep volgen. Deze doelgroep zal bepalend zijn voor de definitieve formulering van de hoofdvraag. De praktijkgids dient opgebouwd te worden uit een drietal onderdelen. Allereerst zal ASS worden toegelicht in de algemene inleiding. Deze inleiding zal antwoord geven op vragen als: hoe ontstaat ASS, wat zijn de typerende kenmerken en welke doelgroep zal de basis zijn voor de gids. Hierna volgt de kern van de praktijkgids waarin eerdere bevindingen worden uitgewerkt tot een handleiding met praktische handvatten, geïntegreerde ruimtelijke verduidelijking en financiële gevolgen. Bouwkundige voorwaarden en eisen zullen centraal staan in dit gedeelte. Ter afsluiting zullen in het derde deel de bevindingen samengevat worden en de hoofdvraag beantwoord. 1.
Algemeen gedeelte o Wat is ASS? o Welke Doelgroep word als basis genomen voor de praktijkgids? 2. Kern o Welke elementen leiden tot een afwijkende woonbehoefte voor iemand met ASS? (lettend op wens/ behoefte) o Op welke wijze worden deze wensen vertaald tot praktische handvatten? o Welke aanpassingen hebben financiële gevolgen? o Wat hebben de aanpassingen voor invloed op het beheer? o Wat hebben de aanpassingen voor invloed op het onderhoud? 3 Samenvatting/ conclusie o Wat is het antwoord op de hoofdvraag? o Hoe kan het geheel worden samengevat tot een Samenvatting/Conclusie? o Hoe kan het geheel worden samengevat in een vreemde taal?
3.2 DOELSTELLING PRAKTIJKGIDS Het doel van deze praktijkgids is het in kaart brengen van benodigde praktische handvatten, betreffende woonruimten voor autisten. De praktische handvatten zullen omschrijven wat er word geëist en waarom, daarnaast zal de invloed op het bouwen aan bod komen en de financiering en het onderhoud van de elementen.
3.3 ONDERZOEKSTRATEGIE Om een praktijkgerichte uitkomst te realiseren zal nauw contact onderhouden worden met kenniscentra en belanghebbenden. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3. Aanpak Praktijkgids
9
3.4 ONDERZOEKSMETHODE Volgend uit vergaarde kennis van de literatuurstudie zal de onderzoekmethode worden gekozen. Enkele mogelijke onderzoeksmethoden zijn: o Enquête o Interview o Observatie o Documentatie De uitspraken in dit onderzoek zijn hypothetisch omdat de validiteit van het onderzoek ‘’Woonwensen autisme’’ word beperkt door geringe omvang van de steekproef.
3.5 ANALYSETECHNIEKEN Er kan nog geen gedetailleerde beschrijving van de analysetechnieken gegeven worden. Deze zullen worden uitgewerkt gedurende de onderzoeksperiode. Toe te passen technieken zullen worden besproken met interne/externe begeleiding alvorens deze worden gebruikt.
3.6 ADVISERINGSVORMEN De uiteindelijke adviezen zullen vormgegeven worden in een praktijkgids.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3. Aanpak Praktijkgids
10
4. PROJECTORGANISATIE Chantal Houwers en Mike Westerdijk zijn beiden laatstejaars Bouwkunde studenten van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen. Binnen de afstudeerrichting Organisatie hebben zij een gedeelde brede interesse ontwikkeld voor de vele aspecten welke bouwend Nederland teweeg brengt. Met het onderzoek “Woonwensen Autisme” zijn zij begonnen aan het laatste semester binnen hun studietraject en willen hiermee de titel van Ingenieur medio juni 2012 behalen.
4.1 PROJECTLEDEN Mike Westerdijk Kalverstraat 32 7311SJ Apeldoorn 06-47190953
[email protected] Chantal Houwers Heemskerckstraat 1 6828ZC Arnhem 06-48739647
[email protected]
4.2 PROJECTBEGELEIDING Binnen het project zullen er drie belangrijke partijen betrokken zijn bij de begeleiding van het afstudeer onderzoek. • Het Lectoraat ZorgGericht Bouwen • De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen • Het Dr. Leo Kannerhuis
4.2.1 LECTORAAT ZORGGERICHT BOUWEN De twee projectleden zullen actief worden begeleid door ‘Lectoraat ZorgGericht Bouwen’. Lector
Mr. Tom Vroon Ruitenberglaan 26 Lokaal F3.10 6826CC Arnhem (026) 365 83 87
[email protected]
Projectleider
Ir. Martin Bouwman Ruitenberglaan 26 Lokaal F3.12 6826CC Arnhem (026) 365 83 87
[email protected] Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 4. Projectorganisatie
11
4.2.2 HOGESCHOOL VAN ARNHEM EN NIJMEGEN Vanuit de studierichting Bouwkunde zal de projectgroep door drie docenten worden ondersteund. Jaap Kerstma heeft de taak het globale Plan van Aanpak goed te keuren, en tevens hier de projectgroep in te begeleiden. Ir. Jaap Kerstma Ruitenberglaan 26 Lokaal F0.05 6826CC Arnhem (026) 365 81 38
