Werkverslag 2011 – 2012 Aan het einde van het seizoen maak ik de balans op. Dat is vaste routine geworden. Dit maal schrijf ik voor de tiende keer het werkverslag als predikant van de wijkgemeente AssenNoord. Toen we tien jaar geleden naar Assen kwamen, had ik niet verwacht er nu nog predikant te zijn. Gelukkig kan ik zeggen dat ik met veel plezier mijn werk in de wijkgemeente en in het geheel van de protestantse gemeente van Assen doe. Nog steeds zie ik genoeg uitdagingen en heb ik niet het idee in Assen ‘uitgewerkt’ te zijn. Dit verslag is geschreven voor kerkenraadsleden, gemeenteleden, collega’s en anderen die betrokken zijn bij mijn werk als predikant. Als verantwoording van mijn werkzaamheden en tijdsbesteding, al kan ik wat dat laatste betreft geen nauwkeurige informatie geven, simpelweg omdat ik dat niet bijhoud. Er is een hardnekkig beeld dat dominees altijd druk zijn. Zelf ervaar ik dat gelukkig niet zo. Ik zeg er desgevraagd altijd wel bij, dat ik mij nooit verveel… VIEREN In september is gevierd dat de Opstandingskerk 20 jaar bestaat. Ter gelegenheid van het lustrum en om bij te dragen aan de sponsoractie, heb ik in de zomer een fietstocht langs 20 Opstandingskerken gemaakt. Een bijzonder leuke ervaring, waarover ik een apart verslag heb geschreven. In Kerkinformatie, het landelijk orgaan van de PKN, is daar in het aprilnummer aandacht aan besteed. Voor mij persoonlijk was de Kerstviering in de jeugdgevangenis te Veenhuizen een bijzondere ervaring. Ik was gevraagd om daar een kerstverhaal te vertellen. In de Stille Week zijn gezamenlijke vespers gehouden en is het Triduum gevierd met de wijkgemeente Vredeveld in het kader van de samenwerking die tussen beide wijken in gang is gezet. De voorbereiding vroeg het nodige aan overlegtijd. Het contact met collega Helène van Noord verliep zeer plezierig. De reacties op de vieringen waren positief. Op den duur gaat deze samenwerking zich ook qua tijdsinvestering terugbetalen, vermoed ik. Maar ook als dat niet zo is, is de vreugde van het samen vieren al een toegevoegde waarde. Aparte vermelding verdient de Pinksterviering, waarin vijf jonge mensen belijdenis hebben gedaan. Uiteraard een feestelijke dienst. In de periode tussen Pasen en Pinksteren hebben we ons hierop voorbereid. In de gesprekken deden ook twee oudere gemeenteleden mee. Deze formule, geleend van collega Ron Koopmans, is mij goed bevallen. Ik heb me voorgenomen om dat volgend seizoen opnieuw zo te doen. Naast de reguliere zondagsvieringen zijn er met zekere regelmaat uitvaartdiensten waar je als predikant bij betrokken bent, zowel in eigen wijkgemeente als daarbuiten. Een paar maal per jaar wordt er van buiten een beroep op je gedaan. Dat kan ook voor huwelijksvieringen gelden. Eigenlijk is er altijd wel een reden waarom ik daar ‘ja’ op zeg.
Als ik niet in de wijkgemeente voorga, ben ik doorgaans elders in Assen ingeroosterd. Op sommige vrije zondagen ben ik actief buiten Assen (‘bijklussen’) in gemeenten waarmee de afgelopen jaren een bepaalde relatie is gegroeid. Soms ook doe je ergens onbezoldigd een dienst er bij, bijvoorbeeld in Anholt, op Witterzomer, kerstwijdingen in Zuiderkerk en Slingeborgh. Ook als er zo’n vraag komt, is er altijd wel een reden waarom ik daar op inga. Dit seizoen ben ik actief betrokken geweest bij het project Zin in Zondag. Dit initiatief van de protestantse gemeenteAssenis bedoeld om mensen te bereiken die wel geïnteresseerd zijn in zingeving en verdieping, maar dat niet meer zoeken / vinden in de gewone kerkdienst. Vijf keer is een bijeenkomst gehouden op zondagmorgen, in de Zuiderkerk (één keer in Grandcafé Liff). Ik was betrokken bij de projectgroep die de verschillende bijeenkomsten heeft voorbereid en zelf een drietal keer actief als gespreksleider. De laatste bijeenkomst met Hella van der Wijst (KRO-De Wandeling) was een hoogtepunt. Zin in Zondag is een project dat een nieuwe vorm van kerkelijke presentie op zondagmorgen beproeft. Net als andere collega’s in Assen, denk