“Weggooien kan altijd nog… (bulk)afstoting” Voorjaarsdag Sectie Collecties NMV Maandag 19 maart 2012 Locatie: Nationaal Archief Den Haag Notulen van de lezingen + forumdiscussie door Majelle Janssen Ochtendprogramma: 10.00 u: Welkomstwoord (Hans van Keulen - voorzitter Sectie Collecties) Het Geldmuseum, waar vorig jaar de voorjaarsdag van de Sectie Collecties werd gehouden, heeft ondertussen zijn afdeling Collecties en Onderzoek opgeheven. Daarnaast zijn er nog 17 andere musea die, als het zo doorgaat, de deuren moeten sluiten. Protesten tegen het afstoten van collecties heeft weinig zin, onder andere doordat de expert vervangen wordt door de nieuwe media. We zoeken het gewoon op op Google in plaats van een conservator te raadplegen. De vraag is: krijgt de bezoeker het steeds meer voor het zeggen hoe een collectie samengesteld moet zijn en hoe groot een collectie überhaupt is? Het belang van deze dag en de discussie over afstoting blijkt wel uit het volgende feit: 80% van de collecties in het bezit van musea zit in de depots en komt er zelden uit. De vraag, zeker in tijden van recessie, is of je wel zo veel moet bezitten. Het wordt dus steeds belangrijker om te verantwoorden waarom we veel objecten in collectie hebben/nemen. Is de LAMO bij het afstoten toereikend? 10.10 - 10.30 u: Irene Gerrits, Nationaal Archief Den Haag: Inleiding op het nieuwe Nationaal Archief ‘Wij dienen ieders recht op informatie en geven inzicht in het verleden van ons land’, zo luidt de doelstelling van het Nationaal Archief. Hiertoe is het archief bezig de zichtbaarheid te vergroten. Hoe wordt dit gerealiseerd? Het archief bezit 110 km documenten, 300.000 kaarten en 14 miljoen foto’s. Een aantal topstukken wordt samen in een zaal tentoongesteld. Het doel is om ‘saaie documenten’ tot leven te brengen, zoals bijvoorbeeld bij Rembrandts rechtszaak: deze wordt verteld vanuit de ogen van zijn zoon Titus. Beneden in het gebouw komt een ‘werkplaats’. Daarnaast delen de Koninklijke Bibliotheek en het Centraal Bureau voor Genealogie de hal met het Nationaal Archief. Een centrale omloop moet verschillende functies met elkaar verbinden: tentoonstellingsruimte, workshops, studiezaal, auditorium en diverse ‘satellieten’. Bijvoorbeeld satelliet ‘De Kennismaking:’ de bezoeker krijgt inzicht in wat een archief doet. Andere satellieten: 300.000 kaarten in collectie, foto’s wisselend te zien waarbij gebruik wordt gemaakt van Flickr, voetbalapp met KNVB foto’s+quiz (experiment), satellieten met familiegeschiedenis, topstukken democratie. Dit alles met het doel de collectie meer te doen leven bij het publiek. Openingstentoonstelling ‘1001 verhalen’ (opening voorjaar 2013): in deze tentoonstelling staan de verhalen achter de archiefstukken centraal. Een voorbeeld is ‘opgevangen in de spruitjeslucht’; het verhaal van Indische mensen die moesten inburgeren in Nederland. Beeld en geluid spelen bij de presentatie een grote rol om de archieven tot leven te brengen. Over 6 van de 11 centraal staande verhalen verschijnt een publicatie. Subsidies komen van vrienden, ‘Captains of history’ (bedrijfsdonateurs) en ‘Families with history’. 10.30 - 11.00 u: Agnes Vugts, Huis voor de Kunsten Limburg en Charlotte van Rappard: Project Bulk afstoten (Annette Gaalman kon wegens omstandigheden niet aanwezig zijn) De jaren zeventig van de 20e eeuw luidden een periode in van verzamelwoede bij musea. Talloze unieke, maar ook veel minder unieke, objecten werden in veelvoud verzameld. Nu is het moment gekomen om het thema bulkafstoting aan te pakken. Starten met afstoten blijkt vaak lastig te zijn. Op 7 oktober 2011 werd in het Museumcongres gesproken over bulkafstoting aan de hand van de LAMO en SPECTRUM. Het begrip ‘bulk’ werd afgebakend. Met bulk wordt het volgende bedoeld: - In veelvoud, vaak industriële, vervaardigde objecten - Typologisch samengestelde collecties, die een oude manier van verzamelen representeren 1