[email protected] Leo van der Kooij en Eric Schilp begeleiden de studenten op bouwkundig gebied. 1ste begeleider Ir. Leo van der Kooij Ruitenberglaan 26 Lokaal F2.12 6826CC Arnhem (026) 365 83 83
[email protected] 2de begeleider Ir. Martin Bouwman Ruitenberglaan 26 Lokaal F3.12 6826CC Arnhem (026) 365 83 87
[email protected]
4.2.3 DR. LEO KANNERHUIS De vierde partij die de groep voorziet van kennis, contacten en mogelijk aanvullende opdracht is het Dr. Leo Kannerhuis. Dr. Leo Kannerhuis Drs. E.A.J.M. (Egbert) Reijnen Postbus 62 6865ZH Doorwerth (026) 333 30 37
[email protected]
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 4. Projectorganisatie
12
4.3 PROJECTVOORWAARDEN De bevoegdheden binnen de projectgroep zijn gelijk verdeeld, ofwel beide teamleden hebben zelfde rechten en plichten. Belangrijkste plicht van de projectleden is volledige inzet en actieve deelname om het project tot succes te brengen. Beide leden zullen tijdens het project 40 uur per week beschikbaar moeten zijn, en dienen 840 werkuren in het project te stoppen. Beide leden hebben de plicht zichzelf te kunnen verantwoorden aan de anderen wanneer dit wordt gevraagd. Om verwarring te voorkomen zal er tijdens externe gesprekken één lid fungeren als notulist, en één als spreker. In bijlage 3 is een kwaliteitsformulier weergegeven om gemaakte producten te controleren op kwaliteit, deze dient tevens om de werkinzet en niveau van de projectleden te bewaken. De formulieren zullen worden gearchiveerd tijdens het project om evaluatie mogelijk te maken. Tenslotte zal er een vast moment in de week worden ingelast om de projectvoortgang te bespreken en mogelijke knelpunten aan te kaarten. Dit punt dient tevens om beslissingen te forceren, in bijlage 4 is een lijst weergegeven waar deze beslissingen worden genoteerd. Voor de beoordeling van de integrale toets afstuderen, zal protocol B worden toegepast.
4.4 KWALITEITSBEWAKING Het proces zal worden onderworpen aan een aantal kwaliteit bewakingsmethoden: • Gemaakte documenten worden door ander groepslid gecontroleerd middels het kwaliteitsformulier in bijlage 3; • Urenregistratie wordt bijgehouden in een centraal bestand. Dit bestand zal door beide leden toegankelijk zijn via de digitale mogelijkheid van online opslag (Dropbox); • Tussenbeoordeling eerste week maart 2012 ; • Tussenpresentatie 11 april 2012; • Beslismomenten forceren in wekelijkse vergadering, formulier is weergegeven in bijlage 4; • Notulen en beslismomentenlijst wekelijks updaten; • De opgemaakte planning wordt bijgehouden en bijgestuurd waar nodig; • Er is op de afstudeerplek een gezamenlijke agenda aanwezig om overzicht te bewaren en afspraken in te plannen; • Alle producten worden in standaard format gemaakt (te vinden in gezamenlijke dropbox).
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 4. Projectorganisatie
13
5. PLANNING Om het afstudeerproject op een efficiënte manier uit te voeren wordt er gewerkt met een tijdsplanning. Tevens wordt er vastgesteld wat de concreet op te leveren producten zijn en wat de verwachtingen hiervan zijn.
5.1 OVERZICHT OP TE LEVEREN PRODUCTEN IN RELATIE TOT HET COMPETENTIEPROFIELBOUWKUNDE Om het afstudeeronderzoek aan het vereiste competentieniveau te laten voldoen, is er een competentie profiel opgemaakt. Dit overzicht is gebaseerd op het competentieprofiel Bouwkunde 2010/2012 (versie 6, 3 september 2010). Het overzicht geeft weer welke competenties op nivo 3 zullen worden gebracht en op welke wijze. Bijlage 2 geeft het competentie overzicht weer.
5.2 WORK BREAKDOWN STRUCTURE
5.3 TIJDSPLANNING In Bijlage 5 kunt u de procesplanning terug vinden.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 5. Planning
14
BIJLAGEN Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6:
Bevindingen eerste gesprekken Competentie overzicht Kwaliteitscontrole Producten Beslismomenten Planning Literatuurlijst
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlagen
15
BIJLAGE 1 BEVINDINGEN EERSTE GESPREKKEN NOTULEN LECTORAAT ZORGGERICHT BOUWEN Nummer:
20120109
Datum:
09-01- 2012
Tijd:
13.00 uur
Locatie:
Ruitenberglaan 26, F310
Aanwezige projectleden:
Mike Westerdijk, Chantal Houwers
Externe Organisatie:
Lectoraat ZorgGericht Bouwen
Gesproken met:
Tom Vroon, Dort Spierings en Martin Bouwman.
Onderwerp:
Inhoudelijke afstemming woonwensen autisme
INTRODUCTIE • • •
Tom Vroon heet allen hartelijk welkom en opent het gesprek om 13.00 uur; Introductie door alle partijen; Toelichting visie en activiteiten Lectoraat.
BESPREKEN A4 PROJECTVOORSTEL (ZIE VOLGENDE PAGINA’S) • •
Aandachtspunt voor competentieprofiel; Literatuurstudie mag basis zijn voor hoofdonderzoek.