ik dat we meer ruimte zouden moeten maken voor dergelijke alternatieve vormen. Misschien dat de samenwerking met de wijk Vredeveld, waarbij we op termijn als één wijkgemeente over twee vierplekken beschikken, gelegenheid daarvoor biedt. DELEN In het pastoraat deel je lief en leed met mensen. Als predikant ben je met verschillende mensen in contact. In de regel is er een aanleiding voor mijzelf of een verzoek van een ander, de betrokkenen zelf of vanuit het wijkteam. De meeste contacten hebben een ‘hulpverleningskarakter’. Dat betekent dat er een concrete aanleiding is, bv. ziekte of overlijden. Er is een periode van min of meer intensief contact, die op een gegeven moment weer wordt afgebouwd. Meestal gaat dat afbouwen geleidelijk. Het is niet mijn gewoonte om dit expliciet te maken, zoals bij andere hulpverleners. Dat komt ook door de eigen aard van het pastoraal contact: je bezoekt mensen thuis, zonder tijdsdruk, zonder dat mensen daarvoor een rekening krijgen, enz. Een deel van de pastorale contacten bestaat uit het bezoeken van mensen met wie een blijvende relatie is opgebouwd en die het op prijs stellen om van tijd tot tijd de dominee op bezoek te hebben. Bij steeds meer mensen is dat verwachtingspatroon van het geregelde domineesbezoek aan het verdwijnen, is mijn indruk. Bij mij zelf bemerk ik in de afgelopen jaren een geleidelijke afname van het aantal afgelegde bezoeken. Dat kan natuurlijk ook door nalatigheid van mijn kant komen, of door een verschuiving naar andere activiteiten? Als dat zo is, hoor ik het graag.
In de Peelerhof ben ik betrokken bij een aantal middagen, waarvan twee met avondmaalsviering. Voor de ouderenmiddag in de Opstandingskerk hield ik een inleiding over het nieuwe liedboek. Een niet te onderschatten aspect van het pastoraat is de ‘toevallige’ ontmoeting op straat of in de supermarkt. Niet alleen vanwege het praatje dat zo ontstaat, maar ook omdat je op die manier zichtbaar bent. Je bent als dominee toch een ‘publiek’ figuur..? De uitdaging in het pastoraat is om tegemoet te komen aan de verwachtingen van mensen (gemeenteleden) en tegelijkertijd je eigen beperkte mogelijkheden (en vaardigheden) in de gaten te houden. Gelukkig is het pastoraat geen domineeswerk alleen. Er zijn vele vrijwilligers betrokken bij het wijkwerk; er zijn verschillende manieren waarop leden onderling naar elkaar omzien en op elkaar betrokken zijn. Ik vind het belangrijk om wat het laatste betreft te zoeken naar nieuwe mogelijkheden. In dat verband noem ik graag initiatieven als de eetgroep, Kunst in de kerk en de gebedsgroep, waar anderen zich voor inzetten en ik zelf op mijn manier mij betrokken bij voel. De Nieuwjaarswandeling begint een traditie te worden. Dit jaar werd er samen gewandeld met een groep gemeenteleden uit Vredeveld. Verder werd n.a.v. een preek over Handelingen 11 (Petrus en Cornelius) het idee geboren om gemeenteleden bij elkaar te laten eten. Men kon naam en adresgegevens op een briefje schrijven, in een soeppan doen, en vervolgens aan het einde van de dienst daar weer een briefje uittrekken. Degene op het briefje dient te worden uitgenodigd. Zo nodigt iedereen iemand(en) uit en kan iedere deelnemer ook zelf een uitnodiging tegemoet zien. Een eenvoudige manier om mensen, die elkaar vaak alleen maar van gezicht kennen, nader tot elkaar te brengen. Foto’s van diverse ontmoetingen zijn te zien op onze website. (De meeste mensen vonden het een leuk idee. Ik hoorde echter van anderen, dat ze ‘blij waren dat ze er die zondag niet bij waren’ – een reactie waar ik me over verbaas…???) Dit seizoen heb ik mijn bijdrage geleverd aan de werkgroep Pastoraat. Een aantal avonden is besteed aan het met elkaar doorpraten over onderwerpen die relevant zijn voor het bezoekwerk. Boeiend om te doen, maar ook goed om het nu over te dragen aan mijn collega. Een andere manier van contact vindt plaats via de sociale media. Met sommige mensen heb ik een (soms uitgebreid) mailcontact, dat het vroegere ‘briefpastoraat’ heeft vervangen. Daarnaast ontstaan er contacten via mijn eigen website, al is dat sporadisch en vaak eenmalig. Met het onderhouden van de site ben ik bijna dagelijks bezig. Ik beschouw het als deel van mijn werk. Wat ik schrijf probeer ik vrij strikt gerelateerd aan mijn predikantschap te houden, dus geen al te persoonlijke mededelingen. Wel preken, artikelen, recensies. Voor dat laatste word ik soms gevraagd, ook voor andere sites als NieuwWij en Bruggenbouwers. Zo wordt mijn boekenkast op een goedkope manier uitgebreid met gratis recensieexemplaren! Het bezoekersaantal van mijn site stabiliseert (stagneert?) tussen de 600 en 800 bezoekers
per week. Voor het overgrote deel blijven deze bezoekers anoniem, maar dat hoort bij het medium. LEREN Aan dit onderdeel van het predikantswerk beleef ik zelf altijd veel plezier. Onder het klassieke motto ‘wie niet studeert, is niet bekeerd’ werk ik aan mijn ‘dagelijkse bekering’. Er zijn altijd wel een paar boeken onder handbereik. Veel van wat ik lees ‘verwerk’ ik door er iets over te schrijven, bv. in een blog of een recensie, of door het op een andere manier te gebruiken, dikwijls in de preek. Het gevaar is dan dat je een bepaalde aura om je heen krijgt, of dat mensen zich gaan storen aan dat vertoon van belezenheid. Ik hoop maar dat dat niet zo is, en anders dat anderen mij daar op tijd voor waarschuwen… Vorige zomer had ik studieverlof. Ook dat heb ik verwerkt door er iets over te schrijven. Een paar artikelen over homiletische thema’s (homiletiek = theorie van de preek). In het najaar heb ik dat bij enkele uitgeverijen aangeboden, maar niemand zag er brood in. Daarop nam ik mij voor om het via mijn eigen site te publiceren, maar daar is het nog niet van gekomen. Want zo gaat dat dan, je aandacht wordt gevraagd door andere zaken, het verliest urgentie en dan blijft het liggen. ‘k Neem mij voor dat alsnog te gaan doen. De regeling voor studieverlof is inmiddels veranderd. We worden als predikanten vanaf nu geacht te werken aan onze ‘permanente educatie’. In het voorjaar van 2012 heb ik een cursus gevolgd over de theologie van de apostel Paulus aan de Rijksuniversiteit Groningen (vijf middagen). Daarnaast bezocht ik een paar studieuze bijeenkomsten. Een Dag van de dialoog (Amsterdam), een boekpresentatie (De zwijgende God) met symposium in Utrecht; een avond met ds. Klaas Hendrikse (God bestaat niet en Jezus is zijn zoon) in Leeuwarden; de startdag van het project Geloof in de samenleving te Deventer; de oecumenelezing van prof. Mechteld Jansen in Utrecht, de startdag van het project Convenanten van de Raad van Kerken te Amersfoort, de ontmoetingsdag van vakgenoten in het Werkgezelschap Homiletiek te Deventer, en de dag waarop we afscheid namen van de Theologische Universiteit met het motto De kracht van Kampen. Wat betreft het zelf aanbieden van leer- en gespreksactiviteiten: Samen met collega Ron Koopmans hebben we gedurende 8 avonden in de winter het boek Compassie van Karen Armstrong besproken. Er was een flinke belangstelling (25 personen) en het leverde interessante gesprekken op. Zelf leidde ik een leerkring Denkers en Religie van 6 avonden. Er is een vaste kern van geïnteresseerden die hierop afkomt, zo’n 15 mensen. Zelf beleef ik er altijd veel plezier aan. In het kader van de werkgroep economie en geloof was ik betrokken bij de voorbereiding van de lezing die prof. Arjo Klamer, econoom te Rotterdam, gaf op dankdag. Het is inmiddels een gewoonte geworden om op deze dag een thema-avond te houden. Een kleine 200 mensen kwamen op zijn lezing af. Vanuit dezelfde werkgroep hebben we in het voorjaar de Denker des Vaderlands Hans Achterhuis uitgenodigd om te spreken over zijn boek De utopie van de vrije markt. Ter voorbereiding heb ik samen met Daan Tavenier twee avonden gehouden. Op de eerste stond vooral de economische kant centraal, op de tweede avond het filosofische aspect. Op deze avonden kwamen zo’n 15 personen af. Bij de lezing van Achterhuis waren ongeveer 120 mensen.