- Objecten in grote hoeveelheid in bezit? Vraag je af of je de enige bent. - Externe deskundigheid gewenst alvorens je overgaat tot afstoting. MusIP is een instrument om een inventarisatie te doen wat verschillende instellingen in bezit hebben. Vaak lijken er bij bulkafstoting maar 2 bestemmingen te zijn, namelijk een ander museum/verzamelaar of de vuilnisbelt. Het is goed andere mogelijkheden beter te benutten, zoals het inzetten van je collectie bij onderwijs of zorg. Waarom is starten met het daadwerkelijk afstoten eigenlijk zo lastig? Hiervoor bestaan 4 redenen: - Je moet met de billen bloot; toegeven dat je onnodige zaken in de collectie hebt - Je verwerpt een oude verzamelvisie (verzamelwoede) - Je pakt iets aan wat al tijden wordt genegeerd. - Je ruilt je oude verzamelvisie in voor een hedendaagse trend, namelijk afstoten. Doel van het hier gepresenteerde ‘pilotproject bulkafstoting’: te komen tot een paar goed beschreven en afgebakende afstoottrajecten, die op verscheidene organisaties toepasbaar zijn. Er zijn 3 bijeenkomsten: de startbijeenkomst vond plaats op 10 februari 2012. De tweede is in het najaar van 2012: een juridische informatiedag voor voorgestelde procedures en ten slotte vindt in het voorjaar van 2013 een workshop communicatiestrategie plaats. Het is namelijk van het grootste belang om goed naar buiten te treden met je afstotingsplan; je wilt je publiek niet tegen het zere been schoppen. Werkwijze: er worden museumkoppels gevormd, die elkaar verantwoording afleggen over het te volgen stappenplan. Meer informatie over het project: http://www.museumconsulenten.nl en http://www.hklimburg.nl/musea 11.00 - 11.30 u: Arjen Kok, RCE: De LAMO en bulkafstoting Bij het bepalen van het belang van objecten spelen verschillende factoren een rol, zoals eigenaarschap, duurzaamheid (in relatie tot maatschappelijk belang) en betekenisgeving. Vooral het laatste bepaalt een groot deel van de waarde van collecties. Sinds 1999 bestaat de LAMO, Leidraad voor het Afstoten van Museale Objecten. In 2006 werd de LAMO herzien en nu is het tijd voor een vernieuwde herziening. Speerpunten van deze nieuwe LAMO zijn: Op het gebied van documentatie: 1 Wanneer de waarde voor de samenleving gering is, valt het onder bulk. Dit is bijvoorbeeld het geval bij collecties van oude gebruiksvoorwerpen, zoals een stoof. Deze zijn vaak in veelvoud op veel plaatsen tegelijk aanwezig. 2 Minimale documentatie aanwezig over objecten kan op lage waarde duiden. 3 Herplaatsingsdatabase: het moet duidelijk zijn waar bepaalde collecties kunnen worden herplaatst 4 Eigendom en herkomst in kaart brengen Op het gebied van verkoop: Objecten of collecties van grote financiële waarde verkopen om geld te genereren, objecten onderling verkopen voor marktprijzen tussen musea en afgestote objecten zo goed mogelijk verkopen. Wanneer een object of (deel)collectie voorgoed weg moet: - Restitutie aan land van herkomst - Reorganisatie, fusie of opheffing musea - Wijziging van het museumbeleid: kijk of collecties niet buiten het museumprofiel vallen - Vernietigen museale objecten Discussie en aandachtspunten: De museumwinkel is even belangrijk als de exposities zelf. Commercie rond het museum moet integraal zijn, niet als een apart werkend orgaan worden gezien. Ook restaurant draagt bij aan een goede ontvangst en omzet genereren. Museum is een onderneming, die zoveel mogelijk betekenis moet hebben voor de samenleving. Arjen verwerpt het idee dat een museum helemaal non-profit is en wijdt dit aan het naar binnen gekeerd opereren van musea in het verleden. De locatie van het museum op zich moet aantrekkelijk zijn: goede ambiance/ontmoetingsplek. Probeer hier je collectie zo rijk mogelijk bij in te zetten. Denk bij een goed 2