BRONVERSTREKKING • •
Kenniscentrum Aedes-Actiz raadplegen; Gesprek Kannerhuis gewenst, samenwerkingsmogelijkheden onderzoeken, Dort zoekt contact.
AFSPRAKEN • • •
Start afstuderen 30 januari 2012; Gesprek Leo Kannerhuis inplannen, datum volgt per mail; Martin Bouwman wordt projectleider vanuit Lectoraat ZGB.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage 1 Bevindingen eerste gesprekken
16
BIJLAGE 1.1: AFSTUDEER VOORSTEL In deze bijlage is het A4tje Afstudeervoorstel verder uitgewerkt tot een globale indeling van het project met de bijbehorende op te leveren producten en planning.
GROEPSLEDEN Student 1: Studentnummer: Afstudeerrichting: Telefoon: E-mail:
Mike Westerdijk 452446 Organisatie 0647190953
[email protected]
Student 2: Studentnummer: Afstudeerrichting: Telefoon: E-mail:
Chantal Houwers 439670 Organisatie 0648739647
[email protected]
VOORSTEL AFSTUDEREN Woonwensen van mensen met autistische spectrum stoornis. VERDERE OMSCHRIJVING Verdieping in de diverse vormen en soorten van autisme, onderzoek welke eisen en behoeften de diverse groepen binnen dit spectrum hebben betreffende huisvesting. Uit deze gegevens zullen we hierna één groep kiezen waarvoor we de praktische handvatten zullen vastleggen in een praktijkgids. Er zal nauwe samenwerking plaats vinden met de faculteit GGM en met het Leo Kannerhuis om het eindproduct aan marktconforme eisen en huidige regelgeving te laten voldoen. BEGELEIDERS Lector: Projectleider: 1e Begeleider: 2e Begeleider:
Tom Vroon Martin Bouwman Leo van der Kooij Eric Schilp
LITERATUURSTUDIE Week 1-4, Aanvang 30 januari 2012. • Onderzoek naar vormen binnen Autistische Spectrum Stoornissen (ASS) 1. Autistische stoornis (klassiek/ syndroom Kanner) Hoog functionerend Autisme 2. Syndroom van Asperger 3. Pervasieve ontwikkelingsstoornis, niet anders omschreven (PPD NOS), Meervoudig complexe ontwikkelingsstoornis (McDD) en Atypisch Autisme 4. En eventuele andere aanverwanten (nog te onderzoeken)
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage 1.1: Afstudeer voorstel
17
• • • • •
Onderzoek naar kenmerken van alle vormen, welke zijn uniform en welke divers per groep. In welke gevallen lijdt dit tot een afwijkende woonvorm Lijden deze verschillen tot meerdere benodigde alternatieven? Wat is de hoogte van het begeleidingsniveau per categorie. Bepaling voor in/uit sluiting van verstandelijke beperking onderzoek in literatuur, niet insluiten tenzij er grote behoefte naar is (vanuit literatuur/Kannerhuis).
LITERATUUR BRONNEN Leo Kannerhuis Work-homes Deventer Kenniscentrum Aedes-Actiz studie naar woonwensen
PLAN VAN AANPAK Week 1 Opzet maken (a.d.h.v. Projectmanagement boek) • Hoofdvraag/ deelvragen • Afbakenen projectgrenzen • Methodiek • Planning Week 5 Definitief maken aan de hand van: • Behoeften Leo Kannerhuis • Bevindingen Literatuurstudie
HOOFDONDERZOEK Week 5-15 Hoofdvraag: Wat zijn de afwijkende woonwensen van mensen met ASS? Studies: 1. Materialen • Kleuren • Structuur • Glans 2. Vormgebruik 3. Indeling (Herhaling?) 4. Hoogteverschillen 5. Functies in huisvesting • Creativiteit, Sport/beweging • Buitenruimte, tuin/balkon/bos/meer etc • Prikkelvrije kamer? 6. Locatie van woonruimten, dichtbij werk- en leerruimten / zorgboerderij, binnen/buiten centrum 7. Veiligheidsaspecten 8. Kosten 9. Samenvoegen tot praktijkgids en ontwerp (varianten)
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage 1.1: Afstudeer voorstel
18
AFRONDING Procesverslag en samenvoegen: week 16-17 Inleveren Hoofdverslag met bijlagen: week 17
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage 1.1: Afstudeer voorstel
19
NOTULEN LEO KANNERHUIS Nummer:
20120118
Datum:
18-01-2012
Tijd:
09.30
Locatie:
Doorwerth
Aanwezige projectleden:
Mike Westerdijk, Chantal Houwers, Martin Bouwman, Tom Vroon
Externe Organisatie:
Leo Kannerhuis
Gesproken met:
Egbert Reijnen
Onderwerp:
Samenwerkingsmogelijkheden
INTRODUCTIE • • •
Tom Vroon opent het gesprek met een hartelijk welkom om 09.45; Korte persoonlijke introductie door alle aanwezigen; Toelichting werkveld, visie en ontstaan Dr. Leo Kannerhuis.