Ook in het voorjaar was ik betrokken bij de huwelijkscatechese, samen met college Harry Harmsen. Met vier stellen bespraken we de eerste avond allerlei grondwoorden ten aanzien van huwelijk en relatie, in het licht van de christelijke traditie. De tweede avond wordt besteed aan de opbouw en invulling van de huwelijksviering. Van één van de vier stellen mag ik binnenkort de huwelijksdienst leiden. Daarnaast zijn er nog twee andere huwelijksvieringen waarvan de betrokkenen niet mee hebben gedaan aan de gezamenlijke voorbereiding. Verder maakte ik voor het eerst mee dat een aanstaand echtpaar bij nader inzien geen huwelijksviering wilden. Ze waren er, mede door het eerste oriënterende gesprek, achter gekomen dat de wens voor een kerkelijke viering meer te maken had met hun omgeving dan met hun eigen behoefte! Vermeldenswaardig is mijn betrokkenheid bij de cursus Theologische Vorming voor Gemeenteleden (TVG). In Assen verzorg ik een zevental lessen in de vakken gemeenteopbouw en educatie. Daarnaast heb ik op verzoek twee keer een ochtend gesproken voor een groep oud-cursisten van de TVG. ◄◄ groene kathedraal – landschapskunstwerk dat de omslag siert van de doornse catechismus In Beilen en in Roden heb ik een avond in hun leerkring-aanbod verzorgd. In Beilen ging het over de Doornse Catechismus. In Roden over de filosoof Vattimo. In november hield ik een inleiding op de classis Assen over Spreken over God, naar aanleiding van de gelijknamige notitie van de synode. Ook in november hield ik (in het Duits!) een inleiding bij een ontmoeting tussen Nederlandse en Duitse collega’s over het predikantschap in de moderne tijd. Ten slotte ben ik een paar avonden in het jaar op pad met mijn lezing over De wijsheid van de Prediker (bij Passage). ORGANISATIE Een deel van de werktijd wordt besteed aan het vergaderen. Binnen de wijk bezoek ik de moderamenvergaderingen en (uiteraard) de kerkenraadsvergaderingen. Dit jaar was er een paar maal een extra ontmoeting met moderamen en/of kerkenraad van Vredeveld. Omdat de werkgroepenstructuur langzaam is geërodeerd, ben ik naast de werkgroep pastoraat alleen nog maar bij het jeugd en jongerenpastoraat betrokken, maar deze vergadert slechts een paar keer per jaar. Als wijkpredikanten zitten we ongeveer één keer in de drie weken een ochtend bij elkaar om onze activiteiten op elkaar af te stemmen. Inmiddels hebben we ook al een paar maal met z’n drieën vergaderd (met Helène).
Vergaderingen buiten de wijk zijn de collegiale overleggen in het Ministerie (1 x per maand) en Werkgemeenschap van predikanten regio Assen (5 x per jaar, plus jaarlijks uitje op Hervormingsdag). In Assen ben ik betrokken bij het Missionair Beraad. Van daaruit was ik dit seizoen ook lid van de sollicitatiecommissie voorde nieuwe kerkelijkwerker voor jeugd, diaconaat en missionair werk, en zal ik ook tot de begeleidingscommissie toetreden. Daarnaast ben ik samenroeper van de werkgroep Economie en Geloof. We hebben dit seizoen, naast de al genoemde activiteiten, ook nog een filmavond gehouden (met de film Inside Job). In februari was ik op de landelijke ontmoetingsdag van kerken die bezig zijn met duurzaamheid in Dieren. Verder ben ik voorzitter van het Platform Levensbeschouwelijke Organisaties. We komen ongeveer 5 x per jaar bij elkaar voor ontmoeting, telkens bij één van de leden. De laatste keer waren we te gast bij de Vrijmetselaars. In maart deed ik mee in het Jongerendebat dat we dit keer organiseerden in het jongerencentrum The Industry, in samenwerking met het jongerenwerk van de Gemeente Assen. Het werd een roerige avond, die door een kleine groep luidruchtige jongeren helaas haar doel grotendeels voorbijschoot. Jammer, want er waren flink wat jongeren op af gekomen. Een goede leer voor een volgende keer, want we blijven doorgaan met deze belangrijke activiteit. In april maakten we met een kleine groep een excursie naar de jeugdgevangenis te Veenhuizen. Het werd een indrukwekkende ontmoeting met de geestelijke verzorging daar en met een van de jonge gedetineerden. Ook vanwege mijn voorzitterschap van de provinciale Raad van Kerken Groningen – Drenthe zijn er een paar vergaderingen per jaar. In februari had ik een persoonlijke ontmoeting met bisschop De Korte. Ten slotte, De meeste activiteiten zijn hiermee wel genoemd. Het is een herkenbaar patroon, voor wie eerder een werkverslag van mij heeft gelezen. In de opsomming zit hopelijk structuur. Ik sta graag open voor op- en aanmerkingen, vooral als deze welwillend van toon zijn. Inmiddels ben ik meer dan 10 jaar predikant in Assen. Voor veel mensen ben je vertrouwd geworden, zoals ik zelf met veel mensen vertrouwd ben geraakt. Ik weet niet goed of het een voordeel of een nadeel is als je (te) lang in één gemeente staat. Voor allebei is wat te zeggen. In ieder geval kan ik oprecht zeggen dat ik mijn werk in Assen met veel plezier en voldoening doe en dat ik er alle vertrouwen in heb dat ook in het komende seizoen te kunnen doen. Bedankt voor uw vertrouwen en voor de samenwerking in het afgelopen seizoen. Ds. Bert Altena