gebruik van je locatie aan bedrijfsuitjes, vergaderingen en andere groepsuitjes. Dit alles moet je collectie een rijkere betekenis geven. Hierbij staat het zinvol vertellen van het verhaal achter collecties voorop. Vraag gesteld: wat nou als de eigenaar/herkomst onbekend is? Het is dan vaak lastig om te kiezen voor herplaatsen of afstoten. Hierbij schiet de LAMO soms te kort en dreigen belangrijke objecten toch verloren te gaan. Daarom is het van groot belang dat collectiebeheerders en conservatoren een aandeel in de discussie behouden! (middels de NMV). Rondleiding en lunch Na de rondleidingen (deelnemers konden kiezen uit een vijftal onderwerpen) in het Nationaal archief was het tijd voor de lunch. Middagprogramma: 13.30 - 14.00 u : Gusta Reichwein, Amsterdam Museum: Out of the box en buiten de muren. Creatieve oplossingen voor grote collecties Met het motto ‘van ons’ opende het nieuwe Amsterdam Museum aan de oever van ’t IJ de deuren van het nieuwe depot. Het museum wil met dit motto duidelijk maken dat het de taak van musea is om de collectie relevant voor burgers, ‘van ons allemaal’ te maken. Dan krijgt deze betekenis. Hiertoe wordt samengewerkt met o.a. verzamelaars, studenten en vrijwilligers. Na de verhuizing is duidelijk geworden dat er aantal museumstukken zonder relevante context voor het AM zijn. Toch is weggooien niet de oplossing; hier is de spreekster zelfs op tegen. Herbestemmen is een veel beter plan. Om aan te geven dat weggooien niet deugt, haalt zij het volgende voorbeeld aan: lange tijd lag er een vondelingenpakket afkomstig uit het Burgerweeshuis in het depot. Kort geleden kwam daar eindelijk een verhaal bij: het waren de kleren van iemands opa. Zijn opa had het feit dat hij te vondeling gelegd was met zich meegenomen in het graf. Waren deze spullen weggeweest, dan was dat niet goed te praten. Vaak is de waarde van objecten niet gekend, de prijs echter wel. Wat moeten we immers met de 17/18eeeuwse stijlkamers die in het AM opgeslagen staan? Het AM wil op zoek naar nieuwe bestemmingen, zoals hotels of kantoorpanden aan de grachten om ze daarin onder te brengen. 3000 meubels (van 1600 tot heden) moeten ook nog een nieuwe plaats vinden. Dit kan alleen lukken wanneer verschillende groepen mensen het gevoel hebben dat zij verantwoordelijkheid dragen voor de collectie; dat deze van hen is. Conclusies uit dit verhaal: Out of the box en buiten de muren met je collectie! - Ontsluiting voor een groot publiek (Amsterdams Historisch Museum website) - Bulkafstoting zorgt niet voor kostenvermindering op korte termijn, zoek naar duurzaamheid - Grote schenkingen als ze waardevol zijn wel accepteren, maar met hulp van de gemeenschap, zorg dat er draagvlak is - Niet zomaar afstoten, heb geduld om te zoeken naar goede herbestemming - Kijk naar oplossingen en inspiratie buiten de museale sector (zoals bijv. hotels) 14.00 - 14.30 u: René Dekker, Naturalis: ‘Out of Naturalis’ Vanuit de universiteit van Amsterdam werd de grote collectie van het Zoölogisch Museum overgebracht naar NCB Naturalis in Leiden. Naturalis heeft economische ondersteuning van 30 miljoen (van het Ministerie van OCW) gekregen om de collecties goed onder te brengen. Dit geld was afkomstig uit aardgasbaten. Door efficiënt opbergen in de nieuwe depots, door middel van het toepassen van opbergkasten langs lengtepaden i.p.v. de oude rekindeling, is er enorm veel ruimte gewonnen. Er worden talloze insecten, beesten op alcohol en grote dieren/skeletten vervoerd. De opbergkasten uit de oude depots zijn verkocht in Berlijn. Zo leveren die ook weer een stukje winst op. Eerst zijn de gebouwen helemaal ontsmet en is de collectie opgeslagen in vriezers. Ook het herbarium van Leiden gaat over naar Naturalis. De twee collecties schelpen worden samengevoegd tot één collectie. In de Science zaal kunnen bezoekers bekijken hoe het prepareren van dieren voor tentoonstellingen en opberging in het depot in zijn werk gaat. Naturalis stoot bijna niets af maar streeft naar het zo efficiënt opbergen van de collectie! Om publiciteit te krijgen schroomt Naturalis niet om bijvoorbeeld een walvis binnen te halen (al heeft het die al genoeg). Dit biedt veel bekendheid in het nieuws en interesse naar onderzoeken die ermee 3