PROBLEEMSTELLING EN BEVINDINGEN VANUIT DR. LEO KANNERHUIS: • • • •
• •
Zelfstandigheid van autisten op dit moment niet optimaal benut wordt; Leefgebied in instellingen in groepen van 8-10, is niet vergelijkbaar met moderne gezinsgrootte; Omgeving van cliënten is vaak niet op wensen van cliënt afgestemd, hierbij te denken aan rumoer, snelheden, sterke individualisering en andere “prikkelveroorzakers”; Domotica kan wellicht bijdragen in zaken als persoonlijke hygiëne, zelfstandig voortbewegen in supermarkt of eigen woonruimte, ontwikkelen zekerheid van zichzelf, motorische en intelligentie ontwikkeling; Instelling van werkgevers tegenover werknemers met autisme dient te veranderen; Ontwikkelingen van woonruimten, voorzieningen en overige activiteiten dienen naar hulpvraag worden afgestemd, echter zijn huidige gezinssituaties hier niet op ingesteld en is aanvullende ondersteuning benodigd.
BRONVERSTREKKING • • • • •
Nota, convenant autisme paragraaf wonen; Work homes in Oosterbeek, Jan Pieter Teunissen; Jeroen van Rooij, architect; Literatuur: Samen verder met Autisme; Agenda Dr. Leo Kannerhuis.
AFSPRAKEN •
Contactgegevens uitgewisseld en vervolgafspraak volgt met schrijvers publicatie, nadere bekendmaking datum. Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage 1.1: Afstudeer voorstel
20
* 1. Plan van Aanpak 2. Literatuurstudie 3. Praktijkgids 4. Procesverslag
Competentie 1. Ontwikkelen project definitie
Niveau Projectfase * 3 1 2,3 2,3 1,2,3,4 2. Alternatieven en varianten opstellen 2 n.v.t. 3. Bestek en indieningsgereed maken project informatie 3 3 2,3 ? Beroepsspecifieke 4. Contractvorm 2 n.v.t. opleidingscompetenties 5. Voorbereiding van de realisatie 3 1,2,3,4 6. Handhaven, bewaken en bijsturen 3 1,2,3,4 1,2,3,4 7. Evalueren en terugkoppelen van de projectgegevens 3 1,2,3,4 2,3 1,2,3 4 8. Beheer van gebouwen 3 13. Planmatig en projectmatig werken 3 1 2,3 14. Multi discplinair samenwerken 3 1,2,3,4 1,2,3,4 Algemene HBO 15. Communiceren 3 1,2,3,4 Competenties 1,2,3,4 16. Leiden/ Begeleiding geven 3 1,2,3 17. Sturen professionele ontwikkeling 3 4 3,4 1,2,3
Competentiegroep
Product omschrijving Opstellen Plan van Aanpak, procesplanning Procesplanning/sturen proces Opstellen uitgangspunten en randvoorwaarden met belangen en woonwensen van autisten vertaald tot praktijkgids. Systeemgerichtheid: Inter- en transdisciplinair samenwerken Gedurende course 9-10 en 11-12 behaald. Kostenraming per afwijkende woonbehoefte, vergelijking met "normaal". Toekomstgerichtheid: Consequentiebereik en consequentieperiode van beslissingen inschatten. Benodigde vergunningen? Gedurende course 9-10 en 11-12 behaald. Persoonlijke inzet: Met passie aan dromen en idealen werken Kwaliteitscontrole gemaakte projectwerk, bijsturen van partner. Tevreden personeelsleden, clienten en opdrachtgever Emotionele intelligentie: Eigen handelen kritisch evalueren Emotionele intelligentie: Onderscheid maken tussen feiten, vermoedens en meningen. Toekomstgerichtheid: toekomstgericht denken en anticiperen Procesverslag afstudeergroep Beheersmaatregelen om hoeveelheid onderhoud te verminderen, uitwerken in technische specificaties Plan van Aanpak, Projectplan Toekomstgerichtheid: Niet lineaire processen herkennen en begrijpen. Goede multidisciplinaire samenwerking met Lectoraat ZGB, Leo Kannerhuis, Lectoraat GGM, HAN en binnen projectteam. Emotionele intelligentie: waarden van anderen respecteren Tussen- en eindpresentaties, Procesverslag. Emotionele intelligentie: luisteren naar meningen en emoties van anderen Actievaardigheid: Omgaan met onzekerheden, besluiten nemen Reflecteren, verslag sollicatiegesprek Verantwoordelijkheid: Persoonlijke verantwoording afleggen aan de samenleving Toekomstgerichtheid: Denken in verschillende tijdschalen; onderscheid maken tussen korte en lange termijn aanpak.
BIJLAGE 2 COMPETENTIEOVERZICHT
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage 2 Competentieoverzicht
21
BIJLAGE 3 KWALITEITSCONTROLE PRODUCTEN Dit document dient opgenomen te worden in de procesmap. Voor alle gemaakte producten dient deze toetsing te worden uitgevoerd.
Controle over product: De datum: Controle uitgevoerd door: Controlepunt
Voldoet
Voldoet niet
N.v.t.
Opmerkingen
Het product is in correcte Nederlandse taal opgesteld en bevat geen spelling- en grammaticale fouten. Het product is opgesteld in Candara 10, kopjes in Candara 12 bold en titels in Cambria 14 bold. (Gebruik standaard format) Het product draagt de Layout als het Plan van Aanpak. Bronvermelding middels British Harvard standaard en enkel gebruik gemaakt van betrouwbare bronnen. Het product bevat geen tegenstrijdigheden i.r.m. andere producten. Kanttekeningen van begeleiders en experts zijn verwerkt in het definitieve product.
Opmerkingen: …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
GOEDGEKEURD
AFGEKEURD
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage 3 Kwaliteitscontrole Producten
22
BIJLAGE 4 BESLISMOMENTEN Onderstaande lijst geeft de gemaakte beslissingen weer tijdens het afstudeerproject. Van belang is dat er duidelijk omschreven word waarom een beslissing is genomen. Datum
Welke beslissing
Argumentatie beslissing
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage 4 Beslismomenten
23
BIJLAGE 5 PLANNING Op de volgende pagina treft u de opgevouwen procesplanning.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage 5 Planning
24
BIJLAGE 6 LITERATUURLIJST Auteur, titel, druk, plaats, uitgever, jaar v uitgave, pagina’s of hoofdstuk Literatuur Flip Schrameijer, 2011, Samen verder met autisme, Meer weten- meer kunnen- meer doen!, Doorwerth, Outhuis en Kemperman. Roel Grit, 2008, Project management, Houten, Wolters-Noordhoff Groningen.
Syllabus Gerrit Averesch, 03-09-2010, Competentieprofiel bouwkunde, 51 pagina’s. Hogeschool Arnhem Nijmegen, november 2010, Reglement afstuderen, 8pagina’s & 5 bijlagen.
Digitale databanken HAN, (2012), Visie Lectoraat, gevonden op 26-januari-2012 op het internet http://www.han.nl/onderzoek/kennismaken/technologie-en-samenleving/lectoraat/zorggerichtbouwen/ HAN, (2012), Afstudeer reglement en documenten, Gevonden in januari/februari op het internet www.han.nl/insite/BCT
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage 6 Literatuurlijst
25
ID
Task Name
Duration
1
Afstudeerproject "Woonwensen voor autisten"
115,75 days
2
Voorstel Afstudeeronderzoek
4 hrs
3
Gesprek Lectoraat
4 hrs
4
Vergaderingen Vergadering 1
3 hrs
6
Vergadering 2
3 hrs
7
Vergadering 3
3 hrs
8
Vergadering 4
3 hrs
9
Vergadering 5
3 hrs
10
Vergadering 6
3 hrs
11
Vergadering 7
3 hrs
12
Vergadering 8
3 hrs
13
Vergadering 9
3 hrs
14
Vergadering 10
3 hrs
15
Vergadering 11
3 hrs
16
Vergadering 12
3 hrs
17
Vergadering 13
3 hrs
18
Vergadering 14
3 hrs
19
Vergadering 15
3 hrs
20
Vergadering 16
3 hrs
21
Vergadering 17
3 hrs
Vitrivius lezingen en overige activiteiten
S
S
23 Jan '12 M T W T
Zorg(ontwikkeling)
24
Onderzoeksworkshop
4 hrs
25
Trends in de zorg
2 hrs
26
Onderzoeksworkshop
2 hrs
27
Zorgvastgoed+bezoek Meridiaan
2 hrs
28
Workshop Mindmapping
4 hrs
29
Excursie Utrecht
8 hrs
30
Eindpresentaties verleging
8 hrs
31
Domus Domotica
2 hrs
32
Kracht van Autisme @ Nijmegen
8 hrs
33
Dementie
2 hrs
34
Tussenpresentatie
8 hrs
35
Workshop Rapporteren
4 hrs
36
Excursie
37
Workshop voorzieningenspel
4 hrs
38
Operatiekamers
2 hrs
39
Toegevoegde waarde architectuur zorg
2 hrs
40
Beschadigde brein
2 hrs 4 hrs
43
Ontwikkelen Projectdefinities
4 hrs
44
Opstellen Planning
8 hrs
45
Bepalen te behalen Competenties en project
4 hrs
46
Herformuleren Plan van Aanpak
8 hrs
47
Inleveren PvA bij Jaap Kerstma
2 hrs
48
Feedback verwerken
49
Definitief inlevermoment PvA
50
Literatuurstudie
F
S
S
5
6 Feb '12 M T W T
F
S
S
13 Feb '12 M T W T
F
S
S
20 Feb '12 M T W T
F
S
S
27 Feb '12 M T W T
F
S
S
5 Mar '12 M T W T
F
S
S
12 Mar '12 M T W T
F
S
S
19 Mar '12 M T W T
F
S
S
26 Mar '12 M T W T
F
S
S
2 Apr '12 M T W T
F
S
S
9 Apr '12 M T W T
F
S
S
16 Apr '12 M T W T
23
24
25
26
27
28
29
31
De woning
32
34
69
Vloer
1 day
70
Wand
71
Gevelopeningen
41
Plan van Aanpak 43
Ontwikkelen Projectdefinities
44
Opstellen Planning 45
Bepalen te behalen Competenties en project
46
Herformuleren Plan van Aanpak 2-2
Inleveren PvA bij Jaap Kerstma 48
Feedback verwerken 27-2
Definitief inlevermoment PvA
50 51
Literatuurstudie Onderzoek deelvraag 1: Vormen binnen autisme 52
Onderzoek deelvraag 2: Aard van de problematiek 53
Onderzoek deelvraag 3: Afwijkende kenmerken binnen ASS wat leidt tot afwijkende woonvormen 100%
Analyseren bevindingen 55
Conclusie 56
Controle met projectleider 16-4
Tussenbeoordeling met begeleiders HAN Praktijkgids
Algemeen
60
Inhoud bepalen
63
De omgeving
64
Locatie 65
Huisvestingsvorm 66
Buitenruimte
67
De woning 68
Dak 69
Vloer 70
71
Wand
Gevelopeningen 72
Deuren
0,5 days 0,5 days
74
Installatie technisch
2 days
74
75
Ruimte en indeling
1 day
75
1 day
80
Wand
1 day
81
Vensterbanken
0,5 days
82
Prikkelvrije kamer
0,5 days
Interieur Zonwering
85
Interieur
1 day
86
Keuken
0,5 days
87
Accessoires
0,5 days
88
Huishoudelijke apparaten
0,5 days
Controle schrijfwijze en spelling
4 days
91
Bevindingen literatuurstudie
3 days
92
Register schrijven
2 days
93
Samenvatting
94
Samenvatting Engels Notulen Invoegen
4 hrs
Reflecties Schrijven
1 day
98
Beslismomenten overzicht Invoegen
4 hrs
99
Planning met standlijnen Invoegen
4 hrs
100
Inleveren eindverslag
4 hrs
Presentatie Presentatie Brainstorm