gepaard gaan. Publiek trekken staat hoog in het vaandel. Mocht het echt niet in de collectie passen of niet efficiënt opgeborgen kunnen worden, kan tot herplaatsing worden overgegaan. Een acquisitiecommissie besluit of een object mag worden herplaatst en waar het dan naartoe gaat. Artis wil bijvoorbeeld een collectie grote dieren tentoonstellen. Ecodrome gaat dicht, wat betekent dat die collectie ook elders naartoe moet. De Stichting Nederlandse Natuurhistorische Collecties is het overkoepelend orgaan wat overleg uitvoert over dit soort keuzes. Hierdoor kunnen overwegingen t.a.v. collecties goed tegen elkaar worden afgewogen. Herbaria zitten met talloze duplicaten waar ze vanaf willen. Door gezamenlijk naar deze collecties te kijken kunnen deze goed ondergebracht worden. Daarbij kijkt men ook buiten Europa: zo gaat er vlot een potvis naar Shanghai en onderhandelt men over het krijgen van een reuzenpanda in Naturalis. Mocht dit lukken, kan dit dier weer voor veel publiciteit zorgen. Onder de ogen van het publiek zou dan preparatie plaatsvinden in de Science zaal. Naturalis bezit ook collecties die ogenschijnlijk veel van hetzelfde bevatten. Het is echter niet mogelijk om bijvoorbeeld 100 kevers zomaar als bulk te bestempelen. Uit wetenschappelijk oogpunt kunnen die 100 kevers veel belangrijker zijn dan één indrukwekkende potvis. De kevers zijn belangrijk om tijdreeksen en evolutie in kaart te brengen, daarvoor worden soorten vergeleken. Hier ligt dan ook een belangrijk verschil in wetgeving ‘bulkafstoting’ tussen gangbare musea en wetenschappelijke instituten. Wetenschappelijke relevantie staat voorop en daarbij schiet de LAMO vaak tekort. 14.30 - 15.00 u: Arco Seton, Legermuseum: Afstoting en het nieuwe Legermuseum Het Legermuseum krijgt een nieuwe locatie van 30.000m2 op het Soesterberg complex. Van de 150.000 3D en 200.000 2D voorwerpen moeten er veel worden afgestoten. De centrale vraag is of alles bewaard moet worden en wat er in de collectie cultureel erfgoed van het Legermuseum past (wat met andere woorden de kwaliteit van de collectie is). De militaire historie van Nederland staat centraal bij het selecteren van objecten. Bij kunsthistorische objecten is de esthetiek daarnaast een belangrijke graadmeter. Vooral de bedrijfshistorische objecten, zoals objecten afkomstig van de Koninklijke Landmacht, bevatten veel bulk. Denk hierbij aan talloze uniformen, wapens en veldflessen. De collectie van het Legermuseum is in 3 fasen ontstaan: - Privéverzameling Hoeffer: artillerieverzameling op Kasteel Doorwerth (1913-1944) - Pesthuis Leiden: verzamelbeleid riep discussies op: roekeloze verzameldrift (1944-1986) - Armamentarium: Studieverzameling Defensie toegevoegd. Medio 2014 komt de collectie van het Militair Luchtmachtmuseum ook op Soesterberg. Er vallen straks 6 collecties onder 1 verzamelbeleid, als gevolg van het Museaal beleid Defensie (2006). Het verzamelbeleid kenmerkt zich meer door de kern van de krijgsmacht. De aanpak wordt in plaats van typologisch meer biografisch van karakter. Het depot krijgt een betere klimaatsturing, waardoor objecten beter bewaard worden. Van belangrijke objecten wordt de fysieke toestand gerestaureerd. Verrijdbare stellingen zijn aanwezig in het nieuwe depot. Sanering van de collectie zal plaatsvinden met de depotruimte als maatstaf. Sanering moet leiden tot een verbeterde, een scherpere collectie. De werkgroep Collectiebepaling moet komen tot een gezamenlijk collectiebeleid voor defensiemusea. Het opstellen van Voorstellen voor Afstoten (VVA) en een goed communicatieplan (i.v.m. ruilingen jaren ‘70/’80) behoren tot de kerntaken. Op het ‘kleine grut’ na, gaan alle objecten eerst door de keuring bij RCE voordat ze daadwerkelijk worden afgestoten. Oude registratiesystemen en de herkomst onderzoek eis van de LAMO remmen in sommige gevallen het afstoten juist af. Wanneer iets echt weg gaat, moet het worden opgeslagen in een tijdelijke opslag. Deze kan echter niet op Soesterberg komen! Werkwijze van het Legermuseum: alleen museaal interessante voorwerpen en duidelijk identificeerbare objecten komen in aanmerking voor herkomstonderzoek. Het kleine, afgeschreven grut wordt verkocht via de overheidsinstelling Domeinen. Afstootvoorstellen gaan allemaal voor advies naar RCE. In de toekomst wordt een oproep geplaatst: mensen die na 1980 iets hebben geschonken aan het Legermuseum kunnen zich melden om meer info te vergaren of het terugnemen van het object. De eerste objecten komen binnenkort in de herplaatsingsdatabase te staan. In de praktijk blijkt dat ontzamelen goed en nodig is, maar doe het wel zorgvuldig! Daarnaast is het tijdrovend en zijn de procedures lang. De (gesaneerde) collectie dient tevens als kennis- en informatiebron. Dit wil het Legermuseum naar 4
buiten brengen door het oprichten van een informatiecentrum, een kenniswebsite, bestandcatalogi, het uitbrengen van een jaarboek en het ondersteunen van multidisciplinaire onderzoeksprojecten. 15.30 - 16.00 u : Klaartje Schweizer, Nederlands Openlucht Museum: “Waarom bewaren we dit eigenlijk?” Het verleden is geen reden om een collectie nu te behouden. Het is zaak dat keuzes helder en goed verantwoord worden. De belangrijkste vragen voor een collectie zijn: Waarom is dit belangrijk voor de collectie en voor wie behoud je het? Collectiekenmerken van het NOM: erfgoed van het dagelijks leven, nationaal en veelzijdig, omvangrijk: op te delen in 4 domeinen bestaande uit 10 deelcollecties. ‘Kiezen en delen: Collectiebeleidsplan Nederlands Openluchtmuseum 2011-2016’: Afstoten van objecten is in dit beleidsplan 1 van de 6 speerpunten. Afstoting staat dus hoog op de agenda; om tijd vrij te maken is er zelfs een bruikleenstop voor uitgaande bruiklenen van kracht. Het beleidsplan presenteert de volgende doelstelling: ‘Een compacte, betekenisvolle collectie erfgoed van het dagelijks leven geven’. Representativiteit, het verhaal bij objecten moet worden gekoppeld aan de context. De collectie is voor alle Nederlanders en is een middel tot communicatie naar buiten; de collectie is geen doel op zich! Je moet te allen tijden de betekenis van je collectie kunnen verantwoorden; mede omdat deze onderhouden wordt met publieksgeld. Kijk kritisch naar je collectie: - Kopieën? Weg ermee. - Bulk; tekenen van de onverzadigbare verzamelaar - Past iets in je collectieprofiel? - Is de historische/maatschappelijke context bekend of relevant? Conclusies: Stel altijd de vraag: voor wie bewaar ik dit? Probeer altijd een relevant verhaal bij een object te vertellen: ga desnoods werken met vrijwilligers of plaats een oproep op internet. Zonder context is een object niet erfgoedwaardig. Een object moet alleen worden overgedragen als dat bij de andere instelling tot collectieversterking leidt. Voorkom, boven alles, een rondpompen van ‘contextloze’ objecten! 16.00 - 16.30 u: Errol van de Werdt, Centraal Museum: Ontzamelen in perspectief Het Centraal Museum Utrecht is het oudste stedelijke museum van Nederland. Het is opgericht in 1838, bestaat uit 6 gebouwen en bezit een gevarieerde collectie over de geschiedenis van Utrecht vanaf de Romeinse tijd tot heden. Doelstelling: Het museum wil een podium zijn voor kunst uit verleden, heden en toekomst. Daarnaast wil het ankerplaats voor reflectie en dialoog zijn. De visie is hierbij dat de collectie een belangrijk deel van het collectief geheugen uit de maatschappij representeert. De eerste ontzamelactie 2006: 1470 stuks afgestoten. Goed ontzamelen is inherent aan het maken van een goede selectie uit je