2 days
103
Opzet Presentatie
2 days
104
Oefenen Presentatie (op ZGB)
2 days
105
Eindpresentatie
Project: Planning Date: Wed 18-4-12
83
Prikkelvrije kamer Interieur
84
Zonwering 85
Interieur 86
Keuken 87
Accessoires 88
Huishoudelijke apparaten
89
Afronding 90
Controle schrijfwijze en spelling 91
Bevindingen literatuurstudie 92
93
Register schrijven
Samenvatting 94
Samenvatting Engels 95 96
Procesverslag Notulen Invoegen 97
Reflecties Schrijven 98
Beslismomenten overzicht Invoegen 99
Planning met standlijnen Invoegen 22-5
Inleveren eindverslag
101
8,5 days
102
Vensterbanken 82
21,25 days
97
Wand 81
0,5 days
96
Vloer 80
1 day
Procesverslag
Afwerking Plafond 79
31,5 days
90
Prikkelvrije kamer 78
1 day
Afronding
Installatie technisch Ruimte en indeling 77
3,5 days
84
Hang en Sluitwerk
76
4 days 1 day
101
73
0,5 days
Vloer
Beschadigde brein
Opstellen Plan van Aanpak
Hang en Sluitwerk
Plafond
Toegevoegde waarde architectuur zorg 40
Deuren
79
Operatiekamers 39
2 days
78
Workshop voorzieningenspel 38
72
Prikkelvrije kamer
Excursie 37
1 day
Afwerking
Vergadering 17
Workshop Rapporteren 36
73
76
Vergadering 16
Tussenpresentatie 35
7,5 days 1 day
Vergadering 15
Dementie
Praktische handvatten
Dak
Vergadering 14
Kracht van Autisme @ Nijmegen 33
Handleiding
68
4 Jun '12 M T W T F Afstudeerproj
Domus Domotica
62
1 day
S
Eindpresentaties verleging
61
1 day
S
Excursie Utrecht 30
42
F
Workshop Mindmapping
3 days
Buitenruimte
28 May '12 M T W T
Vergadering 13
11 days
Huisvestingsvorm
S
Zorgvastgoed+bezoek Meridiaan
59
66
S
Onderzoeksworkshop
58
65
F
Trends in de zorg
3 days
1 day
21 May '12 M T W T
Onderzoeksworkshop
21,5 days
3 days
S
Zorg(ontwikkeling)
4 hrs
Locatie
S
Vitrivius lezingen en overige activiteiten
1 day
De omgeving
F
21
Controle met projectleider
64
14 May '12 M T W T
22
56
63
S
20
2 days
11 days
S
19
Conclusie
Praktische handvatten
F
Vergadering 12 18
55
62
7 May '12 M T W T
Vergadering 11 17
3 days
Inhoud bepalen
S
Vergadering 10 16
Analyseren bevindingen
Handleiding
S
Vergadering 9 15
54
Algemeen
F
Vergadering 8 14
Onderzoek deelvraag 3: Afwijkende kenmerken binnen 5 days ASS wat leidt tot afwijkende woonvormen
Praktijkgids
30 Apr '12 M T W T
Vergadering 7 13
2 hrs
58
S
Vergadering 6 12
21 days
Tussenbeoordeling met begeleiders HAN
S
Vergadering 5 11
2 days
57
F
Vergadering 4 10
Onderzoek deelvraag 2: Aard van de problematiek5 days
95
23 Apr '12 M T W T
Vergadering 3 9
53
89
S
Vergadering 2 8
52
83
S
Vergadering 1 7
Onderzoek deelvraag 1: Vormen binnen autisme 5 days
77
F
Vergaderingen 6
51
67
30 Jan '12 M T W T
4
13,25 days
Opstellen Plan van Aanpak
61
S
2 days
Plan van Aanpak
60
S
0,25 days
42
59
F
48,13 days
23
41
F
48,25 days
5
22
16 Jan '12 M T W T
Presentatie
102
Presentatie Brainstorm 103
Opzet Presentatie 104
Oefenen Presentatie (op 4-6
4 hrs
Critical
Critical Progress
Split
Baseline
Baseline Milestone
Summary Progress
Project Summary
External Milestone
Critical Split
Task
Task Progress
Baseline Split
Milestone
Summary
External Tasks
Deadline
Page 1
Eindpresentat
SAMENVATTING ‘Woonwensen voor autisten’ is het afstudeeronderzoek van het tweekoppige afstudeergenootschap Chantal Houwers en Mike Westerdijk. Zij verdiepten zich tijdens dit onderzoek in de woonwensen voor personen met autisme. Vanuit het lectoraat ZorgGericht Bouwen (ZGB) was er de vraag om de woonwensen te vertalen tot praktische handvatten en deze bouwkundig te onderbouwen. Het ZGB is onderdeel van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, en houdt zich sinds 2008 bezig met “Het aanleren van een gebruikersgerichte aanpak aan alle technici die opgeleid zijn via de HAN faculteit Techniek binnen een zorg en techniek gerelateerde context”. Na kennismaking en introductie met het Dr. Leo Kannerhuis, centrum voor autisme, werd er een planning opgesteld. De planning van het onderzoek diende als leidraad te worden gebruikt om het proces te bewaken. De afstudeerders hadden voor zij begonnen aan het onderzoek een geringe hoeveelheid inhoudelijke kennis over Autisme Spectrum Stoornissen (ASS) . Om een gefundeerd antwoord op de onderzoeksvraag te formuleren, was het noodzakelijk om een goed beeld te hebben van de doelgroep. Uiteindelijk werd bepaald dat de literatuurstudie inzicht zou geven in: Het vormen van kennis omtrent autisme, het bepalen van de doelgroep en het definiëren van de hoofdvraag voor de praktijkgids. Het uitgangspunt voorafgaande aan de literatuurstudie was dat er één specifieke doelgroep binnen de ASS te definiëren zou zijn, waarbij de woonwens voor ieder gelijk is. Echter bleek dat elk individuele persoon met een vorm van ASS prikkels anders ervaart, waardoor het woonwensenpakket verschilt. Deze grote diversiteit heeft een universeel Programma van Eisen (PvE) onmogelijk gemaakt. Het product dat volgde uit de literatuurstudie was een overzicht van vrijwel alle mogelijke prikkels voor personen met ASS. Deze lijst heeft de basis gevormd voor de praktijkgids. In de praktijkgids zijn oplossingen geboden voor het brede scala aan mogelijke prikkels die in en om de woning worden ervaren. Het doel hiervan is om het beperkende effect van de storende prikkels dermate te reduceren dat de zelfredzaamheid wordt vergroot. De doelgroep betreft personen met ASS van normale verstandelijke niveaus, wat ongeveer 85% van alle geïndiceerden betreft. Primair is de gids geschreven voor ouders, verzorgers, begeleiders van en personen met ASS welke zelfstandig of onder begeleiding wonen. De secundaire doelgroep omvat de belangstellenden vanuit de bouwsector. De woonwensen zijn vertaald tot praktische handvatten, geselecteerd op basis van prikkelreductie, onderhoudsintensiteit, uitvoeringsgemak en financiële gevolgen. Middels het register, dat achterin de gids is opgenomen, wordt de lezer geleid naar passende oplossingen. Of het nu gaat om leidraden voor dimensioneren gedurende het ontwerpproces, selectiecriteria tijdens de zoektocht naar een passende woonruimte of de handvatten die nodig zijn tijdens een verbouwing of kleine aanpassing. De gids zal bijdragen aan het beperken van storende omgevingsinvloeden waardoor zelfredzaamheid en leefcomfort word verbeterd. Door de noodzaak van individuele benodigdheden is het gebruik van de term ‘woonwens’ ontstaan. Deze term wordt binnen de technische wereld normaliter niet gezien als maatstaf, echter wordt deze in de zorg wel toegepast. Na individuele afweging evenaren de specifieke woonwensen het totale eisenpakket voor die persoon. Binnen dit onderzoek zijn een viertal eindproducten opgeleverd, te weten: het onderzoeksverslag met daarin de praktijkgids, literatuurstudie en het procesverslag.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Samenvatting
7
SUMMARY ‘Establishment preferences for people with ASD’ is the graduation paper of the two students Chantal Houwers and Mike Westerdijk. They have done research after the establishment preferences of persons who have ASD. In order of the “lectoraat ZorgGericht Bouwen (ZGB)” they developed a way to transform the preferences into practical resources and to ground them architecturally. The ZGB is a part of the University of Arnhem and Nijmegen. The university has been busy since 2008 with teaching technicians, who have been educated at the Technical faculty of the HAN, a user-friendly method of working within an care and technical related context. After meeting with and getting introduced to the Dr. Leo Kannerhuis, centre for ASD, a time schedule has been developed. This schedule helped to monitor the process of the research. At the start of the research the students nearly possessed knowledge about ASD. However, to define a grounded answer to the research question, it was inevitable to create a complete image of the target group. The study of literature had to create knowledge about ASD, to identify the target group and to define the main question of the manual. The basis of the literature study was that there is to define one specific target group within ASD and that the establishment preferences were equally for everyone. Though, it appeared that every individual with ASD experiences impulses differently. This makes the preferences also variable. This diversity made it impossible to develop a universal list of requirements. The product that came out of the study of literature was an overview of almost every possible impulse for a person with ASD. This overview became the basis of the manual. The manual gives solutions to the whole spectrum of impulses that can be experienced in and around a house. The goal of the manual is to reduce the restrictive effect of the unpleasant impulses. This will lead to a higher independence. The target group is people with ASD with a regular intellectual level. This is about 85% of all indicates. On first hand the manual is developed for parents, caretakers and mentors of people with ASD, who live independently or accompanied. Secondly, the manual is available for interested parties that are related to construction. The establishment preferences are translated to practical resources, selected by reduction of impulses, intensity of maintenance, easiness of implementation and financial consequences. The register at the end of the manual leads the reader to proper solutions. Whether information is