collectie. Lange tijd was het verzamelbeleid erop gericht ‘gaten’ te vullen in 2000 jaar Utrechtse geschiedenis. Nu staan voorop: kwaliteit en samenhang, afstemmen met collega musea en democratisering van het verzamelproces. Dit laatste wil zeggen dat het publiek meer betrokken wordt bij de collectie. Verzamelen, presenteren, educatie en onderzoek zijn meer verweven. Ontzamelen kan worden gezien als een correctie op het verleden: vroeger was er weinig focus, een onduidelijke missie, restrictie van schenkers en onvoldoende kennis over samenstelling van de collectie. Om nu te ontzamelen gebruikt het Centraal Museum een aantal middelen, namelijk het collectiebeleidsplan(1), de LAMO(2), catalogi(3), een checklist en stroomkaart(4). 1: Collectiebeleidsplan: geeft info over ontsluiten, afstoten, conservering van de collectie. 2: LAMO: leidraad voor het afstoten van museale objecten 3: Catalogi: geven een goed beeld van de collectie, geven eerder gemaakte selectie en de koers van het verzamelen/ontzamelen weer. 4: Checklist en stroomkaart: heldere te volgen stappen in een vast uit te voeren volgorde. Ontzamelen vindt bijvoorbeeld plaats wanneer objecten geen belang hebben voor studie, educatie of niet passen binnen het museumprofiel. Wanneer er geen verbinding is met andere objecten, de betekenis voor elders groter is, het object een fysieke bedreiging vormt voor andere objecten of een veelvoud aanwezig is komt het in aanmerking voor afstoot. Verkoop vindt plaats via de veilig, nadat er is gekeken of collega musea de objecten goed in hun collectie kunnen opnemen. Ook worden afgeschreven museumstukken op 5
een Europese herplaatsingsdatabase gezet. Conclusies: ontzamelen is arbeidsintensief en kostbaar; het moet goed gebeuren. Het is ook niet zonder risico, ondanks het collectiebeleidsplan of de LAMO. Ten slotte constateert de spreker dat de recessie een verleider is om over te gaan tot afstoten. 16.30 - 17.00 u: Forumdiscussie Vraag: Als je objecten hebt die buiten het museumprofiel vallen en waar je ook nog eens geen herkomst of context van weet, hoe kom je er dan vanaf? De LAMO biedt geen effectieve methode hiervoor. Antwoord: niet te snel afstoten, zoek een deskundige op het gebied van het object of zet het op internet. Je krijgt dan reacties die je niet verwacht en die het object betekenis kunnen geven. Daarnaast zorg je ervoor, door het op internet te zetten, dat er een soort sociale controle is op het ‘zomaar’ afstoten. Ook zijn er meningen dat zulke objecten, dus zowel zonder context als belang binnen het museumprofiel, weg mogen. Vraag: Hoe stel je de cultuurhistorische waarde/het belang van het object vast? Antwoord: LAMO volgen volgens de richtlijnen, dan wordt vanzelf duidelijk of het belang van het object groot genoeg is om in eigen collectie te houden, te herplaatsen of zelfs af te stoten. Transparantie in dit proces is van groot belang: leg alle stappen vast en wees communicatief sterk naar buiten toe. Je komt dan niet voor onaangename verrassingen te staan en daarnaast is je afstootproject altijd nog controleerbaar (ook met terugwerkende kracht). Antwoord 2: Let er ook op dat je je goed laat adviseren over je objecten! Ben ook hier duidelijk in in communicatie naar buiten toe. Een nadrukkelijke taak ligt hier voor de NMV: blijf meningen geven over en verbeterpuntengeven voor de LAMO en durf verschillen van mening ook duidelijk(er) uit te spreken. Ben meer aanwezig! Opmerking: Houders van wetenschappelijke collecties, zoals Naturalis, grijpen mis bij de LAMO. Vraag: hoe belangrijk zijn de kosten bij de beslissing iets weg te doen of juist te houden? Antwoord: in geval van vooral grote afstootplannen is het nuttig een kosten/baten analyse te doen. Betrek ook het publiek en de opiniepers erbij, dit zorgt voor een breder draagvlak voor het behouden of herbestemmen van een collectie. De dag wordt afgesloten met een borrel
6