needed about dimension during the concept process, criteria for choosing a proper living or practical resources during a rebuilding or small adjustment, it will be given. The manual contributes to reducing unpleasant environmental influences, which leads to a higher level of independence and more comfort. By the necessity for individual requirements, the term ‘establishment preference’ occurred. This term normally is not a good measure within the technical world. However it is appropriate in care. After individual consideration the specific preferences equalise the complete package of requirements for one specific person. The research brought in four products: The research report with the manual, the study of literature and the process report.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Summary
8
CONCLUSIE In het Plan van Aanpak zijn de hoofdvraag van het onderzoek, ofwel onderzoeksvraag, als de deelvragen voor het theoretisch vooronderzoek opgesteld. Deze deelvragen dienden inzicht te verstrekken in de doelgroep waarna een keuze voor één doelgroep van de praktijkgids mogelijk zou zijn. Antwoorden op de deelvragen zijn te gegeven in de conclusie van de literatuurstudie. Onderstaand is de onderzoeksvraag beantwoord met hierin de essentie van zowel hoofd- als deelvragen. Onderzoeksvraag Aan welke voorwaarden dient een woonruimte van een persoon met ASS te voldoen om zijn of haar mate van zelfstandigheid te kunnen vergroten? Binnen dit onderzoek is middels een literatuurstudie aangetoond dat het definiëren van één programma van eisen niet mogelijk is. Voor aanvang van dit onderzoek werd de hypothese gesteld dat er één groep binnen de doelgroep, de Autistisch Spectrum Stoornissen (ASS), gevormd kon worden welke overeenkomende voorwaarden zouden stellen aan hun woonruimte. Echter is na verdiepende onderzoeken in de beschikbare literatuur gebleken dat dit niet het geval is. Individuele gradaties van de diverse prikkels veroorzaken verschillende woonwensen, waardoor één ideale situatie niet bestaat. Ook niet voor één van de vormen binnen ASS. Hierdoor is de noodzaak ontstaan om een middel te ontwikkelen waarmee het mogelijk wordt voor iedere individueel persoon met ASS om zijn eigen woonwensen pakket samen te stellen op basis van de storende prikkels die worden ervaren. In de praktijkgids is een breed scala aan oplossingen gegeven voor de grote diversiteit aan woonwensen. Door middel van het register is het mogelijk geworden om voor iedere individu met ASS oplossingen te vinden voor zijn of haar storende omgevingsinvloeden. Hierdoor worden beperkende effecten van de storende prikkels gereduceerd en zal de zelfredzaamheid worden vergroot. De praktijkgids is een nieuw concept waardoor vanaf heden efficiënter kan worden gezocht naar passende oplossingen voor personen met ASS. In de Nabeschouwing zullen aanbevelingen worden gedaan om verdere ontwikkeling van dit middel mogelijk te maken.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Conclusie
9
NABESCHOUWING Afsluitend worden een aantal aanbevelingen gedaan voor toekomstige onderzoeken. Hierdoor w0rdt het bereik van woonwensen voor mensen met ASS concreter en breder gespecificeerd. Het resultaat dient bij te dragen aan het streven om de individuele mate van zelfstandigheid te vergroten. • voorgaande woonwens onderzoeken zijn veelal gebaseerd op een beperkt aantal ondervraagden, kwalitatieve onderzoeken. Conclusies bestaan uit gesignaleerde problemen en woonwensen. Met welke mate de zelfstandigheid wordt vergroot is nog niet onderzocht. Geadviseerd wordt om dit wetenschappelijk te onderzoeken. Een kanttekening is, dat er door de studenten van dit onderzoek wordt verwacht dat de sterke differentiatie per individu mogelijk leidt tot beperkingen in het onderzoek; • domotica, ook wel huisautomatisering genoemd, heeft zich binnen de ouderenzorg bewezen als praktisch hulpmiddel. Deze integratie van technologie en diensten kunnen kwaliteit van wonen en leven verbeteren. Er wordt geadviseerd om toepassingsmogelijkheden voor de woonruimte van mensen met ASS te onderzoeken; • bewust bouwen voor de gebruikers is een van de kernpunten van Healing Environment. In deze gids zijn de omgevingsinvloeden geïnterpreteerd om het welbevinden van de gebruiker te bevorderen, door negatieve effecten te reduceren. Hier is echter geen rekening gehouden met de overige aspecten van het Healing Environment principe. Geadviseerd wordt om te onderzoeken of keuzes voor bepaalde omgevingsfactoren het fysieke, mentale en sociale welbevinden kunnen stimuleren.
Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Nabeschouwing
10